Untitled
Untitled Untitled
f6 ' BESCHOUWING DER BRONNEN der ftemme toe, dat volmaaktheid en gelukza* ïigheid het uiterfte, het eenigfte doel is van alles, wat gy regelt en doet, wat gy befchikt en toelaat, wat gy ons beveelt en verbiedt, wat gy ons geeft en onthoudt. Ja, gy wilt, dat wy allen gelukkig zyn, dat wy het reeds tegenwoordig, reeds hier op aarde zyn zullen, en zo wy het niet zyn, is zulks eeniglyk onze eigene fchuld. Ach , hoe dikwyls nodigen ons de zuiverfle, rykfte bronnen van vermaak en genoegen te vergeefs tot haare genieting, hoe dikwerf vloeien zy ongemerkt en ongebruikt voor ons voorby, of worden van ons door dwaasheden en zonden troebel en bitter gemaakt! ó Mogten wy toch onze rykdommen beter kennen en waardiger gebruiken! Mogten wy de menigte en de waarde der weldaaden, waarmede gy ons eiken dag, elk uur, zegent, duidelyker inzien, levendiger befeffen, en u door een even zo blymoedig als dankbaar genot van dezelven eeren! Zegen toch, goedertierene God, zegen de bedenkingen die wy daarover zullen voordraagen. Yaat dezelve ons op de menigvuldige en ryke bronnen van geluk, die gy voor ons geopend hebt, zeer opmerkzaam doen worden, en ons tot een
VAN HET MENSCIIELYKE GELUK. ' ff een zeer zorgvuldig, getrouw gebruik van dezelven opwekken. Wy bidden u hierom, als dienaars van Jefus Christus, met kinderlyk vertrouwen, en roepen u verder, ons verlaatende op zyne beloften, aan: Onze Vader enz. Maar al te dikwyls, myne aandachtige Toehoorers! befchouwt zich de rnensch eeniglyk uit dien hoofde als arm, omdat hy zyne rykdommen niet kent, of niet geleerd heeft dezelve te waardeeren en te berekenen. Maav al te dikwerf houdt hy zich voor niet gelukkig, of voor ongelukkig, eeniglyk omdat hy de menigvuldige, fteeds vloeiende bronnen van vermaak en genoegen, die allerwegen voor hem openflaan, niet opmerkt, niet acht, en verre van zich met veel moeite zoekt, 't geen hem als voor de voeten ligt, en zich voor hem ter genieting aanbiedt. Maar al te dikwyls fielt hy eeniglyk byzonder aangenaame gevallen, byzonder gewenschte en heuchelyke gebeurdtenisfen, eeniglyk uitneemend aangenaame denkbeelden, of bekoorende, verrukkende gewaarwordingen op de lyst der dingen, die
- Page 33: VAN HET IVTENSCHELYKE GELUK. ffiC d
- Page 37 and 38: 6 Cjfod! gy alleen zyt groot, en uw
- Page 39 and 40: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, SHZ.
- Page 41 and 42: 'vAisr HP.T VERHEVENE EN GERINGE, e
- Page 43 and 44: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etiZ.
- Page 45 and 46: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, enz.
- Page 47 and 48: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 49 and 50: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, efJZ.
- Page 51 and 52: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, ettZ.
- Page 53 and 54: 'VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, OlZ.
- Page 55 and 56: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 57 and 58: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, CHZ.
- Page 59: DERDE LEERREDE. HET ONDERSCHEID TUS
- Page 62 and 63: 54 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN len, al
- Page 64 and 65: $6 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ne geda
- Page 66 and 67: 5 8 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN zien ,
- Page 68 and 69: ÓO HET ONDERSCHEID TUSSCHEN en tot
- Page 70 and 71: 6l HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ze beva
- Page 72 and 73: 6+ HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ven fty
- Page 74 and 75: 66 HET ONDERSCHEID TÜSSCHEfï kan
- Page 76 and 77: 6$ HET ONDERSCHEID TUSSCHEW baare b
- Page 78 and 79: f8. HET ONDERSCHEID TUSgCIIJKN lend
- Page 80 and 81: 7* HET ONDERFCHEID TUSSCHEN E N 2.
- Page 83: ó Cjf °d , goedertjerene ,' liefd
- Page 87 and 88: VAN HET MENSCHÈLYÈE GËLÜK. neug
- Page 89 and 90: V&N HET MENSCHELYKE SELÜK. Sï den
- Page 91 and 92: VAM HET MENSCHELVKE GELÜK« •arb
- Page 93 and 94: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 85 hy de
- Page 95 and 96: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 87 waarn
- Page 97 and 98: VAN HET MENSCHELYKE GELÜK. 8c? vol
- Page 99 and 100: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 01 naamf
- Page 101 and 102: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 93 fcegt
- Page 103 and 104: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 9f> luk,
- Page 105 and 106: VAN HET MENSCHÊLVKÈ GEL'ÜK»
- Page 107: FT F D E LEERREDE. DE GENEUGTEN DER
- Page 110 and 111: Ï02 BE GENEUGTEN DER DEUGD, vens b
- Page 112 and 113: 104 DE GENEUGTEN DER DEUGD. en fmer
- Page 114 and 115: ICf> DE GENEUGTEN DER DEUGD» haar
- Page 116 and 117: T08 DE GENEUGTEN DER. DEUGD. mensch
- Page 118 and 119: tlCS DE GENEUGTEN DER DEUGD, fusthe
- Page 120 and 121: 112 DE GENEUGTEN DER DEUGD* oogen,-
- Page 122 and 123: $14 DE GENEUGTEN DER DEUGDi boven h
- Page 124 and 125: HÓ DE GENEUGTEN DER DEUGD." felen,
- Page 126 and 127: Ji8 DÉ GENEUGTEN DER. DEUGD. reiki
- Page 128 and 129: 12© DE GENEUGTEN DER DEUGD. hy zon
- Page 130 and 131: Iti DE GENEUGTEN DER DEUGD. den van
- Page 132 and 133: Ia* DE GENEUGTEN DER DEUGD. neiging
VAN HET MENSCIIELYKE GELUK. ' ff<br />
een zeer zorgvuldig, getrouw gebruik van dezelven<br />
opwekken. Wy bidden u hierom, als<br />
dienaars van Jefus Christus, met kinderlyk vertrouwen,<br />
en roepen u verder, ons verlaatende<br />
op zyne beloften, aan: Onze Vader enz.<br />
Maar al te dikwyls, myne aandachtige Toehoorers!<br />
befchouwt zich de rnensch eeniglyk<br />
uit dien hoofde als arm, omdat hy zyne rykdommen<br />
niet kent, of niet geleerd heeft dezelve<br />
te waardeeren en te berekenen. Maav<br />
al te dikwerf houdt hy zich voor niet gelukkig,<br />
of voor ongelukkig, eeniglyk omdat hy<br />
de menigvuldige, fteeds vloeiende bronnen van<br />
vermaak en genoegen, die allerwegen voor<br />
hem openflaan, niet opmerkt, niet acht, en<br />
verre van zich met veel moeite zoekt, 't geen<br />
hem als voor de voeten ligt, en zich voor<br />
hem ter genieting aanbiedt. Maar al te dikwyls<br />
fielt hy eeniglyk byzonder aangenaame<br />
gevallen, byzonder gewenschte en heuchelyke<br />
gebeurdtenisfen, eeniglyk uitneemend aangenaame<br />
denkbeelden, of bekoorende, verrukkende<br />
gewaarwordingen op de lyst der dingen, die