dagvaarding algemeen model - Ademloos
dagvaarding algemeen model - Ademloos
dagvaarding algemeen model - Ademloos
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ten jare, tweeduizend en elf<br />
Ik ondergetekende,<br />
Heb<br />
<strong>dagvaarding</strong> gegeven aan:<br />
D A G V A A R D I N G Zoals in Kortgeding<br />
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
1<br />
E7288/MR/MR/MR<br />
HET<br />
VLAAMS GEWEST, in de persoon van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar, met<br />
zetel te 2018 Antwerpen, Lange Kievitstraat 111-113 Bus 52<br />
DE STAD ANTWERPEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en<br />
Schepenen, met kabinet te 2000 Antwerpen, Grote Markt 1<br />
om te verschijnen op<br />
voor De Heer VOORZITTER in de Rechtbank van eerste aanleg te ANTWERPEN, zetelende<br />
zoals in kortgeding<br />
zetelende in zijn gewone gehoorzaal te Antwerpen,<br />
TENEINDE<br />
Verzoekster is een VZW , die werd opgericht op 25 februari 2008 met publicatie in het B.S. van<br />
13.03.2008, dewelke tot doel heeft;<br />
“Het bevorderen en verdedigen van de natuur, het natuurbehoud, de volksgezondheid, de<br />
leefbaarheid en de levenskwaliteit, de duurzame leefomgeving, en de bereikbaarheid en dat<br />
alles in de provincies Antwerpen, en in het bijzonder in de gemeentes Zwijndrecht, Burcht, en<br />
Antwerpen en omliggende gebieden.”<br />
“Om het doel te verwezenlijken of te bevorderen kan de vereniging alle middelen aanwenden.”<br />
Verzoekster heeft haar raadsman op rechtsgeldige wijze overeenkomstig de bepaling van de<br />
statuten gemandateerd om in rechte op te treden.<br />
Verzoekster beschikt ook over een werkelijke bedrijvigheid, die verband houdt met de realisatie<br />
van haar collectief belang verwoord in het maatschappelijk doel.<br />
Verzoekster vernam op 5 oktober ll. De uitplakking van een bekendmaking van een beslissing<br />
over een stedenbouwkundige aanvraag dd. 21.09.2011 van de Gewestelijke<br />
stedenbouwkundige ambtenaar, met als aanvrager Stadsbestuur Antwerpen.<br />
De beslissing over de stedenbouwkundige aanvraag heeft betrekking op de heraanleg van het<br />
openbaar domein De Keyserlei, met onder meer de rooiing van 96 bomen, linden, in de De<br />
Keyserlei en het aanplanten van 79 nieuwe bomen.<br />
Op datum van 17.05.2011 werd het advies ingewonnen van het Agentschap voor Natuur en<br />
Bos, dat werd uitgebracht op 23.05.2011 en voorwaardelijk gunstig was.<br />
Dit voorwaardelijk gunstig advies is evenwel niet gemotiveerd en verwijst enkel naar de studie<br />
over de gezondheid van de bomen, die werd uitgevoerd in opdracht van de Stad Antwerpen.
