KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis

KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis

deurganckdoksluis.be
from deurganckdoksluis.be More from this publisher
03.05.2013 Views

Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen In het internationale standpunt is het grondgebied waarop het vervoer plaatsgrijpt niet relevant. In een MKBA vanuit internationaal standpunt moeten we kijken naar de impact van het project op de afgelegde afstand. In het projectalternatief kan een grotere fractie van de autonome groei van de maritieme overslag in de haven van Antwerpen behandeld worden. Zonder project moet een deel van deze goederenstromen naar andere havens uitwijken. In overweging nemende dat (1) de haven van Antwerpen een centrale ligging heeft 23 , (2) elke haven in de eerste plaats het nabije hinterland bedient, en (3) het gaat om de autonome groei van goederenstromen die zonder fysische beperkingen bij voorkeur naar de haven van Antwerpen komen, mag men concluderen dat, indien deze stromen niet in Antwerpen behandeld kunnen worden, ze moeten uitwijken naar andere, minder goed gelegen havens waardoor de achterlandafstanden toenemen. De belangrijkste concurrerende havens bevinden zich alle op een afstand van ongeveer 100km (Zeebrugge, Vlissingen en Rotterdam; Gent en Terneuzen liggen iets dichterbij). Trafieken die uitwijken worden dus met een extra hinterlandafstand van maximaal 100 km geconfronteerd. Voor sommige trafieken zal naargelang de hinterlandbestemming de extra afstand echter kleiner (of mogelijk zelfs negatief) zijn. Analoog aan de halveringsregel voor de baten onderstellen we dat de gemiddelde extra afstand de helft van de maximale afstand bedraagt of 50km. Deze extra afstand wordt in het internationale standpunt vermeden voor de goederenstromen die in het projectalternatief in de haven van Antwerpen blijven, maar zonder project zouden uitwijken. 6.1.3 Wegvervoer en spoorvervoer De raming van het hinterlandvervoer via weg en spoor gebeurt op dezelfde wijze als voor het binnenvaartvervoer: 42 Eindrapport • berekening van het vervoersvolume in ton op basis van percentage van maritieme overslag; • omzetting naar vervoersprestatie in tonkilometer met behulp van kengetallen voor de gemiddelde afgelegde afstand. Tabel 6 geeft een overzicht van de parameters die voor de prognose van het weg- en spoorvervoer gehanteerd zijn. 23 Zie studie van SEA, waarvan de resultaten onder meer in TV Studiegroep Omgeving BCI (2005) gepresenteerd worden.

Geïntegreerde MKBA/EEA voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen Tabel 6 Parameters voor prognose van het weg- en spoorvervoer (tonkilometer) 43 Eindrapport Parameter Waarde Bron/toelichting Volume (ton) Weg: 38% van maritiem overslagvolume Gemiddelde afstand in België (nationaal standpunt) Gemiddelde vermeden afstand in projectalternatief in internationaal standpunt Spoor: 21% van maritiem overslagvolume Weg: 110 km Spoor: 130 km 6.2 Waardering van de directe effecten 6.2.1 Vermeden directe wachttijdkosten van de schepen Wachttijdmodel Modaal aandeel van weg- en spoorvervoer in hinterlandvervoer in realistisch scenario van de Quick Scan mobiliteit, referentiejaar 2016 (Studiegroep Omgeving, 2005), aangepast voor hoger aandeel van binnenvaart in Waaslandhaven achter sluis dan in de Quick Scan. Gemiddelde afstand van alle wegvervoer/spoorvervoer op Belgisch grondgebied (FOD Economie, 2006b) 50 km Helft van afstand tot belangrijkste concurrerende havens. Zie toelichting in de laatste alinea van paragraaf 6.1.2. Per beleidsscenario en projectalternatief (inbegrepen nulalternatief) is een wachttijdmodel ontwikkeld. De marktvraag van de Waaslandhaven (binnen de ruimtelijke beperkingen) is in de wachttijdmodellen gevoerd. Er is een benuttingsgraad van de sluis bepaald waarbij de groei van het aantal schepen afgetopt wordt. Per alternatief is de maximale benuttingsgraad in verschillende jaren bereikt en hierdoor heeft elk alternatief zijn eigen prognose van het aantal scheepsbewegingen. De ontwikkeling van een sluissimulatiemodel valt buiten het kader van deze studie. Er is voor gekozen om aan de hand van een simpel wachttijdmodel de toekomstige congestie te berekenen in het nulalternatief en de projectalternatieven. In theorie heeft de sluis een bepaalde capaciteit. Deze wordt bepaald op basis van de grootte, schuttingtijd en verdeling type schepen. In de praktijk zijn er diverse additionele factoren die de capaciteit van de sluis beperken, waaronder: • tijdsschema van shifts van havenarbeid; • diverse voorrangsregelingen (tankers, gevaarlijke stoffen, militaire transporten, uitgaand-ingaand verkeer); • coördinatie tussen de diverse partijen die met de sluisplanning verbonden zijn (zoals loodsen, bootmannen, sleepdiensten,…; • lege schuttingen om congestie op te lossen; • complexe planning, bijvoorbeeld wegens tussendoorkomende binnenvaartschepen • getijdevensters,… Het model werkt met een standaard wachttijdtheorie en is aangepast door per jaar 3 dagen onderhoud en 10% minder sluiscapaciteit (wegens de zes bovenstaande

