03.05.2013 Views

dpo_4835.pdf

dpo_4835.pdf

dpo_4835.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

D E<br />

A F V A L<br />

."DER<br />

NEDERLANDEN.


268 LM<br />

G E S C H I E D E N I S<br />

V A N D E N<br />

A F V A L<br />

D E R<br />

V E R E E N I G D E<br />

NEDERLANDEN<br />

V A N DE<br />

SPAANSCHE REGERING,<br />

UIT HET HOOGDUITSCH<br />

V A N<br />

FREDRIK SCHILLER.<br />

( Dienende tot opheldering van dit vak in de<br />

Viderlandfche Historie, )<br />

E E R S T E D E E L .<br />

*<br />

TE AMSTERDAM, BY<br />

JOHANNES ALLART.<br />

MDCCX.CI.


GESCHIEDENIS<br />

VAN DEN<br />

A F V A L<br />

DER<br />

[VERENIGDE NEDERLANDEN;<br />

SPAANSCHE REGERING.<br />

E E R S T E BOEK.<br />

I N L E I D I N G .<br />

Onder de merkwaardige gebeurenisfen, I.<br />

welke de Zestiende Ecu zo zeer boven BOEK.<br />

andere hebben doen uitblinken, verdient, »<br />

mijns bedunkens, de Grondvesting der<br />

Nederlandfche Vrijheid een aanzienlijke<br />

plaats. Immers, indien de fchitterende<br />

daden van eergierigheid en verderflijke<br />

heerschzügt regtmatige aanfpraak óp onze<br />

verwondering hebben, hoe veel meer dan<br />

ene gebeurenis, waarin men de verdrukte<br />

mcnfchclijkheid ziet worftelen om hare<br />

edellte regten te befchermen; terwijl mef<br />

I. DEEL. A<br />

VAN DE


ï.<br />

BOEK.<br />

fl DE AFVAL DEft,<br />

de goede zaak zig ongewone kragten ver«<br />

enigen, en de hulpmiddelen van beradeii<br />

wanhoop over de gedugte kunften der<br />

dwingelandij in enen ongelrjken ftrijd zegevierem<br />

Groot en bemoedigend is het<br />

gedagt, dat 'er tegen de trotfchc aanmatigingen<br />

van Vorstelijke magt eindelijk nog<br />

ene hulp voorhanden is 5 dat derzelver<br />

best overlegde ontwerpen tegen de menfchelijke<br />

vrijheid in duigen kunnen fpatten;<br />

dat een kloekmoedige tegenftand den<br />

opgeheven arm eens Geweldenaars kan<br />

doen bukken, en manlijke Itandvastigheid<br />

deszelfs fchriklijke hulpmiddelen ten laat*<br />

•ften uitputten. Nooit trof mij deze waarheid<br />

zo levendig r als bij de Gefchiedenis<br />

van dien gedenkwaardigen Opfland, waardoor<br />

de Verenigde Nederlanden voor altoos<br />

van de Spaanfche Kroon wierden afgefcheurd;<br />

en het fcheen mij wel der 7<br />

moeite waardig te beproeven , dit fchone<br />

gedenkteken van burgerlijke kragt voor<br />

het oog der wereld op te rigten ; ten<br />

einde in het hart mijner Lezeren een aangenaam<br />

gevoel van zig zeiven te verwekken<br />

, en een nieu, onwedeifpreeklijk bewijs<br />

aan den dag te brengen , wat menfchen<br />

voor de goede zaak durven wagen.,<br />

en door eendragt in ftaat zijn uit te voeten.<br />

't Is geenszins het buitengewone,. of<br />

het eigenlijk zo genoemde heldhaftige dezer<br />

gebeurenis, dat mij noopte om dezelve<br />

te befchrijven. De Jaarboeken<br />

des menschdoms hebben ons meer ondeï~


KEDÉRLANDrER 5<br />

nemingen van dien aart nagelaten, welke<br />

zig in den aanleg nog ftouter, en in<br />

de uitvoering nog glansrijker vertonen.<br />

Men zag meer dan énen Staat met enen<br />

gedugten flag nederploffcn , en andere<br />

met ene verheven vlugt oprijzen; Men<br />

verwagte hier ook gene van die zeldfame,<br />

reusagtige menfchen, gene dier ver-<br />

Dazende daden, welke in de Gefchiedenis<br />

van vroeger tijden zo menigvuldig<br />

Voorkomen. Die tijden zijn geweest;<br />

zulke menfchen zyn 'er niet meer. In<br />

den zagten fchoot der bcfchaafdheid zijn<br />

die kragtcn in flaap geraakt ^ welke in die<br />

oude tijden werkten, en voor dezelve<br />

noodzakelijk waren. Met vernederende<br />

verwondering btfchonwcn wij tans die<br />

reuzen-beelden, even als een verzwakte<br />

grijzaart de manlijke oefeningen der jeugd<br />

tóchout. Maar zo is het niet gelegen<br />

met de Gebeurenis, waarvan wij fpreken*<br />

Her Volk, dat wij hier op het toneeJ<br />

zien verfchijnen, was het vrcedfaamfte<br />

•cart den aardbodem, en minder, dan alle<br />

zijne naburen, vatbaar voor dien heldengeest<br />

, die zelfs aan de geringfte bedrijven<br />

een verhevener vlugt geeft. De<br />

nooddwang der omftandigheden deed het<br />

zijn eigen kragt gevoelen , en voor<br />

enen rijd ene grootheid aannemen,<br />

welke het anders niet zoüde gehad<br />

hebben, en .mogelijk nimmer zal wederkrijgen.<br />

De kragt derhalven, waarmede<br />

hetzelve gewerkt heeft, is onder<br />

«ns niet verloren; de gelukkige uitflagy<br />

A *<br />

t<br />

BOEK,


4 DE AFVAL DER<br />

l waarmede deszelfs hachlijke onderneming<br />

6 O EK. bekroond wierd, is ook ons niet ontzegd,<br />

wanneer eens zulke tijden wederkeerden,<br />

en gelijke omftandigheden ons tot gelijke<br />

daden riepen. Het is dus juist het mangel<br />

aan heldengrootheid, welk deze Gebeurenis<br />

bijzonder en leerzaam doet zijn;<br />

en daar anderen hun werk 'er van maken<br />

, om de overmagt van het vernuft<br />

boven het geval te betogen, heb ik<br />

mij voorgefteld een tafereel op te han-*<br />

gen, waarin de nood aan het vernuft leven<br />

gaf, en het geval helden vormde.<br />

Had men ooit vrijheid, om in menfchelijke<br />

zaken ene hoger Voorzienigheid<br />

te brengen, men had die zekerlijk<br />

bij deze gefchiedenis: zo zeer fchijnt<br />

dezelve tegen alle rede en tegen alle<br />

ondervinding aan te lopen. FILIPS DE<br />

T w E D E , de magrigfle Vorst van zijnen<br />

tijd; wiens gedugte overmagt geheel Europa<br />

dreigde te verflinden ; wiens fchatten<br />

den verenigden rijkdom van • alle<br />

Christen - Mogendheden overtroffen; wiens<br />

vloten in alle zcën het meeflerfchap voerden<br />

; — een Vorst, aan wiens gevaarlijke<br />

oogmerken talrijke legers ten dienfte<br />

tonden; legers, welke door lange en<br />

bloedige oorlogen, en door ene Romein-<br />

"che krijgstugt gehard, door enen geest<br />

/an volks - hoogmoed gedreven , en door<br />

i le herinnering aan behaalde overwinnin­<br />

I gen aangefpoord, op eer en buit vlam-<br />

» len , en zig onder den ondernemenden<br />

;eest van hunne. Hoofden als gedienfiige<br />

i


NEDERLANDEN. S<br />

leden beweegden: — deze gedugte Vorst,<br />

onveranderlijk overgegeven aan één halftarrig<br />

, voornemen ; aan éne onderneming,<br />

die den rustelozen arbeid van zijne<br />

gehele regering uitmaakte; en alle deze<br />

fchrikbarende middelen op een enig<br />

doel gerigt, 't welk hij nogtans ten laatften<br />

, aan den avond yan zijn leven, zonder<br />

het bereikt te hebben , moet opgeven!<br />

— Dezen FILIPS DE TWEDE zien<br />

wij met ene zwakke Natie in enen oorlog,<br />

welken hij niet kan ten einde brengen.<br />

En met welk ene Natie? Hier, een<br />

vredelievend Volk van Visfchers en Herders,<br />

neêrgezeten in enen vergeten hoek van<br />

Europa, welken het met grote moeite<br />

den golven ontweldigd heeft; een volk,<br />

voor welk de Zee zijn beftaan, zijn rijkdom<br />

, en zijne plaag is; welks hoogde<br />

goed zijne vrijwillige armoede, welks<br />

roem zijne deugd is. Daar, een goedaartig,<br />

befchaafd , handeldryvcnd Volk,<br />

in ruimte levende van de welige vrugten<br />

ener gezegende vlijt; wakende voor wetten<br />

, welke hunne weldocnfters waren.<br />

Te midden van de gelukkige rust des<br />

voorfpoeds begeven zij zich buiten den<br />

kleinen kring hunner behoeften , en beginnen<br />

naar hoger voldoening te haken.<br />

De nieuwe waarheid, welke tans over Europa<br />

begon op te dagen, fchiet enen<br />

yrugtbaarmakenden ftraal in deze gunstige<br />

lugtftreck, en met blijdfehap ontvangt<br />

de vrije burger het licht, waarvoor<br />

onderdrukte , treurige Haven zig verfchui»<br />

A 3<br />

I.<br />

BOEK.


6 DE AFVAL DER.<br />

t len. Een losfe vrolijkheid, veelal her<br />

flOEK. gevolg van overvloed en vrijheid, noopc<br />

hen om het gezag van verjaarde begrippen<br />

te toetfen , en enen fchandelijken keten<br />

te verbreken. De harde tugtroede<br />

der Dwingelandij wankt boven hunne hoofden<br />

; een willekeurig geweld dreigt de<br />

grondzuilen van hun geluk om ver te<br />

fmijten; hij, die de Handhaver hunner<br />

wetten moest zijn, wordt hun Tijran.<br />

Eenvoudig in hunne ftaatkunde, zo wel<br />

als in hunne zeden, durven zy het wagen<br />

Dm zig op een verouderd verdrag te beroepen,<br />

en den Heer der beide Indien om<br />

bet regt der Natuur aan te fpreken. Een<br />

ïaam beflist de geheele uitkomst der dingen.<br />

Men noemde te Madrid oproer,<br />

vat te Brusfel flegts ene wettige handelvijze<br />

heette : de bezwaren van Braband<br />

'orderden enen wijzen Staatsman tot middeaar;<br />

FILIPS DE TWEDE zond enen beul;<br />

n daarmede werd het teken tot den oor-,<br />

3g gegeven. Een dwingelandij zonder<br />

*\ oorbeeld tast leven en bezittingen aan.<br />

1 )e wanhopige burger , wien flegts tusf<br />

:hen twe zoorten van dood de keus werd<br />

É elaten, kiest den edelen dood op het<br />

1 agveld. Een welvarend, vrolijk Volk<br />

E emint den vrede, maar het wordt oori<<br />

)gzugtig, wanneer het arm wordt. Het<br />

b ekommert zig nu niet langer om een iev<br />

:n, dat alles, wat begerenswaardig is,<br />

JT oet derven. De woede des oproers flaat<br />

O' rer tot in de verst afgelegen gewesten;<br />

«del en verkering Haan ffilj de fchepe*<br />

5i;


NEDERLANDEN. ?<br />

^ontwijken de havens; de handwerksman<br />

yerlaat zijn werkplaats, de landman de<br />

verwoeste velden. Duizenden nemen de<br />

vlugt naar vreemde landen ; duizenden<br />

laten hun leven op het moordfchavot,<br />

en nieuwe duizenden vervangen dezelven:<br />

Godlijk tog moet ene leer zijn , waarvoor<br />

men zo rustig kan fterven. 'Er ontbreekt<br />

nu nog de laatfte hand, om het werk<br />

te voltoojen : de verlichte, ondernemendegeest,<br />

welke met dit gewigtige tijdftip<br />

weet voordeel te doen, en de vrugt van<br />

?<br />

t geval tQt een plan van wijsheid ce<br />

vormen.<br />

WILLEM, DE ZWIJGER, een twede<br />

MÜTUS, trekt zig de grote zaak der Vrijheid<br />

aan. Boven een vreesagtig eigenbelang<br />

verheven, zegt hij den troon alle ftrafbaare<br />

pligten op; ontdoet zig van den luister<br />

zijns Vorftelijken rangs; vernedert zig tot<br />

ene vrijwillige armoede, en is niets meer<br />

*lan een Burger der Wereld. Pe goede<br />

zaak wordt aan den hachlijken kans des<br />

oorlogs gewaagd: maar een opgeraapte<br />

hoop huurelingen is tegen de gedugte aanvallen<br />

ener geoefende krijgsmagt niet heiland.<br />

Twemaal voert hij zijne moedeloze<br />

benden tegen den Dwingeland aan 3<br />

twemaal begeven zij hem; maar zijn moed<br />

begeeft hem niet. FILIPS zendt hem<br />

telkens zo veel verfterking toe , als zij<br />

ne gruwelijke fchraapzugt bedelaars maakt,<br />

Ballingen, uit hun vaderland gevlugt, zoe<<br />

ken een ander vaderland ter zee, en verzadiging<br />

van wraak en honger ann de,<br />

A 4<br />

1.<br />

EOEICo


t<br />

8 DE AFVAL DER<br />

fchepen van hunnen vijand. Weldra wor­<br />

TOEK den Zeefchuimers in Zeehelden hervormd-<br />

, uit eenen hoop Rooffchcpen ontflaat een<br />

Zeemagt; en uit Moerasfen verheft zig<br />

ene Republiek. Zeven Gewesten verbreken<br />

te gelijk hunne banden , en maken<br />

enen nieuwen jeugdigen Staat uit,<br />

magtig door eendragt, door zijne wateren<br />

en door wanhoop. Een plegtige uitfpraak<br />

der Natie ontzet den Dwingeland<br />

van den troon ; de Spaanfche naam verdwijnt<br />

uit alle wetten. Nu is 'er een<br />

ftap gedaan, waarvoor gene vergiffenis<br />

meer te vinden is; de nieuwe Republiek<br />

wordt gedugt, om dat zij niet weder te<br />

rug kan gaan. Partijfchappen rukken hare<br />

banden los ; zelfs haar vreeslijk element,<br />

de Zee, met haren Onderdrukker<br />

als t ware zamenfpannende , dreigt<br />

Jaar zwak begin enen vroegtijdigen on-<br />

( iergang. Zij gevoelt hare kragten voor<br />

'< le overmagt haars Vijands bezwijken , en<br />

1 verpt zig biddende neder voor de mag.<br />

\ igfte Tronen van Europa, om ene op-<br />

1 >ermagt weg te fchenken, welke zij niet<br />

m befchermen. Na vele vrugteloze aan­<br />

1 keken, (zo veragtelijk was deze Repu-<br />

»hek m hare opkomst, dat zelfs de heb-<br />

l ugt van andere Koningen die jonge<br />

»loem verfmaadde,) gelukt het haar ein-<br />

l elijk , hare gevaarlijke Kroon enen<br />

t Vreemdeling op te dringen. Nieuwe ftra-<br />

! ;n van hoop beuren haren kwijnenden<br />

I i©ed weder op: maar het noodlot gaf<br />

r aar in dezen nieuwen Landsvader enen<br />

i


NEDERLANDEN, 9<br />

Verrader; en in den dringendften nood,<br />

terwijl de onverbidlijke vijand voor de<br />

poorten Is, tast KAREL VAN ANJOU de<br />

vrijheid aan, tot welker befcherming hij<br />

was ingeroepen. Daarceboven wordt door<br />

een moorddadige hand de Stuurman van<br />

het roer gerukt. Nu fchijnt haar noodlot<br />

beflist; in WILLEM VAN ORANJE haar<br />

enige Schuts-Engel verloren: maar het<br />

fchip vliegt tegen den itorm in , en heeft<br />

des Stuurmans hulpe niet meer nodig.<br />

FILIPS ziet de vrugt verloren van ene<br />

daad, welke hem zijn Vorflelijke eer<br />

kostte , en misfchien niet weinig de hei.<br />

melijke trotschheid van zijn gemoed<br />

vernederde. Hardnekkig en met enen<br />

twijfelagtigen uitflag worftelt de Vrijheid<br />

met de Dwingelandij; 'er vallen bloedige<br />

veldflagen voor; een edele rij van Hek<br />

den vervangt elkander op het veld der<br />

eer; Vlaanderen en Braband waren de<br />

fchool, welke voor de volgende eeuwen<br />

veldheren kweekte. Een langdurige verderflijke<br />

oorlog verwoestte den zegen der<br />

velden ; overwinnaar en overwonnenen<br />

vernielden elkander, terwijl de opkomende<br />

Water-Staat de vlugtende nijverheid in<br />

zijnen fchoot lokte, en op de puinhopen<br />

zijner naburen het heerlijke gebou zijner<br />

grootheid vestigde. Veertig jaren duurde<br />

een oorlog, wiens gelukkig einde het<br />

dervend oog van FILIPS niet verheugde; die<br />

een Paradijs in Europa vernielde, en uit<br />

deszelfs puinhopen een ander deed opkomen;<br />

die den bloem der krijgshaftige<br />

A 5<br />

r.<br />

BOEK,


I.<br />

BOEK.<br />

I© DL' AFVAL DEK.<br />

jeugd bedorf, een geheel wereld-deel verrijkte<br />

, en den bezitter van het goudrijke<br />

Peru arm maakte. Deze Vorst, welke,<br />

.zonder zijn land te drukken, negen honderd<br />

tonnen gouds jaarlijks konde verfpillen;<br />

die nog veel meer door de kunften der<br />

dwingelandij afperste; bezwaarde zijn ontvolkt<br />

land met een fchuld van honderd en<br />

veertig millioenen dukaten. Een onverzoenlijke<br />

haat tegen de vrijheid ver-<br />

flond alle die fchatten, en krenkte nutteloos<br />

zijn Koninglijk leven ; maai -<br />

de<br />

Hervorming groeide aan onder de verwoestingen<br />

van zijn zwaard, en de nieuwe<br />

Republiek Hak uit burgerbloed hare<br />

zegevanen om hoog. Deze ongewone<br />

zwaai der dingen fchijnt zeer nabij<br />

aan een wonder te komen; doch vele<br />

omftandigheden liepen 'er te zamen, om<br />

de magt des Konings te fnuiken, en de<br />

opkomst van den nieuwen Staat te begunfti*<br />

gen. Ware het gehele gewigt van zijne<br />

magt op de Verenigde Gewesten nedergeftort,<br />

het zonde met hunnen Godsdienst<br />

en hunne Vrijheid gedaan zijn geweest.<br />

Doch zijne eigene eergierigheid kwam hunne<br />

zwakheid te hulp, daar deeze hein noodzaakte<br />

zijne magt te verdelen. Door de kostba?<br />

re ftaatkunde, om in alle Kabinetten van<br />

Europa verfpieders te onderhouden ; door<br />

het onderfteunen van de Franfcbe Ligue;<br />

door den opffand der Moren in Granada;<br />

de Verovering van Portugal, en den bon<br />

?an het pragtige Eskuriaal, werden zij*<br />

AS, zo het fcheen, onmetelijke fchattea


NEDERLANDEN. ft<br />

aitgeput, 't welk hem buiten ftaat ftelde<br />

om niet ernst en nadruk in het veld te E<br />

handelen. De Duitfche en ltaliaanfche „<br />

krijgsbenden, welke zig alleen op hoop<br />

van buit onder zijne banieren hadden begeven<br />

, floegen aan het muiten, omdat<br />

men ophield met haar te betalen, en<br />

verlieten troulooslijk hunnen Veldheer in<br />

het beflisfende ogenblik , toen zij hem van<br />

dienst moesten zijn. Deze gedugte werktuigen<br />

der onderdrukking keerden nu<br />

hunne gevaarlijke magt tegen hem zclvai,<br />

en woedden vijandlijk in die Gewesten<br />

, welke hem getrou gebleven waren.<br />

De ongelukkige uitrusting tegen Groot-<br />

Bnttanje , waaraan hij, als een dolle fpeïer,<br />

het gehele vermogen van zijn Rijk<br />

Waagde , voltooide zijne verzwakking ;<br />

niet de Onvcrwinnelijke Vloot gingen de<br />

fchattingen der beide Indien , en de kern<br />

der Spaanfche Kri'gsmagt verloren.<br />

Dog juist naarmate dat de Spaanfche<br />

magt verzwakte , nam de Republiek toe<br />

in kragt en bloei, Het verlies, welk de<br />

nieuwe Godsdienst, de dwingelandij der<br />

Inquifitie, de woedende roofzugt der<br />

zoldaten , de verwoestingen van enen<br />

langdurigen oorlog , onophoudelijk in<br />

Braband , Vlaanderen en Henegouwen,<br />

de wapenplaatfcn en voorraadkamers van<br />

dezen kostbaren Oorlog, veroorzaakten,<br />

maakte het natuurlijkerwijze van jaar<br />

tot jaar bezwaarlijker, de legermagt te<br />

onderhouden en aan te vullen. De<br />

Katholijke Nederlanden hadden reeds een<br />

sniUioen burgers verloren, en de plat-<br />

g<br />

OEIC,


SOEK<br />

13 DE AFVAL DER<br />

getrapte velden verfchaften geen onderhoud<br />

meer aan hunne bouwers. Span-<br />

, je zelf kon weinig volk meer leveren.<br />

Dit Land, fchielijk tot voorfpoed op.<br />

genegen, waarvan ledigheid een gevolg<br />

was, had zeer veel in zijne bevolking<br />

geleden, en kon de verzendingen van men.<br />

fchen naar de Nieuwe Wereld en de Nederlanden<br />

niet lang uithouden. Weinigen<br />

van deze menfchen zagen hun Vaderland<br />

weder ; en deze weinigen hadden hetzelve<br />

als jongelingen verlaten, en kwamen<br />

nu als verzwakte grijzaarts weder. Het<br />

goud, gemener geworden, maakte de zolda.<br />

ten fteeds duurder. De hand over hand toenemende<br />

bekoorelijkheid der weelde maakte<br />

de tegengeftelde deugden fchaarfer. Ge.<br />

heel anders was het met de Nederlanders<br />

gelegen. Alle die duizenden, welken de<br />

wreedheid van 'sKonings Stadhouder uit<br />

de Zuidelijke Nederlanden, de vervolging<br />

der Hugenoten uit Frankryk , en de gewetensdwang<br />

uit andere landen van Euro.<br />

pa verdreyen, kwamen tot hun over. De<br />

gantfche Christen-wereld was hunne werf.<br />

plaats. De geestdrijverij zo wel van den<br />

vervolger, als van de vervolgden, werkte<br />

hun in de handen. De geestvervoeren.<br />

de drift ener nieu verkondigde Leer, de<br />

wraakzugt, de honger en de wanhoop<br />

trokken uit alle oorden van Europa geluk,<br />

zoekers onder hunne banieren. Alles,<br />

wat voor de Nieuwe Leer gewonnen was;<br />

wat van overheerfching geleden, of in<br />

het toekomende daarvoor te vreezen had,<br />

was ene wezenlijke aanwinst voor deze


NEDERLANDEN.<br />

nieuwe Republiek. Elke mishandeling, I.<br />

van enen Dwingeland geleden, gaf het BOEK.'<br />

Burgerregt in Holland. Alles vloeide toe<br />

naar een land, waar de Vrijheid haren<br />

heuchlijken ftanderd had geplant, waar<br />

de gebannen Godsdienst op agting, veiligheid,<br />

en wraak aan zijne onderdrukkers<br />

ftaat konde maken. Wanneer wij den toevloed<br />

van alle Volken in het tegenwoordige<br />

Holland befchouwen, welke bij hunne<br />

intrede binnen deszelfs grondgebied hunne<br />

regten als menfchen wederkrijgen, dan<br />

kan men zig verbeelden , hoe het toen<br />

gefield was, toen het gehele overige Europa<br />

nog onder enen beklaaglijken gewetensdwang<br />

zugtte; toen Amflerdam bijna<br />

de enige vrijplaats voor alle gevoelens<br />

was. Vele honderden huisgezinnen borgen<br />

hunne rijkdommen in een Land, dat<br />

door den Oceaan en de Eendragt tevens<br />

befchermd werd. Het Republikeinfche Leger<br />

werd voltallig, zonder dat men nodig<br />

had handen aan den ploeg te onttrekken.<br />

Te midden van het gedruis der<br />

wapenen bloeiden handel en nering, en<br />

de geruste burger genoot bij voorraad alle<br />

de vrugten der vrijheid, die met vreemd<br />

bloed eerst bevogten wierd. Ten zelfden<br />

tijde, toen de Republiek nog worflelde<br />

om tot fland te komen, breidde zij<br />

de grenzen van haar gebied over dei]<br />

Oceaan uit, en boude in flilte aan hare<br />

Oost-Indifche tronen.<br />

Nog meer: Spanje voerde dezen oorlog<br />

met onvrugtbaar, dood goud, dat niet<br />

weêr te rug kwam in de hand van hem ;


.<br />

*4 DE AFVAL DER<br />

die het uitgaf, maar dat den prils van alle<br />

BOEK . noodwendigheden in Europa deed fteige-<br />

- ren. De fchatkamcren der Republiek waren<br />

Nijverheid en' Koophandel. Het eerfte<br />

Verminderde, de laatfh vermeerderde door<br />

den tijd. , Juist naarmate dat de hulpbronnen<br />

der Regering bi} den langdurigen<br />

oorlog uitgeput werden, begon de<br />

Republiek eigenlijk haren oogst in tezamelen.<br />

Het was een gezaai, dat wel<br />

wat laat, maar' honderdvoudig wedergaf;<br />

de boom daartegen , van welken<br />

FILIPS zig vrugten afrukte, was een afgehouwen<br />

tronk , die nooit weder groende.<br />

Het ongunlrigë noodlot van FILIPS wiU<br />

de, dat juist alle die fchatten , welken hij<br />

ten ondergang der Nederlanden verfpilde ,<br />

dienden om dezelven nog rijker te maken.<br />

De ftceds vlietende llfoom van het Spaanfche<br />

goud had rijkdom en weelde door<br />

geheel Europa verfprcid; maar Europa<br />

ontving zijne vermeerderde benodigdheden<br />

grotendeels uit de handen der Nederlanders<br />

, welke destijds van den handel der<br />

gehele wereld meester waren, en den prijs,<br />

van alle waren bepaalden. FILIPS was niet<br />

in Haatom, gedurende dezen oorlog- r<br />

den handel der Republiek met zijne<br />

Qnderdaanen te beletten; zelfs was dit<br />

zijn zaak niet. Hij zelf betaalde hun<br />

ie kosten Van hunne verdediging; want<br />

:1e oorlog» welke hen verderven moest,<br />

vermeerderde den aftrek hunner waaren.<br />

De ontzaehlijke zoramen, welke aan<br />

ïijne vloten en legers beftccd werden*-


NEDERLANDEN. 15<br />

kwamen merendeels in de fchatkamer van<br />

de Republiek , die met de Vlaamfche<br />

en Brabandfche Handelfteden verbonden<br />

was. Al wat FILIPS tegen de Nederlanders<br />

ondernam , werkte middelbaar<br />

vóór bun. Hij vermogt niets tegen dezen<br />

Vijand, om dat hij deszelfs land<br />

niet door enen muur konde affluiten. Alle<br />

die onnoemelijke fehatten, in enen<br />

veertigjarigen oorlog verfpild, waren in de<br />

vaten der Danaïden gegoten, en in een'<br />

grondelozen put verzonken.<br />

De trage voordgang van dezen oorlog<br />

deed den Koning van Spanje even zo veel<br />

fchade, als zij den Nederlanderen voordeel<br />

aanbragt. Zijne legermagt was voor het<br />

grootfle gedeelte zamengefteld uit het<br />

overblijffel van die overwinnende benden,<br />

welke onder KAREL DEN VIJFDEN<br />

hunne laurieren geplukt hadden. Een veeljarige<br />

dienst gaf hun regt tot rust: velen<br />

hunner, weiken de oorlog verrijkt<br />

had, verlangden vol ongedulds hunne<br />

feaardfteden weder te Zien, en de overige<br />

dagen van een afgefloofd leven in<br />

gemak te eindigen. Hun vorige ijver»<br />

hun heldenvuur en hunne krijgstugt, verfiaauden,<br />

naarmate dat zij rekenden aan<br />

eer en pligt voldaan te hebben, en de<br />

vrugten van zo vele veldtogten eindelijk<br />

begonnen in te zamelen. Hier kwam bij,<br />

dat lieden, welke gewoon waren, door de<br />

Woede hunner aanvallen eiken tegenfland<br />

te overwinnen, verdriet moesten krijgen<br />

h\ enen oorlog, die meer tegen elemen*<br />

r.<br />

BOEKi


I.<br />

H O E K<br />

IS OE AFVAL DËR<br />

ten, dan tegen menfchen gevoerd wierdi<br />

. meer het geduld oefende, dan de begeerte<br />

- naar roem verzadigde ; waarbij men minder<br />

met gevaar, dan met zwarigheden<br />

en gebrek te itrijden had. Noch hun<br />

moed, noch hunne langdurige ondervinding<br />

konden hun te ftade komen in eert<br />

Land, welks natuurlijke gefteldheid vaak<br />

den lafharrigften der inborelingen voordelen<br />

op hun deed behalen. Op enert<br />

vreemden bodem eindelijk, kwam één nederlaag<br />

hun duurder te Haan, dan vele<br />

overwinningen op enen vijand, welke<br />

hier t'huis was, hun voordeel konden<br />

doen. Bij de Nederlanders had juist het<br />

tegengeftelde plaats. In enen zo langdungen<br />

oorlog, waarin geen beflisfende flag<br />

voorviel, moest de zwakker vijand ten<br />

jaatften van den flerker leren; moesten<br />

kleine nederlagen hen aan het gevaar gewennen<br />

, kleine overwinningen hunnen<br />

moed aanvuren. Bij den aanvang van den<br />

burger-oorlog had de legermagt der Republiek<br />

zig naaulijks voor de Spaanfche in<br />

t veld durven vertonen; maar de langdurigheid<br />

van denzelven oefende haren moed<br />

en hare kragten. Gelijk 'sKonings legers<br />

verdriet in het ftrijden kregen, zo nam<br />

het vertrouwen der Nederlanderen met hunne<br />

verbeterde krijgstugt en ondervinding<br />

toe. Eindelijk , na dat een halve eeu<br />

verlopen was, gingen meesters en leerlingen,<br />

zonder overwonnen te hebben,<br />

als gelyke Kampvechters, uit elkander.<br />

Ook


NEDERLANDEN. \y<br />

Ook Werd 'er in den gehelen loop de- ï.<br />

èes oorlogs van den kant der Nederlande­ BOES.<br />

ren meer geregeld en eenftemmig gehandeld,<br />

dan van den kant des Koning.?.<br />

Voor dat de eerstgenocmden hun eerite<br />

Hoofd verloren, was het beftuur der Nederlanden<br />

door niet minder dan vijf verfcheidene<br />

handen gegaan. De- befluiteloosheid<br />

der Hcrtoginnc VAN PA^MA bragt het<br />

Kabinet van Madrid in verwarring, en liet<br />

hetzelve binnen korten tijd bijna alle ftaatsregelen<br />

doorlopen. Dc onbuigfame gcllrenghcid<br />

des Hertogen van A L B A , dc zagtheid<br />

van zijnen opvolger REQUESENS, de listen<br />

en ftreken van Don j u AN VAN OOS­<br />

TENRIJK, en de levendige en krijgshaftige<br />

geest desPrinfen VAN PARMA, gaven aan<br />

dezen oorlog even Zo vele tegenflrijdige lig*<br />

tingen ; terwijl het ontwerp' des Afvals in<br />

het enige hoofd, waarin het klaar cn duidelijk<br />

huisvestte, ilceds het zelfde bleef.<br />

De grootfte misflag was, dat men altoos het<br />

tijdftip verzuimde, waarin men van zijne<br />

grondregels gebruik moest maken. In 't.<br />

begin van den opftand, toen de overmagt<br />

ogenfchijnlijk nog aan de zijde des Ko~<br />

nings was; toen een fpoedig befluit eit<br />

manlijke ftandvastigheid deii opltand in<br />

zijne geboorte hadden kunnen fmoren,<br />

liet men den teugel des beftuurs in<br />

de handen ener vrouwe flaplijk heen en<br />

tveder flingeren. Nadat de opftand<br />

werkelijk Was uitgeborfren , de kragten<br />

des Konings en der Tegenpartij reeds<br />

meer elkander evenaarden , en ene ver*<br />

I. DEEL, g


I.<br />

*OEK.<br />

l8 DE AFVAL DËtt<br />

ftandige toegeeflijkheid alleen den nakerm<br />

den burger-oorlog konde afweren, viet<br />

het Stadhouderfchap enen man te beurt ?<br />

wien juist deze enige deugd tot dien post<br />

ontbrak. Enen zo waakzamen opziener,<br />

als WILLEM DE ZWIJGER was, ontging<br />

geen van die voordelen , welke hem<br />

door de verkeerde flaatkunde zijns vijands<br />

aangeboden werden, en met ilille<br />

naarftigheid ftreefde hij langfaam naar<br />

het doel van zijne grote onderneming.<br />

Maar waarom verfcheen FILIPS DE<br />

TWEDE niet zelf in de Nederlanden ?<br />

Waarom wilde hij liever alle onnatuurlijke<br />

middelen uitputten, om flegts het enige<br />

niet te beproeven, dat niet misfen konde?<br />

Om de bukenfporïge magt des Adels<br />

te fnuiken, was 'er geen natuurlijker<br />

middel , dan de perfoonlijke tegenwoordigheid<br />

van den Heer. Bij de Hoogheid<br />

zelve moest alle grootheid van bijzondere<br />

perfonen dalen , alle ander aanzien<br />

verdwijnen. In plaats dat nu de<br />

waarheid door zo vele onzuivere kanalen<br />

langfaam en troebel naar den ver afgelegen<br />

troon vloeide , en de dralende<br />

tegenweer aan het werk des gevals tijd<br />

gunde om tot een werk van verftand<br />

te rijpen , zoude zijn eigen fcherpziend<br />

oog waarheid van dwalingen hebben<br />

•onderfcheiden; niet zijne menschlievendheid,<br />

maar alleen bedaarde Staatkunde<br />

zou den lande een millioen Burgers befpaard<br />

hebben. De Plakaten, hoe nader<br />

2ij aan hunne bron waren, zouden des


NEDERLANDEN; ïa<br />

ïe kragtiger zijn geweest, en de pijlen<br />

des opflands, hoe nader aan hun doel, BOEK.<br />

waren des te kragtelozer en zagter neergekomen.<br />

Het kost oneindig meer het<br />

kwaad, dat men tegen enen afwezigen<br />

vijand ligtelyk beftaan kan, hem in<br />

het aangezicht toe te brengen. De<br />

opfland fcheen in den beginne zelfs<br />

voor zijnen eigen naam te fchrikken , eh<br />

bediende zig enen tijdlang van het kunftig<br />

verzonnen voorwcndfcl, dat men de<br />

zaak van den Souvercin tegen de willekeurige<br />

aanmatigingen zyns Stadhouders<br />

handhaafde. De verfchijning van<br />

FILIPS in Brusfel had op éénmaal van dit<br />

gochelfpel een einde gemaakt. Men had<br />

dan zyn voorgeven moeten nakomen, of<br />

het masker affmijten-, en zig door zijne<br />

ware gedaante veroordelen^ En welke<br />

verligting ware het niet voor de Nederlanden<br />

geweest, bij aldien zijne tegenwoordigheid<br />

hen flegts voor die onheilen<br />

had gefpaard, waarmede zij buiten<br />

zijn weten en tegen zynen wil gedrukt<br />

werden! Welk een voordeel voor<br />

hem zclvcn, al had die tegenwoordigheid<br />

tot niets anders gediend, dan om<br />

het oog te hebben op de uitgave dier<br />

onnoemelijke zommen,- welke, tot de<br />

benodigdheden van den Oorlog onregtmatiglijk<br />

geheven ^ onder de handen zijner<br />

bedienden te zoek raakten! Het geen zijne<br />

Vertegenwoordigers door het onnatuurlijke<br />

middel yan vrees moesten afperfen, h&A<br />

de Vorst in aller gemoederen reeds gef<br />

B 2


ï.<br />

BOEK.<br />

tfö DE AFVAL DÉR<br />

reed gevonden. Het gene de eerstgenoemde!*'<br />

tot voohverpen van haat maakte , had hem,<br />

op zijn hoogst, gevreesd gemaakt: want<br />

het misbruik van aangeboren magt drukt op<br />

Verre na zo fmei'telijk tiiet, als het misbruik<br />

van gegeven magt. Zijne tegenwoordigheid<br />

zou" duizenden behouden<br />

hebben , al ware hij niets anders dan<br />

een huishoudelijk Despoot geweest; en<br />

fchoon hij ook zelfs dat niet ware geweest<br />

, zou dc vrees voor zijnen per-,<br />

foon hem een Landfchap behouden hebben<br />

, dat door den haat en de minagting<br />

voor zijne werktuigen verloren<br />

ging.<br />

Even zo wel, als de onderdrukking<br />

van het Nederlaridfche Volk de gemene<br />

zaak werd van alle menfchen , welke<br />

hunne regten gevoelden , is het te denken<br />

, dat ook de ongehoorzaamheid en<br />

afval dezes Volks alle Vorsten waakfaam<br />

zouden hebben gemaakt, om in de regten<br />

Van hunnen Nabuur hunne eigene te befchermen.<br />

Maar de nijd tegen Spanje<br />

behield voor dit maal het overwigt ovct<br />

het Staatkundige medegevoel , en de voorhaamfte<br />

Mogendheden van Europa begunstigden<br />

, meer of min, 't zy Openbaar of<br />

heimelyk, de zaak der Vrijheid. Keizer<br />

M A X I M I L I A A N D E T W E D E , fcllOOU<br />

door banden van bloedverwantfchap aan<br />

het Huis van Spanje verknogt, gaf billijke<br />

reden tot de befchuldiging, van de<br />

partij der Afvalligen heimelijk toegedaan<br />

te zijn. Door het aanbod van zijne


NEDERLANDEN. Ot<br />

bemiddeling, erkende hij ftilzwijgend enig ï.<br />

regt in hunne bezwaren, 't welk hen j<br />

moest aanmoedigen , om destc ilijver .<br />

daarop te blijven liaan, Onder enen<br />

Keizer, welke het Spaanfche Hof oprcgtclijk<br />

genegen ware geweest, zoude<br />

de Prins VAN ORANJE niet ligtclijk zo<br />

veel manfehap en geld uit Pujtschland<br />

gekregen hebben. Frankrijk , zonder<br />

openlijk en uitdrukkelijk den vrede te<br />

breken , {lelde enen Prins van den bloq?<br />

de aan het hoofd der Nederlanderen,<br />

en de krijgsverrigtingen van dezen werden<br />

grotendeels met Fransch geld en.<br />

volk uitgevoerd. ELIZABET van Engeland<br />

oefende flegts ene gcregtc wraak<br />

en wedervergelding , met de wederfpannigen<br />

tegen hunnen wettigen Heer in hare<br />

befcherming te nemen; en fchoon<br />

eigenlijk hare geringe hulp ten hoogften<br />

daartoe kon dienen , om den gehelen ondergang<br />

der Republiek te verhoeden, was<br />

dit evenwel reeds oneindig veel in een<br />

tijdilip, waarin hui} uitgeputte moed<br />

door hoop alleen nog kon ftaande blijven.<br />

Met deze beide Mogendheden ilond<br />

FILIPS toenmaals nog in een verbond van<br />

Vrede, en beide werden zij zijne Verraders.<br />

Tusfchcn den Herken en den zwakken<br />

is opregtheid dikwijls geen deugd;<br />

m e<br />

hem , die gevreesd wordt, k° n zelden<br />

die fijner banden te ftade, welke gelijken<br />

met huns gelijken verenigen. FILIPS<br />

had zelf de waarheid uit den ftaatkundigen<br />

omgang verbannen , de zedelijkheid 1<br />

B 3<br />

BOEK.


22 DE AFVAL DER<br />

ï. tusfchcn Koningen vernietigd, en List tot-<br />

BOEK, de Godheid van het Kabinet gemaakt.<br />

Zonder zig ooit regt over zijne meerderheid<br />

te verheugen, moest hij zijn gehele<br />

leven worftélen met den nijd, welken zij<br />

hem bij anderen verwekte. Europa liet<br />

Jhem boeten voor het misbruik van een<br />

magt, waarvan hij inderdaad nooit het<br />

yolkomen gebruik had gehad,<br />

Wanneer men tegen de ongelijke magt<br />

van beide Partijen, welke ons in den<br />

eerden opflag zo zeer verbaast, alle de<br />

toevallen in rekening brengt, welke ten<br />

j ladele van deze, en ten voordele van<br />

;ene werkten, zo verdwijnt het Boven,<br />

latuurlijke van deze gebeurenis, maar<br />

iet Buitengemene blijft; en dan heeft<br />

pen enen juisten maatdaf gevonden , om<br />

Ie eigenlijke verdiende dezer Republieks-.<br />

jezinden, ten aanzien hunner Vrijheid, te<br />

;unnen opgeven. Men moet egter niet<br />

lenken, dat ene zo naaukeurige berc-<br />

i ening der kragten de onderneming zelve<br />

1: ; voorafgegaan, of dat zij, reeds bij<br />

l et afdeken in deze gevaarlijke zee,<br />

e kust hebben geweten , waaraan zij vcr-<br />

V olgens landden. Met die rijpheid , dout-<br />

h cid en heerlijkheid, waarin dit werk bij<br />

z jne voltoojing praalde, vertoonde het<br />

z g geenszins in-, het plan van zijnen<br />

O ntwerper, even zo weinig als ene vol-,<br />

k amen fcheuring in 't Geloof zich voor-<br />

4 :n geest van L UT HER vertoonde,-toen<br />

ij tegen de Aflaatskraarri opkwam. Welk<br />

m onderfcheid tusfehen den nederigen<br />

I<br />

ï


NEDERLANDER 53*<br />

optogt dier Geuzen te Brusfel , die<br />

om een menschlievende behandeling, als<br />

om een genade, fineken, en de gedugte<br />

Majefteit van enen Vrijen Staat, die<br />

met Koningen, als met zijns gelijken,<br />

in onderhandeling treedt, en in minder<br />

tijds dan een ecu' den troon zijner vorige<br />

Dwingelanden wegfehenkt! De onzigtbare<br />

hand van het noodlot dreef den afgclchoten<br />

pijl in enen hoger kring, en in ene<br />

geheel andere {trekking voord, dan hem<br />

bij het affcMeten gegeven was. In den<br />

fchoot van het gelukkige Braband werd<br />

de Vrijheid geboren , welke, als een<br />

pasgeboren kind aan hare Moeder ontrukt<br />

, het veragtc Holland gelukkig moest<br />

maken. Dog, de onderneming zelve moei<br />

ons daarom niet kleiner toefchijnen, on<br />

dat zij anders uitviel, dan de bedoeling<br />

was geweest. Van deze dwaasheid moes'<br />

ons een gemeenzame omgang met d<<br />

tegenwoordige en verleden wereld ge<br />

nezen hebben. De mensen bewerkt<br />

befchaaft en vormt den ruwen iteen<br />

welken de tijden aanvoeren; tot hem be<br />

hoort het ogenblik en tijdftip, maar he<br />

geval rolt de gebeurenisfen. Indien d<br />

driften, welke zig bij deze gebeuren,<br />

werkfaam betoonden , flegts het wer<br />

niet onwaardig waren, waaraan zij, zor<br />

der het te weten , dienstbaar waren<br />

indien de kragten, welke dezelve hie<br />

pen uitvoeren, en dc enkelde bedrijven<br />

uit welker vereniging dezelve op en<br />

wonderbare wijze ontllond* flegts o<br />

B 4<br />

t<br />

BOEK»<br />

»<br />

i<br />

e P<br />

s '•> i


H DÉ AFVAL DER<br />

zig zelve edele kragten, fchone en gro-<br />

SOEK , te bedrijven waren, dan i s de gebeu-<br />

. rems groot, gewigtig en nuttig voor ons,<br />

en mogen wij over de ftoutc geboorte<br />

van het geval verbaasd ftaan, 0f een<br />

hoger verftand daarin eerbiedigen<br />

De Gefchiedenis der Wereld is zig<br />

zelve gelyk , even als de wetten der Natuur,<br />

en eenvoudig, even als de ziel des<br />

menfchen. De zelfde gegeven onhandigheden<br />

brengen de zelfde verfcnijnfelen<br />

weder voort Op dien eigen grond,"<br />

waarop tans de Nederlanders aan hunne<br />

fcpaanlche Dwingelanden het hoofd boden,<br />

hadden voor vyftienhonderd jaren<br />

Jiunne ftamvaders, de Batavieren en Belgen,<br />

tegen hunne Romeinfche Geweldenaars<br />

geftreden. Dezen, even als genen<br />

onwillig onder enen trotfehen Overheerfcher<br />

ftaande en op gelyke wijze<br />

van roofzugtige Landvoogden mishandeld,<br />

wierpen met gelijke koenheid het flaaf-<br />

[chc juk af, en waagden den kans in<br />

sen even ongelijken ftrijd. De zelfde<br />

! rotschheid van Veroveraars, de zelfde<br />

3 loge vlugt der Natie had plaats in de<br />

i Spanjaarden der zestiende, en in de Ro-<br />

] nemen der eerftc eeu; de zelfde dappcr-<br />

;i ïeid en krijgstugt in beide legers: de<br />

:elfde vrees voor hunne wapenen. Daar.<br />

:icn wij, even als hier, list met over-'<br />

nagt kampen, e n ftandvastigheid, door<br />

'endragt onderfteund, ene ontzaglijke magt<br />

fmatten vvelke zig door verdeling ve?wakt<br />

had. Daar, zo wel als hier,


NEDERLANDEN. &5<br />

ïaa"de bijzondere haat de Natie in het<br />

harnas: een enkeld mensch, voor zijnen<br />

tijd geboren, ontdekt haar het gevaarlijke<br />

geheim harer fterkte, en doet haar verkropt<br />

misnoegen tot ene bloedige verklaring<br />

uitbersten. „ Bekent het Batavieren!"<br />

dus fprak CLAUDIUS CIVILIS zijne medeburgers<br />

in het heilige woud aan, „worden<br />

„ wij van deze Romeinen nog, gelijk voor<br />

„ heen, als Bondgenoten en Vrienden,<br />

* of niet veel meer als Haven behandeld 1<br />

I.<br />

BOE K.<br />

?<br />

" Wij zijn aan hunne Amtenaren en Stc-<br />

„ dehouders overgeleverd, die , nadat zi<br />

'„ zig met ons goed en bloed verzadigc [<br />

i hebben, van anderen worden vervangen<br />

die de zelfde geweldenarij, flegts onde:<br />

„ andere namen , herhalen. Komt 'e<br />

, al eens een Opperbevelhebber, dez<<br />

',' drukt ons door zijn pragtig en kostbaa l<br />

„ gevolg, en door zijnen nog ondraaghj<br />

'„ ker hoogmoed. De wervingen ftaai 1,<br />

weder voor de deur , die Kinders va 1<br />

hunne Ouders, Broeders van elkander<br />

voor altoos af fchcuren, en uwe wal<br />

kere jonge manfehap aan de Romeir<br />

£ fche geilheid ten prooie geven. Tam T<br />

• Batavieren ! is de tijd voor u geborei !.<br />

" Nooit ftond het met Rome zo veeg<br />

als op dit ogenblik. Laat u door di e<br />

„ namen van Legioenen genen fchrik aar i-<br />

jaagen: in hunne Legers vindt men ni< !t<br />

^ dan oude lieden en buit. Wij hebbe n<br />

,', Voetvolk en Ruiterij. De Germane n<br />

„ zijn op onze hand, en de Gallen zij n<br />

gezind om met ons het juk af te werpej h<br />

i 5


ï,<br />

KOEK,<br />

DE AFVAL DER<br />

„ Laat Syrië, en Azie, cn het Oosten,<br />

„ waar men Koningen van noden heeft<br />

hun dienen, 'Er zijn nog onder ons,<br />

„ die geboren zijn, vóór dat men den<br />

„ Romein fchatring betaalde. De Goden<br />

„ houden het met de dapperfteri." Door<br />

enen plegtigen eed wordt de zamenzwemg<br />

gewijd, even als het Verbond der<br />

Geuzen; zij vermomt zig ook looslijk, gelijk<br />

dit, met den grijns van onderdanigheid,<br />

en fchuilt agter de Majefteit eens groten<br />

mams. De benden van CIVILIS zweren<br />

bij den Rhijn trou aan VESPASIAAN<br />

in Syne, gelijk het Bondgenootfchap aan<br />

riLips DEN TWEDEN. De zelfde<br />

ftnjdplaats geeft het zelfde bellek van<br />

verdediging, de zelfde toevlugt voor de<br />

wanhoop aan de hand Beiden vertrouwen<br />

hun weifelend geluk aan een gunftig<br />

element. Iu gelijke benaaudheid redt<br />

CIVILIS door een gemaakte overftromhig<br />

zijn Eiland, gelijk vijftienhonderd jaren later<br />

WILLEM VAN ORANJE de Stad Leijden.<br />

De dapperheid der Batavieren bragt<br />

de zwakheid van de Heren der Wereld aan<br />

den dag, even gelijk de loflijke moed hunner<br />

Naneven de pragtige uittering van<br />

het Spaanfche Rijk voor het OOP- van geheel<br />

Europa ontdekte. De zelfde vindingrijke<br />

geest bij de Legerhoofden van beide<br />

tijdperken doch den Oorlog even zo<br />

hardnekkig voordduren, en bijna even zo<br />

twijfelagtig eindigen. Eén onderfcheid<br />

is -hier egter te vinden: de Romeinen<br />

en Batavieren oorloogden raenfch©.


NEDERLANDEN. %J<br />

lijk, want zij voerden geen'. Oorlog om<br />

den Godsdienst. (*)<br />

Eer wij ons in deze grote Omwenteling<br />

verder begeven, moeten wij enige<br />

fchreden in de oude Gefchiedenis des<br />

Lands te rug gaan, om dien (laat van<br />

zaken, welken wij ten tijde dezer merkwaardige<br />

verandering aantreffen, te zien,<br />

geboren worden.<br />

Het ogenblik, waarin dit Volk in de<br />

Gefchiedenis der Wereld zijne intrede doet,<br />

is het tijdffip van deszelfs ondergang: het<br />

verkreeg zijn Staatkundig beftaan van zij.ne<br />

Overwinnaars. Dit üitgeftrektc gewest,<br />

dat ten Oosten door Duitschland, ten<br />

Zuiden door Frankrijk, ten Noorden en<br />

Westen door de Noordzee bepaald wordt,<br />

De Rhyn<br />

maakte deszelfs grensfeheiding uit. Tei<br />

linkerhand van die Rivier woonden de Belgen:;<br />

aan hare regter hand de Friezen:<br />

en de Batavieren op het Eiland , 't wel!<br />

hare beide armen ten dien tijde met der l<br />

£*) TACITUS. Hiftor. L. IV. V,<br />

(f) J. C/ESAR de Bello GaU. L. ï, TACIÏ<br />

de Mori'bus German. en Hist. L. IV.<br />

BOEK


DE AFVAL DER<br />

ï. Oceaan, vormden (*} Alle deze Natiën<br />

BOEK, werden, de ene na de andere, aan de<br />

Romeinen onderworpen: ondertusfehen geven<br />

hare overwinnaars zelve ons de loffelvk,<br />

fte getmgenisfen van derzelver dapperheid,<br />

De Belgen, fchnjft CAESAR (ö7 warei<br />

de emgften onder de Galjifchc Volken<br />

Welke de inrukkende Tcutonen en Cimbren<br />

van hunne grenzen weerden. De Batavieren<br />

zegt TACXTÜS Cf), overtroffen<br />

m heldenmoed alle volken omftreeks<br />

den R W Dit woeste Volk betaalde<br />

zijne fchatting in zoldaten , en werd van<br />

zijne Overwinnaars, gelijk zwaard, en<br />

P'jl, flegts tot den flag bewaard. De<br />

Romeinen zelve verklaarden de Bataafse<br />

Ruiterij voor het beste gedeelte<br />

ran hun leger. Langen tijd waren zij, ge s f<br />

1<br />

1<br />

1<br />

<<br />

t<br />

ta<br />

»? de Zwitfers, de Lijfwagt der<br />

xomein che Keizers; hun wilde \ioed<br />

rerfchnk/e den Dader , daar zij in volle<br />

vapenmsnng over den Donau zwommen,<br />

Je zelfde Batavieren hadden AGRICOM<br />

»P fijnen togt naar Brittanje verzeld',<br />

n hem in de verovering van dit eiland ge-<br />

C*) Over de oude verdeling dezer landen<br />

raadplege de weetgrage Lezer het voortrede<br />

7*J1A A , l Eerwaardigen Engelberts , ^enaamd<br />

: Aloude Staat en Gefchiedenis der V>r<br />

cenigde Nederlanden. ^<br />

CS) De Bello Gal!,<br />

U) Hisr. L. IV. c. i2.


tiÉ'DERLANDEfi. 2 0<br />

holpen ( * ). Dc Friezen werden het laatst<br />

van allen overwonnen , en heriïelden zig ,<br />

het eerst weder in de vrijheid. De moe- .<br />

rasfen , waarin zij woonden , maakten de<br />

Veroveraars later belust, cn kwamen hun<br />

duurder te ftaan. De Romein D R U S U S ,<br />

Welke in deze oorden den krijg voerde,<br />

«roef een kanaal van den Rhijn m de<br />

Flevo, tans de Zuiderzee, waardoor dc<br />

Romeinfche vloot in dc Noordzee doordrong,<br />

en Uit deze door dc monden vart<br />

de Eems en dc Wczer een' gemakhjker<br />

weg naar het binnenfte van Duitschland<br />

vond (f).<br />

Vier ecuwen lang vinden wij de Batavieren<br />

in de legers der Romeinen, dog<br />

na de tijden van HONORIÜS verdwijnt<br />

dcrzelver naam Uit de Gefchiedenis. Wij<br />

Zien hun eiland overftroomd van dc Franken<br />

, welke zig vervolgens weder in het<br />

naburige Bclgien verliezen. De Friezen<br />

hebben het juk van hunnen verafgelegen<br />

en magtelozen Beheerfchcr verbroken 3<br />

cn komen weder te voorfchijn als ceii vrij<br />

Völk, dat zelf veroveringen maakt, zig<br />

door zijne eigene gebruiken en een over<br />

fchot van Romeinfche wetten beftuurt.<br />

en zijne grenzen tot over den linke)<br />

oever des Rhijns uitbreidt. In 't algemeci<br />

(*)DIONCASS. S. LXIX. TAC. Agric. C. %6.<br />

TAC. Annal. II. 15. .<br />

C§) TACIT. Annnl. II. 8. Su#rbN. P<br />

©aud. Cap. 1. YS» 3,<br />

h<br />

I O K K .<br />

I


3° DÈ AFVAL DElt<br />

i. heeft Friesland onder alle de Gewesten<br />

BOEK . van Nederland het minst van de inval-<br />

• Icn van vreemde volken, van vreemde<br />

gewoonten en wetten geleden* en, eeuwen.<br />

kng, fporen van zijne oorfpronkehjke<br />

gedeldheid , zijnen volksgeest<br />

en zijne zeden behouden, welke noe<br />

ten huidigen dage niet geheel verdwenen<br />

zijn,<br />

Het tijdperk der Volksverhuizingen<br />

Vernietigt den oorfpronkelijken vorm vande<br />

meeste dezer Natiën ; 'er ontdaan andere<br />

vermengingen, en andere inrigtingen-<br />

De deden en legerplaatfen der Romeinen<br />

verdwijnen in de algemene Verwoesting,<br />

en met dezen zo vele gedenktekens van<br />

hunne grote kunst van regeren, door de<br />

Vlijt van vreemde handen voltooid. De<br />

verlatene dijken moeten weder voor de<br />

woede der dromen en den indringenden<br />

Oceaan zwigten. De Wonderen van<br />

menfchen handen , de kundige kanalen-<br />

I Irogen weder uit; de wateren veranderen<br />

ïunnen loop ; het vaste land en de zee<br />

) 'erwarren hunne grenzen * en de natuur<br />

an den grond verandert met zijne be-<br />

j roners. De zamenhang van beide tijden<br />

i :hijnt vernietigd , en met een nieu ge^<br />

{ agt van menfchen begint ene nieuwe<br />

g efchiedenisi<br />

Het Rijk der Franken, dat uit de<br />

P uinhopen van het Romeinfche Galliè'n<br />

O pkwam , had in de zesde en zevende<br />

e ;u alle Nederlandfche gewesten ingeü<br />

M , cn het Christelijke geloof in deze


NEDERLANDEN. gt<br />

Janden gevestigd. Friesland , het' laatite T.<br />

van allen, werd na enen hardnekkigen oor­ BOEK,<br />

log eindelijk door KAREL MARTEL,<br />

die voor het Euangelie met zijne wapenen<br />

den weg baande , der Frarikifche krone onderworpen.<br />

KAREL DÉ GROTE verenigde<br />

alle dezen landen, welke van toen af eert<br />

deel uitmaakten van die uitgebreide Mo-»<br />

narchie, welke deze Veroveraar uitDuitschland,<br />

Frankrijk ert Lombardijen ichiep.<br />

Toen naderhand dit grote Rijk onder deszelfs<br />

nakomelingen weder verdeeld wicrd,<br />

werden ook de Nederlanden, nu eens tot<br />

Duitfche, dan eens tót Frankifche, dan<br />

weder tot Lotharingfche Provinciën gemaakt<br />

, en eindelijk vinden wij dezelve<br />

onder de beide namen van Friesland en<br />

Neder-Lotharingen.<br />

Met de Franken kwam ook de Leenregering,<br />

een vrugt van Noordfchen grond,<br />

in deze landen, en ontaartte zo wel hier*<br />

als overal elders. De vermogendile Leenmannen<br />

onttrokken zig van tijd tot tijd<br />

aan de Kroon , en de Koninglijke<br />

Amtenaren fleepten de landfehappen,<br />

welken zij befchermen moesten , als een<br />

Wettig erfgoed naar zig. Dan deze afvallige<br />

Leenmannen konden zig niet,<br />

dan met hulp van hunne Onderhorigen,<br />

tegen den Vorst ftaande houden, en de bij-<br />

Hand , welken dezen verleenden , moest<br />

door nieuwe Lenen gekogt worden.<br />

De Geestlijkheid werd door vrome veroveringen<br />

en gefchenken magtig, en vcrworf<br />

zig weldra een onafhan.kc.1 ijk bc«


ï.<br />

& O E!',<br />

3* DË AFVAL DE^<br />

ilaan in hare Abtdijen cn Bisfchoplijka<br />

zetels. Op die wijze waren de Ne*<br />

, derlanden in de tiende , elfde , twaalfde<br />

cn dertiende eeuwen in verfcheidene kleine<br />

onafhankelijke Staten gefplitst, welker<br />

Heren nu eens aan liet Duitfche Keizerrijk,<br />

dan eens aan de Frankifche Koningen<br />

hulde deden. Door koop, huwelijk<br />

ken, verwantfehap, of ook door overhering,<br />

werden vaak 't grootst gedeelte van dezelven<br />

weder onder een' hoofdfiam verenigd; en<br />

•in de vijftiende eeu zien wij het Huis<br />

van Bourgondiën in bezit van het grootfte<br />

gedeelte der Nederlanden (*). FILIPS DE<br />

GOEDE, Hertog van Bourgondiën, had,<br />

met meer of minder regt, airede elf Gewesten<br />

onder zijn gebied gebragt, welke door<br />

KAREL DEN STOUT EN, zijnen zoon,<br />

door magt van wapenen met nog twe<br />

nieuwe vermeerderd wierden. Dus ontftond<br />

ongemerkt een nieuwe Staat in Europa,<br />

waaraan niets meer dan de naam ontbrak,<br />

om het bloeiendfte Koningrijk van dit Werelddeel<br />

uit te maken. Deze uitgeftrekte<br />

bezittingen maakten den Bourgondifchen<br />

Hertog tot enen gedugtcn nabuur voor<br />

Frankrijk , en bragt den (routen , onrustïgen<br />

geest van KAREL in verzoeking, om<br />

het ontwerp ener verovering te maken, welr<br />

ke het gehele ingefloten land van de Zuiderzee<br />

en den mond des Rhijns af tot in den<br />

Elzas toe zoude bevatten. Dc onuitputtelijke<br />

C*) Grat. Annal. L. L p. 2. 3.


&ÏEDERLANDE1N. gg<br />

ïïjke middelen van dezen Vorst kunnen f.<br />

énigszins deze vermetele herfenfchim goed- BOEK*<br />

maaken: een gëdugfe legermagt dreigde<br />

dezelve tot dadelijkheid te brengen.<br />

Reeds beefde Zwitferland voor zijne vrijheid<br />

, maar het trouloze geluk verliet<br />

KAREL in drie vreeslijke veldflagert, en<br />

de dolle Veroveraar raakte onder dc levenden<br />

cn de doden verloren<br />

De enige erfgenaam van KAREL DEM<br />

STOUTEN, MARIA, de rijkiïe Prinfes<br />

van dien tijd, en de rampzalige HELENE,<br />

die het ongeluk over deze Landen<br />

bragt, hield tans de gehele wereld<br />

ih verwagting opgetogen, Twe magtigê'<br />

(*) Een Hofjonker, welke hem had zie»<br />

vallen , en de Overwinnaars , enige dagen na<br />

den flag , op de plaats verleide, redde hem nog<br />

uit ene veragtelijke vergetelheid. Men trok<br />

zijin lijk, naakt en door wonden deerlijk misvormd<br />

, uit een moeras, waarin het vast gevroren<br />

was , en herkende hem nog met vele<br />

moeite aan enige tanden, welken hij milie, en<br />

aan de nagelen van zijne vingers, welken hij<br />

gewoon was langer , dan andere mentenen,<br />

te dragen. Dat 'er evenwel, onaangezien deze<br />

kenmerken , nog fteeds dezulken zijn geweest<br />

, welke aan zijnen dood twijfelden, en<br />

zijne wederverfchyning te gemoete zagen, blijkt<br />

uit een plaats in den brief, waarin LODEWYK<br />

DE ELFDE van de Bourgondifche Staten vorderde,<br />

dat zij weder onder de kroon van Frankrijk,<br />

zouden terug keeren. „ Ingevalle," dus luidt die<br />

plaats, „ Hertog KAREL nog in leven is ,<br />

„ zijt gij van uwen eed aan mij weder ontfla-<br />

„ gen." C OM IN ES T. III. Preuves desMemoires<br />

4P5, 497-<br />

I. DEEL. Q


I<br />

BOEK.<br />

$4 DÊ AFVAL DEK.<br />

Vorsten, L O D E W Y K D E E L F D E , Koning<br />

van Frankrijk, voor den jongen<br />

Daufijn, zijnen Zoon, en M A X I MI LI A A N<br />

V A N O O S T E N R Y K , Zoon van Keizer<br />

F R E D E R I K D E N D E R D E N , deden zig<br />

op als mededingers naar haar bezit. Hij,<br />

wien zij hare hand zou fchenken , moest<br />

de magtiglte Vorst van Europa worden,<br />

en nu begon dit werelddeel voor 't<br />

eerst te vrezen voor zijn evenwigt.<br />

L O D E W Y K , de magtigfte van beiden,<br />

konde zijn aanfpraak door de kragt der<br />

wapenen onderfteunen ; maar het Nederlandfche<br />

Volk , dat over de hand van zijne<br />

Vorstin befchikte, ging dezen gedugteiï<br />

Nabuur voorbij, en befloot ten voordele van<br />

M A X I M I L I A A N , wiens afgelegene Staten<br />

en bepaalde magt voor 's Lands vrijheid<br />

min gevaarlijk fchenen : ene bedrieglijke<br />

ftaatkunde, welke door ene zonderlinge<br />

fchikking des Hemels het ongeluk verhaastte<br />

, in plaats van hetzelve voortekomen!<br />

FILIPS DE S C H O O N E , Zoon van<br />

M A R I A en M A X I M I L I A A N , geraakte<br />

door zijne Spaanfche Bruid in het<br />

bezit van dat uitgeftrekte Rijk, dat onlangs<br />

door F E R D I N A N D en I S A B E L L A<br />

geftigt was ; en zijn Zoon, K A R E L<br />

V A N OOSTENRIJK, was geboren Heer<br />

van het Koningrijk Spanje, de beide<br />

Siciliën, dc nieuwe Wereld en de Nederlanden.<br />

Het gemeen raakte hier,, vroeger<br />

dan in de overige Leenrijken, van zij-


HP lijflijke flavemij öntflagën, en verkreeg<br />

wel ras een eigen burgerlijk be- BOEKi<br />

ftaan. De gunstige ligging des Lands<br />

aan de Noordzee en groote bevaarbare<br />

wateren, deed fpoedig den Koophandel<br />

opkomen, welke de menfchen<br />

in Steden bijeen verzamelde, de nijverheid<br />

opwekte * vreemdelingen lokte, en<br />

Welvaart en overvloed onder hen verfpreidde:<br />

Hoe veragtelijk ook dë borlogzugtige<br />

Itaatkunde dier tijden op elke<br />

nuttige handtering nederzag, konden<br />

egter de Landsheren de wezenlijke<br />

voordelen, welke hun daaruit toevloeiden<br />

; niet miskennen. De toenemende<br />

bevolking hunner Landen , de menigvuldige<br />

giften, welke zij onder de verfchillende<br />

benamingen van Tol, Weggeld,<br />

Bruggeld, Markt - geld, enz. vati<br />

inlanders en uithecmfchen afpersten, waren<br />

voor hun te zoete lokazen;<br />

dan dat zij onverfchillig zouden gebleeven<br />

zijn omtrent de Oorzaken, waaraan<br />

zij die te danken hadden. Hunne<br />

eigen hebzugt maakte hen tot voorftanders<br />

van den Koophandel, en de<br />

onkunde zelve, gelijk meermalen gebeurt<br />

, holp zo lang, tot dat eindelijk<br />

ene gezonde ftaatkunde in derzeïver plaats<br />

kwam; In vervolg van tijd zogten zij<br />

zelfs de Lombardifche Kooplieden aan,><br />

befchonken de Steden met grote voorregten<br />

en een eigen regtsgebied,- waardoor'<br />

deze in aanzien en invloed grootlijks<br />

toenamen; De gedurige oorlogen/<br />

e 2<br />

ïi


BOEK.<br />

'5* 5>E AFVAL DER<br />

welken de Graven onder elkander erï<br />

met hunne naburen voerden, maakten<br />

hen afhankelijk van de gunst der Steden<br />

, welke zig door haren rijkdom belangrijk<br />

maakten, en die voor de onderftand-gelden,<br />

door haar verleend, aanzienlijke<br />

voorregten wisten te bedingen.<br />

Van tijd tot tijd groeiden de Voorregten<br />

der Gemeenten aan, toen dc Kruistogten<br />

den Adel tot ene kostbare uitrusting<br />

noodzaakten, toen de voortbrengfels van<br />

het Oosten langs enen nieuwen weg in<br />

Europa kwamen, en de inrukkende weelde<br />

den Vorftcn nieuwe behoeften veroorzaakte.<br />

Zo vinden wij reeds in de<br />

elfde cn twaalfde eeu enen gemengden<br />

regeringsvorm in deze landen, waar de<br />

magt van den Vorst door den invloed<br />

van de Standen , te weten den Adel,<br />

de Geestelijkheid, en de Steden , merkelijk<br />

bepaald is. Deze , welke Staten<br />

genaamd werden , kwamen zo dikwijls<br />

te zamen, als het belang der Provincie<br />

zulks vorderde. Zonder hunne toeftemming<br />

golden gene nieuwe wetten, mogt<br />

geen oorlog gevoerd, gene nieuwe tollen<br />

geheven, gene verandering in de<br />

munt gemaakt, en geen vreemdeling tot<br />

enig deel van het ftaatsbeftuur toegelaten<br />

worden. Deze Voorrechten hadden alle<br />

Landfchappen met elkander gemeen; ander<br />

• i waren verfchillende naar de onderfcheidene<br />

Gewesten. De regering was<br />

erflijk, maar de Zoon trad niet in de<br />

regten des Vaders, dan na alvorens de


NEDERLANDEN. 37<br />

Staatsgeftcldhcid plcgtig bezworen te heb­ I.<br />

ben (*). , SOEK,<br />

Nood is de eerfte wetgever; alle .<br />

noodzakelijkheden, welken men in deze<br />

ftaatsgeltcldheid ontmoet, zijn oorfpronkelijk<br />

noodzakelijkheden van den Koophandel<br />

geweest. Dus is de gehele inrigting<br />

van de Republiek op Koophandel gegrond<br />

, en hare wetten zijn later dan<br />

haar handel. Het laatfte Artiekcl van deze<br />

ftaatsinrigting, waardoor Uitlandcrs buiten<br />

bedieningen gefloten worden, is een<br />

natuurlijk gevolg van alle de voorgaande.<br />

Eene zo ingewikkelde en kunflige betrekking<br />

van den Vorst tot het Volk,<br />

welke in elke Provincie , en dikwijls in<br />

elke enkelde Stad nog weer bijzonder<br />

was , vorderde mannen , welke den<br />

vurigften ijver voor de onderhouding van<br />

's Lands vrijheden met de grondigfte<br />

kennis van dezelve verenigden: beide zaken<br />

, die niet wel in enen vreemdeling<br />

konden öhderfteld worden. Deze wet<br />

gold voor het overige voor elk Landfchap<br />

in 't bijzonder, zo dat in Braband<br />

geen Vlaming , in Zeeland geen<br />

Hollander mogt worden aangeltcld , en<br />

zij bleef ook naderhand nog ftand houden,<br />

na dat reeds alle deze Gewesten<br />

onder één Hoofd verenigd waren.<br />

Van alle de overigen genoot Braband<br />

de ruimfte vrijheid. Deszelfs Voorregten<br />

C*0 GROTIUS L. I. 3.<br />

C g


|i O EK.<br />

3§ DE AFVAL DER<br />

werden op zo hogen prijs gefchat, dac<br />

vele moeders uit de aangrenzende landfchappen<br />

tegen den tijd van hare verlosfing<br />

derwaards trokken, om daar hare<br />

kinders te baren, en dezelven hierdoor,<br />

alle de Voorregten van dit gelukkige<br />

Land ;< deelagtig te maken; „ op dezelfde<br />

„ wijze," zegt STRADA, „ als men ge-<br />

„ wasfen van een ongunftige lijgtftreek<br />

„ in enen beter grond veredelt (*)."<br />

Na dat het Huis yan Bourgondie verfcheidene<br />

Gewesten onder zijne heerfchappij<br />

verenigd had, werden de bijzondere<br />

Provinciale Gerechtshoven, welke<br />

tot dus verre onafhankelijke rcgtbanken<br />

waren geweest, naar een algemeen<br />

Gerechtshof te Mechclen gewezen ,<br />

k welk de onderfcheidcne leden tot een<br />

enkeld lighaam verbond, en alle burgerlijke<br />

en lijfftraffelijke zaken door een<br />

onherroepelijke uitfpraak befliste. De<br />

Souvereiniteit der enkelde Provinciën werd<br />

weggenomen , en de Oppermagt had<br />

tans zijnen zetel in den Raad van<br />

Mechelen.<br />

Na den dood van KAREL DEN STOU-<br />

TEN verzuimden de Staten niet, hun<br />

voordeel te doen met de verlegenheid<br />

hunner Hertoginne, die door de wapenen<br />

van Frankrijk bedreigd zijnde tans van<br />

(*) De faeüo Belg.Dec. I. L. II. 34. GUICCI-<br />

ARDINI. Descr. Belg. " • •' " :


NEDERLANDEN, tg<br />

hun afhankelijk was (*). De Staten L<br />

van Holland en Zeeland noodzaakten i<br />

haar, een groot Privilegie te onder- .<br />

tekenen, welk hun de gewigtigfte regten<br />

der Souvereiniteit verzekerde. De<br />

ftoutheid der Gentenaren ging zo ver,<br />

dat zij de gunftelingen van MARIA,<br />

welke het ongeluk hadden gehad hun te<br />

mishagen , op eigen gezag voor hunnen<br />

regtbank fleepten, en onder het oog<br />

yan deze Vorflin onthalsden.<br />

Gedurende de korte regering der Herto«-inne<br />

MARIA tot aan haar huwelijk,<br />

verkreeg de Gemeente een vermogen ,<br />

't welk haar al zeer nabij aan enen<br />

vrijen Staat deed komen. Na het affterven<br />

van zijne Gemalin nam MAXIMILI­<br />

AAN op eigen gezag, als Voogd over<br />

zijnen Zoon, de Regering op zig. De<br />

Staten , door deze inbreuk in hunne<br />

regten beledigd, wilden zijn gebied niet<br />

erkennen , cn konden ook niet verder<br />

o-ebragt worden, dan om hem enen bepaalden<br />

tijd, en onder beëdigde voor=<br />

waarden , als Stadhouder te dulden.<br />

MAXIMILIAAN verbeeldde zig, na<br />

dat hij Roomsch Koning geworden was.<br />

de flaatsgefteldheid te kunnen overtreden<br />

Hij leide den Gewesten buitengewoon<br />

belastingen op, gaf bedieningen aan Bour<br />

gondiërs en Duitfchcrs, en bragt vreem<br />

r<br />

de Krijgsbenden in het Land. Maa<br />

(<br />

met de magt van den Regent was oo<br />

(*; Memoires de PHILIPPE DE CPWINE i<br />

C 4<br />

lOEK.


.<br />

« O E K,<br />

4* BE AFVAL DER.<br />

dc yverzugt dezer Republieksgezinden<br />

toegenomen. Hce Volk vatte de wapenen<br />

op, toen hij met een fterk gevolg<br />

van Vreemdelingen binnen BruS»<br />

zijne intrede deed; maakte zig meester<br />

van zijnen perfoon, en zettede hem op<br />

het Slot gevangen. In wêerwil der vermogende<br />

voorfprake van het Keizerlijke<br />

en Roomfchc Hof, verwierf hij zine<br />

vrijheid niet weder, voor dat men der<br />

Natie wegens dc punten in verfchil,<br />

verzekerdheid had gegeven.<br />

De veiligheid van leven en goederen,<br />

welke uit zagter wetten, en ene gelijke<br />

handhaving van het regt ontftond? had<br />

de nijverheid en vlijt jp deze Landen<br />

aangewakkerd. In enen- geftadigen Üriid<br />

met den Oceaan en buiten hunne oevers<br />

rijzende ftroomen , welke tegen het lager<br />

land woedden, en wier geweld door<br />

dammen en kanalen gebroken moest' worden<br />

had dit Volk al vroeg geleerd ,<br />

op de Natuur rondom zig te letten<br />

een magtige hoofdftof door vlijt en<br />

ftandvastigheid te trotfeeren , en, even<br />

als de Egyptenaar, die den Nijl tot zijnen<br />

leermeester had, in enen kunstrijken<br />

tegenweer zijne vindingskracht en fchranderheid<br />

te oefenen. De natuurlijke<br />

vrugtbaarheid van het Land, welke door<br />

den akkerbou en de veeteelt bevorderd<br />

werd, vermeerderde tevens de bevolking.<br />

Deszelfs gelukkige liggmg a a n de<br />

£ee en de groote bevaarbare Rivieren<br />

yan Duitschland en Frankrijk, welke ^


NEDERLANDEN, 4r<br />

deekelijk hier in de Zee vallen; zo ve­ I.<br />

le kundige Kanalen, welke het Land 5 BOEK<br />

heen en weder doorfnijden , gaven leven .<br />

aan de Scheepvaart; en dc naauwer<br />

gemeenfchap der Provinciën, welke daardoor<br />

zo gemakkelijk werd gemaakt, wekte<br />

ras enen geest van Koophandel in<br />

deze Volken op.<br />

De naburige kusten van Brittanje en<br />

Denemarken waren de eerfte, die zij met<br />

hunne fchepen bezogten. Dc Engelfche<br />

wol, door dezen medegebragt, verfchaftc<br />

werk aan duizend vlijtige handen<br />

in Brugge , Gent en Antwerpen, en<br />

reeds in het midden der twaalfde<br />

ecu werd in Frankrijk en Duitschland<br />

Vlaamsch linnen gedragen. ïn de elfde<br />

eeu vinden wij reeds Friefche Schepen<br />

in de Belt , en zelfs in de Lcvantfche<br />

Zee. Ja, dit ondernemende Volk waagde<br />

het, om , zonder kompas, onder<br />

den Noor<strong>dpo</strong>ol door, tot aan den Noordelijken<br />

punt van Rusland, te ftevencn.<br />

Van de Wendifche Steden kregen de<br />

Nederlanden een deel des Levantfchen<br />

handels , welke destijds nog uit de Zwarte<br />

Zee door het Rusfifche Rijk naar de<br />

Oostzee ging. Toen deze in de dertiende<br />

eeu begon ten gronde te gaan ;<br />

toen de Kruistogten enen nieuwen weg<br />

door de Middellandfche Zee voor de Indifche<br />

waren openden, de Italiaanfche<br />

Steden dezen vrugtbaren tak van handel<br />

naar zig trokken, en in Duitschland het<br />

grote Hanze-vcrbond<br />

C 5<br />

werd opgerigt,


BOEK.<br />

4^ PE AFVAL DER<br />

werden de Nederlanden de gewigtige<br />

Stapelplaats tusfchen 't Noorden en Zuiden.<br />

Het gebruik van 't kompas was<br />

nog niet algemeen, en men zeilde nog<br />

langfaam en niet zonder omwegen langs<br />

de kusten. De Havens van de Oostzee<br />

waren in de wintermaanden grotendeels<br />

toegevroren, en voor gene vaartuigen<br />

toegankelijk. Die fchepen derhalven<br />

, welke dep verren weg van de<br />

Middellandfche Zee en de Belt, in een<br />

zelfde jaargetijde, niet wel konden afleggen,<br />

kozen geredelijk ene plaats van<br />

vereniging, in het midden van beide delen<br />

gelegen. Agter zig een onmetelijk<br />

vast land hebbende, waarmede zij door<br />

de vaarbare Aromen verbonden waren ,<br />

terwijl tegen het Westen en Noorden<br />

de Oceaan door veilige Havens voor<br />

hun geopend was, fchenen deze Gewesten<br />

opzettelijk tot een verzamelplaats<br />

der Volken, en tot een middenpunt van<br />

den Handel gefchapen. De voornaamfte<br />

Nederlandfche Steden werden tot Stapelplaatfen<br />

gemaakt. Portugezen , Spanjaarden<br />

, Italianen , Franfchen , Britten ,<br />

Duitfchers, Decnen en Zweden vloeiden<br />

hier zamen met voortbrengfels uit alle<br />

oorden der wereld. De menigte en<br />

naarijver der verkoperen verminderden den<br />

prijs der waaren ; de nijverheid werd<br />

aangewakkerd, dewijl de markt voor de<br />

deur was. Met den noodzakelijken omloop<br />

van geld kwam de wisfelhandel op,<br />

welke ene nieuwe vrugtbare bron yafl


NEDERLANDEN. 43<br />

rijkdom opeqde. Dc Lands - Vorsten , I.<br />

die eindelijk hun waar belang beter begonnen<br />

te kennen, moedigden den Koop­<br />

SOEli.<br />

man door de grootfte vrijheden aan, en<br />

wisten hunnen handel door voordelige<br />

verdragen met buitenlandfche Mogendheden<br />

te befchermen. Toen in de vijftiende<br />

ecu dc meeste enkelde Provinciën zig<br />

onder énen Heer vereenigden , hielden<br />

pok derzelver fchadelijke oorlogen tegen<br />

elkander op , en derzelver gcfchcidcne<br />

voordelen werden thans door ene gemcenfchappelijke<br />

Regering naauwcr verbonden.<br />

Haar handel en welvaart<br />

groeiden aan in den fchoot van enen<br />

ïangdurigen Vrede, waartoe de overmagt<br />

harer Vorsten de naburige Koningen<br />

noodzaakte. De Bourgondifche vlag werd<br />

in alle Zeen geëerbiedigd (*) ; het<br />

aanzien van den Vorst gaf aan de onderneemingen<br />

der Ingezetenen nadruk ;<br />

en maakte dien van elk bijzonder perfoon<br />

tot de aangelegenheid van enen<br />

gedugtcn Staat. Een zo magtige befcherming<br />

(telde hen weldra in (laat,<br />

om zelfs het Hanze - verbond te verlaten<br />

cn dezen trotfehen Vijand door<br />

alle Zeën te vervolgen. De Hanzcfche<br />

Koopvaarders, welken dc Spaanfche Kust<br />

toegefloten werd, moesten ten laatften<br />

tegen hunnen wil in Vlaanderen te<br />

markt komen, en de Spaanfche waaren<br />

pp Nederlandfchen (lapel ontvangen.<br />

(*) Memoires de COMINES L. III, Ch. 5,


4v DE AFVAL DER<br />

I. Brugge in Vlaanderen was in de veer­<br />

SOEK. tiende en vijftiende eeu het middenpunt<br />

van den gehelen Europifchen handel ,<br />

en de grote markt van alle Natiën.<br />

In 't jaar 1468 telde men honderd en<br />

vijftig Koopvaardij fchepen , welke op<br />

eenmaal dc haven van Sluis binnenliepen.<br />

Behalveh het rijke Magazijn van<br />

het Hanzc-verbond, waren hier nog vijftien<br />

Genootfchappen van Koophandel met<br />

hunne Kantoren, benevens vele Factorijen<br />

en Handelhuizen uit alle Landen van Europa.<br />

Hier was dc ftapêl van alle Noordfche<br />

voordbrengfels voor het Zuiden, en<br />

van alle Zuidelijke en Levantfche voor het<br />

Noorden. Deze gingen met Hanzcfche<br />

Schepen door de Zond, en over den<br />

Rijn naar O'pper-Duitschlahd , of werden<br />

op wagens ter zijde af naar Bronswijk<br />

en Lunenburg vervoerd.<br />

Het is de zeer natuurlijke loop der<br />

menfchelijke zaken , dat deze welvaartvan<br />

ene buitenfporige dertelheid gevolgd<br />

werd. Het verleidende voorbeeld van<br />

FILIPS DEN SCHONEN konde dit tijdperk<br />

flegts verhaasten. Het Hof der<br />

Bourgondifche Hertogen was het wellus-»<br />

tigfte en pragtigfte van Europa, zelfs<br />

Italië niet uitgezonderd. Dc kostbaare<br />

kleding der Groten , welke vervolgens<br />

tot een model voor de Spaanfche verftrekte<br />

, en eindelijk met de Bourgondifche<br />

gebruiken tot het Oostcnrijkfche<br />

Hof overging,<br />

Volk ? en de<br />

kwam welras onder het<br />

geringfte burger kleedde


N E D E R L A N D E N . *5<br />

tig in zijden ftoffen (.*> „ Op den<br />

„overvloed," zegt c o MINES , ( een ] iOEK<br />

Schrijver, die omtrenc het midden der .<br />

vijftiende eeu de Nederlanden doorgereisd<br />

heeft) „ was de hoogmoed ge-<br />

„ volgd. De pragt en praal in kleding<br />

„ werd van beiderlcie kunne tot de bui-<br />

,', tenfporigfte verkwisting gedreven. Toe<br />

„ zo hogen trap, als hier, was de weel-<br />

(*) FILIPS DE GOEDE was te groot een<br />

verkwister , om fchatten te vergaderen : des<br />

met tegengaande vond KAREL DE STOUTE<br />

in deszelfs nalatenfchap, aan tafelgereedfchap „<br />

kleinoodién, boeken, tapijten en lijnwaat, een<br />

erooter voorraad opeengehoopt , dan drie rijke<br />

Vorftëlijke huizen toenmaals te zamen bezaten<br />

, en bovendien nog enen fchat van driemaal<br />

honderd duizend Daalders in baren gelde.<br />

De rijkdom van dezen Vorst en het Bourgondifche<br />

Volk lag op de flagvelden bij Granfon<br />

, Murten en Nancy ten toon gefpreid.<br />

Hier'trok een zoldaat van de Zwitfers KAREI,<br />

DEN STOUTEN den beroemden Diamant van<br />

den vinger, welke langen tijd voor den grootflen<br />

van Europa is doorgegaan, die nog lieden<br />

als de twed'e aan de Franfche Kroon<br />

prijkt, cn die toen door den onkundigen vinder<br />

voor enen gulden verkogt werd. De<br />

Zwitfers verruilden het gevonden Zilver tegen<br />

Tin, het Goud tegen Koper, en fcheurden de<br />

kostbaarfte tenten van goudftof in ftukken.<br />

De waarde van den buit , welke aan Zilver,<br />

Goud en edele Geftecnten gemaakt werd,<br />

•wordt op drie millioenen gefchat. KAREI.<br />

en zijn leger waren niet als vijanden , die<br />

vegten willen , maar als overwinnaars, die zig<br />

na behaalde zege optooijen , ten (Wijde geicokken.<br />

COMINES I. 253. 259. 265.<br />

L


t<br />

SOEK<br />

4& DE AFVAL DER,<br />

„ de der tafel nog bij geen ander Volff<br />

„ geftegen. De zedeloze .gemeenfchap<br />

„ van beide geflagten in Badftoven eri<br />

„ foortgelijke plaatfen van bijeenkomst i<br />

„ welke den wellust aanprikkelen , had<br />

„ alle fchaamte verbannen: en het is<br />

„ niet de gewoone dertelheid der Gro-<br />

„ ten, waarvan wij hier fpreken ; de<br />

„ geringde Vrouwen gaven zig onbepaald<br />

aan deze buitenfporighedeti<br />

„ over (*)."<br />

Dan , hoe veel aangenaamer is nier<br />

zelfs deze buitenfpoorighëid voor den'<br />

menfehenvriend, dan de treurige ingetogenheid<br />

des gebreks, en de barbaarfche<br />

deugd der domheid, welke toenmaals<br />

geheel Europa ter neder drukten!<br />

Het Bourgondifche tijdvak fchijnt weldadig<br />

tusfehen die duistere eeuwen door,<br />

gelijk een aangename lentedag tusfehen<br />

het nog gure weder van den afgaanden<br />

winter.<br />

Maar juist deze bloeiende welvaart<br />

bragt eindelijk de Vlaamfche Staten ten<br />

val. Gent en Brugge , dronken vari<br />

vrijheid en overvloed, kondigen den<br />

Beheerfcher van elf Provinciën, FILIPS<br />

DEN GOEDEN, den Oorlog aan, welke<br />

zo ongelukkig geëindigd , als vermetel<br />

ondernomen werd. Gent alleen verloor<br />

in den flag bij Havre vele duizenden<br />

Volks, en moest den toorn<br />

van zijnen Overwinnaar met ene Geld-<br />

(*) Memoires de M. PHILIPPE DE COMINES<br />

T. h L. I, C. L. V. C. p. S


NEDERLANDEN, 4?<br />

boete van viermaal honderd duizend<br />

Goudguldens verzoenen; alle de Leden<br />

der Regering en de voornaamfte Burgers<br />

van de Stad, ten getale van twe<br />

duizend, moesten in het blote hemd,<br />

barrevoets, en met ongedekten hoofde,<br />

den Hertog een Franfche mijl verre te<br />

gemoet gaan , en hem op de kniën om<br />

genade fmeken. Bij deze gelegenheid<br />

werden hun enige dierbaare Voorregten<br />

ontnomen , 't welk een onherftelbaar<br />

verlies was voor hunnen gehelen toekomenden<br />

handel. Niet veel gelukkiger<br />

oorloogden zij, in 't jaar 1482, tegen<br />

M A X I M I L I A A N V A N O O S T E N R Y K ,<br />

om hem de Voogdijfchap over zijnen<br />

Zoon te ontweldigen, welke hij zig<br />

wederregtelijk had aangematigd : de Stad<br />

Brugge zettede in 't jaar 1487 den Aartshertog<br />

zeiven gevangen, en liet enigen<br />

zijner voornaamfte Staatsdienaren ter dood<br />

brengen. Keizer F R E D E R I K D E D E R D E<br />

rukte, om zijnen Zoon te wreeken, met<br />

een Leger binnen hun grondgebied, en<br />

hield de haven van Sluis tien jaren<br />

lang gefloten , waardoor hun Handel<br />

ganfchelijk geftremd werd. Amfterdam<br />

en Antwerpen, welke reeds lang den<br />

bloei der Vlaamfche Steden met nijdige<br />

ogen hadden aangezien, verleenden hem<br />

hierin den gewigtigften bijftand. _ De Italianen<br />

begonnen hunne eigene zijden waren<br />

naar Antwerpen te koop te brengen,<br />

en de Vlaamfche Linnenwevers, welke<br />

zig in Engeland hadden neergezet, zonden<br />

insgelijks hunne waren derwaards.<br />

i<br />

B O E ff.


I.<br />

BOEK.<br />

4§ DE AFVAL DER<br />

waardoor de Stad Brugge twe voorname<br />

takken van Handel verloor. Hare<br />

hooggaande trotschheid had reeds lang<br />

het Hanze-verbond beledigd, 't welk<br />

haar nu ook verliet , en zijn Magazijn<br />

naar Antwerpen overbragt. In 't jaar<br />

1516 vertrokken alle vreemde Kooplieden,<br />

zodat 'er flegts enige weinige Spanjaarden<br />

overbleven : doch haar welvaart<br />

verkwijnde langfaam , even als dezelve<br />

was opgekomen.<br />

Antwerpen kreeg in de zestiende eeu<br />

den handel, welke door de dertelheid<br />

der Vlaamfche Steden verdreven was ,<br />

Weder; en onder de Regering van<br />

KAREL DEN VIJFDEN was zij de levendigfte<br />

en aanzienlijkfte Stad in de Christenwereld.<br />

Een Rivier als de Schelde ,<br />

welker naburige wijde mond eb en vloed<br />

met de Noordzee gemeen heeft, en die<br />

in ftaat is om de zwaarfte Schepen tot<br />

onder de muren te brengen, maakte<br />

haar tot de natuurlijke verzamelplaats<br />

van alle Schepen, welke deze kusten bezogten.<br />

Hare Vrijmarkten trokken handelaars<br />

uit alle Landen. (*) De nijverheid<br />

der Natie was in den aanvang dezer<br />

eeu tot den hoogflen bloei gerezen»<br />

De Akker- en Vlasbou, de Veeteelt,<br />

de Jagt en de Visfcherij verrijkten den<br />

Landman; Kunsten, Handwerken en Handel<br />

(*) Twee zulke Markten, duurden veertig<br />

dagen, en alle waaren welken aldaar geveild<br />

Werden, waren tolvrij."