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
2<br />
Tijdens het openbaar onderzoek dat werd gehouden van 30.05.2011 tot 29.06.2011 werden er<br />
vier bezwaarschriften ingediend, waaronder een aantal collectieve, nl ondertekend<br />
respectievelijk door 73, 628 en 652 personen.Er was ook 1 individueel bezwaarschrift.<br />
De bezwaarschrifden handelden onder meer over;<br />
-de bestaande bomen, met uitzondering van de 22 die in slechte gezondheid verkeren, dienen<br />
behouden te blijven.<br />
Er werden verder ook nog bezwaren geformuleerd ivm de plaatsing van de terrassen en over<br />
de verkeersleefbaarheid.<br />
De gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar nam met betrekking tot dit punt van het<br />
bezwaarschrift volgend standpunt in;<br />
Meer bepaald mbt punt 1; (bezwaar ivm rooiing en vervanging van de bomen)<br />
Meer bepaald met betrekking tot de bomen oordeelde en motiveerde de gewestelijke standpunt<br />
Als volgt;<br />
“Punt 1: Naar aanleiding van problemen met de bomen in de De Keyserlei heeft het college van<br />
burgemeester en schepenen een externe studie laten uitvoeren die de gezondheidstoestand en<br />
de toekomstperspectieven van de bomen in kaart brengt. De kernopdracht van deze studie was<br />
de haalbaarheid van het verplanten van de bestaande bomen te onderzoeken. De eerste stap<br />
in de studie was de conditie en stabiliteit van de bomen te bepalen. Hieruit bleek dat 22 van de<br />
102 bestaande bomen afgekeurd werden op basis van conditie en stabiliteit. De overige 80<br />
bomen bevinden zich in redelijk goede staat maar vertonen wel elk jaar minder goede groei wat<br />
er op wijst dat de maximale inneembare ruimte is benut en dat de beschikbare minerale<br />
voorraad begint uit te putten. Vele bomen bevatten kleine gebreken en probleemtakken als<br />
gevolg van een slechte of beperkte begeleidingssnoei. De tweede stap van de studie is de<br />
haalbaarheid tot verplanten beoordelen. Hieruit wordt geconcludeerd dat verplanten veel stress<br />
veroorzaakt bij de bomen, een werkingsperiode van drie jaar in acht dient te worden genomen<br />
en de boomkruinen moeten worden gereduceerd ter compensatie van het optredende<br />
wortelverlies. Dit drastisch terugsnoeien geeft risico op zonnebrand op dikke takken. Na<br />
verplanten hebben de bomen bovendien zeker drie tot vijf jaar nodig om zich te herstellenen<br />
weer tot optimale bladstand te komen. De derde stap bevat de kostenraming waaruit blijkt dat<br />
de totaalkost per boom op ca. 2.500 euro wordt geraamd. Als eindconclusie van de studie wordt<br />
gesteld dat de standplaats van de bomen (verharding, nutsleidingen en rioleringen) zich niet<br />
goed leent tot verplanten, de voorbereidingstijd van één jaar te kort is en nieuwe bomen geen<br />
mankementen vertonen en de leverancier groeigarantie dient te geven.<br />
Het college van burgemeester en schepenen baseerde zich op deze studie om te beslissen<br />
nieuwe bomen aan te planten. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar komt op basis<br />
van de gegevens verstrekt door de studie tot hetzelfde besluit. De keuze voor de aanplant met<br />
Es in plaats van Linde is gevallen omwille van de volgende redenen. Deze nieuwe bomen<br />
verbeteren de kwaliteit van de openbare ruimte, onder meer door de vorm van de boomkruin.<br />
Het blad van de Es is fijner en heeft een lichter bladerdek waardoor er meer licht tot op het<br />
maaiveld valt. Bovendien is de Es minder gevoelig voor bladluis wat gelet op de positionering<br />
van de terrassen onder de bomen een pluspunt is.<br />
Op datum van 23/05/2011 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig<br />
advies geformuleerd. Als voorwaarde wordt opgelegd dat men de nodige compenserende<br />
beplanting uitvoert zoals voorgesteld in de aanvraag.<br />
De aanplant zoals voorzien in de aanvraag kan worden aanvaard. Het bezwaar is niet gegrond.”
