Untitled
Untitled Untitled
12 BEPAALINë DER. DENKBEELDEN kens ophoudt en tot nadenken en overleg noodzaakt, zonder de frnertelyke ondervindingen, die wy zo dikwyls van onze zwakheid, van onze overyling, van onze onweetendheid er» dwaasheid, en feilbaarheid hebben, zouden wy nooit verftandig en wys worden, nooit onze bekwaamheden en vermogens juist beoordeelen en op de beste wyze gebruiken * nooit den fchyn van de waarheid, de gedaante van het wezen van malkanderen onderfcheiden, en derhal ven nooit ons geluk op vaste, duurzaame grondflagen leeren bouwen. Neen, ook mislukte poogingen en onderneemingen, ook verydelde ontwerpen en oogmerken, ook onvervulde wenfehen en onvoldaane begeerten zyn met het menfehelyke geluk zeer wel beftaanbaar. Daardoor worden oriteibaare, veel grooter en aanhoudender onheilenen fmerten, verdrietlykheden en teleurfïellingen van ons. verwyderd, of afgewend. Daardoor worden wy in het gebruiken en toepasfen van onze vermogens op de beste wyze geoefend, en dezelve krygen daardoor langs hoe juister en vaster plooi. Daardoor verkrygt onze reden fteeds meer en meer heerfchappy en vermogen op onze zinnelykheid , en by elke fchrede, waas*
VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 1$ waarmede wy de volmaaktheid naderen, naderen wy tevens tot het geluk. Daardoor leeren wy eindelyk het doel, waarnaar wy llreeven, en den weg, die derwaards leidt, fteeds beter kennen, en op deezen weg fteeds omzig;iger en bedachtzaamer wandelen. Hieruit volgt, dat het menfchelyke geluk geenzins gelegen is in eenen (laat van enkel aangenaame denkbeelden en gewaarwordingen, veel minder nog in de genieting van enkel verrukkende vermaaken en levendige geneug' ten. Het eene en het andere zou met onze natuur en met de natuur der overige dingen , die ons omringen en waarmede wy in verband ftaan, handtastelyk ftryden. Een ligchaam, dat uit ftof gevormd, dat volgens zyne natuur verwoestbaar is, dat zo ligt befchadigd, gekwetst, vernield kan worden; eene woonplaats, die aan zo veele veranderingen en afwisfelingen onderworpen , waarop alles onbeftendig, alles als in eene geduurige eb- »be en vloed is; een geest, die, ten opzigt van kundigheden en vermogens , zo beperkc is, die zo dikwyls doolt en mistast, en wiens werkingen in zo menigerlei opzigt van dat aardfche, broofche ligchaam afhangen ; een leven »
- Page 3: N A G E L A T E N LEERREDENEN V A N
- Page 6 and 7: I N H O U D . DERDE LEERREDE. H E T
- Page 8 and 9: I N H O U D . NEGENDE LEERREDE. O0E
- Page 11 and 12: ö (jjod, eeuwige, onuitputbaare br
- Page 13 and 14: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 5 rnensc
- Page 15 and 16: VAN HET MENSCHELYKE GELUK» 7 verde
- Page 17 and 18: VAK HET MENSCHELYKE GELUK. .9 : uit
- Page 19: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. II merki
- Page 23 and 24: VAM HET MENSCHELYKE GELUK. 1$ fchel
- Page 25 and 26: VAN HET IWENSCHELYKE GELUK. If ge f
- Page 27 and 28: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. tfy den
- Page 29 and 30: VAN HET rvTEN'SCHELYKE GELUK. £1 h
- Page 31 and 32: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 23 dighe
- Page 33: VAN HET IVTENSCHELYKE GELUK. ffiC d
- Page 37 and 38: 6 Cjfod! gy alleen zyt groot, en uw
- Page 39 and 40: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, SHZ.
- Page 41 and 42: 'vAisr HP.T VERHEVENE EN GERINGE, e
- Page 43 and 44: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etiZ.
- Page 45 and 46: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, enz.
- Page 47 and 48: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 49 and 50: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, efJZ.
- Page 51 and 52: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, ettZ.
- Page 53 and 54: 'VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, OlZ.
- Page 55 and 56: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, etlZ.
- Page 57 and 58: VAN HET VERHEVENE EN GERINGE, CHZ.
- Page 59: DERDE LEERREDE. HET ONDERSCHEID TUS
- Page 62 and 63: 54 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN len, al
- Page 64 and 65: $6 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ne geda
- Page 66 and 67: 5 8 HET ONDERSCHEID TUSSCHEN zien ,
- Page 68 and 69: ÓO HET ONDERSCHEID TUSSCHEN en tot
12 BEPAALINë DER. DENKBEELDEN<br />
kens ophoudt en tot nadenken en overleg noodzaakt,<br />
zonder de frnertelyke ondervindingen,<br />
die wy zo dikwyls van onze zwakheid, van<br />
onze overyling, van onze onweetendheid er»<br />
dwaasheid, en feilbaarheid hebben, zouden wy<br />
nooit verftandig en wys worden, nooit onze<br />
bekwaamheden en vermogens juist beoordeelen<br />
en op de beste wyze gebruiken * nooit den<br />
fchyn van de waarheid, de gedaante van het<br />
wezen van malkanderen onderfcheiden, en derhal<br />
ven nooit ons geluk op vaste, duurzaame<br />
grondflagen leeren bouwen. Neen, ook mislukte<br />
poogingen en onderneemingen, ook verydelde<br />
ontwerpen en oogmerken, ook onvervulde<br />
wenfehen en onvoldaane begeerten zyn<br />
met het menfehelyke geluk zeer wel beftaanbaar.<br />
Daardoor worden oriteibaare, veel grooter<br />
en aanhoudender onheilenen fmerten, verdrietlykheden<br />
en teleurfïellingen van ons. verwyderd,<br />
of afgewend. Daardoor worden wy<br />
in het gebruiken en toepasfen van onze vermogens<br />
op de beste wyze geoefend, en dezelve<br />
krygen daardoor langs hoe juister en<br />
vaster plooi. Daardoor verkrygt onze reden<br />
fteeds meer en meer heerfchappy en vermogen<br />
op onze zinnelykheid , en by elke fchrede,<br />
waas*