Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Bekijk het inkijkexemplaar - Cross Media Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jaargang 20 - nummer 9 - december 2011<br />
nederlands<br />
tijdschrift voor<br />
heelkunde<br />
in dit nummer<br />
323 Hoofdredactioneel: Hoe heurt <strong>het</strong><br />
eigenlijk?<br />
324 Bestuur: Kwaliteit van zorg staat voorop<br />
327 Interview: Chirurgische bijdrage aan de<br />
genezing van kanker nog steeds<br />
essentieel<br />
329 Kwaliteit: Chirurgen lopen voorop bij<br />
clinical auditing<br />
331 Column: Kwaliteit in perspectief<br />
332 Najaarsdag 2011<br />
334 Keur de cursus: Advance Suturing Course<br />
335 Over de grens: AO trauma fellowship in<br />
<strong>het</strong> Kantonsspital in Chur<br />
337 How I do it: Spiraalvenereconstructie van<br />
de geïnfecteerde abdominale aorta<br />
339 Proefschrift: Nodal metastases and<br />
biomarkers in melanoma<br />
343 Proefschrift: Nieuwe behandelstrategieën<br />
voor patiënten met colorectale<br />
levermetastasen<br />
346 Casus: Een enterocutane fistel<br />
350 Onderzoek: Spoedzorg anders<br />
organiseren<br />
354 Historie: De wonderkogel<br />
356 Interview: Brandwondenzorg steeds meer<br />
richting evidence based<br />
357 Korte berichten: Herinnering Dutch<br />
Upper GI Cancer Audit (DUCA)<br />
358 Personalia<br />
358 Colofon
En wat doe jij?<br />
Ik sta op voor<br />
mijn moeder Els<br />
Brenda Schaaper (42)<br />
mede-organisator KWF<br />
SamenLoop<br />
Kijk wat jij kunt doen op<br />
staoptegenkanker.nl/inactie
Hoofdredactioneel<br />
Hoe heurt <strong>het</strong> eigenlijk?<br />
Geert Kazemier<br />
Het enige verschil tussen klinisch wetenschappelijk onderzoek en criminaliteit is <strong>het</strong> informed<br />
consent van de patiënt, hoorde ik laatst.<br />
Kun je zo een hoofdredactioneel beginnen? Hoe zou Pierik dat gedaan hebben? We hebben<br />
afscheid genomen van Robert Pierik als voorzitter van de hoofdredactie van <strong>het</strong> <strong>Nederland</strong>s<br />
Tijdschrift voor Heelkunde. Er zijn ergere zaken zult u zeggen, maar dat weet ik nog zo net niet.<br />
Onder Roberts bezielende leiding werd <strong>het</strong> tijdschrift gerestyled tot een modern blad in full<br />
colour. Hij richtte een hoofdredactie op met chirurgen en assistenten die samen met hem verantwoordelijk<br />
waren voor de inhoud. Hij zorgde voor een website en schreef hoofdredactionelen.<br />
Hoofdredactionelen van Robert, daar bleef je voor thuis. Net als vroeger voor de nieuwe Donald<br />
Duck. Hij noemde ze zelf de amuses van <strong>het</strong> tijdschrift, hij prikkelde en toonde zich een taalvirtuoos<br />
die eigenlijk zijn roeping als publicist gemist had. Meermalen werden zijn hoofdredactionelen<br />
landelijk nieuws. Zoals die keer dat Ben Crul, als hoofdredacteur van Medisch Contact zijn<br />
‘Monkeys reject unequal pay’ citeerde, waarin Robert inkomensverschillen tussen medisch specialisten<br />
aan de kaak stelde, door te betogen dat <strong>het</strong> feit dat een 50-procent radioloog meer verdient<br />
dan een fulltime chirurg terecht scheve ogen geeft en moet worden opgelost. En hij stond ook<br />
pal voor <strong>het</strong> tijdschrift, zoals in zijn laatste hoofdredactioneel, waarin hij sterk ageerde tegen<br />
<strong>het</strong> dedain waarmee soms over <strong>het</strong> onderzoek dat in <strong>het</strong> tijdschrift verschijnt, wordt gesproken.<br />
Briljant fileerde hij daarin die criticasters door ze de spiegel voor te houden van topsporters die<br />
juist met veel plezier de verrichtingen van de F-jes van hun jeugdclub komen bekijken (Ajax, iemand?).<br />
Hij hoorde eigenlijk op de achterpagina van <strong>het</strong> NRC. Eén keer stond hij daar ook, met een Ikje<br />
over zijn dochter. Als ik Peter Vandermeersch was …<br />
Ik ben trots hem te mogen opvolgen als voorzitter van de hoofdredactie. Maar hoe nu verder met<br />
<strong>het</strong> tijdschrift? Het is natuurlijk een clubblad, maar ook een plaats om onderzoek dat moeilijk<br />
in de grote bladen komt, te publiceren. Dat moet zo blijven. Net als aandacht voor <strong>het</strong> wel en<br />
wee van de gemene chirurg, personalia en voor bijzondere inzet in ontwikkelingslanden. Maar ik<br />
zou ook graag meer plaats willen inruimen voor onderzoek door <strong>Nederland</strong>se chirurgen dat in<br />
buitenlandse bladen gepubliceerd is, voor richtlijnen en meta-analyses die ons dagelijks handelen<br />
beïnvloeden of dat zouden moeten doen. Meer aandacht ook voor thema’s die zorgoverstijgend<br />
zijn zoals: wat moeten we met live opereren voor televisie, de consequenties van verregaand differentiëren<br />
binnen de Heelkunde, maatschapsfusies en wetenschappelijke integriteit. Het feit dat<br />
<strong>het</strong> 8 uur journaal opent met de ‘wandaden’ van een met naam en toenaam genoemde, bevriende<br />
medicus en wetenschapper heeft me namelijk wel de ogen geopend in wat voor waanzinnige<br />
mediacratie we leven en hoe wij als dokters vol in de schijnwerpers staan. Als <strong>het</strong> goed gaat bij een<br />
live operatie op televisie, maar ook als <strong>het</strong> niet goed gaat. Ik doe een oproep aan u om niet alleen<br />
kopij over medisch inhoudelijke zaken in te sturen, maar juist ook over maatschappelijke gebeurtenissen<br />
die ons allen in ons beroep treffen.<br />
Hoeveel procent van de onderzoekers zou de informed consent-formulieren van alle in zijn studies<br />
geïncludeerde patiënten zo kunnen overhandigen? Waar sla je ze eigenlijk op en hoe zit dat in<br />
<strong>het</strong> digitale tijdperk? Hoort dat wel in een hoofdredactioneel? Ik belde mijn voorganger, hij vond<br />
dat <strong>het</strong> kon. Hij vond zelfs dat <strong>het</strong> zo hoorde.<br />
Rest mij u allen een prettige kerst en jaarwisseling te wensen en uiteraard: veel leesplezier! «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 323
Bestuur<br />
“Kwaliteit van zorg staat voorop”<br />
Hieronder staat de verkorte weergave van de speech die Rob Tollenaar, nieuwe<br />
voorzitter van de NVvH, uitsprak bij de aanvaarding van zijn functie tijdens de<br />
afgelopen Najaarsdag.<br />
324<br />
Dank u wel meneer de ex-voorzitter dank u wel aanwezige<br />
leden voor <strong>het</strong> vertrouwen.<br />
Het leidinggeven aan de NVvH is een intensief proces.<br />
Peter van den Akker weet dit als geen ander. Hij heeft-<br />
voortbouwend op <strong>het</strong> goede werk dat Brom en Legemate<br />
voor hem hadden gedaan - de vereniging weer op een<br />
hoger niveau gebracht. Hij laat een bestuur achter dat<br />
grote daadkracht en grote deskundigheid in zich bergt. Ik<br />
ben bevoorrecht om met zo’n team te mogen starten. Dit<br />
geldt zowel voor <strong>het</strong> bestuur als voor de ondersteuning.<br />
Zoals Legemate <strong>het</strong> altijd omschreef, was onze vereniging<br />
5 á 10 jaar geleden een club die ongelooflijk goed met <strong>het</strong><br />
vak bezig was, maar vooral op onze eigen wereld gericht.<br />
De buitenwereld is echter dynamisch. Wat er de afgelopen<br />
jaren is gebeurd - en Peter heeft daar een grote stap<br />
verder in gezet - is dat onze vereniging de blik naar buiten<br />
heeft gericht. Hij laat een vereniging achter waar we<br />
met recht trots op kunnen zijn. Peter hiervoor ontzettend<br />
bedankt! Met trots neem ik <strong>het</strong> stokje over.<br />
De NVvH is nu een belangrijke speler, proactief in <strong>het</strong><br />
kwaliteitsdossier, met een eigen blik naar <strong>het</strong> beroepsbelangenveld.<br />
Marie-Jeanne Baas-Vrancken Peeters<br />
en Jacques Oskam hebben daar met <strong>het</strong> hele team een<br />
belangrijke bijdrage aan geleverd. We gaan verder in de<br />
lijn zoals die er was. Wij mogen daar trots op zijn en<br />
dat geldt zeker ook voor mij. Ik ben er trots op chirurg<br />
te zijn en als ik zie wat er vandaag ook weer voor aan<br />
input is gegeven, op <strong>het</strong> gebied van beroepsbelangen,<br />
hoe deskundig men over DOT praat, hoe analytisch wij<br />
voorop lopen en hoe ook de Orde daarbij een belangrijke<br />
rol speelt. Dit geldt ook voor <strong>het</strong> kwaliteitsdossier<br />
en voor wat voor zorg er wordt geleverd - blijkt ook uit<br />
de internationale enquêtes. De zorg nergens zo goed in<br />
Europa als in <strong>Nederland</strong>. Dat mogen wij ons ook wel<br />
eens realiseren in alle kritische geluiden die af en toe in de<br />
pers verschijnen. Die topzorg wordt geleverd door de vele<br />
prof.dr. Rob Tollenaar, voorzitter NVvH<br />
gemotiveerde professionals en chirurgie maakt daar een<br />
belangrijk onderdeel van uit. Maar er is één heel groot<br />
probleem. Als we kijken naar de kosten van de zorg, dan<br />
stijgen die vanaf 1997 met circa 7% per jaar - een situatie<br />
die voor niemand is vol te houden.<br />
De politiek ziet zich voor de taak gesteld <strong>het</strong> macrokader<br />
voor de zorg te beheersen. Dat vraagt ook inspanning van<br />
ons. De regierol heeft de politiek bij de zorgverzekeraars<br />
gelegd. Zij sturen op kwaliteit én doelmatigheid, maar<br />
<strong>het</strong> is aan ons om die kwaliteit in beeld te houden, de<br />
kwaliteit voor de patiënt maar ook de werkomstandigheden<br />
te handhaven waarin wij met plezier en trots ons<br />
beroep kunnen uitoefenen en <strong>het</strong> op zo’n manier kunnen<br />
doen dat we er ook nog een fatsoenlijk salaris aan over<br />
houden. De kwaliteit van de werkomgeving is van groot<br />
belang, maar de zorg moet ook betaalbaar blijven. Daar<br />
doet zich een duidelijke verandering voor. Sommige<br />
dachten wellicht voorheen: “Wat <strong>het</strong> kost, dat doet er niet<br />
toe, wij doen <strong>het</strong> voor de patiënt.” Maar wij kunnen met<br />
elkaar niet meer weglopen voor <strong>het</strong> doelmatigheidsvraagstuk<br />
en zullen daar ook een bijdrage aan moeten leveren.<br />
De zorg in <strong>Nederland</strong> zal de komende jaren ingrijpend<br />
veranderen, <strong>het</strong> is 30-40 jaar relatief stilstaand water<br />
geweest maar nu geraken we met zijn allen in snel stromend<br />
water. Er gaan grote dingen veranderen, de zorg<br />
wordt opnieuw ingericht. Daar worden plannen overgemaakt<br />
met <strong>het</strong> ministerie en de zorgverzekeraars. Het<br />
meest recent is dat men de afgelopen weken de selectieve<br />
inkoop heeft gestart, binnen de chirurgie bij de bariatrie,<br />
maar ook in <strong>het</strong> domein van de urologie en de orthopedie.<br />
Sommige klinieken orthopedie, althans dat was <strong>het</strong><br />
voorstel, zouden <strong>het</strong> complete pakket knie- en heupvervanging<br />
kwijtraken. U kunt zich voorstellen wat dat voor<br />
zo’n praktijk zou betekenen en eigenlijk ontneem je dan<br />
meteen <strong>het</strong> economisch bestaansrecht van zo’n praktijk.<br />
Dat is wat er op ons afkomt, <strong>het</strong> is serieus en wij moeten<br />
daar proactief <strong>het</strong> hoofd aanbieden.<br />
In korte tijd hebben we een set aan kwaliteitsnormen<br />
voor chirurgische behandelingen naar buiten gebracht.<br />
We zijn nu voorloper van wat vele beroepsverenigingen<br />
doen. De kwaliteitseisen die wij stellen aan complexe<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
ehandelingen werpen hun vruchten af. Zoals gezegd,<br />
is dat niet vrijblijvend. Zorgverzekeraars <strong>Nederland</strong><br />
heeft onlangs in kaart gebracht dat 23 ziekenhuizen zijn<br />
gestopt met een specifieke behandeling omdat zij niet aan<br />
de normen voldeden. Zo helpt de NVvH mee aan <strong>het</strong><br />
nog beter maken van de zorg en krijgt de patiënt de best<br />
mogelijke behandeling. Zo houden wij regie over wat chirurgische<br />
kwaliteit is.<br />
De rapporten ‘Concentratie van Zorg’ (Plexus,<br />
2011) en ‘Kiezen voor kwaliteit’ (BCG, 2011) en de<br />
kaderbrief van minister Schipper, geven aan dat wij<br />
met de kwaliteit goed in <strong>het</strong> vizier, naar een proces<br />
gaan van verdergaande concentratie. Niet alleen van<br />
hoogcomplexe laagvolume zorg maar ook van hoogvolume<br />
zorg. Ziekenhuizen zullen keuzes gaan maken<br />
en taken al dan niet gedwongen kwijtraken. Dit heeft<br />
gevolgen voor de chirurgische maatschappen. Om<br />
hieraan goed <strong>het</strong> hoofd te bieden zijn regionale netwerken<br />
essentieel. Ook een goede (M)TO (Model<br />
Toelatings Overeenkomst) is hierbij van groot belang.<br />
Deze zal hiertoe anderzijds voldoende ruimte moeten »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 325
326<br />
bieden. We moeten ervoor waken hele stukken uit <strong>het</strong><br />
ziekenhuis wegvallen, bijvoorbeeld alle cardiologen,<br />
want dan ontneem je zo’n ziekenhuis ook direct <strong>het</strong><br />
economisch bestaansrecht. Dat is een deel van de achtergrond<br />
van de intensieve discussie die wij hebben en<br />
hebben gehad.<br />
Wat betekenen de huidige ontwikkelingen voor onze<br />
vereniging?<br />
enigingen,<br />
die willen wij ook een zwaardere rol in <strong>het</strong><br />
bestuur geven.<br />
<br />
letten dat iedereen zijn positie behoudt en binnen verschillende<br />
ziekenhuizen kan werken.<br />
heidsissue<br />
staat vol op de agenda met de VMS en de<br />
werktijden zijn daar nu aan toegevoegd, een verdraaid<br />
lastig dossier kan ik u beloven.<br />
<br />
wij als chirurg doen, kan worden gedaan door ondersteunend<br />
personeel zodat onze dure tijd efficiënter kan<br />
worden ingezet. De vereniging zal ook daarover na<br />
gaan denken.<br />
<br />
binnen onze eigen club, met de dochterverenigingen,<br />
binnen de dochters met de steeds meer opstartende<br />
werkgroepen op specifieke gebieden, maar ook vanuit<br />
de vereniging met de stakeholders, de Orde en last<br />
but not least de patiëntenverenigingen. Dokters zijn<br />
in de politiek niet zo’n belangrijke factor, maar dokters<br />
samen met patiënten is een onverslaanbare combinatie.<br />
En één van de taken van ons bestuur is om daar een<br />
partnership in te sluiten.<br />
<br />
is <strong>het</strong> afgelopen jaar verdubbeld. Het staat fors op de<br />
agenda en wij zullen erop toezien dat we een belangrijke<br />
rol naar de Orde toespelen en niet automatisch<br />
volgen, maar hen kritisch daarin benaderen. Alleen<br />
kunnen wij <strong>het</strong> niet doen, want chirurgen alleen -<br />
zonder de Orde - zijn niet belangrijk genoeg, politiek<br />
gezien.<br />
rurgen.<br />
Wij zijn een trotse beroepsgroep, we doen<br />
dingen hartstikke goed, maar <strong>het</strong> kan niet zo zijn<br />
dat wij 140 jonge collega’s jarenlang <strong>het</strong> werk laten<br />
doen dat structureel is, maar waar we met elkaar<br />
een secundaire arbeidspositie voor creëren. Daar<br />