N E D E R L A N D E N ! *ö<br />

del de Steden. Het duurde niet lang,<br />

öf men zag de vrugten van den Vlaam- ;<br />

fchcn en Brabandfchen vlijt in Arabiën , .<br />

in Perziën en Indiën. Hunne fchepen<br />

bedekten den Oceaan , en wij zien dezelve<br />

in de Zwarte Zee met de Genuezen<br />

om het meesterfchap ftrijden. Die<br />

eigenaartige onderfcheidde den Nederlandfchen<br />

Zeeman , dat hij in alle tijden<br />

van 't jaar onder zeil ging, en niec<br />

overwinterde.<br />

Na dat de nieuwe weg om het Voorgebergte<br />

van Afrika was uitgevonden „<br />

en de Portugeefche Oostindifche handel dcii<br />

Levaritfchch ondermijnde, ontvingen de*<br />

Nederlanden dc wonde niet, welke hierdoor<br />

aan de Italiaanfche Staten werd<br />

toegebragt; de Portugezen zettedën ïrt<br />

Braband hunnen (tapel op, en de Specerijen<br />

van Kalikuta pronkten thans op 1<br />

de markt van Antwerpen (*). Herwaards<br />

vloeiden de Wcst-indifche waren 4<br />

waarmede de trotfehc traagheid der<br />

Spanjaarden de Ncderlaridfché nijverheid<br />

betaalde. De Oost-indifche ftapel trok<br />

de beroemdfte Huizen van koophandel<br />

uit' Florence, Lucca en Genua; eri uic<br />

Augsburg de Fuggërs en Welzcrs, herwaards.<br />

Hcrwaards bragt ook tans hec<br />

Hanzë-verbönd zijne Noórdfche waaren<br />

( * ) De waarde der Specerijen en Apotckerswaaren<br />

, welke van Lisfabon derwaarös verzonden<br />

werden , zouden , volgens opgave van<br />

GuicciARDiNi, een millioen kronen belopersl<br />

hebbeii.<br />

I; DEET, D<br />

SOEK;


50 DE AFVAL DER<br />

,<br />

I, en de Engelfche Maatfchappij zettede zig<br />

BOEK. hier neder. Natuur en kunst fchenen<br />

hier haren gehelen rijkdom ten toon te<br />

fpreiden. Het was een pragtig fchoutoneel<br />

van de werken des Scheppers en<br />

der menfchen.<br />

Hun roem verbreidde zig weldra de<br />

gehele wereld door, Op het einde dezer<br />

een verzogt een gezelfchap van<br />

Turkfche Kooplieden de vrijheid om zig<br />

hier neder te zetten, en de voortbrengfels<br />

van het Oosten over Griekenland<br />

herwaards te brengen. Met den handel<br />

der waaren nam ook de geldhandel toe.<br />

Hunne wisfelbrieven waren aan alle hoeken<br />

der aarde gangbaar. Men wil, dal:<br />

Antwerpen toenmaals in minder tijd dan<br />

een maand meer en groter handel deed,<br />

dan Venetiën , gedurende hare beste<br />

tijden, in twe gehele jaren.<br />

In het jaar 1491 hield het gehele<br />

I lanze-verbond in deze Stad zijne pleg-<br />

:ige Vergadering , welke te voren nergens<br />

dan in Lubek was gehouden. In<br />

£<br />

A A R<br />

J 153 T werd de Beurs geboud,<br />

destijds de pragtiglte van geheel Europa,<br />

i ïïi welke aan haar trotsch opfchrift bemtwoordde.<br />

Huizen, welke een eeu vroe-<br />

I rer voor honderd kronen verhuurd wer-<br />

I len, waren nu tot agthonderd en duilend<br />

in prijs gefteigerd'. De Stad tel-<br />

4 le nu honderd duizend Inwoners. Hec<br />

i ;ewoel, en de menigte van menfchen,<br />

i relke zig hier in 't oneindige zamen-<br />

4 rong, gaat alle geloof te boven. Twee


Ï\ T<br />

E HERLANDEN. *r<br />

tot derdehalf honderd masten werden f.<br />

meermalen te gelijk in hare havens ge­ BOEK,<br />

zien ; geen dag verliep 'er, dat 'ër<br />

niet vijfhonderd fchepen kwamen en<br />

afgingen; öp marktdagen liep het getal<br />

tot agt- en negen-honderd. Dagelijks reden<br />

twehonderd en meer Karosfen door<br />

hare poorten ; meer dan tweduizend,<br />

vragtwagens zag men ieder week uic<br />

Duitschland, Frankrijk cn Lotharingen<br />

aankomen , zonder de boerenkarren cn<br />

korenwagens mede te rekenen , wier<br />

getal gewoonlijk tot tienduizend beliep.<br />

Dertigduizend handen werden alleen door<br />

de Engelfche maatfchappij van Kooplieden<br />

in deze Stad bezig gehouden.<br />

Aan markrgelden, tollen en cijnzen won<br />

de Regering jaarlijks bij de twe millioenen;<br />

een fom 4 welke in die tijden nog veel<br />

meer dan thans betekende. Wij kunnen<br />

Ons van het vermogen der Natie een derfM<br />

beeld maken, wanneer wij horen, dat de<br />

buitengewone fchattingen, welke zij aan<br />

K A R E L DEN VfjFDEN tot zijne veelvuldige<br />

oorlogen moest opbrengen, op veertig<br />

millioenen gouds gerekend worden.<br />

Dezen bloeienden welvaart hadden de<br />

Nederlanders even zo zeer aan hunne<br />

vrijheid, als aan de natuurlijke ligging<br />

des Lands te danken. Onzekere wetten en<br />

het willekeurige beftuur van enen roofzugtigen<br />

Vorst zouden alle voordelen<br />

vernietigd hebben, welken erie gunftige<br />

gefteldheid in zo ruime mate óver dezelve<br />

had verfpreid. Alleen de ón-<br />

D a


DE AFVAL DER<br />

i fchendbare heiligheid der wetten kan cfeti<br />

BOE K. burger van de vrugten zijns vlijts verze-<br />

. keren , en hem dat gelukkige vertrouwen<br />

inboezemen, dat<br />

le werkzaamheid.<br />

de ziel is van al­<br />

Het vernuft dezer Natie, door den<br />

geest des koophandels en den omgangmet<br />

zo vele Volken ontwikkeld, blonk<br />

uit in nuttige uitvindingen: in den fchoot<br />

des overvloeds en der vrijheid kwamen<br />

alle edele kunften tot rijpheid. Uit her<br />

verlichte Italiën, waar cos MUS DE ME­<br />

DICI s in korten tijd de goudene eeu herfteld<br />

had, bragten de Nederlanders de Schilderkunst,<br />

de Boukunst, de Houtfneê- en<br />

Graveer-kunst in hun Vaderland over, wel •<br />

ke hier in enen nieuwen grond nieuwen<br />

bloei verkregen. De Nederlandfche fchool,<br />

ene Dogter der Italiaanfche, dong wel<br />

dra met hare Moeder naar den prijs,<br />

en ftelde, in gemeenfehap met deze,<br />

de wet aan de fchone kunften in geheel<br />

Europa. De Fabrijken en kunften,<br />

waarop de Nederlanders hunnen welvaars<br />

voornamelijk geboud hebben, en gedeeltelijk<br />

nog bouwen, hebben gene verdere<br />

melding van noden. Het tapijtenweven, het<br />

fchilderen met olijverw,. de kunst om op<br />

^las te fchilderen, zelfs de zak- en zon-uuriverken,<br />

zijn, volgens de fteüing van GUIO<br />

I : i A R D i N i, oorfpronkelijk Nederlandfche<br />

i litvindingen; ook heeft men aan hun<br />

( le verbetering van het Kompas te<br />

< lanken , welks fïreken nu nog onder Nelerlandfche<br />

namen bekend zijn. In 'r


NEDERLANDEN. 53<br />

jaar 1428. werd de Boek-drukkunst in I.<br />

Haarlem uitgevonden, en het lot wil­ BOEK.<br />

de dat deze nuttige kunst een eeu<br />

later haar Vaderland met de Vrijheid<br />

befchenken moest. Met het vrugtbaarfte<br />

vernuft tot nieuwe uitvindingen paarden<br />

zij een gelukkig talent, om vreemde<br />

cn reeds in wezen zijnde dingen te verbeteren<br />

: men zal weinige kimden en<br />

handwerken vinden , welke niet of op<br />

dezen grond geteeld, of altans tot groter<br />

volkomenheid gebragt zijn.<br />

Tot dus verre maakten deze Gewesten<br />

den benijdenswaardigften Staat van Europa<br />

uit Geen der Bourgondifche Hertogen<br />

had in 't hoofd gekregen, de ftaatsgcfleldheid<br />

omver te floten; zelfs de ondernemende<br />

geest van KARE L DEN STOUTEN,<br />

welke enen butenlandfchen vrijen Staat de<br />

flavernij bereidde, had haar ongerept gelaten.<br />

Alle deze Vorften groeiden in gene<br />

hoger verwagting op, dan pm over een<br />

Republiek te gebieden , en geep hunner<br />

Landen konde hun ene andere ondervinding<br />

opleveren, Behalven dat bezaten<br />

deze Vorsten niets, dan wat de Nederlanden<br />

hun gaven ; gene legers, dan<br />

welke de Natie voor hun in het veld<br />

bragt; gene rijkdommen, dan welke de<br />

Staten hun inwilligden. Maar nu veranderde<br />

alles van gedaante. Nu waren<br />

zij in handen van enen Heer geraakt,<br />

wien andere werktuigen en andere hulpmiddelen<br />

ten dienfte ftonden; die ene<br />

D 3


ï.<br />

SOEK.<br />

54 DE AFVAL DER<br />

vreemde magt tegen hen in de wapenen<br />

konde brengen (*). KAREL DE VIJFDE<br />

(*) De onnatuurlijke vereniging van twe zo<br />

tegenftrijdige Natiën , als de Nederlanders en<br />

Spanjaarden zijn , konde nimmer gelukkig uitvallen.<br />

Ik kan mij niet bedwingen, van hier de<br />

vergelyking te plaatfen , welke GROTIUS in<br />

ene kragtige taal tusfehen deze beiden heeft<br />

gemaakt. „Met de n-burige volken, zegt hij,<br />

„konden de Nederlanders ligtlijk in vriendfehap<br />

„ leven , daar deze van enen zelfden oorfprong<br />

„met hun, en door de zelfde wegen en middelen<br />

groot geworden waren. Maar de Spanjaar-<br />

„den en Nederlanders weken in de meeste din-<br />

„ gen van elkander af," en daar, waar zij overeenkwamen,<br />

botften zij te fterker tegen een.<br />

„Beiden hadden van eeuwen her in den oorlog<br />

„uitgeblonken alleen de laatften waren thans<br />

„ door de rust aan de wapenen ontwend , terwijl<br />

„de eerften door hunne veldtogten in Italiën<br />

„en Africa in oefening gehouden waren. De<br />

„zugt tot gewin maakte den Nederlander meer<br />

„tot den vrede genegen, maar egter niet ongevoelig<br />

voor beledigingen. Geen volk is min-<br />

„ der gezet op het maken van veroveringen<br />

„maar ook geen verdedigt beter zijn eigendom'<br />

„Van hier dat aantal van Heden in enen oord<br />

„opeengepakt, eerst aan de zee en de rivieren<br />

„ verlterkt , en vervolgens met vreemde aanko-<br />

„ melingen en eigene bevolking opgevuld. Dus<br />

„zijn zij agt honderd jaren na de Noordfehe<br />

„ Volksverhuizing beveiligd gebleven , zonder door<br />

„ vreemde wapenen overwonnen of beroofd te<br />

„worden. Spanje daarentegenverwisfelde meermalen<br />

„van Heren, cn had, totn het eindelijk in de<br />

„handen der Gothcn viel, vrij veel door het karakter<br />

en de zeden van hunne overwinnaars<br />

„geleden. Bij het flot van alle die vermengiu


NEDERLANDEN. £5<br />

gebood willekeurig in zijne Spaanfche<br />

Staten; in de Nederlanden was hij niet<br />

meer dan de eerde Burger. De volkomenfte<br />

onderwerping in het Zuidelijke ge-<br />

„gen wordt dit volk ons befchreven als het ge-<br />

"duldigfte bij den arbeid, het onverfchrokkenlte<br />

in gevaren, even zeer belust op rijkdom als<br />

op eer , trotsch genoeg om anderen te verag-<br />

„ten, opmerkfaam en erkentelijk voor weldaden<br />

„van anderen , maar tevens zo wraakgierig en<br />

„uitgelaten in overwinningen, als of tegen den<br />

„vijand noch eer , noch geweten golden. Van<br />

„dit alles hebben de Nederlanders niets; zij zijn.<br />

„ flim, doch niet bedrieglijk ; in het midden tusfehen<br />

Frankrijk en Duitschland gelegen , hebben<br />

zij door ene zagter mengeling de gebreken<br />

en deugden dier beide volken verenigd; zij la-<br />

„ten zig niet ligtelijk bedriegen, noch ftraffe-<br />

„loos beledigen. Ook in Godsdienltigheid ge-<br />

„ ven zij den Spanjaarden niet toe : het Chris-<br />

„ tendom eenmaal aangenomen hebbende, waren zij<br />

„door de wapenen der Noormannen niet wedet<br />

„daarvan af te trekken; geen gevoelen, dooi<br />

„ de Kerk veroordeeld, had tot dus verre dc<br />

„ zuiverheid van hun geloof befmet. Ja zo vei<br />

„ging hunne vrome milddadigheid , dat mer<br />

" genoodzaakt was de hebzugt hunner Geestelij<br />

"ken door wetten te beteugelen. Eerbied et<br />

", onderdanigheid aan de Landsheren warci bei<br />

"de volken aangeboren; alleen met dit onder<br />

" fcheid , dat bij de Nederlanders de Wet meer l<br />

" dan de Vorst. De Kastilianen willen voorzichtige<br />

"dan de overige Spanjaarden geregeerd worden,<br />

"maar zij gunnen niet gaarne aan anderen dh<br />

"vrijheden, waartoe zij zig zeiven geregtig< i<br />

„ agten. Hierom was het een zo moeilijke zaal<br />

"voor een' gemenen Heer van die onderfchei<br />

",dene volken , de oplettendheid en zorg tus<br />

"fchen beiden zodanig te verdeler., dat noch d i<br />

„voorrang der Kastilianen den Nederlanderen \ I<br />

D 4<br />

ï.<br />

BOEK.


50 DE AFVAL DER<br />

I decltc van zijn gebied moest hem klef»,<br />

SOEK. agting voor de regten van den onderdaan<br />

inboezemen; maar hier leerde men hem<br />

dezen te ontzien. Hoe meer hij aldaar<br />

het vermaak van een onbepaalde magt<br />

genoot, en hoe hooger het gevoelen<br />

was, 't welk hem van zig zeiven werd<br />

gegeven, des te minder moest het hem<br />

fmaken, zig hier tot de befcheidene<br />

menschlijkheid te vernederen; des te<br />

meer moest hij zig geneigd gevoelen,<br />

om dezen hinderpaal uit den weg te<br />

ruimen. 'Er wordt reeds een grote deugd<br />

vereischt, om dc magt, welke tegen onze<br />

meest geliefde wenfehen gekant is,<br />

niet als vijandig te beftrijden. Eer wij<br />

ons naar de blinde noodzakelijkheid<br />

fchikken, veranderen wij haar liever in<br />

een vrijwerkend wezen , 't welk wij<br />

kunnen te keer gaan ; hoe veel meer<br />

ian, wanneer het de Vrijheid is, welke<br />

mze Vrijheid beperkt?<br />

De ovennagt van KAREL maakte<br />

\ evens het wantrouwen , altoos een<br />

i re volg van zwakheid, bij de Nedcr-<br />

] anders gaande. Nooit hadden zij fter-<br />

1 ;er voor hunne ftaatsgefteldheid geijverd,<br />

1 looit meer zwarigheden tegen de reg­<br />

t en van hunnen Vorst gemaakt; nooit<br />

\ /aren zij omflagtiger in hunne verdraen<br />

geweest. Wij vinden onder zijne<br />

}) de ogen ftak , noch de gelijkheid van dezen<br />

r> den hoogmoed der Kastilianen beledigde. Gitoi.<br />

i TIUS. Annal. Belg. L. i.


NEDERLANDEN, 57<br />

regering de hevigfte uitbarftingen van den<br />

Republickeinfchen geest, en de eifchen ,<br />

der Natie vaak gedreven tot een mis- .<br />

bruik, dat aan de Happen, door de<br />

Koningrijke magt gedaan , enen glimp<br />

van billijkheid konde geven. Een Vorst<br />

befchouwt ftc-eds de burgerlijke vrijheid<br />

als een gedeelte vap zijn gebied,<br />

dat hem ontvreemd is, en dat hij<br />

moet tragten te herwinnen. Voor den<br />

Burger is de Oppcrheerfchappij een geweldige-<br />

vloed, welke zijne regten overftroomt.<br />

De Nederlanders dekten zig tegen<br />

hunne zee door dijken, en tegen<br />

hunne Vorlten door grondwetten. De gehele<br />

Wereldlijke gefchiedenis is een<br />

fteeds herhaalde ftrijd tusfehen dc heersenzugt<br />

cn dc vrijheid om deze» betwisten<br />

plek gronds, gelijk derzelver Natuurlijke<br />

gefchiedenis niets anders is, dan een ftrijd<br />

tusfehen de Elementen cn de lighamen<br />

om dc ruimte.<br />

De Nederlanders gevoelden wel ras,<br />

dat zij de Provincie van ene Monarchie<br />

geworden waren. Zo lang hunne vorige<br />

Heren geen hoger doel hadder., dan<br />

voor hunnen welftand te zorgen, geleek<br />

hun Staat naar het ftille geluk van een<br />

verenigd huisgezin, welks hoofd de<br />

Vorst was. KAREL DE VIJFDE voer-,<br />

de hen op het toneel der ftaatkundige<br />

wereld. Nu maakten zij een lid uit<br />

van dat reusagtige Üglitwpn , dat door<br />

de eerzugt van énen tot zijn werktuig<br />

gebruikt werd. Zij hielden op het doe}<br />

O 5<br />

I.<br />

10 E K.


ï.<br />

BOEK<br />

ft<br />

58 DE AFVAL DER<br />

van zig zclven te zijn ; het middenpunt<br />

van hun beflaan was in de ziel van<br />

hunnen Vorst verplaatst. Daar zijne gehele<br />

regering flegts éne beweging naar<br />

buiten, of één Staatkundig bedrijf was,<br />

moest hij voor alle andere dingen meester<br />

van zijne leden zijn , om zig met nadruk<br />

en fpoed daarvan te kunnen bedienen.<br />

Hij kon zig dus met gene mogelijkheid<br />

met het omflagtige kunstwerktuig van<br />

hun inwendig burgerlijk leven bemoejen,<br />

of hunne eigendommelijke voorregten<br />

met die naaugezette opmerkfaamheid<br />

behartigen, welke hunne Republiek infche<br />

omflagtigheid vorderde, Met den<br />

ftouten flap van enen Aljeenheerfcher<br />

vertrapte hij het kunflige gebou van<br />

ene wormen-wereld. Hij moest zig het<br />

gebruik van hunne kragten gemaklijker<br />

maken door eenheid. De Raad tc<br />

Mechelen was tot hier toe een onafhankelijke<br />

Vierfchaar geweest; tans onderwierp<br />

hij denzelven aan een Koninglijk<br />

Geregtshof, dat hij te Brusfel vestigde,<br />

en dat het werktuig van 's Vorsten wil<br />

was. In het hart van hun Staatsber<br />

ftuur voerde hij vreemdelingen in ,<br />

Welken hij de gewigtigfle bedieningen in<br />

handen gaf. Lieden, die alleen van<br />

s<br />

s Konings genade afhingen, moesten noodwendig<br />

flegte handhavers zijn van regten,<br />

Welke hun behalven dat weinig bekend<br />

waren. De toenemende onkosten zijner<br />

oorlogzugtige regering noodzaakten hem<br />

zijne hulpmiddelen te vermeerderen. Met


NEDERLANDEN. $9<br />

yerfmading van de heiligfte Voorregten, I.<br />

legde hij den Landen ongewone bclastin- • SOEK.<br />

gen op. De Staten moesten, om bun .<br />

aanzien te bewaren, dat gene wel bewilligen<br />

, wat hij zo befchciden was<br />

geweest van niet met geweld te willen<br />

invorderen: de gehele Gefchiedenis der<br />

regeering van dezen Vorst in de Nederlanden<br />

is genoegzaam een aaneengeschakeld<br />

verflag van gevraagde, geweigerde,<br />

cn eindelijk evenwel ingewilligde fchattingen.<br />

Tegen de Staatsgefteldhcid voerde hij<br />

vreemd Krijgsvolk in hun Land, liet in<br />

de Provinciën werven voor zijne legers<br />

, en wikkelde haar in oorlogen,<br />

welke voor haar belang onvcrfchillig,<br />

zo niet fchadelijk waren , cn waarin zij<br />

niet hadden toegeftemd. Hij ftrafte als<br />

Monarch de misftappen van enen vrijen<br />

Staat, cn de gedugte ftraf der Gentenaren<br />

vertoonde hun de grote verandering,<br />

welke hunne ftaatsgelteldheid airede geleden<br />

had. Zommige gefchiedfehrijvers<br />

befchuldigen hem, dat hij getragt zoude<br />

hebben, de gewigtigftc Vrijbrieven der<br />

Provinciën uit de kloosters cn vertrekken,<br />

waar dezelve bewaard werden, heimelijk<br />

te laten opligten: een lage cn<br />

veragtelijke daad voor enen zo groten<br />

Vorst, maar tevens een bewijs»,<br />

deze brieven nog vreesde!<br />

dat hij<br />

De welvaart des Lands was voor z


€9 DE AFVAL DE li<br />

I. KAREL'S verftandige Staatkunde den ge-<br />

r-OEK. zondheidsregel des Jighaams zekerlijk niet<br />

overtrad, waaraan hij nodig vond zig<br />

ftiptelijk te houden. Gelukkig treffen<br />

•vaak de tegenftrijdige bedoelingen der<br />

heerschzugt en der belangeloze menschlievendheid<br />

het zelfde wit, en de burgerlijke<br />

welvaart, welke het doel is van<br />

enen M A R C U S A U R E L I U S , wordt<br />

onder enen LODEWIJK en AUGUS­<br />

TUS toevalligerwijze bevorderd. De<br />

regering van enen denkenden Despoot<br />

heeft daarom niet zelden de fehone<br />

buitenzijde van dat gezegende land,<br />

waarvan een Wijsgeer de Wetgever was;<br />

en deze betoverende fchijn is in ftaat<br />

om het oordeel des Gefchiedfchrijvers<br />

te misleiden. Maar laat hem dk bevallige<br />

bekleedfel opligten, zo zal een nader<br />

inzien hem leren, hoe weinig bij<br />

de magt van d.en Staat het welzijn der<br />

ingezetenen ter harte genomen is, cn<br />

hoe veel nog een bloejend rijk van<br />

een gelukkig rijk verfchilt. K A R E L<br />

D E VIJFDE was volkomen overtuigd,<br />

dat Koophandel de fterkte der Natie<br />

Was, en vrijheid de grondflag van ha^<br />

ren Koophandel. Hij ontzag hare vrijheid,<br />

om dat hij hare fterkte nodig had.<br />

Staatkundiger, maar niet regtvaardiger,<br />

dan zijn Zoon, onderwierp hij zijne<br />

grondftellingen aan de noodzaaklijkheid<br />

van plaats en omftandigheden, en trok<br />

te Antwerpen ene verordening in, welke<br />

hij met magt en geweld te Madrid en


NEDERLANDEN, ót<br />

Lisfabon zoude hebben ftaande gehouden. ï.<br />

Het gene de regeering van KAREL BOEK*<br />

» BEN VIJFDEN voor de Nederlanden<br />

bijzonder merkwaardig maakt, is de grote<br />

Geloofs - omwenteling , welke onder<br />

hen voorviel , en met welke wij ons,<br />

als de voorname oorzaak van den namaals<br />

gevolgdcn oplrand, wat omftandiger<br />

zullen bezie; houden: deze Geloofsomwenteling<br />

baande het eerst den toegang<br />

voor het willekeurig gezag tot<br />

het binnenfte heiligdom der Nederlandfche<br />

daatsgedcldheid, bragt dit gezach in<br />

verzoeking om een mecsterftuk van zyn<br />

bekwaamheid te vertoonen, en gaf het<br />

zekere houding van wettigheid, terwijl<br />

het, ten zelfden tyde, den Republiekeinfchen<br />

geest op een gevaarlijke deilte<br />

plaatde. Even gelijk dees laatde in anarchie<br />

en oproer ontaarte, beklom de<br />

eerde , het monarchaal geweld namelyk,<br />

den hoogden top van het despotismus.<br />

Niets is natuurlijker, dan de overgang,<br />

van burgerlijke vrijheid tot vrijheid van<br />

geweten. De mensch, of het volk ,<br />

dat door ene gelukkige Staatsgedeldheid<br />

eenmaal de waardij der menschheid heeft<br />

leren kennen; dat de wet, die over<br />

hetzelve uitfpraak moet doen, gewoon<br />

is geworden te beoordelen , of zelf<br />

daarvan de rnker is; welks geest door<br />

werkfaamheid opgeklaard; welks gevoel<br />

door het genot des levens gaande gemaakt;<br />

welks natuurlijke moed door inwendige<br />

veiligheid en welvaart verheven


& D'Ë AFVAL DER<br />

t is geworden; zulk een volk en zulk eer!<br />

BOEE. niensch zullen zig niet zo gemaklijk als<br />

anderen aan de blinde heerfchappij vart<br />

een willekeurig geloof overgeven , en zig<br />

eer dan anderen daarvan weder ontdaan.<br />

Nog ene andere omftandigheid moest dén<br />

voortgang van den nieuwen Godsdienst<br />

in deze Landen begunftigen. Italicn,<br />

toenmaals de zetel van de grootfte befchaafdheid<br />

des Geestes, een land, waar<br />

anders altoos de hevigfte partijfchappen<br />

van Staat gewoed hebben , waar een<br />

hete lugtsgefteldheid het bloed tot de<br />

buitenfporigfte driften verhit; Italiën ,•<br />

zoude men kunnen tegenwerpen, bleef<br />

bijna onder alle Europifche landen het<br />

meest bevrijd van deze nieuwigheid.<br />

Maar voor een Romanesk volk, 't welk<br />

foor enen warmen en lieflijken hemel ,<br />

ioor ene welige, immer jeugdige en<br />

mraer lachende Natuur , en door de<br />

neest verfcheidene betoveringen der Kunst<br />

n een eeuwigdurend genot der zinnen<br />

verd gehouden, paste beter een Gods-<br />

( lienst, wiens pragt en ftaatfie de zin-<br />

i ïen boeit, wiens geheimvolle raadfelen<br />

i :oor de verbeelding een oneindig veld<br />

>pcnen, wiens voornaamfte leringen doof<br />

: childeragtige gedaanten op ene aange-<br />

i ïame wijze tot de ziel indringen. Een<br />

i rolk daarentegen, dat door de bezig-<br />

] ïeden des burgerlijken levens tot ene<br />

4 mdigterlijke werkfaamheid afgedaald, meer<br />

] H duidelijke denkbeelden dan in beelden<br />

] eeft, en zijn menfehenverftand ten ko


NEDERLANDEN.<br />

te der verbeeldingskragt befchaaft; zulk I.<br />

een volk zal meer behagen vinden in BOEK.<br />

een geloof, dat het onderzoek minder<br />

vreest, dat minder op Verborgenheden<br />

dan op Zedenleer aandringt, minder door<br />

het oog gezien dan door het verftand<br />

begrepen kan worden; met één woord:<br />

de Katholijke Godsdienst zal over het<br />

geheel beter voor een volk van Kunitenaars,<br />

de Proteflantfche beter voor<br />

een volk van Kooplieden pasfen.<br />

Dit vooronderfteld zijnde , moest de<br />

nieuwe Leer, welke door LUTHER in<br />

Duitschland, en door KALVYN in Zwitferland<br />

verbreid werd , in dc Nederlanden<br />

den gunftigftcn grond aantreffen.<br />

De weg, waardoor zij derwaards geraakte<br />

, was de. zelfde , waardoor de<br />

Pest uit het Oosten komt , waardoor<br />

wijsheid en dwaasheid tot ons komen,<br />

de weg des Koophandels. De eerfte<br />

zaden derzelve werden door de Proteftantfche<br />

Kooplieden, welke te Amfterdam<br />

en Antwerpen bijeen kwamen *<br />

in de Nederlanden geftrooid. De Duitfche<br />

en Zwitferfche Krijgsbenden, door<br />

KAREL in deze landen gebragt, en<br />

de grote menigte van Franfche, Duitfche<br />

en Engeifche vlugtelingen, welke<br />

het zwaard der vervolging, dat in hun<br />

Vaderland op hen wagtte^, in de<br />

vrijheden van Vlaanderen zogtèn te ontvlieden<br />

, bevorderden derzelver verfpreiding.<br />

Een groot deel des Nederlandfchen<br />

Adels ftudeerde desüjds nog te


f.<br />

H ï>]t AFVAL DER<br />

Geneve, terwijl de Hoge School vari<br />

BOEK . Leuven toen nog genen opgang had<br />

. gemaakt, en die van Douai nog eerst<br />

geftigt moest worden; de ftudercndc<br />

jeugd bragt de nieuwe Godsdienstbegrippen,<br />

welke daar openlijk geleerd<br />

werden, in hun Vaderland met zig te<br />

rug. Bij een onvermengd befloten volk<br />

konden deze eeriïe zaden verdrukt worden.<br />

De toevloed van zo vele en zo<br />

ongelijke Natiën in de Höllandfche eri<br />

Brabandfche Stapelplaatfen moest derzelver<br />

eer/len wasdom voor het Oog der<br />

Regering ongemerkt laten , cn.<br />

1<br />

&<br />

onder<br />

het dekkleed der verborgenheid verhaasten.<br />

^ Ene verfcheidenheid in gevoelens<br />

kon ligtlijk veld winnen, waar geen algemeen<br />

Volkskarakter , gene eenheid<br />

van zeden en wetten was. In een<br />

land, eindelijk, waar arbeidfaamheid dc'<br />

meest geroemde deugd, en bedelarij<br />

de veragtelijkfte ondeugd was, moest<br />

een Orde van lediglopers , de Monnikenftand<br />

, voorlang ergernis gegeven<br />

hebben. De nieuwe Godsdienst, welke<br />

daartegen ijverde, won dus reeds onbegnjplijk<br />

veel daardoor, dat hij in dif<br />

fluk het gevoelen des völks op zijn<br />

zijde had. Schötichriften., vol van bitterheid<br />

eh fpottemij, welke door de<br />

Dnlangs uitgevonden Drukkunst enen"<br />

neller omloop kregen; gelijk mede vercheidene,<br />

toenmaals de Provinciën rondrwervende,<br />

Redenaarsbenden , Rederijers<br />

genaamd, welke in Toneelfpelen<br />

i<br />

of


!<br />

NEDERLANDEN, 3?<br />

of gezangen dc misbruiken van hunnen<br />

.tijd befpottelijk maakten , bragtcn niet<br />

weinig toe, om het gezag der Roomfche<br />

Kerk te ondermijnen, cn der nieuwe<br />

Lerc enen gundigen ingang in dc<br />

gemoederen des volks te bereiden.<br />

Het ging.met de eerde voordelen, welken<br />

zij behaalde, ongemeen ,fncl, en het'<br />

getal der ^enen, welke in korten tijd,<br />

voornamelijk in de Noordelijke Provinciën,<br />

zig voor de nieuwe Sekte verklaarden<br />

, is verbazend : maar de Buitenlanders<br />

wonnen het daarin nog verre van<br />

de geboren Nederlanders. KAREL DE<br />

VYFDE, welke bij deze grote gcloofs-fchcuring<br />

de partij had genomen,<br />

welke een Defpoot voldrekt moet nemen,<br />

delde de derkde middelen in<br />

het werk, om dezen aanwasfenden vloed<br />

te keren. Tot geluk voor den verbeterden<br />

Godsdienst was de Staatkundige<br />

geregtighcid aan de - zijde van<br />

zijnen vervolger. Dc dam,- welke dc<br />

mcnfchclijke rede zo vele eeuwen lang<br />

van de waarheid afgehouden had, was<br />

te fchielijk weggebroken, dan dat de losgelaten<br />

droom de hein aangewezene<br />

oevers niet zou overtreden hebben.<br />

De herlevende geest van vrijheid en onderzoek,<br />

welke zig binnen de palen van<br />

Godsdiendige punten had moeten houden,<br />

onderzogt tans ook dc regten der Koningen.<br />

Daar men in den beginne<br />

ilegts ijzeren ketens verbrak , wilde<br />

men ten laatdcn ook de billijkdc<br />

en noodzakelijkilc banden verfcheuren.<br />

L DEEL. L"<br />

I.<br />

BOEK»


66 DE AFVAL DER<br />

i De boeken der H. Schrift , welke<br />

ÜOEK. meer en meer algemeen geworden waren<br />

, moesten tans zo wel vergif aan<br />

de fporeloosfte dweperij, als licht en<br />

voedfel aan de opregtfte waarheidsliefde<br />

verfchaffen. De goede zaak moest<br />

den verkeerden weg van oproer kiezen<br />

, en dit had die gevolgen, welken<br />

het immer hebben zal, zo lang<br />

menfchen menfchen zullen blijven. Ook<br />

de kwade zaak, welke met de andere<br />

niets dan het onwettige middel<br />

gemeen had, door deze verwantfchap<br />

driester geworden, vericheen in gezelfchap<br />

van deze, en werd met haar<br />

verwisfeld. LUTHER had tegen het<br />

aanbidden van de Heiligen geijverd;<br />

nu heette elke baldadige guit, die in<br />

de Kerken en Kloosters brak , en dc<br />

Altaren beroofde, een Lutheraan. Partijfchap<br />

, roofzugt , woestheid, ontugt,<br />

ftaken zig in zijn kleed; de godloosfte<br />

booswigten verklaarden voor den<br />

regter tot zijne Sekte te behoren.<br />

De Hervorming had den Bisfchop van<br />

Rome tot dei; ftaat van een' mensch,<br />

die dwalen kan, vernederd; nu wilde<br />

een razende bende", door honger aangedreven<br />

, alle onderfcheid van ftand<br />

vernietigd hebben. Natuurlijk was het,,<br />

dat een leer, welke zig aan den<br />

Staat alleenlijk van hare nadelige zijde<br />

vertoonde , enen Vorst niet met zig<br />

konde bevredigen, die reeds vele redenen<br />

had, om haar te verdelgen ;<br />

en geen wonder dus, dat hij de wa-


.NEDERLANDEN. tf?<br />

ftenen tegen haar gebruikte, welken zij<br />

zelve hem had opgedrongen.<br />

KAREL moet zig in de Nederlanden<br />

reeds als enen vrijmagtigen Vorst<br />

bcfchoud hebben, daar hij de geloofsvrijheid<br />

, welke hij in Duitschland veroorloofde<br />

, niet mede tot deze landen<br />

uiritrekte. Terwijl hij, door de kragtdadige<br />

tegenweer der Duitfche Vorften<br />

genoodzaakt , den nieuwen Godsdienst<br />

aldaar ene vreedfame oefening<br />

verleende, liet hij denzelvcn hier door<br />

de wreedlïe Plakaten vervolgen. Het<br />

lezen der Euangelistcn cn Apostelen,<br />

alle openbare en heimelijke bijeenkomften<br />

, welke maar enigszins tot den<br />

Godsdienst betrekking hadden, alle gefprekken<br />

van deze foort, 't huis cn<br />

over tafel, werden in deze Plakaten<br />

onder ftrenge .ftraffen verboden. In alle<br />

Provinciën des Lands werden bijzondere<br />

regtbanken ingefteld, om voor de uitvoering<br />

der Plakaten te waken Al<br />

wie onregtzinnige gevoelens aankleefde,<br />

wierd, zonder aanzien van rang, uit<br />

zijn amt gezet. Al wie bewezen wierd<br />

Kctterfche lcerftellingen verbreid, of ook<br />

flegts de geheime zamenkomften dei-<br />

Hervormers bijgewoond te hebben ,<br />

werd ter dood veroordeeld; de mannen<br />

onthalsd, en de vrouwen levende begraven.<br />

Wederafvallende Ketters werden<br />

ten vure gedoemd. Zelfs kon de<br />

herroeping van den misdadigen deze gedugte<br />

vonnisfen niet vernietigen. Wie<br />

zijne dwaling afzwoer, had niets daar-<br />

E 2<br />

I.<br />

BOEK.


I<br />

'BOEK<br />

m AFVAL DER<br />

bij gewonnen, dan, ten hoogden, een<br />

zagter foort van dood. (*.) -<br />

De leengoederen- van de veroordeelden<br />

vervielen aan- de fehatkist, tegen<br />

alle regten. des Lands, volgens<br />

welke het. den- erfgenamen vrijflond<br />

dezelven voor weinig gelds te losfen.<br />

Tegen een uitdrukkelijk dierbaar voorregt<br />

van den Nederlandfchen burger,<br />

volgens welk hij nier, buiten zijne Provincie<br />

kon te regt gefield worden ,<br />

werden de fchuldigen buiten de grenzen<br />

van hun vaderlandsch regtsgebied gevoerd<br />

, en door vreemde vierfcharen<br />

veroordeeld. Zo moest Godsdienst<br />

de hand der Dwingelandije beltieren<br />

om vrijheden , welke voor den<br />

wereldlijken arm beveiligd waren, met<br />

heilige klaauvven zonder gevaar en<br />

tegenfpraak aantetasten..<br />

KAREL DE VYFDE, door den<br />

voorfpoed zijner wapenen in Duitschland<br />

flout geworden, meende nu ' alles<br />

te kunnen wagen, en was ernflig daarop<br />

bedagt, om de Spaanfche Inquifitie<br />

in de Nederlanden te planten.<br />

Alleen de fchrik voor dien naam bragt<br />

reeds te Antwerpen plotslijk enen fin-<br />

Hand iii den handel te wege. De voorr<br />

naamfle vreemde kooplieden waren van<br />

gedagten de Stad te verlaten. 'Er werd<br />

niets meer gekogt of verkogt. De prijs<br />

der .huizen daalde, de handwerken, fronr<br />

(*) THUAN. Hist. p. i. :L. VI. 300.<br />


N E D E R L A N D E R<br />

'den ffil. Het geld verdween uit de I.<br />

handen des burgers. De ondergang BOER.<br />

dezer bloeiende koopfiad ware onvermijdelijk<br />

geweest, bijaldien KAREL,<br />

door de voorflellingen der Landvoogdesfe<br />

overgehaald, deze gevaarlijke onderneming<br />

niet had laten varen. Men beval<br />

dan dit Geregtshof, met uitlandlche<br />

kooplieden oogluiking te gebruiken, en<br />

dc Inquifitie kreeg den naam van Geestelijke<br />

Regters: Dog in de overige<br />

Provinciën ging deze regtbank voord<br />

te woeden met de onmenfchelijkfte<br />

dwingelandij, welke hem eigen is. Men<br />

heeft berekend , dat, gedurende de regering<br />

van KAREL DEN V.YFDEN, vijftig<br />

duizend menfchen, alleen ter zake<br />

van den Godsdienst, door beuls handen<br />

zijn omgebragt. (*)<br />

Slaat men het oog op de geweldige<br />

handelwijze van deezen Vorst, zo kan<br />

men kwalijk begrijpen , wat den opftand,<br />

welke onder de volgende regeringmet<br />

zo veel woede uitborst, onder<br />

zijn beftuur in bedwang hebhe gehou-<br />

(*) VAN METEREN I. D. Boek 56, 57.<br />

GROTius .Ann. Belg. I. 12. de laatfte noemt<br />

honderd duizend. S.<br />

Gegrond is hieromtrent de aanmerking vnn den<br />

oordeelkundigen Schrijver van: De Opkomst en<br />

B'loèi der Vereenigde Nederlanden : „ Onder de-<br />

„zen, zëgthij, zijn ook buiten twijfel vele op-<br />

Iroerigen geweest, die de godvrugt, ja misfehien<br />

de dweperij, llegt's' tot een' dekmantel gebruikten,<br />

om heimelijk hunne gevaarlijke aanflagen<br />

i te fmeden. De mislukte ondernemingen det


,<br />

KOEK<br />

7-0 DE AFVAL DER<br />

den. Ene nadere opheldering zal deza<br />

omftandigheid verklaren. KAREL'S gedugte<br />

overmagt in Europa had den<br />

fSederlandfchen handel tot ene hoogte<br />

gebragt, welke door denzelven nooit te voren<br />

bereikt was. Het ontzag voor zijnen<br />

naam ze.ttede alle havens voor hunne<br />

Schepen open, maakte alle Zeën voor<br />

hun lehoon-, en bezorgde hun de voordehgfte<br />

verdragen van koophandel met<br />

bmtcnlandfchc Mogendheden. Voomaamlijk<br />

door hem maakten zij een einde van<br />

de opperhecrfchappij van het Hanzeverbond<br />

in de Oostzee. De Nieuwe Wereld,<br />

Spanje, Italië, Duitschland, welke<br />

van nu voordaan énen Heer inet<br />

hun gemeen hadden, konden even als<br />

Provinciën van hun eigen Vaderland<br />

gerekend worden , en lagen alle voor<br />

hunne onderneemingen open. Hij had<br />

verder de nog overige zes Provinciën<br />

met de Bourgondifche ervcnis verenigd,<br />

en dezen Staat ene uitgebreidheid, een<br />

ftaatkundig gewigt gegeven, waar door<br />

dezelven een plaats naast de ecrile Rijken<br />

van Europa bekleedde. (*) Ilier-<br />

„Herdoperen, zo wel te Amfterdnm als te Mun-<br />

„ïter, vertonen een ijslijk mengfel van bijgeloof,<br />

„ fchijnheiligheid, en ontugt. VEXT.<br />

(*) Hij had ook eens het voornemen , om<br />

hen tot een Koningrijk te verheffen ; maar het<br />

wezenlijke verfchil der Provinciën tusfehen el- '<br />

kander 't welk zig van de ftaatsgelïeldheid<br />

cn zeden tot de maten en gewigten uitllrekte,<br />

deden hem van dit voornemen afzien. Van<br />

jaeer belang voor hun had de dienst kunnea'


NEDERLANDEN. 7 1<br />

door vleide hij den nationalen hoog­ l<br />

moed van dit volk. Na dat Gelder­ BOF, K.<br />

land, Utrecht, Friesland en Groningen<br />

aan zijn gebied gevoegd waren hielden<br />

alle binnenlandfche oorlogen in dese<br />

Provinciën op, welke zo langen tijd<br />

derzelver handel ontrust hadden: een<br />

onafgebroken vrede van binnen het<br />

haai- alle de vrugten van hare arbeidfaamheid<br />

inzamelen. KAREL was dus<br />

een weldoener dezer volken. levens<br />

had de glans zijner overwinningen<br />

hunne ogen verblind; de roem van<br />

hunnen Opperheer, welke ook op hun<br />

-afdaalde, had hunne republieksgezmde waakfaamheid<br />

in flaap gewiegd; de gedugte<br />

luister van onverwinnelijkheid, waarmede<br />

de Beheerfcher van Duitschland, Frankrijk,<br />

Italië cn Afrika omgeven<br />

bragt de fchrik onder de partijen.<br />

was :<br />

Li • -<br />

behalven dat, wie weet niet, hoe vee ij<br />

zijn , welken hij bun door het Bourgondifch<br />

verdrag bewees, waarin hunne betrekking tot he t<br />

Duitfche Rijk werd vastgelteld. Volgens d: t<br />

verdras; moesten de zeventien Provinden tot d<br />

gemene behoeften des Duitfchen Rijks twems» 1<br />

zo veel als een Keurvorst , en tot enen Turl<br />

fchen oorlog driemaal zo veel opbrengen -, do g<br />

daarvoor zouden zij de vermogende befchermn, g<br />

van dat Rijk genieten, en in geen van hum- e<br />

bijzondere voorregten benadeeld worden. E e<br />

omwenteling, welke onder zijnen Zoor. h :t<br />

• Staatswezen der Provinciën veranderde maak :e<br />

dit verdrag weder te niet , welk uit hoof< le<br />

van het geringe nut , daaruit voordgefprooter ><br />

gene verdere melding verdient.<br />

E 4<br />

S.


.<br />

SOEK<br />

van KAREL m deze landen, welke<br />

hïj volgens Zijn eigen getuigenis, tot<br />

tien ondcrfcheidene leren-<br />

1<br />

l<br />

3<br />

i<br />

<<br />

j<br />

1<br />

i<br />

t<br />

6<br />

bezogt 'had<br />

hielden de misnoegden in toom; "de her*<br />

haalde vertoningen van ftreng en vaardig<br />

regt hielden den fchrik voor het<br />

oppermagtig g e z a g "lëvendfe KAREL<br />

emdehjk, was in de Nederlanden gel<br />

boren, -on beminde hef volk, m welks<br />

iehoor hy- opgevoed was. "Hunne zcdert<br />

gevielen hem; .het- natuurlijke van hun<br />

karakter en hunnen' omgang' verfchafte<br />

hem ene aangename Vwisfcling van<br />

de ftrcnge Spaanfche 'deftigheid. Hit<br />

[prak hunne taal, 'en fchikte zig in zijn<br />

ponder lemr: naar hunne gebruiken,<br />

let lastige Ceremonieel,' een • onnatuur,<br />

üjke fcbeidsmuur tusfehen Koning en<br />

/ode, was uit Brusfer verbannen. Geer*<br />

ïorfchc en trotfehc vreemdeling beletede<br />

hun den toegang tot hunnen Vorstle<br />

weg tot hem liep door hunne eirene<br />

landsoeden, aan welken, hij zijlen<br />

perfoon vertroude.<br />

m gaarne met hun;<br />

Hij fmk veel<br />

zijn vóórkomen<br />

vas bevallig zijne redenen innemend/<br />

)ezc kleine kunstgrepen verwierven henl<br />

iunne hefdc, en. inmiddels.: dat zijne<br />

oofgienge handen bezig waren in hune-<br />

bezittingen te wroeten, zijne Je ers hunne koornvelden vertrapten, zijne^<br />

I<br />

Ï<br />

7* DE AFVAL DER<br />

ff " ,en<br />

5 h<br />

> hi<br />

> zi<br />

) b<br />

»rgcr of Vorst<br />

•Hg durft onderwinden, dien het £3<br />

' Sff,<br />

1 S<br />

e<br />

' T.<br />

ver<br />

wondering ' tot zi* te


NEDERLANDEN. f)<br />

Stadhouders presten , en zijne beulen<br />

flflgtten, wist hij zig door ene vriendlijke<br />

houding van hunne harten te verzekeren.<br />

• Gaarne' had KAREL gezien, dat deze<br />

genegenheid der Natie op zijnen Zoon<br />

EILIPS ware overgeërfd; om geene<br />

andere redert liet hij hem, nog in<br />

zijne jeugd ,, uit Spanje komen ,• en<br />

vertoonde hem in Brusfel zijn toekomend<br />

volk. Op den plegtigcn dag<br />

van zijnen afftand, beval hij hem deze<br />

Landen aan als de kostelijkfte parels aan<br />

Zijne kroon, en vermaande hem ernflelijk,<br />

hunne' 'ftaa'tsgeitcldheid te ontzien.<br />

FILIPS DE TWEDE was in alles ^<br />

Wat menschlijk is, het tegenbeeld van zijnen<br />

Vader. Eerzugtig, gelijk deze, maar<br />

minder bekend met menfchen en derzelver'<br />

waarde, had hij zig een denkbeeld van<br />

de koninglijke magt gevormd, dat de menfchen<br />

flegts als fiaaffche werktuigen<br />

der willekeur behandelt , en door eiken<br />

ilap van vrijheid beledigd wordt. In<br />

Spanje geboren , en onder de ijzeren<br />

tugtroedc der Monniken opgevoed, cischre<br />

hij ook van anderen de droevige<br />

eenvormigheid en den dwang , welke<br />

afjjn' karakter uitmaakten. De vrolijke<br />

ftouthcid der Nederlanders was<br />

niet minder aanllotelijk voor zijne gemocdsgefteldheid<br />

, " dan hunne regten<br />

zy'ne "foeerschzugt griefden. Hij- fprak<br />

gene andere dan de Spaanfche taal,<br />

ckilde rondom zig genen dan Spanjaarden<br />

, en was ftijfzinnig aan hunne<br />

>"•'•' E 4 v<br />

I.<br />

BOEK


74 BE AFVAL DER<br />

I.<br />

gebruiken gchegt. IIcc was te ver­<br />

BOEK. geefs, dat het vindingrijke vernuft van<br />

alle Vlaamfche fteden, wetten hij doortrok,<br />

zig om ftrijd beijverde om zijne<br />

tegenwoordigheid door kostbare feesten<br />

te veréren Q*% FILIPS aanfehoude<br />

d« alles met een donker gelaat; al<br />

de verkwistende pragt, alle luide uitboezemmgen<br />

van de betamclijkfte vr&uode<br />

waren niet in ftaat om enen cnkelden<br />

lach van welgevallen op zijn<br />

aangezigt te lokken.<br />

KAREL miste gansch cn al zijn<br />

oogmerk , met zijnen Zoon aan de<br />

Vlamingen voor te ftelicn. Zij zouden<br />

deszelfs juk in 't vervolg veel minder<br />

drukkend gevonden hebben , bij aldien<br />

lij zijnen voet nooit in hun Land had<br />

?ezet; maar zijn gelaat kondigde hun<br />

i ictzelvc aan; zijne intrede in Brusfel-<br />

l leed hem alle harten verliezen. Des<br />

J ÈeiÉers vriendelijke infchikkelijkheid met"<br />

I lit volk diende tans alleenlijk daar.<br />

t oe, om den hoogmoedigen ernst van<br />

5 ijnen<br />

i en..<br />

Zoon des te hatelijker te maa-<br />

Tans hadden zij het voorwerp<br />

£ ezien, dat naderhand oorzaak van hun<br />

£ jden werd. Die heilige fchrik, welken<br />

C nbekendheid eu verre afftand hem zouen<br />

verfchaft hebben, was met zijne verè<br />

:hijning verdwenen. Hij vertoonde zich<br />

aor hun geheugen als een mensch gelijk<br />

v<br />

('*) Dè Stad Antwerpen alleen verfpilde ter<br />

^zer gelegenheid tweemaal honderd en zestig dui-<br />

Zi ihd goudguldens. VVN METEIIEN, I. D. i. B.


NEDERLANDEN. 75<br />

zij, en als een klein mensch. In<br />

zijn aangezigt hadden zij den verdervelijken<br />

aanflag tegen hunne vrijheid<br />

gelezen, . welke reeds toen in zijn<br />

hart woelde. Zij waren voorbereid om<br />

enen Dwingeland in hem te vinden,<br />

en gereed om hem het hoofd te<br />

bieden.<br />

Qe Nederlanden waren de eerfte<br />

troon, van welken KAREL DE VIJFDE<br />

afftapte. In ene plegtige Vergadering re<br />

Brusfel, ontfloeg hij de Algemene Staten<br />

van hunnen eed, en droeg hun<br />

FILIPS, zijnen Zoon, op. „Bijaldien<br />

„ mijn dood," dus fprak hij bij het<br />

flot tot dezen, „ u in het bezit<br />

„ dezer Landen gefteld had, moest zulk<br />

„ een rijke ervenis mij reeds een<br />

„ regtmatige aanfpraak op uwe dank-<br />

„ baarheid, geven. Maar nu, daar ik u<br />

„ dezelve uit ene vrije keuze affta,<br />

, daar ik den dood vooruitloope, om u<br />

„ te fpoediger het genot van dezelve te<br />

„ bezorgen, nu begere ik van u, dat gij<br />

„ aan dit volk betaalt, wat gij oordeelt<br />

„ mij daarvoor verder fehuldig te zijn,<br />

„ Andere Vorsten achten zig gelukkig<br />

hunne kinderen met de kroon, well,<br />

ke de dood hun afvordert, te ver-<br />

„ blijden; deze vreugde wil ik nog<br />

„ zelf genieten; ik wil u zien le-<br />

„ ven en regeren. Weinigen zijn mij<br />

„ hierin voorgegaan; weinigen zullen<br />

„ mijn voorbeeld volgen. Maar mijn<br />

„ gedrag zal prijslijk, zijn, wanneer<br />

I.<br />

B QEKJ


76 DE AFVAL DEÏè<br />

L „ uw coekomend leven mijn vertrou-<br />

S OEI; . „ wen billijkt; wanneer gij nooit af-<br />

-„wijkt van de wijsheid, welke gij<br />

* dusverre beleden hebt; wanneer M<br />

„ onveranderlijk volhardt in de zuiver-<br />

„ heid vaö geloof , welke de fterkfte<br />

*» "eunpuaar uws troons is. Ik eindige<br />

met den wensch , dat de I Je~<br />

B mei u ook enefl Zoon fchenke<br />

» aan wien gij het gebied kunt, maar*<br />

si niet behoeft afteflaan."<br />

Nadat de Keizer geëindigd had, viel<br />

FILIPS voor hem op de knieën, drukte<br />

zijn aangezigt op deszelfs hand,<br />

en ontving den vaderlijken zegen Zijne<br />

ogen waren tans voor de laatfte<br />

maal met tranen bcvogtigd. Alles ween,<br />

dc, wat 'er omtrent wast Het was een<br />

onvergetelijk ogenblik (*).<br />

Op dit aandoenlijke -guichclfpcl vols-"<br />

de dadelijk een ander. FILIPS ont-<br />

Jing van de vergaderde Staten de<br />

hulde; hij zelf leidc den eed af ,<br />

welke hem in de volgende woorden<br />

werd voorgehouden: „Ik, FILIPS, door<br />

„ Gods genade Prins van Spanje, bei-<br />

„ de Siciliën enz: belove cn zwere<br />

« d a r ik i n d e<br />

T banden , Graaffchap-'<br />

pen, Hertogdommen enz. een o-ocd<br />

„ en regtvaardig Heer zal zijn ; b<br />

das<br />

, ik allen Edelen, Steden, Gemeen»<br />

, ten en' Onderdanen hunne Privilegiën<br />

(*) STRADA Dec. I. L. ï. 4,5. VA'N ma4<br />

J<br />

- THUA.\ Hifi:. P. L L. XVL


NEDERLANDEN. 7?<br />

uilen Vrijheden, hun van mijne Voori,<br />

zaten verleend, en verder hunne<br />

gewoonten, herkomens, gebruiken eii<br />

„ wetten, welken zij tans allen in t<br />

„ gemeen, en ieder in 't bijzonder,<br />

l] hebben en bezitten, getrouwelijk zal<br />

houden en doen onderhouden ; en<br />

5' verder al dat gene doen, wat een<br />

„ goed en regtvaardig Vorst en Heer<br />

„ van regtswegen te doen verfchuldigd<br />

], is. Zo waarlijk hclpe mij God en<br />

„ alle zijne Heiligen!"<br />

De vrees, welke de willekeurige<br />

hcerfchappij des Keizers had ingeboezemd<br />

, en het wantrouwen der Landsfténden<br />

op zijnen Zoon, zijn reeds<br />

duidelijk te zien in dit formulier van<br />

den eed, welk met veel meer behoedfaamheid<br />

en bepaling was ontworpen.,<br />

dan dat, waarmede KAREL DE<br />

VIJFDE zelf, en alle Bourgondifche<br />

Hertogen 's Lands regten bezworen hadden:<br />

FILIPS moest nu ook de onderhouding<br />

hunner gebruiken en gewoonten<br />

beloven, 't welk vóór hem nooit<br />

gevergd was. In den eed , welken<br />

de Staren hem zwoeren, werd hen-<br />

•gene andere gehoorfaamheid beloofd.<br />

dan die met de regten des Land:<br />

bellaanbaar was. Zijne Amtenaren mog<br />

ten alleenlijk dan onderwerping en hulp(<br />

verwagten , wanneer zij de hun op<br />

gedragen amten gemoedelijk waarnamen<br />

Eindelijk werd FILIPS in dezen hul<br />

digingseed der Staten alleenlijk d<br />

L<br />

3 O EK


BOEK<br />

7% DE AFVAL 'DER<br />

Natuurlijke, de Geboren Vorst, en niet<br />

U v e r e m<br />

• ,f<br />

, o f<br />

Heer genoemd, gelijk de<br />

. Keizer wel gewenscht had. Bewijzen<br />

genoeg, hoe gering de vcrwagtingen<br />

waren welken men had aangaande de<br />

regtvaardigheid en grootmoedigheid van<br />

den nieuwen Landsheer!<br />

Na het aflopen van dit laatfte be­<br />

drijf verliet KAREL DE VIJFDE Z I J N E<br />

komnglijke woning te Brusfel, en betrok<br />

een gemeen huis, tot dat hij<br />

de reize naar zijne voorgemelde wijkplaats<br />

konde aannemen. Daarheen bragt<br />

hij zijne eerzugt in veiligheid, dewijl<br />

de nieuwe ftrijd met den tegenfpoed<br />

voor dezelve te hachelijk was Het<br />

onzigtbare Wezen, dat dc gebeurtenisien<br />

der wereld beftuurt, vindt fomajds<br />

goed met den hoogmoed der mensenkinderen<br />

t e f<br />

P°"en, en in zijne<br />

chaal te wegen wat wij voortrefljjk<br />

(<br />

* godhjk heten. Dat merkwaardige<br />

]<br />

even, t welk der Gefchiedenis voor<br />

•ele eeuwen haren loop voorfchreef,<br />

t<br />

mdigde met een armhartige klooster-<br />

t<br />

igt. bne kmderagtige boete was het<br />

| )on van zo vele lastige jaren, en<br />

d e ondankbaarheid van hem, voor wien-<br />

a leen zij befteed waren.<br />

FILIPS DE TWEDE ontving de Ne­<br />

d erlanden in den fterkften bloei van<br />

b mne welvaart. Hij was de eerfte<br />

v; n derzelver Vorsten, die hen volta<br />

Ihg aanvaardde. Zij beftonden van<br />

m i af me zeventien landfehappen: de


NEDERLANDEN. 79-<br />

Vier Hertogdommen Braband, Limburg, r.<br />

Luxemburg, Gelder; de zeven Graaf- SOEK.<br />

fchappen Artois, Henegouwen , Vlaanderen<br />

, Namen, Zutfen, Holland cn<br />

Zeeland; het Markgraaffchap Antwerpen<br />

, en de vijf Heerlijkheden Friesland,<br />

Mechelcn, Utregt, Ovenjsfel en<br />

-Groningen, welke verenigd enen groten<br />

en magtigen Staat uitmaakten, me,<br />

ten opzigtc van inwendig leven en<br />

rijkdom, met de eerfte Koningrijken<br />

van Europa naar den prijs konden<br />

dingen. Hun handel had tans het<br />

hoogfte toppunt bereikt. Hunne goud<br />

mijnen waren boven den grond, maarzij<br />

waren onuitputtclijker en rijker dan<br />

alle mijnen van zijn Amerika. Deze<br />

zeventien Provinciën , welke te zamen genomen<br />

naaulijks het vijfde deel van Italië<br />

uitmaken , cn zig niet boven driehonderd<br />

Vlaamfche mijlen uitftrekken, bragten haren<br />

Bcheerfcher niet veel minder op,<br />

dan geheel Brittanje zijnen Koningen,<br />

vóórdat dezen nog dc geestlijke goederen<br />

aan hunne kroon getrokken hadden.<br />

Driehonderd en vijftig Steden , door genot<br />

en arbeid levendig, waaronder vele<br />

fterk zonder bolwerken, en gefloten zonder<br />

muren; zesduizend en driehonderd<br />

grote vlekken; kleiner dorpen, meierijën en<br />

Merkten zonder tal, verenigen dit gebied<br />

tot een enig bloeiend landfchap (*). Tan<<br />

(*) STRADA Dcc.<br />

8<br />

i. L. I. i- 5i » TnuAf<br />

II. 482.


v<br />

BOEIi<br />

•<br />

8 0<br />

DE AFVAL DER<br />

had dc Natie juist den middag van<br />

. haren uister bereikt: vlijt en over-<br />

• vloed hadden het vernuft des burgers<br />

verheven,. zij u e denkbeelden opgeklaard'<br />

zijne neigingen veredeld; elke bloei<br />

van den geest kwam met den bloei<br />

des Lands te voorfchijn. Een bedaarder<br />

bloed , door ene ureneer lugtssefteldheid<br />

bekoeld, laat dc drifter? hier<br />

minder woeden : bedaardheid van geest<br />

matigheid,' cn ftandvastig geduld, ge'<br />

ichenken van dezen noordelijker aardgordel<br />

; redelijkheid, regtvaardigheid en<br />

goede rrou , noodzakelijke deugden<br />

voor zijnen handel, cn de lieflijke<br />

vrugten zijner vrijheid ; waarheid, goedwilligheid<br />

cn patriotfche hoogmoed,<br />

fpelen hier in zagter mengelingen met<br />

menschlijkc ondeugden. Geen volk ter<br />

wereld wordt gemakhjker beheerscht<br />

door enen verftandigen Vorst, en geen<br />

moeilijker door enen bedrieger of<br />

Dwingeland. Nergens is de volks-ftem<br />

ene zo onfaalbarc beoordeclfter der<br />

regering als hier. Ware Staatkunde<br />

Kan geen roemrugtiger proefftuk ondernemen<br />

en zwakke , kunftige<br />

politiek heeft geen dimmer te vrezen.<br />

Een Staat als deze kon met reuzenfterkte<br />

handelen en volhouden ,<br />

wanneer de dringende nood deszelfs<br />

kragt opëischte; wanneer een<br />

verftandig en .wel overlegd beftuur<br />

deszelfs bronnen opende. KAREL I>E<br />

VIJF-


NEDERLANDEN fct<br />

V I J F D E liet zijn Zoon erie magt in<br />

deze landen, welke niet veel van j<br />

éne gematigde Alieenheerfching vcrfchil- ,<br />

de. Het koninglijke gezag had zig<br />

merkelijk boven het vrije ftaatsbeftuur<br />

verheven, en dit zamengeftelde kunstwerktuig<br />

konde nü bijna even zo fnel<br />

en zeker in beweging gebragt wordèn<br />

j als een geheel onderworpen.<br />

Staat. Dë talrijke, , anders zo vermogende<br />

Adel, volgde tans den Vorst<br />

gewillig in zijne oorlogen, of vrijde<br />

ter verkrijging van bedieningen in<br />

tijden van vrede om den vriende-<br />

•lijken lach der Majefteit. De loze<br />

Staatkunde van de Kroon had nieuwe<br />

goederen der inbeelding gefchapen ,<br />

waarvan zij alleen de uitdeling had.<br />

Nieuwe driften en nieuwe denkbeelden<br />

van geluk verdrongen eindelijk de<br />

ruwe eenvoudigheid der Rtpublieksgezinde<br />

deugd. Hoogmoed week voor praalzugt,<br />

vrijheid voor eer i bekrompen<br />

onafhankelijkheid voor ene wellustige<br />

lachende flavernij. Als onbepaald Landvoogd<br />

van enen önbepaalden Heer<br />

het Land te onderdrukken , öf te<br />

plunderen, was een vermogender aanlokfel<br />

voor de fchraap- en eerzugt<br />

der Groten, dan het honderdfte en<br />

düizendfte deel der Oppermagt op den<br />

rijksdag met hem te delen. Een groot<br />

gedeelte van den Adel was daarenboven<br />

ih armoede cn zware fchülden<br />

gedompeld. Onder het fchoonfehijnend<br />

I; D E E E. F<br />

t<br />

IOEK*


B O E K .<br />

#2 0E AFVAL DE K<br />

voonvendfel van eerbewijzingen , had<br />

K A R E L D E V I J F D E reeds de gevaarlijkfte<br />

Leenmannen van de Kroon, door<br />

kostbare gezantfchappcn aan vreemde<br />

Hoven, gekortwiekt. Dus werd W I L L E M<br />

V A N O R A N J E met de Keizerlijke<br />

Kroon naar Duitschland, en de Graaf<br />

V A N E G M O N D naar Engeland gezonden<br />

, om de huwelijksverbindnisfen<br />

vm FILIPS met Koningin M A R I A te<br />

fluiten. Beiden verzelderi ook vervolgens<br />

den Hertog V A N A L B A naar<br />

Frankrijk , om den vrede • tusfehen de<br />

i Msfcfe Kronen en de nieuwe verbind-<br />

] n's van hunnen Koning met Mada-<br />

I ne<br />

t 3n<br />

E L I Z A B E T<br />

van deze<br />

te<br />

reis<br />

fluiten. De kosbeliependriemaal-<br />

I onderd-duizend guldens, waarvan de<br />

}• .oning hun genen penning vergoed-<br />

è e. Toen de Prins van Oranje, in<br />

P laats van den Hertog van Savoyen,<br />

\ eldheer was geworden y moest hij:<br />

leen de kosten dragen , welken deze<br />

•aardigheid noodzakelijk medebragt. —<br />

V /anneer 'er vreemde Gezanten of<br />

V orsten te Brusfel kwamen , moesten<br />

d ; Nederlandfche Groten de eer van<br />

h innen Koning ophouden, die alleen<br />

ff ijsde , en voor niemand open tafel<br />

hi eid. De Spaanfche Staatkunde had<br />

m >g kunstiger middelen uitgevonden<br />

OJ i de rijkfte geflagten des Lands<br />

ki igfamerhand te fnuiken. Alle jaren<br />

ve rfcheen een der Kastiliaanfche Gro-<br />

rei t te Brusfel, welke daar enen ftaac<br />

vc erde en verteringen maakte, die zijn


NEDERLANDEN. ff*<br />

Vermogen verre te boven gingen. Hierin<br />

vöor hem onder te doen , ware in<br />

Brusfel voor ene onuitwischbare fchande<br />

gerekend. Om ftrijd beijverde zig<br />

elk om hem te overtreffen , en verfpilde<br />

in dezen kostbaren wedftrijd zijn<br />

vermogen; terwijl de Spanjaard nog<br />

in tijds naar huis keerde, en de<br />

verkwisting van een enkeld jaar door<br />

ene vierjarige zuinigheid weder goed<br />

maakte. Met eiken aankomeling om<br />

den prijs van rijkdom te kampen ,<br />

was' het zwak van den Ncderlandfcheu<br />

Adel , waarvan dc Regering voor zig<br />

een zeer goed gebruik wist te maken.<br />

Evenwel hadden deze kunstenarijen<br />

geenszins dat gelukkige gevolg, welk<br />

men zig daarvan beloofd had; want<br />

juist die drukkende last van fchulden<br />

maakte den Adel te fterker op elke<br />

nieuwigheid belust, daar hij, die alles<br />

verloren had, in ene algemene verwoesting<br />

niets • dan voordeel had te<br />

Wagten (*).<br />

De Geestelijkheid was vaii oudsher<br />

een fteun der Koninglijke magt, en<br />

dit moest zij zijn. Zij had haren<br />

gouden tijd, wanneer 's menfchen<br />

geest gekluisterd was, en wij zien<br />

haar , evctt als die, van kleinmoedigheid<br />

en zinlijkheid enen rijken oogst<br />

inzamelen. Burgerlijke onderdrukking<br />

maakt den Godsdienst noodzakelijker' éri<br />

Q"j RtiD ANUS L. 1. 2:<br />

F a<br />

l<br />

BOËKi


t<br />

) O E Ki<br />

84 DE AFVAL DES.<br />

dierbaarder; blinde overgeving aan het<br />

geweld eens Dwingelands bereidt de<br />

• gemoederen tot een blind, gemakkelijk<br />

geloof, en de Wereldlijke dwingelandij<br />

krijgt hare dienlten van dc<br />

Geestelijke met woeker weder betaald.<br />

De Bisfchoppen cn Prelaten in het<br />

Parlement waren ijverige handhavers der<br />

Koninglijke magt, en fteeds bereid om<br />

de belangen des Burgers aan het nut<br />

van de Kerk en aan het Staatsbelang^<br />

van den Vorst opteofferen.<br />

Talrijke en dappere Bezettingen hielden<br />

de Steden in vrees, welke tevens<br />

door Godsdienfh'ge knibbelarijen<br />

en partijfchappen verdeeld 3 en van<br />

hare magtigfte fteunfels zo onzeker<br />

waren. Hoe weinig was 'er derhalven<br />

nodig, om dit overwigt te bewaren<br />

, en hoe onbegrijpelijk groot<br />

moest de misflag zijn, waardoor hetzelve<br />

verloren trina; !<br />

Zo groot als de invloed van FI­<br />

LIPS in deze Landen was, zo groot<br />

was het aanzien , welk het Spaanfche<br />

Rijk ten dien tijde in geheel Europa ver^<br />

worven had. Geen Staat durfde op<br />

het flagvcld een' kans met hetzelve<br />

wagen. Frankrijk, deszelfs gevaarlijkfle<br />

nabuur, door enen zwaren oorlog,<br />

en nog meer door inwendige partijfchappen<br />

, welke onder ene kindfche<br />

regering het hoofd opftaken, verzwakt,<br />

fnelde reeds met rasfe fchreden<br />

ftaar het ongelukkige tijdperk, welk


NEDERLANDEN.<br />

hetzelve, bijna een halve eeu iang,<br />

tot een toneel van gruwelen en jam- ,<br />

mer heeft gemaakt. ELizA-BET VAN ,<br />

ENGELAND had genoeg te doen om<br />

haren eigen, nog wankelen, troon tegen<br />

de aanvallen der Partijen , en<br />

hare nieuwe, nog niet bevestigde, Kerk<br />

tegen de heimelijke aanflagen der uitgedrevenen<br />

te befchermen. Op hare<br />

fcheppende ftem moest deze Staat eerst<br />

uit de duisternis te voorfchijn komen,<br />

en de levende kragt, waarmede hij<br />

zijnen mededinger onder den yoet<br />

wierp, van de verkeerde Staatkunde<br />

van dezen ontvangen. Het Duitfche<br />

Keizerlijke huis was door de dubbelde<br />

banden van bloed cn ftaatsbelang<br />

aan het Spaanfche verknogt; en het<br />

toenemende krijgsgeluk van so LIMAN<br />

trok zijne aandagt meer naar het Oosten<br />

, dan naar het Westen van Europa<br />

; dankbaarheid en vrees verzekerden<br />

FILIPS van de Italiaanfche Vorr<br />

ften, en zijne Creaturen regeerden het<br />

Conclave. De Noordfche Rijken lagen<br />

nog in enen nagt van woestheid,<br />

of begonnen pas ene gedaante<br />

te ontvangen, cn het Staatkundige ftelfel<br />

van Europa kende dezelven niet.<br />

De bekwaamde Krygsbevelhcbbers, talrijke<br />

legers, aan overwinnen gewoon,<br />

ene gedugte Zeemagt, en de rijke<br />

goudbron, welke nu eerst regt begon<br />

geregeld en zeker uit de West-,<br />

indiën toe te vloeien — welke fchqk-<br />

F 3<br />

I.<br />

SOEK.


I<br />

BOEK.<br />

P -BE AFVAL DEÏ\<br />

barende werktuigen in de vaste en<br />

zekere hand van enen verdandigen<br />

Vorst! Onder zulk een gunfh'g ge*<br />

fternte aanvaardde FILIPS de regering.<br />

Voor dat wij hem zien handelen°,'<br />

moeten wij met een viugtig oog in<br />

zijne ziele zien, om daar enen den,<br />

tel tot zijn daatkundig leven te zoeken.<br />

Vrolykheid en goedwilligheid<br />

ontbraken in- dit hart. Zijn bloed<br />

en zijne eerde fombere jaren hadden<br />

hem de eerstgenoemde geweigerd, en<br />

gene menfchen konden hem °de 'laatje<br />

geven, daar hem de lieflijkde en<br />

lerkde band der gezelligheid ontbrak<br />

rwe denkbeelden, zijn Ik, en 't geen<br />

i Joven dezen Ik was, vervulden zij­<br />

I len bekrompen geest : Eigenbaat en<br />

Godsdienst waren de inhoud en het<br />

( •pfchrift van zijn gehele leven. Hij<br />

\ ras Koning en Christen , en beiden<br />

V /as hij degt; mensch voor menfchen<br />

V 'as hij nooit, om dat hij van zig<br />

2 elven alleenlijk naar boven, nooit<br />

n aar beneden klom. Zijn geloof was<br />

f< >mber en wreed , want zijn Godheid<br />

V as<br />

3 ;ze<br />

een verfchrikkclijk wezen.<br />

had hij niets meer te<br />

Van<br />

ont-<br />

Vi mgen, maar wel te vrezen. Den<br />

é :nngen man verfchijnt de Godheid<br />

al 5 trooster, als verlosfer; voor hem<br />

w is dezelve een opgeregt fchrikbeeld,<br />

ee n droevige vernederende beperking<br />

va n zijn menschlijk alvermogen. Zim<br />

tzag voor dezelve was ^te diepU


NEDERLANDEN.<br />

toe minder het zig op andere wezens<br />

verdeelde: hij beefde flaafsch BOEK»<br />

voor God, omdat God het eenigfte<br />

was, waarvoor hij behoefde te beven.<br />

KAREL DE VIJFDE ijverde<br />

voor den Godsdienst , omdat de Godsdienst<br />

voor hem arbeidde ; FILIPS<br />

deed het , omdat hij werkelijk aan<br />

denzelven geloofde. De eerfte Het,<br />

om lecrfhikken, te vuur cn te zwaard<br />

tegen duizenden woeden; en hij<br />

zelf dreef in den perfoon van den<br />

Paus, zijnen gevangen, den fpot met<br />

het leerftelfel, waaraan hij menfchenbloed<br />

opofferde: FILIPS befloot niet<br />

dan met tegenzin en gewetensangst<br />

tot den regtvaardigflen oorlog tegen<br />

dezen, en gaf alle vrugten zijner overwinning<br />

over , even als een beronhebbend<br />

kwaaddoener zijnen roof. De<br />

Keizer was een Barbaar door uitzigt<br />

op voordeel ; zijn Zoon uit gevoel<br />

De eerfte was een fterke en vei<br />

lichte geest, maar misfchien een des<br />

te flegter mensch ; de andere was<br />

een bekrompen en zwak hoofd, maar<br />

hij was regtvaardiger.<br />

Beiden egter zouden, mijns bedunkens<br />

, beter menfchen hebben kunnen<br />

zijn dan zij werkelijk waren,<br />

en evenwel in 't geheel naar de<br />

zelfde .maatregels gehandeld hebben.<br />

Dat gene, wat wij aan het karakter<br />

des perfoons wijten, is zeer dikwijls<br />

de zwakheid, de noodzakelijk<br />

F 4


I.<br />

SOEK.<br />

8<br />

$ DE AFVAL DÉR<br />

afwijking der algemene menschlijfce m<br />

tuur. Een gebied Van deze uitgeftrektneid<br />

was ene al te fterke verzoeking<br />

voor den menschlijken hoogmoed<br />

, en een ai te zware taak<br />

voor menschlijke kragten. Algemeen<br />

fit 'in - 'J?<br />

, 1 0<br />

( i e v r i<br />

°S<br />

h e i d<br />

i<br />

van<br />

eik m t bijzonder te paren, is het<br />

werk van- den oneindigen Geest, die<br />

zig over alle delen alomtegenwoordig<br />

Verfpreidt Maar hoe redt de menscfc<br />

zig m het geval van den Schepper?<br />

De mensen komt de bepaaldheid van<br />

zijn verftand door foortverdeling te hulpeven<br />

als de Natuur-ondcrzoekcr Mi<br />

hij kenmerken en enen regel<br />

welke voor zijn zwak oog het<br />

V3§t,<br />

over,<br />

nen gemakhjker. maakt, én tot wel-<br />

j ce alle denkbeelden moeten gebrast wor-<br />

I fen; dezen geeft de Godsdienst hem<br />

tan de hand. Zij vindt hoop en<br />

«es in elk menschüjk hart gezaaid.<br />

Ferwijl zy Zig m d e z e 4<br />

t en verzekert , deze hartstogten<br />

i _en voorwerp dienstbaar maakt,<br />

am<br />

heeft<br />

2 ij milhoenen zelffhmdige wezens in<br />

C en eenvormig Algemeen veranderd.<br />

ï *u wordt de Beheerfcher niet meer<br />

C oor de oneindige vcrfcheidenheid der<br />

r mensehlijke willekeur in verwarring<br />

z ebragt; nu is Vr een algemeen<br />

V. waad, en een algemeen goed, \<br />

v 'elk hïj tonen en wegnemen kan:<br />

'i welk OOK daar, waar hij niet i s,<br />

e ytfemmig met hem werkt; nu %\


NEDERLANDEN,<br />

?<br />

er ene<br />

Vrijheid<br />

grènsfcheiding , waarbij • de I,<br />

ftüitaat; een eerwaardige hei­ BOE*<<br />

lige ïijn , naar welke alle itrijdige<br />

bewegingen van den wil zig ten laatften<br />

moeien bepaalen. Het gemene doel<br />

van den Dwingeland en van het Priesterdom<br />

is Eenvormigheid; en Eenvormigheid<br />

is een noodzaaklijk huipmiddef<br />

voor de armoede en beperktheid<br />

van den mensch. FILIPS moest<br />

meer Dwingeland zijn, dan. zijn Vader<br />

, naar maate zijn geest bekrompener<br />

was ; of, met andere woorden,<br />

hij moest zig des te zorgvuldiger _ aan<br />

algemene regels houden, hoe mindei<br />

hij tot de foorten en eenlingen kor<br />

afdalen. Wat volgt n« uit ai<br />

alles? FILIPS DE TWEDE kor I<br />

niets meer ter harte gaan dan d<<br />

gelijkvormigheid in 't Geloof en ii 1<br />

de Staatsgeflcldheid, omdat hij zonde t<br />

die niet kon rcgcrai.<br />

En<br />

met<br />

egter zoude<br />

meer zagtheid<br />

hij<br />

en<br />

zijne regerin; •><br />

toegeeflijkhci 1<br />

begonnen hebben , bijaldien hij tiezei<br />

re vroeger had aanvaard. In h< t<br />

oordeel, dat men gewoon is ovc r<br />

dezen Vorst te vellen, fchijnt me n<br />

niet genoeg op ene omllandigheid i e<br />

letten , welke nogtans bij de g<<br />

fchiedenis van zijnen g^est en vs n<br />

zijn hart billijkerwijze in aanmerkir g<br />

dient genomen te worden. FILII 5<br />

telde bijna dertig jaren, toen hij dc n<br />

Spaanfcacu troon beklom, en zi.<br />

F 5


BOEK<br />

9» DE AFVAL DER<br />

r. vroeg-rijp verftand had vóór den tijd<br />

zijne meerderjarigheid verhaast. Een<br />

geest als de zijne, welke zijne rijp.<br />

heid gevoelde, e n m a a r ajte £<br />

meenfaam met grote uitzigten was<br />

geworden kon het juk van kinderlijke<br />

onderwerping niet anders dan<br />

met tegenzin dragen; de iterker geest<br />

des Vaders en de willekeur des<br />

Aüeenheerfchers moest den met zig<br />

zeiven ingenomen hoogmoed van de-<br />

St Z<br />

A°°<br />

i<br />

|<br />

1<br />

l<br />

l<br />

li<br />

•<br />

e<br />

i\<br />

b<br />

k<<br />

k<<br />

dj<br />

bi<br />

nc<br />

tb<br />

°P<br />

n ,, d<br />

r ukken<br />

' Het aandeel,<br />

welk den Vader hem aan het rijks'<br />

beftuur toeftond, was juist toereikende<br />

om zijnen geest van lager<br />

driften • aftetrekken, en den ifrengen<br />

:rnst van zijn karakter te bewaen,<br />

maar ook gering genoeg om<br />

'J n<br />

verlangen naar de onbepaalde<br />

nagt deste . rterker gaande te maen.<br />

Joen hij dezelve -werkelijk in<br />

ander kreeg had zij het bekoor-<br />

Jke der meuheid voor hem verlot<br />

Die zoete dronkenfchap van<br />

ien jongen Vorst , die mee de hooge<br />

raagt verrast wordt; die vrolijke<br />

ïdwelmmg, welke de ziel voor el,<br />

t e<br />

• fê aandoening opent, en weli<br />

de menschheid reeds menige welige<br />

fligring heeft afgetroggeld, was<br />

! p hem<br />

oit bij<br />

federt lang<br />

hem geweest.<br />

voorbij , 0f<br />

Zijn karak-<br />

' was gezet, toen het geluk hem<br />

deze zware proef ftelde, en ziibevestigde<br />

grondftellingen wedei


NEDERLANDEN.<br />

ftonden deze weldadige roering. Hij<br />

had vijftien jaren tijds gehad , om<br />

zig "tot dezen • overgang vuuia.ue- .<br />

reiden; en in plaats van bij de tekenen<br />

van zijnen nieuwen ftand', naar de<br />

wijze der jeugd, opgetogen te blijven<br />

ftaan, of den morgen van zijne regering<br />

in den roes eener ledige ijdelheid<br />

doortebrengen , bleef hij- gelaten<br />

en ernsthafrig genoeg, om<br />

daadlijk in het grondige bezit van zijne<br />

magt te treden , en door het<br />

volkomenfte gebruik van dezelve z :<br />

g over<br />

het lang gemis daarvan te w-vken.<br />

FILIPS DE TWEDE zag zig niet<br />

zo dra, door den vrede van Chateau in<br />

CambrHis, in het geruste bezit van<br />

zijn Rijk , of hij gaf zig geheel<br />

en al aan het grote werk der Geloofs-zuivering<br />

over, en bevestigde de<br />

vrees, welke zijne Nederlandfche onderdanen<br />

reeds had bevangen. De<br />

Plakaten, welke zijn Vader tegen de<br />

Ketters had laten uitgaan, werden in<br />

volle kragt vernieud, en fchrikkelijke<br />

Regtbankcn , waaraan niets dan de<br />

naam der Inquifïtie ontbrak , zorgden<br />

, dat dezelve wierden nagekomen.<br />

Doch bij fcheen zijn werk nog maar<br />

ten halven voltooid te hebben , zo<br />

lang hij de Spaanfche Inquifitie niet<br />

in hare ganfche gedaante in deze<br />

landen konde overbrengen ; een onderneming<br />

, welke den Keizer r<br />

I.<br />

BOEK.<br />

ecdg<br />

^eerlijk mislukt was,


ï.<br />

ftOEK.<br />

99 BE AFVAL DEü<br />

. De Spaanfche Inquifitie is ene in<br />

ngting yan enen geheel nieuwen aar<br />

en en e b i J z dere fQJ ^ « ^<br />

1<br />

]<br />

c<br />

i<br />

i<br />

z<br />

g<br />

d<br />

li<br />

h<br />

dc<br />

te<br />

he<br />

M<br />

m<br />

g c<br />

gehelen omloop der rijden geen voo2<br />

beeld wordt gevonden / en lelke met<br />

gene geestelijke, gene wereldlijke vSrï<br />

fchaar kan vergeleken worden. I n q uiime<br />

is er geweest, federt dat de reden<br />

zig aan het heilige waagde; federt dat<br />

er twijfelaars en hervormers geweest<br />

mi maar eerst in het midden van<br />

de dertiende eeu, na dat enige voo"<br />

beelden van afval aan de GeesteSe<br />

nagt enen fchrik hadden aangejaagd<br />

Igtte INNOCENTIUS DE S i<br />

aar ene eigene Regtbank, en fcheur!<br />

e<br />

op ene onnatuurlijke wijze het<br />

,eestl,jke opzigt en onderwijs<br />

rei<br />

Rc<br />

Sp<br />

gei<br />

J<br />

van de<br />

raffende magt. Om te beter ver!<br />

ekerd te zijn, dat geen menfehen-<br />

V<br />

°wr PI n f ne<br />

, in<br />

iP raak<br />

^r Natuur<br />

? wrede- itrengheid van hare inftel-<br />

Jgen zou verijdelen, onttrok hij<br />

ar aan d c Bisichoppen en de We-<br />

Idhjke Geestelijkheid , welke door<br />

handen des burgerlijken levens nog<br />

veel aan de menfchlijkheid g egt<br />

was, en droeg haar op aan<br />

oimiken ; ene basterdfoort ?<br />

van<br />

mfcfaen, die de heilige aandoenin-<br />

" der Natuur hebben afgezwoi,<br />

dienstbare Creaturen van den<br />

-omfchen ifoel. Duitschland, Italië<br />

mje Portugal en Frankrijk oS<br />

i haar: een Franciskaner Monnik


N E D E R L A N D E N ; 9$<br />

zat bij het gëdugte oordeel over de<br />

Tempelheren als regter ; aan _ enige , SOEK*<br />

weinige Staten gelukte het haar buiten te ,<br />

fluiten, of aan de Wereldlijke Hoogheid<br />

te onderwerpen. De Nederlanden<br />

waren tot aan de regering vart<br />

KAREL DEN VIJFDEN van dezelve<br />

verfchoond gebleven; hunne Bisicnoppen<br />

oefenden de geestelijke ragt, en<br />

in buitengewone gevallen vervoegde<br />

men zig bij vreemde Inquifitie-gengten<br />

, de Franfche Provinciën te<br />

Parys , en de Duitfche te Keulen.<br />

(*) j|l u„.<br />

Maar de Inquifitie, welke hier bedoeld<br />

wordt, kwam uit het Westen<br />

van Europa, zijnde anders in haren<br />

oorfprong en anders van gedaante.<br />

De laatrte Moorfche troon was m<br />

de vijftiende eeu in Granada gevallen,<br />

cn de Saraceenfche Godsdienst<br />

had eindelijk voor de overmagt vart<br />

den Christelijken moeten wijken. Maar<br />

het Euangelij was in dit jongtte<br />

Christelijke rijk nog nieü en niet<br />

bevestigd, en in de troebele vermenging<br />

van ongelijke wetten en zeden,<br />

hadden de Godsdienilen zig nog<br />

niet vaneen gefcheiden. Het zwaard der<br />

vervolging had wel vele duizenden<br />

van huisgezinnen naar Afrika gedreven<br />

, maar een veel groter aantal.<br />

(*) HOPPER Memoires des foubleï d*<br />

ftrys-Bas. in vit» VigU *5«<br />

i.


