fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek
fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek
fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DAF :Tilatsinstructies Drukregeraar 6'3 4'1 6 /1<br />
DRUKREGELAAR<br />
AFSTE LLING<br />
I nscha ke ldru k :<br />
Uitschakeldru k :<br />
Indien nodig afstellen<br />
DOE L<br />
6,6 bar (Ug/cm?l<br />
7 ,3 bar (kg/. mzl<br />
met stelbout 12.<br />
Het regelen van de bedrijfsdruk en filtreren van<br />
de lucht, waardoor vervuilen van componenten<br />
en leidingen wordt voorkomen.<br />
t,\IERKING<br />
Vanaf de compressor wordt de lucht via de aansluiting<br />
1 door het f ilter 2 in de ruimte a geperst.<br />
Vervolgens wordt de terugslagklep 3 geopend<br />
en via de aansf uiting 4 stroomt de samengeperste<br />
lucht naar de luchtketels.<br />
Tegelijkertijd wordt in de ruimte b onder de<br />
membraanzuiger 5 een druk opgebouwd.<br />
Bij het bereiken van de afschakeldruk wordt de<br />
membraanzuiger 5 tegen de spanning van de<br />
veer 6 naar boven bewogen.<br />
De uítlaat 7 voor de ruímte c wordt gesloten<br />
en de inlaat 8 wordt geopend.<br />
Samengeperste lucht uit de ruimte b kan nu in<br />
de ruimte c boven de zuiger 9 stromen. De zuiger<br />
9 wordt naar beneden bewogen en de afblaasklep<br />
10 wordt geopend.<br />
De compressor werkt nu onbelast totdat, door<br />
luchtverbruik uit de voorraadketels, in de ruimte<br />
b de druk onder de inschakeldruk van de drukregelaar<br />
is gedaald. De membraanzuiger 5 wordt<br />
door de veer 6 naar beneden gedrukt. De inlaat<br />
8 wordt gesloten, de uitlaat 7 wordt geopend.<br />
De ruimte c wordt nu via de ontluchtingsboring<br />
e ontlucht.<br />
De luchtdruk boven de zuiger 9 valt weg, zodat<br />
de afblaaskf ep 10 sluit en vulling van de voorraad<br />
ketels weer begint.<br />
ONDERHOUD<br />
Zie onderhoudsschema.<br />
8<br />
Verwijder het filter 2 nadat de onderzijde 11<br />
van de drukregelaar is verwijderd. Reinig het<br />
filter 2 met benzine en blaas het droog. Tevens<br />
moet de zitting 10 worden gereinigd.<br />
t,<br />
3<br />
2
DAF :";:::a'Îsins'Îruc'Ìies Overstroom k lep 6-gs'g/2<br />
OVERSTROOMKLEP<br />
AFSTE LLING<br />
Overstroomdruk: 4,5 - 0,3 bar<br />
Sluitdruk : 4,0 - 0,3 bar<br />
Indien nodig afstellen met stelbout 1.<br />
DOEL<br />
De overstroomklep met begrensde terugstroommogelijkheid<br />
wordt toegepast, wanneer een<br />
gedeeltelijke terugstroming van de lucht nodig<br />
is. De samengeperste lucht kan in piilrichting<br />
eerst dan de overstroomklep passereh, wanneer<br />
de druk vóór de overstroomklep de bovengenoemde<br />
waarde heeft bereikt. Wanneer de druk<br />
vóór de overstroomklep daalt, kan de lucht<br />
zolang terugstromen tot de sluitdruk van het<br />
membraan (3) is bereikt.<br />
WERKING<br />
De lucht komt volgens de richting aangegeven<br />
door de pijl op het huis binnen en komt door<br />
boring (7) onder het membraan (4). Het membraan<br />
wordt door de instelbare veer (2) en<br />
veerschotel (3) op de zitting gedrukt. Bii het<br />
bereiken van de overstroomdruk wordt de druk<br />
van de instelbare veer overwonnen, het membraan<br />
komt van ziin zitting en de boring (5)<br />
komt vrij.<br />
De samengeperste lucht kan nu passeren via het<br />
kanaal in het midden onder het membraan.<br />
Indien de druk vóór de overstroomklep daalt,<br />
kan de lucht terugstromen tot het membraan<br />
de doorlaat afsluit. Deze sluitdruk ligt lager<br />
dan de openingsdruk, aangezien hierbii het<br />
gehele membraanopperulak onder druk staat.<br />
De overstroomdruk van de overstroomklep<br />
kan met de stelbout (1) worden geregeld, waarbij<br />
dan tevens de sluitdruk wiizigt.<br />
ONDERHOUD<br />
De overstroomklep heeft geen bijzonder onderhoud<br />
nodig.<br />
2<br />
3<br />
a
E)AF<br />
:";.ilatsinstructies<br />
TERUGSLAGKLEP<br />
DOEL<br />
De terugslagklep voorkomt terug- of wegstromen<br />
van samengeperste lucht.<br />
De funktie van de terugslagklep in het veerremgedeelte<br />
van de instaf latie is het afsluiten van<br />
het voorraadcircu it wanneer de veerreminstallatie<br />
met lucht van buítenaf wordt gelost, eh<br />
het verhinderen dat door luchwerbruík op<br />
andere plaatsen er samengeperste lucht zou<br />
terugstromen uit het veerremcircuit.<br />
WERKING<br />
De samengeperste lucht kan alleen volgens de<br />
pijlrichting, aangegeven op het huis, de terugslagklep<br />
passeren.<br />
Het terugstromen van de lucht wol'dt voorkomen<br />
doordat de veerbelaste klep bii drukvermindering<br />
op de zítting afsluit.<br />
Wanneer de druk stijgt, wordt de klep tegen<br />
de veerdruk in geopehd, zodat de samengeperste<br />
lucht kan passeren.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoucl nodig.<br />
Terugslagk lep<br />
6-3s -2T 11
DAF :ffiatsinstructies<br />
Automatisch werkende<br />
6-gs -42/1<br />
AUTOMATISCH WERKENDE WATERAFELNNSKLEP<br />
DOEL<br />
De automatisch werkende afblaasklep heeft tot<br />
doel om eventueel condenswater uit de natte<br />
luchtketel te verwijderen.<br />
WERKING<br />
Wanneer in de luchtketel geen druk heerst zijn<br />
de zitting (Sr ) en de zitting (Sz ) gesloten (zie<br />
figuur). Wanneer de compressor de luchtketel<br />
vfult, wordt het membraan bij de zitting (St )<br />
geopend. Condenswater verzamelt zich onder<br />
in de waterafblaasklep, samengeperste lucht<br />
verzamelt zich in de ruimte (A) boven het condenswater.<br />
De zitting (Sr ) bliift geopend tot<br />
de bedrijfsdruk in de luchtketel en de ruimte<br />
in de waterafblaasklep is bereikt.<br />
Wanneer er lucht wordt verbruikt en daardogr<br />
de keteldruk iets daalt, (ca. 0, 15 bar (kg/cmz))<br />
wordt de zitting (Sz ) geopend door de druk<br />
in de ruimte (A).<br />
Het verzamelde condenswater wordt langs de<br />
geopende zitting (Sz ) naar buiten afgevoerd,<br />
totdat de druk in de luchtketel en in de ruimte<br />
(A) gelijk is.<br />
De tiid dat de zitting (Sz ) is geopend, is afhankelijk<br />
van het drukverschil in de luchtketel en in<br />
de ruimte (A) in de af blaasklep.<br />
Het afblazen van water kan ook met de hand<br />
gebeuren, door het pennetje aan de on derzijde<br />
van het apparaat omhoog te drukken.<br />
ONDERHOUD<br />
De automatisch werkende waterafblaasklep moet<br />
worden onderhouden volgens de richtlijnen van<br />
de onderhoudstabel.<br />
Controleer de automatisch werkende afblaasklep<br />
door het pennetje aan de on derziide van het<br />
ventiel omhoog te drukken. Er mag nu niet meer<br />
dan een halve liter water ontwijken.<br />
Blokkeer het voertuig met stopblokken en maak<br />
geen gebruik van het luchtdruksysteem. Tap de<br />
luchtketel af. Verwijder de klep.<br />
Beschadigde of versleten delen moeten worden<br />
vervangen. Het filter moet nauwkeurig worden<br />
gereinigd of worden vervangen.<br />
Reinig het inwendige van de luchtketel en blaas<br />
deze schoon en droog met perslucht. Monteer de<br />
automatisch werkende waterafblaaskl€P, zorg ervoor<br />
dat deze steeds recht naar beneden wiist.<br />
Zeep de aansluiting af en controleer de lekkage.<br />
Wateraf blaasklep
DAF ilffatsinstructies<br />
VIERKR ING BEVEILIGINGSKLEP<br />
DOEL<br />
u,<br />
17<br />
13,<br />
12<br />
15<br />
11<br />
10<br />
De vierkring beveilígingsklep heeft als doel de<br />
reminstallatie in vier kringen te spf itsen en bij<br />
uitval van een kring de overige te beveiligen<br />
tegen leegstromen.<br />
SAMENSTE LLING<br />
De vierkring beveiligingsklep bestaat uit vier gedeelten,<br />
elk gedeelte bedient een kring. Beide<br />
bovenste kringen (kring 1en 2l bedienen de bedrijfsr€ffi,<br />
terwijl kring 3 het parkeer-noodremcircuit<br />
bedient en kring 4 de volgwagen verzorgt.<br />
De kleppen 7 en 12 en de kleppen 9 en 10 worden<br />
- wanneer de kringen intact zijn en de druk<br />
boven de openingswaarde ligt - opengehouden<br />
door de veren 15, die in de doorstroomrichting<br />
werkzaam zijn Hierdoor wordt bij een geringe<br />
drukafval in kring 1 of 2 resp. 3 of 4, compenseren<br />
van druk mogef ijk, waardoor de drukregelaar<br />
niet zo vaak hoeft in te schakelen.<br />
WERKING<br />
De samengeperste lucht komt van de drukregelaar<br />
via de aansluiting O de klep binnen.<br />
De kfeppen 7 en 12 worden bij het bereiken van<br />
de openingsdruk geopehd, waarbij de membranen<br />
6 en 13 tegen de veerspanning van de instelbare<br />
veren 5 en 14 ín omhoog worden gedrukt.<br />
Vervolgens stroomt de samengeperste lucht via<br />
de aansluitingen 1 en 2 naar de luchtketels van<br />
kring 1 en 2 van de bedrijfsrem. Tevens komt de<br />
samengeperste lucht, nadat de beide terugslagkleppen<br />
B en 11 zijn geopend, in de ruimte A.<br />
De kleppen 9 en 10 worden bij het bereiken van<br />
de openingsdruk geopend en via de aansluitingen<br />
3 en 4 worden de kringen 3 en 4 gevoed. Op kring<br />
3 en 4 ziin het parkeerremcircuít en de voeding<br />
van de volgwagen aangesloten.<br />
Wanneer, bijvoorbeeld door lekkage, kring 1 uitvalt,<br />
sluiten de terugslagkleppen I en 1 1. Wanneer<br />
de druk in de defecte kring daalt beneden<br />
de sluitdruk, zal klep 12 sluiten en zodcende de<br />
intact zijnde kringen beveiligen ten opzichte van<br />
de defecte kring. Vervolgens worden de intact<br />
ziinde kringen nagevuld tot de openingsdruk van<br />
klep 12.<br />
Bij uitval van kring 2 wordt de druk in de kringen<br />
1,3 en 4 op dezelfde manier beveiligd.<br />
In beide overstroomkleppen (7 en 12l. van de bedrijfsremkringen<br />
bevinden zich de kleppen (16<br />
en 17l.. In de ruststand sluiten deze kleppen de<br />
boringen af.<br />
De beide kleppen (7 en 121 werken bij dezelfde<br />
openingsdruk echtel binnen een tolerantiegebied<br />
van O,tbar (kg/cm2).<br />
De beide kleppen (16 en 17l' treden in funktie<br />
onder de vof gende omstandigheden:<br />
Stef dat beide kringen (t en 2) leeg zijn en één<br />
van beide ook defect terwijl deze de laagste openingsdruk<br />
heeft, dan zal een van de kleppen(16<br />
en 17l- er voor zargdragen dat de intact zijnde<br />
kring toch wordt gevuld tot op de openingswaarde<br />
van de defecte kring.<br />
5<br />
16<br />
6<br />
7<br />
15
Dit gaat als volgt:<br />
De compressor perst samengeperste lucht via de<br />
aansluiting O onder de overstroomkleppen, deze<br />
blijven gesloten vanwege de spanning van de<br />
veren (5 en 14I'.<br />
Via de boring worden de kleppen (16 en 17l.<br />
geopend, beide kringen worden voorzien van<br />
lucht. Door de weerstand van de boringen kan<br />
druk worden opgebouwd in de intact zijnde<br />
kring. De overstroomklep wordt nu geheel van<br />
zijn zitting gelicht. De maximale druk in de intact<br />
zijnde kring wordt bepaald door de overstroomwaarde<br />
van de defecte kring.<br />
openingsdru k<br />
sluitdru k<br />
Hierna is de normale situatie voor deze kring ingetreden.<br />
waarbij de maximale druk in de kringen<br />
nu wordt bepaald door de openingsdruk van de<br />
defecte kring. Wanneer kring 3 uitvalt zal eerst<br />
samengeperste lucht terugstromen uit kring 1,2<br />
en 4 totdat de overstroomwaarde van de klep 10<br />
is bereikt.<br />
De beide bedrijfsremkringen (t en 2l en kring 4<br />
blijven op een druk welke gelijk is aan de openingsdruk<br />
van de uitgevallen kring 3.<br />
Bii uitvaf van kring 4 worden bedrijfsremkringen<br />
1 en 2 en kring 3 op dezelfde wijze beveiligd.<br />
Kring 1 (nr. 21l. Kringz (nr. 22ll Kring 3 (nr.23l Kring 4 ( nr.24l<br />
6, 1-0,3 bar(kg/cqz) 6, 1-0,3 bar(kg/c ryz]r<br />
Nummering van de aansluitingen op de klep<br />
Druk toevoer<br />
kring 1<br />
kring 2<br />
kring 3<br />
kring 4<br />
Oude nummering Nieuwe nummering<br />
Opmerking:<br />
Aangezien het zeer moeijiik is deze klep goed af<br />
te stellen en dan nog alleen met ingen'ikkelde<br />
apparatuur, dient men bij ontregef ing of bij<br />
defecten de klep in zijn geheel te vervangen.<br />
0<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
1<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
3,5-0,3 bar(kg/c mzl 3,5-0,3 bar(kg/c mtl
DAF<br />
:';:::"'ins'Îruc'!<br />
SNELONTLUCHTKLEP<br />
DOEL<br />
Het doel van de snelontluchtklep is de remcilin'<br />
ders zo snel mogelijk af te blazen.<br />
WERKING<br />
In ongeremde stand bevindt zich bii alle aanslu<br />
itingen buiten lucht.<br />
Zodra er geremd wordt, wordt bij (C) Iucht<br />
toegevoerd, waardoor klep (3) ap zitting (5)<br />
wordt gedrukt terwijl de buitenomtrek gaat<br />
rusten op de ruggen in huis (1). De lucht kan<br />
nu om de klep heen naar (A) en (B) en dus<br />
naar de remkaÍTìers stromefl, waardoor de remmen<br />
gaan aanl$ggen. Wanneer de remmen<br />
worden gelost, valt de druk bij (C) weg, de<br />
druk bij (A) en (B) drukt klep (3) omhoog<br />
zodat deze afdicht tegen deksel (2) en de verbinding<br />
met (D) vrijkomt, doordat de klep (3)<br />
tevens van zitting (5) is vrijgekomen. De samengeperste<br />
lucht bij (A) en (B) kan nu via (D)<br />
in de buitenlucht ontwijken.<br />
es<br />
snelontruchtkrep 6'36 -1 4 ,1
DAF<br />
-;X;tsinstructies<br />
TWEEWEGKLEP<br />
DOEL<br />
De tweewegklep dient ervoor om één leiding afwisselend<br />
van twee zijden te kunnen beluchten.<br />
Als zodanig kan de tweewegklep ook functioneren<br />
als anti-optelinrichting. Hiermee wordt<br />
voorkomen, dat tegeliikertiid de bedriifsrem<br />
en de parkeerrem (: veerrem) de remnokas<br />
verdraa ien.<br />
WERKING<br />
Komt de samengeperste lucht via aansluiting<br />
(1) binnen, dan sluit het membraan (4) af op<br />
zitting (5). Komt de samengeperste lucht via<br />
aansluiting (21 binnen, dan wordt de doorgang<br />
naar aansluiting (1) afgesloten.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodig.<br />
Tweewegk lep 6'36 -2s/1
DAF :";:ilatsinstructies Verende herboom 6-3 6 - 3 O / 2<br />
VERENDE HEFBOOM<br />
DOE L<br />
De verende hefboom heeft tot doel beschadigingen<br />
aan het lastafhankelijk regelventiel te<br />
voorkomen.<br />
WERKING<br />
Bij zeer grote uitslagen van de as, welke het<br />
draaibereik van het lastafhankeliike regelventiel<br />
te boven gaan, wordt de in ntrststand horizontaal<br />
staande hefboom (3) in vertikale richting<br />
bewogen. Met behulp van de drukveer (1)<br />
is deze beweging mogelijk, waarbii de verbinding<br />
met het huis (2) blijft bestaan totdat de<br />
hefboom weer ín zíjn uitgangspositie is teruggekeerd<br />
en aanligt tegen de voorkant van het<br />
hu is.<br />
ONDERHOUD<br />
De verende hefboom heeft geen bijzonder onderhoud<br />
nodig.
DAF<br />
*;'H'tsinstructies<br />
REACTIEVENTIEL<br />
DOEL<br />
Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend of de<br />
veerremcilinders van de parkeerreminstallatie<br />
worden ontlucht zal het reactieventiel de<br />
commandoleíding (tweeleiding remsysteem)<br />
naar de volgwagen beluchten.<br />
WERKING<br />
In ongeremde stand staat op de aansluíting (V)<br />
de keteldruk. Deze druk staat via de boring boven<br />
de zuiger (2l .Op de aansluiting (M) staat de<br />
druk uit de veerremcilinders, welke bij geloste<br />
remmen gelijk is aan de keteldruk, zodat onder<br />
en boven de auiger (2) een drukevenwicht ontstaat.<br />
De aansluiting (Zl is vla de geopende uitlaat<br />
(5) met de buitenlucht verbonden.<br />
Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend, stroomt<br />
samengeperste lucht via de aansluiting (zm)<br />
in de ruimte (c). De zuiger (3) wordt naar beneden<br />
gedrukt, de zuiger (4) wordt meegenomen<br />
sluit de uitlaat (5) van de zuigerbuis (6) en opent<br />
de inlaat (7l'.<br />
Samengeperste lucht stroomt nu via de aansluiting<br />
(Zl naar de commandoleiding (tweeleiding<br />
aansluiting) van de volgwagen.<br />
Wanneer een éénleiding aansluiting is aangebracht,<br />
stroomt samengeperste lucht naar de<br />
aanhangwagenremklep. Een evenwichtstoestand<br />
wordt bereikt, wanneer de druk onder de zuiger<br />
(41 in de ruimte (c) en via de verbindingsboring<br />
onder de zuiger (3) in de ruimte (d) gelijk is<br />
aan de neerwaartse kracht op de zuiger (3),<br />
waardoor de inlaat (71 wordt gesloten.<br />
Wanneer harder wordt geremd, herhaalt zich de<br />
h ierboven omsch reven cyclus, zodat trapsgewijze<br />
tot de rmaximale luchtdruk kan worden<br />
geremd.<br />
Bij het lossen van de remmen valt de druk op<br />
de aansluiting (Zm) weg, de zuigers (3) en (4)<br />
bewegen omhoog. De uitlaat (5) wordt geopend<br />
en de ruimten (e) en (d) en de aansluiting (Zl<br />
kunnen nu langs de ontluchtingsopening (B)<br />
af bf azen.<br />
Wanneer de parkeerrem wordt bediend, worden<br />
de veerremcilinders ontlucht en daarmee tevens<br />
de ruimte (b). De zuiger (21 wordt nu door de<br />
druk in de ruimte (a) naar beneden gedrukt.<br />
Door de drukstang (1) worden de zuigers (3)<br />
en (4) naar beneden gedrukt. De uitlaat (5) wordt<br />
afgesloten en de inlaat (7) geopend. Samenge-<br />
Reactieventiel 6-90-99 11<br />
perste lucht stroomt nu via de aansluiting (Zl<br />
naar de commandoleiding (tweeleiding aansluiting)<br />
van de volgwagen. Wanneer een éénleiding<br />
aansluiting is aangebracht stroomt<br />
de samengeperste lucht naar de aanhangwagenremklep.<br />
Een evenwichtstoestand en het lossen van de<br />
remmen vindt op dezelfde wijze plaats als bíi<br />
het bedienen van de bedrijfsrem. Bij volledig<br />
ontluchten van de kamer (b) wordt de maximale<br />
luchtdruk in de aansluiting (Zl doorgelaten.<br />
ONDERHOUD<br />
OO<br />
oo<br />
oo<br />
oo<br />
Het reactieventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />
nodig.
DAF Hl'sns'Îruc'Îes Autom. lastafh. regelventiel 6-96-g6 11<br />
AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK REGELVENTIEL<br />
UITVOERING<br />
De aansluiting voor de ingaande druk (1 ) bevindt<br />
zich bovenin het ventiel.<br />
DOEL<br />
Het automatisch lastafhankelijk regelventiel<br />
heeft tot doel de remkracht van de remkamers<br />
afhankelijk van de belading te regelen.<br />
WERKING<br />
Het regelventiel is aan het chassis bevestigd, de<br />
bedieningsveer (6) is met behulp van een stangenstelsel<br />
met de as verbonden.<br />
Wanneer de as onbelast is, is de afstand tussen<br />
chassis en as het grootst, zodat de bedieningsveer<br />
(6) in de onderste stand staat.<br />
Wanneer de as wordt beladen, vermindert de afstand<br />
tussen chassis en as. Door deze afstandsverandering<br />
wordt, door middel van het stangenstelsel,<br />
de bedieningsveer (6) vanuit de positie<br />
,,leeg" in de richting van de positie ,,volbeladen"<br />
bewogen. De bolvormíge stift (8) staat<br />
in een stand welke overeenkomt met de stand<br />
van de bedieningsveer (6).<br />
Doordat de bolvormige stift (8) als steunpunt<br />
voor de zuigerbuis (5) werkt , zal, wanneer er<br />
wordt geremd de klep (3) worden geopend totdat<br />
de druk in de remkamers overeenkomt met<br />
de stand van de bedieningsveer (6).<br />
Wanneer de samengeperste lucht bij aanslu itíng<br />
(1) de ruimte (a) binnenstrooffit, wordt de zuiger<br />
(41 naar beneden gedrukt.<br />
De klep (3) met zuigerbuis (5) worden nu zover<br />
naar beneden gedrukt tot de zuigerbuis (5)<br />
aan ligt tegen de bolvorm ige stift (8 ).<br />
Wanneer de zuiger (4) verder naar beneden<br />
wordt gedrukt, wordt de klep (3) geopend.<br />
De samengeperste lucht stroomt nu in de aansluiting<br />
(21 naar de remkamers en tevens in<br />
de ruimte (b) onder het membraan (7l,. De samengeperste<br />
lucht die bij aansluiting (1) binnenstroomt,<br />
komt vía de omloopleiding (1 1)<br />
onder de zuiger (9), waardoor de bolvormige<br />
stift (8) wordt ondersteund , zodat een evenwicht<br />
tussen de naar boven en naar onder gerichte<br />
krachten wordt verkregen. Naarmate<br />
de zuiger (4) naar beneden beweegt, komt het<br />
membraan (7) vrij van de ruggen (10) in het<br />
huis en gaat aanliggen tegen de vleugels (121<br />
welke met zuiger (4) zijn verbonden. Het<br />
werkzame oppervlak van het membraan (7)
wordt daardoor geleidelijk vergroot, totdat<br />
het werkzame oppervlak groter is dan het<br />
oppervlak van de bovenzijde van de zuiger (4).<br />
De zuiger (4) wordt omhoog gedrukt en klep<br />
(3) gesloten waardoor een evenwichtstoestand<br />
ontstaat. De druk in de remkamers komt bij<br />
maximale belading overeen met de druk welke<br />
in de ruimte (a) heerst en komt overeen<br />
met de maximale belading van het voertuig;<br />
bij gedeelteliike belading of leeg voertuig<br />
wordt de druk in mindere of meerdere mate<br />
gereduceerd. .<br />
Wanneer de remmen worden gelost, valt de<br />
druk in de ruimte (a) weg; de druk in de remkamers<br />
drukt de zuiger (4) in zijn hoogste<br />
stand en ontwijkt door de zuigerbuis (5) en de<br />
ontluchting (E) naar buiten.
DAF :";:::"'ns'Îruc'Îes Au tom. lastafh. regelventiel 6-96-g6 /1<br />
AFSTE LG EG EVENS AUTOMATISCH E<br />
LASTAFHAN KE L IJKE R EM R EG E LING<br />
1. Kontroleer de bevestiging van de verende<br />
hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />
de bovengenoemde hefboom en van de regelhefboom<br />
van de remdrukregelaar.<br />
2. Stel de lengte L (zie fig. î ) van de regelhefboom<br />
af volgens de tabel.<br />
3. Sluit manometer 1 aan in de leiding naar<br />
de remdrukregelaar.<br />
Sluit manometer ll aan in de leiding van<br />
de remdrukregelaar naar de bedrijfsremaanslu<br />
iting van de veerremcilinder, of<br />
naar de remkamer.<br />
Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar (<br />
kg/cm2).<br />
Bij volledig beladen voertuig, d .w.2. een<br />
max. achterasbelastíng, moet de regelh_efboom<br />
van de regelaar een hoek van 30o<br />
t 20 naar boveó maken (hoek X , zie fig.<br />
1. In deze stand van de hefboom moet de<br />
remdru k praktisch ongereduceerd worden<br />
doorgestuu rd.<br />
4. Hoek X wordt ingesteld door de lengte van<br />
de verticale verbindingsstang (3), die gemonteerd<br />
is in de rubbermof van de verende<br />
hefboom, juist te kiezen. De insteekdiepte<br />
van de verbindingsstangen in de<br />
rubbermoffen moet zijn: minimaal 45 ffiffi,<br />
maximaal 55 mm (zie fig. 2l'.<br />
Belangriik<br />
Als hoek X aan het ventiel ingesteld wordt,<br />
MOET dit gebeuren door lengteverandering van<br />
de verticale verbindingsstang 3. Het kan nodig<br />
zijn de aanwezige stang in te korten of te vervangen<br />
door een langere. Gebruik hiervoor pijp<br />
met een buítendiameter van 8 mm. Instelling<br />
van de maat L, anders dan in de tabel aangegeven,<br />
geeft een onjuiste spreiding van de<br />
rege ling.<br />
Indien men niet in de gelegeheid is het voertuig<br />
volbelast af te stellen volgens punt 3, dan<br />
kan men na de achterasbelasting van het onbelaste<br />
voertuig gemeten te hebben, de achterasremdruk<br />
van luchtmechanische installaties bij
volledig ingetrapt rempedaal opzoeken in de<br />
tabel; welke gegevens ook ingeslagen zijn in<br />
het betreffende'typeplaatje, dat op het voertu<br />
ig is aangebracht.<br />
Het belangrijkste blijft echter de afstelling volgens<br />
punt 3.<br />
TABEL (lu - me geremde voertuigen)<br />
Type w.b. L(mm)<br />
FA <strong>1600</strong><br />
FA <strong>1600</strong><br />
FT <strong>1600</strong><br />
FM <strong>1600</strong><br />
FM 16OOGR<br />
TB 163<br />
TB 163<br />
300<br />
360/420/485/555 /610<br />
265/300<br />
300/360/42A<br />
320<br />
470<br />
605<br />
90<br />
115<br />
90<br />
80<br />
65<br />
Indien de achteras volbelast !s (niet overbelast),<br />
dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk<br />
doorlaten.<br />
L<br />
laar in mm.<br />
p<br />
achterwielen bii vol ingetrapt rempedaal,<br />
bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vermelde<br />
achterasdruk in kg.<br />
165<br />
165<br />
p<br />
2000 kg 3000 kg 4000 kg 5000 kg<br />
2,1<br />
2,7<br />
2,1<br />
1,9<br />
2,7<br />
2,6<br />
2,9<br />
2,7<br />
3,3<br />
2,7<br />
2,6<br />
3,0<br />
3, 1<br />
3,4<br />
3,5<br />
4,1<br />
3,5<br />
3,3<br />
3,4<br />
3,8<br />
4,O<br />
4,4<br />
5,0<br />
4,4<br />
4,2<br />
3,8<br />
4,6<br />
4,6
DAF<br />
TWEEKRING VOETREMVENTIEL<br />
DOE L<br />
Het tweekring voetremventiel heeft tot doel de<br />
twee kringen onafhankelijk van elkaar te bedienen.<br />
WERKING<br />
o<br />
b c<br />
d<br />
e<br />
Het ventielhuis bestaat uit een boven- (kring 1 )<br />
en een ondergedeelte (kring 2); op beide bevindt<br />
zich een aanslu iting voor de voorraadleiding<br />
(V-aansluiting) en een aansluiting voor de remleiding<br />
(Z-aansl u iting).<br />
Wanneer wordt geremd, wordt met het pedaal<br />
door middel van de drukbus, de drukplaat (1)<br />
en de rubber regelveer (2), een kracht op de<br />
regelzu iger (3) u itgeoefend. De regelzu iger (3)<br />
beweegt naar beneden, de uitlaat (a) wordt gesloten<br />
en de inlaat (4) wordt geopend.<br />
Samengeperste lucht stroomt nu in de aansluiting<br />
(b) en tevens via de boring (c) in de ruimte<br />
boven de relaiszuiger (5), waardoor de zuigerbuis<br />
(6) naar beneden wordt bewogerl. De<br />
uitlaat (d) wordt gesloten en de inlaat (7) wordt<br />
geopend.<br />
De samengeperste lucht stroomt nu afhankelijk<br />
van de veerspanning (dus afhankelijk van de<br />
voetdruk) vanuit de betreffende luchtketels<br />
f angs de geopende inlaatkleppen (4) en (71 naar<br />
de remkamers. De samengeperste lucht, welke<br />
in de aansluitingen (b) en (c) stroomt, drukt<br />
tevens de zuiger (3) en (5) naar boven, zodat<br />
een evenwichtstoestand wordt bereikt. Wanneer<br />
rweekrins voetremvent,", 6,3 6 - 44 l1<br />
lret pedaal dieper wordt ingetrapt, herhaaf t zich<br />
de hierboven omschreven cyclus, zodat trapsgewijze<br />
tot de maximale luchtdruk kan worden<br />
geremd. Wanneer de druk op het pedaal wordt<br />
vermínderd, ontspant de rubber regelveer (21<br />
waardoor de regelzuiger (3) en de zuigerbuis (6)<br />
zich naar boven bewegen. De remleidingen worden<br />
ontlucht en de druk in de remkamers daalt<br />
dienovereenkomstig. Wanneer een lekkage in de<br />
onderste kríng optreedt, functioneert de bovenste<br />
krin g zoals hierboven werd beschreven.<br />
Treedt een lekkage in de bovenste kring op, dan<br />
stroomt in de ruimte boven de relais-zuiger (5)<br />
via de boring (c) geen samengeperste lucht. Met<br />
behulp van het pedaal moet de zuiger (3) nu zo<br />
diep worden ingetrapt dat de onderzijde van de<br />
bevestigingsbout de zuigerbuis (6) raakt. De regeling<br />
in de onderste kring vindt plaats met behulp<br />
van de zuiger (8) en de regelveer (9). De relaiszuiger<br />
(5) neemt nu niet meer deel aan de regef<br />
ing, maar wordt door de samengeperste lucht<br />
naar boven gedrukt. Wanneer de relais-zuiger (5)<br />
en de regelzuiger (8) één geheel zouden vormen,<br />
zou bij uiwal van de bovenste kring de benodigde<br />
bedíeníngskracht op het pedaal te groot worden.<br />
De relais-zuiger (5) is voorzien van twee afdichtingsmanchetten<br />
om een goede en veilige<br />
scheiding van de beide kringen te krijgen.<br />
De ruimte tussen deze twee afdichtingsmanchetten<br />
is met de ontluchting verbonden.<br />
Wanneer lekkage zou optreden, is dit direct<br />
kenbaar door afblazen van het voetremventiel<br />
tijdens remmen.
