Untitled
Untitled Untitled
Ï5Q WAAROM GENIET MENIG DEUGDZAAMS de deugd hem aanbiedt, hoe kan hy van deïzelver waarde een rechtmaatig befef hebben, en dezelve met een onbekommerde ziel genieten? Neen , vormt u juiste begrippen van 'e geen de mensch hier is en behoort te zyn. Reeds hier bewoont hy een gewest van Gods Koningryk, dat met duizend fchoonheden en zegeningen verfierd is , die hem allen, ter genieting nodigen. Reeds hier zal hy een gedeelte der vruchten zyner werken inzamelen, hier waare gelukzaligheid genieten, fchoon de volle oogst, de verhevener en opperde gelukzaligheid eerst na dit leven op hem wacht. Zelfs deeze laage trap van zyn aanweezen is zo wel een doeleinde als een middel tot verhevener doeleinden; de mensch is niet enkel en alleen om het toekomende, maar ook om het tegenwoordige hier, en de godzaligheid, de vroome deugd, heeft zo wel de beloften van het tegenwoordige als van het toekomende leven. Even zo weinig ftrydt ook, eindelyk, myne aandachtige Toehoorers! het blymoedige genot van de geneugten der deugd met den geest §n de oogmerken van het Christendom, Maarli t§ dikwyls verwart men in dit ftuk tyden
ZO WEINIG GENOEGEN? I51' en omftandigheden met eikanderen, en past op alle Christenen toe, 't geen flechts eenigen, en voornaamelyk de eerfte belyders van Jefus betreft. Als derhal ven in het Euangelie de weg der Christelyke deugd als fmal en moei- jelyk voorgefteld; als van de leerlingen van Christus geeischt wordt, dat zy hun kruis op- neemen en hem in lyden navolgen moeten;als 'er gezegd wordt, dat de vroomen door vee le verdrukkingen in Gods koningryk moeten ingaan; als men leest: allen, die godzaliglyk willen leeven in Christus Jefus, zullen vervolgd worden: trekt men daar maar al te dikwyls dit gevolg uit, dat alle waare Christenen als 't ware alle genoegen vaarwel zeggen moe ten, dat zy aan meerder onheilen en kwellin gen dan andere menfchen onderhevig zyn, en op louter verdrietlykheden en lyden hebben, ftaat te maaken. Doch, zo waarachtig als dit ten opzigt van zeer veelen der eerfte leerlin gen en navolgeren van Jefus Christus was: zo min kan het op geruster tyden, hoedanige de onze zyn, worden toegepast; en zo weinig volgt dit uit den geest en de oogmerken van het Christendom. Neen, eischt het Christen dom eene groote, zuiverer deugd van ons dan K 4 van
- Page 107: FT F D E LEERREDE. DE GENEUGTEN DER
- Page 110 and 111: Ï02 BE GENEUGTEN DER DEUGD, vens b
- Page 112 and 113: 104 DE GENEUGTEN DER DEUGD. en fmer
- Page 114 and 115: ICf> DE GENEUGTEN DER DEUGD» haar
- Page 116 and 117: T08 DE GENEUGTEN DER. DEUGD. mensch
- Page 118 and 119: tlCS DE GENEUGTEN DER DEUGD, fusthe
- Page 120 and 121: 112 DE GENEUGTEN DER DEUGD* oogen,-
- Page 122 and 123: $14 DE GENEUGTEN DER DEUGDi boven h
- Page 124 and 125: HÓ DE GENEUGTEN DER DEUGD." felen,
- Page 126 and 127: Ji8 DÉ GENEUGTEN DER. DEUGD. reiki
- Page 128 and 129: 12© DE GENEUGTEN DER DEUGD. hy zon
- Page 130 and 131: Iti DE GENEUGTEN DER DEUGD. den van
- Page 132 and 133: Ia* DE GENEUGTEN DER DEUGD. neiging
- Page 134 and 135: lafj DE GENEUGTEN DER DEUGD.' den w
- Page 137 and 138: o (jod, gy hebc ons allen tot geluk
- Page 139 and 140: EO WEINIG GENOEGEN? IJl Wy hebben u
