03.05.2013 Views

fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek

fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek

fotomap paginas/PDF bestanden/Daf F 1600 ... - Oudedaftechniek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DAF :Tilatsinstructies Drukregeraar 6'3 4'1 6 /1<br />

DRUKREGELAAR<br />

AFSTE LLING<br />

I nscha ke ldru k :<br />

Uitschakeldru k :<br />

Indien nodig afstellen<br />

DOE L<br />

6,6 bar (Ug/cm?l<br />

7 ,3 bar (kg/. mzl<br />

met stelbout 12.<br />

Het regelen van de bedrijfsdruk en filtreren van<br />

de lucht, waardoor vervuilen van componenten<br />

en leidingen wordt voorkomen.<br />

t,\IERKING<br />

Vanaf de compressor wordt de lucht via de aansluiting<br />

1 door het f ilter 2 in de ruimte a geperst.<br />

Vervolgens wordt de terugslagklep 3 geopend<br />

en via de aansf uiting 4 stroomt de samengeperste<br />

lucht naar de luchtketels.<br />

Tegelijkertijd wordt in de ruimte b onder de<br />

membraanzuiger 5 een druk opgebouwd.<br />

Bij het bereiken van de afschakeldruk wordt de<br />

membraanzuiger 5 tegen de spanning van de<br />

veer 6 naar boven bewogen.<br />

De uítlaat 7 voor de ruímte c wordt gesloten<br />

en de inlaat 8 wordt geopend.<br />

Samengeperste lucht uit de ruimte b kan nu in<br />

de ruimte c boven de zuiger 9 stromen. De zuiger<br />

9 wordt naar beneden bewogen en de afblaasklep<br />

10 wordt geopend.<br />

De compressor werkt nu onbelast totdat, door<br />

luchtverbruik uit de voorraadketels, in de ruimte<br />

b de druk onder de inschakeldruk van de drukregelaar<br />

is gedaald. De membraanzuiger 5 wordt<br />

door de veer 6 naar beneden gedrukt. De inlaat<br />

8 wordt gesloten, de uitlaat 7 wordt geopend.<br />

De ruimte c wordt nu via de ontluchtingsboring<br />

e ontlucht.<br />

De luchtdruk boven de zuiger 9 valt weg, zodat<br />

de afblaaskf ep 10 sluit en vulling van de voorraad<br />

ketels weer begint.<br />

ONDERHOUD<br />

Zie onderhoudsschema.<br />

8<br />

Verwijder het filter 2 nadat de onderzijde 11<br />

van de drukregelaar is verwijderd. Reinig het<br />

filter 2 met benzine en blaas het droog. Tevens<br />

moet de zitting 10 worden gereinigd.<br />

t,<br />

3<br />

2


DAF :";:::a'Îsins'Îruc'Ìies Overstroom k lep 6-gs'g/2<br />

OVERSTROOMKLEP<br />

AFSTE LLING<br />

Overstroomdruk: 4,5 - 0,3 bar<br />

Sluitdruk : 4,0 - 0,3 bar<br />

Indien nodig afstellen met stelbout 1.<br />

DOEL<br />

De overstroomklep met begrensde terugstroommogelijkheid<br />

wordt toegepast, wanneer een<br />

gedeeltelijke terugstroming van de lucht nodig<br />

is. De samengeperste lucht kan in piilrichting<br />

eerst dan de overstroomklep passereh, wanneer<br />

de druk vóór de overstroomklep de bovengenoemde<br />

waarde heeft bereikt. Wanneer de druk<br />

vóór de overstroomklep daalt, kan de lucht<br />

zolang terugstromen tot de sluitdruk van het<br />

membraan (3) is bereikt.<br />

WERKING<br />

De lucht komt volgens de richting aangegeven<br />

door de pijl op het huis binnen en komt door<br />

boring (7) onder het membraan (4). Het membraan<br />

wordt door de instelbare veer (2) en<br />

veerschotel (3) op de zitting gedrukt. Bii het<br />

bereiken van de overstroomdruk wordt de druk<br />

van de instelbare veer overwonnen, het membraan<br />

komt van ziin zitting en de boring (5)<br />

komt vrij.<br />

De samengeperste lucht kan nu passeren via het<br />

kanaal in het midden onder het membraan.<br />

Indien de druk vóór de overstroomklep daalt,<br />

kan de lucht terugstromen tot het membraan<br />

de doorlaat afsluit. Deze sluitdruk ligt lager<br />

dan de openingsdruk, aangezien hierbii het<br />

gehele membraanopperulak onder druk staat.<br />

De overstroomdruk van de overstroomklep<br />

kan met de stelbout (1) worden geregeld, waarbij<br />

dan tevens de sluitdruk wiizigt.<br />

ONDERHOUD<br />

De overstroomklep heeft geen bijzonder onderhoud<br />

nodig.<br />

2<br />

3<br />

a


E)AF<br />

:";.ilatsinstructies<br />

TERUGSLAGKLEP<br />

DOEL<br />

De terugslagklep voorkomt terug- of wegstromen<br />

van samengeperste lucht.<br />

De funktie van de terugslagklep in het veerremgedeelte<br />

van de instaf latie is het afsluiten van<br />

het voorraadcircu it wanneer de veerreminstallatie<br />

met lucht van buítenaf wordt gelost, eh<br />

het verhinderen dat door luchwerbruík op<br />

andere plaatsen er samengeperste lucht zou<br />

terugstromen uit het veerremcircuit.<br />

WERKING<br />

De samengeperste lucht kan alleen volgens de<br />

pijlrichting, aangegeven op het huis, de terugslagklep<br />

passeren.<br />

Het terugstromen van de lucht wol'dt voorkomen<br />

doordat de veerbelaste klep bii drukvermindering<br />

op de zítting afsluit.<br />

Wanneer de druk stijgt, wordt de klep tegen<br />

de veerdruk in geopehd, zodat de samengeperste<br />

lucht kan passeren.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoucl nodig.<br />

Terugslagk lep<br />

6-3s -2T 11


DAF :ffiatsinstructies<br />

Automatisch werkende<br />

6-gs -42/1<br />

AUTOMATISCH WERKENDE WATERAFELNNSKLEP<br />

DOEL<br />

De automatisch werkende afblaasklep heeft tot<br />

doel om eventueel condenswater uit de natte<br />

luchtketel te verwijderen.<br />

WERKING<br />

Wanneer in de luchtketel geen druk heerst zijn<br />

de zitting (Sr ) en de zitting (Sz ) gesloten (zie<br />

figuur). Wanneer de compressor de luchtketel<br />

vfult, wordt het membraan bij de zitting (St )<br />

geopend. Condenswater verzamelt zich onder<br />

in de waterafblaasklep, samengeperste lucht<br />

verzamelt zich in de ruimte (A) boven het condenswater.<br />

De zitting (Sr ) bliift geopend tot<br />

de bedrijfsdruk in de luchtketel en de ruimte<br />

in de waterafblaasklep is bereikt.<br />

Wanneer er lucht wordt verbruikt en daardogr<br />

de keteldruk iets daalt, (ca. 0, 15 bar (kg/cmz))<br />

wordt de zitting (Sz ) geopend door de druk<br />

in de ruimte (A).<br />

Het verzamelde condenswater wordt langs de<br />

geopende zitting (Sz ) naar buiten afgevoerd,<br />

totdat de druk in de luchtketel en in de ruimte<br />

(A) gelijk is.<br />

De tiid dat de zitting (Sz ) is geopend, is afhankelijk<br />

van het drukverschil in de luchtketel en in<br />

de ruimte (A) in de af blaasklep.<br />

Het afblazen van water kan ook met de hand<br />

gebeuren, door het pennetje aan de on derzijde<br />

van het apparaat omhoog te drukken.<br />

ONDERHOUD<br />

De automatisch werkende waterafblaasklep moet<br />

worden onderhouden volgens de richtlijnen van<br />

de onderhoudstabel.<br />

Controleer de automatisch werkende afblaasklep<br />

door het pennetje aan de on derziide van het<br />

ventiel omhoog te drukken. Er mag nu niet meer<br />

dan een halve liter water ontwijken.<br />

Blokkeer het voertuig met stopblokken en maak<br />

geen gebruik van het luchtdruksysteem. Tap de<br />

luchtketel af. Verwijder de klep.<br />

Beschadigde of versleten delen moeten worden<br />

vervangen. Het filter moet nauwkeurig worden<br />

gereinigd of worden vervangen.<br />

Reinig het inwendige van de luchtketel en blaas<br />

deze schoon en droog met perslucht. Monteer de<br />

automatisch werkende waterafblaaskl€P, zorg ervoor<br />

dat deze steeds recht naar beneden wiist.<br />

Zeep de aansluiting af en controleer de lekkage.<br />

Wateraf blaasklep


DAF ilffatsinstructies<br />

VIERKR ING BEVEILIGINGSKLEP<br />

DOEL<br />

u,<br />

17<br />

13,<br />

12<br />

15<br />

11<br />

10<br />

De vierkring beveilígingsklep heeft als doel de<br />

reminstallatie in vier kringen te spf itsen en bij<br />

uitval van een kring de overige te beveiligen<br />

tegen leegstromen.<br />

SAMENSTE LLING<br />

De vierkring beveiligingsklep bestaat uit vier gedeelten,<br />

elk gedeelte bedient een kring. Beide<br />

bovenste kringen (kring 1en 2l bedienen de bedrijfsr€ffi,<br />

terwijl kring 3 het parkeer-noodremcircuit<br />

bedient en kring 4 de volgwagen verzorgt.<br />

De kleppen 7 en 12 en de kleppen 9 en 10 worden<br />

- wanneer de kringen intact zijn en de druk<br />

boven de openingswaarde ligt - opengehouden<br />

door de veren 15, die in de doorstroomrichting<br />

werkzaam zijn Hierdoor wordt bij een geringe<br />

drukafval in kring 1 of 2 resp. 3 of 4, compenseren<br />

van druk mogef ijk, waardoor de drukregelaar<br />

niet zo vaak hoeft in te schakelen.<br />

WERKING<br />

De samengeperste lucht komt van de drukregelaar<br />

via de aansluiting O de klep binnen.<br />

De kfeppen 7 en 12 worden bij het bereiken van<br />

de openingsdruk geopehd, waarbij de membranen<br />

6 en 13 tegen de veerspanning van de instelbare<br />

veren 5 en 14 ín omhoog worden gedrukt.<br />

Vervolgens stroomt de samengeperste lucht via<br />

de aansluitingen 1 en 2 naar de luchtketels van<br />

kring 1 en 2 van de bedrijfsrem. Tevens komt de<br />

samengeperste lucht, nadat de beide terugslagkleppen<br />

B en 11 zijn geopend, in de ruimte A.<br />

De kleppen 9 en 10 worden bij het bereiken van<br />

de openingsdruk geopend en via de aansluitingen<br />

3 en 4 worden de kringen 3 en 4 gevoed. Op kring<br />

3 en 4 ziin het parkeerremcircuít en de voeding<br />

van de volgwagen aangesloten.<br />

Wanneer, bijvoorbeeld door lekkage, kring 1 uitvalt,<br />

sluiten de terugslagkleppen I en 1 1. Wanneer<br />

de druk in de defecte kring daalt beneden<br />

de sluitdruk, zal klep 12 sluiten en zodcende de<br />

intact zijnde kringen beveiligen ten opzichte van<br />

de defecte kring. Vervolgens worden de intact<br />

ziinde kringen nagevuld tot de openingsdruk van<br />

klep 12.<br />

Bij uitval van kring 2 wordt de druk in de kringen<br />

1,3 en 4 op dezelfde manier beveiligd.<br />

In beide overstroomkleppen (7 en 12l. van de bedrijfsremkringen<br />

bevinden zich de kleppen (16<br />

en 17l.. In de ruststand sluiten deze kleppen de<br />

boringen af.<br />

De beide kleppen (7 en 121 werken bij dezelfde<br />

openingsdruk echtel binnen een tolerantiegebied<br />

van O,tbar (kg/cm2).<br />

De beide kleppen (16 en 17l' treden in funktie<br />

onder de vof gende omstandigheden:<br />

Stef dat beide kringen (t en 2) leeg zijn en één<br />

van beide ook defect terwijl deze de laagste openingsdruk<br />

heeft, dan zal een van de kleppen(16<br />

en 17l- er voor zargdragen dat de intact zijnde<br />

kring toch wordt gevuld tot op de openingswaarde<br />

van de defecte kring.<br />

5<br />

16<br />

6<br />

7<br />

15


Dit gaat als volgt:<br />

De compressor perst samengeperste lucht via de<br />

aansluiting O onder de overstroomkleppen, deze<br />

blijven gesloten vanwege de spanning van de<br />

veren (5 en 14I'.<br />

Via de boring worden de kleppen (16 en 17l.<br />

geopend, beide kringen worden voorzien van<br />

lucht. Door de weerstand van de boringen kan<br />

druk worden opgebouwd in de intact zijnde<br />

kring. De overstroomklep wordt nu geheel van<br />

zijn zitting gelicht. De maximale druk in de intact<br />

zijnde kring wordt bepaald door de overstroomwaarde<br />

van de defecte kring.<br />

openingsdru k<br />

sluitdru k<br />

Hierna is de normale situatie voor deze kring ingetreden.<br />

waarbij de maximale druk in de kringen<br />

nu wordt bepaald door de openingsdruk van de<br />

defecte kring. Wanneer kring 3 uitvalt zal eerst<br />

samengeperste lucht terugstromen uit kring 1,2<br />

en 4 totdat de overstroomwaarde van de klep 10<br />

is bereikt.<br />

De beide bedrijfsremkringen (t en 2l en kring 4<br />

blijven op een druk welke gelijk is aan de openingsdruk<br />

van de uitgevallen kring 3.<br />

Bii uitvaf van kring 4 worden bedrijfsremkringen<br />

1 en 2 en kring 3 op dezelfde wijze beveiligd.<br />

Kring 1 (nr. 21l. Kringz (nr. 22ll Kring 3 (nr.23l Kring 4 ( nr.24l<br />

6, 1-0,3 bar(kg/cqz) 6, 1-0,3 bar(kg/c ryz]r<br />

Nummering van de aansluitingen op de klep<br />

Druk toevoer<br />

kring 1<br />

kring 2<br />

kring 3<br />

kring 4<br />

Oude nummering Nieuwe nummering<br />

Opmerking:<br />

Aangezien het zeer moeijiik is deze klep goed af<br />

te stellen en dan nog alleen met ingen'ikkelde<br />

apparatuur, dient men bij ontregef ing of bij<br />

defecten de klep in zijn geheel te vervangen.<br />

0<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

1<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

3,5-0,3 bar(kg/c mzl 3,5-0,3 bar(kg/c mtl


DAF<br />

:';:::"'ins'Îruc'!<br />

SNELONTLUCHTKLEP<br />

DOEL<br />

Het doel van de snelontluchtklep is de remcilin'<br />

ders zo snel mogelijk af te blazen.<br />

WERKING<br />

In ongeremde stand bevindt zich bii alle aanslu<br />

itingen buiten lucht.<br />

Zodra er geremd wordt, wordt bij (C) Iucht<br />

toegevoerd, waardoor klep (3) ap zitting (5)<br />

wordt gedrukt terwijl de buitenomtrek gaat<br />

rusten op de ruggen in huis (1). De lucht kan<br />

nu om de klep heen naar (A) en (B) en dus<br />

naar de remkaÍTìers stromefl, waardoor de remmen<br />

gaan aanl$ggen. Wanneer de remmen<br />

worden gelost, valt de druk bij (C) weg, de<br />

druk bij (A) en (B) drukt klep (3) omhoog<br />

zodat deze afdicht tegen deksel (2) en de verbinding<br />

met (D) vrijkomt, doordat de klep (3)<br />

tevens van zitting (5) is vrijgekomen. De samengeperste<br />

lucht bij (A) en (B) kan nu via (D)<br />

in de buitenlucht ontwijken.<br />

es<br />

snelontruchtkrep 6'36 -1 4 ,1


DAF<br />

-;X;tsinstructies<br />

TWEEWEGKLEP<br />

DOEL<br />

De tweewegklep dient ervoor om één leiding afwisselend<br />

van twee zijden te kunnen beluchten.<br />

Als zodanig kan de tweewegklep ook functioneren<br />

als anti-optelinrichting. Hiermee wordt<br />

voorkomen, dat tegeliikertiid de bedriifsrem<br />

en de parkeerrem (: veerrem) de remnokas<br />

verdraa ien.<br />

WERKING<br />

Komt de samengeperste lucht via aansluiting<br />

(1) binnen, dan sluit het membraan (4) af op<br />

zitting (5). Komt de samengeperste lucht via<br />

aansluiting (21 binnen, dan wordt de doorgang<br />

naar aansluiting (1) afgesloten.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodig.<br />

Tweewegk lep 6'36 -2s/1


DAF :";:ilatsinstructies Verende herboom 6-3 6 - 3 O / 2<br />

VERENDE HEFBOOM<br />

DOE L<br />

De verende hefboom heeft tot doel beschadigingen<br />

aan het lastafhankelijk regelventiel te<br />

voorkomen.<br />

WERKING<br />

Bij zeer grote uitslagen van de as, welke het<br />

draaibereik van het lastafhankeliike regelventiel<br />

te boven gaan, wordt de in ntrststand horizontaal<br />

staande hefboom (3) in vertikale richting<br />

bewogen. Met behulp van de drukveer (1)<br />

is deze beweging mogelijk, waarbii de verbinding<br />

met het huis (2) blijft bestaan totdat de<br />

hefboom weer ín zíjn uitgangspositie is teruggekeerd<br />

en aanligt tegen de voorkant van het<br />

hu is.<br />

ONDERHOUD<br />

De verende hefboom heeft geen bijzonder onderhoud<br />

nodig.


DAF<br />

*;'H'tsinstructies<br />

REACTIEVENTIEL<br />

DOEL<br />

Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend of de<br />

veerremcilinders van de parkeerreminstallatie<br />

worden ontlucht zal het reactieventiel de<br />

commandoleíding (tweeleiding remsysteem)<br />

naar de volgwagen beluchten.<br />

WERKING<br />

In ongeremde stand staat op de aansluíting (V)<br />

de keteldruk. Deze druk staat via de boring boven<br />

de zuiger (2l .Op de aansluiting (M) staat de<br />

druk uit de veerremcilinders, welke bij geloste<br />

remmen gelijk is aan de keteldruk, zodat onder<br />

en boven de auiger (2) een drukevenwicht ontstaat.<br />

De aansluiting (Zl is vla de geopende uitlaat<br />

(5) met de buitenlucht verbonden.<br />

Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend, stroomt<br />

samengeperste lucht via de aansluiting (zm)<br />

in de ruimte (c). De zuiger (3) wordt naar beneden<br />

gedrukt, de zuiger (4) wordt meegenomen<br />

sluit de uitlaat (5) van de zuigerbuis (6) en opent<br />

de inlaat (7l'.<br />

Samengeperste lucht stroomt nu via de aansluiting<br />

(Zl naar de commandoleiding (tweeleiding<br />

aansluiting) van de volgwagen.<br />

Wanneer een éénleiding aansluiting is aangebracht,<br />

stroomt samengeperste lucht naar de<br />

aanhangwagenremklep. Een evenwichtstoestand<br />

wordt bereikt, wanneer de druk onder de zuiger<br />

(41 in de ruimte (c) en via de verbindingsboring<br />

onder de zuiger (3) in de ruimte (d) gelijk is<br />

aan de neerwaartse kracht op de zuiger (3),<br />

waardoor de inlaat (71 wordt gesloten.<br />

Wanneer harder wordt geremd, herhaalt zich de<br />

h ierboven omsch reven cyclus, zodat trapsgewijze<br />

tot de rmaximale luchtdruk kan worden<br />

geremd.<br />

Bij het lossen van de remmen valt de druk op<br />

de aansluiting (Zm) weg, de zuigers (3) en (4)<br />

bewegen omhoog. De uitlaat (5) wordt geopend<br />

en de ruimten (e) en (d) en de aansluiting (Zl<br />

kunnen nu langs de ontluchtingsopening (B)<br />

af bf azen.<br />

Wanneer de parkeerrem wordt bediend, worden<br />

de veerremcilinders ontlucht en daarmee tevens<br />

de ruimte (b). De zuiger (21 wordt nu door de<br />

druk in de ruimte (a) naar beneden gedrukt.<br />

Door de drukstang (1) worden de zuigers (3)<br />

en (4) naar beneden gedrukt. De uitlaat (5) wordt<br />

afgesloten en de inlaat (7) geopend. Samenge-<br />

Reactieventiel 6-90-99 11<br />

perste lucht stroomt nu via de aansluiting (Zl<br />

naar de commandoleiding (tweeleiding aansluiting)<br />

van de volgwagen. Wanneer een éénleiding<br />

aansluiting is aangebracht stroomt<br />

de samengeperste lucht naar de aanhangwagenremklep.<br />

Een evenwichtstoestand en het lossen van de<br />

remmen vindt op dezelfde wijze plaats als bíi<br />

het bedienen van de bedrijfsrem. Bij volledig<br />

ontluchten van de kamer (b) wordt de maximale<br />

luchtdruk in de aansluiting (Zl doorgelaten.<br />

ONDERHOUD<br />

OO<br />

oo<br />

oo<br />

oo<br />

Het reactieventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />

nodig.


DAF Hl'sns'Îruc'Îes Autom. lastafh. regelventiel 6-96-g6 11<br />

AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK REGELVENTIEL<br />

UITVOERING<br />

De aansluiting voor de ingaande druk (1 ) bevindt<br />

zich bovenin het ventiel.<br />

DOEL<br />

Het automatisch lastafhankelijk regelventiel<br />

heeft tot doel de remkracht van de remkamers<br />

afhankelijk van de belading te regelen.<br />

WERKING<br />

Het regelventiel is aan het chassis bevestigd, de<br />

bedieningsveer (6) is met behulp van een stangenstelsel<br />

met de as verbonden.<br />

Wanneer de as onbelast is, is de afstand tussen<br />

chassis en as het grootst, zodat de bedieningsveer<br />

(6) in de onderste stand staat.<br />

Wanneer de as wordt beladen, vermindert de afstand<br />

tussen chassis en as. Door deze afstandsverandering<br />

wordt, door middel van het stangenstelsel,<br />

de bedieningsveer (6) vanuit de positie<br />

,,leeg" in de richting van de positie ,,volbeladen"<br />

bewogen. De bolvormíge stift (8) staat<br />

in een stand welke overeenkomt met de stand<br />

van de bedieningsveer (6).<br />

Doordat de bolvormige stift (8) als steunpunt<br />

voor de zuigerbuis (5) werkt , zal, wanneer er<br />

wordt geremd de klep (3) worden geopend totdat<br />

de druk in de remkamers overeenkomt met<br />

de stand van de bedieningsveer (6).<br />

Wanneer de samengeperste lucht bij aanslu itíng<br />

(1) de ruimte (a) binnenstrooffit, wordt de zuiger<br />

(41 naar beneden gedrukt.<br />

De klep (3) met zuigerbuis (5) worden nu zover<br />

naar beneden gedrukt tot de zuigerbuis (5)<br />

aan ligt tegen de bolvorm ige stift (8 ).<br />

Wanneer de zuiger (4) verder naar beneden<br />

wordt gedrukt, wordt de klep (3) geopend.<br />

De samengeperste lucht stroomt nu in de aansluiting<br />

(21 naar de remkamers en tevens in<br />

de ruimte (b) onder het membraan (7l,. De samengeperste<br />

lucht die bij aansluiting (1) binnenstroomt,<br />

komt vía de omloopleiding (1 1)<br />

onder de zuiger (9), waardoor de bolvormige<br />

stift (8) wordt ondersteund , zodat een evenwicht<br />

tussen de naar boven en naar onder gerichte<br />

krachten wordt verkregen. Naarmate<br />

de zuiger (4) naar beneden beweegt, komt het<br />

membraan (7) vrij van de ruggen (10) in het<br />

huis en gaat aanliggen tegen de vleugels (121<br />

welke met zuiger (4) zijn verbonden. Het<br />

werkzame oppervlak van het membraan (7)


wordt daardoor geleidelijk vergroot, totdat<br />

het werkzame oppervlak groter is dan het<br />

oppervlak van de bovenzijde van de zuiger (4).<br />

De zuiger (4) wordt omhoog gedrukt en klep<br />

(3) gesloten waardoor een evenwichtstoestand<br />

ontstaat. De druk in de remkamers komt bij<br />

maximale belading overeen met de druk welke<br />

in de ruimte (a) heerst en komt overeen<br />

met de maximale belading van het voertuig;<br />

bij gedeelteliike belading of leeg voertuig<br />

wordt de druk in mindere of meerdere mate<br />

gereduceerd. .<br />

Wanneer de remmen worden gelost, valt de<br />

druk in de ruimte (a) weg; de druk in de remkamers<br />

drukt de zuiger (4) in zijn hoogste<br />

stand en ontwijkt door de zuigerbuis (5) en de<br />

ontluchting (E) naar buiten.


DAF :";:::"'ns'Îruc'Îes Au tom. lastafh. regelventiel 6-96-g6 /1<br />

AFSTE LG EG EVENS AUTOMATISCH E<br />

LASTAFHAN KE L IJKE R EM R EG E LING<br />

1. Kontroleer de bevestiging van de verende<br />

hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />

de bovengenoemde hefboom en van de regelhefboom<br />

van de remdrukregelaar.<br />

2. Stel de lengte L (zie fig. î ) van de regelhefboom<br />

af volgens de tabel.<br />

3. Sluit manometer 1 aan in de leiding naar<br />

de remdrukregelaar.<br />

Sluit manometer ll aan in de leiding van<br />

de remdrukregelaar naar de bedrijfsremaanslu<br />

iting van de veerremcilinder, of<br />

naar de remkamer.<br />

Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar (<br />

kg/cm2).<br />

Bij volledig beladen voertuig, d .w.2. een<br />

max. achterasbelastíng, moet de regelh_efboom<br />

van de regelaar een hoek van 30o<br />

t 20 naar boveó maken (hoek X , zie fig.<br />

1. In deze stand van de hefboom moet de<br />

remdru k praktisch ongereduceerd worden<br />

doorgestuu rd.<br />

4. Hoek X wordt ingesteld door de lengte van<br />

de verticale verbindingsstang (3), die gemonteerd<br />

is in de rubbermof van de verende<br />

hefboom, juist te kiezen. De insteekdiepte<br />

van de verbindingsstangen in de<br />

rubbermoffen moet zijn: minimaal 45 ffiffi,<br />

maximaal 55 mm (zie fig. 2l'.<br />

Belangriik<br />

Als hoek X aan het ventiel ingesteld wordt,<br />

MOET dit gebeuren door lengteverandering van<br />

de verticale verbindingsstang 3. Het kan nodig<br />

zijn de aanwezige stang in te korten of te vervangen<br />

door een langere. Gebruik hiervoor pijp<br />

met een buítendiameter van 8 mm. Instelling<br />

van de maat L, anders dan in de tabel aangegeven,<br />

geeft een onjuiste spreiding van de<br />

rege ling.<br />

Indien men niet in de gelegeheid is het voertuig<br />

volbelast af te stellen volgens punt 3, dan<br />

kan men na de achterasbelasting van het onbelaste<br />

voertuig gemeten te hebben, de achterasremdruk<br />

van luchtmechanische installaties bij


volledig ingetrapt rempedaal opzoeken in de<br />

tabel; welke gegevens ook ingeslagen zijn in<br />

het betreffende'typeplaatje, dat op het voertu<br />

ig is aangebracht.<br />

Het belangrijkste blijft echter de afstelling volgens<br />

punt 3.<br />

TABEL (lu - me geremde voertuigen)<br />

Type w.b. L(mm)<br />

FA <strong>1600</strong><br />

FA <strong>1600</strong><br />

FT <strong>1600</strong><br />

FM <strong>1600</strong><br />

FM 16OOGR<br />

TB 163<br />

TB 163<br />

300<br />

360/420/485/555 /610<br />

265/300<br />

300/360/42A<br />

320<br />

470<br />

605<br />

90<br />

115<br />

90<br />

80<br />

65<br />

Indien de achteras volbelast !s (niet overbelast),<br />

dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk<br />

doorlaten.<br />

L<br />

laar in mm.<br />

p<br />

achterwielen bii vol ingetrapt rempedaal,<br />

bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vermelde<br />

achterasdruk in kg.<br />

165<br />

165<br />

p<br />

2000 kg 3000 kg 4000 kg 5000 kg<br />

2,1<br />

2,7<br />

2,1<br />

1,9<br />

2,7<br />

2,6<br />

2,9<br />

2,7<br />

3,3<br />

2,7<br />

2,6<br />

3,0<br />

3, 1<br />

3,4<br />

3,5<br />

4,1<br />

3,5<br />

3,3<br />

3,4<br />

3,8<br />

4,O<br />

4,4<br />

5,0<br />

4,4<br />

4,2<br />

3,8<br />

4,6<br />

4,6


DAF<br />

TWEEKRING VOETREMVENTIEL<br />

DOE L<br />

Het tweekring voetremventiel heeft tot doel de<br />

twee kringen onafhankelijk van elkaar te bedienen.<br />

WERKING<br />

o<br />

b c<br />

d<br />

e<br />

Het ventielhuis bestaat uit een boven- (kring 1 )<br />

en een ondergedeelte (kring 2); op beide bevindt<br />

zich een aanslu iting voor de voorraadleiding<br />

(V-aansluiting) en een aansluiting voor de remleiding<br />

(Z-aansl u iting).<br />

Wanneer wordt geremd, wordt met het pedaal<br />

door middel van de drukbus, de drukplaat (1)<br />

en de rubber regelveer (2), een kracht op de<br />

regelzu iger (3) u itgeoefend. De regelzu iger (3)<br />

beweegt naar beneden, de uitlaat (a) wordt gesloten<br />

en de inlaat (4) wordt geopend.<br />

Samengeperste lucht stroomt nu in de aansluiting<br />

(b) en tevens via de boring (c) in de ruimte<br />

boven de relaiszuiger (5), waardoor de zuigerbuis<br />

(6) naar beneden wordt bewogerl. De<br />

uitlaat (d) wordt gesloten en de inlaat (7) wordt<br />

geopend.<br />

De samengeperste lucht stroomt nu afhankelijk<br />

van de veerspanning (dus afhankelijk van de<br />

voetdruk) vanuit de betreffende luchtketels<br />

f angs de geopende inlaatkleppen (4) en (71 naar<br />

de remkamers. De samengeperste lucht, welke<br />

in de aansluitingen (b) en (c) stroomt, drukt<br />

tevens de zuiger (3) en (5) naar boven, zodat<br />

een evenwichtstoestand wordt bereikt. Wanneer<br />

rweekrins voetremvent,", 6,3 6 - 44 l1<br />

lret pedaal dieper wordt ingetrapt, herhaaf t zich<br />

de hierboven omschreven cyclus, zodat trapsgewijze<br />

tot de maximale luchtdruk kan worden<br />

geremd. Wanneer de druk op het pedaal wordt<br />

vermínderd, ontspant de rubber regelveer (21<br />

waardoor de regelzuiger (3) en de zuigerbuis (6)<br />

zich naar boven bewegen. De remleidingen worden<br />

ontlucht en de druk in de remkamers daalt<br />

dienovereenkomstig. Wanneer een lekkage in de<br />

onderste kríng optreedt, functioneert de bovenste<br />

krin g zoals hierboven werd beschreven.<br />

Treedt een lekkage in de bovenste kring op, dan<br />

stroomt in de ruimte boven de relais-zuiger (5)<br />

via de boring (c) geen samengeperste lucht. Met<br />

behulp van het pedaal moet de zuiger (3) nu zo<br />

diep worden ingetrapt dat de onderzijde van de<br />

bevestigingsbout de zuigerbuis (6) raakt. De regeling<br />

in de onderste kring vindt plaats met behulp<br />

van de zuiger (8) en de regelveer (9). De relaiszuiger<br />

(5) neemt nu niet meer deel aan de regef<br />

ing, maar wordt door de samengeperste lucht<br />

naar boven gedrukt. Wanneer de relais-zuiger (5)<br />

en de regelzuiger (8) één geheel zouden vormen,<br />

zou bij uiwal van de bovenste kring de benodigde<br />

bedíeníngskracht op het pedaal te groot worden.<br />

De relais-zuiger (5) is voorzien van twee afdichtingsmanchetten<br />

om een goede en veilige<br />

scheiding van de beide kringen te krijgen.<br />

De ruimte tussen deze twee afdichtingsmanchetten<br />

is met de ontluchting verbonden.<br />

Wanneer lekkage zou optreden, is dit direct<br />

kenbaar door afblazen van het voetremventiel<br />

tijdens remmen.


