Untitled
Untitled Untitled
Ï40 WAAROM GENIET MENIG DEUGDZAAMR langen. Hoe bekender -en vertrouwelyker gy met de deugd wordt; hoe langer gy haar ten diehst ftaat; hoe meer gy voor haar doet en opoffert; hoe beter gy het karakter van haa ren hoogfchatter en vriend handhaaft, des te zekerer en volkomener zal zy u alle geneug ten en zaligheden doen genieten , die men zich maar eenigzins in haar gezelfchap en ge meen fchaap belooven mag. Eene vierde en wel de vruchtbaarfte oor zaak , waarom veel goede menfchen de ge neugten der deugd niet in die maate genieten, als zy wel konden en behoorden, zyn veeler- lei vooroordeelen, veelerlei valfche of verkeerde begrippen van de gewigtig/ie dingen, by voor beeld, verkeerde begrippen van God; verkeer de begrippen van de deugd; verkeerde begrip pen van het genoegen ; verkeerde begrippen van het oogmerk des tegenwoordigen levens; verkeerde begrippen van den geest en de be«- doelingen van het Christendom. Laaten wy deeze verfcheidene beletfelen der opgeruimde en blymoedige deugd van nader by befchou- wen, op dat wy dezelve leeren vermyden. Eerftelyk dan zyn het verkeerde of valfche begrippen van God, die by zo menigen mensch het
ZO WEINIG GENOEGEN? I4I net genot van de geneugten der deugd verminderen. God eischt de deugd van ons, en hy is de bron van al ons geluk. Hoe veel moet 'er dan niet van het denkbeeld afhangen , 't welk wy ons van hem vormen ! En hoe akelig , hoe veel meer gefchikt om vrees en fchrik , dan om liefde en vertrouwen te verwekken, zyn niet by veele anders welgezinde menfchen deeze denkbeelden van God! Maar al te dikwyls ftellen zy zich God eeniglyk voor als den eeuwigen, den oneindigen, den oneindigen, den Almagtigen, den boven alles verhevenen, den volmaakt Heiligen; gevoelen den volftrekt onmeetlyken afftand, die 'er tusfchen hem en hen plaats heeft; bezwyken als 't ware onder dit drukkende gevoel, en vergeeten daardoor, dat hy tevens de Alwyze, de Algoede , de Allergoedertierenfte en Bermhartigfte , dat hy de Liefde zelve is. Maar al te dikwyls ftellen zy zich hem voor als eenen geftrengen opperheer, als eenen onverbiddelyken, een altoos tot ftraffen geneigden Rechter en wreeker niet alleen van elke zonde en elke misdaad, maar ook van elk verzuim en elke feil; cn vreezen voor zyne geftrenge rechtvaardigheid, die toch enkel wyze goedheid is, al te zeer, dan
- Page 97 and 98: VAN HET MENSCHELYKE GELÜK. 8c? vol
- Page 99 and 100: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 01 naamf
- Page 101 and 102: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 93 fcegt
- Page 103 and 104: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 9f> luk,
- Page 105 and 106: VAN HET MENSCHÊLVKÈ GEL'ÜK»
- Page 107: FT F D E LEERREDE. DE GENEUGTEN DER
- Page 110 and 111: Ï02 BE GENEUGTEN DER DEUGD, vens b
- Page 112 and 113: 104 DE GENEUGTEN DER DEUGD. en fmer
- Page 114 and 115: ICf> DE GENEUGTEN DER DEUGD» haar
- Page 116 and 117: T08 DE GENEUGTEN DER. DEUGD. mensch
- Page 118 and 119: tlCS DE GENEUGTEN DER DEUGD, fusthe
- Page 120 and 121: 112 DE GENEUGTEN DER DEUGD* oogen,-
- Page 122 and 123: $14 DE GENEUGTEN DER DEUGDi boven h
- Page 124 and 125: HÓ DE GENEUGTEN DER DEUGD." felen,
- Page 126 and 127: Ji8 DÉ GENEUGTEN DER. DEUGD. reiki
