Download pdf - Textualscholarship.nl
Download pdf - Textualscholarship.nl Download pdf - Textualscholarship.nl
Verantwoording van de editie 131 5. Begin en eind van een woordgroep die in zijn geheel een woordgroep uit het basishandschrift vervangt, worden aangeduid met een asterisk (*). 6. Begin en eind van een woordgroep waarin de volgorde door de editeurs is gewijzigd, worden aangeduid met een superscripte o ( o ). 7. Latere toevoegingen aan de tekst (in het handschrift) – die niet als correctie of zelfstandige tekst zijn aan te merken – worden gemarkeerd door kleine haakjes (› ‹). 198 Apparaten 1. Verklarende voetnoten Om het tekstbegrip te vergemakkelijken zijn woord- en zinsverklarende voetnoten toegevoegd, wanneer naar het oordeel van de editeurs de tekstplaats lastig te begrijpen is (ook voor lezers die het Middelnederlands beheersen) en/of waar informatie uit de paralleloverlevering een dergelijke plaats kan verhelderen. Verklarende voetnoten komen in ieder geval voor bij ongebruikelijke woorden of bij woorden die in niet-gangbare betekenis zijn gebruikt. Soms is het zinvol te wijzen op vormelijke verschijnselen als samentrekking (enclisis, proclisis) en elisie. 2. Tekstkritisch commentaar In het tekstkritisch commentaar zijn alleen de emendaties besproken die toelichting behoeven. Wanneer uit de kritische tekst afdoende duidelijk is wat er in het handschrift staat én de reden voor de ingreep evident is, dan is de lezing van het handschrift niet afzonderlijk in een noot vermeld en is de ingreep niet toegelicht. 3. Paleografisch commentaar Het paleografisch en codicologisch commentaar beperkt zich in principe tot de verschijnselen die van belang zijn voor: – het vaststellen van de kritische tekst Wanneer de kopiist zichzelf corrigeert, vormt het uiteindelijke resultaat de grondslag voor de editie van de tekst. Het is binnen de opzet van een kritische editie niet nodig alle kopiistencorrecties te noteren. Daarom zijn alleen die gevallen genoteerd waar het uiteindelijke resultaat van de kopiist vragen oproept. 198 Later toegevoegde titels worden anders gemarkeerd, cf. hiervoor, 1. Structurering.
132 Het Wiesbadense handschrift – het inzicht in de totstandkoming van de tekstverzameling – het inzicht in de totstandkoming van de codex 199 De volgende zaken werden genoteerd: – evidente schrijffouten van de kopiisten 200 – doorhalingen en rasuren – woorden of letters boven of onder de schrijfregel of buiten de kolom – diverse uitzonderlijke kwesties, die telkens duidelijk worden beschreven – schrijfhanden; de volgende bijzonderheden zijn beschreven: 1. de verschillende schrijfhanden in de inhoudsopgave van het handschrift (f. 2r-2v); 2. opschriften door een andere hand dan de kopiist van de tekst; 3. het voorkomen van schrijfhanden op plaatsen waar dat logischerwijze niet wordt verwacht; 4. het toevoegen door de ‘redacteur’ van de codex – hand 7 – van opschriften, bladvullingen en dergelijke; – bijzonderheden met betrekking tot de tekststructurering (kleur inkt, gebruik van kaders). 4. Variantenapparaat bij Wech van salicheit Alleen bij Wech van Salicheit komt in het kritisch commentaar een variantenapparaat voor. Dit is beperkt van opzet, aangezien alleen varianten zijn genoteerd bij de plaatsen waar is geëmendeerd. Vóór een rechte haak staat het tekstdeel waarop de variant betrekking heeft. Bij emendaties is het variantenapparaat positief opgevat. Onmiddellijk na de rechte haak volgt het siglum of volgen de sigla van de tekstgetuige(n) waarin de verkozen lezing voorkomt. De spelling van het lemma is ontleend aan de eerstgenoemde tekstgetuige. 201 Na een komma volgt of volgen de variante lezing(en). In sommige gevallen is de lezing van het handschrift niet geëmendeerd, maar verdienen de variante lezingen om redenen van diverse aard toch vermelding. 199 Waar de paleografische verschijnselen om andere dan deze drie redenen belangwekkend zijn, hebben we ons niet gebonden geacht aan deze restrictieve regel. Er kunnen dus bijkomende zaken zijn genoteerd, maar de verschijnselen die niet door deze regels worden gedekt, zijn niet systematisch genoteerd. 200 De verbetering van deze schrijffouten is ongemarkeerd doorgevoerd in de editie. 201 In enkele gevallen kan de spelling van dit lemma afwijken van de spelling in de kritische tekst wanneer de tekst van de emendatie is aangepast aan het spellingssysteem van het handschrift.
