Peer - Koudecentraal
Peer - Koudecentraal
Peer - Koudecentraal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geschiedenis 02.<br />
peer rassen 03-<br />
2. GESCHIEDENIS<br />
Al onze peren stammen af van de wilde peresoorten. Ze worden als kleine<br />
tot matig grote bosbomen in Europa en Noordwest-Azië aangetroffen.<br />
Wilde peren komen in ons land niet voor, wel verwilderde cultuurvormen.<br />
Een deel van de ca. 30 wilde soorten hebben door kruising en selectie<br />
tot het ontstaan van honderden rassen geleid.<br />
Reeds in het stenen tijdperk zou de peer, evenals de appel, als voedsel<br />
dienst hebben gedaan. De oude Grieken veredelden de peer reeds. Homerus<br />
(850 voor Chr.) noemt de peer in zijn geschriften een gift van de goden.<br />
De Romeinen zorgden later voor de verspreiding naar de andere delen van<br />
hun rijk, o.a. naar Gallië (Frankrijk) en de Lage Landen. In de ruTnes<br />
van de oudste dorpen in Zwitserland zijn perezaden gevonden, hetgeen<br />
wijst op het voorkomen van deze vrucht in zeer oude tijden.<br />
In de zeventiende eeuw is de peer door Engelsen, Nederlanders en Fransen<br />
overgebracht naar Noord-Amerika. Zo wordt o.a. vermeld dat een boom die<br />
'Stuyvesant tree' werd genoemd in 1647 in Nieuw-Amsterdam (= New York)<br />
werd geplant. Aanvankelijk schijnen de peren meer de eigenschappen van<br />
stoofperen te hebben gehad. Tenminste van Nicolas Hardenpont (1705-<br />
1744), een pastoor uit het Belgische Mons (= Bergen), wordt verteld dat<br />
hij de eerste peer met zacht smeltend vruchtvlees teelde. Men noemde<br />
deze boterperen of 'beurrés'. Daarna legden ook andere tuinbouwkundigen,<br />
voornamelijk in Frankrijk en België, zich toe op het kweken van zacht-<br />
vlezige rassen. Veel pererassen dragen dan ook Franse namen waarin we<br />
vaak de naam Beurré nog aantreffen (Beurré d'Anjou, Beurré Clairgeau,<br />
Beurré de Merode, Beurré Hardy).<br />
Voorheen heeft men bij de peer veel geleide boomvormen gekend, bijy.<br />
zgn. palmetten, enkele en dubbele snoeren, geplaatst tegen muren of ge-<br />
leid langs draadwerk. Door het steeds duurder worden van de arbeid en<br />
het vercommercialiseren van de fruitteelt worden deze kunstmatige vor-<br />
men, waaruit een groot vakmanschap sprak, niet meer toegepast.<br />
Het klimaatgebied van de peer is beperkter dan dat van de appel. De peer<br />
vraagt een milder klimaat. Koude nachten tijdens de bloei, ook als er<br />
geen nachtvorst optreedt, leiden tot een slechte vruchtzetting. Ons<br />
land ligt voor bepaalde rassen aan de noordgrens van de pereteelt; een<br />
laatrijpende peer, zoals Comtesse de Paris, wordt in ongunstige jaren<br />
zelfs niet rijp. De teelt slaagt het beste in het zuidwesten van ons<br />
land omdat daar minder nachtvorst voorkomt. In die gebieden komt dan<br />
ook de meeste pereteelt voor. Lit. 06 en 28.<br />
3 . R A S S E N •<br />
Bij de rassen is er een scherp onderscheid tussen handperen en stoofpe-<br />
ren. In ons land worden handperen vrijwel uitsluitend als dessertfruit<br />
gegeten. In andere landen, o.a. in de Verenigde Staten, worden veel hand-<br />
peren ingeblikt. Men gebruikt hiervoor meestal de Bartlett, in Europa<br />
bekend onder de juiste naam Williams Bon Chrétien (Engeland: Williams).<br />
Deze peer heeft een muskussmaak en zou de meest geteelde ter wereld zijn.<br />
In ons land is de rentabiliteit onvoldoende. Vandaar dat de Williams Bon<br />
Chrétien hier slechts sporadisch wordt geteeld. Men beperkt zich meer en<br />
meer tot slechts enkele rassen, die echter voor industriële verwerking<br />
minder geschikt zijn. Stoofperen worden, zoals de naam reeds zegt, ge-<br />
stoofd gebruikt. Men geeft daarbij de voorkeur aan peren die door het ko-<br />
ken een frisrode kleur krijgen en niet uiteenvallen. De goede prijzen,<br />
die de laatste jaren voor stoofperen zijn betaald, hebben de belangstel-<br />
ling voor de teelt doen stijgen.