moeten we over nadenken. We begrijpen heel goed<br />
als bestuur dat er financiële onzekerheid is, waardoor<br />
mensen een afwachtende houding aannemen. Maar<br />
op termijn is dit niet zoals we met elkaar om moeten<br />
gaan.<br />
Goed, zoals gezegd: kwaliteit van zorg staat voorop. De<br />
omgeving en honorarium maken dit mogelijk. Twee oneliners<br />
waar we voor staan de komende jaren en dit is on<br />
beleidsvoornemen. «<br />
Het Bestuur van de <strong>Nederland</strong>se Vereniging voor Heelkunde roept SOLLICITANTEN op voor <strong>het</strong> volgen van de:<br />
OPLEIDING HEELKUNDE<br />
De opleiding begint in de tweede helft van 2012. Van gegadigden wordt verwacht dat zij op <strong>het</strong> moment van<br />
insturen van de sollicitatieformulieren, <strong>het</strong> artsexamen met gunstig gevolg hebben afgelegd. Vanaf 3 januari 2012<br />
is op de website van de NVvH: www.heelkunde.nl de benodigde informatie te vinden over de sollicitatieprocedure<br />
en over <strong>het</strong> aantal beschikbare opleidingsplaatsen per regio. Vanaf de website kan men eveneens formulieren en<br />
een toelichting downloaden.<br />
Uiterlijk op 3 februari 2012 dient <strong>het</strong> Bureau in <strong>het</strong> bezit te zijn van <strong>het</strong> ingevulde registratieformulier en dienen<br />
de Regionale Opleiding Commissies (ROC’s) in <strong>het</strong> bezit te zijn van de volledig ingevulde sollicitatieformulieren.<br />
De genoemde formulieren dienen te allen tijde PER POST te worden gezonden aan <strong>het</strong> Bureau van de NVvH,<br />
respectievelijk de betreffende ROC’s.<br />
Adres Bureau NVvH: Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20061, 3502 LB Utrecht. T.a.v. mw. M. Balfoort-<br />
Griffioen De adressen van de ROC’s kunt u vinden op de website.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Interview<br />
“Chirurgische bijdrage aan<br />
de genezing van kanker nog<br />
steeds essentieel”<br />
Onlangs kreeg prof. dr. C.J.H. van de Velde een eervol Honorary<br />
Fellowship van <strong>het</strong> American College of Surgeons. Een goede reden<br />
om hem een paar vragen te stellen.<br />
Professor, gefeliciteerd met uw honorary fellowship<br />
van the American College of Surgeons. Wat een<br />
schitterende laudatio. Gebloosd bij <strong>het</strong> lezen ervan<br />
of beschouwt u <strong>het</strong> als niet meer dan logisch?<br />
Ik heb de laudatio slechts aangehoord bij de inwijding, een<br />
voor mij onverwacht officiële ceremonie met de bijbehorende<br />
toga’s, kappa’s en een prachtige oorkonde. De laudatio<br />
werd uitgesproken door John MacFarlane, die gelukkig ook<br />
voor een komische noot zorgde door te refereren naar onze<br />
gemeenschappelijke hobby; off-piste skiën.<br />
Voor de enkele leek onder onze lezers: wat houdt dit<br />
fellowship in?<br />
Een van de eerste ereleden was Halsted uit Baltimore.<br />
Hij is voor mij een voorbeeld van een innovator en ik<br />
beschouw hem als de grondlegger van de chirurgische<br />
oncologie. Het is fantastisch om in deze lijn te staan,<br />
waarbij van de ereleden momenteel 99 nog in leven<br />
zijn. Ik ben een aantal keren eerder op uitnodiging<br />
bij American College of Surgeon geweest, zoals in<br />
1998 voor de Commission on Cancer Lecture, waar ik<br />
aandacht vroeg voor kwaliteitsverbetering binnen de<br />
chirurgische oncologie in relatie tot volume en infrastructuur.<br />
Ik houd mij hier al lang mee bezig en wellicht<br />
dat mijn studies hiernaar een basis hebben gevormd<br />
voor dit ere-lidmaatschap. Wat dit fellowship precies<br />
inhoudt weet ik nog niet, maar daar zal ik nog wel achter<br />
komen<br />
J.F.M. Lange jr, lid hoofdredactie NTvH<br />
prof. dr. C.J.H. van de Velde, chirurg, LUMC Leiden<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011<br />
Meer dan 500 publicaties, meer dan 50 promovendi...<br />
Wanneer heeft u voor <strong>het</strong> laatst een perianaal<br />
abces geïncideerd?<br />
59 promovendi is een aardig rijtje proefschriften. Begeleiding<br />
van onderzoek en de promovendus zelf kost veel tijd, maar<br />
ik doe dit met veel plezier, getuige <strong>het</strong> feit dat er alweer zo’n<br />
twaalf proefschriften in de pipeline zitten. Perianaal abcessen<br />
worden in <strong>het</strong> LUMC adequaat door de AIOS gedraineerd,<br />
een zeer doelmatige en bevredigende ingreep.<br />
U bent naast uw onderzoek op gebied van <strong>het</strong><br />
mamma- en maagcarcinoom uiteraard ook<br />
wereldberoemd door de Dutch TME-trial.<br />
Is uw goede verstandhouding met de ACS<br />
niet opmerkelijk, aangezien de Amerikaanse<br />
neo-adjuvante therapieën voor <strong>het</strong> rectumcarcinoom<br />
niet bepaald stroken met uw visie?<br />
Sinds 1980, toen ik voor een fellowship in MD Anderson<br />
in Houston was, heb ik <strong>het</strong> NCI bezocht en met een aantal<br />
jonge Amerikaanse chirurgen kennis gemaakt. Zo zijn<br />
bijvoorbeeld Murray Brennan, later hoofd van de chirurgie<br />
in <strong>het</strong> Memorial Sloan Kettering en Paul Sugarbaker, pionier<br />
op <strong>het</strong> gebied van behandeling van gemetastaseerde<br />
colorectale tumoren, vrienden voor <strong>het</strong> leven geworden. De<br />
American College is overigens met de Canadezen opgericht<br />
en heeft zo’n 77.000 leden, waarbij wel degelijk »<br />
327
Cartoon<br />
328<br />
een aantal zaken in Amerika zijn overgenomen. Echter, nog<br />
al wat van de Amerikaanse standaarden worden bepaald<br />
door financiële aspecten en er is een groot verschil tussen<br />
Canada en Amerika, waarbij in <strong>het</strong> eerste land gezondheid<br />
een recht is en in <strong>het</strong> tweede een voorrecht.<br />
Uw promovendi spreken altijd vol lof en respect<br />
over u. What’s your secret?<br />
Wat mijn promovendi en promoti over mij denken moet<br />
je hen vragen, maar ik ben er voor ze en stimuleer ze waar<br />
mogelijk. Zij zijn de toekomst van ons vak en daar investeer<br />
ik graag in.<br />
Wat vindt u uw grootste bijdrage aan de chirurgie?<br />
Lastige vraag… <strong>Nederland</strong> staat in ieder geval op de<br />
internationale kaart door studies op <strong>het</strong> gebied van maag-,<br />
mamma- en colorectale tumoren, waarbij kwaliteitscontrole<br />
en verbetering een immer terugkerend thema is<br />
en waardoor de chirurgische zorg mijns inziens enorm<br />
verbeterd is. Ik ben nu net voorzitter van de Europese<br />
Kankerorganisatie ECCO geworden, die in 2013 <strong>het</strong><br />
grootste multidisciplinaire kankercongres van de wereld<br />
in Amsterdam zal organiseren. Vooral ook andere disciplines<br />
hebben geleerd dat heel veel ontwikkelingen uit de<br />
chirurgie komen en de dat de chirurgische bijdrage aan de<br />
genezing van kanker nog steeds essentieel is.<br />
U staat bekend als avonturier in uw vrije tijd (heliskiën,<br />
wildlife-confrontaties in Afrika, scheepsarts<br />
tijdens poolexpedities, piloot); is dat als tegenhanger<br />
van uw wetenschappelijk werk of juist in <strong>het</strong> verlengde<br />
ervan?<br />
Je bent goed op de hoogte van mijn vrijetijdsbesteding,<br />
waar ik, voor zover budgettair mogelijk, al in mijn studententijd<br />
mee begonnen ben met een paar vrienden. Er<br />
zijn enorm veel mooie dingen te beleven in <strong>het</strong> leven buiten<br />
de wetenschap en ik heb nog een aardig verlanglijstje<br />
af te werken.<br />
De laudatio gewijd aan prof. Van de Velde vindt u op:<br />
http://www.facs.org/fellows_info/bulletin/2011/<br />
vandevelde1111.pdf «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Kwaliteit<br />
Chirurgen lopen voorop bij clinical<br />
auditing<br />
Clinical auditing, <strong>het</strong> systematisch meten en terugkoppelen van informatie<br />
over de uitkomsten van behandelingen, verbetert de kwaliteit en verlaagt de<br />
kosten van de zorg. Deze vorm van kwaliteitsregistratie is een onderdeel van<br />
<strong>het</strong> kwaliteitsbeleid van de NVvH. De vereniging maakt zich sterk voor een<br />
structurele financiering ervan.<br />
De effecten zijn hoopgevend<br />
De <strong>Nederland</strong>se Vereniging voor Chirurgische Oncologie<br />
(NVCO) heeft onlangs een systematische review verricht<br />
naar de effecten van clinical audits. Hieruit wordt<br />
geconcludeerd dat auditing een positief effect heeft op de<br />
kwaliteit van <strong>het</strong> zorgproces en de uitkomsten daarvan.<br />
De registratie en terugkoppeling van kwaliteitsgegevens<br />
aan behandelaars op zich, leidt al tot een verbetering.<br />
Indien auditing wordt gekoppeld aan een gericht verbetertraject,<br />
bijvoorbeeld nascholing of concentratie van zorg,<br />
wordt <strong>het</strong> effect vergroot. 1,2<br />
In Zweden bestaat voor de behandeling van een groot<br />
aantal (82) aandoeningen clinical audits. Uit onderzoek<br />
van e Boston Consulting Group (BCG) naar de<br />
Zweedse praktijk van clinical auditing blijkt dat voor<br />
aandoeningen waarvoor gedetailleerde kwaliteitsinformatie<br />
gemeten en gebruikt wordt, de mortaliteit gemiddeld<br />
25% lager is dan voor aandoeningen waar dat niet <strong>het</strong><br />
geval is. Kwaliteitstransparantie zorgt ook voor kostenbesparingen,<br />
onder meer dankzij minder complicaties en<br />
heroperaties. Volgens analyses zou een brede uitrol van<br />
clinical audits leiden tot jaarlijkse kostenbesparingen die<br />
oplopen tot 10% van de totale ziekenhuiskosten in 2020,<br />
zo berekende BCG. 3<br />
drs. Auke Nutma, senior beleidsadviseur kwaliteit<br />
dr. Marie Jeanne Baas-Vrancken Peeters, secretaris<br />
kwaliteit<br />
prof. dr. Rob Tollenaar, voorzitter NVvH<br />
Chirurgen geven <strong>het</strong> goede voorbeeld<br />
In <strong>Nederland</strong> lopen de chirurgen voorop bij <strong>het</strong> opzetten<br />
en implementeren van clinical audits. In 2009 is de<br />
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) van start<br />
gegaan. Onder de vlag van <strong>het</strong> Dutch Institute for<br />
Clinical Auditing (DICA) zijn in 2010 kwaliteitsregistraties<br />
voor borstkanker (DBCA), longkanker (DLCA)<br />
en maag- en slokdarmkanker (DUCA) opgestart.<br />
Ook voor de vaatchirurgie zijn kwaliteitsregistraties in<br />
ontwikkeling.<br />
De registraties kenmerken zich door een en dezelfde<br />
formule:<br />
– chirurgen zijn verantwoordelijk voor <strong>het</strong> vaststellen,<br />
meten en gebruiken van kwaliteitsindicatoren;<br />
– uitkomstindicatoren vormen de kern van de<br />
indicatorenset;<br />
– correctie voor zorgzwaarte (casemix) en toevalsvariatie<br />
leidt tot betekenisvolle kwaliteitsinformatie;<br />
– prompte terugkoppeling van resultaten (feedback);<br />
– de mogelijkheid om resultaten te vergelijken met andere<br />
ziekenhuizen (benchmark).<br />
De DSCA wordt regelmatig aangehaald als ‘best practice’.<br />
Bijvoorbeeld door Zorgverzekeraars <strong>Nederland</strong> in haar<br />
document ‘Visie op kwaliteit’. 4 BCG omschrijft de DSCA<br />
als een ‘hoopgevend initiatief ’. 5 En in <strong>het</strong> rapport ‘De<br />
Patiënt Centraal’? van <strong>het</strong> Ministerie van VWS wordt de<br />
DSCA en <strong>het</strong> kwaliteitsbeleid van de NVvH als goede<br />
voorbeelden vermeld. 6 »<br />
1 Clinical auditing’, een nieuw kwaliteitsinstrument in de chirurgische oncologie. Nicoline J. van Leersum, Nikki E. Kolfschoten, Jean H.G. Klinkenbijl, Rob<br />
A.E.M. Tollenaar, Michel W.J.M. Wouters namens de <strong>Nederland</strong>se Vereniging voor Chirurgische Oncologie.<br />
2 Clinical auditing as a quality improvement process – a paradigm shift from audit and feedback’. N. Dixon. Kwaliteit en Veiligheid in de Zorg, juni 2011.<br />
3 ‘Zorg voor waarde. Meer kwaliteit voor minder geld: wat de <strong>Nederland</strong>se gezondheidszorg kan leren van Zweden’. e Boston Consulting Group, september 2011.<br />
4 ‘Visie op kwaliteit. Samenwerken voor de verzekerde’. Zorgverzekeraars <strong>Nederland</strong>, juli 2011.<br />
5 ‘Zorg voor waarde. Meer kwaliteit voor minder geld: wat de <strong>Nederland</strong>se gezondheidszorg kan leren van Zweden’. e Boston Consulting Group, september 2011.<br />
6 De Patiënt Centraal? Rapportage Werken aan de Zorg’. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Plexus en BKB, oktober 2011.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 329
Richtlijnen<br />
Opleiding<br />
Chirurg<br />
Cerficering<br />
Chirurg<br />
Bij en nascholing<br />
Paëntveiligheid<br />
Gentegreerd Kwaliteitsbeleid<br />
Normering<br />
Instuut<br />
ALV Najaarsdag 2011: Kwaliteit<br />
Audit<br />
Instuut<br />
Mw. dr. M.J.T.F.D. Baas-Vrancken Peeters, Bestuurslid Kwaliteit NVvH<br />
Dia uit de presentatie van de secretaris kwaliteit tijdens de Najaarsdag op 25 november j.l.<br />
Complicae registrae<br />
DSCA colorectale carcinomen<br />
DUCA maagslokdarm carcinomen<br />
NABON mammaregistrae<br />
Longregistrae<br />
Vaatregistrae<br />
Traumaregistrae<br />
Ingebed in <strong>het</strong> kwaliteitsbeleid<br />
Kwaliteitsregistraties zijn een essentieel en onmisbaar<br />
onderdeel van <strong>het</strong> kwaliteitsbeleid van de NVvH en van<br />
de subverenigingen. Een actuele, evidence based richtlijn<br />
is de basis voor een audit. Bij <strong>het</strong> onderhouden en<br />
ontwikkelen van richtlijnen dient hiermee rekening te<br />
worden gehouden. Deelname aan audits is opgenomen<br />
in kwaliteitsindicatoren van Zichtbare Zorg en IGZ<br />
en in de algemene normen van de vereniging. Ook in de<br />
kwaliteitsvisitaties komt deelname aan clinical audits<br />
aan de orde. Overwogen dient te worden, of ook de uitkomsten<br />
van de audits een plek in de kwaliteitsvisitatie<br />
dienen te krijgen. De NVvH heeft ook een Werkgroep<br />
Audit ingesteld, die chirurgische maatschappen desgewenst<br />
adviseert bij <strong>het</strong> verbeteren van hun uitkomsten<br />
(zie hierna). Uiteindelijk kunnen inzichten uit de audits<br />
leiden tot aanpassing van richtlijnen. Daarmee is de cirkel<br />
rond en is clinical auditing ingebed in <strong>het</strong> kwaliteitsbeleid<br />
van de NVvH.<br />
Werkgroep audit<br />
Omdat <strong>het</strong> effect van feedback wordt versterkt door<br />
gerichte verbeteracties, heeft de NVvH de Werkgroep<br />
Audit opgericht. Deze werkgroep heeft als doel <strong>het</strong><br />
adviseren van maatschappen bij <strong>het</strong> verbeteren van<br />
hun uitkomsten van zorg. Hiertoe zal de werkgroep in<br />
december en januari gesprekken voeren met een aantal<br />
maatschappen met als doel de uitkomsten<br />
van de chirurgie voor patiënten met dikkedarmkanker<br />
te verbeteren.<br />
De werkgroep kan ook best practices identificeren<br />