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
3<br />
Meer bepaald met betrekking tot de rooiing en vervanging van de bomen oordeelde en<br />
motiveerde de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar in de beslissing van 21.09.2011 als<br />
volgt;<br />
“Visueel-vormelijke elementen<br />
Een van de belangrijkste beeldbepalende elementen van de De Keyserlei is de dubbele<br />
bomenrij. Logisch zou zijn het behoud ervan na te streven indien dit opportuun zou zijn. Om de<br />
toestand van de bestaande bomen goed te kunnen inschatten werd een studie gemaakt door<br />
een externe deskundige. In deze studie kwam men tot de conclusie dat er best geopteerd wordt<br />
om nieuwe bomen van groot formaat aan te planten gelet op de matige tot soms slechte<br />
conditie van de bestaande bomen, de gevoeligheid voor bladluis van de huidige boomsoort, de<br />
beperkte onderlinge plantafstand met weinig of geen doorgroeimogelijkheid meer en het<br />
uitgeput geraken van de beschikbare minerale voorraad in de grond.<br />
Bijgevolg worden er nieuwe bomen aangeplant van het soort Fraxinus Angustifolia Raywood in<br />
vier rijen met grote plantmaat met omtrek 45-50 cm. Door voldoende wortelsubstraat te voorzien<br />
per boom, ondergrondse drainage en bevloeiing en voldoende bemesting worden optimale<br />
condities gecreëerd zodat de bomen allen gelijkmatig kunnen uitgroeien.<br />
In het ontwerp worden vier rijen bomen voorzien aangezien deze één van de voornaamste<br />
structurerende elementen zijn die een eigen identiteit geven aan de stadsboulevard.”<br />
En verder;<br />
“Voor wat betreft de groenstructuur is een belangrijke ingreep het vervangen van de huidige<br />
bomen door de ‘Fraxinus Angustifolia Raywood’, een soort es met fijne bladeren die in de herfst<br />
roodbruin kleuren, Deze bomen laten meer licht door en verliezen geen vruchten, hierdoor<br />
wordt de straat veel opener. De soort bezit de volgende uiterlijke kenmerken: ze worden<br />
gemiddeld 15 tot 18 meter hoog. De boom groeit vrij snel en vormt een breed eivormige,<br />
opgaande, vrij gesloten kroon. De bast is in de jeugdfase vrij glad en grijs van kleur. Op latere<br />
leeftijd barst deze in diepe lengtescheuren en ondiepe breedtescheuren waardoor een<br />
netvormig patroon ontstaat. De ‘Fraxinus Angustifolia Raywood’ verdraagt het stedelijk milieu<br />
goed en is goed bestand tegen luchtverontreiniging. In tegenstelling tot ‘Fraxinus Excetsior’<br />
groeit Fraxinus Angustifolia Raywood’ ook op armere en droge gronden.”<br />
Tenslotte ook nog de volgende bedenking;<br />
“De bedenkingen in verband met het plaatsgebrek voor de bomen zijn niet terecht. De bomen<br />
worden ingeplant met een tussenafstand van 10,8 meter in de lengte en 5 meter in de breedte,<br />
diagonaal geplaatst. Dit betekent een minimale afstand van boomstam tot boomstam van 7,5<br />
meter. De boomkruin van een Fraxinus Angustifolia Raywood kan maximaal tussen de 9 tot 12<br />
meter breed worden in ideale omstandigheden. Er kan bijgevolg geconcludeerd worden dat de<br />
boomkruinen voor een klein gedeelte mekaar zullen overlappen wanneer de maximale groei<br />
bereikt is, echter zonder storend effect ten opzichte van mekaar.<br />
Per boom wordt er een wortelsubstraat voorzien van 32 kubieke meter, uitgezonderd voor de<br />
bomen boven het pre-metrostation. Deze worden voorzien van 18 kubieke meter<br />
wortelsubstraat. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft dd. 23/05/2011 een voorwaardelijk<br />
gunstig advies geformuleerd. De gevraagde werken hebben, zoals gesteld in het advies van het<br />
Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed, geen nadelige effecten op de<br />
