Het versierde woord

Het versierde woord Het versierde woord

depot.knaw.nl
from depot.knaw.nl More from this publisher
04.05.2013 Views

196 leus, verheven, zees [van de zee], hoog, gepunt, scherp, onberoerlijk [onbeweeglijk], schipbrekend, zorgelijk [gevaarlijk], vreselijk, bemost, onbrekelijk, rotsachtig, kantig. steenruitkruid [steenruit] (steenruyten-kruydt) wit, dun, wild, getakt. steenweg of kasseiweg (steen-wech ofte cassij-wech) hoog, plat [vlak], gebaand, straat, gekasseid, verheven, aardachtig, keiig, effen [glad], gesierd, breed, lustig, mooi, vast [stevig], oud, geplaveid, geëffend, gesteenbrugd. stegelreep [riem van de stijgbeugel, stijgbeugel] (steghelreep) hangend, overwelfd, getralied, rond, dienstelijk, passend, vast [stevig]. stekelbeziehaag [stekelbeshaag, kruisbeshaag] (stekelbezie-haghe) doornachtig, stekend, haag, bijtend, veld-. stekelbeziën [stekelbessen, kruisbessen] (stekelbezien) zuur, doornachtig, rond, groen, amper [zuur], rijp, zoet. steking (stekinghe) dodelijk, scherp, serpents, bitter, stijf [krachtig], schadelijk, moorders, haastig [onverwacht], venijnig [giftig], bijtend. stem (stemme) zoet, klinkend, harmonieus, luidend, gedurig [flink], geaccentueerd, bassend, trompet-, scherp, schraal, luid, gezond, tegenzingend, weergalmend, snakkend [babbelend], vrij, furieus, tong-, murmurerend, gebroken, sterk, vals, wreed, grommend, melodieus, hees, pijpend [fluitend], verheven, asemend, herhalend, accorderend, discorderend, gefailleerd [verzwakt], fijn, geprononceerd, klaar [helder], zuiver, sterk, vliegend [vérdragend], snaterig, standvastig, hovaardig, gekonterfeit [nagebootst], verliezend, kletsend, vriendelijk, geheel, droevig, huilend, levendig, spijtig [trots], verstaanlijk [verstaanbaar], onderscheidelijk, onvast, verward, smekend [vleiend], blij, geveinsd, gemaakt, bevend, rein, kneuterend, schuifelend [fluitend, sissend], goed, kwaad, verspreid, vol, bulderend, brullend, zwanen-, dun, welsprekend, fijn, vast, vals, fluitend, nederig, roepend, dreigend, zingend, betoverend, klingend, heerlijk, hoogmoedig, gearticuleerd, engels [engelachtig], muzikaal, klagend, verdwijnend, vliedend [verdwijnend], gematigd, aanlokkend, klaar [helder], goddelijk, Nicoline van der Sijs, Het versierde woord

luidtierend, wegdrijvend, stalen, schetterend, deerlijk, meerminnen-, grof, vreselijk, natrekkend [aantrekkelijk], behoningd, zilveren, woordelijk. ster (sterre) toegeschikt [beschikkend], blinkend, hemels, stralend, vlammend, licht, klaar [helder], schietend, dwalend, vallend, lichtend, schijnend, helder, dauwachtig, brandend, vermaardst, voornaamst, allerklaarst [allerhelderst], bezworen, ontemmelijk, glinsterend, vast, nacht-, verstoord, gunstig, roodblinkend, schadelijk, verheven, schijnend, avond-, morgen-, zeldzaam [merkwaardig], vreemd, wonderbaar, bevend [flakkerend], vuurvlammig, hoog, voorzeggend [voorspellend], beduidend, betekenend [door een teken aanduidend], top-ster, gelukkig, ongelukkig, komeet-, wit, bruin, gouden, nacht-, bleek. sterfte (sterfte) zwak, menselijk, groot, ijdel [vergeefs]. sterkheid of kracht (sterckheyt ofte kracht) natuurlijk, krachtig, jong, wakker, hard, woest, zenuwen-, levend, lustig, geworteld, bloeiend, lustig, blij, subtiel, machtig. sterrenkijker [sterrenkundige, sterrenwichelaar] (sterrenkijcker) aanmerkend, uitnemend, waarnemer, studieus, vlijtig, naarstig, voorzeggend [voorspellend], droevig, bepeinsd, gebaard [met een baard], speculerend, bepeinzend, dromend, voorzien, twijfelachtig, versuft, denkend, leugenachtig, zorgvuldig, neuswijs, wakend, vlijtig, voorzegger, onzeker, waarzeggend, maanogig. sterving of overlijding (stervinghe ofte overlijdinghe) onvliedelijk [onontkoombaar], gemeen [algemeen], droevig, beklaagd, beweend, zeker, onzeker, haastig [plotseling], smartelijk, onverzienlijk [onvoorzien], beschreid, beweend, hard, verdrietelijk, twijfelig, verzekerd, overvallend. Stesichorus (Stesichorus) lyrisch, Himereaan [uit Himera], statig, verblind [blind gemaakt], Siciliaan. Was een lyrisch dichter, geboren te Himera, een stad op Sicilië. Men vertelt dat een nachtegaal op zijn mond kwam zingen toen hij nog een kind was: een teken dat hij een groot dichter zou worden en al zijn tijdgenoten te boven zou gaan. Men zegt ook dat hem beide ogen werden uitgestoken omdat hij de schaking van Helena op een voor haar zeer smadelijke manier had beschreven. Maar nadat hij dat herroepen had en Nicoline van der Sijs, Het versierde woord