en kennis (laten) delen. Daarvoor<br />
is nodig dat de uitkomsten van de clinical<br />
audits inzichtelijk zijn voor de leden van<br />
de werkgroep. Er dient zowel zicht te zijn<br />
op de ziekenhuizen die achterblijven als op<br />
de ziekenhuizen die <strong>het</strong> beste scoren. Om<br />
die reden is de NVvH voornemens in de<br />
volgende set normen als algemene bepaling<br />
op te nemen dat <strong>het</strong> dagelijks bestuur van<br />
de NVvH wordt geïnformeerd over de<br />
uitkomsten van clinical audits.<br />
Transparantie<br />
Behalve voor de chirurg is inzicht in de<br />
uitkomsten van zorg ook van belang<br />
voor zorgverzekeraars (contracteren van<br />
zorgaanbieders) en patiënten (keuze van zorgaanbieder).<br />
Betrouwbare en gevalideerde kwaliteitsinformatie dient<br />
uiteindelijk niet alleen voor de chirurg, maar ook voor<br />
de buitenwereld transparant te zijn. Hieraan zijn echter<br />
wel twee belangrijke voorwaarden verbonden. Ten<br />
eerste dienen de uitkomsten van de registraties volledig<br />
betrouwbaar te zijn. Ten tweede moet er ruimte zijn voor<br />
chirurgen en ziekenhuizen om zich te verbeteren. Stap<br />
een in dit proces is dat chirurgen zich onderling kwetsbaar<br />
durven opstellen.<br />
Tijd voor uitbreiding en structurele<br />
financiering<br />
Gelet op de hoopgevende effecten van clinical auditing<br />
is <strong>het</strong> van belang kwaliteitsregistraties breed ‘uit te<br />
rollen’. Bij voorkeur voor die aandoeningen waarvoor <strong>het</strong><br />
verbeterpotentieel groot is: grote groepen patiënten of<br />
behandelingen die gepaard gaan met aanzienlijke risico’s<br />
op ongewenste uitkomsten.<br />
Voor de brede uitrol is er reeds een structuur in de vorm<br />
van de DICA. Tot op heden ontbreekt echter de benodigde<br />
structurele financiering. Registratie zou een onderdeel<br />
moeten zijn van de behandeling en van <strong>het</strong> tarief. Zolang<br />
er nog geen sprake is van een structurele financiering, werkt<br />
dit belemmerend op <strong>het</strong> behoud van de huidige en <strong>het</strong> ontwikkelen<br />
van nieuwe registraties. Daarom is <strong>het</strong> van belang<br />
dat DICA en NVvH in hun pogingen om de registraties<br />
structureel te financieren, worden ondersteund door de<br />
politiek en zorgverzekeraars. «<br />
330 nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Column<br />
Kwaliteit in perspectief<br />
Willem Nugteren<br />
Een kleine jongen in een groot bed, op <strong>het</strong> nachtkastje een bakelieten telefoon met metalen draaischijf.<br />
Ernaast een klein briee, waarop een driecijferig telefoonnummer staat geschreven. In de<br />
vijftiger jaren zijn er in <strong>het</strong> dorp nog niet zo veel telefoonaansluitingen en kan men volstaan met<br />
nummers vanaf 200, <strong>het</strong> laagste nummer voor de huisarts.<br />
Hij mag, nou ja, moet op de telefoon passen want zijn vader, de huisarts, heeft dienst: 24 uur per<br />
dag, 7 dagen per week. Er zijn nog geen doktersdiensten. Dus als er iemand belt, geeft hij <strong>het</strong><br />
nummer van degene waar zijn vader is, aan de beller door. Na thuiskomst van zijn ouders ‘s avonds<br />
laat, is de liefdevol begeleide, slaapdronken verplaatsing naar zijn eigen, koude bed hun dank.<br />
Zo beklijft beschikbaarheid en dienstbaarheid aan de patiënt en de zorg al snel als een<br />
vanzelfsprekendheid.<br />
De sociale vergroeiing van een huisartsengezin met een (kleine) dorpspraktijk en de directe<br />
contacten met specialisten bieden de dokter korte lijnen, snelle feedback, direct inzicht in eigen<br />
resultaten en zelfs transparantie voor de omgeving (zeker als de overburen vanachter de iets opzij<br />
geschoven gordijnen toekijken wie <strong>het</strong> spreekuur bezoeken). Een medisch dossier is er nauwelijks.<br />
Dat is nu wel anders. Veel wederzijdse kennis, begrip en benaderbaarheid is verdwenen. Niemand<br />
in de zorg werkt nog “24/7”. De patiënt in <strong>het</strong> ziekenhuis heeft niet meer met die ene dokter en<br />
die andere verpleegkundige te maken. Een scala aan disciplines is erbij betrokken. Zelfs per discipline<br />
zijn er meerdere vertegenwoordigers. En allemaal voegen ze brokjes informatie en blokjes<br />
kunde toe aan <strong>het</strong> product PROBLEEM op de lopende band van <strong>het</strong> zorgproces dat moet leiden<br />
tot <strong>het</strong> eindproduct BETER. Een patiënt die beter is.<br />
De drager voor die lopende band is <strong>het</strong> dossier. Maar ook <strong>het</strong> dossier is <strong>het</strong> dossier niet meer. Het<br />
doel is veranderd. Het bevat geen korte werkaantekeningen meer voor jezelf, maar dient om aan<br />
anderen (en misschien nog jezelf ) verslag te doen van je bevindingen. Het zijn werkaantekeningen<br />
voor medebehandelaars en niet langer een geheugensteun voor jezelf.<br />
De realiteit van alledag laat zien dat de dossiervoering nog lang niet aan dat nieuwe doel voldoet.<br />
Er is een mix van eigen aantekeningen, disciplinegebonden verslagen en formulieren van ondersteuners<br />
in veel poliklinische en klinische dossiers. Ieder zijn eigen map, behalve de patiënt. Als<br />
<strong>het</strong> papieren dossier al gedigitaliseerd is, dan is <strong>het</strong> systeem nauwelijks veranderd. Dan is <strong>het</strong> nog<br />
steeds ieder voor zich en de patiënt voor ons allen.<br />
Er is veel te winnen met een enkelvoudig en eenduidig patiëntendossier. Iedere discipline hoeft<br />
niet een eigen scherm met telkens de voorgeschiedenis weer gekopieerd, de medicatielijst weer<br />
opgemaakt, de allergieën opnieuw aangegeven, de klacht geherformuleerd en <strong>het</strong> beleid herschreven.<br />
Het moet toch mogelijk zijn dat één persoon (bevoegd en bekwaam, natuurlijk)<br />
<strong>het</strong> merendeel al bij de eerste stap van de patiënt binnen de instelling eenduidig vastlegt. Een<br />
gestandaardiseerd ziekenhuisbreed dossier, waarvoor geldt één patiënt = één dossier, biedt vele<br />
voordelen. Natuurlijk is <strong>het</strong> makkelijker als dat ook digitaal is, maar dat is geen voorwaarde. Ja,<br />
<strong>het</strong> is anders werken en <strong>het</strong> vergt veel tijd om <strong>het</strong> op te zetten. Maar dan heb je ook wat. De extra<br />
winst is een goede registratie van <strong>het</strong> ziekteproces. Handvatten voor evaluatie en verbetering! De<br />
chirurgen trekken al zo’n kar voor oncologische ingrepen. Dat is een prachtig begin. Zo kun je<br />
tenminste weer zien wat de consequenties van je eigen bijdrage aan een ziekteproces zijn, krijg je<br />
feedback. Dan blijf je professional. Want een dokter en dus ook een chirurg, die niet evalueert, is<br />
geen professional maar blijft een goedwillende amateur.<br />
Dit is de laatste column van Willem Nugteren voor <strong>het</strong> NTvH. De redactie dankt hem hartelijk voor<br />
zijn inspirerende bijdragen voor ons tijdschrift. «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 331
Najaarsdag 2011<br />
Foto-impressie van <strong>het</strong><br />
diner voorafgaand aan<br />
de Najaarsdag en de<br />
Algemene Ledenvergadering<br />
332<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 333
Keur de cursus<br />
Advance Suturing Course<br />
334<br />
De advanced suturing course wordt georganiseerd voor<br />
de AIOS Heelkunde, maar ook voor AIOS Urologie of<br />
Gynaecologie, in hun derde jaar. Het doel is om open,<br />
maar met name laparoscopische hechttechnieken na de<br />
eerste twee jaar van de opleiding - na <strong>het</strong> ontwikkelen<br />
van basis laparoscopische vaardigheden - aan te leren. De<br />
cursus bestaat uit twee dagen, een eerste cursusdag en een<br />
terugkomdag na zes weken.<br />
Op de eerste dag worden open en laparoscopische hechtprincipes<br />
besproken, waarna veel geoefend wordt, kort<br />
op open hechttechnieken, maar vooral op laparoscopie<br />
die op een oefenbox geoefend worden (van lapstar:<br />
www.lapstar.nl). De oefeningen zijn onder andere<br />
hechten, knopen en naadjes leggen op een darmmodel<br />
en een naaldparcours afleggen. De cursusleiders doen<br />
technieken voor, lopen vaak bij de cursisten langs en<br />
geven praktische tips en tricks. Tijdens de eerste dag<br />
worden ook de basistechnieken van de cursisten beoordeeld,<br />
in de vorm van een OSATS. Voor de zes weken<br />
hierna krijgt de cursist een oefenbox mee naar huis om<br />
alle op de eerste dag geleerde technieken verder eigen<br />
te maken.<br />
Tijdens de terugkomdag worden de vorderingen bekeken<br />
en zo nodig bijgeschaafd. Hierna wordt <strong>het</strong> effect van<br />
<strong>het</strong> thuis oefenen beoordeeld met wederom een aantal<br />
OSATS: hechten, knopen en de<br />
snelheid van <strong>het</strong> afleggen van een<br />
naaldparcours voor de juiste positie<br />
van de naald op de laparoscopische<br />
naaldvoerder. Iedere cursist die<br />
thuis geregeld heeft geoefend, liet<br />
hier grote vooruitgang zien. Op <strong>het</strong><br />
tweede deel van de terugkomdag<br />
wordt een eerste stap naar de praktijk<br />
gemaakt, waarbij op dierlijk<br />
materiaal wordt geoefend met <strong>het</strong><br />
overhechten van een maagperforatie<br />
en <strong>het</strong> laparoscopisch aanleggen van<br />
een darmnaad.<br />
De organisatie van de cursus is<br />
prima. De locatie: <strong>het</strong> chirurgische<br />
skillslab van <strong>het</strong> Maasstadziekenhuis,<br />
tegenwoordig niet alleen <strong>het</strong> nieuwste<br />
maar waarschijnlijk ook <strong>het</strong><br />
Sfeerimpressie van de cursus<br />
H.M. Kroon, AIOS, Rijnland Ziekenhuis, locatie<br />
Leiderdorp<br />
schoonste ziekenhuis van <strong>Nederland</strong>, was voor de groep van<br />
ongeveer 15 cursisten een zeer geschikte locatie. De oefenbox<br />
en <strong>het</strong> gebruik van echt laparoscopisch instrumentarium<br />
creëren een realistische oefensetting, vergelijkbaar met de<br />
praktijk. Naar mijn mening is een oefenbox te verkiezen<br />
boven een computersimulator waarbij de tactiele feedback<br />
verloren gaat.<br />
Het sterke punt van de cursus is dat hoe vaker je thuis<br />
oefent, hoe meer vooruitgang je boekt en dus hoe meer<br />
je uit de cursus haalt voor de praktijk. Kortom: Een<br />
goed georganiseerde, leerzame hands-on cursus, die op<br />
een <strong>het</strong> juiste moment in de opleiding wordt gegeven.<br />
Een aanrader voor iedere AIOS, ook voor diegenen die<br />
waarschijnlijk niet GE zullen gaan differentiëren. Ik merk<br />
dat ik de geleerde technieken zowel toepas bij de gedifferentieerde<br />
laparoscopische operaties (lap hemi rechts/ lap<br />
sigmoid) als bij de algemeen chirurgische laparoscopische<br />
operaties (lap app / lap chol).<br />
Organisatie: VUmc, PAOG cursus- en congresorganisatie<br />
Cursusleiding: o.a. dr. E.W.J.W. Meijerink, dr. E. van der<br />
Harst<br />
Gehouden op 7 september en 12 oktober in <strong>het</strong><br />
Maasstadziekenhuis, Rotterdam<br />
Kosten cursus: 800 euro «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Over de grens<br />
AO trauma fellowship in <strong>het</strong><br />
Kantonsspital in Chur<br />
In april ontmoette ik Christoph Sommer in Dalfsen waar<br />
hij een aantal presentaties hield over Pilon- en tibiaplateaufracturen.<br />
Een paar maanden daarvoor was ik door de AO<br />
aangenomen voor een trauma fellowship bij hem in <strong>het</strong><br />
Kantonsspital in Chur, Zwitserland. Hij vertelde enthousiast<br />
over de Zwitserse traumachirurgie en zijn ervaringen<br />
als bergbeklimmer, een hobby die wij samen delen. ‘Neem<br />
vooral je fiets mee als je komt deze zomer,’ zei hij.<br />
Zo ging ik, vier dagen na <strong>het</strong> behalen van mijn<br />
C-formulier, naar Zwitserland. Ik was nog niet in Chur<br />
aangekomen of ik werd al ingehaald door een ambulance<br />
met gillende sirenes en de eerste rode helikopter vloog<br />
al over. Dat wordt veel trauma de komende zes weken,<br />
dacht ik. Met Zwitserse precisie is mijn komst goed<br />
geregeld. Ik kreeg een kamer in <strong>het</strong> ‘Schwesterhaus’, een<br />
parkeervergunning lag klaar en mijn MacBook kon meteen<br />
inloggen op <strong>het</strong> Web.<br />
Al snel wordt duidelijk dat <strong>het</strong> aantal helikoptervluchten<br />
- die bijna door mijn kamer vliegen, dus ik kan ze<br />
niet missen - een enigszins vertekend beeld geeft. Vliegt<br />
foto 1: Het Kantonsspital Graubünden in Chur<br />
H. Frima, fellow traumachirurgie<br />
Diakonessenhuis Utrecht<br />
in <strong>Nederland</strong> de heli bij polytrauma’s, in Zwitserland<br />
is <strong>het</strong> de meest gangbare manier van patiëntenvervoer,<br />
een schouderluxatie komt ook vliegend ‘aanwaaien’. In de<br />
zomer zijn de meeste trauma’s <strong>het</strong> gevolg van vallende<br />
bergbeklimmers en wandelaars, uit de bocht vliegende<br />
motorrijders die over alle bergpassen toeren en mensen<br />
die met de fiets vallen. Waarom moest ik mijn fiets<br />
meenemen? In de winter zijn er enorm veel wintersportletsels.<br />
De sneeuw zorgt voor een vertienvoudiging van<br />
<strong>het</strong> aantal inwoners van <strong>het</strong> Kanton Graubunden in deze<br />
maanden.<br />
Ondanks <strong>het</strong> slechte weer van deze zomer kwamen<br />
er toch veel bergsportongelukken binnen en dan met<br />
name fietsers. De een na de andere mountainbiker<br />
stortte naar beneden en brak naast zijn been en<br />
schouder ook zijn ribben. Nu is er in Zwitserland,<br />
net als in <strong>Nederland</strong> een discussie gaande over <strong>het</strong><br />
wel of niet fixeren van ribfracturen. Met de komst van<br />
nieuwe implantaten lijkt er ook een ruimer indicatie<br />
gebied te ontstaan. In de zes weken van mijn fellowship<br />
hebben we bij vijf patiënten een uni- of »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 335
336<br />
foto 2: Ribfixatie<br />
bilaterale ribfixatie uitgevoerd. In de twaalf maanden<br />
daarvoor deden ze er drie. Een gedeformeerde thorax,<br />
een fladderthorax of <strong>het</strong> niet succesvol weanen van de<br />
beademing, waren in dit geval de indicaties.<br />
‘Herman, morgenochtend 5.30 uur gaan we fietsen.<br />
Even de berg op en neer, douchen en dan aan <strong>het</strong> werk’.<br />
Ik was al gewaarschuwd door de collega oberarzten dat<br />
Christoph een fanatiek sporter is. Gelukkig kon ik hem<br />
goed bijhouden.<br />
Dit AO trauma fellowship was een bijzonder interessante<br />
en leerzame ervaring. Niet alleen de tips en tricks van<br />
de minimale plaat osteosynthese, maar ook <strong>het</strong> kijken in<br />
de keuken van een ander, maakten <strong>het</strong> tot een waardevolle<br />
aanvulling op mijn opleiding. Een ieder die trauma<br />