- Page 82 and 83: Inleiding 81 sel gelokaliseerd word
- Page 84 and 85: Inleiding 83 gesprokener Kustwestvl
- Page 86 and 87: Inleiding 85 ven te extreem om de t
- Page 88 and 89: Inleiding 87 fragiele zilverstiftfi
- Page 90 and 91: Inleiding 89 ning en het afgewerkte
- Page 92 and 93: Inleiding 91 vraag is natuurlijk of
- Page 94 and 95: Inleiding 93 Tabel 4. Overzicht van
- Page 96 and 97: Inleiding 95 De basis van de compos
- Page 98 and 99: Inleiding 97 ning van de doop van C
- Page 100 and 101: Inleiding 99 passing van de tekenin
- Page 102 and 103: Inleiding 101 Inc.: Om dat god alle
- Page 104 and 105: Inleiding 103 zie Hogenelst, 1997,
- Page 106 and 107: Inleiding 105 30 f. 91va-30: Armoed
- Page 108 and 109: Inleiding 107 43 f. 116vb32-39: Spr
- Page 110 and 111: Inleiding 109 59 f. 135rb4-135vb: O
- Page 112 and 113: Inleiding 111 75 f. 147ra-151rb13:
- Page 114 and 115: Afkortingen 113 [6] 108rb 3me (omme
- Page 116 and 117: Afkortingen 115 [3] *he’n (heren)
- Page 118 and 119: Afkortingen 117 b. bij contractie:
- Page 120 and 121: Afkortingen 119 [2 3 4] Ø [5] 105v
- Page 122 and 123: Afkortingen 121 b. afkorting voor
- Page 124 and 125: Afkortingen 123 (b) ‘anderen’ D
- Page 126 and 127: Afkortingen 125 waracht.../waeracht
- Page 128 and 129: Verantwoording van de editie Editie
- Page 130 and 131: Verantwoording van de editie 129 2.
- Page 134 and 135: Verantwoording van de editie 133 De
- Page 136 and 137: Editie
- Page 138 and 139: 1 Wech van salicheit, inhoudsopgave
- Page 140 and 141: 1 Wech van salicheit, inhoudsopgave
- Page 142 and 143: 1 2 3 | 4 Inhoudsopgave codex (2) 1
- Page 144 and 145: 1 4 8 12 16 20 24 28 5 Wech van sal
- Page 146 and 147: 68 72 76 80 84 88 92 96 100 104 5 W
- Page 148 and 149: 148 152 156 160 164 168 172 176 180
- Page 150 and 151: 224 228 232 236 240 244 248 252 5 W
- Page 152 and 153: 288 292 296 300 304 308 312 316 320
- Page 154 and 155: 360 364 368 372 376 380 384 388 392
- Page 156 and 157: 432 436 440 444 448 452 456 460 464
- Page 158 and 159: 496 500 504 508 512 516 520 524 528
- Page 160 and 161: 568 572 576 580 584 588 592 596 600
- Page 162 and 163: 632 636 640 644 648 652 656 660 5 W
- Page 164 and 165: 700 704 708 712 716 720 724 728 5 W
- Page 166 and 167: 760 764 768 772 776 780 784 788 5 W
- Page 168 and 169: 828 832 836 840 844 848 852 856 860
- Page 170 and 171: 896 900 904 908 912 916 920 924 5 W
- Page 172 and 173: 964 968 972 976 980 984 988 992 996
- Page 174 and 175: 1036 1040 1044 1048 1052 1056 1060
- Page 176 and 177: 1108 1112 1116 1120 1124 1128 1132
- Page 178 and 179: 1180 1184 1188 1192 1196 1200 1204
- Page 180 and 181: 1256 1260 1264 1268 1272 1276 1280
132 Het Wiesbadense handschrift<br />
– het inzicht in de totstandkoming van de tekstverzameling<br />
– het inzicht in de totstandkoming van de codex 199<br />
De volgende zaken werden genoteerd:<br />
– evidente schrijffouten van de kopiisten 200<br />
– doorhalingen en rasuren<br />
– woorden of letters boven of onder de schrijfregel of buiten de kolom<br />
– diverse uitzonderlijke kwesties, die telkens duidelijk worden beschreven<br />
– schrijfhanden; de volgende bijzonderheden zijn beschreven:<br />
1. de verschillende schrijfhanden in de inhoudsopgave van het handschrift<br />
(f. 2r-2v);<br />
2. opschriften door een andere hand dan de kopiist van de tekst;<br />
3. het voorkomen van schrijfhanden op plaatsen waar dat logischerwijze<br />
niet wordt verwacht;<br />
4. het toevoegen door de ‘redacteur’ van de codex – hand 7 – van opschriften,<br />
bladvullingen en dergelijke;<br />
– bijzonderheden met betrekking tot de tekststructurering (kleur inkt,<br />
gebruik van kaders).<br />
4. Variantenapparaat bij Wech van salicheit<br />
Alleen bij Wech van Salicheit komt in het kritisch commentaar een variantenapparaat<br />
voor. Dit is beperkt van opzet, aangezien alleen varianten zijn<br />
genoteerd bij de plaatsen waar is geëmendeerd.<br />
Vóór een rechte haak staat het tekstdeel waarop de variant betrekking<br />
heeft. Bij emendaties is het variantenapparaat positief opgevat. Onmiddellijk<br />
na de rechte haak volgt het siglum of volgen de sigla van de tekstgetuige(n)<br />
waarin de verkozen lezing voorkomt. De spelling van het lemma is<br />
ontleend aan de eerstgenoemde tekstgetuige. 201 Na een komma volgt of<br />
volgen de variante lezing(en).<br />
In sommige gevallen is de lezing van het handschrift niet geëmendeerd,<br />
maar verdienen de variante lezingen om redenen van diverse aard toch vermelding.<br />
199 Waar de paleografische verschijnselen om andere dan deze drie redenen belangwekkend<br />
zijn, hebben we ons niet gebonden geacht aan deze restrictieve regel. Er kunnen dus bijkomende<br />
zaken zijn genoteerd, maar de verschijnselen die niet door deze regels worden gedekt, zijn niet<br />
systematisch genoteerd.<br />
200 De verbetering van deze schrijffouten is ongemarkeerd doorgevoerd in de editie.<br />
201 In enkele gevallen kan de spelling van dit lemma afwijken van de spelling in de kritische<br />
tekst wanneer de tekst van de emendatie is aangepast aan het spellingssysteem van het handschrift.