Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei ...

Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei ... Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei ...

naktuinbouw.nl
from naktuinbouw.nl More from this publisher
03.05.2013 Views

Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam) vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit d.d. 1 juni 2012 BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Dit Reglement neemt de begripsomschrijvingen over van het bepaalde in artikel 87 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stcrt. 20 januari 2006, nr. 15) bevat dit Reglement voorschriften in overeenstemming met de voorwaarden, genoemd in artikel 6 en 7 van Richtlijn EG/93/48, de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184) en het Keuringsreglement Naktuinbouw, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken. In dit Reglement en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: a. Softfruit: Hieronder wordt in dit reglement verstaan: uitgangsmateriaal van aardbei, framboos en braam. b. Gewas: Veldeenheid van planten van één ras, type en klasse. c. Ras: Een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagste rang die kan worden: a. gedefinieerd aan de hand van de expressie van de eigenschappen die het resultaat is van een bepaald genotype of een combinatie van genotypen; b. onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste één van die eigenschappen en c. beschouwd als een eenheid, gezien haar geschiktheid om onveranderd te worden vermeerderd. d. Partij: Een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong. e. Kloon: Een vegetatieve afstamming van een ras, overeenstemmend met een stam van een (fruit)gewas, die op grond van de identiteit van de plantengroep, de fenotypische kenmerken en zijn fytosanitaire toestand is geselecteerd. f. Perceel: Een aaneengesloten productieveld van planten dat separaat bewerkt wordt van andere productievelden van planten. g. Kandidaatplanten: Planten, waaruit materiaal wordt geselecteerd, bestemd voor de opkweek van prebasis moederplanten (klasse SEE). h. Prebasis moederplanten (klasse SEE): Moederplanten, die rechtstreeks zijn opgekweekt uit pathogeenvrij bevonden kandidaatplanten en dienen voor instandhouding en de productie van prebasismateriaal (klasse SEE). i. Prebasismateriaal (klasse SEE): Voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van prebasis moederplanten (klasse SEE) en dient voor de productie van basis I moederplanten (klasse SE). j. Moederplanten klasse SE: Moederplanten, die rechtstreeks of in één extra vermeerderingsstap zijn opgekweekt uit teeltmateriaal klasse SEE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse SE.

<strong>Certificeringsreglement</strong> <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong> <strong>Softfruit</strong><br />

(<strong>aardbei</strong>, framboos, braam)<br />

vastgesteld door het bestuur van <strong>Naktuinbouw</strong><br />

bij besluit d.d. 1 juni 2012<br />

BEGRIPSBEPALINGEN<br />

ARTIKEL 1<br />

Dit Reglement neemt de begripsomschrijvingen over van het bepaalde in artikel 87 van de Regeling verhandeling<br />

teeltmateriaal (Stcrt. 20 januari 2006, nr. 15) bevat dit Reglement voorschriften in overeenstemming met de voorwaarden,<br />

genoemd in artikel 6 en 7 van Richtlijn EG/93/48, de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184) en het<br />

Keuringsreglement <strong>Naktuinbouw</strong>, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk is afgeweken.<br />

In dit Reglement en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:<br />

a. <strong>Softfruit</strong>:<br />

Hieronder wordt in dit reglement verstaan: uitgangsmateriaal van <strong>aardbei</strong>, framboos en braam.<br />

b. Gewas:<br />

Veldeenheid van planten van één ras, type en klasse.<br />

c. Ras:<br />

Een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagste rang die kan worden:<br />

a. gedefinieerd aan de hand van de expressie van de eigenschappen die het resultaat is van een bepaald<br />

genotype of een combinatie van genotypen;<br />

b. onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste één van die eigenschappen en<br />

c. beschouwd als een eenheid, gezien haar geschiktheid om onveranderd te worden vermeerderd.<br />

d. Partij:<br />

Een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong.<br />

e. Kloon:<br />

Een vegetatieve afstamming van een ras, overeenstemmend met een stam van een (fruit)gewas, die op grond van<br />

de identiteit van de plantengroep, de fenotypische kenmerken en zijn fytosanitaire toestand is geselecteerd.<br />

f. Perceel:<br />

Een aaneengesloten productieveld van planten dat separaat bewerkt wordt van andere productievelden van planten.<br />

g. Kandidaatplanten:<br />

Planten, waaruit materiaal wordt geselecteerd, bestemd voor de opkweek van prebasis moederplanten (klasse SEE).<br />

h. Prebasis moederplanten (klasse SEE):<br />

Moederplanten, die rechtstreeks zijn opgekweekt uit pathogeenvrij bevonden kandidaatplanten en dienen voor<br />

instandhouding en de productie van prebasismateriaal (klasse SEE).<br />

i. Prebasismateriaal (klasse SEE):<br />

Voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van prebasis moederplanten (klasse SEE) en dient<br />

voor de productie van basis I moederplanten (klasse SE).<br />

j. Moederplanten klasse SE:<br />

Moederplanten, die rechtstreeks of in één extra vermeerderingsstap zijn opgekweekt uit teeltmateriaal<br />

klasse SEE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse SE.


k. Teeltmateriaal klasse SE:<br />

Basismateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SE en dient voor de productie van<br />

moederplanten klasse EE.<br />

l. Moederplanten klasse EE:<br />

Moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit teeltmateriaal klasse SE en dienen voor de productie van<br />

teeltmateriaal klasse EE.<br />

m. Teeltmateriaal klasse EE:<br />

Basismateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE en dient voor de productie van<br />

moederplanten klasse E.<br />

n. Moederplanten klasse E:<br />

Moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit teeltmateriaal klasse SE of klasse EE en dienen voor de<br />

productie van teeltmateriaal klasse E.<br />

o. Teeltmateriaal klasse E:<br />

Gecertificeerd teeltmateriaal, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse EE, evenals planten geteeld uit<br />

plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E.<br />

p. Officiële inspectie:<br />

Door of onder verantwoordelijkheid van <strong>Naktuinbouw</strong> verrichte keuring, controle of inspectie.<br />

q. Quarantaineorganismen:<br />

Voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, als zodanig aangewezen in de bijlagen 1 en 2,<br />

behorend bij Richtlijn 2000/29/EG (fyto-richtlijn) evenals schadelijke organismen, die door landen buiten de Europese<br />

Unie als zodanig zijn aangemerkt in verband met export naar die derde landen.<br />

r. Certificaat:<br />

Zendingbegeleidend document, houdende de door <strong>Naktuinbouw</strong> afgegeven officiële verklaring dat het daarop<br />

verantwoorde teeltmateriaal voldoet aan de eisen, opgenomen in dit Reglement of de daarop berustende<br />

voorschriften ten aanzien van plantmateriaal bestemd voor de productie van teeltmateriaal.<br />

s. Afleverdocument:<br />

Het door de leverancier gehanteerde afleverdocument met daarop vermeld dat het plantmateriaal voldoet aan de in<br />

dit Reglement opgenomen eisen van teeltmateriaal dat bestemd is voor de vermeerdering van <strong>aardbei</strong>planten of de<br />

productie van <strong>aardbei</strong>en.<br />

t. Etiket:<br />

In, op of aan de partij aangebracht etiket houdende de door <strong>Naktuinbouw</strong> afgegeven officiële verklaring dat het<br />

daarop verantwoorde teeltmateriaal voldoet aan de eisen, opgenomen in dit Reglement en de daarop berustende<br />

voorschriften.<br />

u. Virusvrij materiaal:<br />

Virusvrij materiaal dat volgens internationaal erkende wetenschappelijke methoden is getest en vrij is bevonden van<br />

besmetting, dat bij inspecties tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige<br />

ziekteverwekkers, dat in stand is gehouden op een wijze die infectie voorkomt en geacht wordt vrij te zijn van alle<br />

virussen en virusachtige ziekteverwekkers, waarvan bekend is dat zij in de Europese Unie bij de betrokken soort<br />

voorkomen, als in bijlage III bij dit Reglement genoemd.<br />

Materiaal dat vegetatief en in rechte lijn in een specifiek aantal stadia uit dergelijk materiaal is voortgekweekt als<br />

bepaald in dit Reglement, dat bij inspectie tijdens de groei visueel vrij is bevonden van symptomen van virussen of<br />

virusachtige ziekteverwekkers en dat is geproduceerd en in stand gehouden op een wijze die infectie voorkomt en<br />

overeenkomstig het bepaalde in dit Reglement, wordt eveneens geacht virusvrij te zijn.<br />

v. Luisdichte kas:<br />

Een ruimte die voorzien is van een toegang door een sluis en die door zijn inrichting voldoende garantie biedt dat<br />

deze vrij is en blijft van luizen.


w. Keuringsreglementering:<br />

Alle voorschriften, waaraan leverancier en teeltmateriaal moeten voldoen als neergelegd in hoofdstuk 6 van de<br />

Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184), het Besluit verhandeling teeltmateriaal (Stb. 2005, nr, 654),<br />

de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stscrt. 20 januari 2006, nr. 15, p. 16 e.v.) en het Keuringsreglement<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> 2006.<br />