TESTEN VAN HET VOETREMVENTI EL OP<br />
HET VOERTUIG<br />
Het ventielhuis bestaat uit een bovengedeelte<br />
(kring 1) en een ondergedeelte (kring 2); op<br />
beíde bevindt zich een aansluiting voor de voorraadleiding<br />
(V-aansluiting) en een aansluiting<br />
voor de remleiding (Z-aansluiting).<br />
De kringverdeling van een truck uit deze serie<br />
is als volgt:<br />
a) voertuigen voorzien van een EEG installatie<br />
kenbaar o.a. aan het aanwezig zijn van een<br />
vierkrings beveilingsklep) :<br />
kring 1: vooras motorwagen plus volgwagen<br />
kring 2: achteras(-sen) motorwagen plus de<br />
volgwagen<br />
Meetpunten: sluit een manometer aan op<br />
de remkamer van de vooras en een op de<br />
achteras, en wel vóór het evt. aanwezige<br />
lastafhankeliike regelventiel (zie schema).<br />
b) voertuigen nog niet voorzien van een EEG<br />
i nsta I latie:<br />
Trucks:<br />
kring 1: vooras motorwagen plus volgwagen,<br />
kring 2: alleen achteras(-sen) motorwagen<br />
Trekkers:<br />
kring 1: volgwagen<br />
krin g 2: motorwagen<br />
Meetpu nten:<br />
Trucks: remkamer vooras<br />
remkamer achteras<br />
Trekkers: commando koppel ingskop<br />
remkamer achteras<br />
Opmerking: Indien een lanstafhankelijk regelventiel<br />
gemonteerd is, dan meten vóór dit<br />
ventiel (zie schema.).<br />
Wanneer het voetrempedaal langzaam wordt<br />
bediend, moeten beide manometers gelijktijdig<br />
dezelfde dru k aangeven.<br />
Het moet mogeliik ziin, na aanspreken van<br />
beide kringen, bij langzaam remmen en lossen,<br />
een geleidelijke drukwijziging te veroorzakt4<br />
zonder grotere sprongen dan 0,3 bar (kg/cmzl<br />
op beide kringen.<br />
Wanneer de ketel van kring 1 of de ketel van<br />
kring 2leeg is, dient de kring met de nog gevulde<br />
ketel te kunnen blijven werken, echter op een<br />
lagere waarde.<br />
Wanneer het voetremventiel geheel wordt ingetrapt<br />
dienen bgide manometers de keteldru<br />
k 7 bar (kg/cm'l aan te wijzen.
DAF<br />
-:HTtsinstructies<br />
M<br />
2 Tbor<br />
FT, FA<br />
Fig. 1 niet EEG-installatie<br />
Fig. 2 E EG.installatie<br />
rweekring voetremventiet 6 -3 6' 44 l1<br />
2 Tbor<br />
1 Tbor<br />
FT
DAF<br />
:Tffatsinstructies<br />
TWEEKR I N G S R EACT I EVENTIEL<br />
DOE L<br />
Het beluchten van de commandoleíding (tweeleiding<br />
remsysteem) bij bediening vanuit beide<br />
bedrijfsremkringen of bii ontluchting van het<br />
parkeerre m- nood re mc i rcu it (veerre mci I i nders) .<br />
WERKING<br />
Stand rijden<br />
De ruimte d is via de aansluiting 6 en de parkeernoodremklep<br />
belucht.<br />
De ruimte c is via aansluiting 1 belucht. Het<br />
membraan 1 2 staat in zijn onderste stand. De<br />
aansluiti ng 2, waarop de commandoleiding is<br />
aangesloten, is via de uitlaat 9 en langs de ontluchting<br />
13 verbonden met de l-'uitenlucht.<br />
De aansluíting 4 is verbonden met kring l van<br />
de voetremklep en staat in verbinding met de<br />
buitenlucht. De aansluitíng 5 is verbonden met<br />
krin g 2 van de voetremklep en is ook hierlangs<br />
verbonden met de buitenlucht.<br />
Stand remmen met de bedrijfsrem<br />
Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend, stroomt<br />
samengeperste lucht van kring 1 langs de aansf<br />
uiting 4 in de ruimten a1 en a2 aan de bovenzijde<br />
van de zuiger 7 en de zuiger 16 en drukt<br />
deze beiden naar beneden. De zuiger 16 zal op<br />
de klep 10 afdichten , zodat de uitlaat 9 wordt<br />
gesloten en bij verder naar beneden bewegen<br />
zal de inlaat 15 worden geopend.<br />
De samengeperste f ucht kan nu van aansluiting<br />
1 naar aansluiti ng 2 strom€D, zodat de commandoleiding<br />
wordt belucht. Met behulp van de<br />
instelbare veer 8 kan een bepaalde voorijling<br />
worden bereikt.<br />
Zodra de druk op de onderzijde van zuiger 16<br />
in de ruimte b zover is gestegefl, wordt zuiger<br />
16 tegen de druk in de ruimte a2 en de kracht<br />
van de veer 8 omhoog gedrukt. In het,,deelremgebied"<br />
sluit de klep 10 de inlaat 15 af,<br />
waardoor de evenwichtstoestand wordt bereikt.<br />
In het ,,volremgebied" houdt e u)iger<br />
16 de ínlaat 1 5 geopend.<br />
Door de spanning van de drukveer 8 te wijzigen<br />
met behulp van de afstelschroef 17 kan de<br />
drukvoorijlíng ín het deelremgebied van aansluiti<br />
ng 2 t.o.v. aanslu iting 4 worden vergroot<br />
of verkleind.<br />
?<br />
rweekrinss reactisrentiet O- 3 6',45 | 2<br />
Gelijktijdig met kring 1 wordt ook de aansluiting<br />
5 en hiermee de ruimte e onder het membraan 12<br />
vanuit kring 2 belucht.<br />
Aan de stand van het membraan 12 verandert<br />
echter niets, omdat in de ruimte b druk heerst,<br />
die een iets grotere kracht in tegengestelde (neerwaartse)<br />
richting u itoefent.<br />
Wanneer kring 1 van de bedrijfsrem uitvalt, wordt<br />
de aansluiting 4 niet meer belucht. De aansluiting<br />
5 wordt wel belucht vanuit kring2, het membraan<br />
12 met zuigerbuis 11, klep 10 en zuiger<br />
14 wordt door deze druk in de ruimte e onder<br />
omhoog gedrukt. De zuiger 16, die aan de bovenzijde<br />
aanligt, sluit de uitlaat 9 en opent de<br />
inlaat 15, zodat de commandoleiding overeenkomstig<br />
de druk in kring 2 wordt belucht.<br />
In het ,,deelremgebied" wordt de evenwichtspositie<br />
is bereikt. In het ,,volremgebied" bliift<br />
de inlaat 15 geheel geopend.<br />
Wanneer de commandoleiding vanuit kring 2<br />
wordt bediend, vindt dit plaats zonder vooriiling.
Stand remmen met de parkeer-noodrem De voorijling mag alleen worden gewijzigd bij<br />
correct afgestelde wielremmen van trekkend en<br />
Met behulp van de parkeerremklep in de ka- getrokken voertuig.<br />
bine kunnen de veerremmen regelbaar worden Een te hoge waarde heeft tot gevolg dat het<br />
afgeblazen en in gelijke mate de ruimte d via getrokken voertuig teveel en het trekkend<br />
dJaansluiting 5. be voorraaddruk in de ruim- voertuig te weinig doet waardoor gtazuren van<br />
te c zal nu de zuiger 14 omhÒog drukken. de voeringen van het trekkend voertuig en af-<br />
De beluchting van de commandoleiding via de name van het totaal remvermogen optreedt.<br />
aansluiting 2 verloopt nu geheel hetzelfde als Een te lage waarde heeft tot gevolg dat de<br />
bij uiwal van kring 1 van de bedrijfsrem. remwerking van het getrokken voertuig lager<br />
Wanneer de beluchting op aansluiting 4 en 5 is dan mogelijk, terwijl bovendien de kans op<br />
(kring 1 en kring 2) van de bedrijfsrem weg- scharen van de kombinatie onder ongunstige<br />
valt of wanneer de aansluiting 6 (parkeer-nood- weg- en beladingscondities toeneemt.<br />
reml weer wordt belucht, zal de uitlaat 9 wor- Af fabriek is de voorijling afgesteld op 0,5 bar<br />
den geopend met als gevolg het ontluchten van (kg/cmz), gemeten op de commandokoppede<br />
commandoleiding via de zuigerbuis 11 en lingskop.<br />
de ontluchting 13.<br />
Nummering van de aansluitingen op het ventiel:<br />
Afstellen van de voorijling<br />
Aan de onderzijde moet de ontluchtingskap<br />
worden geopend door de twee bevestigings<br />
boutjes te lossen. De ontluchtingskap kan nu<br />
worden verdraaid.<br />
Met een schroevedraaier kan nu, via de zuigerbuis<br />
11, de stelschroef boven in de klep worden<br />
bereikt.<br />
Sluit een luchtdrukmeter aan op een remkamer<br />
van de vooras van de motorwagen en een op<br />
de ongunstigst gelegen remkamer van de volgwagen<br />
(is meestal de verst \veggelegen remkamer).<br />
Bij een deelremming moet-de meter op<br />
de volgwagen ca. O,2 bar it n/. m2) méér aangeven<br />
dan die op de motorwagen. Corrigeer zonodig<br />
met bovengenoemde stelschroef.<br />
voorraad<br />
uitgaand commando<br />
ingaand commando kring 1<br />
ingaand commando kring 2<br />
ingaand commando<br />
parkeer-noodrem<br />
oud nieuw<br />
1<br />
2<br />
4<br />
5<br />
6<br />
1<br />
2<br />
41<br />
42<br />
43
DAF<br />
bor<br />
k;F''l :<br />
AI<br />
0<br />
B<br />
I<br />
o<br />
t /<br />
l/ /<br />
*;'fii'tsinstructies<br />
/ à<br />
/.<br />
/<br />
A-Druk in de commandoleiding<br />
B-Druk in het bedrijfsremcircuit<br />
C-lnstelbereik<br />
I ^/.<br />
/<br />
{, ,<br />
,\<br />
, rl<br />
/ /<br />
/ I t<br />
t<br />
I<br />
I 2 3 L 5 6 7<br />
bor lkgrurf)<br />
bor nn<br />
ksfrnfl'<br />
+:<br />
c |l:<br />
tl :<br />
D1<br />
rweekrinss reactieventiet 6'3 6 - 45 / 2<br />
0<br />
E<br />
\<br />
\<br />
\<br />
\ \ \ \<br />
\ \<br />
\ \<br />
12 3 t,5 6 7<br />
D-Druk in de commandoleiding<br />
E-Druk in het parkeer-noodremcircuit<br />
l-ll kringen<br />
ì<br />
borlkgQm2)
DAF<br />
:ffifatsinstructies<br />
AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK<br />
REGELVENTIEL<br />
UITVOERING<br />
De aansluiting voor het ingaande commando (1)<br />
bevindt zich bovenaan in de ziikant van het<br />
ven tie I.<br />
DOE L<br />
Dit ventiel heeft tot doel de remkracht van de<br />
remkamers afhankelijk van de belading te regelen.<br />
WERKING<br />
Het regelventiel is aan het chassis bevestigd,<br />
terwijl de regelhefboom (6) via stangen met de<br />
achteras verbonden is.<br />
Wanneer het voertuig wordt beladen, vermindert<br />
de afstand tussen chassis en as. Hierdoor<br />
wordt de regelhefboom vanuit positi E ,,leeg"<br />
naar positie ,,volbeladen" bewogen. Binnen<br />
in het ventiel is met de regelhefboom verbonden<br />
een bolvormige stift (8), wof lce dient als<br />
steunpunt voor de zuigerbuis (5). Hierdoor<br />
wordt de positie van deze laatste bepaald, afhankelijk<br />
van de beladingspositie van het voertu<br />
ig.<br />
Tijdens remmen komt bij aansluiting 1 perslucht<br />
binnen; welke via het openstaand klepje 13 in<br />
ru imte 14 komt. Wanneer deze dru k de waarde<br />
van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan 15<br />
tegen een veer in omhoog gedrukt en sluít klepje<br />
13. Deze druk staat nu ook via boring 16 in<br />
verbinding met de ruimte boven membraan 7.<br />
Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />
naar beneden gedru kt worden. Klepje 3 gaat<br />
aanf iggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze doen<br />
afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan van de<br />
zuiger zal klepje 3 geopend worden, waardoor<br />
de remlucht kan doorstromen via aansf uiting<br />
2 naar de bedrijfsremaansluiting van de veerremcílinders<br />
op de achteras, Tevens komt de ruimte<br />
onder membraan 7 onder dezelfde druk te staan.<br />
Naarmate de zuiger verder naar beneden bewogen<br />
is, is het membraan verder vrij gekomen van<br />
de ruggen (10) in het huis en aan gaan liggen<br />
tegen de vleugels (12) welke met de zuiger ztjn<br />
verbonden. Het werkzame oppervlak van het<br />
membraan wordt daardoor geleidelijk vergroot.<br />
Als het voertuig gedeeltelijk bef aden is zal dit<br />
oppervlak groter zijn dan dat van de bovenzijde<br />
van de zuiger. Wanneer de druk boven de zui-<br />
î5<br />
14<br />
t3<br />
îî<br />
E<br />
Automatisch lastafhanketijk<br />
reselventiet Cr-36 - 49<br />
1<br />
r6<br />
3<br />
lr<br />
5<br />
7<br />
2 I<br />
5<br />
9
ar<br />
7<br />
6<br />
5<br />
P24<br />
tg 2<br />
/<br />
/ --a-<br />
/<br />
2 3 4<br />
+Pl<br />
o 5 6 Tbar<br />
pl : ingestuurde druk<br />
p2 - u itgestuu rde dru k<br />
/<br />
/ zlll<br />
/<br />
/<br />
ger plus de druk boven het membraan (0,5 bar)<br />
overwonnen wordt door de druk onder membraan<br />
7, dan wordt de zuiger weer omhoog ge<br />
drukt totdat klepje 3 weer gesloten is. De evenwichtstoestand<br />
is nu bereikt.<br />
Hoe zwaarder de belading van het voertuig is,<br />
hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />
en daarmee van de zuiger, hoe kleiner het werkzame<br />
oppervlak van het membraan, des te groter<br />
zal de uitgestuurde druk moeten worden om<br />
evenwicht te maken. Bii max. toegestande belading<br />
zal het regelventiel open blijven staan, eh<br />
wordt dus de volle druk doorgestuurd. Bij minimale<br />
belading zal daarentegen de remdruk max.<br />
gereduceerd worden.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />
bij aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />
in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />
in zijn hoogste stand en zal dan ontwijken door<br />
de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />
De omloopleiding (1 t ) zorgt ervoor, dat via<br />
zuigertje 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />
er e'/enwicht is tussen de naar boven en naar<br />
beneden gerichte krachten op de stift.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodíg.
DA F':il:raatsinstructies<br />
AFSTE LG EG EVE NS AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHAN KE L IJKE REMREG E LING<br />
Opm.: 1 bar -<br />
ongeveer 1 kg/cm2 .<br />
1 . Kontroleer de bevestiging ven de verende<br />
hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />
deze hefboom en de regelhefboom van de<br />
regel aar.<br />
2. Stel de lengte L (zie fig. 1 ) van de regelhefboom<br />
af volgens de tabel.<br />
3. Sluit manometer (1 ) aan op de beproevingsaanslu<br />
iting op het regelventiel.<br />
4. Sluit manometer (21 aan op de beproevingsaanslu<br />
iting op één der veerremcilinders<br />
(bedrijfsrem aansluiting) van de achteras.<br />
5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />
Deze druk niet af te f ezen op de luchtdrukmeter<br />
op het instrumentenpaneel, daar<br />
deze te grof aanwijst, maar op een goede<br />
manometer.<br />
6. Meet de belasting onder de achteras(-sen).<br />
7. Trap het rempedaal volledig in en lees op<br />
manometer (21 de remdruk van de achteras<br />
af.<br />
8. Vergelijk deze waarde met die uit de hierna<br />
volgende tabel. Deze gegevens staan ook<br />
vermeld op het instructie plaatje op een der<br />
deurstijlen.<br />
9. Indien de achteras belast is tot op maxímaaltoelaatbare<br />
waarde, dan moet de remdruk<br />
practisch ongereduceerd worden doorgelaten.<br />
De hefboom van de regelaar dient<br />
dan 30o + 20 omhoog te staan (hoek X<br />
fig. 1).<br />
10. Indien de gemeten waarde volgens punt<br />
7, ofwel de hoek volgens punt 9 afwijkt,<br />
verander dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />
en in geen geval de lengte L<br />
van de regelhefboom.<br />
De insteekdiepte van de verbindingsstang<br />
in de rubbermoffen dient minimaal 45 mm<br />
en maximaal 55 mm te zijn (zie f ig. 21 .<br />
Automatisch<br />
lastafhankelijk reselventiel |p-3 6 - 49<br />
Fig.l<br />
Fig.2
CODE N R.<br />
KONTROLE WAARDEN _<br />
AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHANKELUK<br />
REGELVENTIEL<br />
REGELVENTIEL<br />
ACHTERVEER<br />
VOL L AST<br />
o( =30't 2'<br />
L EEG<br />
HEFB0OMLENGTE L= "' MM<br />
ACHTER AS<br />
D RUK \--_<br />
KGF<br />
TABE L<br />
200 0<br />
3000<br />
4000<br />
s00 0<br />
REMDRUK-_<br />
! 0.2 BAR<br />
B U 6.5 BAR<br />
KET E L DRUK<br />
EEG 75 t52L ,,<br />
Type w.b. L(mm)<br />
FTIFA <strong>1600</strong> w.b. 3<br />
FA <strong>1600</strong> |<br />
FM <strong>1600</strong> |<br />
FM <strong>1600</strong> (Gn) |<br />
TB 163<br />
TB 163<br />
00<br />
36G610<br />
i 300/360/420<br />
320<br />
470<br />
605<br />
90<br />
115<br />
80<br />
65<br />
165<br />
165<br />
2<br />
3<br />
L<br />
5<br />
6<br />
Opmerking<br />
De waarden in de tabel en op het instructieplaatje<br />
7 gelden alleen , àls het oorspronkelijke verenpakket<br />
I op de achteras gemonteerd is.<br />
9<br />
10<br />
11<br />
instructieplaatje opde deurstijl<br />
Indíen de achteras vof belast is (niet overbelast), dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk doorlaten.<br />
L : lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />
in mm.<br />
p = uitgestúurde remdruk tQ2 in bar naar de<br />
achterwielen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />
bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vermelde<br />
achterasdruk in kg.<br />
p<br />
2000 kg 3000 kg 4000 ks 5000 kg<br />
2,5<br />
3,1<br />
2,3<br />
3,1<br />
3,0<br />
3,3<br />
3, 1<br />
3,7<br />
3,0<br />
3,4<br />
3,4<br />
3,7<br />
3,9<br />
4,5<br />
3,7<br />
3,8<br />
4,2<br />
4,4<br />
4,8<br />
5,4<br />
4,6<br />
4,2<br />
5,0<br />
5,0
DAF<br />
DOE L<br />
::'ffatsinstructies<br />
Dit regelventiel heeft tot doel om de remkracht<br />
van de wielremcilinders afhankeliik van de belàdingstoestand<br />
van het voertuig te regelen.<br />
SAMENSTE LLING<br />
Het regelventiel heeft een huis dat uit twee delen<br />
bestaat. In het bovenste gedeelte bevinden zich<br />
twee zuigers die met elkaar verbonden zijn d.m.v.<br />
een juk (4).<br />
Het juk wordt ondersteund door een zelfinstel'<br />
lend steunblok (6). Dit steunblok is met behulp<br />
van hefbomen en een as verbonden met de bedieningshefboom<br />
(5) aan de buitenzíjde van het<br />
ventiel. In de zijkanten van hot bovenste gedeelte<br />
van het huis zijn twee aansluitopeningen aangebracht,<br />
welke zijn gemerkt met In (ingang)<br />
en Out (uitgang).<br />
WERKING<br />
Wanneer de remmen zijn gelost, heerst in het<br />
systeem alleen de restdruk. De primaire zuiger<br />
(21 wordt door de spanning van de veer (3) en<br />
de secundaire zuiger (9) wordt door de spanning<br />
van de veer (8) in de bovenste eindstand<br />
gedrukt. De klep (10) wordt door de secundaire<br />
zuiger (9) mechanisch opengedrukt. De<br />
stand van het steunblok (6) kan door de stand<br />
van de bedieningshefboom (5) worden gewijzigd.<br />
Wanneer het rempedaal wordt bediend,<br />
wordt een druk in het hydraulische systeem<br />
opgebouwd. De vloeistof onder druk kan langs<br />
Automatisch lastafhankelijk<br />
regerventier ^ O-36-5 111<br />
OUT<br />
de geopende klep (10) naar de wielremcilinders<br />
stromen. Wanneer de druk, nadat de remschoenen<br />
zijn angelegd, tot ongeveer 8 bar<br />
(8 kg7cm2) ís opgelopen , zijn beide zuigers<br />
zover naar beneden bewogen dat de zuigerstang<br />
(7) tegen de onderziide van de secundaire<br />
zuiger (9) aanligt. Beide zuigers staan<br />
nu onder belasting en vormen een vaste<br />
verbinding. De klep (10) wordt door de spanning<br />
van de veer (1 1 ) gesloten.<br />
12<br />
1t<br />
f0<br />
ledere verdere drukverhoging op de primaire<br />
zuiger (21 heeft, overeenkomstig de stand van<br />
de bedieningshefboom (5) en het juk (4) een<br />
drukverhoging op het secundaíre gedeelte tot<br />
gevolg.<br />
Wanneer door verhitting van de remtrottrt<br />
een volume verandering optreddt, k?n dit in<br />
geringe mate worden weggenivelleerd door<br />
de inhoud boven de secundaire zuiger.<br />
Wanneer meer vloeistof nodig is, dan drukt<br />
de zuiger (9) de klep (10) open.<br />
Omdat tijdens remmen de krachten van de<br />
beide zuigers via het juk (41 op het steunblok<br />
(6) werken, ís het innemen van een andere stand<br />
stand van de bedieningshefboom tegeliikertijd<br />
niet mogeliik.<br />
Worden de remmen gelost, dan wordt via het<br />
juk de secundaire zuiger (9) ontlast. De druk<br />
in de remleiding naar de wielremcilinders<br />
opent nu klepje (1 0) en zakt daardoor evenredig<br />
met de primaire druk.
Wanneer de druk boven zuiger (9) daalt beneden<br />
I bar (8 kg/cm2), dan drukt veer (81 deze zui-<br />
(Fr omhoog, waardoor klepie (101 mechanisch<br />
open wordt gehouden en er geen drukverschil<br />
meer heerst.<br />
Aan de bovenziide van het automatisch regelventiel<br />
is een ontf uchtingsschroef (12) aangebracht.<br />
Aan de bedieningshefboom (5) is een wijzer aangebracht<br />
die de drukverhouding aangeeft, in<br />
vrelke mate de primaire druk wordt gereduceerd.
DAF :ffiatsinstructies<br />
AFSTE LG EGEVENS AUTOMATISCH E<br />
LASTAFHAN KELIJKE REM REG E LI NG<br />
1l<br />
2l<br />
3)<br />
q)<br />
Kontroleer de berrestiging van de verende<br />
hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />
de bovengenoemde hefboom en van de regef<br />
hefboom van de remdrukregel aar.<br />
Stel de lengte L (zie fig. 1) van de regelhefboom<br />
af volgens de tabel.<br />
Sluit manometer laan in de leiding naar de<br />
re mdru krege laar.<br />
- sluit manometer ll aan in de leiding van<br />
de remdrukregelaar naar de wielremcilinder.<br />
- Keteldruk tiidens afstelling 6,5 bar (6,5<br />
kg/cm21..<br />
Bii volledig beladen voertuig, d.tv.z. een<br />
max. achterasbelastif,g, moet de regelhefboom<br />
van de regelaar een hoek van 25o<br />
t ?o naar boven maken (hoek X , zie f ig. 1 )<br />
In deze stand van de hefboom moet de<br />
remdruk praktisch ongereduceerd worden<br />
doorgestuurd.<br />
Hoek X wordt ingesteld door de lengte<br />
van de verticale verbindíngsstang díe gemonteerd<br />
is tussen de rubbermoffen van<br />
de verende hefboom en de regelhefbooffi,<br />
juist te kiezen.<br />
De insteekdiepte van de verticale<br />
verbindingsstang in de rubbermoffen<br />
moet ziin :<br />
minimaal 45 mm<br />
maximaal 55 mm (zie fig. 2)<br />
Belangriik<br />
Afs hoek X ingesteld wordt, MOET dit gebeuren<br />
door lengteverandering van de verticale<br />
verbindingsstang. Het kan nodig zijn<br />
deze in te korten of te vervangen door een<br />
langere.<br />
Gebruik hiervoor een stang met een buitendiameter<br />
van 8 mm. Instelling van de maat L, anders<br />
dan in de tabel aangegeven, geeft een onjuiste<br />
spreiding van de regeling.<br />
Indien men niet in de gelegenheid is het voertuig<br />
volbelast af te stellen volgens punt 3, dan<br />
kan men na de achterasbelasting van het onbelaste<br />
voertuig gemeten te hebben, de achteras-<br />
Au tomat isch lastaf han kel ij k<br />
regelventiel. 6-g6-s1 11<br />
Fig. 1<br />
Fig.2<br />
I<br />
I<br />
I I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
ll
emdruk bii volledig ingetrapt rempedaal opzoeken<br />
in de hierna volgende tabel. Het belangrijkste<br />
bliift echter de afstelling volgens punt<br />
3.<br />
TABEL<br />
(lu-hy geremde voertu igen )<br />
L -<br />
Type w.b. L (mm)<br />
FA <strong>1600</strong><br />
FA <strong>1600</strong><br />
FM <strong>1600</strong><br />
FT <strong>1600</strong><br />
300<br />
360142014851555<br />
300<br />
265/300<br />
lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />
in mm.<br />
p _ uitgestuurde remdruk t 3 bar naar achter'<br />
wielremmen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />
bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vernrelde<br />
achterasdruk in kg.<br />
150<br />
150<br />
150<br />
150<br />
p<br />
1 500 kg 2ooo kg lsooo r.s | +ooo r.s max.<br />
32<br />
29<br />
32<br />
32<br />
37 145 | 58<br />
32 l|42 l|52<br />
s7 l+s I sa<br />
37 145 | 58<br />
94<br />
94<br />
94<br />
94
DAF :';ffatsinstructies<br />
RELAISVENTIEL<br />
DOEL<br />
DEL.<br />
Het relaisventiel heeft tot doel de remkamers<br />
snel te kunnen beluchten en ontluchten, waardoor<br />
de aanspreektijd en het lossen van de remmen<br />
worden verkort.<br />
WERKING<br />
Op de aansluiting Supply ís de luchtketel aangesloten.<br />
Wanneer de aansluiting Service drukvrij<br />
is, is de zitting (1) gesloten en de zitting<br />
(21 geopend.<br />
De remkamers, die op de aansluiting Del . ziin<br />
aangesloten, zijn nu ontlucht.<br />
Zodra de samengeperste lucht binnenstroomt<br />
via de aansluiting Service in de ruimte (3)<br />
boven de zuiger (41 , wordt deze naar beneden<br />
gedrukt. De zitting (21 wordt gesloten en de<br />
zitting (1 ) wordt geopend.<br />
Reraisventier 6-36-5 5 11<br />
SERVI CE<br />
De samengeperste lucht stroomt nu vanuit de<br />
luchtketel naar de remkamers.<br />
Een evenwichtstoestand wordt bereikt, wanneer<br />
de druk aan beide zijden van de zuiger (4) gelijk<br />
is.<br />
Wanneer de druk via de aansluiting Service en<br />
daarmee in de ruimte (3) daalt, wordt de zuiger<br />
(41 naar boven bewogen.<br />
De zitting (1) wordt gesloten, de zitting (3) wordt<br />
geopend, waardoor via de afblaasopening (5) de<br />
remkamers af bl azen.<br />
Om te voorkomen dat, in de uitgangspositie, via<br />
de opening (5) vuil binnen zou komen, is een<br />
rubberen klep gemonteerd, die tiidens afbl azen<br />
een grote opening vrij geeft.<br />
ONDERHOUD<br />
SUPPLY<br />
Het relaisventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />
nodig.
