04.05.2013 Views

Download pdf - Textualscholarship.nl

Download pdf - Textualscholarship.nl

Download pdf - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

78 Het Wiesbadense handschrift<br />

Het archief van Arnstein werd in 1803 naar Weilburg, en vanuit Weilburg<br />

in 1841 naar het Herzoglich-Nassauische Zentralstaatsarchiv in Idstein<br />

overgebracht. Vanuit Idstein kwam het in 1881 in het Preussische Staatsarchiv,<br />

thans Hessische Hauptstaatsarchiv in Wiesbaden, waar het handschrift<br />

wordt bewaard onder de signatuur 3004 B 10.<br />

Lokalisering<br />

1. Mengtaal<br />

Nadat het codicologische onderzoek heeft getoond dat het aandeel van de<br />

handen 4 en 5 niet organisch deel uitmaakt van de Wiesbadense codex, is<br />

het goed deze twee handen bij het algemene onderzoek voorlopig buiten<br />

beschouwing te laten. We zullen hun taal apart bestuderen en bekijken hier<br />

eerst het werk van de overige zeven kopiisten.<br />

Bij het bladeren in het handschrift en het bekijken van steekproeven in de<br />

hele tekst wordt al gauw duidelijk dat men te maken heeft met een codex<br />

die uit het zuidwesten van het Middelnederlandse taalgebied afkomstig<br />

moet zijn. Dit blijkt b.v. uit de talrijke vormen met ie i.p.v. uu (liede, dierbaer,<br />

vier), het optreden van cht i.p.v. ft (cracht, -achtich) en de vele vormen<br />

met e i.p.v. i (met, es, nemmer, let, sempel). Naast algemeen verspreide<br />

vormen als comen en tonen en gerundia zonder apocope (type te<br />

minnen) treffen we ook de Vlaamse alternatieven commen, toghen en veelvuldig<br />

het gerundium op -e (te minnene) aan. Dat we niet helemaal in de<br />

kuststreek moeten zoeken bewijst het verregaande ontbreken van spontane<br />

palatalisatie in woorden als op en vol (waarnaast echter een enkele keer<br />

ook upperste verschijnt) en het ontbreken van de ou-spelling voor oe (roepen,<br />

proeven). Naast bracht, ambacht en af mist men de westelijke varianten<br />

met o, en voor de ie vinden we geen ê in spiegel. Lichaem kent ook niet<br />

de Zuidwest-Vlaamse tegenhanger lachaem. Eerder Oost-Vlaams zijn het<br />

optreden van met als bijwoord, de afwisseling van die en de in de functie<br />

van bepaald lidwoord en ook de i in woorden als mysse en silveren in het<br />

suffix -nisse. Het ontbreken van umlaut in woorden als salich en geslacht en<br />

de verregaande afwezigheid van het Brabantse voegwoord ochte tegenover<br />

of resp. ofte wijzen ook eerder naar het westen dan naar het oosten.<br />

Maar meteen moet eraan toegevoegd worden dat op vrijwel geen enkele<br />

bladzijde een homogene streektaalvariëteit te bekennen valt. Wij hebben<br />

dus bijna overal te maken met mengtaal, en wel met een mengeling van<br />

Vlaamse en Zuid-Brabantse kenmerken. Deze treft men bijvoorbeeld aan in<br />

talrijke woorden met e resp. i, zoals es/is, kennen/kinnen, engel/inghel,<br />

blent/blint, sente/sinte, brengen/bringen, clemmen/climmen en denken/<br />

dinken. Ook in het paar toghen/tonen is de eerste variant Vlaams, de twee-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!