Leverancier die het collectieve kwaliteitsmerk van <strong>Naktuinbouw</strong> wenst te hanteren en daartoe een overeenkomst<br />

met <strong>Naktuinbouw</strong> heeft gesloten zoals bedoeld in het Reglement op het gebruik van het collectieve <strong>Naktuinbouw</strong><br />

kwaliteitsmerk <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong>®.<br />

y. EMT-laboratorium:<br />

Een door <strong>Naktuinbouw</strong> erkend laboratorium op voet van de Regeling Erkenning Monstername en Toetsing.<br />

TOEPASSELIJKHEID<br />

ARTIKEL 2<br />

1. Dit Reglement heeft betrekking op bedrijfsmatig geproduceerd aan <strong>Naktuinbouw</strong> ter certificering opgegeven<br />

teeltmateriaal (moederplanten, voortkwekings-materiaal, teeltmateriaal en planten) van rassen van <strong>Softfruit</strong> (Fragaria<br />

L., Rubus ) die voldoen aan de in bijlage 1 bij dit Reglement gestelde voorwaarden.<br />

2. Teeltmateriaal dat ter certificering wordt aangeboden door een leverancier, dat niet aan de eisen als neergelegd in de<br />

Keuringsreglementering voldoet en daaruit voortvloeiende voorwaarden, komt niet voor certificering in aanmerking.<br />

3. Plantmateriaal dat niet afkomstig is uit het voor gecertificeerd plantmateriaal gehanteerde vermeerderingssysteem,<br />

komt niet voor opname in de in dit Reglement bedoelde certificeringkeuring in aanmerking. Voor zover sprake<br />

is van certificering van het te gebruiken voortkwekingsmateriaal door een andere organisatie dan <strong>Naktuinbouw</strong>,<br />

kan dit door <strong>Naktuinbouw</strong> worden geaccepteerd op voorwaarde, dat de door de andere organisatie gehanteerde<br />

certificeringsystematiek door het Bestuur van <strong>Naktuinbouw</strong> equivalent zijn verklaard aan het certificeringprogramma<br />

“<strong>Elite</strong>” van <strong>Naktuinbouw</strong>. De equivalentie-eisen zijn bij bestuursbesluit vastgesteld en op aanvrage verkrijgbaar.<br />

4. In weefselkweek (vitro) vermeerderd materiaal kan voor opname in de certificeringkeuring in aanmerking komen<br />

indien uit uitgevoerde (identiteits-) controle is gebleken dat het op die wijze vermeerderde materiaal aan alle in<br />

dit reglement gestelde eisen voor wat betreft identiteit, volgens de voorwaarden in bijlage 7 bij dit Reglement,<br />

gezondheid en kwaliteit heeft voldaan.<br />

5. De fytosanitaire voorschriften van Richtlijn 2000/29/EG zijn in alle gevallen van toepassing.<br />

AANGIFTE<br />

ARTIKEL 3<br />

1. Gewassen dienen bij aanvang van de teelt door de leverancier aangemeld te worden voor de in dit Reglement<br />

bedoelde certificeringkeuring door middel van een door <strong>Naktuinbouw</strong> ter beschikking gesteld formulier, dan wel op<br />

een andere door <strong>Naktuinbouw</strong> geaccepteerde wijze. De gegevens dienen vóór een door <strong>Naktuinbouw</strong> vastgesteld<br />

tijdstip in het bezit van <strong>Naktuinbouw</strong> te zijn.<br />

2. Gewassen en teeltmateriaal die buiten Nederland geproduceerd, geënt, bewerkt of gesorteerd worden, kan door<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> in de certificeringkeuring worden opgenomen, indien de leverancier/deelnemer een overeenkomst<br />

daartoe met <strong>Naktuinbouw</strong> heeft gesloten. Deze overeenkomst dient te worden aangegaan volgens de voorwaarden,<br />

als neergelegd in bijlage 9 bij dit Reglement.<br />

3. Teeltmateriaal dat niet tijdig wordt aangemeld door de deelnemer, komt niet voor certificering in aanmerking.


EISEN BEDRIJFSVOERING EN VERPLICHTINGEN DEELNEMER<br />

ARTIKEL 4<br />

1. De deelnemer dient te beschikken over een zodanig functionerend kwaliteitsborgingsysteem dat tenminste<br />

gewaarborgd is dat:<br />

a) Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van medewerkers zijn vastgelegd;<br />

b) Werkzaamheden worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel;<br />

c) Een administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht en bijgehouden dat daaruit door de keurmeester van<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> eenvoudig na te gaan is:<br />

I. Waar de kandidaatplanten, de moederplanten van de klassen SEE, SE, EE en E en de planten klasse E<br />

zich bevinden. Daartoe dient de leverancier een actueel overzicht te kunnen overleggen, waaruit blijkt dat<br />

de partijen teeltmateriaal afzonderlijk identificeerbaar zijn.<br />

II. De afstamming van het materiaal en voor elke vermeerderingsfase de controles, (na)toetsingen, evenals de<br />

resultaten daarvan en alle andere handelingen, die in het kader van certificering door hem verricht zijn.<br />

III. Welke van de geproduceerde partijen in de bewaarruimte als bedoeld in lid 13 onder a. zijn ingebracht,<br />

de datum waarop dat geschiedde, de grootte van de partij, het ras, de omstandigheden waaronder de<br />

bewaring geschiedde, de rooiweek, de details van eventuele CATT-behandeling(en) en de datum van<br />

beëindiging van de bewaring(en).<br />

IV. Voorts dient de deelnemer een deugdelijke in- en verkoop administratie te hebben waaruit direct en<br />

eenduidig kan worden aangetoond aan wie partijen teeltmateriaal zijn verkocht of van wie ze zijn<br />

aangekocht, op welk moment dat is gebeurd. De daarbij behorende of gebruikte certificeringdocumenten<br />

worden door de deelnemer gedurende de productiecyclus doch ten minste drie jaren bewaard.<br />

2. Deelname aan certificering kan alleen plaatsvinden als uit een door <strong>Naktuinbouw</strong> uitgevoerde bedrijfsbeoordeling<br />

(audit) is gebleken dat naar genoegen van <strong>Naktuinbouw</strong> aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan.<br />

3. Een deelnemer dient de voor de productie van gecertificeerd materiaal voorgeschreven toetsingen uit te laten voeren<br />

door <strong>Naktuinbouw</strong> of een door <strong>Naktuinbouw</strong> erkend EMT-laboratorium.<br />

4. De deelnemer dient zijn productie buiten Nederland ten behoeve van de daar geldende wettelijke keuringen<br />

eveneens aan te melden bij de autoriteiten van het betreffende land.<br />

5. De deelnemer is verplicht direct mededeling te doen bij de verantwoordelijke autoriteiten, indien<br />

quarantaineorganismen zijn waargenomen in het gewas of in het teeltmateriaal, dat daar wordt of is geproduceerd<br />

en is tevens verplicht alle door deze autoriteiten opgelegde maatregelen uit te voeren.<br />

6. De deelnemer is verplicht <strong>Naktuinbouw</strong> direct te informeren bij het aantreffen van quarantaine organismen in binnenen<br />

buitenlandse productie van teeltmateriaal, dat in de certificeringkeuring is opgenomen.<br />

7. De deelnemer dient <strong>Naktuinbouw</strong> direct op de hoogte te stellen bij het aantreffen van pathogenen en/of het optreden<br />

van problemen ter zake van het indelen in enige klasse van gewassen/partijen teeltmateriaal.<br />

8. De deelnemer die tegelijk ook fruit (eindproduct) produceert op dezelfde locatie(s) zal, desgevraagd door<br />

<strong>Naktuinbouw</strong>, al deze productieactiviteiten bekend maken zodat (met het oog op bewaking van onder meer de<br />

gezondheid) van het geproduceerde teeltmateriaal toezicht kan plaatsvinden.<br />

9. De deelnemer verplicht zich in beginsel alle productie van teeltmateriaal in de certificeringkeuring op te nemen. In<br />

gevallen waarin van bepaalde rassen geen of onvoldoende gecertificeerd materiaal voorhanden is, kan van deze<br />

bepaling met (voorafgaande) instemming van <strong>Naktuinbouw</strong> worden afgeweken.<br />

10. De deelnemer dient aan <strong>Naktuinbouw</strong> te verklaren dat hij géén teeltmateriaal produceert en verhandelt waartoe<br />

hij, gelet op kwekersrechten of andere intellectuele eigendomsrechten, niet gerechtigd is. De eventueel daartoe


schriftelijk verstrekte verklaring van de houder van het onderwerpelijke intellectuele eigendomsrecht wordt in het<br />

bedrijfsdossier van <strong>Naktuinbouw</strong> opgenomen.<br />

11. De deelnemer verstrekt op aanvraag van <strong>Naktuinbouw</strong> alle informatie die <strong>Naktuinbouw</strong> noodzakelijk acht om haar<br />

toezicht te kunnen uitoefenen.<br />

12. Alle op deze certificeringvoorschriften van toepassing zijnde documentatie dient door de deelnemer gedurende de<br />

volledige productieperiode van de gewassen en tenminste drie jaren daarna te worden bewaard.<br />

