Untitled
Untitled Untitled
54* OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN hen , ernftig zoeken. Want ook hierin ligt eene gewigtige oorzaak van het gebrek daaraan. Wy leggen 'er ons veelal niet ernftig genoeg op toe. Maar al te dikwyls houdt men het geluk voor iets toevalligs, voor iets, dat den mensch zonder zyn toedoen ten deel valt, dat zich niet dwingen laat, dat men afwachten, en, als het ons in de armen loopt, aanneemen en genieten moet. Met den tydelyken voorfpoed is 't wel zodanig gelegen, myne.' aandachtige Toehoorers! maar geenzins met het geluk. Wy kunnen gewislyk door onze geboorte, door onze uiterlyke omftandigheden, door voordeelige vêrbindtenisfen met anderen, door gunstige toevallen, ryk, groot en magtig worden, maar alle deeze dingen kunneri ons niet gelukkig, niét gerust, niet vergenoegd cn weltevreden maaken. Dit kunnen wy eeniglyk door onze eigene ernftige , aanhoudende poogingen worden. Maar fchoon men ook al de zaak niet gantfchelyk aan het geval overlaat , men verbeeldt zich echter maar al te dikwyls, dat men, om gelukkig te worden, zulks flechts in den gebede van God te verzoeken, en daarenboven zekere heilige gebruiken en godsdienftige verrichtingen hebbe waarte-
GELUK ONDER DE MENSCHEN. 343 wieemen. 'tls waar, God is de Oorfprong van al het goede, de Bron van alle gelukzaligheid, en het oprechte gebed is een voortreflyk middel, om ons voor hetzelve gefchikc te maaken. Maar alles in zyne orde. Geluk is een gefteldheid van 't gemoed, eene wyze van denken en van gewaarworden, die niet eensklaps, maar allengskens in ons ontftaat, en niet de vrucht eener onmiddelyke godlyke medewerking, maar het gevolg is van het getrouwe gebruiken der vermogens, die hy ons verleend, en der inrichtingen, die zyne wyze Goedheid in de natuur en in den Godsdienst daartoe gemaakt heeft. Laaten wy derhalven onze krachten infpannen, en de wetten, ons door God voorgefchreeven, opvolgen, indien wy gelukkig zyn willen. Laaten wy niets van het geval , maar alles van onze werkzaamheid en vlyt, en van den Zegen, dien God daaraan gehecht heefc, verwachten. Om fteeds waardiger van onszelven en van onze verordening te denken; om fteeds gegronder over de waarde der dingen te oordeelen; om over alle onze wenfehen en begeerten fteeds zorgvuldiger te waaken; om alle onze neigingen fteeds beter te Tegelen; om onszelven fteeds volkomener te
- Page 199 and 200: CELUK ONDER ONS PLAATS? ioi den en
- Page 201 and 202: GELUK ÓNDIÏl ONS PLAATS? ÏQJ gy,
- Page 203 and 204: GfcLÜK ONDER ONS PLAATS? I95 min,
- Page 205 and 206: GELUK ONDER ONS PLAATS? Ï97 veel g
- Page 207 and 208: GELUK ONDER ONS V LAATS? 10^ bruike
- Page 209 and 210: GELUK ONDER ONS PLAATS? SOI' dingen
- Page 211 and 212: GELUK ONDER ONS PLAATS? 253 mogelyk
- Page 213: NEGENDE LEERREDE. OORZAAKEN VAN HET
- Page 216 and 217: ÈOS OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN d
- Page 218 and 219: 810 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN de
- Page 220 and 221: 21 & OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN h
- Page 222 and 223: *I4 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ke
- Page 224 and 225: £l6 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAS?
- Page 226 and 227: 513 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ed
- Page 228 and 229: SÏO OORZAAKEN VAN HÉT GEBREK AAN
- Page 230 and 231: 324 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN he
- Page 232 and 233: 824 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN va
- Page 234 and 235: »aÖ OORZAAKEN VAN HET GEBREK ENZ.
- Page 237 and 238: 6 (jod, gy hebt ons, uwe fchepfelen
- Page 239 and 240: ' GELUK ONDER DE MENSCHEN. 231 Hoe
- Page 241 and 242: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 333 den we
- Page 243 and 244: GELUK. ONDER DE MENSCHEN. 235 aanwe
- Page 245 and 246: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 2.$? ïusf
- Page 247 and 248: GELUK ONDER DE MENSCHEN. £39 fchap
- Page 249: 'GELUK ONDER DE MENSCHEN. 342 het g
- Page 253 and 254: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 445 bedorv
- Page 255 and 256: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 247 is, ei
- Page 257: ELFDE L E E R R E D E . HET HEILIGE
- Page 260 and 261: 254 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN Ja, g
- Page 262 and 263: flrg^ HET HEILIGE AVONDMAAL EEN Toe
- Page 264 and 265: 65 «ET HEILIGE AVONDMAAL EEK? den
- Page 266 and 267: §58 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN uw R
- Page 268 and 269: ÖCK» HET HEILIGE AVONDMAAL EEN ve
- Page 270 and 271: %6i MET HEILIGE AVONDMAAL EEN ons o
- Page 272 and 273: 3Ö4- HET HSILIGE AVONDMAAL EEH waa
- Page 274 and 275: 266 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN leerl
- Page 276 and 277: S68 HET HEILIGE AVONDMAAL EEN dan d
- Page 278 and 279: S.yo KET HEILIGE AVONDMAAL EEN ke a
GELUK ONDER DE MENSCHEN. 343<br />
wieemen. 'tls waar, God is de Oorfprong van<br />
al het goede, de Bron van alle gelukzaligheid,<br />
en het oprechte gebed is een voortreflyk middel,<br />
om ons voor hetzelve gefchikc te maaken.<br />
Maar alles in zyne orde. Geluk is een<br />
gefteldheid van 't gemoed, eene wyze van denken<br />
en van gewaarworden, die niet eensklaps,<br />
maar allengskens in ons ontftaat, en niet de<br />
vrucht eener onmiddelyke godlyke medewerking,<br />
maar het gevolg is van het getrouwe<br />
gebruiken der vermogens, die hy ons verleend,<br />
en der inrichtingen, die zyne wyze Goedheid<br />
in de natuur en in den Godsdienst daartoe gemaakt<br />
heeft. Laaten wy derhalven onze krachten<br />
infpannen, en de wetten, ons door God<br />
voorgefchreeven, opvolgen, indien wy gelukkig<br />
zyn willen. Laaten wy niets van het geval<br />
, maar alles van onze werkzaamheid en vlyt,<br />
en van den Zegen, dien God daaraan gehecht<br />
heefc, verwachten. Om fteeds waardiger van<br />
onszelven en van onze verordening te denken;<br />
om fteeds gegronder over de waarde der dingen<br />
te oordeelen; om over alle onze wenfehen<br />
en begeerten fteeds zorgvuldiger te waaken;<br />
om alle onze neigingen fteeds beter te<br />
Tegelen; om onszelven fteeds volkomener te