erfgoedwaarden van het nabijgelegen beschermd monument ‘Centraal Station’.”<br />
Verzoekster is van oordeel dat de vergunning voor de rooiing van de 96 lindebomen aan de De<br />
Keyserlei onwettig is en vorderen bij toepassing van art. 1 en volgende van de wet van<br />
12.01.1993 bij wijze van preventieve maatregel het verbod te horen opleggen tot rooiing van de
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
4<br />
96 bomen, dan wel,mocht de rooiing een aanvang hebben genomen, de onmiddellijke<br />
stopzetting ervan, dit alles onder verbeurte van een dwangsom.<br />
Huidige vordering is gebaseerd op art. 1 van de Wet van 12 januari 1993 en volgende is betreft<br />
derhalve een milieustakingsvordering.<br />
In casu is er immers sprake van een kennelijke inbreuk, dan wel een ernstige bedreiging voor<br />
een inbreuk op één of meerdere bepalingen van wetten , decreten, ordonnanties,<br />
verordeningen of besluiten betreffende de bescherming van het leefmilieu, dan wel de<br />
ruimtelijke ordening en de stedenbouw.<br />
De uitvoering van de stedenbouwkundige vergunning dreigt aangevat te worden, nl meer<br />
bepaald de kap/rooiing van 96 linden langs de De Keyserlei te Antwerpen. De vordering is<br />
derhalve hoogdringend, en verzoekster zal zich op de inleidende zitting verzetten tegen elke<br />
verdaging van de zaak.<br />
De Stad Antwerpen, zal zelfs de termijn voor beroep van 45 dagen niet afwachten, om de<br />
rooiiing van de bomen aan de De Keyserlei te Antwerpen aan te vatten.<br />
Bij toepassing van art. 159 van de Grondwet, heeft de Voorzitter de bevoegdheid om de interne<br />
en externe wettigheid van de afgeleverde vergunning te toetsen en te controleren en<br />
desgevallend indien onwettig, deze vergunning buiten toepassing te verklaren.<br />
De Wet van 12 januari 1993 is niet allen toepasselijk inzake leefmilieuinbreuken maar ook bij<br />
inbreuken inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw. (Hof Cassatie, 8 november 1996, Kluwer,<br />
Milieurechtspraak, pg. 708)<br />
Het begrip leefmilieu zoals bedoeld in voormelde wetsbepaling dient in een ruimte betekenis te<br />
worden genomen, zodanig dat daaronder dient te worden begrepen, naar gelang de<br />
omstandigheden, alle materies die tot doel hebben het leefklimaat van de mens en zijn<br />
natuurlijke omgeving te optimaliseren.<br />
De bescherming van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw vallen onder het begrip<br />
leefmilieu.<br />
Verzoekster meent dat de door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar afgeleverde<br />
vergunning dd. 21.09.2011 voor de heraanleg van de De Keyserlei te Antwerpen, met onder<br />
meer de rooiing van 96 bomen, onwettig is en buiten<br />
toepassing dient te worden verklaard, dit omwille van de hiernavolgende redenen.<br />
De afgeleverde vergunning dd. 21.09.2011 voor onder andere de rooiing van 96 lindenbomen,<br />
impliceert een schending van de bepalingen van het decreet Natuurbehoud dd. 21 oktober<br />
1997, meer bepaald het artikel 14 en 16 van het Decreet.<br />
Sinds 20 januari 1998, zijnde de datum van inwerkingtreding van het Natuurdecreet, is iedere<br />
overheid in de sector ruimtelijke ordening op grond van art. 16 van het Natuurbehoudsdecreet<br />
verplicht om een natuurtoets uit te voeren alvorens zij een beslissing neemt omtrent een<br />
vergunningsaanvraag.<br />
Art. 16 van het Natuurdecreet geldt ook voor stedenbouwkundige aanvragen.<br />
De vergunningsverlenende overheid dient met andere woorden te onderzoeken of er geen<br />
natuurvriendelijker alternatief bestaat voor de voorliggende activiteit. Bijgevolg wordt aan de<br />
vergunningsverlenende overheid een voorkomingsplicht opgelegd.