geïnteresseerd is, kan ik een AO fellowship aanbevelen.<br />
Ondanks dat ik veel gezien heb in de zomer zou ik toch<br />
een periode in de winter adviseren, indien een fellowship<br />
in de bergen gevolgd wordt. Dit zal een nog grotere exposure<br />
bieden met veel interessante fracturen. «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
How I do it<br />
Spiraalvenereconstructie van de<br />
geïnfecteerde abdominale aorta<br />
Introductie<br />
Het geïnfecteerde aneurysma van de abdominale aorta is<br />
een zeldzame aandoening. Ook infecties van een buisprothese<br />
of EVAR na herstel van een abdominaal aneurysma<br />
komen niet veel voor. Wel kennen deze infecties een<br />
grote morbiditeit en mortaliteit. Na <strong>het</strong> stellen van de<br />
diagnose bestaat de behandeling bij voorkeur uit een<br />
radicaal chirurgisch debridement en een in situ reconstructie<br />
van de aorta met autoloog materiaal. Nevelsteen<br />
introduceerde hiervoor <strong>het</strong> gebruik van de vena femoralis<br />
superficialis 1 . Excisie van deze vene kan een technische<br />
uitdaging zijn en leiden tot morbiditeit van <strong>het</strong> betreffende<br />
been. Daarenboven is de lengte en de diameter vaak<br />
niet voldoende om de verwijderde geïnfecteerd aorta te<br />
reconstrueren. Wij presenteren hier een techniek waarbij<br />
de vena saphena magna wordt gebruikt om een spiraal te<br />
vormen die kan dienen als passend conduit ter vervanging<br />
van de geïnfecteerde aorta.<br />
Figuur 1. Het VSM lint wordt met een voortlopende 6-0 prolene als een spiraal om een Hegar dilatator gehecht.<br />
dr. P.W.H.E. Vriens, chirurg, St. Elisabeth<br />
Ziekenhuis Tilburg<br />
D.H.C. Burger, chirurg, St. Elisabeth Ziekenhuis<br />
Tilburg<br />
dr. J.M.M. Heyligers, chirurg, St. Elisabeth<br />
Ziekenhuis Tilburg<br />
Diagnostiek<br />
Bij de klinische verdenking op een geïnfecteerd aneurysma<br />
of prothese worden bloedkweken en serologie<br />
afgenomen. Vervolgens wordt een CT angiografie verricht<br />
van de abdominale aorta en <strong>het</strong> iliacale traject. Ten<br />
slotte wordt een FDG PET-scan gedaan. Indien mogelijk<br />
wordt een CT-geleide punctie verricht van een verdachte<br />
peri-aortale collectie, of in geval van een geïnfecteerde<br />
prothese van de aneurysmazak. Van <strong>het</strong> punctaat wordt<br />
een kweek verricht.<br />
Voorbereiding<br />
Op geleide van <strong>het</strong> antibiogram van de kweken wordt<br />
gestart met intraveneus antibiotica. In voorbereiding<br />
op de operatie worden patiënten zoveel mogelijk in een<br />
anabole toestand gebracht, onder begeleiding van diëtist<br />
en fysiotherapeut. De anesthesioloog wordt in een vroeg<br />
stadium betrokken bij de pre operatieve work up.<br />
Met duplex wordt een venemapping gedaan van beide<br />
benen, waarbij de diameters en totale lengtes van de<br />
VSM en VSP van beide benen worden bepaald.<br />
De operatie<br />
De patiënt krijgt een centraal veneuze lijn, een arterielijn<br />
en een blaascat<strong>het</strong>er. Er wordt begonnen met excisie van<br />
de VSM met de grootste diameter. Zijtakken worden »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 337
Figuur 2. Het spiraalveneconduit na inhechten en vrijgeven van de circulatie.<br />
Figuur 3. Retrocolische omentumplastiek.<br />
338<br />
onderbonden met een 4-0 vicryl ligatuur. De vene wordt<br />
gecontroleerd op lekkage en waar nodig behandeld met een<br />
doorsteking 6-0 prolene. De VSM wordt vervolgens in de<br />
lengte opengeknipt zodat een lint ontstaat. Het ‘VSM lint’<br />
wordt vervolgens als een spiraal gewikkeld rond een Hegar<br />
dilatator met een diameter naar keuze. In de praktijk wordt<br />
meestal voor een 15 mm Hegar gekozen. Het VSM lint<br />
wordt nu met een voortlopende 6-0 prolene als een spiraal<br />
gehecht (figuur 1). Het spiraalvene conduit wordt nu getest<br />
op lekkage door <strong>het</strong> op te spuiten met gehepariniseerd<br />
bloed en waar nodig verzorgd met een doorsteking.<br />
In de tweede fase van de operatie wordt een mediane<br />
laparotomie verricht. Het aneurysma, de infrarenale<br />
hals en de iliacale vaten worden vrijgeprepareerd. Na<br />
systemische heparinisatie wordt de aorta proximaal<br />
en distaal afgeklemd. Het aneurysma wordt geopend.<br />
De eventueel aanwezige geïnfecteerde buisprothese<br />
wordt ge-excideerd, of de EVAR verwijderd volgens de<br />
methode beschreven door Koning et al 2 . Nu volgt een<br />
radicaal debridement: De geïnfecteerde aorta wordt<br />
gereseceerd en eventuele abcessen gedraineerd. Weefsel<br />
wordt gekweekt. Het spiraalveneconduit wordt met<br />
een inlay techniek proximaal en distaal ingehecht met<br />
4-0 prolene. De circulatie kan nu worden hersteld<br />
(figuur 2). Tenslotte wordt <strong>het</strong> omentum majus van <strong>het</strong><br />
colon transversum losgeprepareerd. Via een gecreëerde<br />
opening in <strong>het</strong> mesenterium van <strong>het</strong> colon wordt <strong>het</strong><br />
omentum rond <strong>het</strong> spiraalvene conduit gefixeerd<br />
(figuur 3). De buik wordt conventioneel gesloten.<br />
Post operatief worden antibiotica gecontinueerd op geleide<br />
van de kweken. Antibiotica worden gestaakt wanneer <strong>het</strong><br />
CRP is gedaald tot de normaalwaarde (
Proefschrift<br />
Beschouwing<br />
De eerste spiraalvenereconstructie van een geïnfecteerde<br />
aorta is in 2005 in <strong>het</strong> St Elisabeth Ziekenhuis<br />
in Tilburg gedaan bij een patiënt met een primaire<br />
aortoduodenale fistel 3 . In deze acute casus werd na<br />
<strong>het</strong> plaatsen van een infrarenale aortaklem de VSM<br />
gestript en tot een spiraalvene conduit geconstrueerd.<br />
De patiënt heeft zes jaar na de operatie nog steeds<br />
een goed functionerend conduit zonder dilatatie.<br />
Recent zijn de resultaten van de eerste vijf spiraalvenereconstructies<br />
gepubliceerd 4 en gepresenteerd<br />
op <strong>het</strong> VEITH symposium in New York. De 30<br />
dagen- mortaliteit in deze eerste serie is 0%. Op de<br />
website www.spiralvein.org is een film te zien met de<br />
beschreven techniek. Vaatchirurgen worden van harte<br />
uitgenodigd de website te bezoeken en hun behandelde<br />
patiënten aan te melden in onze internationale registry.<br />
Inmiddels zijn er in <strong>het</strong> Jeroen Bosch ziekenhuis in<br />
Den Bosch, in <strong>het</strong> Antonius ziekenhuis in Nieuwegein<br />
en in <strong>het</strong> Erasmus MC in Rotterdam patiënten met<br />
een geïnfecteerd anaeurysma van de infrarenale aorta<br />
succesvol behandeld met een spiraalvene reconstructie.<br />
Totaal zijn er nu 20 patienten geopereerd met een<br />
mortaliteit van 15%. In alle gevallen is de spiraalvenereconstructie<br />
technisch goed uit te voeren geweest,<br />
zonder complicaties aan de benen.<br />
Conclusie<br />
Spiraalvenereconstructie van de geïnfecteerde infrarenale<br />
aorta is een door iedere vaatchirurg technisch goed uit<br />
te voeren techniek. Het gebruik van de oppervlakkige<br />
vena saphena magna beperkt de morbiditeit aan <strong>het</strong><br />
been. De spiraal kan in iedere diameter en lengte worden<br />
geconstrueerd en vormt een autoloog in situ conduit.<br />
Antibiotica kunnen na normalisering van <strong>het</strong> CRP<br />
worden gestaakt. Omentumplatiek na spiraalvenereconstructie<br />
lijkt obligaat. Dilatatie is tot na 5 jaar follow-up<br />
niet voorgekomen. «<br />
Literatuur<br />
1. Nevelsteen A, Suy R. Autogenous venous reconstruction in the treatment of aortobifemoral prost<strong>het</strong>ic infection. J Cardiovasc Surg. 1988<br />
May-Jun;29(3):315-7.<br />
2. Koning OH, Hinnen JW, van Baalen JM. Technique for safe removal of an aortic endograft with suprarenal fixation. J Vasc Surg. 2006 Apr;43(4):855-7.<br />
3. Heikens JT, Coveliers HM, Burger DH, van Berge Henegouwen DP, Vriens PW. Saphenous vein spiral graft: successful emergency repair of a mycotic aneu-<br />
rysm with aortoduodenal fistula. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2006 Oct;32(4):408-10.<br />
4. van Zitteren M, van der Steenhoven TJ, Burger DH, van Berge Henegouwen DP, Heyligers JM, Vriens PW. Spiral vein reconstruction of the infected abdo-<br />
minal aorta using the greater saphenous vein: preliminary results of the Tilburg experience. Eur J Vasc Endovasc Surg. 2011 May;41(5):637-46.<br />
Nodal metastases and biomarkers in<br />
melanoma<br />
Samenvatting<br />
Het melanoom veroorzaakt meer dan 75% van alle huidkanker gerelateerde mortaliteit en de incidentie van deze maligne huidaandoening heeft<br />
wereldwijd een grote vlucht genomen. De verwachting is dat die opwaartse trend zich in de toekomst zal voortzetten en dat <strong>het</strong> absolute aantal<br />
nieuwe patiënten dat zich in 2015 zal presenteren met een melanoom in <strong>Nederland</strong> rond de 4800 zal zijn. 1 Ondanks dat melanomen eerder<br />
vastgesteld lijken te worden met een toename van dunnere melanomen, hebben patiënten die zich presenteren met palpabele klieren (AJCC<br />
stadium III) nog altijd een zeer matige prognose. Opvallend is met name de <strong>het</strong>erogeniteit in vijaarsoverleving uiteenlopend van 23% tot<br />
87%. 2,3 Voor deze patiënten zou daarom een strategie gehanteerd kunnen worden, waarbij in eerste instantie biomarkers bepaald worden om zo<br />
in een vroege fase een recidief te kunnen vaststellen, maar ook om <strong>het</strong> stadiëringsproces te verfijnen. 4 Het proefschrift richtte de aandacht op de<br />
melanoompatiënt met lymfogene metastasen, waarbij de mogelijkheid geanalyseerd werd om met behulp van biomarkers hoog-risico-patiënten te<br />
identificeren die in de toekomst overlevingsvoordeel zouden kunnen hebben van systemische therapie. »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 339
340<br />
Follow up<br />
In <strong>het</strong> eerste gedeelte werd de prognostische invloed van<br />
de wijze van vaststellen van lymfkliermetastasen (door de<br />
dokter of door de patiënt zelf ) bij patiënten die later een<br />
dissectie ondergingen, geëvalueerd. Er bestaat nog altijd<br />
geen algemene internationale consensus over de followup<br />
van melanoompatiënten. In verscheidene landen over<br />
de gehele wereld wordt nog altijd een hoog frequente<br />
follow-up-strategie toegepast. Vastgesteld werd dat de<br />
wijze van vaststellen van palpabele klieren, dan wel door<br />
een dokter tijdens de follow-up dan wel door een patiënt<br />
zelf, geen invloed had op de overleving van deze patiëntengroep.<br />
Nog niet de helft van de lymfkliermetastasen<br />
worden door een dokter vastgesteld en jonge patiënten<br />
ontdekken hun lymfkliermetastasen meestal zelf. Echter,<br />
noch de wijze van vaststellen noch de leeftijd van de<br />
patiënt leken gecorreleerd te zijn met overleving. Het<br />
intensiveren van de follow-up-frequentie zou de ziekte<br />
specifieke- of ziekte vrije-overleving niet beïnvloeden. De<br />
data van deze studie dragen bij aan de controverse die<br />
bestaat over de waarde van <strong>het</strong> uitvoeren van hoog frequente<br />
follow-up bij <strong>het</strong> melanoom.<br />
S. Kruijff, AIOS Medisch Spectrum Twente<br />
Morbiditeit liesklierdissectie<br />
Er werd een retrospectieve studie uitgevoerd om de huidige<br />
morbiditeit van therapeutische ilio-inguinale liesklierdissecties<br />
te evalueren. Een therapeutische liesklierdissectie<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
is een chirurgische procedure met een hoge morbiditeit.<br />
Vandaag de dag lijken meer complicaties op te treden na<br />
een therapeutische ilio-inguinale liesklierdissectie dan 20<br />
jaar geleden. Uitgebreide analyse van de data uit dit centrum<br />
leverde onder meer de conclusie op dat bij patiënten<br />
met een hoge body mass index (BMI) een significant<br />
grotere kans bestond op <strong>het</strong> optreden van wondinfecties.<br />
Daarnaast ging bij die patiënten, bij wie postoperatieve<br />
bedrust en <strong>het</strong> flecteren van de heup was gehandhaafd, de<br />
wondgenezing gepaard met minder problemen.<br />
Breslow-dikte in <strong>Nederland</strong><br />
De Breslow-dikte blijft de meest belangrijke biomarker<br />
en voorspeller voor mortaliteit. Alle patiënten bij wie tussen<br />
1994 en 2008 de diagnose melanoom gesteld werd,<br />
werden geselecteerd vanuit de <strong>Nederland</strong>se integrale kankercentra<br />
(IKC). De incidentie (per 100,000) over de tijd<br />
werd uitgerekend voor de jongere (
Figuur 2 : Ziektespecifieke overleving (DSS) gecorreleerd met S-100B in AJCC stadium IIIB.<br />
342<br />
De promotie vond plaats op 12 december 2011 in Groningen.<br />
Promotor: Prof. dr. H.J. Hoekstra<br />
Schelto Kruijff zal zijn opleiding chirurgie in <strong>het</strong> Medisch<br />
Spectrum Twente voltooien op 1 juli 2011.Hierrna zal hij<br />
Stellingen<br />
met zijn gezin naar Australië zal vertrekken voor <strong>het</strong> TS<br />
Reeve fellowship in de endocriene chirurgie in <strong>het</strong> Sydney<br />
North shore hospital. «<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Literatuur<br />
1. de Vries E, van de Poll-Franse LV, Louwman WJ et al. Predictions of skin cancer incidence in the Netherlands up to 2015. Br J Dermatol 2005; 152:481-488.<br />
2. Balch CM, Greshenwald JE, Soong SJ et al. Final version of 2009 AJCC melanoma staging and classification. J Clin Oncol 2009; 27:6199-206.<br />
3. Balch CM, Gershenwald JE, Soong S et al. Multivariate Analysis of Prognostic Factors Among 2,313 Patients With Stage III Melanoma: Comparison of<br />
Nodal Micrometastases Versus Macrometastases. J Clin Oncol. 2010;28:2452-9.<br />
4. Kruijff S, Bastiaannet E, Muller-Kobold AC et al. S-100B concentrations predict disease-free survival in stage III melanoma patients.<br />
Ann Surg Oncol 2009;16:3455-62.<br />
5. Kruijff S, Bastiaannet E, Brouwers AH, et al. e use of S-100B to evaluate therapy effects during bevacizumab induction treatment in AJCC stage III mela-<br />
noma. Ann Surg Oncol. 2011; accepted for publication.<br />
6. Hodi FS, O’Day SJ, McDermott DF, et al. Improved survival with ipilimumab in patients with metastatic melanoma. New Engl J Med. 2010;363:711-23.<br />
7. Flaherty KT, Puzanov I, Kim KB, et al. Inhibition of mutated, activated BRAF in metastatic melanoma. N Engl J Med. 2010;363:809-19.<br />
8. Chapman PB, Hauschild A, Robert C, et al. Improved survival with vemurafenib in melanoma with BRAF V600E mutation. N Engl J Med.<br />
2011;364:2507-16.<br />
9. Garbe C, Peris K, Hauschild A, et al. Diagnosis and treatment of melanoma: European consensus-based interdisciplinary guideline. Eur. J. Cancer 2010:<br />