DAF :Tilatsinstructies Beproev i ngsaansl u i ti ng 6-g6-sg<br />
BEPRO EV I N G S AAN S LU ITI NG<br />
DOE L<br />
Met behulp van de bepnoevingsaansluiting kan<br />
men op eenvoudige wijze metingen verrichten<br />
aan de reminstallatie.<br />
WERKING<br />
De beproevingsaansluiting bestaat uit een huis 1<br />
met zuigerklep 2, welke onder spanning staat<br />
van de veer 3. In de ruststand is de zitting 4<br />
gesloten,<br />
Aan de bovenzijde is de aansluiting door míddel<br />
van een kap 5 afgedicht.<br />
Men kan deze aansluitingen vinden op een<br />
remkamer van de vooras en op een remkamer<br />
van de achteras.<br />
2<br />
1<br />
5<br />
L<br />
3
DAF<br />
:'T:;atsins'Îruc'Ìies<br />
NOODVULAANSLUITING<br />
DOEL<br />
Met behulp van de noodvulaansluiting kan het<br />
parkeerremcircuit van buitenaf (b.v. reserve<br />
band) worden belucht.<br />
WERKING<br />
De noodvulaansluiting bestaat uit een huis 1<br />
met terugslagklep 2, welke onder spanning staat<br />
van een veer 3. Aan de bovenzijde bevindt zich<br />
een ventieldop 4, welke op de kap 5 is gedraaid.<br />
Plaats stopblokken voor de wielen, wanneer met<br />
lucht van buítenaf wordt gelost.<br />
Wanneer het parkeerremcircuit met lucht van<br />
buitenaf moet worden gelost, wordt de bandenvulsfang<br />
aangesloten nadat de ventief dop 4 is<br />
verwijderd.<br />
ook kan de, aan de andere kant van de bandenvu<br />
lslang, gemonteerde aanslu itnippel (M t 4x 1 ,5)<br />
worden aangesloten nadat de kap 5 van de<br />
noodvu laanslu iting is verwijderd.<br />
Wanneer de bandenvulslang is aangesloten zal<br />
de samengeperste lucht de terugslagklep 2 openen<br />
en het parkeerremcircuit vullen. Plaats<br />
hierbij het parkeerremventiel in de kabine in<br />
de stand " Rijden".<br />
De noodvulaansluiting is onder de chauffeursstoel<br />
geplaatst.<br />
Laat de luchtdruk bij het lossen met lucht van<br />
builenaf niet hoger oplopen dan 7,5 bar (kg/<br />
.r2).<br />
L<br />
5<br />
2<br />
3<br />
Noodvu laanslu iting<br />
6-96-6 o/1<br />
//2-<br />
---\
DAF 1l[sfatsinstructies Beproev i ngsaansl u itin g 6-96-6 111<br />
BEPROEV I N G S AANS LU ITI NG<br />
DOEL<br />
Met behulp van deze aansluiting kan men eenvoudig<br />
samengeperste lucht aftappen of toevoeren,<br />
€fl metingen verrichten.<br />
WERKING<br />
De beproevingsaansluiting bestaat uit een huis 1<br />
met zuigerklep 2, welke onder spanning staat<br />
van de veer 3. In de ruststand is de zitti ng 4<br />
gesloten . .<br />
Aan de bovenzijde is ter bescherming een kap<br />
5 opgeschroefd. Een aansluiting bevindt zich<br />
aan een zijkant van het chassis, terwijl een andere<br />
zich bevindt op het lastafhankelijk regelventiel.<br />
Met eerstgenoemde kan men:<br />
a. banden oppompen (m.b.v. de bandenvulslang)<br />
b. de luchtdrukinstallatie van buitenaf vullen<br />
(let op dat de druqniet hoger oploopt dan<br />
ca. 7,5 bar (kg/cmz)<br />
c. drukken meten (bijv. in- en uitschakeldruk<br />
van de drukregelaar).<br />
Met de andere kan men de remdruk meten,<br />
zoals die door het voetremventiel uitgestuurd<br />
wordt.<br />
1<br />
/'-'\<br />
5<br />
L<br />
3
DAF<br />
-:'fl;tsinstructies<br />
AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK<br />
REGELVENTIEL<br />
UITVOERING<br />
De aanslu iting voor het ingaande commando<br />
(1 ) bevindt zich bovenaan in de zijkant van het<br />
ventiel.<br />
DOE L<br />
Dít ventíel heeft tot doel de remkracht van de<br />
remkamers afhankelijk van de belading te regelen.<br />
WERKING<br />
Het regelventiel is aan het chassis bevestigd, terwijl<br />
de regelhefboom (6) vía stangen met de achteras<br />
verbonden is.<br />
Wanneer het voertuig wordt beladen, vermindert<br />
de afstand tussen chassis en as. Hierdoor wordt<br />
de regelhefboom vanuit positi E ,,leeg" naar positie<br />
,,volbeladen" bewogen. Binnen in het ventiel<br />
is met de regeliref boom verbonden een bolvormige<br />
stift (8), welke dient als steunpunt voor<br />
de zuigerbuis (5). Hierdoor wordt de positie van<br />
deze laatste bepaald, afhankelijk van de beladingspositie<br />
van het voertuig.<br />
Tijdens remmen komt bij aansluiting 1 perslucht<br />
binnen, welke via het openstaand klepje 13<br />
in de ruimte 14 komt. Wanneer deze druk de<br />
waarde van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan<br />
15 tegen een veer in omhoog gedrukt en<br />
sluit klepje 13. Deze druk staat nu ook via boring<br />
16 in verbinding met de ruimte boven<br />
membraan 7.<br />
Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />
naar beneden gedrukt worden, Klepje 3 gaat<br />
aanf iggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze doen<br />
afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan van de<br />
zuiger zal klepje 3 geopend worden, waardoor<br />
de remlucht kan doorstromen via aansluiting 2<br />
naar de bedrijfsremaansluiting van de veerremcilinders<br />
op de achteras. Teve rs komt de ruimte<br />
onder membraan 7 onder dezelfde druk te staan.<br />
Naarmate de zuiger verder naar beneden bewogen<br />
is, is het membraan verder vrij gekomen<br />
van de ruggen (10) in het huis en aan gaan liggen<br />
tegen de vleugels (12) welke met de zuiger zijn<br />
verbonden. Het werkzame oppervlak van het<br />
membraan wordt daardoor geleidel ijk vergroot.<br />
Als het voertuig gedeeltelijk beladen is zal dit<br />
oppervlak groter zijn dan dat van de bovenziide<br />
î5<br />
14<br />
î3<br />
tî<br />
î0<br />
12<br />
E<br />
Autom. lastafh. regelventiel 6-96 -72<br />
1<br />
t6<br />
3<br />
4<br />
5<br />
7<br />
2 I<br />
5<br />
9
ar<br />
7<br />
6<br />
5<br />
P24<br />
lg 2<br />
/<br />
/ 4<br />
/<br />
2 3 4<br />
+Pl<br />
o 5 6 Tbar<br />
p 1 : ingestuu rde dru k<br />
p2<br />
/<br />
/ ,zt-<br />
/<br />
/<br />
van de zuiger. Wanneer de druk boven de zuiger<br />
plus de druk boven het membraan (0,5 bar) overwonnen<br />
wordt door de druk onder membraan 7,<br />
dan wordt de zuiger weer omhoog gedrukt totdat<br />
klepje 3 weergesloten is; De evenwichtstoestand<br />
is nu bereikt. Hoe zwaarder de belading van het<br />
voertuig is, hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />
en daarmee van de zuiger, hoe kleiner<br />
het werkzame oppervlak van het membraan, des<br />
te groter zal de uitgestuurde druk moeten worden<br />
om evenwicht te maken. Bij max. toegestane bef<br />
ading zal het regelventiel open blijven staan, en<br />
wordt dus de volle druk dcorgestuurd. Bij minimale<br />
belading zal daarentegen de remdruk max.<br />
gereduceerd worden.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />
bij aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />
in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />
in zijn hoogste stand en zal dan ontwijken door<br />
de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />
De omloopleiding (1 t ) zorgt ervoor, dat via<br />
zuigertje 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />
er evenwicht is tussen de naar boven en naar<br />
beneden gerichte krachten op de stift.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodig.
DAF<br />
J;::aatsinstructies<br />
AFSTE LG EG EVENS AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHAN KE L IJKE REM R EG E LI NG<br />
Opm.: 1 bar : ongeveer 1 kg/cm2 .<br />
1. Kontrofeer de bevestiging ven de verende<br />
hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />
deze hefboom en de regelhefboom van de<br />
regelaa r.<br />
2. Stel de lengte t (zíe fig. 1 ) van de regelhefboom<br />
af volgens de tabel.<br />
3. Sluit manometer (1 ) aan op de beproevingsaansluiting<br />
op het regelventiel.<br />
4. Sf uit manometer (21 aan op de beproevingsaansluiting<br />
op één der veerremcilinders<br />
(bedrijfsrem aansluiting) van de achteras.<br />
5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />
Deze druk niet af te lezen op de luchtdrukmeter<br />
op het instrumentenpaneel, d aar<br />
deze te grof aanwiist, maar op een goede<br />
manometer.<br />
6. Meet de belasting onder de achteras(-sen).<br />
7. Trap het rempedaal volledig in en Iees op<br />
manometer (21 de remdruk van de achteras<br />
af.<br />
8. Vergelijk deze waarde met die uit de hierna<br />
volgende tabel. Deze gegevens staan ook<br />
vermeld op het instructie plaatje op een der<br />
deu rstijlen .<br />
9. Indien de achteras belast is tot op maximaaltoelaatbare<br />
waarde, dan moet de remdruk<br />
practisch ongereduceerd worden doorgelaten.<br />
De hefboom van de regelaar dient<br />
dan 30o + 20 omhoog te staan (hoek X<br />
fig. 1 ).<br />
10. Indien de gemeten waarde volgens punt<br />
7, ofwel de hoek volgens punt 9 afwijkt,<br />
verander dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />
en in geen geval de lengte L<br />
van de regelhefboom.<br />
De insteekdiepte van de verbindingsstang<br />
in de rubbermoffen dient minimaal 45 mm<br />
en maximaal 55 mm te zijn (zie fig. 2).<br />
Automatisch<br />
^<br />
lastafhankelijk regelventiel O-36-T<br />
Fig. î<br />
Fig. 2<br />
I<br />
li<br />
2
CODE N R.<br />
KONTROLE WAARDEN<br />
AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHANKELUK<br />
REGELVENTIEL<br />
REGELVENTIEL<br />
ACHT E RVEER<br />
VOL L AST<br />
o( =30'g 2'<br />
L EEG<br />
HEFBooM LENGTE L = ... MM<br />
ACHTERAS<br />
DRUK \-..-<br />
KGF<br />
2000<br />
3000<br />
/.000<br />
s00 0<br />
TABE L<br />
REMDRUK--<br />
! 0.2 BAR<br />
BU 6.5 BAR<br />
KET EL DRUK<br />
EEG 75 t52L /<br />
Type I w.b.<br />
I<br />
FT/FA f 600 w.b. 300<br />
FA <strong>1600</strong> | 36G610<br />
FM <strong>1600</strong> |<br />
FM<strong>1600</strong> (cn) | 32o<br />
I<br />
rB 163 | 470<br />
TB 163 I 605<br />
2<br />
3<br />
t,<br />
5<br />
6t Opmerking:<br />
De waarden ín de tabel en op het instructieplaatje<br />
?, gelden alleen, als het oorspronkelijke verenpakket<br />
I op de achteras gemonteerd is.<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
instructieplaatje op de cleurstijl<br />
Indien de achteras volbelast is (niet overbelas{, dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk<br />
doorlaten.<br />
L : lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />
in mm.<br />
p : uitgestuurde remdruk t0,2 im bar<br />
naar achterwielen bij vol ingetrapt<br />
rempedaal, bij een keteldruk van 6mb<br />
6,5 bar en bij de vermelde achterasdruk<br />
in kg.<br />
4<br />
SOO /3601420<br />
L(mm) 2000 kg 3000 ks 4000 ks 5000 ks<br />
90<br />
115<br />
BO<br />
65<br />
165<br />
165<br />
2,5<br />
3,1<br />
2,3<br />
3, 1<br />
3,0<br />
3,3<br />
3, 1<br />
3,7<br />
3,0<br />
3,4<br />
3,4<br />
3,7<br />
p<br />
3,9<br />
4,5<br />
3,7<br />
3,8<br />
4,2<br />
4,4<br />
4,8<br />
5.4<br />
4,6<br />
4,2<br />
5,0<br />
5,0
DA F :;'Jr-tsinstructies<br />
il:"#:lir^rastarhankeriik 6 -96-Tg<br />
AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK REGELVENTIEL<br />
UITVOERING<br />
De aansluiting voor het ingaande commando<br />
(1 ) bevindt zich bovenaan in de zijkant van<br />
het ventiel.<br />
DOEL<br />
Dit ventiel heeft tot doef de remkracht van de<br />
remkamers afhankelijk van de belading van het<br />
voertuig te regefen.<br />
WERKING<br />
Het regelventiel is aan het chassis bevestigd,<br />
terwijl de regelhefboom (6) via stangen met de<br />
achteras verbonden is. Wanneer het voertuig<br />
wordt befaden, vermindert de afstand tussen<br />
chassis en as. Hierdoor wordt de regelhefboom<br />
vanuit positie "leeg" naar positie "volbeladen"<br />
bewogen. Binnen in het ventiel is met de regelhefboom<br />
verbonden een bolvormige stift (81,<br />
welke dient als steunpunt voor de zui$erbuis<br />
(51. Hierdoor wordt de positie van deze faatste<br />
bepaald, afhankelijk van de beladingspositie<br />
:<br />
van het voertuig.<br />
Tijdens remmen komt bii aansluiting 1 remlucht<br />
binnen, welke via het openstaand klepie<br />
13 in ruimte 14 komt. Wanneer deze druk de<br />
waarde van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan<br />
15 tegen een veer in omhoog gedrukt en<br />
sluit klepje 13. Deze druk staat nu ook via boring<br />
16 in verbinding met de ruimte boven membraan<br />
7.<br />
Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />
naar beneden gedrukt worden. Klepie 3<br />
gaat aanliggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze<br />
doen afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan<br />
van de zuiger zal klepje 3 geopend worden,<br />
waardoor de remlucht kan doorstromen via<br />
aansluiti ng 2 naar de bedrijfsremaansluiting van<br />
de veerremcilinders op de achteras. Tevens<br />
komt de ruimte onder membraan 7 onder dezelfde<br />
druk te staan. Naarmate de zuiger verder<br />
naar beneden bewogen is, is het membraan<br />
verder vrij gekomen van de ruggen (1 0) in het<br />
huis en aan gaan liggen tegen de vleugefs (12Irrelke<br />
met de zuiger ziin verbonden. Het werkzame<br />
oppervlak van het membraan wordt daar-<br />
î<br />
1<br />
f6<br />
3<br />
4<br />
5
n 7<br />
6<br />
5<br />
P24<br />
t3 2<br />
/<br />
/ ,zt-<br />
o 2345<br />
+Pl<br />
/<br />
/<br />
/<br />
/<br />
7 ,zrJ<br />
6 7berr<br />
pî= ingestuurde druk<br />
p?=uitgestuurde druk<br />
door geleideliik vergroot. Als het voertuig gedeelteliik<br />
beladen is zal dit oppervlak groter ziin dan<br />
dat van de bovenzijde van de zuiger. Wanneer de<br />
druk boven de zuiger plus de druk boven het<br />
membraan (0,5 bar) overwonnen wordt door de<br />
druk onder membraan 7, dan wordt de zuiger<br />
vì/eer omhoog gedrukt totdat klepie 3 weer gesloten<br />
is. De evenwichtstoestand is nu bereikt.<br />
Hoe zwaarder de belading van het voertuig is,<br />
hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />
en daarmee vAn de zuiger, hoe kleiner het werkzame<br />
oppervlak van het membraan, des te groter<br />
zal de uitgestuurde druk moeten worden om<br />
evenwicht te maken. Bii max. toegestane belading<br />
zal het regelventiel open blijven staan, €n<br />
wordt dus de volle druk doorgestuurd. Bii minimale<br />
belading zal daarentegen de remdruk max.<br />
gereduceerd worden.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />
bii aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />
in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />
in zijn hoogste stand en zal dan ontwiiken door<br />
de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />
De omloopleiding (1î ) zorgt ervoor, dat via<br />
zuigertie 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />
er evenwicht is tussen de naar boven en naar beneden<br />
gerichte krachten op de stift.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodig.
DA F I'Jr'atsinstructies<br />
AFSTE LG EG EVE NS AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHAN KEL IJKE REMREG E LI NG<br />
Opm.: 1 bar : ongeveer 1 kg/cm2 .<br />
1 . Kontroleer de bevestiging van de verende<br />
hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />
deze hefboom en de regelhefboom van de<br />
regelaar.<br />
2. Stel de lengte L (zie fig. 1 ) van de regelhefboom<br />
af volgens de tabel.<br />
3. Sluit manometer (1) aan op de beproevingsaansluiting<br />
op het regelventiel.<br />
4. Sluit manometer (21 aan op de beproevingsaansluiting<br />
op één der veerremcilinders<br />
(- bedrijfsremaansluiting) van de<br />
achte ras.<br />
5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />
Deze druk niet af te lezen op de luchtdrukmeter<br />
op het instrumentenpaneel,<br />
daar deze te grof aanwijst, maar op een<br />
goede manometer.<br />
6. Kontroleer nu de instelling van de verbindingsstang<br />
(5) door de regelhefboom<br />
in 300 positie te trekken (hoek X, f ig. 1 ).<br />
Nu moet ook de andere aangegeven hoek<br />
X 30o ziin. Zo niet, dan corrigeren door<br />
de lengteverandering van verbindingsstang<br />
(5) d.m.v. de rubbermoffen.<br />
7. Meet de belasting onder de achteras(sen).<br />
8. Trap het rempedaal volledig in en lees<br />
op manometer (21 de remdruk van de<br />
achteras af.<br />
9. Vergelijk deze waarde met die uit de<br />
hierna volgende tabel. Deze gegevens<br />
staan ook vermeld op het instructie plaatje<br />
op een der deurstijlen.<br />
fig. 1<br />
Automatisch ^tastafhanketijk<br />
resetventiet O'3 6' 7 3<br />
fig. 2<br />
t<br />
li<br />
't
CODE N R.<br />
KONTROLE \ilAARDEN<br />
AUTOMAT ISCH<br />
LASTAFHANKELUK<br />
REGELVENTIEL<br />
TYP E<br />
/,<br />
_ t . ... . WB<br />
REGELVENTIEL<br />
ACHTERVEER<br />
aa<br />
\<br />
VOL L AST<br />
o( =3Ott 2'<br />
L EEG<br />
HEFBOOM LENGTE L =<br />
ACHTER AS<br />
DRUK \_<br />
\<br />
KGF<br />
2000<br />
REMDRUK<br />
T 0.2 BAR<br />
3000 t<br />
4000 t<br />
s00 0<br />
MM<br />
B U 6,5 BAR<br />
KETELDRUK<br />
EEG 75 152t,<br />
Instructieplaatje op de deurstijl<br />
TABE L<br />
Type L (mm)<br />
2<br />
3<br />
L<br />
5<br />
7<br />
8<br />
I<br />
10<br />
11<br />
10. Indien de achteras belast is tot op maximaal<br />
toelaatbare waarde, dan moet de remdru<br />
k practisch ongereduceerd worden<br />
doorgelaten. De hefboom van de regelaar<br />
dient dan 300 + 20 omhoog te staan<br />
(hoekXfig. 1).<br />
1 1. Indien de gemeten waarde volgens punt 7,<br />
ofwel de hoek volgens punt 9 afwiikt, verander<br />
dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />
en in geen geval de lengte<br />
L van de regelhefboom. De insteekdiepte<br />
van de verbindingsstang in de rubber<br />
moffen dient minimaal 45 mm en maxi<br />
maal 55 mm te zijn (zie fig.2l .<br />
OPMERKING<br />
De waarden in de tabel en op het instructieplaatje<br />
gelden alleen, als het oorspronkelijke<br />
verenpakket op de achteras gemonteerd is.<br />
Indien de achteras volbelast is (niet overbelast),<br />
dan moet het A.L.R. ventiel de volle<br />
remdru k doorlaten.<br />
L - lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />
in mm.<br />
p - uitgestuurde remdruk + 0,2 bar naar<br />
achterwielen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />
bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de<br />
vermelde achterasgewicht in kg.<br />
4000 ks 5000 ks 6000 ks 7000 kg<br />
FAS <strong>1600</strong> 62 2,8 3,0 3,2 3,5<br />
p
DAF :Tilatsinstructies Lagedru k schakelaar 6-gg- 4r1<br />
LAGEDRUK SCHAKELAAR<br />
DOEL<br />
Het uitschakelen van controlelampen wanneer<br />
een bepaalde druk is bereikt. Pe uitschakeldruk<br />
bedraagt 5,0 t O,2 bar (kg/cmz).<br />
WERKING<br />
Wanneer de ingestelde druk in de luchtdrukleiding<br />
is bereikt, wordt de bestaande verbinding<br />
van de beide contacten door het membraan verbroken.<br />
Wanneer de druk onder de ingestelde<br />
druk daalt, worden de beide corrtacten weer<br />
verbonden.<br />
ONDERHOUD<br />
De fagedruk schakefaar heeft geen biizonder<br />
onderhoud nodig.
DAF :Tilatsinstructies stoprichtschakeraar 6'38- 5 l1<br />
STOPLICHTSCHAKELAAR<br />
DOEL<br />
Het in werking stellen van de stoplichten.<br />
Wordt echter ook gebruikt om de continuremmen<br />
van de volgwagen in werking te stellen, als<br />
men van de motorrem gebruik maakt.<br />
WERKING<br />
De schakelaar is opgenomen in de luchtleiding<br />
naar de remkamers, resp. naar de motorremcif<br />
inder(s) . Zodra wordt gereffid, komt de schakelaar<br />
in werking. De^inschakeldru k bedraagt '<br />
0,2-0,3 bar (ké1.r2)<br />
Monteren moet verticaal gebeuren, met de<br />
efektrische aansluiting aan de bovenzijde.
DA F i"::Hatsinstructies Aan h a ngwa genremven tiel 6-gg-6<br />
AANHANGWAG EN R EMVENTI EL<br />
Aanhangwagenremventie'l (met dru kbegrenzing).<br />
DOE L<br />
Bediening van éénleiding volgwagen re{ninstallatie<br />
en drukreductie op 5,2 bar (kg/cmz) van de<br />
naar de volgwagen stromende lucht.<br />
WERKING<br />
f n de ruststand wordt het membraan met zuiger<br />
(6) en zuigerbuis (7I'door de c,irukveer (5) in ziin<br />
onderste stand gedrukt, zodat de dubbele klep<br />
bij de zitting (8) gesloten en bij de zitting (9)<br />
geopend is. De luchtdruk stroornt vanaf de<br />
luchtketel op de truck via de aansluiting (V) en<br />
de aansluiting (A) in de leiding naar de aanhangwagen<br />
en stroomt daarbij tevens in de ruimte (4)<br />
bij de regelzu iger (3).<br />
Zodra de gewenste druk in de aanhangwagenleiding<br />
en daarmee tevens in de kamer (10) is<br />
bereikt, wordt de doorgang langs zitting (9) tegen<br />
de kracht van de drukveer (1 t ) gesloten.<br />
Bij het remmen wordt de druk, door het voetremventiel<br />
via de aansluiting (Zl in de ruimte<br />
(1 ) van het aanhangwagenremveqtiel toegelaten.<br />
Een druk van 0,2-0,4 bar (kg/cmz) is al voldoende,<br />
om het membraan met zuiger (6) met<br />
de zuigerbuis (71 tegen de veerdruk (5) in naar<br />
boven te bewegen waardoor de zitting (B)<br />
wordt geopend.<br />
Via de zuigerbuis (71 en de ontluchtingsboring<br />
(E) in het bovenste gedeelte van het huis ont<br />
wijkt zoveel druk dat de voor de voorijling noodzakelijke<br />
plotselinge dru kval in de aanhangwagenleíding<br />
bereikt wordt.<br />
De evenwichtstoestand wordt bereikt, wanneer<br />
de zuigerbuis (71 terugkomt op de zittíng (8)<br />
hetwelk wordt veroorzaakt doordat de druk<br />
in de ruimte (4)mede afgevallen is, terwijl boven<br />
de regelzuiger (3) in de ruimte (21 de voorraaddruk<br />
heerst. De regelzuiger (3) drukt nu<br />
door de kraag aan de zuigerbuis 0l', de zuigerbuis<br />
(71 naar beneden zodat een evenwichtstoestand<br />
wordt verkregen.<br />
Een versterken van de remwerking op de truck<br />
veroorzaakt een verder afvallen van de druk in<br />
de aanhangwagen leidi ng.<br />
Bij een orùr uàn 5,5-6,ó bar (kg/. m2) in de<br />
ruimte (1) is de aanhangwagenleiding volledig<br />
ontlucht. Bij lossen van de remmen op de truck<br />
vaft ook de druk in de ruimte (1) weg, daardoor<br />
verplaatst de zuigerbuis (71 zich weer naar beneden<br />
en sluit de dubbele klep bij de zitting (8) en<br />
opent bij de zitting (9).<br />
De voorraadketel van de truck belucht nu de aanhangwagenleiding,<br />
waardoor de remmen van de<br />
aanhangwagen lossen. Tevens zal hierbii de drukval<br />
van de aanhangwagenketel worden opgeheven.<br />
De gehele door lucht bediende remwerking van de<br />
aanhangwagefì laat zich na de plotsel inge dru kval<br />
in de aanhangwagenleiding, welke voor het verkriigen<br />
van voorijling noodzakeliik is, zeer nauwkeurig<br />
regelen.<br />
Wanneer het parkeerremventiel in de kabine wordt<br />
bediend, wordt via het reactieventiel de Z-aansluiting<br />
van het aanhangwagenremventiel belucht.<br />
Het membraan met zuíger wordt van de geloste<br />
stand in de rempositie getrokken , zodat de aanhangwagenremleiding<br />
geheel is ontlucht en de<br />
aanhangwagen geremd is.<br />
Bij een ingestuurde druk op de Z-aansluiting van<br />
1,0 bar (kg/cma) bedraagt de drukafval i1 de<br />
#;t;i;ing aansluiting 1,a-1 ,8 bar (kg/cm2)<br />
Bij een ingestuurde^druk op de Z-aansluiting van<br />
5,6-6,0 bar (kg/cmz) is de éénleiding aansluiting<br />
maximaal ontlucht.
HET TESTEN VAN HET AANHANGWAGENREMVENTIEL OP HET VOERTUIG<br />
Het aanhangwagenremventigl met drukreductie<br />
van 7,3 naar 5,2bar (kg/cmz) rnrordt toegepast<br />
wanneer de tweekring- tweeleiding luchtdrukinstallatie<br />
is uitgerust met een extra éénleiding<br />
aanslu iting.<br />
Het ventiel, welke af-fabriek wordt toegepast<br />
heeft DAF no. 583512 en Westinghouse no.<br />
47 1.200.008. 0 ( 1 61 S27).<br />
Wanneer de omstandigheden dit noodzakelijk maken<br />
kan es'een met grotere voorijling worden<br />
gemonteerd (DAF no. 541108 - Westinghouse no.<br />
471.200.102.0 (1 61 S30).<br />
Sf uit de beide manometers aan zoals aangegeven<br />
in de afbeelding, nl. meter 1 op de commando<br />
koppelingskop van het tweeleiding systeem (geel),<br />
en meter 2 op de éénleiding koppelingskop<br />
(blauw). Laat de compressor de luchtketels vullen.<br />
f n stand rijden van het voqrtuig zal manometer<br />
1 aangeurn: 0 bar (kg/cm2). Mìnomete r 2 aangesf<br />
oten op de één leiding kopqelingskop, zdl een<br />
druk van 4,7-5,2 bar (kg/cmtl aangeven.<br />
Wanneer de voetremplaalwordt bediend tot een<br />
waarde van 1 bar (kg/cmz) gemeten op manometer<br />
1, zal dit een drukafvaf verooJzaken op manometer<br />
2 van 1,3-1 ,8 bar (kg/cm2). Dit houdt in<br />
dat op deze.rmanometer een druk van 3,5-4,0<br />
bar (kg/r ma) heerst.<br />
Wanneer de noodrem wordt bediend (stand<br />
remmenl zal dit de maximale drukafval ver- ^<br />
oorzaken op manometer 2 (:0 bar) (kg/cm2).<br />
In de stand parkeren zal^echter manometer 2<br />
wee r 4,7-5,à n", (kg/cm2) aangeven.<br />
A<br />
B<br />
c<br />
bor<br />
6<br />
5<br />
t,<br />
3<br />
2<br />
1<br />
-r<br />
\ A<br />
\ /<br />
\<br />
X \<br />
123156<br />
+B<br />
druk op de éénleidingaansluiting (A-aanslu iting)<br />
dru k op de Z-aanslu iting (commando)<br />
druk in de remkamers van de volgwagen<br />
,/<br />
\<br />
bor<br />
6<br />
bor
DAF :lffatsinstructies Luchtkraan 6-39-1 5 11<br />
DOE L<br />
Het afsluiten van een luchtdrukleiding.<br />
WERKING<br />
Wanneer de handgreep parallel staat met de<br />
luchtkraan, wordt de drukstift (4) door de<br />
deksel, welke is verbonden aan de handgreep<br />
(3), op de klep (5) gedrukt, waardoor deze<br />
wordt geopend.<br />
De samengeperste lucht kan nu van de aansluiting<br />
(1 ) naar de aansluiting (21 passeren.<br />
Wordt de handgreep (3) over een hoek van 90o<br />
tot de aanslag ged raaid, dan wordt de veerbelaste<br />
drukstift (4) naar boven gedrukt in de<br />
uitsparing a van de deksel. De klep (5) volgt<br />
ook naar boven en sluit de inlaat af zodat geen<br />
samengeperste lucht meer kan doorstromen.<br />
De verbinding met de buitenlucht wordt vrijgemaakt.<br />
De aansluiting (21 wordt via de centrale uitlaatboring<br />
in klep (5) en de ontluchting ontlucht.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodig.