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
5<br />
Enkel wanneer de vergunningsverlenende overheid vaststelt dat de vergunningsplichtige<br />
activiteit geen vermijdbare schade aan de natuur kan veroorzaken, mag de betreffende<br />
vergunning verleend worden.<br />
Een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd met miskenning van art. 16 van het<br />
Natuurdecreet is onwettig.<br />
In die zin dient eveneens te worden gewezen op art. 14 van het Decreet van 21 oktober 1997,<br />
dat stelt dat iedereen die handelingen verricht of hiertoe opdracht verleent, en die weet of<br />
redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor<br />
kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die<br />
redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen,<br />
te beperken, of indien dit niet mogelijk is, te herstellen.<br />
De gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar baseert zich voor standpuntname nopens het<br />
bezwaar op de externe studie die door het college van burgemeester en schepenen van de<br />
Stad Antwerpen werd uitgevoerd die<br />
de gezondheidstoestand en de toekomstperspectieven van de bestaande bomen in kaart<br />
brengt.<br />
Hieruit is gebleken dat 22 van de 102 bestaande bomen afgekeurd werden op basis van<br />
conditie en stabiliteit. De overige 80 bomen zouden zich in een redelijk goede<br />
gezondheidstoestand bevinden.<br />
De minerale voorraad in de ondergrond zou evenwel wel uitgeput zijn, waardoor ze trager<br />
groeien.<br />
Er zou ook sprake zijn van een slechte of beperkte begeleidingssnoei.<br />
Het opgesteld ontwerp tot heraanleg van de De Keyserlei is uitgegaan van een vervanging en<br />
heraanplant van de bomen , nl zelfs een vervanging van de bestaande linden door een andere<br />
boomsoort zijnde essen.<br />
Naar een alternatief, met behoud van de bestaande lindebomen, met een verbetering van de<br />
ondergrond en een betere snoei, werd zelfs niet gezocht.<br />
De studie, die in opdracht van de Stad Antwerpen werd uitgevoerd, is trouwens uiterst beperkt<br />
gebleven tot onderzoek naar de gezondheid van de bestaande bomen en de mogelijkheid van<br />
de verplanting, doch heeft geen afweging gemaakt naar de ecologische waarde van de bomen.<br />
Er werd bij de afweging enkel rekening gehouden met esthetische aspecten, nl nieuwe bomen,<br />
zouden anders kunnen ingeplant worden, meer licht verschaffen en minder bladluisgevoelig zijn<br />
en minder “druipen”, wat voordeliger zou zijn voor de uitbating van de terrassen.<br />
Een belangrijke afweging nl dat de bestaande bomen, zijnde linden, een grotere<br />
ecosysteemwaarde hebben, groter zijn qua kruin, en derhalve in staat zijn om meer fijn stof uit<br />
de stadslucht te halen, werd door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet in<br />
rekening genomen. Hij heeft het in de beslissing van 21.09.2011 uitvoerig over de visueelvormelijke<br />
elementen en de beslissing qua motivatie, valt in hoofdzaak onder deze hoofding.<br />
De bestaande bomen (linden) hebben een maatomtrek van 60 tot 80 cm, de nieuwe bomen,<br />
zijnde essen, zullen veel kleiner zijn. De 96 linden zouden vervangen worden door 76 essen,<br />
veel kleiner, qua omtrek en kruin.