1<br />

êOEK<br />

i loei HPC « • Koomfche<br />

i e t<br />

i<br />

genoeg, dit wev<br />

o l k<br />

2r? «ö« den uitwenden<br />

i<br />

o m vaü een nieu geloof te dwin-<br />

£ e" , or hetzelve door de zwakke<br />

t<br />

d TZeZeTT^ P^hedeTtt<br />

k<br />

e zegepialende kerk te verenigen- hor<br />

*P 'er o p a a n, o m<br />

V;<br />

rc<br />

g enen ouden Godsdienst uit te<br />

g»* en ene hardnekkige gezind!<br />

hi<br />

«' te overwinnen, welke doS t<br />

Ja<br />

igfaamwèrkende kragt va„ ? .<br />

in<br />

v a n<br />

deqzplfc 4 ^ T eeuwen<br />

W:<br />

deszelfs zeden, fpraak e n<br />

du<br />

? '"gedrukt, en door', den lord<br />

fel<br />

renden invloed van den vaderknl"<br />

oe<br />

en grojid en hemel i„ IZSl<br />

vo<br />

emng bleef. Wilde de Kerk ene<br />

kei<br />

kome zegen over den %£i<br />

we<br />

J<br />

\ Godsdienst behalen, e n ,J e .<br />

zeJ<<br />

gro<br />

OUC<br />

Êm *m<br />

s<br />

t?Ë AFVAL fiËH<br />

g c J f e f d e<br />

<br />

d e<br />

«he im<br />

te dienen. Zo lano- w "<br />

ftStfË Wa<br />

f, n


NEDERLANDEN<br />

den vorm van het zedelijke karakter,<br />

waaraan het ten fterkften fcheen<br />

eeheo-t te zijn , geheel in ftukken<br />

flaan. &<br />

Zij moest in de inwendigfte<br />

diepten der ziele deszelfs geheime<br />

wortelen uitgraven, alle deszelfs fporen<br />

in den kring des huislijken levens<br />

en der burger-wereld uitwisfchen;<br />

alle herinnering aan denzelven laten<br />

uitfterven, en, ware het mogelijk,<br />

zelfs het gevoel voor deszelfs indrukken<br />

doden. Vaderland en bloedverwanten<br />

, geweten en eer, het heilige<br />

gevoel der maatfchappij en dei<br />

Natuur zijn fteeds de eerften en de<br />

naasten, met welke de Godsdienfter<br />

zig vermengen, van welken zij fterk<br />

te ontvangen, en aan welken zij dii<br />

geven. Deze verbindnis moest ni \<br />

verbroken, de oude Godsdienst moe=<br />

BOEK»<br />

van de heilige aandoeningen der Na<br />

tuur met geweld losgefcheurd wor<br />

den; al zoude het ook de heiligheid<br />

dezer aandoeningen zelve kosten. Zo<br />

danig werd de Inquifitie ingerigt, wel i<br />

ke wij, om haar van de meer mer<br />

fchelijke vierfcharen van dien naai<br />

to onderfcheiden, de Spaanfche no<<br />

men. De oprigting van dezelve vu<br />

voor onder het beftuur van den Kaï<br />

dinaal XIMENES; een Domimkanc ï<br />

Monnik, TORQUEMADA, openc<br />

het eerst dit afgrijslijke Geregts-hof r<br />

grondvestte deszelfs verordeningen, € e<br />

bragt daardoor over zijne Ordende »<br />

n<br />

n<br />

!<br />

C


t<br />

fcOEK.<br />

i<br />

1 e nquifice g af h e m d e n flcu^<br />

\<br />

<<br />

N<br />

^<br />

'et werktuï ' zi<br />

Z l p e<br />

Ie fterke i r c r K e L<br />

band<br />

J<br />

was,<br />

t e v e n<br />

J ?<br />

e n<br />

waardoor<br />

'<br />

hii<br />

e verinogendcn vasthield. De Z e ReS<br />

t<br />

i<br />

2<br />

V e r e m g d e<br />

ü erlX ht ^ ^ twe<br />

g t e<br />

Het v.ïï i " S^hvaagd wierd.<br />

Z><br />

- onder een blind geloof te doen<br />

b<br />

«Ken en de vrijheid Van den<br />

g<<br />

est door ene dode eenvormigheid<br />

te<br />

ë<br />

*• DÊ AFVAL DËt<br />

2Jr<br />

V / e r d<br />

dit werktuig van we-<br />

ski ^ k<br />

?"« ~<br />

verklaren der goederen in de koninglij-<br />

aarlS ff<br />

g e<br />

^ eE<br />

, n ; r<br />

k W a m e ö<br />

h<br />

' ^ een g<br />

gi-<br />

e t d o e i<br />

' ^ doo;<br />

• seftgt beoogd Werd; de werktuigen<br />

da<br />

f c h l i k è n<br />

H breL^-- ' fthande.<br />

;t bre dde z,jn onnatuurlijk rechtsge-<br />

bii<br />

uil FV\<br />

d C § C h e i m f t e<br />

gedagfen<br />

E l k e<br />

fol d harstogc Hond in zijne<br />

%: vnendfehap, huwelijksliefde \ n<br />

all<br />

neigingen der Natuur wist het toe<br />

zijl<br />

va] üaSTt^ \ ?^ lev<br />

fiiê<br />

zig<br />

feh<br />

kCn;<br />

«* Waar het t^T^<br />

^ B n d e ^ e «<br />

van iet geweten door vrees- een<br />

emeraehdg geloof aan zijne" overal<br />

' ^<br />

ge#


NEDERLANDEN. $*)<br />

•genwoordigheid kluisterde de vrijheid 1.<br />

van den wil , zelfs in het binnenfte BOEK.<br />

der ziele. Het deed alle ingevingen<br />

der menschlijkheid bukken onder het<br />

formulier van een willekeurig geloof;<br />

alle aanfpraak op zijn geflagt was voor<br />

enen Ketter verfpeeld; met de geringfte.<br />

ontrou aan de Kerk , had hij<br />

zijn geflagt verloren. Den aangeborenen<br />

afkeer, waarmede de Schepper ons<br />

wijslijk tegen onnatuurlijke zonden gewapend<br />

heeft, droeg het willekeurig<br />

op een ellendig Priesterwerk over; een<br />

zedig twijfelen aan dc onfeilbaarheid<br />

van den Paus werd geftraft als vadermoord<br />

, en gefchandvlekt als fodomy.<br />

Geen toeval kon hetzelve van<br />

zijn offer ontzetten ; deszelfs vonnisfen<br />

werden aan lijken en fchilderijen uitgevoerd<br />

; het graf zelf was geen<br />

fchuilplaats voor den arm der Inquifitie<br />

, cn dc fchuld des vaders bleef<br />

voordleven<br />

geflagten.<br />

in dc ellende van gehele<br />

De vermetelheid van de vonnisfen<br />

der Inquifitie kan alleen overtroffen<br />

worden door de onmenschlijkheid ?<br />

waarmede zij dezelve uitvoert. Zij<br />

valt de zinnen aan met nieuwe, uk*<br />

gezogtc, en onderaardfche verfchrikkingen,<br />

ontleend van de fpoken , welken<br />

zij zelve in ecne kranke en kinderagtige<br />

verbeelding gevestigd heeft ;<br />

cn vermengt de wezenlijke ontzetting<br />

over het tegenwoordige met een gufe<br />

I. DEEL. G


9« DE AFVAL DER.<br />

t chelfpel uit toekomende werelden. Ter­<br />

BOEK wijl zij het belachelijke met het verfchrikkelijke<br />

verenigt, en door enen<br />

misfehjken opfchik het oog vermaakt.»<br />

maakt zij de deelnemende aandoening<br />

kragtloos door de kitteling van ene<br />

andere: zij verdrinkt het medelijden<br />

m fpot en veragting. In enen plegtigen<br />

optogt wordt de misdadige naar<br />

de geregtsplaats gevoerd; een rode<br />

bloedvlag waait voorop; het verenigde<br />

gebrom van alle klokken verzelt<br />

den trein ; vooraf gaan Priesters in<br />

nisgewaad, en zingen een geestlijk<br />

] ied; op dezen volgt de gedoemde<br />

Zondaar, gekleed in een geel ge-<br />

1 vaad , met zwarte Duivels - beelden bei<br />

'childerd; op zijn hoofd draagt hij<br />

< ne papieren muts, welke in een<br />

I aenschlijke figuur uitloopt, om wel-<br />

1 e vlammen vuurs flikkeren, en afrijsiijke<br />

helfchc geesten heen vliegen;<br />

et beeld des Gekruiligden wordt" af-<br />

i<br />

ekeerd van den eeuwig verdoemde,<br />

edragen; voor hem geldt de verlosng<br />

niet meer; zijn ftervelijk lijf i s<br />

i<br />

en vure, en zijne onftervelijke ziel<br />

i sr helfche vlammen gewijd; de mond<br />

d hem toegeftopt, om te beletten,<br />

d it hij zijne fmert niet door een<br />

is :rzagtend klagen koele, het verdor­<br />

d st medelijden door zijne aandoen-<br />

v ke _ gefchiedenis opwekke , en de<br />

Vi :heimen van het heilige gerigt aan<br />

Üj<br />

O dag brenge. Hem volgt de Geestg<<br />

è


NEDERLANDEN^ 99<br />

iïjkheid in ftaatfij - klederen, de Over­ t<br />

heid en de Adel ; de Vaders, wel- i OEK<br />

ke hem geoordeeld hebben , fluiten -<br />

den affchuwelijken trein. Men zou zig<br />

Verbeelden een lijk te zien , dat ten<br />

grave gebragt wordt, en het is een<br />

levend mensen, wiens ongelukken thans<br />

het volk op ene zo wrede _ wijze<br />

moeten vermaken. Gewoonlijk zijn^ deze<br />

regtsoefeningen voor hoge Feesten<br />

beflemd, waar toe men een bepaald<br />

getal van zulke ongelukkiger!<br />

in de gevangenisfen van het heilige<br />

Huis befpaartj, om door de menigte<br />

Van offers aan het bedrijf meer luister<br />

bij te zetten , en dan zijn zelfs<br />

de Koningen tegenwoordig : deze zitten<br />

met ongedekten hoofde op enen<br />

lager' ftoel» dan de Opper - Inqüifitie*<br />

meester , aan wien zij op zulk een' dag<br />

den rang afftaan: cn wie zou niet<br />

beven voor een Vierfchaar, waar voor<br />

de Oppermagt zelve moet onderdoen? (*)<br />

De grote Gcloofs - Omwenteling door<br />

tuïHEii en KALVIJN veroorzaakt » bragt de<br />

noodzakelijkheid Weder te voorfchijn, welke<br />

aan dit Geregts - Hof zijn beflaan had ge^<br />

geven; en 't geen oorfpronkelijk alleen<br />

was uitgevonden om het kleine<br />

Koningrijk Granada van de zwakk?<br />

(*) BURGUND. Hist. Belg. 126. 127. HOPPER.<br />

65. 66. 67. GROT. Annal. Belg. L. i< Esfay W<br />

les meeuw/Tom. III. Inquifition.<br />

G s


tam DE AFVAL DER<br />

I. overblijffels der Joden en Saracenen te<br />

BOEK, zuiveren , werd thans een noodzaakelijk<br />

middel voor de ganfche Katholijke<br />

Christenheid Alle Inquifitie - Hoven<br />

in Portugal, Italië , Duitschland<br />

en Frankrijk namen den vorm van<br />

het Spaanfche aan ; dit volgde de Europeanen<br />

naar de Indien, en vestigde<br />

te Coa een Vierfchaar, welker<br />

onmenschlijke rechtsplegingen ons nog, bij<br />

het lezen van de befchrijving daarvan, ene<br />

rilling door de leden jagen. Overal<br />

volgde de verwoesting haar op den<br />

voet ; maar in geen oord van de wereld<br />

heeft zy ooit zo fterk als in Spanje<br />

gewoed: de doden , door haar<br />

geofferd, raken in vergetelheid,- de<br />

^eflagtcn der menfchen worden weer<br />

aeriteld, en ook de landen, door<br />

ïaar overweldigd en ontvolkt, krijgen<br />

3 ncttertijd hunnen bloei weder; maar<br />

I ;euwen zullen 'er verlopen, 'eer ha-<br />

1 e fporen uit het karakter der Spanjaar-<br />

< len zijn uitgewischt. Ene vurige, voor-<br />

t reflijke Natie heeft zij midden op den we«-<br />

t er volmaking gefluit, het vernuft uit ene<br />

1 lemeïsftreek, waar het te huis hoor-<br />

C e , verbannen, en ene fomberheid,<br />

t veo als die op graflieden rust, agter ge­<br />

]; iten in den geest eens volks , 't<br />

V reik boven vele andere, die dit 'vVer<<br />

:ld - deel bewonen, tot vreugde o-e. li :hapen was.<br />

ir<br />

De eerfte Inquifitie - Meester werd<br />

het Jaar 1522 door KAREL OEN


NEDERLANDEN. ï*f<br />

VIJFDEN in Braband aangefteld. Eni­ I.<br />

ge Priesters werden hem als hel- B DEK.<br />

pers toegevoegd ; doch hij zelf was _<br />

een Wereldlijke. Na den dood • van<br />

ADRIAAN DEN ZESDEN, befchikte deszelfs<br />

Opvolger, CLEMENS DE ZE­<br />

V E N D E , drie ïnqmfiteurs voor alle<br />

Nederlandfche Provinciën, en pAULUS<br />

DE DERDE bragt dit getal weder<br />

tot twe , welke tot aan het, begin<br />

der onrust ftand hielden. In 't Jaar<br />

1530 werden, met voorkennis en goedvinden<br />

der Staten , de Plakaten tegen<br />

de Ketters uitgegeven , welke tot alle<br />

volgende den grond leiden , en waarin<br />

uitdrukkelijk melding van de Inquifitie<br />

gemaakt werd. In 't Jaar 1550 zag<br />

K A R E L DE VITFDE Zjg door den<br />

fnellen aanwas fier fckten genoodzaakt<br />

deze Plakaten tc vernieuwen en fcherpcr<br />

te maken; en bij deze gelegenheid<br />

was het, dat de ftad Antwerpen<br />

zig tegen dc Inquifitie verzettede , cn<br />

ook gelukkig van dezelve vrij raakte.<br />

Maar de geest van deze Nederlandfche<br />

Inquifitie was naar den aart<br />

des Lands menschlijker , dan in het<br />

Spaanfche gebied, en geen uitlander,<br />

veel minder een Dominikaan , had tot<br />

nog toe dezelve bediend. Tot rigtfnoer<br />

dienden haar de Plakaten, welken<br />

ieder kende ; en juist daarom vond<br />

men haar minder hatelijk, om dat<br />

zij, hoe ftreng ook in het vonnisfen<br />

, nogtans minder willekeurig fcheen ,<br />

* C 3


i<br />

|OEK.<br />

r<br />

ï©a DÊ AFVAL DER.<br />

en zig niet, gelijk de Spaanfche<br />

Inquifitie, , in het kleed der geheimenis<br />

verftak.<br />

Maar juist deze laatfte zogt ri-.<br />

LIPS in de Nederlanden in te voeren<br />

, om dat zij hem het gefchiktfte<br />

werktuig fchcen te zijn om den<br />

geest dezes Volks te bederven, en<br />

tot ene willekeurige Regering voor<br />

te bereiden. Hij maakte een begin<br />

met de Geloofsverordeningen zijns<br />

Vaders ftrenger te maken , de magt<br />

der Inquifitie - Meesters hoe langer hoe<br />

meer uit te breiden, hun gezag wik<br />

lekeuriger , en van het burgerlijke<br />

beltuur onafhangelijker te maken.<br />

Binnen kort ontbrak aan deze Vierfchaar<br />

weinig meer van de Spaanfche<br />

Inquifitie, dan de naam en Dotninikanen.<br />

Bloot vermoeden was geloeg<br />

om enen Burger uit den fchoot<br />

ier openbare ruste, en uit den kring<br />

/an zijn huisgezin weg te rukken %<br />

< ;n het zwakfte getuigenis gaf regt<br />

| )m hem op de pijnbank te bren-<br />

I ren. Wie in dezen afgrond neder-,<br />

'iel, kwam nooit weder; alle wek<br />

< laden der wetten hielden voor hem<br />

< >p : de moederlijke zorg der Gereg--<br />

| igheid liet hem varen: aan gene<br />

| ijde van de wereld oordeelde hem<br />

1 loosheid en dolheid naar wetten, wel-<br />

i e voor menfchen niet gelden: de<br />

t misdadiger vernam nooit wie zijn aanklaer,<br />

; en. zeer zelden wat zijn misdrijf was j<br />

I


NEDERLANDEN. «°S<br />

een helfche kunstgreep , welke den<br />

rampzaligen noodzaakte naar zijn ver­ BOEK.'<br />

grijp te raden, en door de bedwelming<br />

der pijnen , of uit verdriet van zo<br />

lano- levend begraven te zijn, wanbedrijven<br />

te belijden, welke mogelijk nooit<br />

begaan , of altans den Regter niet bekend<br />

geworden waren : de goederen der<br />

gedoemden werden verbeurd verklaard,<br />

en de aanbrenger door vergiffenis - brieven<br />

en beloningen aangemoedigd: generhande<br />

voorregt, gene burgerlijke geregtigheid<br />

, gold tegen dit heilig geweld; wien<br />

het aantastte, die wasvoorden wereldlijken<br />

arm verloren : dezen had het geen verder<br />

aandeel aan zijne regtsplegingen gelaten<br />

, dan met eerbiedige onderwerping<br />

de vonnisfen ter uitvoer te brengen.<br />

De gevolgen van zodanige inftelling moesten<br />

onnatuurlijk en ij slijk zijn: het gantfche<br />

tijdlijke geluk, ja zelfs het leven<br />

van den onbefproken man was nu in d<<br />

hand van eiken gewetenlozen deugnie<br />

gefteld. Elk verborgen vijand, elk be<br />

nijder werd tans tot ene onzigtbare ei I<br />

zekere wraak uitgelokt. Het was me t<br />

veiligheid van bezittingen, met troü 11 l<br />

de verkering gedaan. Alle banden vai 1<br />

voordeel, van bloed en van liefde wa<br />

ren verbroken; een aanftekend wantrou<br />

wen vergiftigde het gezellige leven; d<br />

gevreesde tegenwoordigheid van den ene 1<br />

of anderen verfpieder ftuitte den opfla r<br />

-><br />

in het oog, en de ftem in de kee<br />

1,<br />

Men geloofde aan geen eerlijk mensc<br />

tl<br />

G 4


104 DE AFVAL DER<br />

i. meer, en werd zelf niet meer voor zo-<br />

BOEK . d a n i<br />

g gehouden. Goede naam, landge-<br />

. nootfchap , broederfchap , de eed zelfs ,<br />

en alles, wat van menfchen voor heilig<br />

gehouden wordt, had zijne waarde<br />

verloren. Aan dit noodlot gaf men ene<br />

grote bloeijende Koopftad over, waarin<br />

honderdduizend bezige menfchen door<br />

den enigen band van vertrouwen zamen<br />

woonden: ieder onontbeerlijk voor den<br />

anderen, en ieder dubbelhartig, verdagt:<br />

allen door den geest der winzugt<br />

tot elkander getrokken , en uit elkander<br />

gedreven door vrees; alle grondzuilen<br />

der gezelligheid omver gerukt, waar<br />

gezelligheid de grond is van alle leven en<br />

duurfaamheid. (*)<br />

t Geen wonder, dat een zo onnatuurlijke<br />

regtbank, welke zelfs voor den lijdzamen<br />

geest der Spanjaarden onverdraagelijk<br />

was geweest, enen vrijen Staat in oproer<br />

bragt. Doch de fchrik, welken deze inboezemde<br />

, werd nog vermeerderd dooide<br />

Spaanfche krijgsmagt, die, ook na<br />

de herftelling van den vrede , op de been<br />

werd gehouden, en, tegen de grondwetten<br />

des Lands, de grensfteden vervul­<br />

de. Men had KAREL DEN VIJFDEN deze invoering<br />

van vreemde legers vergeven,<br />

zo lang men de noodzakelijkheid daar van<br />

konde zien , en meer Haat maakte op<br />

Zijne goede gezindheid. Maar tans zag<br />

O GROTIUS L. I,


NEDERLANDEN. 105<br />

men in deze benden niets anders dan de 1.<br />

gedugte toerustingen der onderdrukking, j<br />

en de werktuigen ener gehate geestelijke .<br />

dwingelandij. Ene aanzienlijke ruiterij,<br />

uit in borelingen opgerigt, was tot beicherming<br />

des Lands toereikend, en<br />

maakte deze uitlanders onnodig. De losbandigheid<br />

en roofzugt dezer Spanjaarden,<br />

welke' nog veel agterftallige foldij te vorderen<br />

hadden , en zig op kosten van<br />

den burger betaling verichaften , voltooiden<br />

de verbittering des Volks, en<br />

vervoerden den gemencn man tot wanhoop.<br />

Toen vervolgens het algemene gemor<br />

de Regering bewoog , hen van de<br />

grenzen zamen te trekken , en op de<br />

Zeculche Eilanden te verplaatfen, waaide<br />

Schepen tot hunnen aftogt werden uitgerust<br />

, ging hun moedwil zo verre ,<br />

dat de inwoners hunnen arbeid aan de<br />

dijken Haakten , cn liever hun Vaderland<br />

aan de Zee ten prooic wilden ge­ IO EK.<br />

ven , dan langer de bcestagtigc onbefchofthcidgen.<br />

van dit razende volk verdra­<br />

Zeer gaarne had FILIPS deze Spanjaarden<br />

in het land gehouden, om doo:<br />

middel van dezelve aan zijne Plakatei<br />

meer kragts bij te zetten , en de nieuw<br />

inrigtingen te onderlteunen , welke lr<br />

voornemens was in het Nederlandfch<br />

Staatswezen , te maken. Zij waren voc<br />

hem zo veel als waarborgen van de a<br />

gemene rust, en een keten , waaraa<br />

hij de Natie gekluisterd hield. Daaroi<br />

G<br />

5<br />

1 a i r a


i<br />

I.<br />

3<br />

<<br />

]<br />

j<br />

3<br />

C<br />

C<br />

|<br />

a<br />

i 1<br />

liet hij ook niets onbeproefd, om den<br />

aanhoudenden aandrang van 's Lands Staten<br />

, welke deze Spanjaarden verwijderd<br />

wilden hebben , te ontgaan, en nam<br />

alle gelegenheden en alle middelen van<br />

list en overreeding bij de hand. Dan eens<br />

vreesde hij enen onvervvagten aanval van<br />

Frankrijk, dat ondertusfchen door woedende<br />

partijfchappcn jammerlijk verfcheurd ,<br />

üaaulijks in ftaat was om het tegen enen inandfchen<br />

vijand uit te houden ; dan eens<br />

noesten zij zijnen zoon Don KARLOS aan<br />

Ie grenzen inhalen , terwyl hij nooit van<br />

ms was hem uit Kastiliën te laten gaan,<br />

iun onderhoud zou der Natie niet tot last<br />

*jn; hij zelf wilde uit zijn eigen Kas<br />

Me kosten daarvan draagen. Om hen met<br />

es te beter fchijn in het land te houen<br />

, hield hij opzettelijk hunne agterallige<br />

foldij te rug, daar hij hen rog<br />

nders aan de inlandfche krijgsbenden,<br />

melken hij volkomen voldoening gaf,<br />

S<br />

ewisfelijk zoude voorgetrokken hebben.<br />

C >m de vrees der Natie in flaap te wie-<br />

g sn, en het algemene misnoegen te be­<br />

v ëdigen , wilde hij het opperbevel over<br />

i :ze benden aan de beide lievelingen des<br />

V olks, den Prinfe van Oranje, en den<br />

G rave van Egmond opdragen; doch bei-<br />

d< in wezen dit aanbod van de hand , met<br />

d< : edelmoedige verklaring, dat zij nim-<br />

m sr befluiten zouden tegen de wetten des<br />

L: mds te dienen. Hoe meer de Koninf<br />

n verlangen liet blijken om zijne Spat£<br />

%<br />

jas rden in het land te houden , des te<br />

HOEK.<br />

io5 DE AFVAL DER


NEDERLANDEN.<br />

fterker bleven de Staten op derzelver verwiidering<br />

aandringen. Op de eerst volgen- ,<br />

de Staten-Vergadering te Gent moest hij, •<br />

midden in den kring zijner hovelingen, dc<br />

volgende vrije taal der waarheid horen:<br />

Waar toe vreemde handen ter onzer befcherming?"<br />

voegde de Sijndicus van<br />

Gent hem toe. „ of is het misfchien<br />

„ daarom, op dat de overige Wereld<br />

ons voor tc zwak, of wel voor te<br />

„lafhartig houde , om ons zeiven te<br />

verdedigen? waar toe vrede gemaaKt ,<br />

" zo de lasten van den oorlog ons ook<br />

" nog in vrede drukken? In den oor-<br />

" log fcherpte de nood ons geduld , m<br />

* den vrede zugten wij onder deszelfs lrjden.<br />

Of zullen wij dit losbandige<br />

" Krijgsvolk in -toom houden , daar uwe<br />

" ei-ene tegenwoordigheid zo veel met<br />

heeft vermogt? Hier ftaan uwe onder-<br />

" danen uit Kamerik en Antwerpen, en<br />

" klagen over ceweld. Thionvüle en Ma-<br />

" rienburg liggen woest ; en daartoe<br />

" hebt gij on! tog den vrede niet gege-<br />

" ven op dat onze fteden tot woestij<br />

" nen zouden worden, gelijk zij nood<br />

" wendig worden moeten, mdien gi<br />

" haar niet van deze plonderaars verlost<br />

" Of wilt gij u misfehien tegen enen on<br />

" verwagten aanval onzer naburen in d<br />

" weer ftellen ? deze voorzorg is wijs<br />

f m a a r het gerugt van hunne toerustin<br />

" zal ver genoeg hunne wapenen vooruii<br />

;; &en. Waarom met zware koste<br />

„ vreemdelingen in foldij gehouden , cü<br />

I.<br />

SOEK<br />

\ T 1<br />

•y e


i°8 DE AFVAL DER<br />

t ,, eert land niet zullen verfchonen , dat<br />

BOEK. ,, zij morgen weer verlaten moeten ? No-<br />

3, Jaan dappere Nederlanders tot uwen<br />

„ dienst, aan welken uw Vader, in<br />

„ veel hachlijker tijden , de Republiek<br />

„ betroude: waarom zoudt gij tans<br />

„ twijfelen aan de trou van lieden , die<br />

»<br />

(<br />

1<br />

(<br />

9<br />

t<br />

2<br />

2<br />

C<br />

f<br />

1<br />

z<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

33<br />

z o v e l c<br />

eeuwen lang aan uwe Voorva-<br />

» d e r e n<br />

.<br />

r r o u<br />

gf<br />

z[<br />

P gebleven ? zouden<br />

„ zij niet in ftaat zijn om den oorlog zo<br />

, a n<br />

S g<br />

u k<br />

te houden , tot dat uwe<br />

:, bondgenoten zig bij h imns vanen voeg;-<br />

, den, of gij zelf uit de nabuurfchap<br />

„ hulpe zond ?" Deze taal was voor<br />

len Koning al te ongewoon , en hare<br />

vaarheid al te blijkbaar, dan dat hij<br />

tezelve dadelijk konde beantwoorden:<br />

i Ik _ben ook een Uitlauder," riep hij<br />

indelijk uit, „ waarom niet liever mij<br />

elven ten lande uitgejaagd?" Met dce<br />

woorden rees hij van zijnen ftoel<br />

p, en verliet de vergadering; doch den<br />

Jreker. werd zijne iloutheid vergeven,<br />

we dagen later liet hij aan de Staten<br />

jnentwege de verklaring doen , „ dat,<br />

bij aldien hij eerder geweten had , dat<br />

deze Krijgsbenden hun tot last ftrekten,<br />

hij reeds toeftel zoude gemaakt hebben,<br />

om dezclven met zig naar Spanje<br />

te nemen; dit was nu te laat, om<br />

dat zij zonder betaling niet zouden<br />

vertrekken ; maar hij beloofde hun op<br />

het heiligfte, dat deze last hen niet<br />

langer^dan vier maanden meer drukken<br />

zoude." Dan, niet tegenllaande deze


NEDERLANDEN. i°9<br />

belofte, bleef dit volk, in plaats van<br />

vier, nog agttien maanden in het land ,<br />

en zij zouden denkelijk nog langer gebleven<br />

zijn , zo niet de omftandigheden<br />

des Rijks hen in een ander werelddeel<br />

noodzakelijk hadden gemaakt. (*)<br />

De gewcldadigc invoering van Vreemden<br />

in de voornaamfte Amten des Lands, gaf<br />

ftof tot nieuwe klagten tegen de Regering.<br />

Van alle dc voorregten der Nederlanden<br />

ftak geen den Spanjaarden zo zeer<br />

in de ogen , als dat , waar door Vreemdelingen<br />

buiten bedieningen gefloten waren<br />

; en geen van allen hadden zij ijveriger<br />

gepoogd te ondermijnen, (t) Italië,<br />

de beide Indien , en alle Provinciën var<br />

deze uitgeftrekte Monarchie ftonden vooi<br />

hunne fchraapzugt en eerzugt open; al<br />

leen van de rijkften onder allen waren zi<br />

door een onveranderlijke grondwet uitge<br />

floten. Men wist den Koning te overtui<br />

gen , dat zijne Könihglijke magt in dez<br />

landen nimmer bevestigd konde worden<br />

zo lang hij zig niet van vreemde werk<br />

tuigen daartoe mogt bedienen. Reec 1<br />

L<br />

B O E ff.'<br />

I<br />

»<br />

S<br />

was de Bisfchop van Atrecbt , een Boui<br />

gondiër van geboorte, den Vlaminge n<br />

wederregtelijk opgedrongen , en tans zot 1-<br />

de ook dc Graaf van Feria , een Kastil i*<br />

aan , zitting en ftem in den Raad va n<br />

(*) BURGÜÜND, L. i. p. 38. 39- 4°-<br />

DAN. L. I. P. I. METEREN, D. I. B. 47.<br />

(•() RE ID AN , L. 1. p. 1.<br />

R e i<br />

'


tto DE AFVAL DER<br />

I Staten bekomen. Maar deze ondenurtnine<br />

vond kragtiger tegenfland , dan de vleiers<br />

des Komngs hem hadden voorgelleld en<br />

zijne willekeurige magt zag zig ditmaal<br />

door de flnnheid des Prinfen van Oranje<br />

en de flandvastigheid der Staten . te leur<br />

gefield (*) ' ^<br />

Met deze voortekens begon FILIPS<br />

zijn bcftuur over de Nederlanden, en<br />

Zodanig waren derzelver bezwaren , toen<br />

hij van zins was dezelve te verlaten.<br />

Reeds lang verdroot het hem in een land',<br />

Waar hij een vreemdeling was ; waar zo<br />

vele voorwerpen zijne neigingen beledigden,<br />

_ en zijn heerschzugtigen geest zo<br />

dikwijls met grote vrijpostigheid aan de<br />

wetten der vrijheid herinnerd werd. De<br />

vrede met Frankrijk vergunde hem'eindelijk<br />

zijn vertrek ; de toerustingen van s o-<br />

LIMAN trokken hem naar het Zuiden, en<br />

m begon ook Spanje zijnen Heer te mis-<br />

1 en. De keuze van enen Opper - Landvoogd<br />

over de Nederlanden was de grote<br />

i<br />

aak j welke hem nu nog bezig hield<br />

<<br />

>edert het ontflag van Koningin MARIA<br />

an Hongarijen , had E M A N U E L P H I-<br />

\<br />

IBERT van Savoijen deze plaats be­<br />

L<br />

leed, welke egter, zo lang de Ko-<br />

k<br />

mg in de Nederlanden zelf tegenwoordig<br />

n<br />

as, meer aanzien dan wezenlijken invloed<br />

w<br />

if- 's Konings afwezigheid maakte de-g<br />

;lve tot het gewigtigrte Amt, en he£<br />

Zl<br />

O GROT. Annal. L. i. p. 13.


NEDERLANDEN. i n<br />

roemrijkite doel, waarnaaf de cerzugt I.<br />

eens Burgers kon ftreven. Zij ftond tans JOEC.<br />

:<br />

ledig door het vertrek van den Hertog , •<br />

welke door den vrede van Chateau in<br />

Cambrefis weder in 't bezit van zijne landen<br />

was gefteld. Het bijna onbepaalde<br />

gezag, dat den Landvoogd moest gegeven<br />

worden; de bekwaamheden en kundigheden ,<br />

welken een zo omflagtige en netelige post<br />

vorderde; en vooral de gewaagde aanflagen<br />

der Regering tegen de Vrijheid des<br />

Lands, welker uitvoering van hem moest<br />

afhangen, maakten noodwendig deze<br />

keus ten hoogden moeijclijk. De wet,<br />

welke Uitlanders buiten bedieningen floot,<br />

maakte in den Opper - Landvoogd ene<br />

uitzondering. Daar hij niet uit alle zeventien<br />

Provinciën tevens geboortig konde<br />

Zijn , behoefde hij tot gene van allen te<br />

behoren; want de nayver eens Brabanders<br />

zoude aan enen Vlaming, die een halve<br />

mijl van zijne grenzen t* huis hoorde,<br />

geen groter regt daarop hebben toegeftaan,<br />

dan aan enen Siciliaan, die in<br />

een ander land, en onder enen anderen<br />

hemel woonde. Egter fchecn het belang<br />

van de Kroon zelf, in dit geval, voorenen<br />

Nederlandfchen burger te zijn. Een geboren<br />

Brabander, bij voorbeeld, wiens<br />

Vaderland zig met een onbepaald vertrouwen<br />

aan hem overgaf, konde , bij aldien<br />

hij een verrader ware , den dodelijken<br />

ilag reeds ten halven volbragt hebben<br />

, eer dat een Uitlander op het nieuwe<br />

fpeeltuig had geleerd te fpelen ,


I.<br />

"2 DE AFVAL DER<br />

O EK,<br />

R • """.<br />

<<br />

t<br />

1<br />

\<br />

n<br />

d<br />

«<br />

r<br />

d<br />

vr<br />

L<br />

•J<br />

LL<br />

J VGH<br />

upiettenct was. Had<br />

de Regering m éne Provincie hare oogmerken<br />

doorgezet, zo was de tegenkanting<br />

der ovengen ene ftoutheid, welke<br />

zij regt had om ten ftrengften te ftraffen.<br />

in het gemeenfchaplijke geheel, welk de<br />

Provinciën tans uitmaakten, 'waren de<br />

bijzondere inngtingen van ieder als 't ware<br />

verfmolten ; de gehoorfaamheid van ene<br />

enkelde was een wet voor elke der ovengen,<br />

en het voorregt, dat één niet<br />

m Haat was te bewaren ,<br />

dc anderen verloren.<br />

was voor alle<br />

Onder de Nederlandfche Groten , wel-<br />

^<br />

G r<br />

°PP - L a<br />

"dvoogdij konden<br />

togen, was de verwagting en wensch<br />

Ier Natie verdeeld tusfehen den Graaf<br />

*n Egmond cn den Prins van Oranje<br />

velke door even aanzienlijke geboorte<br />

laar toe geroepen , door gelijke verdiensen<br />

daartoe geregtigd , endoor gelijke<br />

d e s V o k s<br />

«* dezen post welkom<br />

aien een luisterrijke rang had beiden<br />

aast den troon geplaast, cn wanneer<br />

Vorsten oog in de eerfte plaats onder<br />

e waardigften zogt, moest het noodenoig<br />

0p enen van deze beiden vallen<br />

'aar wij in 't vervolg van deze Gefchiemis<br />

die twe namen meermalen zullen<br />

oeten aanhalen, kan de aandagt des<br />

ezers niet te vroeg op dezelven gevesi<br />

rd worden.<br />

WILLEM D E EERSTE, Prins van<br />

O<br />

ranje, was gefproten uit het Vorst-


NEDERLANDEN, lij<br />

lijke huis van Nasfau, Welk reeds<br />

agt eeuwen gebloeid, met dat van j !OEK»<br />

Oostenrijk enen tijd lang om den ,<br />

voorrang geftreden , en aan het Duitfche<br />

Ryk enen Keizer gegeven had.<br />

Behalven vele rijke bezittingen in de<br />

Nederlanden, welke hem tot enen<br />

Burger van dezen Staat 9 en geboren<br />

leenman van Spanje maakten , bezat<br />

hij in Frankrijk nog het orffhangelijke<br />

Vorstendom Oranje, 't welk RE-<br />

NATUS VAN CHALON hem bij uitenten<br />

wille had nagelaten (*). WIL­<br />

L E M werd in 't jaar 1533 te Dillenburg<br />

, in het Graaffchap Nasfau,<br />

van ene Gravinne S T O L L B E R G , geboren.<br />

Zijn Vader, de Graaf van Nasfiiu,<br />

van den zelfden naam , had den<br />

Protestantfchen Godsdienst aangenomen,<br />

en liet ook zijnen zoon daarin op-<br />

Voeden ; maar K A R E L DE V Y F D E ,<br />

die den knaap reeds vroeg genegen<br />

was , nam hem, nog zeer jong zijnde,<br />

aan zijn Hof, en liet hem in<br />

den Roomfchcn Godsdienst opwasfen.<br />

Deze Vorst , welke reeds in het<br />

Deze RENATUS VAN CHALON , was<br />

een volle Neef van VVILLEM, en een Zoon van<br />

Graaf IIENDEIK VAN NASSAU, welke met de<br />

erfgename van den Huize van CIIALON op eene<br />

reis, door hem nis gezant naar Frankryk gedaan,<br />

gehuwd was. Hy kwam by de belegering van<br />

St. Didier om 't leven , en zyne Weduwe, Prinfes<br />

ANNA VAN LOTHARINGEN, was de gene, die<br />

den jongen WILLEM voor het eerst te Brusfel<br />

kragt.<br />

I. DEEL. II<br />

L


ïï"4 DE AFVAL DER<br />

kind den toekomenden groten man onc-<br />

BOEK , dekte , hield hem negen jaren in<br />

. zijn gezelfchap , verwaardigde hem<br />

mee zijn eigen onderwijs in zaken<br />

van regeling, cn vereerde hem met<br />

een vertrouwen boven zijne jaren.<br />

Hem alleen was het vergund bij<br />

den Keizer te blijven , wanneer deze<br />

aan vreemde gezanten gehoor gaf:<br />

een .bewijs, dat hij reeds in zijn<br />

vroege jeugd moet begonnen hebben<br />

den roemrijken naam van ZWYGER te<br />

verdienen. Zelfs fchaamde de Keizer<br />

zig niet, openlijk te bekennen , dat<br />

deze jongeling hem meermalen raadflagen<br />

had opgegeven, die aan zijne<br />

eigene fchranderheid ontglipt waren.<br />

Wat mogt men niet verwagten van<br />

den geest eens mans , die in zodanige<br />

fchool gevormd was % en wat<br />

niet van het hart van dien man ,<br />

welke reeds als kind, zo nabij- den<br />

troon, niet had opgehouden een goed<br />

mensch te zijn !<br />

W I L L E M was drie-en . twintig jaren<br />

oud, toen KAREL afftand van<br />

de regering deed, en had reeds twe<br />

openbare bewijzen der hoogfle agting<br />

van dezen ontvangen. Hem was met<br />

uitfluiting van alle de Groten aan<br />

het Hof, den hoogstaanzienlijken post<br />

opgedragen, om de keizerlijke Kroon aan<br />

FERDINAND overtebrengen. Toen de<br />

Hertog van Savojen, welke over het<br />

Keizerlijke leger in de Nederlanden


NEDERLANDEN. Jïïf<br />

het bevel voerde, door zaken van<br />

zijn eigen land naar Italië geroepen<br />

wierd, vertroude de Keizer aan hem<br />

het Opperbevel over deze krijgsbenden<br />

; en zulks in wêerwil der tegenbedenking<br />

van zijnen gehelen Krijgsraad<br />

, wien het al te veel gewaagd<br />

fcheen , den ervaren Franfchen Veldheer<br />

enen jongeling tot opvolger te<br />

geven. Hem , die afwezig en generhande<br />

aanbeveling had, gaf de Vorst<br />

de voorkeur boven de gelauwerde fchaar<br />

zijner helden, en de uitkomst gaf<br />

hem geen redeïi om zig dezer keuze<br />

te beklagen.<br />

De buitengewone gunst, waarin deze<br />

Prins bij den Vader gellaan had, zoude<br />

alleen reeds een gewigtige reden<br />

zijn geweest, om hem van het ver*<br />

trouwen des Zoons uit te fluiten.<br />

Het fcheen dat FILIPS zig tot een<br />

wet gemaakt had , den Spaanfchen Adel<br />

aan den Nederlandfchen te wreken<br />

wegens den voorrang, welken KAREL<br />

DE VYFDE fteeds aan den laatstgenoemden<br />

gegeeven had. Maar van meeï<br />

gewigt waren de geheime beweegredenen,<br />

welken hem van den Prins afke­<br />

rig maakten. WILLEM VAN ORANJE<br />

Was een van die fchrale en bleke<br />

menfchen, gelijk CAESAR hen noemt,<br />

welke 's nagts niet flapen , en te<br />

veel denken; die ook de onverfchrokkendfle<br />

harten aan 't wankelen kunnen<br />

brengen. De ftille rust van een<br />

Ha<br />

I<br />

BOEK»


I<br />

ROEK.<br />


NEDERLANDEN,' 117<br />

dat zij werkelijk kwamen. Zo zeer L<br />

als zijn gemoed boven fchrik cn vreug- ] BOEK.'<br />

de verheven was, zo zeer was het .<br />

aan de vrees onderworpen; maar zijfie<br />

vrees kwam vroeger dan het gevaar<br />

, en hij was bedaard in den<br />

iiood, om dat hij in de rust gebeefd had.<br />

Met volle handen ltrooide WILLEM zyn<br />

jreld, maar als het den tijd betrof, was hij<br />

gierig op een ogenblik. Het uur van den<br />

maaltijd was zijn enigfte uur van uitfpanjjing,<br />

maar dit behoorde ook geheel aan zijn<br />

hart, zijn gezin en zijne vrienden : een<br />

•redelijke tijdkorting, welke hij het Vaderland<br />

aftrok. Hier ontfronfelde hij<br />

zijn gelaat bij den wijn, welke door<br />

een vrolijk hart en door matigheid gekruid<br />

werd, en de ernftigfte zorg kon<br />

hier de gulle vrolijkheid van zijnen geest<br />

niet benevelen. Zijne hofhouding was<br />

pragtig; een talrijke ftoet van bedienden<br />

, de menigte, en het aanzien der genen<br />

, welke zijnen perfoon omringden,<br />

deden zijne woonplaats naar het hof van<br />

enen onaf hanklijken Vorst gelijken. Ene gulle<br />

gastvrijheid, het grote tovermiddel<br />

der Demagogen , was de Godin van zijn i<br />

Palcis. Vreemde Prinfen en Gezanten |<br />

vonden hier ' een onthaal, welk alles<br />

overtrof, wat het weelderige Nederlanc' l *<br />

hun kon opleveren. Ene ootmoedige onderwerping<br />

aan de Regering nam de berisping<br />

en het vermoeden weg , 't well I<br />

deze levenswijze omtrent zijne oogmerken<br />

konde verwekken. Maar deze ver<br />

kwistingen hielden de eer zijns naams O]<br />

H 3


I.<br />

SOEK.<br />

Il8 DE AFVAL DER<br />

bij het Volk, dat nooit fterker gekit*<br />

teld wordt, dan wanneer het de fc batten<br />

van zijn land voor vreemdelingen<br />

ten toon gefpreid ziet; en de hoge<br />

top van geluk, waarop men hem<br />

zag, vermeerderde de waardij der<br />

gemeenfaamheid, tot welke hij zig<br />

vernederde. Geen mensen was meer<br />

tot het hoofd ener zamenzwering ge­<br />

boren , dan WILLEM DE ZWIJGER.<br />

Een doordringend gevestigd gezigt op het<br />

verledene, het tegenwoordige, en het<br />

toekomende, het geredelijk aangrijpen<br />

van elke gelegenheid, heerfchappij over<br />

de harten der menfchen , verbazende<br />

ontwerpen, welke den befc.houwer van<br />

verre niets dan gedaante en evenredigheid<br />

vertonen , ftome berekeningen,<br />

ivelke tot beneden aan den langen<br />

keten der toekomst aflopen, Honden<br />

?nder het beftuur ener verlichte en<br />

mje deugd, welke zelfs nog op<br />

len rand met ftevigen tred blijft<br />

van delen.<br />

Een mensch als deze, kon voor zij­<br />

1 len gehelen leeftijd ondoorgrondelijk<br />

Slijven, maar niet voor den grootften<br />

] cenner der gemoederen, niet voor den<br />

vantrouwenden geest<br />

•4 DE TWEDE<br />

zijner eeu.<br />

zag fpoedig<br />

Fien<br />

liep in een karakter, welk, onder-<br />

^ Ie goedaartigen , naast aan zijn eigen<br />

] ;wam. Had hij hem niet zo gron-<br />

< lig doorkeken, 'er zou geen re­<br />

c ien uittedenken zip, waarom hij zijn<br />

\ ertrouwen onthield aan enen man*


NEDERLANDEN.' Hg<br />

in wicn bijna alle eigenfchappen zig<br />

verenigden , welken hij hec hoogst BOEK.<br />

fehattede en best wist te waarderen.<br />

Doch 'er was tusfehen W I L L E M en<br />

FILIPS nog een ander punt van overeenkomst,<br />

dat van meer gewigt was.<br />

WILLEM had zijne ftaatkunde bij<br />

den zelfden meester geleerd, en was,<br />

gelijk te vrezen ftond , een bekwamer<br />

leerling geweest. Hij was bekend<br />

geworden met die gevaarlijke<br />

kunften , waardoor tronen vallen cn<br />

oprijzen: niet om dat hij den Vorst<br />

van MACHIAVEL tot zijné ftudie had<br />

gemaakt , maar om dat hij hét levendige<br />

onderwijs van enen Vorst had<br />

genooten , welke denzelven indedaad<br />

oefende. FILIPS had hier met een partij te<br />

doen, die op zijne ftaatkunst was<br />

afgeregt , en dien bij ene goede<br />

zaak ook de hulpmiddelen der kwade<br />

ten dienlte ftonden. En juist deze<br />

laatftc omftandigheid geeft ons de reden<br />

aan de hand, waarom hij on<br />

der alle menfchen van zijnen tijd<br />

dezen op het onverzocnelijkfte haatte<br />

en zo onnatuurlijk vreesde. Ongeluk<br />

kie hadt de Keizer ten zelfden tij<br />

de toen hij voor zijnen Zoon d<<br />

kostelijke bloem plantte, ook teven I<br />

den worm opgekweekt, welke dcrzel<br />

ver bloesfem afknaagde.<br />

De argwaan,<br />

teeen den Prins<br />

welken men<br />

hadt opgevat,<br />

reed I<br />

wcr i<br />

vermeerderd door de twijfelagtige U<br />

H 4


L<br />

BOE K<br />

tM DE AFVAL, DER><br />

grippen omtrcnc zijnen Godsdienst. WIL.<br />

, LEM geloofde aan den Paus , zo<br />

• lang de Keizer , zijn weldoener,<br />

leefde; maar men was met reden<br />

bedugc, dat ' de zugt voor de Hervormde<br />

leer , welke hem in zijn<br />

jeugd was ingeboezemd, hem niet geheel<br />

en al verlaten had. Aan welke<br />

Kerk hij ook in zekere tijdperken<br />

van zijn leven de voorkeur gegeven<br />

_ hebbe, zo konden zij tog<br />

alle zig daar mede vergenoegen, dat<br />

met een hem geheel had gehad.<br />

Wij zien hem in latere jaren bijna<br />

met even zo weinig bedenking dc<br />

leer van CALVIJN omhelzen, als hij<br />

in zijn vroege jeugd het Roomfche<br />

geloof met het Lutherfche verwisfcld<br />

had: hij verdedigde tegen dc Spaanfche<br />

dwingelandij mesr de menschlijk;<br />

regten der Proteftantcn, dan hunne<br />

gevoelens; niet hun geloof, maar<br />

hun lijden had hem tot hunnen broeder<br />

gemaakt (<br />

Deze algemeene gronden van wantrouwen<br />

fchijnen gebillijkt te worden<br />

door ene toevallige ontdekking, welke<br />

zijne ware gevoelens aan den dag<br />

bragt. WILLEM was als gijzelaar<br />

Jcs, vredes van Chateau in Cambre-<br />

C) STRADA Dec. f. L. f. p. 24. & L. in<br />

p. 55. fq. GROT. Ann. L. I. REIDAN. L. IK '<br />

p. 59. MEURS Guliel. Auriac. L. I. p. 2 fa'<br />

.|iüRG, 65. 66,<br />

1 h


NEDERLANDEN. 121<br />

fis, waaraan hij zelf mede<br />

had, in Frankrijk gebleeven,<br />

gearbeid J,<br />

en had B O EK.<br />

door de onvoorzigtigheid van HEN- _<br />

DIUK DEN TWEDEN, welke meende<br />

met enen vertrouweling des Konings<br />

van Spanje te fpreken, enen<br />

heimelijken aanilag vernomen, welken<br />

het Franfche Hof met het Spaanfche<br />

tegen de Proteftantcn van beide Rijken<br />

beraamd had. In aller ijl ging<br />

de Prins deze gewigtige tijding aan<br />

zyne vrienden te Brusfel, welken dezelve<br />

zo van nabij betrof, bekend<br />

maaken, en de brieven, daarover gcwisfcld,<br />

vielen ongelukkig den Koning<br />

van Spanje in handen FI­<br />

LIPS werd minder verrast door deze<br />

beflisfende verklaring van WILLEM'S<br />

gezindheid, dan onthutst door het<br />

verijdelen van zijnen aanflag; maar de<br />

Spaanfche Groten, welke het ogenblik<br />

nog niet hadden vergeten , toen de<br />

grootfte der Keizers by het laatfte<br />

bedrijf zijns levens op de fchouders<br />

van dezen Prins leunde, verzuimden<br />

deze gunftige gelegenheid niet, om<br />

den verrader van een ftaatsgeheim<br />

geheel en al buiten de gunst van<br />

bannen Koning te fluiten.<br />

Van geen minder edele afkomst<br />

dan WILLEM, was LAMORAL, Graaf<br />

van Egmond en Prins van Gavre,<br />

(*3 STRADA Dec. h L. III. p. 56. THUAN,.<br />

J, -ioio. REID. L. L p. 2,<br />

H 5


l<br />

ifi* DE AFVAL DER<br />

zijnde een aframmeling van de Her­<br />

V. O E K. togen van Gelderland, wier dapperheid<br />

in den oorlog de wapenen van<br />

het Huis van Oostenrijk had afgemat.<br />

Zijn geflagt pronkte in 's Lands<br />

Jaarboeken: een zijner voorouderen had<br />

reeds onder MAXIMILIAAN het Stadhouderfchap<br />

van Holland bekleed. Zijn<br />

huwelijk met de Hertogin SA BI NA<br />

VAN BEIEREN vermeerderde den luister<br />

zijner geboorte, en maakte hem<br />

magtig door aanzienlijke verbindenisfen.<br />

KAREL DE VIJFDE had hem in 't<br />

jaar 1546 te Utrecht, Ridder van het<br />

Gulden Vlies geflagen. De oorlogen<br />

van dezen Keizer waren de fchool<br />

van zijnen toekomenden roem, en de<br />

ilag bij Sint Quintin, en die bij<br />

Grevelingen, maakten hem tot den Held<br />

van zijne ecu. Elke zegen des vre»<br />

des, welke door handeldrijvende volken<br />

op het dankbaarfte gevoeld wordt,<br />

was ene herinnering aan de overwinning<br />

, waardoor dezelve verworven<br />

was; en de Vlaamfche . hoogmoed<br />

ftofte, gelijk een trotfche moeder, op<br />

den heerlijken Lands-Zoon, die de<br />

verwondering van geheel Europa to:<br />

zig trok. Negen kinders, welke onder<br />

de ogen zijner medeburgeren opgroeiden<br />

, vermeerderden en verftcrlcen<br />

de banden tusfehen hem cn zijn Vaderland<br />

, en de algemeene liefde voor<br />

hem oefende zig in het befchouwen<br />

van hun, die hem her, dierbaarfte


NEDERLANDEN. 123<br />

waren. Elke openbare verfchijning<br />

van EGMOND 'was een zegepraal;<br />

ieder oog, dat op hem geflagen was,<br />

verhaalde zijn leven; in de grootfpraken<br />

over zijne Krijgsgevaren leefden zijne daden<br />

; de moeders hadden hem bij<br />

Ridderlijke fpelen aan hare kinders getoond;<br />

weigemanierdheid, ene edele<br />

houding en gemeenfaamheid, de beminnenswaardige<br />

1<br />

I.<br />

ÏOEK,<br />

deugden der Ridderfchap,<br />

gaven bevalligheid aan zijne verdicnften<br />

; door enen vriendelijken groet<br />

of handdruk verbond zig zijn overlopend<br />

hart aan eiken burger ; op een<br />

ongedwongen gelaat vertoonde zig zijne<br />

vrije ziel ; zijne openhartigheid ontzag<br />

even zo min zijne geheimen, als zijne<br />

milddadigheid zijne goederen , eft<br />

elke gedagte, welke de zijne was,<br />

behoorde dadelijk aan allen : zijn<br />

Godsdienst was zagt en menschlijk,<br />

maar niet zeer gezuiverd, om dat<br />

dezelve niet van het verfland maar<br />

van het hart zijn licht ontving; het<br />

was een zinlijke, gemaklijke Godsdienst;<br />

een Soldaten-geloof, getrou<br />

aan de Kerk , gelijk zijn degen aan<br />

den Koning; om dat het zelve bij<br />

der hand moest zijn in den nood<br />

van 't gevegt, en om dat men gereder<br />

vrugten plukt van het geheugen,<br />

dan van het oordeel. EGMOND bezat<br />

meer geweten dan gronden; zijn<br />

hoofd had zig zijn Wetboek niet<br />

zelf gegeven % maar flegts ingeprent j


I<br />

SOEK.<br />

I<br />

Ï24 DE AFVAL DER<br />

hierom kon de blote naam van een<br />

daad hem de daad verbieden. De menfchen<br />

waren bij hem liegt of goed; een<br />

mengeling van beiden kende hij niet;<br />

m zijne zedenlere vond tusfehen goed<br />

en kwaad geen middenweg plaats,<br />

daarom was by hem ene enkele goede<br />

zijde vaak genoeg om ten voordeele van<br />

iemand te befiisfen: hij verenigde alle:<br />

gaven, die den Held uitmaaken;<br />

hy was beter foldaat dan de Prins<br />

van Oranje, maar als Staatsman was<br />

hij ver beneden dezen; Oranje zag<br />

de wereld, zo als ze werklijk was,<br />

maar EGMOND in den tover-fpiegel<br />

yan ene verfraaide verbeelding. Menfchen,<br />

welke door het geluk verrast<br />

ivorden met ene beloning, waarvoor<br />

dj genen natuurlijken grond in hunie<br />

bedrijven vinden,<br />

j ijk verzogt, om<br />

worden zeer ligt-<br />

het noodzakelijke<br />

'erband tusfehen oorzaak cn uitwer-<br />

j dng uit het oog te verliezen, en<br />

i n de . natuurlijke gevolgen der din­<br />

i gen die hoger wonderkragt te vin-<br />

» len, waarop zij ten laatften, drest<br />

< :n dol, gelijk een CJESAR op zijn<br />

i jcluk, Vertrouwen. Van dit flag van<br />

: nenfehen was<br />

'an verdienften,<br />

EGMOND : dronken<br />

welken de dankbaar-<br />

] ïeid jegens hem te ver gedreven had,<br />

< Iwaalde hij in dit zoete gevoel ,<br />

I ven als in ene aangename wereld<br />

r<br />

an dromen, onbezorgd daar heen,<br />

lij vreesde niets, om dat hij op het on-


N E D E R L A N D E N . -<br />

135<br />

wïsfe onderpand vertroude, welk het L<br />

lot hem in de algemene liefde had ] SOEK.<br />

gegeven , en hij geloofde aan regt- ,<br />

vaardigheid, omdat hij gelukkig was.<br />

Zelfs de fchrikkelijkfte ondervinding<br />

der Spaanfche trouloosheid was niet<br />

in ftaat om dit vertrouwen in 't<br />

vervolg uit zijne ziel te verbannen,<br />

en op het moordfchavot was hoop<br />

nog zijn laatfte gevoel. Ene tedere<br />

bezorgdheid voor zijn gezin hield<br />

zijnen patriotfchen moed aan kleiner<br />

pligten gekluisterd : dewijl hij voor<br />

goed en leven te vrezen had, konde<br />

hij voor de Republiek niet veel<br />

wagen. WILLEM VAN ORANJE zeide<br />

zijnen Vorst de hulde op , omdat<br />

het willekeurige geweld zijnen hoogmoed<br />

gaande maakte ; hij gaf vrijheid,<br />

niet om dat hij van eerzugt<br />

vrij was, maar om dat zijn hoger<br />

eerzugt veragtte dezelve te ontvangen.<br />

EGMOND bezat ijdele verwaandheid,<br />

daarom ftelde hij prijs op Vorllelijke<br />

gunst. De eerfte was een Burger<br />

van de wereld , de laatfte niet meer<br />

dan een Vlaming (*)•<br />

FILIPS DE TWEDE ftond bij den<br />

Overwinnaar van St. Quintin nog in de<br />

fchuld, en de Opper-Landvoogdij over de<br />

Nederlanden fcheen de enige waardige<br />

beloning voor zo fchitterende verdien-<br />

(*) GROT. Annal. L. I. pg. 7. STRADAL. I,<br />

23. & . III. 84.


345 DE AFVAL DEU<br />

I. ften te zijn. Geboorte en aanzien*,<br />

BOEK. de ftemme des volks en perfoonlijke<br />

bekwaamheid, fpraken even zo luid<br />

ten voordeele van EGMOND als van<br />

ORANJE, en bijaldien deze voorbijgegaan<br />

wierd, kon niemand dan de<br />

eerfte hem in den weg geftaan hebben.<br />

Twe mededingers, zo gelijk van<br />

verdienften, hadden FILIPS bij zijne<br />

keuze verlegen kunnen maken, indien<br />

het hem anders in den zin gekomen<br />

ware, zig voor enen: van de. beiden<br />

te verklaaren. Maar juist die<br />

voorregten , waardoor zij hun regt<br />

laarop onderfteunden, waren de reden<br />

waarom hij hen buiten floot; en juist<br />

ioor het vurig verlangen der Natie, om<br />

len tot dien post verheven te zien, had-<br />

i len zij hunne aanfpraak op denzelven om»<br />

] ïerftelbaar verloren. FILIPS kon in<br />

I le Nederlanden genen Landvoogd heb-<br />

1 >en, welken de goede wil en de<br />

1 aagt des volks ten dienste ftonden,<br />

e n welken het door ene zo lcven-<br />

c ige genegenheid aan zig verbonden<br />

t ad. EGMOND'S afkomst van de Gel-<br />

i erfche Hertogen, maakte hem tot<br />

e tien geboren vijand van het Huis<br />

v m Spanje; en de hoogfte magt fcheen<br />

g evaarlijk in de handen van enen<br />

n ian, die het eens in 't hoofd zou<br />

k innen _ krijgen , dc onderdrukking van<br />

e; ïen zijner voorouderen, aan den zoon<br />

V! m den onderdrukker te wreken. Het


NEDERLANDEN. 12?<br />

voorbijgaan van deze lievelingen des<br />

volks, kon noch de Natie noch hen<br />

zeiven beledigen, want het heette,<br />

dat de Koning beiden voorbij ging, om<br />

dat hij genen den anderen mogt<br />

voortrekken. (*)<br />

Dc te leurgeftelde hoop op de Landvoogdij<br />

, benam den Prins van Oranje<br />

nog niet alle hoop om zijnen invloed<br />

in de Nederlanden beter te vestigen.<br />

Onder de overigen , welke tot<br />

deze waardigheid in aanmerking kwamen,<br />

was mede CHRISTINA, Hertogin<br />

van Lotharingen , en Moei des Ko<br />

nings, welke als middelares van den<br />

vrede van Chateau in Cambrefis, zig<br />

bij de Kroon ten hoogden verdienstelijk<br />

had gemaakt. WILLEM had hei<br />

OOP" op de Dogter van deze, er<br />

hoopte door een kragtdadige voorfpraal<br />

voor de Moeder zijn oogmerk te bereiken<br />

: maar hij begreep niet , da<br />

hij juist door zijne voorfpraak har<<br />

zaak bedorf. De Hertogin CHRISTINi<br />

moest agterftaan, niet zo zeer, ge<br />

liik men voorgaf, om dat de afhange<br />

lijkheid harer landen van Frankrijk haa<br />

bij het Spaanfche Hof verdagt maak<br />

te , als wel , om dat zij bij he<br />

Volk van Nederland en den Prins va 1<br />

r.<br />

BOEK.<br />

i<br />

f<br />

t<br />

i<br />

Oranje welkom was. (f)<br />

(*) STRADA, Dec. i. L. i. 24.<br />

C R 0<br />

' i<br />

Aunal. p. 12.<br />

(f)BURGUND. L. I. 23. fq. STRADA DCl<br />

ï. L. 1. •24. 25.


BOEK.<br />

ia8 DE AFVAL DER<br />

Terwijl elk nog in verwagting waê<br />

opgetogen , wie in 't vervolg over<br />

het lot der Nederlanden befchikken<br />

zoude, verfchijnt op de grenzen des<br />

Lands de Hertogin MARGAREET V A N<br />

PARMA , door den Koning uit het<br />

afgelegen Italië ontboden , om het beftuur<br />

over deze Gewesten te voeren.<br />

MARGAREET was een natuurlijke<br />

i<br />

dogter van KAREL DEN VIJFDEN,<br />

uit ene Nederlandfche Freule VAN<br />

GEEST, in 't jaar 1522 geboren. Om<br />

dc eer van haar huis te verfchonen ,<br />

werd zij in den beginne in 't verborgen<br />

opgevoed; doch hare Moeder 3<br />

welke meer trotsheid dan eer bezat,<br />

gaf zig luttel moeite om het geheim<br />

van hare afkomst bewaard te<br />

houden, en ene Koninglijke opvoeding<br />

verried des Keizers dogter. Nog<br />

een kind zijnde, werd zij aan de<br />

Landvoogdes MARGAREET, hare Oudmoei,<br />

naar Brusfel ter opvoeding gezonden<br />

, welke haar, toen zij agt<br />

(aren oud was, ontviel, en door<br />

I vi AR IA , Koningin van Hongarijen,<br />

i jen Zuster van den Keizer, vervangen<br />

werd. Haar Vader had haar<br />

•eeds in haar vierde jaar aan enen<br />

ö<br />

rins van Ferrara verloofd; doch toen<br />

leze verbindenis in vervolg van tijd<br />

1 e nicte liep, werd zij ter gemalinne<br />

^eftemd voor ALEXANDER DE MEj<br />

MCIS, den nieuwen Hertog van Flo-<br />

1 ence, welk huwelijk ook na de ze-


NEDERLANDEN. ta£<br />

gepralende wederkomst des Keizers uit I.<br />

Afrika werkelijk te Napels voltrokken BOElC<br />

werd. Reeds in het eerfte jaar van<br />

enen ongelukkigen egt verloor zij, door enen<br />

geweldigen dood, dezen gemaal, welken<br />

zij niet beminnen konde, en voor de<br />

derde maal moest hare hand voor<br />

haars Vaders ftaatkunde woekeren. Oc-<br />

TAVIUS FARNESE, een Prins van<br />

dertien jaren , en neef van PA LI-<br />

LUS DEN D E R D E N , verkreeg met<br />

haar de Hertogdommen van Parna<br />

en Piacenza ten bruidfchat, en MAR­<br />

GAREET werd, door een zonderling<br />

noodlot, nu hare jaren hebbende, uitgetroud<br />

aan een kind , gelijk zij<br />

voorheen als kind aan eenen man verhandeld<br />

was. Haar weinig vroulijke geest<br />

maakte deze laatfte verbindenis nog<br />

onnatuurlijker , want hare neigingen<br />

waren manlijk , en hare gehele wijze<br />

van leven was een befpotting<br />

van haar geflagt. In navolging van<br />

hare voedftermoeder , de Koningin van<br />

Hongaryen, cn van hare oud-moei,<br />

de Hertogin MARIA VAN BOURGON-<br />

DiëN, welke in deze liefhebberij<br />

den dood vond , beminde zij met<br />

drift dc jagt, en had haar lichaam<br />

hierin dermate gehard, dat zij alle<br />

de ongemakken en vermoeinisfen aan<br />

dat leven eigen, trots enen man,<br />

konde verduren. Haar gang zelfs bragt<br />

zo weinig vroulijke bevalligheid mede<br />

,- dat men eer in de verzoeking<br />

I, DEEL. I


t$o DE AFVAL DER<br />

I. kwam om haar voor enen verkleden<br />

BOEK man , dan voor ene manlijke vrou<br />

te houden; en de Natuur, mee welke<br />

zij door deze aartverplaatfing gefpot<br />

had, wreekte zig eindelijk ook aan<br />

haar door ene manlijke ziekte, het<br />

voeteuvel. Deze zo zonderlinge eigenfehappen<br />

gingen gepaard met een<br />

dom Monniken-geloof, welk IGNATIus<br />

LOYOLA, haar biegtvader en<br />

leermeester , de eer had gehad in<br />

hare ziel te planten: onder de liefdewerken<br />

en boetdoeningen, waarmede<br />

zij hare trotsheid kruifigde , is<br />

ene van de merkwaardigften, dat zij<br />

in de vasten - avond - week van ieder<br />

iaar zeker aantal van armen, welken<br />

op het ftrengfte verboden werd zig voorif<br />

te reinigen , eigenhandig de voelen<br />

wiesch-, hun aan tafel als een<br />

lienstmaagd bediende, en hen met rij-<br />

H te gefchenken onthaalde.<br />

'Er is niet veel meer dan deze laatfte<br />

| rek Uit haar karakter noodig, om te begrijpen,<br />

waarom de Koning aan haar boven<br />

I ille mededingfters de voorkeur gaf; want<br />

1 )ij deze keus had hij altans niets<br />

r •I an de liefde der Natie te vrezen :<br />

( log deze zijne voorkeur werd tevens<br />

< bor de beste gronden der Staatkun-<br />

( le gebillijkt. MARGAREET was in<br />

c e Nederlanden geboren, en ook daarin<br />

i pgevoed; zij had hare eerfte jeugd<br />

t hdcr dit volk gefleten, en veel van<br />

è eszelfs zeden aangenomen. Twe Land-


NEDERLANDEN. 131<br />

voogdesfen , onder wier oogen zij I.<br />

was opgegroeid, hadden haar van tijd BOEK<br />

tot tijd bekend gemaakt met de ilaats-,<br />

regelen, naar welke dit vrije volk . best<br />

beituurd wierd , en konden haar daarin<br />

1 ten voorbedde , dienen : het ontbrak<br />

haar niet aan geest en enen<br />

bijzonderen lust tot het beftuur van<br />

zaken, dat zij hare voedftermoeders afgezien<br />

en vervolgens , in de Italiaanfche<br />

fchoole tot groter volkomenheid<br />

gebragt had. De Nederlanders<br />

waren fints verfcheidene jaren aan het<br />

bewind van vrouwen gewoon, en FI­<br />

LIPS vleide zig misfehien, dat het<br />

fcherpe werktuig der Dwingelandije,<br />

waarvan • hij zig nu tegen - hen wilde<br />

bedienen, in de handen van ene<br />

yrou zagter fhijden zoude. Men wil,<br />

dat het • believen van zijnen vader 4<br />

welke destijds nog in leven en voor<br />

deze dogter ingenomen was, bij deze<br />

keus min of meer in aanmerking<br />

is gekomen ; gelijk het ook waarfchijnelijk<br />

is, dat hij den Hertog van<br />

Panna, wien hij toen ter tijd een<br />

verzoek moest afïlaan, door deze eer,<br />

aan deszelfs Gemalin bewezen , heeft<br />

willen paaien. Daar dc landerijen der<br />

Hertoginne door zijne Italiaan fche ftaten<br />

omringd , en ten allen tijde aan<br />

zijne wapenen blootgefteld waren, konde<br />

hij tevens met zo veel minder<br />

gevaar, de hoogfte magt in hare handen'<br />

vertrouwen : en tot zijne volkomene<br />

I.' 2


t<br />

BOEK.<br />

i*z DE A F V A L DER<br />

gerustheid bleef nog ALEXANDEK<br />

FARNESE, haar Zoon, als een on-<br />

i derpand van hare trou, aan zijn Hof.<br />

Alle deze redenen te zamen waren<br />

gewigtig genoeg, om 's Konings keus<br />

op haar te bepalen , en zij waren<br />

zelfs volkomen beflisfend , dewijl zij<br />

door den Bisfchop van Atrecht en<br />

den Hertog van Alba onderfteund werden<br />

: de laatfte fcheen dit te doen,<br />

omdat hij alle overige mededingers<br />

haatte of benijdde; de eerfte, omdat<br />

zijne heerschzugt waarfchijnelijk reeds<br />

toen de grote voldoening in 't oog<br />

had, welke in de zwakke ziel van<br />

deze Vorstin voor hem gereed lag (*).<br />

FILIPS ontving de nieuwe Landvoogdes<br />

met een pragtig gevolg aan<br />

de grenzen des lands , en voerde<br />

haar in grote ftaatfij naar Gent, waar<br />

de Algemene Staten vergaderd waren.<br />

Daar hij niet voornemens was, om<br />

fpoedig weer in de Nederlanden te<br />

komen , wilde hij, nog eer hij dezelve<br />

geheel verliet, der Natie door<br />

ene plegtige Dagvaart genoegen geven<br />

, en zijne gemaakte fchikkingen<br />

op ene wettige wijze nader bekragtigen.<br />

Hier vertoonde hij zig voor<br />

de laatfte maal aan zijne Nederlan-<br />

(*) BURGUND. L. I. 23. STRADA Dec. L<br />

L. I. 24. VAN MET EREN, II. 61. Recueil<br />

& Memorial des troubles des Pays-bas. fautfo-<br />

re H O P F E R O ) T. II. Vita YIGLI 118. 1^.


NEDERLANDEN. 133<br />

ders, welke van nu voordaan hun I.<br />

lot uit de verborgene verheid, even 30EK.<br />

als uit de handen der onderaardfehen ,<br />

te wagten hadden. Om dezen . plegtigen<br />

dag des te meer luisters bytezetten<br />

, floeg hij elf nieuwe Ridders<br />

van het Gulde Vlies, liet zijne<br />

Zuster op enen ftocl nevens zig<br />

zitten, cn toonde haar den volke<br />

als deszelfs toekomflige Voogdes. Alle<br />

bezwaren des volks over de geloofs-plakaten<br />

, de Inquifitie , het agterlaten<br />

van de Spaanfche foldaten,<br />

de opgelegde lasten, en de wederregtelijke<br />

invoering van vreemdelingen<br />

in 's lands bedieningen , kwamen op<br />

dezen Land-dag ter bane, en werden<br />

wederzijds met drift verhandeld; enigen<br />

op ene listige wijze afgewezen<br />

of in fchijn opgeheven , anderen<br />

door magtfpreuken afgeflagëri. Dewijl<br />

de Koning in de lands-taal een<br />

vreemdeling was, fprak hij door den mond<br />

des Bisfchops van Atrecht tot de Natie;<br />

telde haar met veel grootfpraak alle de<br />

weldaden van zijn beftuur op, verzekerde<br />

haar van zijne genade voor het<br />

toekomende, en beval den Staten nog<br />

eenmaal op het ernftigfte de handhaving<br />

des Katholijken geloofs, en de<br />

uitroejing der Ketterij. Hij beloofde<br />

hun, dat het Spaanfche Krijgsvolk<br />

binnen weinige maanden de Nederlanden<br />

zoude ruimen , indien men<br />

hem flegts tijd wilde<br />

I 3<br />

vergunnen, dat


I.<br />

BOEK.<br />

DE AFVAL DÉR<br />

hij zig van de menigvuldige uitgaven<br />

des laatfieh ooriogs hciTrelde \<br />

om aan deze benden 'de agterftallige<br />

foldij te kunnen betalen : hunne<br />

landswetten ' zouden ongefchonden blijven<br />

, de belastingen hen niet boven<br />

vermogen drukken, en de Inquifitie<br />

zoude haar amt met regtvaardighcid<br />

en gematigdheid waarnemen. Hij voegde<br />

hierbij, dat hij in de keuze van<br />

ene Landvoogdesfe voornaamlijk met den<br />

wensch der natie • was te 1<br />

rade gegaan<br />

, en zig tot ene inboreling bepaald<br />

had, welke in derzelver zeden<br />

en gewoonten ingewijd, en uit Vaderlandsliefde<br />

haar genegen was : hij<br />

vermaande haar des, zijne keus door<br />

hare dankbaarheid te • vereren , en aan<br />

zijne Zuster, de Hertoginne, even als<br />

aan hem zeiven te gehoorzamen. Bijaldien<br />

, zeide hij ten befluite •, onverwagte<br />

belctfelen zijne terugkomst<br />

mogten tegenhouden, zo beloofde hij<br />

hun, Prins KAREL, zijn' zoon, in<br />

zijne plaatfe te zenden, die in Brusfel<br />

zijn verblijf zoude memen (*).<br />

Enige kloekmoedige leden dezer Vergadering<br />

waagden nog een laatfte poging<br />

voor de vrijheid - van geweten.<br />

Elk volk, dus was hun gevoelen,'<br />

moest naar zijn eigen Nationaal karakter,<br />

even als ieder mensch naar zijne lichaams<br />

- gefteldheid , behandeld worden;<br />

(*) BURG. L. I. 34. 37. STRADA L. 32.


NEDERLANDEN. 135<br />

dus zoude men, bij voorbeeld, het L<br />

Zuiden onder enen zekeren graad van BOEK.<br />

dwang nog voor gelukkig houden,<br />

welke voor het Noorden onverdraagelijk<br />

zoude zijn. Nimmer, voegden<br />

zij 'er bij, zouden de Vlamingen<br />

in een juk bewilligen, waaronder<br />

de Spanjaarden misfchien geduldig bukten,<br />

en, zo men hun hetzelve wilde opdringen<br />

, zouden zij liever het uiterfte<br />

wagen. Dit voorftel werd door eenigen<br />

van 's Konings Raden onderfteund,<br />

welke met ernst op verzagting van<br />

die fchrikkelijke Geloofs-plakaten aandrongen;<br />

maar FILIPS bleef onverbiddelijk:<br />

„ liever niet heerfchen," was<br />

zijn antwoord , „ dan over Ketters<br />

„ heerfchen (*)."<br />

Volgens ene " inrigting, reeds door<br />

KAREL DEN VIJFDEN gemaakt, waren<br />

der Landvoogdesfe drie Raadsvergaderingen<br />

of Kamers, toegevoegd, welke de waarne<br />

ming der Staatszaken onder zig verdeelden<br />

Zo lang FILIPS zelf in de Nederlandei j<br />

tegenwoordig was , hadden deze dri<<br />

Vergaderingen zeer veel van hare mag<br />

verloren, en de eerfte van dezelven<br />

de Raad van State, had bijna ge<br />

heel ftilgezeten: tans, nu_ hij he l<br />

hegt der regering weder uit de han<br />

den gaf, verkregen zij haar vorij<br />

aanzien weder. In den Raad vat<br />

State, welke over oorlog en vrede<br />

(*) BENTIVOCL. L. I. p. io„<br />

\ 4<br />

j


I.<br />

BOEK.<br />

136 DE AFVAL DE li<br />

en de veiligheid van buiten het opzigt<br />

had, zaten de Bisfchop van<br />

Atrecht , de Prins van Oranje, de<br />

Graaf van Egmond , de Prelident<br />

van den Geheimen Raad , VIGLIUS<br />

VAN ZUICHEM, VAN AIJTTA, en de<br />

Graaf van Barlaimont, Prefident van<br />

den Raad der Geldmiddelen. Alle de<br />

Ridders van het Gulden Vlies , alle<br />

de leden van den Geheimen Raad<br />

en den Raad der Geldmiddelen, gelijk<br />

ook die van den groten Raad<br />

te Mechelen , welke reeds door K A-<br />

R.EL DEN VIJFDEN aan den Geheimen<br />

Raad te Brusfel onderworpen<br />

was, hadden zitting en Hem in den<br />

Raad van State , wanneer zij van<br />

de Landvoogdesfe uitdrukkelijk daar geroepen<br />

werden, Het befluur van 'sKonings<br />

inkomften en Domeinen behoorde<br />

aan den Raad der Geldmiddelen,<br />

en de Geheime Raad hield zig bezig<br />

met het Regts-wezen en de burgerlijke<br />

orde, en verleende brieven van<br />

vrijdom en vergiffenis. De ledigffaande<br />

Stadhouders-plaatzen in de Provinciën<br />

werden of van nieus vervuld,<br />

of de ouden bevestigd: Vlaanderen en<br />

Artois behield de Graaf van Egmond;<br />

Holland, Zeeland, Utregt en<br />

Westfriesland met het Graaffchap Bourgondië<br />

de Prins van Oranje ; de<br />

Graaf van Aremberg, Oost - Friesland<br />

Overysfel en Groningen ; de Graaf<br />

ran Mansveld, Luxemburg;' Bnrkimont,


NEDERLANDEN. 137<br />

Namur ; de Marquis van Bergen L<br />

Henegouwen , Chateau in Cambrefis BOEK,<br />

en Valencyn ; de Baron van Montigny,<br />

Doornik en het Doornikfchc:<br />

andere Provinciën werden aan anderen<br />

gegeven , welke onzer opmerking minder<br />

waardig zijn. FILIPS VA IS MOKT-<br />

MOREN c IJ, Graaf van Hoorn, wien<br />

de Graaf van Megen in het Stadhouderfchap<br />

over Gelderland cn Zutfen<br />

was opgevolgd, werd als Admiraal<br />

der Nederlandfche Zeemagc<br />

aangefteld. Elke Provinciale Stadhouder<br />

was tevens Ridder van het Gulden<br />

Vlies, en Medelid van den Raad<br />

van State. Elk had in de Provincie,<br />

welke hij beftuurde, het bevel<br />

over het krijgsvolk, welke dezelve<br />

dekte, en het hoofd-opzigt over dc Burgerlijke<br />

regering , en het regts-wezen:<br />

uitgenomen alleen Vlaanderen ; waai<br />

de Stadhouder<br />

zeggen had.<br />

in regtszaken niets te<br />

Braband alleen ftonc i<br />

onmiddelijk onder de Landvoogdes,<br />

welke, volgens oud gebruik , te Brus<br />

fel haar beften dig verblijf nam. Da<br />

6<br />

r<br />

de Prins van Oranje als Stadhoude<br />

r<br />

was aangefteld, was eigenlijk ftrijdi; ><br />

met<br />

wijl<br />

de<br />

hij<br />

Conftitutie des Lands, dc<br />

een vreemdeling was; , maa r<br />

enige landgoederen,<br />

Provinciën hier en<br />

welke hij in d<br />

daar bezat, c<br />

f<br />

als Voogd over zijnen Zoon l>eftuui<br />

de, een langdurig verblijf in dit land i<br />

en voornaamlijk 'het<br />

ï 5<br />

onbepaalde ve:


D E A F V A L D.ER<br />

L trouwen der Natie in zijne denkwij­<br />

R OEIt. ze , vergoedden aan wezenlijke bevoegdheid<br />

, wat hem aan ene toevallige<br />

ontbrak (*).<br />

De nationale magt der Nederlanderen,<br />

welke wanneer zij voltallig was, uit<br />

drieduizend paarden moest beftaan, dog<br />

tans niet veel over de tweduizend<br />

beliep, werd in veertien benden verdeeld<br />

, over welke, behalvcn de Stadhouders<br />

der Provinciën, nog de Hertog<br />

van Aarfchot, de Graven van<br />

Hoogftraten, Bosfu, Roeux en Brederode<br />

het opperbevel voerden. Deze<br />

ruiterij , welke door alle zeventien<br />

Provinciën verdeeld was , moest<br />

alleen maar. voor onverwagte toevallen<br />

gereed ftaan: hoe weinig zij<br />

ook tot grote ondernemingen toereikend<br />

ware, was zij nogtans ter bewaringe<br />

. van de binnenlandfche rust<br />

^enoegfaam. Zij v/as van enen beproefden<br />

moed, en de vorige oor-<br />

j ogen hadden den roem van hare<br />

i iapperheid door geheel Europa ver­<br />

1 breid (f). Behalven deze moest 'er<br />

1 ïog voetvolk worden aangenomen, dog<br />

1 vaartoe de Staten tot hier toe niet<br />

] :onden befluiten. Van de buitenland-<br />

i che troepen waren nog enige Duit-<br />

(*) VAN METEREN L D. L Boek 46.<br />

1 iLRGUND. L. I. p. 7. 25. 30. 34. STRAD.A<br />

I .. I. 20.<br />

(f) BURGUND. L. I. 26. STRADA L.<br />

I 21. HOPPER ig, 19. THUAN. T. II. 489,


NEDERLANDEN. i39<br />

fche Regimenten in dienst, welke ï.<br />

op hunne betaling wagtten. De vier­ ROEK<br />

duizend Spanjaarden, over welke zo<br />

veel bezwaar gemaakt werd, ftonden<br />

onder twe Spaanfche Bevelhebbers,<br />

MENDOZA en ROMERO, en lagen<br />

in de crensfteden in bezetting.<br />

Onder de Nederlandfche Groten,<br />

welken de Koning bij de begeving<br />

van deze plaatfcn boven anderen uitkipte<br />

, Haan de namen des Graven<br />

van Egmond en des Prinfen van<br />

Oranje boven aan. Hoe diep ook<br />

toen reeds de haat tegen deze beiden<br />

, en bijzonderlijk tegen den laatften,<br />

bij hem geworteld ware , gat<br />

hij hun evenwel nog deze openbare<br />

blijken van zijne gunst, omdat zijne<br />

wraak nog niet rijp was, en hel<br />

volk hen bijna afgodisch vereerde.<br />

Beider goederen werden vrij van be<br />

festingen verklaard; (*) dc voordcliglh<br />

Stadhouderfchappen werden hun gege<br />

ven; door het aangeboden bevel oye<br />

de agtergcblevene Spanjaarden, ftreeld*<br />

hij hen met een vertrouwen, well<br />

hi zeer verre af was van wezen<br />

lijk in hun te Hellen: maar tei l<br />

zelfden tijde, dat hij den Prins doo f<br />

deze openbare bewijzen zijner ^ agtin; r<br />

verpligtte, wist hij hem in 't ge<br />

heim des te gevoeliger te kwetfer<br />

Uit vrees, dat ene verbmdtems mc t<br />

(*) Als mede die van den Graye van Hoorn»


BOEK.<br />

140 DE AFVAL DE 11<br />

het magtige Huis van Lotharingen<br />

dezen verdagcen Leenman tot (louter<br />

aanflagen mogt verleiden, ftremde hij<br />

het huwelijk, dat tusfehen dezen en<br />

ene Prinfes uit dat Huis Hond aangegaan<br />

te worden, en verijdelde deszelfs<br />

hoop, welke zo nabij hare<br />

vervulling was : een grievende fpijt,<br />

Welke de Prins hem nooit vergeven<br />

heeft (*). De haat tegen W I L L E M<br />

vermeesterde éénmaal geheel en al<br />

zijne aangeborene kunst van veinzen,<br />

en deed hem enen flap begaan, waar­<br />

in wij FILIPS DEN T WED EN geheel<br />

niet meer herkennen. Toen hij<br />

te Vlisfingen aan boord ging, en de<br />

Groten des lands zig op het ftrand<br />

rondom hem fchaarden, vergat hij<br />

Zig zeiven zo ver, dat hij den Prins<br />

op ene onbefchofte wijze bejegende,<br />

en hem openlijk voor de oorzaakder<br />

Vlaamfche onlusten uitkreet. De<br />

Prins antwoordde op ene bedaarde<br />

wijze , dat 'er niets gebeurd was,<br />

't welk de Staten niet uit eigene<br />

seweeging en uit de billijkte oorza-<br />

j ten gedaan hadden. „ Neen," zeide<br />

'ILIPS , terwijl hij 's Prinfen hand<br />

rreep , en dezelve hevig fchudde ,<br />

, niet de Staten, maar gij, gij, gij|«<br />

Je Prins flond verflomd, en zonder<br />

e wagten, tot dat de Koning aan<br />

loord was , wenschte hij hein een<br />

(*) WATSON T. 1. 137-<br />

I


NEDERLANDEN. 14*<br />

goede reis, en ging naar de Stad<br />

te rug (*). Zo maakte perfoonlij- j<br />

ke haat de verbittering ongeneesbaar,<br />

welke deze regtfchapen en edele man<br />

reeds voor lang tegen den onderdrukker<br />

van een vrij volk in zijnen boezem<br />

droeg; en deze dubbelde ter.<br />

ging bragt ten laatflen die grote onderneming<br />

tot rijpheid, welke der<br />

Spaanfche Krone op zeven van hare<br />

edelfte ftenen te ftaan kwam.<br />

FILIPS had zijn waar karakter<br />

niet weinig verzaakt, daar hij de<br />

Nederlanden nog met zo veel goedertierenheid<br />

verliet. De wettige vorm<br />

ener dagvaart , de bereidwilligheid om<br />

zijne Spanjaarden uit het 1<br />

L<br />

land te<br />

voeren , de infchikkelijkheid om_ in<br />

de gewigtigfte lands-amten de lievelingen<br />

des volks te zetten , eindelijk,<br />

de opoffering, welke hij aan hunne<br />

ftaatsgefteldheid deed, door den Graaf<br />

van Feria weêr uit den Raad van<br />

State te nemen, waren oplettendheden<br />

, waaraan zijne groothartigheid zig<br />

nooit weder fchuldig maakte ; dog<br />

hij had tans meer dan ooit de genegenheid<br />

der Staten nodig, ten einde<br />

met hunne hulp, ware het mo-<br />

(*) Vie £? Genéalogie de Guillaume I.<br />

Prime d'Orange. Dit boek , welk ik niet<br />

meer in handen heb , en waarvan ik den<br />

tytel niet nader kan opgeven, is onder Koning<br />

WILLEM DEN DERDEN van Engeland<br />

gefchreven, en ook aan hem opgedragen.<br />

IOEK.


I.<br />

BOK K.<br />

r#é DE A F Y A L D E R<br />

gelijk, den zwaren last van fchulderi<br />

weg te nemen ,. welke nog van dc vorige<br />

oorlogen op de Nederlanden rustte<br />

: met zig door kleine opofferingen<br />

aangenaam bij hen te maken,<br />

hoopte hij misfchien zijne onregtvaardige<br />

handelwijze te vergoeden. Hij<br />

tekende zijn affcheid met blijken van<br />

genade , want hij wist , in welke<br />

handen hij hen liet: de vreeslijke<br />

tonelen des doods , welke hij dit<br />

ongelukkige volk had toegedagt, moesten<br />

den helderen glans der Majefteit<br />

niet verduisteren , die , gelijk de<br />

Godheid, hare voetftappen alleen met<br />

weldoen tekent; die fchrikkelijke roem<br />

was voor zijne Plaatsbekleders befternd.<br />

Evenwel werd door de herïfelling<br />

van den Raad van State de<br />

Nederlandfche Adel meer gevleid, dan<br />

hij werkelijkcn invloed daardoor kreeg."<br />

De Gefchiedfchrijver STRADA, welke<br />

van alles , wat de Landvoogdes betrof,<br />

uit de eigene papieren van<br />

deze best konde onderrigt zijn, (*) heeft<br />

ons enige punten bewaard uit het<br />

geheime narigt, welke haar door de<br />

Spaanfche Regering werd gegeven. Wanïeer<br />

zij merkte, vindt men onder<br />

inderen hierin , dat de Raden' door<br />

sartijfchappen verdeeld,. of, 't geen<br />

i<br />

] log erger was, door geheime on-<br />

< lerhandelingen', vóór de zitting, af-<br />

.(*) STRADA' L. IL 49. & L. ï- 31,


NEDERLANDEN. 143<br />

fpraak met elkander gemaakt hadden, I.<br />

. .. „:: J« 13 nn/-Icwr>r


L<br />

BOEK.<br />

»44 DE AFVAL DER.<br />

het gelijke regt der ftemmen, de<br />

meerderheid niet zelden op de zijde<br />

van het onverftand weten te krijgen.<br />

Een twede regel, door cle Landvoogdes<br />

waartenemen, was, den zodamgen<br />

leden van den Raad , welke<br />

tegen ene fchikking geftemd hadden<br />

, ^ nadrukkelijk voortehouden , dat<br />

zij die fchikking , in gevalle dezelve<br />

kwame doortegaan, even zo bereidwillig<br />

moesten bevorderen , als<br />

of zij de ijveriglte voorftanders van<br />

dezelve geweest waren ; daardoor zouden<br />

zij niet alleen het volk omtrent<br />

den bewerker van zodanige wet in het<br />

onzekere laten , maar ook de kibbelarijen<br />

onder de leden doen ophouden<br />

, en bij het ftemmen ene grote<br />

vrijheid invoeren (*).<br />

Ongeagt alle deze voorzorgen, had<br />

FILIPS de Nederlanden niet gerust<br />

tunnen verlaten , zo lang hij wist<br />

| lat de overmagt in den Raad van<br />

t a t e<br />

l „ en de gehoorfaamheid der Pro­<br />

i vinciën in handen van den verdagten<br />

j \del was. Om dus ook van dezen<br />

1 :ant ^ zijne vrees te doen bedaren,<br />

< « zig tevens van de Landvoogdesfe<br />

I e verzekeren, onderwierp hij haar<br />

I :elve, en in haar alle Lands-zaken<br />

| an het opper-toezigt van den Bis­<br />

{ shop van Atrecht, in welken enigen<br />

man<br />

(*) STRADA Dec. I. L. L 31.


NEDERLANDEN. '145<br />

man hij den gedugtflen aanhang een<br />

genoegfaam tegenwigt gaf. Naar dezen<br />

werd de Hertogin , als naar een<br />

onfeilbaar orakel der Majefteit, gewezen,<br />

en in hem had zij enen ltrengen<br />

waarnemer van haar beftuur. Onder<br />

alle ftervelingen van dien tijd maakte<br />

GRANVELLE de enigfte uitzondering,<br />

welken het wantrouwen van FILIPS<br />

DEN TWEDEN fchijnt geleden te<br />

lebben; verzekerd dat deze in Brusfel<br />

was , kon hij" in Segoviën flapen.<br />

Hij vertrok uit de Nederlanden<br />

in September des jaars 1559. Een<br />

ftorm deed zijn vloot vergaan, terwijl<br />

hij zelf bij Laredo in Biscajcn<br />

behouden aan land kwam; en zijne<br />

fombere blijdfchap dankte den God des<br />

behouds door ene affchuwelijke gelofte.<br />

Het gevaarlijke beftuur der Nederlanden<br />

was in de handen van enen<br />

Priester en ene vrou gegeven, en de<br />

laffe Dwingeland vlood van het kwaad,<br />

dat hij had uitgevoerd, en ontdook<br />

in zijnen bid-floel te Madrid dc beden<br />

, de klagten en de vervloekin*<br />

gen van zijn volk.<br />

# *<br />

I. DEEL, K<br />

I.<br />

BOEIT.


n.<br />

BOEK.<br />

T W E D E B O E K .<br />

LANDVOOGDIJ VAN MARGAREET<br />

VAN P A R M A.<br />

A<br />

Jt^-NTONIUS PERENOT, Bisfchop<br />

van Atrccht , naderhand Aartsbisfchop<br />

van Mechelen , cn Opper - kerkvoogd<br />

der Verenigde Nederlanden, dien de<br />

haat zijner tijdgenoten ons onder den<br />

naam van Kardinaal GRANVRLLE vereeuwigd<br />

heeft , werd in den jare<br />

1516 te Befancon in het Graaffchap<br />

Bourgondië geboren. Zijn Vader, N 1 KO­<br />

LA A s PERENOT, de Zoon van enen<br />

fmid (*), was door eigen verdienfte<br />

tot den rang van Geheimfchrijver der<br />

Hertoginne MARGAREET VAN SA-<br />

(*) Dit is eer verdigtfel, dn, uit den<br />

algemenen ha?t tegen den Krrdinrrl gefproten<br />

, zig langen tijd , en genoegfaam tot<br />

in onze dfgen heeft voordgeplrnt. Men<br />

weet tpns uit egte befcheiden, dut GR AN­<br />

TE LLE'S Vader in Franfche Comté uit een<br />

aanzienlijk geflagt, oorfpronklijk van Genua,<br />

gefproten was. VÏRT.


DE AFVAL DER NEDERLANDEN. '147<br />

VOJE , toenmaals Landvoogdes der ÏT.<br />

Nederlanden , opgeklommen: hier werd 3 0EK.<br />

hij aan KAREL DEN VIJFDEN als<br />

een bekwaam Staatsman bekend, welke<br />

hem in zijnen dienst nam , en bij de<br />

gewigtigfte onderhandelingen gebruikte.<br />

Twintig jaren arbeidde hij in het Kabinet<br />

des Keizers, bekleedde * de waardigheid<br />

van deszelfs Geheimraad cn<br />

Zegelbewaarder, deelde in alle de<br />

ftaatsgcheimen van dezen Vorst, en<br />

verworf zig een groot vermogen (*).<br />

ANTONIUS PERENOT erfde de waardigheden<br />

, den invloed, en de Staatkunde<br />

van dezen zijn' Vader, en gaf<br />

reeds in zijne vroege jeugd blijken van<br />

de grote bekwaamheid, welke hem<br />

namaals ene zo roemrijke loopbaan geopend<br />

heeft. Hij had op verfcheidene<br />

Hoge Scholen de talenten befchaafd,<br />

waarmede hij zo mildelijk van de Natuur<br />

begiftigd was , en in beide deze<br />

opzigten had hij veel vooruit boven<br />

zijnen Vader. Weldra toonde hij in<br />

Haat te zijn, om zig door eigen<br />

kragt ltaande te houden op de plaats,<br />

waarop eens anders verdienften hem gefield<br />

hadden. Hij was vier en twintig<br />

jaren oud, toen hij van den Keizer<br />

, als deszelfs Gevolmagtigde, naar<br />

de Kerkvergadering van Trente werd<br />

gezonden , cn hier vertoonde hij de<br />

eerfte proeven zijner welfprekendheid,<br />

f*) VAN MÏTEREN CO. JTRABA 47»<br />

K a


•548 DE AFVAL DER<br />

II. welke hem in 't vervolg zulk een' magtigen<br />

. invloed op twe Koningen verfchafte.<br />

.KAREL gebruikte hem nog in verfcheidene<br />

moeilijke Gezantfchappen, welken<br />

hij tot groot genoegen van zijnen<br />

Meester uitvoerde; en toen eindelijk<br />

deze Keizer den fcepter aan zijnen Zoon<br />

afitond, maakte hij dit kostbare gefchenk<br />

volkomen , door hem enen Staatsdienaar<br />

toetevoegen,<br />

fcepter hielp voeren.<br />

welke hem dien<br />

GRANVELLE opende zijne nieuwe<br />

loopbaan daadlijk met het grootfte meesterltuk<br />

van zijn ftaatkundig vernuft,<br />

met namelijk uit de gunst van zulk een'<br />

BOEK Vader in de gunst van zulk een' Zoon<br />

zo gemaklijk over te glijden. Spoedig<br />

gelukte het hem, dezelve inderdaad<br />

te verdienen. Bij de geheime<br />

onderhandeling, welke de Hertogin van<br />

Lotharingen tusfehen de Franfche en<br />

Spaanfche Ministers in Peronne bewerkt<br />

had, beraamde hij met den Kardinaal<br />

van Lotharingen de zamenzwering tegen<br />

de Protelïanten , welke naderhand<br />

te Chateau in Cambrefis , waar hij<br />

mede aan de vredes - onderhandelingen<br />

arbeidde , tot rijpheid gebragt , maar<br />

ook aldaar verraden werd.<br />

Een doordringend, veelbevattend verftand,<br />

ene ongemene vaardigheid in<br />

grote ingewikkelde zaken , en de uitgebreidfte<br />

geleerdheid was met enen<br />

lastdragenden vlijt, en een onvermoeid<br />

1558. geduld; de ondernemendfte geest met


NEDERLANDEN. 149<br />

ene alles wikkende voorzigtigheid, in n.<br />

dezen man op ene wonderlijke wijze 1<br />

verenigd. Bij dag en bij nagt, flaap- .<br />

loos en nugtercn, werkte hij voor den<br />

Staat; het gewigtige en het geringe<br />

werd bij hem met dezelfde gemoedhjke<br />

zorgvuldigheid overwogen, en men<br />

kon met waarheid van hem zeggen ,<br />

dat hij den last des Rijks op manlijke<br />

fchouders torste. Niet zelden<br />

hield hij vijf Geheimfchrijvers te gelijk<br />

bezig, en allen in verfchillende<br />

talen, waarvan hij gezegd wordt zeven gefproken<br />

te hebben. Het geen door een<br />

wèlwikkend verlland langfaam tot rijpheid<br />

was gebragt, verkreeg kragt en bevalligheid<br />

in zijnen mond; en de waarheid<br />

door ene vermogende tovertaal verzeld,<br />

fleepte alle Hoorders met geweld weg.<br />

Zijn trou was onkrenkbaar , omdat<br />

gene der driften , welke den^ enen<br />

mensch van den anderen afhangelijk maken<br />

, ooit zijn gemoed in verzoeking<br />

bragt. Hij had flegts een enig mensch<br />

van noden , en, om dezen enigen<br />

fchat te bewaren, waagde hij het gehele<br />

mcnschdom. Met ene verwonderlijke<br />

fcherpheid van geest had hi;<br />

de ziel vah zijnen Meester befpied, er [<br />

hij kende vaak reeds in de wezenstrek<br />

ken de gehele rij der gedagtcn , cvei<br />

als in de eerfte fchaduwtrekken he<br />

beeld, dat nog ftaat gevormd te wor<br />

den.<br />

dezen<br />

Met hulprijke kunst, kwam hi i<br />

trager geest te gemoet; vorm<br />

K 3<br />

iOEK.


