Untitled
Untitled Untitled
tO'0 WAAROM HEEFT 'ER NIET MEERDER voordeden , wat al aangenaamheden, wat al gerieflykhedeh, wat al weldaaden voor het ligchaam en voor de ziel genieten wy niet elken dag, ja elk uur? Of, is de bewustheid van ons leven, het gevoel Onzer vermogens en onzer gezondheid ; is het menigvuldige , nuttige gebruik, 't welk wy daarvan maaken, óf althans kunnen maaken; is de voldoening Onzer verfchillende dringende behoeften; is de gedachte aan onze uitmuntende natuur en verordening , de gedachte aan onze onfterflykheid, de verheffing van onzen geest tot God, en het vooruitzigt op een beter toekomende: zyn dit alles geene zegeningen , wier genot ons dagelyks kan verheugen en gelukkig maaken? Èn hoe veel fchoons en goeds kunnen wy niet dag aan dag in de natuur en in het gezellige leven zien en ondervinden? Indien wy nu op dit alles zorgvuldig acht gaven; indien wy dit alles met bewustheid en overleg genooten; indien wy ons by deszelfs genot tot de eerfte, eeuwige Bron van al het fchoone en goede verheften, en daaruit onze verbindtenis met dezelven en onze toekomende verwachtingen afleidden: hoe grootelyks zouden wy daardoor niet de fom onzer aangenaame denkbeelden
CELUK ONDER ONS PLAATS? ioi den en gewaarwordingen, de fora van ons geluk vermeerderen! Welk een groot overwigt zou niet het goede op het kwaade zelfs volgens ons eigen inzigt en naar onze eigene ondervinding verkrygen! Met hoe veele voordeelen en zegeningen , met hoe menigerlei geneugten zou niet ieder, grooter en kleiner, tydperk onzes levens verfierd zyn! Wenscht gy derhalven uw geluk te vermeerderen , myne geliefde Vrienden! zo herinnert u dikwyls by het ontwaaken, dikwyls by het gaan ilaapen, dikwyls in de oogenblikken der afgezonderde overdenking van het fchoone en goede , 't welk u omringt, en 't welk gy zeiven hebt en bezit, of doen en genieten kunt; alle vermo^ gens en alle de uitmuntendheden van uwen geest en van uw ligchaam, alle middelen van verlichting , van verbetering, van genoegen, alle aangenaamheden van het huisfelyke en van het gezellige leven, alles, wat gy thans zyt* en wat gy nog eens moogt hoopen te worden. Telt dan uwe wezenlyke rykdommen by een, en gebruikt en geniet dezelve als redelyke fchepfelen met eene duidelyke bewustheid en onder een dankbaar befef hunner waarde. Eene
- Page 147 and 148: ZO WEINIG GENOEGEN?» I35) pooginge
- Page 149 and 150: ZO WEINIG GENOEGEN? I4I net genot v
- Page 151 and 152: 20 WEINIG GENOEGEN? T43 ïegenftaan
- Page 153 and 154: ZO WEINIG GENOEGEN? met ons geluk f
- Page 155 and 156: ZO WEÏNIG GENÖÈÜEN? l$f heid on
- Page 157 and 158: ZO WEINIG GENOEGEN? I49 van het teg
- Page 159 and 160: ZO WEINIG GENOEGEN? I51' en omftand
- Page 161 and 162: ZO WEINIG GENOEGEN? 153 menfchen ge
- Page 163: ZEVENDE L E E R R E D E . HET GEDRA
- Page 166 and 167: £58 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSC
- Page 168 and 169: ïf)0 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 170 and 171: l6i HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS6H
- Page 172 and 173: 164 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 174 and 175: l66 HET GrifJRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 176 and 177: Ifj8 HET GEDÏIAG VAN EEN VROOM MEN
- Page 178 and 179: ïfO HET GEDRAG VAN EEN VROOM MHNSC