TESTEN VAN HET VOETREMVENTI EL OP<br />

HET VOERTUIG<br />

Het ventielhuis bestaat uit een bovengedeelte<br />

(kring 1) en een ondergedeelte (kring 2); op<br />

beíde bevindt zich een aansluiting voor de voorraadleiding<br />

(V-aansluiting) en een aansluiting<br />

voor de remleiding (Z-aansluiting).<br />

De kringverdeling van een truck uit deze serie<br />

is als volgt:<br />

a) voertuigen voorzien van een EEG installatie<br />

kenbaar o.a. aan het aanwezig zijn van een<br />

vierkrings beveilingsklep) :<br />

kring 1: vooras motorwagen plus volgwagen<br />

kring 2: achteras(-sen) motorwagen plus de<br />

volgwagen<br />

Meetpunten: sluit een manometer aan op<br />

de remkamer van de vooras en een op de<br />

achteras, en wel vóór het evt. aanwezige<br />

lastafhankeliike regelventiel (zie schema).<br />

b) voertuigen nog niet voorzien van een EEG<br />

i nsta I latie:<br />

Trucks:<br />

kring 1: vooras motorwagen plus volgwagen,<br />

kring 2: alleen achteras(-sen) motorwagen<br />

Trekkers:<br />

kring 1: volgwagen<br />

krin g 2: motorwagen<br />

Meetpu nten:<br />

Trucks: remkamer vooras<br />

remkamer achteras<br />

Trekkers: commando koppel ingskop<br />

remkamer achteras<br />

Opmerking: Indien een lanstafhankelijk regelventiel<br />

gemonteerd is, dan meten vóór dit<br />

ventiel (zie schema.).<br />

Wanneer het voetrempedaal langzaam wordt<br />

bediend, moeten beide manometers gelijktijdig<br />

dezelfde dru k aangeven.<br />

Het moet mogeliik ziin, na aanspreken van<br />

beide kringen, bij langzaam remmen en lossen,<br />

een geleidelijke drukwijziging te veroorzakt4<br />

zonder grotere sprongen dan 0,3 bar (kg/cmzl<br />

op beide kringen.<br />

Wanneer de ketel van kring 1 of de ketel van<br />

kring 2leeg is, dient de kring met de nog gevulde<br />

ketel te kunnen blijven werken, echter op een<br />

lagere waarde.<br />

Wanneer het voetremventiel geheel wordt ingetrapt<br />

dienen bgide manometers de keteldru<br />

k 7 bar (kg/cm'l aan te wijzen.


DAF<br />

-:HTtsinstructies<br />

M<br />

2 Tbor<br />

FT, FA<br />

Fig. 1 niet EEG-installatie<br />

Fig. 2 E EG.installatie<br />

rweekring voetremventiet 6 -3 6' 44 l1<br />

2 Tbor<br />

1 Tbor<br />

FT


DAF<br />

:Tffatsinstructies<br />

TWEEKR I N G S R EACT I EVENTIEL<br />

DOE L<br />

Het beluchten van de commandoleíding (tweeleiding<br />

remsysteem) bij bediening vanuit beide<br />

bedrijfsremkringen of bii ontluchting van het<br />

parkeerre m- nood re mc i rcu it (veerre mci I i nders) .<br />

WERKING<br />

Stand rijden<br />

De ruimte d is via de aansluiting 6 en de parkeernoodremklep<br />

belucht.<br />

De ruimte c is via aansluiting 1 belucht. Het<br />

membraan 1 2 staat in zijn onderste stand. De<br />

aansluiti ng 2, waarop de commandoleiding is<br />

aangesloten, is via de uitlaat 9 en langs de ontluchting<br />

13 verbonden met de l-'uitenlucht.<br />

De aansluíting 4 is verbonden met kring l van<br />

de voetremklep en staat in verbinding met de<br />

buitenlucht. De aansluitíng 5 is verbonden met<br />

krin g 2 van de voetremklep en is ook hierlangs<br />

verbonden met de buitenlucht.<br />

Stand remmen met de bedrijfsrem<br />

Wanneer de bedrijfsrem wordt bediend, stroomt<br />

samengeperste lucht van kring 1 langs de aansf<br />

uiting 4 in de ruimten a1 en a2 aan de bovenzijde<br />

van de zuiger 7 en de zuiger 16 en drukt<br />

deze beiden naar beneden. De zuiger 16 zal op<br />

de klep 10 afdichten , zodat de uitlaat 9 wordt<br />

gesloten en bij verder naar beneden bewegen<br />

zal de inlaat 15 worden geopend.<br />

De samengeperste f ucht kan nu van aansluiting<br />

1 naar aansluiti ng 2 strom€D, zodat de commandoleiding<br />

wordt belucht. Met behulp van de<br />

instelbare veer 8 kan een bepaalde voorijling<br />

worden bereikt.<br />

Zodra de druk op de onderzijde van zuiger 16<br />

in de ruimte b zover is gestegefl, wordt zuiger<br />

16 tegen de druk in de ruimte a2 en de kracht<br />

van de veer 8 omhoog gedrukt. In het,,deelremgebied"<br />

sluit de klep 10 de inlaat 15 af,<br />

waardoor de evenwichtstoestand wordt bereikt.<br />

In het ,,volremgebied" houdt e u)iger<br />

16 de ínlaat 1 5 geopend.<br />

Door de spanning van de drukveer 8 te wijzigen<br />

met behulp van de afstelschroef 17 kan de<br />

drukvoorijlíng ín het deelremgebied van aansluiti<br />

ng 2 t.o.v. aanslu iting 4 worden vergroot<br />

of verkleind.<br />

?<br />

rweekrinss reactisrentiet O- 3 6',45 | 2<br />

Gelijktijdig met kring 1 wordt ook de aansluiting<br />

5 en hiermee de ruimte e onder het membraan 12<br />

vanuit kring 2 belucht.<br />

Aan de stand van het membraan 12 verandert<br />

echter niets, omdat in de ruimte b druk heerst,<br />

die een iets grotere kracht in tegengestelde (neerwaartse)<br />

richting u itoefent.<br />

Wanneer kring 1 van de bedrijfsrem uitvalt, wordt<br />

de aansluiting 4 niet meer belucht. De aansluiting<br />

5 wordt wel belucht vanuit kring2, het membraan<br />

12 met zuigerbuis 11, klep 10 en zuiger<br />

14 wordt door deze druk in de ruimte e onder<br />

omhoog gedrukt. De zuiger 16, die aan de bovenzijde<br />

aanligt, sluit de uitlaat 9 en opent de<br />

inlaat 15, zodat de commandoleiding overeenkomstig<br />

de druk in kring 2 wordt belucht.<br />

In het ,,deelremgebied" wordt de evenwichtspositie<br />

is bereikt. In het ,,volremgebied" bliift<br />

de inlaat 15 geheel geopend.<br />

Wanneer de commandoleiding vanuit kring 2<br />

wordt bediend, vindt dit plaats zonder vooriiling.


Stand remmen met de parkeer-noodrem De voorijling mag alleen worden gewijzigd bij<br />

correct afgestelde wielremmen van trekkend en<br />

Met behulp van de parkeerremklep in de ka- getrokken voertuig.<br />

bine kunnen de veerremmen regelbaar worden Een te hoge waarde heeft tot gevolg dat het<br />

afgeblazen en in gelijke mate de ruimte d via getrokken voertuig teveel en het trekkend<br />

dJaansluiting 5. be voorraaddruk in de ruim- voertuig te weinig doet waardoor gtazuren van<br />

te c zal nu de zuiger 14 omhÒog drukken. de voeringen van het trekkend voertuig en af-<br />

De beluchting van de commandoleiding via de name van het totaal remvermogen optreedt.<br />

aansluiting 2 verloopt nu geheel hetzelfde als Een te lage waarde heeft tot gevolg dat de<br />

bij uiwal van kring 1 van de bedrijfsrem. remwerking van het getrokken voertuig lager<br />

Wanneer de beluchting op aansluiting 4 en 5 is dan mogelijk, terwijl bovendien de kans op<br />

(kring 1 en kring 2) van de bedrijfsrem weg- scharen van de kombinatie onder ongunstige<br />

valt of wanneer de aansluiting 6 (parkeer-nood- weg- en beladingscondities toeneemt.<br />

reml weer wordt belucht, zal de uitlaat 9 wor- Af fabriek is de voorijling afgesteld op 0,5 bar<br />

den geopend met als gevolg het ontluchten van (kg/cmz), gemeten op de commandokoppede<br />

commandoleiding via de zuigerbuis 11 en lingskop.<br />

de ontluchting 13.<br />

Nummering van de aansluitingen op het ventiel:<br />

Afstellen van de voorijling<br />

Aan de onderzijde moet de ontluchtingskap<br />

worden geopend door de twee bevestigings<br />

boutjes te lossen. De ontluchtingskap kan nu<br />

worden verdraaid.<br />

Met een schroevedraaier kan nu, via de zuigerbuis<br />

11, de stelschroef boven in de klep worden<br />

bereikt.<br />

Sluit een luchtdrukmeter aan op een remkamer<br />

van de vooras van de motorwagen en een op<br />

de ongunstigst gelegen remkamer van de volgwagen<br />

(is meestal de verst \veggelegen remkamer).<br />

Bij een deelremming moet-de meter op<br />

de volgwagen ca. O,2 bar it n/. m2) méér aangeven<br />

dan die op de motorwagen. Corrigeer zonodig<br />

met bovengenoemde stelschroef.<br />

voorraad<br />

uitgaand commando<br />

ingaand commando kring 1<br />

ingaand commando kring 2<br />

ingaand commando<br />

parkeer-noodrem<br />

oud nieuw<br />

1<br />

2<br />

4<br />

5<br />

6<br />

1<br />

2<br />

41<br />

42<br />

43


DAF<br />

bor<br />

k;F''l :<br />

AI<br />

0<br />

B<br />

I<br />

o<br />

t /<br />

l/ /<br />

*;'fii'tsinstructies<br />

/ à<br />

/.<br />

/<br />

A-Druk in de commandoleiding<br />

B-Druk in het bedrijfsremcircuit<br />

C-lnstelbereik<br />

I ^/.<br />

/<br />

{, ,<br />

,\<br />

, rl<br />

/ /<br />

/ I t<br />

t<br />

I<br />

I 2 3 L 5 6 7<br />

bor lkgrurf)<br />

bor nn<br />

ksfrnfl'<br />

+:<br />

c |l:<br />

tl :<br />

D1<br />

rweekrinss reactieventiet 6'3 6 - 45 / 2<br />

0<br />

E<br />

\<br />

\<br />

\<br />

\ \ \ \<br />

\ \<br />

\ \<br />

12 3 t,5 6 7<br />

D-Druk in de commandoleiding<br />

E-Druk in het parkeer-noodremcircuit<br />

l-ll kringen<br />

ì<br />

borlkgQm2)


DAF<br />

:ffifatsinstructies<br />

AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK<br />

REGELVENTIEL<br />

UITVOERING<br />

De aansluiting voor het ingaande commando (1)<br />

bevindt zich bovenaan in de ziikant van het<br />

ven tie I.<br />

DOE L<br />

Dit ventiel heeft tot doel de remkracht van de<br />

remkamers afhankelijk van de belading te regelen.<br />

WERKING<br />

Het regelventiel is aan het chassis bevestigd,<br />

terwijl de regelhefboom (6) via stangen met de<br />

achteras verbonden is.<br />

Wanneer het voertuig wordt beladen, vermindert<br />

de afstand tussen chassis en as. Hierdoor<br />

wordt de regelhefboom vanuit positi E ,,leeg"<br />

naar positie ,,volbeladen" bewogen. Binnen<br />

in het ventiel is met de regelhefboom verbonden<br />

een bolvormige stift (8), wof lce dient als<br />

steunpunt voor de zuigerbuis (5). Hierdoor<br />

wordt de positie van deze laatste bepaald, afhankelijk<br />

van de beladingspositie van het voertu<br />

ig.<br />

Tijdens remmen komt bij aansluiting 1 perslucht<br />

binnen; welke via het openstaand klepje 13 in<br />

ru imte 14 komt. Wanneer deze dru k de waarde<br />

van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan 15<br />

tegen een veer in omhoog gedrukt en sluít klepje<br />

13. Deze druk staat nu ook via boring 16 in<br />

verbinding met de ruimte boven membraan 7.<br />

Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />

naar beneden gedru kt worden. Klepje 3 gaat<br />

aanf iggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze doen<br />

afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan van de<br />

zuiger zal klepje 3 geopend worden, waardoor<br />

de remlucht kan doorstromen via aansf uiting<br />

2 naar de bedrijfsremaansluiting van de veerremcílinders<br />

op de achteras, Tevens komt de ruimte<br />

onder membraan 7 onder dezelfde druk te staan.<br />

Naarmate de zuiger verder naar beneden bewogen<br />

is, is het membraan verder vrij gekomen van<br />

de ruggen (10) in het huis en aan gaan liggen<br />

tegen de vleugels (12) welke met de zuiger ztjn<br />

verbonden. Het werkzame oppervlak van het<br />

membraan wordt daardoor geleidelijk vergroot.<br />

Als het voertuig gedeeltelijk bef aden is zal dit<br />

oppervlak groter zijn dan dat van de bovenzijde<br />

van de zuiger. Wanneer de druk boven de zui-<br />

î5<br />

14<br />

t3<br />

îî<br />

E<br />

Automatisch lastafhanketijk<br />

reselventiet Cr-36 - 49<br />

1<br />

r6<br />

3<br />

lr<br />

5<br />

7<br />

2 I<br />

5<br />

9


ar<br />

7<br />

6<br />

5<br />

P24<br />

tg 2<br />

/<br />

/ --a-<br />

/<br />

2 3 4<br />

+Pl<br />

o 5 6 Tbar<br />

pl : ingestuurde druk<br />

p2 - u itgestuu rde dru k<br />

/<br />

/ zlll<br />

/<br />

/<br />

ger plus de druk boven het membraan (0,5 bar)<br />

overwonnen wordt door de druk onder membraan<br />

7, dan wordt de zuiger weer omhoog ge<br />

drukt totdat klepje 3 weer gesloten is. De evenwichtstoestand<br />

is nu bereikt.<br />

Hoe zwaarder de belading van het voertuig is,<br />

hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />

en daarmee van de zuiger, hoe kleiner het werkzame<br />

oppervlak van het membraan, des te groter<br />

zal de uitgestuurde druk moeten worden om<br />

evenwicht te maken. Bii max. toegestande belading<br />

zal het regelventiel open blijven staan, eh<br />

wordt dus de volle druk doorgestuurd. Bij minimale<br />

belading zal daarentegen de remdruk max.<br />

gereduceerd worden.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />

bij aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />

in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />

in zijn hoogste stand en zal dan ontwijken door<br />

de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />

De omloopleiding (1 t ) zorgt ervoor, dat via<br />

zuigertje 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />

er e'/enwicht is tussen de naar boven en naar<br />

beneden gerichte krachten op de stift.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodíg.


DA F':il:raatsinstructies<br />

AFSTE LG EG EVE NS AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHAN KE L IJKE REMREG E LING<br />

Opm.: 1 bar -<br />

ongeveer 1 kg/cm2 .<br />

1 . Kontroleer de bevestiging ven de verende<br />

hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />

deze hefboom en de regelhefboom van de<br />

regel aar.<br />

2. Stel de lengte L (zie fig. 1 ) van de regelhefboom<br />

af volgens de tabel.<br />

3. Sluit manometer (1 ) aan op de beproevingsaanslu<br />

iting op het regelventiel.<br />

4. Sluit manometer (21 aan op de beproevingsaanslu<br />

iting op één der veerremcilinders<br />

(bedrijfsrem aansluiting) van de achteras.<br />

5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />

Deze druk niet af te f ezen op de luchtdrukmeter<br />

op het instrumentenpaneel, daar<br />

deze te grof aanwijst, maar op een goede<br />

manometer.<br />

6. Meet de belasting onder de achteras(-sen).<br />

7. Trap het rempedaal volledig in en lees op<br />

manometer (21 de remdruk van de achteras<br />

af.<br />

8. Vergelijk deze waarde met die uit de hierna<br />

volgende tabel. Deze gegevens staan ook<br />

vermeld op het instructie plaatje op een der<br />

deurstijlen.<br />

9. Indien de achteras belast is tot op maxímaaltoelaatbare<br />

waarde, dan moet de remdruk<br />

practisch ongereduceerd worden doorgelaten.<br />

De hefboom van de regelaar dient<br />

dan 30o + 20 omhoog te staan (hoek X<br />

fig. 1).<br />

10. Indien de gemeten waarde volgens punt<br />

7, ofwel de hoek volgens punt 9 afwijkt,<br />

verander dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />

en in geen geval de lengte L<br />

van de regelhefboom.<br />

De insteekdiepte van de verbindingsstang<br />

in de rubbermoffen dient minimaal 45 mm<br />

en maximaal 55 mm te zijn (zie f ig. 21 .<br />

Automatisch<br />

lastafhankelijk reselventiel |p-3 6 - 49<br />

Fig.l<br />

Fig.2


CODE N R.<br />

KONTROLE WAARDEN _<br />

AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHANKELUK<br />

REGELVENTIEL<br />

REGELVENTIEL<br />

ACHTERVEER<br />

VOL L AST<br />

o( =30't 2'<br />

L EEG<br />

HEFB0OMLENGTE L= "' MM<br />

ACHTER AS<br />

D RUK \--_<br />

KGF<br />

TABE L<br />

200 0<br />

3000<br />

4000<br />

s00 0<br />

REMDRUK-_<br />

! 0.2 BAR<br />

B U 6.5 BAR<br />

KET E L DRUK<br />

EEG 75 t52L ,,<br />

Type w.b. L(mm)<br />

FTIFA <strong>1600</strong> w.b. 3<br />

FA <strong>1600</strong> |<br />

FM <strong>1600</strong> |<br />

FM <strong>1600</strong> (Gn) |<br />

TB 163<br />

TB 163<br />

00<br />

36G610<br />

i 300/360/420<br />

320<br />

470<br />

605<br />

90<br />

115<br />

80<br />

65<br />

165<br />

165<br />

2<br />

3<br />

L<br />

5<br />

6<br />

Opmerking<br />

De waarden in de tabel en op het instructieplaatje<br />

7 gelden alleen , àls het oorspronkelijke verenpakket<br />

I op de achteras gemonteerd is.<br />

9<br />

10<br />

11<br />

instructieplaatje opde deurstijl<br />

Indíen de achteras vof belast is (niet overbelast), dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk doorlaten.<br />

L : lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />

in mm.<br />

p = uitgestúurde remdruk tQ2 in bar naar de<br />

achterwielen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />

bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vermelde<br />

achterasdruk in kg.<br />

p<br />

2000 kg 3000 kg 4000 ks 5000 kg<br />

2,5<br />

3,1<br />

2,3<br />

3,1<br />

3,0<br />

3,3<br />

3, 1<br />

3,7<br />

3,0<br />

3,4<br />

3,4<br />

3,7<br />

3,9<br />

4,5<br />

3,7<br />

3,8<br />

4,2<br />

4,4<br />

4,8<br />

5,4<br />

4,6<br />

4,2<br />

5,0<br />

5,0


DAF<br />

DOE L<br />

::'ffatsinstructies<br />

Dit regelventiel heeft tot doel om de remkracht<br />

van de wielremcilinders afhankeliik van de belàdingstoestand<br />

van het voertuig te regelen.<br />

SAMENSTE LLING<br />

Het regelventiel heeft een huis dat uit twee delen<br />

bestaat. In het bovenste gedeelte bevinden zich<br />

twee zuigers die met elkaar verbonden zijn d.m.v.<br />

een juk (4).<br />

Het juk wordt ondersteund door een zelfinstel'<br />

lend steunblok (6). Dit steunblok is met behulp<br />

van hefbomen en een as verbonden met de bedieningshefboom<br />

(5) aan de buitenzíjde van het<br />

ventiel. In de zijkanten van hot bovenste gedeelte<br />

van het huis zijn twee aansluitopeningen aangebracht,<br />

welke zijn gemerkt met In (ingang)<br />

en Out (uitgang).<br />

WERKING<br />

Wanneer de remmen zijn gelost, heerst in het<br />

systeem alleen de restdruk. De primaire zuiger<br />

(21 wordt door de spanning van de veer (3) en<br />

de secundaire zuiger (9) wordt door de spanning<br />

van de veer (8) in de bovenste eindstand<br />

gedrukt. De klep (10) wordt door de secundaire<br />

zuiger (9) mechanisch opengedrukt. De<br />

stand van het steunblok (6) kan door de stand<br />

van de bedieningshefboom (5) worden gewijzigd.<br />

Wanneer het rempedaal wordt bediend,<br />

wordt een druk in het hydraulische systeem<br />

opgebouwd. De vloeistof onder druk kan langs<br />

Automatisch lastafhankelijk<br />

regerventier ^ O-36-5 111<br />

OUT<br />

de geopende klep (10) naar de wielremcilinders<br />

stromen. Wanneer de druk, nadat de remschoenen<br />

zijn angelegd, tot ongeveer 8 bar<br />

(8 kg7cm2) ís opgelopen , zijn beide zuigers<br />

zover naar beneden bewogen dat de zuigerstang<br />

(7) tegen de onderziide van de secundaire<br />

zuiger (9) aanligt. Beide zuigers staan<br />

nu onder belasting en vormen een vaste<br />

verbinding. De klep (10) wordt door de spanning<br />

van de veer (1 1 ) gesloten.<br />

12<br />

1t<br />

f0<br />

ledere verdere drukverhoging op de primaire<br />

zuiger (21 heeft, overeenkomstig de stand van<br />

de bedieningshefboom (5) en het juk (4) een<br />

drukverhoging op het secundaíre gedeelte tot<br />

gevolg.<br />

Wanneer door verhitting van de remtrottrt<br />

een volume verandering optreddt, k?n dit in<br />

geringe mate worden weggenivelleerd door<br />

de inhoud boven de secundaire zuiger.<br />

Wanneer meer vloeistof nodig is, dan drukt<br />

de zuiger (9) de klep (10) open.<br />

Omdat tijdens remmen de krachten van de<br />

beide zuigers via het juk (41 op het steunblok<br />

(6) werken, ís het innemen van een andere stand<br />

stand van de bedieningshefboom tegeliikertijd<br />

niet mogeliik.<br />

Worden de remmen gelost, dan wordt via het<br />

juk de secundaire zuiger (9) ontlast. De druk<br />

in de remleiding naar de wielremcilinders<br />

opent nu klepje (1 0) en zakt daardoor evenredig<br />

met de primaire druk.


Wanneer de druk boven zuiger (9) daalt beneden<br />

I bar (8 kg/cm2), dan drukt veer (81 deze zui-<br />

(Fr omhoog, waardoor klepie (101 mechanisch<br />

open wordt gehouden en er geen drukverschil<br />

meer heerst.<br />

Aan de bovenziide van het automatisch regelventiel<br />

is een ontf uchtingsschroef (12) aangebracht.<br />

Aan de bedieningshefboom (5) is een wijzer aangebracht<br />

die de drukverhouding aangeeft, in<br />

vrelke mate de primaire druk wordt gereduceerd.


DAF :ffiatsinstructies<br />

AFSTE LG EGEVENS AUTOMATISCH E<br />

LASTAFHAN KELIJKE REM REG E LI NG<br />

1l<br />

2l<br />

3)<br />

q)<br />

Kontroleer de berrestiging van de verende<br />

hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />

de bovengenoemde hefboom en van de regef<br />

hefboom van de remdrukregel aar.<br />

Stel de lengte L (zie fig. 1) van de regelhefboom<br />

af volgens de tabel.<br />

Sluit manometer laan in de leiding naar de<br />

re mdru krege laar.<br />

- sluit manometer ll aan in de leiding van<br />

de remdrukregelaar naar de wielremcilinder.<br />

- Keteldruk tiidens afstelling 6,5 bar (6,5<br />

kg/cm21..<br />

Bii volledig beladen voertuig, d.tv.z. een<br />

max. achterasbelastif,g, moet de regelhefboom<br />

van de regelaar een hoek van 25o<br />

t ?o naar boven maken (hoek X , zie f ig. 1 )<br />

In deze stand van de hefboom moet de<br />

remdruk praktisch ongereduceerd worden<br />

doorgestuurd.<br />

Hoek X wordt ingesteld door de lengte<br />

van de verticale verbindíngsstang díe gemonteerd<br />

is tussen de rubbermoffen van<br />

de verende hefboom en de regelhefbooffi,<br />

juist te kiezen.<br />

De insteekdiepte van de verticale<br />

verbindingsstang in de rubbermoffen<br />

moet ziin :<br />

minimaal 45 mm<br />

maximaal 55 mm (zie fig. 2)<br />

Belangriik<br />

Afs hoek X ingesteld wordt, MOET dit gebeuren<br />

door lengteverandering van de verticale<br />

verbindingsstang. Het kan nodig zijn<br />

deze in te korten of te vervangen door een<br />

langere.<br />

Gebruik hiervoor een stang met een buitendiameter<br />

van 8 mm. Instelling van de maat L, anders<br />

dan in de tabel aangegeven, geeft een onjuiste<br />

spreiding van de regeling.<br />

Indien men niet in de gelegenheid is het voertuig<br />

volbelast af te stellen volgens punt 3, dan<br />

kan men na de achterasbelasting van het onbelaste<br />

voertuig gemeten te hebben, de achteras-<br />

Au tomat isch lastaf han kel ij k<br />

regelventiel. 6-g6-s1 11<br />

Fig. 1<br />

Fig.2<br />

I<br />

I<br />

I I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

ll


emdruk bii volledig ingetrapt rempedaal opzoeken<br />

in de hierna volgende tabel. Het belangrijkste<br />

bliift echter de afstelling volgens punt<br />

3.<br />

TABEL<br />

(lu-hy geremde voertu igen )<br />

L -<br />

Type w.b. L (mm)<br />

FA <strong>1600</strong><br />

FA <strong>1600</strong><br />

FM <strong>1600</strong><br />

FT <strong>1600</strong><br />

300<br />

360142014851555<br />

300<br />

265/300<br />

lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />

in mm.<br />

p _ uitgestuurde remdruk t 3 bar naar achter'<br />

wielremmen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />

bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de vernrelde<br />

achterasdruk in kg.<br />

150<br />

150<br />

150<br />

150<br />

p<br />

1 500 kg 2ooo kg lsooo r.s | +ooo r.s max.<br />

32<br />

29<br />

32<br />

32<br />

37 145 | 58<br />

32 l|42 l|52<br />

s7 l+s I sa<br />

37 145 | 58<br />

94<br />

94<br />

94<br />

94


DAF :';ffatsinstructies<br />

RELAISVENTIEL<br />

DOEL<br />

DEL.<br />

Het relaisventiel heeft tot doel de remkamers<br />

snel te kunnen beluchten en ontluchten, waardoor<br />

de aanspreektijd en het lossen van de remmen<br />

worden verkort.<br />

WERKING<br />

Op de aansluiting Supply ís de luchtketel aangesloten.<br />

Wanneer de aansluiting Service drukvrij<br />

is, is de zitting (1) gesloten en de zitting<br />

(21 geopend.<br />

De remkamers, die op de aansluiting Del . ziin<br />

aangesloten, zijn nu ontlucht.<br />

Zodra de samengeperste lucht binnenstroomt<br />

via de aansluiting Service in de ruimte (3)<br />

boven de zuiger (41 , wordt deze naar beneden<br />

gedrukt. De zitting (21 wordt gesloten en de<br />

zitting (1 ) wordt geopend.<br />

Reraisventier 6-36-5 5 11<br />

SERVI CE<br />

De samengeperste lucht stroomt nu vanuit de<br />

luchtketel naar de remkamers.<br />

Een evenwichtstoestand wordt bereikt, wanneer<br />

de druk aan beide zijden van de zuiger (4) gelijk<br />

is.<br />

Wanneer de druk via de aansluiting Service en<br />

daarmee in de ruimte (3) daalt, wordt de zuiger<br />

(41 naar boven bewogen.<br />

De zitting (1) wordt gesloten, de zitting (3) wordt<br />

geopend, waardoor via de afblaasopening (5) de<br />

remkamers af bl azen.<br />

Om te voorkomen dat, in de uitgangspositie, via<br />

de opening (5) vuil binnen zou komen, is een<br />

rubberen klep gemonteerd, die tiidens afbl azen<br />

een grote opening vrij geeft.<br />

ONDERHOUD<br />

SUPPLY<br />

Het relaisventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />

nodig.


