KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Geïntegreerde <strong>MKBA</strong>/EEA<br />
voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven<br />
en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen<br />
5 STAP 3: IDENTIFICATIE VAN DE PROJECTEFFECTEN<br />
In dit hoofdstuk worden de projecteffecten geïdentificeerd en kwalitatief beschreven. De<br />
projecteffecten vloeien voort uit de verschillen tussen de toekomstige ontwikkelingen in<br />
het nulalternatief en in de projectalternatieven. Daarom worden achtereenvolgens de<br />
ontwikkelingspaden in het nulalternatief en het projectalternatief geschetst.<br />
Zoals al aangestipt hebben de beleidsscenario’s een sterke impact op de aard van de<br />
projecteffecten. Daarom is dit hoofdstuk in drie delen opgesplitst, elk gewijd aan een<br />
beleidsscenario.<br />
5.1 Beleidsscenario A: Ruimtelijke consolidatie<br />
5.1.1 Nulalternatief<br />
De acties uit het besliste beleid worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.1.1). Het<br />
havengebied op Linkeroever wordt niet uitgebreid. De capaciteit van de maritieme<br />
toegang wordt niet uitgebreid.<br />
De bestaande wachttijden aan de Kallosluis verminderen niet. Integendeel, door een<br />
groei van de trafieken nemen ze nog verder toe. Al snel wordt echter een kritische<br />
drempel bereikt waarbij de haven geen nieuwe klanten en goederenstromen naar de<br />
dokken achter de Kallosluis kan aantrekken. Aangezien ook het Rechteroevergebied vol<br />
is, kan enkel de containertrafiek in het Deurganckdok blijven groeien tot de terminals<br />
langs dat dok vol zijn.<br />
Dit betekent dat de haven van Antwerpen slechts een fractie van haar groeipotentieel<br />
(weergegeven in Figuur 11) kan realiseren. De trafieken die niet in de haven van<br />
Antwerpen terecht kunnen, moeten naar andere binnen- en buitenlandse havens<br />
uitwijken. Deze havens zijn minder goed gelegen (want de trafieken zouden bij voorkeur<br />
naar Antwerpen gegaan zijn). De afstanden van het achterlandvervoer nemen daardoor<br />
toe.<br />
5.1.2 Inbreiding<br />
De acties uit het besliste beleid worden uitgevoerd (zie paragraaf 4.1.1). Het<br />
havengebied op Linkeroever wordt niet uitgebreid. Het westelijke deel van de<br />
Waaslandhaven (het Verrebroekdok, het niet gedempte deel van het Doeldok en de<br />
westelijke helft van het Waaslandkanaal) worden rechtstreeks verbonden met het<br />
verlengde Deurganckdok en vormen een tijhaven. Het oostelijke deel van de<br />
Waaslandhaven (oostelijke helft van het Waaslandkanaal, Vrasenedok, Noordelijk en<br />
Zuidelijk insteekdok) wordt met een dam in het Waaslandkanaal van deze tijhaven<br />
afgescheiden en is zoals voorheen via de Kallosluis bereikbaar.<br />
De Kallosluis moet nog slechts het oostelijke deel van de Waaslandhaven bedienen.<br />
Onmiddellijk na de realisatie van de inbreiding daalt het aantal schepen dat in de<br />
Kallosluis geschut moet worden, en daardoor dalen ook de wachttijden. Dit maakt een<br />
24 Eindrapport