Het versierde woord

Het versierde woord Het versierde woord

depot.knaw.nl
from depot.knaw.nl More from this publisher
04.05.2013 Views

(traegheyt) langzaam, lui, onachtzaam, lang, futselig [prutsend], zwaar, ledig, snood, blode [laf], slap, leegwagenig [leegloperig], ezels [van een ezel], veronachtzamig [nalatig]. tragedie [treurspel, rampspoed] (tragedie) beweend, katijvig [rampspoedig], moraal- [zeden-], droevig, bloedig, moedig, statig, beklaaglijk, opgeblazen, donderend, bebloed, sententieus [leerrijk], geweldig [gewelddadig], deerlijk, trots, Perusinsch [van Perugia], bearbeid, straf [wreed], heroïek, cothurnisch [met toneellaarzen]. Het is de hoogste roeping van de dichters om tragedies te boek te stellen, waarin het lot van koningen, prinsen en andere grote heren, wier einde meestal droevig en te beklagen is, wordt uiteengezet. Sommigen menen dat de tragedie zo heet omdat men vanouds gewoon was om een bok aan de tragediedichter [aan de god Dionysus] te offeren en op te dragen. [Het woord tragedie komt uit het Grieks, waar het een samenstelling is van tragos ‘bok’ en ōidè ‘gezang, lied’.] Trajanus (Trajanus) de goedertierene, medelijdend, goed, beleefd, vreedzaam, zedig, Romein, victorieus, gemeentevriend [vriend van het volk], gelukkig, Dacisch. Ulpius Trajanus werd in Spanje geboren en regeerde over het Romeinse keizerrijk tot aan Keulen. Hij probeerde steeds vriendelijk tegenover de bevolking te zijn, eerbiedig tegenover de stedelijke overheid, welwillend tegenover iedereen, en hij was tegen niemand hoogmoedig behalve tegen de vijanden van het Romeinse rijk. Men noemde hem de Dacische, omdat hij de koning der Daciërs overwonnen had. Hij stierf in Selinunte, een stad in Silicië die later Trajanopolis genoemd is. Hij had toen negentien jaar en zesenhalve maand geregeerd. Hij stierf op de leeftijd van 64 jaar. tralie (tralie) ijzeren, rooster, halfopen, gegaat [met gaten], sterk, dubbel, gepind, gesloten, open, venster, dik, gegeerd [schuin], hard, gekruist, gevlochten, gevangens-, gelofwerkt [versierd met lofwerk]. tranen (tranen) heet, lauw, druppend, dik, wenend, varkens-, krokodillen-, geveinsd, gepassied [gepijnigd], zoet, barmhartig, dauwend, nat, zout, uitgestort, oog-, overvloedig, smartig, bitter, uitvallend, medelijdend, onmetelijk, vurig, wijvelijk [vrouwelijk], uitbarstend, teer, lekkend, groot, rollend, ellendig, zuchtend. trap (trap) recht, wentel-, opgaand, gekroken [met een bocht], steil, verheven, afstijgend [dalend], ladders, moeilijk, neergaand. trede (trede) voetstap, traag, voet-, geteld, Nicoline van der Sijs, Het versierde woord

207 vast, zacht, gematigd, langzaam, ras [snel], vals, stronkelend [strompelend], stijf, hard, lang, twijfelachtig, naspeurend, verzekerd [zelfverzekerd], vrij, diefs, gezet. trefter [treeft] of drievoet (trefter ofte drievoet) vast [stevig], ijzeren, staand, open, keuken-. trektang (trecktanghe) knijpend, nijpend, sterk, gekromd, vasthoudend, getand. trezorier (thresorier) rentmeester of schatmeester, wel bij gelde, bewaarder, hoogmoedig, geldslaaf, geldzak, ontvanger, uitgever, hovaardig, subtiel, betaalder, onwaardig, dief, ongewillig. tribuut (tribuyt) betalijk [te betalen], subject [onderworpen], rentelijk [periodiek], pacht-, geld, jaarlijks, onsterfelijk [altijddurend], onderstandig [bijstands-], bijstands-, behelpelijk, vermeerderend, groeiend, schuldig [verschuldigd], opgelegd, bezwaarlijk, dagelijks, profijtelijk, schadelijk. triomf (triumphe) hovaardig, eerlijk [eervol], heerlijk, feestelijk, glorieus, edel, blij, groot, waard [hooggeschat], victorieus, hoog, geheiligd, krijgs-, schoon [mooi], gelukkig, geëerd, magnifiek, keizerlijk, moedig, allerhoogst, vermaard, doorluchtig, lauwerierdragend, gekroond, verwinning [overwinnend], vernaamst [voornaamst]. troffel of truweel (troeffel ofte truweel) vuil, arbeids, krom, gekromd, plat, behendig [handig], handelijk [handelbaar], kalkig, metsers- [metselaars-], klaar [schitterend], vlijtig. trog (troch) uitgehold, varkens-, vermakend [verkwikkend], vast, vol, verzadend, boeren-. Troje Nicoline van der Sijs, Het versierde woord