I?o DE AFVAL DER<br />

II. de de onrijpe vrugr , die nog op<br />

BOEK deszelfs lippen was , tot volkomene<br />

gedagten, en gunde hem grootmoedig<br />

het zoete zelfbedrog van eigene vinding?<br />

hij verftond de moeilijke kunst van<br />

zijn eigen verftand te verkleinen, en<br />

zijn vernuft aan enen ander toeteeigenen.<br />

Gelijk ene onnatuurlijke moeder<br />

die haar eigen kind verzaakt,<br />

deed hij aflland van de geda°ten<br />

waarvan hij zelf de uitvinder was'<br />

om dezelve aan zijnen Heer, als des-<br />

Zelfs oorfpronglijk eigendom toetekennen.<br />

Das heerschte hij over FILIPS, omdat<br />

hij zijne heerfchappij verborg, en op<br />

deze wijze alleen kon FILIPS beheerscht<br />

worden. Te vreden met ene ftille<br />

naar wezenlijke magt, haakte hij 'niet<br />

( mverzadefijk naar nieuwe tekenen van<br />

lezelve, welke gewoonlijk het wenfehe-<br />

] ïjkfte doel zijn van kleine geesten ;<br />

1 naar elke nieuwe waardigheid paste<br />

} tem, als of zij nooit van hem ge-<br />

ƒ bheiden ware geweest. Geen wonder,<br />

C at zulke buitengemene hoedanigheden<br />

l em de gunst van zijnen Heer verwier­<br />

V en : doch een nog gewigtiger erf-<br />

I eel van flaatkundige geheimen en on-<br />

d ervindingen, welken KAREL D E VIJF-<br />

I E in een bij uitflek bezig leven op­<br />

g gaan en in dit hoofd ter bewaringe<br />

g :legd had, maakte hem voor zijnen<br />

OJ wolger volftrekt onontbeerelijk. Hoe<br />

Z( er ook deze laatfte, met zig zeiven<br />

jn genomen, gewoon was op zijn eigen


NEDERLANDEN. ï5*<br />

rerftand te vertrouwen, zo noodzaaklijk II.<br />

was het evenwel voor zijne fchroonv i 01K.<br />

a£tige, kruipende Staatkunde, enen fter- -<br />

ker *eest in den arm te nemen, en<br />

haar "efren befluiteloosheid door gezag,<br />

eens anders voorbeeld, en raadopvolsing<br />

te gemoet te komen. Generhande<br />

Staatszaken, gene dingen, welke<br />

'sKonings huis betroffen , kwamen ,<br />

zo lang FILIPS in de Nederlanden<br />

tegenwoordig was, tot ftand , zonder<br />

da* GRANVELLE 'er deel in had;<br />

en toen de Koning de reis naar Spanje<br />

ftond aantenemen, liet hij aan de<br />

nieuwe Landvoogdesfe in dezen Dienaar<br />

een even zo gewigtig gefchenk<br />

na, als hem zeiven van den Keizer,<br />

zijnen Vader , in hem was nagelaten.<br />

Hoe gewoonlijk men ook willekeurige<br />

Vorsten hun vertrouwen ziet fchenken<br />

aan zodanigen van hunne fchepfels,<br />

die door htm uit het Hof zijn opgebeurd,<br />

en wier vormers zij zijn, werder<br />

'er nogthans zulke uittekende gaven ver<br />

eischt, om de agterhoudende eigenliefde var I<br />

een karakter, als dat van FILIPS was<br />

zo verre te overwinnen , dat dezelve n I<br />

vertrouwen , ja in een volkomen ver<br />

trouwen overging. . Het genngfe bhjl<br />

van de billijkfre eigenliefde, wsurdoo r<br />

hij zijn eigendom aan ene gedagte ><br />

welke doodden Koning eenmaal al s<br />

de zijne was aangenomen , fchee .1<br />

weêroii te eifchen , zou den Diena r<br />

zijnen gehelen invloed gekost hebbes i.<br />

K 4


II.<br />

BOE K.<br />

*S* DE AFVAL DER<br />

Het ftond dezen vrij aan de laagte<br />

driften van wellust, gierigheid, wrik!<br />

mSr' A - V<br />

n tm<br />

T<br />

cl t e<br />

S<br />

maar de _ emgfte , welke hem inderdaad<br />

b c z i e l d e j d e a a n g e n a m e b e w u s [_<br />

Heid van eigene voortreflijkheid en vermogen<br />

, moest hij zorgvuldiglijk voor<br />

het agterdogtige oog van den Vorst<br />

verbergen. Vrijwillig' ftond hij af van<br />

alle voorregten, welken hij in eigendom<br />

bezat, om dezelve van de grootmoedigheid<br />

des Konings andermaal te<br />

ontvangen. Zijn geluk mogt uit o-een andere bron dan deze voordvloefen •<br />

geen ander mensch mogt aanfpraak op<br />

zijne dankbaarheid hebben. Het Pur<br />

>er hem uit Rome toegezonden , wil­<br />

(<br />

le hy „iet aannemen, voor dat hij<br />

s Konings toeftcmming uit Spanje be-<br />

1 comen had: terwijl hij hetzelve aan<br />

< len voet van den troon nedcrleide,<br />

i cheen hij het als 't ware eerst ui<br />

C e handen van den Vorst te ontvan-<br />

I en (*). Minder Staatsman dan hij,<br />

r gtte de Hertog van Alba zig te Ant­<br />

v werpen een ftandhceld op , en fchreef<br />

z jnen eigen naam onder de zegetekens<br />

v 'eiken hij als een werktuig der Kroone<br />

b ehaald had; maar A L B A ging m e t d e<br />

O igenade van zijnen Heer ten grave- hu­<br />

h id met ene roekeloze hand in het Regaal<br />

V m de Kroon getast , door onmiddehïk<br />

Ui t de bron der onfterflijkheid te fcheppen.<br />

(,*) STRADA 65.<br />

vieren;


NEDERLANDEN; 153<br />

Driemaal verwisfelde GRANVELLE II.<br />

van Heer, en driemaal gelukte het j 10 EK.<br />

hem tot de hoogde gunst opteklim- •<br />

men. Even gcmaklijk, als .hij den<br />

diep gewortelden trots van enen zelfheerfcher,<br />

en het ftijve Egoïsmus van<br />

enen Despoot had weten te beduren,<br />

wist hij ook de zwakke verwaandheid<br />

ener Vrouwe ftaande te houden. Zijne<br />

verrigtingen met de Landvoogdesfe<br />

werden gewoonlijk , ook dan, wanneer<br />

zij in één huis bij elkander waren ,<br />

door briefjes afgedaan; een gebruik,<br />

dat men zegt uit de tijden van AU­<br />

GUSTUS en TIBERIUS herkomftig te<br />

zijn. Wanneeer de Landvoogdes m 't<br />

naau was gebragt , werden zodanige<br />

briefjes tusfehen den Dienaar cn haar,<br />

vaak van uur tot uur, gewisfeld. Waarfchijnelijk<br />

verkoos hij dit middel , om<br />

den waakfamen nijd des Adels te bedriegen<br />

, welke zijnen invloed op de<br />

Landvoogdes niet geheel moest kennen;<br />

misfehien dagt hij ook langs dien weg<br />

zijne raadflagen voor de aatstgenoemde<br />

duurfamer te maken, en zig in<br />

geval van nood met de fchriftelijke<br />

blijken tegen befchuldiging te dekken.<br />

Maar de waakfaamheid van den Adel<br />

ftelde deze voorzigtigheid te leur, en<br />

weldra werd het in alle Provinciën<br />

bekend, dat niets<br />

dienaar gefchiedde.<br />

zonder den Staats­<br />

GRANVELLE bezat alle hoedanigheden<br />

eens volmaakten Staatsmans voor<br />

K 5


154 DE AFVAL DER<br />

11. Rijken, die tot een eigendunklijk be­<br />

BOEK. ltuur overhellen : maar volftrekt p-enen<br />

yoor vrije Staten, die Koningen hebben.<br />

Opgevoed tusfehen den troon<br />

en den biegritoel kende hij gene andere<br />

betrekkingen tusfehen menfchen,<br />

lan heerfchappij en onderwerping, en<br />

] iet inwendige gevoel van zijn eigen<br />

I neerderheid boezemde hem menfehen-<br />

1 reragting in. Het ontbrak zijner ftaat-<br />

1 mn.le aan zagtheid, de enige deugd,<br />

velke haar hier onontbeerelijk was. Nooit<br />

1 veek zij af van haar eens gezette<br />

3 igtfnoer , dewijl zij zig reeds in<br />

( le jeugd van zijnen geest had ge-<br />

^ ormd , en dewijl het bezwaarlijk valt,<br />

an enen vroeg ontvangen indruk te<br />

{ :heiden. Hij was oplopend en woest<br />

\ an aart, en wapende met de koning-<br />

1 jke volmagt de natuurlijke heftigheid<br />

x an zijn gemoed, en de driften van zijen<br />

geestlijken (land. Onder het be-<br />

i mg van de Kroon bewimpelde hij<br />

2 ijn eigen eerzugt , en maakte de<br />

erwijdering tusfehen de Natie en den<br />

* honing onherftelbaar, dewijl hij dan<br />

V oor dezen onontbeerelijk bleef. Hij zogt<br />

a m den Adel zijne eigene geringe afk<br />

:>mst te wreeken, en ftelde , gelijk al-<br />

le die genen , welke het geluk door<br />

# :rdienften gedwongen hebben , de<br />

ïorregten van geboorte beneden die,<br />

Vv aardoor hij tot aanzien geftegen<br />

f \ Proteftanten erkenden hem<br />

mnen onverzoenlijkiten vijand ;<br />

was.<br />

voor<br />

alle<br />

1


NEDERLANDEN. 155<br />

lasten, welke het land drukten, wer­ II.<br />

den aan hem toegefchrcven, en allen , lOEK»<br />

drukten des te onverdraagelijker, om- .<br />

dat zij van hem kwamen; ja zelfs<br />

wordt hij . befchuldigd, :de zagter gezindheden,<br />

welke het dringend aanhouden<br />

der Staten den Vorst eindelijk hadden<br />

afgeperst, tot Ürengheid te rug<br />

gebragt te hebben. De Nederlanden<br />

vervloekten hem , als den gedugtften<br />

vijand hunner vrijheid, en de eerfte<br />

oorzaak van al den jammer, welke<br />

hun namaals is overgekomen (*)<br />

Klaarblijklijk had FILIPS de Provinciën<br />

nog* te vroeg verlaten. De nieu­<br />

'559*<br />

we maatregelen der Regering waren<br />

voor dit volk nog te vreemd , en<br />

konden door hem alleen gezag en nadruk<br />

verkrijgen ; de nieuwe Kunstwerktuigen<br />

, welken hij liet fpelen , moesten<br />

door een gedugte fterke hand<br />

aan den gang gebragt, derzelver eerfte<br />

bewegingen vooraf geholpen, en<br />

door gehoorfaamheid eerst bevestigd<br />

worden. Tans ftelde hij dezen Staatsdienaar<br />

bloot aan alle driften, welke<br />

in ééns ophielden de banden der<br />

Koninglijke tegenwoordigheid te gevoelen<br />

; liet aan den zwakken arm van<br />

enen onderdaan een werk over, waaronder<br />

de Hoogheid zelve met hare<br />

(*) STRADA Dec. I. L. Ü. 47. 4*«<br />

49V 50. THUAN. L. VI. 301. BURGUN*<br />

BIU.1.


'156 DE AFVAL DER<br />

II. magtige fteunfels zou hebben kunnen be­<br />

BOEK. zwijken , en maakte enen ftaatkundigen<br />

misflag tot ene misdaad in de verkeerde<br />

keuze van zijnen dienaar.<br />

Het land bloeide inderdaad, en een<br />

algemene welvaart fcheen te getuigen<br />

van het geluk des vredes, welken het<br />

voor korten tijd deelagtig was geworden<br />

; het uitwendige voorkomen van<br />

rust bekoorde het oog : maar het<br />

was niet dan blote fchijn , en van<br />

binnen fmeulde de gevaarlijkfte twedragt.<br />

Wanneer de Godsdienst in een<br />

land aan 't wankelen is, wankelt hij<br />

niet alleen; de moedwil had met het<br />

heilige begonnen, en eindigde met het<br />

onheilige. De gelukte aanval tegen<br />

de Gecstlijke overheerfching, had lust<br />

en floutheid ingeboezemd om alle gezag<br />

in 't gemeen aantetasten, en wetten<br />

zo wel als Icerftcllingen , pligten<br />

zo wel als gevoelens, te onderzoeken.<br />

Deze dweepagtige moed , dien men<br />

m zaken , de eeuwigheid betreffende,<br />

had geleerd te oefenen , kon zijn<br />

roorwerp veranderen ; deze kleinagting<br />

van leven en goederen, kon van vreesigtige<br />

burgers dolle oproermakers maten.<br />

Ene vroulijke regering van bij-<br />

I ia veertig jaren, had aan' de Natie<br />

i gelegenheid gegeven , om hare regten<br />

I e doen gelden ; aanhoudende oorlo­<br />

i gen , waarvan de Nederlanden het to-<br />

I leel waren , hadden ene zekere los­<br />

\ bandigheid ingevoerd, en het regt van


NEDERLANDEN. 157<br />

den flerkflen voor burgerlijke orde in II.<br />

de plaats gefield; de Provinciën wa­ ÏOEK.<br />

ren opgevuld met vreemde gelukzoekers<br />

en vlugtelingen, louter menfchen,<br />

die aan geen vaderland, geen geflagt,<br />

geen eigendom meer gebonden waren,<br />

en die nog het zaad des oproers uit<br />

hun ongelukkig land herwaards overbragten.<br />

De gedurige tonelen van<br />

foltering en dood hadden de tedere<br />

banden der zedelijkheid verbroken, en<br />

aan het karakter der Natie ene onnatuurlijke<br />

ongevoeligheid gegeven. Door<br />

alle de verfchrikkingen der menschlijke<br />

natuur op deze moordtonelen blootteftellen,<br />

en de gemoederen met dezelve<br />

gemeenfaam te maken , verloor<br />

de Regering haar meest vermogend<br />

behoedmiddel, den fchrik voor het onbekende.<br />

Nu waren 'er voor het misdruk<br />

gene verfchrikkingen meer agtergehouden ;<br />

het oog telde dezelve , de gewoonte<br />

benam haar de kragt , en het verftand<br />

was in ftaat gefield om dezelve te wegen.<br />

.<br />

Dan, met dit alles Zou<br />

[<br />

de opkanc<br />

nog fchroomagtig zijn gebleven , er :<br />

langs den grond gekropen hebben<br />

had hij niet in den Adel enen fleur<br />

gevonden , waarmede hij zig op eet 1<br />

gedugte wijze verhief. KAREL DI<br />

VIJFDE had de Nederlandfche Grotei 1<br />

verw end, daar hij hen tot deelgenote! 1<br />

van zijnen roem maakte, hunnen volks<br />

hoogmoed voedde door den voorrang<br />

>


158 DE AFVAL DEK.<br />

II. welken hij hun boven den Kasriliaan»<br />

BOEK. fchcn Adel gaf, en in alle delen zijns<br />

Rijks voor hunne eerzugt een veld<br />

opende. In den laatften Franfchen<br />

oorlog hadden zij aan zijnen Zoon dezen<br />

voorrang wezenlijk verdiend ; de<br />

voordelen , welken de Koning uit den<br />

vrede van Chateau in Cambrefis inoogstte<br />

, waren grotendeels het werk van<br />

hunne dapperheid geweest, en nu waren<br />

zij op ene gevoelige wijze verftoken<br />

van den dank, waarop zij<br />

met zo veel reden ftaat gemaakt hadden.<br />

Hier kwam bij , dat door de<br />

affcheiding des Duitfchen Keizerrijks<br />

van het Spaanfche rijk, en den min<br />

krijgshaftigen geest der nieuwe Regering,<br />

hun werkkring over het geheel<br />

kleiner geworden , en 'er buiten hun<br />

Vaderland weinig meer voor hun te<br />

vinnen was. FILIPS Melde tans zijie<br />

Spanjaarden aan, waar KAREL<br />

>E VIJFDE Nederlanders gebruikt had.<br />

UI* die hartstogten, welken de voige<br />

Regering bij hun verwekt en<br />

verkfaam gemaakt had, hadden zij tans<br />

1 den vrede bij zig behouden ; en deze<br />

ssbandige driften, die het aan haar regt-<br />

r ïatig voorwerp ontbrak, vonden on-<br />

I elukkig in de bezwaren des Vader*<br />

1; tnds een ander. Nu haalden zij die<br />

a mfpraken, welke enen tijd lang door<br />

n ieuwe driften verdrongen waren, uit<br />

d f vergetelheid te voorfchijn. Bij de<br />

Ia atfte vervulling der openftaande plaat


NEDERLANDEN. *59<br />

fen had de Koning genoegfaam niet<br />

dan misnoegden gemaakt ; want zelfs<br />

die genen, welke met amten waren<br />

begunfligd, waren weinig beter te vreden<br />

dan die, welken hij had voorbijgegaan,<br />

omdat zij op beteren hadden<br />

ftaat gemaakt. WILLEM VAN ORAN-<br />

J E had vier Stadhouderfchappen , zonder<br />

nog andere kleineren medeterekenen,<br />

die te zamen genomen de<br />

waarde van een vijfde beliepen; maar<br />

WILLEM had zijn uitzigt op Braband<br />

en Vlaanderen gevestigd. Hij en de<br />

Graaf van Egmond zagen voorbij,<br />

wat hun werkelijk ten dele was gevallen<br />

, en dagten flegts daaraan , dar<br />

de Landvoogdij hun was ontgaan. Het<br />

grootfte gedeelte van den Adel had<br />

zig zelf in fchulden geftoken, of zig<br />

door de Regering daartoe laten vervoeren.<br />

Tans, daar hun de hoop<br />

benomen was, om zig door voordelige<br />

amten te herftellen , zagen zij<br />

zig op eenmaal aan gebrek blootgefteld,<br />

dat hun te gevoeliger fmcrt<br />

veroorzaakte , hoe meer de pragtige<br />

levenswijze van den welgezeten burger<br />

hetzelve deed in 't oog lopen. In<br />

den uiterften nood, waartoe het met<br />

hun gekomen was, hadden velen zelfs<br />

tot een misdrijf de band geboden:<br />

hoe zouden zij dus de verleidende<br />

aanbiedingen der Kalvinisten hebbes<br />

kunnen wederftaan, welke hunne voorfpraak<br />

en befchcrming met zware fom-<br />

IL<br />

SOES,


II.<br />

BOEK.<br />

l5o DE AFVAL DER<br />

men betaalden? Velen eindelijk, voor<br />

wien gene redding meer overig was,<br />

vonden hunne laatfte tocvlugt in de<br />

algemene verwoesting, en Honden elk<br />

oogenblik gereed , om den brand in<br />

de Republiek te Heken. (*)<br />

Deze gevaarlijke gefteldheid der gemoederen<br />

werd door de ongelukkige<br />

nabuurfchap van Frankrijk nog meer<br />

verergerd. Het gene FILIPS voor de<br />

Nederlanden te vrezen had, was daar<br />

reeds werkelijk gebeurd. In het lot<br />

van dit Rijk kon hij het lot zijner<br />

Nederlanden afgebeeld zien, en de<br />

geest des oproers kon aldaar een verleidend<br />

voorbeeld vinden. Gelijke toevallen<br />

hadden onder FRANCISCUS DEN<br />

EERSTEN en HENDRIK DEN TWE-<br />

DEN de zaden van verandering in dit<br />

Rijk geftrooid; ene gelijke razernij der<br />

vervolgingen, en een gelijke geest van partijfchap<br />

hadden deszelfs wasdom bevorderd<br />

, en die tedere vrugt tot enen<br />

reus aangekweekt. Tans worstelden Hugenoten<br />

en Katholijken in enen zeer<br />

twijfelagtigen ftrijd ; woedende partijen<br />

rukten dit gehele Rijk uit zijne gewrigten,<br />

en fleepten dezen magtigen Staat<br />

met geweld tot op den oever van zijnen<br />

Ondergang. Hier , zo wel als<br />

daar , konden eigenbelang , heerschzugt<br />

en<br />

C) Vita VIGLII T. II. Recueil des troubles<br />

des Pays-bis, P. HOPPER 22. STRA­<br />

DA 47.


NEDERLANDEN. tSi<br />

«h geest van partij fchap zig in het<br />

kleed van godsdienst en vaderlandsliefde<br />

vermommen, en de driften van enige<br />

weinige burgers de gehele Natie<br />

in de wapens brengen: de grenzen<br />

van beide landen lopen in Fransch<br />

Vlaanderen in één; het oproer kan,<br />

gelijk een verbolgen zee, töt hier<br />

toe zijne golven werpen ; zou de<br />

overgang aan hetzelve belet worden<br />

door een land, welks taal, zeden ert<br />

geaartheid tusfehen Galliën en Belgiën<br />

als in 't midden ftond ? Tot nog<br />

toe had de Regering geen onderzoek<br />

naar hare Proteftantfche onderdanen<br />

in deze landen gedaan ; maaf<br />

zij weet, dat deze nieuwe fekte eeti<br />

zamenhangende grote republiek is, welke<br />

hare wortelen . door alle Rijken<br />

der Christenheid verfpreidt; ert de geringfte<br />

fchudding daadlijk in alle hare<br />

delen gevoelt. Het zijn dreigende<br />

Volkanen, die ^ door onderaardfche<br />

wegen verbonden , zig in ene gedugtë<br />

Sympathie ten gelijken tijde aahfteken.<br />

De Nederlanden moesten vöor alle<br />

Volken openftaan , omdat zij van alle<br />

volken leefden. Kon zij enen handeidrijvenden<br />

ftaat zo gemaklijk fluiten<br />

als hare Spaanfche Staten ? Bijaldieri<br />

zij deze Gewesten van hunne dwa ;<br />

ling in 't geloof Wilde zuiveren;<br />

zo moest zy beginnen met haar ip<br />

Frankrijk uitteroeicn (*).<br />

C*) STRADA L. III. 71. 72. 73,<br />

I. DEEL. L<br />

BOEK»


BOEK.<br />

1(5ï DE AFVAL DEIl<br />

Jtt 'Zodanig' vond GRANVELLE de Ne*<br />

derlanden,<br />

aanvaardde.<br />

toen hij zijne bediening<br />

I56o. De eenvormigheid van het Pausdom<br />

in deze Landen terug te brengen, het<br />

gezag van den Adel en de Staten te<br />

fnuiken, en op de puinhopen der republikeinfche<br />

vrijheid de Koninglijke<br />

magt te verheffen , was de grote bedoeling<br />

der Spaanfche Staatkunde , en<br />

de last van den nieuwen Staatsdienaar.<br />

Maar deze onderneming vond hinderpalen,<br />

ter wegneminge van welke, nieuwe<br />

middelen uitgedagt, nieuwe kunstwerktuigen<br />

in beweging gebragt moesten<br />

worden. De Inquifitie en de<br />

Bloed-plakaten fchenen wel genoegfaam<br />

te zijn, om de befmetting der ketterij<br />

tegen te gaan; maar dezen ontbrak<br />

het aan toezieners, en gene aan<br />

voldoende werktuigen van haar uitgebreid<br />

regtsgebied. Hier te Lande hield<br />

he oorfpronklijke Kerk-inrigting van<br />

vroegere tijden , toen de Provinciën<br />

nin volkryk waren , de Kerk nog ene<br />

ilgemene rust genoot, en het toezigt op<br />

lezelve gemakkelijker was, nog 'ftand.<br />

ien reeks van eeuwen, welke de gelele<br />

inwendige gefteldheid dezer Gewesten<br />

veranderd had, had dezen vorm<br />

ran het Geestelijke beftuur onveranderd<br />

ïelaten, die behalven dat, door de<br />

Privilegiën der Provinciën tegen de<br />

willekeur van. derzelver beheerfchers gedekt<br />

was. Alle de zeventien Provinciën


NEDERLANDEN. I'S'*<br />

.waren onder vier Bisfchoppen ver­ ft<br />

deeld, welke te Atrecht, Doornik, BOEK,<br />

Kamerijk en Utrecht hunnen ftoél<br />

hadden, en aan de Aartsftiften van<br />

Rheims en Keulen ondergefchikt waren.<br />

FILIPS DE GOEDE, Hertog van<br />

Bourgondië, was wel, bij de toenemende<br />

bevolking dezer Landen , op<br />

ene uitbreiding van de Geestelijke<br />

magt bedagt geweest , maar had dit<br />

ontwerp in de dronkenfchap van een<br />

vrolijk leven weder vergeten. KA­<br />

REL DE STOUTE werd door eet*<br />

zugt en lust tot veroveringen, van de<br />

inwendige belangen zijner Landen afgetrokken<br />

j en MAXIMILIAAN had<br />

reeds te vele vérfchillen met de Staten<br />

, om ook nog dezen ftrijd te wagen;<br />

Ene onftuimige regering belettede KA­<br />

REL DEN VIJFDEN de Uitvoering<br />

van dit uitgeftrekte plan, dat FILIPS<br />

DE TWEDE tans als een erfenis var<br />

alle deze Vorften overnam (*). Nu<br />

was het tijdftip gekomen, dat de<br />

dringende nood der Kerke deze nieu­<br />

wigheid verfchonen, en de ftilte var<br />

den vrede derzelver uitvoering begün<br />

ftigen konde. Met de verbazende<br />

Volksmenigte , welke zig uit allé oorden<br />

van Europa in de Nederlandfche<br />

Steden te Zameh pakte, was ene vermenging<br />

van Godsdienften en gevoe I<br />

lens ontftaan, welke door zo Weinig* I<br />

.f*) BURCÜND. 45* STRADA 42*.<br />

La<br />

l


n.<br />

BOEK.<br />

164 DE AFVAL DER<br />

ogen onmogelijk meer gade geflagen<br />

konden worden. Daar het getal der<br />

Bisfchoppen zo klein was, moest derzelver<br />

gebied zig veel te ver uitftrekken,<br />

en vier menfchen waren niet<br />

langer in ftaat, om voor de zuiverheid<br />

van geloof in een zo wyd uitgeftrekt<br />

gebied te waken. Het regtsgebied,<br />

dat de Aartsbisfchoppen van Keulen en<br />

Rheims in de Nederlanden oefenden, was<br />

reeds lang een aanftoot voor de Regering<br />

geweest, welke dit Land nog<br />

niet als haar eigendom kon befchouwen<br />

, zo lang het gewigtigfte gedeelte<br />

i Ier magt in vreemde handen was.<br />

l Om hun deze magt te ontweldigen, de<br />

I jeloofs-onderzoeken door nieuwe kragt-<br />

) iadige werktuigen te verlevendigen, en<br />

i evens het getal van zijne aanhange-<br />

1 ingen op den Rijksdag te vergroten,<br />

| rond men geen beter middel, dan her<br />

;etal der Bisfchoppen te vermeerderen.<br />

| /Iet dit plan beklom FILIPS DE TWE-<br />

I E den troon ; maar ene verandering<br />

ii 1 het Geestelijke gebied moest bij<br />

d e Staten den fterkften tegenftand vin-<br />

d en , zonder welke dezelve tog niec<br />

v 'el kon ondernomen worden. Men<br />

k on wel voorzien , dat de Adel nim-<br />

| ter m ene inftelling zou bewilligen,<br />

v 'aardoor 's Konings partij enen zo<br />

11 erken aanwas bekwam, en hun zei-<br />

V ;n de' overmagt in de Staten - ver-<br />

g idering benomen wierd. De inkomen,<br />

waarvan deze nieuwe Bisfchop-


NEDERLANDEN. iSg<br />

pen leven zonden, moesten den Ab­ ir.<br />

ten en Monniken worden afgenomen, JOEK;<br />

en deze maakten een aanzienlijk gedeelte<br />

der Landsflenden uit: wij zwijgen<br />

, dat hij alle de Proteftanten te<br />

vrezen had, welke niet in gebreke<br />

zouden gebleven zijn, om , op den<br />

Landsdag, hem heimelijk tegen te werken.<br />

Te weinig gewoon den regten<br />

weg der waarheid en geregtigheid inteflaan<br />

, wanneer voor de logen<br />

nog een klein fluippad open was,<br />

nam hij ook nu zijne toevlugt tot bedrog<br />

, en het gehele werk werd te<br />

Rome op de heimelijklle wijze be-<br />

lloken. FRANS SONNOY, een Priester<br />

uit Leuven, en welafgerigt dienaar<br />

van GRANVELLE, verftheen voor<br />

PAÜLUS DEN VIERDEN, en gaf<br />

hem te kennen, hoe uitgellrekt deze<br />

Landen waren, hoe gezegend en volkrijk<br />

, hoe vrolijk in hun geluk. Maar,<br />

zeide hij verder , in het onmatige<br />

genot der vrijheid wordt het ware<br />

geloof verwaarloosd , en de Ketters<br />

komen op. Om dit kwaad te fluiten<br />

, moet de Roomfche ftoel een<br />

buitengewoon middel te werk ftellen.<br />

Het viel niet moeielijk den Bisfchop<br />

van Rome tot ene nieuwigheid te bewegen<br />

, die den kring van zijn eigen<br />

regtsgebied zou vergroten, PAU-<br />

LUS DE VIERDE Helde daarop een<br />

regtbank aan van zeven Kardinalen ,<br />

welke deze gewigtige zaak in oyer-<br />

l


\6ê DE AFVAL DER<br />

II. weging moesten nemen; dog 't geen<br />

SOEI ;. de dood hem belettede, werd door<br />

r zijnen opvolger PIUS DEN VIERDEN<br />

voltooid (*). De Koning ontving de<br />

heimelijke tijding nog in Zeeland, voor<br />

dat hij naar Spanje onder zeil ging,<br />

en de Staatsdienaar werd in 't geheim<br />

met de gevaarlijke uitvoering be-<br />

> last. Het nieuwe Geestelijke gebied<br />

wordt bekend gemaakt; by de tegenwoordige<br />

vier Bisdommen zijn dertien<br />

nieuwe bijgevoegd, naar de zeventien<br />

Gewesten des Lands, en vier derzelven<br />

tot Aartsftiften verheven. Zes van<br />

die Bisfchoplijke zetels , namelijk die<br />

van Antwerpen, 's Hertogenbosch, Gent,<br />

Yperen , en Roermonde ftaan onder<br />

het Aartsftift van Mechelen; vijf andere<br />

, Haarlem , Middelburg, Leeuwarden<br />

, Deventer en Groningen , onder<br />

het Aartsftift van Utregt; en de<br />

vier overigen, Atrecht, Doornik, St.<br />

Omer en Namen , welke nader aan<br />

Frankrijk liggen , en taal, geaartheid<br />

en zeden met dat Land gemeen hebben<br />

, onder het Aartsftift van Kamerijk.<br />

Mechelen , in 't midden van<br />

Braband en van alle zeventien Provinciën<br />

gelegen , is de Hoofdzetel van alle<br />

de overigen , en, benevens verfcheidene<br />

rijke Abtdijen , de beloning van<br />

GRANVELLE. De inkomften der nieu-<br />

OOBURGUND. 46. VAN METEREN «ar.<br />

Vita vict. T. ï. 34..


N E D E R L A N D E N .<br />

167<br />

we Bisdommen worden uit de fchac- II.<br />

ten der Kloosters en Abtdijen geno­ BOEK<br />

men , welke door vrome liefdadigheid<br />

federt eeuwen hier zijn opgeftapeld.<br />

Zommige Abten verkrijgen zelfs de<br />

Bisfchoplijke waardigheid, die met het<br />

bezit van hunne Klooster- en Prelaatfchappen<br />

ook de Item ter Staten-vergadering<br />

behouden , welke aan dezen<br />

gehegt is. Met elk Bisdom zijn<br />

te gelijk negen Prebenden verbonden,<br />

welke aan de bekwaamfte Regtsgeleerden<br />

en Godgeleerden gefchonken worden<br />

, om de Inquifitie en den Bisfchop<br />

in hun geestelijk amt te onderfteunen.<br />

Twe van dezen, die zig<br />

door kundigheid, ondervinding en onbefproken<br />

wandel dezen voorrang waardig<br />

gemaakt hebben, zyn werkelijke<br />

Inquifiteurs, en hebben de eerfte fteni<br />

in die vergaderingen, Den Aartsbisfchop<br />

van Mechelen, als Opperkerk<br />

voogd- van alle zeventien Provinciën ,<br />

is de volmagt gegeven om Aartsbis<br />

fchoppen naar welgevallen aantcftel<br />

Jen en aftezetten, en de Roomfch<<br />

ftoel geeft alleenlijk de goedkeuring (*)<br />

In alle andere tijden zoude d<<br />

Natie ene zodanige verbetering in he t<br />

(fl BURGUND. 49- 5°' DlNOTH. de<br />

bello civili Belg. L. !. 8. GROT. 15.<br />

E I D<br />

Vit. VIGL. 34- STRADA 23. R '<br />

HOPPER Recueil des troubles des Pays-bas,<br />

ÜB vita VIGL. T. II. 23. 28, 0<br />

L 4<br />

6<br />

"


ïï.<br />

té* DE AFVAL DER<br />

Kerkwezerj met dankbare goedkeuring<br />

SOEK . aangenomen hebben, daar dezelve door<br />

. de noodzakelykheid intefchikken , ea<br />

voor den Godsdienst en ter . verbeteringe<br />

der Monniken geheel 'onontbeerlijk<br />

was. Tans gaven de omftandigheden<br />

der tijden haar dc hatclijkfte<br />

gedaante. Algemeen was het misnoegen<br />

, waar mede zij ontvangen wierd.<br />

De Conftitutie, riep men, is de bodem<br />

ingeflagen, de regten des volks<br />

en de bijzondere voorregten der enkelde<br />

ftanden gefchonden , de Inquifitie<br />

ftaat voor de deur, die haar<br />

bloedgerigt van nu af hier, gelijk<br />

in Spanje , zal openen. Met beven<br />

bcfchout het volk deze nieuwe<br />

dienaars der willekeur en der vervolging.<br />

_ De Adel ziet de Koninklijke<br />

magt in de Staten-vergadering door<br />

veertien magtige Hemmen' verfterkt, en<br />

den fterkften ftut der Volks-vrijheid,<br />

het evenwigt tusfehen de Koninglijke<br />

en burgerlijke magt, weggenomen. De<br />

Dude^ Bisfchoppen beklagen zig over<br />

vermindering van hunne goederen , en<br />

beperking van hun regtsgebicd; de Ab^<br />

ien en Monniken hebben hunne magt en<br />

inkomften tevens verloren , en daar re°en<br />

Irenge opzieners over hun gedrag betomen.<br />

Adel en Volk , Priesters en<br />

] _*eken, komen te zamen tegen deze<br />

i remene vijanden<br />

i roor een klein<br />

op, en terwijl alles<br />

eigenbelang in de<br />

veer is, fchijnt ene gedugte ftem,


NEDERLANDEN. %S(f<br />

i eT Vaderlandsliefde gehoord te wor-<br />

den C * )<br />

C<br />

Van alle Provinciën is Braband het<br />

fterkfte hier tegen gekant. Dc onfchendbaarheid<br />

van hare Kerklijke inr<br />

rigtino- is een der voorregten , welken<br />

zi? zig in den merkwaardigen Vrijheids-brief<br />

der Blijde Inkomfte heeft<br />

voorbehouden; grondwetten, die de Vorst<br />

niet kan fchenden, zonder de INatie<br />

van hare gehoorfiamheid jegens hem<br />

te ontdaan. Te vergeefs beweerde de<br />

Hogcfchool te Leuven , dat in onftuimige<br />

tijden der Kerke een Privilege<br />

zijne kragt verloor, dat haar in<br />

vreedfame tijden gegeven was. Door de<br />

invoering der nieuwe Bisdommen werd hei<br />

ganfche gebou van hare vrijheid gefchud<br />

De Prelaatfchappcn, welke nu aan de<br />

Bisfchoppen kwamen, moesten van m BOEK<br />

af enen anderen regel volgen , dat<br />

het welzijn der Provincie, waarvan zi<br />

de ftenden waren. Uit vrije Vader<br />

land-lievende burgers ontftonden tans werk<br />

tuiden van den Roomfchen ftoel, ei<br />

afhangelingen van den Aarts-bisfehop<br />

die nog daarenboven, als eerfte Pre<br />

laat van Braband (f), bijzonderlijk ove<br />

hun te gebieden had. Het was me<br />

de vrijheid van ftemmen gedaan, de<br />

wijl de Bisfchoppen, als de gedier<br />

(*) GROT. I$- feq.. Vita VIGL. T. I<br />

28. feq.<br />

' (t) Abt van Affligem.<br />

V §<br />

[.<br />

» r t<br />

II.


H.<br />

BOEK.<br />

t?» DE AFVAL DER<br />

flige verklikkers van het Hof, elk<br />

befchroomd maakten. „ Wie," zeide<br />

men, „ zal het voordaan wagen, in<br />

„ tegenwoordigheid van zulke verfpie-<br />

„ ders, ter vergadering de Item te<br />

„ verheffen , of de regten der Na-<br />

„ tie tegen de roofgierige aanvallen<br />

„ der Regering in befcherming te ne-<br />

„ men? Zij zullen de hulpbronnen<br />

„ der ^ Provinciën opfporen , en de<br />

„ geheimen, van onze vrijheid en van<br />

„ onzen eigendom aan de Kroon ver-<br />

„ raden. Den weg tot alle eeramten<br />

„ zullen zij affluiten; weldra zullen<br />

„ wij hen van zijne Hovelingen zien<br />

„ gevolgd worden ; de kinders van bui-<br />

„ tenlanders zullen voordaan den Raad<br />

„ innemen, en het belang hunner be-<br />

„ gunftigers zal hunne gehuurde ftemmen<br />

„ befturen." „ Welk een geweld !"<br />

rervoigden de Monniken , „ de heili-<br />

„ ge ftigtingen der Godvrugt om<br />

„ te keren , den onfehendbaren wil<br />

, der ftervenden te verbreken , en,<br />

, 't geen vrome milddadigheid in de-<br />

I , ze bewaarplaatfcn voor ongelukkigen<br />

5 , had weggelegd, voor de dartelheid<br />

3 , dezer Bisfchoppen te laten dienen ,<br />

) , en de trotfche pragt van dezen<br />

i , met den roof der armoede te verr<br />

J , groten!" Niet alleen de Abten en<br />

ï /Ionniken, welken het ongeluk wer-,<br />

l elijk trof, van door deze ver­<br />

r andering te lijden, maar alle fami-<br />

1 ën, die tot in de laatsttoekomende


NEDERLANDEN, Ï7*<br />

Seflagten zig met enigen fchijn van<br />

hoop konden vleiën om dat voordeel<br />

eenmaal te genieten, gevoelden dit verlies<br />

van hunne hoop niet wfcw *<br />

dan of zij het werkelijk geleden hadden<br />

, en het leed van enige Prelaten<br />

werd de zaak van gehele ge-<br />

flagten (*), . . . . , a n<br />

In deze algemene beweging hebben<br />

de Gefchiedfchrijvers ons de heimelyke<br />

gangen van Prins WILLEM laten waarnemen<br />

, die zijn best deed om deze<br />

ondereen woelende driften op een zeker<br />

doel te rigten. Door aanfloking<br />

van hem gefchiedde het, dat de Brabanders<br />

de Landvoogdes om enen voor<br />

fbraak en befchermer verzogten , de<br />

wijl zij alleen onder alle de overig.<br />

Nederlandfche onderdanen het ongelul<br />

hadden, van in den zelfden pertoo; |<br />

hunnen Bezorger en Heer te verem<br />

eren Hunne keus kon op meman d<br />

andèrs , dan op den Prins van Oranje<br />

vallen. Maar de flimheid van GRAP •<br />

VELL E wist dezen ftrik te brekei 1.<br />

„ Wie dit amt verkrijgt," gaf hij i n<br />

den Raad van Staten te verftaan •><br />

zal, hope ik, begrijpen dat 1 'ij<br />

Braband met den Koning van Spai 1-<br />

" ie deelt (+>" Het lang uitblijven vs n<br />

'sPaufen open-brief, die door misve r-<br />

{*) BÜRGUND. 55' 5


II.<br />

HOEK<br />

V?% DE AFVAL DER<br />

Jand tusfehen het Roomfche en Spaanfche<br />

Hof te Rome op de lange<br />

baan werd gefchoven, gaf den misnoegden<br />

tijd, om zig tot één doel<br />

te verenigen. Zeer heimelijk vaardigden<br />

de Staten van Braband enen bui­<br />

tengewonen Gezant af, aan PIUS DEN<br />

VIERDEN<br />

i<br />

]<br />

t<br />

i<br />

i<br />

1<br />

, om te Rome zelve hunne zaak<br />

te bevorderen. Deze Gezant werd met<br />

gewigtige brieven van aanbeveling van<br />

den Prins van Oranje voorzien , en<br />

kreeg aanzienlijke geldfommen mede,<br />

om zig tot den Vader der Kerke<br />

den weg te banen. Te gelijk ging<br />

van de Stad Antwerpen een open<br />

brief af aan den Koning van Spanje<br />

waarin hem de nadruklijkfte voordellen<br />

werden gedaan, om deze bloeiende<br />

Koopftad van die nieuwigheid te<br />

verfehonen. 'Zij erkennen daarin, dat'<br />

s Vorllen oogmerk het beste, en de<br />

aanllelhng der nieuwe Bisfchoppen tot<br />

het in ftand houden van den waren<br />

Godsdienst, zeer prijslijk is; dog hiervan<br />

konde men de Buitenlander-s niet<br />

overtuigen, van welken tog de bloei<br />

dunner ftad afhing. De ongegrondfb<br />

;erugten waren in dit opzigt even<br />

zo gevaarlijk als de waaragtiglle. Het<br />

:erfle gezantfehap werd nog tijdig geïoeg<br />

door de Landvoogdes ontdekt<br />

:n verijdeld ; op het twede verkreeg<br />

le Stad Antwerpen zo veel', dat zij,<br />

ot aan de perfoonlijke overkomst des'<br />

[onings, gelijk het heette, van ha-


NEDERLANDEN. m<br />

ren Bisfchop verfchoond zoude blij­<br />

ven (*). i<br />

Het voorbeeld en de goede uitflag .<br />

van Antwerpen was voor alle overige<br />

Steden , welken een Bisfchop was<br />

toegedagt, de leus tot tegenkanting.<br />

Het is een merkwaardig bewijs, hoe<br />

ver destijds de haat tegen de Inquifitie<br />

, en de eendragt der Nederlandfche<br />

Steden gegaan is, dat zij liever<br />

van alle voordelen wilden afzien,<br />

welke de zetel eens Bisfchops voor<br />

hunne inwendige zaken gewislijk moest<br />

medebrengen, dan dien gehaten regtbank<br />

door hare toeftemming bevorderen<br />

, en het voordeel van 't geheel<br />

tegenwerken. Deventer, Roermonde en<br />

Leeuwarden verzetteden zig ftandvastiglijk,<br />

en dreven het ook gelukkig<br />

door; den overigen lieden werden de<br />

Bisfchoppen, in weerwil van alle tegenfpraak,<br />

met geweld opgedrongen.<br />

Utregt, Haarlem, St Omer, en Middelburg<br />

waren de eerften , welke hun<br />

de poorten openden; de overige lieden<br />

volgden het voorbeeld van dezen<br />

; maar te Mechelen en 's Hertogenbosch<br />

werden de Bisfchoppen met<br />

zeer weinig agting ontvangen. Toen<br />

GRANVELLE in de eerstgenoemde ftad<br />

zijne plegtige intrede deed, kwam<br />

(*) BURGUND. 60, 61. VAN METE­<br />

REN 59. Vita VIGL. T. 29, 30. STRADA<br />

III. 79. THÜAN. II. 488.<br />

II.<br />

iOEK


li.<br />

BOEK.<br />

ï?4 «E AFVAL DE II<br />

zelfs nier een der . Edelen te vöorfchijn<br />

, en aan zijne zegepraal ontbrak<br />

alles, dewijl die genen uitbleven,<br />

over welken dezelve gevierd werd (*)!<br />

Inmiddels was ook de beftemde<br />

tijd verlopen, binnen welken de Spaanfche<br />

zoldaten het Land moesten ruimen<br />

, en 'er was nog geen fchijn<br />

van_ hun aanftaande vertrek. Met<br />

fchrik ontdekte men de ware oorzaak<br />

van dit dralen, ert de vreesagdge<br />

argwaan bragt hetzelve met<br />

de Inquifitie in een ongelukkig verband.<br />

Het verlengde verblijf van dit<br />

Krijgsvolk maakte den Staatsdienaar<br />

alle overige nieuwigheden moeielijker,<br />

dewijl de Natie daardoor waakfaam<br />

en wantrouwend gemaakt wierd;<br />

en evenwel wilde hij zig niet gaarne<br />

van dezen magtigen bijftand beroven<br />

, welke hem in een Land, waarin<br />

alles hem haatte , en bij de uitvoering<br />

van enen last , waarbij alles<br />

hem regenfprak, onontbeerlijk fcheen.<br />

Dog eindelijk zag de Landvoogdes<br />

zig door het algemene gemor genoodzaakt,<br />

ernfHg bij den Koning op het<br />

terug roepen van dit Krijgsvolk aantedringen.<br />

Zij fchreef naar Madrid,<br />

dat de Provinciën eenftemmig verklaard<br />

hadden, zig nimmer weder te zullen<br />

laten dwingen, om aan de Regering<br />

(*) Vita VIGL. T. II. Uecueil des trou*<br />

bles des Pays-Bs«, par HOPPER 24.


NEDERLANDEN. 175<br />

de gevraagde buitengewone lasten in*<br />

tewilligen , zo lang men _ haar in<br />

dit opzigt geen woord hield. ^ Het<br />

gevaar van enen opfland was vrij - wat<br />

dringender, dan dat van enen inval<br />

der Franfche Protedanten; en bijaldien<br />

in de Nederlanden een oproer ontftond,<br />

waren deze benden evenwel te<br />

zwak, om hen in toom te houden,<br />

en in de fchatkist was geen geld<br />

genoeg om nieuwen te werven. Nog<br />

zogt de Koning, door uitftel van antwoord<br />

, ten minden tijd te winnen,<br />

en de herhaalde aanzoeken der Landvoogdesfe<br />

zouden nog vrugteloos zijn<br />

gebleven, had niet, tot geluk der<br />

Provinciën , een verlies , kort te voren<br />

van de Turken geleden, hem<br />

genoodzaakt dit Krijgsvolk in de Middellandfche<br />

Zee te gebruiken. Hij bewilligde<br />

dan eindelijk in derzelver vertrek:<br />

zij werden in Zeeland ingefcheept,<br />

en het vreugde - gejuich van<br />

alle Provinciën volgde hunne kielen<br />

(*).<br />

Intusfchen heerschte GRANVELLE<br />

met een bijna onbepaald gezag in<br />

den Raad van State. Alle amten j<br />

wereldlijke en geestelijke, werden dooi<br />

hem begeven ; zijn goedvinden golc l<br />

tegen de verenigde dem der geheh<br />

Vergadering. De Landvoogdes zelv<<br />

(*) STRADA 61, 62, 63*<br />

II.<br />

SOEK.


Ut<br />

BOEK<br />

*?6 D E A F V A L D E R<br />

hing van hem af. Hij had het m<br />

weten te befchikken, dat haar het<br />

bewind flegts voor twe jaren was<br />

opgedragen; door welken kunstgreep<br />

hij haar altoos onder zijne magt<br />

hield (*> Zelden gebeurde het, dat<br />

aan de overige leden enige zaak van<br />

belang in, overweging wierd gegeven ,<br />

en zo dit al gebeurde ; waren het<br />

zaken „ die reeds lang befloten waren,<br />

en waartoe men alleen de nutloze<br />

plegtigheid van hunne toeftem^<br />

mmg wilde hebbem Wanneer een<br />

brief aan den Koning voorgelezen wierd *<br />

had VIGLIUS last, om zodanige pkuu><br />

fen over te flaan * welke door den<br />

Staatsdienaar ondcrflreept waren: Het<br />

gebeurde namelijk meermalen, dat deze<br />

brieven de naaktheid van den ftaat;<br />

of de verlegenheid van de Landvoogdesfe<br />

openbaarden j 't welk men niet<br />

gaarn bekend had gemaakt aan leden,<br />

op wier trou geen ftaat was te maken.<br />

Kwam het geval, dat de partijen<br />

den Staatsdienaar meester wierden i<br />

en met nadruk op een punt bleven<br />

taan , dat hij niet wel meer afflaan<br />

konde , dan zond hij hetzelve aan<br />

het Kabinet van Madrid ter beflisfinge<br />

waardoor hij ten minften tijd won -j<br />

en verzekerd Was van onderfteuning te<br />

raden (f> Wanneer men den Graaf<br />

van<br />

C) V A N METEREN 6t. BURGUND. 37,<br />

W VAN METEREN 6U


NEDERLANDEN.<br />

Van BARLAIMÖNT , den Prefident VIG- Ik<br />

-MUS en weinige anderen uitzonderd , BOEK.<br />

kan men zeggen, dat alle de overige<br />

Staatsraden ene ijdele vertoning<br />

maakten , en zijn . gedrag met hun<br />

fehikte zig naar den geringen prys,<br />

welken hij op hunne vricndfchap en<br />

onderdanigheid ftelde. Geen wonder,<br />

dat menfchen, wier trotschheid door de<br />

vlciendfte onderfcheidingen van oppermagtige<br />

Vorftcn zo ten fterkften vertroeteld<br />

was; die ene verwaandheid,<br />

welke den Vorst ten vriend houdt,<br />

met Ariflokratifche fierheid verenigden:<br />

en wien de eerbiedvolle onderdanigheid<br />

hunner medeburgeren als Goden des<br />

Vaderlands wierookte 5 over deze trotschheid<br />

van een mensch van gemene<br />

afkomst ten hoogllcn gebelgd waren<br />

Velen van hun had GRANVELLI<br />

perfoonüjk beledigd. Het was der t<br />

Prins van Oranje niet onbekend, da<br />

hij zijn huwelijk met de Prinfesfe vai l<br />

Lotharingen verhinderd had , en en<<br />

andere verbindenis met de Prinfesfi<br />

van Saxen hadt getragt te fluiten<br />

Den, Grave. van Hoorn had hij he f<br />

Stadhouderfchap over Gelderland e;<br />

t<br />

Zutfcn ontnomen, cn ene Abtdij, wel<br />

ke dc Graaf van Egmond voor cnei<br />

l<br />

zijner bloedverwanten begeerd had<br />

><br />

voor zig behouden. Van zijne over<br />

magt verzekerd, agtte hij het nie<br />

8 '*•<br />

eens tier moeite waardig , voor dei (<br />

Adel de klcinagting te verbergen, wel<br />

I; DEEL. M


II.<br />

BOEK<br />

[f9 DE AFVAL DER<br />

ke het rigtfnoer van zijn gehele befiuur<br />

was: de Prins van Oranje was<br />

de enigfte $ dien hij nog zijne veinzerij<br />

waardig keurde. Al ware het<br />

dat hij zig werkelijk boven alle wetten<br />

der vrees en welvoegelijkheid verheven<br />

rekende, zo bedroog hem tog<br />

hierin zijne roekeloze trotschheid, en<br />

hij beging geen' minder' misflag tegen<br />

de lïaatkunde, dan hij tegen de<br />

befcheidenheid zondigde. 'Er kon in<br />

den tocnmaligen ftaat van zaken naaulijks<br />

een flegter regel door 'de Regering<br />

gevolgd worden, dan die van<br />

den Adel te verftoten. Zij had in<br />

hare magt derzelver neigingen te vleien<br />

, hen door list en ongemerkt<br />

voor haar plan te winnen, cn de<br />

vrijheid der Natie door hun zeiven<br />

te laten onderdrukken. Tans herinnerde<br />

zij hen geheel ontijdig aan<br />

hunne pb'gten, hunne waardigheid en<br />

hunne magt, noopte hen zelfs om<br />

Patriotten te worden , en ene eerzugt<br />

, welke zij onbedagt afwees, naar<br />

de zijde der ware grootheid te fttren.<br />

Om de Gcloofsverordeningen doortezetten,<br />

had zij den kragtiafter: bij-<br />

•ftand der Stadhoudcren nodig ; maar<br />

geen wonder, dat dezen weinig ij vers<br />

betoonden om haar deze hulp te<br />

bewijzen. Het is veeleer hoogstwaarfdhïjnlijk,<br />

dat zij in ftilte hun best<br />

deden , om de zwarigheden voor den<br />

Staatsdienaar te vermeerderen, en zij-


NEDERLANDEN.' 179<br />

ne maatregels te verijdelen , ten einde<br />

door zijnen tegcnfpoed het ver- } lOÊK,<br />

trouwen des Konings te wraken, en ,<br />

zijn beftuur aan de Spotternij prijs<br />

te geven. Ongetwijfeld moest aan de<br />

flaauheid van hunnen ijver de fnelle<br />

voortgang worden toegefchreven, welken<br />

de Hervorming, in fpijt der bloed-plakaten<br />

, gedurende zijn beftuur, in de<br />

Nederlanden gemaakt heeft. Van den<br />

Adel verzekerd, had hij de woede des<br />

volks kunnen veragten, welke kragteloos<br />

op den gedugten voormuur des<br />

troons afftuit. Het verdriet van den<br />

Burger toefde langen tijd tusfehen tranen<br />

en ftille zugten , tot dat de<br />

kunften cn het voorbeeld der Edelen<br />

hetzelve deden uitberften (*).<br />

Intusfchen werden door de menig­ 156U<br />

te der nieuwe arbeiders de geloofsonderzoeken<br />

met nieuwe werkfaamheid<br />

voordgezet, en de plakaten tegen de<br />

Ketters met ene gedugte gehoorfaamheid<br />

uitgevoerd. Dog dit afgrijslijke<br />

middel had het tijdflip laten voorbijgaan<br />

, waarin het moest aangewend<br />

worden ; de Natie was reeds ,te edel<br />

om ene zo bcestagtige behandeling te<br />

Verdurem De nieuwe Godsdienst konde<br />

nu al niet anders, dan door den<br />

dood van alle zijne belijders , uitgeroeid<br />

wórden. Alle die ftrafoefenin-<br />

GROT, .8—14. STRADA, 5-JJ<br />

M a


II.<br />

BOEK<br />

idd t)È - AFVAL DElt<br />

gen waren tans zo vele bekorende'<br />

tonelen van zijne voortreffelijkheid, zo<br />

vele fchouplaatfen van zijné zegepraal en<br />

van zijne fchitterende deugd. De heldhaftigheid<br />

, waarmede de lijders dert<br />

dood ondergingen , won harten voor het<br />

geloof, waarvoor zij ftierven. Uit het<br />

bloed van énen omgebragtcn ontftonden<br />

tien nieuwe belijders. Niet flegts in<br />

fteden en dorpen, maar op de openbare<br />

wegen en ftratcn , in fchepen<br />

en op wagens , werd over . het gezag<br />

van den Paus , over dc Heiligen,<br />

over het Vagevuur, over den Aflaat<br />

getwist; werden preken gehouden<br />

en menfchen bekeerd. Van het<br />

platte land en uit de ftcden kwam<br />

het gemeen toefchietcn, om de gevangenen<br />

der Inquifitie uit de handen<br />

der Geregtsdienarcn te fcheuren; en<br />

de Overheid, welke het waagde haar<br />

gezag door geweld te handhaven ,<br />

werd met ftenen begroet. Bij hopen<br />

verzelde men de Proteftantfche<br />

leeraars, welke door de Inquifitie<br />

vervolgd werden , droeg hen op<br />

de fchouders naar de Kerk en uit<br />

de Kerk, en verborg hen, met levensgevaar,<br />

voor hunne vervolgers. De<br />

eerfte Provincie, welke van den tuimel<br />

des oproers werd aangetast, was,gelijk<br />

men gevreesd had , Fransch<br />

Vlaanderen. Een Franfche Kalvinist,<br />

LAUNOI genaamd, ftond te Doornik<br />

op als een wonderdoener, betaalde


NEDERLANDEN. l8t<br />

enige vroulicdcn , op dat zij zouden II.<br />

voorgeven ziekten te hebben, en bege­ BOEK»<br />

ren van hem genezen te worden. Hij<br />

predikte in de bosfehen buiten de<br />

ftad, trok het gemeen met gehele fcharen<br />

derwaards, en ontltak het vuur<br />

van opftand in de gemoederen. Het<br />

zelfde gefchiedde te Lille en Valencijn<br />

, in welke laatfte Had die Apostels<br />

door de Overheid in verzekering werden<br />

genomen. Dog terwijl men draalde<br />

met hen te ftraffen, groeide hun<br />

aanhang dermate aan , dat hij fterk<br />

genoeg was, om de gevangenis open<br />

te breken , en het Gcregt zijnen prooi<br />

met geweld te ontrukken. Eindelijk<br />

bragt dc Regering Krijgsvolk in de<br />

ftad, dat de rust hcrftelde. Dan ; dit<br />

weinigbeduidende voorval had op éénmaal<br />

het kleed des gcheims, waaronder de<br />

aanhang der Proteftanten dusverre was<br />

verborgen geweest, weggenomen , en<br />

den Staatsdienaar hun verbazend aantal<br />

laten opmaken. Te Doornik alleen<br />

had men vijfduizend van dezelve, bij<br />

zulk een preek, tegenwoordig gezien,<br />

en te Valencijn niet veel minder,<br />

Wat kon men niet van de Noordelijke<br />

Provinciën verwagten, waar de<br />

vrijheid groter, en de Regering verder<br />

van de hand was , en waar de<br />

nabijheid van Duitschland en Denemarken<br />

de bronnen der befmettüig vermeerderde?<br />

Een enkele wenk had de-<br />

'2e gedugte menigte uit de duisterni;<br />

M 3


*82 DE AFVAL D E11<br />

II te voprfchijn gebragt. Hoe veel gró-<br />

BOEK, ter was misfchïèn het getal van dié<br />

. genen, welke in hun hart der nieuwe<br />

fekte waren toegedaan , en flegts op<br />

een gunftiger ogenblik wagtten, om 'er<br />

openlijk voor uit te komen (*)?<br />

Deze ontdekking bragt de Land-,<br />

voogdes in de uitcrfte ongerustheid. De<br />

flegte handhaving der Plakaten, een uitgeputte<br />

fchatkist, die haar noodzaakte<br />

nieuwe lasten uittefchrijven, en de verdagte<br />

bewegingen der Hugenoten aan<br />

de Franfche grenzen,, maakten hare bekommering<br />

nog groter. Tevens ontving<br />

zij bevel van Madrid , om tweduizend<br />

Nederlandfche ruiters tot vcrfterking van<br />

het leger der Koninginne Moeder naar<br />

Frankrijk te zenden, welk* in de benaaudheid<br />

van den Religie - oorlog hare<br />

tOevlugt tOt FILIPS DEN TWEDEN<br />

had genomen. Elke geloofs-zaak, tot<br />

wat land zij ook behoorde, was voor<br />

FILIPS zijne eigen zaak. Hij nam<br />

dezelve zo na ter harte, als enig<br />

toeval van zijn eigen huis, eh ftond<br />

in zulken gevalle altoos gereed, om<br />

rijn eigendom, ten behoeve van vreemlen,<br />

opteofferen. Was het eigenbelang',<br />

( lat hem hierin beftuurde , het was ten<br />

\ ninften Koninglijk en groot, en het<br />

(*) BURG U N D, 53. 5 S. STRXD A<br />

L. III. • 75- 7*. 77- DiNOTH. d e byio<br />

C»y, Bel?. L. I. 25.


NEDERLANDEN. 183<br />

ftoutmoedig uithouden van dezen grondregel<br />

wint weder zo zeer onze bewondering,<br />

als de fchadelijkheid van<br />

denzelven onze goedkeuring verloren<br />

heeft. ,<br />

De Landvoogdes gaf in den Raad<br />

van State 's Konings begeerte te kennen<br />

, waar zij van den kant des<br />

Adcls den fterklïen tegenftand ontmoette.<br />

De Graaf van Egmond en de<br />

Prins van Oranje zeiden , dat het<br />

tans geheel en al ten ontijde was,<br />

om de Nederlanden van Krijgsvolk<br />

te ontbloten, daar 'er veeleer alle<br />

reden was , om nieu volk te werven.<br />

De naburige bewegingen var<br />

Frankrijk dreigden elk ogenblik ener<br />

aanval , en de inwendige gistingen dei<br />

Provinciën ried de Regering tans mee<br />

dan ooit op hare hoede te zijn<br />

Tot hier toe , zeiden zij verder, Ü)\ I<br />

de Duitfche Proteitanten ledige aan<br />

fchouwers van den ftrijd hunner ge<br />

loofsbroederen geweest, maar zullen z j<br />

dit ook dan blijven, wanneer wij d 2<br />

magr hunner vijanden door onze hul<br />

verfterken? Zullen wij niet hunn S<br />

wraak tegen ons gaande maken, en hunn I<br />

wapenen in het Noorden tier Nedei<br />

landen roepen? Genoegfaam de g<<br />

hele Raad van State verenigde zi l<br />

met dit gevoelen ; de voorftelhnge n<br />

waren nadrukkelijk en niet te wede<br />

leggen. De Landvoogdes zelve, gehj k<br />

ook de Staatsdienaar, moesten de waa<br />

M 4<br />

II.<br />

BOEK.


B OE K<br />

i§4 ©E AFVAL DER.<br />

II. heid daar van gevoelen, en hun eigen<br />

belang fcheen hun de uitvoering van<br />

's Konings bevel te verbieden. Zouden<br />

zij, door de verwijdering van hec<br />

grootite gedeelte der Krijgsmagt, de Inquifitie<br />

van haren enigen lleun beroven,<br />

en zig zeiven , zonder bij*<br />

itand, in een oproerig land, aan de<br />

willekeur van enen trotfehen Adel weerloos<br />

overgeven? Terwijl de Landvoogdes,<br />

tusfehen den wil des Konings, den<br />

aandrang van hare Raden, en haar<br />

eigen vrees verdeeld , in 't geheel geen<br />

bcflisfend befluit' durft nemen , ftaat<br />

de Prins van Oranje op, en ftelt<br />

voor, de algemene Staten bijeen te<br />

roepen. Geen dodelijker flag 'had het<br />

gezag van den Koning kunnen lijden ,<br />

dan dit inroepen der " Natie, een in<br />

het tegenwoordige tijdftip zo verleidende<br />

herinnering aan haar magt cn<br />

hare regten. De Staatsdienaar begreep.<br />

;eer wel het gevaar, dat hem bo-<br />

/en het hoofd hing; hij gaf der<br />

i dertoginne enen wenk, om de raad­<br />

]<br />

pleging aftebreken en de Vergadering<br />

e fcheiden. Hij fchrcef naar Ma-<br />

Irid , dat de Regering, niet verlerflijker<br />

tegen zig zelve konde haulelen,<br />

dan met toeteftaan dat de<br />

Ugemene Staten vergaderden. Zulk<br />

en ftap ware ten allen tijde onoegelijk,<br />

aangezien zij de Natie in ver-<br />

i oeking brengt, om de regten van<br />

i e Kroon te onderzoeken en te be*


NEDERLANDEN. 1B5<br />

paaien; maar tans ware dezelve meer II.<br />

dan ooit , te verwerpen ; rans, nu BOEK,<br />

de geest van oproer zig reeds alomme<br />

had vertoond; tans, nu de<br />

Abten , getergd door het verlies hunner<br />

inkomften , niets onbeproefd zouden<br />

laten, om het gezag der Bisfchoppen<br />

te fnuiken; nu de gantfche<br />

Adel en alle gevolmagdgden van (le<br />

Steden door dc kunsten van den Prins<br />

van Oranje beftuurd wierden , en de<br />

misnoegden op den hijrtand der Natie<br />

vasten ftaat konden maken. Dit<br />

voorftel , waaraan ten minften gene<br />

bondigheid ontbrak , kon niet niisfen<br />

de verwagte uitwerking op \s Konings<br />

gemoed te hebben. Dc Vergadering<br />

der Staten werd eens voor altoos<br />

afgeflagen , de ftraf bedreigingen tegen<br />

de Ketters met alle fcherpheid verr<br />

nieud , cn dc Landvoogdes aangemaand<br />

pm de verzogte hulpbenden fpocdig<br />

over te zenden.<br />

Dan, hiertoe was dc Raad van<br />

State niet te bewegen. Alles, wat<br />

deze toeftond, was, in plaats van hulpbenden<br />

, geld aan de Koninginne Moeder<br />

te zenden, dat haar in het tegenwoordige<br />

tijdftip nog ruim zo welkom<br />

was, Om evenwel de Natie<br />

met een fchaduw-beeld van Republikeinfche<br />

vrijheid te verblinden, befchreef<br />

zij de Stadhouders der Provinciën<br />

, en de Ridders van het Gulden<br />

Vlies tot ene buitengewone ver<br />

M 5


II.<br />

BOEK.<br />

"(*) BURGUND. 63. 65. Vita VIGL.<br />

1. II. 2§. 26. STXABA 82.<br />

v I<br />

\ e<br />

I»ö DE AFVAL DER<br />

gadering te Brusfel , om over de tegenwoordige<br />

gevaren en behoeften van<br />

den Staat te raadplegen. Na dat de<br />

Prefident VIGLIUS hun het onderwerp<br />

van die bijeenkomst had opengelegd,<br />

werden hun drie dagen tijds ter overweginge<br />

vergund. In dien tusfchentijd<br />

nep de Prins van Oranje hen<br />

in zijn Mof bijeen , en ftelde hun de<br />

noodzakelijkheid voor, om zig nog vóór<br />

de zitting te verenigen , en gezamenlijk<br />

de maatregels te beramen , naar<br />

welke bij het tegenwoordige gevaar<br />

Van den Staat gehandeld moest worden.<br />

De meesten Hemden dit voordel<br />

toe; dog B A R L A I M O N T , met enfee<br />

weinige aanhangers van den Kardinaal<br />

J R A N V E L L E , had' moeds genoeg om<br />

In deze bijeenkomst de Kroon en<br />

len Staatsdienaar voortefpreken. „ Het<br />

„ was," zeide hij , „ hunne zaak<br />

, niet , zig in het beftuur van de<br />

, Regering t e ft eken . e n d e z e v Q o^<br />

, lopige vereniging der ftemmen ware<br />

, ene onwettige en ftrafbare aanma-<br />

> tiging, waaraan hij zig niet be-<br />

, geerde fchuldig te maken." Ene<br />

erklaring, waardoor de gehele bijenkomst<br />

vrugteloos eindigde '(*). De<br />

.andvoogdes ,' door den Graaf' van<br />

iarlaimont van dit voorval onderrigt,<br />

ffst de Ridders, gedurende hun ver-


NEDERLANDEN. 187<br />

blijf in de ftad , zo kunftig bezig<br />

te houden , dat zij tot verdere onderhandelingen<br />

genen tijd konden vinden.<br />

Rgter werd met hare toeftemming<br />

nog in die zitting beflotcn,<br />

dat FLORENTIUS VAN M ONT MO­<br />

RE NC IJ, Heer van Montignij , ene<br />

reis naar Spanje zou doen , om den<br />

Koning van den tegenwoordigcn ftaat<br />

van zaken te onderrigten. Maar de<br />

Landvoogdes zond hem enen anderen<br />

geheimen bode vooruit, die den Koning<br />

vooraf van alles verwittigde, wat<br />

bij die zamenroeping tusfehen den Prms<br />

van Oranje en de Ridders verhandeld<br />

was. De Vlaamfche Afgevaardigde werd<br />

te Madrid gevleid met dc ij dele verzekering<br />

van 's Konings gunst , cn zijne<br />

vaderlijke genegenheid omtrent de Nederlanden<br />

; de Landvoogdes kreeg last .<br />

om de geheime verbindenisfen var<br />

den Adel met alle magt te belet<br />

ten , en zo veel mogelijk onenigheid<br />

onder deszelfs voornaamfte I leder<br />

te verwekken (*).<br />

Naijver, eigenbelang en l<br />

verfchil var<br />

Godsdienst hadden velen der Groten lan<br />

gen tijd van een gefcheiden ; he<br />

gemene lot van hun verminderd ge<br />

zag, en de haat tegen den Staats<br />

dienaar had hen weder verenigd. Z< I<br />

lang de Graaf van Egmond cn d<<br />

Prins van Oranje mededingers naar d<br />

(*) STRADA L. III. 84.<br />

II.<br />

B O t X.


188 DE AFVAL DER<br />

II. Landvoogdij waren , kon het niet mis,<br />

KOEK. jen, of zij moesten op de onderscheidene<br />

wegen, welken elk van hun<br />

daartoe infloeg, e ] k a n d e r z b m t i j d s h i n_<br />

derhjk zijn. Beiden hadden elkander<br />

op het pad des roems en bij den<br />

troon ontmoet; beiden ontmoetten elkander<br />

weder in de Republiek, waar<br />

zij naar denzelfden prijs, namelijk de<br />

gunst van hunne medeburgers, dongen.<br />

Karakters, welke zo zeer tegen elkander<br />

gekant waren moesten zig vaak van<br />

elkander fcheiden, maar de kragtige<br />

overecnfl-emming van den nood bran<br />

hen even zo ras weder bijeen. Elk<br />

hunner was onontbeerlijk voor den<br />

mder , en de behoefte lcide tusfehen<br />

leze twe menfchen enen band, welken<br />

i urn hart niet zoude gelegd hebben (*)<br />

Jog juist op deze ongelijkheid hun-<br />

| te? gemoederen grondde dc Landvoogdes<br />

haar plan; en gelukte het haar,<br />

ezen te fcheiden, zo had zij te*<br />

ens den gehelen Nederlandfchen Adel<br />

i twee partijen verdeeld. Door ge­<br />

f denken en kleine oplettendheden,<br />

V /aarmede zij deze beiden bij uitflui-<br />

t: ng vereerde, zogt zij den nijd en<br />

h et wantrouwen der overigen tegen<br />

h in gaande te maken; en terwijl zij<br />

& 31 Grave van Egmond enen voor-<br />

rr ng boven den Prins van Oranje<br />

fc heen te geven , hoopte zij zijne<br />

(*) BüRGUND. 45. ?TRA»A S3. $4.


NEDERLANDEN. l§o<br />

trou bij den laatstgenoemden verdagt II.<br />

te maken. Het geval wilde , dat SOEK,<br />

zij juist omtrent dezen tijd enen buiteno-ewonen<br />

Gezant naar Frankfort, ter<br />

verkiezing van enen Roomfchen Koning,<br />

moest zenden; hiertoe verkoos zij den<br />

Hertog van Aarfchot, den openbaren<br />

vijand van den Prins, om in hem<br />

als 't ware een voorbeeld te geven,<br />

'hoe luisterrijk men den haat tegen<br />

den laatstgenoemden beloonde.<br />

De aanhang van Oranje had, in plaats<br />

van enige vermindering te lijden, een<br />

gewigtige aanwinst gekregen, in den<br />

Graaf van Hoorn , die als Admiraal<br />

van de Nederlandfche Zee-magt den<br />

Koning naar Biscayen had verzeld<br />

cn tans weder zitting in den Raad<br />

van State had genomen. De onrustige<br />

Republiekeinfche geest van HOORN<br />

kwam de ftoute ontwerpen van ORAN­<br />

TE cn EGMOND te ge moet, cn weldra<br />

vormde zig tusfehen deze drie<br />

vrienden een gedugt Dricmanfchap, dat<br />

de Koninglijke magt in dc Nederlanden<br />

aan 't wankelen bragt, maar aie<br />

op dezelfde wijze voor alle drie ein<br />

digde.<br />

Intusfchen was ook MONTIGNI<br />

van zijn Gezantfchap terug gekomen ><br />

en bragt<br />

gunftigfte<br />

den Raad van State d<br />

gevoelens van den Konin: j<br />

r<br />

mede. Maar dc Prins van Ofanj<br />

had door een geheim kanaal tijdinge<br />

i<br />

uit Madrid ontvangen , die veel mee<br />

f


Ii<br />

JiOEK.<br />

190 DE AFVAL DER<br />

geloof verdienden, en dat berigt geheel<br />

tcgenfpraken. Hierdoor werd hij 011derrigt<br />

van aile de kwade treken , welken<br />

G R A N V E L L E hem en zijne vrienden<br />

aan het Hof gefpceld had, en<br />

de hatelijke benamingen, waarmede<br />

het gedrag van den Nederlandfchen<br />

Adel beftempeid wierd. '£ r was geen<br />

hulp voor handen, zolang deze Staatsdienaar<br />

niet buiten bewind was cr e-<br />

i , V-,,<br />

d i t o n t<br />

werp, hoe ftout<br />

I<br />

•(<br />

l<br />

i<br />

t<br />

t<br />

X<br />

V<br />

V<br />

O<br />

te<br />

&<br />

en<br />

hachelijk hetzelve ook fcheen te zijn,<br />

hield hem tans geheel bezig. 'Er<br />

werd tusfehen hem cn de Graven<br />

ran Hoorn en Egmond befloten, op<br />

iaam van den gehelen Adel enen airemenen<br />

brief aan den Koning afevrtardigcn,<br />

den Staatsdienaar daarin<br />

litdrukkelijk aanteklagen , en ten<br />

lerkften op deszelfs verwijdering aandringen.<br />

De Hertog van Aarfchot<br />

nen deze voorflag door den Graaf<br />

an Egmond werd medegedeeld, ver»<br />

nerp denzelven , met de trotfche<br />

srkkriHg, ' dat hij niet gezind was<br />

M<br />

n<br />

zig<br />

te<br />

van<br />

laten<br />

Egmond of Oranje wet-<br />

voorfchrijven ; dat hij<br />

Vi >or zig niets tegen G R A N V E L L E<br />

h:<br />

te<br />

K<br />

zi<br />

g c<br />

id meebrengen, en dat het buindicn<br />

zeer vermetel zoude zijn den<br />

oning voortefchrijven , wat hij met<br />

ne Dienaars moest doen. Een foorthjk<br />

antwoord ontving<br />

de n Graaf van Aremberg.<br />

Oranje van<br />

Het zij nu<br />

da t het zaad van wantrouwen, door


N E D E R L A N D E N . IQ*<br />

de Landvoogdes tusfehen den Adel<br />

gezaaid, reeds wortelen had gefchofen,<br />

of dat de vrees voor de magt<br />

van' den Staatsdienaar zwaarder woog,<br />

dan de afkeer van zijn beltuur, zeker<br />

is het dat de gehele Adel befchroomd<br />

en zonder te befluiten op dezen voorflag<br />

terug week. Deze mislukte verwagtwe<br />

floeg nogtans hunnen moed niet<br />

ter°neder: de brief werd gefchrevcn, en<br />

door hun alle drie ondertekend ( ).<br />

GRANVELLE komt daar in voor<br />

als de eerfte oorzaak van alle bewegingen<br />

in de Nederlanden. Zij verklaren<br />

, dat, zolang de hoogfte magt<br />

in zo fchuldige handen was, zij met<br />

in Haat waren , om de Natie en<br />

den Koning met vrugt te dienen.<br />

Daarentegen zoude alles weder in de vo-<br />

ÏVTQ ruste komen, alle tegenftand ophouden,<br />

en het volk weder liefde<br />

voor de Regering krijgen, zodra zij­ BOEK.<br />

ne Majefteit goedvond dezen man het<br />

roer van ftaat uit de handen te nemen.<br />

Ia dat geval, voegden zij ei<br />

bij , zoude het hun noch aan invloed,<br />

noch aan ijver haperen, om het ge<br />

zag des Konings, en de zuiverheu<br />

des Geloofs, die hun niet minde:<br />

hcü> waren, dan den Kardinaal GRAN<br />

VELLE, in deze Landen te handha<br />

ven (t)-<br />

C*) STRADA 85. 86.<br />

Cf) BURG. L. I. 67. HOPPER 3<<br />

STRADA 87. THUAN II. ^9-<br />

I<br />

m


ir.<br />

192 DÉ AFVAL DÉ li<br />

Hoe heimelijk deze brief ook wierd<br />

BOEK: algezonden , bekwam evenwel de Hertogin<br />

nog tijdig genoeg narigt daarvan<br />

, om de uitwerking, welke dezelve<br />

, tegen alle vermoeden , op<br />

s Konings gemoed misfchien maken<br />

konde, door enen anderen, dien zij<br />

m allerijl vooruit zond, te verijdelen.<br />

Enige maanden verliepen, voor<br />

dat het antwoord uit Madrid kwam<br />

opdagen. Dit was zagt, dog onbepaald.<br />

„ De Koning," dus luidde het,<br />

,-, was met gewoon zijne Staatsdienaars ^<br />

„ op de aanklagte van vijanden, onver-<br />

„ hoord te veroordelen. Zelfs de een-<br />

„ voudige natuurlijke billijkheid vorderde,<br />

i, dat de aanklagers van den Kardinaal van<br />

„ algemene befchuldigingcn tot enkelde<br />

bewijzen overgingen , en zo zij genen<br />

lust hadden om dit fchriftliik<br />

„ te doen, dan mogt één uit hun<br />

„ midden naar Spanje overkomen, waar<br />

,, bij met alle behoorlijke befcheidenheid<br />

zoude behandeld worden (*)"<br />

Behalvert dezen brief, welke aan alle<br />

drie tevens gerigt was, ontving<br />

EGMOND nog voor zig enen eio-enhandigen<br />

brief van den Koning, waarin<br />

deze te kennen gaf , dat het<br />

hem aangenaam zou zijn, in 't bijzonder<br />

pan hem onderrigt te worden omtrent<br />

(*) Vit: VIGL; T. U. 3 2. 33. GROT;<br />

!0. JiURGUND. 68.


NEDERLANDEN. 1&$<br />

ttent<br />

brief<br />

roerd.<br />

het gene in dien algemenen<br />

ÏT.<br />

flegts oppervlakkig was aange- .<br />

OËK;<br />

Ook Was aan de Landvoog-..<br />

desfe ftiptlijk voorgefchreven, wat zij aan "<br />

alle drie tevens, en aan den Graaf<br />

van Egmond in 't bijzonder, moest<br />

antwoorden. De Koning kende zijne<br />

lieden. Hij wist, hoe gemaklijk men iet<br />

op den Graaf van Egmond kon verwinnen<br />

, wanneer men met hem alleen te<br />

doen had , daarom zogt hij hem naar<br />

Madrid te lokken , waar hij van het oog<br />

cn beftuur van een meer verlicht hoofd<br />

verwijderd was. Hij wist, dat men van<br />

dit karacïer meer kon verkrijgen , wanneer<br />

men hem liet zien , dat men meer<br />

van hem vcrwagtte ; daaröm keerde hij<br />

zier in 't bijzonder tot hem. Naardien<br />

hij hem met dit vleiende bewijs van vertrouwen<br />

boven zijne beide vrienden onderfchcidde<br />

, maakte hij de betrekkingen<br />

ongelijk., waarin zij alle drie tot den<br />

troon ftonden. Hoe konden Zij nu zig<br />

lang met gelijken • ijver tot het zelfde<br />

doel vereënigen , daar hunne drangredcnen<br />

hiertoe . niet meer de zelfde bleven ?<br />

De waakfitamheid van ORANJE verijdelde,<br />

'c is waar, voor deze reis dit plan;<br />

maar het gevolg van deze gefchiedenis<br />

zal doen zien , dat het zaad, welk hier<br />

geftrooid werd, niet geheel was veriaren<br />

gegaan. (*)<br />

(*) STRADA. 88;<br />

I. D U L , N


ï94 DE AFVAL DElt<br />

II. De drie verbondene vrienden namerl<br />

I! O E K. in 's Konings antwoord geen genoegen<br />

, en waagden het ene twede<br />

proef te nemen. „ Het had hun", fchrevcn<br />

zij, „ niet weinig bevreemd , dat<br />

„ zijne Majefteit hunne voorftellen zo<br />

„ luttel aandagts had waardig gekeurd.<br />

,-, Niet als aanklagers van den Staatsdie-<br />

„ naar, maar als Raden van zijne Maje-<br />

„ fteit, wier pligt het was, hunnen<br />

„ Heer van den toeftand zijner Staten te<br />

„ onderrigten , hadden zij dien brief aan<br />

„ hem gefchi'even. Het was hun niet te<br />

„ doen , om den Staatsdienaar ongeluk-<br />

„ kig te maken : veeleer zouden zij met<br />

„ vermaak hem aan elk ander oord<br />

>, der Wereld , buiten de Nederlanden ,<br />

„ vergenoegd cn gelukkig zien. Dog<br />

„ daarvan waren zij volkomen overtuigd ,<br />

„ dat de tegenwoordigheid van dezen<br />

„ Staatsdienaar met de algemene rust volftrekt<br />

onbellaanbaar was. De tegen-<br />

,, woordige gevaarlijke toeftand des Va-<br />

, derlands liet genen hunner toe hetzelve<br />

i, te verlaten, en om G R A N V E L L E ' S wil<br />

, een verre reis naar Spanje te doen.<br />

, Bijaldien derhalven zijne Majesteit niet<br />

, goedvond huu fchriftelijk verzoek aan-<br />

, tpnemen ,• verzogten zij voordaan ver-<br />

i , 1'choond te zijn van de Vergadering biji<br />

, tewonen, waar zij flegts het verdriet<br />

J , hadden van den Staatsdienaar aante-<br />

1 , treffen, buiten ftaat om of den Ko.<br />

i , ning, of den Lande van enig nut te<br />

, zijn, en dus veragtelijk jn hunne eigene<br />

i


NEDERLANDEN. *95"<br />

ij offen waren. Ten bëfluke vcrzogten zij,<br />

H dat zijne Majefteit hunne onopgefmukte<br />

ft eenvoudigheid een beste moge nemen ,<br />

„ naardien "luiden van hun flag meer prijs<br />

, daarop ftelden, om regt te handelen ,<br />

?<br />

„ dan om iierlijk te ipreektn. (*)" Dit was<br />

ook de inhoud eens bijzonderen briefs van<br />

E G M O N D , waarin hij voer den brief<br />

van -s Konings hand zijnen dank betuigde.<br />

Op dit twede fchrijven kwam tot<br />

antwoord: „ Men zoude hunne voorftellen<br />

„ in overweging nemen \ inmiddels ver-<br />

9, zogt men, dat zij mogten voordgaan de<br />

„ Vergaderingen van den Raad van Staten<br />

als voorheen bij te wonen."<br />

" Het bleek duidelijk , dat de Koning in<br />

't minste niet gezind was om hun verzoek<br />

ïntewilligen ; "hierom bleven zij ook van<br />

nu af uit de Vergadering, en ve nokken<br />

zelfs uit Brusfel. Op ccne wettige<br />

wijze den Staatsdienaar te verwijderen ,<br />

was hun niet gelukt \ zij beproefden dit<br />

nu op ene andere manier, waarvan beter<br />

gevolg te wagten was. Bij alle gelegenheden<br />

bewezen zij cn hun aanhang<br />

hein in 't openbaar die vcragting, welke<br />

zij voor hem gevoelden , en wisten alles<br />

, wat hij ondernam, belachlijk te maken.<br />

Door die vernederende behandeling<br />

hoopten zij den hoogmoed van dezen<br />

Priester te kwellen , en van zijne gekwetfte<br />

eigenliefde misfehien dat gene te verwer-<br />

(*-) Vit» vi*L. T. Kt 34- 3?.<br />

ffr<br />

B O K £


II.<br />

HOEK.<br />

EfE AFVAL DER.<br />

ven , wat hun door andere middelen<br />

mislukt was. Zij bereikten dit oogmerk<br />

. wel niet, maar het middel , door hun<br />

uitgedagt, bragt tog eindelijk den Staatsdienaar<br />

ten val.<br />

De ftemme des Volks liet zig luider<br />

tegen hem horen , zodra men vernam ,<br />

dat hij de agting van den Adel verloren<br />

had , cn dat mannen, welken men gewoon<br />

was blindeling na te volgen, in.<br />

de veragting vart dezen Staatsdienaar voorgingen.<br />

De lage manier, waarop de<br />

Adel hem behandelde, wijdde hem , om<br />

zo te ipreken , aan de algemene veragting<br />

, en gaf den laster, die zelfs het<br />

heilige niet verfchoont, volmagt om zijn eer<br />

aantetasten. De verandering in het<br />

Kerkelijke beftuur, de hoofdklagte der<br />

Natie , had den t grond, gelegd tot zijn<br />

geluk: dit was een misdaad, waarvoor gene<br />

verfchoning gevonden kon worden. Het<br />

algemene misnoegen zogt zig in haat tegen<br />

hem te ontlasten , en alle geheime en<br />

openbare lijders kwamen aan deze algemene<br />

bron te zamen. Elk nieuw<br />

fchoufpel van ftrafoefening , waarmede<br />

de Inquifitie maar arte mild was,<br />

hield den haat tegen hem in ene vcrfchrikkelijke<br />

werking, en eindelijk werden<br />

alle rampen, ook die hunnen oorfprong<br />

aan oude herkomens en gewoonten verfchuldigd<br />

waren , op zyn reekening gefteld.<br />

Vreemdeling in een Land , waar hij met geweld<br />

was ingedrongen ; alleen, onder<br />

duizenden van vijanden ; van alle zijne<br />

werktuigen onzeker," van den afwezi-


NEDERLANDEN. *S7<br />

gen Vorst flegts met enen zwakken Ha<br />

arm onderfteund; met de Natie , wel­ BOEK.<br />

ke hij moest gewinnen , door louter<br />

trouloze leden verbonden ; alleen menfchen<br />

, wier hoogfte belang het_ was ,<br />

zfme daden te vcrvalfchcn — en eindelijk<br />

toegevoegd aan ene Vrou, die den last van<br />

den algemenen vloek niet met hem delen<br />

konde, ftond hij daar, blootgefteld<br />

aan den moedwil, den ondank, de<br />

partij zugt , den nijd , en aan alle drft-<br />

•ten van een tomeloos ,, losgelaten<br />

volk; een voorbeeld, dat in de Gefchiedenis<br />

nog niet vertoond was, Het<br />

is aanracréenswaaidig , dat de haat s<br />

«hen hij zig op den hals haalde , de<br />

hefchuldigingen verre overtreft, welke<br />

tegen hem konden ingebragt worden;<br />

dat het voor zijn befchuldigers zwaar, ja<br />

onmogelijk was, door enkclde bewijzen<br />

het vonnis van veroordeling te regtvaardigen<br />

, 't welk algemeen over hen I<br />

geveld werd. Voor en na hem fleepw<br />

de dweperij hare offers naar het al<br />

taar; voor en na hem ftroomde bur<br />

gerbloed, werden de regten der men<br />

fchen met voeten getreden , en vee 1<br />

jammes aangeregt. Onder KAREL DEI l<br />

VIJFDEN had de dwingelandij door har<br />

nieuwheid gevoeliger<br />

onder den Hertog van<br />

tot enen veel hoger<br />

moeten treffen j<br />

ALBA werd zj |<br />

trap van onm<br />

tuurlijkhcid gebragt , zo dat het bf<br />

ftuur van GRANVELLE, m vergel!<br />

Jting van dat zijns opvolgers ,<br />

N 3<br />

nc g


II.<br />

BOEK.<br />

19$ D E A F V A L D E K<br />

genadig was ; en egter vinden wijnergens,<br />

dar de luiden van dien tijd<br />

de perfoonlijke verbittering en veragting<br />

in 't openbaar tegen dezen laat.<br />

ften zo ver gedreven hebben , als zij<br />

zig tegen deszelfs Voorzaat véroorloofden.<br />

Om zijne lage geboorte door den<br />

glans van hoger aanzien te bedekken,<br />

en hem door enen verhevenor ftand<br />

veelligt ook tegen den moedwil zijner,<br />

vijanden te befchutten, had dc Landvoogdes<br />

te Rome bewerkt, dat hij<br />

met het 'Kardinaals purper bekleed<br />

wierd; maar juist die zelfde waardigheid<br />

, welke hem naauwcr aan het<br />

Roomfche Hof verbond, maakte hem<br />

des te meer vreemdeling in de Nederlanden.<br />

' Dit purper was een nieuwe<br />

misdaad te Brusfel , en een gehate<br />

dragt, welke als 't ware openlijk<br />

de beweeggronden aan den dag leide,'<br />

volgens welke hij in 't vervolg ftond<br />

te handelen. Noch zijn eerwaardige<br />

rang, welke alleen vaak den fchendigften<br />

booswigt heilig maakt; noch zijne<br />

hoge bedieningen ; noch zijne agtingswaardige<br />

talenten; zelfs niet eens<br />

zijn gedugt vermogen , dat zig dagelijks<br />

door zo bloedige proeven liet zien ,<br />

waren in ftaat om hem tegen fmadelykc<br />

beledigingen te beveiligen. Schrik en fpefci<br />

terny, het vreeslijke en het belachelijke,<br />

waren in zijn voorbeeld, op enq


NEDERLANDEN. l')Q,<br />

©nnatuurlijke wijze verenigd (*). Hatelijke<br />

gèrugten brandmerkten zijne eer;<br />

men tijgde hem moorddadige aanflagen<br />

aan tegen het leven van EG­<br />

MOND en ORANJE : het ongelooflijkfte<br />

vond geloof; de fehrikkelijkfte.<br />

dingen , wanneer ze hem golden,<br />

baarden gene verwondering meer. De<br />

Natie was reeds tot dien trap van<br />

verwildering gekomen , waardoor de<br />

tegenftrijdigfte aandoeningen elkander<br />

verdragen ,' cn de fijne fcheidlijncn van<br />

betamelijkheid cn redelijkheid vernietigd<br />

worden. Dit geloof aan buitengewone<br />

misdrijven is meest altoos een<br />

C *) De Adel liet , op het voorbeeld<br />

des Grr.ven van E G M O N D , hunne bedienden<br />

een gemene liverei dragen, wierop eéï<br />

zotskap gedikt was. Geheel Brusfel verklaarde<br />

dien voor den Kardinaals - hoed , er<br />

elke verfchijning van zodanige bediender<br />

gaf nieuwe ftof tot gelach. Deze z.otskaj<br />

werd naderhand , om dat het Hof zij<br />

daaraan ergerde , in enen bondel pijlen ver<br />

anderd : een toevallige fpotternij, die eet BOEK<br />

zeer ernftig einde nam, en waaruit wa;r<br />

fchijnlijk het wapen Y?D de Republiek ge<br />

boren b. {fita VIGL. T. IL 35 THÜAN<br />

489.) Het aanzien des Kardinaals zon]<br />

eindelijk tot die laagte, dat men hem open<br />

lijk een fpotprent in de hand ftak, welkhem<br />

vertoonde, zittende op eieren , waarui<br />

Bisfchoppen werden uitgebroed. Boven hen<br />

zweefde een Duivel, met dit omichrift<br />

Deze is mijn Zoon , hoort hem",<br />

N 4<br />

V<br />

li.


BOEK.<br />

2oO DE A F V A L D E R<br />

gewisfe voorbode van derzelver nabij<br />

zijnde verfchijning (* ).<br />

Dog in dat zelfde zeldfame lot van<br />

dezen man vindr men te gelijk iets<br />

groots, iets verhevens, dat den onpartijdigen<br />

befchouwer vermaak en,<br />

verwondering baart.' Hij ziet hier ene<br />

Natie, die, door genen fchijn verbünd,<br />

door gene vrees teruggehouden, ftand'<br />

vastig, onverbiddelijk V en zander affpraak<br />

eenftemmig, het misdrijf Üraft,<br />

dat door de gewelddadige "invoeringvan<br />

dezen vreemdeling ' tegen hare<br />

waardigheid begaan was. Eeuwig onvermengd,<br />

en eeuwig alleen, zien wij<br />

hem , gelijk een vreemd, tegenftrijlig<br />

lighaam, over de oppervlakte zyve-<br />

/en, welke weigert hein aantencmen.<br />

£elfs de fterke hand van den Vorst,<br />

lie zijn vriend en befchermer is , be-<br />

*mdt zig onvermogend om hem tegen<br />

len wil der Natie te behouden, 'nu<br />

leze eenmaal beflotcn heeft hem te<br />

•erfioten. Hare ftem is' zo verfehrikelijk,<br />

dat zelfs het eigenbelang zijen<br />

gewisfen buit veragt; dat zijne<br />

weldaden gefchuwd worden , als vrugsn<br />

van enen vervloekten boom. Geik<br />

een vergiftige, lugt, hegt de<br />

:hande. der algemene verfoeijing op<br />

era. De dankbaarheid oordeek zig<br />

an hare pligcen jegens hem onrilagen;<br />

ijne aanhangers mijden hem , zijne<br />

i C) HOPPER, L. I. 35.


NEDERLANDEN. 201<br />

vrienden zijn tot zwijgen gebragt. Zo<br />

vreeslijk wreekte het volk zijne<br />

Edelen en zijne gekwetfte hoogheid aan<br />

den grootftcn Vorst van den aardbodem.<br />

De Gefchiedenis heeft dit zonderlinge<br />

voorbeeld flegts een enkelde keer<br />

in den Kardinaal MAZARIN herhaald,<br />

maar het was naar den geest_ van beide<br />

tijden en Natiën verfcheiden. De<br />

ppperfte Magt kon genen van beiden<br />

tegen de befpotting beveiligen \ dog<br />

Fiankrijk gevoelde verligting , als het<br />

om zijnen Pantalon lachte , daar de<br />

Nederlanden door het gelach tot op-<br />

Hand werden gebragt. Het eerfte zag<br />

zig uit ene langdurige flavernij, _ onder<br />

het beftuur van RICHELIEU, in ene<br />

plotfelijke ongewone vrijheid gefteld:<br />

de laatften gingen uit ene lange cr<br />

aangeborene vrijheid in ene ongewone<br />

flavernij over: het was natuurlijk, da<br />

le 1'ronde (*) weder in on denver<br />

«hg , en de Nederlandfche onlusten ii l<br />

llcpublicksgezinde vrijheids - ijver eindig<br />

len. De opftand der Parijzcnaars wa<br />

;en vrugt der armoede ; uitgelaten ><br />

naar niet dapper; baldadig zonde<br />

r<br />

•;ragt; onedel cn laag, gelijk de bron<br />

J<br />

waaruit hij voortvloeide. Het morrci 1<br />

der Nederlanderen was de trotfche ei ï<br />

vermogende ftem des rijkdoms. Moed<br />

wil en honger bezielden de eerften<br />

(*) Dus noemt men die partij der Parijfenasri<br />

\Yflke zich tegen den Kardinaal MAZARIN ve<br />

konden had.<br />

N 5<br />

II.<br />

B O E R<br />

\


202 DE AFVAL DER<br />

II. wraak , bezittingen, leven en GooV<br />

BOEK . dienst de laatfien. Hebzugt was de<br />

- drijfveer vau MAZARIN; °hecrschzugt<br />

die van GRANVELLE. Gene was menfchelijk<br />

en zagt; deze ongevoelig en<br />

wreed. De Franfche Stadsdienaar zogt<br />

in dc genegenheid zijner Koninginne ene<br />

toevlugt tegen den haat der Groten en,<br />

de woede des Volks ; de Nederlandfche<br />

Staatsdienaar tartte den haat van<br />

een gehele Natie, om énen te behagen.<br />

Tegen MAZARIN waren alleen<br />

Partijen en het Graan, dat door dezelven<br />

gewapend werd; tegen GRANVELLE<br />

de gehele Natie. Onder den eerften<br />

zogt het Parlement heimelijk tot een<br />

magt tc geraken , op welke het geen<br />

regt had; onder den laatfien {treed<br />

het voor een regtmatige magt, welke<br />

hij op een listige wijze poogde te vernietigen.<br />

Gene" had met de Prinfen<br />

van den bloede en de Pairs van het<br />

Rijk, gelijk deze met den inlandfchen<br />

Adel en de Standen te worftclen: maar<br />

daar de eerstgenoemden hunnen gemeden<br />

vijand, alleen daarom, den voet<br />

zogten te ligten, om zig zeiven in<br />

djne plaats te zetten, wilden de<br />

aatften de plaats zelve vernietigen,<br />

m een magt verbreken, die geen<br />

i mkeld<br />

i lebben.<br />

mensch alleen in handen moest<br />

Terwijl dit onder het volk omging,<br />

1 >egon ^ de Staatsdienaar aan het Hof<br />

r<br />

an de Landvoogdesfe te 'wankelen.