46:270-283.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Proefschrift<br />
Nieuwe behandelstrategieën<br />
voor patiënten met colorectale<br />
levermetastasen<br />
Het colorectaal carcinoom is één van de meest voorkomende<br />
oorzaken van kanker-gerelateerde sterfte in de<br />
westerse wereld. Bijna 1 miljoen nieuwe gevallen worden<br />
jaarlijks wereldwijd gediagnosticeerd en levermetastasen<br />
treden op in 50% van deze patiënten. In <strong>Nederland</strong> krijgen<br />
jaarlijks meer dan tienduizend mensen te maken met<br />
deze ziekte. Op 18 februari jl. promoveerden ondergetekenden<br />
beiden afzonderlijk op hun onderzoek naar de<br />
huidige behandelingsmogelijkheden en resultaten voor<br />
patiënten met colorectale levermetastasen. Dit onderzoek<br />
werd verricht in <strong>het</strong> Centre Hépato-Biliaire van <strong>het</strong><br />
Hôpital Paul Brousse in Parijs.<br />
In <strong>het</strong> geval van levermetastasen biedt complete resectie<br />
van de metastasen de enige kans op lange termijn overleving.<br />
Vijf jaar na de operatie is ongeveer 30% tot 40%<br />
van deze patiënten nog in leven. Echter, tot op heden<br />
kwam slechts een beperkt aantal patiënten met colorectale<br />
levermetastasen (10% tot 20%) in aanmerking<br />
voor chirurgische behandeling. De overige patiënten<br />
werden behandeld met chemotherapie, met een mediane<br />
overleving van slechts zes tot twaalf maanden. Resectie<br />
van colorectale levermetastasen was kortgeleden alleen<br />
geïndiceerd voor patiënten met een beperkte uitbreiding<br />
van de ziekte. Patiënten met meer dan vier metastasen,<br />
Van links naar rechts: prof. dr. D. Azoulay, dr. D.A. Wicherts, prof. dr. R. Adam, prof. dr. H. Bismuth, prof. dr. I.H.M. Borel Rinkes, prof. dr. R. van<br />
Hillegersberg, dr. R.J. de Haas<br />
dr. R.J. de Haas, AIOS, ZGT Almelo<br />
dr. D.A. Wicherts, AIOS, Albert Schweitzer<br />
Ziekenhuis Dordrecht<br />
metastasen groter dan 5 centimeter of metastasen<br />
verspreid over beide leverkwabben kwamen niet in aanmerking<br />
voor chirurgie. Recente studies hebben echter<br />
laten zien dat ook voor deze groep patiënten een complete<br />
resectie van de metastasen kan resulteren in een<br />
significant langere overleving in vergelijking met »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 343
344<br />
niet-gereseceerde patiënten. De technische mogelijkheid<br />
tot een complete resectie van alle metastasen (waarna<br />
30% normaal leverweefsel resteert) is daarom momenteel<br />
de enige beperkende factor voor een chirurgische<br />
behandeling.<br />
Het principe van vena portae embolisatie (VPE) berust<br />
op atrofie van <strong>het</strong> aangedane leverweefsel en hypertrofie<br />
van de toekomstige restlever. Afhankelijk van de lokalisatie<br />
van de colorectale metastasen (linker of rechter<br />
leverkwab) wordt besloten tot embolisatie van één van<br />
beide takken van de vena portae. In vier tot zes weken<br />
vindt vervolgens voldoende hypertrofie plaats van <strong>het</strong><br />
toekomstige leverweefsel waardoor een uitgebreide<br />
leverresectie mogelijk wordt met reductie van <strong>het</strong> risico<br />
op postoperatieve leverinsufficiëntie. De langetermijnoverleving<br />
voor deze patiëntengroep is significant beter<br />
dan voor patiënten die geen leverresectie ondergingen.<br />
Zonder de beschikbaarheid van VPE zouden deze<br />
patiënten met uitgebreide metastasen geen mogelijkheid<br />
hebben voor partiële leverresectie, resulterend in een zeer<br />
slechte prognose.<br />
Een andere ontwikkeling die zich heeft voorgedaan is<br />
de zogenaamde twee-stappen-operatie (two-stage hepatectomy).<br />
Deze strategie is voorbehouden aan patiënten<br />
met multipele metastasen in beide leverkwabben welke<br />
niet in een enkele operatie verwijderd kunnen worden,<br />
zelfs niet na toepassing van VPE. De procedure berust<br />
op twee sequentiële leverresecties waarbij uiteindelijk<br />
alle metastasen worden verwijderd. Na de eerste resectie,<br />
vaak gecombineerd met VPE, treedt hypertrofie op van<br />
de toekomstige restlever, waardoor een tweede resectie<br />
na een aantal weken mogelijk wordt. Chemotherapie<br />
heeft hierbij een belangrijke aanvullende waarde om<br />
de tumorgroei te controleren. Ongeveer 70% van de<br />
totale groep geselecteerde patiënten doorloopt de gehele<br />
behandeling in onze ervaring met een drie- en vijaars<br />
overleving van 60% en 42%. Deze resultaten bevestigen<br />
dat een twee-stappen-operatie een kans op overleving kan<br />
bieden voor patiënten met multipele metastasen in beide<br />
leverkwabben.<br />
De beschikbaarheid van effectievere chemotherapeutica<br />
heeft tevens de mogelijkheden voor patiënten met initieel<br />
irresectabele colorectale levermetastasen vergroot.<br />
Een strategie bestaande uit secundaire tumorresectie<br />
na behandeling met chemotherapie resulteert in een<br />
vijaars overleving van ongeveer 40%. Met de recente<br />
ontwikkeling van monoklonale antilichamen is de<br />
effectiviteit van chemotherapie nog verder toegenomen,<br />
waardoor voor meer patiënten resectie van de metastasen<br />
mogelijk wordt. De toegenomen effectiviteit van de<br />
huidige chemotherapeutica kan daarnaast in 4% van de<br />
patiënten leiden tot complete pathologische tumornecrose.<br />
De vijaars overleving voor deze groep patiënten<br />
is uitzonderlijk hoog (76%). Een interessante bevinding<br />
is echter dat een complete pathologische respons niet<br />
per definitie betekent dat de metastasen ook op de preoperatieve<br />
beeldvorming verdwenen zijn. Dit belangrijke<br />
resultaat benadrukt dat patiënten in een vroege fase<br />
doorverwezen dienen te worden voor chirurgie, voordat<br />
resterende metastasen niet meer teruggevonden kunnen<br />
worden.<br />
Het niet kunnen verkrijgen van chirurgisch tumorvrije<br />
snijranden (R1-resectie) is een frequent voorkomend<br />
probleem bij patiënten die zich presenteren met levermetastasen<br />
dichtbij belangrijke vaatstructuren. Door<br />
de ontwikkeling van effectievere chemotherapie zijn de<br />
langetermijnresultaten van patiënten die een R1-operatie<br />
hebben ondergaan echter sterk verbeterd. Zowel de<br />
algehele overleving als de progressievrije en ziektevrije<br />
overleving was in onze ervaring voor deze groep niet significant<br />
anders.<br />
De aanwezigheid van extrahepatische ziekte vormt nog<br />
altijd een therapeutisch dilemma. In een serie van 186<br />
patiënten met zowel colorectale levermetastasen als extrahepatische<br />
ziekte, allen behandeld middels een combinatie<br />
van chemotherapie en chirurgie, was de vijaarsoverleving<br />
28%, welke significant lager is dan de vijaarsoverleving in<br />
eenzelfde groep patiënten zonder extrahepatische ziekte<br />
(55%; P
lymfekliermetastasen zich bevinden rond de truncus<br />
coeliacus of de aorta, dan zou geen chirurgische<br />
behandeling plaats moeten vinden, zelfs niet wanneer<br />
de ziekte reageert op chemotherapie.<br />
Het optimale tijdstip voor chirurgische behandeling<br />
van synchrone levermetastasen is nog onbekend. Er kan<br />
gekozen worden voor een gecombineerde resectie van<br />
zowel de primaire colorectale maligniteit als de levermetastasen.<br />
Een andere mogelijkheid is <strong>het</strong> uitstellen van<br />
de leveroperatie, met als mogelijk voordeel een betere<br />
patiëntenselectie voor resectie van de levermetastasen. Na<br />
een gecombineerde colon- en leverresectie worden minder<br />
complicaties gezien. Echter, in deze groep was <strong>het</strong> recidiefpercentage<br />
significant hoger en een gecombineerde<br />
behandelstrategie bleek een onafhankelijke voorspeller te<br />
zijn voor <strong>het</strong> optreden van recidiefziekte, wat de oncologische<br />
waarde van deze strategie ter discussie stelt.<br />
Stellingen<br />
De studies, beschreven in beide proefschriften, laten<br />
zien dat langetermijnoverleving mogelijk is voor patienten<br />
met uitgebreide colorectale levermetastasen door<br />
een gecombineerde behandeling met chemotherapie<br />
en gespecialiseerde leverchirurgie. Om deze resultaten<br />
te verbeteren zal toekomstig onderzoek zich met<br />
name moeten richten op methoden om individuele<br />
behandelingen te verbeteren en geassocieerde risico’s te<br />
verminderen. Frequent multidisciplinair overleg tussen<br />
chirurgen en oncologen is hierbij essentieel. Alleen op<br />
deze manier zal de overleving van patiënten met colorectale<br />
levermetastasen in de toekomst verder verbeterd<br />
kunnen worden.<br />
Promotiedatum: 18 februari 2011, Universiteit Utrecht<br />
Promotores: prof. dr. R. van Hillegersberg (UMC<br />
Utrecht), prof. dr. R. Adam (Hôpital Paul Brousse,<br />
Parijs), prof. dr. I.H.M. Borel Rinkes (UMC Utrecht) «<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 345
Casus<br />
Een enterocutane fistel:<br />
Het gevolg van <strong>het</strong> gecompliceerde beloop van een penetrerend abdominaal trauma<br />
346<br />
Samenvatting<br />
Introductie: Enterocutane fistels zijn niet-anatomische<br />
verbindingen tussen darm en huid. Soms zijn deze fistels<br />
<strong>het</strong> gevolg van een abdominaal trauma.<br />
Casus: Doordat een parachute tijdens een sprong niet<br />
opende, landde een 63-jarige man in een boomtop, waarbij<br />
een boom zijn gluteusregio penetreerde en <strong>het</strong> coecum<br />
perforeerde. Hiervoor werd een ileocoecaalresectie verricht<br />
met een gecompliceerd beloop door <strong>het</strong> ontstaan<br />
van een enterocutane fistel.<br />
Conclusie: Abdominaal trauma is een niet veel voorkomende<br />
oorzaak van een enterocutaan fistel. Chirurgisch<br />
sluiten van de fistel is geïndiceerd bij ernstig zieke patiënten<br />
of indien conservatieve behandeling faalt.<br />
Introductie<br />
Enterocutane fistels zijn niet-anatomische verbindingen<br />
tussen de darm en de huid. De incidentie van enterocutane<br />
fistels is laag. In 20% van de gevallen ontstaan deze<br />
fistels door een intra-abdominaal ontstekingsproces zoals<br />
morbus Crohn of colitis ulcerosa. Bij 75% gaat een medische<br />
behandeling aan <strong>het</strong> ontstaan van een dergelijk fistel<br />
vooraf, zoals een buikoperatie, endoscopie of bestraling.<br />
Traumapatiënten met abdominale letsels, zoals die<br />
kunnen optreden bij penetrerende trauma’s of bij deceleratietraumata,<br />
hebben een toegenomen kans op <strong>het</strong><br />
ontwikkelen van een enterocutane fistel, indien als gevolg<br />
van <strong>het</strong> trauma zelf of door een operatie een verbinding<br />
tussen de intra abdominale ruimte en de huid heeft<br />
bestaan. Dit wordt veroorzaakt door de inductie van een<br />
chronisch ontstekingsproces ten gevolge van toegenomen<br />
contaminatie, hematoomvorming en translocatie van<br />
M.S. Reimers, ANIOS, Rijnland Ziekenhuis,<br />
Leiderdorp<br />
dr. H.M. Kroon, AIOS, Rijnland Ziekenhuis,<br />
Leiderdorp<br />
P.A. Neijenhuis, chirurg, Rijnland Ziekenhuis,<br />
Leiderdorp<br />
prof. dr. I.B. Schipper, chirurg, Leids Universitair<br />
Medisch Centrum, Leiden<br />
bacteriën uit de darm. Van de patiënten met een abdominaal<br />
trauma ontwikkelt ongeveer 2% een enterocutane<br />
fistel na laparotomie, veroorzaakt door de combinatie van<br />
medisch invasief handelen en abdominaal trauma. 1 In de<br />
volgende casus beschrijven wij <strong>het</strong> ontstaan en de behandeling<br />
van een enterocutane fistel bij een multitrauma<br />
patiënt.<br />
Ziektegeschiedenis<br />
Een 63-jarige man met een blanco voorgeschiedenis<br />
presenteerde zich op de spoedeisende hulp (SEH) van<br />
ons ziekenhuis, na repatriëring uit Frankrijk. Vijf dagen<br />
hiervoor was hij betrokken geraakt bij een parapente<br />
(vorm van parachutespringen) ongeval, waarbij zijn parachute<br />
niet goed opende. Met grote snelheid kwam hij in<br />
de top van een boom terecht, waarbij zijn val gebroken<br />
werd door een dikke tak die als een spies via de rechter<br />
gluteusregio <strong>het</strong> lichaam penetreerde. Na drie uur lukte<br />
<strong>het</strong> ambulancepersoneel hem uit zijn benarde positie te<br />
bevrijden en werd hij met de tak in situ naar een lokaal<br />
ziekenhuis vervoerd.<br />
Bij presentatie op de spoedeisende hulp (SEH) aldaar,<br />
had hij respiratoir en haemodynamisch stabiele en normale<br />
waarden. Wel was <strong>het</strong> abdomen geprikkeld. Op een<br />
computertomografie (CT) was de tak te zien, die door<br />
de rechter musculus gluteus maximus en door <strong>het</strong> versplinterde<br />
os ileum tot in <strong>het</strong> abdomen reikte. Er werd<br />
geen letsel van de grote abdominale vaten waargenomen.<br />
(Figuur 1)<br />
Besloten werd een laparotomie te verrichten waarbij<br />
<strong>het</strong> corpus alienum werd verwijderd en inspectie van<br />
<strong>het</strong> abdomen plaatsvond. Behalve de perforatie van <strong>het</strong><br />
coecum en <strong>het</strong> rechter os ileum, werden geen andere<br />
intra-abdominale of retroperitoneale letsels werden<br />
gevonden. Ook de vaatvoorziening van de onderste<br />
extremiteiten bleek geheel in tact. Er werd een ileocoecaalresectie<br />
verricht met <strong>het</strong> aanleggen van een primaire<br />
side-to-side darm anastomose. Het corpus alienum<br />
en veel houtsplinters werden verwijderd, samen met<br />
multipele, van <strong>het</strong> os ileum afkomstige botfragmenten.<br />
Postoperatief werd gestart met antibiotica.<br />
Na drie dagen ontwikkelde patiënt hoge koorts, die<br />
bleek te berusten op een abces in de intredewond in de<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Figuur 1: CT toont <strong>het</strong> penetrerende corpus alienum; tak van een boom door <strong>het</strong> defect van <strong>het</strong> rechter os ileum<br />
gluteus regio. Het abces werd percutaan gedraineerd<br />
waarna patiënt naar ons ziekenhuis overgeplaatst werd.<br />
Kort na opname hier ontwikkelde hij opnieuw hoge<br />
koorts, veroorzaakt door een recidief abces op dezelfde<br />
plaats. Het abces werd opnieuw percutaan gedraineerd,<br />
nu met <strong>het</strong> achterlaten van een drain. Als oorzaak van<br />
de abcessen werd primair aan achtergebleven corpora<br />
aliena gedacht. Echter, in <strong>het</strong> abcesvocht werd fecaal<br />
materiaal gevonden. Op grond daarvan werd de diagnose<br />
enterocutane fistel gesteld, van de darmanastomose naar<br />
de gluteuswond. In combinatie met sandostatine werd<br />
totale parenterale voeding (TPV) gestart, waarna de<br />
fistelproductie via de drain wel afnam, maar niet geheel<br />
tot staan kwam.<br />
Twee weken later ontwikkelde patiënt opnieuw hoge<br />
koorts. Een CT-scan, waarbij vooraf contrastvloeistof<br />
