Untitled
Untitled Untitled
112 DE GENEUGTEN DER DEUGD* oogen,- en ik bemerk, ik zie, dat ik het zelve alieugskens. nader kom. En hoe weltevreden met zichzelven en met zynen ftaat moet dit niec den deugdzaamen doen worden, hoe onaanziene- lyk zyne uiterlyke omftandigheden,enhoeramp- fpoedig zyne lotgevallen ook zyn mogten! En welk genoegen toch is zuiverer en duurzaamer, welk verfpreidt een zagter licht over het ganc- fche leven, over alle paden van den mensch, dan deeze weltevredenheid met zichzelven! Maar, indien deeze den mensch bezielt en ge lukkig maakt, myne aandachtige Toehoorers! geniet hy ook, ten vierden, eene vrye en aan* genaame verkeering met zyne medemenfehen. En ook dit genoegen verfchaft hem de deugd, zo al niet eeniglyk en by wyze van uitfluiting, althans tot eenen uitneemenden trap. Den deugdzaamen vergezellen geen nyd en afgunst, geen hoogmoed en laatdunkendheid, geene kwaa- de oogmerken en aanflagen, geene geheime ver- wytingen en bekommeringen; neen, hem ver gezellen goedwilligheid en liefde, welgevallen in alles, en verheuging over alles, wat fchoon en goed is; hem vergezellen een gerust hart, èen goed geweeten, een befcheiden vertrouwen in de famenleeving mee zyne broederen. Hy komt
BE GENEUGTEN DER DEUGD» lig komt nocrYtot menfcherf, die hy beledigd, géhoond, benadeeld heeft, of dien hy fchade zoekt toetebrengen, of voor wier misnoegen en wraak hy te vreezen heeft; noch tot zodanigen, te* gen welken hy in zyn hart haat en vyandfchap voedt, met welken hy zich volftrekt niet verdraagen kan, of welken hy niet genegen is t® vergeeven, te helpen, wel te doen, Hy heeft in de verkeering met anderen befchaaming noch verwytingen te vreezen; behoeft, zichzelven geenen lastigen dwang aan te doen, zich en zyne gevoelens en oogmerken niet angstvalliglyk te vermommen en te verbergen, en niet nu onder dit, dan onder een ander kleed, befcherming en achting af te bedelen. Hy kan zich zonder gevaar venoonen, zo als hy is, fpreeken, gelyk hy denkt, handelen, gelyk met zyn karakter overeenltemt; en de bewustheid van zyne braafheid, de innerlyke overtuiging van zyne waardigheid beneemt zelfs de onbillykfle berisping en de onverdiende kleinachting, die hem ooit zou kunnen treffen, haare voornaamfte kracht, Hoe minder aanfpraak hy op uiterlyke voorrechten, op byzondere eerbeWyzingen maakt; hoe meer hy der waarheid boven den fchyn, het nacuurelyke boven het ontleende, het wezenlyke VIII. STU K O H J ) 0,
- Page 70 and 71: 6l HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ze beva
- Page 72 and 73: 6+ HET ONDERSCHEID TUSSCHEN ven fty
- Page 74 and 75: 66 HET ONDERSCHEID TÜSSCHEfï kan
- Page 76 and 77: 6$ HET ONDERSCHEID TUSSCHEW baare b
- Page 78 and 79: f8. HET ONDERSCHEID TUSgCIIJKN lend
- Page 80 and 81: 7* HET ONDERFCHEID TUSSCHEN E N 2.