13. Ten aanzien van en in verband met de bewaring van teeltmateriaal, gelden de volgende voorschriften:<br />

a. De ruimte waarin het teeltmateriaal wordt bewaard, waaronder begrepen gekoeld, dient speciaal daarvoor en<br />

doelmatig daartoe te zijn ingericht. In deze ruimte dienen zodanige voorzieningen te zijn aangebracht dat het<br />

teeltmateriaal gedurende de daarvoor geldende periode onder de juiste omstandigheden van temperatuur en<br />

vochtigheid kan worden bewaard. Voorts moet deze ruimte zijn voorzien van betrouwbare controleapparatuur.<br />

b. Op de verpakking van de partijen dienen zodanig duidelijke aanduidingen te zijn geplaatst dat elke partij<br />

daardoor, wat betreft de gegevens als in artikel 20 bedoeld, op eenvoudige wijze kan worden geïdentificeerd.<br />

c. Partijen, ingebracht in de bewaarruimte, die nog bewerkt en gesorteerd moeten worden met het oogmerk die in<br />

het verkeer te brengen, dienen door middel van duidelijk zichtbare opschriften op of etiketten aan de verpakking<br />

eenvoudig identificeerbaar te zijn.<br />

d. In de ruimte als onder a. bedoeld mag geen gecertificeerd of te certificeren teeltmateriaal samen met<br />

CAC- of andersoortig materiaal worden ondergebracht, tenzij dit nadrukkelijk aan elke verpakkingseenheid<br />

herkenbaar is. Daarenboven dient CAC-materiaal of andersoortig materiaal strikt te worden gescheiden van het<br />

gecertificeerde of te certificeren materiaal.<br />

e. De verpakking, waarin het teeltmateriaal zich bevindt, moet voor het doel geschikt zijn en moet de mogelijkheid<br />

bieden, dat daaruit op eenvoudige wijze een monster kan worden genomen.<br />

14. In een jaarlijks door <strong>Naktuinbouw</strong> uit te voeren audit worden alle in dit artikel 4 bedoelde voorschriften beoordeeld en<br />

wordt daarvan ten behoeve van de deelnemer een auditrapport opgemaakt.<br />

CULTUURVOORSCHRIFTEN<br />

ARTIKEL 5<br />

1. Er dient voortdurend door de deelnemer een doelmatige controle op ziekten, plagen en het voorkomen<br />

van schadelijke onkruiden te worden uitgevoerd. Alle noodzakelijke maatregelen ter bestrijding van<br />

ziekten, plagen en onkruiden dienen plaats te vinden. <strong>Naktuinbouw</strong> kan daartoe nadere voorschriften<br />

geven.<br />

2. Tijdens de productie en het verwerken van het plantmateriaal dienen de noodzakelijke bedrijfshygiëne<br />

maatregelen in acht te worden genomen, in het bijzonder:<br />

a. Het voorkomen dat plantmateriaal meerdere malen wordt gedompeld in telkens hetzelfde water,<br />

teneinde te voorkomen dat mogelijk aanwezige schadelijke organismen zich via dit dompelwater<br />

verspreiden door de hele partij of andere partijen.<br />

b. Het ontsmetten van gereedschappen, machines, tractoren etc.<br />

c. Het voorkomen van overbrenging van ziekten en plagen door personeel.<br />

d. Gebruik van fust, waar met zekerheid gesteld kan worden, dat het vrij is van ziekten en plagen.<br />

e. Een bezoekregeling, ter voorkoming dat ziekten en plagen overgedragen kunnen worden door<br />

bezoekers aan de productievelden van gecertificeerd plantmateriaal of tijdens het verwerken van<br />

gecertificeerd plantmateriaal.<br />

De verrichtingen die betrekking hebben op wat onder a. tot en met e. is genoemd, dienen zoveel als<br />

mogelijk door de deelnemer te worden geregistreerd.


3. Alle percelen die bestemd zijn voor de productie van vollegrondsplanten, zowel gecertificeerd als CACplantmateriaal,<br />

dienen te zijn onderzocht op AM, en dit (grond)onderzoek moet voldoen aan de vigerende<br />

regelgeving met betrekking tot het hoogste garantieniveau.<br />

4. Een teelt van softfruit-planten mag slechts worden begonnen, indien op het perceel of in het teeltmedium in de<br />

luisdichte kas nimmer de aanwezigheid van Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae var.<br />

fragariae (roodwortelrot) is geconstateerd, of door <strong>Naktuinbouw</strong> is vastgesteld dat het perceel/teeltmedium geacht<br />

kan worden vrij te zijn van deze.<br />

5. Voor percelen waar meer dan 20 jaar geleden roodwortelrot is aangetroffen, en waarop vervolgens nooit<br />

<strong>aardbei</strong>plantenproductie of <strong>aardbei</strong>enproductie heeft plaatsgevonden kan, onder door <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde nadere<br />

voorwaarden, toestemming gegeven worden voor de productie van gecertificeerd plantmateriaal.<br />

6. Spuitpaden in vermeerderingsvelden dienen vrij te zijn van plantmateriaal.<br />

7. Bij het planten dienen de voorschriften in acht te worden genomen, welke <strong>Naktuinbouw</strong> heeft gesteld en de<br />

aanwijzingen te worden opgevolgd door of namens het hoofd van <strong>Naktuinbouw</strong> gegeven, onder meer om<br />

vermenging tussen teeltmateriaal van in uiterlijke kenmerken met elkaar overeenstemmende rassen te voorkomen<br />

en de uitvoering van de certificering van het gewas op betrouwbare wijze mogelijk te maken.<br />

8. De planten te velde dienen ordelijk op rijen te zijn geplant en wel zo, dat op iedere rij planten behorende tot één ras,<br />

zonder onderbreking door planten van een ander ras, voorkomen.<br />

9. De reeks planten van elk ras dient duidelijk te worden aangegeven, door de eerste plant van een duidelijk gemerkt<br />

steek- of hangetiket te voorzien, dan wel op een andere wijze ten genoegen van <strong>Naktuinbouw</strong> voorzieningen te<br />

treffen, zodanig, dat de beoordeling en certificering van het gewas deugdelijk kan geschieden.<br />

10. De in het gewas in ras afwijkende planten dienen te worden verwijderd, zulks gedurende het gehele seizoen, waarbij<br />

aantekening wordt gemaakt van reden en omvang van de verwijderingen.<br />

11. Na productie van doordragende rassen is het niet toegestaan om in het daarop seizoen volgend gecertificeerde<br />

frigoplanten te produceren.<br />

12. Alle planten dienen steeds zoveel mogelijk bloesemvrij te zijn. Van remonterende rassen dienen de moederplanten<br />

tijdig te zijn verwijderd.<br />

13. De uitlopers van de <strong>aardbei</strong>moederplanten dienen zoveel mogelijk uit de rij gelegd te worden. De afstand tussen<br />

(uitlopers) verschillende rassen dient voldoende te zijn zodat vermenging wordt voorkomen.<br />

14. Onverminderd het elders in dit Reglement bepaalde geldt ten aanzien van <strong>aardbei</strong>-wachtbedplanten, dat de<br />

plantdichtheid voldoende ruim dient te zijn en dat de planten zijn afgerankt, zodat vorming van nakomelingen zoveel<br />

mogelijk wordt voorkomen. Wachtbedplanten geteeld uit frigoplanten worden bij certificering ten minste één klasse<br />

lager ingedeeld dan de oorspronkelijke klasse, waarvan zij afkomstig zijn met dien verstande, dat bij frigo-planten in<br />

de klasse E deze klassenindeling gehandhaafd blijft.<br />

CERTIFICERINGSKEURING<br />

ARTIKEL 6<br />

1. Gedurende de gehele teelt worden door <strong>Naktuinbouw</strong> zoveel veldinspecties verricht als deze voor een betrouwbare<br />

certificering noodzakelijk acht. Door de deelnemer dient aan de keurmeester van <strong>Naktuinbouw</strong> tijdig, minimaal 10<br />

dagen voor aanvang van het rooien, gemeld te worden dat men het voornemen heeft te gaan rooien, zodat een<br />

laatste veldkeuring kan worden uitgevoerd.<br />

2. Bij de inspecties als in lid 1 bedoeld keurt <strong>Naktuinbouw</strong> op raszuiverheid, rasechtheid en gezondheid. Indien daarbij<br />

wordt geconstateerd dat partijen teeltmateriaal gedurende de teelt aantastingen vertonen van de ziekten, als op


ijlage 2 en bijlage 3 bij dit Reglement vermeld, dienen de maatregelen te worden getroffen als daarbij aangegeven.<br />

