Download pdf - Textualscholarship.nl
Download pdf - Textualscholarship.nl Download pdf - Textualscholarship.nl
1 4 8 12 16 20 33 Berijmde dialoog over het schouwende leven 461 ende bescerme vor allen onvrede hier ende in elker stede. Amen. | - - - - - - - - - - - - - [33 BERIJMDE DIALOOG OVER HET SCHOUWENDE LEVEN] Jhesus, der soeter zielen leven, [HERE] die moet u, jonfrouwe, gheven u herte, u cracht, ende al u zinne so keren an sine minne, dat ghi van der ere doghet vorwaert in dander wandelen moghet, tot dat ghi in enen soete smaken van sijnre godheit moet geraken. Om dat ic dit sonderlinghe van u beghere boven alle dinghe, so hebbic desen brief, joncfrouwe, u ghesent op gerechter trouwe, daer een deel in gescreven staet hoe men in dogeden vorwaert gaet. Die mensche daer die doghet is inne, si maken so blide alle die zinne, allene al soude hier anders niet an winnen, nochtan moste hi die doghet minnen. Daer om willic desen brief beghinnen, hoe men die doghet best can bekinnen. Alre doghet i goet beghin, K [33] Op vele plaatsen geeft de kopiist blijk van geringe of ontbrekende kennis van het Latijn. De lezingen met fouten zijn in de tekst gehandhaafd (bijv. r. 85/6). De correcte lezing wordt steeds in de verklarende voetnoot gegeven. De lombarden dragen in deze tekst bijna steeds bij aan een zinvolle structurering van de tekst. Er is daarom voor gekozen om de plaatsen waar ze voorkomen te markeren door het gebruik van een grotere interlinie. V [33] Het begin van de spreekbeurten van de twee belangrijkste deelnemers aan de dialoog is in de marge van de tekst aangegeven. Hoewel absolute zekerheid over de onderscheiding van deze spreekbeurten niet mogelijk is, menen we dat de inzichtelijkheid van de tekst met deze aantekeningen is gediend. 1/4 De kern van de zin is deze: ‘Jezus moge u geven dat u uw hart, uw vermogens, uw zinnen zozeer wendt tot de minne, dat...’ 2 jonfrouwe: vermoedelijk is bedoeld een jonge, ongetrouwde vrouw van fatsoenlijke levenswandel (in dit geval met een religieus getinte levensinstelling). 5 ere: samentrekking van eenre 17 hier: samentrekking van hi daer P [33] Tekst geschreven door hand 4. De Latijnse citaten zijn in rode inkt, waarna de Middelnederlandse tekst met een rood paragraafteken links van de eerste regel aanvangt. [33] 93ra
462 Het Wiesbadense handschrift folio 93ra-93rb 24 28 32 36 40 44 48 52 56 dat dinket mi in minen sin, also als ons die heilige leren, dat is die knechtelike vrese ons heren: alse die mensche laet quaet te sine allene om die helsche pine ende anders niet die sonden en vliet, maer dat hi die wrake allene ontsiet. Dese vrese verdrivet volmaecte minne uter herten daer si comet inne. Dese vrese en is niet in die zinne daer rechte minne wonet inne. Dat seghet ons diet wale wiste, sinte Jan ewangeliste: Timor est in caritate, sed perfecta caritas foras mittit timorem. Nochtan is hi als i dore die gaet dat goede vore: Metus iudicii est ianua conversionis. Want si es dalre eerste graet daer men mede uten sonden gaet. Ute desen grade dinket mie, dat noch spruten graden drie, daer die mensche opclimmen moet, sal hi emmer worden goet. Deerste is rouwe vanden sonden, daer die mensche mede is gebonden. Maer sal die rouwe sijn gewaer, drie punten moeten wesen daer, die den rouwe in allen saken | voer onsen here volcomen maken. Dat eerste dat is bitterheit, daer die prophete aldus of seit: Dijn rouwe, seget hi, ende dijn we sal wesen groot alse die bitter zee, die so bitter is ende so sout, al lopen die vloede menichfout in hare, sine connen niet hare bitterheit versoeten yet. B 29/30, 35/6 1 Joh. 4:18 54/5 cf. Klaagl. 2:13 93rb V 35 Timor non est in caritate etc: de regel in de tekst zegt dus het tegenovergestelde van het bijbelvers. 39 Brontekst niet geïdentificeerd.