luidtierend, wegdrijvend, stalen, schetterend, deerlijk, meerminnen-, grof, vreselijk, natrekkend<br />

[aantrekkelijk], behoningd, zilveren, <strong>woord</strong>elijk.<br />

ster<br />

(sterre) toegeschikt [beschikkend], blinkend, hemels, stralend, vlammend, licht, klaar [helder],<br />

schietend, dwalend, vallend, lichtend, schijnend, helder, dauwachtig, brandend, vermaardst, voornaamst,<br />

allerklaarst [allerhelderst], bezworen, ontemmelijk, glinsterend, vast, nacht-, verstoord, gunstig,<br />

roodblinkend, schadelijk, verheven, schijnend, avond-, morgen-, zeldzaam [merkwaardig], vreemd,<br />

wonderbaar, bevend [flakkerend], vuurvlammig, hoog, voorzeggend [voorspellend], beduidend,<br />

betekenend [door een teken aanduidend], top-ster, gelukkig, ongelukkig, komeet-, wit, bruin, gouden,<br />

nacht-, bleek.<br />

sterfte<br />

(sterfte) zwak, menselijk, groot, ijdel [vergeefs].<br />

sterkheid of kracht<br />

(sterckheyt ofte kracht) natuurlijk, krachtig, jong, wakker, hard, woest, zenuwen-, levend, lustig,<br />

geworteld, bloeiend, lustig, blij, subtiel, machtig.<br />

sterrenkijker<br />

[sterrenkundige, sterrenwichelaar] (sterrenkijcker) aanmerkend, uitnemend, waarnemer, studieus,<br />

vlijtig, naarstig, voorzeggend [voorspellend], droevig, bepeinsd, gebaard [met een baard], speculerend,<br />

bepeinzend, dromend, voorzien, twijfelachtig, versuft, denkend, leugenachtig, zorgvuldig, neuswijs,<br />

wakend, vlijtig, voorzegger, onzeker, waarzeggend, maanogig.<br />

sterving of overlijding<br />

(stervinghe ofte overlijdinghe) onvliedelijk [onontkoombaar], gemeen [algemeen], droevig, beklaagd,<br />

beweend, zeker, onzeker, haastig [plotseling], smartelijk, onverzienlijk [onvoorzien], beschreid,<br />

beweend, hard, verdrietelijk, twijfelig, verzekerd, overvallend.<br />

Stesichorus<br />

(Stesichorus) lyrisch, Himereaan [uit Himera], statig, verblind [blind gemaakt], Siciliaan.<br />

Was een lyrisch dichter, geboren te Himera, een stad op Sicilië. Men vertelt dat een nachtegaal<br />

op zijn mond kwam zingen toen hij nog een kind was: een teken dat hij een groot dichter zou worden<br />

en al zijn tijdgenoten te boven zou gaan. Men zegt ook dat hem beide ogen werden uitgestoken omdat<br />

hij de schaking van Helena op een voor haar zeer smadelijke manier had beschreven. Maar nadat<br />

hij dat herroepen had en<br />

Nicoline van der Sijs, <strong>Het</strong> <strong>versierde</strong> <strong>woord</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!