- Page 128 and 129: 12© DE GENEUGTEN DER DEUGD. hy zon
- Page 130 and 131: Iti DE GENEUGTEN DER DEUGD. den van
- Page 132 and 133: Ia* DE GENEUGTEN DER DEUGD. neiging
- Page 134 and 135: lafj DE GENEUGTEN DER DEUGD.' den w
- Page 137 and 138: o (jod, gy hebc ons allen tot geluk
- Page 139 and 140: EO WEINIG GENOEGEN? IJl Wy hebben u
- Page 141 and 142: STO WEINIG GENOEGEN? I33 ligheid ui
- Page 143 and 144: ZO WEINIG GENOEGEN? X35 een waarely
- Page 145 and 146: ZO WEINIG GENOEGEN? I37 hem aanbied
- Page 147: ZO WEINIG GENOEGEN?» I35) pooginge
- Page 151 and 152: 20 WEINIG GENOEGEN? T43 ïegenftaan
- Page 153 and 154: ZO WEINIG GENOEGEN? met ons geluk f
- Page 155 and 156: ZO WEÏNIG GENÖÈÜEN? l$f heid on
- Page 157 and 158: ZO WEINIG GENOEGEN? I49 van het teg
- Page 159 and 160: ZO WEINIG GENOEGEN? I51' en omftand
- Page 161 and 162: ZO WEINIG GENOEGEN? 153 menfchen ge
- Page 163: ZEVENDE L E E R R E D E . HET GEDRA
- Page 166 and 167: £58 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSC
- Page 168 and 169: ïf)0 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 170 and 171: l6i HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS6H
- Page 172 and 173: 164 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 174 and 175: l66 HET GrifJRAG VAN EEN VROOM MENS
- Page 176 and 177: Ifj8 HET GEDÏIAG VAN EEN VROOM MEN
- Page 178 and 179: ïfO HET GEDRAG VAN EEN VROOM MHNSC
- Page 180 and 181: 172 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 182 and 183: i74 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 184 and 185: l?6 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSCH
- Page 186 and 187: I78 HET GEDRAG VAN EEN VROOM ENZ. a
- Page 189 and 190: h e b t o n s a l l e n t o t ó gy
- Page 191 and 192: .GELUK ONDER ONS PLAATS? lS3 Geluk,
- Page 193 and 194: GELUK ONDER ONS PLAATS? l8$ onze hu
- Page 195 and 196: GELUK. ONDER ONS PLAATS? l8f nen fm
- Page 197 and 198: GELUK ONDER ONS PLAATS? 189 toe di
ZO WEINIG GENOEGEN? I4I<br />
net genot van de geneugten der deugd verminderen.<br />
God eischt de deugd van ons, en<br />
hy is de bron van al ons geluk. Hoe veel<br />
moet 'er dan niet van het denkbeeld afhangen ,<br />
't welk wy ons van hem vormen ! En hoe<br />
akelig , hoe veel meer gefchikt om vrees en<br />
fchrik , dan om liefde en vertrouwen te verwekken,<br />
zyn niet by veele anders welgezinde<br />
menfchen deeze denkbeelden van God! Maar<br />
al te dikwyls ftellen zy zich God eeniglyk<br />
voor als den eeuwigen, den oneindigen, den<br />
oneindigen, den Almagtigen, den boven alles<br />
verhevenen, den volmaakt Heiligen; gevoelen<br />
den volftrekt onmeetlyken afftand, die 'er tusfchen<br />
hem en hen plaats heeft; bezwyken als<br />
't ware onder dit drukkende gevoel, en vergeeten<br />
daardoor, dat hy tevens de Alwyze, de<br />
Algoede , de Allergoedertierenfte en Bermhartigfte<br />
, dat hy de Liefde zelve is. Maar al te dikwyls<br />
ftellen zy zich hem voor als eenen geftrengen<br />
opperheer, als eenen onverbiddelyken, een<br />
altoos tot ftraffen geneigden Rechter en wreeker<br />
niet alleen van elke zonde en elke misdaad,<br />
maar ook van elk verzuim en elke feil; cn<br />
vreezen voor zyne geftrenge rechtvaardigheid,<br />
die toch enkel wyze goedheid is, al te zeer,<br />
dan