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
6<br />
Volgens de studie zou het tijdelijk verplanten van de bomen tijdens de werken, te duur zijn, nl<br />
geraamd op 2.500 euro per boom. Doch daarbij wordt geen rekening gehouden met de<br />
ondertussen verworven ecologische waarde, laat staan de ecologische waarde van gezonde<br />
linden, waarvan de geldelijke waarde zeker groter zal zijn dan 2.500 euro per boom.<br />
Voor de groei van de nieuw aangeplante essen zal het nog meerdere jaren in beslag nemen,<br />
vooraleer ze dezelfde ecologische waarde hebben als de volwassen en gezonde bestaande<br />
linden. Bovendien is de ecologische waarde van essen in de stad, naar ecosysteem kleiner dan<br />
van linden (nl huisvesten van vogels, insecten, nez..)De biodiversiteit van soorten die leven in<br />
en rond de es ligt veel lager dan die rond een lindeboom. De boomkruin van een es is trouwens<br />
minder dicht en biedt daarom minder voedsel- en nestgelegenheid voor stadsvogels.<br />
Bij de uitgroei van nieuw geplante essen zal er ook natuurlijk een natuurlijke uitval zijn.<br />
Schade aan de bestaande bomen kan derhalve worden vermeden, indien voor het opstellen<br />
van een ontwerp voor heraanleg was uitgegaan van het behoud van de bestaande<br />
bomen,(ondergeschikt met uitzondering van de 22 zieke bomen.)<br />
In eerste instantie diende schade te worden voorkomen, minstens diende gezocht te worden<br />
naar voorwaarden om schade te beperken aan de bestaande bomen .Pas in allerlaatste<br />
instantie is een vervanging door een kwantitatief en kwalitatief habitat aan de orde.<br />
In casu dient gesteld dat de vervanging door kleinere essen, zelfs geen vervanging is door een<br />
kwantitatief en kwalitatief gelijkwaardig habitat, zie uiteenzetting hierboven,<br />
Hierbij dient ook gewezen te worden op art. 54 van de gemeentelijke bouwverordening, die het<br />
volgende stelt; “alle mogelijke voorzorgen dienen genomen te worden om de opgaande<br />
beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te<br />
voorkomen.”<br />
In die zin impliceert de stedenbouwkundige vergunning van 21.09.2011 die besluit tot rooiing<br />
van 96 bomen, een inbreuk op de gemeentelijke bouwverordening, zijnde meer bepaald art. 54.<br />
In § 2 van hetzelfde artikel wordt het volgende bepaald; “op bouwwerven moet de ruimte van 2<br />
m van de stam van bomen vrij blijven van bouwwerfverkeer, stapeling of storting van<br />
bouwmaterialen, bouwafval, vuurhaarden, bouwbarakken, schaftwagens, e.d. Deze ruimte moet<br />
worden omheind of omkast. De boomwortels moeten afdoende beschermd worden door ze t<br />
bedekken met schokdempend materiaal.” Tenslotte wordt onder § 3 van voornoemd artikel het<br />
volgende bepaald; “bij het uitvoeren van grondwerken dieper dan 3 m, mag het bemaalde<br />
grondwater niet in de riolering overlopen, maar dient het terug te vloeien via een retourleiding.”<br />
De Stad Antwerpen dient minstens de bepalingen van haar eigen gemeentelijke<br />
bouwverordening te respecteren.<br />
Tenslotte, ondergeschikt , meer bepaald nopens de vervangen van de linden door essen dient<br />
opgemerkt dat de boomexpert voorzag en aanraadde de bomen te rooien en ze te vervangen<br />
door nieuwe bomen met een grote maatomtrek, van dezelfde soort, nl linde.<br />
De vergunning voorziet vervanging door essen, van mindere ecologische kwaliteit !<br />
Ook zelfs het advies van de boomexpert, dat enkel handelde over de gezondheid van de<br />
bomen en mogelijkheid van verplanten, wordt niet opgevolgd.
