Untitled
Untitled Untitled
6$ HET ONDERSCHEID TUSSCHEW baare behoefte en den onaanzienelyken ftaat def laatften te verwisfelen ! Hoe dikwerf befchaamt niet de opgeruimdheid, de bedaardheid van 't ge moed , de onbezorgde weltevredenheid der laat ften, de verteeren de kwelling en verdrietelyk- heid, de angstvallige zorgen, die de eerften ver volgen ! Neen, hier is het fchynen en het zyn, de gedaante en het wezen,niet altoos, misfchien flechts zelden by één. Zo ligt de voorfpoed en de rampfpoed ons verblinden en misleiden, even zo ligt verbergen zich het geluk en de ellende voor onze oogen. De eerften maaken en beminnen opzien en gedruis; de laatften bemin nen en zoeken de ftilte, en verbergen zich gaar ne voor het nieuwsgierige oog. Een derde gevolg uit onze voorgaande aan merkingen, is dit: de voorfpoedige kan wel te gelyk gelukkig zyn, maar hy wordt en is zulks niet eeniglyk door de bezitting van zynen voor fpoed; de gelukkige daarentegen heeft den voor* fpoed niet noodig tot zyn geluk; hy kan ook zon der denzelven gelukkig zyn. Zeker! yk kan de ryke, de vermogende, de groote ook gelukkig, hy kan vergenoegd en wel te vreden zyn. Maar hy is en wordt zulks niet daardoor, ten minsten wordt hy zulks niet voor eenen langen tyd, niet op
WELVAARD EN GELUK. ÓO, op eenen vasten en duurzaamen voet daardoor, omdat hy ryk, omdat hy vermogend, omdat hy groot is. Zal hy in dien ftaat gelukkig zyn en worden, dan moet hy tevens verftandig en wys, deugdzaam en vroom zyn, dan moet hy edeler, duurzaamer goederen en voorrechten kennen, bezitten , genieten, dan moet hy van zynen uiterlyken voorfpoed het beste, waardigfte gebruik maaken. Heeft aan den anderen kant de rnensch door eene rechtmaatige, edele denk- en handelwyze, door welgeregelde neigingen en poogingen, door een onfchuldig, deugdzaam leven, door waare, christelyke godzaligheid, vrede en rust in zyn binnenfte veroorzaakt en gevestigd, en zyn hart voor den invloed der liefde tot God en der menschlievendheid ontflooten: dan behoeft hy noch ryk, noch vermogend, noch groot, noch gezond en fterk te zyn, noch andere uiterlyke voorrechten te bezitten, om gelukkig te zyn, en hoe langer hoe gelukkiger te worden. Hy kan alle deeze dingen ontbeeren , ze alle verliezen, en nogthans weltevreden en vrolyk zyn. Voorfpoed derhalven niet, dit is een vierde gevolg, voorfpoed niet, maar geluk is het doel, waarnaar wy ftreeven; tegenfpoed niets maar el- E 3 Jen-
- Page 25 and 26: VAN HET IWENSCHELYKE GELUK. If ge f
- Page 27 and 28: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. tfy den
- Page 29 and 30: VAN HET rvTEN'SCHELYKE GELUK. £1 h
- Page 31 and 32: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 23 dighe
- Page 33: VAN HET IVTENSCHELYKE GELUK. ffiC d
- Page 37 and 38: 6 Cjfod! gy alleen zyt groot, en uw
- Page 39 and 40: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, SHZ.
- Page 41 and 42: 'vAisr HP.T VERHEVENE EN GERINGE, e
- Page 43 and 44: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etiZ.
- Page 45 and 46: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, enz.
- Page 47 and 48: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 49 and 50: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, efJZ.
- Page 51 and 52: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, ettZ.
- Page 53 and 54: 'VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, OlZ.
- Page 55 and 56: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 57 and 58: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, CHZ.
