KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen Tabel 28 Aannames over de toekomstige evolutie van de call size 86 Eindrapport Verschijningsvorm Verwacht gemiddeld jaarlijks groeipercentage van de call size Basis Gevoeligheidsanalyse Droge bulk 1% 1,5% Vloeibare bulk 2% 3% Containers 2% 3% Ro/ro 2% 3% Conventioneel stukgoed 2% 3% Binnenvaart 2% 3% Lagere vermeden achterlandafstand in het internationale standpunt In de basis-MKBA wordt verondersteld dat in het internationale standpunt het project van de tweede maritieme toegang leidt tot een vermindering van de gemiddelde afstand van het achterlandvervoer, met positieve milieueffecten tot gevolg. De reden is dat zonder project bepaalde goederenstromen moeten uitwijken naar minder centraal gelegen havens, waardoor de achterlandafstand vanaf de herkomst of tot de bestemming toeneemt. Het argument dat de gemiddelde achterlandafstand daalt, kan logisch goed gemotiveerd worden, maar is bij gebrek aan gegevens moeilijk empirisch te onderbouwen. In de basis-MKBA werd gerekend met een gemiddelde vermindering van de achterlandafstand van 50km. In de gevoeligheidsanalyse wordt 25 km ondersteld. De baten van vermeden achterlandvervoer zullen in verhouding kleiner zijn. Verschuiving naar Vlaamse zeehavens De baten in het nationale standpunt worden sterk beïnvloed door de fractie van de nieuwe goederenstromen (d.w.z. aangetrokken of behouden dank zij het project) die uit andere Vlaamse zeehavens afkomstig zijn. Hoe groter dit percentage, hoe kleiner de netto baten voor Vlaanderen of België. In de basis-MKBA werd een percentage van 40% uit andere Vlaamse zeehavens verondersteld. Naargelang we een engere of ruimere afbakening van de met de Waaslandhaven concurrerende zeehavens maken, kan dit percentage variëren van 15% tot 70% (zie paragraaf 6.1.1). In de gevoeligheidsanalyse wordt de impact van beide extremen onderzocht. Maximale, operationele capaciteitsbezetting van de Kallosluis en de tweede sluis In de basis-MKBA wordt, op basis van informatie van operatoren, aangenomen dat een sluis haar maximale operationele capaciteit bereikt bij een bezettingsgraad van 85%, die overeenkomt met een gemiddelde wachttijd van ongeveer 4,8 uren. In de gevoeligheidsanalyse wordt de maximale, operationele bezettingsgraad op 76,5% geplaatst (ongeveer 2,5 uren wachttijd in een systeem met één sluis). De effecten van de verlaging van de maximale wachttijd/maximale operationele capaciteitsbezetting zijn de volgende: • de tijdsbaten treden sneller op (omdat bestaande sluis sneller de maximale capaciteitsbezetting bereikt), maar maximale tijdsbaten zijn minder hoog (2,5 uur i.p.v. 4,8 uur). De actuele waarde van de totale tijdsbaten (of vermeden tijdskosten) kan dus in principe beide richtingen uit;
Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen 87 Eindrapport • de bestaande sluis is sneller gecongestionneerd. Maar ook de nieuwe tweede sluis is sneller gecongestionneerd. Het volume van de aangetrokken trafiek (verschil tussen 1 en 2 sluizen) kan dus in principe ook twee richtingen uit. Discontovoet In de basisberekingen wordt, conform de Standaardmethodiek, een reële, risicovrije discontovoet gehanteerd van 4%. In een klassieke gevoeligheidsanalyse voor Vlaamse haveninfrastructuurprojecten wordt het percentage op 8% gebracht (zonder echter daarbij rekeningschap te geven aan het realiteitsgehalte van een dergelijk percentage). In de andere richting wordt 2,5% gebruikt in de gevoeligheidsanalyse. 11.1.1 Beleidsscenario A: Ruimtelijke consolidatie Tabel 29 toont de resultaten van de verschillende gevoeligheidsanalyses in de MKBA voor Beleidsscenario A. In bijna alle gevoeligheidsanalyses blijft de conclusie van de basis-MKBA (tweede sluis is beste alternatief) overeind. In slechts twee gevoeligheidsanalyses verandert deze conclusie. In het scenario waarbij terreinen achter een sluis niet in aanmerking voor pure containertrafieken komen, of waarbij de sluis een kleine drempeldiepte heeft en daardoor niet voor pure containertrafieken geschikt is, is het inbreidingsalternatief aantrekkelijker dan het alternatief van de tweede sluis. De reden is evident. Het inbreidingsalternatief laat in deze beide gevallen toe om in te spelen op de snel groeiende containermarkt en hogere baten te realiseren. In tegenstelling tot het basisgeval overschrijden de extra baten van inbreidingsalternatief de extra kosten. We moeten hierbij wel bedenken dat ook het inbreidingsalternatief nautische beperkingen heeft, maar dat deze nog niet diepgaand onderzocht zijn. Drie andere parameters met een sterke impact op de resultaten zijn de trafiekgroei (lage groeiscenario), de discontovoet (hoge discontovoet) en de fractie van de nieuwe goederenstromen dat uit andere Vlaamse zeehavens afkomstig is (deze laatste enkel in het nationale standpunt). In geen van deze drie gevoeligheidsanalyses verandert echter de conclusie dat de tweede sluis het beste alternatief is. Een grotere groei van de call size en een hogere aanname over de maximale operationele capaciteit van de sluis doen de baten licht dalen.