3. Bij veldinspectie zal <strong>Naktuinbouw</strong>, daar waar door de deelnemer niet aannemelijk gemaakt kan worden waardoor<br />

open plaatsen in het gewas zijn ontstaan en dit meer dan 1% van het gewas betreft, niet tot certificering overgaan.<br />

4. Indien er om certificering wordt verzocht, kan <strong>Naktuinbouw</strong> kort voor het rooien nog een laatste keuring uitvoeren.<br />

Voorts kan, gedurende de verwerking, de bewaring en het afleveren, een partijkeuring worden uitgevoerd.<br />

Bij de laatste veldinspectie en eventueel uitgevoerde partijkeuring wordt nagegaan of de planten voldoen aan de bij<br />

of krachtens deze voorschriften gestelde eisen en wordt beoordeeld of deze overeenstemmen met de gevraagde<br />

kwalificatie.<br />

5. Indien <strong>Naktuinbouw</strong> constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de<br />

daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing<br />

van <strong>Naktuinbouw</strong> maatregelen genomen zijn, kan herkeuring worden aangevraagd, zodat alsnog certificering kan<br />

volgen, indien de partij na herkeuring aan alle eisen voldoet.<br />

KWALIFICATIES<br />

ARTIKEL 7<br />

1. Een gewas en/of het daarvan afkomstige teeltmateriaal wordt blijkens officiële inspectie(s) gecertificeerd indien<br />

het rasecht, raszuiver en voldoende gezond is zoals voor de betrokken klasse en/of rassen aangegeven in bijlage<br />

2 en bijlage 3 behorend bij dit Reglement, evenals indien het voldoet aan de overige kwaliteitseisen waaraan<br />

gecertificeerd materiaal moet voldoen als aangegeven in laatstgenoemde bijlage.<br />

2. Bij certificering van teeltmateriaal of (moeder)planten vindt indeling plaats in klassen en wel in een der klassen SEE,<br />

SE, EE of E.<br />

3. De kwalificatie als in het vorige lid bedoeld wordt bij aflevering op het certificaat of het leveranciersdocument<br />

gecombineerd met de aanduiding: <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong>.<br />

KANDIDAATPLANTEN<br />

ARTIKEL 8<br />

1. Kandidaatplanten zijn planten die, door de deelnemer of een andere in de certificering deelnemende partij, zijn<br />

geselecteerd ten behoeve van opname in de certificering. De kandidaatplanten dienen gedurende een volledig<br />

seizoen op ziekten beoordeeld te worden, waaronder ten minste die als in bijlage 2 en bijlage 3 bij dit Reglement<br />

genoemd.<br />

2. Kandidaatplanten dienen te worden geteeld in een van een sluis voorziene, afgesloten luisdichte kas, waarin geen<br />

moederplanten en/of teeltmateriaal van enige andere klasse voorkomen respectievelijk voorkomt, in ziektevrije grond<br />

evenals los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers, onder strikt bedrijfshygiënische omstandigheden.<br />

Deze luisdichte kas moet door <strong>Naktuinbouw</strong> worden beoordeeld en geaccepteerd voor dit gebruik. De kandidaatplanten<br />

moeten op een door <strong>Naktuinbouw</strong> geaccepteerde wijze en door een door <strong>Naktuinbouw</strong> erkende instelling<br />

(EMT) worden getoetst op alle pathogenen, als in bijlage 3 bij dit Reglement aangegeven. De kandidaatplanten<br />

moeten voorts door de deelnemer in het bijzonder op rasechtheid worden gecontroleerd. De deelnemer overlegt de<br />

resultaten van die identiteitscontrole op verzoek aan <strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

3. Nakomelingen van kandidaatplanten, die bij de toetsingen als in lid 2 bedoeld vrij zijn bevonden van de<br />

onderwerpelijke pathogenen, worden door <strong>Naktuinbouw</strong> aangemerkt als virusvrij materiaal.<br />

4. Kandidaatplanten en de nakomelingen daarvan kunnen door <strong>Naktuinbouw</strong> ‘voorlopig virusvrij’ worden verklaard als<br />

een deel van de toetsen als bedoeld in lid 2 is uitgevoerd en de planten vrij van die pathogenen zijn bevonden. In<br />

bijlage 2 bij dit Reglement is opgenomen welke pathogenen het betreft.


5. Van de beoordeelde en getoetste kandidaatplanten dient door de toetsende instantie een volledig op datum gesteld<br />

rapport (attest) opgemaakt te worden dat aan de deelnemer wordt verstrekt en waarvan op verzoek een afschrift<br />

ter beschikking is voor <strong>Naktuinbouw</strong>. Op basis van dit attest wordt door <strong>Naktuinbouw</strong> een beslissing tot toelating of<br />

opname van de moederplant(en) in de klasse prebasis (SEE) genomen.<br />

INDELING IN KLASSE PREBASIS (SEE)<br />

ARTIKEL 9<br />

1. Moederplanten worden door <strong>Naktuinbouw</strong> ingedeeld in klasse prebasis (SEE) indien zij:<br />

a) Geteeld worden in van een sluis voorziene, luisdichte kas waarin uitsluitend planten met prebasis-status<br />

voorkomen.<br />

b) Geteeld worden los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers en in ziektevrije grond. Het drainwater<br />

uit de potten of containers mag niet met andere planten in contact komen.<br />

c) Rechtstreeks opgekweekt zijn uit nakomelingen van kandidaatplanten als bedoeld in artikel 8 lid 4 dan wel uit<br />

teeltmateriaal klasse SEE.<br />

d) Op aanwezigheid ziekten visueel zijn beoordeeld en daarvan geheel vrij zijn bevonden;<br />

e) Bij het constateren van ziekte de onderwerpelijke planten direct worden verwijderd, inclusief de planten,<br />

waarmee deze in contact staan en dit te melden bij de <strong>Naktuinbouw</strong> keurmeester.<br />

f) Voldoende gezond zijn en in het bijzonder vrij van ziekten en plagen, welke door <strong>Naktuinbouw</strong> in bijlage 2 bij dit<br />

Reglement zijn aangegeven.<br />

g) Voldoen aan de nadere voorwaarden voor het gewas als genoemd in bijlage 2 bij dit Reglement.<br />

2. Teeltmateriaal wordt ingedeeld in klasse SEE, indien dit rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SEE en<br />

onder strikt bedrijfshygiënische omstandigheden is beworteld in grond, die niet met de moederplant in contact staat<br />

en voldoende gezond is en in het bijzonder vrij van ziekten en plagen, welke door <strong>Naktuinbouw</strong> in bijlage 2 bij dit<br />

Reglement zijn aangegeven.<br />

3. Onder specifiek door <strong>Naktuinbouw</strong> vast te stellen voorwaarden ter van natoetsing kunnen basis I (SE)-planten<br />

gebruikt worden voor het vernieuwen of verjongen van prebasis (SEE)-planten.<br />

INDELING IN KLASSE BASIS I (SE)<br />

ARTIKEL 10<br />

1a. Moederplanten worden door <strong>Naktuinbouw</strong> ingedeeld in de klasse SE1 (1 e generatie SE), indien het gewas bestaat<br />

uit planten, direct geteeld uit in klasse SEE ingedeeld teeltmateriaal. Er wordt geteeld in een van een sluis voorziene<br />

luisdichte kas/tunnel met een minimum hoogte van 2 meter, waarin geen andere dan moederplanten klasse SE1<br />

en SE2 voorkomen. Het is in een luisdichte kas (met een minimum hoogte van 2 meter), toegestaan in hetzelfde<br />

seizoen SE1 materiaal nogmaals door te vermeerderen met als resultaat SE1 materiaal. Vermeerderingsmethoden<br />

en omstandigheden waarin wordt vermeerderd zijn te allen tijde op aanwijzing/beoordeling van <strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

1b. Het is toegestaan SE1 teeltmateriaal nog éénmaal door te vermeerderen in luisdichte tunnels in de klasse SE2<br />

(2 e generatie SE), waarbij het is toegestaan af te wijken van de eis ten aanzien van de minimum kas/tunnelhoogte.<br />

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 1 kan een teelt van <strong>aardbei</strong>planten klasse SE pas worden begonnen<br />

indien het perceel of de luisdichte kas blijkens voorafgaand, volgens de door <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde frequentie en<br />

intensiteit, grondonderzoek vrij is bevonden van Longidorus spp. en Xiphinema spp.<br />

3. <strong>Naktuinbouw</strong> kan ertoe overgaan om planten, welke deel uitmaken van een in klasse SE1 of SE2 in te delen gewas<br />

te toetsen dan wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae<br />

var. Fragariae (roodwortelrot), virusziekten en/of overige pathogenen. Bij constatering van enige besmetting kan het<br />

gewas in een lagere klasse worden ingedeeld respectievelijk worden uitgesloten van certificering.


4. Teeltmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse SE en bovendien zelf voldoet aan de in lid 3<br />

bedoelde eisen, wordt ingedeeld in de overeenkomstige klasse SE.<br />

5. Indeling in klasse SE kan voorts slechts geschieden, indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de<br />

bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die klasse niet zijn overschreden, en de voorgeschreven<br />

maatregelen zijn gevolgd.<br />

6. Indeling in klasse basis I (SE) kan voorts geschieden indien aan de identiteitscontrole eisen (als opgenomen in<br />

bijlage 5 dit Reglement) is voldaan.<br />

INDELING IN KLASSE EE<br />

ARTIKEL 11<br />

1. Moederplanten worden ingedeeld in de klasse basis II EE, indien het gewas bestaat uit planten, direct geteeld uit<br />

in ten minste in klasse SE ingedeeld teeltmateriaal en indien het materiaal voldoet aan de in bijlage 2 opgenomen<br />

voorwaarden. Door <strong>Naktuinbouw</strong> worden de in bijlage 4 bij dit Reglement omschreven natoetsingen verricht.<br />

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 1 kan een teelt van <strong>aardbei</strong>planten klasse EE pas worden begonnen<br />

indien het perceel blijkens voorafgaand, volgens de door <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde frequentie en intensiteit,<br />

grondonderzoek vrij is bevonden van Longidorus spp. en Xiphinema spp.<br />

3. <strong>Naktuinbouw</strong> kan ertoe overgaan om planten, welke deel uitmaken van een in klasse EE in te delen gewas te<br />

toetsen dan wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. rubi en/of Phytophthora fragariae<br />

var. Fragariae (roodwortelrot), virusziekten en/of overige pathogenen. Bij constatering van virusbesmetting kan het<br />

gewas in een lagere klasse worden ingedeeld respectievelijk worden uitgesloten van certificering.<br />

4. Teeltmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE (bijvoorbeeld wachtbedden) bovendien<br />

zelf voldoet aan de in lid 1 bedoelde eisen, wordt ingedeeld in de overeenkomstige klasse EE.<br />

5. Indeling klasse EE kan voorts slechts geschieden, indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de bij<br />

dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die rassen niet zijn overschreden, en de voorgeschreven<br />

maatregelen zijn gevolgd.<br />

6. Indeling in klasse EE kan voorts geschieden indien aan de identiteitscontrole als opgenomen in bijlage 5 bij dit<br />

Reglement is voldaan.<br />

INDELING IN KLASSE E<br />

ARTIKEL 12<br />

1. Moederplanten worden door <strong>Naktuinbouw</strong> ingedeeld in klasse gecertificeerd (E), indien het gewas bestaat uit<br />

planten, direct geteeld uit ten minste in klasse EE ingedeeld teeltmateriaal en indien het materiaal voldoet aan<br />

de in bijlage 2 genoemde voorwaarden. Door <strong>Naktuinbouw</strong> worden de in bijlage 4 bij dit Reglement omschreven<br />

natoetsingen verricht.<br />

2. Indeling in klasse E kan overigens slechts geschieden indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de<br />

bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die klasse niet zijn overschreden, en de voorgeschreven<br />

maatregelen zijn gevolgd.<br />

3. Planten en plantendelen die rechtstreeks afkomstig zijn van moederplanten klasse E en planten die zijn geteeld uit<br />

plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E, en bovendien zelf voldoen aan de in lid 1 en 2<br />

bedoelde eisen, worden ingedeeld in de klasse E.<br />

4. <strong>Naktuinbouw</strong> kan ertoe overgaan planten, welke deel uitmaken van een in klasse E in te delen gewas te toetsen dan


wel steekproefsgewijze te toetsen op Phytophthora fragariae var. Rubi en/of Phytophthora fragariae var. Fragariae<br />

(roodwortelrot) en/of overige pathogenen.<br />

5. Planten en plantendelen uitgeplant als wachtbedplanten, die rechtstreeks afkomstig zijn van moederplanten klasse E<br />

en planten die zijn geteeld uit plantendelen, rechtstreeks afkomstig van moederplanten klasse E, en bovendien zelf<br />

voldoen aan de in lid 4 bedoelde eisen, worden ingedeeld in de klasse E.<br />

UITWENDIGE KWALITEIT<br />

ARTIKEL 13<br />

De planten dienen voldoende ontwikkeld te zijn, goed te zijn beworteld (met uitzondering van stek) niet te ijl gegroeid,<br />

voldoende te zijn ontdaan van ranken en dode bladeren en praktisch vrij te zijn van schade door droogte, vorst,<br />

wateroverlast en dergelijke.<br />

SORTERING<br />

ARTIKEL 14<br />

Plantmateriaal dient afgeleverd te worden met de afnemer overeengekomen bedrijfseigen sortering. Een marge van<br />

10% buiten de overeengekomen sortering is toegestaan. De sortering dient op het leveranciersdocument te worden<br />

aangegeven.<br />

IDENTIFICERING EN DOCUMENTEN<br />

ARTIKEL 15<br />

1. Teeltmateriaal dat in een der klassen SEE, SE en EE is ingedeeld en bestemd is voor vermeerdering, dient bij<br />

aflevering vergezeld te zijn van een certificaat volgens het model van bijlage IV van dit Reglement. Het certificaat<br />

wordt door <strong>Naktuinbouw</strong> verstrekt. De verpakkingseenheden dienen voorzien te zijn van door <strong>Naktuinbouw</strong> verstrekte<br />

kistkaarten, of door de leverancier van de planten vervaardigde kistkaarten, waarvan de lay-out door <strong>Naktuinbouw</strong> is<br />

goedgekeurd.<br />

2. Teeltmateriaal ingedeeld in de klasse E dient vergezeld te gaan van een door de deelnemer vervaardigd<br />

afleverdocument, waarop de navolgende voor certificering van toepassing zijnde aanvullende informatie is vermeld:<br />

klasse, rooiweek, aantal eenheden, stuks per verpakking en sortering. Hij dient daartoe deze aanduiding op de<br />

afleverbon per partij te vermelden.<br />

3. Teeltmateriaal dat in een der klassen SEE, SE, EE of E is ingedeeld, dient bij aflevering vergezeld te zijn van een<br />

vermelding dat de moederplanten een CATT-behandeling hebben ondergaan indien dit van toepassing is. Van alle<br />

planten waarvan de moederplanten zijn behandeld dient dit te zijn aangegeven op het leveranciersdocument bij<br />

levering van <strong>Elite</strong>-planten. De vermelde CATT-behandelingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een door<br />

<strong>Naktuinbouw</strong>/Plantum erkend bedrijf. <strong>Naktuinbouw</strong> zal toezien op deze verplichting middels een door <strong>Naktuinbouw</strong><br />

bepaalde procedure.<br />

4. De lay-out van het afleverdocument dient vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan <strong>Naktuinbouw</strong>. De leverancier<br />

is gerechtigd de aanduiding <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong> E voor dit materiaal te gebruiken (per partij aan te geven). Op verzoek<br />

kan voor plantmateriaal in de klasse E door <strong>Naktuinbouw</strong> een officieel <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong>® certificaat worden<br />

afgegeven.<br />

5. Het certificaat is slechts geldig indien het is voorzien van dienststempel en paraaf van de bevoegde functionaris<br />

van <strong>Naktuinbouw</strong>. Het certificaat dient de zending te vergezellen of kort na de aflevering te worden verzonden. In<br />

geval van meerdere deelleveringen mag een verzamelcertificaat afgegeven worden direct na de laatst verzonden<br />

deellevering.<br />

6. Een certificaat wordt per partij afgegeven. Op een certificaat kunnen twee of meer partijen worden omschreven, indien<br />

voor de aangeduide partijen dezelfde geldigheidsduur van toepassing is.


7. De leverancier is gerechtigd op de afleverbon de aanduiding <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong> voor gecertificeerd materiaal te<br />

gebruiken. Hij dient daartoe deze aanduiding op de afleverbon per partij te vermelden.<br />

8. Een certificaat wordt per partij afgegeven. Op een certificaat kunnen twee of meer partijen worden omschreven, indien<br />

voor de aangeduide partijen dezelfde geldigheidsduur van toepassing is.<br />

9. Het is niet toegestaan niet gecertificeerd plantmateriaal (Conformitas Agraria Communitas, CAC) af te leveren met een<br />

<strong>Elite</strong> certificaat.<br />

10. Behoudens het geval wanneer Nederland land van productie is wordt op het certificaat of leveranciersdocument het<br />

land van productie van de planten vermeld.<br />

11. Verse planten en trayplanten van <strong>aardbei</strong>, maar ook zg. ‘long cane planten’ bij braam/framboos, dienen bij aflevering<br />

minimaal voorzien te zijn van een door <strong>Naktuinbouw</strong> verstrekte palletkaart dan wel van door de leverancier van de<br />

planten zelf vervaardigde palletkaarten, waarvan de lay-out door <strong>Naktuinbouw</strong> is goedgekeurd. Tevens dient een<br />

leveranciersdocument te worden bijgevoegd.<br />

12. De waarmerking van planten, verpakkingseenheden, gewas of gewasgroep vindt plaats volgens de eisen, als in<br />

bijlage 8 bij dit Reglement opgenomen.<br />

13. Op het certificaat dan wel waarmerkstrookje kan naast de rasnaam ook een aanduiding worden geplaatst van de<br />

klonale benaming en/of de plaats waar de betreffende kloon is geselecteerd.<br />

