03.05.2013 Views

Dreamweaver CS3 - Adobe

Dreamweaver CS3 - Adobe

Dreamweaver CS3 - Adobe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DREAMWEAVER <strong>CS3</strong><br />

Handboek<br />

PNG (Portable Network Group) PNG-bestanden zijn een patentvrije vervanging van GIF-bestanden, met ondersteuning<br />

voor geïndexeerde kleuren, grijstinten en true-color afbeeldingen en ondersteuning van alfakanalen voor doorzichtigheid.<br />

PNG is de eigen bestandsindeling van <strong>Adobe</strong>® Fireworks®. In PNG-bestanden blijft alle oorspronkelijke informatie over<br />

lagen, vectors, kleuren en effecten (zoals schaduwen) behouden en blijven alle elementen altijd volledig bewerkbaar.<br />

Bestanden worden alleen door <strong>Dreamweaver</strong> herkend als PNG-bestanden als ze de extensie .png hebben.<br />

Een afbeelding invoegen<br />

Als u een afbeelding invoegt in een <strong>Dreamweaver</strong>-document, wordt een verwijzing naar het afbeeldingsbestand<br />

gegenereerd in de HTML-broncode. Deze verwijzing klopt alleen als het afbeeldingsbestand zich op de juiste site bevindt.<br />

Als het zich niet op de huidige site bevindt, wordt u door <strong>Dreamweaver</strong> gevraagd of u het bestand naar de site wilt kopiëren.<br />

U kunt afbeeldingen ook dynamisch invoegen. Dynamische afbeeldingen zijn afbeeldingen die vaak veranderen. Bij<br />

rotatiesystemen voor advertentiebanners moet bijvoorbeeld steeds willekeurige één banner worden geselecteerd uit een lijst<br />

met mogelijke banners, waarna de afbeelding van de geselecteerde banner dynamisch wordt weergegeven als een pagina<br />

wordt opgevraagd.<br />

Nadat u een afbeelding hebt ingevoegd, kunt u toegankelijkheidskenmerken voor de afbeeldingstag instellen die leesbaar<br />

zijn door schermlezers voor blinde en slechtziende gebruikers. Deze kenmerken kunnen worden bewerkt in HTML-code.<br />

Zie www.adobe.com/go/vid0148_nl voor een zelfstudie over het invoegen van afbeeldingen.<br />

1 Plaats de invoegpositie op de locatie waar u de afbeelding wilt weergeven in het documentvenster en ga op een van de<br />

volgende manieren te werk:<br />

• Ga naar de categorie Algemeen in het paneel Invoegen en klik op het pictogram Afbeeldingen .<br />

• Ga naar de categorie Algemeen van de invoegbalk, klik op de knop Afbeeldingen en selecteer het pictogram Afbeelding.<br />

Als het pictogram Afbeelding op de invoegbalk wordt weergegeven, kunt u het pictogram naar het documentvenster<br />

slepen (of naar het venster Codeweergave als u in de code aan het werken bent).<br />

• Selecteer Invoegen > Afbeelding.<br />

• Sleep een afbeelding uit het deelvenster Middelen (Venster > Middelen) naar de gewenste locatie in het documentvenster<br />

en ga vervolgens verder met stap 3.<br />

• Sleep een afbeelding uit het paneel Bestanden naar de gewenste locatie in het documentvenster en ga vervolgens verder<br />

met stap 3.<br />

• Sleep een afbeelding van het bureaublad naar de gewenste locatie in het documentvenster en ga vervolgens verder met<br />

stap 3.<br />

2 Voer in het dialoogvenster een van de volgende handelingen uit:<br />

• Selecteer Bestandssysteem om een afbeeldingsbestand te kiezen.<br />

• Selecteer Gegevensbron om een dynamische afbeeldingsbron te kiezen.<br />

• Klik op de knop Sites en servers als u een afbeeldingsbestand wilt kiezen in een externe map van uw <strong>Dreamweaver</strong>-sites.<br />

3 Blader naar de afbeelding of inhoudsbron die u wilt invoegen en selecteer deze.<br />

Als u in een niet-opgeslagen document werkt, wordt een file://-verwijzing naar het afbeeldingsbestand gegenereerd. Als u<br />

het document ergens op de site opslaat, wordt de verwijzing geconverteerd naar een documentrelatief pad.<br />

Opmerking: Bij het invoegen van afbeeldingen kunt u ook een absoluut pad gebruiken naar een afbeelding op een externe server<br />

(een afbeelding die niet is opgeslagen op de lokale vaste schijf). Als u problemen ervaart tijdens het werken kunt u er echter<br />

voor kiezen om de afbeelding niet weer te geven in de ontwerpweergave door de optie Opdrachten > Externe bestanden<br />

weergeven uit te schakelen.<br />

4 Klik op OK. Het dialoogvenster Toegankelijkheidskenmerken van de afbeeldingstag wordt weergegeven als u het<br />

dialoogvenster hebt geactiveerd in Voorkeuren (Bewerken > Voorkeuren).<br />

5 Typ waarden in de tekstvakken Alternatieve tekst en Lange beschrijving en klik op OK.<br />

• In het tekstvak Alternatieve tekst typt u een naam of korte beschrijving voor de afbeelding. De schermlezer leest de<br />

informatie die u hier typt. Gebruik niet meer dan ongeveer 50 tekens. Voor langere beschrijvingen kunt u een koppeling<br />

gebruiken (in het tekstvak Lange beschrijving) naar een bestand dat meer informatie over de afbeelding bevat.<br />

234

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!