in de darm was gebracht, liet ditmaal een fistel zien<br />
verlopend vanaf de darmnaad naar <strong>het</strong> abces bij <strong>het</strong><br />
defect in <strong>het</strong> os ileum in de gluteusregio. (Figuur 2) Er<br />
werd besloten een resectie van de darmanastomose te<br />
verrichten waarbij de fistelgang werd meegenomen en<br />
debris werd verricht van de os ileumregio. Opnieuw<br />
werd een side-to-side anastomose van <strong>het</strong> jejunum op<br />
<strong>het</strong> rechter colon aangelegd. Het defect in <strong>het</strong> os ileum<br />
(Figuur 3) werd bedekt met omentum om nieuwe fistelvorming<br />
te voorkomen. Het postoperatieve beloop<br />
verliep opnieuw gecompliceerd, nu door de vorming<br />
van diverse intra-abdominale abcessen rond de darmnaad,<br />
maar zonder nieuwe fistelvorming. Deze abcessen<br />
konden door (radiologische) interventies percutaan<br />
worden gedraineerd. De gluteuswond granuleerde<br />
geleidelijk dicht over een periode van zes weken en<br />
patiënt herstelde volledig.<br />
Beschouwing<br />
Enterocutane fistels ontstaan in de meerderheid van de<br />
gevallen na intra-abdominale ontstekingsprocessen of<br />
na een medische behandeling. Een enkele keer is een<br />
abdominaal trauma in combinatie met een percutaan<br />
letsel de oorzaak. 2 Fistels die op deze wijze ontstaan,<br />
hebben vaak een chronisch beloop omdat epithelialisatie<br />
van de fistelwand <strong>het</strong> lichaam beschermt tegen<br />
infectie. 3<br />
De initiële behandeling van een patiënt met een enterocutane<br />
fistel is conservatief, mits de conditie dit toelaat.<br />
Onder conservatieve behandeling wordt verstaan niets<br />
per os, intraveneuze voeding in de vorm van TPV gecombineerd<br />
met sandostatine intraveneus. Sandostatine remt »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 347
348<br />
Figuur 2: CT toont contrastvloeistof, afkomstig vanuit de darm, in <strong>het</strong> abces bij <strong>het</strong> os ileum defect bewijzend voor fisteling vanuit de darm.<br />
de secretie van pancreas, lever-en galwegen en darmmucosa<br />
waardoor de peristaltiek wordt verminderd. 5<br />
Door deze behandeling verbetert de voedingstoestand<br />
van de patiënt en neemt de passage langs de fistel af<br />
waardoor de kans op spontaan sluiten van de fistel toeneemt.<br />
5,6 Ondanks adequate therapie ontstaan bij 54%<br />
van de patiënten verdere complicaties door lekkage van<br />
darminhoud. Behalve een enterocutane fistel, kan lekkage<br />
leiden tot vorming van intra-abdominale of retroperitoneale<br />
abcessen. Uiteindelijk sluit bij ongeveer 16% van<br />
de patiënten de enterocutane fistel zich spontaan na<br />
conservatieve behandeling. 4 Als de fistel na 6-8 weken<br />
conservatieve behandeling nog niet gesloten is verdient<br />
operatief ingrijpen de voorkeur. Hierbij is een goede<br />
voedingstoestand van de patiënt van groot belang om de<br />
kans op postoperatieve complicaties zo klein mogelijk te<br />
maken. 6 Bij patiënten met een dreigende sepsis heeft chirurgisch<br />
ingrijpen de voorkeur, waarbij wel een hoge kans<br />
op complicaties bestaat. 6<br />
Dertig jaar geleden was de mortaliteit van enterocutane fistels<br />
nog tussen de 40% en 65%. Deze is inmiddels gedaald<br />
tot 10% voor stabiele patiënten en tot 20% voor acuut zieke<br />
patiënten met een (dreigende) sepsis. TPV gecombineerd<br />
met sandostatine, verbeterde wondverzorging, nieuwe<br />
antibiotica, percutane interventie mogelijkheden en betere<br />
operatietechnieken hebben hiertoe bijgedragen. 6,7<br />
Conclusie<br />
Enterocutane fistels ontstaan in de meerderheid van de<br />
gevallen na intra-abdominale ontstekingsprocessen of<br />
na een (invasieve) medische behandeling. Echter, ook<br />
een penetrerend abdominaal trauma kan resulteren in<br />
<strong>het</strong> ontstaan van een dergelijk fistel. De behandeling<br />
is primair conservatief. Indien er sprake is van een<br />
acuut zieke patiënt of als conservatieve behandeling<br />
na 6 - 8 weken geen resultaat heeft, zal chirurgisch<br />
sluiten van de fistel overwogen moeten worden. Om<br />
de kans van slagen hierbij zo groot mogelijk te maken,<br />
is een goede voedingstoestand van cruciaal belang. De<br />
afgelopen jaren is de mortaliteit sterk afgenomen wat<br />
onder andere <strong>het</strong> gevolg is van verbeterde behandeling<br />
met TPV gecombineerd met sandostatine, verbeterde<br />
wondverzorging, antibiotica, operatietechnieken<br />
en een multidisciplinaire aanpak van deze ernstige<br />
complicatie. «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Figuur 3: CT reconstructie van <strong>het</strong> grote defect in <strong>het</strong> rechter os ileum.<br />
Literatuur<br />
1. Fischer PE, et al. A ten-year review of enterocutaneous fistulas after laparotomy for trauma. J Trauma 2009;67:924-8.<br />
2. Brindle C, et al. Managment of Complex Abdominal Wounds With Small Bowel Fistulae: Isolation Techniques and Exudate Control to Improve Outcomes.<br />
e Journal of wound, ostomy and continence nursing 2009;36;4:396-403.<br />
3. Dionigi G, et al. Treatment of high output entero-cutaneous fistulae associated with large abdominal wall defects: single center experience. Int J Surg 2008;6:51-6.<br />
4. Visschers RG, et al. Treatment strategies in 135 consecutive patients with enterocutaneous fistulas. World J Surg 2008;32:445-53.<br />
5. Gray M, Jacobson T. Are somatostatin analogues (octreotide and lanreotide) effective in promoting healing of enterocutaneous fistulas? J Wound Ostomy<br />
Continence Nurs 2002;29:228-33.<br />
6. Haffejee AA. Surgical management of high output enterocutaneous fistulae: a 24-year experience. Curr Opin Clin Nutr Metab Care 2004;7:309-16.<br />
7. Lynch AC, et al. Clinical outcome and factors predictive of recurrence after enterocutaneous fistula surgery. Ann Surg 2004;240:825-31.<br />
8. Monasterio E, et al. Risk and severity of injury in a population of BASE jumpers. N Z Medical J 2008;121:70-5.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 349
Onderzoek<br />
Spoedzorg anders organiseren<br />
350<br />
Inleiding<br />
Op de Spoedeisende Hulp van <strong>het</strong> Meander Medisch<br />
Centrum Amersfoort komen jaarlijks bijna 40.000<br />
patiënten. 52% van dit aantal is laag complex (20.800).<br />
De gemiddelde doorlooptijd voor hoog complexe zorg<br />
was in 2010 149 minuten. De doorlooptijd van de laagcomplexe<br />
en hoogcomplexe zorg was respectievelijk 93<br />
en 143 minuten. Deze lange doorlooptijden voor relatief<br />
eenvoudige zorg leidde tot ontevredenheid van patiënten<br />
en medewerkers, terwijl in een centrum voor ongeplande<br />
zorg de patiënt centraal staat en niet langer moet wachten<br />
dan gezien zijn zorgvraag nodig is. We laten zien aan de<br />
hand van enkele voorbeelden hoe wij met de beperkingentheorie<br />
van Goldratt de spoedzorg anders hebben<br />
georganiseerd.<br />
Materiaal en methoden<br />
Met behulp van de beperkingentheorie of “theory of<br />
constrains (TOC)” werden de bottlenecks (“zwakke<br />
schakels” of “rode ballen”) op de Spoedeisende Hulp<br />
geïdentificeerd. In tabel 1 staan de 5 hoofdregels van<br />
de beperkingentheorie. Er werd gebruik gemaakt van<br />
interviews met alle personeelsleden, observaties op de<br />
werkvloer en enquêtes met patiënten. Vanaf 1 januari<br />
2011 was de spoedzorg anders georganiseerd. Een vergelijking<br />
werd gemaakt tussen de doorlooptijden voor en na<br />
deze periode. In de eerste periode werden alle patiënten<br />
getrieerd volgens <strong>het</strong> Manchester Triagesysteem (MTS).<br />
(Om te onderzoeken hoeveel tijd dit kost werd een pilotstudie<br />
verricht: gedurende 10 dagen werden alle patiënten<br />
alleen getrieerd in 2 categorieën, namelijk in “low en high<br />
care”). Naar aanleiding van deze pilotstudie werd vanaf<br />
1 januari 2011 getrieerd in high en low care. Dit gebeurde<br />
door een verpleegkundige. In de meeste gevallen kunnen<br />
patiënten direct door naar de low care of high care. In<br />
sommige gevallen werd gebruik gemaakt van <strong>het</strong> meten<br />
van de vitale parameters.<br />
G.D.J. van Olden, chirurg, Meander Medisch<br />
Centrum Amersfoort<br />
P.M. Noë, Spoedeisende Hulp arts, Meander<br />
Medisch Centrum Amersfoort<br />
A.J.M. van Dam, Zorggroepmanager Spoedzorg,<br />
Meander Medisch Centrum Amersfoort<br />
Resultaten<br />
Uit de observaties op de werkvloer bleek dat alle<br />
patiënten (ongeacht de aard van de hulpvraag) door<br />
<strong>het</strong>zelfde proces moesten, waardoor mensen moesten<br />
wachten op dingen die niet van waarde zijn. Het hele<br />
proces (van inschrijving tot ontslag) bestond uit 17 tot<br />
25 “stappen”. Enkele voorbeelden: na inschrijven aan de<br />
balie (stap 1) moest de patiënt wachten voor (wachtkamer<br />
1, stap 2) en na de triage volgens <strong>het</strong> Manchester<br />
Triagesysteem (MTS) (wachtkamer 2, stap 3). Daarna<br />
was <strong>het</strong> wachten op een behandeling (wachtkamer 3,<br />
stap 4). De patiënt moest vaak lang wachten op aanvullend<br />
laboratorium of röntgenonderzoek (meerdere<br />
stappen). Een bottleneck was <strong>het</strong> MTS, immers moest<br />
de patiënt in 3 verschillende wachtkamers wachten. De<br />
klinische prioriteit “niet acuut” leidde tot lange wachttijden<br />
voor deze patiëntencategorie. Immers waren<br />
de “acute” patiënten eerder aan de beurt. In een pilot<br />
in ons ziekenhuis van 10 dagen werden de patiënten<br />
alleen getrieerd in “low en high care”. De gemiddelde<br />
doorlooptijd per patiënt was in de tweede periode 86<br />
minuten ten opzichte van 110 minuten in de eerste<br />
periode. Andere bottlenecks waren de administratie<br />
(artsen verdrinken in de administratie en zitten vele<br />
momenten achter de computer, terwijl ze bij de patiënt<br />
horen te zijn) en “aannames” (“Wie hier niet hoort,<br />
mag rustig wachten”, “Het ligt niet aan ons, <strong>het</strong> ligt aan<br />
anderen).<br />
Naar aanleiding van de bovengenoemde resultaten werden<br />
na een korte inwerkperiode van 3 maanden (oktober<br />
2010 tot en met december 2010) de volgende maatregelen<br />
genomen:<br />
1. Triage alleen in High en Low care,<br />
2. Werken zonder wachtkamers,<br />
3. Introductie van de Spoed observatie unit (SOU),<br />
4. Poli SEH<br />
5. Introductie van <strong>het</strong> Elektronisch Patiënten Dossier<br />
(september 2011)<br />
In de “oude” situatie zoals hierboven beschreven werd<br />
er gewerkt met 3 wachtkamers. In de nieuwe situatie<br />
zijn deze wachtkamers verdwenen. Na de inschrijving<br />
(stap 1) gaat de patiënt direct door naar de low care of<br />
de high care. De “low care” is een ruimte met 4 bedden<br />
waarin de patiënten direct door een (SEH)-arts kunnen<br />
worden behandeld (van 2 behandelkamers werd<br />
1 grote gemaakt). De overige patiënten worden direct<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Tabel 1: De vijf hoofdregels van de beperkingentheorie<br />
1. Identificeer de bottleneck in <strong>het</strong> systeem;<br />
2. Bepaal hoe deze bottleneck maximaal geëxploiteerd kan worden;<br />
3. Maak al <strong>het</strong> overige in de keten ondergeschikt aan dit besluit;<br />
4. Verhoog de capaciteit van de bottleneck;<br />
5. Als de beperkende factor overwonnen is, begin dan weer opnieuw met stap 1.<br />
gezien door een (SEH)-arts en een verpleegkundige<br />
in een behandelkamer (high care). Na <strong>het</strong> lichamelijk<br />
onderzoek kan <strong>het</strong> aanvullend onderzoek worden verricht.<br />
Mobiele patiënten (niet bedlegerig) kunnen in<br />
een daarvoor ingerichte gastvrije ruimte wachten op de<br />
uitslagen.<br />
Indien patiënten lang moesten wachten op aanvullend<br />
diagnostisch onderzoek of uitslagen bleven zij de<br />
behandelkamers bezetten, waardoor de doorstroom<br />
stagneerde. Voor deze patiënten is een Spoedobservatieunit<br />
ingericht. De SOU is een multidisciplinaire<br />
afdeling waar de behandeling en diagnostiek, die op de<br />
SEH gestart is, gecontinueerd kan worden. De SOU<br />
is bedoeld voor de observatie van stabiele patiënten<br />
gedurende enkele uren, in afwachting van ontslag of<br />
overplaatsing. De SOU bevordert de doorstroom van<br />
patiënten op de high care.<br />
Sommige van de patiënten met “nieuwe spoedeisende<br />
hulpvragen” (tabel 2) horen eigenlijk niet op een SEH<br />
thuis. Echter komen deze patiënten wel en voor hen is<br />
de vraag spoedeisend. Al deze patiënten moesten alle<br />
stappen doorlopen en dit leidde tot lange wachttijden<br />
(immers werden deze hulpvragen volgens <strong>het</strong> MTS als<br />
niet spoedeisend gezien). Door een route te kiezen die<br />
buiten <strong>het</strong> proces van de SEH om gaat, kunnen deze<br />
patiënten gezien en behandeld worden. Afspraken zijn<br />
Tabel 2: Nieuwe spoedeisende hulpvragen<br />
“Ik weet uit ervaring dat ik opgenomen moet worden bij deze klacht,”<br />
“Ik ben gebeld over afwijkende labuitslagen,”<br />
“Ik heb koorts na mijn chemotherapie,”<br />
“Ik kom vanuit de poli voor aanvullend onderzoek en opname,”<br />
“Ik kom voor een complicatie na een operatie,”<br />
”Ik kom voor een medische verklaring,”<br />
“Ik kom voor een controle afspraak,”<br />
“Ik kom voor een prikaccident,”<br />
“Ik kom omdat de specialist zei dat ik bij vragen naar de SEH moet,”<br />
“Ik kom omdat de politie/EHBO zegt dat ik <strong>het</strong> hier moet laten nakijken.”<br />
gemaakt om bepaalde ziektebeelden op zeer protocollaire<br />
wijze te behandelen. Bijvoorbeeld patiënten met<br />
een diep veneuze trombose, postoperatieve complicaties,<br />
controle van buikklachten, prikaccidenten of<br />
koorts na chemotherapie. Patiënten werden op een<br />
vooraf afgesproken tijdstip gezien door de dienstdoende<br />
specialist in een behandelkamer (voorheen een<br />
wachtkamer).<br />
De resultaten van doorlooptijden staan in figuur 1 en 2.<br />
De gemiddelde doorlooptijd van de laag complexe<br />
zorg was in de eerste 7 maanden van 2010 93 minuten<br />
(n=7.447). In de eerste 7 maanden van 2011 was dat<br />
69 minuten (n=6.970). Op een patiënten aanbod van<br />
40.000 per jaar, waarvan 52% laag complex is, kunnen<br />
20.800 × 24 = 499.200 minuten (=8.320 uur =<br />
347 dagen) worden bespaard. De doorlooptijd van de<br />
hoog complexe zorg daalde van 149 naar 143 minuten.<br />
(19.200 patiënten × 6 minuten tijdswinst = 115.200<br />
minuten = 1.920 uur = 80 dagen). In totaal een tijdsbesparing<br />
van 427 dagen!<br />
Discussie<br />
Eliyahu M. Goldratt (1948) introduceerde in 1984 zijn<br />
“theory of constraints” of “de beperkingentheorie” die<br />
hij in de jaren daarna in verschillende boeken uitwerkte<br />
