KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
KOSTEN BATEN ANALYSE (MKBA) – E - Deurganckdoksluis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geïntegreerde <strong>MKBA</strong>/EEA<br />
voor een tweede maritieme toegang Waaslandhaven<br />
en alle onlosmakelijk ermee verbonden ingrepen<br />
• De Liefkenshoekspoortunnel wordt gebouwd en uitgevoerd als een geboorde tunnel. 8<br />
De acties van het besliste beleid zijn vooral belangrijk voor de bepaling van de kosten<br />
van de projectalternatieven. De kosten van het besliste beleid mogen in de <strong>MKBA</strong> niet in<br />
rekening gebracht worden. Enkel de kostenverschillen ten opzichte van het besliste<br />
beleid komen ten laste van het project.<br />
4.1.2 Gepland beleid<br />
Bij het geplande beleid is vooral het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor<br />
de afbakening van de haven van Antwerpen zeer relevant. De kosten en baten van de<br />
tweede maritieme toegang worden in sterke mate beïnvloed door de keuzen die in het<br />
kader van het GRUP zullen gemaakt worden, en in het bijzonder door de keuzen over de<br />
noordelijke uitbreiding van het havengebied op Linkeroever.<br />
In deze <strong>MKBA</strong> wordt de aanleg van de derde fase van het Verrebroekdok met een<br />
bodemdiepte van -14,58 m TAW (zoals de rest van de bestaande Waaslandhaven)<br />
beschouwd als gepland beleid dat in alle alternatieven (inbegrepen het nulalternatief)<br />
uitgevoerd wordt. Dit laat toe om een zuivere afweging van de tweede maritieme toegang<br />
te verkrijgen, wat het doel van de voorliggende <strong>MKBA</strong> is.<br />
In het plan-MER van het “ontwerp strategisch plan voor en de afbakening van de haven<br />
van Antwerpen in haar omgeving” worden behalve het nulalternatief zes<br />
planalternatieven en <strong>–</strong>varianten bestudeerd. 9 Betreffende de keuzen over de noordelijke<br />
uitbreiding van het Linkeroevergebied vallen deze alternatieven in drie groepen uiteen<br />
(zie bovenste deel van Figuur 7):<br />
19 Eindrapport<br />
• geen noordelijke uitbreiding of een ruimtelijke consolidatie van het havengebied<br />
(nulalternatief en planvarianten A1a, A1b en A2 van het plan-MER);<br />
• noordelijke uitbreiding via bouw van het Saeftinghedok (planvarianten B1 en B2);<br />
• noordelijke uitbreiding via bouw van een dok in het verlengde van het<br />
Waaslandkanaal (dat voortaal gemakshalve het “Kieldrechtdok” genoemd wordt)<br />
(planvariant B3).<br />
De baten van een tweede maritieme toegang hangen af van welke van deze drie opties<br />
gekozen wordt. De omvang en aard van de goederenstromen die via de tweede<br />
maritieme toegang zullen verlopen, verschillen naargelang de wijze waarop een<br />
noordelijke uitbreiding gerealiseerd (of niet gerealiseerd wordt). Bijvoorbeeld: in<br />
planvariant B3 zal een tweede sluis niet alleen de bestaande dokken achter de Kallosluis<br />
bedienen, maar ook het nieuwe Kieldrechtdok.<br />
Om de baten van de tweede maritieme toegang correct te kunnen berekenen, moet dus<br />
het toekomstige beleid met betrekking tot de noordelijke uitbreiding van het havengebied<br />
op Linkeroever voorspeld worden. Het probleem is dat bij de opstelling van deze<br />
<strong>MKBA</strong>/EEA de beslissing over de alternatieven en varianten in het kader van het<br />
8 Deze oplossing sluit uit dat de Liefkenshoeksspoorverbinding tussen de Beverentunnel en de Schelde op<br />
maaiveldhoogte komt, waardoor een alternatief voor de spoorovergangen over de Kallosluis zou gecreëerd<br />
worden.<br />
9 THV Haven 2030 (2006).