Printed in the Netherlands 74Os<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
7<br />
6-00-1259<br />
(rtF.<br />
$of<br />
to\o<br />
nto<br />
ll<br />
rfs<br />
1l<br />
(îf'î<br />
(v)r<br />
tl<br />
|.r)o<br />
oo<br />
óó<br />
-.c{ 0îrf<br />
tc\l<br />
(\l$<br />
o(o<br />
d.(ft<br />
L<br />
frE tl<br />
- (Y)<br />
v$ ll<br />
o)<br />
tr)<br />
(<br />
o<br />
lr'<br />
T<br />
o<br />
T<br />
o<br />
o<br />
e.t<br />
I<br />
v,<br />
uj<br />
I<br />
o<br />
rO<br />
to<br />
I<br />
nî<br />
tn<br />
I<br />
'o<br />
DAF Werk<br />
F <strong>1600</strong><br />
p laats i nstruct ies<br />
Remschema's Í\<br />
(D-oo
ot<br />
I<br />
o I<br />
J<br />
N<br />
o)<br />
6-53 -4t2 6 -38-170659<br />
6- 53 -55 t1<br />
\<br />
E=<br />
o ,q<br />
6 -36-1<br />
1. 6€5-4 6-53-4/1<br />
2. 6€5-3<br />
3.6-85-1<br />
6-tO-15/1<br />
6 -39 -22<br />
-r<br />
I
gAVL spuBueqlaN aql ul peluud<br />
uapnoqagJoo^ ua6u t 6tzf tfvt<br />
6<br />
zgzJ.-00-9<br />
.lu:-. !t<br />
o'o|o<br />
bFF<br />
tb=d<br />
o'<br />
t<br />
(,<br />
o<br />
îb<br />
O)<br />
o)<br />
I(,<br />
A<br />
I<br />
o)<br />
o<br />
I<br />
(,<br />
o|<br />
I<br />
(,,<br />
u<br />
I<br />
f\)<br />
o<br />
@I<br />
tp<br />
ul<br />
oI u<br />
ÀI<br />
o<br />
d,<br />
(Jl<br />
.f<br />
Ol<br />
t(,<br />
o'<br />
I<br />
A 1\)<br />
o)<br />
ú,<br />
(o<br />
J.<br />
(tl<br />
Ot<br />
I<br />
(,<br />
s<br />
I<br />
@<br />
o<br />
I<br />
(,<br />
@<br />
I<br />
n\)<br />
Of<br />
I(,<br />
ul<br />
I<br />
rù<br />
!<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
UI<br />
I<br />
-J<br />
(t)<br />
I<br />
ul<br />
Ot<br />
I<br />
ÀT<br />
$,t<br />
ru<br />
O)<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
O)<br />
I<br />
LÀ,<br />
o'<br />
I<br />
(,<br />
A<br />
00-q<br />
V s,Bulotlcsuag sallcnrtsu,sres :::; J VfI
o<br />
ct)<br />
t<br />
(t ot<br />
J<br />
N<br />
o)<br />
o<br />
1. 6- 80-11<br />
2. 6- 80-9<br />
3 6-80-18<br />
6-58-1o/',|<br />
6.56-10/1<br />
6.3 4-6/',1<br />
6- 53 - 4/2 6 3533/î<br />
6-53-4/1 6 -35-1<br />
6-35-27t1<br />
6-53 -55/1<br />
/<br />
6- 53- 55/1<br />
I<br />
l<br />
I
Printed in the Netherlands 74Os<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
11<br />
6-00-1269<br />
\o'o(o<br />
; oiri<br />
ò<br />
I<br />
o<br />
nI rO<br />
@@@<br />
lll<br />
=oP ltl<br />
ooo<br />
o lr-<br />
I<br />
(o<br />
oI (o<br />
'oI<br />
$<br />
n<br />
tD<br />
rî<br />
F<br />
I<br />
o<br />
5o<br />
E<br />
!î<br />
I<br />
r,î<br />
nI rO<br />
vI fî<br />
oI (o<br />
(o<br />
F qna<br />
ltl<br />
T<br />
rO<br />
0î<br />
I<br />
(o<br />
@<br />
I<br />
oa? \o<br />
f,î<br />
a<br />
to<br />
a(o<br />
rO<br />
n<br />
I<br />
(,î<br />
o<br />
I<br />
o<br />
t^c)<br />
to<br />
I<br />
r,î<br />
tn<br />
I<br />
(o<br />
o<br />
I<br />
o)<br />
r,î<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
o)<br />
|îI (o<br />
rn<br />
(\l<br />
F<br />
I<br />
of,îI o<br />
C\I<br />
I<br />
O)<br />
îîI (o<br />
F<br />
DA F :;::'atsinstructies<br />
Remschema's c\<br />
(D-oo
N<br />
o)<br />
I<br />
C'<br />
oI<br />
J<br />
CD<br />
J<br />
(rr<br />
6- 39-19/1 6-54-'l 6-34-8<br />
6-3 6-43<br />
2.6- 80-1€l<br />
1.6-SO-9 6 -3 4-6/1<br />
6-54 -26 6-35J 3/1<br />
6-38-815 / 6-3e -25 6-36-25<br />
6 - 39 -26/1 6-39-3<br />
!-El<br />
(-<br />
- ---<br />
--<br />
6-35-33/1<br />
6- 3 6- 44/2 6 -35-1<br />
IID<br />
-D<br />
--I<br />
trEe<br />
'?o'll I<br />
'ru<br />
I<br />
I<br />
ì 6-3<br />
I<br />
5-27<br />
6-3 5-27
gOrL spuBlJoLlloN otll u! paluud<br />
uapnoqeqloo^ ua6utOlzlnn<br />
8t<br />
9e8 L-00-9<br />
?e?<br />
@@@ ooo<br />
Itl<br />
=od<br />
f., O<br />
-N5<br />
__<br />
o|<br />
I<br />
E<br />
I<br />
N<br />
E<br />
o'<br />
I (,<br />
(,<br />
t<br />
w<br />
o !<br />
(,<br />
oI TD<br />
ul<br />
.J<br />
.J<br />
o|<br />
I<br />
(,<br />
AI<br />
o|<br />
I<br />
(,<br />
o|<br />
t<br />
À eJ<br />
o}<br />
I<br />
f.l,<br />
Ifu N<br />
o)<br />
I<br />
(tl<br />
AI N)<br />
ol<br />
00-c)<br />
V s,Puleqcsrueg solrcnrrsu,sl'B :;:; c vcl
à<br />
o)<br />
I<br />
C)<br />
o t<br />
-l<br />
C'<br />
]u<br />
O<br />
3.6-80- î8<br />
1. 6 -80 -11<br />
2.6-80 - 9<br />
6-54-1<br />
6-35- 2I<br />
6-39 -26 6-38-815<br />
6-34 - 6/ 1<br />
6J 6-44/1<br />
s:6-38/1<br />
6-35-27 6-36-33<br />
6-39J5<br />
6-54-26<br />
6-39-12n<br />
6-36 -43/
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
15<br />
6-00-1331<br />
9o tf<br />
88<br />
óó<br />
oi;<br />
(o<br />
cI<br />
g<br />
I<br />
ro<br />
F<br />
ó<br />
T<br />
(o<br />
$(o<br />
o<br />
NI lr)<br />
NI<br />
o<br />
0î<br />
I<br />
o<br />
\t<br />
!rI<br />
onî<br />
I<br />
o<br />
e<br />
+<br />
îîI<br />
o<br />
T<br />
to<br />
0î<br />
I<br />
(o<br />
f,î<br />
oî<br />
I<br />
ordì<br />
I<br />
o<br />
r,î<br />
(rî<br />
I<br />
n<br />
tîI (o<br />
(o<br />
N<br />
I \t<br />
ln<br />
I<br />
(o<br />
nî<br />
It<br />
I<br />
(o<br />
fîI<br />
(o<br />
otîI o<br />
o C-I<br />
DA F :;:: "atsinstructies<br />
Remschema's<br />
^(D-oo
CI)<br />
ct)<br />
I<br />
o ot<br />
.rl<br />
q)<br />
CD<br />
{<br />
5.36-80-18<br />
4.2.6-80-9<br />
1 6-80-11 6-34 -U1 4.5.6514-311<br />
123.64-1t1 6 -34-8 6-35 -33/2 6-54-26n 6-36-52n 6-54-25/l<br />
6-35 -27/1<br />
ll sou I<br />
----f
90vL spuBuoqlaN aql ur poluud<br />
uapnoqsqroo^ ua6ut6tzltnn<br />
LI<br />
8881-00-9<br />
tu(,<br />
5tn<br />
9P<br />
@o<br />
99 (od<br />
oI @<br />
oI o|<br />
I<br />
EI vf<br />
oI oI u,<br />
À<br />
I<br />
o<br />
w<br />
!<br />
..- ID<br />
(tl<br />
..i<br />
5<br />
tx<br />
?<br />
(tf<br />
A<br />
I<br />
g<br />
.-J<br />
N (..,<br />
Ar<br />
I<br />
ul<br />
ÀI ol<br />
I<br />
EI À<br />
s<br />
o}<br />
I<br />
f.A,<br />
À<br />
I<br />
@<br />
o)<br />
I (,<br />
Ot<br />
a (,<br />
o<br />
oI (,<br />
ul<br />
I<br />
\<br />
o<br />
I<br />
(,<br />
u<br />
ù (,<br />
N)<br />
/1<br />
o)<br />
I (,<br />
(,<br />
-L<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
oI tn<br />
{r I<br />
l\)<br />
o<br />
ii<br />
r I<br />
$f\)<br />
g<br />
oI (,<br />
(o<br />
t<br />
tu<br />
-J<br />
salrcnrrsursr'E :::; c vcl<br />
oo'cl<br />
Y s,euoqcsuoH
@<br />
ot<br />
t<br />
c)<br />
o I<br />
-l<br />
(D ÈJ<br />
2.6-80-ts<br />
1.6-80-9<br />
6-39-26/1 6-38- 815<br />
6-34-6/1 6-54-1<br />
6- 39 -25 / 6-36 -44/1 / 6-34-8<br />
lrll<br />
6-35 -33/1<br />
6-35- 33/2 f 6-36-33 6-U-26/1 6-36 -52/1 6-U-25/1 6-39-15 6-3B,-24
l,<br />
f,<br />
:t<br />
o o,<br />
:t<br />
J<br />
o zoJo<br />
=o :t<br />
o.<br />
o<br />
À<br />
o<br />
Ctl<br />
=Í N.<br />
(o<br />
5'<br />
(o<br />
of<br />
o<br />
5<br />
o<br />
c<br />
o,<br />
s6<br />
o)<br />
t<br />
o<br />
oI .i<br />
(t<br />
o)<br />
.a<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
6-3 4-6/1<br />
6 80-11<br />
6-80-9<br />
6-80 -18<br />
6 -38-3<br />
6 -36- 1<br />
6-58-1 0/1<br />
6- 56-10/l<br />
6-3 4-8 6-39 -12/1<br />
6-53- 4/2 6-39-1 5 6-39 -8/1<br />
-J<br />
--<br />
.I<br />
I<br />
J<br />
J_<br />
6- 53- 55/1<br />
6 -r O-1 4l1 6-3 527 I 1 6-3 5 -33/1 6-53 -55/1<br />
6- 53 - 4/1<br />
6 -35-1<br />
I<br />
T'<br />
L.<br />
-r rl<br />
'î€<br />
dE<br />
8gA)<br />
o)<br />
a.<br />
f<br />
@<br />
É<br />
o<br />
6'<br />
TJ<br />
o 3U,<br />
oJ<br />
o<br />
3<br />
g'o-,v,<br />
I<br />
o
l\)<br />
o<br />
ot<br />
!<br />
o ()<br />
I<br />
J<br />
CD<br />
ot<br />
N<br />
1. 6 -80-11<br />
4.2.6-80-9<br />
5. 3. 6-80 -18<br />
6-58-îO/1 6-35 -27t1<br />
6-56-î0/l 3.2.1.6- 53 -4/1<br />
5.4,6- 53- 4/3<br />
6-35-1<br />
6-35 -3y1<br />
6-53- 55/1<br />
\_<br />
,,'. ,<br />
u-#<br />
,tt,<br />
-il<br />
/<br />
6-53-55/1<br />
rI<br />
I I<br />
I
90vL spuBuaqlaN aql ur paturrd<br />
uepnoqeqroo^ uoOu l6lzllnn<br />
tz<br />
zg8 l-00-g<br />
.u lu;'<br />
o|o)o lll<br />
@@@<br />
()OO<br />
tll<br />
n<br />
tl<br />
tl<br />
ll<br />
ol<br />
ù<br />
o<br />
I<br />
o<br />
tu<br />
o<br />
tu<br />
6(oj<br />
oI ul<br />
@<br />
I<br />
o<br />
o' I<br />
(,<br />
o,<br />
a<br />
o<br />
o'<br />
tu<br />
s<br />
ò,<br />
o)<br />
I<br />
oI À<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
I<br />
\fu<br />
o)<br />
I<br />
ul<br />
P<br />
s.J<br />
o|<br />
I<br />
(r,<br />
À<br />
I<br />
o<br />
lf<br />
lf<br />
-.D<br />
o<br />
rl,<br />
P<br />
t\)<br />
:r{<br />
ol (,<br />
ur<br />
-t)<br />
oI u,<br />
(o<br />
I<br />
o<br />
o,<br />
I<br />
C^,<br />
(,<br />
I<br />
(,^,<br />
(,<br />
o|<br />
I<br />
(tl<br />
(,<br />
I<br />
ul<br />
ul<br />
--*T<br />
lî<br />
O't<br />
I<br />
(rl<br />
(,.,<br />
I<br />
ul<br />
(rl<br />
-.-l<br />
o| I(,<br />
(o<br />
I<br />
(rl<br />
oI(, (o<br />
I<br />
ul<br />
oI f.lJ<br />
(o<br />
5fu<br />
o' I<br />
(,<br />
(o<br />
a<br />
t\)<br />
oo-cl<br />
IY7 s,Butot{csulou sa*cnrrsu'r'B,il:; J VCl
t\)<br />
t\)<br />
o)<br />
I<br />
oI .i<br />
gt<br />
o)<br />
o<br />
E-|<br />
-l-<br />
6-53 -4/2<br />
IJ<br />
- --J<br />
6 -53 - 4/1<br />
r\l<br />
t:<br />
6-53-55/1 6-53-4/2<br />
\<br />
*b<br />
-l I<br />
.:X^4<br />
_i_l<br />
r*rl<br />
,:,:l<br />
l__t<br />
I<br />
I<br />
ry<br />
E=!<br />
6 - 53 -55/1<br />
--Jjì<br />
dr<br />
r-f<br />
lI<br />
6- 53 -4/1
gOVL spuBlJotlloN aql u! polulld<br />
uapnoqoqtoo^ uaOu I 6tzltnn<br />
8Z<br />
698 [-00-9<br />
Pfut.,<br />
?PP<br />
889<br />
àb:<br />
ot<br />
I<br />
(tl<br />
oI<br />
o<br />
J<br />
oì<br />
I<br />
(tl<br />
o)<br />
I<br />
o<br />
ú.,<br />
5<br />
ò,<br />
6|<br />
I<br />
o<br />
5<br />
A<br />
o|<br />
I<br />
(tl<br />
-(,<br />
I<br />
À<br />
N)<br />
l--.3'<br />
o| I(,<br />
sI @<br />
of I<br />
ul<br />
(.,<br />
I<br />
À<br />
o<br />
cl)<br />
UI<br />
3<br />
oI (,<br />
(rl<br />
t<br />
f\)<br />
{<br />
lll<br />
o) I(,<br />
@<br />
I<br />
@<br />
o)<br />
I<br />
(^,<br />
ul<br />
I(,<br />
(,<br />
..ì<br />
ol<br />
I<br />
ul (,<br />
I<br />
ul<br />
(,<br />
.\<br />
oI (,<br />
(,<br />
I<br />
(tl<br />
q<br />
lt<br />
oI (tl<br />
(,<br />
I<br />
A<br />
fu<br />
o<br />
ùt (,<br />
I<br />
A<br />
o|<br />
ù(o<br />
5<br />
(rl<br />
lrr=<br />
o|<br />
tu<br />
(o<br />
t<br />
u<br />
o<br />
ù<br />
Ilu<br />
oI w<br />
(o<br />
I<br />
.J<br />
N)<br />
.-l<br />
oo-cl<br />
v s,sl,uotlcsLuoH sa*cnrlsu,sre'ffi;ClfGl
t\) s<br />
o)<br />
I<br />
C)<br />
o I<br />
-l<br />
ot<br />
O<br />
C)<br />
1.6-85 -4<br />
2.6-85- 3<br />
3.6-85 - 1<br />
6-ro-15/1<br />
6-53 -4t2<br />
6-56-9 / 1 6-35-1<br />
6-53 -4t1<br />
6-38 - 170659<br />
-I)l--<br />
lr<br />
6-39 -23<br />
---t<br />
6-59 -25t1<br />
6 -39-8/1<br />
6-39 -22<br />
fl<br />
ll<br />
-ll<br />
6-53-55/ 1<br />
6-53- 55t1
Printed in the Netherlands 74Os<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
25<br />
6-00-1381<br />
@<br />
o<br />
to<br />
C\I<br />
C\I<br />
oI o<br />
@<br />
ó<br />
C\I<br />
vI f,î<br />
rO<br />
a<br />
o<br />
I<br />
o<br />
I<br />
rO<br />
tr)<br />
(t,<br />
tr)<br />
rO<br />
R<br />
T@<br />
oî<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
;<br />
ry<br />
au,<br />
ó<br />
tr)<br />
|n<br />
I<br />
cî<br />
to<br />
I<br />
'O<br />
'.C) ó<br />
LC)<br />
q<br />
cî<br />
r<br />
DA F :;:: aatsinstructies Remscnema's ,\<br />
(D-oo
tu<br />
O)<br />
o)<br />
I<br />
o<br />
oI J<br />
È<br />
N<br />
È<br />
985.46-80-î8<br />
7.632.6-gO-g<br />
1.6-80-11<br />
6-38.-815n<br />
6-39-26/1<br />
6 - 35 -28/1<br />
6-36 - 44 /1<br />
9476.6-54-3t1<br />
543-2.16-54-1/1 6-36-43/1<br />
6-3 4 -6/1<br />
u32.1 .6- 5 4- 1 /1<br />
9826.6-54 -3/1<br />
W<br />
6 -35-27/1<br />
6-5 4 -26/1
90vL spuPuaqlaN oql u! paluud<br />
uepnoqeqloon ueOu I 6tzf tnn<br />
LZ<br />
gTi l-00-g<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
oI fu<br />
(tl<br />
oo' tl<br />
oo<br />
oo<br />
Òd<br />
-. lu<br />
oI EI tu<br />
o)<br />
o)<br />
I<br />
tr<br />
w<br />
I<br />
TD<br />
.J<br />
(rl<br />
oI(, (o<br />
I<br />
.J<br />
(o<br />
o<br />
I<br />
UJ<br />
@<br />
I<br />
(,<br />
.-l<br />
-J:-++l<br />
llf<br />
\<br />
o' /lL<br />
(r/<br />
a/<br />
i'<br />
\<br />
\G --{ o)<br />
o-<br />
\r<br />
o,<br />
ò<br />
tur<br />
ul<br />
-lt<br />
9r- \A<br />
oI<br />
(,<br />
ul<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
..J<br />
o)<br />
I<br />
(tl<br />
À<br />
oI (,<br />
(o<br />
I<br />
.J<br />
(,<br />
'bo<br />
o)<br />
I<br />
(.,<br />
o'<br />
I<br />
À(,<br />
00-o<br />
V s,euoqcsulau sa*cnrlsu'r'P il:; J Vfr
l\)<br />
@<br />
ot<br />
I<br />
() oI<br />
.rr<br />
È<br />
]\,<br />
{<br />
3.6-80-18<br />
2.6-80-9<br />
1.6-80-11<br />
6-3 4 -6/1<br />
6-38 - B 15nl 6-36-44/1<br />
I'<br />
6 - 39- 26/1<br />
6 - 35 -2A/1<br />
6-54-1/1<br />
6-54-1/1<br />
,,A;<br />
6-36-3/1 6-36-43/1<br />
6-34-e l6-36-33<br />
6 -3 5-27/1<br />
6-54-26/1<br />
6-39-en
gOrL spueueqloN eql u! poluud<br />
uapnoqeqroo^ uoOu t6tzftnn<br />
6Z<br />
Lev l-00-9<br />
???<br />
.b)tu-<br />
Omo<br />
Ul(JnUl<br />
frl<br />
-J(, A<br />
CD<br />
I<br />
ul<br />
UJ<br />
I<br />
A<br />
Ot<br />
I<br />
(..,<br />
@<br />
i-<br />
!<br />
o<br />
Oì<br />
u<br />
o<br />
0t<br />
I (,<br />
(o<br />
I<br />
fù<br />
(,<br />
JI<br />
ff<br />
-TT<br />
tl<br />
r II<br />
ll<br />
Or<br />
I<br />
UJ<br />
ut t<br />
(tl<br />
otuo!<br />
O)<br />
I (,<br />
(o<br />
I<br />
.O<br />
..J-<br />
h<br />
L<br />
T<br />
O)<br />
I<br />
ul (,<br />
I<br />
LN<br />
ul<br />
l'\)<br />
Clt<br />
I<br />
ut<br />
(^,<br />
I<br />
ul<br />
ul<br />
so*cnrlsu'l'p :rr* 5| l7Gl<br />
s,euoqcsuaH<br />
oo-cl<br />
v
cù<br />
o<br />
ot<br />
I<br />
()<br />
o I<br />
J<br />
5q)<br />
o<br />
6-38 -170659<br />
LJI<br />
ITJ I<br />
6-85'522sO8<br />
6-10-1#r<br />
6-56-e^ 6-53- 4t2 6-5s-254<br />
6-53-1t1<br />
lD-D---ri-D.D------<br />
-1<br />
:f I<br />
tl<br />
1l<br />
1-f<br />
6-53-55t2<br />
fl<br />
6-53 -55 t1
90tL spueuaqloN aql u! palulrd<br />
uepnoqoqroo^ ua6utOtzltnn<br />
L8<br />
68t [-00-g<br />
A trr<br />
Ni-<br />
e9<br />
@@<br />
(,UI<br />
tl<br />
-a (,<br />
c)<br />
l-'<br />
o<br />
--t g<br />
sù<br />
oìo<br />
bu<br />
ur(,<br />
iÀ<br />
ùÀ-<br />
Àru (r:-r<br />
PP<br />
(.I|ul<br />
(, (,<br />
tl<br />
ÀÀ<br />
(, -r<br />
o'l<br />
(,<br />
@<br />
_!<br />
!<br />
o<br />
o,<br />
ul<br />
'O<br />
Ot<br />
I<br />
ur<br />
CI<br />
rb<br />
g<br />
ruJ<br />
Ot<br />
I<br />
ur<br />
UJ<br />
I<br />
ul<br />
ul<br />
f\)<br />
la<br />
o',<br />
I<br />
(,<br />
I<br />
ur<br />
ul<br />
oo-cl<br />
v s,PtuoL{csuaH sallcnrrsu,sr'e ]l:; C VCl
ze<br />
0wL-00-9<br />
oI u<br />
Ot<br />
ò<br />
HHF<br />
o@o<br />
uuu<br />
':'ò j'<br />
ol<br />
I<br />
o'l<br />
ct)<br />
I<br />
ul<br />
t^)<br />
I<br />
A<br />
Ot<br />
I<br />
w<br />
O<br />
5!<br />
o<br />
Ct<br />
Ln<br />
o<br />
rf<br />
rl<br />
?<br />
ut<br />
(o<br />
ù<br />
g<br />
o')<br />
I<br />
(,<br />
ul I<br />
(t<br />
9<br />
ru<br />
o<br />
-E=7:'' IIII<br />
ittl<br />
iA==Ll<br />
Ot<br />
-ù pg<br />
Ot<br />
I<br />
LTI (,<br />
I<br />
u<br />
LN<br />
t\)<br />
L-.*% |<br />
II'-)'IDl-J<br />
O't<br />
I<br />
(, ul<br />
I<br />
u'<br />
ul<br />
J
Printed in the Netherlands 74O5<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
33<br />
6-00-1494<br />
ò<br />
c\l<br />
I<br />
o,<br />
(f)<br />
I<br />
îO<br />
m<br />
I<br />
@<br />
cî I<br />
(o<br />
$r \ tr)<br />
q<br />
o)<br />
00<br />
ó<br />
î\r<br />
(o<br />
q<br />
o<br />
9 \to<br />
o)<br />
I<br />
o<br />
q<br />
(o<br />
@<br />
N<br />
locî<br />
(o<br />
I<br />
\t<br />
q<br />
(o<br />
rlq)<br />
(\f<br />
I<br />
o<br />
c)<br />
I<br />
(o<br />
tr)<br />
GI<br />
I<br />
o<br />
q<br />
(o<br />
N<br />
NI<br />
to<br />
q<br />
(o<br />
'o ol I<br />
s<br />
to<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
I<br />
I<br />
(rî<br />
vI rO<br />
f/)<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
DA F :;:: aatsinstructies Fìemschema's<br />
^(D-oo
o)<br />
è<br />
o)<br />
I<br />
C)<br />
o I<br />
.l<br />
È<br />
c0<br />
CO<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
l-<br />
-t I<br />
I<br />
I<br />
:f:<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
- l'<br />
*<br />
36-80-18<br />
2.6-g0- g<br />
1.6-80-11 6-34-8 / |<br />
6-34-611<br />
6 -35-1<br />
I 6-3 s'-27 tr \<br />
6-35 -33t1<br />
6-53-55/1<br />
-T-<br />
I<br />
ffi{<br />
fl!<br />
J_l<br />
6-53-55/ 1<br />
fi]<br />
dD
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
35<br />
6-00-1500<br />
(o(o(o<br />
niri;<br />
@o.@<br />
ltt<br />
qTq<br />
ooo<br />
(o<br />
I<br />
$(î<br />
I<br />
(o<br />
o I<br />
(o<br />
llI<br />
rF<br />
\Î<br />
I<br />
cî<br />
oI rF<br />
$<br />
I<br />
o<br />
I<br />
(o<br />
)l<br />
r<br />
-<br />
cf<br />
îI (î<br />
oI (o<br />
r<br />
T<br />
tl<br />
rI)-r--rII<br />
I<br />
o<br />
cî<br />
I<br />
ro<br />
È<br />
(\f<br />
I<br />
î<br />
tf)<br />
0î<br />
I<br />
r---rr-a-rID(-<br />
(o<br />
r--- I<br />
I<br />
tl tl<br />
tl<br />
fl<br />
@<br />
I<br />
ocî<br />
I<br />
(o<br />
c4<br />
cî<br />
I<br />
o<br />
cî<br />
I<br />
(o<br />
rF-<br />
rlo<br />
tn<br />
I<br />
04<br />
oI (o<br />
o<br />
oI 0î<br />
ot (o<br />
t.c,<br />
I<br />
o0î<br />
I<br />
(9<br />
OJ<br />
iF<br />
t,<br />
o)<br />
cî<br />
I<br />
(o<br />
ol rF-<br />
I<br />
o)<br />
cî<br />
I<br />
(o<br />
rt-<br />
DA F :;::<br />
aatsinstructies Remschema's<br />
^(D-oo
98<br />
209 L-00-g<br />
e99 "N!,<br />
888<br />
5òó<br />
g<br />
o|<br />
I<br />
u)<br />
Iss o) I<br />
ul<br />
$r.<br />
I<br />
o|<br />
I<br />
(l)<br />
qr,<br />
tu<br />
\L .J<br />
o)<br />
I (,<br />
o| I<br />
À(,
90?L spueuaqlaN oql u! polulrd<br />
uopnoqoqroo^ ua6ut6tzf truf<br />
LE<br />
g09L-00-9<br />
o)<br />
I<br />
14)<br />
(o<br />
I<br />
f\)<br />
o)<br />
I<br />
f Iu.<br />
I<br />
9PQ<br />
o@@<br />
ooo<br />
!òd<br />
I<br />
I<br />
I<br />
P (,<br />
\n,<br />
ru<br />
*<br />
o|<br />
I<br />
(,<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
J<br />
oo-(t<br />
Iy S,BruAqcsrueH sqlcnrlsu*l'qffj; c vo
Cr)<br />
@<br />
ot<br />
I<br />
o<br />
oI ri<br />
(rt<br />
rl<br />
14<br />
416-80-g<br />
t6€0-11<br />
s3.6€0-18<br />
6-34-611<br />
az:'.e'5à4h<br />
5A.6-53-413<br />
3.21.O-s*qlz<br />
a4.6'53'414<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
l-<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
- l'<br />
:<br />
6-35-1<br />
6-53-55t 1<br />
6-53-55/ 1<br />
nl<br />
J_i<br />
- -l:
90vL spuPuaqlaN aql u! paluud<br />
uopnoqoqJoo^ uaOutOtzllnn<br />
68<br />
zlgl-00-g<br />
Iu) ./P o<br />
Eù,<br />
Po<br />
!r, i f\)<br />
99?<br />
888<br />
a5ò<br />
P<br />
(rl<br />
o|<br />
I<br />
o<br />
o I<br />
I<br />
A<br />
of<br />
I<br />
(rl<br />
(,<br />
I<br />
.N<br />
L|ru<br />
lri\<br />
LJI<br />
)/rl ry<br />
J-_--J<br />
I<br />
oI f.^)<br />
ÀI o<br />
ru<br />
I<br />
------<br />
of I (,<br />
(tt -<br />
I<br />
fu<br />
{<br />
I<br />
@<br />
of t<br />
(,<br />
ul<br />
I<br />
(,<br />
(,<br />
o| I<br />
(rl<br />
(,<br />
I<br />
u<br />
ul<br />
fu<br />
o)<br />
I<br />
ul<br />
(,<br />
I<br />
(rl<br />
u<br />
--.rl---<br />
oI (,<br />
(o<br />
I<br />
.J<br />
ltl<br />
--<br />
O'<br />
I<br />
u)<br />
(o<br />
'L<br />
s<br />
00-cl<br />
V s,euoqcsuaH so*cnrlsu*r'P :::; J VCl
ov<br />
I L9 L-00-g<br />
o)<br />
I<br />
u)<br />
I .sÀ<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
C'I<br />
I<br />
J<br />
?<br />
ul<br />
ìru g<br />
o| I<br />
w<br />
'o)<br />
.l<br />
À<br />
(^l
govL spuPuoqlaN aql u! peluud<br />
uopnoqaqroo^ ue6u t6tzftnn<br />
,v<br />
t t9 L-00-g<br />
o' I<br />
(^)<br />
(o<br />
I<br />
ru<br />
o<br />
;- tu !^'<br />
?9q<br />
888<br />
iòd<br />
o<br />
ú,<br />
Iàs b .(,<br />
fu<br />
.-J<br />
I<br />
ÀI -l<br />
.J<br />
o ù(o<br />
l.<br />
g<br />
00-cl<br />
V s,euaqcsulau so*cnrsu'le'il:; cvcl
o)<br />
I<br />
o<br />
0I -l<br />
(rr<br />
(lt<br />
È<br />
6-56-1A n<br />
6-53-4t2<br />
6-58-10/1 I 6-10 -1411 6-39 -12 t1 6-39 - 8/1 6-35 -27t1<br />
6-34-6t1<br />
6-53 -4t2 6 -39 -15/1<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
-l-<br />
-f.<br />
6-35 -33/ 1<br />
6-53-55/ 1<br />
6-53-55/1<br />
T-<br />
-t<br />
{tD
Printed in the Netherlands 74Os<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
43<br />
6-00-1 555<br />
fl<br />
rO<br />
(B<br />
I<br />
o<br />
ó<br />
r(o<br />
.b<br />
n<br />
o<br />
òcî<br />
o o<br />
ol<br />
ì<br />
T<br />
(o<br />
@<br />
Nó<br />
(î<br />
ó<br />
(r \<br />
oI $<br />
co<br />
I<br />
o<br />
c0<br />
I<br />
v<br />
nî<br />
I<br />
(o<br />
"<br />
r,f)<br />
nî<br />
I<br />
n<br />
nî<br />
I<br />
(o<br />
u,<br />
I<br />
(o<br />
F. I<br />
ú<br />
I<br />
o,<br />
nî<br />
I<br />
(o<br />
of (F<br />
I<br />
O)<br />
cî<br />
I<br />
rO<br />
tt-<br />
N<br />
c\l<br />
I<br />
tf)<br />
tìî<br />
I<br />
(o<br />
J<br />
o(\l<br />
sI<br />
v<br />
n<br />
I<br />
(o<br />
nî<br />
nî<br />
I<br />
(o<br />
nî<br />
I<br />
(o<br />
t-<br />
0î \tI<br />
(o<br />
0î<br />
I<br />
(o<br />
DA F :;::'atsinstructies<br />
Remschema's<br />
^(D-oo
o)<br />
!<br />
o I<br />
J<br />
(Jt<br />
q,<br />
o<br />
985.46-80-î8<br />
76..32.6-80-9<br />
1.6-80-11<br />
141raz$<br />
6-s41n<br />
157959<br />
6-38 -815/l<br />
r<br />
6 - 39-26/1<br />
6- 35 -2U1<br />
9426.6-5/.8t1<br />
51{3.2.16-U-V1<br />
6-34 -6/1<br />
6-36-44/1<br />
6€5-î7A<br />
6-34 - g<br />
543, 21 .6- 54 - 1 /1<br />
9473.6-54 -3/1 6 -35-27n<br />
r8s46 4/<br />
63633<br />
6-36-43/1<br />
6%'42/l<br />
6=5 4 -26/1<br />
6- 39-23
90vL spusuoqleN aql ul paluud<br />
uopnoqaqroo^ uo6utOtzftnn<br />
9V<br />
869 l-00-9<br />
fr6H<br />
b$$<br />
,b=d<br />
o<br />
I<br />
w<br />
À<br />
I<br />
o<br />
Ol<br />
I (,<br />
oI<br />
ID<br />
u<br />