NEDERLANDEN. 3tf<br />

Dc herhaalde bezwaren over zijl*<br />

magt moesten haar tog eindelijk aan BOEK-<br />

't veriland gebragt hebben , hoe<br />

weinig men hare magt erkende. Dat<br />

men den Staatsdienaar , en met<br />

haar, zijne Gebiedercs, vreesde, mx>est<br />

hare trotschheid beledigen : de vloek<br />

zelfs, dien hij op zig laadde, moest<br />

haren nijd en hare ijvcrzugt gaande<br />

maken. Misfchicn was . zij ook wel<br />

bedugt, dat de algemene afkeer, welke<br />

hem betoond werd, tegen naar<br />

zelve irogt gekeerd worden, of dat<br />

zijn langduriger verblijf den geercigden<br />

opftand eindelijk mogt doen ïosberftcn.<br />

De lange verkering met hem , zijne<br />

onderrigting en zijn voorbeeld, hadden<br />

haar eindelijk in ftaat gefield,<br />

om zonder hem te regeren. _ Zijn gezag<br />

begon haar lastig te zijn, naarmate<br />

hij min noodzakelijk voor haai<br />

werd; cn zijne misflagen , voor wel<br />

ke hare gunst, dus verre, tot cel<br />

dekkleed had geftrekt, werden zigt<br />

baar, naarmate deze verkoelde. Zi<br />

was nu even zo zeer geneigd , on<br />

deze gebreken- optczocken , en ten breed<br />

ften ïmtcmeten, als zij voorheen gewees<br />

was om dezelve te bedekken. In deze z<<br />

ongunftige gclleldheid voor den Kardi<br />

naai , begor.ncn de menigvuldige e<br />

dringende vertogen des Adels eindelij<br />

ingang bij baar te vinden , 't welk des t<br />

gemakkelijker gefchiedde , daar zij tf<br />

Vens hare vrees daarin wisten te mei;


ÏL<br />

R O E K .<br />

-04 DE AFVAL DER<br />

gen. „ Men kon zig niet begrijpen",<br />

zeide onder anderen de Graaaf van E G ­<br />

M O N D , „dat de Koning, ten gevalle<br />

„ van énen mensch, die zelfs geen<br />

„ Nederlander was , en van wien men<br />

„ dus _ wist dat zijn geluk' met het<br />

„ welzijn dezer landen niets te doen<br />

„ had, alle zijne Nederlandfche onderda-<br />

„ nen konde laten lijden; ten gevalle<br />

„ van enen vreemdeling, dien zijne ge-<br />

„ boorte tot enen onderdaan des Kei-<br />

„ zers , zijn purper tot een fchepfel<br />

„ van het lloomfche Hof maakte. Hem<br />

„ alleen", voegde de Graaf 'er bij,<br />

„ had G R A N V E L L E het te danken ,<br />

„ dat hij zig nog onder de levenden<br />

„ bevond ; dog voortaan zoude hij deze<br />

zorg aan de Landvoogdcsfe overla-<br />

,, ten, en wilde hiermede haar gewaar-<br />

, fchuvvd hebben." Dewijl het grootfte<br />

ledeelte van den Adel, uit verdriet<br />

jver de minagting, welke hun daar<br />

setoond werd , van tijd tot tijd uit de<br />

vergadering van den Raad van State<br />

I e rug bleef, verloor het willekeurige<br />

redrag des Staats-dienaars ook nog den<br />

i<br />

j aatflen Republiekfchen fchijn , welke het-<br />

:elve tot hier verzagt had, en de le-<br />

( ligheid in den Raad ffelde zijne trot-<br />

i che hcerfchappij in hare volle hatelijk-<br />

1 leid ten toon. De Landvoogdes on-<br />

( iervond nu , dat zij enen Heer boven<br />

2 ig had, en van dit ogenblik af was<br />

C e verwijdering van den Staatsdienaar<br />

efloten» Zij vaardigde ten dien einde<br />

\


NEDERLANDEN. 205<br />

haren Geheim - fchrijver , THOMAS AR­ II.<br />

M E N TE ROS, naar Spanje af, om den BOEK<br />

Koning van alles , wat den Kardinaal<br />

betrof, te onderrigten , hem aile die<br />

duidelijke verklaringen van den Adel<br />

voorteleggen , en op deze wijze hem<br />

wit zig zeiven het befluit tot deszelfs<br />

verwijdering te doen nemen. Het gene<br />

zij in haren brief niet durfde vertrouwen<br />

, Was ARMENTEROS gelast , Op<br />

ene bekwame manier te laten invloeien,<br />

in het mondelijk berigt , 't welk de<br />

Koning waarfchijnelijk van hem zoude<br />

vragen. ARMENTEROS volvoerde zijnen<br />

last met alle bekwaamheid van<br />

enen volmaakten Hoveling; doch, een<br />

mondgefprek van vier uren, kon het<br />

werk van vele jaren, de goede gedagten<br />

van FILIPS aangaande zijnen Dienaar<br />

, in zijn gemoed niet omver floten.<br />

Langen tijd ging deze Vorst met<br />

de flaatkunde en zijn vooroordeel te rade,<br />

tot dat eindelijk GRANVELLE zelf<br />

zijn dralend befluit te gemoet kwam,<br />

en uit zig zeiven zijn ontflag verzogt,<br />

welk hij vreesde niet langer te kunnen<br />

ontgaan. Het geen de haat der gehele<br />

Nederlandfche Natie niet vermogt had,<br />

werd door de vcragtelijke behandeling<br />

des Adels uitgewerkt; hij kreeg eindelijk<br />

tegenzin in ene magt, welke<br />

niet meer gevreesd werd , en hem<br />

meer aan fchandc, dan aan nijd<br />

blootflelde. Veelligt was hij, gelijk<br />

zommigen gemeend hebben, bedugt


II.<br />

BOEK.<br />

aoö DE AFVAL DER<br />

voor zijn leven , dat zekerlijk met een mee?<br />

dan ingebeeld gevaar gedreigd werd ; veelligt<br />

wilde hij zijn ontflag liever ónder<br />

den naam van een gefchenk , dan als<br />

een bevel van den Koning ontvangen,<br />

en zijnen val , die onvermijdelijk was, naar<br />

het voorbeeld van enen beroemden Romein,<br />

met eer doen. FILIPS zelf, wilde,<br />

zo het fchijnt, den Nederlanderen liever<br />

tans grootmoedig ene | bede toeftaan,<br />

dan dezelve naderhand als ene eisch<br />

afgeven , en met enen flap, waartoe<br />

de nood hem dwong, ten minften nog<br />

dank bij hun verdienen. Zijne vrees<br />

won het van zijne eigenzinnigheid, cn<br />

de voorzigtigheid zegepraalde over zijnen<br />

hoogmoed.<br />

GRANVELLE behoefde geen ogenblik<br />

te twijfelen, hoe het befluit des<br />

Konings was uitgevallen. Weinige dagen<br />

na de terugkomst van ARMENTEROS<br />

zag hij het ontzag cn de vleierij verdwijnen<br />

van de weinige gezigten , die<br />

hem tot dus verre nog dienstvaardig<br />

hadden toegelachen ; het laatfte kleine<br />

hoopjen van • baatzoekende ögendienaars<br />

verliet zijnen perfoon ; zijn dorpel werd<br />

verlaten ; hij zag, dat de vrugtbaarmakende<br />

warmte hem begeven had.<br />

De laster, die hem gedurende zijn gehele<br />

beftuur zo mishandeld had , verfchoonde<br />

hem ook niet in het ogenblik<br />

, toen hij het zelve hederleide.<br />

Men durft beweren, dat hij kort te


NEDERLANDEN. 207<br />

Voren , eer hij van zijne bediening afihmd<br />

deed, gcwcnscht zoude hebben<br />

zig mee ORANJE cn EGMOND te<br />

verzoenen , en zelfs aangeboden _ hebben<br />

, bij aldicn hij tot dien prijs op<br />

hunne vergiffenis hopen mogt, enen<br />

knieval voor hun te doen (*> Het<br />

is laag en vcragtelijk, de gedagtems<br />

* van cenen meer dan gentenen man met<br />

zulk een voorgeven te bezwalken ; maar<br />

het is nog veragteiijker en lager hetzelve<br />

aan de n'akomclingfchap overteleveren.<br />

G R A N V E L L E onderwierp zig<br />

aan 's Konings bevel met ene betamelijke<br />

gelatenheid. Reeds ccnigc maanden<br />

te voren had hij naar Spanje aan<br />

den Hertog van A L B A gefchrevcn , dat<br />

deze hem , in gevalle hij de Nederlanden<br />

ruimen moest, ene wijkplaats<br />

te Madrid wilde gereed maken. Langen<br />

tijd ftond ALBA in overweging,<br />

of het raadïir.m ware, cr.cn zo gevaarlijken<br />

mededinger van 's Konings gunst<br />

bij zig te nemen, of enen zo gewigtigen<br />

vriend, een zo kostelijk werktuig<br />

°van zijnen ouden haat tegen de<br />

Nederlandfche Groten , afcewijzen. De<br />

wraak zegepraalde over zijné vrees, en<br />

hij onderllcundc nadrukkelijk de bclangei<br />

van GRANVELLE bij den Koning. Maai<br />

zijn aangewende dienst bleef vrugteloos<br />

AR ME NT EROS had den Koning overtuigd<br />

CO REI DAN. 4.<br />

II.<br />

BOEK.


II.<br />

BOEK<br />

sa>3 DE AFVAL DER<br />

dat het verblijf van dezen Staatsdienaar<br />

te Madrid alle de bezwaren der<br />

• Nederlandfche Natie , waaraan men hem<br />

had opgeofferd, weder heviger zou doen<br />

opkomen , dewijl men voordaan de<br />

„ bron zelve, waarvan hij tot hiertoe<br />

„ de wateren flegts bedorven had ,<br />

„ door hem vergiftigd zoude agten." Hij<br />

werd dan naar het Graaffchap Bourgondic<br />

, zijn Vaderland, gezonden, waartoe<br />

zig juist een gefchikt voorvvendfel opdeed.<br />

De Kardinaal gaf aan zijn vertrek<br />

uit Brusfel den fchijn van een kleine<br />

reis, waarvan hij eerstdaags ftond terug<br />

te komen. Dog ten zelfden tijde<br />

kregen alle de leden van den Raad,<br />

welke zig onder zijn beftuur van de<br />

Vergadering hadden onthouden , bevel<br />

van 't Mof, om zig daar weder te<br />

laten vindem Offchoon nu deze laatfte<br />

omftandigheid zijne terugkomst in 't geheel<br />

niet waarfchijnlijk maakte , en men<br />

dezen vond flegts voor een armhartige<br />

trotschheid aanzag , floeg egter de verst<br />

afzijnde mogelijkheid van zijne wederkomst<br />

de vreugde zeer ter neder , welke<br />

over zijn vertrek gevierd werd. De<br />

Landvoogdes zelve fchijnt in twijffel te<br />

zijn geweest, wat zij van dit gerugt<br />

geloven moest, want zij vernieude in<br />

enen Brief aan den Koning alle voorftellen<br />

en redenenen , welke hem te<br />

rug moesten houden, om dezen Staatsdienaar<br />

te laten wederkomen. GRAN­<br />

VELLE zelf zogt in zijne Briefwisfe-<br />

ling


NEDERLANDEN. Sfi^<br />

Kng mee BARLAIMONT en VIGLIUS n.<br />

dit gerugt levendig te houden, cn zij­ BOEK;<br />

ne vijanden ten minften nog door ijdele<br />

dromen te verfchrikken , daar hij<br />

hen door zijne tegenwoordigheid niet<br />

meer kon plagen. Ook was de vrees<br />

voor den invloed van dezen man zo<br />

buiten mate groot, dat men hem eindelijk<br />

ook uit zijn eigen Vaderland<br />

verjaagde even als of deze reuzengedaante<br />

, wanneer zij zo nabij de<br />

Nederlanden bleef, dc vrijheid der Natie<br />

nog met hare vervaarlyke fchaduwe<br />

zoude verflinden.<br />

Toen PIUS DE VIERDE gefiorven<br />

was, deed GRANVELLE een reis<br />

naar Rome , om de verkiezing van<br />

enen Paus bijtcwonen , cn tevens aldaar<br />

enige zaken waartenemen voor zijnen<br />

Heer , wiens vertrouwen hij befiendig<br />

bleef behouden. Kort daarna maakte<br />

deze hem Onderkoning van Napels,<br />

xvaar hij bezweek voor de verleidingen<br />

van dat gewest, en enen geest , die<br />

door geen toeval had kunnen gebogen<br />

worden, door den wellust liet overmees :<br />

teren. Hij was twe-en zestig jaren oud,<br />

toen de Koning hem weder in Spanje<br />

deed komen , waar hij voordging dé<br />

Italiaanfche zaken met onbepaalde magt<br />

te bezorgen. Een fombere ouderdom,'<br />

en dc trotfche ingenomenheid met een<br />

zestigjarig bewind , maakten hem tot<br />

enen ftrengen en onbillijken regter over<br />

de gevoelens van anderen; tot enen 1<br />

I; DEEL. O


m<br />

SOEK.<br />

21© DE AFVAL DEK.<br />

flaaf van aangenomene inftellingen, en<br />

enen lastigen lofredenaar van vorige rijden.<br />

Maar de fiaatkunde van het einde<br />

der eeu was niet meer de fiaatkunde<br />

van derzelver aanvang. De jeugd van<br />

het nieuwe Ministerie werd ras enen<br />

zo gebiedenden Opziener moede , en<br />

FILIPS zelf begon enen Raadgever te<br />

fchuwen, die alleen zijns Vaders daden<br />

lofwaardig vond. Desniettegenftaande<br />

vertroude hij aan hem nog ten laatfien<br />

zijne Spaanfche landen, toen de<br />

verovering van Portugal hem naar Lisfabon<br />

riep. Hij ftierf' eindelijk op<br />

ene Italiaanfche reis te Mantua, in het<br />

drie-en zeventigfte jaar zijns ouderdoms,<br />

en in het volle genot van zijnen<br />

roem , nadat hij veertig jaren onafgebroken<br />

het vertrouwen van zijnen<br />

Koning bezeten , en , door ene<br />

verbindenis zonder voorbeeld, vrijheid<br />

en Vorftelijke gunst in zig verenigd<br />

had (*).<br />

GRANVELLE was gevallen, zo als<br />

geen gunflcling valt : niet om dat zijn<br />

kortftondig geluk uitgebloeid was; niet<br />

door den ligten wind van grilligheid ;<br />

neen , maar hij viel door de eendragt<br />

van eene verwonderlijke magt, door<br />

de vertoornde ftem ener ganfche Natie.<br />

Maar hoe was het mogelijk, dat<br />

een man, die het moeilijkfte fpeeltuig<br />

C*) STRADA Dec. I. L. HL IV. p. 88—p8.


NEDERLANDEN",'<br />

to kunftig behandeld had, zo ongelukkig<br />

op een veel gemaklijker fpeelde<br />

? Wist hij, die de waakfame agterdogt<br />

van enen fomberen Despoot<br />

had kunnen misleiden, geen middel<br />

om zich voor een vrolijk Volk te vermommen<br />

? Hoe hoger hij rijst door<br />

de verwonderlijke vriendfehap van enen<br />

Vorst, welke bij hem hare onbeftendigheid<br />

verleerde , des te meer vernedert<br />

het hem , dat hij deze Koninglijke<br />

vriendfehap blootftelde aan de<br />

fchande , om haar onvermogen voor<br />

de wereld openteleggen ; dat hij zijnen<br />

Koninglijken Befchermer noodzaakte,<br />

hem met afgekeerdeu aangezigte opteofferen.<br />

Terftond na het vertrek van den<br />

Staatsdienaar, zag men alle die gelukkige<br />

gevolgen, welke men zig van<br />

deszelfs verwijdering beloofd had. De<br />

misnoegde Heren namen weder zitting<br />

in den Raad van State , en met<br />

dubbelden ijver de zorg der ftaatsza»<br />

ken ter hand, om gene aanleiding<br />

te geven, dat men den afgezetten Dienaar<br />

terug verlangde , en om , door<br />

een gelukkig gevolg van het tegenwoordige<br />

beftuur, te tonen, dat men<br />

hem misfen konde. Het was ongemeen<br />

1564,<br />

druk bij de Landvoogdes. Allen beijverden<br />

zig om ftrijd , om elkander in<br />

bereidwilligheid, onderdanigheid en dienstvaardigheid<br />

te overtreffen : tot laat in<br />

den nagt werd het werk voortgezet t<br />

O a<br />

IT.<br />

BOEK»


II.<br />

SlOEK.<br />

Ï564.<br />

DE AFVAL DEK<br />

'er heerschte de gröotfte eendragt tusfehen<br />

de drie hoge Kollegiën , en de<br />

beste verftandhouding tusfehen het Hof<br />

en de Staten. Men kon van de goedhartigheid<br />

des Nederlandfchen Adels alles<br />

verkrijgen , zodra deszelfs eigenzinnigheid<br />

en hoogmoed door vertrouwen en<br />

inschikkelijkheid gevleid wierd. De Landvoogdes<br />

maakte zig de eerfte blijdfchap<br />

der Natie ten nutte , om haar<br />

de toeftemming in enige lasten , welke<br />

men van haar onder het vorige<br />

beduur niet had kunnen verkrijgen , afteperfen.<br />

De vermogende invloed van den<br />

Adel op het volk onderfleunde haar<br />

hierin op het kragtigfte , en weldra<br />

zag zij der Natie het geheim af, dat<br />

men flegts veel moest vragen , om altoos<br />

wat te krijgen. Zij zelve zag<br />

zig met blijdfehap van hare langdurige<br />

flavernij ontheven ; de onderlinge naijver<br />

van den Adel vcrligtte haar den last<br />

van het Staatsbeftuur, en deszelfs innemende<br />

onderdanigheid liet haar al het<br />

zoet van hare heerfchappije fmaken (*).<br />

GRANVELLE was nu gevallen, maar<br />

•zijn aanhang ftond nog. Zijne fiaatkunde<br />

leefde in zijne gunfteüngcn , welke<br />

hij in den Geheimen Raad en in den<br />

Raad der Geldmiddelen agter liet. De<br />

haat blaakte nog onder de partijen ,<br />

nadat het hoofd reeds lang verdreven<br />

(*) HOPPER 38. BURGUND. 78. jg.<br />

STRADA 95. 98. GROT. IJ.


NEDERLANDEN. 213<br />

was, en de namen van Oranje- en<br />

Koningsgczinden, van Patriotten en Kar- B<br />

dinaalsgezinden, gingen nog (leeds voord _<br />

den Raad te verdelen , cn het vuur<br />

van twedragt aan den gang te houden.<br />

VlGLIUS V A N ZUICHEM V A N AIJTTA,<br />

Prefident van den Geheimen Raad, lid<br />

van den Raad van State en Zegelbewaarder<br />

, werd tans voor den gewigtigftcn<br />

perfoon in den Raad, en<br />

voor' den fterkften fteun der Kroon aangezien.<br />

Deze verdienftelïjke grijsaart,<br />

dien wij enige kostbare bijdragen tot<br />

de Gefchiedenis van den Ncderlandfchen<br />

opftand te danken hebben , cn wiens<br />

vertroude briefwisfeling met zijne vrienden<br />

ons in het verhaal daarvan meermalen<br />

tot gids verftrekt heeft, was<br />

een der gröotfte Regtsgeleerden van zijnen<br />

tiid, tevens ook een Godgeleerde<br />

en Gecstlijke , en had reeds onder den<br />

Keizer de gewigtigfte amten bekleed.<br />

De omgang met de gcleerdfte mannen,<br />

op welke dat tijdperk mag roemen ,<br />

en aan wier hoofd zig E R A s M U S van<br />

Rotterdam bevond, gevoegd bij verfcheidene<br />

reizen , welken hij in 's Keizers<br />

gezclfehap gedaan had, hadden den kring<br />

zijner kundigheden en waarnemingen uitgebreid<br />

, en zijne grondbeginfels in vele<br />

opzigten boven zijne tijden verheven.<br />

De roem van zijne geleerdheid verbreidde<br />

zig door zijnen gehelen leeftijd, en<br />

heeft zijnen naam tot de nakomelingfchap<br />

overgebragt. Toen in 't jaar 1548<br />

O 3<br />

II.<br />

O EK.


DE AFVAL DER<br />

II. op den Rijksdag te Augsburg de ver­<br />

BOEK eniging der Nederlanden met het Duit-<br />

, fche rijk zoude vastgefteld worden, zond<br />

KAREL DE VIJFDE dezen Staatsman derwaards<br />

, om voor de belangen der Provinciën<br />

optekomen, en het was voornamelijk<br />

zijne bekwaamheid, die de onderhandelingen<br />

ten voordele der Nederlanden<br />

beftuurde. Na 's Keizers dood<br />

was v i G L i u s bij uitflek de enige ,<br />

Welken FILIPS uit de nalatenfchap zijns<br />

Vaders ontving , en een van die weinigen<br />

, in welken' hij deszelfs nagedagtenis<br />

vereerde. Het geluk van GRAN­<br />

VELLE , aan wien een vroege kennis<br />

hem verbonden had , verhief ook hem<br />

tevens; maar hij deelde niet in den<br />

val van zijnen Begunltiger, omdat hij<br />

niet in deszelfs heerschzugt en haat<br />

had gedeeld. Een twintigjarig verblijf<br />

in de Provinciën, alwaar de gewigtigfte<br />

zaken hem toevertroud geweest<br />

waren , de beproefdfte trouw jegens zijnen<br />

Vorst, en de ijverigfte verkleefdheid<br />

aan het Katholijkc geloof, maakten<br />

hem tot een voornaam werktuig der<br />

alleenheerfching in de Nederlanden (*).<br />

V i G L i u s was een Geleerde , maar<br />

geen Denker; een ervaien Staatsman,<br />

maar geen verlicht verftand ; en. hij bezat<br />

gene genoegfame fterkte van geest<br />

om de ketenen van vooroordeel, gelijk<br />


NEDERLANDEN. 215<br />

zijn vriend ERASMUS, te verbreken,<br />

en nog minder genoegfame flimheid om<br />

dezelve, gelijk zijn voorganger GRAN­<br />

VELLE, aan zijn hartstogt dienstbaar<br />

te maken. Te zwak en te kleinmoedig<br />

om de ftoutere leiding van zijn eigén<br />

verftand te volgen, vertroude hij<br />

zig liever aan het gemaklijker pad<br />

des gewetens : een zaak was regt,<br />

zodra zij bij hem pligt was. Hij was<br />

een van die regtfchapene menfchen, welke<br />

voor de listigen onontbeerlijk zijn :<br />

het bedrog maakte ftaat op zijne eerlijkheid.<br />

Ene halve eeu later zoude hij<br />

enen onfterflijken naam van de vrijheid<br />

behaald hebben , welke hij nu holp onderdrukken.<br />

In den Geheimen Raad te<br />

Brusfel diende hij de dwingelandij ; in<br />

het Parlement te Londen, of jn de<br />

Vergadering van Holland, zou hij mis-<br />

fchien als THOMAS MORUS en OLDEN-<br />

BARNEVELD zijn geftorven.<br />

Enen niet min gedugten tegenpartijder.<br />

danviGLius, hadden de Patriotten aar<br />

BOEK.<br />

den Prefident van den Raad der Geldmiddelen,<br />

den Graaf van BARLAIMONT<br />

Weinig hebben ons de Gefehiedfchrij<br />

vers aangaande de verdienden en d<<br />

gevoelens van dezen man nagelaten; d<<br />

verblindende grootheid van zijnen Voor<br />

ganger, den Kardinaal GRANVELLE<br />

verdonkerde hem s nadat deze van he<br />

toneel was afgetreden, hield het over<br />

wigt van de tegenpartij hem onder<br />

maar ook flegts dat weinige,<br />

O 4<br />

wat w:<br />

i I i<br />

II.


P.E AFVAL DER.<br />

II. van hem aantreffen, verfprcidt een gun?<br />

2 0E K. ftig licht over zijn karakter. Meer dan<br />

-r eens • deed de Prins van Oranje, moeite<br />

om hem van den Kardinaal aftctrekken,<br />

en tot zijne partij overtehalen :. bewijs<br />

genoeg, dat deze op dien aanwinst<br />

enigen prijs frelde. Alle zijne pogingen<br />

daartoe mislukten hem :. een blijk<br />

dat hij met geen oubeftendig karakter<br />

te doen had. Meer dan eens zien wij<br />

hem, alleen, onder alle de leden van,<br />

den Raad , tegen de bovendrijvende<br />

partij opkomen, en het belang van de<br />

Kroon , dat reeds in gevaar was om opgeofferd<br />

te worden, tegen den algemenen<br />

aanval befchermen. Toen de Prins<br />

Van ^Oranje de Ridders van het Gulden<br />

Vlies ten zijnen huize vergaderd had ,<br />

om over de affchaffing der Inquifitie<br />

bij voorraad een befluit te nemen, was<br />

B A RL AIM ONT de- eerfte , die van het<br />

onwettige van dit gedrag repte , en de<br />

eerfte, die 'er de Landvoogdes kennis<br />

yan gaf. Enigen tijd daarna vraagde,<br />

de Prins hem , of de. Landvoogdes van<br />

die bijeenkomst wist? en BARLAIMONT<br />

aarfeldc geen ogenblik met hem de waarheid<br />

te. zeggen. Alle flappen, die wij van.<br />

hem ontdekken, tonen ons enen man<br />

die zig noch door voorbeeld , noch'<br />

door. menfehenvrees laat omzetten;, die<br />

met onvvankelbaren moed en onverwinnelijke<br />

ftandvastigheid aan die partij, welke<br />

hij eenmaal gekozen heeft, getrou, blijft;<br />

maar die tevens te trotsch en te wil-


NEDERLANDEN. 217<br />

lekcurig dagt, om ene andere , dan<br />

deze te kiezen (*).<br />

Behalven deze worden nog onder den<br />

aanhang des Konings te Brusfel genoemd<br />

de Hertog van AAR SCHOT; benevens de<br />

•Graven van MANSVELD, ME GEN, en<br />

AREMBERG, alle drie geboren Nederlanders,<br />

cn die dus met den gehelen Neder?<br />

aandl'chcn Adel, gelijk het fcheen, dezelfde<br />

redenen hadden, om de geestelijke<br />

dwingelandij en het eenhoofdige geweld<br />

in hun Vaderland tegen te gaan. Het<br />

tcgengeftelde van hun gedrag moet ons<br />

des te meer bevreemden, omdat wij<br />

hen met de voornaamfte leden der tegenpartij<br />

in betrekking van vriendfehap<br />

vinden, cn niets minder dan onverschillig<br />

omtrent 1 de gemene lasten des<br />

Vaderlands. Maar zij vonden in zig<br />

zclvcn geen vertrouwen, genen heldenmoed<br />

genoeg, om enen ongelijken ftrijd<br />

met ene zo veel magtiger partij te<br />

wagen. Uit bekrompen voorzigtigheid<br />

onderwierpen zij hun regtmatig misnoegen<br />

aan de wet der noodzaaklijkheid,<br />

en leiden hunne hoogmoed liever ene<br />

harde offerande op, dewijl hunne vertroetelde<br />

verwaandheid geen andere kor<br />

brengen. Tc overleggend en te wijs<br />

om het zekere goed , dat zij van de<br />

vrijwillige grootmoedigheid huns Herer<br />

reeds bezaten , van zijne regtvaardigheie I<br />

(*) STRADA 82. 83. BURGUND. 91<br />

'4 68. Vita VIGL. 40.<br />

O 5<br />

II.<br />

BOEK,


ai» DE AFVAL DER<br />

II. of vrees eerst te willen afdwingen, of<br />

BOEI :. een werkelijk geluk afteitaan , om de<br />

- fchaduwe van een ander te behouden<br />

, maakten zij zig veel liever het<br />

gunfh'ge ogenblik ten nutte, om voordeel<br />

te doen met hunne ftandvastigheid,<br />

welke tans bij den algemenen afval<br />

des Adels in prijs geftegen was. Weinig<br />

gevoel van waren roem hebbende,<br />

lieten zij hunne eerzugt beflisfen, welke<br />

partij zij kiezen zouden ; en kleine<br />

eerzugt bukt veel liever onder het harde<br />

juk van dwang, dan onder de zagte<br />

heerfchappij van enen fterken geest.<br />

Het was een klein gefchenk, wanneer<br />

zij zig aan den Prins van Oranje overgaven<br />

; maar de verbindenis met den<br />

Vorst maakte hen des te gedugter vijanden<br />

voor hem. Daar ging hun naam<br />

onder den talrijken aanhang en in den<br />

glans van hunnen mededinger verloren;<br />

aan de verlaten zijde van het Hof fchitterde<br />

hunne fehrale verdiende. Het gene<br />

den grootfïen hoop des Adels afvallig<br />

van de Kroon maakte , hield<br />

deze weinigen getrou. De eerden wilden<br />

gene wetten van enen Heer, de<br />

laatfien<br />

gen.<br />

niet van huns gelijken ontvan­<br />

De huizen van Nasfau en Croi,<br />

tot welk laatfte de Hertog van Aarfchot<br />

behoorde , waren reeds federt<br />

verfcheidene regeringen elkanders mededingers<br />

naar aanzien en waardigheid geweest;<br />

en deze naijver had tusfehen


NEDERLANDEN. 219<br />

dezelven een oude familie-haat aangekweekt<br />

, welke door verdeeldheid in het j<br />

ftuk van Godsdienst ten laatfien onver- .<br />

zoenlijk werd. Het huis van Croi<br />

bezat federt ondenkelijke jaren bij uitftek<br />

den roem van Godsdienftigheid en Paapfche<br />

heiligheid ; de Graven van Nasfau<br />

hadden zig voor de nieuwe fekte<br />

verklaard. Reden genoeg, dat FTLIPS<br />

VAN CROI, Hertog van Aarfchot, de<br />

voorkeur gaf aan ene partij , die het<br />

meest tegen den Prins van Oranje gekant<br />

was. Het Hof verzuimde den<br />

fchonen kans niet, om uit dezen onderlingen<br />

haat zijn voordeel te trekken,<br />

en enen vijand van zo veel gewigt tegen<br />

het toenemend aanzien van het<br />

Nasfaufche huis te ftcllen. De Graven<br />

van Mansveld en Megen waren tot hiertoe<br />

de vertroudfte vrienden des Graven van<br />

Egmond geweest. Zij hadden ; te gelijk<br />

met hem hunne ftem tegen den Staatsdienaar<br />

opgeheven ^ te gelijk met hem<br />

de Inquifitie en de Plakaten bedreden ,<br />

en het in opregtheid met hem gehouden<br />

tot hier toe , tot op de uiterfte<br />

grenzen van hunnen pligt. Tans, op den<br />

fcheidweg van 't gevaar, gingen deze drie<br />

vrienden van elkander.- EGMOND'S onbezonnen<br />

'deugd fleepte hem onwederftandlijk<br />

voord , op het pad, dat ten<br />

verderve leidde ; zijne gewaarfchuwde<br />

vrienden begonnen nog ter goeder ure<br />

op ene goede terugkomst bedagt te zijn.<br />

s<br />

Er zijn ons nog brieven overgebleven,<br />

11<br />

1 O E IC.


TI.<br />

3SOEK.<br />

220 DE AFVAL DER<br />

die tusfehen den Graaf van Egmond<br />

en Mansveld gewisfeld zAjh , en die,<br />

lchoon in een later tijdvak gefchreven<br />

ons egter ene getrouwe fchilderij van<br />

hunne betrekkingen ten dien tijde opleve­<br />

ren. „ Ben ik," antwoordde MANSVETD<br />

t i<br />

aan zijnen vriend, die hem vriendlijke<br />

yerwijtingen over zijnen afval tot de<br />

partn des Konings gedaan had, „ ben<br />

„ ik voormaals van oordeel gen-eest,<br />

dat de affehaffing der Inquifitie , de<br />

„ verzagting der Plakaten , en de ver-<br />

„ wijdenng van den Kardinaal GRAN-<br />

V E L L E , voor het algemeen welzijn<br />

, noodzakelijk waren, de Koning heeft<br />

J , aan dit ons verlangen reeds voldaan,<br />

5 , en de oorzaak onzer klagte is weg-<br />

» , genomen. Wij hebben reeds te veel<br />

5 , tegen den hoogmoed van den Vorst,<br />

3 , cn het gezag der Kerke ondernomen;<br />

J , het is, hoog tijd om intcpalmen,<br />

d a<br />

y - °P<br />

w<br />

i<br />

d e<br />

» Koning, wanneer hij<br />

9 i komt, met een .vrolijk gelaat, zon­<br />

3' der angstvalligheid, ontmoeten kunnen.<br />

y<br />

Wat mij betreft, ik ben voor zijnen<br />

y<br />

toorn _ niet bevreesd ; gerustlijk durve<br />

yi<br />

ik mij op zijn bevel naar Spanje bege­<br />

y<br />

ven , cn mijn vonnis van zijne regt-<br />

M<br />

vaardigheid en goedheid verwagten.<br />

y><br />

Ik zeg dit niet, als twijfelende , of<br />

•>•><br />

Graaf Egmond dat zelfde, van zig<br />

n<br />

zoude kunnen verzekeren ; dog Graaf<br />

•>•><br />

Egmond zal wèl doen , dat i hij de­<br />

v><br />

ze zijne zekerheid meer en meer be-<br />

r><br />

vestige , en het vermoeden van zijne


NEDERLANDEN. WIJ<br />

r<br />

daden verwijdere. Verneme ik ," du; '• II.<br />

leidt het flot", ,, dat hij mijne ver • BOE K'.<br />

„ maningen ter harte neemt, zo blijf<br />

„ het bij' onze vriendfehap; maar zo niet<br />

dan voel. ik mij fterk genoeg, on<br />

„ alle menfchelijke betrekkingen aan mij<br />

,, nen pligt en mijne eer opteoffcren (_*).'<br />

De vermeerderde magt des Adels ftel<br />

de de Republiek bijna aan een grote r<br />

kwaad bloot, dan dat, welk zij doe r<br />

het verdrijven des Staatsdienaars pas om<br />

komen was. Door ene langdurige wee<br />

de verarmd, welke te gelijk hunne z<<br />

den bedorven had, en waarmede z<br />

reeds te gemeenfaam waren geworden •><br />

om haar nu eerst te laten varen , bi<br />

zweken zij voor de gevaarlijke gelegel ï-<br />

beid, om hunne heerfchende neigir g<br />

roetegeven , en den kwijnenden glai is<br />

van hun geluk weder te herftellcn. Ve r-<br />

kwisting bragt winzugt mede , en dc; :e<br />

den woeker. Geestelijke en wcreldlijl<br />

amten raakten veil; Ereposten , Prh i-<br />

legiën en Vrijbrieven werden aan de mee: it<br />

biedenden verkogt ; met de geregtighc id<br />

zelve werd handel gedreven. Wie do or<br />

den geheimen Raad veroordeeld wa ' •><br />

werd door den Raad van State wee er<br />

vrijgefproken ; wat de ene weigerd< :<br />

»<br />

was bij den anderen voor geld te vi :r-<br />

krijgen. Dc Raad van State wie rp<br />

naderhand wel de fchuld op de V ve<br />

andere Hoven , maar zijn eigen vo< >r-<br />

(*) STRADA I5pi


5.22 DE AFVAL DER<br />

II. beeld was het, waardoor deze aange.<br />

n o E K doken werden. De vindingrijke fchraapzugt<br />

opende nieuwe bronnen van gewin<br />

Leven, Vrijheid en Godsdienst<br />

werden, even als landerijen, voor vaste<br />

lommen verzekerd; voor goud waren<br />

moordenaars en kwaaddoeners vrij , en<br />

de Natie werd door de loterijen en<br />

lombaardtafelen bedolen. Zonder aanmerking<br />

van rang of verdiende, zag men<br />

de bedienden en afhangelingen der leden<br />

van den Raad van State, en der<br />

Provinciale Stadhouders tot de gewigtigfte<br />

bedieningen verheven. Wie iets<br />

bij 't Hof te verzoeken had, moest<br />

zig door de Stadhouders en hunne onderbedienden<br />

derwaards den weg banen.<br />

Generhande kunstgrepen van verleiding<br />

werden 'er gefpaard, om den Geheimfchrijver<br />

der Hertoginne , T HOM AS AR­<br />

MEN TEROS, enen tot hiertoe onbefproken<br />

en eerlijken man, mede in deze<br />

ongeregeldheden te liepen. Door<br />

gemaakte betuigingen van genegenheid<br />

:n vriendfehap, wist men zig in zijn<br />

vertrouwen te dringen, en zijne grondseginfels<br />

door een los leven te onder-<br />

i nijnen. Het verderflijke voorbeeld dak<br />

:ijne zeden aan, en nieuwe behoeften<br />

icgepraalden over zijne voorheen on-<br />

J :reukbaare deugd. Nu werd hij blind<br />

oor misbruiken , waaraan hij mede-<br />

'Hgtig _ was , en fchoof een gordijn voor<br />

I<br />

c c misdrijven van anderen , om daar<br />

s gter tevens de zijnen te verbergen. Met


NEDERLANDEN. ftüS<br />

2ijne kennis cn medewerking beroofde<br />

men den Koninglijken fchat , en verijdelde<br />

de oogmerken der regering, door<br />

een (lege beftuur van hare hulpmiddelen.<br />

Ondertusichcn leefde dc Landvoogdes<br />

in enen zoeten waan van heerlchappij<br />

en werkfaamheid, welken de vleierij<br />

der Groten op ene kundige wijze<br />

wist te koesteren. De eerzugt der<br />

partijen fpeelde met het zwak ener<br />

vrouwe, en kogt haar ene wezenlijke<br />

magt af, voor die wezenloze tekens<br />

en een nederig vertoon van afhangelijkheid.<br />

Welras behoorde zij geheel<br />

aan de partij , en veranderde ongemerki<br />

hare grondbeginfels. Op ene wijze,<br />

geheel drijdig met haar vorig gedrag,<br />

bragt zij tans vragen, welke tot d(<br />

andere Hoven behoorden , of voordellen,<br />

haar in 't geheim door VIGLIU:<br />

gedaan, wederregtelijk in den Raad vai I<br />

State, waar de partij de overham l<br />

had, even als zij denzelven voormaals ><br />

onder het beduur van G R A N V E L L E<br />

wederregtelijk had voorbijgegaan. Ge<br />

noegfiam alle zaken en alle invloe i<br />

kwamen tans aan dc Stadhouders. Al<br />

le fmeekfehriften werden aan hun op<br />

gedragen , alle gunden door hun uil<br />

gedeeld. Het ging zo<br />

aan de Regeringen der<br />

ver, dat • z j<br />

Steden regtzs<br />

ken onttrokken , en die voor hunne .1<br />

regtbank bragten. Het gezag der Pre<br />

vinciale Geregten verminderde, naarmat e<br />

het hunne toenam ; en met het geza<br />

l<br />

II.<br />

B OE IC.


m<br />

HOEK<br />

45| DE A F V A L D E R<br />

der Regering lagen regtsoefening en bati<br />

, geïfijke orde ter neder. De kleinere<br />

. Geregtshoven volgden weldra het voorbeeld<br />

van de regering des Lands. De<br />

geest, welke den Raad van State te<br />

Brusfel beheerschte, verfpreidde zig welhaast<br />

door aile Provinciën. Kuiperijen i<br />

verfchoningen van misdrijven, roof, omkoping<br />

van het regt, werden algemeen<br />

in de Regtbanken des Lands :<br />

de zeden raakten in verval, en de nieuwe<br />

fekten bedienden zig van deze losbandigheid,<br />

om haren kring te vergroten.<br />

De verdraagfamcr gevoelens van<br />

Godsdienst bij den Adel, die of zelf<br />

de nieuwe leer beguniligden , of ten<br />

minden de Inquifitie als een werktuig<br />

der dwingelandij verfoeiden , hadden de<br />

ftrenghcid der Geloofs- Plakaten vernietigd<br />

• door de vrijbrieven , welken men<br />

aan verfcheidene Proteftanten verleende,<br />

werden het heilige Geregt zijne best»<br />

offers ontnomen. Doof geen ding kon<br />

de Adel voordaan zijn nieu aandeel aan<br />

de _ regering des Lands den Volke voordeliger<br />

aanprijzen, dan wanneer zij het<br />

gehate Geregtshof der Inquifitie aan hetzelve<br />

ten offer bragten ; cn daartoe<br />

bewoog hen nog meer hunne eigene<br />

neiging, dan het voorfchrift der Staatkunde.<br />

De Natie ging ogcnbliklijk<br />

van den drukkendften dwang der onverdraagfaa'mheid<br />

in enen ftaat van vrijheid<br />

over, welken zij reeds te zeer<br />

Ontwend was, om hem met gematigdheid


NEDERLANDEN.<br />

heid te dragen. De Inquifitiemeesters, II.<br />

ran den bijftand der Regering verfto- BOEK.<br />

ken, zagen zig meer befpot, dan gevreesd.<br />

Te Brugge liet de Stadsregering<br />

zelfs enigen van de Dienaren der<br />

Inquifitie, welke enen Ketter in hcgtcnis<br />

wilden nemen, te water en brood<br />

zetten. Omtrent dien zelfden tijd werd<br />

te Antwerpen , alwaar het Gemeen ene<br />

vergecffche poging gedaan had, om<br />

enen Ketter uit de handen van het<br />

heilige Gercgt te ontzetten , een met<br />

bloed gefchreven papier openlijk op de<br />

markt aangeplakt, houdende, dat een<br />

aantal menfchen zig te zamen verzworen<br />

had, om den dood van dezen<br />

ongciukkigen te wreken (*).<br />

De Geheime Raad en de Raad der<br />

Geldmiddelen, in welke VIGLIUS en<br />

SARLAIMONT voorzaten, hadden zig<br />

van het bederf, waarvan de gehele<br />

Raad van State aangeftoken was, nog<br />

grotendeels zuiver gehouden. Een nieü<br />

aanzoek bij den laatstgenoemden was<br />

wederom mislukt; tans deed men zijn<br />

best om in die beide Hoven enige<br />

nieuwe Leden intcdringen, welke<br />

'der partije meer toegedaan waren. In<br />

dien tijd deed zig in het rijk der<br />

o-eleerdheid Zekere BALDTJINUS op,<br />

een geboren Vlaming, die zig in de<br />

Regtskunde enen fchitterenden roem ver-<br />

(*) HOPPER 40. GROT. 17. Vita vict.<br />

39. BURG. 80, 8f. 88. STRADA 99. 10©.<br />

I. DE KL. P


32


NEDERLANDEN. é27<br />

gijnen aanflag wist pptefchikken, zij II.<br />

deden gene werking op het ge­ BOEK*<br />

moed van dezen man, die te verftandig<br />

en te zedig dagt, om enen zekeren<br />

ftaat van middclmaatigheid aan enen<br />

twijffelagtigcn ftaat van grootheid opteofferen.<br />

^Ecn gelijke poging mislukte<br />

den Graaf van Hoorn bij enen Duitfchen<br />

Regtsgclccrdcn, met name CASs<br />

ANDER, dien dc verwilderde zeden<br />

van het Hof fpoedig naar zijn Vaderland<br />

deden te rug keren (*><br />

Daar het der partij niet gelukte»'<br />

noch om den Geheimen Raad cn den<br />

Raad der Geldmiddelen in hare belangen<br />

te krijgen, noch ook om htire<br />

aanhangers in deze twe Vergaderingen<br />

te dringen, zo bleef haar geen ander<br />

middel over, dan beiden geheel<br />

en al buiten- werkfaamheid te breno-cn,<br />

cn derzelver werk in den _ Raad<br />

van State te doen overgaan. Om dit ontwerp<br />

ter uitvoer te brengen, zogt de Prins<br />

van Oranje zig van den Raad van<br />

State te verzekeren. ,, Men noemt hen<br />

„ wel Raden £ dus liet hij zig meermalen<br />

tegen zijnen aanhang uit, „ maar<br />

„ anderen hebben de magt in handen.<br />

Wanneer men geld nodig heeft, om<br />

' het krijgsvolk te betalen, of wanneer<br />

het te doen is om de inkruipen-<br />

,= de ketterij te weren , of om het<br />

„ Volk in orde te houden, dan be-<br />

C'O BrucuND. 89. 90. 91. GROT. 18.<br />

P a


II.<br />

.6 O E K.<br />

. i<br />

ssJ JDE AFVAL DER<br />

„ dient men zig van hun, daar zi)<br />

„ noch over het geld, noch over de<br />

„ wetten, het opzigt hebben, maar<br />

„ alleen de werktuigen zijn, waardoor<br />

„ de beide andere Kollegiën op den<br />

„ Staat werken. En evenwel zouden zij<br />

„ alleen tot het gehele beftuur der Re-<br />

„' gering, welke men geheel nodeloos<br />

„ onder drie verfcheidene Kollegiën ver-<br />

„ deeld heeft, genoegfaam zijn , zo zij<br />

„ zig flegts onder elkander wilden ver-<br />

„ binden, om dezen afgefcheurden tak<br />

„ van Regering weder den Raad van<br />

„ State intelijvcn, ten einde het gehele<br />

„ lichaam door éne ziel in werking ge-<br />

„ bragt wierd." Men beraamde vooraf<br />

en in ftilte een plan, volgens 't welk<br />

twaalf nieuwe Vlies-Ridders in den Raad<br />

van State gebragt, de regtsoefening aan<br />

het Hof van Mechelen, aan 't welk dezelve<br />

regtmatig behoorde, wedergegeven,<br />

en de brieven van Vrijdom, Vergiffenis<br />

enz. aan den Prefident V I G L I U S<br />

>vergelaten, dog het geldbeftuur hun<br />

dleen in handen zou gefteld worden.<br />

Vlen voorzag zeer wei, alle de zwarigïeden<br />

, welke door het wantrouwen van<br />

j iet Hof, en den naijver over de toenenende<br />

magt der Edelen, tegen deze<br />

ïieuwigheid zouden in den weg geleed<br />

1 vorden: om dezelve derhalven bij de<br />

I landvoogdes doortedringen, maakte men<br />

I :nige van de voornaamfte Officieren<br />

( >p , om het Hof te Brusfel door<br />

1 lerke aanmaaningen om hunne agter-<br />

i tallige zoldij te ontrusten 7 en in geval


NEDERLANDEN. ssp<br />

van weigering' met enen opftand te drei­ II.<br />

gen. Men bewerkte dat de Landvoog­ BOEK.<br />

des met menigvuldige Verzoekfchriften en<br />

Memoriën wierd aangevallen, waarin<br />

over uilftel van regt geklaagd, en hoog<br />

opgegeven werd van het gevaar, 't welk<br />

van de dagelijks toenemende Ketterij<br />

te dugten was. Men verzuimde gene<br />

gelegenheid, om haar den verwarden toeftan<br />

d der Burgerlijke orde , der Regtspleging<br />

en der Geldmiddelen zo akelig<br />

aftefchüderen , dat zij uit de bedwelming,<br />

waarin zij tot hiertoe was<br />

gewiegd geweest, met fchrik ontwaakte<br />

(*). Zij riep alle drie Kollegiën te<br />

Zamen, om te bcraadflagen, door welke<br />

middelen deze verwarringen te verhelpen<br />

waren. De meertlcrheid der<br />

ftemmen kwam hierop uit, dat men<br />

enen buitengewonen Gezant naar Spanje<br />

moest zenden , die den Koning in<br />

ene uitvoerige en levendige fchüdery<br />

den waren ftaat van zaken onder het oog<br />

zoude brengen , cn, ware het mogelijk,<br />

hem tot betere maatregelen bewegen.<br />

VIGLIUS, die van het geheime<br />

plan der partij niet het minfte<br />

gemerkt, had, verklaarde zig tegen dit gevoelen.<br />

„ Het kwaad," zeide hij, „ waar-<br />

„ over men klaagde, was zekerlijk grooi<br />

„ en niet te veragten ; maar ongenees-<br />

„ lijk was het niet. Het regt werc<br />

„ flegt bediend ; maar uit gene ande<br />

(*) BURGUND. 92—94. HOPPER 4*<br />

Vit. vi CL. 5. 87. 88.<br />

P 3<br />

s*


II.<br />

BOEK,<br />

230 DE AFVAL DER<br />

„ re oorzaak, dan omdat de Adel zelf<br />

„ het gezag der Overheid , door hun<br />

„ minagtend gedrag omtrent dezelve ,<br />

„ verminderde, en de Stadhouders haar<br />

„ niet genoeg onderfleunden. De Ket-<br />

„ terij nam de overhand, omdat de<br />

„ Wereldlijke arm de Geestrijke . in het<br />

„ gedrang liet zitten , en het 'gemene<br />

Volk, naar het voorbeeld van den<br />

,, Adel, den eerbied voor zijne Over-<br />

, heid had ukgefchud. Niet zo zeer<br />

, het flegte'' beltuur der geldmiddelen ,<br />

, maar veelmeer de vorige oorlogen en<br />

, de ftaatsbehoeften des Konings had-<br />

, den de Provinciën met dezen last van<br />

, fchulden bezwaard, waarvan zij door<br />

, billijke fchattingen langfamerhand we-<br />

, der ontheven konden worden. Wan-<br />

, neer de Raad van State zijne gunst-<br />

, en vergiffenis-brieven verminderde; wan-<br />

, neer dezelve de verbetering van ze-<br />

, den van zig zeiven begon, en meer<br />

, agting voor de wetten toonde; kortom,<br />

, wanneer flegts dc Kollegiën en de<br />

, Stadhouders eerst hunne pligten be-<br />

, tragtten , zo zouden deze klagten<br />

, weldra ophouden. Waartoe dan een<br />

, nieuwe Afgevaardigde naar Spanje gezonden,<br />

daar tog niets nieus gefchied<br />

was, om dit buitengewone middel<br />

te regtvaardigeh ? Bijaldien men evenwel<br />

daarop bleef (laan , zo wilde<br />

hij zig tegen de algemene (tem niet<br />

verzetten; alleen maakte hij dit beding<br />

, dat de voorname last van den


NEDERLANDEN. 231<br />

Afgezant daarin beftaan zoude, om<br />

" den Koning tot ene fpoedige over?<br />

„ komst te bewegen (*)?"<br />

Over de keuze van den Afgevaardigden<br />

waren alle Hemmen ééns. Onder<br />

alle Nederlandfche Groten fcheen de<br />

Graaf van Egmond de enigfte te zijn,<br />

die gefchikt was om aan beide partijen<br />

tevens genoegen te geven. Zijn<br />

verklaarde haat tegen de Inquifitie, zijne<br />

vadcrlandfche en vrije gevoelens ,<br />

en dc onbevlekte eerlijkheid van zijn<br />

karakter, waren voor de Republiek genocgfame<br />

waarborgen voor zijn gedrag.<br />

Uit welke gronden hij welkom bij den<br />

Koning moest zijn , is reeds boven tc<br />

kennen gegeven. Daar bij Vorften vaak<br />

reeds het eerfte voorkomen beflist, kon<br />

EGMOND' S innemende lichaamsgcliake<br />

zijne welfprekendheid onderlteuncn , en,<br />

aan 't "'een hij veorteftcllen had, ene<br />

hulp bijzetten, welke de regtvaardigfte<br />

zaak bij Koningen niet kan ontberen.<br />

EGMOND zelf verlangde dit gezantfchap<br />

, om enige familie - zaken met der<br />

Koning te vereffenen (t).<br />

De Kerkvergadering van Trente wa<<br />

intusfehen ook geëindigd, en derzelvei<br />

bcfluiten aan de gehele Katholijke Chris<br />

eenheid bekend gemaakt. Maar dez<<br />

befluiten, wel verre van aan het oog<br />

merk der Vergadering te voldoen ,<br />

I<br />

ei<br />

(*) BURGUND. 95- 9


632 DE AFVAL DER<br />

ö. dc verwagting der Godsdienstpartijen te<br />

BOEK , vervullen, hadden de fcheuring tusfehen<br />

. beide Kerken nog veel groter, en de<br />

verdeeldheid in 't geloof onherftelbaar<br />

en altoosdurend gemaakt.<br />

De dvveperij was reeds op enen gewenschten<br />

weg om tot het gezonde<br />

verftand terug te keren , toen her<br />

denkbeeld tot deze Kerkvergadering geboren<br />

wierd. De fteeds toenemende<br />

voorfpoed der Hervorming , welke reeds<br />

begon Staten in den Staat optcrigten,<br />

en die het ene Noordfche rijk. na het<br />

andere van het Pausdom aftrok, verijdelde<br />

de barbaarfche middelen, welken<br />

ene woeste ftaatkunde gercedlyk tegen<br />

haar had zamengeraapt. Het dringende<br />

gevaar, waarvan de Geestlijke Dwingelandij<br />

zig omringd zag, had die<br />

bloedige middelen tot redding in zekeren<br />

zin geregtvaardigd: de nood gaf<br />

dezelve aan dc hand , om dat ene kwade<br />

zaak alleen door ene andere kwade zaak<br />

kan ftaande gehouden worden; en de<br />

ftaatkunde ried dezelve aan , zo lan**<br />

bewezen kon worden , dat zij voldoende<br />

waren. Het doden van een<br />

lid, dat gemist kon worden, behield<br />

misfehien het gehele lichaam 5 maar dit<br />

lid moest verfchoond worden , zodra<br />

betzelve het edelfte was. Deze zelfde<br />

handelwijze, welke zig tegen de eerfte<br />

?pkomst der fekte liet aanprijzen, kon<br />

jij den aanwas van dezelve ligtelijk de<br />

rerwerpelijkfte zijn. In verfchcidene lan-


NEDERLANDEN. 233<br />

den, gelijk in Frankrijk, cn, over het II.<br />

geheel genomen, ook in Duitschland, BOEK.<br />

ftond het Proteftantfchc gedeelte des<br />

Volks met het Katholijke reeds in<br />

evenwigt ; in andere woog het dit<br />

geheel en al over. Waar het in<br />

getal voor het andere moest wijken,<br />

had het misfehien de gehele nijverheid<br />

en den welvaart van den Staat<br />

in handen, en de Regering kon hetzelve<br />

niet laten onderdrukken, zonder<br />

zig tevens van hare nuttigfte onderdanen<br />

te beroven. Grote cn wijduitgeftrekte<br />

rijken, gelijk het Spaanfche<br />

was, konden dit verlies van burgers<br />

ligter dragen , of gevoelden altans<br />

hetzelve later; daar integendeel<br />

kleinere Staten , gelijk Savoijen , de<br />

Nederlanden enz. daardoor te gronde<br />

moesten gaan. Deze derhalvenweinig<br />

daarmede geholpen , dat zij, om<br />

het gezonde deel te redden, het aangeftoken<br />

opofferden , moesten veeleer<br />

zorgvuldig daarop bcdagt zijn, om ook<br />

zelfs het laatfte nog te bewaren, en<br />

dit, zo mogelijk, tot een nuttig lid<br />

tc maken. Van hier dc zagtere gezindheden<br />

in het ftuk van Godsdienst bi<br />

de Vorftcn van den tweden cn derden<br />

rang; van hier de oorfprong dei<br />

grotere verdraagfaamheid in kleinere Sta-<br />

t e l<br />

Bij de geweldige cn algemene fchud<br />

ding , welke het gehele Godsdienftig»<br />

Behaara beroerde, kon het<br />

P 5<br />

niet mis


=34 DE AFVAL DER<br />

ir. fen, of enige van deszelfs zwakke delen<br />

moesten ontdekt worden, üe ftoute<br />

cn gelukkige aanvallen der Hervormers<br />

op de Geesdijke Dwingelandij<br />

hadden eindelijk den Katholijken<br />

zeiven de ogen geopend, ten opzigte<br />

van het zedenbederf hunner Geestlijkheid,<br />

en van verfcheidene misbruiken<br />

der Kerke , welke de aantijgingen<br />

der Geloofsverbeteraars enigermate fchencn<br />

te billijken. Eenparig kwam men<br />

daarin overeen , dat de Kerk ene<br />

zuivering nodig had , om dc edele<br />

eenvoudigheid van haren oorfprong te<br />

herftellen , en al het vreemde en<br />

willekeurige weg te nemen, waarmede<br />

een lange reeks van eeuwen dc zuivere<br />

Leer misvormd had. Beide deze<br />

oogmerken hoopte men, naar het<br />

voorbeeld van vroegere tijden, door ene<br />

algemene Kerkvergadering te bereiken,<br />

welke in de vereniging van hare<br />

aardfche werktuigen den Hcmelfchen<br />

ftigter des Christendoms verbeeldde. Hier<br />

moesten de verfchilpunten nog eenmaal<br />

ter toetfe gebragt worden, dc tegenpartijen<br />

van de Moederkerk haare<br />

bezwaren met Republickeinfche vrijheid<br />

voordragen, en dan tot de uitfpraken<br />

van den Heiligen Geest gewezen worden<br />

, welke, door den mond der Vergadering,<br />

zijne mening openbaarde.<br />

Nog gewigtiger waren de ftaatkundige<br />

redenen, waarom de Vorften zodanig<br />

ene Kerkvergadering wenschten. De


NEDERLANDEN. 335<br />

willekeurige aanmatigingen van den Room- II.<br />

fchen ftoel hadden reeds lang dc reg­ BOE K.<br />

ten dezer Vorften gefchonden, en derzelver<br />

hoogmoed gekwetst; tans, nu<br />

deze gedugte Aanvaller hunner tronen,<br />

tot de dicpfte afhanklijkheid van<br />

hun gedaald was, tans hadden zij het<br />

in hunne hand, deze aanftotclijke Pnestermagt<br />

binnen betamelijker palen terug<br />

te brengen, het Opperhoofd van<br />

't Kerklijke beftuur door zijne eigene<br />

werktuigen te beteugelen, en hem<br />

door dc Geestïijkheid hunner Landen<br />

wetten voor te fchrijven. Alle deze<br />

redenen bewecgden KAREL DEN VIJF­<br />

DEN, ten ftèrkften voor het houden<br />

van deze Vergadering te ijveren;<br />

dit was ook de verenigde ftem<br />

van alle Katholijke Vorften.<br />

Maar die zelfde redenen, welke de<br />

overige Vorften zo ijverig naar deze<br />

Vergadering deden wenfehen, maakten<br />

den Paus des te huiveriger oir<br />

dezelve uittefchrijven. Een ftellcl<br />

gelijk het Geestlijkc Gebied, dat zc i<br />

grote reden had om het oog de:<br />

onderzoeks te fchuwen; dat door zc ><br />

zwakke, zo ongenoegfamc banden wer< l<br />

famengehouden, en, om zo te (preken.,<br />

flegts in een fchcmerligt dien<br />

de 'gezien te worden, kon aan dc<br />

RepubUekeinfehe vrijheid van dezen Geest<br />

lijken Rijksdag, cn aan de cerzng :<br />

der Prelaten, die een geheel tegen<br />

ftrijdig belang met den Roomfchen itoe 1


23Ö DE AFVAL DEIl<br />

II. hadden , zonder gevaar niet worden<br />

« OEK. blootgefteld. Vele leerftukken, welke de<br />

Pauslijke Hoogheid te na kwamen ,<br />

mogten in 't geheel niet voor her<br />

onderzoek komen; een fchoolfche twist<br />

zou de grondzuilen der Pauslijke magt kunondermijnen.<br />

Het voorbeeld der vorige<br />

Kerkvergaderingen bewees genoeg, hoe<br />

veel de Prelaten zig tegen de Pauslijke<br />

_ hoogheid konden aanmatigen. Was<br />

dit in de bedaarde tijden van het<br />

onbeftreden Leerftelfel gefchicd , hoe<br />

veel meer was er te wagen in enen<br />

tijd, wanneer reeds een zo verleidend<br />

voorbeeld van Afval gegeven, de verligting<br />

van het menschdom zo vele<br />

eeuwen gevorderd was, en de twijfelagtigc<br />

gcfteldheid der gemoederen ,<br />

de onzekerheid van vele der voornaamste<br />

Katholijke Vorften, het Opperhoofd<br />

3er Kerke alle die trotfche wapeïen<br />

verbood, die eertijds zo onwederftaanbaar<br />

en onfeilbaar waren. c LEMENS<br />

3E ZEVENDE wist het aanzoek daar-<br />

1 :oe met alle ftreken der Roomfche<br />

I laatkunde te ontduiken ; dog dc ver­<br />

( enigde nadrukkelijke ftem der" gezamen-<br />

] ijke Katholijke Vorften drong zijnen<br />

< )pvoIgcr PAULUS DEN DERDEN ein-<br />

< lelijk om zijne toeftemming te geven,<br />

3 ^a vele knibbclarijen, welke over de<br />

•laats , waar de<br />

I<br />

c ;chouden worden,<br />

Kerkvergadering<br />

ontftonden, en<br />

zou<br />

wcl-<br />

1 c den Paus zeer aangenaam waren ,<br />

v rerd dezelve eindelijk, door een pleg-


NEDERLANDEN. «37<br />

uge Bulle, tc Trente befchreven, waarlkheen de Paus zelf drie Gezanten af­ BOEK.<br />

vaardigde , om door dezen derzelver<br />

handelingen uit Rome te befturen. In<br />

de verfcheidene zittingen werd de hoofdleerftelling<br />

der Protcftanten, volgens welke<br />

zij dc fchriften der Euangelisten<br />

en Apostelen voor het enige rigtfnoer<br />

des Geloofs erkennen, veroordeeld, de<br />

Apokrijphe Boeken in den zelfden rang<br />

met de Kanonijke geplaatst, en daaraan,<br />

alsmede aan de mondlijke overleveringen<br />

der kerke, een gelijk gezag<br />

toegekend. In plaats van de eigenlijke<br />

bronnen der fcheuring natevorfchen,<br />

cn dc bezwaren der tegenpartij<br />

te onderzoeken , verfpilde men<br />

veel tijds en woorden met nutloze<br />

fchoolfche onderzoeken , cn belachelijke<br />

twisten, welke met de eigenlijke bron<br />

van 't kwaad niets te doen hadden;<br />

enige weinige gewaagde aanvallen op<br />

den Roomfchen Roel werden door de<br />

meerderheid zijner afhangelingen, en door<br />

de loosheid der Gezanten, gelukkig afgeflagcn.<br />

Toen de ftrijd wat heter<br />

begon te worden, en enige bedenkelijke<br />

punten den Paus bekommering<br />

baarden , verleide hij de Vergadering<br />

fpoedig naar Bologne; de ftaatkundige<br />

gefchülen , welke het Keizerlijke en<br />

Roomfche Hof verdeelden, maakten ook<br />

een fcheuring in het Concilie, en de<br />

Keizerlijke Bisfchoppen, die in Trente<br />

agterbleven, wilden de Vaders tc Bo


II.<br />

BOEK.<br />

23S DE AFVAL DER<br />

logne niet erkennen. Inmiddels had de<br />

flag bij Muhlberg des Overwinnaarsmoed<br />

opgebeurd. Beledigd dóór den<br />

Paus, en onvergenoegd over het Koncilie<br />

, wil hij uit eigen magt dat<br />

gene wcrkflellig maken, 't welk hij<br />

geen kans meer zag van die Vergadering<br />

te verwerven, en onderneemt<br />

de itrijdende partijen, door middel van<br />

zijn Interim , te verenigen; ene poging,<br />

welke, gelijk alle vorigen, mislukt.<br />

Het Koncilie wordt door de hevigfte<br />

gefchillen verdeeld, welken de<br />

Bastaard-zonen van den Paus en den<br />

Keizer wegens Panna en Piacenza verwekten.<br />

Gedurende deze • onenigheden<br />

fterft PAULUS DE DERDE. Het Koncilie<br />

keert onder zijnen opvolger ju-<br />

LIUS DEN DERDEN naar Trente te<br />

rug ,* maar dc ftrijd wegens Parma<br />

en Piacenza, welke door de ttisfchenkomst<br />

ener natuurlijke Dogter van HEN-<br />

DRIE DEN TWEDEN , Koning van<br />

Frankrijk, nog neteliger werd, vaart<br />

niet minder voord beide Hoven verdeeld<br />

te houden , en de handelingen<br />

der Vergadering te ftremmen. De Aartsbisfehoppen<br />

van 'Ments en Trier, vier<br />

Pauslijke Nunciusfen cn Legaten, twe<br />

Keizerlijke Gezanten , en enige Italiaanfche,<br />

Spaanfche en Duitfche Prela*<br />

ten, geven eindelijk aan het Koncilie<br />

zijne werkfaamheid weder, 't welk nogtans,<br />

na enige vrugtloze knibbelarijen<br />

over het Avondmaal, door den fchrik


NEDERLANDEN. 239<br />

der Proteftantfche wapenen, welke reeds IT.<br />

de grenzen van Italië bedreigden, plot- • J0E3C.<br />

felijk gefchciden werd. KAREL verliest<br />

in Tirol de vrugt van alle zijne<br />

overwinningen, en vlugt met fchande<br />

voor zijnen Overwinnaar; so LIJ­<br />

MANS wapenen roepen den Roomfchcn<br />

Koning naar Ilongarijen, en HEND RIK<br />

DE ÏWEDE van Frankrijk, een Bondgenoot<br />

van deze beide vijanden der<br />

Katholijke Christenheid , komt hun in<br />

Italië cn Duitschland ter hulpe. De<br />

verzamelde Volleen vertrekken ras uit<br />

Trente, en nu had het Koncilie voor<br />

negen jaren lang afgedaan.<br />

Naau was de Franfchc oorlog, door<br />

den vrede van Chatcau in Cambrcfis,<br />

geëindigd, en de rust in Europa weder<br />

herfteld , of dc aandagt van F1 L 1 p 1,<br />

welke nu door geene dringender ftaarsbelangen<br />

meer werd afgetrokken , vestigde<br />

zig weder op den toeftand der Kerken in<br />

zijne Staten, als zijne geliefdiic zorg, en<br />

hij floeg de ogen weder op het Koncilie.<br />

Wel verre van daarbij aan ene verzoening<br />

met dc Euangelifche fekte te denken,<br />

tegen welke zijn haat als aangeboren<br />

en onvcrwinlijk was, of het der moeite<br />

waardig tc agten, deze verlorene<br />

leden voor dc Moeder-Kerk te behouden<br />

, was het hem flegts daarom<br />

te doen, om het nog onbefmette gedeelte<br />

zijner onderdanen voor een gelijk<br />

verderf te bewaren. Het verlies<br />

van een millioen menfchen, (al moest


II.<br />

BOEK<br />

£4» DE AFVAL DER'<br />

het ook nog meer zijn,) was geen'<br />

grote zaak voor enen Vorst , die ,<br />

" wanneer het op ftaatkundige berekeningen<br />

aankwam, met het leven van<br />

menfchen zo kwistig was , en nooit<br />

bij enkelden telde ; het gemak daarentegen<br />

van ene algemene Gcloofsmode,<br />

welke een vrugt van het Koncilie<br />

zijn zoude, was zo bekoorlijk<br />

voor zijnen bekrompen' geest, dat hij<br />

meende zig niet genoeg te kunnen<br />

haasten, om dezelve in alle Provinciën<br />

van zijn gebied uittefchrijven.<br />

Hier kwam bij, dat ook hij,<br />

onaangezien zijne ware en geveinsde<br />

genegenheid voor den Roomfchen Stoel ,<br />

de aanmatigingen van denzelven met<br />

fchele ogen befchoude, en , door de<br />

magt der Bisfchoppen en der kleine<br />

Vorsten te vergroten, het regtsgebied<br />

van dezen ffoel hoopte te beperken.<br />

Uit geheel andere beweegredenen, en<br />

ene veel menschlievender ftaatkunde, ftemde<br />

Frankrijk voor de hervatting van<br />

het Koncilie. HENDRIK DE TWEDE,<br />

die affchuwelijke vijand der Hugenoten<br />

, , was niet meer; hun aanhang<br />

was in dit Rijk tot ene zo gedugte<br />

magt aangegroeid, dat dezelve in<br />

ftaat was, om de Heerfchende Kerke<br />

iiet hoofd te bieden, en zelfs den<br />

teugel der Regering naar zig te trekken.<br />

Tevens maakte dezelve het rijkfie<br />

en aanzienlijkfte gedeelte der burgeren<br />

uit, en het verlies fcheen even<br />

groot,


NEDERLANDEN. 24*<br />

groot , enen zodanigcn vijand tc on­ if.<br />

derdrukken , of voor hem te zwigten. Het B O E K<br />

ènigfte middel van redding voor dezen<br />

Staat fcheen te zijn ene wedervereniging<br />

der beide Kerken, welke, zo mogelijk,<br />

alleen van ene algemene Kerkvergadering<br />

te wagten was. Deze zelfde<br />

menschlievende ftaatkunde was oorzaak,<br />

dat ook de Keizer, de Heiiog<br />

van Savoijcn en enige andere<br />

Vorften het zelfde 'wenschteii, en de<br />

Voordzetting van het Trentfche Concilie<br />

was wederom de eenparige begeerteden.<br />

van alle Katholijke Mogendhe­<br />

Piüs DE v IER DE, uit den huize van<br />

MEDICIs, zat destijds op den Roomfchen<br />

Stoel. Hij zelf had zig, vóór<br />

Zijne verheffing, tot db hervatting van het<br />

Concilie verbonden, maar naaulijks had<br />

hij den Stoel van PETRUS beklommen,<br />

of hij trad in dc grondftellingen<br />

zijner Voorzaten. Hij herinnerde<br />

Zig de beweegredenen, naar welke p A u-<br />

LUS DE DERDE gehandeld had, toen<br />

hij de Kerkvergadering, onder het voorwendfel<br />

van dezelve naar een gezonder<br />

lugtftreek te verleggen, inderdaad deed<br />

eindigen. Hij overwoog het gevaar,<br />

welk junus DE DERDE, bij geluk,<br />

en door de wapens der Pröteftahteri<br />

Sn Duitschland, nog ter naauwer nood<br />

ontkomen was. Tans was 'er in Europa<br />

geen K A R E L DE VIJFDE meer,<br />

die aan de trotschheid en eerzugt de?<br />

\\f PEEE. O


H.<br />

BOEK.<br />

2X8 DE AFVAL DE lt<br />

Prelaten pad en perk kon zetten 4<br />

wanneer het dezen in 't hoofd mogt<br />

komen , op de puinhopen des Pausdoms,<br />

hunne eigene magt te verheffen.<br />

Maar de drift, waarmede de Katholijke<br />

Vorften dit ftuk dreven , liet<br />

hem gene keus. Tevens werd hij door<br />

Frankrijk met ene Nationale Synode<br />

bedreigd, welke hem in gevaar bragt<br />

van dit ganfehe Koningrijk even als<br />

Brittanje te verliezen : om dit voor<br />

te komen moest hij zig haasten om<br />

het Concilie van Trente te hervatten.<br />

De vraag was , of het als ene<br />

geheel nieuwe Kerkvergadering, dan als<br />

ene voordzetting van het opgefchorte<br />

Concilie moest aangekondigd worden.<br />

De bcflisfing van dit punt was zo<br />

ernftig cn gewigtig, als zij in den<br />

eerlten opflag niets beduidend fcheen.<br />

Was het een nieu Concilie, zo werd<br />

daardoor ftilzwijgend het gezag van het<br />

vorige vernietigd, en aile uitfpraken<br />

van hetzelve, welke met zo veel kunst<br />

en moeite verkregen waren, moesten<br />

nog eenmaal aan het zo gevaarlijke licht<br />

des. onderzoeks blootgefteld worden.<br />

Was het integendeel flegts ene voordzettinf<br />

van het eerfte, dan behielden<br />

alle °befluiten, welke tegen de Proteftanten<br />

genomen waren, de kragt van<br />

wetten, en dus konden dezen zig bij<br />

voorraad reeds veroordeeld agten. Maar<br />

in die weinige jaren, waarin het Concilie<br />

had Itilgetiaan, hadden de om-


NEDERLANDEN. f243,<br />

ftandighcden der Proteftantcn een zo tb<br />

gunftig aanzien gekregen, dat hunne<br />

BOKKigoedkeuring<br />

niet meer zo geheel onverfchillig<br />

was. Verklaarde men het<br />

Concilie voor nieu, dan kon men hen<br />

misfchien bewegen om hetzelve te erkennen,<br />

cn hunne Afgevaardigden derwaards<br />

tc zenden. Dit laatfte gevoelen<br />

werd door het Keizerlijke en<br />

Franfche Hof ten fterkfteri onderdeund;<br />

welke daarop aandrongen, dat men de<br />

befluitert der vorige zittingen aan de<br />

vergetelheid zoude overgeven; Maar FI­<br />

LIPS DE TWEDE, dien aan de verhaasting<br />

van het Concilie oneindig meer<br />

gelegen was , dan aan de goedkeuring<br />

der Proteftantcn, eri die bovendien<br />

nog vreesde , dat de befluiten<br />

van hetzelve daardoor ene verzagting<br />

mogten bekomen, drong 'er op aan,<br />

dat men hen geheel en al daarvan<br />

uitfloot, en het nieuwe Concilie uitdrukkelijk<br />

voor ene voordzetting van<br />

het vorige verklaarde. Het Roomfche<br />

Hof, om, zo niet aan beide partijen<br />

volkomen genoegen" te geven ,<br />

ten minden beide te verfchoncn, bc-<br />

•holp zig met ene fpitsvïndigheid. „ Wij<br />

„ zetten het Concilie voord," was dc<br />

verklaring der Legaten , „ terwijl wij<br />

het aankondigen; en wij kondigen<br />

„ het aan , terwijl wij het voord-<br />

„ zettem"<br />

Alle Christen- Vorften, ook de Proteftantfche<br />

, werden naar Trente tot:<br />

Q *


II.<br />

BOEK.<br />

&£,&. DÉ AFVAL DER<br />

het Concilie opgeroepen. Twee Pan»*<br />

Kjke Nunciusien , welken de Keizer<br />

drie Gezanten toevoegde om hunne<br />

voorftellen ce onderfteunen, verfehenen<br />

voor de Proteftantfche Vorften van<br />

Duitschland, welke ten dien einde te<br />

Naumburg vergaderd waren. Maar, on«<br />

gelukkig , had men zig alreê in<br />

de uitschrijving vergist. Die uitfehrijving<br />

bepaalde vooraf punten, welke eerst<br />

bewezen moesten worden, en gefchiedde<br />

uit naam van den Bisfchop van<br />

Rome, wiens regt daartoe een voornaam<br />

gefchilpunt was. Deze Vorften betuigden<br />

aan de Gezanten des Keizers<br />

hunnen dank voor zijne welmenende<br />

moeite: „ Niets," zeiden_ zij, „ zou-<br />

„ de hun aangenamer zijn, dan ene<br />

„ algemene Kerkvergadering, welke met<br />

„ ernst daarop uit was, om de te-<br />

„ genwoordige Geloofsfcheuring te ver-<br />

•„ helpen; maar noch dit oogmerk,<br />

„ noch deze uitwerking beloofden zij<br />

„ zig van de Trcntfche vergadering,<br />

„ in welke, zo als reeds uit de Bul-<br />

?, le bleek , alleen de afhangelingen<br />

„ van het Roomfche Hof iets te zeg-<br />

„ gen zouden hebben." De Nunciusfen<br />

werden binnen gelaten, maar de<br />

Pauslijke brieven , ongeagt hun vriendlijk<br />

opfchrift, ongeopend terug gegeven.<br />

„ Daar zij geen regtsgebied<br />

„ kenden, dat de Bisfchop van Ro-<br />

„ me buiten zijn Kerfpcl had te oev<br />

fenen, hielden [zij zich niet ver-


NEDERLANDEN. £»<<br />

pligt, hem hun gevoelen omtrent ÏL<br />

„ het Concilie te zeggen." De Nun- BOEKj<br />

ciusfen , welke naar Denemarken en<br />

Engeland beflemd waren, werden met<br />

nog minder agting ontvangen. Nog aan<br />

de Nederlandfche grenzen zijnde , kreeg<br />

de Kardinaal MAIITININGO van den<br />

kant van FREDERIK bevel om terug<br />

te keren; en in Lubek ontving zijn<br />

gevolg van Koningin ELIZABET enen<br />

vriendlijken wenk, om zich de moeite<br />

van de reis over zee te fparen.<br />

De opening van het Concilie voorfpelde<br />

al terftond , wat men van hetzelve<br />

te wagten had. Eer nog het<br />

gröotfte deel der Afgevaardigden en der<br />

buitenlandfche Bisfchoppen aangekomen<br />

waren, werd op aanzoek der Legaten,<br />

welke de voorzitting in de Vergadering<br />

hadden, een befluit ontworpen , dat<br />

alleen zij de ftrijdyragen zouden mogen<br />

opperen. Hierdoor meende de Roomfche<br />

Stoel alle aanvallen afteweren,<br />

welke tegen hem zeiven konden gerigt<br />

worden; cn de hoofdbedoeling van<br />

het Concilie, de verbetering in het<br />

Geestlijke Gebied , werd al aanftonds<br />

door de befluiten van deszelfs eerfte<br />

zitting uit het oog verloren. Hoe meer<br />

moeite FILIPS en de overige Vorften<br />

aanwendden , om dit fchadelijke befluit<br />

te vernietigen, deste meer verfterkten<br />

zij 's Paufen wantrouwen, die nu niet<br />

ineer twijfelde , dat men het met dit<br />

Concilie op zijn eigen regtsgebied ge-<br />

Q 3


JM.& DE AFVAL DER<br />

II.<br />

B O E K.<br />

munt had; cn de Legaten ontvingen<br />

bevel, om met dc onvcranderlijkfte ltandvastigheid<br />

op dezen artiekel Haan te<br />

blijven. 'Er werden des niet te min<br />

enige zeer bedenkelijke vragen, voornamelijk<br />

over de aanltelling der Bisfchoppen<br />

, en waar zij hunnen zetel zouden<br />

hebben, tc berde gebragt; vragen, welke<br />

reeds PAULUS DEN DERDEN vrees<br />

ingehoczemd, en zijne gehele fiaatkunde<br />

gaande gemaakt hadden ; maar<br />

door ene onvoorziene waakfaamheid,<br />

door omkopingen , beloften en bedreigingen<br />

, door onafgebrokene geheime onderhandelingen<br />

met de Prelaten , cn<br />

vooral door de kragtdadige medewerking<br />

der Italiaanfche Bisfchoppen, welke in<br />

getal de overigen verre overtroffen,<br />

en als de armfte van allen, zig in de<br />

gröotfte afhangelijkheid van den Roomfchen<br />

ftoel bevonden, wist hij de meerderheid<br />

der Hemmen overal op zijne<br />

zijde te krijgen, zodat niet alleen geen<br />

befluit tot ftand kwam , waardoor zijne<br />

magt beperkt werd , maar zelfs<br />

enige gewigtige aanmatigingen , welker<br />

affchaffing een der oogmerken van het<br />

Concilie was, geweest, door hetzelve<br />

bckragtigd werden. Deze openbare partijdigheid<br />

dier Kerkvergadering, welke<br />

door onophoudelijke geheime bevelen uic<br />

Rome in banden werd gehouden , veroorzaakte<br />

bittere bezwaren van den kant<br />

der buitcnlandfche Gezanten en Prelaten,<br />

dog welken men nu eens door bedrieglijke<br />

ep dubbelzinnige antwoorden


NEDERLANDEN. '24.7<br />

ontweek, dan eens met onbefchaamde Ik<br />

iloutheid tegenfprak. CATHMUNA DE B O E K=<br />

M EDICIS verkogt de Franfche Kerk<br />

aan den Roomfchcn ftocl, voor de geringe<br />

fom van vijf - cn - twintig duizend<br />

goudguldens, en Keizer FERDINAND<br />

klaagde zeer, dat men hem geen dergelijk<br />

bod gedaan had. Het Roomfche<br />

goud woekerde rijkelijk te Trente<br />

, en de heilige Vaders waren laag<br />

genoeg om den heiligen floel als verfpieders<br />

te dienen.- "'Maar ten laatfien<br />

begon de Paus deze kostbare _ geldverkwisting<br />

cn de aanhoudende inlpannino-<br />

van zijne oplettendheid moede te<br />

worden. Met alle zijne waakfaamheid<br />

kon pius DE VIERDE niet beletten,<br />

dat niet de ene bedenkelijke artiekel<br />

op den anderen volgde, cn de ftouthcid<br />

der Prelaten hem in gedurige'<br />

vrees hield. Hij gaf dcrhalvcn zijnen<br />

Legaten bevel zonder uitftel de Vergadering<br />

te doen fcheiden. Dit gefchiedde,<br />

omtrent het einde des jaars-<br />

1563, met dc onvoegelijklte overhaas-r<br />

ting , dog zonder merkelijke tegenkanting<br />

van de zijde der Katholijke Vorften<br />

, die hunne vorige verwagtingen<br />

van dit Concilie reeds lang hadden opgegeven<br />

, en nu duidelijk zagen, dat<br />

de verdere voordzetting daarvan het Pauslijk<br />

gezag, wel verre van het te verminderen<br />

, veeleer uitbreiden en bevestigen<br />

zoude. Hiervan overtuigden hen de laatfte<br />

befluiten van het Concilies 9 4<br />

welke'


34? DE AFVAL DER<br />

II. op deszelfs gehele voorgaande wille­<br />

BOEK. keurige handelingen volkomen het zegel<br />

drukten. Het eerfte behelsde, dat de<br />

befluiten, eer zij de kragt van ene<br />

wet verkregen , door den Paus vooraf<br />

moesten hekragtigd worden; het andere<br />

was , dat, welke uitdrukkingen in dezelve<br />

ook gebruikt waren, gene daarvan<br />

tot nadeel van 's Pauzen gezag<br />

mogt worden uitgelegd. Vier Pauslijke<br />

Legaten, elf Kardinalen, vijf-en twintig<br />

Aartsbisfchoppen, honderd en agt en zestig<br />

Bisfchoppen, negen-en dertig lasthebbendc<br />

Ministers, en zeven Orde - Generaals onr<br />

dertekcnden de vastgeftclde punten. De<br />

Paus, met den gelukkigen uitflag van<br />

lit zo gevreesde Concilie op het aangenaamst<br />

vcrrascht, liet openlijke Dank-<br />

:cggingcn daarvoor doen ; de Bullq<br />

ran bekragtiging werd zonder uitftel<br />

ifgevaardigd; alle Prelaten en Vorften<br />

verden daarin gelast, de befluiten van<br />

1 iet Concilie ter uitvoer te brengen ,<br />

< n alle uitleggingen van dezelve, on-<br />

I icr welke namen ook, werden eens vooral<br />

erboden. Aan de Proteflantfche Vor-<br />

.<br />

f<br />

ten werd hierbij niet gedagt : daar<br />

2<br />

ij weinig agting voor de uitnodiging<br />

l<br />

etoond hadden , was het niet te ver-<br />

X<br />

/agten , dat de Bulle van bekragtiing<br />

een beter onthaal bij hen zou<br />

t<br />

inden. De Roomfche ftoeï ging hen<br />

X<br />

us met ftilzwijgen voorbij.<br />

i<br />

De uitflag van deze Kerkvergadering<br />

h ad jnderdaad de flegte verwagtingen


NEDERLANDEN. 24?<br />

der laatstgenoemden maar alte zeer be­ II.<br />

vestigd. Het oude Lc-erftchel in ftedc BOEK.<br />

van gezuiverd te zijn, had nu, flegts zo<br />

veel tc meer vastheid en een groter gezag<br />

bekomen. Alle fpitsvindigheden der<br />

lcre, alle kunflen en aanmatigingen van<br />

den heiligen ftocl, die tot hier- toe meer<br />

op willekeur berust hadden, waren nu<br />

voordaan tot wetten geworden, en tot een<br />

vast ftelfel verheven, De gebruiken en<br />

misbruiken, welke in de barbaarfche tijden<br />

van bijgeloof en onkunde in het<br />

• Christendom waren ingeflopen, werden<br />

tans voor wezenlijke delen van den Godsdienst<br />

verklaard, en banblikfems tegen zodanige<br />

roekelozen uitgezonden, welke zig<br />

tegen die leerftukken verzetten, of zig<br />

aan die gebruiken onttrekken durfden ;<br />

banblikfems tegen hen, die het waagden<br />

aan de wonderkragt' der Reliquihi<br />

te twijfelen, de beenderen der Martelaren<br />

gene eer te bewijzen, en dc voorbidding<br />

der Heiligen voor kragteloos te<br />

houden. De kragt der Indulgentiën, de<br />

eerfte aanleiding tot den afval van den<br />

Roomfchen ftocl, was nu door ene onveranderlijke<br />

leerftclling bewezen, en het<br />

Monnikendom door ecu uitdrukkelijk befluit<br />

der Kerkvergadering in befcherming<br />

genomen, daar zij den mansperfonen toeftond<br />

met het zestiende, en de meisjens<br />

met het twaalfde jaar, gelofte te doen.<br />

Alle gevoelens der Protcflanten waren nu<br />

zonder uitzondering, veroordeeld; niet<br />

één befluit was ren hunnen voordele ge--,<br />

Q 5


4fO BE AFVAL DER<br />

nomen, niet één ftap gedaan, om hen<br />

u langs enen zagteren weg tot den fchoot<br />

BOEK.<br />

der Moederkerke terug tc brengen: de<br />

fchandelijke kronijk dezer Kerkvergadering,<br />

en de ongerijmdheid van hare uitfpraken,<br />

vermeerderden bij dezen, zo dit mogelijk<br />

ware, nog de diepe veragting, welke zij<br />

reeds lang tegen het Pausdom gevoelden,<br />

en Helden voor hunne aanvallen nieuwen<br />

tot nog toe niet bemerkte, zwakke zijde,<br />

bloot. Het was een ongelukkig denkbeeld,<br />

den verligtenden fakkel der Rede<br />

zo nabij de geheimen der Kerke te bren^<br />

gen, en voorwerpen van een blind geloof<br />

met bewijsredenen te verdedigen.<br />

Maar de befluiten van het Concilie<br />

waren zelfs niet eens tot volkomen genoegen<br />

_ der Katholijke Mogendheden,<br />

Frankrijk verworp dezelve geheel en al,<br />

zo wel om dén Kalvinisten te behagen,<br />

als ook om dat het zig door het oppergezag,<br />

welk de Paus zig over het Concilie<br />

aanmatigde , beledigd vond. Ook<br />

enige Katholijke Vorften van Duitschland<br />

verklaarden zig 'er tegen; de Republiek'<br />

van Venetiën en meer andere Italiaanfche<br />

Staten onderworpen zig aan hetzelve. Hoe<br />

weinig ook FILIPS DE TWEDE over<br />

fommige artiekelen geftigt was, welke zijne<br />

eigene regten, waarvoor geen Vorst<br />

met meer ijver kon waken , dan hij ,<br />

te na kwamen; hoe zeer de grote invloed<br />

van den Paus op het Concilie, en<br />

de willekeurige overhaaste fcheiding van<br />

hetzelve hem beledigd hadden; hoe billijke-


K E D ER. L A N D E N . 2jï<br />

r Rédenen rot vijandfchap , eindelijk , de n.<br />

Paus hem door de verftoting van zijnen BOEK.<br />

Gezant, had gegeven , toonde hij zig<br />

egter gereed, om dc befluiten dier Vergadering<br />

te erkennen , welke ook, zo<br />

als zij nu waren, in zijn geliefkoosd<br />

plan , om de Ketters uitteroeiën , te<br />

pas kwamen. Alle overige ftaatkundige<br />

oogmerken moesten hierbij agterftaan,<br />

en hij gaf bevel om dc befluiten<br />

in alle zijne Staten aftekondigen<br />

( * ).<br />

De geest van opftand, welke alle<br />

Nederlandfche Provinciën reeds had aangeftoken<br />

, had deze nieuwe brandflof<br />

niet meer nodig. De gemoederen waren<br />

aan het gisten ; het gezag der<br />

Roomfche Kerk was bij velen reeds op<br />

het diepst gezonken: onder zodanige omftandigheden<br />

konden de gebiedende en<br />

veelal zotte uitfpraken van het Concilie<br />

niet anders dan tot groot ongenoegen<br />

uitvallen; maar FILIPS DE TWEDK<br />

kon zijn karakter zo zeer niet verlochenen,<br />

dat hij aan volken, die ene<br />

andere zon, ene andere aarde, en andere<br />

wetten hadden , ook een ander<br />

geloof toeftond. De Landvoogdes ontving<br />

het nadrukkelijkfte bevel, om in<br />

dc Nederlanden even die zelfde gehoor-<br />

' (_*") Gefchiedenis van FILIPS TI. dooi<br />

WATSON, II D. 5 B. THUAN, II. =9.<br />

491. 350. Effiiy Cur les moeurs. T. III.<br />

Concile de Trente. V-VN MEIEREN 59. 60,


453 DE AFVAL DER<br />

II. faamheid jegens de Trentfche befluiten<br />

BOEK , te vorderen, welke in Spanje en Italië<br />

. aan dezelve bewezen werd (*).<br />

Deze befluiten vonden de fterkfte tegenfpraak<br />

in den Raad van State te Brus­<br />

fel. WILLEM VAN ORANJE verklaarde,<br />

dat de Natie dezelven niet zou noch<br />

kon erkennen, daar zij grotendeels tegen<br />

de grondwetten van hare ftaatsgefteldheid<br />

aanliepen , en op gelijke gronden door<br />

verfcheidene Katholijke Vorflen verworpen<br />

waren. Bijna de gehele Raad van<br />

State was op 's Prinfen zijde; de meeste<br />

Hemmen kwamen daarop uit, dat men<br />

den Koning moest tragtcn te overreden,<br />

om de befluiten of geheel intetrekken<br />

, of dezelve ten minden niet dan<br />

onder zekere bepalingen bekend te maken.<br />

Hiertegen verzettede zig VIGLIUS,<br />

en hield zig aan de letter der Koninglijke<br />

bevelen. „ De Kerk," zeide hij,<br />

„ had in alle tijden de zuiverheid van<br />

„ hare Leer, en de naaugezetheid der<br />

„ tugt, door zodanige algemene Kerk-<br />

„ vergaderingen bewaard. Tegen dc ge-<br />

„ loofs-dwalingen, welke het Land reeds<br />

„ zo lang beroerden, kon geen kragti-<br />

,, ger middel gebruikt worden, dan juist<br />

„ deze befluiten, welken men tarts zo<br />

„ gaarn wilde verworpen hebben. Zo<br />

„ zij al hier en daar tegen de regten<br />

„ des burgers en de ftaatsgefteldheid ftre-<br />

„ den, zo was dit een kwaad, dat door<br />

(*) STRADA IO*.