- Page 36 and 37: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 38 and 39: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 40 and 41: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 42 and 43: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 44 and 45: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 46 and 47: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 48 and 49: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 50 and 51: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 52 and 53: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 54 and 55: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 56 and 57: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 58 and 59: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 60 and 61: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 62 and 63: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 64 and 65: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 66 and 67: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 68 and 69: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 70 and 71: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 72 and 73: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 74 and 75: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 76 and 77: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 78 and 79: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 80 and 81: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 82 and 83: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 84 and 85: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 88 and 89: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 90 and 91: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 92 and 93: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 94 and 95: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 96 and 97: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 98 and 99: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 100 and 101: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 102 and 103: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 104 and 105: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 106 and 107: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 108 and 109: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 110 and 111: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 112 and 113: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 114 and 115: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 116 and 117: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 118 and 119: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 120 and 121: Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tw
- Page 122 and 123: Values in 10^ -9 Values in 10^ -9 G
- Page 124 and 125: Values in 10^ -9 Geïntegreerde MKB
- Page 126: Values in 10^ -9 Values in 10^ -10
Geïntegreerde <strong>MKBA</strong>/EEA<br />
voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven<br />
en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen<br />
Tabel 28 Aannames over de toekomstige evolutie van de call size<br />
86 Eindrapport<br />
Verschijningsvorm<br />
Verwacht gemiddeld jaarlijks groeipercentage van de call size<br />
Basis Gevoeligheidsanalyse<br />
Droge bulk 1% 1,5%<br />
Vloeibare bulk 2% 3%<br />
Containers 2% 3%<br />
Ro/ro 2% 3%<br />
Conventioneel stukgoed 2% 3%<br />
Binnenvaart 2% 3%<br />
Lagere vermeden achterlandafstand in het internationale standpunt<br />
In de basis-<strong>MKBA</strong> wordt verondersteld dat in het internationale standpunt het project van<br />
de tweede maritieme toegang leidt tot een vermindering van de gemiddelde afstand van<br />
het achterlandvervoer, met positieve milieueffecten tot gevolg. De reden is dat zonder<br />
project bepaalde goederenstromen moeten uitwijken naar minder centraal gelegen<br />
havens, waardoor de achterlandafstand vanaf de herkomst of tot de bestemming<br />
toeneemt. Het argument dat de gemiddelde achterlandafstand daalt, kan logisch goed<br />
gemotiveerd worden, maar is bij gebrek aan gegevens moeilijk empirisch te<br />
onderbouwen. In de basis-<strong>MKBA</strong> werd gerekend met een gemiddelde vermindering van<br />
de achterlandafstand van 50km. In de gevoeligheidsanalyse wordt 25 km ondersteld. De<br />
baten van vermeden achterlandvervoer zullen in verhouding kleiner zijn.<br />
Verschuiving naar Vlaamse zeehavens<br />
De baten in het nationale standpunt worden sterk beïnvloed door de fractie van de<br />
nieuwe goederenstromen (d.w.z. aangetrokken of behouden dank zij het project) die uit<br />
andere Vlaamse zeehavens afkomstig zijn. Hoe groter dit percentage, hoe kleiner de<br />
netto baten voor Vlaanderen of België. In de basis-<strong>MKBA</strong> werd een percentage van 40%<br />
uit andere Vlaamse zeehavens verondersteld. Naargelang we een engere of ruimere<br />
afbakening van de met de Waaslandhaven concurrerende zeehavens maken, kan dit<br />
percentage variëren van 15% tot 70% (zie paragraaf 6.1.1). In de gevoeligheidsanalyse<br />
wordt de impact van beide extremen onderzocht.<br />
Maximale, operationele capaciteitsbezetting van de Kallosluis en de tweede sluis<br />
In de basis-<strong>MKBA</strong> wordt, op basis van informatie van operatoren, aangenomen dat een<br />
sluis haar maximale operationele capaciteit bereikt bij een bezettingsgraad van 85%, die<br />
overeenkomt met een gemiddelde wachttijd van ongeveer 4,8 uren.<br />
In de gevoeligheidsanalyse wordt de maximale, operationele bezettingsgraad op 76,5%<br />
geplaatst (ongeveer 2,5 uren wachttijd in een systeem met één sluis). De effecten van de<br />
verlaging van de maximale wachttijd/maximale operationele capaciteitsbezetting zijn de<br />
volgende:<br />
• de tijdsbaten treden sneller op (omdat bestaande sluis sneller de maximale<br />
capaciteitsbezetting bereikt), maar maximale tijdsbaten zijn minder hoog (2,5 uur<br />
i.p.v. 4,8 uur). De actuele waarde van de totale tijdsbaten (of vermeden tijdskosten)<br />
kan dus in principe beide richtingen uit;