Untitled
Untitled Untitled
i74 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH gronden en begrypèn kunt, omdat het einde daarvan voor u met duisterheid bedekt is. Draag uwe rampen met ftandvastigheid, roepen verder de wysheid en de godsdienst den rampfpoedigen toe. Wacht u van Jaage, onrechtvaardige , met Gods wil en met uwen pligc ftrydende middelen te gebruiken, om u van uw lyden te ontdaan. Werp den last, die u deukt, niet eigendunkelyk, niet in euvelen moede van uwe fchouderen. Draag denzelven zo lang, tot dat het den geenen, die hen u opgelegd heeft, behaagt, hem u weder af te neemen. Hy heeft last en kracht naar den naauwkeurigflen maatftaf tegen malkanderen afgemeeten, en zal u nooit meer opleggen, dan gy in ftaat zyt te draagen. Is uwe kracht uitgeput, dan is ook gewislyk het oogenblik van hulp en verlosfing niet verre af. Wanhoop derhalven nimmer aan uwe krachten, hoe bepaald dezelve ook zyn; God, die ze u gaf, kan en zal ze vermeerderen. Zyne kracht, die alles in allen werkt, is ook in den zwakken magtig, en kan meer doen, en doet zeer dikwyls veel meer dan wy kunnen wenfehen en bevatten. Volhard derhalven met een rustig en onverfchrok- ke»
IN VOORSPOED EN IN TEGENSPOED. 1^5 ken gemoed, hoe lang uw lyden ook duuren moge , en fchoon het onheil u zelfs met verderf en ondergang bedreige. Op den mensch, op den Christen, die met den tegenfpoed worstelt, en in dien ftryd overwint* ziet de Beheerfcher der waereld met byzonder welgevallen neder, en die mag zich alles van de gevolgen zyns ftryds en zyner overwinning belooven. Vereenig, roepen ten derden wysheid en gods* dienst den rampfpoedigen toe, vereenig met uwe ftandvastigkeid een rustig en geloovig vertrouwen op God. Alle eigenfchappen immers, die u gerustheid en vertrouwen inboezemen kunnen, zyn den Allerhoogften, den Oneindigen, uwen Schepper en Vader, zonder eenige bepaaling, zyn hem wezenlyk eigen. Hy is de Alweetende, die alle uwe behoeften, alle uwe gebreken en lyden, en alle middelen en wegen, om dezelve te verhelpen, op het naauwkeurigfte en met eene onbedrieglyke zekerheid kent. Hy is de Almagtige, die alles in zyne hand heeft, aan wien alle fchepfelen, alle toevalligheden , alle gebeurtenisfen in hemel en op aarde onderworpen zyn; zonder wiens toelaating u
- Page 132 and 133: Ia* DE GENEUGTEN DER DEUGD. neiging
- Page 134 and 135: lafj DE GENEUGTEN DER DEUGD.' den w
- Page 137 and 138: o (jod, gy hebc ons allen tot geluk
- Page 139 and 140: EO WEINIG GENOEGEN? IJl Wy hebben u
- Page 141 and 142: STO WEINIG GENOEGEN? I33 ligheid ui
- Page 143 and 144: ZO WEINIG GENOEGEN? X35 een waarely
- Page 145 and 146: ZO WEINIG GENOEGEN? I37 hem aanbied
- Page 147 and 148: ZO WEINIG GENOEGEN?» I35) pooginge
- Page 149 and 150: ZO WEINIG GENOEGEN? I4I net genot v
- Page 151 and 152: 20 WEINIG GENOEGEN? T43 ïegenftaan
- Page 153 and 154: ZO WEINIG GENOEGEN? met ons geluk f
- Page 155 and 156: ZO WEÏNIG GENÖÈÜEN? l$f heid on
- Page 157 and 158: ZO WEINIG GENOEGEN? I49 van het teg
- Page 159 and 160: ZO WEINIG GENOEGEN? I51' en omftand
- Page 161 and 162: ZO WEINIG GENOEGEN? 153 menfchen ge
- Page 163: ZEVENDE L E E R R E D E . HET GEDRA
- Page 166 and 167: £58 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSC
- Page 168 and 169: ïf)0 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 170 and 171: l6i HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS6H
- Page 172 and 173: 164 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 174 and 175: l66 HET GrifJRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 176 and 177: Ifj8 HET GEDÏIAG VAN EEN VROOM MEN
- Page 178 and 179: ïfO HET GEDRAG VAN EEN VROOM MHNSC
- Page 180 and 181: 172 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 184 and 185: l?6 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 186 and 187: I78 HET GEDRAG VAN EEN VROOM ENZ. a
- Page 189 and 190: h e b t o n s a l l e n t o t ó gy
- Page 191 and 192: .GELUK ONDER ONS PLAATS? lS3 Geluk,
- Page 193 and 194: GELUK ONDER ONS PLAATS? l8$ onze hu
- Page 195 and 196: GELUK. ONDER ONS PLAATS? l8f nen fm
- Page 197 and 198: GELUK ONDER ONS PLAATS? 189 toe di
- Page 199 and 200: CELUK ONDER ONS PLAATS? ioi den en
- Page 201 and 202: GELUK ÓNDIÏl ONS PLAATS? ÏQJ gy,
- Page 203 and 204: GfcLÜK ONDER ONS PLAATS? I95 min,
- Page 205 and 206: GELUK ONDER ONS PLAATS? Ï97 veel g
- Page 207 and 208: GELUK ONDER ONS V LAATS? 10^ bruike
- Page 209 and 210: GELUK ONDER ONS PLAATS? SOI' dingen
- Page 211 and 212: GELUK ONDER ONS PLAATS? 253 mogelyk
- Page 213: NEGENDE LEERREDE. OORZAAKEN VAN HET
- Page 216 and 217: ÈOS OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN d
- Page 218 and 219: 810 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN de
- Page 220 and 221: 21 & OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN h
- Page 222 and 223: *I4 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ke
- Page 224 and 225: £l6 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAS?
- Page 226 and 227: 513 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN ed
- Page 228 and 229: SÏO OORZAAKEN VAN HÉT GEBREK AAN
- Page 230 and 231: 324 OORZAAKEN VAN HET GEBREK AAN he
i74 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH<br />
gronden en begrypèn kunt, omdat het einde<br />
daarvan voor u met duisterheid bedekt is.<br />
Draag uwe rampen met ftandvastigheid, roepen<br />
verder de wysheid en de godsdienst den<br />
rampfpoedigen toe. Wacht u van Jaage, onrechtvaardige<br />
, met Gods wil en met uwen pligc<br />
ftrydende middelen te gebruiken, om u van uw<br />
lyden te ontdaan. Werp den last, die u deukt,<br />
niet eigendunkelyk, niet in euvelen moede van<br />
uwe fchouderen. Draag denzelven zo lang, tot<br />
dat het den geenen, die hen u opgelegd heeft,<br />
behaagt, hem u weder af te neemen. Hy<br />
heeft last en kracht naar den naauwkeurigflen<br />
maatftaf tegen malkanderen afgemeeten, en zal<br />
u nooit meer opleggen, dan gy in ftaat zyt te<br />
draagen. Is uwe kracht uitgeput, dan is ook<br />
gewislyk het oogenblik van hulp en verlosfing<br />
niet verre af. Wanhoop derhalven nimmer<br />
aan uwe krachten, hoe bepaald dezelve ook<br />
zyn; God, die ze u gaf, kan en zal ze vermeerderen.<br />
Zyne kracht, die alles in allen<br />
werkt, is ook in den zwakken magtig, en kan<br />
meer doen, en doet zeer dikwyls veel meer<br />
dan wy kunnen wenfehen en bevatten. Volhard<br />
derhalven met een rustig en onverfchrok-<br />
ke»