Download pdf - Textualscholarship.nl

Download pdf - Textualscholarship.nl Download pdf - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
04.05.2013 Views

Inleiding 61 de tekeningen geplakt is, kopieerde hij berijmde gebeden tot elk van de heiligen (tekst j1 en j2). Op f. 15r schreef hand B, zoals elders hand A, de namen van de vier profeten die op de drie opgeplakte tekeningen zijn afgebeeld: Jeremia, Samuel en Jona en Ezechiël; bij de gezamenlijke afbeelding van de twee laatsten loopt de rode banderol gedeeltelijk door op het papier van het draagblad. Hand C Op de versozijde van f. 15 is geen tekst toegevoegd. Wel werd de tekening die bovenaan het blad gelijmd is, aangevuld met een voorstelling die rechtstreeks op het papier van het ‘draagblad’ geschilderd werd. Op de versozijde van de andere twee bladen, f. 92 en 126, schreef hand C de tekstjes. In het geval van f. 126v gaat het om het onderschrift bij een bijna bladgrote voorstelling van een auteur in zijn schrijfstoel. In de weinige ruimte onder deze tekening noteerde hand C het rijmtekstje Senica seit aldus een woert: Spreect wel, so eist al eens wiet hoert. De bedoeling van deze ‘identificatie’ valt niet meer na te gaan. Wij kunnen hoogstens constateren dat hand 7, met rood, bovenaan kolom 143ra een dictum noteerde, dat begint met Senica seeght… (tekst 65). Folio f. 143 is het eerste blad van een nieuw katern, zodat de tekening zich eerder tegenover deze pagina kan hebben bevonden. Op de versozijde van het perkamenten blad f. 92 zijn, net als op de rectozijde, twee papieren tekeningen gelijmd; de tekening links is verwijderd. Hand C noteerde boven de tekeningen, ditmaal op hun draagvlak, links Dbescouwende leven en rechts Dwerkende leven. Het actieve leven en het contemplatieve leven worden in de Berijmde dialoog op de volgende bladen f. 93-104 (tekst 33) gerepresenteerd door de zussen Martha en Maria. Dat zou de plaatsing van dit blad kunnen verklaren. Onder de tekeningen schreef C, ook direct op het perkament, een berijmd gebed tot elk van beide heiligen. Hand C schreef op meer losse bladen met tekeningen of op de opgeplakte tekeningen zelf, bijvoorbeeld f. 16. Op de versozijde daarvan waren naast elkaar twee papieren tekeningen gelijmd, waarvan de linker is uitgesneden en de rechter verdwenen. Erboven schreef hand C de namen van de afgebeelde heiligen: links Sinte Matheeus apostel ende ewangeliste, rechts Sinte Bernaerdt. 101 Eronder kopieerde hij twee rijmtekstjes (tekst f1en f2). Een volledig bladvullende tekening is overdwars op f. 121r gelijmd. Zij toont de doop van Christus in de Jordaan. Op deze tekening schreef hand C de persoonsaanduidingen Sente Jan Baptista en Jhesus Cristus. De achterkant is een perkamenten blad met tekeningen van de vier kerkvaders. 101 Het woord Sinte is in beide gevallen voluit geschreven; op f. 24r schrijft C voluit Sente.

62 Het Wiesbadense handschrift Die van Hiëronymus, Augustinus en Ambrosius zijn rechtstreeks op het perkament gemaakt; de tekening van Gregorius de Grote werd op papier aangebracht en kan later zijn bijgeplakt. De opschriften Sanctus Gregorius (op het papier van de opgeplakte tekening), Iheronimus, Augustinus en Ambrosius (op het perkament) zijn alle genoteerd door hand C. Op de versozijde van f. 14 werd overdwars een tekening geplakt van sint Joris die te paard de draak bestrijdt. Zij werd door hand C van een tweeregelig berijmd gebed voorzien; de rode banderol is gedeeltelijk op het papier van het draagblad getekend. Op de voorzijde voorzag hand C een compositie van (midden op het blad) een uitgeknipte tekening van sint Maarten en de bedelaar en (in de linker bovenhoek rechtstreeks op het draagblad getekend) een voorstelling van Christus op de wolken van drie rijmtekstjes (tekst c), die de getoonde figuren sprekend opvoeren. 102 Hand C en D Op de rectozijde van f. 16 was een tekening van de heilige Christoffel gelijmd, die eveneens verdwenen is. Hand C schreef twee van de drie tekstjes bij deze tekening, namelijk die er direct boven en die er direct onder. De textualis van het derde tekstje, helemaal onderaan en eveneens in rood geschreven, is wat ronder; en de letters zijn minder smal en zonder zwierige halen (zie afb. 21 op p. 56). Wij duiden de kopiist aan als hand D. Dezelfde combinatie treffen wij aan op f. 24v. Het betreft hier een compositie van vier tekeningen. Overdwars op deze pagina zijn naast elkaar plaatjes gelijmd van de drie koningen en van Maria en het kindje Jezus. Hand C schreef boven de plaatjes van de drie wijzen een gedicht (tekst g) en rechts daarvan, boven Maria en kind, de identificatie Maria, mater Jhesu Christi. Onder de plaatjes van de drie wijzen noteerde D de eerste regel van een Latijnse rijmspreuk over de drie koningen, waarin hun namen en geschenken in de getoonde volgorde genoemd worden (afb. 23 op p. 56). Op de rectozijde van f. 24 schreef hand C, eveneens op het draagblad zelf, boven het plaatje rechtsonder Sente Katherine, op het plaatje links daarvan Job en op de banderol die deze oudtestamentische figuur vasthoudt: God gaf, god nam; de name gods si ghebenedijt. Of hij ook de naam David schreef op het plaatje rechtsboven, kan nauwelijks worden nagegaan. Een vierde plaatje, dat links daarvan gelijmd was, is verdwenen. Twee gekleurde afbeeldingen zijn rechtstreeks op het papier van de tekstcollectie getekend. De eerste is die van de adelaar, als symbool van de evangelist Johannes, onder kolom 51vb. In zijn snavel houdt hij een deels afge- 102 De bedelaar spreekt tot sint Maarten, sint Maarten tot de bedelaar, en Christus tot sint Maarten.

