Had-je-me-maar - Theo Bakker's Domein
Had-je-me-maar - Theo Bakker's Domein
Had-je-me-maar - Theo Bakker's Domein
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Straattypen en standwerkers<br />
Hubertus Zuurbier, Heerhugowaard 1880-1962 Amsterdam,<br />
geen alias, gewoon Zuurbier<br />
Bertus Zuurbier was van huis uit katholiek. Hij vertrok op<br />
jonge leeftijd naar Amsterdam en werd flessenspoeler in een<br />
apotheek. Hij sloot zich aan bij de vri<strong>je</strong> anarchisten en raakte<br />
in de ban van de door hem verafgode leidsman Ferdinand<br />
Do<strong>me</strong>la Nieuwenhuis. Zuurbier werd straatcolporteur voor de<br />
“Vri<strong>je</strong> Socialist”, eerst op het Amstelveld en na 1931 vooral op<br />
het Nassauplein, aan de voet van het standbeeld van “zijn” Do<strong>me</strong>la<br />
Nieuwenhuis. Hij droeg altijd zijn donkere kostuum <strong>me</strong>t<br />
breedgerande zwarte hoed, naar gelang het weertype aangevuld<br />
<strong>me</strong>t donkere regenjas of donkere wijde mantel. Dat laatste<br />
kledingstuk vervulde een rol in zijn “act” op het Nassauplein,<br />
die ik als kind nog kon aanschouwen. Op een of andere manier<br />
speelde de Tachtigjarige Oorlog een rol in zijn redevoering en<br />
<strong>me</strong>t enige regelmaat schreeuwde hij het uit, daarbij <strong>me</strong>t een<br />
hand zijn mantel opengooiend: “Wat is nou vier jaar oorlog?<br />
Wij…, tachtig jaar!”<br />
Zuurbier was recalcitrant, scherp van tong en spitsvondig.<br />
Op het Amstelveld deelde hij een buitenmuur van de houten<br />
noodkerk <strong>me</strong>t enkele evangelisatiepredikers (Baas en Tim<strong>me</strong>rmans)<br />
en deelde hij zijn buren <strong>me</strong>nige sneer uit. Hij was anarchist<br />
<strong>maar</strong> vooral antikatholiek, antimilitarist en antifascist.<br />
Oh, ja, ook nog antialcoholist.<br />
Typerend voor zijn verteltrant is het volgende verhaal:<br />
‘Ik kreeg verleden week een dwangbevel: In naam der koningin.<br />
Ik naar Den Haag. Bel aan bij het paleis. Willemien<br />
doet zelf open <strong>me</strong>t een bont schórt voor. Ze zegt: Neem <strong>me</strong><br />
6