03.05.2013 Views

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

waarschijnlijk een exemplaar heeft gekend), en die uiteindelijk allemaal op de elfde<br />

Idylle van Theokritus teruggaan. Met zijn zang en zijn dialoogvorm kan het gedicht<br />

formeel worden opgevat als een variant van het genre van het herdersdicht. Inhoudelijk<br />

is er trouwens ook verband, omdat het otium een belangrijk motiefis. Kramers<br />

stonden bekend als zorgeloos, en Sjolle als een van hen kan daarom als een variant<br />

van een herder worden gezien. Met zijn zorgeloosheid, gecombineerd met vriendelijkheid,<br />

weet hij zijn vrouw Tetke ten slotte meegaand te stemmen, waardoor, als in<br />

de Tjerne, een illusie van geluk wordt gewekt. Ook hier zijn Bolsward en omgeving<br />

weer de plaats van handeling, en ontbreken boerse trekken als een doedelzak en obscene<br />

toespelingen niet.<br />

8.2.5.3.8. Ljeafde (13-14)<br />

Het gedicht, dat uit een lied en een kwatrij n bestaat, is een liefdesgedicht in petrarkistische<br />

trant voor de gepersonifieerde Liefde uit 1 Joh. 4:8. Mogelijk is het een<br />

aemulatio van liederen van Camphuysen (Lof van Deugde en 't Lof van Liefde). Bij<br />

Camphuysen wordt de minnaar, die Liefde "verstaaten heeft", loon naar werken in<br />

het vooruitzicht gesteld, bij GJ ligt de nadruk op zijn tekortschieten in liefde en in<br />

begrip van de volmaaktheid van Liefde. Een belangrijk verschil is ook, dat de gepersonifieerde<br />

figuur bij GJ, anders dan bij Camphuysen, heel concreet wordt voorgesteld.<br />

8.2.5.3.9. Reontse Ljeafde-Gâl (15-16)<br />

Naar het voorbeeld van Vondels Stedekroon van Fredrick Henrick waarschijnlijk,<br />

dat mogelijk is aangevuld met elementen uit Ovidius' Heroldes 10, en in combinatie<br />

met motieven en formuleringen uit Cypriaens Minne-klacht van Krul, schreef GJ in<br />

de vorm van een liefdeslied deze politieke allegorie met trekken van de "fhreatprophecy"<br />

(Cairns) op het lichtvaardig instemmen van Friesland met de Vrede van<br />

Westminster (1654), die de Acte van Seclusie inhield. Hoewel het gedicht een reactie<br />

is op een actuele politieke situatie (in de zeventiende eeuw vaak allegorisch uitgebeeld),<br />

is de directe aanleiding tot het schrijven mogelijk gelegen in het deelnemen<br />

aan een vriendschappelijke uitwisseling van gedichten op hetzelfde onderwerp tussen<br />

dichters onderling. Als bewerking van een Fries-nationaalhistorisch motief en<br />

als afwijzing van een republikeinse staatsopvatting is het gedicht een onderdeel van<br />

de gewestelijke hofcultuur, die in 4.7.2.3 is beschreven.<br />

8.2.5.3.10. Herders ljeafde to Galathæa (17-18)<br />

Het gedicht is een herderslied, waarin de herderin aan wie de ik-figuur zijn liefde<br />

betuigt, een christelijk ideaalbeeld personifieert. Het koppelen van deugden als eenvoud,<br />

oprechtheid en godsvrucht aan herders is in zeventiende-eeuwse poëzie traditioneel,<br />

maar ik heb geen andere voorbeelden gevonden, waarin dat in de vorm van<br />

een liefdesgedicht gebeurt. Lokale of actuele elementen ontbreken. De herderin is<br />

trouwens van alle tijden, omdat ze niet alleen in het nu van de ik-figuur leeft, maar<br />

ook in de tijd van Kaïn en Abel geplaatst wordt. Het gebruik van herdersfiguren<br />

hangt misschien samen met pastoraliseringstendensen in de Friese hofcultuur, die<br />

in de jaren veertig lijken op te komen.<br />

wumkes.nl<br />

501

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!