rJ<br />
o'<br />
t<br />
(,<br />
o|<br />
t,<br />
A<br />
.À<br />
t\)<br />
ol<br />
I<br />
CN<br />
A<br />
I<br />
î\)<br />
o)<br />
o|<br />
I<br />
(,<br />
o)<br />
I<br />
À (,<br />
o !<br />
(,<br />
(,<br />
I<br />
f..e,<br />
E<br />
oo-cl<br />
Y s,ButotlcsLugH so*cnllsu'le' :::; E| VCl
9'<br />
969[-00-9<br />
o)<br />
I<br />
o| I<br />
L.J<br />
(o<br />
I<br />
o<br />
I<br />
(o<br />
@<br />
oI (,<br />
À<br />
'l<br />
o|<br />
(o-<br />
Ot<br />
d.,<br />
I<br />
ru<br />
O<br />
o)<br />
I<br />
(,<br />
.A<br />
I<br />
Ol<br />
I (,<br />
@'<br />
I<br />
ID<br />
(tl<br />
8,.<br />
o'<br />
I<br />
(,<br />
(tl<br />
-s<br />
o)<br />
I<br />
(^l<br />
N<br />
ol<br />
I<br />
(c,<br />
url<br />
0<br />
f\)<br />
@<br />
o)<br />
ù<br />
IÀ' s<br />
ol I (,<br />
o|<br />
o|<br />
F<br />
f\)<br />
g<br />
5<br />
't<br />
?<br />
UJ<br />
qt.<br />
s<br />
o<br />
s<br />
q<br />
oI ul<br />
A<br />
o<br />
ù<br />
o|<br />
ù<br />
o<br />
s<br />
o<br />
I<br />
g<br />
,I<br />
N)<br />
f\)<br />
o)<br />
I (,<br />
ÀI<br />
lr)<br />
oI<br />
f.A,<br />
o'.<br />
I<br />
.A<br />
(^,<br />
oI (,<br />
(o<br />
I<br />
u<br />
o| I (,<br />
o|<br />
I<br />
A<br />
o<br />
o| I<br />
(r.,<br />
(o<br />
I<br />
l'u<br />
A<br />
o I<br />
(,<br />
o I<br />
A
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigi ngen voorbehouden<br />
1<br />
6-02-1270<br />
I<br />
rií)<br />
cr)<br />
I<br />
(o<br />
rO<br />
I<br />
o)<br />
rrO<br />
|<br />
'<br />
::':,:<br />
,<br />
,<br />
.<br />
|<br />
|<br />
,<br />
t,,<br />
| |<br />
|<br />
t,,<br />
s<br />
ot<br />
I<br />
o (rîI<br />
(o<br />
DA F :;:: "atsinstructies<br />
Remschema's ll (D',oz
o)<br />
I<br />
o NI<br />
-l<br />
CD<br />
o(0<br />
6-39 -15/1 6-39 -24 6-39 - 6 6-35-1 6-35 -24<br />
, ,t,,<br />
f -..<br />
tt.- - 4,<br />
,<br />
t<br />
,<br />
-- -./<br />
-'r"-<br />
-r.-<br />
, , t<br />
,<br />
I,,t<br />
a ,tttttta<br />
a<br />
, ,,<br />
.,t2 trtaa-atata<br />
---/
90vL spueuor{laN eql u! poluud<br />
uapnoqaqloo^ us6u t6tzftnn<br />
I<br />
628 L-20-g<br />
M<br />
f<br />
't'}t-l<br />
t:'lr=v---/ o' I(,<br />
(tl<br />
ú,<br />
A<br />
oI(, ul<br />
I<br />
.J<br />
(,<br />
Ot<br />
r<br />
o<br />
ù<br />
I<br />
o<br />
t<br />
iii<br />
A<br />
rl<br />
r)<br />
salrcnrrsursrP' il:; J VCl<br />
s,Bruoqcsruag<br />
z0-c)<br />
V
868 l-20-9<br />
(,<br />
o|<br />
r<br />
O)<br />
I<br />
i,<br />
Uì<br />
I<br />
-l<br />
O't<br />
t<br />
(,<br />
ul I<br />
N)<br />
À<br />
O)<br />
I<br />
(^)<br />
(o<br />
I<br />
O)<br />
?<br />
(^)<br />
(o<br />
I<br />
N)<br />
N<br />
I r\r<br />
x<br />
LtJ<br />
l.<br />
\J
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
5<br />
6-02-1363<br />
rl<br />
ft<br />
1l<br />
tì<br />
tt<br />
Lrll-<br />
:'Y" ! :ì ì \<br />
"--" i il $<br />
ì iùi<br />
'\' "ì'ì'iit:: :ù:i<br />
:;\ ,1,-) i | ll rl l'rl------Ì:- r y \,<br />
lo<br />
F<br />
I<br />
o<br />
îîI<br />
(o<br />
I..lì:$ilìl<br />
S ! .' I I tt I r<br />
A^<br />
t I \\llll\\l\ll\\r<br />
\' I I rl lt I r. I<br />
r<br />
^!<br />
^ rll\tl\'\\r I r<br />
lì ì iìjì'i"..rii ì<br />
.l i ì :Ì lì-i .ì"': i: i iiì i :i ii i ,iiì:\iì ì<br />
i:ì ;i\ ìl il-j-t,ii ì ì<br />
I i : I :iL': .l-.\\ rr\-- - -<br />
:', I iì.ii:ì ì<br />
sr :ì:iriì ì<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
tl<br />
I ì!ìil:ì r:\rrrr-----r<br />
-\\ì\t:\<br />
\r<br />
of<br />
I<br />
o)<br />
n?<br />
(o<br />
\l 1lI<br />
r ìlrrìir i<br />
|}r<br />
rl<br />
I iìlirii<br />
I I ì irt! I<br />
r<br />
. !<br />
!ìr!<br />
I 1.,! l. l!<br />
\\l|-l|:ll<br />
I ì ---r'- n-nt'<br />
j<br />
-'- ìr.r-J-:lla,l \<br />
\'--!-'<br />
I : t :ì !ì ii .<br />
' L--' 'i-il\--- - - -- -- --,,<br />
I 1.. . \ L-- ---- -_<br />
t,<br />
J oC\I i<br />
t l'i'i--i!.il--rr\:\<br />
I l\\\l:l|l<br />
I<br />
ì r r:\\r\ ir\\!\ lf !f rl r! ,A-<br />
r I<br />
^\ i iir! iìit '-<br />
-\<br />
\ ^' :ail , I ii i :l -ìi<br />
tF<br />
I<br />
lo<br />
0î<br />
I<br />
(o<br />
\\\t-I. iì i<br />
I<br />
r"<br />
l, t<br />
rt l<br />
r\<br />
t\ \--'<br />
(o<br />
I<br />
o)<br />
0îI<br />
(9<br />
I<br />
I<br />
lì<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
\\ r\\ rll<br />
\r rr r Ll,l<br />
I<br />
st\<br />
\\urr<br />
rr<br />
I<br />
ti:i<br />
,ti t<br />
, tr,<br />
, tr I<br />
:i::<br />
ti,'<br />
I ll<br />
ir ;;<br />
,',t,<br />
,li,<br />
i::i<br />
---l ,----<br />
a<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
-t<br />
I<br />
t<br />
l-<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
DA F :;::'"atsinstructies<br />
Remschema's c\<br />
C)-oz
028 [-20-9<br />
o)<br />
I (,<br />
Ul<br />
.l'<br />
I<br />
I<br />
li<br />
ri<br />
It<br />
I<br />
I<br />
?<br />
ll<br />
a<br />
.l ,(<br />
I<br />
t'<br />
I<br />
\,<br />
\ _ --<br />
o)<br />
ù<br />
(o<br />
I<br />
f\)<br />
A
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigi ngen voorbehouden<br />
7<br />
6-02-1428<br />
!,- ,'<br />
L--.r<br />
r_-_l<br />
I<br />
i-<br />
1<br />
-',I<br />
-\,<br />
|<br />
-\<br />
-,,1<br />
-t<br />
l"<br />
!<br />
I<br />
ì\t<br />
t: l,<br />
i'<br />
ì'<br />
rl<br />
rl<br />
Ir<br />
ll<br />
I<br />
t.<br />
I<br />
ri<br />
ll<br />
lr<br />
-1,<br />
\t\:<br />
: \ì,<br />
cî I<br />
o<br />
$<br />
C\l<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
o)<br />
nî<br />
I<br />
(9<br />
t tt I<br />
, t, t<br />
l tr I<br />
t l, I<br />
iiri<br />
t\<br />
f,l<br />
iiii<br />
l:ri<br />
, t, t<br />
,t,"<br />
I lr I<br />
I lt'<br />
I lr I<br />
I lr I<br />
I l, t<br />
iìlì<br />
\l<br />
I 'l<br />
\"<br />
I<br />
(o<br />
I<br />
\--<br />
\ì',l'r t!ttrl rl\ rt r ì -l lr-t r \<br />
$(\l<br />
I<br />
..,1<br />
|-:<br />
II<br />
DA F :;:: "atsinstructies<br />
Remschema's<br />
^()-02
t09 L-20-9<br />
_--\<br />
tt<br />
t'<br />
1l<br />
It<br />
al<br />
tr<br />
1l<br />
r!<br />
),<br />
gr<br />
rf<br />
t!<br />
tf<br />
fl<br />
ff<br />
ft<br />
t!<br />
I<br />
t oJO<br />
:: ili : :l l, i!:i ,,<br />
tr r.ir .l<br />
l:t:i;l: rl rrit t.<br />
1r ill , tl<br />
:: i:i . il<br />
:; rfrr<br />
!: tlr, ;f<br />
1l<br />
i; Il:l ;:<br />
ftt'-l<br />
l---'<br />
.,1 ì ii .\<br />
'j rît<br />
\---t:o'<br />
o|<br />
I<br />
(,<br />
(o<br />
I<br />
N<br />
À
gOVL spuBuaqlaN oql ul poluud<br />
uopnoqaqroo^ uo6u I Otzltnn<br />
t<br />
0 t8l-80-g<br />
..-l;',.--p| ,'..-'\.-. *î<br />
'.-{ I ;<br />
i-j<br />
rl<br />
\rrt ì ìrì \<br />
i H -ì-i' i, : ,'\: , :<br />
i E \ I ì , ,-t-'-t , -l-I<br />
:<br />
i--ffi fi:r:i<br />
i; fr Sti : i:i<br />
o| I(,<br />
(o<br />
I<br />
fu<br />
ur<br />
j:i Èf ,-t:: ,L'r'ii' ;: :, ,,<br />
,r-$- É $$i i i."ìrìt'|rir\rrr i;<br />
t<br />
a ^ - --<br />
,'r-- ii-ir! r. l :i: r ri , :,.ii.': ;i '---\<br />
:lì..: :l ì I<br />
ij-#,i.rl !: i S ;r I :: :ì<br />
.it'.'t\---\-----'<br />
\\tì:lrr11\<br />
t<br />
. rl 1l<br />
't<br />
t<br />
^<br />
\ .<br />
I r I<br />
::ì 7dr-j: l:l ì; l ì $ ì , ' , r'<br />
t l,\ ìl , 5 i , ' : ;, .l<br />
I J , I<br />
\ a\ lltlt r<br />
rl ,,<br />
"Í ìii ,-ll$ììi-ì:-.: : ì i ì:ìì:ù\:: ::<br />
--i r..-.,, I ,<br />
:i;,/ !:l \--'-'t lr ;,ì / ìiI , -l<br />
-\--"'<br />
o| I(,<br />
oI u,<br />
í:ì ìlì...ììì.'ìjì: l'.'' i:t :iì: ù--"' ::<br />
iiì lii'-lt'1i !: I lt .* iìi 'ì;: : \:--. ,,<br />
t;,-lr :lt ::l_._-.:i!_ll:_ii :'i :i ----'--,':i<br />
---rr rl<br />
, ti l -t-'Ji---: -:<br />
I I<br />
l'::<br />
--r' ,'<br />
.rr ..1 r ì::l ! a<br />
Èi:: i:<br />
f\"r'i'ìri: iiì iìi ì'ii .i \a<br />
i r,J,il I , i<br />
i ì'!, l. : ì i,::<br />
! I<br />
i ì'J,i:<br />
ì':; r:: :iil ì i:r-j ii:|| \',1,<br />
,t\_ _ -r,l I ìr . a: I I I \-.lt ,,<br />
',:"".ìì'-:::ì:::ìiiìì""'ììì<br />
r1<br />
o'<br />
I<br />
(,<br />
Ol<br />
I<br />
ru<br />
(tl<br />
i i,:i i::<br />
a I I - rlr<br />
r\r. --. -i a t<br />
!; ì ]-t- ìa rr - -.t-.. !L ìì--=.ì l<br />
I I llì, i I I _' I<br />
ì --r.- :iìil l-i-\r\. lL-\ìr--l-i ---.<br />
I f\ r'i<br />
,ì\l<br />
rl rr r .,i--^-- ì-i I I<br />
,l ,\--:-"."-..: lt\rrrì<br />
t<br />
,ì ! ì<br />
I<br />
'l '\-':-<br />
r<br />
, --'- I '<br />
-<br />
I<br />
l^'lrt -t<br />
r ---.' !"'ì,'ìì-'<br />
," '--t--'- t'ì<br />
r<br />
l,!,i<br />
!ì ir ì<br />
| \,_rr l:!,t<br />
tr r t I<br />
r^'rl<br />
' ì , r,!; ì i : , , r<br />
. .i' i,!; ì ì: , r r<br />
\r:s I r lr a _?---\ I | , ;<br />
\trl.\- ltr rl t<br />
I r i,l,i I I ' ,:<br />
, :<br />
,tra-'.r.,'. --i r I<br />
- '<br />
\<br />
|<br />
I<br />
,ìl '-r\! I ,'<br />
ìt<br />
t<br />
' \-. !! ! ..\- \<br />
t \r<br />
-<br />
I<br />
ì<br />
tlrìt,<br />
I l. . I<br />
\I<br />
.l<br />
I<br />
rl<br />
,l.tl,, '-rùt<br />
,l,at,<br />
,1, \' ,<br />
,<br />
r\. t,\ |<br />
I rr lr<br />
; rll<br />
.,\<br />
I t I<br />
r l.<br />
t<br />
ttr'<br />
. ;'<br />
g0-cl<br />
V s,BulorlcstuaH sollcnrlsu,sl'Bffi;JVCl
?98 L-80-9<br />
ol<br />
I<br />
(,<br />
(o<br />
I<br />
'\) ul<br />
I<br />
lu<br />
(,<br />
.- - -<br />
l \,..;,<br />
llt<br />
,\^', ,t<br />
,li,i,<br />
,',, ll<br />
tl<br />
l I<br />
i'<br />
';<br />
,l, | |<br />
:li:::<br />
I't I<br />
'l,t<br />
,''| |<br />
,,ii tl<br />
gl | |<br />
,ll, ,' ,li,,l r t, r tl<br />
rllr ,'<br />
;'\i I<br />
-_--, \---,
gOVL spuBuaqleN oql ul pslurJd<br />
uopnoqoqroo^ ua6utOlzllnn<br />
t<br />
209 L-80-9<br />
a<br />
tu<br />
(o<br />
I<br />
N<br />
u<br />
ii ir r ii*5' lli ;.ffir<br />
l----\r\r\r---l i i$<br />
r---- : I ..\,. , iÌ<br />
$ ì<br />
'i i. ' : .t(,]: I ;i !<br />
:: :l t.ir ;iH ;i 1.,.-r -'-'I<br />
'll<br />
o<br />
à<br />
oI fu<br />
(,<br />
; i-a ì,-i ì--r: I ì<br />
, ù-i..\'r--. - -rr I<br />
,t tt<br />
i r {<br />
rr rr - | ' ì<br />
ii ii !-ur;;:<br />
1r rr ::; I ., :a I<br />
;.:<br />
:i :ll i rì',ì':srrrr\ ì: i<br />
,:: ::'i*b))ìì il ì<br />
ìr it l:'lìr iù: ì t ii ì rìí,iJ ; , rt t<br />
'<br />
rii i<br />
l, .']<br />
-'<br />
I<br />
\.<br />
rt rl ì\r<br />
!<br />
::-,J. i-. rr r\ ì: I<br />
| | I' ..t. I<br />
ii ll<br />
"-ì: ::: , ,, ,, i',:,ì:i, i<br />
lr ,\ I .. -<br />
;:i I li lì i :ì-"<br />
"ì<br />
ii'iìiiìiiììi:ì<br />
r i ;,,'<br />
,\l , \l . I ìi '"1 ,! ì ri r<br />
i.' I l',1 !<br />
i<br />
li<br />
s jr r\\.\L!rt\.strr::rll ,l ì 1 i<br />
t<br />
t<br />
,<br />
\<br />
rì<br />
rl<br />
I t lì : f \l I I \ \ \ s \ l I \ r \ r r : I<br />
ll<br />
'l<br />
.t,ltl<br />
\ts\t.\ tlttltst\\\lrrtrtt:l<br />
|<br />
1<br />
llrl<br />
-lrrl\r"\rt\\ttrt<br />
.rsltr\r.r,l<br />
ù.<br />
I<br />
r 'l].].t "." " : ì<br />
t,l<br />
l, I<br />
tl \' \<br />
rltr\<br />
ri t ' I<br />
:, : ì<br />
\\<br />
I<br />
i:<br />
I<br />
tl<br />
t'<br />
ll\\\f,<br />
\ I 'l<br />
iriì:<br />
, !: ì'<br />
I<br />
I l'ì,<br />
I l'r,<br />
iìiii<br />
iì:lr<br />
ìiii<br />
iìiii i ì, .,<br />
t, .'<br />
rìiii<br />
I l' ,<br />
ìì:ì: \<br />
-) ,:'ì,i li l,<br />
:,': it', ', ,)i ! !..' ì", r ,<br />
:::i :iì,1-ìi l-\*rr\1'.; i:--ì*<br />
:,:: ,::.-:ìl: : J.:<br />
ll:i l;:: ,'ì'.-'ii ,'r'.-)r' , rr-_a<br />
,.:i r'\ .l;<br />
f :,;-.' ,, ",'<br />
i:ri ill .ì: : :': ;' "'i<br />
\::' ': :,1 :<br />
i,l, ,'l ì\. \\r\\\trrr\r\\!\ll'\\:t,-:<br />
::: i<br />
tl,,tlì\.\\'\--,-arr'll<br />
:,<br />
l;:i ;'ì rrl 'i "r ""<br />
,,,, l::i , i: r 1t' i.'-,; '.1 1' i: : : i l.t i i ;,: i<br />
:ii: ::ì'-.'- ìi<br />
;':, 't l<br />
i," :," ì<br />
t<br />
- - -t I<br />
"1<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
.'<br />
t\r\<br />
I<br />
t<br />
ì<br />
Lt; t"t<br />
H:a<br />
I<br />
(ì<br />
l,<br />
r\trttt'trtLl.rb{t.t\<br />
t<br />
I .\ .t;<br />
.,t<br />
I<br />
SOIICNJ}SU'IBB il:; J VCI<br />
s,Bulorlcsruou<br />
go-cl<br />
v
g 19l-80-9<br />
ot<br />
I (,<br />
I<br />
EI .J<br />
: -,,^7" (41 ,-',,.-',.<br />
.l-]r, ', i,,ít<br />
..<br />
\J -'t<br />
l,-', ', ,l " "'-t 7í'.m.-4--'-i<br />
; '--'l '.<br />
I<br />
-r, , : i; il .i, ,-<br />
J', ',',1 i n<br />
"i' ".t'7<br />
','7! , -Í ', , ', ', '.1. i<br />
I<br />
':4<br />
t'.'41t,<br />
1 ,,<br />
:-......---..J 'frf, | 4<br />
7:<br />
i i c'. lÈ{ri,",<br />
",'7<br />
ii ' .'- -,':r" " " "r "','l'-S{i!<br />
',t(:::,',:<br />
',<br />
i,i':.', ', i,i i - t;fr1<br />
o|<br />
ò<br />
Ifu E<br />
" ')r., ./,,-- i ,,r'ffift.^ l t-', l',',<br />
tr',<br />
)t ,r#f$<br />
-{n ,',',', ,-'r)î7t- .i- \t,t^i-î-í-fr1)'.r'. l,',,<br />
',' .,:,?, I i: ''ii'i:j T:i ,'|t,i-7"1;':::, i ,i, ,<br />
i',i', , i 'r "i i i i:í-l:::i 7, 'ti',<br />
r '!' '' "i:,':ií'i." 'l' '!' '?'i: "" ",)<br />
,"it l,r7 4i i,,"1." ,tl t<br />
l"'t',, , i fr '1"<br />
i,,i" i, ?, fi. t i" "7, i i i<br />
tr',l', ti)', ,l',, i',',', i<br />
I s<br />
ti|, 71.., ,Jr tt t, ,<br />
| ,'a -.-.--lt<br />
tt<br />
-altt<br />
attt 22 t t<br />
l'rr.-.-2---'lt-..-.t-L.-.."', ti , , Ii<br />
I I<br />
)-, I t 7te-1-j- 7te --i- -t-- -,..- - tt i- zt - t --,1- a-- -- rl a<br />
t-i- Itl', l'r.-t ;, t . t. . I t<br />
-...a..i.-..-.- ,l i<br />
l 17' , , . . t.l.<br />
q----.-/?r-.t--|t?-----.tt---/.-.ei,/ I I<br />
. It l^i r --.'..- - tt-- -.t-..t---t--.-. ezttcl<br />
't-<br />
',1 t -|.--'--'.r.-i , t , ' t<br />
',.,-1. 7 'i'<br />
I , , ', , ,<br />
| 'rr.t' 1,7' t , | ' t t<br />
t ,t.'7. , t |' ,<br />
1 / 1,7'r. I I t t<br />
- l-<br />
/./t - - -'?- t--l-'-')tt<br />
--'t'- t -, tt<br />
7 -r . t2 -t -'- a -ttt -'-- . -.J. 't<br />
t,,<br />
'.'.''l .7t?..-t, | 1 r I t<br />
'a I -.- a t a '/<br />
a . , I t<br />
t----<br />
I<br />
-t_--;t1:2--,<br />
t t I<br />
'-l- 1'--r l,r'.'- , , |<br />
7 ,<br />
,.r_J. I t t<br />
1'<br />
, , ,<br />
,<br />
t'<br />
--r---- ,---' tt.t7 t a , I<br />
tt.'r I<br />
t I lti, l ,<br />
ltz/ ltttl l t a' ,t'-' ' tr---\ t<br />
l.---'-t''<br />
tr--te<br />
st/<br />
,<br />
trt'.',<br />
/<br />
t<br />
t a' t t I<br />
',tt 7---', t. ', -' -<br />
t ,<br />
I<br />
l,<br />
1r'r t<br />
tl<br />
,ti t<br />
r,. 1,, '1<br />
"<br />
"<br />
t-<br />
lt,<br />
', -<br />
lr'Í-ii)tar'l::e ft'- ' t rt rt't tl<br />
tt ttt. l l,<br />
::-. - - tl-)..-'-_-_ , ', t<br />
,7' ,--!!-'--f1_t"-r.-:--- -r_ ,<br />
,<br />
trt., rl<br />
',7t 'Í---i-j-i.-i'-s::e-rt'--- ' t ,,<br />
tl<br />
:' 'r'.t<br />
,<br />
t, I<br />
';' ,: 7, ,: , ,, ,<br />
,<br />
"l'<br />
I lr<br />
'r'." ' :<br />
'.<br />
lt .l '-r-' t<br />
',2' ', 1,, '. ', , ','<br />
,i, I ',' ,', ,,li<br />
1J<br />
a--a.-.tettl<br />
',<br />
I
Printed in the Netherlands 7405<br />
Wijzigingen voorbehouden<br />
1<br />
6-05-1314<br />
-;llì<br />
\: ;L ,-<br />
i----- : ,l- ì ..<br />
l-- -,-'' i<br />
,'-',r I rl<br />
r r | li'g--l^-.+t-"1-*<br />
rrl<br />
| . I l.-'- ì<br />
\--f<br />
,l I'-" ' I<br />
rli"ì'i\rrìr!\rr"l ,-t- ll$$ $<br />
: :'i \t<br />
-\'<br />
,'-\1<br />
| I I<br />
r\_., I 'i r\ tr-_ I<br />
,]_,,, ,,!<br />
.\. I<br />
! ,l ì \ arrl.f<br />
r , .\ i<br />
ì\ : iì r ., !,.'<br />
-ì\--'<br />
_ù : :i iì::; ii ii !<br />
1i ,--iì$-''ìiì i:<br />
li n{"q;:Lrr-lj<br />
'$ Èl ì :; f---\<br />
il lìiì il ìJlFr ìl<br />
:, :l,S N : irììr-:-\i-,1,:.,i-,.,..JJ-.--"1 ,<br />
,ilS<br />
:: ---î :l:ì Si :ì\-:ì-{-,-:--j.:r ìi :<br />
. ò - - -\<br />
iìii ì | i.--ì:ri-ll$.ì'-....i---i<br />
i ; ! r t I -l trirl I I<br />
t'<br />
l:i;ì;i i<br />
tlrl I I<br />
t<br />
l-- t i tìr\rr'r' (ììì---.'<br />
-l<br />
I<br />
I ,l ii '<br />
: ii Iìi I<br />
l:ì iì ì<br />
-.s<br />
! ì , i1 | :ì ì:l:l;rì<br />
t,1rì<br />
^'ì<br />
'.r\ I<br />
r rl !<br />
! r, t ll I I l":'ìì."ì*,i i r,\ rr<br />
I i-.,<br />
r<br />
I I<br />
l, fl<br />
t I I I t I r--l-.-:-.-it)r{ ' a I r -l<br />
-''<br />
l,<br />
\ rrrtìr \ ì\rt ì llr\\ t: t\\\ìatìt -l--.lì<br />
I<br />
r . I \ llr'rl I<br />
:' iì t lli,.r-"<br />
rl lr ì I:ìii.i"..ì- ì<br />
il-rììs: r -ì-i r rì-l-.<br />
ì iì ii --<br />
ì--<br />
---l<br />
It<br />
rl' iì:i', I ri;liì ì<br />
t l', l! ìl!:ìii tqri,l ! ì<br />
I -'<br />
iì:{ \iì ìiiil :rì<br />
ù ììi:ìiii<br />
ì :i lì lili-\-)===i---"<br />
I<br />
rO<br />
rO<br />
î<br />
rO<br />
nî<br />
t I ! I I .<br />
._. _-. i ; ..--ì-_-- _l ì ii :l ,."- --ì-- - -..<br />
t I t , I \:r?r \ ,ì l1l<br />
ir l"ì<br />
t\<br />
\- -.1 ,ì..-....<br />
,----\<br />
t ìt \t\ tl<br />
r -.-.. I :i<br />
I<br />
t<br />
I<br />
t<br />
I iì<br />
tr<br />
rl<br />
\: t,'r, 'j<br />
-tLrtV<br />
t.--<br />
--l<br />
\<br />
---l<br />
o.J<br />
o<br />
0î<br />
I<br />
rO<br />
nî<br />
I<br />
ro<br />
i;:i ,lr I<br />
,'l | |<br />
lr'rl<br />
I<br />
f<br />
::l;:i,,<br />
,r:ii:il<br />
ii;:<br />
llt|ll<br />
I<br />
,\<br />
I<br />
tl<br />
rl<br />
rl<br />
tl<br />
tl<br />
r'<br />
rl<br />
:ii:l::<br />
J-- - \- .,-- - -ì<br />
'i ll .fr I<br />
, r\ ,'r ;l<br />
, t,i, 1l<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
DA F :;:: aatsinstructies Remschema's lì ()-os
998 L-90-9<br />
i:ì:- ì -----, '- ì<br />
iìii<br />
ìì::<br />
: I: , :.-.'i ' :<br />
I \l , '- r -<br />
\J: , !<br />
kì\: , r<br />
J l: ' \'\\\\\\\'\\\ìrr<br />
$$i : i<br />
,\<br />
I<br />
1ì<br />
tl<br />
rl<br />
tl<br />
It<br />
Ir<br />
rl<br />
tl<br />
1l<br />
\<br />
1..-::q,ì l\r--\l I ìi t, : , ù" ù<br />
|<br />
l\- '.-.lL I \t I *\<br />
Ir r-. liìì-\'.r',\\\\ \\\r\\\\ rr'\ \r\\ t i-.<br />
,,<br />
,'.--,-':lì-ì<br />
;i',,,i i,<br />
i' : S \:<br />
: S l, , r''<br />
r\r<br />
lir .'()ì I !i , l. \' , \<br />
Ili ,:i | i .ì(1..\&'t' .ìi1..\&.\'1. ,\ :-:: l--; , l'r r\. i ì,ìÈ'oÀ\ ';5r"'r\<br />
li:. i.,,Ì r ìi :i<br />
.j' ìfì t;ì<br />
::ì);-t : ì: :: ì ì.ii 'ìì.', : i_.. -r<br />
i ì: I ;;:ì'i<br />
\'I \l<br />
r,ì -- -.<br />
ììl i: ! ì'l l:ii ìi :_ _:__l; :_t t \ìrr'.ttì' i ih ù::<br />
) I<br />
\.-'-i'iì,iì iì il $it<br />
ì.:.:-:::ì'-ìli.i i$ *{:ì<br />
t i,<br />
\rrr\\\\\ \\r\\\ :<br />
I ì,:i J ì<br />
\\, \:r\a<br />
l--\r ì: ì: rl i ! l.': '<br />
\ ì;i: ì,,1 I ì i Iì<br />
I ! \ I '|'<br />
r ì,i:ì!r \ rr<br />
a<br />
l, \r- I I I ,l<br />
.-s-\ l,ì: I t . i 1r<br />
I<br />
I<br />
& i't,r I I I<br />
\, :r<br />
\ r-\\ r\ .. 'l<br />
r rL \t \\ \t l\l r: .\<br />
\1..r,<br />
rtiìf.\\-\., .'\\--l-l<br />
\<br />
r L _,r ì f f II<br />
.r \<br />
: Ii .: lil r\, '!,\<br />
r i!:i rì! ! :i<br />
ri iìi lt: '.iil<br />
O)<br />
I (,<br />
O)<br />
I<br />
ul<br />
\----,' -L r] ., \<br />
\r ii.: ì I<br />
, ll.l, r<br />
-.-' it !; .'-.,--1 \<br />
r ^.t r, r\rrr\<br />
ì' :- -'-\ ì ì<br />
r<br />
\r\---4.\\\\:\\\ \\:l\\\ \ I ì<br />
lt<br />
'ì_<br />
- -l\ ì<br />
rl<br />
l' \---,rr:I<br />
rt<br />
ri<br />
ri<br />
t,<br />
I<br />
O)<br />
I<br />
UJ<br />
Ot<br />
I<br />
(^)<br />
o<br />
N)<br />
ì<br />
\l r\\'llr\ll<br />
I<br />
ì<br />
I tl<br />
I<br />
1 --\<br />
\ r_,<br />
t.', ì<br />
\tJ<br />
él<br />
-t<br />
\J<br />
t<br />
I
'l@<br />
2E<br />
3E<br />
4a<br />
5É<br />
66<br />
I<br />
I<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
Compressor<br />
Vacuumpomp<br />
Vorstbeveiliger<br />
Drukregelaar<br />
Terugslagklep<br />
Overstroomklep<br />
@ @<br />
I<br />
o<br />
G<br />
0&<br />
ó<br />
-il<br />
Handremklep<br />
Keters<br />
Aanhangwagenremklep<br />
Tweewegklep<br />
Luchtkraan<br />
Koppelingskop<br />
0 Snelontluchtklep<br />
U Stuurremklep<br />
Remkamers<br />
@ Voetremklep<br />
f,<br />
LL Elektropneumatische klep<br />
E<br />
A Stoplichtschakelaar<br />
A Lagedrukschakelaar<br />
(lDh o Verende hefboom<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
29<br />
30<br />
31<br />
32<br />
33<br />
34<br />
35<br />
36<br />
37<br />
38<br />
39<br />
40<br />
[.<br />
O<br />
F=<br />
f@<br />
trc<br />
o<br />
H*<br />
O<br />
o<br />
@<br />
O<br />
fl<br />
Lastafhankelijk regelventiel<br />
Leidingf ilter<br />
Remdrukregelaar<br />
Luchtcilinder, uitl. rem (bed. klep)<br />
Luchtcilinder uitl. rem (bed. br. st. pomp)<br />
Motorremklep<br />
Luchtdruk rembekrachtiger<br />
Manometer<br />
Snelkoppeling<br />
VerdeelkleP<br />
TweekringveiligheidskleP<br />
Luchtfilter<br />
E Retaisventiet<br />
O Tank remvloeistof<br />
Fr<br />
rì<br />
Lf=$<br />
Fl-<br />
I<br />
Hydr. hoofdremcilinder<br />
Vacuum rembekrachtiger<br />
Lagedruksignaal<br />
@| Vierwegkraan<br />
K! Reduceerventiel<br />
E<br />
Voorraadtank<br />
41 qtro Wielremcilinder<br />
42 t+ Luchtdrukremcilinder<br />
43<br />
44<br />
45<br />
46<br />
47<br />
48<br />
49<br />
50<br />
51<br />
52<br />
53<br />
54<br />
55<br />
56<br />
57<br />
58<br />
59<br />
60<br />
61<br />
O Olieafscheider met bandenvutaansl'<br />
P Afblaasventiel<br />
g RegelkleP<br />
.^<br />
L| Reactieventiel<br />
p Remkrachtregelaar<br />
n Luchtcilinder<br />
alLJ Veerremoilinder<br />
t}. Parkeerremventiel<br />
F]<br />
El{<br />
Elo<br />
g<br />
Cl<br />
*<br />
U<br />
E}<br />
IT I<br />
It_<br />
t[-r<br />
m<br />
É<br />
Snelremventiel<br />
Hydr. remkrachtregelaar<br />
Bed. ventiet vacuum remkrachtregelaar<br />
Vacuum remkrachtregelaar<br />
Losklep<br />
Parkeerremventiel met loskleP<br />
Remdrukbevelliger<br />
Beveiliglngsrelais<br />
Rembekrachtiger<br />
Smoorklep<br />
Luchthoorn
DAF :";:ilatsins'Îruc'Ìies Koppelingskop 6-99 -24 11<br />
KOPPELINGSKOP<br />
Koppelingskop met veerbelaste klep voor éénleiding<br />
remsysteem.<br />
DOE L<br />
Verbinden van het luchtdruk remsysteem van<br />
de volgwagen met dat van de motorwagen.<br />
WERKING<br />
De leiding met koppelingskop op de truck wordt<br />
door een veerbelaste klep gesloten.<br />
Deze klep wordt bij aankoppelen van de slang<br />
van de volgwagen geopend door de stift, welke<br />
zich in de koppelingskop van de volgwagen<br />
bevindt.<br />
Bij het ontkoppelen sluit de veerbelaste klep de<br />
leiding op de truck weer af.<br />
Wanneer geen volgwagen is aangekoppeld, moet<br />
de deksel van de koppelingskop van de truck<br />
worden gesloten.<br />
ONDERHOUD<br />
Er is geen bijzonder onderhoud nodig.<br />
Wanneer de afdichtringen onvoldoende afdichten,<br />
moeten deze worden vernieuwd.