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
7<br />
Het advies van het Agentschap Natuur en Bos dd. 23.05.2011 nav huidige<br />
vergunningsaanvraag, is zo goed als niet gemotiveerd en verwijst enkel naar het onderzoek dat<br />
gevoerd geweest is naar de conditie van de bomen in opdracht van de Stad Antwerpen.<br />
In die zin kan het advies van het Agentschap Natuur en Bos niet als een volwaardige<br />
natuurtoets in de zin van art. 14 en 16 van het Decreet Natuurbehoud van 1997 worden<br />
beschouwd.<br />
Er ligt geen advies voor waarbij nagegaan wordt hoe de bestaande gezonde bomen kunnen<br />
worden behouden en desgevallend in welke zin het ontwerp,dient te worden aangepast.<br />
Een onderzoek naar de conditie van de bomen is in die zin ontoereikend.<br />
De gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar heeft niet geantwoord op het bezwaar ,<br />
individueel bezwaarschrift van Johan VANDEWALLE, die zich in zijn bezwaar baseerde op de<br />
schending van art. 14 en 16 van het decreet Natuurbehoud van 1997.<br />
In die zin is dit een schending van de motiveringsplicht, zoals voorzien door art. 2.en 3 van de<br />
Wet van 29 juli 1991. Er is trouwens ook geen afdoende motivering op het vlak van<br />
natuurbehoud voor wat betreft de beslissing om de linden te vervangen door essen, behoudens<br />
de motieven die verband houden met esthetiek en ruimtelijke ordening.<br />
Bovendien werd bij het nemen van de beslissing van 21.09.2011 niet in het minst rekening<br />
gehouden met het negatief advies van de Districtsraad van de Stad Antwerpen dd. 14.12.2010<br />
dat adviseerde om de lindebomen aan de De Keyserlei te behouden en niet over te gaan tot<br />
kapping van de bomen bij de heraanleg.<br />
Dit impliceert een schending van art. 4.7.26, §1, 2° van het V CRO dat stelt dat bij een<br />
bijzondere procedure dient rekening te worden gehouden met het advies van het College van<br />
Burgemeester en Schepenen, waarbij derhalve de democratisch verkozen Districtsraad, als een<br />
volwaardig adviesorgaan, gelijk te stellen met het College van Burgemeester en Schepenen<br />
dient te worden beschouwd.<br />
Er is derhalve sprake van een kennelijke inbreuk op de bepalingen die verband houden met<br />
leefmilieu, stedenbouw en ruimtelijke ordening en natuurbehoud, alsook een inbreuk op de<br />
gemeentelijke bouwverordening, die onherstelbare schade zal veroorzaken aan de natuur. De<br />
gevolgen van de inbreuken op de natuur en meer bepaald de ecosystemen van de stad en het<br />
behoud van 96 bomen (met uitzondering van 22 zieke lindebomen) zijn derhalve<br />
determinerend.<br />
Verzoekster vordert derhalve, een oplegging van een verbod tot rooiing van de 96 bomen aan<br />
de De Keyserlei , voor rooiing nog niet opgestart is, dan wel de onmiddellijke stopzetting van<br />
alle handelingen, die zouden kunnen leiden tot de rooiing van de 96 bomen (met uitzondering<br />
van 22 zieke bomen), zoals voorzien door de stedenbouwkundige vergunning van 21.09.2011<br />
afgeleverd door de Gewestelijke Stedenbouwkundig ambtenaar van het Vlaams Gewest, zijnde<br />
eerste gedaagde, en vordert een verbod tot rooiing van de 96 lindebomen aan de De Keyserlei,<br />
onder verbeurte van een dwangsom van 10.000 euro per boom, te verbeuren door de eerste<br />
daartoe aangestelde gerechtsdeurwaarder, zelfs op zon en feestdagen.<br />
Verzoekster vordert tevens dat het verbod, dan wel de stopzetting van alle handelingen van<br />
rooiing van de bomen aan de De Keyserlei bindend zouden worden verklaard aan de Stad<br />
Antwerpen.