Geïntegreerde <strong>MKBA</strong>/EEA<br />

voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven<br />

en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen<br />

Tabel 6 Parameters voor prognose van het weg- en spoorvervoer (tonkilometer)<br />

43 Eindrapport<br />

Parameter Waarde Bron/toelichting<br />

Volume (ton) Weg: 38% van maritiem<br />

overslagvolume<br />

Gemiddelde afstand in België<br />

(nationaal standpunt)<br />

Gemiddelde vermeden afstand<br />

in projectalternatief in<br />

internationaal standpunt<br />

Spoor: 21% van maritiem<br />

overslagvolume<br />

Weg: 110 km<br />

Spoor: 130 km<br />

6.2 Waardering van de directe effecten<br />

6.2.1 Vermeden directe wachttijdkosten van de schepen<br />

Wachttijdmodel<br />

Modaal aandeel van weg- en spoorvervoer in<br />

hinterlandvervoer in realistisch scenario van<br />

de Quick Scan mobiliteit, referentiejaar 2016<br />

(Studiegroep Omgeving, 2005), aangepast<br />

voor hoger aandeel van binnenvaart in<br />

Waaslandhaven achter sluis dan in de Quick<br />

Scan.<br />

Gemiddelde afstand van alle<br />

wegvervoer/spoorvervoer op Belgisch<br />

grondgebied (FOD Economie, 2006b)<br />

50 km Helft van afstand tot belangrijkste<br />

concurrerende havens. Zie toelichting in de<br />

laatste alinea van paragraaf 6.1.2.<br />

Per beleidsscenario en projectalternatief (inbegrepen nulalternatief) is een wachttijdmodel<br />

ontwikkeld. De marktvraag van de Waaslandhaven (binnen de ruimtelijke beperkingen) is<br />

in de wachttijdmodellen gevoerd. Er is een benuttingsgraad van de sluis bepaald waarbij<br />

de groei van het aantal schepen afgetopt wordt. Per alternatief is de maximale<br />

benuttingsgraad in verschillende jaren bereikt en hierdoor heeft elk alternatief zijn eigen<br />

prognose van het aantal scheepsbewegingen.<br />

De ontwikkeling van een sluissimulatiemodel valt buiten het kader van deze studie. Er is<br />

voor gekozen om aan de hand van een simpel wachttijdmodel de toekomstige congestie<br />

te berekenen in het nulalternatief en de projectalternatieven. In theorie heeft de sluis een<br />

bepaalde capaciteit. Deze wordt bepaald op basis van de grootte, schuttingtijd en<br />

verdeling type schepen. In de praktijk zijn er diverse additionele factoren die de capaciteit<br />

van de sluis beperken, waaronder:<br />

• tijdsschema van shifts van havenarbeid;<br />

• diverse voorrangsregelingen (tankers, gevaarlijke stoffen, militaire transporten,<br />

uitgaand-ingaand verkeer);<br />

• coördinatie tussen de diverse partijen die met de sluisplanning verbonden zijn<br />

(zoals loodsen, bootmannen, sleepdiensten,…;<br />

• lege schuttingen om congestie op te lossen;<br />

• complexe planning, bijvoorbeeld wegens tussendoorkomende binnenvaartschepen<br />

• getijdevensters,…<br />

Het model werkt met een standaard wachttijdtheorie en is aangepast door per jaar 3<br />

dagen onderhoud en 10% minder sluiscapaciteit (wegens de zes bovenstaande

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!