DAF<br />
:Tilatsinstructies<br />
Bed ien ingsventiel onafhan kel ij ke 1/r)<br />
volswasenrem O-39-25 11<br />
BEDIEN INGSVENTIEL ONAFHANKELIJKE<br />
VOLGWAGENREM<br />
DOE L<br />
Het bedieningsventiel heeft tot doel om de<br />
volgwagen onafhankelíjk van de motorwagen<br />
via een tweewegklep te kunnen remmen.<br />
Hierdoor kan bij een combinatie<br />
scharen worden voorkomen. Veelal wordt<br />
dit ventiel verkeerd gebruikt, hetgeen overmatige<br />
voeringslijtage van de volgwagenremmen<br />
veroorzaakt.<br />
Opmerking: Aangezien de bedieningshefboom<br />
bij een grote verdraaiing tegen de stuurkolom<br />
aanloopt, zal de maximale uiteestuurde druk<br />
minder zijn dan de keteldruk op dat moment.<br />
WERKING<br />
Met behulp van de hefboom (1) wordt het<br />
bovenste drukstuk verdraaid en door de schuine<br />
vlakken wordt het onderste drukstuk (21<br />
tegen de veer (3) gedrukt. Door de veerdruk<br />
wordt de zuiger (41 naar beneden gedrukt, de<br />
uitlaat (7) wordt gesloten en de inlaat wordt<br />
geopend. De samengeperste f ucht stroomt van<br />
de V-aansluiting via de ruimte (5) naar de<br />
A-aanslu ítíng.<br />
Wanneer de druk in de ruimte (5), welke verkregen<br />
is door de hefboom (1 ) te verdraaien,<br />
groter is dan de spanning van de veer (3),<br />
wordt de zuiger (4) door de veer (6) naar boven<br />
bewogen en de inlaat gesloten. Een evenwichtstoestand<br />
is berei kt.<br />
Wanneer de druk op veer (3) wordt verminderd,<br />
wordt de zuiger (4) naar boven bewogen<br />
door de druk in ruimte (5).<br />
De uitlaatklep (71 wordt geopend en de leiding<br />
wordt via de ruimte (5) en de boring (8)<br />
zover ontf ucht, totdat het drukverschil tussen<br />
de veer (3) en de druk in ruimte (5) op de<br />
zuiger (41 gelijk is.<br />
ONDERHOUD<br />
Dit ventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />
nodig.
DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-99- 2T11<br />
PARKEERREMVENTIEL<br />
TOEPASSING<br />
Dit ventiel wordt toeEepast op motorvoertuigen<br />
met vol gwagenaansl u iti ng.<br />
DOEL<br />
Het parkeerremventiel heeft tot doel de parkeerreminstallatie<br />
te bedienen. Bii gebruik als noodrem<br />
wordt de veerreminstallatie en de volgwagen<br />
regelbaar geremd. Gebruikt als parkeerrem<br />
wordt uitsluitend het trekkend voertuig geremd.<br />
WERKING<br />
Stand rijden<br />
In de stand rijden stroomt de samengeperste<br />
lucht van de voorraadketel via de aansluiting (1 )<br />
langs de geopende inlaat (13) in de ruimte a.<br />
Van hieruit stroomt de samengeperste lucht<br />
via de aansluiting (21 naar de veerremcilinders<br />
van het trekkend voertuig. Vanuit de ruimte a<br />
en de boringen in het ventiel stroomt samengeperste<br />
lucht via de aansluiting (3) naar het tweekrings<br />
reactieventiel van waaruit de volgwagen<br />
wordt gecommandeerd.<br />
Noodrem<br />
Wanneer de handgreep van het parkeerremventiel<br />
over het eerste gedeelte van de slag wordt<br />
bediend dan wordt het drukstuk (71 door de<br />
meeneempen (23) in dezelfde richting gedraaid.<br />
Door het schuine vlak in het huis en het schuine<br />
vlak van het drukstuk wordt deze omhoog bewogen.<br />
Het drukstuk (7l', wat naar boven schuift, heft<br />
de zuigerbuis (6) tegen de kracht van de drukveren<br />
(11) en (5) zover omhoog totdat de inlaat<br />
(13) sluit en de uitlaat (14) opent.<br />
Hierbij wordt de regelzuiger (tS) door de regelveer<br />
(12) in de onderste stand gehouden. De<br />
aansluitingen (21 en (3) worden ontlucht via de<br />
ruimte a en de aansluiting (41 , terwijl in de<br />
ruimte b de voorraaddruk blijft heersen. De<br />
veerreminstallatie en de bediening van de volgwagen<br />
worden ontlucht.<br />
Tengevolge van het drukverschil in de ruimten<br />
a en b wordt een opwaartse'kracht uitgeoefend<br />
onder de regelzuiger (15) waardoor uiteindelijk<br />
de regelzuiger (15) met de drukveer (16) en de<br />
kfep (11) omhoog worden bewogen tegen de<br />
kracht van de drukveer (121 in.<br />
De zuigerbuis (6) is, afhankeliik van de hoekverdraaiing<br />
van de handgreep (B), meer of minder<br />
omhoog geschoven. H ierdoor is de opwaartse<br />
beweging van de regelzuiger (15) tot aan het<br />
sluiten van de uitlaat (14), ook verschillend.<br />
Wanneer in het deelremgebied de uitlaat (14)<br />
wordt gesloten is de evenwichtspositie bereikt;<br />
hierbíi blijft de restdruk in het veerremcircuit.<br />
Wordt de handgreep (8) tot de aanslag verder<br />
gedraaid, dan zal de zuigerbuis (6) zover omhoog<br />
beweg€h, dat de regelzuiger (15), die ook<br />
omhoog wordt gedrukt, de uitlaat (14) niet meer<br />
sluit . Hierdoor wordt het veerremcircuit geheel<br />
ontlucht,<br />
De handgreep loopt overhet gedeelte van de slag<br />
waarbij de noodrem wordt bediend, automatisch<br />
terug wanneer het wordt losgelaten.<br />
Wanneer de noodrem wordt bediend,'worden de<br />
veerremcilinders ontlucht, tegel ijkertijd wordt<br />
de bedieningsleiding naar het tweekrings reactie-<br />
r3<br />
A<br />
t5<br />
t6
ventiel ontlucht waardoor de commandoleiding<br />
wordt belucht.<br />
Parkeerrem<br />
Wanneer de handgreep (8) over de gehefe slag<br />
van de noodrem is verdraaid, moet de handgreep<br />
worden uitgetrokken en verder gedraaíd.<br />
De blokkeerstift (19) blokkeert de handgreep<br />
in deze positie. Wanneer de handgreep wordt<br />
verdraaid, drukt de schuine kant (221 aan de<br />
bovendeksel (24) van het ventief de zuigerbuis<br />
(2t) tegen de kracht van de drukveer (2Ol in<br />
naar beneden.<br />
De zuigerbuis (2't) opent de klep (19), waardoor<br />
de samengeperste lucht van de aansluiting<br />
(1) via de aansluiting (3) stroomt naar het tweekrings<br />
reactieventiel. Door het beluchten van<br />
het tweekrings reactieventiel via de aansluiting<br />
3 wordt de volgwagen weer gelost. De combinatie<br />
staat nu uitsluitend geremd door de veerkracht<br />
van de veerremcilinders op het trekkend<br />
voertu ig.<br />
1. Voorraad<br />
2. Veerremcilinders<br />
3. Bediening volgwagen<br />
4. Ontluchting<br />
\<br />
A. Stand rijden<br />
B. Aanslag<br />
C. Geblokkeerde stand (stand parkeren )
DAF ffJtsinstructies Parkeerremventier 6'39'27 11<br />
a. Uitgestuurde druk in bar (kg/cm2)<br />
b. Hoek in graden van de bedieningshefboom<br />
c. Aanslag van de bedieningshefboom<br />
d. Geblokkeerde stand (stand parkeren)<br />
e. Noodrem<br />
f . Parkeerrem<br />
30 40'<br />
b<br />
50' 60'<br />
rf<br />
70' g0' g0'
DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-99- 28 11<br />
PARKEERREMVENTIEL<br />
TOEPASSING<br />
Dit ventiel wordt toegepast op motorvoertuigen<br />
zonder volgwagenaansl u iting.<br />
DOE L<br />
Het parkeerremventiel heeft tot doel de parkeerreminstallatie<br />
regelbaar te bedienen. Als<br />
zodanig kan dit ventiel ook als noodremventiel<br />
gebruikt worden.<br />
WERKING<br />
Stand rijden<br />
In de stand rijden stroomt de samengeperste<br />
lucht van de voorraadketel via de aansluiting<br />
(1) Iangs de geopende inlaat (13) in de ruimte<br />
a. Van híeruit stroomt de samengeperste lucht<br />
via de aanslu iting (21 naar de veerremcilinders.<br />
Noodrem<br />
Wanneer de handgreep van het parkeerremventiel<br />
over het eerste gedeelte van de slag wordt<br />
bediend dan wordt het drukstuk (71 door de<br />
meeneempen (23) in dezelfde richting gedraaid.<br />
Door het schuine vlak in het huis en het schuine<br />
vlak van het drukstuk wordt deze omhoog<br />
bewogen.<br />
Het drukstuk (7l., wat naar boven schuift, heft<br />
de zuigerbuis (6) tegen de kracht van de drukveren<br />
(1t ) en (5) zover omhoog totdat de inlaat<br />
(13) sluit en de uitlaat (14l. opent.<br />
Hierbij wordt de regelzuiger (1S) door de regelveer<br />
(12l, in de onderste stand gehouden. De<br />
aansluiting (21 wordt ontlucht via de ruimte a<br />
en de aansluiting (3), terwijl in de ruimte b de<br />
voorraaddru k bl ijf t heersen. De veerrem insta llatie<br />
wordt ontlucht.<br />
Tengevolge van het drukverschil in de ruimten<br />
a en b wordt een opwaartse kracht uitgeoefend<br />
onder de regelzu iger ( 1 5) waardoor u iteindeliik<br />
de regelzuiger (15) met de drukveer (16) en de<br />
klep (11) omhoog worden bewogen tegen de<br />
kracht van de drukveer (12) in.<br />
De zuigerbuís (6) ís, afhankelijk van de hoekverdraaiing<br />
van de handgreep (8), meer of minder<br />
omhoog geschoven. Hierdoor is de opwaartse<br />
beweging van de regelzuíger (1S) tot aan het<br />
sf uiten van de uitlaat (14ll , ook verschillend.<br />
--ro "ll<br />
_ .12<br />
Wanneer in het deelremgebied de uítlaat (141<br />
wordt gesf oten is de evenwiehtspositie bereikt;<br />
hierbij blijft de restdruk in het veerremcircuit,<br />
Wordt de handgreep (B) tot de aanslag verder<br />
gerl raaid, da n zal de zuigerbu is (6) zover offt -'<br />
hoog beweg€h, dat de regelzuiger (1S), die<br />
ook omhoog wordt gedrukt, de uitlaat (14l.<br />
niet meer sluiten. Hierdoor wordt het veerremcircu<br />
it geheel ontlucht.<br />
De handgreep loopt over het gedeelte van de<br />
slag waarbij noodrem wordt bediend, automatisch<br />
terug wanneer het wordt losgelaten.<br />
Parkeerrem<br />
Aan het einde van de slag loopt de handgreep<br />
in een vergrendeling. De blokkeerstift ( 1 9)<br />
blokkeert dan de handgreep in deze positie.<br />
Het voertuig staat nu geremd met de parkeerrem,<br />
d.m.v. geheel ontluchte veerremcilinders.<br />
Om de vergrendeling op te heffen moet men<br />
de handgreep naar buiten trekken, waarna<br />
deze automatisch terugloopt.<br />
r3<br />
14<br />
r5<br />
r6
10' 20' 30' /.0'<br />
b<br />
50' 60'<br />
rf<br />
70' g0' g0'<br />
1. Voorraad<br />
2. Veerremcilinders<br />
3. Ontluchting<br />
A. Stand rijden<br />
B. Aanslag<br />
C. Geblokkeerde stand (stand parkeren )<br />
a. Uitgestuurde druk in bar (kg/cm2)<br />
b. Hoek in graden van de bedieningshefboom<br />
c. Aanslag van de bedieningshefboom<br />
d. Geblokkeerde stand (stand parkeren)<br />
e. Noodrem
DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-3g-3o 11<br />
PARKEERREMVENTIEL<br />
DOEL<br />
Met dit ventiel kan men de parkeerrem regelbaar<br />
bedienen d.m.v. de veerreminstallatie.<br />
WERKING<br />
Het ventiel heeft drie aansluitingen:<br />
aansluiting remleiding<br />
a -<br />
b : voorraad en<br />
c - ontluchting<br />
Wanneer het ventiel in de stand parkeren staat,<br />
dan is de remleiding (a) ontlucht via c. Als de<br />
handgreep bediend wordt, zàl de excentrische<br />
nok de zuiger (1) en d.m.v. veer (21 ook regelzuiger<br />
(3) naar beneden duwen: de ontluchting<br />
(c) wordt afgesloten en klep (41 wordt geopend.<br />
Er zal nu samengeperste lucht vanuit de voorraad<br />
(b) via a naar de veerremmen stromen.<br />
De opgebouwde druk in a zal nu de regelzuiger<br />
(3) naar boven doen beweg€r, totdat de<br />
kf ep (41 weer sluit en een evenwicht bereikt is.<br />
Wanneer de hefboom nog verder bediend wordt<br />
dan herhaaltzich de hele cyclus en zal de druk<br />
in a een hogere waarde bereiken. Beweegt men<br />
de hefboom weer terUg, dan zal de ontluchting<br />
(c) weer geopend worden en de druk in de<br />
veerremmen overeenkomstig dalen.<br />
In de uiterste stand valt de hefboom in een<br />
blokkering.<br />
Om deze op te heffen dient men de manchet<br />
op de hef boom op te lichten.
DAF :"T:;atsinstructies Veerremc i I inder 6-s 4-G4<br />
DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />
NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />
TINGEN<br />
1 - bedrijfsrem<br />
2 - parkeerrem<br />
DOE L<br />
De remkamer met veerremcif inder heeft tot<br />
doel om bij bediening van de bedrijfsrem, parkeer-<br />
en noodrem de remsegmenten tegen de<br />
remtrommel te drukken.<br />
BESCHR IJVING<br />
De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />
twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />
uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />
een gedeef te voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />
veerremcilinder.<br />
WERKING<br />
I Normale stand tiidens het rijden<br />
Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />
op een vei lige druk te zijn. Als dit niet<br />
het gevaf is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />
(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />
deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilin<br />
der , zal de zu iger (5) de zware veer<br />
(41 samendrukken. De remhefboom wordt<br />
l-<br />
5<br />
6<br />
7<br />
tl<br />
ilt<br />
8 910<br />
nu niet meer belast en zal onder andere door<br />
de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />
stand komen.<br />
Bedrijfsrem<br />
Door de scheiding tussen de remkamer en<br />
de veerremcilinder, kan de veerremcif inder<br />
de werking van de bedrijfsrem niet beihvloeden.<br />
Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />
zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />
luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />
werkt. Wanneer het voetremventiel<br />
wordt bediend, komt de samengeperste<br />
lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />
van het membraan met drukstang (9) wordt<br />
tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />
buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />
door middel van een hefboomstelsel tegen<br />
de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />
aan de andere ziide van het membraan kan<br />
via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />
de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />
(8) weer in de uitgangspositie terug.<br />
Parkeerrem<br />
Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />
worden ontlucht. De zware veer (4) drukt<br />
nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />
membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />
naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor-<br />
'Íh<br />
jry1.,
den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />
tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />
maakt men gebruik van de energie van de<br />
samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />
aan wezig is.<br />
LOSINRICHTING<br />
Wanneer door een storing geen samengeperste<br />
lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />
geremd. Toch moet het mogeliik ziin het<br />
voertuig te verslepen. Aan de achterziide van<br />
de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />
Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />
te draaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />
Door toepassing van een druklager op de bout<br />
bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />
meer dan 2O-4O Nm (2-4 mkg).<br />
Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />
meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />
gef ost zijn.<br />
Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />
perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />
weer lucht in de veerremcilinder worden<br />
toegef aten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />
de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />
met 40-50 Nm (4-5 mkg).<br />
HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREIVI_<br />
CILINDER OP HET VOERTUIG<br />
Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />
Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />
om de volgende handeling te vergemakkelijken.<br />
Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />
aanwezige losbout zover mogelijk<br />
uit (línksom draaien).<br />
Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />
Maak de twee luchtleidingen van de veerremcílinder<br />
los.<br />
Verwijder de kop-pen uit de gaffel en de<br />
remsteller.<br />
Verwijder de bevestigingsmoeren en veerringen<br />
en neem de veerremcilinder van de steun.<br />
Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />
behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.
DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-64<br />
DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />
E (fabrikaat Westinghousel<br />
Opm.Voor de vermeldg drukken ifi ,,bar" mag<br />
men ook lezen: kg/c *2.<br />
eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />
de veerremcilinder ged raaid is.<br />
Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />
drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />
Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />
(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />
deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />
een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />
Draai de contramoer weer on de drukstang<br />
en schroef deze zover op dat de veer in de<br />
remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />
afb. 1)<br />
[oopleiding) los,<br />
Maak nu de klemband van de remkamer los<br />
en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />
en membraan.<br />
Schroef de losbout weer geheel in.<br />
Verhit de met Loctite 59 geborgde sluitplug<br />
m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />
ca. 200oC kie afb. 2l<br />
Draai de slu ítplug eru it.<br />
Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />
Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het druklagertje,<br />
wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />
met de hand naar beneden over een rubber<br />
ringetje heen (zie afb. 3)<br />
Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />
haakje voorzichtíg eruit trekken (zíe afb. 4l<br />
De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />
Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />
beneden) en laat de cilinder<br />
ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />
springen ).<br />
Cilinder weer omdraaien en het complete<br />
lagertje eruit nemen.<br />
Verwíider de losbout.<br />
Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />
A. D. m.v. gen pers<br />
B. D. m.v. speciaal<br />
gereedschap<br />
Fig. 1<br />
Fis.2<br />
Fio- 3<br />
Fig.4
Fig. 5<br />
-r,n.<br />
u<br />
A. Demontage d.m.v. een pers<br />
B.<br />
Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />
dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />
ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />
vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />
uitstekende zuigerbuis met binnendraad<br />
aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />
Zet nu de cilínder precies kfem in de<br />
pers en draai de I bouties met moerties<br />
aan de omtrek los.<br />
Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />
de veer ziin spanning volledig kwiit<br />
is. Als de veer gebroken is, is het mogeliik<br />
dat deze bliift steken in het huis. Wees<br />
erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />
dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />
Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />
samencirukken en dan weer ontspannen.<br />
Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />
uit elkaar halen.<br />
Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />
DAF nr. 535912 (zie afb. 5)<br />
MONTAGE<br />
Schroef het demontagegereedschap van<br />
de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />
(zie afb. 6) en wel zover, dat de zuigerbuis<br />
een stukie (ca. 1cm) naar binnen<br />
gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />
hu ishelften afgenomen.<br />
Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />
omtrek van het huis los.<br />
Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />
de veer zijn spanning volledig kwijt<br />
is. (zie ook laatste punt: demontage<br />
m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />
ongehinderd uit elkaar halen.<br />
Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />
vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbuis<br />
niet.<br />
Controleer de O-ring op de sluitplug en de<br />
afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />
nodig.<br />
Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />
en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />
met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 609330)<br />
zijn ingesmeerd.<br />
De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />
Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />
m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />
breng de 8 bevestigingsbouties aan de omtrek<br />
aan.
DAF :";ffatsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-,G4<br />
Losbout helemaaf ind raaien.<br />
Cilinder beluchten (l bar)<br />
Druklagertje flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />
Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />
de afschuining naar U toe) op elkaar f eggen<br />
en gelijktijdig over de losbout schuiven. met<br />
behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />
geen vet aan de binnendraad van de zuigerbu<br />
is komen.<br />
Nieuwe opsluitring monteren rn.b.v. een piip<br />
(18x1,5 mm).<br />
Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />
en kijken of de zuigerbuis meef oopt.<br />
Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />
en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />
Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handeling<br />
letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />
wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />
van het druklagertje.<br />
Cilinder beluchten en nog een keer controf<br />
eren of de opsluitring goed op zijn pf aats<br />
zit.<br />
De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />
dun insmeren met Loctíte 59 (één druppel<br />
verdeeld over 1 winding is vof doende), en<br />
de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />
40-50 Nm (4-5 mkg)<br />
Overtollige Loctite met een droge doek<br />
wegnemen.<br />
Monteer nu het remkamer gedeelte.