- Page 412 and 413: 1668 1672 1676 1680 1684 1688 1692
- Page 414 and 415: 1736 1740 1744 1748 1752 1756 1760
- Page 416 and 417: 1804 1808 1812 1816 1820 1824 1828
- Page 418 and 419: 1868 1872 1876 1880 1884 1888 1892
- Page 420 and 421: 1928 1932 1936 1940 1944 1948 1952
- Page 422 and 423: 2004 2008 2012 2016 2020 2024 2028
- Page 424 and 425: 2076 2080 2084 2088 2092 2096 2100
- Page 426 and 427: 2148 2152 2156 2160 2164 2168 2172
- Page 428 and 429: 2220 2224 2228 2232 2236 2240 2244
- Page 430 and 431: 2284 2288 2292 2296 2300 2304 2308
- Page 432 and 433: 2356 2360 2364 2368 2372 2376 2380
- Page 434 and 435: 2424 2428 2432 2436 2440 2444 2448
- Page 436 and 437: 2492 2496 2500 2504 2508 2512 2516
- Page 438 and 439: 2568 2572 2576 2580 2584 2588 2592
- Page 440 and 441: 2640 2644 2648 2652 2656 2660 2664
- Page 442 and 443: 2708 2712 2716 2720 2724 2728 2732
- Page 444 and 445: 2784 2788 2792 2796 2800 2804 2808
- Page 446 and 447: 2848 2852 2856 2860 2864 2868 2872
- Page 448 and 449: 2916 2920 2924 2928 2932 2936 1 26
- Page 450 and 451: 44 48 52 56 60 64 68 72 76 80 28 De
- Page 452 and 453: 124 128 132 136 140 144 148 152 156
- Page 454 and 455: 200 204 208 212 216 220 224 228 232
- Page 456 and 457: 280 1 1 4 8 12 16 20 28 29 | 30 Arm
- Page 458 and 459: 1 31 32 | Ingevoegd blad 457 [32 IN
- Page 460 and 461: folio 92r, afb. 47 459
- Page 464 and 465: 60 64 68 72 76 80 84 88 92 96 33 Be
- Page 466 and 467: 136 140 144 148 152 156 160 164 33
- Page 468 and 469: 204 208 212 216 220 224 228 232 236
- Page 470 and 471: 280 284 288 292 296 300 304 308 312
- Page 472 and 473: 356 360 364 368 372 376 380 384 388
- Page 474 and 475: 428 432 436 440 444 448 452 456 460
- Page 476 and 477: 504 508 512 516 520 524 528 532 536
- Page 478 and 479: 584 588 592 596 600 604 608 612 616
- Page 480 and 481: 660 664 668 672 676 680 684 688 692
- Page 482 and 483: 732 736 740 744 748 752 756 760 764
- Page 484 and 485: 812 816 820 824 828 832 836 840 844
- Page 486 and 487: 880 884 888 892 896 900 904 908 912
- Page 488 and 489: 956 960 964 968 972 976 980 984 988
- Page 490 and 491: 1032 1036 1040 1044 1048 1052 1056
- Page 492 and 493: 1108 1112 1116 1120 1124 1128 1132
- Page 494 and 495: 1188 1192 1196 1200 1204 1208 1212
- Page 496 and 497: 1260 1264 1268 1272 1276 1280 1284
- Page 498 and 499: 1340 1344 1348 1352 1356 1360 1364
- Page 500 and 501: 1416 1420 1424 1428 1432 1436 1440
- Page 502 and 503: 1496 1500 1504 1508 1512 1516 1520
- Page 504 and 505: 1572 1576 1580 1584 1588 1592 1596
- Page 506 and 507: 1652 1656 1660 1664 1668 1672 1676
- Page 508 and 509: 1728 1732 1736 1740 1744 1748 1752
- Page 510 and 511: 1800 1804 1808 1812 1816 1820 1824
462 Het Wiesbadense handschrift folio 93ra-93rb<br />
24<br />
28<br />
32<br />
36<br />
40<br />
44<br />
48<br />
52<br />
56<br />
dat dinket mi in minen sin,<br />
also als ons die heilige leren,<br />
dat is die knechtelike vrese ons heren:<br />
alse die mensche laet quaet te sine<br />
allene om die helsche pine<br />
ende anders niet die sonden en vliet,<br />
maer dat hi die wrake allene ontsiet.<br />
Dese vrese verdrivet volmaecte minne<br />
uter herten daer si comet inne.<br />
Dese vrese en is niet in die zinne<br />
daer rechte minne wonet inne.<br />
Dat seghet ons diet wale wiste,<br />
sinte Jan ewangeliste:<br />
Timor est in caritate, sed perfecta<br />
caritas foras mittit timorem.<br />
Nochtan is hi als i dore<br />
die gaet dat goede vore:<br />
Metus iudicii est ianua conversionis.<br />
Want si es dalre eerste graet<br />
daer men mede uten sonden gaet.<br />
Ute desen grade dinket mie,<br />
dat noch spruten graden drie,<br />
daer die mensche opclimmen moet,<br />
sal hi emmer worden goet.<br />
Deerste is rouwe vanden sonden,<br />
daer die mensche mede is gebonden.<br />
Maer sal die rouwe sijn gewaer,<br />
drie punten moeten wesen daer,<br />
die den rouwe in allen saken |<br />
voer onsen here volcomen maken.<br />
Dat eerste dat is bitterheit,<br />
daer die prophete aldus of seit:<br />
Dijn rouwe, seget hi, ende dijn we<br />
sal wesen groot alse die bitter zee,<br />
die so bitter is ende so sout,<br />
al lopen die vloede menichfout<br />
in hare, sine connen niet<br />
hare bitterheit versoeten yet.<br />
B 29/30, 35/6 1 Joh. 4:18 54/5 cf. Klaagl. 2:13<br />
93rb<br />
V 35 Timor non est in caritate etc: de regel in de tekst zegt dus het tegenovergestelde van het bijbelvers.<br />
39 Brontekst niet geïdentificeerd.