14. Het is toegestaan aan rasnamen en klonale aanduidingen op het certificaat merknamen toe te voegen mits daartoe<br />

van de betreffende merkhouder toestemming is verkregen.<br />

WEIGERING TOT CERTIFICERING EN INTREKKEN VERSTREKTE DOCUMENTATIE<br />

ARTIKEL 16<br />

1. Indien <strong>Naktuinbouw</strong> constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de<br />

daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing<br />

van <strong>Naktuinbouw</strong> maatregelen genomen zijn, kan een herstelkeuring worden aangevraagd, zodat alsnog certificering<br />

kan volgen, indien de partij na herstelkeuring aan alle eisen voldoet.<br />

2. <strong>Naktuinbouw</strong> beslist op aanvraag over de afgifte van certificaten. Zij is tevens bevoegd afgegeven certificaten in te<br />

trekken, indien wordt vastgesteld dat het betrokken materiaal of de betrokken deelnemer niet langer aan de gestelde<br />

eisen voldoet.<br />

3. De beslissing van <strong>Naktuinbouw</strong> ten opzichte van een deelnemende leverancier genomen om ter van één of<br />

meerdere partijen niet tot certificering over te gaan, is vatbaar voor bezwaar en beroep.<br />

4. Het bezwaar als in het vorige lid bedoeld dient te worden neergelegd in een bezwaarschrift, dat voldoet aan het<br />

bepaalde in artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht en dient te worden gericht aan de Directeur Keuringen van<br />

<strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

5. Indien tegen het besluit van <strong>Naktuinbouw</strong> om niet over te gaan tot certificering bezwaar is gemaakt, kan de<br />

Voorzieningenrechter te Den Haag op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening<br />

treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.<br />

6. Behoudens het geval dat de aanwezigheid van quarantaineorganismen is vastgesteld, is de leverancier te allen tijde<br />

gerechtigd een herstelkeuring te verzoeken bij de Hoofd Keuringen van <strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

7. Indien een deelnemer zijn financiële verplichtingen, ook die uit andere hoofde dan certificering, jegens <strong>Naktuinbouw</strong><br />

niet nakomt en in verzuim is, kan deze haar certificeringactiviteiten opschorten tot aan de datum van complete<br />

voldoening.


SLOTBEPALINGEN<br />

ARTIKEL 17<br />

1. Dit Reglement kan worden aangehaald als Certificeringreglement <strong>Naktuinbouw</strong> <strong>Elite</strong> SOFTFRUITGEWASSEN.<br />

2. In de gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het hoofd Keuringen van <strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

3. Dit Reglement treedt in werking op 1 juni 2012.


BIJLAGE 1<br />

Voor certificering komt uitsluitend teeltmateriaal van softfruitrassen in<br />

aanmerking die:<br />

a. zijn opgenomen in het Nederlands Rassenregister of Europees Rassenregister of een ander door<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> geaccepteerd register;<br />

b. zodanig zijn beschreven en geïdentificeerd dat naar het oordeel van <strong>Naktuinbouw</strong> aan de<br />

rasbeschrijvingseisen is voldaan.<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> beheert een overzicht van softfruitrassen waarvoor de certificering is opengesteld en waarvan adequate<br />

rasbeschrijvingen beschikbaar zijn.


BIJLAGE 2<br />

Gezondheidsvoorschriften en eisen voor te certificeren teeltmateriaal<br />

Framboos/Braam in aanvulling op het bepaalde in het keuringsreglement<br />

<strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in procenten)<br />

Schimmelziekten Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Phytophthora cactorum<br />

(stengelbasisrot)<br />

Phytophtora citricola<br />

Phytophtora cambivora<br />

Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen komen<br />

bij een aantasting groter dan 5% niet<br />

meer voor certificering in aanmerking,<br />

ook niet na opzuivering.<br />

Afbakeningsafstanden zoals door<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> aangegeven<br />

Verticillium spp. (verwelkingsziekte) Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen komen<br />

bij een aantasting groter dan 1% niet<br />

voor certificering in aanmerking, ook<br />

niet na opzuivering. Opzuivering c.q.<br />

vernietiging van de haarden dient vóór<br />

15 september te zijn plaatsgevonden.<br />

Botryotinia fuckeliana<br />

(anam. Botrytis cinerea)<br />

(stengelrot, koprot)<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Phytophthora fragariae var. rubi Aangetaste planten/plekken dienen<br />

met door <strong>Naktuinbouw</strong> aangegeven<br />

afstanden te worden afgebakend.<br />

Plantmateriaal van percelen of delen<br />

daarvan (door <strong>Naktuinbouw</strong> aan te geven)<br />

waar aantasting is waargenomen,<br />

komen niet meer in aanmerking om<br />

afgeleverd te worden als gecertificeerd<br />

plantmateriaal.<br />

Peronospora rubi<br />

Valse meeldauw<br />

In het afgebakende besmette deel<br />

mogen geen handelingen meer plaatsvinden.<br />

Het besmette deel dient na het<br />

rooien van het goedgekeurde teeltmateriaal<br />

vernietigd te worden. Percelen<br />

of delen daarvan (door <strong>Naktuinbouw</strong> te<br />

bepalen) waar aantasting is waargenomen<br />

komen niet meer in aanmerking<br />

om gecertificeerd plantmateriaal te<br />

produceren.<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

0 0 0 Visueel vrij<br />

0 0 0 0<br />

0 0,5 0,5 0<br />

0 0 0 0<br />

0 0 0 Visueel vrij


Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in producenten)<br />

Bacterieziekten Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Rhodococcus fascians Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen moederplanten<br />

komen bij een aantasting niet<br />

voor certificering in aanmerking ook<br />

niet na opzuivering<br />

0 0 0 Visueel vrij<br />

Agrobactrium spp. Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen moederplanten<br />

komen bij een aantasting niet<br />

voor certificering in aanmerking ook<br />

niet na opzuivering<br />

0 0 0 Visueel vrij<br />

Insecten<br />

Luizen, waaronder<br />

- Amphorophora rubi<br />

(Grote Frambozenluis)<br />

-Aphis idaei<br />

(Kleine frambozenluis)<br />

-Aphis roburum<br />

(Kleine bramenluis)<br />

Macrosiphum euphorbiae<br />

-(Aardappeltopluis)<br />

Cicaden, waaronder<br />

Maeropsisfuseula sp<br />

Resseliella theobaldi<br />

-(Frambozenschorsgalmug)<br />

Nematoden<br />

Adequate maatregelen nemen. Indien<br />

in SEE of SE aantastingen door luizen<br />

worden aangetroffen, wordt natoetsing<br />

op bladluisoverdraagbare virussen van<br />

aangetaste partijen voorgeschreven.<br />

Totdat de uitslag bekend is vindt geen<br />

certificering als SEE of SE plaats.<br />

Adequate maatregelen nemen. Indien<br />

in SEE of SE aantastingen door<br />

cicaden worden aangetroffen, wordt<br />

natoetsing op bladluisoverdraagbare<br />

virussen van aangetaste partijen voorgeschreven.<br />

Totdat de uitslag bekend<br />

is vindt geen certificering als SEE of<br />

SE plaats.<br />

Adequate maatregelen nemen. Aangetaste<br />

planten verwijderen of haarden<br />

afbakenen en vernietigen<br />

0 0 0,5 Visueel vrij<br />

0 0 0,5 Visueel vrij<br />

0 0 0,5 Visueel vrij


Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in producenten)<br />

Nematoden Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Meloidogyne hapla<br />

(Noordelijk wortelknobbelaaltje)<br />

Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0.5<br />

Overige schadelijke aaltjes Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0.5<br />

Meloidogyne fallax<br />

(Bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje)<br />

Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0<br />

Longidorus spp. en Xiphinema spp. vrij vrij vrij nag. vrij<br />

Zie artikel 10, 11 en 12 van de Certificeringvoorschriften<br />

Virusziekten<br />

Planten met virussymptomen verwijderen.<br />

Het gewas waarin visuele<br />

zichtbare aantastingen zijn aangetroffen<br />

komt niet meer voor certificering in<br />

aanmerking.<br />

0 0 0,05 2<br />

**Rubus<br />

(a) De teelt van Rubus planten in de volle grond in de klasse SE en EE kan pas worden aangevangen indien het perceel<br />

blijkens voorafgaand grondonderzoek, volgens de <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde frequentie en intensiteit, is vrij bevonden van<br />

Longidorens en Xiphinema spp.<br />

(b) De teelt van Rubus planten in de volle grond in de klasse E kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens<br />

voorafgaand grondonderzoek, volgens de <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde frequentie en intensiteit, nagenoeg vrij bevonden is van<br />

Longidorens en Xiphinema spp.<br />

(c) Bij de teelt van Rubus idaeus (framboos) in de volle grond dient er tussen de verschillende partijen (rassen) een<br />

tussenruimte aanwezig te zijn van tenminste 3 meter, hiervan dient tenminste één meter te worden vrij gehouden van<br />

planten gedurende het groeiseizoen.