DAF :Tilatsinstructies Beproev i ngsaansl u i ti ng 6-g6-sg<br />

BEPRO EV I N G S AAN S LU ITI NG<br />

DOE L<br />

Met behulp van de bepnoevingsaansluiting kan<br />

men op eenvoudige wijze metingen verrichten<br />

aan de reminstallatie.<br />

WERKING<br />

De beproevingsaansluiting bestaat uit een huis 1<br />

met zuigerklep 2, welke onder spanning staat<br />

van de veer 3. In de ruststand is de zitting 4<br />

gesloten,<br />

Aan de bovenzijde is de aansluiting door míddel<br />

van een kap 5 afgedicht.<br />

Men kan deze aansluitingen vinden op een<br />

remkamer van de vooras en op een remkamer<br />

van de achteras.<br />

2<br />

1<br />

5<br />

L<br />

3


DAF<br />

:'T:;atsins'Îruc'Ìies<br />

NOODVULAANSLUITING<br />

DOEL<br />

Met behulp van de noodvulaansluiting kan het<br />

parkeerremcircuit van buitenaf (b.v. reserve<br />

band) worden belucht.<br />

WERKING<br />

De noodvulaansluiting bestaat uit een huis 1<br />

met terugslagklep 2, welke onder spanning staat<br />

van een veer 3. Aan de bovenzijde bevindt zich<br />

een ventieldop 4, welke op de kap 5 is gedraaid.<br />

Plaats stopblokken voor de wielen, wanneer met<br />

lucht van buítenaf wordt gelost.<br />

Wanneer het parkeerremcircuit met lucht van<br />

buitenaf moet worden gelost, wordt de bandenvulsfang<br />

aangesloten nadat de ventief dop 4 is<br />

verwijderd.<br />

ook kan de, aan de andere kant van de bandenvu<br />

lslang, gemonteerde aanslu itnippel (M t 4x 1 ,5)<br />

worden aangesloten nadat de kap 5 van de<br />

noodvu laanslu iting is verwijderd.<br />

Wanneer de bandenvulslang is aangesloten zal<br />

de samengeperste lucht de terugslagklep 2 openen<br />

en het parkeerremcircuit vullen. Plaats<br />

hierbij het parkeerremventiel in de kabine in<br />

de stand " Rijden".<br />

De noodvulaansluiting is onder de chauffeursstoel<br />

geplaatst.<br />

Laat de luchtdruk bij het lossen met lucht van<br />

builenaf niet hoger oplopen dan 7,5 bar (kg/<br />

.r2).<br />

L<br />

5<br />

2<br />

3<br />

Noodvu laanslu iting<br />

6-96-6 o/1<br />

//2-<br />

---\


DAF 1l[sfatsinstructies Beproev i ngsaansl u itin g 6-96-6 111<br />

BEPROEV I N G S AANS LU ITI NG<br />

DOEL<br />

Met behulp van deze aansluiting kan men eenvoudig<br />

samengeperste lucht aftappen of toevoeren,<br />

€fl metingen verrichten.<br />

WERKING<br />

De beproevingsaansluiting bestaat uit een huis 1<br />

met zuigerklep 2, welke onder spanning staat<br />

van de veer 3. In de ruststand is de zitti ng 4<br />

gesloten . .<br />

Aan de bovenzijde is ter bescherming een kap<br />

5 opgeschroefd. Een aansluiting bevindt zich<br />

aan een zijkant van het chassis, terwijl een andere<br />

zich bevindt op het lastafhankelijk regelventiel.<br />

Met eerstgenoemde kan men:<br />

a. banden oppompen (m.b.v. de bandenvulslang)<br />

b. de luchtdrukinstallatie van buitenaf vullen<br />

(let op dat de druqniet hoger oploopt dan<br />

ca. 7,5 bar (kg/cmz)<br />

c. drukken meten (bijv. in- en uitschakeldruk<br />

van de drukregelaar).<br />

Met de andere kan men de remdruk meten,<br />

zoals die door het voetremventiel uitgestuurd<br />

wordt.<br />

1<br />

/'-'\<br />

5<br />

L<br />

3


DAF<br />

-:'fl;tsinstructies<br />

AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK<br />

REGELVENTIEL<br />

UITVOERING<br />

De aanslu iting voor het ingaande commando<br />

(1 ) bevindt zich bovenaan in de zijkant van het<br />

ventiel.<br />

DOE L<br />

Dít ventíel heeft tot doel de remkracht van de<br />

remkamers afhankelijk van de belading te regelen.<br />

WERKING<br />

Het regelventiel is aan het chassis bevestigd, terwijl<br />

de regelhefboom (6) vía stangen met de achteras<br />

verbonden is.<br />

Wanneer het voertuig wordt beladen, vermindert<br />

de afstand tussen chassis en as. Hierdoor wordt<br />

de regelhefboom vanuit positi E ,,leeg" naar positie<br />

,,volbeladen" bewogen. Binnen in het ventiel<br />

is met de regeliref boom verbonden een bolvormige<br />

stift (8), welke dient als steunpunt voor<br />

de zuigerbuis (5). Hierdoor wordt de positie van<br />

deze laatste bepaald, afhankelijk van de beladingspositie<br />

van het voertuig.<br />

Tijdens remmen komt bij aansluiting 1 perslucht<br />

binnen, welke via het openstaand klepje 13<br />

in de ruimte 14 komt. Wanneer deze druk de<br />

waarde van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan<br />

15 tegen een veer in omhoog gedrukt en<br />

sluit klepje 13. Deze druk staat nu ook via boring<br />

16 in verbinding met de ruimte boven<br />

membraan 7.<br />

Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />

naar beneden gedrukt worden, Klepje 3 gaat<br />

aanf iggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze doen<br />

afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan van de<br />

zuiger zal klepje 3 geopend worden, waardoor<br />

de remlucht kan doorstromen via aansluiting 2<br />

naar de bedrijfsremaansluiting van de veerremcilinders<br />

op de achteras. Teve rs komt de ruimte<br />

onder membraan 7 onder dezelfde druk te staan.<br />

Naarmate de zuiger verder naar beneden bewogen<br />

is, is het membraan verder vrij gekomen<br />

van de ruggen (10) in het huis en aan gaan liggen<br />

tegen de vleugels (12) welke met de zuiger zijn<br />

verbonden. Het werkzame oppervlak van het<br />

membraan wordt daardoor geleidel ijk vergroot.<br />

Als het voertuig gedeeltelijk beladen is zal dit<br />

oppervlak groter zijn dan dat van de bovenziide<br />

î5<br />

14<br />

î3<br />

tî<br />

î0<br />

12<br />

E<br />

Autom. lastafh. regelventiel 6-96 -72<br />

1<br />

t6<br />

3<br />

4<br />

5<br />

7<br />

2 I<br />

5<br />

9


ar<br />

7<br />

6<br />

5<br />

P24<br />

lg 2<br />

/<br />

/ 4<br />

/<br />

2 3 4<br />

+Pl<br />

o 5 6 Tbar<br />

p 1 : ingestuu rde dru k<br />

p2<br />

/<br />

/ ,zt-<br />

/<br />

/<br />

van de zuiger. Wanneer de druk boven de zuiger<br />

plus de druk boven het membraan (0,5 bar) overwonnen<br />

wordt door de druk onder membraan 7,<br />

dan wordt de zuiger weer omhoog gedrukt totdat<br />

klepje 3 weergesloten is; De evenwichtstoestand<br />

is nu bereikt. Hoe zwaarder de belading van het<br />

voertuig is, hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />

en daarmee van de zuiger, hoe kleiner<br />

het werkzame oppervlak van het membraan, des<br />

te groter zal de uitgestuurde druk moeten worden<br />

om evenwicht te maken. Bij max. toegestane bef<br />

ading zal het regelventiel open blijven staan, en<br />

wordt dus de volle druk dcorgestuurd. Bij minimale<br />

belading zal daarentegen de remdruk max.<br />

gereduceerd worden.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />

bij aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />

in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />

in zijn hoogste stand en zal dan ontwijken door<br />

de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />

De omloopleiding (1 t ) zorgt ervoor, dat via<br />

zuigertje 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />

er evenwicht is tussen de naar boven en naar<br />

beneden gerichte krachten op de stift.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodig.


DAF<br />

J;::aatsinstructies<br />

AFSTE LG EG EVENS AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHAN KE L IJKE REM R EG E LI NG<br />

Opm.: 1 bar : ongeveer 1 kg/cm2 .<br />

1. Kontrofeer de bevestiging ven de verende<br />

hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />

deze hefboom en de regelhefboom van de<br />

regelaa r.<br />

2. Stel de lengte t (zíe fig. 1 ) van de regelhefboom<br />

af volgens de tabel.<br />

3. Sluit manometer (1 ) aan op de beproevingsaansluiting<br />

op het regelventiel.<br />

4. Sf uit manometer (21 aan op de beproevingsaansluiting<br />

op één der veerremcilinders<br />

(bedrijfsrem aansluiting) van de achteras.<br />

5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />

Deze druk niet af te lezen op de luchtdrukmeter<br />

op het instrumentenpaneel, d aar<br />

deze te grof aanwiist, maar op een goede<br />

manometer.<br />

6. Meet de belasting onder de achteras(-sen).<br />

7. Trap het rempedaal volledig in en Iees op<br />

manometer (21 de remdruk van de achteras<br />

af.<br />

8. Vergelijk deze waarde met die uit de hierna<br />

volgende tabel. Deze gegevens staan ook<br />

vermeld op het instructie plaatje op een der<br />

deu rstijlen .<br />

9. Indien de achteras belast is tot op maximaaltoelaatbare<br />

waarde, dan moet de remdruk<br />

practisch ongereduceerd worden doorgelaten.<br />

De hefboom van de regelaar dient<br />

dan 30o + 20 omhoog te staan (hoek X<br />

fig. 1 ).<br />

10. Indien de gemeten waarde volgens punt<br />

7, ofwel de hoek volgens punt 9 afwijkt,<br />

verander dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />

en in geen geval de lengte L<br />

van de regelhefboom.<br />

De insteekdiepte van de verbindingsstang<br />

in de rubbermoffen dient minimaal 45 mm<br />

en maximaal 55 mm te zijn (zie fig. 2).<br />

Automatisch<br />

^<br />

lastafhankelijk regelventiel O-36-T<br />

Fig. î<br />

Fig. 2<br />

I<br />

li<br />

2


CODE N R.<br />

KONTROLE WAARDEN<br />

AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHANKELUK<br />

REGELVENTIEL<br />

REGELVENTIEL<br />

ACHT E RVEER<br />

VOL L AST<br />

o( =30'g 2'<br />

L EEG<br />

HEFBooM LENGTE L = ... MM<br />

ACHTERAS<br />

DRUK \-..-<br />

KGF<br />

2000<br />

3000<br />

/.000<br />

s00 0<br />

TABE L<br />

REMDRUK--<br />

! 0.2 BAR<br />

BU 6.5 BAR<br />

KET EL DRUK<br />

EEG 75 t52L /<br />

Type I w.b.<br />

I<br />

FT/FA f 600 w.b. 300<br />

FA <strong>1600</strong> | 36G610<br />

FM <strong>1600</strong> |<br />

FM<strong>1600</strong> (cn) | 32o<br />

I<br />

rB 163 | 470<br />

TB 163 I 605<br />

2<br />

3<br />

t,<br />

5<br />

6t Opmerking:<br />

De waarden ín de tabel en op het instructieplaatje<br />

?, gelden alleen, als het oorspronkelijke verenpakket<br />

I op de achteras gemonteerd is.<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11<br />

instructieplaatje op de cleurstijl<br />

Indien de achteras volbelast is (niet overbelas{, dan moet het A. L. R. ventiel de volle remdruk<br />

doorlaten.<br />

L : lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />

in mm.<br />

p : uitgestuurde remdruk t0,2 im bar<br />

naar achterwielen bij vol ingetrapt<br />

rempedaal, bij een keteldruk van 6mb<br />

6,5 bar en bij de vermelde achterasdruk<br />

in kg.<br />

4<br />

SOO /3601420<br />

L(mm) 2000 kg 3000 ks 4000 ks 5000 ks<br />

90<br />

115<br />

BO<br />

65<br />

165<br />

165<br />

2,5<br />

3,1<br />

2,3<br />

3, 1<br />

3,0<br />

3,3<br />

3, 1<br />

3,7<br />

3,0<br />

3,4<br />

3,4<br />

3,7<br />

p<br />

3,9<br />

4,5<br />

3,7<br />

3,8<br />

4,2<br />

4,4<br />

4,8<br />

5.4<br />

4,6<br />

4,2<br />

5,0<br />

5,0


DA F :;'Jr-tsinstructies<br />

il:"#:lir^rastarhankeriik 6 -96-Tg<br />

AUTOMATISCH LASTAFHANKELIJK REGELVENTIEL<br />

UITVOERING<br />

De aansluiting voor het ingaande commando<br />

(1 ) bevindt zich bovenaan in de zijkant van<br />

het ventiel.<br />

DOEL<br />

Dit ventiel heeft tot doef de remkracht van de<br />

remkamers afhankelijk van de belading van het<br />

voertuig te regefen.<br />

WERKING<br />

Het regelventiel is aan het chassis bevestigd,<br />

terwijl de regelhefboom (6) via stangen met de<br />

achteras verbonden is. Wanneer het voertuig<br />

wordt befaden, vermindert de afstand tussen<br />

chassis en as. Hierdoor wordt de regelhefboom<br />

vanuit positie "leeg" naar positie "volbeladen"<br />

bewogen. Binnen in het ventiel is met de regelhefboom<br />

verbonden een bolvormige stift (81,<br />

welke dient als steunpunt voor de zui$erbuis<br />

(51. Hierdoor wordt de positie van deze faatste<br />

bepaald, afhankelijk van de beladingspositie<br />

:<br />

van het voertuig.<br />

Tijdens remmen komt bii aansluiting 1 remlucht<br />

binnen, welke via het openstaand klepie<br />

13 in ruimte 14 komt. Wanneer deze druk de<br />

waarde van 0,5 bar te boven gaat, wordt membraan<br />

15 tegen een veer in omhoog gedrukt en<br />

sluit klepje 13. Deze druk staat nu ook via boring<br />

16 in verbinding met de ruimte boven membraan<br />

7.<br />

Ook zuiger 4 zal onder invloed van de luchtdruk<br />

naar beneden gedrukt worden. Klepie 3<br />

gaat aanliggen tegen zuigerbuis 5, en zal deze<br />

doen afsteunen op stift 8. Bij nog verder gaan<br />

van de zuiger zal klepje 3 geopend worden,<br />

waardoor de remlucht kan doorstromen via<br />

aansluiti ng 2 naar de bedrijfsremaansluiting van<br />

de veerremcilinders op de achteras. Tevens<br />

komt de ruimte onder membraan 7 onder dezelfde<br />

druk te staan. Naarmate de zuiger verder<br />

naar beneden bewogen is, is het membraan<br />

verder vrij gekomen van de ruggen (1 0) in het<br />

huis en aan gaan liggen tegen de vleugefs (12Irrelke<br />

met de zuiger ziin verbonden. Het werkzame<br />

oppervlak van het membraan wordt daar-<br />

î<br />

1<br />

f6<br />

3<br />

4<br />

5


n 7<br />

6<br />

5<br />

P24<br />

t3 2<br />

/<br />

/ ,zt-<br />

o 2345<br />

+Pl<br />

/<br />

/<br />

/<br />

/<br />

7 ,zrJ<br />

6 7berr<br />

pî= ingestuurde druk<br />

p?=uitgestuurde druk<br />

door geleideliik vergroot. Als het voertuig gedeelteliik<br />

beladen is zal dit oppervlak groter ziin dan<br />

dat van de bovenzijde van de zuiger. Wanneer de<br />

druk boven de zuiger plus de druk boven het<br />

membraan (0,5 bar) overwonnen wordt door de<br />

druk onder membraan 7, dan wordt de zuiger<br />

vì/eer omhoog gedrukt totdat klepie 3 weer gesloten<br />

is. De evenwichtstoestand is nu bereikt.<br />

Hoe zwaarder de belading van het voertuig is,<br />

hoe hoger de positie van de bedieningshefboom<br />

en daarmee vAn de zuiger, hoe kleiner het werkzame<br />

oppervlak van het membraan, des te groter<br />

zal de uitgestuurde druk moeten worden om<br />

evenwicht te maken. Bii max. toegestane belading<br />

zal het regelventiel open blijven staan, €n<br />

wordt dus de volle druk doorgestuurd. Bii minimale<br />

belading zal daarentegen de remdruk max.<br />

gereduceerd worden.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, valt de druk<br />

bii aansluiting 1 weg. De druk welke nog heerst<br />

in de ruimte onder membraan 7 drukt de zuiger<br />

in zijn hoogste stand en zal dan ontwiiken door<br />

de nu geopende zuigerbuis en de ontluchting E.<br />

De omloopleiding (1î ) zorgt ervoor, dat via<br />

zuigertie 9 de stift 8 ondersteund wordt, zodat<br />

er evenwicht is tussen de naar boven en naar beneden<br />

gerichte krachten op de stift.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodig.


DA F I'Jr'atsinstructies<br />

AFSTE LG EG EVE NS AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHAN KEL IJKE REMREG E LI NG<br />

Opm.: 1 bar : ongeveer 1 kg/cm2 .<br />

1 . Kontroleer de bevestiging van de verende<br />

hefboom aan de as en de gangbaarheid van<br />

deze hefboom en de regelhefboom van de<br />

regelaar.<br />

2. Stel de lengte L (zie fig. 1 ) van de regelhefboom<br />

af volgens de tabel.<br />

3. Sluit manometer (1) aan op de beproevingsaansluiting<br />

op het regelventiel.<br />

4. Sluit manometer (21 aan op de beproevingsaansluiting<br />

op één der veerremcilinders<br />

(- bedrijfsremaansluiting) van de<br />

achte ras.<br />

5. Keteldruk tijdens afstelling 6,5 bar.<br />

Deze druk niet af te lezen op de luchtdrukmeter<br />

op het instrumentenpaneel,<br />

daar deze te grof aanwijst, maar op een<br />

goede manometer.<br />

6. Kontroleer nu de instelling van de verbindingsstang<br />

(5) door de regelhefboom<br />

in 300 positie te trekken (hoek X, f ig. 1 ).<br />

Nu moet ook de andere aangegeven hoek<br />

X 30o ziin. Zo niet, dan corrigeren door<br />

de lengteverandering van verbindingsstang<br />

(5) d.m.v. de rubbermoffen.<br />

7. Meet de belasting onder de achteras(sen).<br />

8. Trap het rempedaal volledig in en lees<br />

op manometer (21 de remdruk van de<br />

achteras af.<br />

9. Vergelijk deze waarde met die uit de<br />

hierna volgende tabel. Deze gegevens<br />

staan ook vermeld op het instructie plaatje<br />

op een der deurstijlen.<br />

fig. 1<br />

Automatisch ^tastafhanketijk<br />

resetventiet O'3 6' 7 3<br />

fig. 2<br />

t<br />

li<br />

't


CODE N R.<br />

KONTROLE \ilAARDEN<br />

AUTOMAT ISCH<br />

LASTAFHANKELUK<br />

REGELVENTIEL<br />

TYP E<br />

/,<br />

_ t . ... . WB<br />

REGELVENTIEL<br />

ACHTERVEER<br />

aa<br />

\<br />

VOL L AST<br />

o( =3Ott 2'<br />

L EEG<br />

HEFBOOM LENGTE L =<br />

ACHTER AS<br />

DRUK \_<br />

\<br />

KGF<br />

2000<br />

REMDRUK<br />

T 0.2 BAR<br />

3000 t<br />

4000 t<br />

s00 0<br />

MM<br />

B U 6,5 BAR<br />

KETELDRUK<br />

EEG 75 152t,<br />

Instructieplaatje op de deurstijl<br />

TABE L<br />

Type L (mm)<br />

2<br />

3<br />

L<br />

5<br />

7<br />

8<br />

I<br />

10<br />

11<br />

10. Indien de achteras belast is tot op maximaal<br />

toelaatbare waarde, dan moet de remdru<br />

k practisch ongereduceerd worden<br />

doorgelaten. De hefboom van de regelaar<br />

dient dan 300 + 20 omhoog te staan<br />

(hoekXfig. 1).<br />

1 1. Indien de gemeten waarde volgens punt 7,<br />

ofwel de hoek volgens punt 9 afwiikt, verander<br />

dan de lengte van de verticale verbindingsstang,<br />

en in geen geval de lengte<br />

L van de regelhefboom. De insteekdiepte<br />

van de verbindingsstang in de rubber<br />

moffen dient minimaal 45 mm en maxi<br />

maal 55 mm te zijn (zie fig.2l .<br />

OPMERKING<br />

De waarden in de tabel en op het instructieplaatje<br />

gelden alleen, als het oorspronkelijke<br />

verenpakket op de achteras gemonteerd is.<br />

Indien de achteras volbelast is (niet overbelast),<br />

dan moet het A.L.R. ventiel de volle<br />

remdru k doorlaten.<br />

L - lengte regelhefboom van de remdrukregelaar<br />

in mm.<br />

p - uitgestuurde remdruk + 0,2 bar naar<br />

achterwielen bij vol ingetrapt rempedaal,<br />

bij een keteldruk van 6,5 bar en bij de<br />

vermelde achterasgewicht in kg.<br />

4000 ks 5000 ks 6000 ks 7000 kg<br />

FAS <strong>1600</strong> 62 2,8 3,0 3,2 3,5<br />

p


DAF :Tilatsinstructies Lagedru k schakelaar 6-gg- 4r1<br />

LAGEDRUK SCHAKELAAR<br />

DOEL<br />

Het uitschakelen van controlelampen wanneer<br />

een bepaalde druk is bereikt. Pe uitschakeldruk<br />

bedraagt 5,0 t O,2 bar (kg/cmz).<br />

WERKING<br />

Wanneer de ingestelde druk in de luchtdrukleiding<br />

is bereikt, wordt de bestaande verbinding<br />

van de beide contacten door het membraan verbroken.<br />

Wanneer de druk onder de ingestelde<br />

druk daalt, worden de beide corrtacten weer<br />

verbonden.<br />

ONDERHOUD<br />

De fagedruk schakefaar heeft geen biizonder<br />

onderhoud nodig.


DAF :Tilatsinstructies stoprichtschakeraar 6'38- 5 l1<br />

STOPLICHTSCHAKELAAR<br />

DOEL<br />

Het in werking stellen van de stoplichten.<br />

Wordt echter ook gebruikt om de continuremmen<br />

van de volgwagen in werking te stellen, als<br />

men van de motorrem gebruik maakt.<br />

WERKING<br />

De schakelaar is opgenomen in de luchtleiding<br />

naar de remkamers, resp. naar de motorremcif<br />

inder(s) . Zodra wordt gereffid, komt de schakelaar<br />

in werking. De^inschakeldru k bedraagt '<br />

0,2-0,3 bar (ké1.r2)<br />

Monteren moet verticaal gebeuren, met de<br />

efektrische aansluiting aan de bovenzijde.


DA F i"::Hatsinstructies Aan h a ngwa genremven tiel 6-gg-6<br />

AANHANGWAG EN R EMVENTI EL<br />

Aanhangwagenremventie'l (met dru kbegrenzing).<br />

DOE L<br />

Bediening van éénleiding volgwagen re{ninstallatie<br />

en drukreductie op 5,2 bar (kg/cmz) van de<br />

naar de volgwagen stromende lucht.<br />

WERKING<br />

f n de ruststand wordt het membraan met zuiger<br />

(6) en zuigerbuis (7I'door de c,irukveer (5) in ziin<br />

onderste stand gedrukt, zodat de dubbele klep<br />

bij de zitting (8) gesloten en bij de zitting (9)<br />

geopend is. De luchtdruk stroornt vanaf de<br />

luchtketel op de truck via de aansluiting (V) en<br />

de aansluiting (A) in de leiding naar de aanhangwagen<br />

en stroomt daarbij tevens in de ruimte (4)<br />

bij de regelzu iger (3).<br />

Zodra de gewenste druk in de aanhangwagenleiding<br />

en daarmee tevens in de kamer (10) is<br />

bereikt, wordt de doorgang langs zitting (9) tegen<br />

de kracht van de drukveer (1 t ) gesloten.<br />

Bij het remmen wordt de druk, door het voetremventiel<br />

via de aansluiting (Zl in de ruimte<br />

(1 ) van het aanhangwagenremveqtiel toegelaten.<br />

Een druk van 0,2-0,4 bar (kg/cmz) is al voldoende,<br />

om het membraan met zuiger (6) met<br />

de zuigerbuis (71 tegen de veerdruk (5) in naar<br />

boven te bewegen waardoor de zitting (B)<br />

wordt geopend.<br />

Via de zuigerbuis (71 en de ontluchtingsboring<br />

(E) in het bovenste gedeelte van het huis ont<br />

wijkt zoveel druk dat de voor de voorijling noodzakelijke<br />

plotselinge dru kval in de aanhangwagenleíding<br />

bereikt wordt.<br />

De evenwichtstoestand wordt bereikt, wanneer<br />

de zuigerbuis (71 terugkomt op de zittíng (8)<br />

hetwelk wordt veroorzaakt doordat de druk<br />

in de ruimte (4)mede afgevallen is, terwijl boven<br />

de regelzuiger (3) in de ruimte (21 de voorraaddruk<br />

heerst. De regelzuiger (3) drukt nu<br />

door de kraag aan de zuigerbuis 0l', de zuigerbuis<br />

(71 naar beneden zodat een evenwichtstoestand<br />

wordt verkregen.<br />

Een versterken van de remwerking op de truck<br />

veroorzaakt een verder afvallen van de druk in<br />

de aanhangwagen leidi ng.<br />

Bij een orùr uàn 5,5-6,ó bar (kg/. m2) in de<br />

ruimte (1) is de aanhangwagenleiding volledig<br />

ontlucht. Bij lossen van de remmen op de truck<br />

vaft ook de druk in de ruimte (1) weg, daardoor<br />

verplaatst de zuigerbuis (71 zich weer naar beneden<br />

en sluit de dubbele klep bij de zitting (8) en<br />

opent bij de zitting (9).<br />

De voorraadketel van de truck belucht nu de aanhangwagenleiding,<br />

waardoor de remmen van de<br />

aanhangwagen lossen. Tevens zal hierbii de drukval<br />

van de aanhangwagenketel worden opgeheven.<br />

De gehele door lucht bediende remwerking van de<br />

aanhangwagefì laat zich na de plotsel inge dru kval<br />

in de aanhangwagenleiding, welke voor het verkriigen<br />

van voorijling noodzakeliik is, zeer nauwkeurig<br />

regelen.<br />

Wanneer het parkeerremventiel in de kabine wordt<br />

bediend, wordt via het reactieventiel de Z-aansluiting<br />

van het aanhangwagenremventiel belucht.<br />

Het membraan met zuíger wordt van de geloste<br />

stand in de rempositie getrokken , zodat de aanhangwagenremleiding<br />

geheel is ontlucht en de<br />

aanhangwagen geremd is.<br />

Bij een ingestuurde druk op de Z-aansluiting van<br />

1,0 bar (kg/cma) bedraagt de drukafval i1 de<br />

#;t;i;ing aansluiting 1,a-1 ,8 bar (kg/cm2)<br />

Bij een ingestuurde^druk op de Z-aansluiting van<br />

5,6-6,0 bar (kg/cmz) is de éénleiding aansluiting<br />

maximaal ontlucht.


HET TESTEN VAN HET AANHANGWAGENREMVENTIEL OP HET VOERTUIG<br />

Het aanhangwagenremventigl met drukreductie<br />

van 7,3 naar 5,2bar (kg/cmz) rnrordt toegepast<br />

wanneer de tweekring- tweeleiding luchtdrukinstallatie<br />

is uitgerust met een extra éénleiding<br />

aanslu iting.<br />

Het ventiel, welke af-fabriek wordt toegepast<br />

heeft DAF no. 583512 en Westinghouse no.<br />

47 1.200.008. 0 ( 1 61 S27).<br />

Wanneer de omstandigheden dit noodzakelijk maken<br />

kan es'een met grotere voorijling worden<br />

gemonteerd (DAF no. 541108 - Westinghouse no.<br />

471.200.102.0 (1 61 S30).<br />

Sf uit de beide manometers aan zoals aangegeven<br />

in de afbeelding, nl. meter 1 op de commando<br />

koppelingskop van het tweeleiding systeem (geel),<br />

en meter 2 op de éénleiding koppelingskop<br />

(blauw). Laat de compressor de luchtketels vullen.<br />

f n stand rijden van het voqrtuig zal manometer<br />

1 aangeurn: 0 bar (kg/cm2). Mìnomete r 2 aangesf<br />

oten op de één leiding kopqelingskop, zdl een<br />

druk van 4,7-5,2 bar (kg/cmtl aangeven.<br />

Wanneer de voetremplaalwordt bediend tot een<br />

waarde van 1 bar (kg/cmz) gemeten op manometer<br />

1, zal dit een drukafvaf verooJzaken op manometer<br />

2 van 1,3-1 ,8 bar (kg/cm2). Dit houdt in<br />

dat op deze.rmanometer een druk van 3,5-4,0<br />

bar (kg/r ma) heerst.<br />

Wanneer de noodrem wordt bediend (stand<br />

remmenl zal dit de maximale drukafval ver- ^<br />

oorzaken op manometer 2 (:0 bar) (kg/cm2).<br />

In de stand parkeren zal^echter manometer 2<br />

wee r 4,7-5,à n", (kg/cm2) aangeven.<br />

A<br />

B<br />

c<br />

bor<br />

6<br />

5<br />

t,<br />

3<br />

2<br />

1<br />

-r<br />

\ A<br />

\ /<br />

\<br />

X \<br />

123156<br />

+B<br />

druk op de éénleidingaansluiting (A-aanslu iting)<br />

dru k op de Z-aanslu iting (commando)<br />

druk in de remkamers van de volgwagen<br />

,/<br />

\<br />

bor<br />

6<br />

bor


DAF :lffatsinstructies Luchtkraan 6-39-1 5 11<br />

DOE L<br />

Het afsluiten van een luchtdrukleiding.<br />

WERKING<br />

Wanneer de handgreep parallel staat met de<br />

luchtkraan, wordt de drukstift (4) door de<br />

deksel, welke is verbonden aan de handgreep<br />

(3), op de klep (5) gedrukt, waardoor deze<br />

wordt geopend.<br />

De samengeperste lucht kan nu van de aansluiting<br />

(1 ) naar de aansluiting (21 passeren.<br />

Wordt de handgreep (3) over een hoek van 90o<br />

tot de aanslag ged raaid, dan wordt de veerbelaste<br />

drukstift (4) naar boven gedrukt in de<br />

uitsparing a van de deksel. De klep (5) volgt<br />

ook naar boven en sluit de inlaat af zodat geen<br />

samengeperste lucht meer kan doorstromen.<br />

De verbinding met de buitenlucht wordt vrijgemaakt.<br />

De aansluiting (21 wordt via de centrale uitlaatboring<br />

in klep (5) en de ontluchting ontlucht.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodig.