- Page 141 and 142: STO WEINIG GENOEGEN? I33 ligheid ui
- Page 143 and 144: ZO WEINIG GENOEGEN? X35 een waarely
- Page 145 and 146: ZO WEINIG GENOEGEN? I37 hem aanbied
- Page 147 and 148: ZO WEINIG GENOEGEN?» I35) pooginge
- Page 149 and 150: ZO WEINIG GENOEGEN? I4I net genot v
- Page 151 and 152: 20 WEINIG GENOEGEN? T43 ïegenftaan
- Page 153 and 154: ZO WEINIG GENOEGEN? met ons geluk f
- Page 155 and 156: ZO WEÏNIG GENÖÈÜEN? l$f heid on
- Page 157: ZO WEINIG GENOEGEN? I49 van het teg
- Page 161 and 162: ZO WEINIG GENOEGEN? 153 menfchen ge
- Page 163: ZEVENDE L E E R R E D E . HET GEDRA
- Page 166 and 167: £58 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSC
- Page 168 and 169: ïf)0 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 170 and 171: l6i HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS6H
- Page 172 and 173: 164 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 174 and 175: l66 HET GrifJRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 176 and 177: Ifj8 HET GEDÏIAG VAN EEN VROOM MEN
- Page 178 and 179: ïfO HET GEDRAG VAN EEN VROOM MHNSC
- Page 180 and 181: 172 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 182 and 183: i74 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 184 and 185: l?6 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 186 and 187: I78 HET GEDRAG VAN EEN VROOM ENZ. a
- Page 189 and 190: h e b t o n s a l l e n t o t ó gy
- Page 191 and 192: .GELUK ONDER ONS PLAATS? lS3 Geluk,
- Page 193 and 194: GELUK ONDER ONS PLAATS? l8$ onze hu
- Page 195 and 196: GELUK. ONDER ONS PLAATS? l8f nen fm
- Page 197 and 198: GELUK ONDER ONS PLAATS? 189 toe di
- Page 199 and 200: CELUK ONDER ONS PLAATS? ioi den en
- Page 201 and 202: GELUK ÓNDIÏl ONS PLAATS? ÏQJ gy,
- Page 203 and 204: GfcLÜK ONDER ONS PLAATS? I95 min,
- Page 205 and 206: GELUK ONDER ONS PLAATS? Ï97 veel g
- Page 207 and 208: GELUK ONDER ONS V LAATS? 10^ bruike
ZO WEINIG GENOEGEN? I51'<br />
en omftandigheden met eikanderen, en past op<br />
alle Christenen toe, 't geen flechts eenigen,<br />
en voornaamelyk de eerfte belyders van Jefus<br />
betreft. Als derhal ven in het Euangelie de<br />
weg der Christelyke deugd als fmal en moei-<br />
jelyk voorgefteld; als van de leerlingen van<br />
Christus geeischt wordt, dat zy hun kruis op-<br />
neemen en hem in lyden navolgen moeten;als<br />
'er gezegd wordt, dat de vroomen door vee<br />
le verdrukkingen in Gods koningryk moeten<br />
ingaan; als men leest: allen, die godzaliglyk<br />
willen leeven in Christus Jefus, zullen vervolgd<br />
worden: trekt men daar maar al te dikwyls<br />
dit gevolg uit, dat alle waare Christenen als<br />
't ware alle genoegen vaarwel zeggen moe<br />
ten, dat zy aan meerder onheilen en kwellin<br />
gen dan andere menfchen onderhevig zyn, en<br />
op louter verdrietlykheden en lyden hebben,<br />
ftaat te maaken. Doch, zo waarachtig als dit<br />
ten opzigt van zeer veelen der eerfte leerlin<br />
gen en navolgeren van Jefus Christus was: zo<br />
min kan het op geruster tyden, hoedanige de<br />
onze zyn, worden toegepast; en zo weinig<br />
volgt dit uit den geest en de oogmerken van<br />
het Christendom. Neen, eischt het Christen<br />
dom eene groote, zuiverer deugd van ons dan<br />
K 4 van