Gezondheidsvoorschriften en eisen voor te certificeren teeltmateriaal Aardbeiplanten in aanvulling op het<br />

bepaalde in het keuringsreglement <strong>Naktuinbouw</strong>.<br />

Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in producenten)<br />

Schimmelziekten Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Gnomonia comari<br />

(kelk- en steelrot)<br />

Sphaerotheca aphanis<br />

(echte meeldauw)<br />

Alternaria alternata *<br />

(paarse vlekkenziekte)<br />

Ceratobasidium cornigerum (anam.<br />

Rhizoctonia fragariae) en Thanatephorus<br />

cucumeris (anam. Rhizoctonia<br />

solani)<br />

(stengelrot)<br />

Botryotinia fuckeliana (anam. Botrytis<br />

cinerea)<br />

(stengelrot, koprot)<br />

Phytophthora cactorum (stengelbasisrot)<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Adequate maatregelen nemen ter<br />

bestrijding.<br />

Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen komen<br />

bij een aantasting groter dan 5% niet<br />

meer voor certificering in aanmerking,<br />

ook niet na opzuivering. Afbakeningsafstanden<br />

zoals door <strong>Naktuinbouw</strong><br />

aangegeven.<br />

Verticillium spp. (verwelkingsziekte) Aangetaste planten verwijderen of<br />

haarden afbakenen en vernietigen.<br />

Partijen of delen van partijen komen<br />

bij een aantasting groter dan 1% niet<br />

voor certificering in aanmerking, ook<br />

niet na opzuivering. Opzuivering c.q.<br />

vernietiging van de haarden dient vóór<br />

15 september te zijn plaatsgevonden.<br />

Colletotrichum acutatum Aangetaste planten dienen met een<br />

door <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde afbakening<br />

direct adequaat vernietigd te<br />

worden.<br />

0 0 0.5 1<br />

Bij aflevering praktisch vrij.<br />

0 0.5 1 1<br />

0 0.5 0.5 1<br />

0 0.5 0.5 1<br />

0 0 0 0.5<br />

0 0 0 0<br />

0 0 0 0


Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in producenten)<br />

Schimmelziekten Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Phytophthora fragariae var. fragariae<br />

(roodwortelrot)<br />

Aangetaste planten/plekken dienen<br />

met door <strong>Naktuinbouw</strong> aangegeven<br />

afstanden te worden afgebakend.<br />

Plantmateriaal van percelen of delen<br />

daarvan (door <strong>Naktuinbouw</strong> aan te geven)<br />

waar aantasting is waargenomen,<br />

komen niet meer in aanmerking om<br />

afgeleverd te worden als gecertificeerd<br />

plantmateriaal.<br />

In het afgebakende besmette deel<br />

mogen geen handelingen meer plaatsvinden.<br />

Het besmette deel dient na het<br />

rooien van het goedgekeurde teeltmateriaal<br />

vernietigd te worden. Percelen<br />

of delen daarvan (door <strong>Naktuinbouw</strong> te<br />

bepalen) waar aantasting is waargenomen<br />

komen niet meer in aanmerking<br />

om gecertificeerd plantmateriaal te<br />

produceren.<br />

0 0 0 0<br />

Bacterieziekten<br />

Xanthomonas fragariae Haarden van aantastingen dienen met<br />

door <strong>Naktuinbouw</strong> aangegeven afstanden<br />

te worden afgebakend. Partijen<br />

waarin aantasting is waargenomen komen<br />

niet meer in aanmerking voor het<br />

afleveren als gecertificeerd teeltmateriaal.<br />

Voor zover sprake is van afgebakende<br />

delen waarin geen aantastingen<br />

zijn aangetroffen kan besloten worden<br />

alsnog tot ontheffing over te gaan.<br />

0 0 0 0<br />

Insecten<br />

Luizen, waaronder<br />

- Chaetosiphon fragaefolii<br />

(<strong>aardbei</strong>knotshaarluis)<br />

Mijten<br />

Phytonemus pallidus spp. fragariae<br />

(<strong>aardbei</strong>mijt)<br />

Tetranychus urticae<br />

(bonenspintmijt)<br />

Adequate maatregelen nemen. Indien<br />

in SEE of SE aantastingen door luizen<br />

worden aangetroffen, wordt natoetsing<br />

op bladluisoverdraagbare virussen van<br />

aangetaste partijen voorgeschreven.<br />

Totdat de uitslag bekend is vindt geen<br />

certificering als SEE of SE plaats.<br />

0 0 0.5 1<br />

Aantastingen zoals door <strong>Naktuinbouw</strong> 0 0 0 0<br />

aangegeven afbakenen en vernietigen.<br />

Plantmateriaal van percelen<br />

waarin visueel door leverancier en/<br />

of <strong>Naktuinbouw</strong> aantastingen zijn<br />

waargenomen komt niet meer voor<br />

certificering in aanmerking.<br />

Adequate maatregelen nemen. Bij aflevering praktisch vrij.


Ziekte / plaag Maatregelen tijdens teelt Maximum tolerantie (visueel) bij<br />

aflevering (in producenten)<br />

Nematoden Eisen Klasse<br />

SEE SE EE E<br />

Aphelenchoides spp. (bladaaltjes) Aangetaste planten verwijderen. 0 0 0 0.5<br />

Ditylenchus dipsaci (stengelaaltjes) Aangetaste planten verwijderen. 0 0 0 0<br />

P(a)ratylenchus spp. (wortellesieaaltjes)<br />

Meloidogyne hapla<br />

(Noordelijk wortelknobbelaaltje)<br />

Aangetaste planten verwijderen en<br />

aangetaste plekken afbakenen zoals<br />

door <strong>Naktuinbouw</strong> aangegeven. Teeltmateriaal<br />

gegroeid binnen de afgebakende<br />

plek komt niet voor certificering<br />

in aanmerking.<br />

SE teeltmateriaal.<br />

Aangetaste planten verwijderen, uitsluitend<br />

gebruik voor eigen vermeerdering.<br />

Bij het verspreid voorkomen<br />

in plantmateriaal komen percelen of<br />

delen daarvan niet in aanmerking voor<br />

certificering. Bij pleksgewijze aantasting<br />

afbakenen zoals door <strong>Naktuinbouw</strong><br />

aangegeven. Pleksgewijze<br />

aantastingen vernietigen.<br />

0 0 0 0.5<br />

Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0.5<br />

Overige schadelijke aaltjes Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0.5<br />

Meloidogyne fallax<br />

(Bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje)<br />

Zie P(a)ratylenchus spp. 0 0 0 0<br />

Longidorus spp. en Xiphinema spp. Planten met virussymptomen verwijderen.<br />

Het gewas waarin visuele<br />

zichtbare aantastingen zijn aangetroffen<br />

komt niet meer voor certificering in<br />

aanmerking.<br />

vrij vrij vrij nagenoeg<br />

vrij<br />

Overig<br />

Green petal fytoplasma Planten met symptomen verwijderen. 0 0 0 0.5<br />

Voorjaarsbont Aangetaste planten verwijderen. 0 0 0 0<br />

Zwart wortelrot en overige kwaliteits- Zieke planten verwijderen of zieke 0 0 0 0.5<br />

ziekten<br />

plekken afbakenen. Bij een aantasting<br />

groter dan 5% geen certificering van<br />

partij of partij gedeelte.<br />

Ten aanzien van overige ziekten en plagen geldt de bepaling dat SEE teeltmateriaal bij aflevering daarvan volledig vrij<br />

dient te zijn. Overig te certificeren teeltmateriaal dient praktisch vrij van aantastingen te zijn.<br />

**fragariae<br />

De teelt van <strong>aardbei</strong>planten klasse E kan pas worden aangevangen indien het perceel blijkens voorafgaand grondonderzoek,<br />

volgens de door <strong>Naktuinbouw</strong> bepaalde frequentie en intensiteit, nagenoeg vrij bevonden is van Longidorus spp. en<br />

Xiphinema spp.