naar allerlei vakgebieden, onder andere ICT, projectmanagement<br />
en marketing 1-3 . Managers kijken te vaak »<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 351
352<br />
minuten<br />
minuten<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
155<br />
150<br />
145<br />
140<br />
135<br />
130<br />
naar kosten of efficiëntie, vindt Goldratt. Maar waar <strong>het</strong><br />
werkelijk om gaat is de doorstroming binnen een bedrijf<br />
of, een ander woord voor <strong>het</strong>zelfde: de doorvoer. Wie wil<br />
streven naar maximale doorvoer in een bedrijf, en daarmee<br />
naar maximale winst, moet zich volgens Goldratt<br />
niet concentreren op allerlei losse onderdelen, maar heeft<br />
genoeg aan één factor: de bottleneck of -in Goldratts terminologie-<br />
de constraint. Goldratt zegt: “Een organisatie<br />
genereert alleen geld aan <strong>het</strong> einde van de keten. Dankzij<br />
de inspanning van alle schakels. Als één schakel niet goed<br />
is, komt de gehele doorvoer in gevaar. Wat bepaalt de<br />
stevigheid van de keten als geheel? Die zwakste schakel<br />
natuurlijk!”<br />
Door gebruik te maken van de beperkingentheorie van<br />
Goldratt hebben we enkele bottlenecks in ons proces<br />
Gemiddelde doorlooptijd low care<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />
maanden<br />
Gemiddelde doorlooptijd high care<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />
maanden<br />
2010<br />
2011<br />
2010<br />
2011<br />
op de SEH geïdentificeerd. Het veranderen van regels<br />
en procedures zijn oplossingen van deze beperkingen.<br />
Werkwijzen worden veranderd (geen wachtkamers<br />
meer, snellere triage, poli SEH, SOU, SEH-arts<br />
naar voren in <strong>het</strong> proces) en verwacht wordt dat de<br />
inzet van medewerkers hierdoor wordt aangepast.<br />
Door <strong>het</strong> personeel te enthousiasmeren kunnen ze<br />
zelf als ambassadeur optreden en nieuwe bottlenecks<br />
identificeren en bespreekbaar maken. Medewerkers<br />
ondersteunen bij zelfverandering, met name <strong>het</strong><br />
versterken van eigen gedrag dat in <strong>het</strong> verleden al<br />
succesvol is gebleken, is een van de weinige veranderaanpakken<br />
die kans op succes bieden 4 . Opvallend was<br />
dat ons proces niet was aangepast aan de nieuwere<br />
zorgvragen van patiënten. Door de nieuwere zorgvragen<br />
leidend te maken aan ons proces kunnen we de<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
doorstroom verbeteren. Patiënten hoeven minder lang<br />
te wachten.<br />
Ondanks de verbeteringen van de personeelsformatie<br />
(gecertificeerde SEH-artsen, gespecialiseerde verpleegkundigen,<br />
functiedifferentiatie, Nurse-practitioners) zijn<br />
de doorlooptijden op de Spoedeisende Hulp Afdelingen<br />
lang. De zorg die gevraagd wordt is onzes inziens aan <strong>het</strong><br />
veranderen. De complexiteit wordt niet zwaarder (<strong>het</strong><br />
aandeel patiënten dat bij een bezoek aan de SEH wordt<br />
opgenomen, blijft in de loop der jaren immers vrijwel<br />
gelijk 5 ), maar wordt specifieker. Gingen patiënten vroeger<br />
eerst naar de huisarts, tegenwoordig melden ze zich op<br />
eigen initiatief met voor hen “acute” medische zorgvragen<br />
(tabel 2).<br />
In de jaren negentig werd in Engeland <strong>het</strong> Manchester<br />
Triagesysteem (MTS) ontwikkeld. Het is een systeem<br />
om de urgentie van de klacht van een patiënt te bepalen.<br />
Met behulp van stroomschema’s krijgt een patiënt een<br />
urgentiecode toebedeeld. Daarnaast zijn bij elke klasse<br />
afspraken gemaakt over <strong>het</strong> tijdstip waarbinnen de<br />
patiënt door een arts gezien dient te worden. In de praktijk<br />
blijkt dat ongeveer de helft van onze patiënten op de<br />
SEH laag complexe zorg nodig heeft. Een indeling bij de<br />
inschrijving tussen “low care” en “high care” is voldoende.<br />
Zo kunnen we dit onderdeel maximaal benutten. De<br />
tijdswinst is bij ons 24 minuten.<br />
De capaciteit van de “low care” en “high care” moet voldoen<br />
aan de instroom van patiënten. Het aantal bedden<br />
op de low care, of <strong>het</strong> aantal behandelkamers op de high<br />
care kan variëren. SEH-artsen superviseren de low –en<br />
high care en bewaken de doorstroom. De poli van de<br />
SEH zorgt er voor dat deze patiënten niet meer <strong>het</strong> zorgproces<br />
op de SEH kunnen beïnvloeden. De SOU zorgt<br />
ervoor dat bepaalde categorie patiënten die voorheen lang<br />
op een behandelkamer bleven liggen nu geobserveerd<br />
kunnen worden in een zaal met meerdere (bewaakte)<br />
bedden.<br />
Literatuur<br />
1. EM Goldratt Het Doel. ISBN 902746005 Het Spectrum B.V.<br />
2. EM Goldratt. Noodzakelijk maar niet voldoende. ISBN 9027445451 Het Spectrum B.V.<br />
Door zorgpaden vanuit de patiënt te organiseren hoeven<br />
de patiënten nooit meer te wachten (er zijn immers geen<br />
wachtkamers meer). Voor de “nieuwe zorgvragen” is een<br />
poli opengesteld waar patiënten op vast afgesproken<br />
tijdstippen kunnen worden gezien en behandeld. Deze<br />
bottleneck is uit <strong>het</strong> SEH-proces gehaald en door hier<br />
een aparte ruimte voor in te richten en de stroom te<br />
spreiden over de dag kan de capaciteit verhoogd worden.<br />
We hebben de arts vooraan in <strong>het</strong> proces gezet. Direct<br />
op de low care kunnen de patiënten met laag complexe<br />
zorg direct door een arts gezien en behandeld worden.<br />
De administratie voor deze categorie kan eenvoudig zijn.<br />
Mobiele patiënten hoeven niet in behandelkamers te<br />
wachten op uitslagen.<br />
Indelen in high en low care aan de poort door een verpleegkundige<br />
vergt natuurlijk een goede ervaring. Er<br />
kan sprake zijn van onder- en overtriage en eventuele<br />
nadelige gevolgen van deze triage. We hebben dat nog<br />
niet onderzocht. Dit zal een onderwerp zijn van een vervolgstudie<br />
en evaluatie van de nieuwe ontwikkelingen op<br />
de SEH. In de toekomst zal na integratie van de SEH<br />
met de huisartsenpost (HAP) de triage opnieuw moeten<br />
worden aangepast. Met de invoering van <strong>het</strong> EPD<br />
proberen we de administratie eenvoudiger en sneller te<br />
maken.<br />
Samenvatting<br />
Door gebruik te maken van de beperkingentheorie van<br />
Goldratt kunnen bottlenecks worden geïdentificeerd.<br />
In onze praktijk waren dat onder andere de triage, de<br />
wachtkamers, nieuwe spoedeisende hulpvragen van de<br />
patiënt, de administratie en verschillende aannames.<br />
Nadat verschillende bottlenecks zijn aangepast kunnen<br />
meer patiënten sneller en beter worden geholpen. De<br />
doorlooptijden voor laagcomplexe zorg daalde van 93<br />
naar 69 minuten. Op een patiënten aanbod van 40.000<br />
per jaar, waarvan 52% laagcomplex kan 8.320 uur worden<br />
bespaard. Nieuwe bottlenecks worden nu gezocht om<br />
deze doorlooptijd nog korter te maken. «<br />
3. EM Goldratt. De Zwakste Schakel. ISBN 9027467013 Het Spectrum B.V. 2 Richtlijn triage op de Spoedeisende Hulp 2008, eerste herziening.<br />
4. B. Tiggelaar. esis. e Core of the Matter. ISBN 9789079445158 Tyler Roland Press. www.bentiggelaar.nl<br />
5. Jaarlijks 43 aios spoedeisende hulp opleiden’ Medisch Contact, rubriek nieuwsflex, 1, 24 dec 2008, jaargang 2009.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 353
Historie<br />
De wonderkogel<br />
Deze media-superster overleefde een schot in zijn buik, volgens velen een wonder.<br />
Bij zijn overlijden vele jaren later eiste een volksmenigte zijn ogenblikkelijke<br />
heiligverklaring.<br />
354<br />
Hij was dichter, toneelschrijver, acteur, doctor in de filosofie,<br />
voetbalkeeper en skiër en er is een cd waarop hij<br />
als zanger te horen is. Hij speelde naast Ronald Reagan<br />
en Michael Gorbatsjov een markante rol in de geopolitieke<br />
omwentelingen van de jaren tachtig. Op 13 mei<br />
1981 werd een aanslag op hem gepleegd. Het was de<br />
tweede keer dat hij een schot overleefde. Als kind had een<br />
vriendje per ongeluk een geweer op hem afgevuurd en<br />
hem daarbij net niet geraakt. Deze keer werd hij zwaar<br />
verwond. Hij werd gered door Italiaanse chirurgen die<br />
niet alleen voor zijn leven vochten, maar - zo blijkt - ook<br />
om de operatie zelf.<br />
Het schot en de colostoma<br />
Rond vijf uur reed Johannes Paulus II die middag,<br />
staande achter in een witte open jeep over <strong>het</strong> Sint<br />
Pietersplein, toegejuicht door 20.000 mensen. In <strong>het</strong><br />
publiek twee turken met pistolen en een bom, Mehmet<br />
Ali Agca en Oral Celik. De 23-jarige Agca vuurt om<br />
17.19 uur zijn 9mm Browning Parabellum vier keer af.<br />
Hij raakt Ann Odre uit Buffalo, New York (60) in haar<br />
linker thoraxhelft, Rosa Hill uit Jamaica (21) in haar<br />
linker bovenarm en Karol Wojtyla (60) van zes meter<br />
afstand in zijn buik. De Turk wordt door een non, ene<br />
zuster Laetitia, overmeesterd. Celik doet niets. De pausmobiel<br />
scheurt tussen <strong>het</strong> hysterische publiek <strong>het</strong> plein af.<br />
De paus wordt zwaar gewond in een ambulance naar <strong>het</strong><br />
Gemelli ziekenhuis vervoerd. Daar wordt hij niet naar de<br />
eerste hulp gebracht, maar naar de pauselijke suite op de<br />
tiende etage.<br />
Dienstdoende chirurg Giovanni Salgarello vindt een<br />
kleine schotwond juist links van de navel en verwondingen<br />
aan de rechter bovenarm en de linker wijsvinger. De<br />
patiënt is nog even aanspreekbaar en ontvangt <strong>het</strong> laatste<br />
sacrament. Een jongeman met een niertrauma moet op<br />
de operatiekamer plaatsmaken voor de paus. Wojtyla<br />
gaat om 18.04 uur in slaap, drie kwartier na <strong>het</strong> schot.<br />
De anesthesist breekt bij intubatie met de laryngoscoop<br />
een tand van de Heilige Vader af. Net als Salgarello wil<br />
beginnen, stormt zijn baas, <strong>het</strong> hoofd van <strong>het</strong> traumateam<br />
de operatiekamer binnen. Francesco Crucitti was in zijn<br />
privépraktijk toen hij <strong>het</strong> nieuws hoorde. Hij was in zijn<br />
auto Rome doorgescheurd om nog net op tijd zelf aan de<br />
laparotomie te kunnen beginnen.<br />
Ze vinden een buik vol bloed. De bloeddruk daalt naar<br />
70mmHg. Het bloedverlies wordt later geschat op drie liter<br />
en de paus krijgt 10 eenheden A negatief bloed toegediend.<br />
Er worden vijf gaten gevonden in de dunne darm en <strong>het</strong><br />
mesenterium. Er worden klemmen geplaatst maar de buik<br />
blijft zich vullen met bloed vanuit <strong>het</strong> kleine bekken. Crucitti<br />
vindt een vingerdik gat in <strong>het</strong> sacrum dat hij opvult met<br />
botwas. De bloeding is gestopt. Het bevindt zich juist mediaal<br />
van de linker arteria iliaca. De grote vaten zijn intact, de<br />
ureter ook, maar er zit een lange scheur in <strong>het</strong> sigmoïd. De<br />
traumatologen besluiten de dikke darm te overhechten en<br />
erboven een dubbelloops colostoma aan te leggen op <strong>het</strong><br />
proximale transversum. Ze voeren twee dunne-darmresecties<br />
uit en sluiten een gat in <strong>het</strong> terminale ileum.<br />
De hand van Maria<br />
De ingreep is al uren bezig en de paus al lang buiten<br />
levensgevaar als op zijn beurt Crucitti’s baas, <strong>het</strong> hoofd<br />
van de afdeling traumatologie de operatiekamer binnenstormt.<br />
Deze Giancarlo Castiglione was in Milaan toen<br />
hij <strong>het</strong> nieuws hoorde, had <strong>het</strong> vliegtuig genomen en slaagt<br />
er in nog net op tijd in Rome de operatie over te nemen.<br />
Ze spoelen de buik, plaatsen vijf drains en maken een<br />
röntgenfoto. Daarop is geen kogel te zien. Later wordt de<br />
tweede schotwond gevonden in de paus zijn linker bil en<br />
wordt in de pausmobiel een kogel aangetroffen. Als ook<br />
de oppervlakkige verwondingen aan wijsvinger en bovenarm<br />
zijn verzorgd zijn 5 uur en 25 minuten gepasseerd.<br />
Uiteraard staat Castiglione zelf de pers te woord. Hij<br />
speculeert over een wonder en zegt dat “volgens geen enkel<br />
anatomieboek <strong>het</strong> mogelijk is dat een kogel dwars door je<br />
heen gaat en daarbij zoveel vitale organen mist.”<br />
De paus zou later meehelpen aan deze mythevorming.<br />
(Een wonder komt goed van pas bij een eventuele heiligverklaring).<br />
Volgens hem werd <strong>het</strong> projectiel door zijn<br />
onderbuik ‘geleid door een moederlijke hand.’ Hij schonk<br />
de kogel aan de Heilige Maagd van Fatima in Portugal en<br />
deze is te zien in <strong>het</strong> kroontje van <strong>het</strong> Mariabeeld waarin<br />
<strong>het</strong> als een zwaard van Damocles boven haar hoofd hangt.<br />
De nasleep en <strong>het</strong> einde<br />
Hij liep een cytomegalovirusinfectie op door de<br />
bloedtransfusies en een wondinfectie waarvoor hij<br />
meermaals weer werd opgenomen. Later zouden ook<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Karol Wojtyla op de intensive care van <strong>het</strong> Gemelli ziekenhuis in Rome op zijn 61ste verjaardag, vijf dagen na de aanslag.<br />
littekenbreuken ontstaan. Hij wilde zo snel mogelijk van<br />
de stoma af. Op 5 augustus, twaalf weken na de aanslag<br />
herstelt Crucitti de coloncontinuïteit. De operatie duurt<br />
45 minuten en de paus is na negen dagen weer thuis.<br />
De pausmobiel kreeg een kogelvrije glazen cabine. Agca,<br />
die later beweerde dat hij Jezus Christus was, verbleef<br />
De kogel in de kroon van <strong>het</strong> Mariabeeld in Fatima<br />
19 jaar in een Italiaanse gevangenis, waar Karol Wojtyla<br />
hem meermaals opzocht. Daarna zat hij in Turkije nog<br />
een straf van 10 jaar uit. Hij kwam in 2010 vrij. Het<br />
met bloed besmeurde witte T-shirt van <strong>het</strong> Zwitsers<br />
ondergoedmerk Hanro is als relikwie te bezichtigen<br />
bij de zusters van de congregatie van de Dochters<br />
van Liefde in Rome. Op Johannes Paulus II werd een<br />
jaar later een tweede aanslag gepleegd. Een gestoorde<br />
Spaanse priester verwondt hem oppervlakkig met een<br />
bajonet. Deze Juan María Fernández y Krohn komt na<br />
drie jaar vrij en begint vervolgens een praktijk als advocaat<br />
in België. In 1995 wordt een aanslag op de paus, die<br />
in de Filipijnen door Al Qaida werd beraamd, op tijd<br />
verijdeld.<br />
Vanaf 1984 stond Wojtyla weer regelmatig incognito<br />
op de ski’s in de bergen van Abruzzo. Sinds 1991 ging<br />
zijn gezondheid echter achteruit. Hij ontwikkelde<br />
Parkinson. In 1992 onderging hij een sigmoidresectie<br />
voor colonkanker. (Hadden ze in 1981 maar een<br />
Hartmanresectie gedaan!) In 1993 viel hij van de trap<br />
en luxeerde zijn schouder. In 1994 gleed hij uit in de<br />