- Page 180 and 181: 172 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 182 and 183: i74 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 184 and 185: l?6 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 186 and 187: I78 HET GEDRAG VAN EEN VROOM ENZ. a
- Page 189 and 190: h e b t o n s a l l e n t o t ó gy
- Page 191 and 192: .GELUK ONDER ONS PLAATS? lS3 Geluk,
- Page 193 and 194: GELUK ONDER ONS PLAATS? l8$ onze hu
- Page 195 and 196: GELUK. ONDER ONS PLAATS? l8f nen fm
- Page 197: GELUK ONDER ONS PLAATS? 189 toe di
- Page 201 and 202: GELUK ÓNDIÏl ONS PLAATS? ÏQJ gy,
- Page 203 and 204: GfcLÜK ONDER ONS PLAATS? I95 min,
- Page 205 and 206: GELUK ONDER ONS PLAATS? Ï97 veel g
- Page 207 and 208: GELUK ONDER ONS V LAATS? 10^ bruike
- Page 209 and 210: GELUK ONDER ONS PLAATS? SOI' dingen
- Page 211 and 212: GELUK ONDER ONS PLAATS? 253 mogelyk
- Page 213: NEGENDE LEERREDE. OORZAAKEN VAN HET
- Page 216 and 217: ÈOS OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN d
- Page 218 and 219: 810 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN de
- Page 220 and 221: 21 & OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN h
- Page 222 and 223: *I4 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ke
- Page 224 and 225: £l6 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAS?
- Page 226 and 227: 513 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ed
- Page 228 and 229: SÏO OORZAAKEN VAN HÉT GEBREK AAN
- Page 230 and 231: 324 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN he
- Page 232 and 233: 824 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN va
- Page 234 and 235: »aÖ OORZAAKEN VAN HET GEBREK ENZ.
- Page 237 and 238: 6 (jod, gy hebt ons, uwe fchepfelen
- Page 239 and 240: ' GELUK ONDER DE MENSCHEN. 231 Hoe
- Page 241 and 242: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 333 den we
- Page 243 and 244: GELUK. ONDER DE MENSCHEN. 235 aanwe
- Page 245 and 246: GELUK ONDER DE MENSCHEN. 2.$? ïusf
- Page 247 and 248: GELUK ONDER DE MENSCHEN. £39 fchap
tO'0 WAAROM HEEFT 'ER NIET MEERDER<br />
voordeden , wat al aangenaamheden, wat al<br />
gerieflykhedeh, wat al weldaaden voor het<br />
ligchaam en voor de ziel genieten wy niet elken<br />
dag, ja elk uur? Of, is de bewustheid<br />
van ons leven, het gevoel Onzer vermogens<br />
en onzer gezondheid ; is het menigvuldige ,<br />
nuttige gebruik, 't welk wy daarvan maaken,<br />
óf althans kunnen maaken; is de voldoening<br />
Onzer verfchillende dringende behoeften; is de<br />
gedachte aan onze uitmuntende natuur en verordening<br />
, de gedachte aan onze onfterflykheid,<br />
de verheffing van onzen geest tot God, en<br />
het vooruitzigt op een beter toekomende: zyn<br />
dit alles geene zegeningen , wier genot ons<br />
dagelyks kan verheugen en gelukkig maaken?<br />
Èn hoe veel fchoons en goeds kunnen wy<br />
niet dag aan dag in de natuur en in het gezellige<br />
leven zien en ondervinden? Indien wy<br />
nu op dit alles zorgvuldig acht gaven; indien<br />
wy dit alles met bewustheid en overleg genooten;<br />
indien wy ons by deszelfs genot tot de<br />
eerfte, eeuwige Bron van al het fchoone en<br />
goede verheften, en daaruit onze verbindtenis<br />
met dezelven en onze toekomende verwachtingen<br />
afleidden: hoe grootelyks zouden wy daardoor<br />
niet de fom onzer aangenaame denkbeelden