BIJLAGE 3<br />

Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing op pathogenen van<br />

teeltmateriaal Aardbeiplanten.<br />

Virusziekten<br />

(Engels/Nederlandse naam)<br />

Diagnose via<br />

symptomen<br />

Mechanische inoculatie<br />

op kruidachtige<br />

indicatoren<br />

Indicatoren voor bladenenting<br />

UC-nummer:<br />

Virusziekten die voorkomen in de EPPO-regio en waarop in het <strong>Naktuinbouw</strong>-certificeringssysteem getoetst wordt:<br />

Luisoverdraagbaar:<br />

Strawberry crinkle virus<br />

<strong>aardbei</strong>-krinkelvirus<br />

Strawberry mild yellow-edge virus<br />

zwak-geelrandvirus van <strong>aardbei</strong><br />

Strawberry mottle virus <strong>aardbei</strong>vlekkenvirus<br />

Strawberry vein banding virus<br />

<strong>aardbei</strong>nerfbandmozaiëkvirus<br />

Cicadenoverdraagbaar:<br />

Strawberry green petal<br />

fytoplasma<br />

Nee Nee 4,5<br />

Nee Nee 4,5<br />

Nee Nee 4,5<br />

Nee Nee 6,12<br />

Ja Nee -<br />

Aaltjesoverdraagbaar:<br />

Arabis mosaic nepovirus<br />

(Arabis-mozaïekvirus)<br />

Raspberry ringspot nepovirus<br />

Nee Ja -<br />

Frambozekringvlekkenvirus<br />

Strawberry latent ringspot nepovirus<br />

Nee Ja -<br />

Latent <strong>aardbei</strong>kringvlekkenvirus<br />

Tomato black ring nepovirus<br />

Nee Ja -<br />

tomatenzwartkringvirus Nee Ja -


Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing van teeltmateriaal:<br />

**Rubus.<br />

Pathogeen Toetsmethode<br />

Virussen<br />

Apple mosaic virus (ApMV)<br />

Black raspberry necrosis virus (BRNV)<br />

Cherry leaf roll nepovirus (CLRV)<br />

Cucumber mosaic virus (CMV)<br />

Raspberry leafmottle (RLMV)<br />

Raspberry leaf spot (RLSV)<br />

Raspberry vein chlorosis virus (RVCV)<br />

Rubus yellow net virus (RYNV)<br />

Raspberry bushy dwarf virus (RBDV)<br />

Arabis mosaic nepovirus (AMV)<br />

Raspberry ringspot nepovirus (RpRSV)<br />

Strawberry latent ringspot nepovirus (SLRSV)<br />

Tomato black ring nepovirus (TBRV)<br />

Phytoplasmas<br />

Rubus stunt phytoplasma<br />

Op virus gelijkende ziekten<br />

Raspberry yellow spot<br />

Schimmels<br />

Phytophthora fragariae var. rubi<br />

(a)<br />

(b)<br />

(a)<br />

(a)<br />

(b)<br />

(b), (d)<br />

(d), (j)<br />

(b)<br />

(a), (g)<br />

(a)<br />

(a)<br />

(a)<br />

(a)<br />

(c), (d), en visueel bevestigingstoets (h)<br />

(a) mechanische inoculatie op Chenopodium quinoa, Cucumis sativus en Nicotiana clevelandii.<br />

(b) inoculatie door enten op Rubus occidentalis ‘Cumberland’.<br />

(c) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Malling Landmark’<br />

(d) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Norfolk Giant’<br />

(g) ELISA<br />

(h) PCR<br />

(j) Inoculatie door enten op Rubus idaeus ‘Baumforth’s seedling’<br />

(l) Vangplantentoets Rubus idaeus ‘Glen Moy’<br />

**fragariae<br />

Phytophthora fragariae var. fragariae, Colletotrichum acutatum, Xanthomonas fragariae en overige algemeen voorkomende<br />

schimmelziekten.<br />

(b)<br />

(l)


Natoetsingen:<br />

**Rubus<br />

BIJLAGE 4<br />

Klasse SEE Om het jaar toetsing op de virussen die getoetst worden op Rubus<br />

occidentalis ‘Cumberland’<br />

Klasse SE Bij aanplanten kan <strong>Naktuinbouw</strong> een steekproefsgewijze natoetsing op<br />

Raspberry bushy dwarf virus (RBDV)<br />

Klasse EE Bij aanplanten kan <strong>Naktuinbouw</strong> een steekproefsgewijze natoetsing op<br />

Raspberry bushy dwarf virus (RBDV)<br />

Klasse E Geen natoetsing voorgeschreven.<br />

Bij het aantreffen van virus of van op virus lijkende symptomen altijd een monster nemen en natoetsing uitvoeren.


BIJLAGE 5<br />

Eisen aan de identiteit van plantmateriaal<br />

**Rubus<br />

Parallel aan de vermeerdering van SEE-materiaal wordt er plantmateriaal (tenminste 3 planten per ras) opgeplant om<br />

de identiteit van het materiaal vast te stellen. Beoordeling vindt plaats op de rasechtheid en de raszuiverheid. Tevens<br />

vindt beoordeling plaats op ‘korreligheid’.<br />

Is het materiaal voldoende rasecht en raszuiver en vertoont het geen symptomen van korreligheid en voldoet het ook<br />

aan de overige gestelde voorwaarden dan wordt het materiaal in de klasse SE goedgekeurd.<br />

Bij twijfels over de rasechtheid of raszuiverheid en bij verdenkingen van ‘korreligheid’ kan er door <strong>Naktuinbouw</strong> een opplanting<br />

met vruchtdracht worden voorgeschreven. Hiertoe dienen minimaal 25 planten te worden opgeplant.


Belendingseisen:<br />

**Rubus<br />

BIJLAGE 6<br />

De afstand tussen gecertificeerde Rubus planten en niet-gecertificeerde planten, in het bijzonder fruitplantages en wilde<br />

Rubus dient tenminste 100 meter te zijn.<br />

**Fragariae<br />

EE<br />

wordt geteeld op een perceel, dat tenminste 250 m verwijderd is van perceel waarop niet-gecertificeerde <strong>aardbei</strong>planten<br />

vermeerdering of <strong>aardbei</strong>enproductie plaatsvindt.<br />

E<br />

het gewas bovendien wordt geteeld op een perceel dat ten minste 50 m verwijderd is van percelen niet-gecertificeerde<br />

<strong>aardbei</strong>planten of <strong>aardbei</strong>enproductiepercelen


BIJLAGE 7<br />

Eisen gesteld aan in vitro vermeerderd materiaal (Braam/Framboos)<br />

(a) In vitro vermeerdering dient plaats te vinden vanuit teeltmateriaal dat door <strong>Naktuinbouw</strong> is<br />

gecertificeerd/ingedeeld in klasse SEE/prebasis (afkomstig van moederplanten in de klasse<br />

SEE/prebasis).<br />

(b) Aan de <strong>Naktuinbouw</strong> dient gemeld te worden in welk laboratorium het materiaal in vitro zal<br />

worden vermeerderd. Vermeerdering dient plaats te vinden in een door <strong>Naktuinbouw</strong> erkend<br />

laboratorium.<br />

(c) Ten hoogste zijn er tien vermeerderingsstappen toegestaan.<br />

(d) In vitro vermeerdering van als niet stabiel bekend staande rassen is niet toegestaan vanwege<br />

het hoge risico op afwijkingen.<br />

(e) Bij aflevering van in vitro vermeerderd materiaal dient op het certificaat en/of het certificeringslabel<br />

te worden aangegeven dat het materiaal in vitro is vermeerderd. Deze eis vervalt als er<br />

na de in vitro vermeerdering nog een normale vegetatieve vermeerdering plaats vindt, waarbij<br />

vastgesteld is dat er geen sprake is van (zichtbare)afwijkingen in de betreffende partij moederplanten/teeltmateriaal.<br />

<strong>Naktuinbouw</strong> schrijft voor dat op in vitro vermeerderd materiaal een identiteitscontrole wordt uitgevoerd (voor of na aflevering<br />

van het betreffende materiaal).Voor deze identiteitscontrole dient er na de in vitro vermeerdering een monster te<br />

worden opgeplant op een door <strong>Naktuinbouw</strong> vastgestelde wijze. Dit monster dient te bestaan uit een door <strong>Naktuinbouw</strong><br />

vastgesteld aantal planten. De vermeerderaar is zelf verantwoordelijk voor de opplant van dit monster. Als er direct<br />

van uit de in vitro vermeerdering voor <strong>aardbei</strong>teelt/fruitteeltdoeleinden wordt afgeleverd kan deze identiteitscontrole ook<br />

plaatsvinden op een partij planten die voor vruchtproductie worden gebruikt. In dit geval dient de vermeerderaar te zorgen<br />

voor toegang tot dit materiaal. Indien er afwijkingen in een partij worden aangetroffen, waardoor er sprake is van<br />

een niet meer raszuivere partij, dan is aflevering vanuit de nog bij de vermeerderaar aanwezig (in vitro) materiaal van<br />

deze partij niet langer toegestaan. Indien dit het geval is, dan is aflevering van materiaal dat in het betreffende laboratorium<br />

is vermeerderd, pas weer toegestaan als er bij een volgende identiteitscontrole is vastgesteld dat er geen afwijkingen<br />

(meer) voorkomen in de betreffende partij.


BIJLAGE 8<br />

Voorbeeld van het document dat hoort bij het certificeren van<br />

softfruitgewassen:<br />

Voorbeeld


BIJLAGE 9<br />

Voorbeeld waarmerkstrookje/certificeringslabel<br />

Zie de voorbeelden in het keuringsreglement <strong>Naktuinbouw</strong>:<br />

www.naktuinbouw.nl/onderwerp/regelgeving-naktuinbouw-keuringen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!