DAF :"T:;a'Îsins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6-s 4-os<br />
DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />
NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />
. TING EN<br />
1 - bedrijfsrem<br />
2 _ parkeerrem<br />
DOE L<br />
De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />
doel om bij bediening van de be'{rijfsrem, parkeer-<br />
en noodrem de remsegmenten tegen de<br />
remtrommel te drukken.<br />
BESCHRIJVING<br />
De remkamer met veerremcílínder bestaat uit<br />
twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />
uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />
een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />
veerremcilinder.<br />
WERKING<br />
I Normale stand tijdens het rijden<br />
Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />
op een vei lige druk te zijn Als dit niet<br />
het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />
(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />
deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilinder,<br />
zal de zuiger (5) de zware veer<br />
(4) samendrukken. De remhefboom wordt<br />
l-<br />
5<br />
6<br />
7<br />
ll<br />
ill<br />
B 910<br />
nu niet meer belast en zal onder andere door<br />
de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />
stand komen.<br />
Bedrijfsrem<br />
Door de scheiding tussen de remkamer en<br />
de veerremcilinder, kan de veerremcilinder<br />
de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />
Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />
zware veer (4) samengedrukt, terwijl de<br />
luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />
werkt. Wanneer het voetremventiel<br />
wordt bediend, komt de samengeperste<br />
lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />
van het membraan met drukstang (9) wordt<br />
tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />
buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />
door middel van een hefboomstelsel tegen<br />
de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />
aan de andere zijde van het membraan kan<br />
via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />
de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />
(8) weer in de uitgangspositie terug.<br />
Parkeerrem<br />
Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />
worden ontlucht. De zware veer (4) drukt<br />
nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />
membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />
naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor
den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />
tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />
maakt men gebruik van de energie van de<br />
samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />
aanwezig is.<br />
LOSINRICHTING<br />
Wanneer door een storing geen samengeperste<br />
lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />
geremd. Toch moet het mogelijk zijn het<br />
voertuig te verslepen. Aan de achterzijde van<br />
de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />
Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />
te d raaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />
Door toepassing van een druklager op de bout<br />
bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />
meer dan 20-40 Nm Q-q mkg).<br />
Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />
meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />
gelost zijn.<br />
Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />
perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />
weer lucht in de veerremcilinder worden<br />
toegelaten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />
de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />
met 40-50 Nm (4-S mkg).<br />
HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />
CILINDER OP HET VOERTUIG<br />
Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />
Zet het parkeerremventiel in stand riiden,<br />
om de volgende handeling te vergemakkelijkgn.<br />
Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />
aanwezige losbout zover mogelijk<br />
uit (linksom draaien).<br />
Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />
Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />
los.<br />
Verwijder de kop-pen uit de gaffel en de<br />
remsteller.<br />
Verwijder de bevestigingsmoeren en veerringen<br />
en neem de veerremcilinder van de steurî.<br />
Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />
behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.
DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-6s<br />
DEMONTAGE VEERREMCI LINDER TYPE<br />
E (fabrikaat Westinghouse)<br />
Opm.Voor de vermeldg drukken in ,,bar" mag<br />
men ook lezen: kg/c ^2..<br />
eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />
de veerremcilinder gedraaid is.<br />
Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />
drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />
Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />
(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />
deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />
een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />
Draai de contramoer weer oî de drukstang<br />
en schroef deze zover op dat de veer in de<br />
remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />
afb. 1 )<br />
Maak het slangetje aan de buítenzíide (omloopleiding)<br />
los.<br />
Maak nu de klemband van de remkamer los<br />
en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />
en membraan.<br />
Schroef de losbout weer geheel in.<br />
Verhit de met Loctíte 59 geborgde sluitplug<br />
m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />
ca. 200oC (zie afb. 2l<br />
Draai de sluitplug eruit.<br />
Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />
Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het drukf<br />
agertje, wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />
met de hand naar beneden over een rubber<br />
ringetje heen (zie afb. 3)<br />
Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />
haakje voorzichtig eruit trekken (zie af b. 4l<br />
De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />
Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />
beneden ) en laat de c il inder<br />
ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />
springen ).<br />
Cilinder weer omdraaien en het complete<br />
lagertje eruit nemen.<br />
Verwijder de losbout.<br />
Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />
A. D. m.v. een pers<br />
B. D. m.v. speciaal gereedschap<br />
Fig. 1<br />
Fig. z<br />
Fiq. 3<br />
Fis. 4
Fig. 5<br />
,fÀ'ié€<br />
| 'K-=',\ \r'<<br />
\ l-\\r,,,=-;-{- jlz\<br />
Fig. 6<br />
A. Demontage d.m.v. een pers<br />
B.<br />
Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />
dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />
ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />
vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />
u itstekende zuigerbuis met binnendraad<br />
aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />
Zet nu de cilinder precies klem in de<br />
pers en d raai de 8 boutjes met moertjes<br />
aan de omtrek los.<br />
Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />
de veer zijn spanning volledig kwijt<br />
is. Als de veer gebroken is, is het mogelijk<br />
dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />
erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />
dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />
Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />
sarnencirukken en dan weer ontspannen.<br />
Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />
uit elkaar halen.<br />
Demontage m.b,v. speciaal gereedschap<br />
DAF nr. 5359t2 lzie afb. 5)<br />
MONTAGE<br />
Sch roef het demontagegereedschap van<br />
de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />
(zie af b. 6) en wel zover, dat de zu igerbuis<br />
een stukje (ca. 1 cm) naar binnen<br />
gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />
hu ishelften afgenomen.<br />
Draai de 8 boutjes met moerties aan de<br />
omtrek van het huis los.<br />
Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />
de veer zijn spanning volledig kwijt<br />
is. (zie ook laatste punt: demontage<br />
m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />
ongehinderd uit elkaar halen.<br />
Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />
vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />
is n iet.<br />
Controleer de 0-ring op de sluitplug en de<br />
afdichtíng in het huis. Vernieuw deze indien<br />
nodig.<br />
Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />
en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />
met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 009330)<br />
ziin ingesmeerd.<br />
De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />
Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />
m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />
breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />
aan.
DAF :";:;"''ns'Îruc'Ìies Veerremcilindbr 6 -54-6s<br />
Losbout helemaal ind raaien.<br />
Cilinder beluchten (l bar)<br />
Drukf agertje ff ink met Wabco 1 vet insmeren.<br />
Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />
de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />
en gelijktijdig over de losbout schuiven. met<br />
behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />
geen vet aan de binnendraad van de zuigerbuis<br />
komen.<br />
Nieuwe opsluitring monteren l:rì.b.v. een pijp<br />
(18x1,5 mm).<br />
Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />
en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />
Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />
en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />
Voorzichtig: Bíj hiervoor genoemde handeling<br />
letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />
wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />
van het druklagertje.<br />
Cilinder bef uchten en nog een keer controferen<br />
of de opsluitring goed op zijn plaats<br />
zit.<br />
De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />
dun insmeren met Loctíte 59 (één druppef<br />
verdeeld over 1 winding is voldoende), en<br />
de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />
40-50 Nm (4-5 mkg)<br />
Overtollige Loctite met een droge doek<br />
wegnemen.<br />
Monteer nu het remkamer gedeelte.
DAF :"T:;a'Îsins'Îruc'[ies Veerremcilinder 6-s 4-67<br />
DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />
NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />
TING EN<br />
1 - bedrijfsrem<br />
2 - parkeerrem<br />
DOE L<br />
De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />
doel om bij bediening van de bedrijfsrem, parkeer-<br />
en noodrem de remsegmenten tegen de<br />
remtrommel te drukken.<br />
BESCHRIJVING<br />
De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />
twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />
uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />
een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />
veerremcilinder.<br />
WERKING<br />
I Normale stand tiidens het rijden<br />
Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />
op een vei lige druk te zijn. Als dit niet<br />
het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />
(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />
deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilin<br />
der, zal de zu iger (5) de zware veer<br />
(4) samendrukken. De remhefboom wordt<br />
l-<br />
5<br />
6<br />
7<br />
ll<br />
ill<br />
8 910<br />
nu niet meer belast en zal onder andere door<br />
de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />
stand komen.<br />
Bedrijfsrem<br />
Door de scheiding tussen de remkamer en<br />
de veerremcilinder, kan de veerremcilinder<br />
de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />
Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />
zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />
luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />
werkt. Wanneer het voetremventiel<br />
wordt bediend, komt de samengeperste<br />
lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />
van het membraan met drukstang (9) wordt<br />
tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />
buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />
door míddel van een hefboomstelsel tegen<br />
de remtrommel worden gedrukt. De fucht<br />
aan de andere zijde van het membraan kan<br />
via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />
de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />
(8) weer in de uritgangspositie terug.<br />
Parkeerrem<br />
Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />
worden ontlucht. De zware veer (41 drukt<br />
nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (71 tegen<br />
membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />
naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor
den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />
tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />
maakt men gebruik van de energie van de<br />
samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />
aan wezig is.<br />
LOSINRICHTING<br />
Wanneer door een storing geen samengeperste<br />
lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />
geremd. Toch moet het mogeliik ziin het<br />
voertuig te verslepen. Aan de achterziide van<br />
de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />
Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />
te draaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />
Door toepassing van een druklager op de bout<br />
bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />
meer dan 2O-4O Nm (2-4 mkg).<br />
Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />
meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />
gelost zijn<br />
Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />
perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />
weer lucht in de veerremcilinder worden<br />
toegef aten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />
de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />
met 40-50 Nm (4-S mkg).<br />
HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />
CILINDER OP HET VOERTUIG<br />
Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />
Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />
om de volgende handeling te vergemakkelijken.<br />
Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />
aanwezige losbout zover mogelijk<br />
uit (linksom draaien).<br />
Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />
Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />
los.<br />
Verwiider de kop-pen u it de gaffel en de<br />
remsteller.<br />
Verwiider de bevestigingsmoeren en veerringen<br />
en neem de veerremcilinder van de steurì.<br />
Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />
behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.
DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-67<br />
DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />
E (fabrikaat Westinghouse)<br />
Opm.Voor de vermeldg drukken ifl ,,bar" mag<br />
men ook lezen: kg/c .<br />
^2.<br />
eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />
de veerremcilinder gedraaid is.<br />
Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />
drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />
Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />
(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />
deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />
een grotere sf uitring of schijf aanbrengen.<br />
Draai de contramoer weer op de drukstang<br />
en schroef deze zover op dat de veer in de<br />
remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />
afb. 1)<br />
Maak het slangetje aan de buitenzijde (om-<br />
!oopleiding) los.<br />
Maak nu de klemband van de remkamer los<br />
en verwijder de remkamerhef ft, drukstang<br />
en membraan.<br />
Schroef de losbout weer geheel in.<br />
Verhit de met Loctite 59 geborgde sluit.<br />
plug m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />
ca. 200oC kie af b. 2l<br />
Draai de sluitplug eruit.<br />
Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />
Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het druklagertje,<br />
wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />
met de hand naar beneden over een rubber<br />
ringetje heen (zie afb. 3)<br />
Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />
haa kje vo orzichtig eru it trekken (zie af b. 4l<br />
De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />
Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />
beneden) en laat de cilinder<br />
ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />
springen ).<br />
Cilinder weer omdraaien en het complete<br />
lagertje eruit nemen.<br />
Verwijder de losbout.<br />
Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />
A. D. m.v. ggn pers<br />
B. D. m.v. speciaal<br />
gereedschap<br />
Fis. 1<br />
Fis. 2<br />
riq"3<br />
Fis.4
Fig. 5<br />
t,n.À<br />
A. Demontage d.m.v. een pers<br />
B.<br />
Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />
dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />
ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />
vlak gaat aanliggen, In geen geval mag de<br />
u itstekende zuigerbu is met binnendraad<br />
aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />
Zet nu de cilinder precies klem in de<br />
pers en draai de B bouties met moerties<br />
aan de omtrek los.<br />
Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />
de veer zijn spanning volledig kwijt<br />
is. AIs de veer gebroken is, is het mogelijk<br />
dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />
erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />
dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />
Laat de pers darr eerst de veer nogmaals<br />
sanrencirukken en dan weer ontspannen.<br />
Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />
uit elkaar halen.<br />
Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />
DAF nr. S3S9l2 (zie afb. S)<br />
MONTAGE<br />
Sch roef het demontagegereedschap van<br />
de voorziide uit in de veerremcilinder<br />
(zie af b. 6) en wel zover, dat de zu igerbuis<br />
een stukje (ca. 1 cm) naar binnen<br />
gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />
hu ishelften afgenomen.<br />
Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />
omtrek van het huis los.<br />
Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />
de veer ziin spanning volledig kwijt<br />
is. (zie ook laatste punt: demontage<br />
m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />
ongehinderd uit elkaar halen.<br />
Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />
vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />
is n iet.<br />
Controleer de Gring op de sluitplug en de<br />
afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />
nodig.<br />
Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />
en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />
met Wabco l vet (DAF bestelnr. 609330)<br />
zijn ingesmeerd.<br />
De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />
Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />
m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />
breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />
aan.
DAF :";::"'ins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6-5 4-67<br />
Losbout helemaal ind raaien.<br />
Cilinder beluchten (l bar)<br />
Druklagertie flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />
Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />
de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />
en geliiktiidig over de 'losbout schuiven. met<br />
behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />
geen vet aan de binnendraad van de zuigerbu<br />
ís komen.<br />
Nieuwe opsluitring monteren m.b.v. een pijp<br />
(18x1,5 mm).<br />
Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />
en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />
Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />
en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />
Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handeling<br />
letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />
wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />
van het druklagertje.<br />
Cilinder beluchten en nog een keer controleren<br />
of de opsluitring goed op zijn plaats<br />
zit.<br />
De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />
dun insmeren met Loctite 59 (één druppel<br />
verdeef d over 1 winding is voldoende), en<br />
de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />
40-50 Nm (4-S mks)<br />
Overtollige Loctite met een droge doek<br />
wegnemen.<br />
Monteer nu het remkamer gedeelte.
DAF :"i:;a'Îsins'Îructies Veerremcilinder 6-s 4-6g<br />
DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />
NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />
TINGEN<br />
1<br />
2 - parkeerrem<br />
DOE L<br />
De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />
doel om bij bediening van de be;rijfsrem, parkeer-<br />
en noodrem de remsegmenten tegen de<br />
remtrommel te drukken.<br />
BESCHR IJVING<br />
De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />
twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />
uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />
een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />
veerremcilinder.<br />
WERKING<br />
I Normale stand tijdens het rijden<br />
Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />
op een vei lige druk te zijn Als dit niet<br />
het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />
(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />
deze druk wordt toegef aten tot de veerremcilin<br />
der, zal de zuiger (5) de zware veer<br />
(41 samendrukken. De remhefboom wordt<br />
l-<br />
5<br />
6<br />
7<br />
tl<br />
ill<br />
8 910<br />
oo ooo<br />
nu niet meer belast en zal onder andere door<br />
de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />
stand komen.<br />
Bedrijfsrem<br />
Door de scheiding tussen de remkamer en<br />
de veerremcilinder, kan de veerremcil inder<br />
de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />
Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />
zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />
luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />
werkt. Wanneer het voetremventiel<br />
wordt bediend, komt de samengeperste<br />
lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />
van het membraan met drukstang (9) wordt<br />
tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />
buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />
door middel van een hefboomstelsel tegen<br />
de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />
aan de andere zijde van het membraan kan<br />
via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />
Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />
de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />
(B) weer in de uitgangspositie terug.<br />
Parkeerrem<br />
Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />
worden ontlucht. De zware veer (41 drukt<br />
nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />
membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />
naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor
den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />
tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />
maakt men gebruik van de energie van de<br />
samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />
aan wezig is.<br />
LOSINRICHTING<br />
Wanneer door een storing geen samengeperste<br />
lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />
geremd. Toch moet het mogelijk ziin het<br />
voertu ig te verslepen. Aan de ach terzijde van<br />
de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />
Door deze bout met een 27 mm sler-rtel linksom<br />
te d raaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />
Door toepassing van een druklager op de bout<br />
bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />
meer dan 2A-4O Nm Q-q mkg).<br />
Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />
meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />
gef ost ziin.<br />
Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />
perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />
weer lucht in de veerremcilinder worden<br />
toegelaten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />
de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />
met 40-50 Nm (4-5 mkg).<br />
HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />
CILINDER OP HET VOERTUIG<br />
Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />
Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />
om de volgende handeling te vergemakkef iiken.<br />
Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />
aanwezige losbout zover mogeliik<br />
u it ( lin ksom d raaien ).<br />
Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />
Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />
los.<br />
Verwijder de kop-pen u it de gaffel en de<br />
remsteller.<br />
Verwiider de bevestigingsmoeren en veerringen<br />
en neem de veerremcilinder van de steun.<br />
Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />
behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.
DAF ;Jtsinstructies Veerremc íf inder 6-s 4-,6g<br />
DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />
E (fabrikaat Westinghouse)<br />
Opm.Voor de vermeldg drukken irì ,,bar" mag<br />
men ook lezen: kg/c ^2. .<br />
eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />
de veerremcilinder gedraaid is.<br />
Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />
drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />
Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />
(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />
deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />
een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />
Draai de contramoer weer oî de drukstang<br />
en schroef deze zover op dat de veer in de<br />
remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />
afb. 1 )<br />
Maak het slangetje aan de buitenzijde (omloopleiding)<br />
los.<br />
Maak nu de klemband van de remkamer los<br />
en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />
en membraan.<br />
Schroef de losbout weer geheel in.<br />
Verhit de met Loctite 59 geborgde sluitplug<br />
m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />
ca. 200oC kie af b. 2l<br />
Draai de slu itplug eru it.<br />
Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />
Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het drukf<br />
agertje, wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />
met de hand naar beneden over een rubber<br />
ringetje heen (zie afb. 3)<br />
Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />
haakje voorzichtig eruit trekken (zie af b. 4l<br />
De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />
Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />
beneden) en laat de cilinder<br />
ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />
springen ).<br />
Cilinder weer omdraaien en het complete<br />
lagertje eruit nemen.<br />
Verwijder de losbout.<br />
Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />
A. D. m.v. gen pgrs<br />
B. D. m.v. speciaal gereedschap<br />
Fig. 1<br />
Fis. 2<br />
Fiq. 3<br />
Fis.4
Fis.5<br />
Fig. o<br />
A. Demontage d.m.v. een pers<br />
B.<br />
Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />
dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />
ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />
vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />
u itstekende zu igerbu is met binnendraad<br />
aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />
Zet nu de cilinder precies klem in de<br />
pers en d raai de I boutjes met moerties<br />
aan de omtrek los.<br />
Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />
de veer ziin spanning volledlg kwiit<br />
is. Als de veer gebroken is, is het mogelijk<br />
dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />
erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />
dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />
Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />
sanpncirukken en dan weer ontspannen.<br />
Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />
uit elkaar halen.<br />
Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />
DAF nr. 5359t2 (zie afb. 5l<br />
MONTAGE<br />
Sch roef het demontagegereedschap van<br />
de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />
(zie afb. 6) en wel zover, dat de zuigerbuis<br />
een stukje (ca. 1cm) naar binnen<br />
gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />
hu ishelften afgenomen.<br />
Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />
omtrek van het huis los.<br />
Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />
de veer ziin spanning volledig kwijt<br />
is. (zie ook laatste punt: demontage<br />
m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />
ongehinderd uit elkaar halen.<br />
Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />
vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />
is n iet.<br />
Controleer de Gring op de sluitplug en de<br />
afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />
nodig.<br />
Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />
en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />
met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 009330)<br />
zijn ingesmeerd.<br />
De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />
Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />
m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, €o<br />
breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />
aan.
DA F :";:J"'ins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6 's 4-6g<br />
Losbout helemaal indraaien.<br />
Cilinder beluchten (l bar)<br />
Druklagertje flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />
Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />
de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />
en geliiktijdig over de losbout schuiven. met<br />
behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />
geen vet aan de bínnendraad van de zuigerbuis<br />
komen.<br />
Nieuwe opsluitring monteren n1.b.v, een pijp<br />
(18x1,5 mm).<br />
Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />
en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />
Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />
en vast zetten met 4G50 Nm (4-S mkg).<br />
Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handef<br />
ing letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />
wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />
van het druklagertje.<br />
Cilinder beluchten en nog een keer controleren<br />
of de opslu itríng goed op zijn plaats<br />
z it.<br />
De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />
dun insmeren met Loctite 59 (één druppel<br />
verdeeld over 1 winding is voldoende), en<br />
de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />
40-50 Nm (4-5 mks)<br />
Overtollige Loctite met een droge doek<br />
wegnemen.<br />
Monteer nu het remkamer gedeelte.
DA F :;::<br />
COMPRESSOR<br />
DF : DAF nr.238656<br />
DT(D) : DAF nr.249488<br />
De compressor in<br />
onderdelen getekend<br />
1. Bout<br />
2. Bout<br />
3. Veerring<br />
4. Deksel<br />
5. Pakking<br />
6. Persklepveer<br />
7 . Persklep<br />
8. Bout<br />
9. Veerring<br />
10. Cilinderkop<br />
11 . Pakking<br />
12. Bout<br />
13. Veerring<br />
14. Zuigerveer<br />
15. Zuiger<br />
16. Zuigerpen<br />
17. Borgveer<br />
18. Zuigklepveer<br />
19. Zuigklep<br />
20. Zuigklephouder<br />
21. Zuigklepzitting<br />
22. Cilinderblok<br />
23. Lagerbus<br />
24. Veerring<br />
25. Bout<br />
26. Pakking<br />
27. Onderdeksel<br />
28. Borgmoer<br />
29. Sluitring<br />
'30. Oliekeerring<br />
31. Lagerdeksel<br />
32. Lagerbus<br />
33. Drukring<br />
34. Veerring<br />
35. Bout<br />
36. Spie<br />
37. Krukas<br />
38. Drijf stang<br />
39. Borgpfaat<br />
40. Drijfstangbout<br />
41 . Drukring<br />
42. Sluitring<br />
43. Borgmoer<br />
44. Paspen<br />
aatsinstructies Compressor<br />
r STD---<br />
15 (2x) I 'O2O----,<br />
i ^ -t, '<br />
L+{.)4O:J<br />
î6(2x)1<br />
t7Qù2$<br />
óv<br />
-rl<br />
L\-<br />
ay<br />
1(5x)<br />
2(€x)<br />
3<br />
--<br />
38(2x)<br />
39(4x) STil r33<br />
/rrcaxl<br />
(Mv o,Jsto<br />
!oo5<br />
Mf<br />
h182x<br />
hî9(2x)<br />
Fflzx)<br />
N-37 32<br />
31<br />
^()-Bo-glrI<br />
4<br />
5<br />
6(2x)<br />
7 (2x)<br />
LB(3x)<br />
{ft_to<br />
f-tt<br />
'' qr-12<br />
V r13<br />
\\ó<br />
\; rsTD -1<br />
\<br />
-f 'o2o" ltatex)<br />
L-..O4O'!<br />
21(2x)<br />
22<br />
2e<br />
-27<br />
8a<br />
30
TECHNISCHE GEGEVENS<br />
Algemeen<br />
Boring<br />
Slag<br />
Aanzuigcapaciteit bij 1000 omw/min.<br />
Gfllnderblok<br />
Materiaal cilinderblok<br />
Materiaal foopvlak<br />
Cif inder binnendiameter, std.<br />
Krukas<br />
Diameter d rijfstang lagerhals<br />
Breedte d rijfstan g lagerhal s<br />
Af rond i ngstraal d rijfstang lagerhals<br />
Diameter hoofdlagerhals<br />
Afrond i ngstraal hoofdlagerhals<br />
Krukaslagerbussen ruimen op<br />
Afstand tussen de drukvlakken<br />
Axiafe spefing<br />
Dikte voorste drukring, std.<br />
idem , overmaat<br />
Dikte achterste drukring, std.<br />
idem , overmaat<br />
Drlffttangen<br />
Diameter d rijfstang lagerboring<br />
Diameter boring t.b.v. zuigerpen<br />
Afstand h.o.h. grote en kleine kop<br />
Zulgerr<br />
Diameter, standaardmaat<br />
Aantaf zuigerveren<br />
Groefbreedte<br />
Breedte zuigerveer<br />
Groefspel i ng zu i gerveer<br />
Slotopen ing zu igerveer<br />
Diameter zuigerpengat<br />
Diameter zuigerpen<br />
Aenheelkoppele<br />
Bouten en moeren ter bevestiging van:<br />
Cif inderkop<br />
Drijfstanglagerkap<br />
Krukaslagerdeksel<br />
Bodemdeksef<br />
Krukas aandrijftandwiel<br />
Brandstof pompkoppel i ng<br />
57,15 mm<br />
50,01 mm<br />
254 liter<br />
f ichtmetaal<br />
gietijzer<br />
57,17 -57,18 mm<br />
31 ,737-31,750 mm<br />
25,400-25,451 mm<br />
1,575 mm<br />
31,704-31 ,727 mm<br />
0,813 mm<br />
31,75 -31 ,78 mm<br />
1 1,71 -11,72 cm<br />
0,13 0,38 mm<br />
3,15 3,20 mm<br />
3,28 3,33 mm<br />
2,31 2,36 mm<br />
2,4 2,49 mm<br />
31,762-31 ,788 mm<br />
15,878-15,888 mm<br />
91 ,211-91 ,262 mm<br />
57,067-57,092 mm<br />
4<br />
2,426- 2,451 mm<br />
2,350-- 2,375 mm<br />
0,051- 0,102 mm<br />
0,051- A,254 mm<br />
15,873-15,878 mm<br />
15,870-15,875 mm<br />
2,07-2,35 mkg<br />
0,97 mkg<br />
max. 2,35 mkg<br />
0,83 mkg<br />
5,5 mkg<br />
5,5 mkg
DAF :;[ aatsinstructies Compressor C\<br />
(l-80-gl1Ù<br />
CONSTRUCTIE<br />
Het cilinderblok van de compressor is vervaardigd<br />
uit een lichtmetaal legering. De gietijzeren cilindervoeringen<br />
ziin in het blok ingegoten en kunnen<br />
niet worden vervangen.<br />
De krukas is in twee lagerbussen gelagerd. De<br />
lichtmetalen drijfstang heeft' geen aparte lagering<br />
voor krukas en zuigerpen, aangezien het driifstangmateriaal<br />
zelt hiervoor de vereiste eigenschappen<br />
bezit.<br />
REPARATIES<br />
Bij het uit elkaar nemen van de compressor dienen<br />
de drijfstangbouten te worden losgedraaid nog<br />
voor het demonteren van de krukas lagerdeksel(s).<br />
Bij het in elkaar zetten moet deze volgorde worden<br />
omgekeerd.<br />
Licht ingevreten persklepzittingen kunnen worden<br />
opgezuiverd. Overmatig beschadigde klepzittingen<br />
kunnen niet worden vervangen door losse zittingen<br />
, zodat vervanging van de complete cilinderkop<br />
dan noodzakelijk is.<br />
Zuigers en zuigerveren ziin ook leverbaar in de<br />
overmaten 0,020" en 0,040".<br />
Ondermaat krukaslagerbussen en -d riifstangen<br />
zijn niet leverbaar, zodat in voorkomende gevallen<br />
een nieuwe krukas moet worden gemonteerd.<br />
Let er bii het monteren van nieuwe lagerbussen<br />
op, dat de olieboring en -groeven recht boven komen<br />
te zitten. Vervolgens moeten de bussen op de<br />
voorgeschreven maat worden geruimd.<br />
Let bij het monteren van de klephouders op hun positie<br />
ten opzichte van de cilinder.<br />
De drukvlakken van de krukas dienen zonodig te<br />
worden opgezuiverd. Teneinde daarna de voorgeschreven<br />
axiale spefing te kunnen instellen, ziin<br />
overmaat drukringen leverbaar.<br />
Overmatige speling in de drijfstanglagering op de<br />
krukas en in de zuigerpenlagering wijst praktisch<br />
altijd op slijtage van het drijfstangmateriaal, zodat<br />
dan tot vernieuwing van de drijfstang zal moeten<br />
worden overgegaan.<br />
De klephouders dienen zodanig te worden gemonteerd,<br />
dat het open gedeelte zich recht tegenover<br />
de cilindervoering bevindt.<br />
Bij de montage van de lagerdeksel(s) op het cilinderblok<br />
moet spaarzaam gebruik worden gemaakt<br />
van vloeibare pakking.<br />
De oliekeerring moet zo ver in de lagerdeksel worden<br />
geperst, totdat hij gelijk ligt met de achterzijde<br />
van de deksel.<br />
Gebruik bij revisie steeds nieuwe kleppen, klepveren,<br />
pakkingen en oliekeerringen.<br />
ONDERHOUD<br />
Ten behoeve van de smering is de compressor<br />
door middel van een drukleiding aangesloten op<br />
het smeeroliecircuit van de motor. De olie stroomt<br />
vervolgens in de compressor terug naar de distributiekast<br />
van de motor. De compressor bezit derhalve<br />
geen mogelijkheid voor het controleren van<br />
het oliepeil en het verversen van de olie.<br />
Het natrekken van de cilinderkopbouten dient bij<br />
de eerste servicebeurt te worden uitgevoerd. Na<br />
elke 25.000 km dienen deze en alle andere bouten<br />
en moeren te worden gecontroleerd<br />
Na elke 100.000 km moeten de cilinderkop en de<br />
persluchtleiding worden gereinigd.