NEDERLANDEN, 353<br />

„ ene verftandige en verfchonende nitvoe-<br />

„ ring van dezelven ligtlijk te verhel-<br />

„ pen ware. Voor het overige ftrekt<br />

,', het, (zeide hij,) onzen Heer, den Ko-<br />

„ ning van Spanje, zeker tot eer, dat<br />

j, hij alleen van 'alle de Vorften van zij-<br />

„ nen tijd niet genoodzaakt is,- zijn be*<br />

„ terweten aan de noodzakelijkheid te on-<br />

„ derwerpen , en uit vrees aftezien<br />

„ van maatregelen, welken het welzijn<br />

„ der Kerke hem aan de „hand geeft, en<br />

„ het geluk zijner onderdanen tot zijnen<br />

„ pligt maakt." Daar fommige beiluiten<br />

het ene en andere behelsden, 't welk de<br />

regten der kroon zelve benadeelde, namen<br />

enigen daaruit aanleiding, om voorteflaan,<br />

dat men ten minften die hoofd<br />

ftukken bij de bekendmaking zoude weglaten.<br />

Opdat de Koning deze aanftotelijke,<br />

en voor zijne waardigheid nadelige<br />

punten goedfehks zoude opheffen,<br />

wilden zij de Nederlandfche Nationak<br />

vrijheid ten voorwehdfel gebruiken, er l<br />

zig, tot dezen aanval op het Concilie<br />

van den naam der Republiek bedienen<br />

Maar de Koning had de befluiten ii \<br />

zijne overige Staten zonder bepaling aan<br />

genomen en laten gelden, en het wa:<br />

niet te verwagten, dat hij aan de ove<br />

rige Katholijke Mogendheden dit voor<br />

beeld van tegenkanting geven , en zei ï<br />

het gebou ondermijnen zoude , dat hi<br />

zo ijverig had helpen grondvesten (*)<br />

i<br />

f*) WATSON T. I. L. VIL 262. STRAD.<br />

02. BURGUND. 115.<br />

II.<br />

KOEK»<br />

1


II.<br />

BOEK.<br />

25* ÖE AFVAL DER<br />

Den Koning ten opzigte van deze<br />

befluiten voorftellingen te doen , hem<br />

een zagter handelwijze met de Proteftanten<br />

aftepersfen , en de intrekking<br />

der beide andere Kollegiën voortedragen<br />

, was de last j met welken de<br />

Graaf van Egmond door de misnoegden<br />

voorzien was : de tegenkanting van<br />

het Nederlandfche Volk tegen de Plakaten<br />

ter kennisfe van den Vorst te<br />

brengen, hem te overtuigen van de onmogelijkheid<br />

j om deze Plakaten in hunne<br />

volfie kragt uittevoeren 1 hem ten<br />

opzigte van den flegten ftaat des Krijgswezens<br />

en der Geldmiddelen in zijne<br />

Nederlandfche Staten de ogen te openen,<br />

was de last, hem door dc Landvoogdes<br />

opgedragen.<br />

's Graven lastbrief werd doör den<br />

Prefident VIGLIUS vervaardigd. Dezelve<br />

behelsde zware klagten over het verval<br />

in de regtspiegingen, den aanwas der<br />

Ketterij j en de uitputting der fchatkisü<br />

Op de perfoonlijke overkomst des Konings<br />

weid nadrukkelijk aangedrongem<br />

Het overige werd aan de welfprekendheid<br />

van den Afgezant overgelaten, die<br />

Van de Landvoogdes enen wenk kreeg,<br />

om deze fchone gelegenheid, waardoor<br />

hij zig_ van de gunst zijns Heren verzekeren<br />

kon, niet te laten voorbijgaans<br />

De Prins van Oranje vond den last*<br />

brief dei, Graven, en de voorflellingen,<br />

welke door hem aan den Koning zouden<br />

gedaan worden» in veel te alge-


NEDERLANDEN. 355<br />

mene en onbepaalde uitdrukkingen be­ IL<br />

vat. „ De fchilderij," zeide hij, „wel- B OEÏ.<br />

„ ke de Prefident gemaakt heeft van<br />

„ onze bezwaren, is verre beneden ^de<br />

„ waarheid gebleven. Hoe kan. de Ko-<br />

„ ning de gepaste hulpmiddelen aanwenden,<br />

zo wij de bronnen van het<br />

" kwaad voor hem verbergen? Laat ons<br />

ly het getal der Ketters niet minder op-<br />

', geven, dan het werklijk is; laat ons<br />

', openhartig bekennen, dat elke Pro-<br />

,, vincie, elke ftad, elk nog zo klein<br />

vlek, van dezelve krielt; laat ons<br />

niet verbergen, dat zij de ftrafbevelen<br />

veragten , en luttel eerbieds aan<br />

" de Overheid betonen. Waartoe dan<br />

[, nog die agterhoudendheid ? Liever op-<br />

„ rcgtelijk den Koning beleden, dat de<br />

„ Republiek het in dezen ftaat niet<br />

„ lang kan uithouden. De Geheime<br />

„ Raad zal zekerlijk anders oordelen,<br />

" omdat dezen de algemene verwarring<br />

„ aangenaam is. Vanwaar tog anders<br />

„ komt die flegte waarneming van het<br />

„ regt, dat algemene bederf in de<br />

regtbanken, dan van de fchraapzugt<br />

„ van dezen Raad, welke door niets<br />

„ verzadigd kan worden? Vanwaar die<br />

„ pragt, die fchandelijke brooddronken-<br />

„ heid van zodanige fchepfels , wel-<br />

„ ken wij uit het ftof hebben zien<br />

„ oprijzen, zo zij niet door omkoping<br />

„ daartoe geraakt zijn? Horen wij het<br />

„ volk niet dagelijks zeggen , dat de<br />

„ zaal van dezen Raad niet anders dan


H.<br />

BOEK.<br />

i&é DË AFVAL È-ËR<br />

„ met enen gouden fleutel kan geoi<br />

„ pend worden, en bewijzen niet de<br />

„ verdeeldheden onder de leden zeiven i<br />

„ hoe weinig zij zig door liefde voor<br />

„ het Algemeen laten befiuren ? Hoe<br />

„ kunnen menfchen voor het algemene<br />

., best zorgen, die het offer van hun*<br />

„ ne eigene driften zijn ? Verbeelden<br />

„ zij zig misfchien, dat wij, de Stad-<br />

„ houders der Provinciën, op het be-<br />

, vel van enen gemcnen roêdrager<br />

, met onze zoldaten gereed moeten<br />

, liaan ? Dat zij eenmaal palen zetten aan<br />

„ hunne vergunningen cn kwijtfcheldin-<br />

„ gen van misdaden, Waarmede zij zo gul<br />

zijn omtrent dezulken, aan welken wij<br />

„ dezelven weigeren. Niemand kan een<br />

„misdrijf verfchonen, zonder tegen het<br />

, geheel te zondigen, en het algcffic-<br />

, ne kwaad door een nieu kwaad te<br />

,, vermeerderen. Het heeft mij, daar<br />

komc ik voor uit, nooit behaagd,<br />

„ dat de geheimen van den Staat, en<br />

dc zaken van regering onder zo ve-<br />

,, le Kollegiën verdeeld waren. De<br />

„ Raad van State is voor allen ge-<br />

„ noeg; vele Patriotten hebben dit reeds<br />

, voorlang in ftilte begrepen , en ilc<br />

, yerklare het tans openlijk. Ik ver*<br />

, klare , dat ik voor al het kwaad,<br />

, waarover geklaagd Wordt, geen ander<br />

„ hulpmiddel wete, dan die 'beide Kol-<br />

,, legié'h in den Raad van State te<br />

„ doen verfmelten. Dit is het, wat<br />

J m<br />

en van den Koning moet zoeken<br />

n ^


NEDERLANDEN.<br />

4S7<br />

„ te verkrijgen , en zonder dat is dit<br />

>j nieuwe Gezantfchap van gene bedoe-<br />

„ ling of nut." En hierop deelde de<br />

Prins den vergaderden Raad het plan<br />

mede , waarvan te voren gefproken is.<br />

De zitting eindigde eerst laat in den<br />

nagt, om den volgenden dag hervat té<br />

worden. VIGLIUS, tegen wien dit<br />

nieuwe voorftel in de eerfte plaats en<br />

voornaamlijk gerigt was , en wien d#<br />

ogen tans plotfclijk opengingen , bezweek<br />

onder de hevigheid van zijnen<br />

fpijt. Deze gemoedsaandoening was voor<br />

zijn zwak lichaam te ftcrk, cn men<br />

vond hem den volgenden morgen door<br />

ene beroerte aangetast , en in gevaar<br />

van zijn leven (*).<br />

In zijne plaats trad JOACHIM HOP­<br />

PERUS, uit den geheimen Raad té<br />

Brusfel, een man van oudcrwetfche zeden<br />

en onbefprokene eerlijkheid, de vertroudfte<br />

en waardigftc vriend van den<br />

Prefident (f). Hij voegde, ten gevalt<br />

le der vrienden van Oranje, nog t een<br />

en ander bij den last van den Afgezant,<br />

betreffende de affchöffing der Inquifitie,<br />

en de vereniging der drie Kollegiën;<br />

doende dit niet zo zeer met goedkeu-<br />

(*) Vïta VIGL. §. 88. op. BURG. 97 —Ï02.<br />

Cf) Vita VIGL. §. 89. De zelfde, uic<br />

wiens Ged|nkfchriften ik vele ophelderingen<br />

over dit tijdperk gefchept hebbe. Zijn na-*<br />

derhsnd gevolgd vertrek naar Spanje heeft<br />

die briefwisfeling tusfehen hem en den Prefident<br />

doen ontftaan, welke een der gewig-'<br />

ïigfte ftukken is voor deze gefchiedeni*.<br />

I. DEEL, R<br />

it<br />

BOEK*


II.<br />

BOEK.<br />

DE AFVAL DER<br />

ring der Landvoogdesfe , als wel zonder<br />

dat zij het belettede. Toen vervolgens<br />

de Graaf van EGMOND affcheid<br />

nam van den Prefident, die inmiddels<br />

van zijn toeval weder herfteld was, verzogt<br />

deze , dat hij hem zijn ontflag<br />

van dien post uit Spanje mogt medebrengen.<br />

Zijn tijd, zeide hij, was voorbij<br />

,* hij wilde zig, naar het voorbeeld<br />

van zijnen voorganger en vriend GRAN­<br />

VELLE, tot de ftilte van het amteloze<br />

leven terug begeven , om de veranderlijkheid<br />

van het Geluk voortekomen.<br />

Hij had een voorgevoel van aanftaande<br />

ftormbuiën, waarin hij zig niet:<br />

gaarn begeven wilde (*).<br />

De Graaf van EGMOND aanvaardde in<br />

Loumaand des jaars 1565 zijne reis<br />

naar Spanje , en werd daar met zo<br />

veel gunst en agting ontvangen, als<br />

nog niemand van zijnen [ftand ondervonden<br />

had. Alle de Kastiliaanfche Groten<br />

, door het voorbeeld van hunnen<br />

Koning ingenomen, of veelmeer aan deszelfs<br />

Staatkunde getrou, fchenen hunnen<br />

verouderden haat tegen den Vlaamfchen<br />

Adel afgelegd te hebben , en beijverden<br />

zig om ftrijd, om hem door betuigingen<br />

van genegenheid intenemen.<br />

Zijne bijzondere verzoeken werden hem<br />

alle van den Koning ingewilligd , ja<br />

zijne verwagtingen werden in dit opzigt<br />

geheel overtroffen, en gedurende al den<br />

(*) BURG. 103.


NEDERLANDEN. 259<br />

tijd van zijn verblijf in Spanje, had II.<br />

hij overvloedige redenen, om 's Ko­ 3 O EK.<br />

nings gastvrijheid te roemen. Deze gaf<br />

hem de nadrukkelijkfle verzekeringen van<br />

zijne liefde voor het Volk van Nederland,<br />

en boezemde hem hoop in, dat<br />

hij niet ongezind ware, om aan het<br />

algemene verlangen te voldoen, en ,de<br />

ftrengheid in de Geloofsverordeningen<br />

enigszins te matigen. Tevens Helde hij<br />

te Madrid ene Kommisfie van Godgeleerden<br />

aan , welken de vraag werd<br />

voorgefteld , of het noodzakelijk warej<br />

aan de Provinciën de begeerde Godsdienst-vrijheid<br />

intewilligen ? Daar de meerderheid<br />

van gevoelen was, dat de bijzondere<br />

gefteldheid der Nederlanden, en<br />

de vrees voor enen opfland hier wel<br />

enige toegeeflijkheid kon gedogen, werd<br />

de vraag andermaal en bepaalder voorgefteld<br />

: „ Zijne Majefteit verlangde<br />

„ niet te weten, of hij kon, maar of<br />

„ hij moest toegeven?" Toen het laatfte<br />

ontkennenderwijze beantwoord wierd,<br />

ftond hij op van zijnen ftoel, en knielde<br />

voor een Krucifix neder. „ Zo bid<br />

„ ik U dan, Allerhoogfte Majefteit ,'*<br />

riep hij uit, „ dat Gij mij nimmer tot<br />

„ die laagte laat vervallen, om een'<br />

„ Heer te zijn over dezulken , die U<br />

„ verwerpen." En naar dit patroon werden<br />

ten naastenbij de maatregelen genomen,<br />

welken hij voornemens was in<br />

de Nederlanden te houden. Over het<br />

punt van Godsdienst was het befluit<br />

R 2


«66 DE AFVAL DER<br />

m van den Vorst nu eenmaal voor altoos,<br />

genomen; de dringendfte nood kon hem<br />

BOEK. mislchien bewegen om in de uitvoering<br />

der ftrafbevelen iets minder ftreng tc<br />

zijn, maar nimmer, om dezelve regtlijk<br />

. intetrekken-, of zelfs ter beperken.<br />

EG.MOND Helde hem voor, hoe<br />

Zeer zelfs- deze- openbare ftrafoefeningen<br />

der Ketters dagelijks derzelver aanhang<br />

yërfterkten , daar de voorbeelden vart<br />

hunnen moed, en hunne, vrolijkheid in<br />

den doody de aanfehouwers met de diepfte<br />

verwondering doordrongen , en hun<br />

hoge gevoelens inboezemden van ene<br />

leer, welke derzelver belijders tot helden<br />

kon maken. Deze aanmerking werd<br />

van den Koning wel niet in den wind<br />

geflagen, maar zij was van ene geheel<br />

andere uitwerking, dan men daarmede<br />

bedoeld had. Om deze verleidende toonden<br />

te vermijden, en evenwel niets<br />

daardoor in de ftrengheid der plakaten<br />

toe te geven, bedagt hij deze uitvlugt:<br />

hij befloot, dat de ftrafoefeningen voordaan<br />

in 't geheim zouden gefchieden.<br />

Het antwoord van den Koning op den<br />

inhoud van zijn gezantfehap, werd den<br />

Grave fchriftlijk aan de Landvoogdesfe<br />

medegegeven. Eer dat hij hem liet vertrekken,<br />

kon hij niet voorbij, hem wegens<br />

zijn gedrag ten opzigte van GRANVEL­<br />

LE rekenfehap aftevorderen, waarbij hij in<br />

't bijzonder ook van de fpot-liverei gewag<br />

maakte. EGMOND betuigde , dat<br />

dit alles niets anders dan een klugt


NEDERLANDEN. *6t<br />

was geweest, en men niets daarmede<br />

bedoeld had, wat den eerbied voor den BOEJfc<br />

Vorst kon benadelen. Wist hij, dat het<br />

in énen van hun opgekomen ware, iets<br />

zo kwaadaartigs daarbij te denken, den<br />

zodanigen zou hij zelfs voor den degen<br />

eifchen (*). .<br />

Bij zijn vertrek vereerde de Koning<br />

hem met een gefchenk van vijftig-duizend<br />

guldens, en voegde 'er de verzekering<br />

bij, dat hij de zorg van,zijne<br />

dogter op zig zoude nemen. Hij vergunde<br />

hem tevens den jongen FARNESE<br />

van Panna met zig naar Brusfel te nemen,<br />

om der Landvoogdesfe,deszelfs moeder<br />

, daardoor cene oplettendheid te _ betonen<br />

(f). De geveinsde zagtmpedigheid des<br />

Konings, cn zijne betuigingen van genegenheid<br />

voor de Nederlanders , welke hij<br />

niet gevoelde , verlinkten de eerlijkheid<br />

van den Vlamingen Vol vreugde ovei<br />

het geluk , dat hij aan zijn 'Vaderlanc<br />

dagt medetebrengen , dog waarvan hei<br />

nooit verder af gev/eest was , verliet hij<br />

Madrid, boven alle verwagting te vreden :<br />

om alle Nederlandfche Provinciën mei<br />

den roem van hunnen goeden Koning te<br />

vervullen.<br />

Dadelijk met de opening van s Ko<br />

nings antwoord in de vergadering te Bras<br />

fel, begon die aangename hoop merkelijl<br />

(*) GROT. VI. HOPPER 43. 44. 45p<br />

A 104. 105. 106.<br />

(j-) STRADA 107.<br />

R 3<br />

S T R<br />

-


H.<br />

BOEK.<br />

ifc DE AFVAL DER<br />

te dalen. „ Schoon zijn befluit ten op-<br />

„ zigte der Geloofs-Plakaten ," dus luidde<br />

het antwoord, „ vast en onveranderlijk<br />

„ ware, en hij liever duizend levens<br />

„ verliezen wilde , dan een' enkelen<br />

„ letter daarin veranderen, had hij eg-<br />

,, ter, door de vertogen des Graven<br />

van E G M O N D bewogen, aan den an-<br />

„ deren kant, geen van die zagte mid-<br />

„ delen onbeproefd willen laten, waar-<br />

„ door het Volk voor de befmetting<br />

„ der ketterije kon bewaard worden,<br />

en die onveranderlijke ftraffen ontgaan.<br />

„ Daar hij nu uit het berigt van den i<br />

„ Graaf verftaan had, dat de voornaara-<br />

„ fte oorzaak der tegenwoordige dwa-<br />

„ lingen in het zedenbederf der Ne-<br />

„ derlandfche Geestelijkheid, in het fleg-<br />

„ te onderwijs des Volks, en in de<br />

„ verwaarloosde opvoeding der jeugd te<br />

„ zoeken was, zo beval hij hun bij<br />

„ dezen, ene bijzondere Kommisfie van<br />

„ drie Bisfchoppen en enige der be-<br />

„ kwaamfle Godgeleerden te benoemen,<br />

„ die zig bezig moest houden met de<br />

,j nodige hervorming in overweging te<br />

,, nemen, ten einde het Volk niet ver-<br />

, der door ergerlijke voorbeelden , of<br />

,, uit onkunde, tot dwalingen verviele.<br />

, Daar hij verder vernomen had , dat<br />

, de openbare doodftraffen der Ketters<br />

, aan dezen flegts gelegenheid gaven,<br />

, om met enen dolzinnigen moed te<br />

, pronken, en den gemenen hoop door<br />

, enen fchijn van Martelaars - roem te


NEDERLANDEN. fl^S<br />

verblinden, moest deze Kommisfie ook<br />

" middelen voorflaan, hoe men deze £<br />

" ftrafoefeningen meer geheim maken, .<br />

! en aan de veroordeelde Ketters de<br />

" eer van hunne ftandvastigheid benemen<br />

kon." Dan, om zeker te zijn, dat<br />

deze Kommisfie haren last niet te buiten<br />

ging, begeerde hij uitdrukkelijk, dat<br />

de Bisfchop van Iperen, een vertroud<br />

man, en de ftrengfte ij veraar voor het Katholijke<br />

Geloof, lid van dezelve zijn<br />

zoude. Dc raadplegingen moesten, zo<br />

mogelijk, in ftilte, en onder den fchijn<br />

als ' of zij de invoering der Trentfche<br />

befluiten ten oogmerke hadden, gehouden<br />

worden ; waarfchijnlijk, om het<br />

Roomfche Hof door deze bijzondere Synode<br />

niet ongerust te maken, en den<br />

geest des opftands in de Provinciën<br />

daardoor niet aantewakkeren. Bij de zitting<br />

zelve moest de Hertogin, nevens<br />

enige vertroude leden uit den Raad van<br />

State , tegenwoordig zijn ; ook moest<br />

een fchriftelijk verflag van 't gene daarin<br />

befloten was, aan hem worden overgezonden.<br />

Voor hunne dringendfte behoeften<br />

zond hij, voor ééns, enig geld.<br />

Hij gaf hun hoop van zijne perfoonhjke<br />

overkomst; dog eerst moest de oorlog<br />

met de Turken geëindigd zijn, welken<br />

men juist toen voor Malta verwagtte.<br />

De voorgeflagen vermeerdering van<br />

den Raad van State , en de vereniging<br />

van den Geheimen Raad en den<br />

Raad der Geldmiddelen met dezen, werd<br />

R 4<br />

II.<br />

O EK.


«6*4 DE AFVAL DER<br />

geheel en al met ftilzwijgen voorbijge^<br />

m gaan, behalven dat de Hertog van AAR,<br />

BOEK<br />

.SCHOT, dien wij als enen ijverig<br />

Koningsgezinden kennen, zitting en ftem<br />

in den laatstgenoemden verkreeg. Vi-<br />

GLITJS werd van zijnen post als Prefident<br />

in den Geheimen Raad wel ontflagcn,<br />

maar moest desniettemin nog gehele<br />

vier jaren in bediening blijven ,<br />

dewijl zijn opvolger, KA REL TISNACQ,<br />

lid van den Raad der Nederlandfche zaken<br />

te Madrid, aldaar zo lang werd terug<br />

gehouden (*).<br />

EGMOND was naaulijks wedergekomen,<br />

of ftrenger Plakaten tegen dc Ketters,<br />

welke hem uit Spanje op de hielen<br />

volgden, wederfpraken de voorbarige tijdingen<br />

, welken hij van de gelukkige<br />

gemoedsverandering des Konings had mer<br />

degebragt. Met deze kwam te gelijk<br />

een affchrift van de Trentfehe befluiten,<br />

zo als zij in Spanje waren aangenomen,<br />

en tans ook in de Nederlanden<br />

zouden moeten gelden; als mede<br />

de ondergetekende doodvonnisfen van enige<br />

Wederdopers , en andere Ketters.<br />

„ De Graaf," hoorde men tans WIL­<br />

LEM DEN ZWIJGER zeggen, „ is door<br />

„ fpaanfche kunftenarijen verkloekt ge-<br />

„ worden. Eigenliefde en verwaandheid<br />

„ hebben zijne fcherpzinnigheid verblind,<br />

,, eigen voordeel heeft hem het alge-<br />

(*) HOPPER 44. 46. 60. STRADA 107.<br />

[51. Vita VIGL. 45. Not. ad Vit. VIGL.<br />

[87. BüRGUND. I05 fq. up,


NEDERLANDEN. 265<br />

„ menebest doen vergeten." De valsch- n.<br />

heid van het Spaanfche Hof lag nu 3 O E K,<br />

openlijk aan den dag; deze oneerliji-e<br />

handelwijze maakte de besten in 't Land<br />

gaande. Niemand echter leed hierbij<br />

gevoeliger, dan de Graaf van EGMOND,<br />

die zig tans als de fpeelpop der<br />

Spaanfche arglistigheid befchoude , cn,<br />

zonder dat bij het wist, een verrader<br />

van' zijn vaderland was geworden.<br />

„ Deze fchijn - goedheid," hoorde men<br />

hem overluid en bitterlijk klagen, „ was<br />

„ dan niet anders, dan een kunst-<br />

„ greep , om mij aan de befpotting<br />

„ van mijne medeburgeren bloottelieilcn,<br />

„ en mij van mijnen goeden naam te be-<br />

„ rooven. Is de Koning van zins,<br />

„ om de belofte, in Spanje aan mij<br />

„ gedaan, op deze wijze te houden,<br />

„ dan moge Vlaanderen overnemen wie<br />

„ wil; ik zal, door mij aan alle waar-<br />

„ neming van zaken te onttrekken ,<br />

„ openlijk tonen, dat ik aan dit woord-<br />

„ breken geen deel hebbe." Het Spaanfche<br />

Hof kon inderdaad bijna geen<br />

gefchikter middel hebben uitgekozen ,<br />

om het vertrouwen van zulk een' man te<br />

breken , dan dat het hem voor zijne<br />

medeburgers , waarvan hij de Afgod<br />

was, openlijk als icmandv, met wien<br />

men den draak gefloken had,<br />

ftelde (*><br />

ten toon<br />

Intusfchen had de Kerkelijke Kommisfie<br />

het volgende befluit uitgebragt,<br />

(*~) STRADA 113.<br />

R 5


ïi.<br />

BOEK<br />

i66 DE AFVAL DER<br />

't welk den Koning dadelijk werd overgezonden.<br />

„ Voor het Godsdienftige<br />

„ onderwijs des Volks, de verbetering<br />

„ in de zeden der Geestelijkheid, en<br />

„ de opvoeding der Jeugd, was reeds<br />

„ in de Trentfche Befluiten zo veel<br />

„ zorge gedragen, dat het 'er nu<br />

„ maar op aan kwam, deze beflui-<br />

„ ten ten fpoedigflen ter uitvoer te<br />

„ brengen. De Keizerlijke Plakaten te-<br />

„ gen de Ketters konden volflrekt ge-<br />

„ ne verandering lijden; dog men zou<br />

„ de Geregtshoven onder de hand kun-<br />

,, nen beduiden, dat zij alleen de<br />

„ hardnekkige Ketters en derzelver Leer-<br />

„ aars met den dood moesten ftraf-<br />

„ fen, tusfehen de fekten zelve enig<br />

„ onderfcheid maken, en jaren, rang,<br />

„ geflagt en geaartheid der aangeklaag-<br />

,, den daarbij in aanmerking nemen.<br />

„ Zo het daaraan haperde , dat de<br />

„ openbare ftrafoefeningen de geestdrij-<br />

„ vcrij nog meer ontftaken , zoude<br />

„ misichien de onheldhaftige, minder<br />

„ in 't oog lopende , en nogtans<br />

„ niet minder ftrenge ftraf der Galei-<br />

„ en, best gefchikt zijn, om deze<br />

„ hoge gedagten van Martelaarfchap te<br />

„ doen dalen. Vergrijpen van bloten<br />

„ moedwil, van nieuwsgierigheid en onbe-<br />

„ dagtfaamheid , kon men met geld-<br />

„ boeten , verbanning , of ook aan<br />

„ den lijve ftraffen (*).<br />

(*) Hoi'PER. 49. 50. BURGUND. 110.<br />

ui.


NEDERLANDEN.<br />

*6?<br />

Inmiddels, dat onder deze raadple­ II.<br />

gingen , welke eerst naar Madrid ver- j O EK.<br />

zonden, en van daar terug verwagt ,<br />

moesten worden, de tijd nutloos veritreek,<br />

rustten de Procesfen tegen<br />

de Ketters, of werden altans zeer<br />

flaperig voortgezet. Sedert het vertrek<br />

van GRANVELLE, had de regeringloosheid,<br />

welke in de Hoge Vergaderingen<br />

heerschte , en zig vandaar<br />

door de Geregten der Provinciën verfprcid<br />

had, gepaard met de zagter<br />

Godsdienstbegrippen des Adels, den moed<br />

der fekten aangewakkerd, en aan de<br />

bekeringsijver van derzelver Apostelen<br />

ruim veid gegeeven. De Inquiimeregters<br />

waren door de ilegte onderfleuning<br />

van den wereldlijken arm, die<br />

op de meeste plaatfen derzelver ongelukkige<br />

flagtoffers openlijk in beicherming<br />

nam , in veragting geraakt.<br />

Het Katholijke gedeelte der Natie had<br />

zig van de Befluiten der Trentfche<br />

Kerkvergadering , gelijk ook van E G-<br />

MOND'S gezantfehap naar Spanje, grote<br />

verwagtingen gemaakt , die door<br />

de heuchlijke tijdingen, welken de Graaf<br />

medegebragt, en in de eenvoudigheid<br />

zijnes harten niet nagelaten had te<br />

verbreiden, fchenen gebillijkt te worden.<br />

Hoe meer de Natie van de<br />

flrengheid der Geloofs - vervolgingen was<br />

afgewend , deste fmertclijker moest<br />

ene plotfelijke en ftraffer vernieuwing<br />

van dezelve gevoeld worden. Onder


%6H DE AFVAL DER<br />

II. deze omftandigheden werd 's Konings<br />

KOEK. fchrijven uit Spanje aangebragt, waarin<br />

het oordeel der Bisfchoppen , en<br />

de laatfte vraag der Landvoogdesfe beantwoord<br />

wierd.<br />

„ Hoedanige uitlegging ook de Graaf<br />

„ van EGMOND," dus luidde het, „ aan<br />

„ de mondelijke voortellingen des Ko-<br />

„ nings gegeeven hadde, was het dezen<br />

,, evenwel nooit, zelfs niet van ver-<br />

„ re , in den zin gekomen, iets het<br />

,, allerminfie te veranderen , in de<br />

„ flxaf bevelen, welken de Keizer, zijn<br />

„ Vader, reeds voor vijf- en dertig<br />

jaren , in de Provinciën had laten<br />

„ uitgaan. Deze Plakaten, begeerde hij<br />

„• dus , dat voordaan op het Krengde<br />

,, zouden gehandhaafd worden ; dat de<br />

„ Inquifitie de kragtdadigfie onderfieuning<br />

.,, van den wereldlijken arm zoude ont-<br />

„ vangen , en de Befluiten der Trent-<br />

„ fche Kerkvergadering onherroepelijk<br />

„ en onbepaald in alle Provinciën van<br />

,, zijne Nederlanden gelden zouden. Het<br />

,, befluit der Bisfchoppen en Godge-<br />

,, leerden keurde hij volkomen goed,<br />

,, uitgezonderd de verzagting, welke<br />

„ daarin met opzigt op jaren, ge-<br />

„ flagt en geaartheid der perfonen was<br />

„ voorgeflagen, dewijl hij het daar-<br />

„ voor hield , dat het zijnen Plaka-<br />

„ ten ganfchelijk niet aan gematigdheid<br />

„ ontbrak. De vorderingen, welke de<br />

„ Ketterij tot dusverre in het Land<br />

., gemaakt had, waren alleen aan den


NEDERLANDEN. »6p<br />

flègteH ijver, en de trouloosheid der<br />

Z Regters toetefchrijven. Elk wie onder<br />

]l dezen derhalven voordaan gebrek aan<br />

„ ijver mogt betonen , moest van zijn<br />

amt ontzet, en een beter in des-<br />

„ zelfs plaats gefield worden. De In-<br />

„ quifitie moest, zonder enige men-<br />

„ fchelijkheid in aanmerking te ne-<br />

„ men , ftandvastig, onbefchroomd, en<br />

„ vrij van bartstogten, haren weg be-<br />

„ wandelen , en noch vóór zich, noch<br />

„ agter zich omzien. Hij keurde al-<br />

„ les goed , zij mogt zo ver gaan<br />

, als zij wilde, zo ze maar de er-<br />

'„ gemis weerde (*). Op hem alleen<br />

„ moest zij zig maar beroepen, hij<br />

„ zelf zou het misnoegen des volks<br />

„ onbefchroomd het hoofd bieden (f).'<br />

Deze Koninglijke brief, waaraan dc<br />

vrienden van Oranje alle namaals gevolgde<br />

ellenden der Nederlanden hebben toege<br />

fchreven, veroorzaakte de hevigfte be<br />

weging onder de leden van den Raac<br />

van State, en de uitdrukkingen, wel<br />

ke hun bij toeval of met opzet ii<br />

gezelfchappen daarover ontvielen, ver<br />

fpreidden den fchrik onder het volk<br />

De vrees voor de Spaanfche Inquifitii<br />

kwam vernieud terug, en met dez<<br />

(*) Inquiptores prater me intueri neminem<br />

volo. Lacesfant fcelus fecuri. Satis est mihi,<br />

ft fcandalum declinaverint. BURGUND. IIS.<br />

(-f) VAN METEREN 75. 76. HOPPER 55l.<br />

STRADA 114. Vita VIGL. 45-<br />

II.<br />

BOEK»


II.<br />

BOEK<br />

S70 DE AFVAL DER<br />

zag men reeds de gehele ftaatsgefteldheid<br />

omvergeworpen. Men hoorde en zag<br />

reeds Kerkers bouwen , ketens en halsbanden<br />

fmcden en houtftapels oprigten.<br />

Alle gezelfchappen waren nu vol van<br />

zulke gefprekkeri, en de vrees hield<br />

dezelve niet meer in den teugel. Aan<br />

de huizen der Edelen werden gefchriften<br />

aangeplakt, waarin men hen,<br />

gelijk Rome voormaals haren BRUTUS,<br />

opriep, om de fiervende vrijheid te<br />

redden. Bitfche fchimpfchriften kwamen<br />

tegen de nieuwe Bisfchoppen , welken<br />

men Beulen noemde, te voorfchijn; de<br />

Geestelijkheid werd in toneelfpelen befpot,<br />

en in het fchelden verfchoonde<br />

men den Troon zo min als den<br />

Roomfchen Stoel (*).<br />

Verfchrikt door deze gerugten, liet<br />

de Landvoogdesfe alle de Raden en<br />

Ridders bijeenroepen, om aan hun oordeel<br />

over te geven , wat haar in<br />

dezen neteligen ftaat te doen ftond.<br />

De gevoelens waren verdeeld , en de<br />

ftrijd hevig. Onzeker tusfehen vrees<br />

en pligt, aarfelde men om een befluit<br />

te nemen, tot dat de grijze VIG-<br />

LIUS ten laatften opftond, en met<br />

zijn oordeel de gehele Vergadering<br />

verraste „ Tans," zeidc hij, „ kon<br />

„ men in 't geheel 'er niet aan den-<br />

„ ken , om de Koninglijke verorde-<br />

„ ning bekend te maken, voor dat<br />

(*) GROT. BURG. I*S. HOPPER 61.


NEDERLANDEN. S7I<br />

, men den Vorst tot het onthaal had<br />

]] voorbereid, welk die verordening naar<br />

alle waarfchijnlijkheid ontmoeten zoude:<br />

veeleer moest men de Inqui-<br />

„ tie - regters vermanen , hunne magt<br />

H niet te misbruiken , en zonder hard-<br />

" heid te werk te gaan." Maar nog groter<br />

was de verbaasdheid, toen de Prins<br />

van ORANJE opkwam, en dit gevoelen<br />

befireed. „ De wil des Ko-<br />

„ nings," zeide hij, „ was te dui-<br />

„ delijk en te bepaald voorgefteld .<br />

, was door te vele raadpleegingen be<br />

vestigd, dan dat men nu nog ver<br />

„ der kon wagen met de uitvoering<br />

'„ daarvan te dralen, zonder den fchuh !<br />

" der ftrafwaardigfte halftarrigheid oj<br />

l] zig te laden." „ Dezen neme il<br />

op mij," viel VIGLIUS hem in »<br />

ik ftelle mij aan zijne ongenad<br />

„ bloot. Zo wij hem daarmede de rus t<br />

„ in zijne Nederlanden bezorgen, zc 1<br />

„ deze tegenkanting ons ten laatfte |<br />

„ nog dank bij hem verwerven." Reec s<br />

begon de Landvoogdes tot dit gevos<br />

len te neigen, wanneer de Prins m< :t<br />

heftigheid 'er tusfehen viel. „ Wat.<br />

zeide hij, „ hebben de menigvuldig ;e<br />

„ voorftellingen , die wij aan hem gi<br />

„ daan , alle die brieven, welken w Ü<br />

„ aan hem gefchreven, wat heeft h :t<br />

„ gezantfehap uitgevoerd, dat wij nc g<br />

„ kort geleden aan hem gezonden hel >-<br />

„ ben ? Immers niets ! en waarop wa; r.<br />

5<br />

„ ten wij dan nog ? Zullen wij ï<br />

II.<br />

BOEK.<br />

>


Hd<br />

BOEK<br />

S7S DE AFVAL DER<br />

„ zijne Staatsraden , alleen zijn ofiee-<br />

„ noegen op ons laden, om htm<br />

„ met ons eigen gevaar enen dienst<br />

„ te bewijzen , waarvoor hij ons ninv<br />

nier dank zal wijten?" Belluiteloos<br />

en onzeker zweeg de gehele Verga*<br />

denng; niemand had moeds genoeg<br />

om dit geTOeIen bijtevallen , noch<br />

ook , om hetzelve te wederleggen ;<br />

maar de Prins had de natuurlijke vrees'<br />

agt.gheid der Landvoogdesfe te baat eenomen<br />

welke haar elke keus belettede.<br />

De gevolgen van hare ongelukkige<br />

gehoorzaamheid moeten in het ooo-<br />

>open ; maar waarmede , bijaldien zij<br />

?o gelukkig is, om deze gevolgen<br />

loor ene verftandige ongehoorzaamheid,<br />

I e verhoeden, waarmede zal bewezen<br />

j funnen worden, dat zij dezelven wer-<br />

J :ehjk had te dugten gehad? Zij kiest<br />

C us van twee partijen de flegtfte- 'er<br />

r logt van komen, wat wilde, 'sKo r ings verordening werd gegeeven om<br />

a fgekondigd te worden. Voor ditmaal<br />

z 2gepraalde dus de tegenpartij, en de<br />

e nge hartelijke vriend van de RCo-e ri ng, die, om zijnen Vorst dienst<br />

: d o e n<br />

t« »<br />

tc<br />

fl<br />

ei<br />

v;<br />

m<br />

°ecls genoeg had om hem<br />

mishagen, werd uit het veld ge*<br />

'gen (*). Deze zitting maakte een<br />

nde van de rust der Landvoogdesfe;<br />

n dezen dag af rekenen de Ne--<br />

der-<br />

C) BURG. I 2 3. I 2 4. V A N JU E T E R E M<br />

• Vita VIGL 45.


NEDERLANDEN. Ü73<br />

dërlanden alle ftórmen, die, zonder<br />

verpozen, federt in hun binnenfte gewoed<br />

hebben. Bij het fcheiden van<br />

den Raad, zeide de Prins van ORAN­<br />

JE tot enen , die naast bij hem<br />

ftond: „ Nu zal men haast een on-<br />

,, gemeen Treurfpel zien beginnen" (*).<br />

(*) De Schrijvers van de Spaanfche partij<br />

hebben niet nagelaten 's Prinfen gedrag, in deze<br />

vergadering gehouden, als een bewijs tegen hem<br />

intebrengen, en met dit bewijs van oneerlijkheid<br />

over zyn karakter te zegepralen. „ Hy"><br />

zeggen zij, ,, die dus verre, in het ganfche be-<br />

„loop van zaken, de maatregelen van het Hof<br />

„met woorden en daden beftreden had, zo lang<br />

,,'er nog enige grond van vrees was, dal zij<br />

„ doorgaan mogten, voegt Zig tans voor de eerfte<br />

„ maal aan deze zijde, daar ene flipte uitvoering<br />

„van deszelfs bevelen waarfchijnlijk aan het zelve<br />

„tot nadeel zou ftrekken. Om den Koning te<br />

„ overtuigen , hoe kwalijk hij gedaan had met<br />

„ zijne vermaningen in den wind te Haan ; om zig<br />

„ te kunnen beroemen: „ dat heb ik wel<br />

„ „ voorfpeld" zet hij het welzijn van zijne<br />

„Natie in de waagfchaal, daar hij tog tot dus<br />

„verre had voorgegeven alleen hiervoor te ftrij-<br />

„den. De gehele zamenhang van zijn voorgaan-<br />

„de gedrag bewees-, dat hij het doorzetten dei<br />

„Plakaten voor een kwaad had gehouden; en nu<br />

„evenwel wordt hij op eennif.al ziiner overtui'<br />

„ ging ontrou , en volgt een tegengefteld plan,<br />

„offchoon aan den kant der Natie de gronden<br />

„ nog de zelfde waren, welke hem het eerfte<br />

„hadden voorgefchreven; en dit doet hij blote^<br />

„lijk daarom, dewijl de gevolgen tais vooi<br />

„rekening van den Koning uitlopen. Het blijkt dit:<br />

„ duidelijk", vervolgen zijne paf'ijen, ,, dat he<br />

„ welzijn van zijn volk minder op hem ver<br />

„ mogt, dan zijn kwaad hart tegen den Koning<br />

L DEEL. S<br />

II.<br />

BOEK.<br />

j


II<br />

B-O E K.<br />

274 DE AFVAL DER<br />

'Er ging dan een Bevelfchrift uit,<br />

aan alle Stadhouders der Provinciën,<br />

„ Om zijnen haat tegen dezen te verzadigen,<br />

„maakt hij gene zwarigheid om 's volks wel-<br />

„zijn mede opteofferen".<br />

Maar is het dan inderdaad zo gelegen, dat<br />

hij met de bevordering van deze Plakaten de<br />

Natie opoffert? of, om bepaalder te fpreken,<br />

bewerkt hij, dat de Plakaten uitgevoerd worden ,<br />

wanneer hij op de afkondiging van dezelve aandringt?<br />

Laat het zig niet, integendeel, met veel<br />

meer waarfchijniijkheid bewijzen , dat hij het<br />

eerstgenoemde door het laatfte alleen kan beletten<br />

? De Natie is aan 't gisten, en de ontftoken<br />

partijen zullen, naar alle vermoeden,<br />

{was immers v i G L I U S zelf hiervoor niet bèdugt?)<br />

enen tegenftand doen blijken, welke<br />

den Koning noodzaken zal toetegeven. Tans,<br />

zeide ORANJE, heeft mijn volk de nodige<br />

veêrkragt, om met goed gevolg tegen de dwingelandij<br />

te ftrijden. Verzuim ik dit tijdftip, zo<br />

zal deze laatfte middel vinden, om onder de<br />

hand, en door flinkfche ftreken, dat gene uittewerken,<br />

wat haar door openbaar geweld mislukt<br />

is. Zij zal dat zelfde doel, alleen maar.<br />

met meer omzigtigheid en toegeeflijkheid, najagen<br />

; maar het uiterfte alleen is het, wat mijn<br />

yolk tot één doel verenigen, tot enen ftouten<br />

flap brengen kan. Het is dus klaar, dat de<br />

Prins alleen van taal, ten opzigte van den Koning<br />

, veranderd was, ma-r , met opzigt op het<br />

volk, volkomen overëenkomftig met zijn vorige<br />

gedrag handelde. En welke pligten kan hij<br />

jegens den Koning hebben , onderfcheiden van<br />

die, welke hem aan de Republiek verbinden ?<br />

Zal hij ene onregtvaardigheid (dezen zagten<br />

naam willen wij eens aan de handelwijze van<br />

FILIPS, met de Nederlanden, geven) juist in<br />

dat ogenblik verhinderen, wanneer deze onregtvaardigheid<br />

haren bewerker zal ltraiïeo ? Handelt


NEDERLANDEN. *7S<br />

waarbij zij gelast werden de Plaka­ II.<br />

ten des Keizers, gelijk ook die , BOEK.<br />

welke onder de tegenwoordige Regering<br />

tegen de Ketters waren uitgegaan,<br />

de befluiten der Trentfche Kerkvergadering,<br />

alsmede die der jongst gehouden<br />

Bisfchoppelijke vergadering, op<br />

het zorgvuldigfle te doen nakomen,<br />

aan de Inquifitie de behulpfame hand<br />

te bieden, en de hun ondergefchikte<br />

regeringen, insgelijks, op het nadrukkelijkfle<br />

daartoe te doen medewerken: ten<br />

hij wèl met zijn Vaderland, wanneer hij deszelfs<br />

onderdrukker belet, enen ftap van overijling<br />

te doen, waardoor hei alleen zijn onvermijdelijk<br />

noodlot kan ontvlieden?<br />

Of het deze redenen' alleen, en niet teven;<br />

ook wraakzugt en boosaartigheid geweest zijn,<br />

welke den Prins tot dezen flap beweeg<br />

den, ftaat ieder vrij te beoordeelen. Genoeg<br />

dat 's Prinfen gedrag, op ene voldoende wijze<br />

uit enen beteren beweeggrond kan verklaard wor<br />

den, zonder dat men nodig heeft, den ilegtftet l<br />

ter hulpe te nemen, en dat altans zijn karak<br />

ter gene aanleiding geeft , om dit gedrag he<br />

ver uit flegte dan uit goede oorzaken afteleiden<br />

[Deze verdediging is misfehien geheel onnodig<br />

immers merkt WAGEN AAR aan, dat met di t<br />

verhaal niet wèl overeen te brengen is, 't gen<br />

de Prins zelf zegt, in enen brief, aan de Lam<br />

voogdesfe, in Loumaand des volgenden jaars, gc<br />

fchreven, alwaar hij, zwarigheid makende, 01 1<br />

's Konings last, omtrent de Inquifitie en Plaki<br />

ten, in de plaatfen van zijn Stadhouderfchap ( e<br />

doen<br />

hem,<br />

agtervolgen, te gelijk verklaart, dat mc<br />

in een zaak van zo veel gewigt en g< R<br />

volg , genen raad gevraagd had. VI. D.<br />

1.<br />

120.1<br />

S a


II.<br />

BOEK.<br />

H76 D E A F V A L D E R<br />

dien einde moest elk van hun, uit den<br />

hem ondergefchikten Raad, enen degelijken<br />

man uitkiezen, om de Provinciën<br />

vlijtig door tc reizen, en ftrérig<br />

onderzoek te doen, of de verordende<br />

fchikkihgeri , door de la-er<br />

Amtenarcn, wel behoorlijk wierden nagekomen;<br />

en dan alle drie maanden<br />

een naaukeurïg berigt daarvan in de<br />

Hoofdplaats bezorgen. Den Aarts-Bisfchoppen<br />

en Bisfchoppen , werd een<br />

afTchrift van de Trentfcbé Befluiten,<br />

naar hét Spaanfche oorfpronklijke, toegezonden,<br />

met aanïchrijvihg, dat, ingevalle<br />

zij de hulp van den wereldlijken<br />

arm van noden mogten hebben,<br />

de Stadhouders van hun Gebied<br />

hun met krijgsvolk ten dienfie<br />

moesten flaan; ten ware, dat zij dit<br />

liever van de Landvoogdes zelve wilden<br />

hebben. Tegen deze Befluiten<br />

gold generhande Privilegie; de Koning<br />

wilde en beval, dat. het l


NEDERLANDEN. 377<br />

JE, volkomen bevestigde. Genoegfaam II.<br />

alle Stadhouders weigerden dezelve op- B O EK.<br />

tevolgen, en dreigden hun ontflag te »<br />

nemen, zo men hen tor gehoorfaamheid<br />

aan dezelve wilde dwingen.<br />

„ Deze verordening", fchrcven zij terug,<br />

n was op ene geheel val-<br />

„Yche opgave omtrent de Ketters ge-<br />

„ grond (*)•<br />

D e<br />

Geregdghéid fchrik-<br />

„ te voor de ontzachlijke menigte<br />

„van flagtoffers, welke dagelijks on-<br />

„ der hare handen toenamen; vijftigof<br />

zestigduizend menfchen, uit hun<br />

„ onderhorig gebied, in de vlammen<br />

„ te laten omkomen, was geen werk<br />

„ voor hun". Bijzonder verklaarde zig<br />

tegen deze Trentfche Befluiten de minder<br />

Geestelijkheid, wier onkunde en<br />

zedenbederf daarin ten fterkflen was<br />

aangetast , en die neg daartebovcn met<br />

ene zo gehate hervorming bedreigd<br />

(*) Het getal der Ketters werd zeer ongelijk,<br />

van beide partijen,' opgegeven, naar mate het<br />

belang en de drift elke derzelven aandreef, om<br />

hetzelve te vergroten of te verkleinen; en de<br />

zelfde partij fprck vark zigzelve tegen, wanneer<br />

derzelver belrng veranderde. Wierd 'er van nieuwe<br />

tocbereidfelen der onderdrukking, van invoering<br />

der inquifitie-gerigten, enz. gefproken; dan<br />

moest de aanhang der Proteftanten ontelbaar en<br />

niet te overzien zijn. Maar fprak men van toegeeflijkheid<br />

omtrent dezclven, van fehikkingen<br />

ten hunnen voordele; dan was hun getal weer<br />

zo klein, dat het der moeite niet waardig was,<br />

ten gevalle van di: hoopjen gemeen volk nieuwigheden<br />

intevoeren. HOPPER. 62.<br />

S 3


II.<br />

BOEK.<br />

a73 DE A F V A L D E R<br />

wierd. Tans offerde zij, aan haar bijzonder<br />

belang, het hoogfle belang van<br />

de Kerk op, randde de Befluiten en<br />

het gehele Koncilie, met bittere fmaadredenen,<br />

aan, en ftrooide in de gemoederen<br />

de zaden van oproer. Het zelfde<br />

gefchreeu verhief zig weder, dat voormaals<br />

door de Monniken tegen de nieuwe<br />

Bisfchoppen was opgeheven. Den<br />

Bisfchop van Kamerijk gelukte het eindelijk<br />

, dog niet zonder fterken tegenffand,<br />

dc Befluiten te laten afkondigen. Meer<br />

moeite kostte dit te Mechelen, gelijk ook<br />

te Utrcgt, waar de Aartsbisfchop overhoop<br />

lag met zijne Geestelijkheid, die, zo als<br />

men haar nagaf, liever de gehele Kerk<br />

op den rand van haren ondergang wilde<br />

voeren, dan zig aan ene Zeden - verbetering<br />

onderwerpen (*).<br />

Van alle de Provinciën liet Braband<br />

zig het luidfle horen. De Staten van dat<br />

Landfchap kwamen weder met hun groot<br />

Privilegie voor den dag, volgens welk<br />

geen Inboreling voor enen vreemden regtbank<br />

mogt getrokken worden. Zij fpraken<br />

fterk over den eed, met welken de<br />

Koning hunne Grondwetten had bezworen<br />

, en over dc voorwaarden, op welke<br />

zij hem onderdanigheid beloofd hadden.<br />

Leuven, Antwerpen, Brusfel en 's Her-<br />

:ogenbosch, protcfleerden plegtig in ccn<br />

bijzonder gefchrift, dat zij aan de Land-<br />

(*) HOPPER 55- 61. STRADA 115.<br />

BURG. 115. VAN METEREN 76. 77.


NEDERLANDEN. 379<br />

voogdes afvaardigden (*). Deze, fteeds II.<br />

onzeker, fteeds tusfehen alle partijen heen OEI.<br />

B<br />

en weder waggelende, genen moed ge- -<br />

noe" hebbende om den Koning te gehoorfamen,<br />

en nog minder om hem niet<br />

te gehoorfamen, laat telkens nieuwe Vergaderingen<br />

houden, hoort daar- voor- en<br />

tegen ftemmen, en voegt zig ten laatften<br />

altoos bij dat gevoelen, dat voor<br />

haar het gevaarlijkfte is. Men wil zig<br />

van nieus naar Spanje tot den Koning<br />

begeven; maar terftond daarop wordt dit<br />

middel veel te langfaam geoordeeld; het<br />

gevaar is dringende, men moet voor de<br />

onftuimige drift bukken, en de Komnglijke<br />

verordening op eigen gezag fchikken<br />

naar de omftandigheden. De Landvoogdes<br />

laat eindelijk de Jaarboeken van Braband<br />

opflaan, om in den Aanftellingsbnef<br />

van den eerften Inquifiteur, dien KAREL<br />

DE VIJFDE over de Provincie had gefield,<br />

een voorfchrift voor het tegenwoordige<br />

geval te vinden. Deze Brief van<br />

aanftelling was niet gelijk aan dien, welke<br />

nu was gegeven; evenwel had de Koning<br />

verklaard, dat hij gene nieuwigheid<br />

invoerde, en dus was het geoorlofd, de<br />

nieuwe Plakaten naar die oude inftelhngen<br />

te plooijen. Deze uitkomst voldeed<br />

niet aan de hoge eifchen der Brabandfche<br />

Staten, die het op de gehele<br />

affchaffing der Inquifitie hadden toege-<br />

HOPPER 63. 6A\. STRADA 115.<br />

S 4


II.<br />

KOEK<br />

aSo DE AFVAL DER<br />

legd, en gaf aan de overige Provin-<br />

. ciën her teken tot foortgelijke Protes-<br />

. ten, en even dapperen tegenftand. Zonder<br />

aan de Hertoginne tijd te laten, om<br />

daarop te befluiten, weigeren zij, op eigen<br />

gezag, aan de Inquifitie hunne hulp<br />

en gehoorfaamheid. De Geloofs - regters,<br />

nog kort geleden , door een uitdrukkelijk<br />

bevel tot ftrenger uitvoering<br />

van hun amt gelast, zien zig eensklaps<br />

weder van den wereldlijken arm<br />

verlaten, van alle gezag en onderfleuning<br />

beroofd, en bekomen op hunne klagten,<br />

aan. het Hof, nietsbeduidende woorden<br />

tot befcheid. De Landvoogdes, die aan<br />

alle partijen genoegen wilde geven, had<br />

het met alle bedorven (*_).<br />

Inmiddels dat dit tusfehen het Hof, de<br />

Raden en de' Staten omging, bezielde<br />

een algemene geest van oproer het gehele<br />

Volk. Men begon de regten van<br />

den Onderdaan voor den dag te zoeken,<br />

an dc magt der Koningen te toetfen.<br />

„ Zo onnozel waren de Nederlanders<br />

., niet", hoorde men velen, en niet heinelijk,<br />

zeggen, „ of zij wisten zeer wel,<br />

, wat de Onderdaan den Vorst, en deze<br />

, den Onderdaan, fchuldig ware; en men<br />

, zou nog wel middelen weten te vin-<br />

> , den, om geweld met geweld te keren,<br />

, fchoon dit tans nog zo niet mogt fchij-<br />

, nen". Te Antwerpen vond men zelfs, op<br />

(*) Vita VIGL. 46. HOPPER 64. f15.<br />

j ITRADA 115. 116. BURG-. 150—154..


N E D E R L A N D E N .<br />

ï8l<br />

verfcheidene plaatfen, een gefchnfc aange­ II.<br />

plakt, waarin de Stads-Regering vermaand BOEIt.<br />

wierd, den Koning van Spanje, dewijl hij<br />

zijnen eed verbroken, en 's Lands vrijheden<br />

gefehonden had, bij het Kamero-erest<br />

van Spier aanteklagen, daar braband<br />

als een deel van den Bourgondifchen<br />

Kreits, in den Religie - Vrede van<br />

Pasfan en Augsburg, mede begrepen was<br />

De Kalvinisten gaven,omtrent dien zeltden<br />

tiid, hunne Geloofs-belijdenis in t ligt,<br />

ei verklaarden, in ene Voorrede aan den<br />

Koning, dat zij, fchoon bijna honderdduizend<br />

fterk zijnde, zig egter vreedlaam<br />


28a DE AFVAL DER<br />

H. De krijgstoerustingen van FILIPS tegen<br />

BOEK. de Porte, gelijk ook die, welke ERIK,<br />

Hertog van Brunswijk, omtrent dien zelfden<br />

tijd, zonder dat iemand het oogmerk<br />

daarvan wist, in de nabuurfchap maakte,<br />

bragten niet weinig toe, om het algemene<br />

vermoeden te verfterken, als of de<br />

inquifitie den Nederlanden met geweld<br />

zoude opgedrongen worden. Velen van de<br />

voornaamfte Kooplieden gaven openlijk<br />

te kennen, dat zij hunne huizen en goederen<br />

wilden verlaten, om de Vrijheid,<br />

welke hun hier benomen wierd, in enen<br />

anderen oord van de wereld te zoeken;<br />

mderen zagen om naar enen aanvoerder,<br />

?n heten zig gezindheden tot gewelddahgen<br />

tegenftand, en uitzigten op vreemde<br />

i ïulp ontvallen (*).<br />

Om in dezen benaauden toeftand<br />

i<br />

'olkomen radeloos en zonder fteun te<br />

moest de Landvoogdes ook nog van<br />

( len enigften<br />

< montbcrelijk<br />

verlaten worden, die haar<br />

was, en die medegewerkt<br />

1 iad, om haar in dien toeftand te brenl<br />

;en. „ Zonder enen Burger - oorlog te<br />

9 , ontfteken," fchreef Prins WILLEM"aan<br />

1 aar, „ was het tans volftrekt onmoge-<br />

T i Ljk, de bevelen des Konings na te<br />

5 , komen. Zo men evenwel daarop bleef<br />

ftaan, dan moest hij haar verzoeken,<br />

9<br />

d<br />

aarin de Godsdienstige vrijheid grondig verdeed<br />

wierd.<br />

(*) HOPPER 6I. 62. STRADA 117. ug.<br />

V AN METEREN 77.


NEDERLANDEN. 283<br />

zijne plaats met enen anderen te ver- II.<br />

" vullen, die beter met de oogmerken BOEK.<br />

" van zijne Majesteit ftrookte, en meer<br />

dan hij o P de gemoederen der Natie<br />

vermogt. De ijver, welke h,j bij aUe<br />

andere gelegenheden in dienst van de<br />

" Kroon had betoond, zou den tegenwoor-<br />

' digen ftap, zo hij hoopte, tegen alk<br />

verkeerde uitlegging verzekeren: zo ah<br />

de zaken nu ftonden, bleef hem gene<br />

" andere keuze over, dan of den Koning<br />

ongehoorfaam te zijn, of tot nadee i<br />

van zijn Vaderland en van zig zelvei l<br />

l tc handelen". Van toen<br />

WILLEM VAN ORANJE den<br />

af verhe t<br />

Raad va 1<br />

State, en begaf zig naar zijne Stad Brt<br />

da, waar hij in opmerkfame ftilte, do T<br />

niet zo geheel werkeloos, den uitflag a:<br />

wagtte. De Graaf van HOORN volgc e<br />

zijn voorbeeld (*); alleen E G M 0 N D , fteec Is<br />

onzeker tusfehen de Republiek en dc n<br />

Troon, fteeds arbeidende aan de vrug t-<br />

loze poging, om den goeden Burger m ;t<br />

den gehoorfamen Onderdaan te verenigd 1;<br />

EGMOND, wien de gunst ;van den V01 st<br />

minder ontberelijk, en dus minder onve r-<br />

fchillig was, kon niet van zig verkrijge:<br />

den oogst van zijn geluk te verlaten, c ie<br />

a-m het Hof van de Landvoogdes 1 m<br />

juist in vollen bloei ftond. Het vertr :k<br />

des Prinfen van ORANJE, wien de noo i,<br />

zo wel als zijn uitmuntend verftand, al<br />

dien invloed op de Landvoogdes gegev en<br />

(*) H O P H Ï 67.


n.<br />

BOEK<br />

a8 4<br />

DE AFVAL DER NEDERLANDEN.<br />

had, dien grote geesten op kleine zielen<br />

altoos hebben, had in haar vertrouwen<br />

ene opene plaats gemaakt, waarvan Graaf<br />

EGMOND, door middel van ene geh-ime<br />

overeenftemming, welke tusfehen de vreesagtige<br />

en goedhartige zwakheid zeer li thjk<br />

ontftaat, een onbepaald bezit nam.<br />

Daar zij al zo zeer vreesde, door een uitfluitend<br />

vertrouwen op de Koningsgezinden,<br />

het volk te belgen, als zij bedun:<br />

was, den Koning door een te naauwe<br />

meenfehap, met de verklaarde Hoofden<br />

der partije, ongenoegen te geven, kon<br />

er zig naaulijks een gepaster voorwerp<br />

voor haar vertrouwen opdoen, dan juist<br />

de Graaf van EGMOND, omtrent wien<br />

tiet nog met volkomen uitgemaakt was<br />

] :ot welke van beide partijen hij behoor'<br />

ie; die aan den enen kant fterkte genoeg<br />

] jezat, om haren wankelen moed te on-<br />

< ierfteunen, en aan den anderen kant'toe-<br />

;eeflijkheid genoeg, om zig met hare geoelige<br />

verwaandheid te verdragen (*;.<br />

(*) Des Konings aanhang in den Raad van<br />

S tate met deze opoffering nog niet te vreden<br />

b egeerde daarenboven van den 'Graave van E G-<br />

w o PJD, dat hij zig duidelijk en bepaald voor<br />

d : Inquifitie en de Plakaten verklaren zoude<br />

yy Gij hebt goed praten", gaf de Graaf hun ten<br />

ai itwoord, „ maar bedenkt ook eens, hoe veel<br />

v> ik door het tegenwoordige reeds aan mijne eer<br />

» ;eleden, aan hoe vele verfchillende oordeelvellingen<br />

ik mij blootgefteld heb, en hoe vele<br />

verwijten mij dagelijks van mijne vriendea<br />

iaarover gedaan worden". HOPPER 66


D E R D E B O E K .<br />

LANDVOOGDIJ VAN' MARGAREET'<br />

VAN I' A R M A.<br />

VERBOND DER EDELEN*<br />

Zot dus verre fehenen de Prins Hl.<br />

van ORANJE, de Graven van EG- BOEK*<br />

MOND en HOORN, benevens hunne<br />

vrienden, opregtelijk de algemene rust I565te<br />

wenfehen. Het ware belang van<br />

den Koning, hunnen Heer, had hen<br />

niet min, dan het gemene welzijn,<br />

beftuurd; altans hunne ondernemingen<br />

en bedrijven hadden even weinig met<br />

het eerfte, als met het laatfte geftreden.<br />

'Er was tot nog toe niets<br />

gedaan, dat niet met de trou jegens<br />

hunnen Vorst beftaanbaar was, wat<br />

hunne oogmerken verdagt kon maken,<br />

of enen geest van opftand bij hen<br />

Pet blijken. Het gene zij gedaan hadden,<br />

hadden zij volgens hunnen piigc


111.<br />

BOEK,<br />

286 DE AFVAL DER<br />

als leden van enen Vrijen Staat gedaan<br />

, als de vertegenwoordigers en<br />

de (brekers der Natie, als Raadgevers<br />

des Konings, als lieden van<br />

eer en _ deugd. De wapenen , waarmede<br />

zij de aanmatigingen van het<br />

Hof beltreden, waren vertogen , befcheidene<br />

klagten , verzoeken geweest.<br />

Nooit hadden zij zig door den regtmatigften<br />

ijver voor hunne goede zaak<br />

zo ver laten vervoeren, om tegen de<br />

voorzigtighcid en gematigdheid te handelen<br />

, waartegen anders zo ligt door<br />

Partijzugt gezondigd wordt. Maar niet<br />

alle Edelen luisterden dus naar de<br />

ftem der voorzigtigheid; niet allen hielden<br />

zig binnen deze palen van gematigdheid.<br />

Inmiddels, dat men in den<br />

Raad van State de grote vraag 'behandelde,<br />

of de Natie ongelukkig moest<br />

worden, dan niet; inmiddels dat derzelver<br />

beëdigde vertegenwoordigers alle<br />

gronden van reden en billijkheid tot<br />

derzelver hulpe aanvoerden, en de burgerftand<br />

met het gemeen hun lang<br />

verkropt leed in ijdele klagten, bedreigingen<br />

en vervloekingen ontlastten,<br />

geraakt een deel der Natip in beweging,<br />

dat het minfte van allen daartoe<br />

fcheen geroepen te zijn, en waarvan<br />

men dit het minfte van allen<br />

had verwagt. Men herinnere zig eens<br />

die klasfe van den Adel , waarvan<br />

boven gezegd is, dat FILIPS - bij<br />

den aanvang van zijn beftuur niet no-


NEDERLANDEN. 287<br />

dig had geoordeeld, derzelver dienften III<br />

erf behoeften in gedagten tc houden. BOEK.<br />

Verre het gröotfte gedeelte van deze<br />

zo kwalijk vergeten Edelen had, uit<br />

ene vrij dringender oorzaak, dan blotelijk<br />

om de eer, op bevordering<br />

gehoopt. Velen hunner waren, langs<br />

wegen boven gemeld, diep in fchulden<br />

verzonken, waaruit zij genen kans<br />

meer zagen om door eigen hulp gered<br />

te worden. Met deze menfchen<br />

bij de begeving der eeramten voorbij<br />

te gaan, had FILIPS iet veel<br />

ergers gedaan , dan blotelijk derzelvei<br />

hoogmoed beledigd: in deze Bedelaars<br />

had hij zig even zo vele ledige<br />

toezieners en onbermhartige regters var<br />

zijne daden ; even zo vele fchaêverhaal<br />

— zoekende verzamelaars en aankwekers<br />

van nieuwigheden gemaakt. Daai<br />

met den welvaart de hoogmoed hei [<br />

niet tevens had verlaten, maar dez<<br />

veeleer, (en dit lot fchijnt huns ge<br />

lijken algemeen te treffen,) ook noi<br />

die ledige plaatfen ingenomen<br />

><br />

had<br />

welke de verdwenen gelukftaat bij hei 1<br />

had agtergelaten, zo begonnen zij tans<br />

|<br />

door nood gedrongen, het enige ka<br />

pitaal, dat niet had kunnen vervreeim<br />

1<br />

worden, namelijk hunnen Adeldom ei<br />

1<br />

de Republikcinfche waarde hunner na<br />

men, op woeker uittezetten, en brag<br />

ten een geldmunt in de wandeling<br />

die nooit anders dan in zulk een' tijd<br />

voor gangbaar had kunnen doorgaan K


III.<br />

BOE K.<br />

288 DE AFVAL DER<br />

naamelijk hunne Befcherming. Met een<br />

hoog gevoel van zig zeiven, waaraan zij<br />

zo veel te meer toegaven, dewijl dit nog<br />

hunne enige bezitting was, befchouden<br />

Zij zig tans als "de veelbeduidende<br />

middelmagt tusfehen den Vorst en den<br />

Burger, en geloofden geroepen te zijn,<br />

om den benaauden Staat, die met ongeduld<br />

op hen, als op zijne laatfte<br />

fteunfels, het oog had gevestigd, ter<br />

hulpe te komen. Dit denkbeeld was<br />

alleen in zo verre belachelijk, als hunne<br />

verwaandheid daaraan deel had; maar<br />

de voordelen , Welken zij uit dezen<br />

waan wisten te trekken, waren wèl<br />

gegrond. De Proteftantfche kooplieden,<br />

in wier handen zig een groot gedeelte<br />

van den Nederlandfchcn rijkdom<br />

bevond, en die dc vrije oefening van<br />

hunnen Godsdienst voor genen prijs<br />

te duur dagten te kunnen kopen,<br />

Verzuimden niet, het enige mogelijke<br />

gebruik van deze klasfe des Volks<br />

te maken, we'ke nu ledig aan de<br />

markt ftond, en aan welke niemand<br />

tot nog toe eenig bod had gedaan.<br />

De zelfde menfchen , op welken zij<br />

in alle andere tijden met de trotschheid<br />

van den rijkdom zouden hebben<br />

neergezien, konden hun nu, door hun<br />

aantal, hunnen moed, hun aanzien bij<br />

de gemeente, hun misnoegen tegen<br />

de Regering , ja zelfs door hunnen<br />

bedelaars-hoogmoed en hunne wanhoop,<br />

zeer wezenlijke dienften doen. Uit dien<br />

hoof-


NEDERLANDEN. aSo<br />

hoofde deden zij ijverig hun best,<br />

om zig naau met hun te verbinden,<br />

de geneigdheid tot oproer zorgvuldig<br />

bij hen aantekweken, die hoge gevoelens<br />

van zigzelven bij hen aan den<br />

gang te houden, en, wat het meeste<br />

afdeed, door een regt van pas komende<br />

onderfteuning in geld en fchone<br />

beloften, hunne armoede om te koopen<br />

-—(*). Slegts weinigen onder hen<br />

waren zo min betekenende, dat zij<br />

niet, al ware het ook maar door verwantfchap<br />

met meer vermogenden, enigen<br />

invloed bezaten: en allen te zamen,<br />

zo het gelukte hen te verenigen,<br />

konden ene gedugte ftem tegen<br />

den Troon verheffen. Velen uit<br />

dezelven hadden zig reeds voor de<br />

Nieuwe Leer verklaard, of waren ten<br />

minften heimelijk haar toegedaan; en<br />

zelfs die genen onder hen, welke<br />

ijverige Katholijken waren, hadden ftaatkundige<br />

of bijzondere redenen genoeg,<br />

om zig tegen de Trentfche befluiten<br />

en de Inquifitie te verklaren. Allen,<br />

eindelijk, waren, door hunne verwaandheid<br />

alleen, reeds genoeg aangefpoord,<br />

om het enige tijdftip niet te laten<br />

voorbijgaan, waarin zij, bij mogelijkheid,<br />

enig vertoon in de Republiek<br />

konden maken.<br />

Maar zo veel als men zig van<br />

ene vereniging dezer menfchen moge<br />

(*) STRADA 52.<br />

I. DEEL. T<br />

III.<br />

BOEK.


III.<br />

BOEK,<br />

290 DE AFVAL DER.<br />

beloven, zo ongegrond en belachelijk<br />

zoude her geweest zijn, enigerhande<br />

hoop op enen enkelden onder hen<br />

te vestigen : ondertusfchen was het<br />

niet zo gemaküjk, zulk ene vereniging<br />

tot ftand te brengen. Om hen<br />

allen bijeen tc krijgen, daartoe moesten<br />

buitengewone toevallen medewerken;<br />

en ten gelukke deden dezen zig<br />

op. Ter gelegenheid van de Bruiloft<br />

des Heren MONTIGNIJ, enen<br />

der Nederlandfche Groten, alsmede van<br />

die des Prinfen ALEX ANDER VAN<br />

PARMA, welke beide ten dezen tijde<br />

te Brusfel gevierd werden, kwam<br />

een groot gedeelte van den Nederlandfchen<br />

Adel in deze Had bijeen.<br />

Bloedverwanten bezogten bij deze gelegenheid<br />

hunne Bloedverwanten; nieuwe<br />

vriendschappen werden gemaakt, en<br />

oude vernieud; het gefprek liep over<br />

den algemenen nood des Vaderlands;<br />

wijn en vrolijkheid ontfloten mond en<br />

hart; 'er werden wenken tot ene<br />

vereniging, en tot een verbond met<br />

vreemde Mogendheden, gegeven. Deze<br />

toevallige bijeenkomften bragten weldra<br />

opzettelijke voort; uit openbare gefprekken<br />

ontftonden geheime onderhandelingen.<br />

Het geval wilde, dat in dezen<br />

tijd twe Duitfche Edelen, de<br />

Graven van HOL en van SCHWART­<br />

SEN BERG, zig in de Nederlanden bevonden,<br />

welke onophoudelijk bezig waren,<br />

met grote verwagtingen van na-


NEDERLANDEN. ügi<br />

bufigen bijftand te verwekken (*). Reeds<br />

enigen tijd te voren, had Graaf LO-<br />

DIWIJK van Nasfau, in perfoon, diergelijke<br />

onderhandelingen aan verfcheidene<br />

Duitfche Hoven geopend (f). Enigen<br />

willen zelfs, dat 'er geheime boden van<br />

den Admiraal COLIGNIJ, omtrent dezen<br />

tijd, in Braband gezien zijn; 't welk egter<br />

met reden in twijfel getrokken wordt.<br />

Was ooit een fiaatkundig tijdftip, tot het<br />

ondernemen van ene verandering, gunftig,<br />

zo was het dit. Een vrou aan het roer<br />

van Staat; de Stadhouders der onderfcheidcne<br />

Gewesten misnoegd, en tot oogluiking<br />

geneigd; een gedeelte van het Staatsligchaam<br />

geheel buiten werkfaamheid; geen<br />

leger in de Provinciën; het weinige Krijgsvolk<br />

reeds lang morrende over de agterblijvende<br />

betaling, en te vaak door valfche<br />

beloften bedrogen, om zig door<br />

nieuwe te laten verleiden; deze benden,<br />

daarenboven, aangevoerd door Bevelhebbers,<br />

die de Inquifitie in hun hart verfoeiden,<br />

en zig gefchaamd zouden heb*<br />

ben, om voor haar het zwaard opteheffen;<br />

geen geld bij kas, om fpocdig<br />

genoeg nicu krijgsvolk te werven, en<br />

even zo weinig om Buitenlanders te hu-<br />

(*) BURG. 150. HOPPER. 67 68.<br />

Ct) Ook was de Prins van ORANJE niet te<br />

vergeefs zo plotfeiijk uit Brusfel verdwenen, om<br />

de verkiezing van enen Roomfchen Koning, te<br />

Frankfort, bij te wonen. Ene verzameling van zo<br />

vele Duitfche Vorften moest voor ene onderhandeling<br />

zeer gunftig zijn. STRADA 84. •<br />

T 2<br />

nr.<br />

BOEK»


292 DE AFVAL DER<br />

ren; het Hof te Brusfel, zo wel als de<br />

HI.<br />

drie Kollegiën, door twcdragt inwendig<br />

BOEK<br />

| verdeeld, en door zedeloosheid bedorven;<br />

de Landvoogdes zonder volmagt, en de<br />

Koning verre van de hand; de aanhang<br />

van dezen in het Land gering, onzeker<br />

en moedeloos; de tegenpartij talrijk en<br />

vermogend; twe derde gedeelten des volks<br />

tegen het Pausdom verbitterd, en belust<br />

op Ö<br />

verandering — welk ene beklaaglijke<br />

naaktheid der Regering, en hoe veel beklaaglijker<br />

nog, dat deze naaktheid bij<br />

hare vijanden zo wel bekend was! (*)<br />

'Er ontbrak nog, om zo vele hoofden<br />

tot één doel te verenigen, een Aanvoerder,<br />

en een veelbeduidende naam, om<br />

aan derzelver eerfte ondernemingen , in de<br />

Republiek, enig gewigt bijtezetten. Beiden<br />

vond men in Graaf L ODE WIJK VAN<br />

NASSAU, en HENDRIK VAN BREDERO-<br />

D E, zijnde beiden van den eerften Adel des<br />

Lands, die zig vrijwillig aan het hoofd der<br />

onderneming ftelden. L ODE WIJK, broeder<br />

des Prinfen van ORANJE, bezat vele voortreffelijke<br />

hoedanigheden, welke hem waardig<br />

maakten, om op zulk een belangrijk<br />

toneel te verfchijnen. Te Geneve, waar<br />

hij de wetenfehappen had beoefend, had<br />

hij den haat tegen Geestelijke dwingelandij,<br />

en de liefde voor den nieuwen Godsdienst<br />

ingezogen, en bij zijne terugkomst<br />

niet verzuimd, voor deze grondftellingen<br />

aanhangers in zijn Vaderland te werven,<br />

(*) GROT. 19. BUICUND. i54


NEDERLANDEN. 293<br />

De Republieksgezinde vlugt, welke zijn<br />

geest aan die zelfde School genomen had,<br />

IIT.<br />

onderhield in hem<br />

BOEK<br />

enen blakenden haar<br />

tegen alles wat Spaansch heette, welke<br />

haat alle zijne daden befluurde, cn hem<br />

niet dan met zijnen laatfien adem verliet.<br />

Pausdom en Spaanfche Regering waren<br />

in zijn gemoed een en het zelfde, gelijk<br />

zij ook inderdaad waren; en de afkeer,<br />

welken hij voor het ene voedde, hielp<br />

zijnen weerzin tegen de andere verfterken.<br />

Zo zeer als de beide broeders in genegenheid<br />

en afkeer overëenflemden, zo<br />

ongelijk waren de middelen, waardoor zij<br />

die beide hartstogten voldeden. Den<br />

jongfien broeder veroorlofde het driftige<br />

bloed van zijn geitel en zijne jeugd die<br />

buigfaamheid niet, waardoor de ander zijn<br />

doel wist te bekruipen. Zo diep de gedagten<br />

van den laatfien zig verborgen<br />

hielden, zo open en bloot lagen alle de<br />

aandoeningen van den jongfien broeder;<br />

zo fiil en heimelijk als de hartstogt in<br />

de ziel van WILLEM gloeide, zo hevig<br />

woedde dezelve op het gelaat van LO-<br />

DEWIJK. Een koel bedaard voorkomen<br />

bragt den eerflen langfaam, maar zeker,<br />

tot zijn doel, terwijl ene doorknede<br />

voorzigtigheid hem de zaaken ontworp;<br />

LODEWIJK had aan ene dolle drift, die<br />

wat haar ook voorkwame onder den voet<br />

liep, alles te danken, wat hij groots verrigtte,<br />

zo wel als alles, wat hij bedorf.<br />

Hierom was WILLEM een Veldheer, en<br />

LODEWIJK nooit meer<br />

T 3<br />

dan een Geluk


204 DE AFVAL DER<br />

III. zoeker; een welgelpierden arm, wanneer<br />

BOEK. hij door een wijs hoofd beftuurd wierd.<br />

Hardnekkig en- volftandig bleven beide<br />

broeders hunnen eerilen haat, zo<br />

wel als hunner eerfte liefde, getroiu<br />

maar de goede zaak had enen zekerder<br />

borg in WILLEM'S voortreffelijk<br />

verftand, dan in den ftouten moed<br />

van deszelfs broeder. Het was bij een<br />

gelukkig toeval, dat Vaderland, Waarheid<br />

en Vrijheid, het eerfte bezit van<br />

LODEWIJK'S hart genomen hadden,<br />

maar van het hart zijns broeders waren<br />

zij, fchoon ook later, verzekerd.<br />

LODEWIJK'S eens gegeven woord gold<br />

voor altoos; zijne verbindtenisfen verduurden-<br />

alle wisfelvalligheden, omdat zij in het<br />

nijpen van den nood waren aangegaan,<br />

en vermits het ongeluk vaster<br />

banden legt, dan de ligtzinnige voorfpoed.<br />

Zijnen broeder en deszelfs<br />

zaak minde hij even zeer, en voor<br />

deze liet hij het leven.<br />

HENDRIK VAN BREDERODE, Heer<br />

van Vianen en Burggraaf van 'Utregt,<br />

was een Afftammcling van de oude<br />

Graven van Holland, welke dat Gewest<br />

voorheen als oppermagtige Vorften<br />

beheerschtcn. Deze betrekking maakte<br />

hem dierbaar voor een volk, onder<br />

welk de gedagtenis aan zijne<br />

range Heren nog volkomen in wezen,<br />

en zo veel te meer in zegeninge<br />

was^ hoe minder men bij de<br />

verandering gevoelde gewonnen te heb-


NEDERLANDEN. 295<br />

ben. Dit geërfde aanzien kwam zeer ITT.<br />

te ftade aan de verwaandheid van BOEK.<br />

enen man, die den mond f reeds vol<br />

had van den roem zijner Voorvaderen,<br />

en die mee deste groter vermaak<br />

tusfehen de puinhopen der vergangene<br />

heerlijkheid omdoolde, hoe meer<br />

het gezigt op • zijnen tegenwoordigen<br />

toeftand van troost ontbloot was. Buiten<br />

alle waardigheden en bedieningen<br />

gefloten, waarop de hoge gedagten<br />

van zigzelven, en de Adel van zijn<br />

geflagt, hem ene regtmatige aanfpraak<br />

fchenen te geven, (want een Escadron<br />

ligte Ruiterij was alles, wat men hem toevertroude,)<br />

rekende hij zig bevoegd<br />

om op de Regering te fchimpen, en<br />

derzelver maatregelen met ftoute fmaadredenen<br />

aantevallen. Hierdoor kieeg hij<br />

het Volk aan zijn fnoer. Ook was<br />

hij heimelijk aan dc Hervormde Leer toegedaan;<br />

dog minder, dewijl zijne beter<br />

--ertuiging zig" daarvoor had bepaald,<br />

dan wel omdat het een afval<br />

was. Hij bezat meer rapheid van<br />

tong, dan welfprekendhei.1, en meer<br />

driestheid, dan moed: koen was hij,<br />

dog meer, omdat hij geen gevaar<br />

geloofde , dan omdat hij boven<br />

hetzelve verheven was. LODEWIJK<br />

van NASSAU brandde van ijver voor<br />

de zaak, welke hij befchermde; BRE-<br />

DERODE voor den roem van dezelve<br />

befchermd te hebben: gene vergenoegde<br />

zig met voor zijne partij<br />

T 4


III.<br />

BOEK.<br />

096 DE AFVAL DER.<br />

te werken; deze moest aan 't hoofd vandezelve<br />

zijn. Niemand paste beter tot<br />

Voorganger van enen opftand; maar tot<br />

Befluurder van denzelven kon 'er<br />

naaulijks flegter uitkomen. Zo ijdel als<br />

in den grond zijne bedreigingen waren,<br />

zo veel nadruk en ontzag kon<br />

de waan van den groten hoop daaraan<br />

geven, ingeval het dezen in 't<br />

hoofd kwam, enen Pretendent in zijnen<br />

perfoon optewerpen. Zijne aanfpraken op<br />

de bezittingen zijner Voorouderen waren<br />

een ijdele naam; maar bij het<br />

algemene misnoegen was ook een naam<br />

reeds genoeg. In een boekjen, dat<br />

destijds onder het Vólk verfpreid werd,<br />

noemde men hem openlijk den Erfgenaam<br />

van Holland; en zekere beellenis<br />

van hem voerde dit trotfche<br />

:>mfchrift:<br />

Sim Brederodus ego, Batava non infima gentis<br />

Gloria, virtutem non unica pagina claudit (*).<br />

Behalven deze beiden, traden uit<br />

Jen voornamen Nederlandfchen Adel mede<br />

tot het Verbond, de jonge Graaf<br />

KAREL VAN MANSVELD, een zoon<br />

yan dien, welken wij onder de ijve-<br />

•igfte voorflanders van 's Konings par-<br />

:ij gevonden hebben; de Graaf van<br />

ic UILEN BURG, twee Graven van BER­<br />

KEN en van BATENBURG, JOHAN<br />

(*) BURG. 3 SI. 352. GROT. ao.


NEDERLANDEN. ZQ7<br />

V A N M A R N I X , Heer van Thoulouze, IIÏ.<br />

FiLiP ' V A N M A R N I X , Heer van St.<br />

Aldegonde, nevens enige anderen; en<br />

omtrent het midden van Slagtmaand, des<br />

jaars vijftienhonderd-vijf-en zestig, kwam<br />

dit Verbond, ten huize van zekeren<br />

V A N H A M M E S , Wapen -koning der Vliesridderen,<br />

tot ftand (*). Zes menfchen<br />

waren het (f), die hier het lot van<br />

hun Vaderland, even als, op enen anderen<br />

tijd, de Eedgenoten de Zwitferfche<br />

Vrijheid, beflisten, de fakkel<br />

van enen veertigjarigen oorlog ontftaken,<br />

en den grond van ene Vrijheid<br />

leiden, waarvan zij zelve de vrugten<br />

niet zouden genieten. Het Verbond,<br />

zo wel als de eed, door V A N M A R N I X<br />

eerst van allen ondertekend, was van<br />

den volgenden inhoud:<br />

„ Nademaal zommige kwalijk -gezin-<br />

„ de perfonen, bewimpelende hunne<br />

, ftaatzugt en gierigheid met ijver voor<br />

„ het Katholijke geloof, zijne Majcs-<br />

„ teit overgehaald hebben, om de v«r-<br />

„ foeilijke Inquifitie in deze Landen<br />

„ intevoeren, (een Regtbank, ftrijdig<br />

„ met alle Godlijke en menschlijkc<br />

„ wetten, en die alle barbaarfche in<br />

?, rigtingen van het blinde Heidendom.<br />

(*) Een ijverig Knlvinist, en de driftig<br />

fte werver voor het Verbond, die zig beroem<br />

de wel tweduizend Edelen daartoe overgehaald i<br />

hebben. STRADA II8.<br />

(t) BURG. ISÓ. STRADA noemt 'er negen<br />

fWAUZNAAR elf.]<br />

T <<br />

B O E K .


&9% DE AFVAL DER<br />

HI. „ in onmenschlijkheid overtreft, welke<br />

BOEK. „ alle andere magt aan de Inquifitie-<br />

„ meesters onderwerpt, de menleken<br />

„ tot ene altoosdurende flavernij ver-<br />

„ nedert, en door hare bedekte lagen,<br />

,, den eerlij'kften Burger onophoudelijk<br />

„ aan den fchrik des doods blootftelt,<br />

„ zodat het enen Priester, enen trou-<br />

„ lozen vriend, enen Spanjaard, met<br />

„ één woord, eiken deugniet vrijftaat,<br />

„ wien en wanneer hij maar wil,<br />

„ voor deze Regtbank aanteklagen,<br />

„ te doen gevangen nemen, veroor-<br />

„ delen en ftraffen, zonder dat het<br />

„ dezen vergund zij, zijnen Befchul-<br />

„ diger te weten, en bewijzen van<br />

„ zijne onfchuld bijtebrengen) zo heb-<br />

,, ben wij Ondergetekenden ons ver-<br />

„ bonden, om voor de veiligheid van<br />

„ onze huisgezinnen, goederen en per-<br />

„ fonen te waken. Ten dien einde<br />

„ hebben wij ons door een heilig<br />

„ Verbond te zamen verenigd, en be-<br />

„ loven met plegtigen ede, het in-<br />

„ voeren der Inquifitie, uit al ons<br />

„vermogen, te zullen beletten, 't<br />

3 zij men dat heimelijk of in 't<br />

„ openbaar, en onder wat naam<br />

„ ook, .mogt beproeven. Tevens be-<br />

, tuigen wij 'er zeer verre af te<br />

, zijn, van tegen den Koning, on-<br />

, zen Heer, iets nadeligs voor-<br />

, tehebben; veeleer hebben wij al-<br />

, lep ons onveranderlijk voorgenomen,<br />

, 's Konings bewind te onderfteunea


NEDERLANDEN. 299<br />

„ en te befchermen, de rust te be- III.<br />

waren, en allen oproer naar ver­ BOEK.<br />

mogen te fluiten. Ingevolge dit voor-<br />

„ nemen, hebben wij gezworen, cn<br />

„ zweren bij dezen , de Regering<br />

heilig te zullen houden, en haar<br />

11 met woorden en daden te cerbie.digen,<br />

waarover wij God Almagtig<br />

„ tot getuigen aanroepen.<br />

„ Verder beloven en zweren wij, el-<br />

„ kandcr onderling ten allen tijde, en<br />

„ op alle plaatfen, tegen allen aan-<br />

,' val te zullen dekken en befchermen<br />

, voor zo verre die punten<br />

^ betreft, welke in dit Verbond zijn<br />

,' uitgedrukt. Wij verpligten ons hier-<br />

„ mede, dat generhande aanklagte on-<br />

„ zer vervolgers, met welken naam de-<br />

', zelve ook opgefchikt worde, zij moge<br />

„ muiterij, afval of anders heten, ons<br />

„ van onzen eed tegen hem, die aangeklaagd<br />

is, zal kunnen ontheffen,<br />

" of ons van onze belofte omtrent<br />

„ hem ontdaan. Gene handelwijze, die<br />

„ tegen de Inquifitie gerigt is, kan<br />

„ den naam van Opftand verdienen.<br />

„ Alwie derhalven uit dien hoofde in<br />

\, hegtenis wordt genomen, dien ver-<br />

„ binden wij ons hier, naar ons ver-<br />

,, mogen, te zullen helpen, en hem,<br />

„ door alle geoorloofde middelen, zij-<br />

„ ne vrijheid weder te geven. Hier-<br />

„ in, gelijk mede in alle overige<br />

„ regelen van ons gedrag, maar in-<br />

„ zonderheid tegens de Regtbank det


m.<br />

300 DE A F V A L D E R<br />

„ Inquifitie, onderwerpen wij ons aan<br />

BOEK. „ het algemene oordeel van het Verbond,<br />

„ of wel van die genen, welken wij<br />

„ eenparig als onze Raadslieden en<br />

„ Hoofden erkennen zullen.<br />

„ Ter bevestiging dezes, en ter be-<br />

„ kragtiging van dit Verbond, beroe-<br />

„ pen wij ons op den heiligen naam<br />

„ des levenden Gods, des Scheppers<br />

„ van Hemel en Aarde, en van al-<br />

„ les wat daarin is, die de harten,<br />

„ de gewetens en de gedagten be-<br />

„ proeft, en die de zuiverheid van<br />

n de onzen kent. Hem bidden wij<br />

„ om den bijfiand van zijnen Heili-<br />

„ gen Geest, opdat ons voornemen<br />

„ met geluk en eer gekroond wor-<br />

„ de, tot verheerlijking van zijnen<br />

i, Naam, en tot zegen en beflendi-<br />

, gen vrede des Vaderlands" (*).<br />

Dit Verbond, Compromis geheten,<br />

|<br />

verd dadelijk in verfcheidene talen overrebragt,<br />

en fnellijk door alle Gewes-<br />

1 en verfpreid. Elk der verbondene Ede-<br />

] en bragt al wat hij van vrienden,<br />

3 )loedverwanten, gunfielingen en bedien-<br />

« len had, te zamen, om het Ver-<br />

)ond fpoedig tot een groot ligchaam<br />

e maken. Men hield grote maaltijlen,<br />

welke gehele dagen lang duurlen:<br />

onwederftaanbare verzoekingen voor<br />

len zinlijk, lugtig flag van lieden, bij<br />

velken de diepfie ellenden den lusx<br />

00 BURG. 15Ö, 155. STRADA 118.


NEDERLANDEN.' 301<br />

tot een vrolijk leven niet hadden kun­ HL<br />

nen verdoven. Wie zig daar liet vin­ BOEK.<br />

den, (en elk was 'er welkom,) werd<br />

door voorkomende verzekeringen van<br />

vriendfehap vermurfd, door wijn verhit,<br />

door het voorbeeld medegefleept,<br />

en overweldigd door het vuur enei<br />

woeste welfprekendheid. Velen ftuurde<br />

men de hand ter ondertekening; wie<br />

twijfelde, werd gefcholden, wie fchroomde,<br />

bedreigd, en de welgezinden overfchreeud;<br />

menigeen wist in 'r gehee [<br />

niet, wat het eigenlijk was,_ waa:<br />

onder hij zijnen naam fchreef , et l<br />

fchaamde zich eerst lang daarna t<<br />

vragen. De algemene zwijmel lie<br />

gene keus over; velen dreef bloo<br />

Uitzinnigheid tot de partij; een aan<br />

zienlijke broederfchap lokte de genr<br />

gen; den vreesagtigen gaf het grot e<br />

getal moed. Men had zig van d e<br />

list bediend, om de namen en z<<br />

gels van den Prins van ORANJI 1<br />

de Graven van EGMOND, HOOR*<br />

ME GEN en anderen, bedrieglijk nat<br />

maken; een kunstgreep, waardoor ve ie<br />

honderden voor het Verbond gewo 1-<br />

oen wierden. Bijzonder had men h et<br />

hierbij ook op de Officieren van h :t<br />

leger gemunt, om zig in alle g lis<br />

vallen van dezen kant te dekken, b<br />

p<br />

aldien het tot geweld mogt komc<br />

a.<br />

Met velen gelukte het, vooral m<br />

et<br />

die van minderen rang, en Gra<br />

af<br />

BR EDERODE trok zelfs tegen en<br />

>n


302 D E A F V A L D E R<br />

ITT. Vaandrig, die zich bedenken -wilde,<br />

« O F. K.<br />

1<br />

den degen. Menfchen van allerlei rang<br />

en ftand tekenden. De Godsdienst<br />

maakte geen onderfcheid; zelfs Katholijke<br />

Priesters voegden zig bij het<br />

Verbond. De beweegredenen waren niet<br />

bij allen de "zelfde, maar bij allen<br />

werd het zelfde voorgeven gebruikt.<br />

Den Katholijken was het blotelijk om<br />

de affchaffing der Inquifitie, en verzagting<br />

der Plakaten, te doen; de<br />

Proteftanren beoogden ene onbepaalde<br />

vrijheid van geweten. Zommige dolzinniger<br />

hoofden voerden niet minder<br />

in den fchild, dan ene gehele omkering<br />

van het tegenwoordige beftuur;<br />

en de behoeftigften onder hen houden<br />

ene veragtelijke hoop op de algemene<br />

omkering (*).<br />

Een affcheids-maal, dat juist omrent<br />

dezen tijd aan de Graven van<br />

;CHwARTSENBERG en HOL te Brei<br />

!a, en kort daarna te Hoogftraten,<br />

i [egeven werd, trok velen van den<br />

( erften Adel ^naar beide plaatfen, on-<br />

C !er welken zig reeds verfcheidene be-<br />

\ onden, die airede het Verbond had-<br />

c en ondertekend. De Prins van ORAN-<br />

J E, de Graven van EGMOND, HOORN<br />

e n VAN ME GEN, waren mede bij dit<br />

g astmaal tegenwoordig, zonder affpraak<br />

e renwel, en zonder dat zij zelve tot<br />

h et Verbond behoorden; fchoon een<br />

O STRADA Irp. BURGUND. 159.—161.


NEDERLANDEN. 303<br />

van EGMOND'S Geheimfchrijvers, en III.<br />

enige Bedienden der overigen, zig open­ B O EK»<br />

lijk bij het zelve hadden gevoegd.<br />

Bij dezen maaltijd nu, verklaarden zig<br />

reeds driehonderd voor het Verbond,<br />

en de vraag werd opgeworpen, of<br />

men zig gewapend, dan ongewapend,<br />

met een Aanfpraak of Verzoekfchrift,<br />

tot de Landvoogdes zou vervoegen.<br />

HOORN en ORANJE (EGMOND wilde<br />

op generlei wijze de onderneming<br />

bevorderen,) werden hierbij tot fcheidslieden<br />

geroepen, welke voor den weg<br />

van befcheidenheid en onderdanigheid<br />

beflisten, doch juist hierdoor gelegenheid<br />

gaven tot de befchuldiging, dat<br />

zij de onderneming der Zamen gezworenen<br />

vrij openlijk onder hunne befchcrming<br />

genomen hadden. Men befloot<br />

dus, ongewapend, en met een<br />

Verzoekfchrift te verfchijnen, en 'er werd<br />

een dag bepaald, waarop men te<br />

Brusfel bijëen zou komen (*).<br />

De eerde wenk van dit Verbonc<br />

der Edelen werd der Landvoogdesfe<br />

door den Graaf VAN MEGEN, dadelijk<br />

na zijne wederkomst, gegeven<br />

„ 'Er werd", zeide hij, „ ene on<br />

„ derneming gefmeed, waarin drie<br />

„ honderd van den Adel begrepen wa<br />

„ ren; het gold den Godsdienst; d<<br />

„ gezamenlijke deelgenoten hadden zi{<br />

(*) BVEG, 150. 166.


III.<br />

BOEK.<br />

504 DE AFVAL DER<br />

„ door enen eed verbonden; zij maak*<br />

„ ten groten ftaat op buitenlandfche<br />

„ hulp; het overige zoude zij binnen<br />

„ kort vernemen". Meer zeide hij<br />

haar niet, hoe fterk zij 'er ook op<br />

aandrong. „ Een Edelman had het<br />

„ hem onder het zegel van geheim-<br />

„ houding toevcrtroud, en hij had zijn<br />

„ woord van eer daarvoor verpand".<br />

Eigenlijk was het niet zo zeer deze<br />

kieschheid, omtrent het punt van eer<br />

welke hem terug hield, van zig verder<br />

te verklaren, als wel zijn afkeer<br />

van dc Inquifitie, aan welke hij<br />

niet gaarn enen dienst wilde bewijzen.<br />

Niet lang na hem ftelde Graaf<br />

EGMOND de Landvoogde&fe een Affchrift<br />

van het Verbond ter hand,<br />

waarbij hij haar tevens de namen der<br />

Eedgenoten, enige weinigen uitgezonderd,<br />

opgaf. Ten zelfden tijde fchreef<br />

de Prins van ORANJE aan haar: „ 'Er<br />

„ werd," zo hij hoorde, „ een leger<br />

„ geworven; vierhonderd Officieren wa-<br />

ren airede benoemd, en binnen kort<br />

„ zouden 'er twintig duizend man in de<br />

„ wapenen verfchijnen". Dus werd het<br />

;erugt, door telkens nieuwe bijvoegr<br />

els, zo wel als in eiken mond, het<br />

revaar meer en meer vergroot (*).<br />

De Landvoogdes, door den eerften<br />

J "chrik dezer tijding bedwelmd, en door<br />

niets<br />

(*) HOPru. 69. 70. BURG. 166. 167.