Printed in the Netherlands 74Os<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

7<br />

6-00-1259<br />

(rtF.<br />

$of<br />

to\o<br />

nto<br />

ll<br />

rfs<br />

1l<br />

(îf'î<br />

(v)r<br />

tl<br />

|.r)o<br />

oo<br />

óó<br />

-.c{ 0îrf<br />

tc\l<br />

(\l$<br />

o(o<br />

d.(ft<br />

L<br />

frE tl<br />

- (Y)<br />

v$ ll<br />

o)<br />

tr)<br />

(<br />

o<br />

lr'<br />

T<br />

o<br />

T<br />

o<br />

o<br />

e.t<br />

I<br />

v,<br />

uj<br />

I<br />

o<br />

rO<br />

to<br />

I<br />

nî<br />

tn<br />

I<br />

'o<br />

DAF Werk<br />

F <strong>1600</strong><br />

p laats i nstruct ies<br />

Remschema's Í\<br />

(D-oo


ot<br />

I<br />

o I<br />

J<br />

N<br />

o)<br />

6-53 -4t2 6 -38-170659<br />

6- 53 -55 t1<br />

\<br />

E=<br />

o ,q<br />

6 -36-1<br />

1. 6€5-4 6-53-4/1<br />

2. 6€5-3<br />

3.6-85-1<br />

6-tO-15/1<br />

6 -39 -22<br />

-r<br />

I


gAVL spuBueqlaN aql ul peluud<br />

uapnoqagJoo^ ua6u t 6tzf tfvt<br />

6<br />

zgzJ.-00-9<br />

.lu:-. !t<br />

o'o|o<br />

bFF<br />

tb=d<br />

o'<br />

t<br />

(,<br />

o<br />

îb<br />

O)<br />

o)<br />

I(,<br />

A<br />

I<br />

o)<br />

o<br />

I<br />

(,<br />

o|<br />

I<br />

(,,<br />

u<br />

I<br />

f\)<br />

o<br />

@I<br />

tp<br />

ul<br />

oI u<br />

ÀI<br />

o<br />

d,<br />

(Jl<br />

.f<br />

Ol<br />

t(,<br />

o'<br />

I<br />

A 1\)<br />

o)<br />

ú,<br />

(o<br />

J.<br />

(tl<br />

Ot<br />

I<br />

(,<br />

s<br />

I<br />

@<br />

o<br />

I<br />

(,<br />

@<br />

I<br />

n\)<br />

Of<br />

I(,<br />

ul<br />

I<br />

rù<br />

!<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

UI<br />

I<br />

-J<br />

(t)<br />

I<br />

ul<br />

Ot<br />

I<br />

ÀT<br />

$,t<br />

ru<br />

O)<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

O)<br />

I<br />

LÀ,<br />

o'<br />

I<br />

(,<br />

A<br />

00-q<br />

V s,Bulotlcsuag sallcnrtsu,sres :::; J VfI


o<br />

ct)<br />

t<br />

(t ot<br />

J<br />

N<br />

o)<br />

o<br />

1. 6- 80-11<br />

2. 6- 80-9<br />

3 6-80-18<br />

6-58-1o/',|<br />

6.56-10/1<br />

6.3 4-6/',1<br />

6- 53 - 4/2 6 3533/î<br />

6-53-4/1 6 -35-1<br />

6-35-27t1<br />

6-53 -55/1<br />

/<br />

6- 53- 55/1<br />

I<br />

l<br />

I


Printed in the Netherlands 74Os<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

11<br />

6-00-1269<br />

\o'o(o<br />

; oiri<br />

ò<br />

I<br />

o<br />

nI rO<br />

@@@<br />

lll<br />

=oP ltl<br />

ooo<br />

o lr-<br />

I<br />

(o<br />

oI (o<br />

'oI<br />

$<br />

n<br />

tD<br />

rî<br />

F<br />

I<br />

o<br />

5o<br />

E<br />

!î<br />

I<br />

r,î<br />

nI rO<br />

vI fî<br />

oI (o<br />

(o<br />

F qna<br />

ltl<br />

T<br />

rO<br />

0î<br />

I<br />

(o<br />

@<br />

I<br />

oa? \o<br />

f,î<br />

a<br />

to<br />

a(o<br />

rO<br />

n<br />

I<br />

(,î<br />

o<br />

I<br />

o<br />

t^c)<br />

to<br />

I<br />

r,î<br />

tn<br />

I<br />

(o<br />

o<br />

I<br />

o)<br />

r,î<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

o)<br />

|îI (o<br />

rn<br />

(\l<br />

F<br />

I<br />

of,îI o<br />

C\I<br />

I<br />

O)<br />

îîI (o<br />

F<br />

DA F :;::'atsinstructies<br />

Remschema's c\<br />

(D-oo


N<br />

o)<br />

I<br />

C'<br />

oI<br />

J<br />

CD<br />

J<br />

(rr<br />

6- 39-19/1 6-54-'l 6-34-8<br />

6-3 6-43<br />

2.6- 80-1€l<br />

1.6-SO-9 6 -3 4-6/1<br />

6-54 -26 6-35J 3/1<br />

6-38-815 / 6-3e -25 6-36-25<br />

6 - 39 -26/1 6-39-3<br />

!-El<br />

(-<br />

- ---<br />

--<br />

6-35-33/1<br />

6- 3 6- 44/2 6 -35-1<br />

IID<br />

-D<br />

--I<br />

trEe<br />

'?o'll I<br />

'ru<br />

I<br />

I<br />

ì 6-3<br />

I<br />

5-27<br />

6-3 5-27


gOrL spuBlJoLlloN otll u! paluud<br />

uapnoqeqloo^ ua6utOlzlnn<br />

8t<br />

9e8 L-00-9<br />

?e?<br />

@@@ ooo<br />

Itl<br />

=od<br />

f., O<br />

-N5<br />

__<br />

o|<br />

I<br />

E<br />

I<br />

N<br />

E<br />

o'<br />

I (,<br />

(,<br />

t<br />

w<br />

o !<br />

(,<br />

oI TD<br />

ul<br />

.J<br />

.J<br />

o|<br />

I<br />

(,<br />

AI<br />

o|<br />

I<br />

(,<br />

o|<br />

t<br />

À eJ<br />

o}<br />

I<br />

f.l,<br />

Ifu N<br />

o)<br />

I<br />

(tl<br />

AI N)<br />

ol<br />

00-c)<br />

V s,Puleqcsrueg solrcnrrsu,sl'B :;:; c vcl


à<br />

o)<br />

I<br />

C)<br />

o t<br />

-l<br />

C'<br />

]u<br />

O<br />

3.6-80- î8<br />

1. 6 -80 -11<br />

2.6-80 - 9<br />

6-54-1<br />

6-35- 2I<br />

6-39 -26 6-38-815<br />

6-34 - 6/ 1<br />

6J 6-44/1<br />

s:6-38/1<br />

6-35-27 6-36-33<br />

6-39J5<br />

6-54-26<br />

6-39-12n<br />

6-36 -43/


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

15<br />

6-00-1331<br />

9o tf<br />

88<br />

óó<br />

oi;<br />

(o<br />

cI<br />

g<br />

I<br />

ro<br />

F<br />

ó<br />

T<br />

(o<br />

$(o<br />

o<br />

NI lr)<br />

NI<br />

o<br />

0î<br />

I<br />

o<br />

\t<br />

!rI<br />

onî<br />

I<br />

o<br />

e<br />

+<br />

îîI<br />

o<br />

T<br />

to<br />

0î<br />

I<br />

(o<br />

f,î<br />

oî<br />

I<br />

ordì<br />

I<br />

o<br />

r,î<br />

(rî<br />

I<br />

n<br />

tîI (o<br />

(o<br />

N<br />

I \t<br />

ln<br />

I<br />

(o<br />

nî<br />

It<br />

I<br />

(o<br />

fîI<br />

(o<br />

otîI o<br />

o C-I<br />

DA F :;:: "atsinstructies<br />

Remschema's<br />

^(D-oo


CI)<br />

ct)<br />

I<br />

o ot<br />

.rl<br />

q)<br />

CD<br />

{<br />

5.36-80-18<br />

4.2.6-80-9<br />

1 6-80-11 6-34 -U1 4.5.6514-311<br />

123.64-1t1 6 -34-8 6-35 -33/2 6-54-26n 6-36-52n 6-54-25/l<br />

6-35 -27/1<br />

ll sou I<br />

----f


90vL spuBuoqlaN aql ur poluud<br />

uapnoqsqroo^ ua6ut6tzltnn<br />

LI<br />

8881-00-9<br />

tu(,<br />

5tn<br />

9P<br />

@o<br />

99 (od<br />

oI @<br />

oI o|<br />

I<br />

EI vf<br />

oI oI u,<br />

À<br />

I<br />

o<br />

w<br />

!<br />

..- ID<br />

(tl<br />

..i<br />

5<br />

tx<br />

?<br />

(tf<br />

A<br />

I<br />

g<br />

.-J<br />

N (..,<br />

Ar<br />

I<br />

ul<br />

ÀI ol<br />

I<br />

EI À<br />

s<br />

o}<br />

I<br />

f.A,<br />

À<br />

I<br />

@<br />

o)<br />

I (,<br />

Ot<br />

a (,<br />

o<br />

oI (,<br />

ul<br />

I<br />

\<br />

o<br />

I<br />

(,<br />

u<br />

ù (,<br />

N)<br />

/1<br />

o)<br />

I (,<br />

(,<br />

-L<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

oI tn<br />

{r I<br />

l\)<br />

o<br />

ii<br />

r I<br />

$f\)<br />

g<br />

oI (,<br />

(o<br />

t<br />

tu<br />

-J<br />

salrcnrrsursr'E :::; c vcl<br />

oo'cl<br />

Y s,euoqcsuoH


@<br />

ot<br />

t<br />

c)<br />

o I<br />

-l<br />

(D ÈJ<br />

2.6-80-ts<br />

1.6-80-9<br />

6-39-26/1 6-38- 815<br />

6-34-6/1 6-54-1<br />

6- 39 -25 / 6-36 -44/1 / 6-34-8<br />

lrll<br />

6-35 -33/1<br />

6-35- 33/2 f 6-36-33 6-U-26/1 6-36 -52/1 6-U-25/1 6-39-15 6-3B,-24


l,<br />

f,<br />

:t<br />

o o,<br />

:t<br />

J<br />

o zoJo<br />

=o :t<br />

o.<br />

o<br />

À<br />

o<br />

Ctl<br />

=Í N.<br />

(o<br />

5'<br />

(o<br />

of<br />

o<br />

5<br />

o<br />

c<br />

o,<br />

s6<br />

o)<br />

t<br />

o<br />

oI .i<br />

(t<br />

o)<br />

.a<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

6-3 4-6/1<br />

6 80-11<br />

6-80-9<br />

6-80 -18<br />

6 -38-3<br />

6 -36- 1<br />

6-58-1 0/1<br />

6- 56-10/l<br />

6-3 4-8 6-39 -12/1<br />

6-53- 4/2 6-39-1 5 6-39 -8/1<br />

-J<br />

--<br />

.I<br />

I<br />

J<br />

J_<br />

6- 53- 55/1<br />

6 -r O-1 4l1 6-3 527 I 1 6-3 5 -33/1 6-53 -55/1<br />

6- 53 - 4/1<br />

6 -35-1<br />

I<br />

T'<br />

L.<br />

-r rl<br />

'î€<br />

dE<br />

8gA)<br />

o)<br />

a.<br />

f<br />

@<br />

É<br />

o<br />

6'<br />

TJ<br />

o 3U,<br />

oJ<br />

o<br />

3<br />

g'o-,v,<br />

I<br />

o


l\)<br />

o<br />

ot<br />

!<br />

o ()<br />

I<br />

J<br />

CD<br />

ot<br />

N<br />

1. 6 -80-11<br />

4.2.6-80-9<br />

5. 3. 6-80 -18<br />

6-58-îO/1 6-35 -27t1<br />

6-56-î0/l 3.2.1.6- 53 -4/1<br />

5.4,6- 53- 4/3<br />

6-35-1<br />

6-35 -3y1<br />

6-53- 55/1<br />

\_<br />

,,'. ,<br />

u-#<br />

,tt,<br />

-il<br />

/<br />

6-53-55/1<br />

rI<br />

I I<br />

I


90vL spuBuaqlaN aql ur paturrd<br />

uepnoqeqroo^ uoOu l6lzllnn<br />

tz<br />

zg8 l-00-g<br />

.u lu;'<br />

o|o)o lll<br />

@@@<br />

()OO<br />

tll<br />

n<br />

tl<br />

tl<br />

ll<br />

ol<br />

ù<br />

o<br />

I<br />

o<br />

tu<br />

o<br />

tu<br />

6(oj<br />

oI ul<br />

@<br />

I<br />

o<br />

o' I<br />

(,<br />

o,<br />

a<br />

o<br />

o'<br />

tu<br />

s<br />

ò,<br />

o)<br />

I<br />

oI À<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

I<br />

\fu<br />

o)<br />

I<br />

ul<br />

P<br />

s.J<br />

o|<br />

I<br />

(r,<br />

À<br />

I<br />

o<br />

lf<br />

lf<br />

-.D<br />

o<br />

rl,<br />

P<br />

t\)<br />

:r{<br />

ol (,<br />

ur<br />

-t)<br />

oI u,<br />

(o<br />

I<br />

o<br />

o,<br />

I<br />

C^,<br />

(,<br />

I<br />

(,^,<br />

(,<br />

o|<br />

I<br />

(tl<br />

(,<br />

I<br />

ul<br />

ul<br />

--*T<br />

lî<br />

O't<br />

I<br />

(rl<br />

(,.,<br />

I<br />

ul<br />

(rl<br />

-.-l<br />

o| I(,<br />

(o<br />

I<br />

(rl<br />

oI(, (o<br />

I<br />

ul<br />

oI f.lJ<br />

(o<br />

5fu<br />

o' I<br />

(,<br />

(o<br />

a<br />

t\)<br />

oo-cl<br />

IY7 s,Butot{csulou sa*cnrrsu'r'B,il:; J VCl


t\)<br />

t\)<br />

o)<br />

I<br />

oI .i<br />

gt<br />

o)<br />

o<br />

E-|<br />

-l-<br />

6-53 -4/2<br />

IJ<br />

- --J<br />

6 -53 - 4/1<br />

r\l<br />

t:<br />

6-53-55/1 6-53-4/2<br />

\<br />

*b<br />

-l I<br />

.:X^4<br />

_i_l<br />

r*rl<br />

,:,:l<br />

l__t<br />

I<br />

I<br />

ry<br />

E=!<br />

6 - 53 -55/1<br />

--Jjì<br />

dr<br />

r-f<br />

lI<br />

6- 53 -4/1


gOVL spuBlJotlloN aql u! polulld<br />

uapnoqoqtoo^ uaOu I 6tzltnn<br />

8Z<br />

698 [-00-9<br />

Pfut.,<br />

?PP<br />

889<br />

àb:<br />

ot<br />

I<br />

(tl<br />

oI<br />

o<br />

J<br />

oì<br />

I<br />

(tl<br />

o)<br />

I<br />

o<br />

ú.,<br />

5<br />

ò,<br />

6|<br />

I<br />

o<br />

5<br />

A<br />

o|<br />

I<br />

(tl<br />

-(,<br />

I<br />

À<br />

N)<br />

l--.3'<br />

o| I(,<br />

sI @<br />

of I<br />

ul<br />

(.,<br />

I<br />

À<br />

o<br />

cl)<br />

UI<br />

3<br />

oI (,<br />

(rl<br />

t<br />

f\)<br />

{<br />

lll<br />

o) I(,<br />

@<br />

I<br />

@<br />

o)<br />

I<br />

(^,<br />

ul<br />

I(,<br />

(,<br />

..ì<br />

ol<br />

I<br />

ul (,<br />

I<br />

ul<br />

(,<br />

.\<br />

oI (,<br />

(,<br />

I<br />

(tl<br />

q<br />

lt<br />

oI (tl<br />

(,<br />

I<br />

A<br />

fu<br />

o<br />

ùt (,<br />

I<br />

A<br />

o|<br />

ù(o<br />

5<br />

(rl<br />

lrr=<br />

o|<br />

tu<br />

(o<br />

t<br />

u<br />

o<br />

ù<br />

Ilu<br />

oI w<br />

(o<br />

I<br />

.J<br />

N)<br />

.-l<br />

oo-cl<br />

v s,sl,uotlcsLuoH sa*cnrlsu,sre'ffi;ClfGl


t\) s<br />

o)<br />

I<br />

C)<br />

o I<br />

-l<br />

ot<br />

O<br />

C)<br />

1.6-85 -4<br />

2.6-85- 3<br />

3.6-85 - 1<br />

6-ro-15/1<br />

6-53 -4t2<br />

6-56-9 / 1 6-35-1<br />

6-53 -4t1<br />

6-38 - 170659<br />

-I)l--<br />

lr<br />

6-39 -23<br />

---t<br />

6-59 -25t1<br />

6 -39-8/1<br />

6-39 -22<br />

fl<br />

ll<br />

-ll<br />

6-53-55/ 1<br />

6-53- 55t1


Printed in the Netherlands 74Os<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

25<br />

6-00-1381<br />

@<br />

o<br />

to<br />

C\I<br />

C\I<br />

oI o<br />

@<br />

ó<br />

C\I<br />

vI f,î<br />

rO<br />

a<br />

o<br />

I<br />

o<br />

I<br />

rO<br />

tr)<br />

(t,<br />

tr)<br />

rO<br />

R<br />

T@<br />

oî<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

;<br />

ry<br />

au,<br />

ó<br />

tr)<br />

|n<br />

I<br />

cî<br />

to<br />

I<br />

'O<br />

'.C) ó<br />

LC)<br />

q<br />

cî<br />

r<br />

DA F :;:: aatsinstructies Remscnema's ,\<br />

(D-oo


tu<br />

O)<br />

o)<br />

I<br />

o<br />

oI J<br />

È<br />

N<br />

È<br />

985.46-80-î8<br />

7.632.6-gO-g<br />

1.6-80-11<br />

6-38.-815n<br />

6-39-26/1<br />

6 - 35 -28/1<br />

6-36 - 44 /1<br />

9476.6-54-3t1<br />

543-2.16-54-1/1 6-36-43/1<br />

6-3 4 -6/1<br />

u32.1 .6- 5 4- 1 /1<br />

9826.6-54 -3/1<br />

W<br />

6 -35-27/1<br />

6-5 4 -26/1


90vL spuPuaqlaN oql u! paluud<br />

uepnoqeqloon ueOu I 6tzf tnn<br />

LZ<br />

gTi l-00-g<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

oI fu<br />

(tl<br />

oo' tl<br />

oo<br />

oo<br />

Òd<br />

-. lu<br />

oI EI tu<br />

o)<br />

o)<br />

I<br />

tr<br />

w<br />

I<br />

TD<br />

.J<br />

(rl<br />

oI(, (o<br />

I<br />

.J<br />

(o<br />

o<br />

I<br />

UJ<br />

@<br />

I<br />

(,<br />

.-l<br />

-J:-++l<br />

llf<br />

\<br />

o' /lL<br />

(r/<br />

a/<br />

i'<br />

\<br />

\G --{ o)<br />

o-<br />

\r<br />

o,<br />

ò<br />

tur<br />

ul<br />

-lt<br />

9r- \A<br />

oI<br />

(,<br />

ul<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

..J<br />

o)<br />

I<br />

(tl<br />

À<br />

oI (,<br />

(o<br />

I<br />

.J<br />

(,<br />

'bo<br />

o)<br />

I<br />

(.,<br />

o'<br />

I<br />

À(,<br />

00-o<br />

V s,euoqcsulau sa*cnrlsu'r'P il:; J Vfr


l\)<br />

@<br />

ot<br />

I<br />

() oI<br />

.rr<br />

È<br />

]\,<br />

{<br />

3.6-80-18<br />

2.6-80-9<br />

1.6-80-11<br />

6-3 4 -6/1<br />

6-38 - B 15nl 6-36-44/1<br />

I'<br />

6 - 39- 26/1<br />

6 - 35 -2A/1<br />

6-54-1/1<br />

6-54-1/1<br />

,,A;<br />

6-36-3/1 6-36-43/1<br />

6-34-e l6-36-33<br />

6 -3 5-27/1<br />

6-54-26/1<br />

6-39-en


gOrL spueueqloN eql u! poluud<br />

uapnoqeqroo^ uoOu t6tzftnn<br />

6Z<br />

Lev l-00-9<br />

???<br />

.b)tu-<br />

Omo<br />

Ul(JnUl<br />

frl<br />

-J(, A<br />

CD<br />

I<br />

ul<br />

UJ<br />

I<br />

A<br />

Ot<br />

I<br />

(..,<br />

@<br />

i-<br />

!<br />

o<br />

Oì<br />

u<br />

o<br />

0t<br />

I (,<br />

(o<br />

I<br />

fù<br />

(,<br />

JI<br />

ff<br />

-TT<br />

tl<br />

r II<br />

ll<br />

Or<br />

I<br />

UJ<br />

ut t<br />

(tl<br />

otuo!<br />

O)<br />

I (,<br />

(o<br />

I<br />

.O<br />

..J-<br />

h<br />

L<br />

T<br />

O)<br />

I<br />

ul (,<br />

I<br />

LN<br />

ul<br />

l'\)<br />

Clt<br />

I<br />

ut<br />

(^,<br />

I<br />

ul<br />

ul<br />

so*cnrlsu'l'p :rr* 5| l7Gl<br />

s,euoqcsuaH<br />

oo-cl<br />

v


cù<br />

o<br />

ot<br />

I<br />

()<br />

o I<br />

J<br />

5q)<br />

o<br />

6-38 -170659<br />

LJI<br />

ITJ I<br />

6-85'522sO8<br />

6-10-1#r<br />

6-56-e^ 6-53- 4t2 6-5s-254<br />

6-53-1t1<br />

lD-D---ri-D.D------<br />

-1<br />

:f I<br />

tl<br />

1l<br />

1-f<br />

6-53-55t2<br />

fl<br />

6-53 -55 t1


90tL spueuaqloN aql u! palulrd<br />

uepnoqoqroo^ ua6utOtzltnn<br />

L8<br />

68t [-00-g<br />

A trr<br />

Ni-<br />

e9<br />

@@<br />

(,UI<br />

tl<br />

-a (,<br />

c)<br />

l-'<br />

o<br />

--t g<br />

sù<br />

oìo<br />

bu<br />

ur(,<br />

iÀ<br />

ùÀ-<br />

Àru (r:-r<br />

PP<br />

(.I|ul<br />

(, (,<br />

tl<br />

ÀÀ<br />

(, -r<br />

o'l<br />

(,<br />

@<br />

_!<br />

!<br />

o<br />

o,<br />

ul<br />

'O<br />

Ot<br />

I<br />

ur<br />

CI<br />

rb<br />

g<br />

ruJ<br />

Ot<br />

I<br />

ur<br />

UJ<br />

I<br />

ul<br />

ul<br />

f\)<br />

la<br />

o',<br />

I<br />

(,<br />

I<br />

ur<br />

ul<br />

oo-cl<br />

v s,PtuoL{csuaH sallcnrrsu,sr'e ]l:; C VCl


ze<br />

0wL-00-9<br />

oI u<br />

Ot<br />

ò<br />

HHF<br />

o@o<br />

uuu<br />

':'ò j'<br />

ol<br />

I<br />

o'l<br />

ct)<br />

I<br />

ul<br />

t^)<br />

I<br />

A<br />

Ot<br />

I<br />

w<br />

O<br />

5!<br />

o<br />

Ct<br />

Ln<br />

o<br />

rf<br />

rl<br />

?<br />

ut<br />

(o<br />

ù<br />

g<br />

o')<br />

I<br />

(,<br />

ul I<br />

(t<br />

9<br />

ru<br />

o<br />

-E=7:'' IIII<br />

ittl<br />

iA==Ll<br />

Ot<br />

-ù pg<br />

Ot<br />

I<br />

LTI (,<br />

I<br />

u<br />

LN<br />

t\)<br />

L-.*% |<br />

II'-)'IDl-J<br />

O't<br />

I<br />

(, ul<br />

I<br />

u'<br />

ul<br />

J


Printed in the Netherlands 74O5<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

33<br />

6-00-1494<br />

ò<br />

c\l<br />

I<br />

o,<br />

(f)<br />

I<br />

îO<br />

m<br />

I<br />

@<br />

cî I<br />

(o<br />

$r \ tr)<br />

q<br />

o)<br />

00<br />

ó<br />

î\r<br />

(o<br />

q<br />

o<br />

9 \to<br />

o)<br />

I<br />

o<br />

q<br />

(o<br />

@<br />

N<br />

locî<br />

(o<br />

I<br />

\t<br />

q<br />

(o<br />

rlq)<br />

(\f<br />

I<br />

o<br />

c)<br />

I<br />

(o<br />

tr)<br />

GI<br />

I<br />

o<br />

q<br />

(o<br />

N<br />

NI<br />

to<br />

q<br />

(o<br />

'o ol I<br />

s<br />

to<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

I<br />

I<br />

(rî<br />

vI rO<br />

f/)<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

DA F :;:: aatsinstructies Fìemschema's<br />

^(D-oo


o)<br />

è<br />

o)<br />

I<br />

C)<br />

o I<br />

.l<br />

È<br />

c0<br />

CO<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

l-<br />

-t I<br />

I<br />

I<br />

:f:<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

- l'<br />

*<br />

36-80-18<br />

2.6-g0- g<br />

1.6-80-11 6-34-8 / |<br />

6-34-611<br />

6 -35-1<br />

I 6-3 s'-27 tr \<br />

6-35 -33t1<br />

6-53-55/1<br />

-T-<br />

I<br />

ffi{<br />

fl!<br />

J_l<br />

6-53-55/ 1<br />

fi]<br />

dD


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

35<br />

6-00-1500<br />

(o(o(o<br />

niri;<br />

@o.@<br />

ltt<br />

qTq<br />

ooo<br />

(o<br />

I<br />

$(î<br />

I<br />

(o<br />

o I<br />

(o<br />

llI<br />

rF<br />

\Î<br />

I<br />

cî<br />

oI rF<br />

$<br />

I<br />

o<br />

I<br />

(o<br />

)l<br />

r<br />

-<br />

cf<br />

îI (î<br />

oI (o<br />

r<br />

T<br />

tl<br />

rI)-r--rII<br />

I<br />

o<br />

cî<br />

I<br />

ro<br />

È<br />

(\f<br />

I<br />

î<br />

tf)<br />

0î<br />

I<br />

r---rr-a-rID(-<br />

(o<br />

r--- I<br />

I<br />

tl tl<br />

tl<br />

fl<br />

@<br />

I<br />

ocî<br />

I<br />

(o<br />

c4<br />

cî<br />

I<br />

o<br />

cî<br />

I<br />

(o<br />

rF-<br />

rlo<br />

tn<br />

I<br />

04<br />

oI (o<br />

o<br />

oI 0î<br />

ot (o<br />

t.c,<br />

I<br />

o0î<br />

I<br />

(9<br />

OJ<br />

iF<br />

t,<br />

o)<br />

cî<br />

I<br />

(o<br />

ol rF-<br />

I<br />

o)<br />

cî<br />

I<br />

(o<br />

rt-<br />

DA F :;::<br />

aatsinstructies Remschema's<br />

^(D-oo


98<br />

209 L-00-g<br />

e99 "N!,<br />

888<br />

5òó<br />

g<br />

o|<br />

I<br />

u)<br />

Iss o) I<br />

ul<br />

$r.<br />

I<br />

o|<br />

I<br />

(l)<br />

qr,<br />

tu<br />

\L .J<br />

o)<br />

I (,<br />

o| I<br />

À(,


90?L spueuaqlaN oql u! polulrd<br />

uopnoqoqroo^ ua6ut6tzf truf<br />

LE<br />

g09L-00-9<br />

o)<br />

I<br />

14)<br />

(o<br />

I<br />

f\)<br />

o)<br />

I<br />

f Iu.<br />

I<br />

9PQ<br />

o@@<br />

ooo<br />

!òd<br />

I<br />

I<br />

I<br />

P (,<br />

\n,<br />

ru<br />

*<br />

o|<br />

I<br />

(,<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

J<br />

oo-(t<br />

Iy S,BruAqcsrueH sqlcnrlsu*l'qffj; c vo


Cr)<br />

@<br />

ot<br />

I<br />

o<br />

oI ri<br />

(rt<br />

rl<br />

14<br />

416-80-g<br />

t6€0-11<br />

s3.6€0-18<br />

6-34-611<br />

az:'.e'5à4h<br />

5A.6-53-413<br />

3.21.O-s*qlz<br />

a4.6'53'414<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

l-<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

- l'<br />

:<br />

6-35-1<br />

6-53-55t 1<br />

6-53-55/ 1<br />

nl<br />

J_i<br />

- -l:


90vL spuPuaqlaN aql u! paluud<br />

uopnoqoqJoo^ uaOutOtzllnn<br />

68<br />

zlgl-00-g<br />

Iu) ./P o<br />

Eù,<br />

Po<br />

!r, i f\)<br />

99?<br />

888<br />

a5ò<br />

P<br />

(rl<br />

o|<br />

I<br />

o<br />

o I<br />

I<br />

A<br />

of<br />

I<br />

(rl<br />

(,<br />

I<br />

.N<br />

L|ru<br />

lri\<br />

LJI<br />

)/rl ry<br />

J-_--J<br />

I<br />

oI f.^)<br />

ÀI o<br />

ru<br />

I<br />

------<br />

of I (,<br />

(tt -<br />

I<br />

fu<br />

{<br />

I<br />

@<br />

of t<br />

(,<br />

ul<br />

I<br />

(,<br />

(,<br />

o| I<br />

(rl<br />

(,<br />

I<br />

u<br />

ul<br />

fu<br />

o)<br />

I<br />

ul<br />

(,<br />

I<br />

(rl<br />

u<br />

--.rl---<br />

oI (,<br />

(o<br />

I<br />

.J<br />

ltl<br />

--<br />

O'<br />

I<br />

u)<br />

(o<br />

'L<br />

s<br />

00-cl<br />

V s,euoqcsuaH so*cnrlsu*r'P :::; J VCl


ov<br />

I L9 L-00-g<br />

o)<br />

I<br />

u)<br />

I .sÀ<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

C'I<br />

I<br />

J<br />

?<br />

ul<br />

ìru g<br />

o| I<br />

w<br />

'o)<br />

.l<br />

À<br />

(^l


govL spuPuoqlaN aql u! peluud<br />

uopnoqaqroo^ ue6u t6tzftnn<br />

,v<br />

t t9 L-00-g<br />

o' I<br />

(^)<br />

(o<br />

I<br />

ru<br />

o<br />

;- tu !^'<br />

?9q<br />

888<br />

iòd<br />

o<br />

ú,<br />

Iàs b .(,<br />

fu<br />

.-J<br />

I<br />

ÀI -l<br />

.J<br />

o ù(o<br />

l.<br />

g<br />

00-cl<br />

V s,euaqcsulau so*cnrsu'le'il:; cvcl


o)<br />

I<br />

o<br />

0I -l<br />

(rr<br />

(lt<br />

È<br />

6-56-1A n<br />

6-53-4t2<br />

6-58-10/1 I 6-10 -1411 6-39 -12 t1 6-39 - 8/1 6-35 -27t1<br />

6-34-6t1<br />

6-53 -4t2 6 -39 -15/1<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

-l-<br />

-f.<br />

6-35 -33/ 1<br />

6-53-55/ 1<br />

6-53-55/1<br />

T-<br />

-t<br />

{tD


Printed in the Netherlands 74Os<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