(traegheyt) langzaam, lui, onachtzaam, lang, futselig [prutsend], zwaar, ledig, snood, blode [laf], slap,<br />

leegwagenig [leegloperig], ezels [van een ezel], veronachtzamig [nalatig].<br />

tragedie<br />

[treurspel, rampspoed] (tragedie) beweend, katijvig [rampspoedig], moraal- [zeden-], droevig, bloedig,<br />

moedig, statig, beklaaglijk, opgeblazen, donderend, bebloed, sententieus [leerrijk], geweldig<br />

[gewelddadig], deerlijk, trots, Perusinsch [van Perugia], bearbeid, straf [wreed], heroïek, cothurnisch<br />

[met toneellaarzen].<br />

<strong>Het</strong> is de hoogste roeping van de dichters om tragedies te boek te stellen, waarin het lot van<br />

koningen, prinsen en andere grote heren, wier einde meestal droevig en te beklagen is, wordt<br />

uiteengezet. Sommigen menen dat de tragedie zo heet omdat men vanouds gewoon was om een bok<br />

aan de tragediedichter [aan de god Dionysus] te offeren en op te dragen. [<strong>Het</strong> <strong>woord</strong> tragedie komt<br />

uit het Grieks, waar het een samenstelling is van tragos ‘bok’ en ōidè ‘gezang, lied’.]<br />

Trajanus<br />

(Trajanus) de goedertierene, medelijdend, goed, beleefd, vreedzaam, zedig, Romein, victorieus,<br />

gemeentevriend [vriend van het volk], gelukkig, Dacisch.<br />

Ulpius Trajanus werd in Spanje geboren en regeerde over het Romeinse keizerrijk tot aan Keulen.<br />

Hij probeerde steeds vriendelijk tegenover de bevolking te zijn, eerbiedig tegenover de stedelijke<br />

overheid, welwillend tegenover iedereen, en hij was tegen niemand hoogmoedig behalve tegen de<br />

vijanden van het Romeinse rijk. Men noemde hem de Dacische, omdat hij de koning der Daciërs<br />

overwonnen had. Hij stierf in Selinunte, een stad in Silicië die later Trajanopolis genoemd is. Hij had<br />

toen negentien jaar en zesenhalve maand geregeerd. Hij stierf op de leeftijd van 64 jaar.<br />

tralie<br />

(tralie) ijzeren, rooster, halfopen, gegaat [met gaten], sterk, dubbel, gepind, gesloten, open, venster,<br />

dik, gegeerd [schuin], hard, gekruist, gevlochten, gevangens-, gelofwerkt [versierd met lofwerk].<br />

tranen<br />

(tranen) heet, lauw, druppend, dik, wenend, varkens-, krokodillen-, geveinsd, gepassied [gepijnigd],<br />

zoet, barmhartig, dauwend, nat, zout, uitgestort, oog-, overvloedig, smartig, bitter, uitvallend,<br />

medelijdend, onmetelijk, vurig, wijvelijk [vrouwelijk], uitbarstend, teer, lekkend, groot, rollend,<br />

ellendig, zuchtend.<br />

trap<br />

(trap) recht, wentel-, opgaand, gekroken [met een bocht], steil, verheven, afstijgend [dalend], ladders,<br />

moeilijk, neergaand.<br />

trede<br />

(trede) voetstap, traag, voet-, geteld,<br />

Nicoline van der Sijs, <strong>Het</strong> <strong>versierde</strong> <strong>woord</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!