It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
iets aan ontleend had, alsook die in de na zijn overlijden opgemaakte lijst van zijn<br />
boeken vermeld staan, heb ik helemaal gelezen. Ik heb steeds geprobeerd de hele<br />
tekst met voorbeelden te overdekken. Dat is niet altijd gelukt, maar toch wel in die<br />
mate dat het ontbreken van voorbeelden bij bepaalde tekstgedeelten eerder toe te<br />
schrijven is aan tekortschietend onderzoek dan aan onafhankelijkheid bij de dichter.<br />
Als voorbeelden heb ik de overeenkomsten beschouwd die me exclusief leken. Op<br />
een enkele uitzondering na, waarin ongewone overeenkomst in opbouw of dialoogpatroon<br />
reden gaf om tot afhankelijkheid te besluiten, was woordelijke overeenkomst<br />
voorwaarde, bij voorkeur wanneer die meer dan eens voorkwam. De twijfelachtige<br />
gevallen en de woordelijke overeenkomsten die beperkt blijven tot één<br />
enkele formulering heb ik tot de parallellen gerekend. In het laatste geval kon vaak<br />
een klassieke oorsprong worden aangewezen.<br />
Tot de parallellen zouden ook de Bijbelplaatsen gerekend kunnen worden, die immers<br />
in veel teksten uit de tijd van GJ te vinden zijn. Toch heb ik er de voorkeur aan<br />
gegeven deze in een afzonderlijke rubriek onder te brengen, omdat kennis van de<br />
brontekst zelfbij de auteurs en zeker bij de schoolmeester en voorzanger GJ wel als<br />
vaststaand mag worden aangenomen. In die rubriek staan ook de ontleningen aan<br />
de Heidelbergse Catechismus en aan de liturgische formulieren en gebeden die vanouds<br />
achter de psalmen van Datheen voorkomen.<br />
2. Het tweede van de zes onderdelen waarop ik de teksten onderzoek, is genre. Genre<br />
is een problematisch begrip, onder meer omdat "the character of genres is that they<br />
change" (Fowler). Ik versta onder genre een verzameling eigenschappen van vorm,<br />
inhoud en functie die maken dat een tekst bij een of meer verzamelingen van andere<br />
teksten kan worden ingedeeld. Behalve bij formele genres, zoals de brief of het sonnet,<br />
zijn de verzamelingen van eigenschappen meestal zo los, dat de indeling een<br />
tentatief karakter heeft. Bovendien is het de vraag of die eigenschappen het gevolg<br />
zijn van genrebepaaldheid of van het overnemen uit voorbeeldteksten. Wanneer er<br />
aanleiding toe is, ga ik op dat probleem in.<br />
Ter aanvulling van de formele eigenschappen worden identieke strofevormen in<br />
werk van anderen aangewezen. Daartoe heb ik, behalve het werk van GJ zelf, ook de<br />
psalmen van Datheen vergeleken. Bij gedichten die dan nog zonder parallellen bleven,<br />
heb ik gezocht in het werk van Vondel, in Klioos Kraam en in de mij bekende<br />
poëzie in het Nederlands en het Fries van inwoners uit Friesland uit de tijd van GJ.<br />
De vermelding van gegevens uit het onderzoek van Frank naar het voorkomen van<br />
strofevormen in het Duits geeft een zekere indruk van de frequentie van de vormen<br />
die GJ gebruikt.<br />
3. Datering is het derde onderdeel. Er zijn maar weinig teksten waarvan de datering<br />
vaststaat. Van een enkele vond ik een vroegere publikatie dan tot nu toe bekend was,<br />
andere heb ik proberen te verbinden met historische gebeurtenissen die de aanleiding<br />
tot schrijven geweest kunnen zijn. Van groot belang was een nadere datering<br />
van het bezoek van Junius, omdat er van hem heel wat afschriften bewaard zijn.<br />
Soms gaf een opvallend stijlverschijnsel enig houvast, soms ook wijsaanduidingen.<br />
Het belangrijkste middel tot datering waren evenwel de verschijningsjaren van de<br />
publikaties die GJ tot voorbeeld moeten hebben gediend. Door het leggen van verbindingen<br />
tussen teksten van GJ onderling konden dateringen gecontroleerd worden<br />
en - als er nog geen datering gevonden was - verondersteld worden.<br />
496<br />
wumkes.nl