43<br />

6-00-1 555<br />

fl<br />

rO<br />

(B<br />

I<br />

o<br />

ó<br />

r(o<br />

.b<br />

n<br />

o<br />

òcî<br />

o o<br />

ol<br />

ì<br />

T<br />

(o<br />

@<br />

Nó<br />

(î<br />

ó<br />

(r \<br />

oI $<br />

co<br />

I<br />

o<br />

c0<br />

I<br />

v<br />

nî<br />

I<br />

(o<br />

"<br />

r,f)<br />

nî<br />

I<br />

n<br />

nî<br />

I<br />

(o<br />

u,<br />

I<br />

(o<br />

F. I<br />

ú<br />

I<br />

o,<br />

nî<br />

I<br />

(o<br />

of (F<br />

I<br />

O)<br />

cî<br />

I<br />

rO<br />

tt-<br />

N<br />

c\l<br />

I<br />

tf)<br />

tìî<br />

I<br />

(o<br />

J<br />

o(\l<br />

sI<br />

v<br />

n<br />

I<br />

(o<br />

nî<br />

nî<br />

I<br />

(o<br />

nî<br />

I<br />

(o<br />

t-<br />

0î \tI<br />

(o<br />

0î<br />

I<br />

(o<br />

DA F :;::'atsinstructies<br />

Remschema's<br />

^(D-oo


o)<br />

!<br />

o I<br />

J<br />

(Jt<br />

q,<br />

o<br />

985.46-80-î8<br />

76..32.6-80-9<br />

1.6-80-11<br />

141raz$<br />

6-s41n<br />

157959<br />

6-38 -815/l<br />

r<br />

6 - 39-26/1<br />

6- 35 -2U1<br />

9426.6-5/.8t1<br />

51{3.2.16-U-V1<br />

6-34 -6/1<br />

6-36-44/1<br />

6€5-î7A<br />

6-34 - g<br />

543, 21 .6- 54 - 1 /1<br />

9473.6-54 -3/1 6 -35-27n<br />

r8s46 4/<br />

63633<br />

6-36-43/1<br />

6%'42/l<br />

6=5 4 -26/1<br />

6- 39-23


90vL spusuoqleN aql ul paluud<br />

uopnoqaqroo^ uo6utOtzftnn<br />

9V<br />

869 l-00-9<br />

fr6H<br />

b$$<br />

,b=d<br />

o<br />

I<br />

w<br />

À<br />

I<br />

o<br />

Ol<br />

I (,<br />

oI<br />

ID<br />

u<br />

rJ<br />

o'<br />

t<br />

(,<br />

o|<br />

t,<br />

A<br />

.À<br />

t\)<br />

ol<br />

I<br />

CN<br />

A<br />

I<br />

î\)<br />

o)<br />

o|<br />

I<br />

(,<br />

o)<br />

I<br />

À (,<br />

o !<br />

(,<br />

(,<br />

I<br />

f..e,<br />

E<br />

oo-cl<br />

Y s,ButotlcsLugH so*cnllsu'le' :::; E| VCl


9'<br />

969[-00-9<br />

o)<br />

I<br />

o| I<br />

L.J<br />

(o<br />

I<br />

o<br />

I<br />

(o<br />

@<br />

oI (,<br />

À<br />

'l<br />

o|<br />

(o-<br />

Ot<br />

d.,<br />

I<br />

ru<br />

O<br />

o)<br />

I<br />

(,<br />

.A<br />

I<br />

Ol<br />

I (,<br />

@'<br />

I<br />

ID<br />

(tl<br />

8,.<br />

o'<br />

I<br />

(,<br />

(tl<br />

-s<br />

o)<br />

I<br />

(^l<br />

N<br />

ol<br />

I<br />

(c,<br />

url<br />

0<br />

f\)<br />

@<br />

o)<br />

ù<br />

IÀ' s<br />

ol I (,<br />

o|<br />

o|<br />

F<br />

f\)<br />

g<br />

5<br />

't<br />

?<br />

UJ<br />

qt.<br />

s<br />

o<br />

s<br />

q<br />

oI ul<br />

A<br />

o<br />

ù<br />

o|<br />

ù<br />

o<br />

s<br />

o<br />

I<br />

g<br />

,I<br />

N)<br />

f\)<br />

o)<br />

I (,<br />

ÀI<br />

lr)<br />

oI<br />

f.A,<br />

o'.<br />

I<br />

.A<br />

(^,<br />

oI (,<br />

(o<br />

I<br />

u<br />

o| I (,<br />

o|<br />

I<br />

A<br />

o<br />

o| I<br />

(r.,<br />

(o<br />

I<br />

l'u<br />

A<br />

o I<br />

(,<br />

o I<br />

A


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigi ngen voorbehouden<br />

1<br />

6-02-1270<br />

I<br />

rií)<br />

cr)<br />

I<br />

(o<br />

rO<br />

I<br />

o)<br />

rrO<br />

|<br />

'<br />

::':,:<br />

,<br />

,<br />

.<br />

|<br />

|<br />

,<br />

t,,<br />

| |<br />

|<br />

t,,<br />

s<br />

ot<br />

I<br />

o (rîI<br />

(o<br />

DA F :;:: "atsinstructies<br />

Remschema's ll (D',oz


o)<br />

I<br />

o NI<br />

-l<br />

CD<br />

o(0<br />

6-39 -15/1 6-39 -24 6-39 - 6 6-35-1 6-35 -24<br />

, ,t,,<br />

f -..<br />

tt.- - 4,<br />

,<br />

t<br />

,<br />

-- -./<br />

-'r"-<br />

-r.-<br />

, , t<br />

,<br />

I,,t<br />

a ,tttttta<br />

a<br />

, ,,<br />

.,t2 trtaa-atata<br />

---/


90vL spueuor{laN eql u! poluud<br />

uapnoqaqloo^ us6u t6tzftnn<br />

I<br />

628 L-20-g<br />

M<br />

f<br />

't'}t-l<br />

t:'lr=v---/ o' I(,<br />

(tl<br />

ú,<br />

A<br />

oI(, ul<br />

I<br />

.J<br />

(,<br />

Ot<br />

r<br />

o<br />

ù<br />

I<br />

o<br />

t<br />

iii<br />

A<br />

rl<br />

r)<br />

salrcnrrsursrP' il:; J VCl<br />

s,Bruoqcsruag<br />

z0-c)<br />

V


868 l-20-9<br />

(,<br />

o|<br />

r<br />

O)<br />

I<br />

i,<br />

Uì<br />

I<br />

-l<br />

O't<br />

t<br />

(,<br />

ul I<br />

N)<br />

À<br />

O)<br />

I<br />

(^)<br />

(o<br />

I<br />

O)<br />

?<br />

(^)<br />

(o<br />

I<br />

N)<br />

N<br />

I r\r<br />

x<br />

LtJ<br />

l.<br />

\J


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

5<br />

6-02-1363<br />

rl<br />

ft<br />

1l<br />

tì<br />

tt<br />

Lrll-<br />

:'Y" ! :ì ì \<br />

"--" i il $<br />

ì iùi<br />

'\' "ì'ì'iit:: :ù:i<br />

:;\ ,1,-) i | ll rl l'rl------Ì:- r y \,<br />

lo<br />

F<br />

I<br />

o<br />

îîI<br />

(o<br />

I..lì:$ilìl<br />

S ! .' I I tt I r<br />

A^<br />

t I \\llll\\l\ll\\r<br />

\' I I rl lt I r. I<br />

r<br />

^!<br />

^ rll\tl\'\\r I r<br />

lì ì iìjì'i"..rii ì<br />

.l i ì :Ì lì-i .ì"': i: i iiì i :i ii i ,iiì:\iì ì<br />

i:ì ;i\ ìl il-j-t,ii ì ì<br />

I i : I :iL': .l-.\\ rr\-- - -<br />

:', I iì.ii:ì ì<br />

sr :ì:iriì ì<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

tl<br />

I ì!ìil:ì r:\rrrr-----r<br />

-\\ì\t:\<br />

\r<br />

of<br />

I<br />

o)<br />

n?<br />

(o<br />

\l 1lI<br />

r ìlrrìir i<br />

|}r<br />

rl<br />

I iìlirii<br />

I I ì irt! I<br />

r<br />

. !<br />

!ìr!<br />

I 1.,! l. l!<br />

\\l|-l|:ll<br />

I ì ---r'- n-nt'<br />

j<br />

-'- ìr.r-J-:lla,l \<br />

\'--!-'<br />

I : t :ì !ì ii .<br />

' L--' 'i-il\--- - - -- -- --,,<br />

I 1.. . \ L-- ---- -_<br />

t,<br />

J oC\I i<br />

t l'i'i--i!.il--rr\:\<br />

I l\\\l:l|l<br />

I<br />

ì r r:\\r\ ir\\!\ lf !f rl r! ,A-<br />

r I<br />

^\ i iir! iìit '-<br />

-\<br />

\ ^' :ail , I ii i :l -ìi<br />

tF<br />

I<br />

lo<br />

0î<br />

I<br />

(o<br />

\\\t-I. iì i<br />

I<br />

r"<br />

l, t<br />

rt l<br />

r\<br />

t\ \--'<br />

(o<br />

I<br />

o)<br />

0îI<br />

(9<br />

I<br />

I<br />

lì<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

\\ r\\ rll<br />

\r rr r Ll,l<br />

I<br />

st\<br />

\\urr<br />

rr<br />

I<br />

ti:i<br />

,ti t<br />

, tr,<br />

, tr I<br />

:i::<br />

ti,'<br />

I ll<br />

ir ;;<br />

,',t,<br />

,li,<br />

i::i<br />

---l ,----<br />

a<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

-t<br />

I<br />

t<br />

l-<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

DA F :;::'"atsinstructies<br />

Remschema's c\<br />

C)-oz


028 [-20-9<br />

o)<br />

I (,<br />

Ul<br />

.l'<br />

I<br />

I<br />

li<br />

ri<br />

It<br />

I<br />

I<br />

?<br />

ll<br />

a<br />

.l ,(<br />

I<br />

t'<br />

I<br />

\,<br />

\ _ --<br />

o)<br />

ù<br />

(o<br />

I<br />

f\)<br />

A


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigi ngen voorbehouden<br />

7<br />

6-02-1428<br />

!,- ,'<br />

L--.r<br />

r_-_l<br />

I<br />

i-<br />

1<br />

-',I<br />

-\,<br />

|<br />

-\<br />

-,,1<br />

-t<br />

l"<br />

!<br />

I<br />

ì\t<br />

t: l,<br />

i'<br />

ì'<br />

rl<br />

rl<br />

Ir<br />

ll<br />

I<br />

t.<br />

I<br />

ri<br />

ll<br />

lr<br />

-1,<br />

\t\:<br />

: \ì,<br />

cî I<br />

o<br />

$<br />

C\l<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

o)<br />

nî<br />

I<br />

(9<br />

t tt I<br />

, t, t<br />

l tr I<br />

t l, I<br />

iiri<br />

t\<br />

f,l<br />

iiii<br />

l:ri<br />

, t, t<br />

,t,"<br />

I lr I<br />

I lt'<br />

I lr I<br />

I lr I<br />

I l, t<br />

iìlì<br />

\l<br />

I 'l<br />

\"<br />

I<br />

(o<br />

I<br />

\--<br />

\ì',l'r t!ttrl rl\ rt r ì -l lr-t r \<br />

$(\l<br />

I<br />

..,1<br />

|-:<br />

II<br />

DA F :;:: "atsinstructies<br />

Remschema's<br />

^()-02


t09 L-20-9<br />

_--\<br />

tt<br />

t'<br />

1l<br />

It<br />

al<br />

tr<br />

1l<br />

r!<br />

),<br />

gr<br />

rf<br />

t!<br />

tf<br />

fl<br />

ff<br />

ft<br />

t!<br />

I<br />

t oJO<br />

:: ili : :l l, i!:i ,,<br />

tr r.ir .l<br />

l:t:i;l: rl rrit t.<br />

1r ill , tl<br />

:: i:i . il<br />

:; rfrr<br />

!: tlr, ;f<br />

1l<br />

i; Il:l ;:<br />

ftt'-l<br />

l---'<br />

.,1 ì ii .\<br />

'j rît<br />

\---t:o'<br />

o|<br />

I<br />

(,<br />

(o<br />

I<br />

N<br />

À


gOVL spuBuaqlaN oql ul poluud<br />

uopnoqaqroo^ uo6u I Otzltnn<br />

t<br />

0 t8l-80-g<br />

..-l;',.--p| ,'..-'\.-. *î<br />

'.-{ I ;<br />

i-j<br />

rl<br />

\rrt ì ìrì \<br />

i H -ì-i' i, : ,'\: , :<br />

i E \ I ì , ,-t-'-t , -l-I<br />

:<br />

i--ffi fi:r:i<br />

i; fr Sti : i:i<br />

o| I(,<br />

(o<br />

I<br />

fu<br />

ur<br />

j:i Èf ,-t:: ,L'r'ii' ;: :, ,,<br />

,r-$- É $$i i i."ìrìt'|rir\rrr i;<br />

t<br />

a ^ - --<br />

,'r-- ii-ir! r. l :i: r ri , :,.ii.': ;i '---\<br />

:lì..: :l ì I<br />

ij-#,i.rl !: i S ;r I :: :ì<br />

.it'.'t\---\-----'<br />

\\tì:lrr11\<br />

t<br />

. rl 1l<br />

't<br />

t<br />

^<br />

\ .<br />

I r I<br />

::ì 7dr-j: l:l ì; l ì $ ì , ' , r'<br />

t l,\ ìl , 5 i , ' : ;, .l<br />

I J , I<br />

\ a\ lltlt r<br />

rl ,,<br />

"Í ìii ,-ll$ììi-ì:-.: : ì i ì:ìì:ù\:: ::<br />

--i r..-.,, I ,<br />

:i;,/ !:l \--'-'t lr ;,ì / ìiI , -l<br />

-\--"'<br />

o| I(,<br />

oI u,<br />

í:ì ìlì...ììì.'ìjì: l'.'' i:t :iì: ù--"' ::<br />

iiì lii'-lt'1i !: I lt .* iìi 'ì;: : \:--. ,,<br />

t;,-lr :lt ::l_._-.:i!_ll:_ii :'i :i ----'--,':i<br />

---rr rl<br />

, ti l -t-'Ji---: -:<br />

I I<br />

l'::<br />

--r' ,'<br />

.rr ..1 r ì::l ! a<br />

Èi:: i:<br />

f\"r'i'ìri: iiì iìi ì'ii .i \a<br />

i r,J,il I , i<br />

i ì'!, l. : ì i,::<br />

! I<br />

i ì'J,i:<br />

ì':; r:: :iil ì i:r-j ii:|| \',1,<br />

,t\_ _ -r,l I ìr . a: I I I \-.lt ,,<br />

',:"".ìì'-:::ì:::ìiiìì""'ììì<br />

r1<br />

o'<br />

I<br />

(,<br />

Ol<br />

I<br />

ru<br />

(tl<br />

i i,:i i::<br />

a I I - rlr<br />

r\r. --. -i a t<br />

!; ì ]-t- ìa rr - -.t-.. !L ìì--=.ì l<br />

I I llì, i I I _' I<br />

ì --r.- :iìil l-i-\r\. lL-\ìr--l-i ---.<br />

I f\ r'i<br />

,ì\l<br />

rl rr r .,i--^-- ì-i I I<br />

,l ,\--:-"."-..: lt\rrrì<br />

t<br />

,ì ! ì<br />

I<br />

'l '\-':-<br />

r<br />

, --'- I '<br />

-<br />

I<br />

l^'lrt -t<br />

r ---.' !"'ì,'ìì-'<br />

," '--t--'- t'ì<br />

r<br />

l,!,i<br />

!ì ir ì<br />

| \,_rr l:!,t<br />

tr r t I<br />

r^'rl<br />

' ì , r,!; ì i : , , r<br />

. .i' i,!; ì ì: , r r<br />

\r:s I r lr a _?---\ I | , ;<br />

\trl.\- ltr rl t<br />

I r i,l,i I I ' ,:<br />

, :<br />

,tra-'.r.,'. --i r I<br />

- '<br />

\<br />

|<br />

I<br />

,ìl '-r\! I ,'<br />

ìt<br />

t<br />

' \-. !! ! ..\- \<br />

t \r<br />

-<br />

I<br />

ì<br />

tlrìt,<br />

I l. . I<br />

\I<br />

.l<br />

I<br />

rl<br />

,l.tl,, '-rùt<br />

,l,at,<br />

,1, \' ,<br />

,<br />

r\. t,\ |<br />

I rr lr<br />

; rll<br />

.,\<br />

I t I<br />

r l.<br />

t<br />

ttr'<br />

. ;'<br />

g0-cl<br />

V s,BulorlcstuaH sollcnrlsu,sl'Bffi;JVCl


?98 L-80-9<br />

ol<br />

I<br />

(,<br />

(o<br />

I<br />

'\) ul<br />

I<br />

lu<br />

(,<br />

.- - -<br />

l \,..;,<br />

llt<br />

,\^', ,t<br />

,li,i,<br />

,',, ll<br />

tl<br />

l I<br />

i'<br />

';<br />

,l, | |<br />

:li:::<br />

I't I<br />

'l,t<br />

,''| |<br />

,,ii tl<br />

gl | |<br />

,ll, ,' ,li,,l r t, r tl<br />

rllr ,'<br />

;'\i I<br />

-_--, \---,


gOVL spuBuaqleN oql ul pslurJd<br />

uopnoqoqroo^ ua6utOlzllnn<br />

t<br />

209 L-80-9<br />

a<br />

tu<br />

(o<br />

I<br />

N<br />

u<br />

ii ir r ii*5' lli ;.ffir<br />

l----\r\r\r---l i i$<br />

r---- : I ..\,. , iÌ<br />

$ ì<br />

'i i. ' : .t(,]: I ;i !<br />

:: :l t.ir ;iH ;i 1.,.-r -'-'I<br />

'll<br />

o<br />

à<br />

oI fu<br />

(,<br />

; i-a ì,-i ì--r: I ì<br />

, ù-i..\'r--. - -rr I<br />

,t tt<br />

i r {<br />

rr rr - | ' ì<br />

ii ii !-ur;;:<br />

1r rr ::; I ., :a I<br />

;.:<br />

:i :ll i rì',ì':srrrr\ ì: i<br />

,:: ::'i*b))ìì il ì<br />

ìr it l:'lìr iù: ì t ii ì rìí,iJ ; , rt t<br />

'<br />

rii i<br />

l, .']<br />

-'<br />

I<br />

\.<br />

rt rl ì\r<br />

!<br />

::-,J. i-. rr r\ ì: I<br />

| | I' ..t. I<br />

ii ll<br />

"-ì: ::: , ,, ,, i',:,ì:i, i<br />

lr ,\ I .. -<br />

;:i I li lì i :ì-"<br />

"ì<br />

ii'iìiiìiiììi:ì<br />

r i ;,,'<br />

,\l , \l . I ìi '"1 ,! ì ri r<br />

i.' I l',1 !<br />

i<br />

li<br />

s jr r\\.\L!rt\.strr::rll ,l ì 1 i<br />

t<br />

t<br />

,<br />

\<br />

rì<br />

rl<br />

I t lì : f \l I I \ \ \ s \ l I \ r \ r r : I<br />

ll<br />

'l<br />

.t,ltl<br />

\ts\t.\ tlttltst\\\lrrtrtt:l<br />

|<br />

1<br />

llrl<br />

-lrrl\r"\rt\\ttrt<br />

.rsltr\r.r,l<br />

ù.<br />

I<br />

r 'l].].t "." " : ì<br />

t,l<br />

l, I<br />

tl \' \<br />

rltr\<br />

ri t ' I<br />

:, : ì<br />

\\<br />

I<br />

i:<br />

I<br />

tl<br />

t'<br />

ll\\\f,<br />

\ I 'l<br />

iriì:<br />

, !: ì'<br />

I<br />

I l'ì,<br />

I l'r,<br />

iìiii<br />

iì:lr<br />

ìiii<br />

iìiii i ì, .,<br />

t, .'<br />

rìiii<br />

I l' ,<br />

ìì:ì: \<br />

-) ,:'ì,i li l,<br />

:,': it', ', ,)i ! !..' ì", r ,<br />

:::i :iì,1-ìi l-\*rr\1'.; i:--ì*<br />

:,:: ,::.-:ìl: : J.:<br />

ll:i l;:: ,'ì'.-'ii ,'r'.-)r' , rr-_a<br />

,.:i r'\ .l;<br />

f :,;-.' ,, ",'<br />

i:ri ill .ì: : :': ;' "'i<br />

\::' ': :,1 :<br />

i,l, ,'l ì\. \\r\\\trrr\r\\!\ll'\\:t,-:<br />

::: i<br />

tl,,tlì\.\\'\--,-arr'll<br />

:,<br />

l;:i ;'ì rrl 'i "r ""<br />

,,,, l::i , i: r 1t' i.'-,; '.1 1' i: : : i l.t i i ;,: i<br />

:ii: ::ì'-.'- ìi<br />

;':, 't l<br />

i," :," ì<br />

t<br />

- - -t I<br />

"1<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

.'<br />

t\r\<br />

I<br />

t<br />

ì<br />

Lt; t"t<br />

H:a<br />

I<br />

(ì<br />

l,<br />

r\trttt'trtLl.rb{t.t\<br />

t<br />

I .\ .t;<br />

.,t<br />

I<br />

SOIICNJ}SU'IBB il:; J VCI<br />

s,Bulorlcsruou<br />

go-cl<br />

v


g 19l-80-9<br />

ot<br />

I (,<br />

I<br />

EI .J<br />

: -,,^7" (41 ,-',,.-',.<br />

.l-]r, ', i,,ít<br />

..<br />

\J -'t<br />

l,-', ', ,l " "'-t 7í'.m.-4--'-i<br />

; '--'l '.<br />

I<br />

-r, , : i; il .i, ,-<br />

J', ',',1 i n<br />

"i' ".t'7<br />

','7! , -Í ', , ', ', '.1. i<br />

I<br />

':4<br />

t'.'41t,<br />

1 ,,<br />

:-......---..J 'frf, | 4<br />

7:<br />

i i c'. lÈ{ri,",<br />

",'7<br />

ii ' .'- -,':r" " " "r "','l'-S{i!<br />

',t(:::,',:<br />

',<br />

i,i':.', ', i,i i - t;fr1<br />

o|<br />

ò<br />

Ifu E<br />

" ')r., ./,,-- i ,,r'ffift.^ l t-', l',',<br />

tr',<br />

)t ,r#f$<br />

-{n ,',',', ,-'r)î7t- .i- \t,t^i-î-í-fr1)'.r'. l,',,<br />

',' .,:,?, I i: ''ii'i:j T:i ,'|t,i-7"1;':::, i ,i, ,<br />

i',i', , i 'r "i i i i:í-l:::i 7, 'ti',<br />

r '!' '' "i:,':ií'i." 'l' '!' '?'i: "" ",)<br />

,"it l,r7 4i i,,"1." ,tl t<br />

l"'t',, , i fr '1"<br />

i,,i" i, ?, fi. t i" "7, i i i<br />

tr',l', ti)', ,l',, i',',', i<br />

I s<br />

ti|, 71.., ,Jr tt t, ,<br />

| ,'a -.-.--lt<br />

tt<br />

-altt<br />

attt 22 t t<br />

l'rr.-.-2---'lt-..-.t-L.-.."', ti , , Ii<br />

I I<br />

)-, I t 7te-1-j- 7te --i- -t-- -,..- - tt i- zt - t --,1- a-- -- rl a<br />

t-i- Itl', l'r.-t ;, t . t. . I t<br />

-...a..i.-..-.- ,l i<br />

l 17' , , . . t.l.<br />

q----.-/?r-.t--|t?-----.tt---/.-.ei,/ I I<br />

. It l^i r --.'..- - tt-- -.t-..t---t--.-. ezttcl<br />

't-<br />

',1 t -|.--'--'.r.-i , t , ' t<br />

',.,-1. 7 'i'<br />

I , , ', , ,<br />

| 'rr.t' 1,7' t , | ' t t<br />

t ,t.'7. , t |' ,<br />

1 / 1,7'r. I I t t<br />

- l-<br />

/./t - - -'?- t--l-'-')tt<br />

--'t'- t -, tt<br />

7 -r . t2 -t -'- a -ttt -'-- . -.J. 't<br />

t,,<br />

'.'.''l .7t?..-t, | 1 r I t<br />

'a I -.- a t a '/<br />

a . , I t<br />

t----<br />

I<br />

-t_--;t1:2--,<br />

t t I<br />

'-l- 1'--r l,r'.'- , , |<br />

7 ,<br />

,.r_J. I t t<br />

1'<br />

, , ,<br />

,<br />

t'<br />

--r---- ,---' tt.t7 t a , I<br />

tt.'r I<br />

t I lti, l ,<br />

ltz/ ltttl l t a' ,t'-' ' tr---\ t<br />

l.---'-t''<br />

tr--te<br />

st/<br />

,<br />

trt'.',<br />

/<br />

t<br />

t a' t t I<br />

',tt 7---', t. ', -' -<br />

t ,<br />

I<br />

l,<br />

1r'r t<br />

tl<br />

,ti t<br />

r,. 1,, '1<br />

"<br />

"<br />

t-<br />

lt,<br />

', -<br />

lr'Í-ii)tar'l::e ft'- ' t rt rt't tl<br />

tt ttt. l l,<br />

::-. - - tl-)..-'-_-_ , ', t<br />

,7' ,--!!-'--f1_t"-r.-:--- -r_ ,<br />

,<br />

trt., rl<br />

',7t 'Í---i-j-i.-i'-s::e-rt'--- ' t ,,<br />

tl<br />

:' 'r'.t<br />

,<br />

t, I<br />

';' ,: 7, ,: , ,, ,<br />

,<br />

"l'<br />

I lr<br />

'r'." ' :<br />

'.<br />

lt .l '-r-' t<br />

',2' ', 1,, '. ', , ','<br />

,i, I ',' ,', ,,li<br />

1J<br />

a--a.-.tettl<br />

',<br />

I


Printed in the Netherlands 7405<br />

Wijzigingen voorbehouden<br />

1<br />

6-05-1314<br />

-;llì<br />

\: ;L ,-<br />

i----- : ,l- ì ..<br />

l-- -,-'' i<br />

,'-',r I rl<br />

r r | li'g--l^-.+t-"1-*<br />

rrl<br />

| . I l.-'- ì<br />

\--f<br />

,l I'-" ' I<br />

rli"ì'i\rrìr!\rr"l ,-t- ll$$ $<br />

: :'i \t<br />

-\'<br />

,'-\1<br />

| I I<br />

r\_., I 'i r\ tr-_ I<br />

,]_,,, ,,!<br />

.\. I<br />

! ,l ì \ arrl.f<br />

r , .\ i<br />

ì\ : iì r ., !,.'<br />

-ì\--'<br />

_ù : :i iì::; ii ii !<br />

1i ,--iì$-''ìiì i:<br />

li n{"q;:Lrr-lj<br />

'$ Èl ì :; f---\<br />

il lìiì il ìJlFr ìl<br />

:, :l,S N : irììr-:-\i-,1,:.,i-,.,..JJ-.--"1 ,<br />

,ilS<br />

:: ---î :l:ì Si :ì\-:ì-{-,-:--j.:r ìi :<br />

. ò - - -\<br />

iìii ì | i.--ì:ri-ll$.ì'-....i---i<br />

i ; ! r t I -l trirl I I<br />

t'<br />

l:i;ì;i i<br />

tlrl I I<br />

t<br />

l-- t i tìr\rr'r' (ììì---.'<br />

-l<br />

I<br />

I ,l ii '<br />

: ii Iìi I<br />

l:ì iì ì<br />

-.s<br />

! ì , i1 | :ì ì:l:l;rì<br />

t,1rì<br />

^'ì<br />

'.r\ I<br />

r rl !<br />

! r, t ll I I l":'ìì."ì*,i i r,\ rr<br />

I i-.,<br />

r<br />

I I<br />

l, fl<br />

t I I I t I r--l-.-:-.-it)r{ ' a I r -l<br />

-''<br />

l,<br />

\ rrrtìr \ ì\rt ì llr\\ t: t\\\ìatìt -l--.lì<br />

I<br />

r . I \ llr'rl I<br />

:' iì t lli,.r-"<br />

rl lr ì I:ìii.i"..ì- ì<br />

il-rììs: r -ì-i r rì-l-.<br />

ì iì ii --<br />

ì--<br />

---l<br />

It<br />

rl' iì:i', I ri;liì ì<br />

t l', l! ìl!:ìii tqri,l ! ì<br />

I -'<br />

iì:{ \iì ìiiil :rì<br />

ù ììi:ìiii<br />

ì :i lì lili-\-)===i---"<br />

I<br />

rO<br />

rO<br />

î<br />

rO<br />

nî<br />

t I ! I I .<br />

._. _-. i ; ..--ì-_-- _l ì ii :l ,."- --ì-- - -..<br />

t I t , I \:r?r \ ,ì l1l<br />

ir l"ì<br />

t\<br />

\- -.1 ,ì..-....<br />

,----\<br />

t ìt \t\ tl<br />

r -.-.. I :i<br />

I<br />

t<br />

I<br />

t<br />

I iì<br />

tr<br />

rl<br />

\: t,'r, 'j<br />

-tLrtV<br />

t.--<br />

--l<br />

\<br />

---l<br />

o.J<br />

o<br />

0î<br />

I<br />

rO<br />

nî<br />

I<br />

ro<br />

i;:i ,lr I<br />

,'l | |<br />

lr'rl<br />

I<br />

f<br />

::l;:i,,<br />

,r:ii:il<br />

ii;:<br />

llt|ll<br />

I<br />

,\<br />

I<br />

tl<br />

rl<br />

rl<br />

tl<br />

tl<br />

r'<br />

rl<br />

:ii:l::<br />

J-- - \- .,-- - -ì<br />

'i ll .fr I<br />

, r\ ,'r ;l<br />

, t,i, 1l<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

DA F :;:: aatsinstructies Remschema's lì ()-os


998 L-90-9<br />

i:ì:- ì -----, '- ì<br />

iìii<br />

ìì::<br />

: I: , :.-.'i ' :<br />

I \l , '- r -<br />

\J: , !<br />

kì\: , r<br />

J l: ' \'\\\\\\\'\\\ìrr<br />

$$i : i<br />

,\<br />

I<br />

1ì<br />

tl<br />

rl<br />

tl<br />

It<br />

Ir<br />

rl<br />

tl<br />

1l<br />

\<br />

1..-::q,ì l\r--\l I ìi t, : , ù" ù<br />

|<br />

l\- '.-.lL I \t I *\<br />

Ir r-. liìì-\'.r',\\\\ \\\r\\\\ rr'\ \r\\ t i-.<br />

,,<br />

,'.--,-':lì-ì<br />

;i',,,i i,<br />

i' : S \:<br />

: S l, , r''<br />

r\r<br />

lir .'()ì I !i , l. \' , \<br />

Ili ,:i | i .ì(1..\&'t' .ìi1..\&.\'1. ,\ :-:: l--; , l'r r\. i ì,ìÈ'oÀ\ ';5r"'r\<br />