badkamer en brak zijn heup. De paus werd oud, maar<br />
behield zijn humor. Toen hij ooit na een openbaar<br />
optreden, vertrokken van pijn en stijf als een hark<br />
door zijn heupprothese, met veel moeite opstond uit<br />
zijn stoel citeerde hij schalks op briljante wijze Galileo<br />
Galilei en mompelde net als hij: “Eppure, si muove!” En<br />
tóch beweegt-ie!<br />
Hij stierf in 2005 aan een urosepsis. Een maand voor zijn<br />
einde kreeg hij nog een tracheostoma. Hij was de meest<br />
geopereerde paus allertijden. «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 355
Interview<br />
Brandwondenzorg steeds meer<br />
richting evidence based<br />
dr. Roelf Breederveld (1951) is per 1 november 2011 bijzonder hoogleraar Acute<br />
Brandwondengeneeskunde aan <strong>het</strong> LUMC, benoemd door de <strong>Nederland</strong>se<br />
Brandwonden Stichting. Een mooie functie op een bijzondere plek. Reden<br />
genoeg voor een e-mailinterview.<br />
356<br />
Gefeliciteerd met uw benoeming. Hoe bent u op die<br />
plek gekomen en hoe komt <strong>het</strong> dat <strong>het</strong> LUMC die<br />
plek heeft geboden? Het LUMC heeft immers geen<br />
brandwondencentrum.<br />
De <strong>Nederland</strong>se Brandwonden Stichting streeft ernaar<br />
om de brandwondenzorg in <strong>Nederland</strong> te “academiseren”.<br />
Hoewel de klinische zorg voor patiënten met brandwonden<br />
voornamelijk in niet-academische ziekenhuizen<br />
plaatsvindt, in de drie brandwondencentra (Beverwijk ,<br />
Rotterdam en Groningen), is <strong>het</strong> van belang om <strong>het</strong><br />
onderzoek en onderwijs dat daar al plaatsvindt, aan te laten<br />
sluiten bij de universitaire centra. Dit heeft in <strong>het</strong> verleden<br />
al eens geresulteerd in <strong>het</strong> instellen van een leerstoel brandwondengeneeskunde<br />
aan de VU te Amsterdam (prof. dr.<br />
Robert Kreis). In <strong>het</strong> verlengde hiervan zijn er contacten<br />
gelegd met <strong>het</strong> LUMC. Het enthousiasme en de voortvarendheid<br />
van de afdeling Heelkunde in Leiden en met<br />
name de ondersteuning van de hoogleraar traumatologie<br />
prof. dr. Inger Schipper heeft er toe bijgedragen dat deze<br />
bijzondere leerstoel daar is ingesteld.<br />
Is de eerste opvang en behandeling van patiënten met<br />
brandwonden in <strong>Nederland</strong> nog niet goed genoeg?<br />
Naar mijn mening staat de brandwondenzorg in<br />
<strong>Nederland</strong> op een hoog niveau, toch merken wij regelmatig<br />
dat <strong>het</strong> nog beter kan! Met name de concentratie van<br />
de zorg in een brandwondencentrum, brengt met zich<br />
mee dat de artsen die met de allereerste opvang te maken<br />
krijgen, te weinig exposure hebben en daardoor moeite<br />
hebben om hun ervaring en kennis bij te houden. Ook<br />
op onderzoeksgebied kan er nog veel voortgang worden<br />
geboekt, met name om de intensiteit van de zorg te verminderen<br />
en <strong>het</strong> comfort en uiteindelijk resultaat voor de<br />
patiënt te verbeteren, en dat alles met minder kosten.<br />
Hoe gaat u de kwaliteit van <strong>het</strong> onderwijs aan artsen<br />
en specialisten verbeteren?<br />
Een van de belangrijkste punten is om de brandwondenzorg<br />
in <strong>het</strong> medisch basiscurriculum te houden of er weer<br />
in op te nemen. Er lijkt over <strong>het</strong> algemeen gesproken in<br />
<strong>Nederland</strong> de neiging te bestaan om de klinische kennis<br />
en vaardigheid van vakken zoals Anatomie, Inwendige<br />
Geneeskunde en Chirurgie uit de curricula te schrijven ten<br />
gunste van de gedragswetenschappen. Ik wil proberen om<br />
een module brandwondengeneeskunde te ontwikkelen, die<br />
voor alle medische opleidingen beschikbaar is om te gebruiken<br />
in <strong>het</strong> medisch basisonderwijs. Ook <strong>het</strong> ontwikkelen<br />
van diverse cursussen met behulp van e-learning staat op <strong>het</strong><br />
to do’-lijstje. In Leiden zijn hier goede mogelijkheden voor.<br />
Waarom wordt er juist nu aan die kwaliteit<br />
gewerkt? Zijn er tegenwoordig meer ongevallen met<br />
brandwonden tot gevolg?<br />
Kwaliteit van zorg is niet alleen van nu, er was al aandacht<br />
voor in <strong>het</strong> verleden, maar ook in de toekomst<br />
blijft dit zeer belangrijk. In de huidige brandwondenzorg<br />
zowel in ons land als internationaal, gebeurt echter heel<br />
veel nog op basis van wat men altijd al deed of op basis<br />
van expert opinion. Er is behoefte aan evidence om aan te<br />
tonen dat de huidige behandeling goed is of dat er andere<br />
betere technieken en strategieën zijn. Het aantal brandwondenpatiënten<br />
in <strong>Nederland</strong> wordt niet groter, maar<br />
omdat de brandwondencentra zoals <strong>het</strong> woord al zegt,<br />
zich onder andere intensief met wondzorg bezighouden,<br />
worden steeds vaker ook patiënten met ingewikkelde<br />
wonden in een brandwondencentrum behandeld.<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
Korte berichten<br />
Denk aan diagnoses als fasciitis necroticans of Toxische<br />
Epidermale Necrose (TEN).<br />
Brandwondengeneeskunde lijkt me een specialismeoverstijgende<br />
kunde. Welke rol hebt u als chirurg<br />
daarin in? En waarom staat specifiek een chirurg<br />
aan <strong>het</strong> hoofd van deze zorg?<br />
Je hebt gelijk: brandwondenzorg is <strong>het</strong> voorbeeld van een<br />
zeer multidisciplinaire behandeling. Juist daarom is <strong>het</strong><br />
van belang dat die zorg door een iemand geregisseerd<br />
wordt. De (trauma)chirurg is hier bij uitstek geschikt<br />
voor: hij of zij is gewend om <strong>het</strong> overzicht bij een acute<br />
patiënt met letsels te behouden, prioriteiten te stellen en<br />
de zorg rondom deze patiënten aan te sturen en te coördineren.<br />
Patiënten met brandwonden zijn net als andere<br />
(poli)traumapatiënten zeer gebaat bij een kapitein op <strong>het</strong><br />
schip die overzicht houdt en de patiënt tot en met de revalidatie<br />
en <strong>het</strong> terugkeren in de maatschappij begeleidt.<br />
Hoe is de brandwondenzorg in <strong>Nederland</strong> in vergelijking<br />
met andere landen? Waar doen ze <strong>het</strong> <strong>het</strong> beste?<br />
In <strong>Nederland</strong> staat de zorg voor de brandwonden patiënt<br />
op een hoog niveau, maar dat betekent niet dat we ons<br />
dus op de borst kunnen kloppen en achterover kunnen<br />
leunen. Integendeel juist wij hebben daardoor de taak om<br />
onze kennis en kunde uit te dragen naar anderen en met<br />
name ook naar landen waar de mogelijkheden minder<br />
zijn. Daarom zijn we ook gestart met initiatieven om onze<br />
kennis van de brandwondenzorg naar elders in Europa<br />
(Scandinavië) en de wereld (India) te exporteren. Waar<br />
ze de brandwondenzorg <strong>het</strong> beste doen, laat zich niet<br />
beantwoorden. Wij kunnen van anderen nog steeds leren,<br />
maar anderen ook van ons. Het hoogleraarschap acute<br />
brandwondenzorg draagt bij aan deze kennisverspreiding<br />
en maakt dat op den duur patiënten met brandwonden,<br />
zowel in <strong>Nederland</strong> als in <strong>het</strong> ontwikkelde en minderontwikkelde<br />
buitenland, hiervan kunnen profiteren! «<br />
Herinnering Dutch Upper GI Cancer<br />
Audit (DUCA)<br />
Tijdens de najaarsvergadering van de NVvH op 26<br />
november 2010 is de opzet van de Dutch Upper GI<br />
Cancer Audit (DUCA) gepresenteerd. Het registreren<br />
van patiënten in de DUCA is gestart op 1 maart j.l., met<br />
<strong>het</strong> verzoek aan de deelnemers om patiënten geopereerd in<br />
januari en februari 2011 alsnog in te voeren.<br />
Achtergrond<br />
De DUCA is opgezet voor de registratie van patiënten met<br />
een slokdarmcarcinoom of een maagcarcinoom die operatief<br />
worden behandeld. Deze landelijke registratie is geïnitieerd<br />
vanuit de Dutch Oesophageal Cancer Group (DOCG) en<br />
Dutch Gastric Cancer Group (DGCG) in samenwerking<br />
met de NVGIC en NVCO. De opzet en <strong>het</strong> onderhoud<br />
van <strong>het</strong> webbased registratiesysteem worden gefaciliteerd<br />
door <strong>het</strong> Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA).<br />
Stand van zaken<br />
Op dit moment hebben 42 ziekenhuizen zich aangemeld.<br />
Vanuit 20 ziekenhuizen zijn data ingevoerd van in totaal<br />
415 patiënten. Recent is MijnDUCA online gegaan. Op<br />
MijnDUCA krijgen de deelnemers wekelijks spiegelinformatie<br />
over hun eigen ingevoerde gegevens, afgezet<br />
tegen <strong>het</strong> landelijke gemiddelde. En jaarlijks worden de<br />
voor case-mix gecorrigeerde data teruggekoppeld.<br />
Herinnering<br />
Het doel van deze herinnering is om u aan te moedigen<br />
patiënten in te voeren in de database. Deelname aan<br />
landelijke registraties zoals de DUCA is één van de<br />
kwalitatieve voorwaarden die zijn opgenomen in <strong>het</strong><br />
normeringsdocument van de NVCO en NVGIC. Als u<br />
tegen problemen aanloopt, dan kunt u contact opnemen<br />
met de servicedesk van de DICA (telefoonnummer<br />
030-6358235 of e-mail servicedesk-DUCA@clinicalaudit.nl).<br />
Aanmelden kan ook bij deze servicedesk, of via<br />
de site http://www.clinicalaudit.nl/duca/deelnemers/<br />
documenten. Wanneer u <strong>het</strong> formulier “contactpersonen<br />
en registratiemedewerkers DUCA” invult en verstuurt,<br />
worden u autorisatiecodes en een handleiding toegestuurd.<br />
Wij hopen op uw participatie. Ondertussen wordt verder<br />
gewerkt aan de inrichting van de website, een Upper<br />
GI module voor de pathologie, de uitbreiding naar een<br />
multidisciplinaire registratie, en de voorbereiding van de<br />
jaarrapportage 2011. Het jaarverslag zal gepresenteerd<br />
worden tijdens <strong>het</strong> DICA congres op 23 en 24 april 2012.<br />
Namens de DUCA,<br />
Johanna van Sandick (j.v.sandick@nki.nl) en Bas<br />
Wijnhoven (b.wijnhoven@erasmusmc.nl) «<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011 357
Personalia<br />
358<br />
Nieuws uit vakgroepen en<br />
maatschappen<br />
M.A. Schreve is vanaf 1 oktober 2011 werkzaam als<br />
vaatchirurg in <strong>het</strong> Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk<br />
en <strong>het</strong> MCA Alkmaar in de maatschap chirurgen<br />
Noordwest. Hij heeft zijn heelkunde opleiding<br />
gevolgd in regio 2 (AMC) en zijn CHIVO-schap<br />
vaatchirurgie recent afgerond in <strong>het</strong> OLVG te<br />
Amsterdam<br />
M.J.G. Andriessen is per 1 jan 2012 chirurg en<br />
wordt chef de clinique in <strong>het</strong> Franciscus Ziekenhuis<br />
Roosendaal.<br />
J.T. Winkelhorst treedt per 1 januari 2012 toe tot de<br />
maatschap Chirurgie van <strong>het</strong> Canisius-Wilhelmina<br />
Ziekenhuis (CWZ) te Nijmegen. Zijn aandachtsgebied<br />
zal de traumachirurgie zijn.<br />
H. Frima is op 1 september 2011 begonnen als fellow<br />
traumachirurgie in <strong>het</strong> Diakonessenhuis in Utrecht.<br />
B.P.L. Witteman, CHIVO-schap Gastro-Intestinale<br />
chirurgie afgerond per 31 december 2011 in<br />
<strong>het</strong> Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen<br />
en start per 1 januari 2012 als fellow bariatrische<br />
en minimaal invasieve chirurgie in <strong>het</strong> Rijnstate<br />
Ziekenhuis te Arnhem.<br />
dr. B.R. Toorenvliet, chirurg in <strong>het</strong> Ikazia, is op<br />
16 november 2011 gepromoveerd in Leiden op zijn<br />
proefschrift met de titel: acute abdominal pain.<br />
CHIVO-schap afgerond<br />
dr. N.A. Sayed, Vaatchirurgie, UMC st Radboud<br />
Nijmegen<br />
J.H. Peters, Traumatologie, UMC st Radboud Nijmegen<br />
CHIVO-schap start<br />
E.R. de Loos, 1 juli 2011, Longchirurgie, Atrium MC<br />
Parkstad<br />
M. Schurink, 1 januari 2012, Kinderchirurgie,<br />
UMCG Groningen<br />
<strong>Nederland</strong>s Tijdschrift voor Heelkunde<br />
Contactorgaan van de NVvH<br />
en de Vereniging voor Assistent-Geneeskundigen in de Heelkunde<br />
Hoofdredactie<br />
dr. G. Kazemier, Rotterdam (voorzitter)<br />
prof. dr. W. Wisselink, Amsterdam<br />
dr. O.R. Guicherit, Den Haag<br />
mw. dr. H.M. Klomp, Amsterdam<br />
dr. G.J. de Borst, Utrecht<br />
J.M.F. Lange jr., Groningen<br />
H.M. Kroon, Leiderdorp<br />
Eindredacteur/bladmanager<br />
drs. V.R. Kammeijer<br />
Redactiemedewerker<br />
mw. M.van de Hoef<br />
Cartoonist<br />
I.H. Oei, Delft<br />
Redactieraad<br />
dr. J.G. van Baal, Almelo<br />
dr. M. van den Berg, Emmen<br />
mw. dr. N.D. Bouvy, Maastricht<br />
dr. J.G.H. van den Brand, Alkmaar<br />
mw. dr. E.C.J. Consten, Amersfoort<br />
dr. J.P. Eerenberg, Hilversum<br />
dr. M. van der Elst, Delft<br />
dr. L.W.E. van Heurn, Maastricht<br />
mw. dr. A.B. Francken, Zwolle<br />
dr. D. van Geldere, Zwolle<br />
mw. dr. A.A.W. van Geloven, Hilversum<br />
prof. dr. J.C. Goslings, Amsterdam<br />
dr. M.M. Idu, Amsterdam<br />
dr. J.M. Klaase, Enschede<br />
dr. J.H.G. Klinkenbijl, Amsterdam<br />
prof. dr. J.F. Lange, Rotterdam<br />
mw. dr. B. Langenhoff, Tilburg<br />
K.W.W. Lansink, Utrecht<br />
dr. E.J.T. Luiten, Breda<br />
dr. R. Meerwaldt, Enschede<br />
dr. D.L. van der Peet, Amsterdam<br />
dr. P.W. Plaisier, Dordrecht<br />
dr. A.M. Rijken, Breda<br />
dr. M.P. Simons, Amsterdam<br />
dr. H.B.A.C. Stockmann, Haarlem<br />
dr. J.A.W. Teijink, Eindhoven<br />
dr. W.F. van Tets, Amsterdam<br />
dr. G.W.M. Tetteroo, Capelle a/d IJssel<br />
dr. R. den Toom, Rotterdam<br />
dr. H.A.J. Tytgat, Utrecht<br />
dr. M.H.W.A. Wijnen, Nijmegen<br />
Redactiesecretariaat<br />
Redactie <strong>Nederland</strong>s Tijdschrift voor Heelkunde<br />
Postbus 20061, 3502 LB Utrecht, tel 030-2823359<br />
redactie@nvvh.knmg.nl<br />
Aanlevering kopij<br />
redactie@nvvh.knmg.nl<br />
Richtlijnen voor auteurs<br />
www.heelkunde.nl<br />
Uitgever<br />
Kammeijer Communicatie, Hattem<br />
038-7078120 of info@kamcom.nl<br />
www.kamcom.nl<br />
Opmaak<br />
Manipal Digital Systems, India<br />
Druk<br />
Coers en Roest, Arnhem<br />
Advertentie-exploitatie<br />
<strong>Cross</strong> Advertising<br />
010–7421023 of gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />
nederlands tijdschrift voor heelkunde - jaargang 20 - nummer 9 - december 2011
De nieuwe uitgever advertenties van <strong>het</strong> NTvH is:<br />
websites<br />
slogans<br />
brochures<br />
folders<br />
Kammeijer Communicatie<br />
naamgevingen<br />
communicatieplannen<br />
journalistiek<br />
tijdschriften<br />
uw NTvH<br />
redactie<br />
Korte Walsteeg 2 8051 EG Hattem T 038.707 81 20 M 06.19 188 226 E vkammeijer@kamcom.nl www.kamcom.nl<br />
ABN AMRO Bank 59.86.90.654 V.R. Kammeijer.Hattem Fiscaal nummer NL1399.38.965.B01<br />
<br />
Kammeijer Communicatie, uitgever van <strong>het</strong> NTvH