NEDERLANDEN. 305<br />

niets dan vrees beftuurd, raapt in allerijl<br />

bijeen , allen die uit den Raad van<br />

Staten juist te Brusfel bij der hand<br />

waren, en laat tevens door enen dringenden<br />

brief den Prins van ORANJE,<br />

benevens den Graaf van HOORN, verzoeken<br />

, om hunne verlatene plaatfen<br />

in den Raad weder intenemen. Eer<br />

dezen nog aangekomen waren , overlegt<br />

zij met EGMOND, MEGEN en BAR-<br />

LAIMONT, wat befluit 'er in deze<br />

hachlijke omftandigheden dieride genomen.<br />

De vraag was, of het best ware dadelijk<br />

de wapenen optevatten , of<br />

van den nood ene deugd te maken,<br />

cn den Verbondenen hunne begeerte<br />

intewilligen ; dan, eindelijk, of men<br />

hen door beloften en ene fchijnbare<br />

infchiklijkheid zo lang zoude ophouden<br />

, tot dat men tijd had om regels<br />

voor zijn gedrag uit Spanje tc bekomen<br />

, en zig van geld en krijgsvolk<br />

te voorzien. Tot het eerfte ontbrak<br />

het nodige geld, en het niet minder<br />

nodige vertrouwen op het leger, dat<br />

misfehien reeds door de Verbondenen<br />

was overgehaald. Het twedc zou nimmer<br />

door den Koning worden goedgekeurd,<br />

en ook eer daartoe ftrekken,<br />

om den trots van het Eedgenootfchap<br />

te verheffen, dan tc vernederen; daar<br />

integendeel ene gepaste zagtheid en<br />

ene fpoedige onbepaalde vergiffenis van<br />

het gebeurde, het oproer mogelijk nog<br />

in de wieg zou kunnen fmoren. Het<br />

I. DEEL. V<br />

III;<br />

BOEK;


m<br />

BOEK.<br />

306 DE AFVAL DEK<br />

laatfte gevoelen werd door MECEN en<br />

EGMOND verdedigd, dog door BAR-<br />

LAIMONT bedreden. „ Het gerugt,"<br />

zeide deze, „ had de zaak vergroot;<br />

„ onmogelijk kon ene zo gedugte wa-<br />

„ pen - toerusting zo heimelijk en met<br />

,, zulk een' fpoed zijn toegegaan. Het was<br />

., een rot van enige degte lieden, door<br />

„ twe of drie dwepers opgedookt, en<br />

„ niets meer. Dc rust zou dra herdeld<br />

„ zijn, wanneer men enige koppen had<br />

,, afgedagen." De Landvoogdes beduit<br />

het oordeel van den vergaderden Raad<br />

van State af te wagten, dog blijft intusfehen<br />

niet dil zitten. De vestingwerken<br />

van de voornaamde plaatfen werden<br />

bczigtigd, en, waar zij befchadigd<br />

waren , herdeld ; hare Afgevaardigden<br />

aan vreemde Hoven worden gelast hunnen<br />

ijver te verdubbelen; vliegende boden<br />

naar Spanje gezonden. Te gelijk<br />

doet zij haar best, om het gerugt van<br />

de nabij zijnde overkomst des Konings<br />

van nicus tc verfpreiden, en in haar<br />

uiterlijk gedrag de dandvastighcid en<br />

bedaardheid te vertonen van iemand,<br />

die den aanval vcrwagt, en niet fchijnt<br />

voor denzelvcn te bezwijken.<br />

Met het einde van Lentemaand, en<br />

dus vier volle maanden na het opdel<br />

des Verbonds, vergaderde de gehele<br />

Raad van State te Brusfel. Hierbij<br />

waren tegenwoordig de Prins van ORANJE,<br />

(*) STRADA 120. BURGUND. 168, ió>


NEDERLANDEN. 3a?<br />

de Hertog van AARSCHOT, de Graven<br />

van EGMOND, van BERGEN, van<br />

MEGEN, van AREMBERG, van HOORN,<br />

van HOOGSTRATEN , van BARLAIMONT en<br />

anderen, de Heren van MÖNTIGNY en<br />

HACHICOURT, allen Ridders van het<br />

Gulden Vlies, benevens den Prefident<br />

VIGLIUS, den Staatsraad BRUXELLES,<br />

en de overige leden van den Geheimen<br />

Raad (*). Hier werden reeds verfcheidene<br />

brieven ten voorfchijn gebragt,<br />

welke van het ontwerp der zamenzwering<br />

nader berigt gaven. De uiterfte<br />

verlegenheid, waarin de Landvoogdes zig<br />

bevond, gaf den Misnoegden enen fteun,<br />

waarvan zij niet in gebreke bleven tans<br />

gebruik te maken, en hun lang onderdrukt<br />

gevoel bij deze gelegenheid in<br />

Woorden te uiten. Men veroorloofde<br />

zig bittere bezwaren tegen het Hof<br />

zelf , en tegen de Regering intebrengen.<br />

„ Nog onlangs," liet de Prins<br />

van ORANJE zig uit, „ heeft de Ko-<br />

„ ning veertigduizend gulden aan de<br />

Koningin van Schotland toegefchikti<br />

,, om haar in hare ondernemingen te-<br />

„ gen Engeland te onderfteunen, en<br />

„ zijne Nederlanden laat hij onder den<br />

„ last hunner fchulden zugten. Dog om<br />

,, van het ontijdige dezes onderftands,<br />

„ en deszelfs flegt gevolg (f) niet eens<br />

(*) HOPPER. 71. 72. BURG. 173.<br />

(f) Dit geld was in de handen van Ko<br />

ningin ELISABET gevallen.<br />

V %<br />

lil<br />

BOEK.


a.<br />

BOEK<br />

• 3o8 DE AFVAL DER<br />

,i te fpreken, waarom haalt hij ons den<br />

, „ toorn ener Vordin op den hals, die<br />

„ ons als Vriendin zo waardig, maar<br />

als Vijandin zo gedugt is?" Ook kon<br />

de Prins bij deze gelegenheid zig niet<br />

onthouden te reppen van den heimelijken<br />

haat, welken de Koning tegen het<br />

huis van Nasfau, en tegen hem in 't<br />

bijzonder, voedde. „• Het is bekend,"<br />

zeide hij, „ dat hij met de erfvijan-<br />

„ den van mijn huis beraadflaagd heeft,<br />

„ mij, om 't even op welke wijze,<br />

„ van kant te helpen, en dat hij met<br />

„ ongeduld flegts ene gunfiige gelegen-<br />

„ heid daartoe afwagt/' 's Prinfen voorbeeld<br />

opende mede den mond aan den<br />

Graaf van HOORN en vele anderen,<br />

die met veel drifts over hunne eigene<br />

verdienden en de ondankbaarheid des<br />

Konings uitweidden. De Landvoogdes had<br />

moeite om het gedruis te dillen, en<br />

de aandagt op het eigenlijke onderwerp<br />

der Vergadering te bepalen. De vraag<br />

was, of men den Verbondenen, welke<br />

men nu wist dat zig met een Verzoekfchrift<br />

ten Hove zouden vervoegen, gehoor<br />

zou geven, dan niet ? De Hertog<br />

van AARSCHOT, de Graven van<br />

AREMBERG , Van M E G E N en BAR-<br />

LAIMONT ftemden daartegen. „ Waar-<br />

„ toe vijfhonderd menfchen," zeide de<br />

laatfte, „ om een klein gefchrift over-<br />

„ tegeven? Deze tegendclling van ne-<br />

„ derigheid en notschheid beduidt niets<br />

„ goeds. Laat hen enen agtenswaardigen


NEDERLANDEN. 30?<br />

„ man uit hun midden, zonder ftaat- HT.<br />

" fij, zonder aanmatiging, tot ons zcn-<br />

„ den, en langs dezen weg hunne be-<br />

„ geerte aan ons voordragen. Dat men<br />

„ hun anders de deur toefluite, of, zo<br />

„ men hen al wil binnen laten, dat<br />

,, men hen dan op het itrenglle gade<br />

„ fla, en dc eerfte (loutheid, waaraan<br />

„ een van hun zig fchuldig mogt ma-<br />

„ ken , met den dood ltraffe." De<br />

Graaf van M AN S V E L D , wiens eigen<br />

zoon mede tot de Verbondenen behoorde,<br />

verklaarde zig insgelijks tegen de<br />

Partij ; hij had gedreigd zijnen zoon<br />

te onterven, zo hij zig niet aan het<br />

Verbond onttrok. Ook de Graven van<br />

ME G E N en A R E M B E R G maakten zwarigheid<br />

, om het Verzoekfchrift aantene^<br />

men. - Maar de Prins van O R A N J E , dc<br />

Graven van E G M O N D , H O O R N , H O O G<br />

S T R A T E N cn meer anderen, Hemden 'e:<br />

met nadruk voor. ,, Dc- Verbendenen,:<br />

verklaarden zij, ,, (tonden bij hun al I<br />

„ menfchen van eer en deugd bekend ><br />

„ met velen uit dezelve waren zij doo<br />

r<br />

„ banden van vriendfehap en bloedver<br />

„ wantfehap verknogt, en zij durfde: 1<br />

„ voor derzelver gedrag inftaan. Ec 1<br />

„ Verzoekfchrift intelevercn Hond elke j<br />

„ Onderdaan vrij ; zonder onregtvaardi T<br />

3<br />

„ te zijn kon men een zo aanzienlij fc<br />

„ gezelfchap geen regt weigeren, 't<br />

„ welk de geringde mensch in de n<br />

,, Staat mogt genieten." Het befluit yïi<br />

:1<br />

dus, daar- de meeste (temmen voor d<br />

BOEK.<br />

LE<br />

V


$lo DE AFVAL DER<br />

III. gevoelen waren, de Verbondenen toc-<br />

SOEK, telaten, mids dat zij ongewapend<br />

. verichenen, en zig met belcheidenheid<br />

gedroegen. De kibbelarijen tusfehen<br />

de leden van den Raad, hadden het<br />

gröotfte gedeelte van den tijd weggenomen<br />

, zodat men de verdere raadpleging<br />

tot ene twede zitting moest<br />

uitftellen, welke dadelijk den volgenden<br />

dag werd geopend (*_).<br />

Om de hoofdzaak niet, gelijk den.<br />

vorigen dag, in nutteloze klagten te<br />

verliezen, fpoedde de Landvoogdes ditmaal<br />

regelregt naar het doel. „ BRE-<br />

„ DERODE," zeide zij; „ zal, gelijk<br />

onze bérigten luiden, in naam van.<br />

,, her Verbond ons om de affchaf-<br />

„ fing der Inquifitie , en verzagting<br />

„ der Plakaten komen verzoeken. Het<br />

„ oordeel van mijnen Raad moet mij<br />

„ bepalen, wat ik hem zal antwoor-<br />

„ den; dan, eer dezen hunne gevoe-<br />

„ lens voordragen , zij het mij ver-<br />

„ gund, een woord te laten vooraf-<br />

,, gaan. Mij is gezegd, dat 'er ve-<br />

„ len, ook zelfs onder U, Mijne<br />

„ Heren! gevonden worden, welke de<br />

„ Geloofs - Plakaten van den Keizer,<br />

„ mijnen Vader , openlijk aanranden ,<br />

„ en dezelve den Volke als onmenfchelijk<br />

en barbaarsch affchilderen.<br />

„ Nu vrage ik U, Gij Ridders van<br />

„ het Vlies, Raden van zijne Maje-<br />

(_*") STRADA iai. 122..


NEDERLANDEN. JU<br />

, fteit en van den Staat, of gij niet III.<br />

" zelve uwe Hemmen tot deze Plakaten j<br />

*' hebt gegeven? of de Staten des Lands ,<br />

" dezelven niet als wettelijk verbindende<br />

',' erkend hebben? Waarom keurt men<br />

" tans af , wat men. voormaals voor<br />

" wettig verklaarde? Of is het daar-<br />

" om, wijl het tans meer dan ooit<br />

\\ noodzakelijk is geworden? Sint wanneer<br />

is de Inquifitie in de Neder-<br />

" landen iets zo ongewoons geworden?<br />

Heeft de Keizer dezelve niet reeds<br />

voor zestien jaren ingevoerd, en waarin<br />

zou zij wreder zijn, dan de Pla-<br />

' katcn ? Zo men toeitemt, dat deze<br />

" laatfien een werk van wijsheid ge-<br />

" weest zijn; zo de algemene goedkeu-<br />

„ ring der Staten dezelve bekragtigd<br />

", heeft; waarom dan dat misnoegen<br />

" tegen de eerstgenoemde, welke tog<br />

" veel menfcheiijker is dan de Plaka-<br />

" ten, wanneer deze volgens den let-<br />

H ter worden nagekomen? Spreekt tans<br />

" vrij uit, ik wil uw oordeel hierme-<br />

" de zijne vrijheid niet benemen, maar<br />

" het is ook uwe zaak, toe te zien,<br />

dat hetzelve niet door drift over-<br />

" heerscht worde." De Raad was, ge­ V<br />

lijk gewoonlijk, in twe gevoelens verdeeld<br />

; dog die weinigen , welke de<br />

Inquifitie en de letterlijke nakoming der<br />

Plakaten vooritonden, werden zeer verre<br />

door de tegenpartij, welke den Prins<br />

van ORANJE aan 't hoofd had, overftemd.<br />

„ Had men tog," du* ving hij<br />

V A<br />

BOEK.


m<br />

BOEK.<br />

312 DE AFVAL DER<br />

aan, „ mijne voorftellen der overwe-*<br />

„ ginge waardig gekeurd, toen zij nog<br />

„ maar verre afzijnde bekommeringen wa-<br />

„ ren, dan zou men niet daartoe heb-.<br />

„ ben behoeven te komen, om de uiter-<br />

,, fle middelen te beproeven; dan zou-<br />

„ den menfchen, die in dwalingen ver-<br />

„ keerden, niet door die zelfde maat-<br />

„ regelen , welke aangewend werden,<br />

„ om hen daarvan terug te brengen,<br />

„ dieper in dezelve verzonken zijn.<br />

„ Wij allen, gelijk gij ziet, ftemj,<br />

men in de hoofdzaak overeen. Wij<br />

„ allen wenfchen den Katholijken Gods-<br />

„ dienst buiten gevaar te zien ; kan<br />

„ dit niet zonder hulp der Inquifitie<br />

„ te werk gefield worden, welaan,<br />

„ zo bieden wij goed en bloed ten<br />

is dienfte van haar aan; • maar juist<br />

„ dit is het, gelijk gij hoort, waar-<br />

„ over de mcesten onzer geheel an-<br />

„ ders denken." (*)<br />

,, 'Er is ene tweërlei foort van In-<br />

„ quifitie, waarvan dc Roomfche Stoel<br />

„ zig de ene aanmatigt, terwijl de<br />

r, andere federt onheugelijke tijden door<br />

,, de Bisfchoppen is geoefend. De<br />

, kragt des vooroordeels en der ge-<br />

, woonte heeft ons de laatfte ver-<br />

, draaglijk en ligt gemaakt. Deze zal<br />

, in de Nederlanden weinig tegenftands<br />

, vinden , en het vermeerderde getal<br />

, van Bisfchoppen zou<br />

I<br />

dezelve genoeg-i<br />

£*) STRADA 123. 124.


NEDERLANDEN. 3U<br />

?, faam maken. Wat doet men dan IR.<br />

„ tog mee de eerfte, wier blote naam BOEK.<br />

P, alle gemoederen in oproer brengt?<br />

„ Zo vele volken misfen dezelve, en<br />

„ waarom moet zij dan ons juist wor-<br />

,, den opgedrongen? Voor L u T H E R<br />

„ heeft niemand haar gekend; de Kei-,<br />

„ zer was de eerlte, die haar in-<br />

„ voerde; maar dit gelchiedde in enen<br />

„ tijd, toen 'er gebrek was aan Gees-<br />

„ telijke Opzieners; toen de weinige<br />

„ Bisfchoppen zig daarenboven traag<br />

„ betoonden, en de zedenloosheid der<br />

„ Geestelijken hen van het Regteramt<br />

„ uitfloot. Tans is alles veranderd;<br />

„ tans tellen wij zo vele Bisfchop-<br />

„ pen, als 'er Landfchappen zijn. Waar-,<br />

,, om zou het beftuur zig niet fchik-<br />

„ ken naar dc tijden ? Zagte middc-<br />

„ len hebben wij nodig, maar gene<br />

„ harde. Wij zien 's Volks misnoe-<br />

„ gen, welk wij moeten zoeken te<br />

„ Rillen , .zal het niet tot oproer<br />

„ overflaan. Met den dood van PIUS<br />

„DEN VIERDEN is de Volmagt der<br />

„ Inquifiteurs ten einde gelopen ; dc<br />

„ nieuwe Paus heeft nog gene bc-<br />

,, kragtiging overgezonden, zonder wel-<br />

„ ke tog anders niemand zig onder-<br />

„ wonden heeft , zijn amt tc oefc-<br />

„ nen. Nu is het derhalven de tijd,<br />

„ dat men haar kan opfchorten, zon-<br />

?, der iemands regten te benadelen."<br />

„ Het gene ik omtrent de Inquifr<br />

& tie oordele, geldt ook ten opzig<br />

V §


III.<br />

BOEK.<br />

SI4 DE AFVAL DER<br />

,, te der Plakaten. De nooddwang der<br />

„ tijden heeft die afgeperst; maar die<br />

„ tijden zijn nu voorbij. Ene zo lang-<br />

„ durige ondervinding behoorde ons nu<br />

,, eindelijk geleerd te hebben, dat te-<br />

„ gen Ketterij geen middel weiniger<br />

„ helpt, dan zwaarden en brandlta-<br />

„ pels. Welke ongelooflijke vorderingen<br />

„ heeft niet de nieuwe Godsdienst,<br />

„ federd maar weinige jaren, in deze<br />

„ Gewesten gemaakt! en wanneer wij<br />

„ de gronden van dezen aanwas na-<br />

„ gaan, zullen wij die vinden in de<br />

v roemrijke ftandvastigheid der genen,<br />

„ die als flagtoffers voor dezelve ge-<br />

„ vallen zijn. Vervoerd door medelijw<br />

den en verwondering, begint men<br />

„ in flilte te vermoeden, dat het wel<br />

„ waarheid moet zijn , wat met zulk<br />

, enen onverwinlijken moed wordt fiaan-<br />

, de gehouden. In Vrankrijk en Engeland<br />

, werden de Protcllanten met dezelf-<br />

, de ftrengheid behandeld, maar heeft<br />

„ men daar meer dan bij ons ge-<br />

, wonnen ? De eerfte Christenen be-<br />

, roemden zig reeds, dat het bloed<br />

, der Martelaren het zaad hunner Ker-<br />

, ke was. Keizer JULI AAN, de ge-<br />

, dugtfle vijand, welken het Christen-<br />

, dom ooit gehad heeft, was van<br />

, deze waarheid ten fterkflen overtuigd.<br />

1 , Verzekerd , dat vervolging het En-<br />

, thufiasmus flegts meer ontftak, nam<br />

, hij zijne toevlugt tot fpotternij, en<br />

: , vond<br />

I<br />

hierin een veel fterker wa-


NEDERLANDEN. 3»5<br />

„ pen, dan in geweld. In het Gnek-<br />

„ fche Keizerrijk zijn in onderfcheidene<br />

„ tijden onderfcheidene fekten opge-<br />

„' ftaan; ARIUS onder CONSTANT-IJK,<br />

„ AëTius onder CONSTANTIUS, NES-<br />

„ TOKIUS onder THEODOSIUS; dog<br />

„ nergens vindt men, dat tegen deze<br />

„ Dwaal-leeraars zclven , of tegen der-<br />

„ zeiver aanhangers ftraffen zijn uitge-<br />

„ voerd, gelijk aan die, welke in<br />

„ onze Landen ingevoerd zijn: en waar<br />

„ zijn tans alle die fekten gebleven,<br />

„ die, zou ik wel haast mogen zegden<br />

een gehele wereld niet fcheen<br />

" t &<br />

e kunnen bevatten? Maar zo gaai<br />

" het met de Ketterij: ziet men haai<br />

" met veragting voorbij, zo verzinki<br />

" zij in haar niet. Zij is een ijzer.<br />

', dat, wanneer het ftil Hgt, verroest;<br />

maar door het gebruik Icherp wordt<br />

' Men wende de ogen van haar af<br />

" en zij zal hare vermogendfte be<br />

„' koring verliezen, de betovering na<br />

' melijk . van het nieuwe en verbo<br />

dene. Waarom willen wij' ons me (<br />

vergenoegen met maatregelen, welk<br />

wij door zulke grote Vorften vmdei 1<br />

goedgekeurd? Voorbeelden kunnen on i<br />

op de veiligfie wijze leiden." _<br />

" Maar waartoe voorbeelden uit d<br />

„ oude tijden des Heidendoms, daa r<br />

„ het roemrugtige voorbeeld van O<br />

„ R E L DEN VIJFDEN, deil gTOOtfte<br />

„ der Koningen , voor ons ligt, dl<br />

„ eindelijk, door zo vele ondervmdir<br />

IH.<br />

BOEK.<br />

i


ÉL<br />

BOEK.<br />

'Jiff DE AFVAL DER<br />

gen overreed, den bloedigen weg der<br />

„ vervolging verliet, en, vele jaren<br />

„ voor zijnen aflland van den troon,<br />

,, tot zagtheid overging. FILIPS zelf,<br />

„ onze Genadige Heer, fcheen voor-<br />

„ maals tot infchikkelijkheid over te<br />

„ hellen; dog de raadflagen van enen<br />

„ GRANVELLE en zijns gelijken, leer-<br />

„ den hem anders; met wat regt,<br />

mogen zij zelve goedmaken. Wat<br />

„ mij betreft, ik ben fint lang van<br />

„ oordeel geweest, dat de wetten zig<br />

„ naar de zeden, en de grondftellin-<br />

„ gen naar de tijden moeten fchik^<br />

„ ken , zullen zij anders een goed<br />

„ gevolg hebben. Ten befluite herin.<br />

,, nere ik U nog' de naauwe ver?<br />

,> ftandhouding, welke tusfehen de Hu-<br />

„ genoten , en de Vlaamfche Prote-><br />

„ Hamen ftand grijpt. Dat wij ons<br />

,, tog wagten, hen meer te verbitter<br />

„ ren, dan zij tans reeds zijn. Laat<br />

}, ons omtrent hun gene Franfche Ka?<br />

„ tholijken zijn, opdat zij niet in 't<br />

„ hoofd krijgen de Hugenoten tegen<br />

„ ons te fpelen, en, even als dc-<br />

,, zen, hun Vaderland in de akelighe-<br />

„ den van enen burger-oorlog te ftorten."<br />

(*)<br />

(*) BURG. 174—180. HOPP. 72. STRA.<br />

DA 123. 124. „ Niemand moet zig verwon-<br />

„ deren," zegt BURGUNBIUS, (een fterke<br />

ijveraar voor het Katholijke Geloof, en de<br />

Spaanfche partij,) „ dat in de redevoering<br />

„ van dezen Prins zo veel wijsgerige kun-


NEDERLANDEN.' *»/<br />

Het. was niet zo zeer de waarheid III.<br />

en het onwederlegbare der gronden , BOEK.<br />

welke van de meerderheid in den Raad<br />

onderfteund werden , als veeleer de<br />

vervallen ftaat der krijgsmagt en de<br />

uitgeputte fchatkist, waardoor men verhinderd<br />

werd, het tegengeftelde gewapenderhand<br />

doortezetten , waaraan de<br />

Prins van ORANJE te danken had, dat<br />

zijne voorftellen voor ditmaal niet geheel<br />

zonder uitwerking waren. Om ten<br />

minften den eerden dorm afteweren ,<br />

en den nodigen tijd te winnen, om<br />

zig beter tegen den zeiven in daat te dellen,<br />

kwam men overeen, den Verbon<br />

denen een gedeelte hunner verzoeker I<br />

intewilligcn. 'Er werd bedoten , d(<br />

draf bevelen<br />

zo als hij<br />

des<br />

zelf<br />

Keizers te verzagten i<br />

die verzagten zoude<br />

indien hij in den tegenwoordigen tiji<br />

weder opdond; zo als hij zelf eenmaal<br />

in gelijke omdandigheden, het niet be<br />

neden zijne waardigheid had geoordeel<br />

dezelve te verzagten. De Inquifitie zou<br />

waar zij niet was ingevoerd, agterblij<br />

ven; waar zij werkelijk plaats had<br />

zou zij op enen zagter voet worde 1<br />

gebragt, of wel geheel en al dil zii<br />

ten , dewijl de Inquifitie - meesters (z 3<br />

drukte men zig uit, om den Protc<br />

ftanten het geringe vermaak niet te gut 1-'<br />

jien, dat zij gevreesd werden, of d: .t<br />

„ de doordraait. Hij had dezelve in d<<br />

„ omgang met BALDUINUS opgedaan."


HL<br />

BOEK.<br />

3iS DE AFVAL DER<br />

men hunne verzoeken regt liet wedervaren)<br />

door den nieuwen Paus nog niet<br />

bekragttgd waren. De Geheime Raad<br />

werd gelast, dit befluit zonder verwijl<br />

aftevaardigen. Op die wijze voorbereid,<br />

wagtte men het Verbond af. (*)<br />

De Raad was nog niet gefcheiden,<br />

toen door gansch Brusfel alreeds de tijding<br />

klonk, dat de Verbondenen de<br />

Stad naderden. Zij beftonden flegts uit<br />

twehonderd paarden , doch dit getal<br />

werdt door het gerugt aanmerkelijk vergroot.<br />

De Landvoogdes, in grote verlegenheid,<br />

wierp de vraag op, of men<br />

den Inkomenden de poorten zou fluiten,<br />

of zig door de vlugt redden; Dit<br />

werd beide als fchandelijk verworpen;<br />

ook werd door de ftille Intrede der<br />

Edelen, de vrees voor enen geweldigen<br />

aanval weldra van grond ontbloot. Den<br />

eerften morgen na hunne aankomst vergaderden<br />

zij aan het huis van KUI­<br />

LENBURG, waar hun door BREDERO-<br />

DE een twede eed werd afgevraagd,<br />

hierin beflaande, dat zij zig verbonden<br />

, om, met agterftelling van alle<br />

mdere pligten, eikanderen, des noods<br />

jelfs met de wapenen , bij te ftaan.<br />

rlier werd hun ook een brief uit Spane<br />

voorgelezen, waarin gemeld werd,<br />

j<br />

( lat zeker Proteftant, dien zij allen ken-<br />

< len en hoogagttcn, door een langfaam<br />

'uur, levende aldaar verbrand was. Na<br />

(*) STRADA 124. 125.


NEDERLANDEN. T'P<br />

deze en zoortgelijke voorbereidfelen, riep III.<br />

hij hen een voor een bij name op, BOEK.<br />

liet hen , in hunnen eigen naam, en<br />

in naam der afwezenden, den nieuwen<br />

eed afleggen, en den ouden herhalen.<br />

De volgende dag, zijnde de vijfde van<br />

Grasmaand des jaars 1566, werd tot<br />

de overgave van het Verzoekfchrift vastgefteld.<br />

(*)<br />

Hun aantal was tans tusfehen de drieen<br />

vierhonderd. Onder dezen bevonden<br />

zig vele Leenmannen van den voornaamften<br />

Adel, alsmede verfchéidene Bedienden<br />

van den Koning zclvcn, en van<br />

dc Hertogin (f). Met den Graaf van<br />

NASSAU en BREDERODE aan het hooid,<br />

trokken zij, in geregelde orde, vier aan<br />

vier , naar het Hof; gansch Brusfel<br />

volgde dit ongewone fchoufpel in ene<br />

ftille verbaasdheid. Men zag hier enen<br />

hoop menfchen, die moedig en trotsch genoeg<br />

optrokken,om niet als fmekenden te<br />

verfchijnen, aangevoerd door twe mannen<br />

, die men niet gewoon was te zien bidden;<br />

aan den anderen kant, zo veel orde,<br />

zo veel nederigheid en zedige ftilte,<br />

als met enen Opftand kwalijk is overeentebrengen.<br />

De Landvoogdes ontvang!<br />

den trein, door alle hare Raden en de<br />

Vlies-ridders omftuwd. „ Deze Edele Ne<br />

„ derlanders," dus fprak BREDERODE haai<br />

met ene eerbiedige buiging aan, „ wel<br />

(*) STRADA 126.<br />

(f) HOPPER 73.


S^o DE AFVAL DER<br />

III.<br />

e n<br />

ü ^ Uwe Hoogheid hier voor zig<br />

ÜOEK. „ ziet, en nog veel meer, welke<br />

„ fpoedig zullen aankomen, verlangen<br />

,, U een verzoek voortedragen, van<br />

„ welks gewigt, zo wel als van hun-<br />

„ ne onderdanigheid, deze plegtige op-<br />

4, togt U zal overtuigen. Ik, die uit<br />

„ aller naam het woord voere, bid-<br />

„ de U dit Verzoekfchrift aantenemen*<br />

„ 't welk niets bevat, wat niet met<br />

„ 's Lands welzijn en 's Konings waar-<br />

„ digheid beftaanbaar is." < „ Zo<br />

„ dit Verzoekfchrift," antwoordde MAR­<br />

GAREET, „ werkelijk niets behelst,<br />

„ wat met het welzijn des Vader-<br />

„ lands, en de waardigheid des Kot,<br />

nigs ftrijdt, is 'er geen twijfel, of<br />

„ het zal gunstig worden aangeno-<br />

„ men." „ Zij hadden," voer de<br />

fpreker voort, „ met leedwezen ver-<br />

„ nomen , dat men aan hunne ver-<br />

,, bindenis verdagte oogmerken toefebreef*<br />

e n<br />

n Hare Hoogheid ten nadele van<br />

„ hun had vooringenomen; hierom ver-<br />

,, zogten zij Haar, dc inbrengers van zul-<br />

,, ke zware befchuldigingen hun te noe-<br />

, men, en dezen te noodzaken hun-<br />

, ne aanklagte op ene wettige wijze<br />

, en openlijk te doen, opdat die ge-<br />

5 , nen, welken men fchuldig zou vin-<br />

5 , den, de verdiende ftraf mogten on-<br />

5 » dergaan." — „ Men kon," antwoord-<br />

( le de Landvoogdes, „ haar gewislijk<br />

J , niet verdenken, omdat zij, op de<br />

, nadelige gcrugtcn aangaande de oog-<br />

mer-


NEDERLANDEN. 3**<br />

£ merken en verbindenisfen der Bond- III.<br />

„ genoten , nodig had geoordeeld, de BOEK.<br />

,, Stadhouders der Provinciën opmerk-<br />

„ faam daarop te maken ; maar nimmer<br />

>, zou zij de aanbrengers van dat be-<br />

„ rigt noemen : Staatsgeheimen te verra-<br />

„ den," voegde zij met enen blik van<br />

ongenoegen hierbij , „ kon met geen<br />

„ regt van haar gevorderd worden." Nu<br />

befcheidde zij de Edelen tegen den volgenden<br />

dag, om het antwoord op hun<br />

verzoekfchrift te halen , waarover zij<br />

tans nog eens met de Ridders ging raadplegen<br />

(*><br />

Het Verzoekfchrift was van aezen inhoud.<br />

„ De Nederlanders , Mevrou !<br />

„ zijn, altoos en alomme , voor getrou<br />

A jegens hunne Vorsten vermaard ge-<br />

„ weest ; met name de Edelen , die<br />

„ ook nog , zo zeer als ooit, geneigd<br />

„ zijn , de voctftappen der voorouderen<br />

„ te volgen. Dog de dienst, dien wij<br />

„ den Vorst tegenwoordig doen , moet<br />

„ voor den grootlten en voegelijkiten ge-<br />

„ rekend worden , alfchoon wij 'er den<br />

„ ondank uwer Hoogheid door op der<br />

„ hals mogten halen. De Inquifitie is.<br />

„ vertrouwen wij , zo wel als de fcher-<br />

„ pe Plakaten , met ene goede mening,<br />

„ door zijne Majefteit ingevoerd , er<br />

„ om te doen naarkomen, 't gene Kei-<br />

zer KAREL eertijds raadfaam geoordeelc<br />

(*) HOPPER 73. STRADA 126.<br />

BURG. 182. 183.<br />

X


lii.<br />

BOEK<br />

Sas TfE AFVAL DER.<br />

„ had. Doch de rijden verfchillen en ei*<br />

, „ fchen bijzondere hulpmiddelen. De<br />

. „ Plakaten , fchoon niet ten ftrcngften<br />

„ naargekomen, hebben reeds merkclij-<br />

,, ke beroerten veroorzaakt. Wat heeft<br />

„ men anders te wagten , dan een' al»<br />

„ gemenen opftand , tot onherllelbaar be-<br />

„ derf der Landen, zo ze , volgens<br />

„ 's Konings last , zonder enige mati-<br />

„ ging, worden in 't werk gefield ? Wij<br />

,, hadden gehoopt, dat de Heren of<br />

„ Staten reeds voorlang enig vertoog<br />

„ hierover zouden gedaan hebben ; doch<br />

„ zulks niet zijnde gevolgd , om rede-<br />

„ nen , die wij niet bevroeden kunnen,<br />

„ hebben wij ons, volgens onzen eed<br />

„ en pligt , verbonden gerekend, om<br />

„ niet langer te zwijgen ; vertrouwende ,<br />

„ dat zijne Majefteit ons dit niet kwa-<br />

„ lijk afnemen zal, alzo wij , hebbende<br />

„ onze huizen en goederen meest, liggen<br />

„ in het open veld, bij enen gevrees-<br />

„ den opftand , den eerften aanfioot lij—<br />

,, den zouden , en ook niemand van<br />

„ ons , ja niemand in Nederland zijns<br />

„ lijfs zeker is, zo men de Plakaten ten<br />

,, ftrengften wil hebben uitgevoerd ; ftaan-<br />

„ de , in zulk een geval, elk bloot voor<br />

„ de haat van den eerften kwaadaartigen<br />

„ befchoidiger. Wij bidden uwe Hoog-<br />

„ hcid dan ootmoediglijk , dat zij, zon-<br />

,, der uitftel , iemand gelieve aftezenden<br />

aan den Koning, met ernllig<br />

,, verzoek, dat zijne Majesteit in de<br />

,, gemelde zwarigheden ten fpoedigffen


NEDERLANDEN. 3*3<br />

u gelieve te voorzien , door het intrek- IIL<br />

. ken en te niet doen der Plakaten, ma- x<br />

„ kende nogtans, bij rade en bewilli- ;<br />

j, ging der algemene Staten, anderen<br />

„ in derzelver plaatfc. Wij fmeken daar-<br />

„ enbovcn, dat uwe Hoogheid , ter-<br />

„ wijl de Koning deze onze begeerte<br />

„ overweegt , de Inquifitie en Plakaten<br />

„ bij voorraad buiten uitvoering fielt,<br />

tot dat zijne Majesteit ander bevel ge-<br />

„ ven mogt. Betuigende wij anderzins<br />

„ wel ernllelijk, onichuldig te willen<br />

„ gehouden worden aan alle dc kwa-<br />

, de gevolgen, die uit het verwaar-<br />

„ lozen van dezen goeden raad zou-<br />

„ den mogen ontftaan. Wij hebben<br />

„ ons, als getrouwe dienaars en vas-<br />

„ Uilen des Konings , gekweten van<br />

„ onzen pligt, zonder dien ergens in<br />

„ te buiten gegaan te zijn ; waarom wij<br />

„ te vlijtiger en te vuriger bidden ,<br />

„ dat uwe Hoogheid gelieve te letten<br />

„ op ons verzoek, eer 'er meer on-<br />

„ heil van kome : 't welk doende ,<br />

„ zal zij wel doen (*)<br />

Den volgenden dag vcrfchcncn de<br />

verbondenen in gelijke ltaatfij, maar<br />

nog lterkcr in getal , (want de Graven<br />

van Bergen cn Kuilenburg wa-<br />

(*) Wij hebben hier hec verzoek _ letterlijk<br />

van WAGEN AAR, die BOR gevolgd is, overgenomen<br />

, daar de Heer SCHILLER alleen bij<br />

vege van verhaal den inhoud daarvan mede<br />

deelt.<br />

V E U T A t E R.<br />

X 2<br />

: O E Ito


III.<br />

BOEK.<br />

324 DE AFVAL DER<br />

ren met hunnen aanhang intusfchen 'er<br />

bij gekomen) voor de Landvoogdes,<br />

om haar befluit te ontvangen. Dit<br />

was op den rand van het Verzoekfchrift<br />

getekend, en van dezen inhoud<br />

: „ Dc Inquifitie en de Plakaj,<br />

ten gansch en al optefchorten ,<br />

„ ftond niet in haar magt ; dog zij<br />

„ was bereid om , overeenkomstig de<br />

„ begeerte der Verbondenen , énen uit<br />

„ den Adel naar Spanje te zenden, en<br />

„ hunne begeerten bij den Koning met<br />

„ alle magt te onderfteunen. Inmiddels<br />

,, zou men den Inquifitie-meesteren aan-<br />

„ bevelen, hun amt met gematigdheid<br />

„ waartenemen ; daartegen verwagtte zij<br />

,, ook van de Verbondenen , dat zij zig<br />

„ vart alle gewelddadigheid onthouden,<br />

„ en niets tegen de Katholijken onder-<br />

„ nemen zouden." Hoe luttel ook deze<br />

algemene en onzekere toezegging de Verbondenen<br />

te vrede ftelde , was dit<br />

evenwel alles, wat zij met enigerhande<br />

vvaarfchijnlijkheid voor eerst vcrwagten<br />

konden. De goedkeuring of verwerping<br />

van het Verzoekfchrift had met<br />

het eigenlijke oogmerk des Verbonds<br />

niets te doen. Voor het tegenwoordige<br />

was het genoeg, dat het flegts was<br />

opgerigt; dat 'er nu voordaan iets voor<br />

handen was, waaraan de geest des oproers<br />

zig vasthouden, waardoor men de<br />

Regering, zo dikwijls als het nodig ware,<br />

bevreesd maken kon. De Verbondenen<br />

handelden dus overëenkomftig hun


NEDERLANDEN. 3*5<br />

ontwerp, dat zij zig met dit antwoord III.<br />

vergenoegden, en het overige op de uit- 30EKf<br />

fpraak des Konings lieten aankomen. ,<br />

Daar over 't geheel het ganfche gochelfpel<br />

van dit verzoek alleen maar uitgevonden<br />

was, om het ftouter ontwerp<br />

des Verbonds, agter dit masker van verzoekenden<br />

zo lang te verbergen, tot dat<br />

het genoegfame kragtcn zou hebben gekregen,<br />

om zig in zijne ware gedaante<br />

te vertonen; moest hun veel meer aan<br />

de genoegfaamheid van deze mom, en aan<br />

een gunftig onthaal van het Verzoekfchrift,<br />

dan aan een fpoedige toeftemming<br />

gelegen zyn. Zij drongen hierom<br />

in een twede Gefchrift, drie dagen .later<br />

overgegeven, op een uitdrukkelijke<br />

verklaring van de Landvoogdesfe, „ dat<br />

„ zij niets anders, dan hunnen pligt had.<br />

„ den gedaan, cn dat alleen ijver voor<br />

„ den dienst des Konings hen beftuurd<br />

„ had". (*) Als de Hertogin van deze<br />

verklaring niets repte, zonden zij, reeds<br />

buiten gegaan zijnde, nog iemand aan<br />

( * ) En bijgevolg was deze hun , flipt genomen,<br />

nog groten dank daarvoor fchuldig, 3al<br />

zij het op zig genomen hadden, hem tegel<br />

zijne eigene inftelïingen te verdedigen ; wan<br />

anders zeide de inhoud van het Compromis toj<br />

niet. Zij fcheidden, vrij fpitsvindig, het werf<br />

van zijnen Maker, befchouden de Inquifitie al:<br />

zijne en hunne gemene vijanden, en hielden zig<br />

als of Zij niet wisten, dat hij zelf de gen<<br />

was, die hun dezelve opdrong, en dat he<br />

dus alleen op hem aankwam, hen daarvan ti<br />

bevrijden,<br />

X 3


326 DE AFVAL DER<br />

III. Haar af, om deze begeerte te her­<br />

BOE K. halen. ,, De tijd alleen, en het toe-<br />

• „ komende gedrag der Edelen," was<br />

haar antwoord, „ zouden best over<br />

„ hunne oogmerken oordeel vellen". (*)<br />

Gastmalen hadden aan het Verbond<br />

zijnen oorfprong gegeven; een Gastmaal<br />

. voltooide hetzelve. Op den zelfden<br />

dag, toen het twede Verzoekfchrift<br />

ingeleverd wierd, onthaalde BRI><br />

DER ODE de Leden van het Verbond<br />

aan het huis van KUILENBURG,<br />

't welk naderhand geflegt is. Bij<br />

dezen maaltijd waren omtrent driehonderd<br />

gasten tegenwoordig; de dronken'fchap<br />

maakte hen uitgelaten, cn hunne<br />

ftouthcid nam toe met hun getal.<br />

Hier was het, dat enigen zig herinnerden<br />

, den Graaf van Barlaimont<br />

der Landvoogdesfe, die bij het overhandigen<br />

van 't Verzoekfchrift fcheen<br />

te vcrblccken , in 't Fransch tc hebben<br />

horen influisteren : „ zij moest<br />

„ voor enen hoop Bedelaars (Gueux)<br />

„ niet bevreesd zijn". iVIet velen onder<br />

deze Edelen was het inderdaad<br />

door een liegt huishoudelijk beftuur zo<br />

ver gekomen, dat 'er voor deze belaming<br />

maar al te veel gronds was,<br />

ai BARLAIMONT had, met dat enkel-<br />

Ie woord, dc gehele inwendige ge-<br />

: ieldheid, cn, zonder daaraan tc denken,<br />

tl het gedugtc van dit Verbond uit-<br />

(*) HOPPER §. 94. STRADA 127.


NEDERLANDEN. 3*7<br />

•opdrukt. Daar men juist om enen III.<br />

naam voor de Brocderfchap verlegen<br />

was, nam men deze uitdrukking gretig<br />

aan, die het ftoute der onderneming<br />

in nederigheid vermomde; die, wanneer<br />

het begreepcn wierd, de fcherpfte befchimping<br />

op den rijkftcn der Koningen<br />

was, cn die tevens, 't welk tog<br />

ook in aanmerking kwam, minst van<br />

de waarheid afweek. Dadelijk dronk<br />

men elkander onder dezen naam toe,<br />

en het lang leven de Geuzen! werd<br />

met algemene toejuiching uitgegalmd.<br />

Na den maaltijd verfchcen BREDERO­<br />

DE met enen zak, zo als de Pelgrims<br />

en Bedelmonniken destijds droegen,<br />

hing dien om den hals, dronk<br />

, de gezondheid van het ganfehc Ge-<br />

' zelfchap uit enen houten beker, bedankte<br />

allen voor hunne toetreding tot<br />

het Verbond, cn deed de frerkrte betuiging,<br />

dat hij voor elk van hun bereid<br />

was goed cn bloed optezetten.<br />

Allen riepen met luide ftemme hel<br />

zelfde ; de beker ging rond, cn cl li<br />

zeide, terwijl hij dien aan den mom<br />

bragt, hem dezelfde belofte na. Ni<br />

kreeg de een na den anderen der BOEK.<br />

bedelzak in handen, en hing diei<br />

op aan enen fpijkcr, welken hij voo:<br />

zig had uitgekozen. Het gerugt, doo<br />

dit klugtfpel veroorzaakt, trok dei<br />

Prins van Oranje , cn de Gravel<br />

van Egmond en Hoorn , welke toe<br />

vallig hier voorbij kwamen, in huis<br />

X 4<br />

)


III.<br />

BOEK<br />

328 DE AFVAL DER<br />

waar BREDERODE, als Gastheer, hen<br />

, onituiming drong te blijven, en een<br />

• glas mede te drinken (*) De komst<br />

van deze drie voorname mannen vermeerderde<br />

de vrolijkheid der gasten,<br />

welke nu tot buiten fporigheid begon<br />

te rijzen. Velen werden dronken; gasten<br />

en bedienden, zonder onderfcheid,<br />

ernst en klugt, brooddronkenheid en<br />

ftaatsbelang, mengden zig hier op ene<br />

belachelijke wijze ondereen, en de algemene<br />

nood des Lands rigtte een<br />

Bacchus-feest aan. Hierbij alleen bleef<br />

het niet,- wat men in dronkenfehap<br />

befloten had, voerde men nugteren<br />

uit. Men moest het Volk de tegenwoordigheid<br />

hunner Befchermers voor<br />

de zinnen brengen , en den ijver<br />

der partij door een zigtbaar teken<br />

levendig houden: daartoe was geen<br />

beter middel, dan met den naam van<br />

Geuzen openlijk te pronken, en daarvan<br />

het teken der Broederfchap te<br />

ontlenen. Binnen weinige dagen kriel-<br />

(*) „Dog", betuigt EGMOND, in zijne<br />

Verdediging, „ wij dronken flechts een<br />

„ enkeld klein glas , en daarbij riepen zij:<br />

„ Lang leve de Koning! lang leven de Geu-<br />

„ zen! Dit was voor de eerfte maal, dat ik<br />

„ dezen naam hoorde, en inderdaad hij mishaag-<br />

„ de mij. Maar de tijden waren zo erg, dat<br />

„ men vele dingen tegen zijnen zin moest me-<br />

, dedoen, en ik meende een onfchuldige daad<br />

• te verrigten". Procés criminels des Comtes<br />

VEgmont &e. i ling.<br />

T. I. ECMOND'S Verantwoor


NEDERLANDEN. 3*9<br />

de het in Brusfel van aschgrauwe<br />

klederen, hoedanigen men de Bedelmonniken<br />

en Boetedoeners zag dragen.<br />

Het gehele geflagt , met de<br />

huisgenoten van enen der Edelen, ftak<br />

zig in dit Orde-gewaad. Enigen droegen<br />

houten napjens, ligt verzilverd,<br />

even zulke bekers, of ook mesfen,<br />

het ganfche huisraad van de Bedelaars-orde,<br />

aan den hoed. Om den<br />

hals hingen zij enen gouden of zilveren<br />

penning, naderhand den Geuzenpenning<br />

genoemd , wiens ene zijde<br />

het borstbeeld des Konings vertoonde,<br />

met het omfchrift: „ Den Koning<br />

getrou". Op de tegenzijde zag<br />

men enen knapzak, door twe zamengevouwen<br />

handen vastgehouden, met dc<br />

woorden: Tot den Bedelzak (*> Hiervan<br />

is de naam van Geuzen afkomftig,<br />

welke naderhand in de Nederlanden<br />

gegeven werd aan allen, die van<br />

het Pausdom afvielen, en de wapens<br />

tegen den Koning opvatteden (f).<br />

Vóór dat de Edelen uit elkander<br />

gingen, om zig in de Provinciën te<br />

verfprciden, verfchenen zij nog éénmaal<br />

voor de Hertogin, om haar in?<br />

(*) Aan 's Konings beeklenis werden de<br />

dikke lippen, en de flonkerende ogen van zijn<br />

geflagt, niet vergeten. BURGUND. 187.<br />

(f) HOPPER. %. 94. STRADA 127—130,<br />

Ë DEC, 185. Ï87.<br />

X 5<br />

III.<br />

B O EK.


III.<br />

BOEK.<br />

DE AFVAL DER.<br />

tusfehen, tot dat 's Konings antwoord<br />

uit Spanje overkwam, tot ene zagter<br />

behandeling met de Ketters te<br />

vermanen, opdat het met het Volk<br />

niet tot het uiterfte kwaine. Dog bijaldien,<br />

voegden zij 'er bij, uit een<br />

icgengefteld gedrag onheil ontftond,<br />

wilden zij worden aangemerkt als lieden,<br />

die hunnen pligt gedaan hadden.<br />

De Landvoogdes gaf hierop tot<br />

antwoord: „ Zij hoopte zodanige maat-<br />

,, regelen te nemen, dat 'er geen wan-<br />

„ orde kon voorvallen; dog zo die<br />

„ evenwel mogt plaats grijpen, wilde<br />

„ zij dit aan niemand anders, dan<br />

„ aan de Verbondene Edelen hebben<br />

„ toegefchreven. Zij vermaande hen<br />

„ daarom ernftelijk, ook hunne bc-<br />

„ loften natekomen, en vooral ge-<br />

,, ne nieuwe Leden meer in hun<br />

,, Verbond aantenemen, gene bijzon-<br />

„ dere bijeenkomftcn meer te hou-<br />

„ den, en in 't algemeen gene nieu-<br />

„ wigheden aantevangen". Om hen middelerwijlen<br />

genoegen te geven, werd de<br />

Gehcimfchrijvcr BERTI gelast, hun dc<br />

brieven te vertonen, waarin den Inquifitie<br />

- meesteren en Wereldlijke Regteren<br />

gematigdheid werd aanbevolen,<br />

omtrent allen, die de fchuld- van<br />

ketterij door geen burgerlijk misdrijf*<br />

zouden verzwaard hebben.<br />

Vóór hunnen aftogt uit Brusfel, benoemden<br />

zij nog vier Voorfpraken uit


NEDERLANDEN. 33*<br />

hun midden, (*) die de zaken van 111.<br />

't Verbond moesten waarnemen; en, BOE Kr<br />

bchalven dezen, nog bijzondere Zaakbezorgers<br />

voor elk Landfchap. In<br />

Brusfel zelve, werden enigen agtergelatcn,<br />

om op alle bewegingen van.<br />

het Hof een wakend oog te houden.<br />

BREDERODE, KUILENBURG en<br />

BERGEN, verlieten eindelijk de ftad.<br />

door vijfhonderd-en-vijftig Ruiters verzcld,<br />

begroetten zij nog eenmaal<br />

van buiten de wallen met een musketten-vuur,<br />

cn trokken daarop van<br />

elkander, BREDERODE naar Antwerpen,<br />

de beide anderen naar Gelder.<br />

Den eerften had de Landvoogdes enen<br />

vliegenden bode, naar Antwerpen, vooruitgezonden,<br />

om de Magiltraat dier<br />

ftad voor hem te waarfchouwen. Meer<br />

dan duizend menfchen vergaderden voor<br />

liét huis, waar hij was afgeftegen.<br />

Hij vertoonde zig, met een vol wijnglas<br />

in de hand, aan het venster:<br />

Burgers van Antwerpen"! dus fprak<br />

hij hen aan, „ ik ben hier met<br />

,, gevaar van mijn goed en mijn<br />

„ leven, om u van den last_ der<br />

„ Inquifitie te verlosfen. Wilt gij de-<br />

„ ze onderneming met mij delen, en<br />

„ mij voor uwen Leidsman erkennen,<br />

„ zo neemt dc gezondheid aan, wcl-<br />

(*) BURGUNDIÜS noemt twaalf zulks<br />

Voorfpraken, welke door het Volk, fpotsWij.<br />

ze, de twaalf Apostelen zijn genoemd. 188.


nr.<br />

BOEK.<br />

S3 S<br />

(*) STRADA 131.<br />

(f) HOPPER. § '95.<br />

DE AFVAL DER<br />

„ ke ik u hier toedrinke, en iteekt<br />

„ ten teken van uwe toeltemming de<br />

„ handen omhoog". Daarop dronk hij,<br />

en alle handen vlogen onder een luid<br />

gefchreeu in de hoogte. Na deze<br />

heldendaad verliet hij Antwerpen. (*).<br />

Dadelijk na de overgave van het<br />

Verzoekfchrift der Edelen , had de Landvoogdes<br />

door den Geheimen Raad<br />

een nieuw Formulier der Plakaten doen<br />

ontwerpen, 't welk tusfehen de bevelen<br />

des Konings en de verzoeken<br />

der Edelen , als 't ware den middenweg<br />

zou houden. Nu was de vraag,<br />

of het beter ware, deze verzagdng,<br />

of Moderatie, gelijk zij gewoonlijk<br />

genoemd werd, onmiddelijk te laten<br />

afkondigen, dan dezelve eerst aan den<br />

Koning ter goedkeuringe voorteleggen,<br />

(f) De geheime Raad, d?e<br />

het hachlijk oordeelde, zodanigen flap<br />

zonder voorkennis, ja tegen den uitdrukkelijken<br />

last van den Vorst te doen,<br />

(•erzettede zig tegen den Prins van<br />

Oranje, die voor het eerlte itemde. Bui-<br />

:en dat had men reden om te vreten<br />

, dat de Natie met deze Moderatie<br />

niet eens te vrede zou zijn,<br />

kar dezelve zonder medekennis der Stai<br />

:en , waar op men tog eigenlijk aani<br />

Irong, gemaakt was. Om nu van de<br />

Staten de toeftemming te bekomen,


NEDERLANDEN. 33S<br />

cf liever om hun dezelve aftefte- nr.<br />

len , bediende de Landvoogdes zig van BOEK.<br />

den kunstgreep, om het ene Landfchap<br />

na het andere afzonderlijk , en<br />

die, welke de minfte vrijheid hadden<br />

, als Artois, Henegouwen , Namen<br />

en Luxemburg , eerst tc vragen<br />

, waardoor zij niet alleen voorkwam<br />

, dat het ene het andere genen<br />

moed inboezemde om zig te verzetten<br />

, maar ook nog zo veel won,<br />

dat de vrije gewesten , gelijk Vlaanderen<br />

en Braband, welke wijslijk tot<br />

het laatfte gefpaard werden , zig door<br />

het voorbeeld der anderen lieten medeflepen.<br />

(*) Door ccn hoogst onwettige<br />

handelwijze verraste men dc<br />

gevolmagtigdcn der Steden, eer zij nog<br />

met hunne gemeenten ruggefpraak konden<br />

houden ; cn leide hun omtrent<br />

deze gehele handeling een diep ftilzwijgc'n<br />

op. Hierdoor verkreeg de Landvoogdes<br />

, dat zommigc Landfchappcn<br />

de Moderatie onbepaald, andere met<br />

weinige bijvocgfels , lieten doorgaan.<br />

Luxemburg en Namen ondertekenden<br />

dezelve zonder bedenken. De Staten<br />

van Artois voegden 'er nog bij, dat<br />

valfche aanklagers aan het regt var<br />

wedervergelding zouden onderworpen zijn,<br />

Die van Henegouwen begeerden, dat.<br />

in plaats van verbeurdverklaring dei<br />

goederen, welke ftreed tegen hunne<br />

(*) QROT. 22. BURGUND. IS>6. 107.


HL<br />

JÏ.OEK.<br />

-534 T/E AFVAL DER<br />

Privilegiën, een andere ffraf, naar goedvinden,<br />

zou worden ingevoerd. Vlaanderen<br />

eifehte de gehele affchaffing<br />

der Inquifitie, en wilde den beklaagden<br />

_ het regt, om zig op hunne<br />

Provincie te beroepen, verzekerd hebben.<br />

De Staten van Braband lieten<br />

zig door de ftreken van het Hof<br />

verkloeken ; Zeeland , Holland, Utregt,<br />

Gelderland en Friesland, als welke<br />

door de gewigtigfte Privilegiën gedekt<br />

waren, en met den meesten<br />

naarijvcr daarvoor waakten, werden<br />

in 't geheel niet gekend. Ook had<br />

men de Geregtshoven der Landfchappen<br />

hun gevoelen over dc nieu ontworpene<br />

verzagting gevraagd, dog dit<br />

moet niet zeer gunstig geluid hebben<br />

, dewijl het nooit in Spanje gekomen<br />

is. Uit den hoofdinhoud dezer<br />

verzagting, welke haren naam tog<br />

inderdaad verdiende, kan men tot de<br />

Plakaten zelve een befluit opmaken.<br />

„ De Schrijvers onder de Ketters ,"<br />

vindt men onder anderen daarin , „ hun-<br />

„ ne Hoofden en Leeraars, gelijk ook<br />

,, die genen , welke enen van dezen<br />

„ herbergden , of anderszins openbare<br />

,, ergernis gaven , zouden met de galg<br />

„ geftraft, en derzelver goederen (waar<br />

,, namelijk de Landswetten zulks" toe-<br />

„ lieten) verbeurd zijn ; dog bijal-<br />

,, dien zij hunne dwalingen afzwoe-<br />

„ ren, zouden zij met het zwaard<br />

5? vrij komen , en hunne goederen aan


NEDERLANDEN. 335<br />

hunne nabeftaanden gelaten worden." III.<br />

Een doemwaardigen ftrik voor de ouder­ BOEK.<br />

lijke liefde ! „ Aan ligte en boetvaar-<br />

„ digc Ketters", luidde het verder,<br />

„ kon genade verleend worden; [onboet-<br />

,, vaardige moesten het land ruimen ,<br />

„ zonder verlies nogtans van goederen;<br />

„ ten ware zij door verleiding van an-<br />

„ deren zig van dit voorregt bcroof-<br />

„ den". Van deze gunst waren evenwel<br />

de Wederdopers uitgefloten , die, zo<br />

zij zig niet door de voldoenendfte boete<br />

los kogten, van hunne goederen<br />

beroofd, en, in gevalle zij weder afgevallen<br />

Ketters waren, zonder genade<br />

ter dood gebragt zouden worden (*).<br />

Het meerder ontzag voor leven cn<br />

bezittingen , dat in deze verordeningen<br />

tc zien is, en 't welk iemand<br />

ligtelijk aan ene aanvangb'jke verandering<br />

van gedagtcn bij dc Spaanfche<br />

Regering zou toefchrijven , was niets<br />

anders , dan een gedwongen ftap, waartoe<br />

de ftandvastige tegenkanting des<br />

Adels haar noodzaakte. Ook had men<br />

in de Nederlanden met deze Moderatie<br />

, die in den grond geen cnkeld<br />

wezenlijk misbruik wegnam , zo weinig<br />

op , dat het volk dezelve in<br />

zijn misnoegen, in plaats van Moderatie<br />

, Moorderatie noemde.<br />

Na dat men langs dezen weg den<br />

Staten hunne toeflcmming had afge­<br />

ef) BURG. IOO. 103.


33^ DE AFVAL DER<br />

III. pracht, werd de verzagting aan den<br />

KOEK, Raad van State voorgelegd, en, door denzeiven<br />

ondertekend zijnde , naar Spanje<br />

aan den Koning gezonden , om vervolgens<br />

door deszelfs goedkeuring de kragt<br />

van een wet te erlangen (*).<br />

Het Gezantfchap naar Madrid, waarover<br />

men met de Verbondenen was overeengekomen<br />

, werd in 't eerst aan den<br />

Marquis van Bergen (f) opgedragen , die<br />

egter , uit een alte wèl gegrond mistrouwen<br />

in de tegenwoordige gefteldhcid<br />

des Konings, en om dat hij enen<br />

zo netelige» last niet alleen op zig<br />

wilde nemen , om een medehulp verzegt.<br />

Deze kreeg hij in den Baron<br />

van Montignij , die reeds voorheen tot<br />

enen zelfden post gebruikt was, en<br />

denzelvon met roem bekleed had. Dan ,<br />

daar gedurende dezen tijd de omftandigheden<br />

zo geheel en al veranderd<br />

ivaren , en hij wegens zijn twede<br />

Dnthaal te Madrid met reden bezorgd<br />

was, zo kreeg hij tot zijne meerdere<br />

zekerheid van de Landvoogdesfe, bericht<br />

J lat zij bij voorraad hierover aan den<br />

forst fchrijven zoude, terwijl hij met<br />

rijnen reisgenoot langfaam genoeg zoule<br />

voordreizen, dat het antwoord des<br />

«<br />

Ko-<br />

(*) VIGL. ad HOPPER VIL Brief<br />

(t) Deze Marquis van Bergen moet onderfchei-<br />


NEDERLANDEN; 3S?<br />

Konings hem nog onder weg ontmoeten<br />

konde. Zijn Befeherm-engel,<br />

die hem, zo het fcheen, voor het<br />

ijslijke lot, dat te Madrid op hem<br />

wagtte, behoeden wilde, verhinderde<br />

zijne reis nog door een onvoorzien<br />

beletfel, daar de Marquis van Bergen<br />

door ene wonde, die hij onder<br />

het balflaan bekwam, buiten ftaat<br />

gefteld wierd, om dezelve met hem<br />

te aanvaarden. Des niettegenftaande<br />

begaf hij zig, daar de Landvoogdes<br />

hem drong, op reis; dog niet, gelijk<br />

hij hoopte, om de zaak zijns<br />

Volks in Spanje doortezetten, maar<br />

om daarvoor te fterven (*).<br />

De ftaat van zaken was nu dermate<br />

veranderd, en de ftap, door<br />

den Adel gedaan, had het tot ene<br />

volkomene breuk* met de Regering,<br />

zo nabij gebragt, dat het voor den<br />

Prins van Oranje en zijne vrienden<br />

voordaan niet mogelijk fcheen*<br />

den middenweg van befcheidenheid, tusfehen<br />

de Republiek en het Hof,welken<br />

zij dusver betreden hadden,<br />

nog langer te vervolgen, en zulke<br />

tegenftrijdige pligtcn te verenigen. Zo<br />

veel als zij bij hunne manier van<br />

denken reeds te overwinnen hadden<br />

, om in dezen ftrijd geen partij<br />

te kiezen; zo veel reeds hunne<br />

natuurlijke zugt tot Vrijheid^ hunne'<br />

(*) STRADA 133. 134.<br />

I. D £ £ Li Y<br />

HL<br />

BOEK»


533 DE AFVAL DER<br />

m. Vaderlandsliefde, en hunne begrippen<br />

van verdraagfaamheid re lijden had-<br />

BOEK.<br />

den, onder den dwang, dien hunne<br />

bedieningen hun opleiden: zo zeer<br />

moest het wantrouwen van FILIPS<br />

tegen hen, de weinige agting, die<br />

men voor hun gevoelen reeds fint<br />

lang betoonde, en het terugftotende<br />

gedrag, dat zij van den kant der<br />

Landvoogdesfe ondervonden, hunne dienstvaardigheid<br />

verkoelen, en hun het<br />

voordzetten van ene rol bezwaarlijk<br />

maken, die zij met zo veel tegenzin<br />

cn met zo weinig dank fpeelden.<br />

Hierbij kwamen nog verfcheidene<br />

wenken uit Spanje, welke het<br />

misnoegen des Konings over het Verzoekfchrift<br />

van den Adel, en zijne<br />

onvergenoegdheid over hun eigen gedrag<br />

bij deze gelegenheid, buiten allen<br />

twijfel fielden, en van zijnen<br />

kant maatregelen deden verwagten, tot<br />

welke zij, als pilaren der Vadcrlandfche<br />

Vrijheid, en grotendeels als vrienden<br />

of bloedverwanten der Verbondenen,<br />

nimmer de hand zouden kunnen<br />

lenen (*) Van den naam, dien<br />

men in Spanje aan de Verbindenis<br />

des Adels gaf, hing het nu voornamelijk<br />

af, welke partij zij in 't<br />

vervolg te kiezen hadden. Werd het<br />

Verzoekfchrift oproer geheten, zo bleef<br />

hun gene andere keuze over, dan<br />

(*) VAN METEREN 8l.


NEDERLANDEN; na.<br />

of mee<br />

tijd, tot<br />

komen,<br />

het Hof, voor den regten IS<br />

ene bedenkelijke verklaring te<br />

BOEK.<br />

of die genen vijandlijk te<br />

helpen behandelen, wier belang ook<br />

het hunne was, en die door hunnen<br />

geest gedreven waren. 'Er was<br />

maar één middel, om zig uit dezen<br />

hachlijken tweftrijd te redden,<br />

door zig namelijk geheel en al aan<br />

het beftuur van zaken te onttrekken;<br />

een middel, dat zy gedeeltelijk reeds<br />

eenmaal gekozen hadden, en dat in<br />

de tegenwoordige omftandigheden meer<br />

dan een bloot noodmiddel was. Het<br />

oog der ganfche Natie was tans op<br />

hun gevestigd; Het onbepaalde vertrouwen<br />

op hunne denkwijze, en de<br />

algemene eerbied voor hun, die niet<br />

veel van aanbidding verfchilde, zettede<br />

luister bij aan de zaak, welke zij<br />

tot de hunne maakten, cn deed die,<br />

welke zij verlieten, haar aanzien verliezen.<br />

Hun aandeel aan het Staatsbeftuur,<br />

offchoon het ook alleen in<br />

naam beftond, hield de tegenpartij in<br />

toom: zo lang zij den Raad nog<br />

bijwoonden, floeg men gene wegen<br />

van geweld in, om dat men nog iets van<br />

den weg der zagtheid verwagtte. Hunne<br />

afkeuring, ook wanneer die niet<br />

van harten ging, maakte de partij<br />

kleinmoedig en onzeker, welke daarentegen<br />

zig in volle kragt aangreep,<br />

zodra zij, ook .maar van verre, Op<br />

ene zo gewigtige goedkeuring re*<br />

Y 2 ' .


$40 BE AFVAL DÈR<br />

ffl. kening durfde maken, De zelfde maat-<br />

BOIK<br />

1<br />

regelen der Regering, die, wanneer<br />

, zij door hunne handen gingen, zeker<br />

waren van een gelukkig gevolg, moesten,<br />

zonder hun, verdagt en nudoos<br />

Worden; zelfs de toegeeflijkheid de*<br />

Konings, wanneer zij niet het werk<br />

van deze Volksvrienden was, moest<br />

het beste' gedeelte van hare werking<br />

misfen. Behalven dat zij, door zig<br />

aan het beftuur van zaken te onttrekken,<br />

de Landvoogdes van raad beroofden,<br />

in enen tijd, waarin zij<br />

dien het minst kon misfen, zo gaven<br />

zij nog tevens daardoor de overmagt<br />

aan een partij, die, door ene<br />

blinde verkleefdheid aan het Hof beftuurd,<br />

en van het eigenaartige eens<br />

Republieksgezinden karakters geheel onkundig,<br />

niet zou hebben nagelaten,<br />

het kwaad nog erger te maken, en<br />

de verbittering der gemoederen tot<br />

den hoogften top te voeren. Alle<br />

deze gronden, waaruit het enen<br />

ieder vrijftaat, naar dat hij wèl of<br />

kwalijk over den Prins denkt, dien<br />

uittezoeken, welken hij oordeelt het<br />

zwaarst bij dezen gewogen te hebben,<br />

deden hem tans befluiten, de<br />

Landvoogdes in 't naau te laten, en<br />

zig aan alle zaken te onttrekken. De<br />

gelegenheid, om dit befluit werkftellig<br />

te maken, kwam weldra zig aanbieden.<br />

De Prins had voor de onmiddelijke<br />

afkondiging der nieulings ver*


NEDERLANDEN. 341<br />

anderde Plakaten geftemd; de Land­ m.<br />

voogdes volgde het gevoelen van den j OEK,<br />

Geheimen Raad, en zond dezelve voor- .<br />

af aan den Koning. „ Nu zie ik<br />

„ duidelijk", riep hij met ene gemaakte<br />

oplopendheid uit, „ dat alle<br />

„ raadflagen, die ik aan de hand<br />

„ geve, mistroud worden. De Koning<br />

„ heeft gene Dienaars nodig, wier<br />

„ trou hij in twijfel moet trekken;<br />

,, en het zij verre van mij, mij-<br />

„ nen Hete dienften optedringen, die<br />

„ hem niet aangenaam zijn. Het is<br />

dus beter voor hem en mij, dat<br />

„ ik mij der gemene landszake ont-<br />

„ trekke" (*). De Graaf van HOORN<br />

liet zig ten naasten bij op de zelfde<br />

wijze horen. EGMOND verzogt<br />

verlof om de baden te Aken te gebruiken,<br />

welke zijn Arts hem had<br />

aanbevolen, fchoon hij, naar luid zijner<br />

aanklagte, de gezondheid zelve<br />

verbeeldde. De Landvoogdes, onthutst<br />

van de gevolgen, welken deze flap<br />

onvermijdelijk na zig moest liepen,<br />

fprak den Prins met fcherpe woorden<br />

aan: „ Bijaldien noch mijne voor-<br />

„ {lellen, noch het algemene welzijn<br />

zo veel op u vermogen, om u<br />

„ van dit befluit terug te brengen,<br />

,, zo behoordet gy ten minften meer<br />

„ voor uwen goeden naam over te heb-<br />

P, hebben. LODEWIJK VAN NASSAÜ<br />

C) BURG. 189.<br />

Y 3


34» DE AFVAL DER<br />

m. „ is uw broeder. Hij en BREDE-<br />

BOEK. „ RODE, de Hoofden van her. Ver-<br />

„ bond, zijn openlijk bij U te<br />

„ gast geweest. Het Verzoekfchrift be-<br />

„ helst het zelfde, waarover alle uwe<br />

„ voorftellen in den Raad van Sta-<br />

„ te gehandeld hebben. Zo gij nu<br />

„ plotfelijk de zaak van uwen Ko-<br />

„ ning verlaat, zal men dan niet<br />

„ algemeen zeggen, dat gij het Ver,<br />

„ bond zijt toegedaan?" 'Er wordt<br />

niet gemeld, of de Prins ditmaal<br />

werkelijk zig van de Vergadering ger<br />

fcheiden heeft; is dit zo, dan moet<br />

hij zig kort daarop anders bezonnen<br />

hebben, dewijl wij hem niet lang<br />

naderhand weder in het openbare beftuur<br />

aantreffen. EGMOND, gelijk het<br />

fchijnt, liet zig door het voorlid der<br />

Landvoogdesfe overmeesteren; HOORN alleen<br />

zonderde zig af op een zijner<br />

goederen, met het voornemen, om<br />

noch Keizers noch Koningen immermeer<br />

te dienen (*).<br />

Ondertusfchen hadden de Geuzen<br />

zich door alle Provinciën verfpreid,<br />

en, waar zij zich vertoonden, de guiiftigfte<br />

berigten van den uitflag hunner<br />

onderneming uitgeftrooid. Volgens<br />

hunne verzekeringen , was voor de<br />

Vrijheid van Godsdienst alles gewonaen,<br />

en om de menfchen in dit ge-<br />

(*") Waar hij drie maanden buiten werkd<br />

bleef. Zie de Aanklagte yan HOORN.


NEDERLANDEN. 343<br />

loof te bevestigen, beholpen zij zig, III.<br />

waar de waarheid niets uitvoeren kon, l OÏK.<br />

met logens. Dus kwamen zij , bij .<br />

voorbeeld, met een verdigt Gefchnft<br />

der Vlies-Ridderen voor den dag,<br />

waarin dezen plcgtiglijk verklaarden, dat<br />

voordaan niemand meer voor gevangenis,<br />

verbanning, of dood, ter zake van den<br />

Godsdienst, zou hebben te vrezen,<br />

ten ware hij zig tevens aan een<br />

ftaats-misdrijf fchuldig hadde gemaakt, m<br />

welk geval dan nog dc Verbondenen<br />

alleen zijne Regters zouden zijn; en<br />

dit zou zo lang gelden, tot dat de<br />

Koning met de Staten desaangaande<br />

andere fchikkingen gemaakt hadden. Zo<br />

zeer als de Ridders, op de eerfte<br />

tijding van dit gepleegde bedrog, hun<br />

best deden, om de Natie van deze<br />

begocheling te ontheffen , zo gewitrtige<br />

dienften had deze uitvinding<br />

reeds in dien korten tijd aan de<br />

Partij bezorgd. Daar 'cr waarheden zijn,<br />

wier werking zig blotelijk tot een<br />

ogenblik bepaalt, zo kunnen verdigtfelen<br />

, die zig dit ogenblik flegts<br />

ftaande houden, zeer gemakkelijk derzelver<br />

plaatfe vervullen. Behalven dat<br />

dit verfpreide gerugt een wantrouwen<br />

tusfehen de Landvoogdes en de Ridders<br />

verwekte, en den moed der<br />

Protestanten door nieuwe ftralen van<br />

hoop opbeurde, gaf het den zulken,<br />

die nieuwigheden in 't hoofd hadden,<br />

enen fchijn van regt in handen,<br />

Y 4<br />

wel,


BOEI*<br />

344 DE A F V A L D E R<br />

III. ke, offchöon zij ook zelve daaraan<br />

. niet geloofden, tot eene verfchoning<br />

. voor hun gedrag kon frrekken. Hoe<br />

fpoedig ook dit valfche voorgeven herroepen<br />

wierd, moest hetzelve tog in<br />

'dien korten tijd, toen het geloofd<br />

wierd, zo vele buitenfporigheden veroorzaakt,<br />

zo veel losbandigheid ingevoerd<br />

hebben, dat het onmogelijk<br />

wierd weêr terug te gaan; dat men<br />

genoodzaakt wierd den weg, dien<br />

men eens had ingeflagen , uit gewoonte<br />

zo wel, als uit wanhoop te<br />

vervolgen (*). Terfiond op de eerfte<br />

tijding van dit gelukkige gevolg, kwamen<br />

de gevlugte Protestanten weder in<br />

het Land, dat zij met leedwezen verlaten<br />

hadden ; de genen , die zig verfcholen<br />

hadden, kwamen uit hunne<br />

fchuilhocken weder te voorfchijn; de<br />

zulken , die den nieuwen Godsdienst<br />

tot hier toe alleen in hunne harten<br />

omhelsd hadden, door deze Akte van<br />

verdraagfaamheid moedig geworden , kwamen<br />

nu openlijk en volmondig voor<br />

denzelven uit (f). De naam van Geuzen<br />

werd in alle Provinciën hoog geroemd;<br />

men noemde hen de Pijlaars<br />

van Godsdienst en Vrijheid, hun aanhang<br />

nam van dag tot dag toe,<br />

en vele Kooplieden begonnen derzelver<br />

tekens te dragen. Deze laatfien<br />

(*) STRADA 132. 133.<br />

(j) GROT. 22.


NEDERLANDEN. 345<br />

piaakten nog aan den Geuzenpenning III.<br />

die verandering, dat zij 'er twe kruis­ B O E K.<br />

lings gelegde wandelftokken op plaat-<br />

Hen , als ware het om aantedui?<br />

den, dat zij elk ogenblik gereed<br />

ftonden, om voor den Godsdienst huis<br />

en haard te verlaten. De oprigting<br />

van het Geuzenverbond had de zar<br />

ken ganfchelijk van gedaante veran?<br />

derd Het gemor der Ingezetenen,<br />

voorheen kragtcloos en nietsbeduidenr<br />

dc, dewijl het een beklag van enkelde<br />

Perfonen was, had zig nu op<br />

een gedugte wijze in een Lighaam<br />

verenigd, cn, door die vereniging, kragt,<br />

beftemdheid en vastheid bekomen. Elk<br />

oproerig hoofd befchoude zig tans als<br />

een deel van een eerwaardig en gedtigt<br />

geheel, en dagt, dat hij zijne<br />

fioutheid in zekerheid ftelde, wanneer<br />

hij dezelve in deze verzamelplaats van<br />

het algemene misnoegen nederleide. Een<br />

gewigdge aanwinst voor het Verbond<br />

te heten, kittelde de verwaanden ;<br />

zig onbemerkt en ongeftraft in dezen<br />

groten ftroom te verliezen , lokte de<br />

laf hartigen. Het gezigt , welk het verbond<br />

aan de Natie toonde , verfchilde<br />

zeer veel van dat, welk hetzelve<br />

aan het Hof liet zien. Al wa.-,<br />

ren hunne oogmerken ook dc zuiverfte<br />

geweest, al hadden zij het inderdaad<br />

zo wèl met den Troon gemeend,<br />

als zij uiterlijk wilden fchijnen,<br />

dan nog zou de gröotfte hoop zig<br />

V 5


34 DE AFVAL DER<br />

III. alleen aan het onwettige van hun gedrag<br />

POEK. gehouden hebben, en derzelver betere<br />

bedoeling voor dezen in 't geheel niet<br />

voorhanden zijn geweest.<br />

Er had geen gunstiger tijdftip voor de<br />

Hugenoten en Duitfche Protestanten kun,<br />

nen komen, dan het tegenwoordige,<br />

om eene aflevering van hunne gevaarlijke<br />

waar in de Nederlanden te wagen.<br />

Het krielde tans in elke aanzienlijke Stad<br />

van verdagte vreemdelingen, vermomde<br />

verfpieders, van allerlei flag van Ketters<br />

en derzelver Apostelen. Onder alle<br />

de Secten , welke van de heerfchende<br />

Kerk afweken, waren 'er drie, welke<br />

den mecsten opgang in de Provinciën<br />

gemaakt hadden. Friesland en de aangrenzende<br />

gewesten waren overftroomd<br />

door de Wederdopers, die egter , als<br />

3e behoeftigften van allen, zonder Overheid<br />

, zonder vaste inrigting, zonder<br />

irijgsmagt, en nog daar te boven onler<br />

zig zeiven verdeeld, de minfte vrees<br />

1 •erwekten. Van vrij wat meer beteke-<br />

] ïis waren de Kalvinisten, welke de<br />

duidelijke Provinciën, bijzonder Vlaande-<br />

1 sp, inhadden , die aan hunne naburen<br />

[e Hugenoten, de Republiek Geneve,<br />

ie Zwitferfche Kantons, en een gedeel-.<br />

e van Duitschland magtige fteunfels vonien,<br />

en wier Godsdienst, met enige<br />

eranderingen, in Engeland op den Troon<br />

2 at. Hun aanhang was de talrijkfte van<br />

1 Hen, bijzonder onder de Kooplieden<br />

I n de gemene Burgers, zijnde uit de


N E D E R L A N D E N , 347<br />

ttkwerpfelen van Frankrijk langfamerhand<br />

zamen gevloeid. Voor hun moesten de<br />

Lutheranen in getal en rijkdom onderdoen,<br />

maar dezen werd door enen des<br />

te groter aanhang onder den Adel gewigt<br />

bijgezet. Deze hadden voornamelijk het<br />

Oostelijke gedeelte der Nederlanden , dat<br />

aan Duitschland grenst , in 't bezit;<br />

hunne Belijdenis heerschte in enige<br />

Noordfche Rijken; de magtigfte Rijksvorsten<br />

waren hunne Bondgenoten , en<br />

de Godsdienst - Vrijheid van dat Land,<br />

waartoe de Nederlanden door het Bourgondifche<br />

verdrag mede behoorden, kon<br />

met den besten fchijn van regt door<br />

hun geldig gemaakt worden. Te Antwerpen<br />

was de zamenvloejing van deze<br />

drie Godsdienstige aanhangen , dewijl de<br />

menigte des Volks dezelven hier verborr<br />

gen hield, en de vermenging van alle<br />

Natiën de Vrijheid in deze Stad begunstigde.<br />

Deze drie Aanhangen hadden niets<br />

met elkander gemeen , dan enen even<br />

onverzoenlijken haat tegen het Pausdom,<br />

tegen de Inquifitie in 't bijzonder, en tegen<br />

de Spaanfche Regering, van welke deze<br />

het werktuig was; maar juist die zelfde<br />

ijverzugt, waarmede zij van weerskanten<br />

elkander bewaakten, hield hunnen<br />

Sectengeest in werking, en belettede, dat<br />

het vuur van Dweperij bij hun niet uitgedoofd<br />

wierd (*):<br />

De Landvoogdes had, in de verwag-<br />

GROT- 22. STRAD. 136. BURG. 212.<br />

HL<br />

BOEK.


iii.<br />

ï' O E li<br />

34» DE AFVAL DE II<br />

ting, dat het ontwerp van Moderatie<br />

t ftand zoude grijpen , inmiddels , om de<br />

. Geuzen te bevredigen, den Stadhouderen<br />

en Overheden der Provinciën in de<br />

Regtshandelingcn met de Ketters gematigdheid<br />

aanbevolen ; enen last, wekken<br />

het gröotfte gedeelte van dezen ,<br />

die den droevigen post van ftrafFcn niet<br />

anders dan met tegenzin waarnamen, gretig<br />

opvolgde, en in den uitgeftrektften zin<br />

verklaarde. Het merendeel der voornaamfte<br />

Magiftraats-Peribnen was tegen de Inquifitie<br />

en de Spaanfche Dwingelandij hartlijk<br />

verbitterd, en velen van hun waren<br />

zelfs heimelijk der ene of andere Secle<br />

toegedaan; en die dit al niet waren ,<br />

gunden iog aan hunne verklaarde vijanden,<br />

de Spanjaarden, het genoegen niet,<br />

om hunne Landgenoten te mishandelen (*).<br />

Zij begrepen dus de Landvoogdes met<br />

opzet verkeerd, en lieten de Inquifitie ,<br />

gelijk ook de Plakaten , geheel en al<br />

vervallen. Deze oogluiking van de Regering,<br />

met de fehoonfehijnende voorgevens<br />

der Geuzen verbonden , lokte de<br />

Protestanten , die buiten dat te zeer ver,<br />

menigyuldigd waren om langer verholen<br />

te blijven , uit hunne duisternis te voorfchijn.<br />

Tot hiertoe had men zig met<br />

ftille nagtvergaderingen te vreden gehouden<br />

, maar na rekende men zig talrijk<br />

en gedugt genoeg , om deze bijeenkomften<br />

ook openlijk te kunnen wagen. De-<br />

(f) GROT. 20. BURG. 203. 204.


NEDERLANDEN. M9<br />

aft ftoutheid nam haar eerfte begin tusfehen<br />

Oudenaarde en Gent, en ver­ m<br />

spreidde zig weldra door geheel<br />

B O E<br />

het<br />

Ki<br />

overige Vlaanderen. Zekere H E R M A N<br />

S T R I C K E R , uit Qverijsfel geboortig,<br />

voormaals Monnik , cn uit het Klooster<br />

gevlugt, een ftoutmoedig Dweper, van<br />

enen fchranderen geest %<br />

geftalte en gladde tong,<br />

ene agtbare<br />

was de eerfte,<br />

die. het Volk tot een Preek onder<br />

den bloten hemel naar buiten voerde.<br />

De nieuheid van zodanige onderneming<br />

deed enen aanhang var<br />

•zeven - duizend menfchen rondom hen:<br />

verzamelen. Een Regter van die Landftreek,<br />

die, meer kloekmoedig dan verftandig,<br />

met den blanken degen onder<br />

den hoop fprong, om den Pre<br />

ker uit hun midden gevangen te ne<br />

men, werd door het Volk, dat, bi<br />

gebrek van andere wapenen, ftenei t<br />

opnam, zo kwalijk onthaald, hat hij I<br />

zwaar gewond ter aarde vallende, zij r<br />

><br />

gelukkig agtte, zijn leven door bid<br />

den te redden (*). Deze eerfte ge<br />

(*) BURG. 213. 214. Deze ongehoorde oi V<br />

•befehoftheid van een enkeld mensch, om mii V<br />

den door ene fchare van zeven-duizend, tot do E<br />

heid toe, ftoute menfchen, die door gemeei 1-<br />

fchaplijke aandagt nog meer zijn aangevuurc<br />

heen te dringen „ om énen van hun, die hi n<br />

Afgod is, voor hunne ogen gevangen te nemer<br />

bewijst meer dan alles, wat men hieromtrei it<br />

kan zeggen, met welke beestagtige veragtir §<br />

de Katholijken , destijds , op de zogenaamc I<br />

I


III.<br />

I<br />

]<br />

]<br />

I<br />

t<br />

C<br />

2<br />

f!<br />

n<br />

v<br />

d<br />

h<br />

k<br />

e 1<br />

lukte proef, gaf moed om een mei<br />

de te wagen. In den omtrek van<br />

Aalst komen zij weder in grote menigte<br />

te zamen; maar tans zijn zij reeds<br />

met rappieren , vuurroeren en hellebarden<br />

gewapend ; zetten wagten uit, en<br />

floppen de toegangen met karren en<br />

wagens. AI wie bij toeval hier voorbij<br />

komt, moet willens of onwillens aan<br />

den Godsdienst deel nemen 3 waartoe<br />

bijzondere oppasfers zijn aangefleld. Aan<br />

3en ingang hadden zig Boekverkopers geset<br />

, welke den Protestantfchen Kate-<br />

:hismus, fligtelijke boekjens, en Pascwillen<br />

op den Bisfchop te koop boden.-<br />

3e Apostel H E R M A N S T R I C K E R liet<br />

ig van een fpreekgeftoelte horen , dat<br />

iit karren en Hammen van bomen in<br />

er haast was opgezet. Een zeil, daarver<br />

gefpannen , dekte hem voor de<br />

on en den regen; het Volk plaate<br />

zig tegen over de windzijde, om tog<br />

iets te verliezen van zijne Preek,<br />

r<br />

ier beste kruiderijen in fchimpre-<br />

2nert tegen het Pausdom beftonden.<br />

Ien fchepte water uit den naastgegert<br />

ftroom, om de nieugeborene<br />

nderen, zonder verdere plegtigheid,<br />

'en als in de eerfte tijden van het<br />

C hristendom,- door hem te* laten do-<br />

P< :n. De Sakramenten werden hier<br />

n; ar de wijze der Kalvinisten be-<br />

B O E K .<br />

S50 ÖË AFVAL DER<br />

Ketters hebben neêrgezien, welken zij als een<br />

flegter foort van menfchen befchouden.


NEDERLANDEN; 3£i<br />

diend; Huwelijken ingezegend, en ver­ III.<br />

nietigd. Half Gend was op deze BOEK:;<br />

wijze uit de poorten getrokken,- de<br />

optogt verbreidde zig fteeds verder<br />

en verder, en had in korten tijd<br />

geheel Oost - Vlaanderen overftroomd.<br />

West-Vlaanderen werd door enen anderen<br />

afgevallen Monnik, PETRUS<br />

DATHENTJS, uit Poperingen, insgelijks<br />

in beweging gebragt. Vijftienduizend<br />

menfchen vloeiden uit vlekken cn dorpen<br />

tot zijne Preek bijéén: hun aantal<br />

maakte hen ftout genoeg, om ftormenderhand<br />

in de gevangenis te breken,<br />

Waar enige Wederdoopers tot den marteldood<br />

bewaard werden. De Protestanten<br />

te Doornik werden door zekeren<br />

AMBROSIUS VILLE, enen FranfchenKalvinist,<br />

tot gelijke ftoutheid aangeftookt;<br />

deze drongen mede op het loslaten hunner<br />

gevangenen , en lieten zig herhaalde<br />

bedreigingen ontvallen, van de Stad<br />

aan de Franfchen te zullen overgeven.<br />

Dezelve was van bezetting ontbloot,<br />

welke door den Kommandant,<br />

uit vrees voor verraad, naar het Kasteel<br />

was gebragt , cn die daarenboven<br />

ook weigerde tegen hunne medeburgers<br />

te vegten. De ftoutheid der partij ging<br />

zo ver, dat zij ene eigene openbare<br />

Kerk binnen de Stad voor zig begeerden<br />

;en toen hun deze geweigerd wierd,<br />

verbonden zij zig met die van Valenchijn<br />

en Antwerpen , om hunnen Godsdienst,<br />

naar het voorbeeld der andere<br />

Steden, met openlijk geweld doorte


III.<br />

M E K<br />

35* ÖE AFVAL DER<br />

zetten. Deze drie Heden Honden mer<br />

elkander in de naaufte verbindenis, en<br />

in alle drie was de Protestantfche Partij<br />

even groot en magtig. Dewijl egter<br />

gene van de drie het wagen durfde<br />

den opftand te beginnen , zo kwamen<br />

zij overéén * dat zij ter gelijker<br />

tijd met openlijk preéken wilden uitbreken.<br />

De verfchijning van BREDERODE<br />

te Antwerpen gaf hun eindelijk moed.<br />

Zestienduizend Menfchen trekken op den<br />

zelfden dag, waarop dit ook te Doornik<br />

cn Valenchijn gefchiedde, de Stad<br />

uit; vrouwen en mannen onder elkander;<br />

de moeders liepen hare nog heel<br />

kleine kinderen agter zig aan. Zij floten<br />

de plaats af met wagens , die. aaneengebonden<br />

werden , en waar agter gewapende<br />

mannen zig verborgen hielden,<br />

©m deze oefening tegen enen onverhoopten<br />

aanval te dekken. De Preêkers waren<br />

gedeeltelijk Duitfchers, gedeeltelijk-<br />

Hugenoten , en fpraken in de Walfche<br />

taal : enigen onder dezelven waren uit<br />

het gemeenfle gepeupel genomen , en<br />

zelfs handwerkslieden voelden zig tot dat<br />

heilige werk geroepen. Geen ontzag,<br />

voor de Overheid, gene wet, gene<br />

verfchijning van Geregtsdienaars fchrikten<br />

hen meer af. Velen werden uit blote<br />

nieusgierigheid derwaards gelokt, om tog<br />

te horen , wat al nieuwe en zeldfame<br />

dingen door deze vreemde aankomelingen<br />

, van welken zo veel gefproken<br />

werd, voor den dag zouden worden<br />

ge-


NEDERLANDEN. 353<br />

gebragt. Anderen bekoorde de wellui­ III.<br />

dendheid der Pfalmenj die, gelijk te BOE K.<br />

Gent gebruikelijk was, in Franfche verfen<br />

gezongen werden. Een groot deel<br />

kwam op de Preken zelve af, even<br />

als op Klugtfpelen, waarin de Paus,<br />

de Vaders der Trentfche Kerkvergadering,<br />

het Vagevuur, en andere leerstellingen<br />

der heerfchende Kerk, op de<br />

belachelijklte wijze ten toon gefield<br />

werden. Hoe doller dit ging * deste<br />

meer kittelde het de oren der gemeente,<br />

en een algemeen handgeklap, even<br />

als in de Schouburgen, beloonde den<br />

Redenaar, die boven anderen in het<br />

uitfpoorige en befpottelijke had uitgemunt.<br />

Dog het belachelijke, dat in deze<br />

Vergadering op de heerfchende Kerk<br />

gefmeten werd * ging evenwel in de<br />

gemoederen der hoorders niet geheel<br />

verloren, zo min als de weinige korrels<br />

verfland, die 'er nu en dan tusfehen<br />

liepen; en menig een, die hier<br />

niets minder dan waarheid gezogt. had,<br />

bragt die veelligt, zonder dat hij zelf<br />

het wist, met zig naar huis (*).<br />

Deze Vergaderingen werden verfcheidene<br />

dagen herhaald, en met eiken dag nam<br />

de vermetelheid der Sektarisfen toe, tot<br />

dat zij zig eindelijk zelfs verfloutten,<br />

hunne Prekers, na het eindigen van<br />

den Godsdienst, met een gevolg van<br />

gewapende ruiters , in triumf naar huis<br />

(*) STRADA 132. BURG. 220—232.<br />

I. DEEL. Z


m.<br />

R O EK.<br />

35+ DE AFVAL DEK<br />

re geleiden, en dus de wet door operp<br />

bare plegtigheden te befpotten. De<br />

Stads-Raad zond den enen vliegenden<br />

bode na den anderen aan de Landvoogdesfe,<br />

om haar tot een perfoonlijke<br />

overkomst, en, zo mogelijk, tot een<br />

vast verblijf in Antwerpen overteba-<br />

Ien, als het enigfte middel, om den<br />

trots der oproermakers te beteugelen,<br />

en den gehelen ondergang der Stad<br />

voortekomen, daar reeds de voornaamfte<br />

Kooplieden, uit vrees voor plondering,<br />

voornemens waren dezelve 'te verlaten.<br />

De vrees, om het Koninglijke gezag<br />

aan zo hachelijkcn kans te wagen, verbood<br />

haar wel aan dit verlangen te<br />

voldoen, maar in hare plaats werd de<br />

Graaf van Megen derwaards gezonden,<br />

om met de Magiftraat over het<br />

hmemen van bezetting te handelen.<br />

Het oproerige graau, voor welk het<br />

oogmerk zijner komfte niet lang verborgen<br />

bleef, vergaderde rondom hem,<br />

met een woest gefchreeu, dat men hem<br />

voor enen gezworen vijand der Geuzen<br />

kende; dat hij. flavernij en Inquifitie<br />

medebragt, en dat hij derhalven zonder<br />

uitftel weer had te vertrekken. Ook<br />

bedaarde het oproer niet, voor dat ME­<br />

GEN weder ter poorte uit was. Daarop<br />

leverden de Kalvinisten in deze<br />

ftad r bij de Magiftraat een gefchrift<br />

in, waarin zij aantoonden, dat hun groot<br />

aantal het hun voordaan onmogelijk<br />

maakte in ftilte bijeen te komen, en


NEDERLANDEN. 355<br />

zij tevens om een eigen Bedehuis in de<br />

ftad verzogten. De Raad herhaalde zijne<br />

gedane voorftellingen aan de Landvoogdesfe,<br />

dat zij tog de Stad in derzelver<br />

benaaudheid, door hare perfoonlijke verfchijning,<br />

te hulp mogt komen, of haar<br />

ten minften den Prins van Oranje<br />

zenden, als den enigften, voor wien<br />

het Volk nog enig ontzag had, en die<br />

daarenboven aan de ftad Antwerpen,<br />

door den Erftijtel van Burggraaf, verpligt<br />

was. Om het groter kwaad voortekomen<br />

, moest zij in den tweden<br />

voorflag bewilligen, en Antwerpen, hoe<br />

hard haar dit ook viele, aan den Prins<br />

van Oranje toevertrouwen. Deze, na<br />

dat hij eens voor altoos vast befloten<br />

fcheen te hebben, aan het beftuur van<br />

zaken verder geen deel te nemen, liet<br />

zig eindelijk door het ernllige aanhouden<br />

der Landvoogdesfe, en het onftuïmige<br />

verlangen des Volks, overhalen.<br />

BREDERODE kwam hem , ene halve<br />

mijl buiten de ftad, met een groot gevolg<br />

te gemoet, en van weerskanten<br />

begroette men elkander met het af><br />

fchieten van pistolen. Antwerpen fcheen<br />

alle zijne inwoners uitgelaten te hebben,<br />

om zijnen Verlosfer te ontvangen.<br />

De gantfche weg krioelde van menfchen;<br />

de daken waren van de landhuizen afgenomen,<br />

om meer aanfehouwers te bevatten;<br />

van agter heiningen, uit de muren<br />

der kerkhoven, ja zelfs uit graven<br />

kwamen menfchen oprijzen. De gene-<br />

Z o,<br />

lil.<br />

BOEK.