DA F :;'Jr'atsinstructies<br />
COMPRESSOR<br />
DAF-nr.513179<br />
1. Cilinderkop<br />
Z Cil i nderk opmoer<br />
3. Veerr ing<br />
4. Slu itring<br />
5. Plug<br />
6. Pak k ingring<br />
7. Tapeind<br />
B. Plug<br />
9. O- ring<br />
10. Klepgeleider<br />
1 1. Klepveer<br />
12. Persk lep<br />
13. Klepzitting<br />
1 4. K lepz itt i ng<br />
15. Inlaatklep<br />
1 6. K lepveer<br />
17. Steunring<br />
1 B. Veergeleider<br />
1 9. Com pressieveer<br />
20. Borgveer<br />
21 . Zu igerpen<br />
22. Zuiger<br />
23. Of iesch raapveer<br />
24. Koppak k ing<br />
25. Cil i nder<br />
26. O-ring<br />
27. Pakking<br />
28. Bodemdek sel<br />
29. Veerring<br />
30. Bout<br />
31. Krukkast<br />
32. Lagerbu s, voor<br />
33. Zuigerpen bu s<br />
34. Drijf stang<br />
35. Borgplaat<br />
36. Bout<br />
37. Lagerschaal<br />
38. Sp ie<br />
39. Dru k r ing *<br />
40. Sluitring<br />
41. Zelf borgende moer<br />
42. Krukas<br />
43. Lagerbus, achter<br />
44. Ach terdek sel<br />
45. Pak k ing<br />
46. Oliekeerring<br />
47 . Veerring<br />
48. Bout<br />
t Vervalt bij latere uitvoering.<br />
31<br />
35<br />
36<br />
37<br />
38<br />
39<br />
10<br />
11<br />
19 (8x)<br />
20(1')<br />
21<br />
22<br />
23Qrl<br />
31<br />
32p'0<br />
11<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
29<br />
30<br />
Compressor<br />
39<br />
13<br />
u lr5<br />
21<br />
25<br />
26<br />
6-80- 2G
ALGEMEEN<br />
De Clayton-Dewandre luchtcompressor, DAFnr.<br />
513179 onderscheidt zich hoofdralqeliik<br />
door zijn constructie van de andere door DAF<br />
toegepaste compnessoren.<br />
Het hoofdbestanddeel van de compressor<br />
wordt gevormd door een krukkast met een<br />
flens. Twee afzonderlijke cilinders, welke<br />
aan de onderzijde buitenvverks enigszins taps<br />
ziin. worden in deze flens aangebracht. Boven<br />
op de cilinders wordt de cilinderkop geplaatst.<br />
In de krukkastflens zijn zes lange tapeinden<br />
geschroefd, welke tot in de cilinderkop steken.<br />
Door op deze tapeinden dopmoeren vast<br />
te zetten, welke gpdeeltelijk verzonken in de<br />
cilinderkop komen te liggen, worden de cilinderc<br />
derhalve tussen krukkast en cilinderkop<br />
ingeklemd. Bij de voorgaande uitvoering werden<br />
gewone moeren en langere tapeinden<br />
toegepast, welke tot boven de cilinderkop uitstaken.<br />
De krukas is in drie lagerbussen gelagerd: twee<br />
aan de voorzijde en één aan de achtezijde. De<br />
zuigers zijn elk voozien van een olieschraapveer<br />
en vier compressieveren, welke paarsgewijze<br />
in twee zuigerveergroeven ziin geplaatst.<br />
De kleppen bevinden zich in de cilinderkop.<br />
De klepzittingen zijn in de cilinderkop geperst.<br />
Inlaatklep en -\reer worden daarbij door een<br />
klephouder, welke ín de cilinderkop is geperst,<br />
op hun plaats gehouden. Bij de persklep worden<br />
klep, -geleider en -veer door middel van<br />
een plug op hun plaats gehouden.<br />
De compressor is aangesloten op het smeeroliecircuit<br />
van de motor. De krukaslagers worden<br />
onder druk gesmeerd. Cilinderwanden en<br />
zuigprpennen worden gesmeerd door de opspattende<br />
olie.<br />
Overmaat cilinders en zuigers zijn niet leverbaar,zodat<br />
bij overmatigp sliitage moet worden<br />
overgegaan tot vernieuwing.<br />
ONDERHOUD<br />
Op de in de Onderhoudsboeken voorgeschreven<br />
tiiden dient de compressor te worden gecontroleerd.<br />
Behoudens de gebruikelijke inspecties<br />
op eventuele lekkages moeten de cilinderkopmoeren<br />
worden nagetrokken en moeten<br />
de perskleppen worden gecontroleerd. Van dit<br />
laatste zal afhangen of een meer ingrijpende<br />
servicebeurt nodig is.<br />
2<br />
Wanneer de compressor niet de vereiste hoeveelheid<br />
lucht levert, kan dit te wiiten ziin aan<br />
de kleppen of aan cilindersliitage. Voor het<br />
vaststellen van de oorzaak dient als volgt te<br />
worden gehandeld ;<br />
Koppel de persleiding van de compressor al.<br />
Laat de compressor enige tijd draaien tot de<br />
bedrijfstemperatuu r is berei kt.<br />
Houd gedurende ca. 10 seconden een stuk<br />
wit karton op ongeveer 5 cm vóór de persopening;<br />
een grote olievlek op het karton<br />
duidt op een overmatige cílindersliitage.<br />
Normaal is een vettige aanslag op het karton.<br />
Koppel de persleiding weer aan en laat de<br />
compressor draaien tot de bedriifsdruk is bereikt.<br />
Laat de motor stationair draaien.<br />
- Ontkoppel de lucht-aanzuigleiding en houd<br />
v-fi<br />
de hand vlak vóór de inlaat-opening: een<br />
lekke ínlaatklep verraadt zich doordat tijdens<br />
de persslag een luchtstroom op de hand<br />
wordt gevoeld.
DA F :;fr'atsinstructies<br />
TECHNISCHE GEGEVENS<br />
Algemeen<br />
Fabrikaat<br />
Model<br />
Type<br />
DAF-nummer<br />
Boring<br />
Slag<br />
Slagvolume<br />
Capaciteit<br />
Bedrijfstoerental<br />
Bedrijfsdru k<br />
Cilinder<br />
Max. toelaatbare oval iteit<br />
Max. toelaatbare tapsheid<br />
Zuigers en drijfstangen<br />
ZuiEerpenspel ing i n d rijfstangbus<br />
Comp ressieveren sl otopen i ng<br />
Of ieschraapveer sl otopen i ng<br />
Kru kas<br />
Max. toelaatbare oval iteit<br />
Lagerbussen na inpersen lijn-boren op<br />
Axiale speling, zonder drukringen<br />
f dem, met drukringen<br />
Aanhaalkoppels<br />
Cilinderkopmoeren<br />
In laatk lephouder<br />
Persklepz itting<br />
Persklepplug<br />
Drijfsta n gl age rka pbou te n<br />
Bodemde kselbouten<br />
11<br />
15<br />
16<br />
18<br />
17<br />
38<br />
10<br />
11<br />
32<br />
12<br />
I<br />
11<br />
10<br />
13<br />
12<br />
1<br />
21<br />
23<br />
22<br />
33<br />
31<br />
31<br />
37<br />
Compressor<br />
Clayton-Dewandre<br />
PCGA-900<br />
2-cil i nder, I uchtgekoeld<br />
513179<br />
57,1 5 mm<br />
50,80 mm<br />
260 cc<br />
255 liter/min.<br />
1300 omw/min.<br />
Sbar(8kg/.m2)<br />
0,05î mm<br />
0,127 mm<br />
max. 0,038 mm<br />
0,076 - 0,391 mm<br />
o,2il - 0,559 mm<br />
0,038 mm<br />
0,025 mm lagerspeling<br />
0 - 0,330 mm<br />
0,025 - 0,330 mm<br />
22 Nm (2,2 mkg)<br />
41-47 Nm (4,2-4,8 mkg)<br />
7-11 Nm (0,7-1 ,1 mkg)<br />
88 Nm (9 mkg)<br />
14-16 Nm (1 ,4-1 ,6 mkg)<br />
14 Nm (1 ,4 mkg)<br />
6-80- 2G<br />
2<br />
5<br />
5<br />
3<br />
t,<br />
7<br />
21<br />
19<br />
20<br />
25<br />
26<br />
15<br />
11<br />
17<br />
18<br />
16<br />
13<br />
35<br />
36<br />
27<br />
29<br />
30<br />
28
REPARATI E-AANWIJZIGI NGEN<br />
Cilinderkop rwisie<br />
De constructie met de gedeelteliik in de cilinderkop<br />
wrzonken dopmoercn maakt het mogelijk<br />
de kop te verwiideren zonder daarvoor<br />
Ce compressor van de motor af te moeten nemen.<br />
Bij de voorgnande uitvoering van de compnessor<br />
is dit niet mogeliik.<br />
- Verwiider alle aansluitingen van de compressor.<br />
- Maak merktekens op de cilinderkop en op<br />
de cilinders, zodat bii de montag alles rreer<br />
op dezelfde plaats komt.<br />
- Verwijder de cilinderkopmoeren.<br />
- Tik met een zachte hamer voorzichtig tegn<br />
de kop: houd daarbij de cilinders stevig<br />
vast, zodat deze niet loskomen, waardoor<br />
hun afdichtringen zouden kunnen worden<br />
bechadigd.<br />
- Neem de cilinderkop af.<br />
- Schroef twee 114" boutjes in de inlaatklephouder.<br />
Klem deze bouties in de bankschroef<br />
en demonteer de houder door voorzichtig<br />
tegBn de cilinderkop te tikken.<br />
- Verwijder de klepzittingen, biivoorbeeld met<br />
behulp van een binnentrekker. Desgewenst<br />
mag hierbij de cilinderkop worden verhit tot<br />
max. 15(PC.<br />
- Reinig de cilinderkop grondig.<br />
Inlaatklep<br />
- Let bij het inpersen van de inlaatklepzitting<br />
er op, dat deze met zijn vlakke ziide tegen<br />
de cilinderkop komt te laggen.<br />
- Monteer klep, klepveer en steunring.<br />
- Pers de inlaatklephouder zo ver mogelijk in<br />
de cilinderkop.<br />
- Borg de klephouder, door met een centerpons<br />
drie puties in de rand van de cilinderkop<br />
te slaan.<br />
Persklep<br />
- Pers de penklepzitting zodanig in de cilinderkop,<br />
dat zijn vlakke ziide tegen de kop<br />
komt te liggen.<br />
- Monteer de klepgeleider: deze moet in de cilinderkop<br />
ingeklemd zitten. Leg de klep op<br />
de klepzitting en plaats de klepveer op de<br />
klep.<br />
- Plaats de afdichtring op de plug en zet deze<br />
met het voorgeschreven aanhaalkoppel vast.<br />
4<br />
Opmerking<br />
Bij de voorgaande uitvoering werd een andere<br />
constructie toegepast, waarbii de klepgeleider<br />
ontbreekt.<br />
Cilinderkop<br />
Leg de koppakkingen op de cif inders.<br />
- Plaats de cilinderkop op de cilinders; fet<br />
daarbij op de vooraf aangebrachte merktekens.<br />
- Zet de cilinderkopmoeren vast met het<br />
voorgesch reven aanhaal koPPel.<br />
Cil inder- en zu igerrevisie<br />
Afhankelijk van de plaatsing van de compressor<br />
op de motor en in het voertuig kunnen cilinders,<br />
zuigers en driifstangen worden vervangen<br />
zonder de kru kkast van de motor af te moetén<br />
nemgn.<br />
Demontage.<br />
Opmerking indien verwacht wordt, dat niet<br />
alle delen zullen worden ver-<br />
nieuwd, moeten vóór de demontage<br />
de volgPnde merktekens<br />
worden aangebracht; cil inderkop<br />
ten opzichte van de cilinders;<br />
cilínders ten opzichte van de<br />
kru kkast ;<br />
zuigers ten opzichte van de krukkast;<br />
zuigers ten opzichte van de driifstangen;<br />
drijfstangen ten opzichte van de<br />
kru kkast.<br />
- Verwijder het bodemdeksel.<br />
- Verwijder de cilinderkoP, zie hierboven.<br />
- Tik de cilinders los van hun afdichtringen in<br />
de kru kkast.<br />
- Neem de cilinders uit de krukkast; fet er oP,<br />
hierbij de zuigers niet te beschadigen.<br />
- Verwijder de drijfstang lagerkappen en neem<br />
de drijfstange.n met de zuigers van boven uit<br />
de kru kkast.<br />
Reiniging en controle.<br />
- Maak vooral de zitting van de cilinders op de<br />
flens van de krukkast goed schoon.<br />
- Meet de cilinders op. Bii overschrijding van de<br />
maximaal toelaatbare ovaliteit en/of tapsheid<br />
moet tot vernieuwing worden overgegaan. Cilinders<br />
welke "gevreten" hebben moeten even-<br />
/
DAF :;H'atsinstructies<br />
- Meet de speling van de zuigerpen in zijn la-<br />
zo worden vernieuwd.<br />
gerbus. Bii overschrijding van de maximaal<br />
toelaatbare spel i ng de drijfstang vernieuvìren.<br />
Montage<br />
Opmerking<br />
Denk aan de eventueel aangebrachte merktekens<br />
op de diverse onderdelen.<br />
Bevestig de zuigers op de drijfstangen.<br />
- Controleer de slotopeningen van de zuigervergn.<br />
Monteer de zu igerveren op de zu igers.<br />
a. De vier compressieveren moeten paarsgewijs<br />
in de twee veergroeven worden gelegd;<br />
de uitsparing in de veren moeten<br />
zich aan de bovenzijde bevinden. Op deze<br />
zijde is bovendien de aanduiding "TOP"<br />
aangebracht.<br />
b. De slotopeningen mogen niet in één liin<br />
boven elkaar ziin geplaatst. Vermijd ook,<br />
dat een slotopening recht onder de zuigerpen<br />
ligt.<br />
- Verwijder één der in het midden van de lange<br />
zijde aangebrachte ci linderkoptapeinden.<br />
Bíj werkzaamheden op de motor; het tapeind<br />
aan de voorzijde. Dit vergemakkelijkt<br />
de verdere montage handelingen.<br />
Breng de zuigers en de drijfstangen in de cilinders.<br />
- Plaats de cilinders met zuigers en drijfstangen<br />
in de krukkast: gebruik nieuwe afdichtringen.<br />
Bevestig de drijfstangen op de krukas , gebruik<br />
hierbij bij voorkeur nieuwe drijfstanglagerscha<br />
len.<br />
Monteer bodemdeksel, tapeínd en cilinderkop.<br />
Algehele revisie<br />
Een algehele revisie behelst behalve de revisie<br />
van de cilinderkop, zuigers en drijfstangen ook<br />
de revisie van de krukas en zijn lagering.<br />
Demontage.<br />
- Verwijder het achterdeksel.<br />
Demonteer de cilinderkop, cilinders, zuigers<br />
en drijfstangen (zie hierboven).<br />
Merk de positie van de krukas en het achterdeksel<br />
ten opzichte van de krukkast.<br />
- Tik de krukas vanaf de voorziide uit de<br />
- Verwiider de oliekeerring en zo nodig ook<br />
Compressor<br />
6-80- 2G<br />
kru kkast.<br />
de lagerbussen.<br />
Controle<br />
- Controleer de krukas lagertappen. Indien de-<br />
ze beschadigd ziin en/of de ovaliteit de<br />
maximaal toelaatbare waarde overschriidt,<br />
moet worden overgegaan tot vernieuwing.<br />
Montage<br />
- Nieuwe lagerbussen moeten na het inpersen<br />
- Monteer de oliekeerring met de lip naar de<br />
- Monteer de krukas met de drukringen. De<br />
- Controleer de axiale speling van de krukas.<br />
in-lijn worden geboord op een waarde,<br />
waarbii de lagerspeling 0,025 mm bedraagt.<br />
binnenzijde van de krukkast gericht.<br />
smeergroeven van de drukringen moeten<br />
zich aan de ziide van de krukwangen bevinden.<br />
Bij de latere uitvoering van de compressor<br />
worden geen drukringen meer toegepast,<br />
krukkast en achterdeksel ziin aangepast en<br />
alleen tesamen uitwisselbaar.<br />
- Compressor verder afmonteren (Zie hierboven<br />
).
F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6-80-96<br />
WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES COMP R ESSO R<br />
COMPRESSOR<br />
DAF nr. 635401<br />
De compressor DAF-nr. 635401 is een verbeterde<br />
uitvoering van de -in subgroep 6-80-<br />
26 van deze Werkplaatsinstructies behandelde<br />
-compressor DAF-n r. 51 3179 .<br />
De compressor 635401 is door zijn verticale<br />
koelribben op de cilinderkop direct te onderscheiden<br />
van zijn voorganger, welke horizonta<br />
le koel ribben heeft.<br />
1 . Plug<br />
2. O-ríng<br />
3. K lepgeleider<br />
4. Klepveer<br />
5. Persk lep<br />
6. K lepzitting<br />
I . Cilinderkopmoer<br />
B. Veerring<br />
9. Plug<br />
10. Pakkingring<br />
11. Cilínderkop<br />
1 2. Tapeind<br />
1 3. K lepzitting<br />
14.lnlaatklep<br />
1 5. K lepveer<br />
1 6. Steu nring<br />
17. Veergeleider<br />
18. Compressieveer<br />
1 9. Borgveer<br />
20. Zuigerpen<br />
21 . Zuiger<br />
22. Oliesch raeìpveer<br />
23. Koppak king<br />
24. Cilinder<br />
25. O-ring<br />
26. Kru k kast<br />
27 . Lagerbus, voor<br />
28. Pak k ing<br />
29. Bodemdeksel<br />
30. Oliekeerring<br />
31. Sluitring<br />
32. Zelfborgende moer<br />
33. Veerring<br />
34. Bout<br />
35. Lagerbus, achter<br />
36. Achterdeksel<br />
37 . Pak k ing<br />
38. Kru kas<br />
39. Spie<br />
40. Bout<br />
41. Veerring<br />
42. Driifstang<br />
43. Borgplaat<br />
44. Bout<br />
45. Lagerschaal<br />
42<br />
43- -<br />
44-<br />
45<br />
27(2x)<br />
31--l<br />
.rl \<br />
N<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
1-<br />
41--4<br />
40-<br />
g<br />
!t<br />
Z--
TECHNISCHE GEGEVENS<br />
Algemeen<br />
Fabrikaat<br />
Model<br />
Type<br />
DAF-nummer<br />
Boring<br />
Slag<br />
Slagvolume<br />
Capiciteit<br />
Bed rijfstoerenta I<br />
Bedrijfsdru k<br />
Cilinder<br />
Max. toelaatbare oval iteit<br />
Max. toelaatbare tapsheid<br />
Zuigers en drijfstangen<br />
Zuigerpenspeling<br />
Compressieveren sl otopen i ng<br />
Ol iesch raapveer sl otopen i ng<br />
14<br />
15<br />
16<br />
18<br />
17<br />
39<br />
31<br />
32<br />
27<br />
38<br />
--1<br />
2<br />
4 3<br />
-65<br />
11<br />
22<br />
21<br />
26<br />
42<br />
Clayton- Dewandre<br />
PCGA-g18<br />
2-cil i nder, I uchtgekoeld<br />
635401<br />
57,1 5 mm<br />
50,80 mm<br />
260 cc<br />
255 liter/min.<br />
1300 omw/min.<br />
8 bar (8 kg/c m2l<br />
0,051 mm<br />
0,127 mm<br />
max. 0,038 mm<br />
0,076 - 0,391 mm<br />
0,254 - 0,559 mm<br />
12<br />
v<br />
I I<br />
10<br />
23<br />
18<br />
19<br />
--=-_24<br />
25<br />
37<br />
L36<br />
-30<br />
3s<br />
-43<br />
44,<br />
28<br />
41<br />
40 m
F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6-g0-36<br />
WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES COMP R ESSO R<br />
Krukas<br />
Max. toelaatbare oval iteit<br />
Lagerbussen na inpersen lijn-boren op<br />
Axiale speling<br />
Aanhaalkoppels<br />
Ci I inderkop moeren<br />
In laatklepveerhouder<br />
Persk lepzitting<br />
Persklepplug<br />
D rij fsta n g lagerka pbou ten<br />
Bodemdekselbouten<br />
ALGEIVIEEN<br />
De Clayton- Dewandre luchtcompressor, DAF<br />
nr. 635401 onderscheidt zich hoofdzakerijk<br />
door zijn constructie van de andere door DAF<br />
toegepaste com pressoren .<br />
Het hoofdbestanddeel van de compressor<br />
wordt gevormd door een krukkast met een<br />
ff ens. Twee afzonderlijke cilinders, welke aan<br />
de ond erzijde buitenwerks enigszins taps zijn,<br />
worden in deze flens aangebracht. Boven op<br />
de cilinders wordt de cilinderkop geplaatst.<br />
f n de krukkastflens zijn zes lange tapeinden<br />
geschroefd, welke tot in de cilinderkop steken.<br />
Door op deze tapeinden moeren vast te<br />
zetten, worden de cilinders derhalve tussen<br />
krukkast en cif inderkop lngeklemd.<br />
De krukas is in drie lagerbussen gelagerd:<br />
twee aan de voorzijde en één aan de achterzijde.<br />
De zuigers zijn elk voorzien van een<br />
olieschraapveer en vier compressieveren, wef -<br />
ke paarsgewijze in twee zuigerveergroeven<br />
zijn gepfaatst. De kleppen bevinden zich in de<br />
cilinderkop. De klepzittingen zijn in de cilinderkop<br />
geperst. Inlaatklep en - veer worden<br />
daarbij door een klephouder, w€lke in de cilinderkop<br />
is geperst, op hun plaats gehouden.<br />
Bij de persklep worden klep,-geleider en -veer<br />
door middel van een plug op hun plaats gehouden.<br />
De compressor is aangesloten op het smeeroliecircuit<br />
van de motor. De krukaslagers<br />
0,038 mm<br />
0,025 mm lagerspeling<br />
0 - 0,330 mm<br />
22Nm (2,2 mkg)<br />
41 - 47 Nm (4,2 -<br />
7 - 11 Nm (0,7 -<br />
88 Nm (9 mkg)<br />
14- 16Nm (1 ,4-<br />
14 Nm (1 ,4 mkg)<br />
worden onder druk gesrneerd. Cilinderwanden<br />
en zuigerpennen worden gesmeerd door<br />
de opspattende olie.<br />
overmaat cilinders en zu igers zijn n iet leverbaar,<br />
zodat bij overmatige slijtage moet worden<br />
overgegaan tot vernieuwing.<br />
ONDERHOUD<br />
4,8 mkg)<br />
1 ,1 mkg)<br />
1 ,6 mkg)<br />
Op de in de Onderhoudsboeken voorgeschre-<br />
vLrn tijden dient de compressor te worden gecontroleerd.<br />
Behoudens de gebruikelijke in-
specties op eventuele lekkages moeten de ci_<br />
linderkopmoeren worden nagetrokken en<br />
moeten de perskleppen worden gecontroleerd.<br />
Van dit laatste zal afhangen of een meer ingríj_<br />
pende servicebeurt nodig is.<br />
Wanneer de compressor niet de vereiste hoeveelheid<br />
lucht levert, kan dit te wijten zijn_<br />
aan de kleppen of aan cilinderslijtage. Voor<br />
het vaststellen van de oorzaak dient als vofgt<br />
te worden gehandeld;<br />
Koppel de persleiding van de compressor af.<br />
Laat de compressor enige tijd draaien tot<br />
de bedrijfstemperatuu r is berei kt.<br />
Houd gedurende ca. 10 seconden een stuk<br />
wit karton op ongeveer 5 cm vóór de persopening;<br />
een. grote olievlek op het karton<br />
duidt op overmatige cílindersl ijtage.<br />
Normaaf is een vettige aanslag op het karton.<br />
Koppel de persleiding weer aan en laat de<br />
compressor draaien tot de bedrijfsdruk is<br />
bereikt.<br />
Laat de motor stationair draaien.<br />
- Ontkoppel de lucht-aanzuigleiding en houd<br />
de hand vlak vóór de inlaat-opening; een<br />
lekke inlaatklep verraadt zich doordat tijdens<br />
de persslag een luchtstroom op de hand<br />
wordt gevoeld.<br />
R EPARATI E_AANW IJZI NG E N<br />
Cilinderkop revisie<br />
De constructie van de cilinderkop bevestiging<br />
maakt het mogelijk de kop te verwijderen<br />
zonder daarvoor de compressor van de<br />
motor af te moeten nemen.<br />
Verwijder alle aansluitingen van de compressor.<br />
Maak merktekens op de cilinderkop en op<br />
de cilinders, zodat bij de montage alles<br />
weer op dezelfde plaats komt.<br />
- Tik met een zachte hamer voorzichtig<br />
- schroef twee 1/4" boutjes in de ínlaatklep-<br />
Verwijder de ci I inderkopmoeren.<br />
tegen de kop : houd daarbij de cilinders<br />
stevig vast, zodat deze niet loskomen,<br />
waardoor hun afdichtringen zouden kunnen<br />
worden beschadigd.<br />
Neem de cilinderkop af.<br />
houder. Kf em deze boutjes in de bankschroef<br />
en demonteer de houder door<br />
voorzichtig tegen de eilinderkop te tikken.<br />
Verwijder de klepzittingen, bijvoorbeeld<br />
met behulp van een binnentrekker. Desgewenst<br />
mag hierbij de cilinderkop worden<br />
verhit tot max. 150o C.<br />
Reinig de cilinderkop grondig.<br />
Inlaatklep<br />
- Monteer kl€p, klepveer en steunring.<br />
- Pers de veergeleider zo ver mogelijk in de<br />
- Borg de veergeleider door met een center-<br />
Let bij het inpersen van de inlaatklepzitting<br />
er op, dat deze met zijn vlakke zijde<br />
tegen de cilinderkop komt te liggen.<br />
cilinderkop.<br />
pons drie putjes in de rand van de cirinderkop<br />
te slaarì.<br />
Persklep<br />
# Pers de persklepzitting zodanig in de cilinderkop,<br />
dat zijn vlakke zijde tegen de kop<br />
komt te liggen.<br />
- Monteer de kfepgeleider: deze moet in de<br />
cilinderkop ingeklemd zitten. Leg de klep<br />
op de kfepzitting en plaats de klepveer op<br />
de kfep.<br />
-Plaats de afdichtring op de pf ug en zet<br />
deze met het voorgeschreven aanhaarkoppel<br />
vast.<br />
Cilinderkop<br />
- Plaats de cilinderkop op de cirinders; let<br />
Leg de koppakking op de cilinders.<br />
daarbij op de vooraf aangebrachte merktekens.<br />
- zet de cilinderkopmoeren vast met het<br />
voorgesctr reven aanhaa I koppel.<br />
Cilinder- en zuigerrevisie<br />
Afhankelijk van de plaatsing van de cornpressor<br />
op de motor en het voertu ig ku nnen<br />
cilinders, zuigers en drijfstangen worden<br />
vervangen zonder de krukkast van de motor<br />
af te moeten nemen.
F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6,g0-96<br />
WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES<br />
Demontage<br />
Opmerking : indien verwacht wordt, dat niet<br />
alle delen zullen worden vernieuwd,<br />
moeten vóór de demontage<br />
de volgende merktekens<br />
worden aangebracht; cilinderkop<br />
ten opzichte van de cilinders;<br />
cif inders ten opzichte van<br />
de kru kkast;<br />
zuigers ten opzichte van de<br />
kru kkast;<br />
zuigers ten opzichte van de<br />
drijfstangen;<br />
drijfstangen ten opzichte van de<br />
krukkast.<br />
Verwijder de bodemdeksel.<br />
Verwijder de cilinderkop , zie h ierboven.<br />
.- Tik de cilinders los uit hun afdichtringen<br />
- Verwijder de drijfstang lagerkappen en<br />
in de k ru kkast.<br />
Neem de cilinders uit de krukkast; let er<br />
op, hierbij de zuigers niet te beschadigen.<br />
neem de drijfstangen met de zuigers van<br />
boven uit de krukkast.<br />
Reiniging en controle<br />
- Meet de speling van de zuigerpen. Bij over-<br />
Maak vooral de zitting van de cilinders op<br />
de flens van de krukkast goed schoon.<br />
Meet de cilinders op. Bij overschrijding<br />
van cle maximaal toelaatbare ovaliteit enl<br />
of tapsheid moet tot vernieuwing worden<br />
overgegaan. Cilinders welke " gevreten "<br />
hebben moeten evenzo worden vernieuwd.<br />
schrijding van de maximaal toelaatbare<br />
spel ing de d rijfstang vern íeuwen.<br />
Montage<br />
Opmerkíng:<br />
Denk aan eventueel aangebrachte merktekens<br />
op de diverse onderdelen.<br />
Bevestig de zuigers op de drijfstangen.<br />
Controleer de slotopeningen van de<br />
zuigerveren.<br />
Monteer de zuigerveren op de zuigers.<br />
COMP R ESSO R<br />
a. De vier compressieveren moeten paarsgewijs<br />
in de twee veergroeven worden<br />
gelegd; de uitsparing ín de veren moet<br />
zich aan de bovenzijde bevinden.<br />
Op deze zijde is bovendien de aanduiding<br />
" TOP " aangebracht.<br />
b. De slotopeningen mogen niet in één lijn<br />
boven elkaar zijn geplaatst. Vermijd ook,<br />
dat een slotopening recht onder de zuigerpen<br />
ligt.<br />
- Verwijder één der in het midden van de<br />
f ange zijde aangebrachte cilinderkoptapeinden.<br />
Bij werkzaamheden op de motor,<br />
het'-tapeind aan de voorzijde. Dit vergemakkelijkt<br />
de verdere montage handelingen.<br />
- Breng de zuígers en de drijfstangen in de<br />
cilinders<br />
- Plàats de cilinders met de zuigers en drijfstangen<br />
in de krukkast: gebruik nieuwe<br />
afd ichtringen.<br />
Bevestig de drijfstangen op de krukns, gebruik<br />
hierbij bij voorkeur nieuwe driifstang-lagerscha<br />
len.<br />
- Monteer bodemdeksel, tapeinden en cilinderkop.<br />
Algehele revisie<br />
Een algehele revisie behelst behalve de revisie<br />
van de cilinderkop, zuigers en drijfstangen<br />
ook de revisie van de krukas en zijn lagering.<br />
Demontage<br />
Demonteer de cilinderkop, cilinders, zuigers<br />
en drijfstangen (zie hierboven).<br />
- Merk de positie van de krukas en het<br />
achterdeksel ten opzichte van de krukkast.<br />
- Verwijder het achterdeksel.<br />
- Tik de krukas vanaf de voorzijde uit de<br />
kru kkast.<br />
- Verwijder de oliekeerring en zo nodig ook<br />
de lagerbussen.
Controle<br />
- Controleer de krukas lagertappen. Indien<br />
deze beschadigd zijn en/of de ovaliteit de<br />
maximale toelaatbare waarde oversch rijdt,<br />
moet worden overgegaan tot vernieuwing.<br />
Montage<br />
Nieuwe lagerbussen moeten na het inpersen<br />
in lijn worden geboord op een waarde,<br />
waarbij de lagerspeling 0,025mm bedraagt.<br />
- Monteer de oliekeerring met de lip naar de<br />
binnenzijde van de krukkast gericht.<br />
- Monteer de krukas.<br />
- Controleer de axiale speling van de krukas.<br />
- Compressor verder afmonteren (Zie hierboven<br />
).