- Page 59: DERDE LEERREDE. HET ONDERSCHEID TUS
- Page 62 and 63: 54 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN len, al
- Page 64 and 65: $6 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ne geda
- Page 66 and 67: 5 8 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN zien ,
- Page 68 and 69: ÓO HET ONDERSCHEID TUSSCHEN en tot
- Page 70 and 71: 6l HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ze beva
- Page 72 and 73: 6+ HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ven fty
- Page 74 and 75: 66 HET ONDERSCHEID TÜSSCHEfï kan
- Page 78 and 79: f8. HET ONDERSCHEID TUSgCIIJKN lend
- Page 80 and 81: 7* HET ONDERFCHEID TUSSCHEN E N 2.
- Page 83 and 84: ó Cjf °d , goedertjerene ,' liefd
- Page 85 and 86: VAN HET MENSCIIELYKE GELUK. ' ff ee
- Page 87 and 88: VAN HET MENSCHÈLYÈE GËLÜK. neug
- Page 89 and 90: V&N HET MENSCHELYKE SELÜK. Sï den
- Page 91 and 92: VAM HET MENSCHELVKE GELÜK« •arb
- Page 93 and 94: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 85 hy de
- Page 95 and 96: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 87 waarn
- Page 97 and 98: VAN HET MENSCHELYKE GELÜK. 8c? vol
- Page 99 and 100: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 01 naamf
- Page 101 and 102: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 93 fcegt
- Page 103 and 104: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 9f> luk,
- Page 105 and 106: VAN HET MENSCHÊLVKÈ GEL'ÜK»
- Page 107: FT F D E LEERREDE. DE GENEUGTEN DER
- Page 110 and 111: Ï02 BE GENEUGTEN DER DEUGD, vens b
- Page 112 and 113: 104 DE GENEUGTEN DER DEUGD. en fmer
- Page 114 and 115: ICf> DE GENEUGTEN DER DEUGD» haar
- Page 116 and 117: T08 DE GENEUGTEN DER. DEUGD. mensch
- Page 118 and 119: tlCS DE GENEUGTEN DER DEUGD, fusthe
- Page 120 and 121: 112 DE GENEUGTEN DER DEUGD* oogen,-
- Page 122 and 123: $14 DE GENEUGTEN DER DEUGDi boven h
- Page 124 and 125: HÓ DE GENEUGTEN DER DEUGD." felen,
6$ HET ONDERSCHEID TUSSCHEW<br />
baare behoefte en den onaanzienelyken ftaat def<br />
laatften te verwisfelen ! Hoe dikwerf befchaamt<br />
niet de opgeruimdheid, de bedaardheid van 't ge<br />
moed , de onbezorgde weltevredenheid der laat<br />
ften, de verteeren de kwelling en verdrietelyk-<br />
heid, de angstvallige zorgen, die de eerften ver<br />
volgen ! Neen, hier is het fchynen en het zyn,<br />
de gedaante en het wezen,niet altoos, misfchien<br />
flechts zelden by één. Zo ligt de voorfpoed<br />
en de rampfpoed ons verblinden en misleiden,<br />
even zo ligt verbergen zich het geluk en de<br />
ellende voor onze oogen. De eerften maaken en<br />
beminnen opzien en gedruis; de laatften bemin<br />
nen en zoeken de ftilte, en verbergen zich gaar<br />
ne voor het nieuwsgierige oog.<br />
Een derde gevolg uit onze voorgaande aan<br />
merkingen, is dit: de voorfpoedige kan wel te<br />
gelyk gelukkig zyn, maar hy wordt en is zulks<br />
niet eeniglyk door de bezitting van zynen voor<br />
fpoed; de gelukkige daarentegen heeft den voor*<br />
fpoed niet noodig tot zyn geluk; hy kan ook zon<br />
der denzelven gelukkig zyn. Zeker! yk kan de<br />
ryke, de vermogende, de groote ook gelukkig,<br />
hy kan vergenoegd en wel te vreden zyn. Maar<br />
hy is en wordt zulks niet daardoor, ten minsten<br />
wordt hy zulks niet voor eenen langen tyd, niet<br />
op