It wurk fan Gysbert Japix n-2 - Tresoar

47. Jentsje Popma 1966, boarstbyld GJ (Wytmarsum) (Ikon. 44).
wat zich tussen kop en benen bevindt is kennelijk lang niet klaar gekomen.
De aanduiding van een mantel heeft vergeleken bij kop en broekspijpen geen vorm.
Het is een verzameling bulten gebleven, waarin de plakken klei van het boetseren te
duidelijk ten opzichte van de rest spreken. Vooral het onderste deel van het voorpand
steekt heel lelijk als een grote bult uit. Onder de bultige massa's zoekt men tevergeefs
naar een lichaam. De linkerarm is er niet en de rechter bovenarm moet te
kort zijn. Aan de rugzijde is door de barokke oppervlakte anatomisch weinig gerealiseerd.
De mantel zakt aan deze zijde wel heel lelijk door.
Het beeld is niet af, het is bij afzonderlijke brokstukken gebleven. De synthese is er
nog niet, het is slechts een poging daartoe. De verwachting door Put's expositie indertijd
in de Prinsentuin gewekt is tot grote spijt [niet] uitgekomen. Men zou voor het
verkrijgen van een goed beeld, Gysbert Japiks waardig, aan deze jonge kunstenaar
wumkes.nl
463