62 Het Wiesbadense handschrift<br />

Die van Hiëronymus, Augustinus en Ambrosius zijn rechtstreeks op het<br />

perkament gemaakt; de tekening van Gregorius de Grote werd op papier<br />

aangebracht en kan later zijn bijgeplakt. De opschriften Sanctus Gregorius<br />

(op het papier van de opgeplakte tekening), Iheronimus, Augustinus en<br />

Ambrosius (op het perkament) zijn alle genoteerd door hand C.<br />

Op de versozijde van f. 14 werd overdwars een tekening geplakt van sint<br />

Joris die te paard de draak bestrijdt. Zij werd door hand C van een tweeregelig<br />

berijmd gebed voorzien; de rode banderol is gedeeltelijk op het papier<br />

van het draagblad getekend. Op de voorzijde voorzag hand C een compositie<br />

van (midden op het blad) een uitgeknipte tekening van sint Maarten en<br />

de bedelaar en (in de linker bovenhoek rechtstreeks op het draagblad getekend)<br />

een voorstelling van Christus op de wolken van drie rijmtekstjes<br />

(tekst c), die de getoonde figuren sprekend opvoeren. 102<br />

Hand C en D<br />

Op de rectozijde van f. 16 was een tekening van de heilige Christoffel gelijmd,<br />

die eveneens verdwenen is. Hand C schreef twee van de drie tekstjes<br />

bij deze tekening, namelijk die er direct boven en die er direct onder. De<br />

textualis van het derde tekstje, helemaal onderaan en eveneens in rood geschreven,<br />

is wat ronder; en de letters zijn minder smal en zonder zwierige<br />

halen (zie afb. 21 op p. 56). Wij duiden de kopiist aan als hand D.<br />

Dezelfde combinatie treffen wij aan op f. 24v. Het betreft hier een compositie<br />

van vier tekeningen. Overdwars op deze pagina zijn naast elkaar<br />

plaatjes gelijmd van de drie koningen en van Maria en het kindje Jezus.<br />

Hand C schreef boven de plaatjes van de drie wijzen een gedicht (tekst g)<br />

en rechts daarvan, boven Maria en kind, de identificatie Maria, mater Jhesu<br />

Christi. Onder de plaatjes van de drie wijzen noteerde D de eerste regel<br />

van een Latijnse rijmspreuk over de drie koningen, waarin hun namen en<br />

geschenken in de getoonde volgorde genoemd worden (afb. 23 op p. 56).<br />

Op de rectozijde van f. 24 schreef hand C, eveneens op het draagblad<br />

zelf, boven het plaatje rechtsonder Sente Katherine, op het plaatje links<br />

daarvan Job en op de banderol die deze oudtestamentische figuur vasthoudt:<br />

God gaf, god nam; de name gods si ghebenedijt. Of hij ook de naam<br />

David schreef op het plaatje rechtsboven, kan nauwelijks worden nagegaan.<br />

Een vierde plaatje, dat links daarvan gelijmd was, is verdwenen.<br />

Twee gekleurde afbeeldingen zijn rechtstreeks op het papier van de tekstcollectie<br />

getekend. De eerste is die van de adelaar, als symbool van de evangelist<br />

Johannes, onder kolom 51vb. In zijn snavel houdt hij een deels afge-<br />

102 De bedelaar spreekt tot sint Maarten, sint Maarten tot de bedelaar, en Christus tot sint<br />

Maarten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!