KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geïntegreerde <strong>MKBA</strong>/EEA<br />
voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven<br />
en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen<br />
omdat anders aan het einde van de prognosehorizon een onrealistisch hoge waarde<br />
verkregen wordt 19 .<br />
Het aantal zeeschepen wordt samen met het aantal binnenvaartschepen ingevoerd in<br />
een wachttijdmodel. De prognose van het aantal binnenvaartschepen wordt later in<br />
paragraaf 6.1.2 toegelicht en de berekening van de wachttijden in paragraaf 6.2.1.<br />
Bij een bepaalde capaciteitsbezetting zijn de wachttijden zo groot dat rederijen en<br />
operatoren een andere haven kiezen. Op basis van interviews met operatoren is<br />
aangenomen dat het omslagpunt op een bezettingsgraad van 85% ligt, wat overeenstemt<br />
met een gemiddelde wachttijd van ongeveer 4,8 uur. 20 Eenmaal deze drempel bereikt,<br />
kan de trafiek niet verder meer groeien en wordt de prognose van het aantal schepen<br />
begrensd. We veronderstellen dat vanaf dan ook de schaalvergroting in de scheepvaart<br />
stopt. Deze veronderstelling wordt gemotiveerd door het feit dat schaalvergroting slechts<br />
mogelijk gemaakt wordt door dikker wordende vervoersstromen. Indien de<br />
vervoersstromen geplafonneerd zijn, dan stopt ook de schaalvergroting.<br />
Wegens gebrek aan informatie worden de bovenvermelde aannames over de evolutie<br />
van de call size door een vrij grote mate van onzekerheid gekenmerkt. In de<br />
gevoeligheidsanalyse zal de impact van alternatieve aannames nagegaan worden.<br />
Verschuiving naar andere havens<br />
De trafieken die in het nulalternatief als gevolg van de beperkte maritieme toegang niet<br />
geaccommodeerd kunnen worden, verschuiven naar andere havens. De belangrijkste<br />
concurrerende havens voor de trafieken die vandaag achter de Kallosluis behandeld<br />
worden, zijn Gent, Zeebrugge en Zeeland Seaports. Voor containertrafieken, die in<br />
sommige projectalternatieven achter de sluis zouden behandeld kunnen worden, moet<br />
Rotterdam bij deze lijst gevoegd worden.<br />
Indien we de concurrerende havens beperken tot Gent, Zeebrugge en Zeeland Seaports,<br />
dan vertegenwoordigen de Vlaamse havens bijna 70% van het overslagvolume (in ton).<br />
Indien we Rotterdam ook meenemen, dan daalt het marktaandeel van de Vlaamse<br />
concurrerende havens tot minder 15% (zowel in ton als TEU).<br />
We nemen het middenpunt van deze twee getallen en veronderstellen dat gemiddeld<br />
40% van het op Linkeroever volume naar binnenlandse havens uitwijkt en 60% naar<br />
buitenlandse havens. Alternatieve aannames worden in de gevoeligheidsanalyse<br />
bestudeerd.<br />
19 Eenvoudigheidshalve worden in de projectalternatieven en in het nulalternatief dezelfde groeipercentages<br />
gehanteerd. Er ontstaat wel een verschil tussen de projectalternatieven en het nulalternatief omdat de<br />
schaalvergroting stopt wanneer de sluis gecongestionneerd is, wat in het nulalternatief eerder gebeurt dan<br />
in de projectalternatieven.<br />
20 De bezettingsgraad van 85% ligt dicht bij het getal van 80% dat, dat ook vaak als maximale operationele<br />
capaciteit geciteerd wordt. In feite stemt onze capaciteitsbezetting van 85% overeen met een<br />
bezettingsgraad van 75% omdat we ook nog rekening houden met capaciteitsverlies wegens onderhoud en<br />
andere operationele redenen (zie nadere uitleg in paragraaf 6.2.1)<br />
39 Eindrapport