It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8.2.5.2. Stand van het onderzoek<br />
Combinatie van literair en historisch onderzoek is in de GJ-studie niet eerder toegepast.<br />
De notie dat heel wat werk van GJ zijn uitgangspunt in literatuur vindt, is zeker<br />
niet algemeen. In Spies 1987a herkende ik een bevestiging van de betekenis die<br />
zo'n dubbelsporig analysemodel voor een adequate verklaring van het ontstaan van<br />
een tekst heeft. Literaire traditie alleen, en dan met name ten opzichte van voorbeelden<br />
en parallellen, heeft Visser sinds 1966 aangewezen in een reeks artikelen die van<br />
grote belezenheid in de literatuur van de zestiende en de zeventiende eeuw getuigen.<br />
Wumkes heeft een onvolledige en niet zeer betrouwbare lijst van Bijbelplaatsen in<br />
handschrift nagelaten. Op een enkele uitzondering na zijn de teksten van GJ niet op<br />
genre onderzocht. Aspecten van de historische werkelijkheid waarin de teksten zijn<br />
ontstaan heeft Feitsma, ook sinds 1966, onderzocht, met name van parallellen in<br />
taalbouwopvattingen in Europees verband en van relaties met maatschappelijke opvattingen<br />
en verhoudingen in Friesland Veel aandacht heeft altijd GJ's keuze voor<br />
het Fries gehad. Dat geldt ook voor de datering van de teksten. Lang heeft de opvatting<br />
dat enkele anonieme liefdesgedichtjes, die nogal afwijken van de liefdespoëzie<br />
in de edities van de FR, toch van GJ zouden zijn, de veronderstelling van een vroeg<br />
Fries dichterschap versterkt. In 1966 werd echter duidelijk, dat ze al voor de geboorte<br />
van de dichter waren gepubliceerd.<br />
8.2.5.3 Tekst voor tekst<br />
De cijfers tussen haakjes achter de titels van de teksten verwijzen naar de bladzijdenummers<br />
in de facsimile-editie in deel I.<br />
8.2.5.3.1. Titel (*lr)<br />
Karakteristiek voor de titel is de nadere onderverdeling in drieën, die bijvoorbeeld<br />
herinnert aan de Friesche Lust-Hof Van Starter, de Stichtelycke Rymen van Camphuysen<br />
of de Zeeusche Nachtegael. De driedeling in de bundel lijkt een voorbeeld van de<br />
trits van liefde, deugd en godsdienst (cf. 8.2.3.1.1), die Spies in zestiende- en<br />
zeventiende-eeuws werk heeft aangewezen, maar zou ook als een pendant van de<br />
traditionele indeling van literatuur naar Vergilius' Bucolica, Georgica en Aeneis kunnen<br />
worden gezien. De hoofdtitel past in de traditie om poëzie in de volkstaal, ter onderscheiding<br />
van (neo-)Latijnse verzamelingen Poemata, te noemen naar de taal<br />
waarin ze is geschreven. Rymlerye is op te vatten als een in oorsprong bescheiden<br />
aanduiding voor "poëzie". In de titel van de eerste afdeling (Ljeafd in Bortlycke<br />
Mingel-Deuntjes) worden mogelijk speelse en meer ernstige liefdesgedichten onderscheiden,<br />
het "Gemiene æf Huwzmanne" van de tweede ondertitel zal wel geen tegenstelling<br />
bevatten, en Hymmelsch Harp-luwd, de naam van de derde afdeling, zal<br />
"harpgeluid uit de hemel" betekenen. De drie ondertitels zijn wellicht ontstaan bij<br />
het ontwerpen van een titelpagina, want de inhoud van de beide eerste delen van de<br />
FR noopt niet tot de gekozen indeling. De tekst van de titelpagina is mogelijk niet<br />
voor 1658 ontstaan. Aanleiding is misschien de verschijning van de bloemlezing<br />
Klioos Kraam (1656,1657) geweest, waarin Nederlandstalig werk van de dichter is opgenomen.<br />
Meer in het algemeen is zijn besluit tot bundeling van Fries werk niet<br />
denkbaar zonder de blijvende waardering van anderen, die met de navolging van de<br />
498<br />
wumkes.nl