- Page 83 and 84: ó Cjf °d , goedertjerene ,' liefd
- Page 85 and 86: VAN HET MENSCIIELYKE GELUK. ' ff ee
- Page 87 and 88: VAN HET MENSCHÈLYÈE GËLÜK. neug
- Page 89 and 90: V&N HET MENSCHELYKE SELÜK. Sï den
- Page 91 and 92: VAM HET MENSCHELVKE GELÜK« •arb
- Page 93 and 94: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 85 hy de
- Page 95 and 96: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 87 waarn
- Page 97 and 98: VAN HET MENSCHELYKE GELÜK. 8c? vol
- Page 99 and 100: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 01 naamf
- Page 101 and 102: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 93 fcegt
- Page 103 and 104: VAN HET MENSCHELYKE GELUK. 9f> luk,
- Page 105 and 106: VAN HET MENSCHÊLVKÈ GEL'ÜK»
- Page 107: FT F D E LEERREDE. DE GENEUGTEN DER
- Page 110 and 111: Ï02 BE GENEUGTEN DER DEUGD, vens b
- Page 112 and 113: 104 DE GENEUGTEN DER DEUGD. en fmer
- Page 114 and 115: ICf> DE GENEUGTEN DER DEUGD» haar
- Page 116 and 117: T08 DE GENEUGTEN DER. DEUGD. mensch
- Page 118 and 119: tlCS DE GENEUGTEN DER DEUGD, fusthe
- Page 122 and 123: $14 DE GENEUGTEN DER DEUGDi boven h
- Page 124 and 125: HÓ DE GENEUGTEN DER DEUGD." felen,
- Page 126 and 127: Ji8 DÉ GENEUGTEN DER. DEUGD. reiki
- Page 128 and 129: 12© DE GENEUGTEN DER DEUGD. hy zon
- Page 130 and 131: Iti DE GENEUGTEN DER DEUGD. den van
- Page 132 and 133: Ia* DE GENEUGTEN DER DEUGD. neiging
- Page 134 and 135: lafj DE GENEUGTEN DER DEUGD.' den w
- Page 137 and 138: o (jod, gy hebc ons allen tot geluk
- Page 139 and 140: EO WEINIG GENOEGEN? IJl Wy hebben u
- Page 141 and 142: STO WEINIG GENOEGEN? I33 ligheid ui
- Page 143 and 144: ZO WEINIG GENOEGEN? X35 een waarely
- Page 145 and 146: ZO WEINIG GENOEGEN? I37 hem aanbied
- Page 147 and 148: ZO WEINIG GENOEGEN?» I35) pooginge
- Page 149 and 150: ZO WEINIG GENOEGEN? I4I net genot v
- Page 151 and 152: 20 WEINIG GENOEGEN? T43 ïegenftaan
- Page 153 and 154: ZO WEINIG GENOEGEN? met ons geluk f
- Page 155 and 156: ZO WEÏNIG GENÖÈÜEN? l$f heid on
- Page 157 and 158: ZO WEINIG GENOEGEN? I49 van het teg
- Page 159 and 160: ZO WEINIG GENOEGEN? I51' en omftand
- Page 161 and 162: ZO WEINIG GENOEGEN? 153 menfchen ge
- Page 163: ZEVENDE L E E R R E D E . HET GEDRA
- Page 166 and 167: £58 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENSC
- Page 168 and 169: ïf)0 HET GEDRAG VAN EEN VROOM MENS
112 DE GENEUGTEN DER DEUGD*<br />
oogen,- en ik bemerk, ik zie, dat ik het zelve<br />
alieugskens. nader kom. En hoe weltevreden<br />
met zichzelven en met zynen ftaat moet dit niec<br />
den deugdzaamen doen worden, hoe onaanziene-<br />
lyk zyne uiterlyke omftandigheden,enhoeramp-<br />
fpoedig zyne lotgevallen ook zyn mogten! En<br />
welk genoegen toch is zuiverer en duurzaamer,<br />
welk verfpreidt een zagter licht over het ganc-<br />
fche leven, over alle paden van den mensch,<br />
dan deeze weltevredenheid met zichzelven!<br />
Maar, indien deeze den mensch bezielt en ge<br />
lukkig maakt, myne aandachtige Toehoorers!<br />
geniet hy ook, ten vierden, eene vrye en aan*<br />
genaame verkeering met zyne medemenfehen.<br />
En ook dit genoegen verfchaft hem de deugd,<br />
zo al niet eeniglyk en by wyze van uitfluiting,<br />
althans tot eenen uitneemenden trap. Den<br />
deugdzaamen vergezellen geen nyd en afgunst,<br />
geen hoogmoed en laatdunkendheid, geene kwaa-<br />
de oogmerken en aanflagen, geene geheime ver-<br />
wytingen en bekommeringen; neen, hem ver<br />
gezellen goedwilligheid en liefde, welgevallen<br />
in alles, en verheuging over alles, wat fchoon<br />
en goed is; hem vergezellen een gerust hart,<br />
èen goed geweeten, een befcheiden vertrouwen<br />
in de famenleeving mee zyne broederen. Hy<br />
komt