03.05.2013 Views

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lijk heet Gabbema's invloed op de stijl van GJ. Die stijl kenmerkt zich door geleerdheid<br />

van beelden en motieven en door samenkoppelingen en verkortingen van<br />

woorden en openbaart zich in later werk, met name in gelegenheidsgedichten, en<br />

- wat de samenkoppelingen en verkortingen alleen betreft - vooral in de psalmberijming.<br />

De psalmberijming echter dateert waarschijnlijk voor een belangrijk deel al<br />

van voor de kennismaking met Gabbema, zodat diens invloed op prosodische verschijnselen<br />

wel uitgesloten mag worden genoemd. Het werk van Gabbema zelfvertoont<br />

geen samenkoppelingen en verkortingen. Geleerd, in de zin van uitgerust met<br />

klassieke beelden en motieven, is het werk van Gabbema zeker, althans zijn gelegenheidspoëzie.<br />

Dat is echter bijna alle gelegenheidspoëzie. Juist tegen de tijd dat Gabbema<br />

in Friesland verschijnt, komt daar naast het traditionele Latijn het Nederlands<br />

in het genre van het gelegenheidsgedicht naar voren. Gabbema gaf GJ veel<br />

gelegenheid tot het schrijven van gelegenheidspoëzie, en in zoverre is er misschien<br />

sprake van samenhang, maar voor het overige lijkt het beter om in de opkomst van<br />

het genre bij GJ een parallel te zien met de functieverbreding van volkstaalliteratuur<br />

in het algemeen. De eerste gelegenheidsgedichten van GJ stammen trouwens uit de<br />

tijd van Fonteyne, toen hij Gabbema nog niet kende.<br />

8.2.5. Tekstcommentaar<br />

8.2.5.1. Aanpak<br />

Het analysemodel dat voor het onderzoek van de teksten wordt gebruikt, bestaat<br />

uit zes onderdelen (8.2.1.2).<br />

1. Het eerste zijn de bronnen, die ik formeel naar de mate van waarschijnlijkheid dat<br />

ze ook inderdaad als bron, dat wil zeggen als onmiddellijk voorbeeld door de dichter<br />

zijn gebruikt, in voorbeelden en parallellen onderscheid, en inhoudelijk in literaire<br />

teksten, Bijbel en andere bronnen, waartoe ik behalve niet-literaire teksten ook afbeeldingen<br />

reken.<br />

Het identificeren van literaire teksten als voorbeelden is om drie redenen lastig. In<br />

de eerste plaats zijn overeenkomsten niet altijd even goed herkenbaar. Dat geldt<br />

vooral wanneer ze kort zijn en de gebruikte elementen als het ware verborgen zijn in<br />

brede uitwerkingen met veel nieuwe elementen. Het combineren van verschillende<br />

bronteksten en kennis van zeventiende-eeuwse bewerkingstechnieken, zoals het<br />

aanpassen aan eigen tijd, plaats en omstandigheden en het toepassen van amplificatio,<br />

digressio en allerlei stijlfiguren, helpen door de verschillen heen de mogelijke<br />

overeenkomst te laten zien.<br />

Een tweede probleem is de vraag of een overeenkomst exclusief is. Parallellen die bestaan<br />

uit sententiæ of topoi zijn dat evenmin als overeenkomsten op basis van een gemeenschappelijke<br />

bron of een intermediair. Kennis van auteurs en soorten bronnen<br />

die GJ gebruikt, kan de waarschijnlijkheidsgraad van een relatie helpen<br />

bepalen.<br />

Diezelfde kennis heb ik benut om een derde probleem althans enigermate op te kunnen<br />

lossen, de onmogelijkheid namelijk alles te lezen en te weten wat GJ onder ogen<br />

heeft gehad. Dat blijken vooral klassieken en zeventiende-eeuwse dichters in het Nederlands<br />

te zijn geweest. Werken waarvan bekend was of door uitgebreide lectuur<br />

van met name zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde bekend werd, dat hij er<br />

wumkes.nl<br />

495

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!