Untitled
Untitled Untitled
266 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN leerlingen en belyders en navolgers van Jefus, van den gekruisfigden, en weder uit de dooden verrezenen, en nu over alles verhoogden Jefus; allen van het licht der waarheid verlicht, en van den geest van God bezield; allen tot de onfterflykheid en tot het eeuwige leven geroepen ; allen verordend om eeuwig op te klimmen van den eenen trap van volmaaktheid en gelukzaligheid tot den anderen. Welke redenen, om ons de een over den anderen te verblyden, en zonder alle opzigt op uiterlyke onderfcheidingen , een blymoedig deel te neemen in het geluk en de zaligheid van allen! Ja, het gemeenfchappelyk breeken van één brood, het gemeenfchappelyk drinken uit éénen drinkbeker roept ons allen toe: Erkent en gevoelt uwe naauwe vermaagfehapping , uwe gemeenfehap met eikanderen. Dat hier de blydfchap over uw eigen geluk door de deelneemende blydfchap over het geluk van alle uwe broederen vergroot worde ! Verdubbelt , vermenigvuldigt daardoor het gevoel en het genot van uwe eigene zaligheid. Verheft u boven de enge, bekrompene bepaalingen, welke zo dikwyls menfchen van menfchen, broeders van broeders fcheiden. Ontfluit uwe harten
CHRISTELYK VREÜGDEMAAL. 2Ó7 ten zo wel voor de algemeene christelyke, als voor de broederlyke liefde, en fmaakc die vryheid, die vrolykheid, die zaligheid, waarmede zich ieder hart, dat zich voor haar ontfluit, uitbreidt en verkwikt. Hier, by de tafel onzes Heeren, verblyden wy ons, eindelyk, over de goederen, die wy als Christenen reeds bezitten, over de voorrechten en zaligheden, die wy als zodanigen reeds genieten , en over de nog edeler goederen, over de nog grooter voorrechten en zaligheden, die wy in het toekomende verwachten. En hoe menigvuldig, hoe groot, hoe onwaardeerbaar zyn niet geene en deeze! Kennis van den éénen waaren God, verzekering van zyne toegenegenheid en liefde, van zyne befcherming en zynen byftand; gemeenfehap met den Vader en met zynen Zoon, Jefus Christus ;verIosfing van alle flaaffche vrees, van alle bygeloovige verfchrikkingen, van alle angstvallige bekommeringen wegens ons tydelyk en eeuwig lot; kennis der waarheid; liefde tot de deugd; lust en kracht ten goede; vryheid en vrolykheid van den geest; een gerust geweeten; een weltevreden hart; een onfchuldig, onafgunstig, liefdeiyk, weldaadig leven; eene onafge- brokene nadering tot de volmaaktheid : en dan
- Page 224 and 225: £l6 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAS?
- Page 226 and 227: 513 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ed
- Page 228 and 229: SÏO OORZAAKEN VAN HÉT GEBREK AAN
- Page 230 and 231: 324 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN he
- Page 232 and 233: 824 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN va
- Page 234 and 235: »aÖ OORZAAKEN VAN HET GEBREK ENZ.
- Page 237 and 238: 6 (jod, gy hebt ons, uwe fchepfelen
- Page 239 and 240: ' GELUK ONDER DE MENSCHEN. 231 Hoe
- Page 241 and 242: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 333 den we
- Page 243 and 244: GELUK. ONDER DE MENSCHEN. 235 aanwe
- Page 245 and 246: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 2.$? ïusf
- Page 247 and 248: GELUK ONDER DE MENSCHEN. £39 fchap
- Page 249 and 250: 'GELUK ONDER DE MENSCHEN. 342 het g
- Page 251 and 252: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 343 wieeme
- Page 253 and 254: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 445 bedorv
- Page 255 and 256: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 247 is, ei
- Page 257: ELFDE L E E R R E D E . HET HEILIGE
- Page 260 and 261: 254 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN Ja, g
- Page 262 and 263: flrg^ HET HEILIGE AVONDMAAL EEN Toe
- Page 264 and 265: 65 «ET HEILIGE AVONDMAAL EEK? den
- Page 266 and 267: §58 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN uw R
- Page 268 and 269: ÖCK» HET HEILIGE AVONDMAAL EEN ve
- Page 270 and 271: %6i MET HEILIGE AVONDMAAL EEN ons o
- Page 272 and 273: 3Ö4- HET HSILIGE AVONDMAAL EEH waa
- Page 276 and 277: S68 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN dan d
- Page 278 and 279: S.yo KET HEILIGE AVONDMAAL EEN ke a
CHRISTELYK VREÜGDEMAAL. 2Ó7<br />
ten zo wel voor de algemeene christelyke, als<br />
voor de broederlyke liefde, en fmaakc die vryheid,<br />
die vrolykheid, die zaligheid, waarmede<br />
zich ieder hart, dat zich voor haar ontfluit, uitbreidt<br />
en verkwikt.<br />
Hier, by de tafel onzes Heeren, verblyden<br />
wy ons, eindelyk, over de goederen, die wy als<br />
Christenen reeds bezitten, over de voorrechten<br />
en zaligheden, die wy als zodanigen reeds genieten<br />
, en over de nog edeler goederen, over de<br />
nog grooter voorrechten en zaligheden, die wy<br />
in het toekomende verwachten. En hoe menigvuldig,<br />
hoe groot, hoe onwaardeerbaar zyn niet<br />
geene en deeze! Kennis van den éénen waaren<br />
God, verzekering van zyne toegenegenheid en<br />
liefde, van zyne befcherming en zynen byftand;<br />
gemeenfehap met den Vader en met zynen Zoon,<br />
Jefus Christus ;verIosfing van alle flaaffche vrees,<br />
van alle bygeloovige verfchrikkingen, van alle<br />
angstvallige bekommeringen wegens ons tydelyk<br />
en eeuwig lot; kennis der waarheid; liefde tot<br />
de deugd; lust en kracht ten goede; vryheid en<br />
vrolykheid van den geest; een gerust geweeten;<br />
een weltevreden hart; een onfchuldig, onafgunstig,<br />
liefdeiyk, weldaadig leven; eene onafge-<br />
brokene nadering tot de volmaaktheid : en<br />
dan