li:. i.,,Ì r ìi :i<br />

.j' ìfì t;ì<br />

::ì);-t : ì: :: ì ì.ii 'ìì.', : i_.. -r<br />

i ì: I ;;:ì'i<br />

\'I \l<br />

r,ì -- -.<br />

ììl i: ! ì'l l:ii ìi :_ _:__l; :_t t \ìrr'.ttì' i ih ù::<br />

) I<br />

\.-'-i'iì,iì iì il $it<br />

ì.:.:-:::ì'-ìli.i i$ *{:ì<br />

t i,<br />

\rrr\\\\\ \\r\\\ :<br />

I ì,:i J ì<br />

\\, \:r\a<br />

l--\r ì: ì: rl i ! l.': '<br />

\ ì;i: ì,,1 I ì i Iì<br />

I ! \ I '|'<br />

r ì,i:ì!r \ rr<br />

a<br />

l, \r- I I I ,l<br />

.-s-\ l,ì: I t . i 1r<br />

I<br />

I<br />

& i't,r I I I<br />

\, :r<br />

\ r-\\ r\ .. 'l<br />

r rL \t \\ \t l\l r: .\<br />

\1..r,<br />

rtiìf.\\-\., .'\\--l-l<br />

\<br />

r L _,r ì f f II<br />

.r \<br />

: Ii .: lil r\, '!,\<br />

r i!:i rì! ! :i<br />

ri iìi lt: '.iil<br />

O)<br />

I (,<br />

O)<br />

I<br />

ul<br />

\----,' -L r] ., \<br />

\r ii.: ì I<br />

, ll.l, r<br />

-.-' it !; .'-.,--1 \<br />

r ^.t r, r\rrr\<br />

ì' :- -'-\ ì ì<br />

r<br />

\r\---4.\\\\:\\\ \\:l\\\ \ I ì<br />

lt<br />

'ì_<br />

- -l\ ì<br />

rl<br />

l' \---,rr:I<br />

rt<br />

ri<br />

ri<br />

t,<br />

I<br />

O)<br />

I<br />

UJ<br />

Ot<br />

I<br />

(^)<br />

o<br />

N)<br />

ì<br />

\l r\\'llr\ll<br />

I<br />

ì<br />

I tl<br />

I<br />

1 --\<br />

\ r_,<br />

t.', ì<br />

\tJ<br />

él<br />

-t<br />

\J<br />

t<br />

I


'l@<br />

2E<br />

3E<br />

4a<br />

5É<br />

66<br />

I<br />

I<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

Compressor<br />

Vacuumpomp<br />

Vorstbeveiliger<br />

Drukregelaar<br />

Terugslagklep<br />

Overstroomklep<br />

@ @<br />

I<br />

o<br />

G<br />

0&<br />

ó<br />

-il<br />

Handremklep<br />

Keters<br />

Aanhangwagenremklep<br />

Tweewegklep<br />

Luchtkraan<br />

Koppelingskop<br />

0 Snelontluchtklep<br />

U Stuurremklep<br />

Remkamers<br />

@ Voetremklep<br />

f,<br />

LL Elektropneumatische klep<br />

E<br />

A Stoplichtschakelaar<br />

A Lagedrukschakelaar<br />

(lDh o Verende hefboom<br />

21<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

38<br />

39<br />

40<br />

[.<br />

O<br />

F=<br />

f@<br />

trc<br />

o<br />

H*<br />

O<br />

o<br />

@<br />

O<br />

fl<br />

Lastafhankelijk regelventiel<br />

Leidingf ilter<br />

Remdrukregelaar<br />

Luchtcilinder, uitl. rem (bed. klep)<br />

Luchtcilinder uitl. rem (bed. br. st. pomp)<br />

Motorremklep<br />

Luchtdruk rembekrachtiger<br />

Manometer<br />

Snelkoppeling<br />

VerdeelkleP<br />

TweekringveiligheidskleP<br />

Luchtfilter<br />

E Retaisventiet<br />

O Tank remvloeistof<br />

Fr<br />

rì<br />

Lf=$<br />

Fl-<br />

I<br />

Hydr. hoofdremcilinder<br />

Vacuum rembekrachtiger<br />

Lagedruksignaal<br />

@| Vierwegkraan<br />

K! Reduceerventiel<br />

E<br />

Voorraadtank<br />

41 qtro Wielremcilinder<br />

42 t+ Luchtdrukremcilinder<br />

43<br />

44<br />

45<br />

46<br />

47<br />

48<br />

49<br />

50<br />

51<br />

52<br />

53<br />

54<br />

55<br />

56<br />

57<br />

58<br />

59<br />

60<br />

61<br />

O Olieafscheider met bandenvutaansl'<br />

P Afblaasventiel<br />

g RegelkleP<br />

.^<br />

L| Reactieventiel<br />

p Remkrachtregelaar<br />

n Luchtcilinder<br />

alLJ Veerremoilinder<br />

t}. Parkeerremventiel<br />

F]<br />

El{<br />

Elo<br />

g<br />

Cl<br />

*<br />

U<br />

E}<br />

IT I<br />

It_<br />

t[-r<br />

m<br />

É<br />

Snelremventiel<br />

Hydr. remkrachtregelaar<br />

Bed. ventiet vacuum remkrachtregelaar<br />

Vacuum remkrachtregelaar<br />

Losklep<br />

Parkeerremventiel met loskleP<br />

Remdrukbevelliger<br />

Beveiliglngsrelais<br />

Rembekrachtiger<br />

Smoorklep<br />

Luchthoorn


DAF :";:ilatsins'Îruc'Ìies Koppelingskop 6-99 -24 11<br />

KOPPELINGSKOP<br />

Koppelingskop met veerbelaste klep voor éénleiding<br />

remsysteem.<br />

DOE L<br />

Verbinden van het luchtdruk remsysteem van<br />

de volgwagen met dat van de motorwagen.<br />

WERKING<br />

De leiding met koppelingskop op de truck wordt<br />

door een veerbelaste klep gesloten.<br />

Deze klep wordt bij aankoppelen van de slang<br />

van de volgwagen geopend door de stift, welke<br />

zich in de koppelingskop van de volgwagen<br />

bevindt.<br />

Bij het ontkoppelen sluit de veerbelaste klep de<br />

leiding op de truck weer af.<br />

Wanneer geen volgwagen is aangekoppeld, moet<br />

de deksel van de koppelingskop van de truck<br />

worden gesloten.<br />

ONDERHOUD<br />

Er is geen bijzonder onderhoud nodig.<br />

Wanneer de afdichtringen onvoldoende afdichten,<br />

moeten deze worden vernieuwd.


DAF<br />

:Tilatsinstructies<br />

Bed ien ingsventiel onafhan kel ij ke 1/r)<br />

volswasenrem O-39-25 11<br />

BEDIEN INGSVENTIEL ONAFHANKELIJKE<br />

VOLGWAGENREM<br />

DOE L<br />

Het bedieningsventiel heeft tot doel om de<br />

volgwagen onafhankelíjk van de motorwagen<br />

via een tweewegklep te kunnen remmen.<br />

Hierdoor kan bij een combinatie<br />

scharen worden voorkomen. Veelal wordt<br />

dit ventiel verkeerd gebruikt, hetgeen overmatige<br />

voeringslijtage van de volgwagenremmen<br />

veroorzaakt.<br />

Opmerking: Aangezien de bedieningshefboom<br />

bij een grote verdraaiing tegen de stuurkolom<br />

aanloopt, zal de maximale uiteestuurde druk<br />

minder zijn dan de keteldruk op dat moment.<br />

WERKING<br />

Met behulp van de hefboom (1) wordt het<br />

bovenste drukstuk verdraaid en door de schuine<br />

vlakken wordt het onderste drukstuk (21<br />

tegen de veer (3) gedrukt. Door de veerdruk<br />

wordt de zuiger (41 naar beneden gedrukt, de<br />

uitlaat (7) wordt gesloten en de inlaat wordt<br />

geopend. De samengeperste f ucht stroomt van<br />

de V-aansluiting via de ruimte (5) naar de<br />

A-aanslu ítíng.<br />

Wanneer de druk in de ruimte (5), welke verkregen<br />

is door de hefboom (1 ) te verdraaien,<br />

groter is dan de spanning van de veer (3),<br />

wordt de zuiger (4) door de veer (6) naar boven<br />

bewogen en de inlaat gesloten. Een evenwichtstoestand<br />

is berei kt.<br />

Wanneer de druk op veer (3) wordt verminderd,<br />

wordt de zuiger (4) naar boven bewogen<br />

door de druk in ruimte (5).<br />

De uitlaatklep (71 wordt geopend en de leiding<br />

wordt via de ruimte (5) en de boring (8)<br />

zover ontf ucht, totdat het drukverschil tussen<br />

de veer (3) en de druk in ruimte (5) op de<br />

zuiger (41 gelijk is.<br />

ONDERHOUD<br />

Dit ventiel heeft geen bijzonder onderhoud<br />

nodig.


DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-99- 2T11<br />

PARKEERREMVENTIEL<br />

TOEPASSING<br />

Dit ventiel wordt toeEepast op motorvoertuigen<br />

met vol gwagenaansl u iti ng.<br />

DOEL<br />

Het parkeerremventiel heeft tot doel de parkeerreminstallatie<br />

te bedienen. Bii gebruik als noodrem<br />

wordt de veerreminstallatie en de volgwagen<br />

regelbaar geremd. Gebruikt als parkeerrem<br />

wordt uitsluitend het trekkend voertuig geremd.<br />

WERKING<br />

Stand rijden<br />

In de stand rijden stroomt de samengeperste<br />

lucht van de voorraadketel via de aansluiting (1 )<br />

langs de geopende inlaat (13) in de ruimte a.<br />

Van hieruit stroomt de samengeperste lucht<br />

via de aansluiting (21 naar de veerremcilinders<br />

van het trekkend voertuig. Vanuit de ruimte a<br />

en de boringen in het ventiel stroomt samengeperste<br />

lucht via de aansluiting (3) naar het tweekrings<br />

reactieventiel van waaruit de volgwagen<br />

wordt gecommandeerd.<br />

Noodrem<br />

Wanneer de handgreep van het parkeerremventiel<br />

over het eerste gedeelte van de slag wordt<br />

bediend dan wordt het drukstuk (71 door de<br />

meeneempen (23) in dezelfde richting gedraaid.<br />

Door het schuine vlak in het huis en het schuine<br />

vlak van het drukstuk wordt deze omhoog bewogen.<br />

Het drukstuk (7l', wat naar boven schuift, heft<br />

de zuigerbuis (6) tegen de kracht van de drukveren<br />

(11) en (5) zover omhoog totdat de inlaat<br />

(13) sluit en de uitlaat (14) opent.<br />

Hierbij wordt de regelzuiger (tS) door de regelveer<br />

(12) in de onderste stand gehouden. De<br />

aansluitingen (21 en (3) worden ontlucht via de<br />

ruimte a en de aansluiting (41 , terwijl in de<br />

ruimte b de voorraaddruk blijft heersen. De<br />

veerreminstallatie en de bediening van de volgwagen<br />

worden ontlucht.<br />

Tengevolge van het drukverschil in de ruimten<br />

a en b wordt een opwaartse'kracht uitgeoefend<br />

onder de regelzuiger (15) waardoor uiteindelijk<br />

de regelzuiger (15) met de drukveer (16) en de<br />

kfep (11) omhoog worden bewogen tegen de<br />

kracht van de drukveer (121 in.<br />

De zuigerbuis (6) is, afhankeliik van de hoekverdraaiing<br />

van de handgreep (B), meer of minder<br />

omhoog geschoven. H ierdoor is de opwaartse<br />

beweging van de regelzuiger (15) tot aan het<br />

sluiten van de uitlaat (14), ook verschillend.<br />

Wanneer in het deelremgebied de uitlaat (14)<br />

wordt gesloten is de evenwichtspositie bereikt;<br />

hierbíi blijft de restdruk in het veerremcircuit.<br />

Wordt de handgreep (8) tot de aanslag verder<br />

gedraaid, dan zal de zuigerbuis (6) zover omhoog<br />

beweg€h, dat de regelzuiger (15), die ook<br />

omhoog wordt gedrukt, de uitlaat (14) niet meer<br />

sluit . Hierdoor wordt het veerremcircuit geheel<br />

ontlucht,<br />

De handgreep loopt overhet gedeelte van de slag<br />

waarbij de noodrem wordt bediend, automatisch<br />

terug wanneer het wordt losgelaten.<br />

Wanneer de noodrem wordt bediend,'worden de<br />

veerremcilinders ontlucht, tegel ijkertijd wordt<br />

de bedieningsleiding naar het tweekrings reactie-<br />

r3<br />

A<br />

t5<br />

t6


ventiel ontlucht waardoor de commandoleiding<br />

wordt belucht.<br />

Parkeerrem<br />

Wanneer de handgreep (8) over de gehefe slag<br />

van de noodrem is verdraaid, moet de handgreep<br />

worden uitgetrokken en verder gedraaíd.<br />

De blokkeerstift (19) blokkeert de handgreep<br />

in deze positie. Wanneer de handgreep wordt<br />

verdraaid, drukt de schuine kant (221 aan de<br />

bovendeksel (24) van het ventief de zuigerbuis<br />

(2t) tegen de kracht van de drukveer (2Ol in<br />

naar beneden.<br />

De zuigerbuis (2't) opent de klep (19), waardoor<br />

de samengeperste lucht van de aansluiting<br />

(1) via de aansluiting (3) stroomt naar het tweekrings<br />

reactieventiel. Door het beluchten van<br />

het tweekrings reactieventiel via de aansluiting<br />

3 wordt de volgwagen weer gelost. De combinatie<br />

staat nu uitsluitend geremd door de veerkracht<br />

van de veerremcilinders op het trekkend<br />

voertu ig.<br />

1. Voorraad<br />

2. Veerremcilinders<br />

3. Bediening volgwagen<br />

4. Ontluchting<br />

\<br />

A. Stand rijden<br />

B. Aanslag<br />

C. Geblokkeerde stand (stand parkeren )


DAF ffJtsinstructies Parkeerremventier 6'39'27 11<br />

a. Uitgestuurde druk in bar (kg/cm2)<br />

b. Hoek in graden van de bedieningshefboom<br />

c. Aanslag van de bedieningshefboom<br />

d. Geblokkeerde stand (stand parkeren)<br />

e. Noodrem<br />

f . Parkeerrem<br />

30 40'<br />

b<br />

50' 60'<br />

rf<br />

70' g0' g0'


DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-99- 28 11<br />

PARKEERREMVENTIEL<br />

TOEPASSING<br />

Dit ventiel wordt toegepast op motorvoertuigen<br />

zonder volgwagenaansl u iting.<br />

DOE L<br />

Het parkeerremventiel heeft tot doel de parkeerreminstallatie<br />

regelbaar te bedienen. Als<br />

zodanig kan dit ventiel ook als noodremventiel<br />

gebruikt worden.<br />

WERKING<br />

Stand rijden<br />

In de stand rijden stroomt de samengeperste<br />

lucht van de voorraadketel via de aansluiting<br />

(1) Iangs de geopende inlaat (13) in de ruimte<br />

a. Van híeruit stroomt de samengeperste lucht<br />

via de aanslu iting (21 naar de veerremcilinders.<br />

Noodrem<br />

Wanneer de handgreep van het parkeerremventiel<br />

over het eerste gedeelte van de slag wordt<br />

bediend dan wordt het drukstuk (71 door de<br />

meeneempen (23) in dezelfde richting gedraaid.<br />

Door het schuine vlak in het huis en het schuine<br />

vlak van het drukstuk wordt deze omhoog<br />

bewogen.<br />

Het drukstuk (7l., wat naar boven schuift, heft<br />

de zuigerbuis (6) tegen de kracht van de drukveren<br />

(1t ) en (5) zover omhoog totdat de inlaat<br />

(13) sluit en de uitlaat (14l. opent.<br />

Hierbij wordt de regelzuiger (1S) door de regelveer<br />

(12l, in de onderste stand gehouden. De<br />

aansluiting (21 wordt ontlucht via de ruimte a<br />

en de aansluiting (3), terwijl in de ruimte b de<br />

voorraaddru k bl ijf t heersen. De veerrem insta llatie<br />

wordt ontlucht.<br />

Tengevolge van het drukverschil in de ruimten<br />

a en b wordt een opwaartse kracht uitgeoefend<br />

onder de regelzu iger ( 1 5) waardoor u iteindeliik<br />

de regelzuiger (15) met de drukveer (16) en de<br />

klep (11) omhoog worden bewogen tegen de<br />

kracht van de drukveer (12) in.<br />

De zuigerbuís (6) ís, afhankelijk van de hoekverdraaiing<br />

van de handgreep (8), meer of minder<br />

omhoog geschoven. Hierdoor is de opwaartse<br />

beweging van de regelzuíger (1S) tot aan het<br />

sf uiten van de uitlaat (14ll , ook verschillend.<br />

--ro "ll<br />

_ .12<br />

Wanneer in het deelremgebied de uítlaat (141<br />

wordt gesf oten is de evenwiehtspositie bereikt;<br />

hierbij blijft de restdruk in het veerremcircuit,<br />

Wordt de handgreep (B) tot de aanslag verder<br />

gerl raaid, da n zal de zuigerbu is (6) zover offt -'<br />

hoog beweg€h, dat de regelzuiger (1S), die<br />

ook omhoog wordt gedrukt, de uitlaat (14l.<br />

niet meer sluiten. Hierdoor wordt het veerremcircu<br />

it geheel ontlucht.<br />

De handgreep loopt over het gedeelte van de<br />

slag waarbij noodrem wordt bediend, automatisch<br />

terug wanneer het wordt losgelaten.<br />

Parkeerrem<br />

Aan het einde van de slag loopt de handgreep<br />

in een vergrendeling. De blokkeerstift ( 1 9)<br />

blokkeert dan de handgreep in deze positie.<br />

Het voertuig staat nu geremd met de parkeerrem,<br />

d.m.v. geheel ontluchte veerremcilinders.<br />

Om de vergrendeling op te heffen moet men<br />

de handgreep naar buiten trekken, waarna<br />

deze automatisch terugloopt.<br />

r3<br />

14<br />

r5<br />

r6


10' 20' 30' /.0'<br />

b<br />

50' 60'<br />

rf<br />

70' g0' g0'<br />

1. Voorraad<br />

2. Veerremcilinders<br />

3. Ontluchting<br />

A. Stand rijden<br />

B. Aanslag<br />

C. Geblokkeerde stand (stand parkeren )<br />

a. Uitgestuurde druk in bar (kg/cm2)<br />

b. Hoek in graden van de bedieningshefboom<br />

c. Aanslag van de bedieningshefboom<br />

d. Geblokkeerde stand (stand parkeren)<br />

e. Noodrem


DAF :Tilatsinstructies Parkeerremventiel 6-3g-3o 11<br />

PARKEERREMVENTIEL<br />

DOEL<br />

Met dit ventiel kan men de parkeerrem regelbaar<br />

bedienen d.m.v. de veerreminstallatie.<br />

WERKING<br />

Het ventiel heeft drie aansluitingen:<br />

aansluiting remleiding<br />

a -<br />

b : voorraad en<br />

c - ontluchting<br />

Wanneer het ventiel in de stand parkeren staat,<br />

dan is de remleiding (a) ontlucht via c. Als de<br />

handgreep bediend wordt, zàl de excentrische<br />

nok de zuiger (1) en d.m.v. veer (21 ook regelzuiger<br />

(3) naar beneden duwen: de ontluchting<br />

(c) wordt afgesloten en klep (41 wordt geopend.<br />

Er zal nu samengeperste lucht vanuit de voorraad<br />

(b) via a naar de veerremmen stromen.<br />

De opgebouwde druk in a zal nu de regelzuiger<br />

(3) naar boven doen beweg€r, totdat de<br />

kf ep (41 weer sluit en een evenwicht bereikt is.<br />

Wanneer de hefboom nog verder bediend wordt<br />

dan herhaaltzich de hele cyclus en zal de druk<br />

in a een hogere waarde bereiken. Beweegt men<br />

de hefboom weer terUg, dan zal de ontluchting<br />

(c) weer geopend worden en de druk in de<br />

veerremmen overeenkomstig dalen.<br />

In de uiterste stand valt de hefboom in een<br />

blokkering.<br />

Om deze op te heffen dient men de manchet<br />

op de hef boom op te lichten.


DAF :"T:;atsinstructies Veerremc i I inder 6-s 4-G4<br />

DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />

NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />

TINGEN<br />

1 - bedrijfsrem<br />

2 - parkeerrem<br />

DOE L<br />

De remkamer met veerremcif inder heeft tot<br />

doel om bij bediening van de bedrijfsrem, parkeer-<br />

en noodrem de remsegmenten tegen de<br />

remtrommel te drukken.<br />

BESCHR IJVING<br />

De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />

twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />

uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />

een gedeef te voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />

veerremcilinder.<br />

WERKING<br />

I Normale stand tiidens het rijden<br />

Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />

op een vei lige druk te zijn. Als dit niet<br />

het gevaf is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />

(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />

deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilin<br />

der , zal de zu iger (5) de zware veer<br />

(41 samendrukken. De remhefboom wordt<br />

l-<br />

5<br />

6<br />

7<br />

tl<br />

ilt<br />

8 910<br />

nu niet meer belast en zal onder andere door<br />

de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />

stand komen.<br />

Bedrijfsrem<br />

Door de scheiding tussen de remkamer en<br />

de veerremcilinder, kan de veerremcif inder<br />

de werking van de bedrijfsrem niet beihvloeden.<br />

Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />

zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />

luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />

werkt. Wanneer het voetremventiel<br />

wordt bediend, komt de samengeperste<br />

lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />

van het membraan met drukstang (9) wordt<br />

tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />

buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />

door middel van een hefboomstelsel tegen<br />

de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />

aan de andere ziide van het membraan kan<br />

via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />

de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />

(8) weer in de uitgangspositie terug.<br />

Parkeerrem<br />

Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />

worden ontlucht. De zware veer (4) drukt<br />

nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />

membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />

naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor-<br />

'Íh<br />

jry1.,


den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />

tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />

maakt men gebruik van de energie van de<br />

samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />

aan wezig is.<br />

LOSINRICHTING<br />

Wanneer door een storing geen samengeperste<br />

lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />

geremd. Toch moet het mogeliik ziin het<br />

voertuig te verslepen. Aan de achterziide van<br />

de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />

Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />

te draaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />

Door toepassing van een druklager op de bout<br />

bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />

meer dan 2O-4O Nm (2-4 mkg).<br />

Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />

meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />

gef ost zijn.<br />

Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />

perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />

weer lucht in de veerremcilinder worden<br />

toegef aten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />

de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />

met 40-50 Nm (4-5 mkg).<br />

HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREIVI_<br />

CILINDER OP HET VOERTUIG<br />

Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />

Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />

om de volgende handeling te vergemakkelijken.<br />

Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />

aanwezige losbout zover mogelijk<br />

uit (línksom draaien).<br />

Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />

Maak de twee luchtleidingen van de veerremcílinder<br />

los.<br />

Verwijder de kop-pen uit de gaffel en de<br />

remsteller.<br />

Verwijder de bevestigingsmoeren en veerringen<br />

en neem de veerremcilinder van de steun.<br />

Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />

behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.


DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-64<br />

DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />

E (fabrikaat Westinghousel<br />

Opm.Voor de vermeldg drukken ifi ,,bar" mag<br />

men ook lezen: kg/c *2.<br />

eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />

de veerremcilinder ged raaid is.<br />

Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />

drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />

Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />

(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />

deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />

een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />

Draai de contramoer weer on de drukstang<br />

en schroef deze zover op dat de veer in de<br />

remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />

afb. 1)<br />

[oopleiding) los,<br />

Maak nu de klemband van de remkamer los<br />

en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />

en membraan.<br />

Schroef de losbout weer geheel in.<br />

Verhit de met Loctite 59 geborgde sluitplug<br />

m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />

ca. 200oC kie afb. 2l<br />

Draai de slu ítplug eru it.<br />

Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />

Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het druklagertje,<br />

wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />

met de hand naar beneden over een rubber<br />

ringetje heen (zie afb. 3)<br />

Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />

haakje voorzichtíg eruit trekken (zíe afb. 4l<br />

De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />

Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />

beneden) en laat de cilinder<br />

ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />

springen ).<br />

Cilinder weer omdraaien en het complete<br />

lagertje eruit nemen.<br />

Verwíider de losbout.<br />

Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />

A. D. m.v. gen pers<br />

B. D. m.v. speciaal<br />

gereedschap<br />

Fig. 1<br />

Fis.2<br />

Fio- 3<br />

Fig.4


Fig. 5<br />

-r,n.<br />

u<br />

A. Demontage d.m.v. een pers<br />

B.<br />

Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />

dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />

ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />

vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />

uitstekende zuigerbuis met binnendraad<br />

aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />

Zet nu de cilínder precies kfem in de<br />

pers en draai de I bouties met moerties<br />

aan de omtrek los.<br />

Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />

de veer ziin spanning volledig kwiit<br />

is. Als de veer gebroken is, is het mogeliik<br />

dat deze bliift steken in het huis. Wees<br />

erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />

dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />

Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />

samencirukken en dan weer ontspannen.<br />

Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />

uit elkaar halen.<br />

Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />

DAF nr. 535912 (zie afb. 5)<br />

MONTAGE<br />

Schroef het demontagegereedschap van<br />

de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />

(zie afb. 6) en wel zover, dat de zuigerbuis<br />

een stukie (ca. 1cm) naar binnen<br />

gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />

hu ishelften afgenomen.<br />

Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />

omtrek van het huis los.<br />

Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />

de veer zijn spanning volledig kwijt<br />

is. (zie ook laatste punt: demontage<br />

m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />

ongehinderd uit elkaar halen.<br />

Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />

vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbuis<br />

niet.<br />

Controleer de O-ring op de sluitplug en de<br />

afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />

nodig.<br />

Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />

en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />

met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 609330)<br />

zijn ingesmeerd.<br />

De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />

Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />

m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />

breng de 8 bevestigingsbouties aan de omtrek<br />

aan.


DAF :";ffatsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-,G4<br />

Losbout helemaaf ind raaien.<br />

Cilinder beluchten (l bar)<br />

Druklagertje flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />

Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />

de afschuining naar U toe) op elkaar f eggen<br />

en gelijktijdig over de losbout schuiven. met<br />

behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />

geen vet aan de binnendraad van de zuigerbu<br />

is komen.<br />

Nieuwe opsluitring monteren rn.b.v. een piip<br />

(18x1,5 mm).<br />

Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />

en kijken of de zuigerbuis meef oopt.<br />

Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />

en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />

Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handeling<br />

letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />

wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />

van het druklagertje.<br />

Cilinder beluchten en nog een keer controf<br />

eren of de opsluitring goed op zijn pf aats<br />

zit.<br />

De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />

dun insmeren met Loctíte 59 (één druppel<br />

verdeeld over 1 winding is vof doende), en<br />

de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />

40-50 Nm (4-5 mkg)<br />

Overtollige Loctite met een droge doek<br />

wegnemen.<br />

Monteer nu het remkamer gedeelte.


DAF :"T:;a'Îsins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6-s 4-os<br />

DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />

NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />

. TING EN<br />

1 - bedrijfsrem<br />

2 _ parkeerrem<br />

DOE L<br />

De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />

doel om bij bediening van de be'{rijfsrem, parkeer-<br />

en noodrem de remsegmenten tegen de<br />

remtrommel te drukken.<br />

BESCHRIJVING<br />

De remkamer met veerremcílínder bestaat uit<br />

twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />

uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />

een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />

veerremcilinder.<br />

WERKING<br />

I Normale stand tijdens het rijden<br />

Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />

op een vei lige druk te zijn Als dit niet<br />

het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />

(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />

deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilinder,<br />

zal de zuiger (5) de zware veer<br />

(4) samendrukken. De remhefboom wordt<br />

l-<br />

5<br />

6<br />

7<br />

ll<br />

ill<br />

B 910<br />

nu niet meer belast en zal onder andere door<br />

de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />

stand komen.<br />

Bedrijfsrem<br />

Door de scheiding tussen de remkamer en<br />

de veerremcilinder, kan de veerremcilinder<br />

de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />

Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />

zware veer (4) samengedrukt, terwijl de<br />

luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />

werkt. Wanneer het voetremventiel<br />

wordt bediend, komt de samengeperste<br />

lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />

van het membraan met drukstang (9) wordt<br />

tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />

buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />

door middel van een hefboomstelsel tegen<br />

de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />

aan de andere zijde van het membraan kan<br />

via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />

de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />

(8) weer in de uitgangspositie terug.<br />

Parkeerrem<br />

Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />

worden ontlucht. De zware veer (4) drukt<br />

nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />

membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />

naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor


den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />

tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />

maakt men gebruik van de energie van de<br />

samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />

aanwezig is.<br />

LOSINRICHTING<br />

Wanneer door een storing geen samengeperste<br />

lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />

geremd. Toch moet het mogelijk zijn het<br />

voertuig te verslepen. Aan de achterzijde van<br />

de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />

Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />

te d raaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />

Door toepassing van een druklager op de bout<br />

bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />

meer dan 20-40 Nm Q-q mkg).<br />

Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />

meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />

gelost zijn.<br />

Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />

perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />

weer lucht in de veerremcilinder worden<br />

toegelaten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />

de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />

met 40-50 Nm (4-S mkg).<br />

HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />

CILINDER OP HET VOERTUIG<br />

Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />

Zet het parkeerremventiel in stand riiden,<br />

om de volgende handeling te vergemakkelijkgn.<br />

Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />

aanwezige losbout zover mogelijk<br />

uit (linksom draaien).<br />

Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />

Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />

los.<br />

Verwijder de kop-pen uit de gaffel en de<br />

remsteller.<br />

Verwijder de bevestigingsmoeren en veerringen<br />

en neem de veerremcilinder van de steurî.<br />

Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />

behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.


DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-6s<br />

DEMONTAGE VEERREMCI LINDER TYPE<br />

E (fabrikaat Westinghouse)<br />

Opm.Voor de vermeldg drukken in ,,bar" mag<br />

men ook lezen: kg/c ^2..<br />

eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />

de veerremcilinder gedraaid is.<br />

Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />

drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />

Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />

(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />

deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />

een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />

Draai de contramoer weer oî de drukstang<br />

en schroef deze zover op dat de veer in de<br />

remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />

afb. 1 )<br />

Maak het slangetje aan de buítenzíide (omloopleiding)<br />

los.<br />

Maak nu de klemband van de remkamer los<br />

en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />

en membraan.<br />

Schroef de losbout weer geheel in.<br />

Verhit de met Loctíte 59 geborgde sluitplug<br />

m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />

ca. 200oC (zie afb. 2l<br />

Draai de sluitplug eruit.<br />

Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />

Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het drukf<br />

agertje, wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />

met de hand naar beneden over een rubber<br />

ringetje heen (zie afb. 3)<br />

Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />

haakje voorzichtig eruit trekken (zie af b. 4l<br />

De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />

Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />

beneden ) en laat de c il inder<br />

ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />

springen ).<br />

Cilinder weer omdraaien en het complete<br />

lagertje eruit nemen.<br />

Verwijder de losbout.<br />

Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />

A. D. m.v. een pers<br />

B. D. m.v. speciaal gereedschap<br />

Fig. 1<br />

Fig. z<br />

Fiq. 3<br />

Fis. 4


Fig. 5<br />

,fÀ'ié€<br />

| 'K-=',\ \r'<<br />

\ l-\\r,,,=-;-{- jlz\<br />

Fig. 6<br />

A. Demontage d.m.v. een pers<br />

B.<br />

Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />

dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />

ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />

vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />

u itstekende zuigerbuis met binnendraad<br />

aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />

Zet nu de cilinder precies klem in de<br />

pers en d raai de 8 boutjes met moertjes<br />

aan de omtrek los.<br />

Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />

de veer zijn spanning volledig kwijt<br />

is. Als de veer gebroken is, is het mogelijk<br />

dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />

erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />

dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />

Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />

sarnencirukken en dan weer ontspannen.<br />

Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />

uit elkaar halen.<br />

Demontage m.b,v. speciaal gereedschap<br />

DAF nr. 5359t2 lzie afb. 5)<br />

MONTAGE<br />

Sch roef het demontagegereedschap van<br />

de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />

(zie af b. 6) en wel zover, dat de zu igerbuis<br />

een stukje (ca. 1 cm) naar binnen<br />

gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />

hu ishelften afgenomen.<br />

Draai de 8 boutjes met moerties aan de<br />

omtrek van het huis los.<br />

Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />

de veer zijn spanning volledig kwijt<br />

is. (zie ook laatste punt: demontage<br />

m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />

ongehinderd uit elkaar halen.<br />

Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />

vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />

is n iet.<br />

Controleer de 0-ring op de sluitplug en de<br />

afdichtíng in het huis. Vernieuw deze indien<br />

nodig.<br />

Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />

en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />

met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 009330)<br />

ziin ingesmeerd.<br />

De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />

Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />

m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />

breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />

aan.


DAF :";:;"''ns'Îruc'Ìies Veerremcilindbr 6 -54-6s<br />

Losbout helemaal ind raaien.<br />

Cilinder beluchten (l bar)<br />

Drukf agertje ff ink met Wabco 1 vet insmeren.<br />

Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />

de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />

en gelijktijdig over de losbout schuiven. met<br />

behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />

geen vet aan de binnendraad van de zuigerbuis<br />

komen.<br />

Nieuwe opsluitring monteren l:rì.b.v. een pijp<br />

(18x1,5 mm).<br />

Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />

en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />

Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />

en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />

Voorzichtig: Bíj hiervoor genoemde handeling<br />

letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />

wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />

van het druklagertje.<br />

Cilinder bef uchten en nog een keer controferen<br />

of de opsluitring goed op zijn plaats<br />

zit.<br />

De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />

dun insmeren met Loctíte 59 (één druppef<br />

verdeeld over 1 winding is voldoende), en<br />

de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />

40-50 Nm (4-5 mkg)<br />

Overtollige Loctite met een droge doek<br />

wegnemen.<br />

Monteer nu het remkamer gedeelte.


DAF :"T:;a'Îsins'Îruc'[ies Veerremcilinder 6-s 4-67<br />

DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />

NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />

TING EN<br />

1 - bedrijfsrem<br />

2 - parkeerrem<br />

DOE L<br />

De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />

doel om bij bediening van de bedrijfsrem, parkeer-<br />

en noodrem de remsegmenten tegen de<br />

remtrommel te drukken.<br />

BESCHRIJVING<br />

De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />

twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />

uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />

een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />

veerremcilinder.<br />

WERKING<br />

I Normale stand tiidens het rijden<br />

Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />

op een vei lige druk te zijn. Als dit niet<br />

het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />

(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />

deze druk wordt toegelaten tot de veerremcilin<br />

der, zal de zu iger (5) de zware veer<br />

(4) samendrukken. De remhefboom wordt<br />

l-<br />

5<br />

6<br />

7<br />

ll<br />

ill<br />

8 910<br />

nu niet meer belast en zal onder andere door<br />

de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />

stand komen.<br />

Bedrijfsrem<br />

Door de scheiding tussen de remkamer en<br />

de veerremcilinder, kan de veerremcilinder<br />

de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />

Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />

zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />

luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />

werkt. Wanneer het voetremventiel<br />

wordt bediend, komt de samengeperste<br />

lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />

van het membraan met drukstang (9) wordt<br />

tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />

buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />

door míddel van een hefboomstelsel tegen<br />

de remtrommel worden gedrukt. De fucht<br />

aan de andere zijde van het membraan kan<br />

via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />

de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />

(8) weer in de uritgangspositie terug.<br />

Parkeerrem<br />

Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />

worden ontlucht. De zware veer (41 drukt<br />

nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (71 tegen<br />

membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />

naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor


den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />

tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />

maakt men gebruik van de energie van de<br />

samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />

aan wezig is.<br />

LOSINRICHTING<br />

Wanneer door een storing geen samengeperste<br />

lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />

geremd. Toch moet het mogeliik ziin het<br />

voertuig te verslepen. Aan de achterziide van<br />

de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />

Door deze bout met een 27 mm sleutel linksom<br />

te draaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />

Door toepassing van een druklager op de bout<br />

bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />

meer dan 2O-4O Nm (2-4 mkg).<br />

Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />

meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />

gelost zijn<br />

Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />

perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />

weer lucht in de veerremcilinder worden<br />

toegef aten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />

de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />

met 40-50 Nm (4-S mkg).<br />

HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />

CILINDER OP HET VOERTUIG<br />

Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />

Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />

om de volgende handeling te vergemakkelijken.<br />

Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />

aanwezige losbout zover mogelijk<br />

uit (linksom draaien).<br />

Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />

Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />

los.<br />

Verwiider de kop-pen u it de gaffel en de<br />

remsteller.<br />

Verwiider de bevestigingsmoeren en veerringen<br />

en neem de veerremcilinder van de steurì.<br />

Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />

behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.


DAF ffitsinstructies Veerremcilinder 6-s 4-67<br />

DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />

E (fabrikaat Westinghouse)<br />

Opm.Voor de vermeldg drukken ifl ,,bar" mag<br />

men ook lezen: kg/c .<br />

^2.<br />

eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />

de veerremcilinder gedraaid is.<br />

Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />

drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />

Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />

(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />

deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />

een grotere sf uitring of schijf aanbrengen.<br />

Draai de contramoer weer op de drukstang<br />

en schroef deze zover op dat de veer in de<br />

remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />

afb. 1)<br />

Maak het slangetje aan de buitenzijde (om-<br />

!oopleiding) los.<br />

Maak nu de klemband van de remkamer los<br />

en verwijder de remkamerhef ft, drukstang<br />

en membraan.<br />

Schroef de losbout weer geheel in.<br />

Verhit de met Loctite 59 geborgde sluit.<br />

plug m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />

ca. 200oC kie af b. 2l<br />

Draai de sluitplug eruit.<br />

Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />

Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het druklagertje,<br />

wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />

met de hand naar beneden over een rubber<br />

ringetje heen (zie afb. 3)<br />

Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />

haa kje vo orzichtig eru it trekken (zie af b. 4l<br />

De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />

Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />

beneden) en laat de cilinder<br />

ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />

springen ).<br />

Cilinder weer omdraaien en het complete<br />

lagertje eruit nemen.<br />

Verwijder de losbout.<br />

Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />

A. D. m.v. ggn pers<br />

B. D. m.v. speciaal<br />

gereedschap<br />

Fis. 1<br />

Fis. 2<br />

riq"3<br />

Fis.4


Fig. 5<br />

t,n.À<br />

A. Demontage d.m.v. een pers<br />

B.<br />

Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />

dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />

ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />

vlak gaat aanliggen, In geen geval mag de<br />

u itstekende zuigerbu is met binnendraad<br />

aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />

Zet nu de cilinder precies klem in de<br />

pers en draai de B bouties met moerties<br />

aan de omtrek los.<br />

Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />

de veer zijn spanning volledig kwijt<br />

is. AIs de veer gebroken is, is het mogelijk<br />

dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />

erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />

dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />

Laat de pers darr eerst de veer nogmaals<br />

sanrencirukken en dan weer ontspannen.<br />

Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />

uit elkaar halen.<br />

Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />

DAF nr. S3S9l2 (zie afb. S)<br />

MONTAGE<br />

Sch roef het demontagegereedschap van<br />

de voorziide uit in de veerremcilinder<br />

(zie af b. 6) en wel zover, dat de zu igerbuis<br />

een stukje (ca. 1 cm) naar binnen<br />

gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />

hu ishelften afgenomen.<br />

Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />

omtrek van het huis los.<br />

Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />

de veer ziin spanning volledig kwijt<br />

is. (zie ook laatste punt: demontage<br />

m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />

ongehinderd uit elkaar halen.<br />

Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />

vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />

is n iet.<br />

Controleer de Gring op de sluitplug en de<br />

afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />

nodig.<br />

Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />

en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />

met Wabco l vet (DAF bestelnr. 609330)<br />

zijn ingesmeerd.<br />

De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />

Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />

m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, en<br />

breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />

aan.


DAF :";::"'ins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6-5 4-67<br />

Losbout helemaal ind raaien.<br />

Cilinder beluchten (l bar)<br />

Druklagertie flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />

Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />

de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />

en geliiktiidig over de 'losbout schuiven. met<br />

behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />

geen vet aan de binnendraad van de zuigerbu<br />

ís komen.<br />

Nieuwe opsluitring monteren m.b.v. een pijp<br />

(18x1,5 mm).<br />

Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />

en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />

Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />

en vast zetten met 4G50 Nm (4-5 mkg).<br />

Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handeling<br />

letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />

wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />

van het druklagertje.<br />

Cilinder beluchten en nog een keer controleren<br />

of de opsluitring goed op zijn plaats<br />

zit.<br />

De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />

dun insmeren met Loctite 59 (één druppel<br />

verdeef d over 1 winding is voldoende), en<br />

de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />

40-50 Nm (4-S mks)<br />

Overtollige Loctite met een droge doek<br />

wegnemen.<br />

Monteer nu het remkamer gedeelte.


DAF :"i:;a'Îsins'Îructies Veerremcilinder 6-s 4-6g<br />

DE REMKAMER MET VEERREMCILINDER<br />

NUMMERING VAN DE LUCHTAANSLUI<br />

TINGEN<br />

1<br />

2 - parkeerrem<br />

DOE L<br />

De remkamer met veerremcilinder heeft tot<br />

doel om bij bediening van de be;rijfsrem, parkeer-<br />

en noodrem de remsegmenten tegen de<br />

remtrommel te drukken.<br />

BESCHR IJVING<br />

De remkamer met veerremcilinder bestaat uit<br />

twee gedeelten: een gedeelte voor de bedrijfsrem,<br />

uitgevoerd als een normale remkamer, en<br />

een gedeelte voor de parkeerrem: de eigenlijke<br />

veerremcilinder.<br />

WERKING<br />

I Normale stand tijdens het rijden<br />

Alvorens te gaan rijden, dienen de luchtketels<br />

op een vei lige druk te zijn Als dit niet<br />

het geval is wordt dit door een waarschuwingssignaal<br />

(b.v. zoemer) aangegeven. Indien<br />

deze druk wordt toegef aten tot de veerremcilin<br />

der, zal de zuiger (5) de zware veer<br />

(41 samendrukken. De remhefboom wordt<br />

l-<br />

5<br />

6<br />

7<br />

tl<br />

ill<br />

8 910<br />

oo ooo<br />

nu niet meer belast en zal onder andere door<br />

de werking van de veer (10) in de niet-geremde<br />

stand komen.<br />

Bedrijfsrem<br />

Door de scheiding tussen de remkamer en<br />

de veerremcilinder, kan de veerremcil inder<br />

de werking van de bedrijfsrem niet beíhvloeden.<br />

Bij gebruik van de bedrijfsrem blijft de<br />

zware veer (41 samengedrukt, terwijl de<br />

luchtdruk op het membraan (8) van de remkamer<br />

werkt. Wanneer het voetremventiel<br />

wordt bediend, komt de samengeperste<br />

lucht in de ruimte (1) achter de drukzijde<br />

van het membraan met drukstang (9) wordt<br />

tegen de kracht van de veer (10) in naar<br />

buiten gedrukt, waardoor de remschoenen<br />

door middel van een hefboomstelsel tegen<br />

de remtrommel worden gedrukt. De lucht<br />

aan de andere zijde van het membraan kan<br />

via de ontluchtingsgaatjes ontwijken.<br />

Wanneer de remmen worden gelost, drukt<br />

de veer (10) de drukstang (9) en het membraan<br />

(B) weer in de uitgangspositie terug.<br />

Parkeerrem<br />

Met een bedieningsventiel kan de ruimte (6)<br />

worden ontlucht. De zware veer (41 drukt<br />

nu de zuiger (5) met de zuigerbuis (7) tegen<br />

membraan (8), waardoor de drukstang (9)<br />

naar buiten wordt gedrukt. Hierdoor wor


den de remschoenen door middel van de remhefboom<br />

tegen de remtrommel gedrukt. Hierbij<br />

maakt men gebruik van de energie van de<br />

samengedrukte zware veer (41 , welke steeds<br />

aan wezig is.<br />

LOSINRICHTING<br />

Wanneer door een storing geen samengeperste<br />

lucht beschikbaar is, staat het voertuig automatisch<br />

geremd. Toch moet het mogelijk ziin het<br />

voertu ig te verslepen. Aan de ach terzijde van<br />

de veerremcilinder bevindt zich een losbout (3).<br />

Door deze bout met een 27 mm sler-rtel linksom<br />

te d raaien, wordt de zware veer samengedrukt.<br />

Door toepassing van een druklager op de bout<br />

bedraagt het benodigde moment hiervoor niet<br />

meer dan 2A-4O Nm Q-q mkg).<br />

Let op: het voertuig heeft nu geen enkele rem<br />

meer, omdat de veerremmen nu mechanisch<br />

gef ost ziin.<br />

Wanneer de storing is opgeheven en voldoende<br />

perslucht aanwezig is, kan met het bedieningsventiel<br />

weer lucht in de veerremcilinder worden<br />

toegelaten. Daarna moet met de 27 mm sleutel<br />

de losbout worden ingeschroefd en vastgezet<br />

met 40-50 Nm (4-5 mkg).<br />

HET VERWIJDEREN VAN DE VEERREM-<br />

CILINDER OP HET VOERTUIG<br />

Plaats blokken vóór en achter de wielen.<br />

Zet het parkeerremventiel in stand rijden,<br />

om de volgende handeling te vergemakkef iiken.<br />

Draai met een 27 mm sleutel de in de veerremcilinder<br />

aanwezige losbout zover mogeliik<br />

u it ( lin ksom d raaien ).<br />

Zet het parkeerremventiel in stand parkeren.<br />

Maak de twee luchtleidingen van de veerremcilinder<br />

los.<br />

Verwijder de kop-pen u it de gaffel en de<br />

remsteller.<br />

Verwiider de bevestigingsmoeren en veerringen<br />

en neem de veerremcilinder van de steun.<br />

Opmerking: Bij storingen aan één veerremcilinder<br />

behoeft de andere niet preventief te worden vervangen.


DAF ;Jtsinstructies Veerremc íf inder 6-s 4-,6g<br />

DEMONTAGE VEERREMCI LI NDER TYPE<br />

E (fabrikaat Westinghouse)<br />

Opm.Voor de vermeldg drukken irì ,,bar" mag<br />

men ook lezen: kg/c ^2. .<br />

eontroleer of de losbout zover mogelijk uit<br />

de veerremcilinder gedraaid is.<br />

Verwijder de gaffel en de contramoer op de<br />

drukstang en vervolgens de rubber hoes.<br />

Schuif over de drukstang een afstandstuk<br />

(b.v. een stuk pijp). Om te voorkomen dat<br />

deze in de remcilinder schiet, kan men eerst<br />

een grotere sluitring of schijf aanbrengen.<br />

Draai de contramoer weer oî de drukstang<br />

en schroef deze zover op dat de veer in de<br />

remkamer een beetje gespannen wordt (zie<br />

afb. 1 )<br />

Maak het slangetje aan de buitenzijde (omloopleiding)<br />

los.<br />

Maak nu de klemband van de remkamer los<br />

en verwijder de remkamerhelft, drukstang<br />

en membraan.<br />

Schroef de losbout weer geheel in.<br />

Verhit de met Loctite 59 geborgde sluitplug<br />

m.b.v. een verwarmingsplaatje tot<br />

ca. 200oC kie af b. 2l<br />

Draai de slu itplug eru it.<br />

Belucht de cilinder opnieuw (7 bar)<br />

Druk m.b.v. een pijp (26x3 mm) het drukf<br />

agertje, wat nu zichtbaar is in de zuigerbuis<br />

met de hand naar beneden over een rubber<br />

ringetje heen (zie afb. 3)<br />

Het nu vrijzittende opsluitringetje met een<br />

haakje voorzichtig eruit trekken (zie af b. 4l<br />

De losbout ca. 3 cm uitdraaien.<br />

Zet de cilinder omgekeerd op tafel (remkamergedeelte<br />

beneden) en laat de cilinder<br />

ontluchten: 0 bar (het lagertje kan eruit<br />

springen ).<br />

Cilinder weer omdraaien en het complete<br />

lagertje eruit nemen.<br />

Verwijder de losbout.<br />

Men kan nu op twee manieren verder gaan:<br />

A. D. m.v. gen pgrs<br />

B. D. m.v. speciaal gereedschap<br />

Fig. 1<br />

Fis. 2<br />

Fiq. 3<br />

Fis.4


Fis.5<br />

Fig. o<br />

A. Demontage d.m.v. een pers<br />

B.<br />

Plaats de cilinder onder een pers. Zorg<br />

dat de cilinder goed vlak op de perstafel<br />

ligt, en dat ook de bovenstempel goed<br />

vlak gaat aanliggen. In geen geval mag de<br />

u itstekende zu igerbu is met binnendraad<br />

aanliggen tegen perstafel of bovenstempel.<br />

Zet nu de cilinder precies klem in de<br />

pers en d raai de I boutjes met moerties<br />

aan de omtrek los.<br />

Laat de pers langzaam ontspannen, totdat<br />

de veer ziin spanning volledlg kwiit<br />

is. Als de veer gebroken is, is het mogelijk<br />

dat deze blijft steken in het huis. Wees<br />

erop bedacht, dat het gevaar aanwezig is<br />

dat de veer dan plotseling vrij kan springen.<br />

Laat de pers dan eerst de veer nogmaals<br />

sanpncirukken en dan weer ontspannen.<br />

Men kan nu de onderdelen ongehinderd<br />

uit elkaar halen.<br />

Demontage m.b.v. speciaal gereedschap<br />

DAF nr. 5359t2 (zie afb. 5l<br />

MONTAGE<br />

Sch roef het demontagegereedschap van<br />

de voorzijde uit in de veerremcilinder<br />

(zie afb. 6) en wel zover, dat de zuigerbuis<br />

een stukje (ca. 1cm) naar binnen<br />

gedrukt wordt. De spanning is nu van de<br />

hu ishelften afgenomen.<br />

Draai de 8 boutjes met moertjes aan de<br />

omtrek van het huis los.<br />

Schroef het hulpgereedschap terug, totdat<br />

de veer ziin spanning volledig kwijt<br />

is. (zie ook laatste punt: demontage<br />

m.b.v. een pers). Men kan nu de onderdelen<br />

ongehinderd uit elkaar halen.<br />

Alle gedemonteerde metalen delen reinigen;<br />

vergeet vooral de binnendraad in de zuigerbu<br />

is n iet.<br />

Controleer de Gring op de sluitplug en de<br />

afdichting in het huis. Vernieuw deze indien<br />

nodig.<br />

Zorg dat de veerremcilinder aan de binnenzijde<br />

en de zuigerbuis aan de buitenzijde<br />

met Wabco 1 vet (DAF bestelnr. 009330)<br />

zijn ingesmeerd.<br />

De montage gaat nu in omgekeerde volgorde.<br />

Monteer de zware veer en de huishelften weer<br />

m.b.v. een pers of speciaal gereedschap, €o<br />

breng de 8 bevestigingsboutjes aan de omtrek<br />

aan.


DA F :";:J"'ins'Îruc'Ìies Veerremc il inder 6 's 4-6g<br />

Losbout helemaal indraaien.<br />

Cilinder beluchten (l bar)<br />

Druklagertje flink met Wabco 1 vet insmeren.<br />

Dunne ring, rollenkooi en dikke ring (met<br />

de afschuining naar U toe) op elkaar leggen<br />

en geliiktijdig over de losbout schuiven. met<br />

behulp van een pijp (26x3 mm). Er mag<br />

geen vet aan de bínnendraad van de zuigerbuis<br />

komen.<br />

Nieuwe opsluitring monteren n1.b.v, een pijp<br />

(18x1,5 mm).<br />

Cilinder ontluchten : 0 bar, losbout uitdraaien<br />

en kijken of de zuigerbuis meeloopt.<br />

Als dit goed gaat de losbout weer indraaien<br />

en vast zetten met 4G50 Nm (4-S mkg).<br />

Voorzichtig: Bij hiervoor genoemde handef<br />

ing letten op de richting waarin de zuigerbuis<br />

wijst, i.v.m. het gevaar van losspringen<br />

van het druklagertje.<br />

Cilinder beluchten en nog een keer controleren<br />

of de opslu itríng goed op zijn plaats<br />

z it.<br />

De sluitplug en de draad in oe zuigerbuis<br />

dun insmeren met Loctite 59 (één druppel<br />

verdeeld over 1 winding is voldoende), en<br />

de sluitplug monteren. Vastzetten met<br />

40-50 Nm (4-5 mks)<br />

Overtollige Loctite met een droge doek<br />

wegnemen.<br />

Monteer nu het remkamer gedeelte.


DA F :;::<br />

COMPRESSOR<br />

DF : DAF nr.238656<br />

DT(D) : DAF nr.249488<br />

De compressor in<br />

onderdelen getekend<br />

1. Bout<br />

2. Bout<br />

3. Veerring<br />

4. Deksel<br />

5. Pakking<br />

6. Persklepveer<br />

7 . Persklep<br />

8. Bout<br />

9. Veerring<br />

10. Cilinderkop<br />

11 . Pakking<br />

12. Bout<br />

13. Veerring<br />

14. Zuigerveer<br />

15. Zuiger<br />

16. Zuigerpen<br />

17. Borgveer<br />

18. Zuigklepveer<br />

19. Zuigklep<br />

20. Zuigklephouder<br />

21. Zuigklepzitting<br />

22. Cilinderblok<br />

23. Lagerbus<br />

24. Veerring<br />

25. Bout<br />

26. Pakking<br />

27. Onderdeksel<br />

28. Borgmoer<br />

29. Sluitring<br />

'30. Oliekeerring<br />

31. Lagerdeksel<br />

32. Lagerbus<br />

33. Drukring<br />

34. Veerring<br />

35. Bout<br />

36. Spie<br />

37. Krukas<br />

38. Drijf stang<br />

39. Borgpfaat<br />

40. Drijfstangbout<br />

41 . Drukring<br />

42. Sluitring<br />

43. Borgmoer<br />

44. Paspen<br />

aatsinstructies Compressor<br />

r STD---<br />

15 (2x) I 'O2O----,<br />

i ^ -t, '<br />

L+{.)4O:J<br />

î6(2x)1<br />

t7Qù2$<br />

óv<br />

-rl<br />

L\-<br />

ay<br />

1(5x)<br />

2(€x)<br />

3<br />

--<br />

38(2x)<br />

39(4x) STil r33<br />

/rrcaxl<br />

(Mv o,Jsto<br />

!oo5<br />

Mf<br />

h182x<br />

hî9(2x)<br />

Fflzx)<br />

N-37 32<br />

31<br />

^()-Bo-glrI<br />

4<br />

5<br />

6(2x)<br />

7 (2x)<br />

LB(3x)<br />

{ft_to<br />

f-tt<br />

'' qr-12<br />

V r13<br />

\\ó<br />

\; rsTD -1<br />

\<br />

-f 'o2o" ltatex)<br />

L-..O4O'!<br />

21(2x)<br />

22<br />

2e<br />

-27<br />

8a<br />

30


TECHNISCHE GEGEVENS<br />

Algemeen<br />

Boring<br />

Slag<br />

Aanzuigcapaciteit bij 1000 omw/min.<br />

Gfllnderblok<br />

Materiaal cilinderblok<br />

Materiaal foopvlak<br />

Cif inder binnendiameter, std.<br />

Krukas<br />

Diameter d rijfstang lagerhals<br />

Breedte d rijfstan g lagerhal s<br />

Af rond i ngstraal d rijfstang lagerhals<br />

Diameter hoofdlagerhals<br />

Afrond i ngstraal hoofdlagerhals<br />

Krukaslagerbussen ruimen op<br />

Afstand tussen de drukvlakken<br />

Axiafe spefing<br />

Dikte voorste drukring, std.<br />

idem , overmaat<br />

Dikte achterste drukring, std.<br />

idem , overmaat<br />

Drlffttangen<br />

Diameter d rijfstang lagerboring<br />

Diameter boring t.b.v. zuigerpen<br />

Afstand h.o.h. grote en kleine kop<br />

Zulgerr<br />

Diameter, standaardmaat<br />

Aantaf zuigerveren<br />

Groefbreedte<br />

Breedte zuigerveer<br />

Groefspel i ng zu i gerveer<br />

Slotopen ing zu igerveer<br />

Diameter zuigerpengat<br />

Diameter zuigerpen<br />

Aenheelkoppele<br />

Bouten en moeren ter bevestiging van:<br />

Cif inderkop<br />

Drijfstanglagerkap<br />

Krukaslagerdeksel<br />

Bodemdeksef<br />

Krukas aandrijftandwiel<br />

Brandstof pompkoppel i ng<br />

57,15 mm<br />

50,01 mm<br />

254 liter<br />

f ichtmetaal<br />

gietijzer<br />

57,17 -57,18 mm<br />

31 ,737-31,750 mm<br />

25,400-25,451 mm<br />

1,575 mm<br />

31,704-31 ,727 mm<br />

0,813 mm<br />

31,75 -31 ,78 mm<br />

1 1,71 -11,72 cm<br />

0,13 0,38 mm<br />

3,15 3,20 mm<br />

3,28 3,33 mm<br />

2,31 2,36 mm<br />

2,4 2,49 mm<br />

31,762-31 ,788 mm<br />

15,878-15,888 mm<br />

91 ,211-91 ,262 mm<br />

57,067-57,092 mm<br />

4<br />

2,426- 2,451 mm<br />

2,350-- 2,375 mm<br />

0,051- 0,102 mm<br />

0,051- A,254 mm<br />

15,873-15,878 mm<br />

15,870-15,875 mm<br />

2,07-2,35 mkg<br />

0,97 mkg<br />

max. 2,35 mkg<br />

0,83 mkg<br />

5,5 mkg<br />

5,5 mkg


DAF :;[ aatsinstructies Compressor C\<br />

(l-80-gl1Ù<br />

CONSTRUCTIE<br />

Het cilinderblok van de compressor is vervaardigd<br />

uit een lichtmetaal legering. De gietijzeren cilindervoeringen<br />

ziin in het blok ingegoten en kunnen<br />

niet worden vervangen.<br />

De krukas is in twee lagerbussen gelagerd. De<br />

lichtmetalen drijfstang heeft' geen aparte lagering<br />

voor krukas en zuigerpen, aangezien het driifstangmateriaal<br />

zelt hiervoor de vereiste eigenschappen<br />

bezit.<br />

REPARATIES<br />

Bij het uit elkaar nemen van de compressor dienen<br />

de drijfstangbouten te worden losgedraaid nog<br />

voor het demonteren van de krukas lagerdeksel(s).<br />

Bij het in elkaar zetten moet deze volgorde worden<br />

omgekeerd.<br />

Licht ingevreten persklepzittingen kunnen worden<br />

opgezuiverd. Overmatig beschadigde klepzittingen<br />

kunnen niet worden vervangen door losse zittingen<br />

, zodat vervanging van de complete cilinderkop<br />

dan noodzakelijk is.<br />

Zuigers en zuigerveren ziin ook leverbaar in de<br />

overmaten 0,020" en 0,040".<br />

Ondermaat krukaslagerbussen en -d riifstangen<br />

zijn niet leverbaar, zodat in voorkomende gevallen<br />

een nieuwe krukas moet worden gemonteerd.<br />

Let er bii het monteren van nieuwe lagerbussen<br />

op, dat de olieboring en -groeven recht boven komen<br />

te zitten. Vervolgens moeten de bussen op de<br />

voorgeschreven maat worden geruimd.<br />

Let bij het monteren van de klephouders op hun positie<br />

ten opzichte van de cilinder.<br />

De drukvlakken van de krukas dienen zonodig te<br />

worden opgezuiverd. Teneinde daarna de voorgeschreven<br />

axiale spefing te kunnen instellen, ziin<br />

overmaat drukringen leverbaar.<br />

Overmatige speling in de drijfstanglagering op de<br />

krukas en in de zuigerpenlagering wijst praktisch<br />

altijd op slijtage van het drijfstangmateriaal, zodat<br />

dan tot vernieuwing van de drijfstang zal moeten<br />

worden overgegaan.<br />

De klephouders dienen zodanig te worden gemonteerd,<br />

dat het open gedeelte zich recht tegenover<br />

de cilindervoering bevindt.<br />

Bij de montage van de lagerdeksel(s) op het cilinderblok<br />

moet spaarzaam gebruik worden gemaakt<br />

van vloeibare pakking.<br />

De oliekeerring moet zo ver in de lagerdeksel worden<br />

geperst, totdat hij gelijk ligt met de achterzijde<br />

van de deksel.<br />

Gebruik bij revisie steeds nieuwe kleppen, klepveren,<br />

pakkingen en oliekeerringen.<br />

ONDERHOUD<br />

Ten behoeve van de smering is de compressor<br />

door middel van een drukleiding aangesloten op<br />

het smeeroliecircuit van de motor. De olie stroomt<br />

vervolgens in de compressor terug naar de distributiekast<br />

van de motor. De compressor bezit derhalve<br />

geen mogelijkheid voor het controleren van<br />

het oliepeil en het verversen van de olie.<br />

Het natrekken van de cilinderkopbouten dient bij<br />

de eerste servicebeurt te worden uitgevoerd. Na<br />

elke 25.000 km dienen deze en alle andere bouten<br />

en moeren te worden gecontroleerd<br />

Na elke 100.000 km moeten de cilinderkop en de<br />

persluchtleiding worden gereinigd.


