04.05.2013 Views

klop006nede08_01.pdf

klop006nede08_01.pdf

klop006nede08_01.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De Koningin spreekt :<br />

DE I NKOMST. 353<br />

Mijne Heeren, Leden der Staten-Generaal!<br />

„Door het afsterven van Mijn onvergetelijken Vader tot<br />

den Troon geroepen, dien Ik onder het zoo wijze en zegenrijke<br />

Regentschap van Mijn innig geliefde Moeder beklom, heb Ik na<br />

de voleindiging van Mijn achttiende levensjaar de Regeering<br />

aanvaard. Mijne Proclamatie heeft dit aan Mijn dierbaar Volk<br />

bekend gemaakt.<br />

Thans is de ure gekomen, waarin Ik Mij, te midden van<br />

Mijne trouwe Staten-Generaal, onder aanroeping van God, zal<br />

verbinden aan Mijn dierbaar Volk, en zoo bevestig Ik heden<br />

den band, die tusschen Mij en mijn Volk bestaat, en wordt de<br />

aloude band tusschen Nederland en Oranje op nieuw bezegeld,<br />

Het is een schoone roeping, een schoone taak, door God Mij<br />

op de schouders gelegd, maar Ik ben gelukkig en dankbaar<br />

om over een Volk te regeeren als het Nederlandsche, dat, hoewel<br />

klein in zielental, groot is in deugd en krachtig in aard<br />

en karakter.<br />

Ik acht het een voorrecht, dat het Mijn levenstaak en<br />

Mijn plicht zal zijn, al Mijn krachten te wijden aan het welzijn<br />

en den bloei van het dierbaar Vaderland.<br />

De woorden van Mijn overleden Vader maak Ik tot de<br />

Mijne : „Oranje kan nooit genoeg voor Nederland doen I"<br />

Tot de vervulling Mijner taak heb Ik uwe hulp noodig,<br />

Heeren Leden van de Volksvertegenwoordiging ! die ge Mij<br />

ongetwijfeld ook in ruime mate zult verleenen. Laat ons samen<br />

arbeiden tot bloei en voorspoed van het Nederlandsche Volk.<br />

God zegene Uwen en Mijnen arbeid. Dat hij strekke tot<br />

heil van het Vaderland !"<br />

Daarop doet zich een zacht geruisch door de Kerk hooren.<br />

Allen staan op, nu de jeugdige Koningin zich van Haar<br />

zetel verheven heeft. Een heilige stonde breekt aan. Met eene<br />

stem, die van aandoening trilt, spreekt de Vorstin :<br />

„Ik zweer aan het Nederlandsche Volk, dat Ik de Grondwet<br />

van het Rijk steeds zal onderhouden en handhaven.<br />

Dl. VIII. 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!