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
8<br />
Gezien de hoogdringendheid en het voornemen van de Stad, zijnde tweede gedaagde, om de<br />
rooiing aan te vangen, dient de vordering bij toepassing van art. 735 Ger.W. op de inleidende<br />
zitting te worden weerhouden, met verzet tegen elke verdaging van de zaak/<br />
Een verzoeningspoging met gedaagden leek uitgesloten, gezien de beslissing tot rooiing en<br />
gezien het advies van de Stad Antwerpen.<br />
Verzoekende partij verzet zich bij toepassing van artikel 735 G.W. uitdrukkelijk tegen een<br />
schriftelijke verschijning en vordert de behandeling van de vordering op de inleidende zitting gezien<br />
de vordering nimmer werd betwist.<br />
OM DEZE REDENEN en alle andere aan te halen terloops het geding, desnoods ambtshalve<br />
BEHAGE HET DE VOORZITTER,<br />
De vordering van verzoekster ontvankelijk en gegrond te verklaren,<br />
Derhalve te horen zeggen voor recht dat bij toepassing van art. 159 Grondwet de vergunning<br />
van 21.09.2011 van de gewestelijke stedenbouwkundige<br />
ambtenaar ivm de rooiing van 96 bomen aan de De Keyserlei te Antwerpen ontwettig is en<br />
derhalve buiten toepassing dient te worden verklaard.<br />
Aan gedaagden, een verbod op te leggen tot rooiiing van de 96 bomen aan de De Keyserlei ,<br />
voor zover rooiing nog niet opgestart is, dan wel de onmiddelllijke stopzetting te bevelen van<br />
alle handelingen, die zouden kunnen leiden tot de rooiing van de 96 bomen (met uitzondering<br />
van 22 zieke bomen), zoals voorzien door de stedenbouwkundige vergunning van 21.09.2011<br />
afgeleverd door de Gewestelijke Stedenbouwkundig ambtenaar van het Vlaams Gewest, zijnde<br />
eerste gedaagde, onder verbeurte van een dwangsom van 10.000 euro per boom, te<br />
verbeuren door de eerste daartoe aangestelde gerechtsdeurwaarder, zelfs op zon en<br />
feestdagen, dan wel het herstel in oorspronkelijke staat te bevelen , dit onder verbeurte van een<br />
dwangsom van 50.000 euro per dag vertraging, vanaf de tussen te komen beslissing.<br />
Te zien en te horen zeggen voor recht dat het verbod, dan wel de stopzetting van alle<br />
handelingen van rooiing van de 96 bomen aan de De Keyserlei te Antwerpen , dan wel<br />
vordering tot herstel in oorspronkelijke staat bindend zouden worden verklaard aan de Stad<br />
Antwerpen en derhalve ook aan de Stad Antwerpen de verbeuring van een dwangsom van<br />
10.000 euro per boom op te leggen, herstel in oorspronkelijke toestand, onder verbeurte van<br />
een dwangsom van 50.000 euro per dag vertraging, vanaf de tussen te komen beslissing.<br />
Het tussen te komen vonnis uitvoerbaar te horen verklaren bij voorraad, niettegenstaande alle<br />
verhaal, zonder borgstelling en met uitsluiting van het vermogen tot kantonnement.<br />
Gedaagden te veroordelen tot de kosten van huidig geding, aan de zijde van verzoekster<br />
voorlopig begroot op de <strong>dagvaarding</strong>skosten en de RPV ten bedrage van 1.320 euro.<br />
Onder uitdrukkelijk voorbehoud van alle rechten van verzoekende partij en zonder enige<br />
nadelige bekentenis.<br />
En opdat de gedaagde partij(en) hiervan niet onwetende zou(den) zijn zo heb ik haar (voor elk<br />
van hen afzonderlijk) gelaten, zijnde en sprekende zoals is voorzegd, een kopie van mijn huidig<br />
exploot, indien nodig onder gesloten omslag, overeenkomstig de eisen der Wet.
WAARVAN AKTE.<br />
Advocatenkantoor AD VERLAW<br />
9<br />
Kost :<br />
eventueel te vermeerderen met de kosten aangetekende zending(en), overeenkomstig de<br />
bepalingen van art. 38 par. 1 Ger. Wb., ten bedrage van Euro.<br />
De gerechtsdeurwaarder,