DA F :;'Jr'atsinstructies<br />

COMPRESSOR<br />

DAF-nr.513179<br />

1. Cilinderkop<br />

Z Cil i nderk opmoer<br />

3. Veerr ing<br />

4. Slu itring<br />

5. Plug<br />

6. Pak k ingring<br />

7. Tapeind<br />

B. Plug<br />

9. O- ring<br />

10. Klepgeleider<br />

1 1. Klepveer<br />

12. Persk lep<br />

13. Klepzitting<br />

1 4. K lepz itt i ng<br />

15. Inlaatklep<br />

1 6. K lepveer<br />

17. Steunring<br />

1 B. Veergeleider<br />

1 9. Com pressieveer<br />

20. Borgveer<br />

21 . Zu igerpen<br />

22. Zuiger<br />

23. Of iesch raapveer<br />

24. Koppak k ing<br />

25. Cil i nder<br />

26. O-ring<br />

27. Pakking<br />

28. Bodemdek sel<br />

29. Veerring<br />

30. Bout<br />

31. Krukkast<br />

32. Lagerbu s, voor<br />

33. Zuigerpen bu s<br />

34. Drijf stang<br />

35. Borgplaat<br />

36. Bout<br />

37. Lagerschaal<br />

38. Sp ie<br />

39. Dru k r ing *<br />

40. Sluitring<br />

41. Zelf borgende moer<br />

42. Krukas<br />

43. Lagerbus, achter<br />

44. Ach terdek sel<br />

45. Pak k ing<br />

46. Oliekeerring<br />

47 . Veerring<br />

48. Bout<br />

t Vervalt bij latere uitvoering.<br />

31<br />

35<br />

36<br />

37<br />

38<br />

39<br />

10<br />

11<br />

19 (8x)<br />

20(1')<br />

21<br />

22<br />

23Qrl<br />

31<br />

32p'0<br />

11<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

29<br />

30<br />

Compressor<br />

39<br />

13<br />

u lr5<br />

21<br />

25<br />

26<br />

6-80- 2G


ALGEMEEN<br />

De Clayton-Dewandre luchtcompressor, DAFnr.<br />

513179 onderscheidt zich hoofdralqeliik<br />

door zijn constructie van de andere door DAF<br />

toegepaste compnessoren.<br />

Het hoofdbestanddeel van de compressor<br />

wordt gevormd door een krukkast met een<br />

flens. Twee afzonderlijke cilinders, welke<br />

aan de onderzijde buitenvverks enigszins taps<br />

ziin. worden in deze flens aangebracht. Boven<br />

op de cilinders wordt de cilinderkop geplaatst.<br />

In de krukkastflens zijn zes lange tapeinden<br />

geschroefd, welke tot in de cilinderkop steken.<br />

Door op deze tapeinden dopmoeren vast<br />

te zetten, welke gpdeeltelijk verzonken in de<br />

cilinderkop komen te liggen, worden de cilinderc<br />

derhalve tussen krukkast en cilinderkop<br />

ingeklemd. Bij de voorgaande uitvoering werden<br />

gewone moeren en langere tapeinden<br />

toegepast, welke tot boven de cilinderkop uitstaken.<br />

De krukas is in drie lagerbussen gelagerd: twee<br />

aan de voorzijde en één aan de achtezijde. De<br />

zuigers zijn elk voozien van een olieschraapveer<br />

en vier compressieveren, welke paarsgewijze<br />

in twee zuigerveergroeven ziin geplaatst.<br />

De kleppen bevinden zich in de cilinderkop.<br />

De klepzittingen zijn in de cilinderkop geperst.<br />

Inlaatklep en -\reer worden daarbij door een<br />

klephouder, welke ín de cilinderkop is geperst,<br />

op hun plaats gehouden. Bij de persklep worden<br />

klep, -geleider en -veer door middel van<br />

een plug op hun plaats gehouden.<br />

De compressor is aangesloten op het smeeroliecircuit<br />

van de motor. De krukaslagers worden<br />

onder druk gesmeerd. Cilinderwanden en<br />

zuigprpennen worden gesmeerd door de opspattende<br />

olie.<br />

Overmaat cilinders en zuigers zijn niet leverbaar,zodat<br />

bij overmatigp sliitage moet worden<br />

overgegaan tot vernieuwing.<br />

ONDERHOUD<br />

Op de in de Onderhoudsboeken voorgeschreven<br />

tiiden dient de compressor te worden gecontroleerd.<br />

Behoudens de gebruikelijke inspecties<br />

op eventuele lekkages moeten de cilinderkopmoeren<br />

worden nagetrokken en moeten<br />

de perskleppen worden gecontroleerd. Van dit<br />

laatste zal afhangen of een meer ingrijpende<br />

servicebeurt nodig is.<br />

2<br />

Wanneer de compressor niet de vereiste hoeveelheid<br />

lucht levert, kan dit te wiiten ziin aan<br />

de kleppen of aan cilindersliitage. Voor het<br />

vaststellen van de oorzaak dient als volgt te<br />

worden gehandeld ;<br />

Koppel de persleiding van de compressor al.<br />

Laat de compressor enige tijd draaien tot de<br />

bedrijfstemperatuu r is berei kt.<br />

Houd gedurende ca. 10 seconden een stuk<br />

wit karton op ongeveer 5 cm vóór de persopening;<br />

een grote olievlek op het karton<br />

duidt op een overmatige cílindersliitage.<br />

Normaal is een vettige aanslag op het karton.<br />

Koppel de persleiding weer aan en laat de<br />

compressor draaien tot de bedriifsdruk is bereikt.<br />

Laat de motor stationair draaien.<br />

- Ontkoppel de lucht-aanzuigleiding en houd<br />

v-fi<br />

de hand vlak vóór de inlaat-opening: een<br />

lekke ínlaatklep verraadt zich doordat tijdens<br />

de persslag een luchtstroom op de hand<br />

wordt gevoeld.


DA F :;fr'atsinstructies<br />

TECHNISCHE GEGEVENS<br />

Algemeen<br />

Fabrikaat<br />

Model<br />

Type<br />

DAF-nummer<br />

Boring<br />

Slag<br />

Slagvolume<br />

Capaciteit<br />

Bedrijfstoerental<br />

Bedrijfsdru k<br />

Cilinder<br />

Max. toelaatbare oval iteit<br />

Max. toelaatbare tapsheid<br />

Zuigers en drijfstangen<br />

ZuiEerpenspel ing i n d rijfstangbus<br />

Comp ressieveren sl otopen i ng<br />

Of ieschraapveer sl otopen i ng<br />

Kru kas<br />

Max. toelaatbare oval iteit<br />

Lagerbussen na inpersen lijn-boren op<br />

Axiale speling, zonder drukringen<br />

f dem, met drukringen<br />

Aanhaalkoppels<br />

Cilinderkopmoeren<br />

In laatk lephouder<br />

Persklepz itting<br />

Persklepplug<br />

Drijfsta n gl age rka pbou te n<br />

Bodemde kselbouten<br />

11<br />

15<br />

16<br />

18<br />

17<br />

38<br />

10<br />

11<br />

32<br />

12<br />

I<br />

11<br />

10<br />

13<br />

12<br />

1<br />

21<br />

23<br />

22<br />

33<br />

31<br />

31<br />

37<br />

Compressor<br />

Clayton-Dewandre<br />

PCGA-900<br />

2-cil i nder, I uchtgekoeld<br />

513179<br />

57,1 5 mm<br />

50,80 mm<br />

260 cc<br />

255 liter/min.<br />

1300 omw/min.<br />

Sbar(8kg/.m2)<br />

0,05î mm<br />

0,127 mm<br />

max. 0,038 mm<br />

0,076 - 0,391 mm<br />

o,2il - 0,559 mm<br />

0,038 mm<br />

0,025 mm lagerspeling<br />

0 - 0,330 mm<br />

0,025 - 0,330 mm<br />

22 Nm (2,2 mkg)<br />

41-47 Nm (4,2-4,8 mkg)<br />

7-11 Nm (0,7-1 ,1 mkg)<br />

88 Nm (9 mkg)<br />

14-16 Nm (1 ,4-1 ,6 mkg)<br />

14 Nm (1 ,4 mkg)<br />

6-80- 2G<br />

2<br />

5<br />

5<br />

3<br />

t,<br />

7<br />

21<br />

19<br />

20<br />

25<br />

26<br />

15<br />

11<br />

17<br />

18<br />

16<br />

13<br />

35<br />

36<br />

27<br />

29<br />

30<br />

28


REPARATI E-AANWIJZIGI NGEN<br />

Cilinderkop rwisie<br />

De constructie met de gedeelteliik in de cilinderkop<br />

wrzonken dopmoercn maakt het mogelijk<br />

de kop te verwiideren zonder daarvoor<br />

Ce compressor van de motor af te moeten nemen.<br />

Bij de voorgnande uitvoering van de compnessor<br />

is dit niet mogeliik.<br />

- Verwiider alle aansluitingen van de compressor.<br />

- Maak merktekens op de cilinderkop en op<br />

de cilinders, zodat bii de montag alles rreer<br />

op dezelfde plaats komt.<br />

- Verwijder de cilinderkopmoeren.<br />

- Tik met een zachte hamer voorzichtig tegn<br />

de kop: houd daarbij de cilinders stevig<br />

vast, zodat deze niet loskomen, waardoor<br />

hun afdichtringen zouden kunnen worden<br />

bechadigd.<br />

- Neem de cilinderkop af.<br />

- Schroef twee 114" boutjes in de inlaatklephouder.<br />

Klem deze bouties in de bankschroef<br />

en demonteer de houder door voorzichtig<br />

tegBn de cilinderkop te tikken.<br />

- Verwijder de klepzittingen, biivoorbeeld met<br />

behulp van een binnentrekker. Desgewenst<br />

mag hierbij de cilinderkop worden verhit tot<br />

max. 15(PC.<br />

- Reinig de cilinderkop grondig.<br />

Inlaatklep<br />

- Let bij het inpersen van de inlaatklepzitting<br />

er op, dat deze met zijn vlakke ziide tegen<br />

de cilinderkop komt te laggen.<br />

- Monteer klep, klepveer en steunring.<br />

- Pers de inlaatklephouder zo ver mogelijk in<br />

de cilinderkop.<br />

- Borg de klephouder, door met een centerpons<br />

drie puties in de rand van de cilinderkop<br />

te slaan.<br />

Persklep<br />

- Pers de penklepzitting zodanig in de cilinderkop,<br />

dat zijn vlakke ziide tegen de kop<br />

komt te liggen.<br />

- Monteer de klepgeleider: deze moet in de cilinderkop<br />

ingeklemd zitten. Leg de klep op<br />

de klepzitting en plaats de klepveer op de<br />

klep.<br />

- Plaats de afdichtring op de plug en zet deze<br />

met het voorgeschreven aanhaalkoppel vast.<br />

4<br />

Opmerking<br />

Bij de voorgaande uitvoering werd een andere<br />

constructie toegepast, waarbii de klepgeleider<br />

ontbreekt.<br />

Cilinderkop<br />

Leg de koppakkingen op de cif inders.<br />

- Plaats de cilinderkop op de cilinders; fet<br />

daarbij op de vooraf aangebrachte merktekens.<br />

- Zet de cilinderkopmoeren vast met het<br />

voorgesch reven aanhaal koPPel.<br />

Cil inder- en zu igerrevisie<br />

Afhankelijk van de plaatsing van de compressor<br />

op de motor en in het voertuig kunnen cilinders,<br />

zuigers en driifstangen worden vervangen<br />

zonder de kru kkast van de motor af te moetén<br />

nemgn.<br />

Demontage.<br />

Opmerking indien verwacht wordt, dat niet<br />

alle delen zullen worden ver-<br />

nieuwd, moeten vóór de demontage<br />

de volgPnde merktekens<br />

worden aangebracht; cil inderkop<br />

ten opzichte van de cilinders;<br />

cilínders ten opzichte van de<br />

kru kkast ;<br />

zuigers ten opzichte van de krukkast;<br />

zuigers ten opzichte van de driifstangen;<br />

drijfstangen ten opzichte van de<br />

kru kkast.<br />

- Verwijder het bodemdeksel.<br />

- Verwijder de cilinderkoP, zie hierboven.<br />

- Tik de cilinders los van hun afdichtringen in<br />

de kru kkast.<br />

- Neem de cilinders uit de krukkast; fet er oP,<br />

hierbij de zuigers niet te beschadigen.<br />

- Verwijder de drijfstang lagerkappen en neem<br />

de drijfstange.n met de zuigers van boven uit<br />

de kru kkast.<br />

Reiniging en controle.<br />

- Maak vooral de zitting van de cilinders op de<br />

flens van de krukkast goed schoon.<br />

- Meet de cilinders op. Bii overschrijding van de<br />

maximaal toelaatbare ovaliteit en/of tapsheid<br />

moet tot vernieuwing worden overgegaan. Cilinders<br />

welke "gevreten" hebben moeten even-<br />

/


DAF :;H'atsinstructies<br />

- Meet de speling van de zuigerpen in zijn la-<br />

zo worden vernieuwd.<br />

gerbus. Bii overschrijding van de maximaal<br />

toelaatbare spel i ng de drijfstang vernieuvìren.<br />

Montage<br />

Opmerking<br />

Denk aan de eventueel aangebrachte merktekens<br />

op de diverse onderdelen.<br />

Bevestig de zuigers op de drijfstangen.<br />

- Controleer de slotopeningen van de zuigervergn.<br />

Monteer de zu igerveren op de zu igers.<br />

a. De vier compressieveren moeten paarsgewijs<br />

in de twee veergroeven worden gelegd;<br />

de uitsparing in de veren moeten<br />

zich aan de bovenzijde bevinden. Op deze<br />

zijde is bovendien de aanduiding "TOP"<br />

aangebracht.<br />

b. De slotopeningen mogen niet in één liin<br />

boven elkaar ziin geplaatst. Vermijd ook,<br />

dat een slotopening recht onder de zuigerpen<br />

ligt.<br />

- Verwijder één der in het midden van de lange<br />

zijde aangebrachte ci linderkoptapeinden.<br />

Bíj werkzaamheden op de motor; het tapeind<br />

aan de voorzijde. Dit vergemakkelijkt<br />

de verdere montage handelingen.<br />

Breng de zuigers en de drijfstangen in de cilinders.<br />

- Plaats de cilinders met zuigers en drijfstangen<br />

in de krukkast: gebruik nieuwe afdichtringen.<br />

Bevestig de drijfstangen op de krukas , gebruik<br />

hierbij bij voorkeur nieuwe drijfstanglagerscha<br />

len.<br />

Monteer bodemdeksel, tapeínd en cilinderkop.<br />

Algehele revisie<br />

Een algehele revisie behelst behalve de revisie<br />

van de cilinderkop, zuigers en drijfstangen ook<br />

de revisie van de krukas en zijn lagering.<br />

Demontage.<br />

- Verwijder het achterdeksel.<br />

Demonteer de cilinderkop, cilinders, zuigers<br />

en drijfstangen (zie hierboven).<br />

Merk de positie van de krukas en het achterdeksel<br />

ten opzichte van de krukkast.<br />

- Tik de krukas vanaf de voorziide uit de<br />

- Verwiider de oliekeerring en zo nodig ook<br />

Compressor<br />

6-80- 2G<br />

kru kkast.<br />

de lagerbussen.<br />

Controle<br />

- Controleer de krukas lagertappen. Indien de-<br />

ze beschadigd ziin en/of de ovaliteit de<br />

maximaal toelaatbare waarde overschriidt,<br />

moet worden overgegaan tot vernieuwing.<br />

Montage<br />

- Nieuwe lagerbussen moeten na het inpersen<br />

- Monteer de oliekeerring met de lip naar de<br />

- Monteer de krukas met de drukringen. De<br />

- Controleer de axiale speling van de krukas.<br />

in-lijn worden geboord op een waarde,<br />

waarbii de lagerspeling 0,025 mm bedraagt.<br />

binnenzijde van de krukkast gericht.<br />

smeergroeven van de drukringen moeten<br />

zich aan de ziide van de krukwangen bevinden.<br />

Bij de latere uitvoering van de compressor<br />

worden geen drukringen meer toegepast,<br />

krukkast en achterdeksel ziin aangepast en<br />

alleen tesamen uitwisselbaar.<br />

- Compressor verder afmonteren (Zie hierboven<br />

).


F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6-80-96<br />

WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES COMP R ESSO R<br />

COMPRESSOR<br />

DAF nr. 635401<br />

De compressor DAF-nr. 635401 is een verbeterde<br />

uitvoering van de -in subgroep 6-80-<br />

26 van deze Werkplaatsinstructies behandelde<br />

-compressor DAF-n r. 51 3179 .<br />

De compressor 635401 is door zijn verticale<br />

koelribben op de cilinderkop direct te onderscheiden<br />

van zijn voorganger, welke horizonta<br />

le koel ribben heeft.<br />

1 . Plug<br />

2. O-ríng<br />

3. K lepgeleider<br />

4. Klepveer<br />

5. Persk lep<br />

6. K lepzitting<br />

I . Cilinderkopmoer<br />

B. Veerring<br />

9. Plug<br />

10. Pakkingring<br />

11. Cilínderkop<br />

1 2. Tapeind<br />

1 3. K lepzitting<br />

14.lnlaatklep<br />

1 5. K lepveer<br />

1 6. Steu nring<br />

17. Veergeleider<br />

18. Compressieveer<br />

1 9. Borgveer<br />

20. Zuigerpen<br />

21 . Zuiger<br />

22. Oliesch raeìpveer<br />

23. Koppak king<br />

24. Cilinder<br />

25. O-ring<br />

26. Kru k kast<br />

27 . Lagerbus, voor<br />

28. Pak k ing<br />

29. Bodemdeksel<br />

30. Oliekeerring<br />

31. Sluitring<br />

32. Zelfborgende moer<br />

33. Veerring<br />

34. Bout<br />

35. Lagerbus, achter<br />

36. Achterdeksel<br />

37 . Pak k ing<br />

38. Kru kas<br />

39. Spie<br />

40. Bout<br />

41. Veerring<br />

42. Driifstang<br />

43. Borgplaat<br />

44. Bout<br />

45. Lagerschaal<br />

42<br />

43- -<br />

44-<br />

45<br />

27(2x)<br />

31--l<br />

.rl \<br />

N<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

1-<br />

41--4<br />

40-<br />

g<br />

!t<br />

Z--


TECHNISCHE GEGEVENS<br />

Algemeen<br />

Fabrikaat<br />

Model<br />

Type<br />

DAF-nummer<br />

Boring<br />

Slag<br />

Slagvolume<br />

Capiciteit<br />

Bed rijfstoerenta I<br />

Bedrijfsdru k<br />

Cilinder<br />

Max. toelaatbare oval iteit<br />

Max. toelaatbare tapsheid<br />

Zuigers en drijfstangen<br />

Zuigerpenspeling<br />

Compressieveren sl otopen i ng<br />

Ol iesch raapveer sl otopen i ng<br />

14<br />

15<br />

16<br />

18<br />

17<br />

39<br />

31<br />

32<br />

27<br />

38<br />

--1<br />

2<br />

4 3<br />

-65<br />

11<br />

22<br />

21<br />

26<br />

42<br />

Clayton- Dewandre<br />

PCGA-g18<br />

2-cil i nder, I uchtgekoeld<br />

635401<br />

57,1 5 mm<br />

50,80 mm<br />

260 cc<br />

255 liter/min.<br />

1300 omw/min.<br />

8 bar (8 kg/c m2l<br />

0,051 mm<br />

0,127 mm<br />

max. 0,038 mm<br />

0,076 - 0,391 mm<br />

0,254 - 0,559 mm<br />

12<br />

v<br />

I I<br />

10<br />

23<br />

18<br />

19<br />

--=-_24<br />

25<br />

37<br />

L36<br />

-30<br />

3s<br />

-43<br />

44,<br />

28<br />

41<br />

40 m


F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6-g0-36<br />

WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES COMP R ESSO R<br />

Krukas<br />

Max. toelaatbare oval iteit<br />

Lagerbussen na inpersen lijn-boren op<br />

Axiale speling<br />

Aanhaalkoppels<br />

Ci I inderkop moeren<br />

In laatklepveerhouder<br />

Persk lepzitting<br />

Persklepplug<br />

D rij fsta n g lagerka pbou ten<br />

Bodemdekselbouten<br />

ALGEIVIEEN<br />

De Clayton- Dewandre luchtcompressor, DAF<br />

nr. 635401 onderscheidt zich hoofdzakerijk<br />

door zijn constructie van de andere door DAF<br />

toegepaste com pressoren .<br />

Het hoofdbestanddeel van de compressor<br />

wordt gevormd door een krukkast met een<br />

ff ens. Twee afzonderlijke cilinders, welke aan<br />

de ond erzijde buitenwerks enigszins taps zijn,<br />

worden in deze flens aangebracht. Boven op<br />

de cilinders wordt de cilinderkop geplaatst.<br />

f n de krukkastflens zijn zes lange tapeinden<br />

geschroefd, welke tot in de cilinderkop steken.<br />

Door op deze tapeinden moeren vast te<br />

zetten, worden de cilinders derhalve tussen<br />

krukkast en cif inderkop lngeklemd.<br />

De krukas is in drie lagerbussen gelagerd:<br />

twee aan de voorzijde en één aan de achterzijde.<br />

De zuigers zijn elk voorzien van een<br />

olieschraapveer en vier compressieveren, wef -<br />

ke paarsgewijze in twee zuigerveergroeven<br />

zijn gepfaatst. De kleppen bevinden zich in de<br />

cilinderkop. De klepzittingen zijn in de cilinderkop<br />

geperst. Inlaatklep en - veer worden<br />

daarbij door een klephouder, w€lke in de cilinderkop<br />

is geperst, op hun plaats gehouden.<br />

Bij de persklep worden klep,-geleider en -veer<br />

door middel van een plug op hun plaats gehouden.<br />

De compressor is aangesloten op het smeeroliecircuit<br />

van de motor. De krukaslagers<br />

0,038 mm<br />

0,025 mm lagerspeling<br />

0 - 0,330 mm<br />

22Nm (2,2 mkg)<br />

41 - 47 Nm (4,2 -<br />

7 - 11 Nm (0,7 -<br />

88 Nm (9 mkg)<br />

14- 16Nm (1 ,4-<br />

14 Nm (1 ,4 mkg)<br />

worden onder druk gesrneerd. Cilinderwanden<br />

en zuigerpennen worden gesmeerd door<br />

de opspattende olie.<br />

overmaat cilinders en zu igers zijn n iet leverbaar,<br />

zodat bij overmatige slijtage moet worden<br />

overgegaan tot vernieuwing.<br />

ONDERHOUD<br />

4,8 mkg)<br />

1 ,1 mkg)<br />

1 ,6 mkg)<br />

Op de in de Onderhoudsboeken voorgeschre-<br />

vLrn tijden dient de compressor te worden gecontroleerd.<br />

Behoudens de gebruikelijke in-


specties op eventuele lekkages moeten de ci_<br />

linderkopmoeren worden nagetrokken en<br />

moeten de perskleppen worden gecontroleerd.<br />

Van dit laatste zal afhangen of een meer ingríj_<br />

pende servicebeurt nodig is.<br />

Wanneer de compressor niet de vereiste hoeveelheid<br />

lucht levert, kan dit te wijten zijn_<br />

aan de kleppen of aan cilinderslijtage. Voor<br />

het vaststellen van de oorzaak dient als vofgt<br />

te worden gehandeld;<br />

Koppel de persleiding van de compressor af.<br />

Laat de compressor enige tijd draaien tot<br />

de bedrijfstemperatuu r is berei kt.<br />

Houd gedurende ca. 10 seconden een stuk<br />

wit karton op ongeveer 5 cm vóór de persopening;<br />

een. grote olievlek op het karton<br />

duidt op overmatige cílindersl ijtage.<br />

Normaaf is een vettige aanslag op het karton.<br />

Koppel de persleiding weer aan en laat de<br />

compressor draaien tot de bedrijfsdruk is<br />

bereikt.<br />

Laat de motor stationair draaien.<br />

- Ontkoppel de lucht-aanzuigleiding en houd<br />

de hand vlak vóór de inlaat-opening; een<br />

lekke inlaatklep verraadt zich doordat tijdens<br />

de persslag een luchtstroom op de hand<br />

wordt gevoeld.<br />

R EPARATI E_AANW IJZI NG E N<br />

Cilinderkop revisie<br />

De constructie van de cilinderkop bevestiging<br />

maakt het mogelijk de kop te verwijderen<br />

zonder daarvoor de compressor van de<br />

motor af te moeten nemen.<br />

Verwijder alle aansluitingen van de compressor.<br />

Maak merktekens op de cilinderkop en op<br />

de cilinders, zodat bij de montage alles<br />

weer op dezelfde plaats komt.<br />

- Tik met een zachte hamer voorzichtig<br />

- schroef twee 1/4" boutjes in de ínlaatklep-<br />

Verwijder de ci I inderkopmoeren.<br />

tegen de kop : houd daarbij de cilinders<br />

stevig vast, zodat deze niet loskomen,<br />

waardoor hun afdichtringen zouden kunnen<br />

worden beschadigd.<br />

Neem de cilinderkop af.<br />

houder. Kf em deze boutjes in de bankschroef<br />

en demonteer de houder door<br />

voorzichtig tegen de eilinderkop te tikken.<br />

Verwijder de klepzittingen, bijvoorbeeld<br />

met behulp van een binnentrekker. Desgewenst<br />

mag hierbij de cilinderkop worden<br />

verhit tot max. 150o C.<br />

Reinig de cilinderkop grondig.<br />

Inlaatklep<br />

- Monteer kl€p, klepveer en steunring.<br />

- Pers de veergeleider zo ver mogelijk in de<br />

- Borg de veergeleider door met een center-<br />

Let bij het inpersen van de inlaatklepzitting<br />

er op, dat deze met zijn vlakke zijde<br />

tegen de cilinderkop komt te liggen.<br />

cilinderkop.<br />

pons drie putjes in de rand van de cirinderkop<br />

te slaarì.<br />

Persklep<br />

# Pers de persklepzitting zodanig in de cilinderkop,<br />

dat zijn vlakke zijde tegen de kop<br />

komt te liggen.<br />

- Monteer de kfepgeleider: deze moet in de<br />

cilinderkop ingeklemd zitten. Leg de klep<br />

op de kfepzitting en plaats de klepveer op<br />

de kfep.<br />

-Plaats de afdichtring op de pf ug en zet<br />

deze met het voorgeschreven aanhaarkoppel<br />

vast.<br />

Cilinderkop<br />

- Plaats de cilinderkop op de cirinders; let<br />

Leg de koppakking op de cilinders.<br />

daarbij op de vooraf aangebrachte merktekens.<br />

- zet de cilinderkopmoeren vast met het<br />

voorgesctr reven aanhaa I koppel.<br />

Cilinder- en zuigerrevisie<br />

Afhankelijk van de plaatsing van de cornpressor<br />

op de motor en het voertu ig ku nnen<br />

cilinders, zuigers en drijfstangen worden<br />

vervangen zonder de krukkast van de motor<br />

af te moeten nemen.


F <strong>1600</strong> DAFTrucks 6,g0-96<br />

WE R KP LAATSI NSTR UCTI ES<br />

Demontage<br />

Opmerking : indien verwacht wordt, dat niet<br />

alle delen zullen worden vernieuwd,<br />

moeten vóór de demontage<br />

de volgende merktekens<br />

worden aangebracht; cilinderkop<br />

ten opzichte van de cilinders;<br />

cif inders ten opzichte van<br />

de kru kkast;<br />

zuigers ten opzichte van de<br />

kru kkast;<br />

zuigers ten opzichte van de<br />

drijfstangen;<br />

drijfstangen ten opzichte van de<br />

krukkast.<br />

Verwijder de bodemdeksel.<br />

Verwijder de cilinderkop , zie h ierboven.<br />

.- Tik de cilinders los uit hun afdichtringen<br />

- Verwijder de drijfstang lagerkappen en<br />

in de k ru kkast.<br />

Neem de cilinders uit de krukkast; let er<br />

op, hierbij de zuigers niet te beschadigen.<br />

neem de drijfstangen met de zuigers van<br />

boven uit de krukkast.<br />

Reiniging en controle<br />

- Meet de speling van de zuigerpen. Bij over-<br />

Maak vooral de zitting van de cilinders op<br />

de flens van de krukkast goed schoon.<br />

Meet de cilinders op. Bij overschrijding<br />

van cle maximaal toelaatbare ovaliteit enl<br />

of tapsheid moet tot vernieuwing worden<br />

overgegaan. Cilinders welke " gevreten "<br />

hebben moeten evenzo worden vernieuwd.<br />

schrijding van de maximaal toelaatbare<br />

spel ing de d rijfstang vern íeuwen.<br />

Montage<br />

Opmerkíng:<br />

Denk aan eventueel aangebrachte merktekens<br />

op de diverse onderdelen.<br />

Bevestig de zuigers op de drijfstangen.<br />

Controleer de slotopeningen van de<br />

zuigerveren.<br />

Monteer de zuigerveren op de zuigers.<br />

COMP R ESSO R<br />

a. De vier compressieveren moeten paarsgewijs<br />

in de twee veergroeven worden<br />

gelegd; de uitsparing ín de veren moet<br />

zich aan de bovenzijde bevinden.<br />

Op deze zijde is bovendien de aanduiding<br />

" TOP " aangebracht.<br />

b. De slotopeningen mogen niet in één lijn<br />

boven elkaar zijn geplaatst. Vermijd ook,<br />

dat een slotopening recht onder de zuigerpen<br />

ligt.<br />

- Verwijder één der in het midden van de<br />

f ange zijde aangebrachte cilinderkoptapeinden.<br />

Bij werkzaamheden op de motor,<br />

het'-tapeind aan de voorzijde. Dit vergemakkelijkt<br />

de verdere montage handelingen.<br />

- Breng de zuígers en de drijfstangen in de<br />

cilinders<br />

- Plàats de cilinders met de zuigers en drijfstangen<br />

in de krukkast: gebruik nieuwe<br />

afd ichtringen.<br />

Bevestig de drijfstangen op de krukns, gebruik<br />

hierbij bij voorkeur nieuwe driifstang-lagerscha<br />

len.<br />

- Monteer bodemdeksel, tapeinden en cilinderkop.<br />

Algehele revisie<br />

Een algehele revisie behelst behalve de revisie<br />

van de cilinderkop, zuigers en drijfstangen<br />

ook de revisie van de krukas en zijn lagering.<br />

Demontage<br />

Demonteer de cilinderkop, cilinders, zuigers<br />

en drijfstangen (zie hierboven).<br />

- Merk de positie van de krukas en het<br />

achterdeksel ten opzichte van de krukkast.<br />

- Verwijder het achterdeksel.<br />

- Tik de krukas vanaf de voorzijde uit de<br />

kru kkast.<br />

- Verwijder de oliekeerring en zo nodig ook<br />

de lagerbussen.


Controle<br />

- Controleer de krukas lagertappen. Indien<br />

deze beschadigd zijn en/of de ovaliteit de<br />

maximale toelaatbare waarde oversch rijdt,<br />

moet worden overgegaan tot vernieuwing.<br />

Montage<br />

Nieuwe lagerbussen moeten na het inpersen<br />

in lijn worden geboord op een waarde,<br />

waarbij de lagerspeling 0,025mm bedraagt.<br />

- Monteer de oliekeerring met de lip naar de<br />

binnenzijde van de krukkast gericht.<br />

- Monteer de krukas.<br />

- Controleer de axiale speling van de krukas.<br />

- Compressor verder afmonteren (Zie hierboven<br />

).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!