04.05.2013 Views

Download pdf - Textualscholarship.nl

Download pdf - Textualscholarship.nl

Download pdf - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

34 Het Wiesbadense handschrift<br />

Mogelijk van hand 7 is ook rechts onder de laatste regel van het Augustijnkengedicht<br />

(op f. 58rb3) in rode inkt het cijfer 1044, dat correspondeert met het<br />

aantal versregels. 49 Eerder noteerde hij in de onbeschreven ruimte op regel<br />

51ra38 met rood Eene goede bedinghe, als opschrift van het gebed dat hand 1<br />

op f. 51ra39-51va44 kopieerde (tekst 10).<br />

Zoals eerder opgemerkt, schreef hand 7 in zijn textualis onderaan kolom<br />

59rb en bovenaan kolom 59vb enkele korte tekstjes, nadat hij onder het gedicht<br />

Vanden viere vingheren (tekst 17), dat in de textualis van hand 3 gekopieerd<br />

is, het Latijnse zinnetje In manu tua, domine, sunt omnes fines<br />

terre had herhaald (59rb35-36) 50 en op de volgende regel het getal 1044<br />

(59rb37). De tekstjes zijn een spreuk (59rb38-45, tekst 18) en twee korte<br />

Mariagebeden (59vb1-7, tekst 19 en 20). Op een later tijdstip noteerde hand<br />

7 onder kolom 59rb in een kleinere cursiva Nota bene.<br />

Hand 7: cursiva<br />

Op de drie regels (f. 50vb7-9) die hand 1 blijkbaar had vrijgelaten tussen de<br />

vertaling van de Miroir de l’ame en de drie korte gebeden (tekst 9-11),<br />

schreef hand 7 in zijn vrij geposeerde littera cursiva een kort Latijns tekstje<br />

(Dictum over de Triniteit, tekst 8). 51 Kolom 58rb, waarin het afschrift<br />

van het Augustijnken-gedicht eindigt, vulde hij op met vier rijmspreuken,<br />

drie in het Middelnederlands (tekst 13-15) en een in het Latijn (tekst 16).<br />

Hij schreef ze in verschillende varianten van zijn cursiva en een combinatie<br />

van textualis en cursiva (zie afb. 12 op p. 40). Ook vulde hand 7 in zijn<br />

forse cursiva kolom 60rb op met de Antihiërarchische rijmtekst van 14 verzen<br />

(tekst 25, zie afb. 1, frontispice). Op de versozijde, f. 60v, was een bladgrote<br />

tekening gelijmd, die verdwenen is. 52<br />

De cursiva van hand 7 (zie ook afb. 13 en 14 op p. 47) heeft een g met<br />

‘vlakke kop’, maar deze struktuur is niet distinctief; 53 het pootje van de letter<br />

k steekt op de middenhoogte bijna horizontaal naar rechts uit; en de<br />

ronde s aan het eind van een woord is een ‘rug’-s. Midden in de zin gebruikt<br />

zoals op f. 57ra26-30.<br />

49 Ook het kadertje rond dit getal is in rode inkt.<br />

50 Net als hand 3 schrijft 7 hier geen ‘buikjes’-a, maar ‘hokjes’-a. Wij hebben het zinnetje bij<br />

tekst 17 gerekend.<br />

51 In dit schrift is o.a. ook de verbetering oliesel in kol. 59vb38; aan de twee l’s is een lus gezet.<br />

52 Links onderaan is nog wel het grootste deel van een duiveltje te zien, dat klaarblijkelijk met<br />

pen aan de afbeelding werd toegevoegd. Zie pl. XIII op p. 669.<br />

53 Zie voor het onderscheid tussen de cursiva-g met ‘vlakke’ en ‘spitse’ kop, Gumbert 1974,<br />

246: ‘Bei ersterem bleibt der Kopf offen bis der Schweif fertig ist; ein einziger horizontaler Strich<br />

ist Abschluss des Kopfes und Schopf zugleich. Der Rückenstrich kann von diesem Schlussstrich<br />

gedeckt werden oder auch (...) darüber hervorstehen. Die “spitzköpfige” Form steht dem historischen<br />

Ursprung näher: der Schopf wird an einen schon geschlossenen Kopf angesetzt. Dieser<br />

Kopf kann ausgesprochen spitz sein (...)’.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!