\9wiGIA - Gemeente Woerden
\9wiGIA - Gemeente Woerden
\9wiGIA - Gemeente Woerden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Archeologische beleidskaan gemeente <strong>Woerden</strong> (toelichting)<br />
Ontwikkeld in samenwerking met de gemeenten Lopik, Montfoort en Oudewater<br />
• Categorie 2 (binnenstad van <strong>Woerden</strong>; archeologisch waardevolle terreinen):<br />
onderzoeksverplichting indien plangebied groter is dan 50 m 2 en de diepte van de bodemingreep<br />
meer dan 30 cm -mv. De motivatie voor de bijstelling van 100 naar 50m 2 is ten eerste<br />
archeologisch-inhoudelijk: vanwege dichtheid aan archeologische informatie is een strakker<br />
onderzoekscriterium gewenst (informatiewaarde Romeinse tijd en stadsgeschiedenis in<br />
Middeleeuwen en Nieuwe tijd). Hier ligt de relatie met de ambitie van het <strong>Woerden</strong>se beleid<br />
(maximale benutting archeologie). Ten tweede is het criterium van 50m 2 ambtelijk-efficiënt en<br />
consequent: archeologie-eis gelijk aan criterium voor omgevingsvergunning; 50<br />
• Categorie 4 (terreinen/zones met een middelhoge archeologische verwachting): I .OOOrn 2 . De reden<br />
voor verlaging van de onderzoekeis van 100 naar I.OOOm 2 is gebaseerd op een afweging van<br />
(maatschappelijke) kosten en (wetenschappelijke) baten. Statistisch gesproken is in deze zone een<br />
groot onderzoeksgebied nodig om voldoende kans te maken dat archeologisch vooronderzoek<br />
ook rendement (kenniswinst) oplevert; 51<br />
• Categorie 5: terreinen/zones met een lage archeologische verwachting: onderzoekseis in<br />
plangebieden groter dan 10.000 m 2 . De reden om hier alleen bij grootschalige ontwikkelingen<br />
archeologisch vooronderzoek te verrichten, is gebaseerd op een afweging van (maatschappelijke)<br />
kosten en (wetenschappelijke) baten. Statistisch gesproken is in deze zone een zeer groot<br />
onderzoeksgebied nodig om voldoende kans te maken dat archeologisch vooronderzoek<br />
rendemente (kenniswinst) oplevert. 52<br />
Wat betreft de vrijgestelde diepte voor bodemingrepen: hiervoor kiest de gemeente voor twee<br />
verschillende ontheffingsdiepten (30 cm -mv, resp. I meter -mv), afhankelijk van de betreffende<br />
archeologische beleidscategorie:<br />
• De keuze voor een ontheffingsdiepte voor bodemingrepen tot 30 cm -mv is gebaseerd op<br />
onderzoek in het kader van de opstelling van het bestemmingsplan landelijk gebied. 53 Dezelfde<br />
norm wordt gehanteerd door Oudewater en Montfoort. 54<br />
• In de zones van categorie 4 en 5 wordt een ontheffingsdiepte gehanteerd van I meter -mv. Deze<br />
keuze is gebaseerd op de geologische informatie over de ondergrond en de diepte daarin van<br />
eventuele archeologische lagen: categorie 4 bestaat uit diepere beddinggordels en crevassen in de<br />
ondergrond (zie ook hoofdstuk 7) waar het bodemarchief alleen gevaar loopt bij bodemingrepen die<br />
dieper dan I meter gaan (en tevens minder gangbaar zijn).<br />
Opmerking: op de maatregelenkaart zijn geen specifieke maatregelen opgenomen voor de archeologische<br />
verwachting van de pleistocene ondergrond van de gemeente. Zoals vermeld in paragraaf 6.3 zijn de<br />
beschikbare geologische data niet voldoende accuraat om op gemeentelijk niveau een voorspelling te doen<br />
over de aanwezigheid en locatie van eventuele vroegprehistorische resten in de diepe ondergrond. Het<br />
beleid van de gemeente is dat bij de planning en voorbereiding van diepe bodemingrepen (dieper dan 5-8<br />
meter -mv, zoals zandwinning of grootschalige infrastructurele werken) in overleg met de veroorzaker per<br />
geval zal worden bekeken of, en zo ja, op welke wijze met mogelijke resten in de pleistocene ondergrond<br />
rekening dient te worden gehouden.<br />
50 <strong>Woerden</strong> sluit hiermee aan bij de norm die Oudewater en Montfoort hanteren voor hun historische stadskern.<br />
51 De gemeenten Lopik, Montfoort en Oudewater kiezen in deze zone voor een ruimere ondergrens van 2.500m2 (gebaseerd op de<br />
norm die tevens door de provincie wordt gehanteerd).<br />
52 De gemeenten Lopik, Montfoort en Oudewater kiezen in deze zone voor een ruimere ondergrens (archeologisch onderzoek alleen<br />
bij mer-plichtige ontwikkelingen).<br />
53 Lanzing et al. 2006.<br />
54 Lopik en Montfoort kiezen voor een dieptevrijstelling van 50cm -mv, met uitzondering van terreinen met een vastgestelde vindplaats<br />
(archeologische waarde) waar de maximale ontheffingsdiepte van 30cm wordt gehanteerd.<br />
VESTIGIA BV Archeologe