35


NEDERLANDEN. 35?<br />

ondervraagde , bemerkte hij, dat de ra.<br />

voorname bron des kwaads in het<br />

BOEK.<br />

onderlinge wantrouwen der Godsdienstige<br />

partijen, en in den argwaan der<br />

Burgeren tegen de oogmerken der<br />

Regering, te zoeken was , en dat dus<br />

zijn eerfte werk moest zijn, zig meester<br />

van de gemoederen te maken.<br />

Den Hervormden , als de meesten<br />

in getal, zogt hij door overreding<br />

en list de wapenen uit de handen<br />

te wringen , 't welk hem eindelijk<br />

met groote moeite gelukte. Dan, daar<br />

kort hierna enige wagens met krijgsvoorraad<br />

te Mechelen geladen wierden ,<br />

en de Drosfaart van Braband zig<br />

meermalen met gewapend volk in het<br />

gebied van Antwerpen vertoonde, vreesden<br />

de Kalvinisteii, in hunnen Godsdienst<br />

vijandelijk geftoord te worden,<br />

en zogten den Prins aan, dat hij<br />

hun binnen de Stad ene plaats voor<br />

hunne préken inruimde, waar zij tegen<br />

allen overval zeker konden zijn, (*).<br />

Het gelukte hem nog eenmaal hen<br />

neer te zetten ; en zijne tegenwoordigheid<br />

hield de uitbersting des oproers<br />

gelukkig tegen , en wel op het<br />

Feest van Maria Hemelvaart , bij welke<br />

gelegenheid ene menigte Volks naar<br />

de Stad was getrokken , en waarvan<br />

men alles te vrezen had. Het beeld<br />

van Maria werd met de gewone<br />

ftaatfij ongemoeid omgedragen; enige<br />

(*} MIURS, Guil. Auriac. Libr. I. ic. II,<br />

Z 3


III.<br />

B OE K.<br />

1566.<br />

353 DE AFVAL DER<br />

fchimpwoorden , en een geheel ftil,<br />

gemompel van Afgoderij was alles ,<br />

wat het Onroomfche gemeen tegen de<br />

Procesfie ondernam (*).<br />

Terwijl de Landvoogdes, nu uit<br />

de ene , dan uit de .andere Provincie<br />

, de droevigfte tijdingen van de<br />

ftoutheid der Protestanten ontving, en<br />

voor Antwerpen beefde, 't welk zij<br />

genoodzaakt was in de gevaarlijke handen<br />

des Prinfen van Oranje te laten<br />

, werd zij van enen anderen kant<br />

in geen minder ontfteltenis gebragt.<br />

Terftond op de eerfte berigten van<br />

het openbare preêken, had zij van<br />

de Verbondenen gevorderd, hunne beloften<br />

tans' te vervullen, en haar tot<br />

herftel der orde de behulpfamc hand<br />

te lenen. Dit voorwendfel gebruikte<br />

Graaf BREDERODE, om een algemene<br />

Vergadering van het gehele Verbond<br />

uittefchrijven , waartoe geen gevaarlijker<br />

tijdftip, dan het tegenwoordige<br />

, had kunnen gekozen worden.<br />

Een zo plegtige tentoonftelling<br />

van de inwendige kragten des Verbonds<br />

, welks beftaan en befcherming<br />

alleen reeds het Protestamfche Gemeen<br />

had kunnen aanmoedigen , om zo ver<br />

tc gaan , als zij gegaan waren , moest<br />

tans in den zelfden trap de ftoutheid<br />

der Sektarisfen verheffen , als zij<br />

den moed der Landvoogdesfe ter ne-?<br />

(*J V. METEREN 83, liültS. «34.


NEDERLANDEN. 359<br />

der floeg. De bijeenkomst kwam in<br />

ene Luikfche Stad, St. Truijen, tot<br />

ftand, waarheen zig BREDERODE en<br />

LODEWYK VAN NASSAU, aan het<br />

hoofd van twe duizend Verbondenen,<br />

begeven hadden. Gelijk het lang uitblijven<br />

van 's Konings antwoord uit<br />

Madrid reeds niet veel goeds fcheen<br />

te voorfpellen , zo agtten zij het<br />

in alle gevallen raadfaam , enen vrijbrief<br />

voor hunne perfonen van de<br />

Hertogin afteperfen. Die genen onder<br />

hun , welke zig ener ongeoorloofde<br />

ovcrecnftemminge met het Protestantfche<br />

Gemeen bewust waren, befchouden<br />

deszelfs buitenfporigheden als<br />

ene gunstige omfiandigheid voor het<br />

Verbond; het fchijnbare geluk van<br />

hun, tot welker gemeenfchap zij zig<br />

vernederden, vervoerde hen om van<br />

toon te veranderen : hunne voormaals<br />

loflijke ijver begon nu tot trots en<br />

onbefchoftheid overtellaan. Velen waren<br />

van gedagten, men moest zig<br />

van de algemene verwarring en de<br />

verlegenheid der Landvoogdesfe bedienen<br />

, enen limiteren toon aannemen,<br />

en den enen eisch op den anderen<br />

laten volgen. De Katholijke leden des<br />

Verbonds, onder welken velen in hun<br />

hart nog 1 vrij Koningsgezind waren , en<br />

zig meer door gelegenheid en voorbeeld<br />

, dan uit eigen beweging, bij<br />

het zelve gevoegd hadden, hoorden<br />

hier, met gene geringe verbaasdhgid,<br />

Z 4<br />

m.<br />

BOEK.


36.o DE AFVAL DER<br />

81. ene algemene vrijheid van Godsdienst<br />

BOEK voorflaan , en werden tans met fchrik<br />

gewaar , in welke ene gevaarlijke onderneming<br />

zij zig door overijling hadden<br />

ingewikkeld. Dadelijk na deze ontdekking<br />

trad de jonge Graaf van<br />

Mansveld te rug, en een inwendige<br />

twedragt begon nu reeds dit werk<br />

van overhaasting te ondermijnen, en<br />

de banden des Verbonds ongemerkt<br />

los te maken (*).<br />

De Graaf van Egmond en WIL­<br />

LEM VAN ORANJE werden van de<br />

Landvoogdesfe gevolmagtigd, om met de<br />

Verbondenen in onderhandeling te treden.<br />

Twaalf van deze laatstgenoemden , onder<br />

welken LODEWYK VAN NASSAU, BRE­<br />

DERODE . en KUILENBURG waren ,<br />

kwamen met hun in gefprek te Duffel<br />

, een Dorp niet ver van Mechelen.<br />

„ Waartoe deze nieuwe flap ?"<br />

liet de Landvoogdes door den mond<br />

van deze beiden vragen. „ Men heeft<br />

„ Afgevaardigden naar Spanje van mij<br />

„ gevorderd ; ik heb die gezonden.<br />

„ Men heeft de Plakaten en de In-<br />

„ quifitie te flreng gevonden; ik heb<br />

„ beiden verzagt. Men heeft op ene<br />

„ Algemene Vergadering der Staten aan-<br />

„ gedrongen; ik heb dit verzoek voor<br />

„den Koning •-gebragt, om dat ik<br />

„ uit eigen gezag hetzelve niet durf-<br />

„ de inwilligen. Wat heb ik daa<br />

(*) BURG. 235. STltAD. I40,


NEDERLANDEN.<br />

361<br />

nu nog uit onkunde nagelaten<br />

' of gedaan , 't geen die . bijeen- ,<br />

,, komst te St. Truijen noodzakelijk .<br />

maakte ?<br />

III.<br />

BOEK.<br />

Is het misfehien vrees voor<br />

" 's Konings gramfchap , en derzelver<br />

gevolgen, die de Verbondenen ont-<br />

' rust ? De belediging is groot , maar<br />

„ zijne genade is nog groter. Waar<br />

„ blijft nu de belofte van het Ver-<br />

, bond, om geen onrust onder het<br />

„ Volk te verwekken ? waar die fraai-<br />

„ klinkende woorden, dat men be-<br />

' reid zoude zijn, liever aan mijne<br />

„ voeten tc fterven, dan den Ko-<br />

„ ning in een van zijne regten be-<br />

„ nadceld té zien ? Reeds beginnen<br />

„ de Nieuwheid-zoekers dingen te doen,<br />

„ die zeer na aan oproer grenzen,<br />

„ en de Republiek in het verderf<br />

„ fleepen; en dezen beroepen zig hier-<br />

„ bij op het Verbond; zo de Ver-<br />

„ bondenen dit ftilzwijgende toelaten ,<br />

„ maken zij zig zeiven tot medc-<br />

„ pligtigen van derzelver misdadig ge-<br />

„ drag; indien zij het wèl «net. den<br />

„ Koning menen , kunnen zij bij de-<br />

„ ze ongeregeldheid des Gemeens mei I<br />

„ werkeloos blijven. Maar zij zelvei \<br />

„ gaan het dolle Gemeen door hui 1<br />

gevaarlijk voorbeeld voor; fluiten X<br />

verbindenisfen met de : Vijanden de s.<br />

„ Vaderlands, en bevestigen deze na<br />

„ delige gerugten door hunne tegen<br />

„ woordige ftrafbare bijeenkomst. (*.<br />

(*) y. METEREN H- BURG. 238. 23?.<br />

Z 5<br />

I


$62 DE AFVAL DER<br />

III. _ De Verbondenen verantwoordden zig<br />

BOE K. hiertegen in een gefchrifc , welk<br />

zij door drie afgevaardigde Medeleden<br />

in den Raad van State lieten inleveren.<br />

„Alles," dus luidde hetzelve,<br />

„ wat uwe Hoogheid ten opzigte van<br />

„ ons Verzoekfchrift gedaan heeft, heb-<br />

„ ben wij met de levendigfte dank-<br />

„ baarheid gevoeld; ook kunnen wij.<br />

„ over gene nieuwigheid klagen, wel-<br />

„ ke in dezen .tijd tegen hare Hoogheids<br />

„ belofte, in 't ene of andere, ge-<br />

„ maakt is; maar daar wij evenwel nog<br />

„ fteeds van alle kanten in ervarenis ko-<br />

„ men, en met eigene ogen ons<br />

„ overtuigen kunnen, dat men onze<br />

„ Medeburgers om den Godsdienst voor<br />

„ 't Geregt fleept, en ter dood brengt,<br />

„ zo moeten wij noodzakelijk daaruit<br />

„ befluiten , dat de bevelen uwer Hoog-<br />

„ heid van de Geregtshoven altans<br />

„ zeer weinig geagt worden. Wat het<br />

„ Verbond van zijnen kant beloofd<br />

„ heeft, is het eerlijk nagekomen ;<br />

,, ook heeft het de openbare Préken<br />

, naar vermogen getragt te fluiten ;<br />

, maar het is zekerlijk geen won-<br />

, der, dat het zo lang uitblijven<br />

, van een antwoord uit Madrid de<br />

, gemoederen met argwaan vervult,<br />

, cn<br />

5<br />

, ene<br />

de te leur geftelde hoop<br />

Algemene Statenvergadering<br />

op<br />

hen<br />

, weinig geneigd maakt, om aan verr<br />

, dere verzekeringen geloof te<br />

5<br />

, Nooit hebben zij zig met<br />

1<br />

flaan.<br />

den


NEDERLANDEN:. 3 6<br />

3<br />

„ Vijand des Lands verbonden , ook III.<br />

„ nooit enige verzoeking daartoe ge- 30 KK.<br />

„ voeld. Indien het gebeuren' mogt ,<br />

„ dat Franfche wapenen zig in het<br />

„ Land laten zien , zuilen V-'ij Vcr-<br />

„ bondenen de eerfte te paard fly-<br />

„ gen , om dezelven daaruit tc drij-<br />

„ ven: maar wij willen opregt zijn<br />

„ omtrent uwe Hoogheid. Wij meen-<br />

„ den tekenen van baar misnoegen tegen<br />

ons op haar gelaat te lezen ;<br />

wij zien' menfchen in het uitfluitend<br />

'J bezit van hare gunst , die door hun-<br />

', ncn haat tegen ons berugt zijn. Dagelijks<br />

moeten wij horen , dat men<br />

" elk voor de gemeenfehap met ons ,<br />

" even als voor de pest, waarfchout ;<br />

' dat men ons de komst des Ko-<br />

" nings, even als enen aanftaanden oordeelsdag,<br />

aankondigt. Wat is natuur-<br />

','lijker, dan -dat dc argwaan tegen<br />

ons ook eindelijk den onzen gaande<br />

maakt ? dat het verwijt van ge-<br />

H kwetfte Majefteit, waarmede men onze<br />

verbindenis zoekt zwart te ma-<br />

\\ ken ; dat de krijgstoerustingen van<br />

„ den Hertog van Savoijc en ande-<br />

, re Vorsten , dewelke , zo als hei<br />

W ge 1<br />

^<br />

z e<br />

S c<br />

' °P<br />

o n s<br />

e m u n t<br />

g<br />

z i n :<br />

J<br />

de onderhandelingen des Konings me<br />

het Franfche Hof, om voor eet I<br />

„ Spaansch leger, dat naar de Ne<br />

„ derlanden beftemd zou zijn , det<br />

„ doortogt door dat Rijk te verwer


3S4 . DE AFVAL DER<br />

fli. „ ven, en dergelijke omftandigheden<br />

">OEK. „ meer, ons genoopt hebben om op<br />

„ onze zelfverdediging bedagc te zijn ,<br />

„ en ons door ene verbindenis met<br />

„ onze buitenlandfche vrienden te ver-<br />

„ fterken? Op een algemeen, onzeker<br />

e n<br />

3, twijfelagtig gerugt, befc-huldigt<br />

„ men ons deel te hebben aan de<br />

„ buitenfporigheid van het Protestant-<br />

„ fche gemeen ! maar wie wordt niet<br />

„ door het algemene gerugt befchul-<br />

„ digd ? Zekerlijk is het waar, dat<br />

„ 'er ook onder ons Protestanten zig<br />

, bevinden, welken ene verdraagfaam-<br />

, heid in het ftuk van Godsdienst<br />

, het aangenaam fte gefchenk zoude we-,<br />

3 , zen, maar ook dezen hebben geenszins<br />

3 , vergeten , wat zij hunnen Heer fchul,<br />

3 , dig zijn. Het is geen vrees voor<br />

t 's Konings gramfchap , welke ons<br />

V. aangezet heeft, om • deze Vergade­<br />

3= ring te houden. De Koning is goed ,<br />

33 en wij willen hopen dat hij regt-<br />

33 vaardig is. Het kan dus gene ver­<br />

3' giffenis zijn, die wij bij hem zoe­<br />

33 ken , en even zo min kan het ver­<br />

33 getelheid zijn, welke wij voor be­<br />

33 drijven affmeken, die onder de ver-<br />

33 dienften , welken wij bij Zijne<br />

33 Majefteit verworven hebben, geens­<br />

33 zins de minften zijn. Het is ook<br />

33 waar, dat 'er Afgevaardigden uit<br />

'3 de Lutherfchen en Kalvinisten te St.<br />

33 Truijjen zig bij ons hebben la­<br />

•3 ten vinden ; ja wat meer is 9


NEDERLANDEN. B 3<br />

£<br />

zij hebben ons een Verzoekfchrift III.<br />

"overhandigd, 't welk wij hierne- BOEK»<br />

>, vens aan uwe Hoogheid voorleg-<br />

,' gen. Zij bieden daarin aan, de wa-<br />

" pens bij hunne Preken afteleggen ,<br />

* indien het Verbond hun veiligheid<br />

',' wil verlenen, en voor ene Alge-<br />

" mene Vergadering der Staten in-<br />

„ ftaan. Beiden hebben wij gemeend<br />

, hun te moeten toezeggen, maar<br />

onze verzekering alleen beeft geen<br />

„ kragt , ten zij dezelve tevens door<br />

uwe Hoogheid cn enigen van hare<br />

voornaamfte Raden, bevestigd worde.<br />

' Onder dezen kan niemand van den<br />

toeftand onzer zaken zo wèl on-<br />

„ derrigt zijn, en het zo opregt met<br />

ons menen, als de Prins van Oran-<br />

, je , en de Graven van Hoorn<br />

^ en' Egmond. Deze drie nemen wij<br />

" o-aarne als Middelaars aan , zo meri<br />

," hun daartoe de nodige volmagt ver-<br />

„ lene , en ons zekerheid geve, dat<br />

" buiten hun weten geen Krijgsvolk<br />

geworven, en gene Bevelhebbers ovei<br />

" hetzelve benoemd ' zullen worden.<br />

Deze zekerheid begeren wij even<br />

wel maar voor enen bepaal<br />

„ den tijd, naar verloop van wel<br />

, ken het aan den Koning zal ftaan<br />

" of hij dezelve opheffen of beves<br />

' ti°en wil. Gefchiedt het eerfte<br />

" dan is het billijk, dat men on 3<br />

l enen tijd bepale, om onze perfo<br />

„ nen en goederen in veiligheid t


w.<br />

Ji O EK.<br />

de Landvoogdes vond zig even weinig<br />

m ftaat, om hun de begeerde punten<br />

mtewilligen, als oni zig ^ t<br />

ïrnst daartegen te verzetten. In Brus-<br />

Jt, dat tans van dc meeste Staats­<br />

!<br />

raden, die of naar hunne Provin-<br />

)<br />

jien vertrokken waren, 0f z i g o n„<br />

<<br />

er een of ander voorwendfef aan<br />

1<br />

et beftuur van zaken onttrokken had-<br />

(<br />

en , verlaten was ; zo wel van raad,<br />

i<br />

Is van geld, ontbloot, bij gebrek<br />

V<br />

an welk laatfte zij genoodzaakt werd,<br />

i e grootmoedigheid der Geestelijkheid<br />

a<br />

mtefpreken, en, daar ook dit mid-<br />

d a met toereikende was, haar toe-<br />

V ugt tot eene loterij te nemen; af-<br />

h ingende van bevelen uit Spanje, die<br />

ft -eds venvagt werden, en niet kwa-<br />

rr en^ zag zij zig eindelijk tot den<br />

V( *nederenden ftap gebragt, om<br />

d( • Verbondenen te St. Truijen<br />

met<br />

de<br />

fq.<br />

I.<br />

3


NEDERLANDEN. 367<br />

voorwaarde aantegaan, dat zij nog<br />

vier - en - twintig dagen op het befluit des<br />

Konings wagten zouden, voor dat zij<br />

enen verderen flap ondernamen. Het<br />

liep gewisfelijk in het oog, dat de<br />

Koning nog fteeds voordvoer een bellisfend<br />

antwoord op het Verzoekfchrift<br />

te rug te houden, niettegenftaande<br />

het algemeen bekend ware, dat hij<br />

yeel jonger fchrijvens beantwoord had,<br />

en dat de Landvoogdes met allen nadruk<br />

daarop aandrong. Ook was door<br />

haar de Marquis van Bergen , dadelijk<br />

na het uitbersten der openbare<br />

Preken , den Baron van Montignij<br />

na gezonden , die als een ooggetuige<br />

van deze nieuwe omftandigheden<br />

, haar fchriftelijk berigt destc<br />

levendiger onderfteunen , en den Koning<br />

deste fpoediger tot een befluit<br />

brengen zoude (*).<br />

Ondertusfchen was de Nederlandfche<br />

Gezant, FLORENTIUS VAN MONTIGNIJ , te<br />

Madrid aangekomen , waar hem alle<br />

behoorlijke eer wedervoer. De inhoud<br />

van zijnen last was 'de affchafling<br />

der Inquifitie cn verzagting der Plakaten<br />

, vermeerdering van den Raad<br />

van State, en affchaffing der twe overige<br />

Vergaderingen, het verlangen der<br />

Natie naar ene Algemene Staten-Vergadering<br />

, en het aanzoek der Land-<br />

HOPPER, §. II7. BURG. 252. 2(>2.<br />

lil.<br />

BOEK.<br />

1-56-6,


363 DE AFVAL DEït<br />

voogdesfe om de pcrfoonlijke ovef-'<br />

m. komst des Konings. Dan dewijl de-<br />

BOEK<br />

, ze fteeds maar tijd zogt te winnen 4<br />

werd MONTIGNIJ tct op de komst<br />

van zijnen medehelper gepaaid, zonder<br />

welken de Koning geen eindelijk befluit<br />

wilde nemen. De Vlaming had<br />

intusfchen elkenj dag, en elk uur,<br />

wanneer hij maar Wilde , gehoor bij<br />

den Koning, die hem ook telkens<br />

beval , den last der He'rtoginne, en<br />

het antwoord op denzclven medetedelen.<br />

Meermalen werd hij ook in<br />

den Raad der Nederlandfche zaken<br />

genomen, waar hij niet naliet den<br />

Koning ene Algemene Vergadering der<br />

Staten, als het enigfte middel om<br />

de tegenwoordige beroerten tcgentegaan,<br />

en 't welk alle overige middelen<br />

onnodig maakte $ ' voor ogen te<br />

ftellen. Dus bewees hij hem ook ,<br />

dat alleen ene algemene en onbepaalde<br />

vergiffenis van al het gebeurde<br />

het wantrouwen zou kunnen wegnemen<br />

, welk bij alle deze bezwaren<br />

de grondigfte was, en eiken ook nog<br />

zo wèl gekozen maatregel eeuwig tegen<br />

werken zoude. Op zijne gegronde<br />

kennis van zaken, en van het<br />

karakter zijner Landgenoten, waagde hij<br />

het, den Koning voor hunne onverbrceklijke<br />

trou borge te blijven, zodra<br />

deze hun door een openhartig gedrag<br />

van de opregtheid zijner oogmerken overtuigd<br />

zou hebben; daar, hij hem inte-<br />

gen-


NEDERLANDEN. 35><br />

gendeel , op grond van deze zelfde III.<br />

kennis, alle hoop daarop ontzeide, BOEK.<br />

zo lang zij niet van de vrees ontheven<br />

waren, om het doel zijner<br />

onderdrukking te zijn , en dèn nijd<br />

der Spaanfche Groten tot een offer<br />

te ftrekken. Zijn medehulp verfcheen<br />

eindelijk, en de inhoud van hun gezantlchap<br />

werd aan herhaalde beraadllagingen<br />

onderworpen (*).<br />

De Koning was op dien tijd in 1566.<br />

het bosch te Segovie , waar hij zijne<br />

Staatsraden insgelijks liet Zamettkomen.<br />

In deeze Vergadering znen de<br />

Hertog van Alba; Don G O M E Z D E<br />

F I G U E R R A ; Graaf van Feria; Don<br />

A N T O N I O V A N T O L E D O , Grootmeester<br />

van de St. Joannes-orde ; Don<br />

J O H A N MANRIQtJEZ V A N LARA,<br />

Opperhofmeester der Koningin ; RUIJ<br />

G O M E Z , Prins van Eboli en Graaf<br />

van Melito; L O D E W Y K V A N Q U I X -<br />

A D A , Opperflalmeester van den Prins;<br />

K A R E L V A N T I S N A C Q , Prefident van<br />

den Ncderlandfchen Raad; de Staatsraad<br />

en Zegelbewaarder H O P P E R U S (f),<br />

en de Staatsraad V A N C O R T E V I L L E (§).<br />

De zitting werd enige dagen agtereen<br />

voordgezet; beide de Gezanten<br />

(*") HOPPER, 98. 99. i°3.<br />

f) Uit wiens Memoires, als enen der<br />

Biedehandelende Perfonen, het verflag van deze<br />

Vergadering genomen is.<br />

T§) HOPPER §. m.<br />

I. D E E L . A»


III.<br />

BOEK.<br />

370 DE AFVAL DER<br />

woonden dezelve bij, dog de Koning<br />

zelf was daarbij niet tegenwoordig.<br />

Hier werd nu het gedrag van deu<br />

Nederlandfchen Adel met Spaanfche ogen<br />

bekeken; men ging hetzelve van ftap<br />

tot ftap na , tot aan deszelfs verst<br />

afgelegen bron; bragt omftandigheden<br />

met elkander in verband, die nooit<br />

enig verband gehad hadden, en vond<br />

een rijp veruitziend plan in gebeurenisfen,<br />

die de vrugten van een ogenblik<br />

waren. Alle die onderfcheidene<br />

voorgaande ftappen des Adels, welken<br />

het geval alleen zamengeknoopt , en<br />

de natuurlijke loop der dingen zo<br />

en niet anders geduurd had, zouden<br />

on titaan zijn uit een overlegd plan ,<br />

om ene algemene vrijheid van Godsdienst<br />

intevoeren , en het beftuur<br />

van zaken in handen van den Adel<br />

te brengen. De eerfte ftap daartoe,<br />

meende men , was de geweldige verftoung<br />

des Staatsdienaars GRANVELLE,<br />

aan wien men niets kon vinden te<br />

berispen , dan dat hij in 't bezie was van.<br />

eene raagt, die men liever zelf had<br />

geoefend. Den tweden ftap deed men<br />

door het afvaardigen van den Graaf van<br />

Egmond naar Spanje , om op de affchaffing<br />

der Inquifitie en verzagting<br />

der Plakaten aantedringen , en den<br />

Koning tot ene uitbreiding van den<br />

Raad van State te bewegen. Dan<br />

daar dat op zulk ene befcheidene<br />

wyze niet te verkrijgen was geweest,


NEDERLANDEN. M<br />

iogt men het nu door enen derden<br />

en ftouteren ftap , door ene plegtige<br />

verbindenis, het Geuzen-verbond, den<br />

Koning aftedwingen. Een vierde ftap<br />

tot dat zelfde doel is tans het nieuwe<br />

Gezantfchap, waardoor men eindelijk<br />

zonder fchroom het masker affmijt,<br />

en door de dolle voorflagen,<br />

welken men zig niet fchaamt aan den<br />

Koning te doen, duidelyk aan den<br />

dag legt , wat alle de voorgaande<br />

ftappen bedoeld hebben. Of, zeide<br />

men , kan de affchaffing der Inquifitie<br />

op iets minder, dan op ene<br />

volkomene vrijheid van geloof uitlopen<br />

? Gaat met haar niet het ftuur<br />

der gewetens verloren ? Voert de voorgeflagene<br />

Moderatie niet ene volkomene<br />

ftraffeloosheid voor alle Ketterijen<br />

in? Wat is het ontwerp om den<br />

Raad van State te vergroten , en<br />

de twe overige Hoven aftefchaffen,<br />

anders, dart ene volledige omkering<br />

van het Staatsbeftuur, ten gevalle<br />

van den Adel ? Een Algemeen Opperbeftuur<br />

over alle de Nederlandfche Gewesten<br />

? Is die zamenrotting der Ketters<br />

bij de openbare Preken niet reeds<br />

de derde Verbindenis, die met de zelfde<br />

oogmerken ondernomen wordt, daar<br />

het gefpan der Groten in den Raad<br />

van State , en het Verbond der Geuzen<br />

niet werkfaam genoeg gefchenert<br />

hebben (*).<br />

HOPPER §. 104.<br />

Aa 2<br />

iir.<br />

BOEK.


BOEK.<br />

S7Ï DE AFVAL DER<br />

f Dan, welke ook de bronnen van dit<br />

kwaad zijn mogten , men kwam daarin<br />

overeen , dac het hierom niet te<br />

minder bedenkelijk en dringend ware.<br />

De onverwijlde perfoonlijke aankomst<br />

des Konings te Brusfel was zekerlijk<br />

het ware middel , om hetzelve fpoedig<br />

en in den grond wegteneemen.<br />

Dan daar het reeds laat in 't jaar<br />

was, en de toerustingen tot deze reis<br />

den zo korten tijd voor den winter<br />

geheel moesten wegnemen; daar zo<br />

wel het ftormagtige jaargetijde, als<br />

het gevaar van de Franfche en Engelfche<br />

Schepen , welke den Oceaan<br />

onveilig maakten, den Noordelijken weg,<br />

als den kortften, niet toelieten te nemen<br />

; daar de Muitelingen zelfs in tusfehen<br />

het eiland Walcheren in bezit<br />

nemen, en den Koning het landen<br />

betwisten konden; zo was 'er voor<br />

het volgende voorjaar aan deze reis<br />

niet te denken, en men moest zig, bij<br />

gebrek van het enige grondige geneesmiddel,<br />

met ene redding voor een' tijd<br />

behelpen. Men kwam dan overeen ,<br />

den Koning voorteltellen: eerfielijk: dat<br />

hij de Pauslijke Inquifitie uit de Nederlanden<br />

mogt wegnemen , en het bij<br />

de Bisfchoplijke laten berusten ; ten<br />

tweden, dat 'er een .nieu ontwerp tot<br />

verzagting der Plakaten beraamd wierd,<br />

waarbij de waardigheid van den Godsdienst<br />

en den Koning meer dan in de overgezonden<br />

Moderatie ontzien wierd;


NEDERLANDEN. 373<br />

ten derden, dat hij der Landvoogdesfe<br />

volmagc mogt verlenen, om alle<br />

de genen, die niet airede iets ftrafwaardigs<br />

begaan hadden, of reeds geregtelijk<br />

veroordeeld waren , met uitzonderinge<br />

egter van de Prékers der<br />

fekten en derzelver medepligtigen, genade<br />

te fchenken , opdat de gemoederen<br />

gerust gefield , en geen weg<br />

der mcnfchelijkheid onbeproefd gelaten<br />

wierd. Alle famenfpanningen , verbindenisfen,<br />

openbare bijeenkomften en Préken,<br />

moesten voordaan, onder Itrenge<br />

ftraffcn, verboden zijn ; cn zo daartegen<br />

evenwel gehandeld wierd, moest de<br />

Landvoogdes vrijheid hebben om zig<br />

van de gewone krijgsbenden en bezettingen,<br />

tot kragtdadige onderwerping der<br />

oproerigen, te bedienen ; ook in geval<br />

van nood nieuwe benden te werven ,<br />

en de Bevelhebbers over dezelve naar<br />

haar eigen goeddunken te benoemen.<br />

Eindelijk zoude zijne Majefteit weldoen,<br />

met aan de voornaamfte fteden, Prelaten,<br />

en Hoofden van den Adel, aan enigen<br />

eigenhandig, en aan allen in enen<br />

goedertieren toon , te fchrijven , om<br />

derzelver dienstvaardigheid aantewakkeren<br />

(*).<br />

Zo ras den Koning dit befluit var<br />

zijnen Staatsraad was voorgehouden, was<br />

het eerfte dat hij deed, in de voor-<br />

(*) HOPPER. §. 100. no, 112. "3«<br />

Aa 3<br />

III.<br />

BOEK.


SM BE AFVAL DER<br />

m. naamfte plaatfen des Rijks, en ook in<br />

BOEK . de Nederlanden, openlijke omgangen<br />

en gebeden uittefchrijven , ten einde<br />

de Godlijke befluring bij het nemen<br />

van zijn befluit. aftefmeken. Hij<br />

verfcheen in eigenen Perfoon in den<br />

Raadom dit befluit tc bekragtigen,<br />

en dadelijk te laten afvaardigen. De<br />

Algemene Staten-vergadcring verklaarde<br />

hij voor nutloos , en floeg dezelve<br />

geheel af; dog hij verbond zig om<br />

enige Duitfche Regimenten in zijne zoldlj<br />

te houden, en dezen, opdat zij<br />

des te ijveriger dienen mogtcn , den<br />

Ouden agterflai te betalen. Hij gelastte<br />

de Landvoogdes, in enen afzonderlijken<br />

brief, zig onder de hand en<br />

in ftilte te wapenen ; drie duizend man<br />

Ruiterij , en tienduizend man Voetvolk<br />

moest zij in Duitschland laten zamentrekken,<br />

waartoe hij haar met dc nodige<br />

brieven voorzag , en haar ene<br />

fom van driemaal honderd duizend goudguldens<br />

overmaakte (*). Hij zond dit<br />

zyn befluit af met meer brieven aan enkelde<br />

perfoncn en fleden , waarbij hij<br />

dezen in zeer gunflige bewoordingen<br />

voor hunnen betoonden goeden ijver<br />

bedankte , en hen aanmaande daarin<br />

:e volharden. Niettegenflaande dat hij<br />

n het gewigtigfic ftuk, waarop de<br />

^atie tans bijzonder gezet was, de<br />

(*) HOPPER. 124. BURG. 258.


NEDERLANDEN. 375<br />

Algemene Vergadering der Staten , on­ IH.<br />

verbiddelijk bleef; nicttegenftaande dat BOEK.<br />

deze bepaalde cn dubbelzinnige vergiffenis<br />

zo goed als gene was, en veel<br />

te veel van de willekeur afhing, dan dat<br />

zij de gemoederen zou. hebben kunnen<br />

gerust Hellen ; nicttegenftaande hij eindelijk'<br />

zelfs de voorgeflagene Moderatie<br />

als te zagt verwierp, daar men zig<br />

nogtans over derzelver hardheid beklaagde;<br />

zo had hij tog voor ditmaal, ten<br />

gevalle der Natie, enen ongewonen flap<br />

gedaan: hij had aan haar de Pauslijke<br />

Inquifitie opgeofferd, en alleen de Bisfchoplijke,<br />

waaraan zij gewend was,<br />

gelaten. Zij had in den Spaanfchen<br />

Raad billijker Regters gevonden, dan<br />

waarfchijnlijker wijze was te wagten<br />

o-eweest. Of deze wijze infchiklijkheid<br />

op enen anderen tijd , en onder andere<br />

omftandigheden, de gehoopte uitwerking<br />

zou gehad hebben, zullen wij<br />

daar laten. Tans kwam zij te laat ; 1566,<br />

toen de Koninglijke brieven te Brusfel<br />

kwamen, was de Beeldenftorm reeds<br />

uitgebroken.<br />

De drijfveren van dit buitengewone<br />

voorval zijn geenszins zo hoog te zoeken<br />

ah vele Gefchiedfchrijvers zig<br />

de 'moeite hebben gegeven. Mogelijk,<br />

en zeer waarfchijnlijk is het, dat d<<br />

Franfche Proteftantcn ijverig daaraan werkten<br />

, om in de Nederlanden eer i<br />

kwcekfchool voor hunnen Godsdienst «<br />

onderhouden, en dat zij een ramhjk ver<br />

Aa 4


37 DE AFVAL DÉR<br />

III. gelijk tusfehen hunne Geloofsbroederen<br />

BOEK. aldaar^ en den Koning van Spanje,<br />

door allerlei middelen zogten te beletten<br />

, ten einde dezen onverzoenhjken<br />

vyand van hunne Partij in zijn<br />

eigen land werk te verfchaffen; zeer<br />

natuurlijk derhalven, dat derzelver Onderhandelaars<br />

in de Nederlanden niet<br />

zullen hebben nagelaten , de onderdrukte<br />

moedeloze fekte tot uitfporige<br />

uitzigten optewakkeren , derzelver verbittering<br />

tegen de heerfchende Kerk<br />

op allerlei wijzen aantek weken, den<br />

druk, waaronder zij zugtte, te vern-oten<br />

, en haar daardoor ongemerkt<br />

I ot wandaden te vervoeren. "Moge-<br />

] ijk, dat 'er ook onder de Verbon-<br />

< lenen velen waren , die hunne ei-<br />

3 ;en verloren zaak meenden te her­<br />

! tellen , wanneer zij het getal hunner<br />

i nedepligtigen vermeerderden ; die de<br />

\ nettigheid hunnes Verbonds niet an-<br />

c ers dagten te kunnen bewijzen, dan<br />

x ranneer zij die ongelukkige gevolgen<br />

V merkelijk deden ohtftaan , voor welke<br />

2 ij den Koning gewaarfchoud hadden,<br />

e tl die in het algemene misdrijf hun<br />

e gen hoopten te verfteken. Maar dat<br />

d ï Beeldenftorm de vrugt zou zijn<br />

g ïweest van een overlegd plan , waar-<br />

o ntrent men in de bijeenkomst te<br />

S :. Truijen affpraak gemaakt had; dat<br />

in ene plegtige • Vergadering van zo<br />

ve le Edelen en dappere lieden , onr<br />

welken nog verre het gröotfte


NEDERLANDEN. 7,77<br />

deel het Pausdom aankleefde, een dolleman<br />

zig zou hebben durven verfhouten<br />

, om een plan tot een openbare<br />

fchanddaad opgegeven , die<br />

niet zo zeer ene afzonderlijke Godsdienst-partij<br />

krenkte , als veeleer alle<br />

agting voor den Godsdienst in 't gemeen<br />

, en alle redelijkheid met voeten<br />

trad, cn die alleen in den vuilen<br />

fchoot van een laag Gemeen kon<br />

geboren worden, zou reeds daarom<br />

alleen niet geloofbaar zijn , dewijl deze<br />

woedende daad zig in hare opkomst<br />

te fnel, in hare uitvoering te<br />

driftig, te dol vertoont, om niet<br />

de vrugt te zijn geweest van het<br />

ogenblik, waarin zij te voorfchijn kwam,<br />

en dewijl zij uit de omftandigheden,<br />

die haar voorafgingen, zo natuurlijk<br />

voordvloeit , dat 'er zulke diepe navorfchingen<br />

niet nodig zijn , om haren<br />

oorfprong te ontdekken.<br />

Een woeste, talrijke hoop , zamengefchoold<br />

uit het laagfte Gemeen ;<br />

beestagtig door ene bcestagtige behandeling<br />

; door moordbcvelen , die in<br />

elke ftad op hen loerden , van grenzen<br />

tot grenzen rondgejaagd, en tot<br />

wanhoop aangedreven ; genoodzaakt hunne<br />

Godsdienstoefeningen te ftelen; een<br />

algemeen geheiligd menfehenregt , even<br />

als een werk der duisternis , tc verbergen;<br />

ziende misfehien voor hunne<br />

ogen de trotfchlijk oprijzende Godshuizen<br />

der zegevierende Kerke, waar<br />

Aa 5<br />

III.<br />

B O EK.


37* D E A F V A L D E R<br />

III. hunne hoogmoedige Broeders in al!e<br />

BOEK. gemak en weelde hunnen Godsdienst<br />

oefenden ; zeiven buiten de muren gedrongen<br />

, en dat misfchien wel door<br />

het zwakfte getal; verdreven naar het<br />

woeste woud, om daar in de brandende<br />

middagshitte, in ene veragtelijke<br />

heimelijkheid, den" zelfden God te<br />

dienen ; uit de burgerlijke maatfchappij<br />

tot den ftaat der Natuur verftoten,<br />

en in een gedugt ogenblik aan<br />

' de regten van dezen ftaat indagng<br />

gemaakt ! Hoe veel groter hun getal<br />

is, des te onnatuurlijker is dit<br />

hun lot ; met verwondering wordt<br />

zulks van hun opgemerkt. De ruime<br />

lugt , voorhanden zijnde vvapenen,<br />

verbeelding in het brein, en verbittering<br />

in het hart, komen den wenk<br />

enes dweepzieken Prekers te hulp;<br />

de gelegenheid lokt uit ; geen affpraak<br />

is 'er nodig, waar alle ogen<br />

het zelfde waarnemen; het befluit is<br />

genomen, vóór dat nog het woord<br />

uit den mond is gegaan ; gereed<br />

tot een wanbedrijf, zonder dat een<br />

van allen nog weet tot welk; zo<br />

loopt deze woedende hoop uit elkander.<br />

De lachende voorfpoed van<br />

den vijandlijken Godsdienst beledigt hunne<br />

armoede; de pragt van eiken tempel<br />

hoont hun omzwervend geloof;<br />

elk opgeregt kruis aan den weg, ieder<br />

heilig beeld, dat zij aantreffen,<br />

is een zegeteken , dat over hun is


NEDERLANDEN. 3?S><br />

opgeregt, en alle moeten onder hun­ III.<br />

ne vvraaknemendc handen vallen. Dwe- j<br />

perij doet de wandaad geboren wor- .<br />

den, maar lage hartstogten , voor welke<br />

zig<br />

aanbiedt,<br />

hier ene ruime voldoening SOEK.<br />

voltooijcn dezelve.<br />

De Beeldenftorm nam zijnen aanvang<br />

in West-Vlaanderen en Artois,<br />

in de landfehappen tusfehen de Lijs<br />

en de Zee. Een razende bende van 1566.<br />

handwerkslieden , fchippers cn boeren,<br />

met hoeren, bedelaars en dievengeboefte<br />

vermengd, omtrent driehonderd<br />

in getal, gewapend met bijlen, hamers<br />

, ladders en touwen , flegts enige<br />

weinigen met vuurroeren en degens<br />

, vallen, door dolle dweepzugt<br />

gedreven, in de vlekken en dorpen<br />

bij St. Onier ; lopen dc deuren der<br />

Kerken en Kloosters, weiken zij gefloten<br />

vinden , met geweld open , werpen<br />

de altaren omver , breken de<br />

beelden der Heiligen in flukken, en vertreden<br />

dezelven met voeten. Door<br />

deze verfoeilijke daad nog meer verhit<br />

, en door enen nieuwen toeloop<br />

verfterkt , trekken zij regelregt naar<br />

Yperen, waar zij op enen flerken<br />

aanhang van Kalvinisten konden ftaat<br />

maken. Zonder tegenftand te ontmoeten,<br />

breken zij in de Hoofd-kerk;<br />

men klimt met ladders tegen de muren<br />

op; de beelden worden met hamers<br />

verraorfeld , de Preêkftoelen -en<br />

Zitftoelen met bijlen in ftukken ge-


l8o DE AFVAL DER<br />

III. houwen, de altaren van hunne Hem­<br />

BOE K, den beroofd, en het heilige huisraad<br />

. geftolen. Dit voorbeeld wordt dadelijk<br />

te Menin , Comines , Vcrrich ,<br />

Lillo en Oudenaarden nagevolgd; in<br />

weinige dagen was geheel Vlaanderen<br />

door de zelfde woede aangetast. Juist<br />

toen de eerfte tijdingen hiervan inkwamen<br />

, krielde het in Antwerpen<br />

van ene menigte landlopers , welken<br />

het Feest van Maria Hemelvaart in<br />

deze ftad had bijeengebragt. Ter naauwer<br />

nood hield de tegenwoordigheid<br />

des Prinfen van Oranje deze tomeloze<br />

bende nog in bedwang, die brandde<br />

om het voorbeeld van hunne<br />

broederen te St. Omer natevolgen;<br />

dog een bevel van het Hof,<br />

dat hem in aller ijl naar Brusfel<br />

riep, waar de Landvoogdes den Raad<br />

liet _ vergaderen , om aan denzelven des<br />

Konings brieven voortelezen, gaf Antwerpen<br />

aan den moedwil dezer bende<br />

ten prooi. Des Prinfen vertrek<br />

is het teken tot den opftand. Uit<br />

vrees voor de baldadigheid van 't graau,<br />

dat al terftond in de eerfte dagen<br />

fpotagtige zinfpelingen liet horen, had<br />

men het Maria-beeld, na weinige omgangen,<br />

ter vlugt op het Koor gebragt<br />

, ^ zonder hetzelve , als gewoonlijk<br />

, in 't midden van de Kerk te<br />

plaatfen. Dit bragt enige moedwillige<br />

boeven uit het volk op den inval,<br />

om hetzelve daar een bezoek te ge-


NEDERLANDEN. 381<br />

yen, en fpottende te vragen, waar­ HL<br />

om het onlangs<br />

ware ? Anderen<br />

zo ras<br />

klommen<br />

verdwenen BOEK.<br />

op den<br />

Preêkftoel, waar zij den Prêker naaapten,<br />

en de Papisten tot enen wed-<br />

Itrijd uitdaagden. Een Katholijke fchipper,<br />

wien deze fpotternij verdroot,<br />

wilde hen van boven trekken, en<br />

men raakte op den Preêkftoel handgemeen.<br />

Dergelijke bedrijven werden ook<br />

den volgenden avond gepleegd. Het<br />

aantal vermeerderde, en velen kwamen<br />

reeds met verdagte werktuigen en heimelijke<br />

wapenen voorzien. Eindelijk<br />

kreeg een van allen in het hoofd<br />

te roepen: „ Lang leven de Geuzen"!<br />

terflond riep de ganfche bende<br />

dit na, en het Maria-beeld werd<br />

gelast hetzelfde te doen. De weinige<br />

Katholijken , welke zig daar bevonden<br />

, de hoop opgevende, om tegen<br />

deze tdo\\e menigte iets uitteregten<br />

, verlieten de Kerk , na dat zij<br />

alle de deuren , tot één toe , gefloten<br />

hadden. Zo ras men zig alleen<br />

zag, werd 'er voorgeflagen, enen<br />

der Pfalmen naar de nieuwe zangwijzen<br />

aanteheffen, welke door de Regering<br />

verboden waren. Onder het zingen<br />

vallen zij alle te gelijk, even<br />

als op een gegeven teken , woedende<br />

op het Maria-beeld aan, dooriteken<br />

hetzelve met zwaarden en dolken<br />

, en flaan het hoofd 'er af;<br />

hoeren en dieven rukken de groot


KI.<br />

HOEK<br />

DE AFVAL DER<br />

fte kaarfën van de Altaren, en lich*<br />

, ten by her werk. Het ilhone Sr<br />

t l k ^ a n V ? '<br />

k U n S t<br />

?\ Tvï - '<br />

W e r d v e i<br />

eld,<br />

alle de fchddenjen bedorven, alk de<br />

pronkbedden verpletterd. Een gekruï<br />

fchen T US<br />

'<br />

l e<br />

- n s<br />

-^o«e, die tusfehen<br />

de twe moordenaars, tegen over<br />

het Hoge Altaar, geplakt was, een<br />

oud ftuk i n . n<br />

ssïïr \ en<br />

-,<br />

^<br />

houden, werd met touwen ter aafde<br />

mcc bijien in<br />

geflagen, terwijl men de beide moordenaars<br />

ter wederzijden eerbiedig verschoonde.<br />

De gewijde Ouwels werden<br />

over den grond gefmeten, en met<br />

voeten vertrapt; met den wij^i van '<br />

Nagtmaal, bij geval daar gevonden,<br />

dronk men de gezondheid der Geuzenmet<br />

de heilige Olie fineerde men dè<br />

fchoenen; de graven zelve werden opgewroet,<br />

de halfvergane lijken 'er £<br />

gehaald, en met voeten getreden. Dit<br />

i les gefchiedde in zulk ene verwon-<br />

« lerhjke orde, a l s o f m e n d<br />

( lkander vooraf de rollen had uitge-<br />

1 leeid; ieder werkte zijnen buurman daar-<br />

1 Lu\ A \<br />

I<br />

1<br />

f<br />

e<br />

i<br />

v<br />

A<br />

'\<br />

g e e n v a n a]ie<br />

"> hoe<br />

lalsbrekend ook dit werk ware, bekwam<br />

en ongeluk, niettegenitaande de dik-<br />

•e| duisternis, en fchoon de zwaarltc<br />

ukken om en nevens hen nederviclen i<br />

n zelfs vden op de uiterfte fporten<br />

er ladders handgemeen wierden. Het<br />

r<br />

*s, als pf e e n hoger magt dit werk


NEDERLANDEN. 383<br />

der duisternis in hare befcherming had III.<br />

genomen. In weerwil der veelvuldige BOEK.<br />

kaarfen, welke hun bij dit guitenftuk<br />

lichtten, werd geen enige herkend.<br />

Met ongelooflijke fhelheid was het werk<br />

verrigt; een getal van ten hoogften<br />

honderd menfchen verwoestte binnen<br />

weinige uren enen Tempel van zeventig<br />

Altaren, zijnde, na de St. Pieters<br />

Kerk te Rome, misfehien de gröotfte<br />

en pragtigfte in het Christen-rijk.- Het<br />

bleef niet bij de Hoofdkerk alleen; met<br />

fakkels en kaarfen, vandaar genomen,<br />

trok men nog te middernagt op, om<br />

de overige Kerken, Kloosters en Kapellen<br />

een gelijk lot te doen wedervaren.<br />

De troepen groeiden met elke nieuwe<br />

fchanddaad aan, en de gelegenheid lokte<br />

dieven. Wat men vond, nam men<br />

mede; vaatwerk, altaar-behangfels, geld,<br />

klederen: in de kelders der Kloosters<br />

bezoop men zig op nieu; de Geestelijke<br />

Zustlrs lieten alles in den loop,<br />

om de uiterfte fchande te ontgaan. Het<br />

doffe gedruisch van dit bedrijf had de<br />

burgers met fchrik uit den eerften flaap<br />

gewekt; maar de nagt maakte het gevaar<br />

vreeslijker, dan het werkelijk was.<br />

en in fiede van zig ter hulpe zijnet<br />

Kerken re fpoeden, verfchanste men zig<br />

binnens huis, en zag met ene onzekere<br />

verbaasdheid den dag te gemoet. De<br />

opgaande Zon vertoonde eindelijk de gemaakte<br />

verwoesting; maar het werk van<br />

den nagt was hier mede niet geëindigd,


III.<br />

DOEK'.<br />

3Ö4 DE AFVAL DER<br />

Enige Kerken en Kloosters waren nog<br />

verfchoond gebleven; ook dezen moesten<br />

hetzelfde lot ondergaan: drie dagen<br />

duurde dit geweld. De meest<br />

gegoede burgers, eindelijk bezorgd geworden<br />

dat dit woedende gefpuis,<br />

wanneer het niets heiligs meer te<br />

vernielen vond, op gelijke Wijze het<br />

ongewijde mogt aanranden, en voor<br />

hunne winkels gevaarlijk worden, tevens<br />

moed gekregen hebbende door<br />

de ontdekking van het kleine getal<br />

der vijanden, wagen het zig gewapend<br />

voor de deuren hunner huizen<br />

te vertonen. Alle de poorten<br />

der ftad worden gefloten, een enkelde<br />

uitgenomen , door welke de<br />

Beeldenftormers uitbreken, om in de<br />

naburige ftreken hetzelfde wanbedrijf<br />

te herhalen. Gedurende dien gehelen<br />

tijd, had de Overheid het flegts<br />

een enkelde reis gewaagdj zig van<br />

haar magt té bedienen: zo zeer<br />

werd zij door de overmagt der Kalvinisten<br />

in vrees gehouden, van welken<br />

, zo men meende , dat roofgefpuis<br />

gehuurd was. De fchade,<br />

door deze verwoesting aangeregt, was<br />

onnoemelijk: aan de Maria-Kerk alleen<br />

werd dezelve op viermaal honderd<br />

duizend goudguldens begroot.<br />

Vele kostbare kunstwerken wérden bij<br />

deze gelegenheid vernield, vele- voörtreflijke<br />

handfchriften, vele gedenkftukken,<br />

van groot belang voor de<br />

Ge-


NEDERLANDEN. 3%<br />

Gefchiedenis en het Staatsregc, gingen<br />

III.<br />

daarbij verloren. Dc Magiftraat gaf<br />

BOEK:<br />

dadelijk een bevel uit, om de geroofde<br />

goederen op levensftraffe weder<br />

optebrengen, waarbij de Hervormde<br />

Leeraars , die zig van wegens<br />

hunne Gczinte fchaamden,<br />

met nadruk behulpfaam waren. Veel<br />

werd op deze wijze nog gered, en<br />

de hoofden van dat gefpuis , 't zij<br />

öm dat ze min door roofzugt dan<br />

door dweperij en wraakzugt bezield,<br />

of dat zij door vreemde handen beftuurd<br />

wierden , beflotcn, ten einde<br />

in 't vervolg deze buitenfporighedeil<br />

voortckomen, voordaan bij benden en<br />

in beter orde te ftormen (*).<br />

De Stad Gent beefde inmsfehen<br />

voor een zelfde lot. Tcrftond op<br />

het eerfte bcrigt van den Bccldcnftorm<br />

tc Antwerpen , had de Magiftraat<br />

dezeï Stad zig met de voornaamfte<br />

Burgers door enen eed verbonden,<br />

om de Kerkenfchcndcrs met<br />

geweld tegentegaan : dog toen men<br />

dezen eed ook aan het Volk voorhield<br />

, waren de ftemmen verdeeld,<br />

en velen verklaarden ronduit, dat zij<br />

in 't geheel niet gezind waren, om<br />

een zo godsdienstig werk te verhinderen.<br />

In deze gefteldheid van zaken<br />

(*) METEREN 86 STRADA I45 - I47,'<br />

BURG. 294. 295. 300. HOPPER. §. 126;<br />

MEURS. Guliel. Aur. II. 13. 14.<br />

I. DEEL. Bb


III.<br />

HOEK<br />

386 DE AFVAL DER<br />

oordeelden de Roomschgezinde Geestelijken<br />

raadfaam, de beste kostbaarhe-<br />

. den uit de Kerken in het Kasteel<br />

te bergen, en enige Familiën verkregen<br />

de vrijheid om 't gene<br />

hunne Voorouders daaraan gefchonken<br />

hadden , mede in veiligheid te brengen.<br />

Inmiddels werden alle plegtigheden<br />

opgefchort; de Regtspleging ftond<br />

ftil , even als in een veroverde ftad;<br />

men beefde in de verwagting op<br />

het geen komen zou. Eindelijk verftoutte<br />

zig ene doldrieste bende,<br />

met den volgenden onbefchaamden last,<br />

in bezending naar den Gouverneur<br />

der Stad te gaan. „ Het was hun,"<br />

zeiden zij , ,, van hunne hoofden op-<br />

„ gedragen, naar het voorbeeld der<br />

„ andere Steden, de beelden uit de<br />

„ Kerken te nemen. Bood men hun<br />

„ genen wederftand, dan zouden zij<br />

„ in ftilte en zonder fchade daar-<br />

,, mede voordgaan; dog in het te-<br />

„ gengeftelde geval, zouden zij ftor-<br />

„ men." Ja zo ver ging hunne ftoutheid,<br />

dat zij de hulp der Geregtsdienaren<br />

daarbij verzogten. In 't eerst<br />

vcrftomde de Gouverneur over dit onbefchaamde<br />

aanzoek ; doch vervolgens<br />

bedenkende, dat de buitenfporigheden<br />

door het gezag der wetten misfehien<br />

beter beteugeld zouden worden , maakte<br />

hij gene zwarigheid om hun de<br />

Geregtsdienaars toereftaan. Te Doornik<br />

werden de Kerken , in het ge-


NEDERLANDEN. 58/<br />

èigt van de Bezetting, welke niet<br />

III.<br />

kon overgehaald worden óm op de<br />

BOEK.<br />

Beeldenltormers te fchieten, van hunne<br />

Geraden beroofd. Toen het uitlekte<br />

, dat men de gouden en zilveren<br />

vaten met den overigen opfchik<br />

der Kerk onder de aarde had begraven<br />

, werd de gehele vloer der<br />

Kerke omgewroet, en bij deze gelegenheid<br />

kwam het lijk van den Her­<br />

tog ADOLF VAN GELDER Weder<br />

voor den dag, die eertijds aan de<br />

fpits der oproerige Gentenaars in 't<br />

gevegt gefneuveld, en te Doornik<br />

begraven was. Deze ADOLF had zijnen<br />

Vader bcoorlogd, en den overwonnen<br />

grijsaart, enige mijlen ver,<br />

barrevoets naar de gevangenis gefleept;<br />

dog hem zeiven had KAREL D£<br />

STOUTE van Bourgondic gelijk met<br />

gelijk vergolden. Nu , een halve eeuw<br />

daarna, wreekte het noodlot een wanbedrijf<br />

tegen de Natuur, door een<br />

ander tegen den Godsdienst: de Dweperij<br />

moest het gewijde ontheiligen ,<br />

om het gebeente eens vadermoorders<br />

andermaal aan den vloek prijs<br />

te geven (*). Bij de Beeldftormers<br />

van Doornik voegden zig anderen uit<br />

Valenchijn, om alle Kloosters van het<br />

omliggende Grondgebied te verwoesten ,<br />

waarbij ene kostbare Boekerij, welke<br />

geduurende eeuwen bijeengezameld was,<br />

(*) BURC. 315. 316.<br />

* Bb a


III.<br />

S50EK.<br />

333 DE AFVAL DER<br />

door de vlammen vernield werd. Ook<br />

in Braband drong dit verderflijke voorbeeld<br />

door ; Mechelen , 's Hertogenbosch<br />

, Breda en Bergen op Zoom<br />

ondergingen het zelfde lot. Alleen de<br />

Provinciën Namen en Luxemburg, benevens<br />

een gedeelte van Artois en<br />

Henegouwen , hadden het geluk, zig<br />

van deze fchandbedrijven zuiver te<br />

houden. In den tijd van vier of<br />

vijf dagen waren in Braband en Vlaanderen<br />

alleen vierhonderd Kefken verwoest.<br />

Wanneer men deze uitgeltrektheid<br />

en dien trap van verwoesting<br />

vergelijkt met het geringe getal der<br />

genen, die dezelve pleegden, zou<br />

men fchier in verzoeking geraken om te<br />

geloven , dat meer dan menfehenhanden<br />

daaraan gewerkt hebben (*).<br />

Van de zelfde dolheid, welke het<br />

zuidelijke gedeelte der Nederlanden doorliep<br />

, werd welhaast ook het Noorden<br />

aangetast. De Hollandfche Steden<br />

Amfierdam , Leiden en 's Gravenhage<br />

hadden de keus , om óf vrijwillig<br />

hunne kerken van derzelver fieraad<br />

te ontbloten , óf te zien, dat<br />

hetzelve geweldadiger hand daaruit wierd<br />

gehaald. Delft, Haarlem, Gouda en<br />

Rotterdam ontkwamen de verwoesting<br />

door de kloekmoedigheid der Regering.<br />

De zelfde geweldenarijen werden<br />

ook op de Zeeufche Eilanden ge-<br />

(*) METEREN 85. 87. STRAD. 149.


NEDERLANDEN» 389<br />

pleegd; de Stad Utregt, benevens enige<br />

plaatfcn van Overijsfel, en Groningen<br />

moesten mede den Beeldenftorm lijden.<br />

Friesland werd door den Graaf van<br />

Aremberg, en Gelderland door den<br />

Graaf van Megen voor dat ongeval<br />

bewaard (*).<br />

Het gerugt van deze ongeregeldheden,<br />

dat uit alle Gewesten vergrotend<br />

inkwam, verfpreidde den fchrik<br />

in Brusfel , waar de Landvoogdes juist<br />

ene buitengewone Vergadering van den<br />

Raad van State had belegd. De zwermen<br />

van Beeldenftormcrs drongen reeds<br />

verre in het Brabahdfche door, en<br />

dreigden zelfs de Hoofdflad, waar zij<br />

zeker waren van enen nieuwen aanhang<br />

te vinden , onder het oog der<br />

Hoge Regering aldaar den zelfden gruwel<br />

te herhalen. De Landvoogdes,<br />

bedugt voor haren eigenen pcrloon ,<br />

dien zy zelfs in het hart des Lands,<br />

te midden van de Stadhouders en<br />

Ridders , niet veilig agttc , was reeds<br />

van gedagten naar Bergen in Henegouwen<br />

te vlugtcn , (welke Stad de<br />

Hertog van Aarfchot haar tot ene<br />

wijkplaats had ingeruimd,) om niet,<br />

aan het goeddunken der Beeldenflormers<br />

overgelaten , tot onvoeglyke voorwaarden<br />

genoodzaakt te worden. Het<br />

baatte niet, dat de Ridders hun bloed<br />

(*~) BURG. 318. 319. MEURS. Gul. Aiuv<br />

II. 15.<br />

Bb 3<br />

III.<br />

BOEK,


III.<br />

BOEK,<br />

\<br />

390 DE AFVAL DER<br />

en leven voor hare veiligheid te pand<br />

zetteden, en op de dringendfle wijze<br />

bij haar aanhielden , dat zij zig door<br />

ene zo fmadelijke vlugt tog niet<br />

aan de fchande mogt bloot ftellen,<br />

alsof het hun aan moed en ijver<br />

ontbroken had om hunne Vorstin te<br />

befchermen ; het baatte niet, dat de<br />

Stad Brusfel zelve haar bezwoer,<br />

haar tog in dezen uiccrften nood niet<br />

te verlaten; dat de Raad van State<br />

haar dc nadruklijkfte voorftellen<br />

deed , om door zulk enen kleinmoedigen<br />

flap de ftoutheid der Muitelingen<br />

niet nog meer aantevuren ; zij<br />

bleef onveranderlijk bij dit wanhopige<br />

befluit, daar 'er nog bij aanhoudendheid<br />

boden kwamen, met de<br />

tijding, dat dc Becldenltormers tegen<br />

de Hoofdftad in aantogt waren. Zij<br />

gaf bevel, om alles tot hare vlugt<br />

gereed te houden, welke met den<br />

vroegen morgen in ftilte zou voordgaan.<br />

Met het krieken van den dag<br />

ftond de grijsaart VIGLIUS vóór haar,<br />

welken zij , ten gevalle der Groten,<br />

reeds federt lang gewoon was te<br />

verwaarlozen. Hij wilde weten , wat<br />

deze toeftei betekende , waarop zij hem<br />

eindelijk beleed , dat zij vlugten wilde ,<br />

en zeide, dat hij wèl zou doen ,<br />

zo hij zig zeiven mede zogt te redden.<br />

„ Het zijn nu twe jaren ,"<br />

zeide de oude man, „ dat gij deze<br />

„ uitkomst van zaken hebt kunnen


NEDERLANDEN. 39*<br />

verwagten. Om dat ik vrijer ge-<br />

" fproken heb, dan uwe Hovelingen ,<br />

" hebt gij uw Vorstelijk oor voor<br />

'', mij gefloten, 't welk alleen voor<br />

" verderflijke raadflagen openftond." De<br />

Landvoogdes Hemde toe, dat zij _ zig<br />

vergist had, en door enen lchijn<br />

van opregtheid was verblind geweest;<br />

maar tans drong haar de nood. „ Zijt<br />

rij voornemens," hervattede VIGLIUS<br />

hierop , „ u aan 's Konings bevelen<br />

ftandvastig te houdend „ Dat<br />

" ben ik," hernam de Hertogin. —<br />

" Neem dan uwe toevlugt tot hel<br />

" o-rote geheim der kunst van rege-<br />

" ren, tot veinzen , en voeg U ir<br />

" fchijti bij de Edelen , tot dat gr<br />

" met hunne hulp dezen Itorm hebi<br />

s<br />

III.<br />

BOEK.<br />

' Afgeweerd. Toon hun uiterlijk eer I<br />

" vertrouwen, waarvan gij in 't har<br />

" zeer vervreemd zijt. Laat hen ener l<br />

"! eed afleggen , dat zij met U ene ge<br />

mene zaak willen maken, om de<br />

" ze ongeregeldheden te keer te gaar<br />

" Die genen, welke zig daartoe ge<br />

" reed betonen , moet gij als uw<br />

" vrienden betrouwen,- maar wagt l J<br />

" de anderen door kleinagting afte<br />

" ichrikken." VIGLIUS hield haar no \<br />

lang aan de praat, tot dat d •<br />

Edelen inkwamen, welke hij wist df t<br />

de vlugt der Landvoogdes geensztr S<br />

zouden "gedogen Toen deze verfchc<br />

nen , verwijderde jq zig in ftilte 5<br />

om aan den Raad der Stad bev< i<br />

Bb 4


S9 2<br />

DE AFVAL DER<br />

III. te geven , de poorten te fluiten,<br />

f O EK en aan alles, wat tot het Hof behoorde<br />

, den uitgang te beletten. Deze<br />

laatfte ftap deed veelmeer af,<br />

dan alle vertogen tot nog toe gedaan<br />

•hadden. De Landvoogdes, die zig in<br />

hare eigen Hofplaats gevangen zag, begaf<br />

•zig nu met den Adel in gefprek ' welke<br />

zig verbond, tot den' laatften<br />

droppel bloeds bij haar te blijven.<br />

Zij gaf aan: den Graaf van Mansveld<br />

het bevel over de Stad, verfterkte<br />

in der haast de bezetting,<br />

en wapende haar gehele Hof (*)<br />

Nu werd 'er Staatsraad gehouden ,<br />

welks befluit. hierop uitkwam , dat<br />

men van den nood een deugd moest<br />

naken , het préken op die' plaatfcn,<br />

vaar het reeds begonnen was , toe-<br />

] aten , de affehaffing der Pauslijke In-<br />

< [uifitie openlijk bekend maken, de<br />

>ude Plakaten tegen de Ketters voor<br />

| fgefchaft verklaren, en, voor alle an-<br />

C ere dingen , den verbonden Adel de<br />

1 egeerde verzekering zonder bepaling<br />

ii willigen. Dadelijk werden de Prins<br />

v m Oranje, de Graven van Egmond<br />

e 1 Hoorn , benevens enige anderen,<br />

b enoemd, om met de Afgevaardigden<br />

m het Verbond des aangaande te han­<br />

d, den. De Verbondenen werden pleg-<br />

(•) BURC 330. 331. HOPPER. § Vit*<br />

VIGL. 48. : V<br />

-


NEDERLANDEN. 393<br />

tiglijk, en in de duidelijkfte bewoor­ III.<br />

dingen , van alle verantwoording we­ BOEK.<br />

gens het ingeleverde Verzoekfchrift vrijgefproken<br />

, en aan alle Koninglijkc<br />

Amtenaren en Overheden aanbevolen,<br />

deze verzekering natckomen, en ge*<br />

nen der verbondenen , nu of ooit,<br />

ter zake van gemelde Verzoekfchrift,<br />

moeilijk te vallen. Daartegen verpligtten<br />

de Verbondenen zig van hunnen<br />

kant , om getrouwe Dienaars zijner<br />

Majefteit te zyn , met al hun<br />

vermogen medetewerken ter herftelling<br />

van de rust, en beteugeling<br />

der Beeldcnftormcrs, het Volk te noodzaken<br />

om de wapens nederteleggen<br />

, en den Koning tegen zijne inwendige<br />

en uitwendige vijanden kragtdadig<br />

bijteftaan. De verzekering er<br />

tegenverzekering werden in enen geregtelijken<br />

vorm gegoten, en dooi<br />

wederzijdfche Gevolmagtigdcn ondertekend<br />

; de brief van verzekering wert<br />

nog bijzonder door de eigen hand dei<br />

Landvoogdes getekend, en met der<br />

zeiver Zegel voorzien. Na enen zwa<br />

ren<br />

was<br />

ftrijd en met<br />

de Landvoogdes<br />

fchreïende<br />

tot dezen<br />

oger I<br />

droe<br />

vigen ftap overgegaan, en bevendt<br />

gaf zij den Koning hiervan kennis<br />

Zij fmeet al de fchuld op de Groten<br />

, die haar in Brusfel als gevan<br />

gen gehouden en met geweld daartoe<br />

vervoerd hadden. In<br />

Bb 5<br />

't bijzondci


394 DE AFVAL DER<br />

m. beklaagde zij zig zeer over den Prins<br />

BOEK. van Oranje (*).<br />

Zodra die Huk zijn volle beflag<br />

had gekregen, fpoedden de Stadhouders<br />

naar hunne Landfchappen ; EG­<br />

MOND naar Vlaanderen , ORANJE naar<br />

Antwerpen. Hier hadden de Protestanten<br />

zig van de verwoeste Kerken ,<br />

als van een ding dat den eerlten<br />

vinder toekomt , meester gemaakt, en<br />

zig naar krijgsgebruik in het bezit daarvan<br />

bevestigd. De Prins gaf, dezelven<br />

aan hare regtmatige eigenaars weder,<br />

liet haar herilellen, en zettede den<br />

Katholijken Godsdienst weder daarin.<br />

Drie van de Beeldenflormers , welke<br />

gevat waren , werden voor hunne roekeloosheid<br />

met de koord gefiraft, enige<br />

Oproermakers gebannen, vele anderen<br />

getugtigd. Daarop liet hij vier<br />

Afgevaardigden van elke fpraak, of,<br />

gelijk zij genoemd werden, de Natiën<br />

, bijeenroepen, en kwam met dezen<br />

overeen , dat hun, daar de ophanden<br />

zijnde winter hun het préken<br />

in 't open veld onmogelijk maak-<br />

:e , drie plaatfen binnen de Stad<br />

souden worden ingeruimd, waar zij<br />

ceuze hadden om óf nieuwe Kerken<br />

I e bouwen,<br />

jen daartoe<br />

óf ook bijzondere hui-<br />

interigten. Daarin zou-<br />

(*) METEREN 88. 89. 90. HOPPER. § r28„<br />

129.134.<br />

:<br />

7-<br />

BURG. 333«" 337' MEUKS, II. 16.


NEDERLANDEN. 395<br />

den zij alle Zon en Feestdagen, en III.<br />

altoos op het zelfde uur, hunnen<br />

Godsdienst verrigten ; dog alle _ andere<br />

dagen zouden hun • tot dit gebruik<br />

verboden zijn. Viel 'er geen<br />

Feestdag in de week , dan zou de<br />

Woensdag hun daar voor ten goede<br />

komen. Gene Godsdienstige aanhang<br />

zou meer dan twe Geestelijken mo-<br />


39


N E D E R L A N D E N : 597<br />

deze onder haar oog gedreven wierd, IÏL<br />

dan wanneer deszelfs aanhangers m iOElf.<br />

\ ruime veld aan zig zeiven waren<br />

overgelaten (*).<br />

Strenger gedroeg zig de Graat van<br />

Megen in Gelderland , waar hij deri<br />

Protestantfchen aanhang ganfchelijk onderdrukte,<br />

en alle deszelfs Leeraars<br />

verdreef. Te Brusfel bediende de Landvoogdes<br />

zig van het voordeel, dat<br />

hare tegenwoordigheid haar gaf, om<br />

de .openbare Preken, zelfs buiten de<br />

ftad, te beletten. Toen de Graaf van<br />

Nasfau haar deswegen uit naam van<br />

het Verbond aan het gemaakte verdrag<br />

herinnerde , en de vraag aan<br />

haar deed, of de ftad Brusfel minder<br />

regten had , dan de overige<br />

Steden, gaf zij ten antwoord : Zo<br />

in Brusfel reeds vóór het verdrag<br />

openbare préken gedaan waren , was<br />

het haar werk niet, zo die tans<br />

niet meer plaats hadden. Dog tevens<br />

gaf zij de Burgerij onder de hand<br />

te verftaan , dat de eerfte, die het<br />

wagen mogt ene openbare Preek bijtewonen,<br />

de galg niet ontgaat<br />

zoude. Op deze wijze hield zij ter<br />

minften de Hofplaats aan haar ge<br />

trou Ct><br />

(*~) METEKEN 91. EURG. 349 - 354<br />

ST RAD. 153- HOPPER. § 136. MEUR S. Gul<br />

Aur. I. 17-<br />

L 8<br />

-<br />

(f) BURG. 345- 34-6. 354-


393 DE AFVAL DER<br />

III. Meer had het in Doornik in rusr<br />

BOEK. te brengen , welks beltuur, in plaats<br />

van MONTIGNIJ, tot wiens bewind<br />

deze ftad behoorde , aan den Graaf van<br />

Hoorn was overgedragen. HOORN beval<br />

den Protestanten terftond de Kerken<br />

te ruimen, en zig buiten de Stad met<br />

een Bedehuis te vergenoegen. Hiertegen<br />

bragten derzelver Leeraars in, dat de<br />

Kerken ten dienfte van het Volk geftigt<br />

waren, en dat het Volk was, niet<br />

ivaar de Hoofden , maar waar het grootre<br />

gedeelte zig bevond. Zo men hen<br />

:nt de Katholijke Kerken verjaagde, was<br />

iet billijk , dat men hun geld verfchaf-<br />

I e om eigene te bouwen. Daarop antvoordde<br />

de Magiftraat, dat de partij<br />

| Ier Katholijken , fchoon die ook de<br />

1 wakfte ware, buiten tegenfpraak nog-<br />

t ans de beste was. Kerken te bouwen<br />

2 ou hun vrijftaan , dog men vertroude,<br />

c at zij de Stad, na de fchade, wel-<br />

k e deze reeds van derzelver waardige<br />

( ïeloofsgenoten , de Beeldenftormers , ge­<br />

1( iden had, niet vergen zouden , om<br />

v in wegens hunne Kerken nieuwe 011k<br />

3ste_n te maken. Na langdurige knib-<br />

b ilarijen over en weder, bragten<br />

di : Protestanten het evenwel zo verre,<br />

d; •t zij in 't bezit van enige Kerk<<br />

:n bleven , welken zij , tot meer-<br />

dc r zekerheid, met wagten bezette-<br />

dc n (*> Te Valcnchijn wilden de<br />

C) fi<br />

URc. 356. 357-


NEDERLANDEN. 399<br />

Proteftantcn ook niet luisteren naar de<br />

voorwaarden, welke hun door FILIPS<br />

VAN ST. A L D E G O N D E , Heer Vail<br />

Noircarmes, aan wien, bij afwezigheid<br />

van den Marquis van Bergen, het<br />

Stadhoudcrfchap aldaar opgedragen was,<br />

waren voorgeflagen. Een Hervormd Leeraar,<br />

LA GRANGE, zijnde een Franschman<br />

van geboorte , die door zijne welfprekendheid<br />

een onbepaald gebied over<br />

de gemoederen voerde, hitfte zijne gemeente<br />

op, om op eigene Kerken<br />

binnen de ftad te blijven aandringen,<br />

en, in geval van weigering, te dreigen,<br />

dat men de ftad aan de Hugenoten<br />

zou overgeven. De overmagt der Kalvinisten<br />

, en derzelver verltandhouding<br />

met de Hugenoten, maakten het den<br />

Gouverneur ongeraden iets gewelddadigs<br />

tegen hen tc ondernemen (*).<br />

Ook de Graaf van Egmond overwon<br />

tans zijne natuurlijke weekhartigheid,<br />

om den Koning zijnen ijver te<br />

bewijzen. Hij bragt bezetting m de<br />

ftad Gent, en liet enigen van de<br />

erglte oproermakers aan het leven ftraffen.<br />

De Kerken werden weder geopend,<br />

de Katholijke Godsdienst, herfield,<br />

en alle Buitenlanders kregen bevel<br />

om de gehele Provincie te ruimen.<br />

Voor de Kalvinisten, maar ook<br />

voor dezen alleen, werd buiten de<br />

Stad een plaats ingeruimd, om zig<br />

(*) BURG. 359. fqq.<br />

IIL<br />

BOEK.


'til.<br />

13 O EK.<br />

4°° D E A F V A L £) E R.<br />

daar een Bedehuis te ftigten ; daartégen<br />

moesten zij z i g t o t d e m { } e<br />

gehoorfaamheid jegens de Regering der<br />

rad, en tot kragtdadige medewerking<br />

in het ftraffen der Beeldenftormers verbinden<br />

Soortgelijke inrigtingen werden van<br />

hem door geheel Vlaanderen en Artois<br />

getroffen. Een van zijne Edelluiden,<br />

en een aanhanger van het Verbond,<br />

J O H A N c A Z E M B R O O D , Heer van Beckerzeel,<br />

vervolgde de Beeldenftormers<br />

aan het hoofd van enige ruiters van<br />

het Verbond; overviel enen zwerm<br />

van dezelven, die juist voornemens was<br />

om ene ftad in Henegouwen te overrompelen,<br />

by Grammont in Vlaanderen,<br />

en kreeg dertig Vau hun gevangen,<br />

van welken twe - entwintig 0p<br />

ie plaats gehangen, cn de overige gele?^*/"<br />

^<br />

S e j a a<br />

^ W<br />

^ r<br />

"<br />

Men zou denken , dat diensten van<br />

to veel gewigt niet verdiend hadden,<br />

3 net s Konings ongenade beloond tc<br />

s<br />

vorden. Het geen door O R A N J E , E G -<br />

I .10ND en H O O R N bij deze gelegenheid<br />

\ 'errigc<br />

1 'evvijs<br />

werd, was ten minsten<br />

van even zo veel ijver,<br />

een<br />

cn<br />

\ 'iel even zo gelukkig uit, als 't geen<br />

I<br />

fOIRCARMES,<br />

V<br />

MEGEN CUAREMBERG<br />

uvoerden, aan welken de Koning zij-<br />

r,<br />

e dankbaarheid met woorden en daden<br />

(?) MEIEREN 91.92. B u RG. 340-343.


NEDERLANDEN. 4 U<br />

'<br />

den te kennen gaf, maar deze ijver, III.<br />

deze dienden kwamen te fpade. Zij<br />

hadden reeds te luid hunne ftem tegen<br />

de Plakaten laten horen , zig<br />

te hevig tegen zijne maatregelen verzet,<br />

te zeer hem in den perfoon<br />

van zijnen Dienaar GRANVELLE beledigd<br />

, dan dat 'er nog vergiffenis<br />

SOEK.<br />

kon plaats vinden. Geen tijd, geen<br />

berou, gene nog zo volwigtige vergoeding<br />

konden deze vergrijpen uit<br />

het gemoed van hunnen Heer uitwisfchen.<br />

Zijn geest ondervond niets van de<br />

gemene wisfelvalligheid der dingen; beledigingen<br />

waren als op koper in<br />

zijne ziel gegraveerd.<br />

FILIPS<br />

vië , toen<br />

lag juist krank te Sego- 1566.<br />

hem de tijdingen van den<br />

Beeldenftorm , en van het verdrag met<br />

de Onroomfchen getroffen, werden aangebragt.<br />

De Landvoogdes vernieudc tevens<br />

haar dringend verzoek om zijne<br />

perfoonlijke overkomst , waarover<br />

ook alle brieven liepen, welken _ de<br />

Prefident VIGLIUS met zijnen Vriend<br />

HOPPERUS omtrent dezen tijd wisfelde.<br />

Ook hadden velen der Nederlandfche<br />

Groten, gelijk EGMOND ,<br />

MANSVELD, MEGEN, AREMBERG,<br />

NOIRCARMES en BARLAIMONT bijzondere<br />

brieven aan hem medegegeven<br />

, waarin zij hem van den toeftand<br />

hunner Provinciën verdag deden<br />

, en hunne daar gemaakte fchikkingen<br />

met de beste redenen poog-<br />

1. DEEL. Cc


III.<br />

BOEK.<br />

402 DE AFVAL DER<br />

den te bekleden. Er kwam juist ook<br />

ter dezer tijd een brief van den<br />

Keizer, welke hem tot ene zagter<br />

handelwijze met zijne Nederlandfche<br />

Onderdanen vermaande , en zig daarbij<br />

tot Middelaar aanbood. Hij had<br />

ook hierover onmiddelijk naar Brusfel,<br />

aan de Landvoogdes zelve gefchrevcn,<br />

en daarbij aan de Hoofden<br />

van den Adel bijzondere brieven<br />

overgezonden , doch welke niet<br />

waren overgegeven. Dc Koning, van<br />

het eerfte misnoegen bedaard, 't welk<br />

door dit onaangenaame voorval in hem<br />

verwekt werd, gaf het aan zijnen<br />

Raad over , deze nieuwe gebeurenis in<br />

overweging te nemen. De aanhang<br />

van GRANVELLE, die hier de overhand<br />

had , wilde tusfehen het gedrag-<br />

Van den Nederlandfchen Adel en de<br />

buitenfporigheden der Becldenftormers een<br />

zeer naau verband ontdekt hebben,<br />

't welk duidelijk bleek uit de gelijkheid<br />

van beiderzijdfehe eifchen, en<br />

vooral uit den tijd , waarin de woede der<br />

laatstgenoemden was uitgeborsten: Zij<br />

merkten aan dat de Becldenftorm • nog<br />

in de zelfde maand was begonnen ,<br />

waarin dc Adel hunne drie punten<br />

had overgeleverd ; ook waren op dien<br />

avond , waarop ORANJE de ftad<br />

Antwerpen verlaten had, de Kerken<br />

verwoest. Gedurende het gehele oproer<br />

, had niemand enen vinger uitgeftoken<br />

om de wapenen optevatten, alle


NEDERLANDEN. 403<br />

middelen, waarvan men zig bediend IIT.<br />

had , waren tot voordeel der partijen BOEK.<br />

geweest ; alle anderen, welke ter inftandhouding<br />

van het zuivere geloof<br />

dienen moesten , waren agtergelaten.<br />

Velen der Beeldenftormers hadden ook<br />

uitdrukkelijk gezegd, dat zij alles met<br />

voorkennis en goedkeuring der Groten<br />

gedaan hadden : en niets was<br />

natuurlijker , dan dat zodanige onverlaten<br />

een misdrijf, voor eigen rekening<br />

ondernomen , met grote namen<br />

zogten optefchikken. Men bragt<br />

ook een gefchrift ten voorfchijn,<br />

Waarin dc voorname Adel aan de<br />

Geuzen hunne hulp beloofde , om de<br />

Vergadering der Algemene Staten doortedrijven,<br />

't welk egter door dezen<br />

ftandvastig ontkend werd. Men wilde<br />

in 't geheel vier onderfcheidene complotten<br />

in de Nederlanden befpeurd<br />

hebben, welke alle meer of min in<br />

een naau verband met elkander Honden<br />

, en alle tot het zelfde doel medewerkten.<br />

Een derzelven was dat<br />

veragtclijke rot, dat de Kerken had<br />

geplonderd; een twede waren die onderfcheidene<br />

fekten , Welke de eerstgenoemden<br />

tot die fchenddaden gehuurd<br />

hadden ; de Geuzen , welkë<br />

zig tot befchermers der fekten hadden<br />

opgeworpen , maakten het derde ,<br />

en de voorname Adel, welke den<br />

Geuzen door leen - betrekkingen , bloedverwantfehap<br />

of vriendfehap toegedaan<br />

Cc a


III.<br />

HOEK.<br />

404 DE AFVAL DER<br />

waren, het vierde uit. Alles ware<br />

bijgevolg door het zelfde bederf aangeftoken<br />

; en alles zonder onderfcheid<br />

ichuldig. De Regering had niet blotclijk<br />

met enige afgezonderde leden<br />

te doen ; neen, maar zij had met<br />

het geheel te firijdcn. Dog wanneer<br />

men in aanmerking nam, dat het<br />

Volk flegts het verleide gedeelte , en<br />

de aanfporing tot opftand van boven<br />

was afgedaald , was men geneigd om<br />

het dus verre gevolgde ontwerp te<br />

veranderen, 't welk in meer dan één<br />

opzigt gebrekkig fcheen. Daardoor, dat<br />

men alle klasfen zonder onderfcheid<br />

drukte, en het gemene volk met<br />

even zo veel ftrengheid, als den<br />

Adel met kleinagting behandelde, had<br />

men beiden genoodzaakt elkander opte<br />

zoeken; men had den laatften enen<br />

aanhang , en den eerften aanvoerders<br />

gegeven. Een verfchillende behandeling<br />

van beiden , ware een onfeilbaar<br />

middel om hen van elkander<br />

te fcheiden : het gemeen , ftreed vreesagtig<br />

en traag , wanneer het niet<br />

door den uiterften nood wordt aangedreven<br />

, zoude zijne aangebeden befchermers<br />

wel ras in 't gevaar laten<br />

zitten, en derzelver lot als ene<br />

verdiende ftraf leren befchouwen, zodra<br />

het dat gevaar niet meer met<br />

hun deelde. Men ried derhalven den<br />

Koning, dat hij den groten hoop<br />

voordaan met meer zagtheid zou be-


NEDERLANDEN. 4°5<br />

handelen, en alle ftrengheid regen<br />

de hoofden der partij keren. Om egter<br />

den fchijn van ene lage toegeeflijkheid<br />

te vermijden , vond men goed ,<br />

de voorlpraak des Keizers hierbij tot<br />

een voorwendfel te gebruiken, als<br />

welke alleen, en niet de regtmatigheid<br />

van hunne eifchen , den Koning<br />

bewogen had , om dezelve aan zijne<br />

Nederlandfche Onderdanen , als een<br />

grootmoedig gefchenk toeteftaan (*)"<br />

De vraag aangaande de perfoonlijke<br />

overkomst des Konings kwam nu<br />

wederom ter bane , en alle bedenkelijkheden<br />

, welke zig. voorheen daartegen<br />

hadden opgedaan, fchenen voor<br />

de tegenwoordige dringende noodzaaklijkheid<br />

tc wijken. „ Tans," dus lie­<br />

ten zig TVSNACQUE en HOPPERUS<br />

horen , „ tans was de grote zaak<br />

„ werkelijk voorhanden , waaraan de<br />

,, Koning, volgens zijne eigene ver-<br />

„ klaring , voormaals aan den Graaf<br />

„ van Egmond gedaan, gereed was<br />

,, duizend levens te wagen. Om de<br />

„ enkelde ftad Gent in rust te bren-<br />

„ gen , had KAREL V. ene moci-<br />

,, lijke cn gevaarlijke reis door een<br />

„ vijandlijk land ondernomen , en tans<br />

,, gold het de rust, misfehien zelfs<br />

„ de bezitting van alle de verenig-<br />

„ de Provinciën (f)." Dc meesten<br />

(*) BURG. 363. 3.64. HOPPER. § 138-<br />

139. 140. 152. iS3-<br />

(f) HOPPER § 142. BURG. 366.<br />

Cc 3<br />

iir.<br />

BOEK.


III.<br />

BOEK.<br />

4o6 DE AFVAL DER<br />

waren van het zelfde gevoelen , en<br />

de reis des Konings werd befchoud<br />

als een zaak, welke hij volftrektlijk<br />

niet langer kon agterlaten. Nu<br />

was de vraag, met hoe groot of<br />

klein geleide hij dezelve moest aanvaarden<br />

; en hieromtrent waren de<br />

Prins van EBOLI en de Graaf van<br />

FIGUERO.A met den Hertog van AL-<br />

B A van verfchillende gedagten, gelijk<br />

elks bijzonder belang daarbij verfchillende<br />

was. Bijaldien de Koning<br />

aan het hoofd van een leger derwaards<br />

reisde, was de Hertog van<br />

ALBA de onontbeerlijke man, die,<br />

integendeel , bij ene vreedfame vereffening<br />

, waar men hem minder nodig<br />

had, aan zijne mededingers het veld<br />

moest ruimen. „ Een leger," zeide<br />

riGUERoA, die de ccrlie beurt had<br />

/an fpreken , „ zou den Vorsten,<br />

d o o r<br />

t I<br />

, de,<br />

welker Land men hetzelve voeronrust<br />

baren , en zelfs ligtelijk<br />

, tegenfland van dezen ontmoeten ; het<br />

)<br />

, zou. de Provinciën , voor welker<br />

, rust het beilemd was, nodeloos<br />

}<br />

!<br />

, tot last verllrekken , en een nieu<br />

, bezwaar voegen bij die, welke<br />

J<br />

haar tot hiertoe zo ver gebrast<br />

r.<br />

hadden. Het zou alle onderdanen<br />

J;<br />

op gelijke wijze drukken, daar in­<br />

y.<br />

tegendeel ene vreedfame regtsoefe-<br />

»!<br />

ning de onfchuldigen van de fchul-<br />

>:<br />

digen onderfcheidde. Het ongewone<br />

K<br />

en geweldige van zulk enen ftap<br />

ti


NEDERLANDEN. 4°7<br />

„• zou de hoofden der Partij in ver- III.<br />

zocking bréngen , om hun tot hiertoe<br />

gehouden gedrag , waaraan brood-<br />

" dronkenheid en onbedagtfaamheid het<br />

", gröotfte deel hadden gehad, van enen<br />

' meer ernstigen kant tc befehouwen ,<br />

en nu eindelijk met overleg m<br />

„ zamenhang voord te varen; de ge-<br />

„ dagte , van den Koning zo ver<br />

„ gebragt te hebben , zoude hen tot<br />

„ ene .wanhoop doen overflaan , waarin<br />

„ zij het uiterfte zouden wagen. Trok<br />

„ de Koning den Muitelingen gewa-<br />

„ pend tegen , dan beroofde hij zig<br />

„ van het gewigtige voordeel , dat<br />

„ hij op hun had, te weten zijne<br />

„ waardigheid als Landsheer, welke<br />

„ hem deste kragtiger zou befcher- 3.0 EK.<br />

„ men , hoe meer hij toonde , dat<br />

„ zij zig op deze alleen verliet. Hij<br />

„ fteldc zig daardoor als 't ware<br />

„ met de Muitelingen gelijk , die van<br />

„ hunnen kant ook niet verlegen zou-<br />

„ den zijn, om een leger op de<br />

„ been te brengen, daar de aigeme-<br />

„ ne. haat tegen Spaanfch Krijgsvolk<br />

„ hun bij de Natie in de hand<br />

„ werkte. De Koning verfpilde op<br />

„ die wijze zijne gewisfe overmagt,<br />

„ welke zijne betrekking als Lands-<br />

„ Vorst hem gaf, tegen den wisfel-<br />

„ valligen uitflag van gevegten, die,.<br />

„ gewonnen of verloren , noodzakelijk<br />

„ een deel van zijne eigene onder-<br />

„ danen te gronde moesten brengen.<br />

Cc 4<br />

1566.


408 DE AFVAL DER<br />

HL „ Het gerugt van zijne gewapende<br />

BOF K. „ ove komst zou hem vroeg genoeg<br />

„ naar de Nederlanden vooruit lopen ,<br />

„ om allen, die zig ener kwade za-<br />

„ ke bewust waren , den nodigen<br />

„ tijd te verfchaiTen, om zig in ftaat<br />

„ van tegenweer te ftellcn , en zo<br />

,, wel hunne inwendige als uitwendi-<br />

„ ge hulpmiddelen te laten werken.<br />

„ Hierbij zou de algemene vrees hun<br />

„ grote diensten doen: de onzeker-<br />

„ heid, wien het eigenlijk gold,<br />

„ zoude ook de min fchuldigen tot<br />

,, den groten hoop der Oproermakers<br />

„ overhalen , cn hem vijanden ver-<br />

„ wekken, welken hij anders nooit<br />

„ zoude gehad hebben. Maar wist men,<br />

„ dat hij zonder zulk een gedugt<br />

,, geleide in aantogt was , en dat<br />

, zijne verfchijning niet zo zeer die<br />

, van enen bloedrcgter was, als van<br />

: , enen vertoornden Vader, dan zou-<br />

, den alle weidenkenden moed krij-<br />

9 gen , en de bozen in hunne ei-<br />

) , gene gerustheid omkomen. Dezen<br />

» , zouden zig zeiven overreden om<br />

J , het gebeurde van minder aanbelang<br />

J' , te rekenen, dewijl het den Ko-<br />

•> , ning niet gewigtig genoeg had gefchenen,<br />

om deswegen enen gewel­<br />

• y<br />

digen ftap te doen. Zij zouden<br />

y.<br />

zig wagten, door openlijke daden<br />

•>•<br />

van geweld ene zaak te bederven ,<br />

y><br />

die misfehien nog te redden wa­<br />

y><br />

re. Langs dezen ftillcn en vrced-<br />

m


NEDERLANDEN. 409<br />

fatnen weg zou men derhalven juist DL<br />

dat gene verkrijgen , 't welk langs B Ofi£.<br />

„ den anderen weg onherftelbaar ver-<br />

„ loren ging : de getrouwe onderdaan<br />

,, zou op generhande wijze met den<br />

„ ftrafwaardigen Oproermaker worden<br />

„ vermengd, maar op den laatfien al-<br />

„ leen het gehele gewigt zijns toorns<br />

„ nederkomen. Om niet te zeggen ,<br />

dat men hierdoor tevens ene ontzach-<br />

„ lijke uitgave voorkwam , welke door<br />

„ het overvoeren van een Spaansch le-<br />

„ ger naar deze afgelegene gewesten<br />

„ van het Koningrijk zou veroorzaakt<br />

„ worden" (*),<br />

„ Maar," liet dc Hertog van ALBA<br />

zig horen , „ kan het onheil van eni-<br />

„ ge weinige burgers in aanmerking ko-<br />

„ men , wanneer het geheel in gevaar<br />

„ is? Om dat enige welgezindcn daar-<br />

„ bij lijden , zullen daarom de Oproer-<br />

„ makers niet geftraft worden ? Het<br />

„ misdrijf is algemeen , waarom zou dc<br />

„ ftraf zodanig niet zijn ? Het gene<br />

„ de muitelingen door hunne daden ,<br />

„ dat hebben dc overigen door hunne<br />

„ nalatigheid misdaan ; wiens fchuld is<br />

„ het, dan de hunne , dat het den<br />

„ anderen zo ver gelukt is ? waarom<br />

„ hebben zij de aanflagcn van dezen<br />

„ niet eerder tegengegaan ? De omllan-<br />

„ digheden , zegt men, zijn nog zo<br />

„ wanhopig niet , dat zij dit geweldi-<br />

(*) BURG. 386. 387.<br />

Cc 5


III. » ge middel billijken : maar wie<br />

„ ftaat ons borg, dat zij bij de aan-<br />

„ komst des Konings niet zodanig zul-<br />

„ len zijn, daar, volgens elk berigt<br />

„ van de Landvoogdes, alles met fnel-<br />

„ Ie fchreden tot erger loopt ? zal men<br />

„ het wagen, dat de Koning eerst<br />

„ bij zijne komst in de Nederlanden<br />

„ gewaar worde, hoe noodzakelijk een<br />

„ knjgsmagt voor hem geweest ware ?<br />

„ Het heeft maar al te veel grond<br />

„ dat de Muitelingen zig van buiten-<br />

„ landfche hulp verzekerd hebben, die<br />

„ op den eerften wenk tot hunnen<br />

„ dienst gereed is : zal het dan tijd<br />

„ zijn , op ene krijgstoerusting te den-<br />

„ ken, wanneer de vijand over de<br />

„ grenzen rukt ? zal men het daarop<br />

, laten aankomen, dat men zig met<br />

, de naaste de beste Nederlandfche<br />

, benden moet behelpen, op welker<br />

I , trou zo luttel ftaat is te maken?<br />

3 , en komt het zeggen van de Land-<br />

» , voogdes niet fteeds daarop neder<br />

, dat alleen het mangel aan ene ge-<br />

3<br />

, noegfame krijgsmagt haar dus verre<br />

J<br />

belet heeft, aan de Plakaten kragt bij<br />

5:<br />

, te zetten , en de Muitelingen in hun­<br />

y<br />

nen loop te fluiten ? Alleen een<br />

3i<br />

welgeordende en gedugte legermagt<br />

y,<br />

kan dezen de hoop geheel en al<br />

i:<br />

affnijden , van tegen hunnen wetti­<br />

y><br />

gen Heer opteftaan , en alleen het<br />

55<br />

zekere vooruitzigt van hun verderf<br />

•>•><br />

hunne eifchen verminderen. Zonder<br />

BOEK.<br />

55<br />

410 DE AFVAL DER


NEDERLANDEN, 4^<br />

- een genoegfaam leger kan de Ko-<br />

'\ ning buiten dat zijnen perfoon niet BOEK.<br />

" in vijandelijke gewesten wagen; zonder<br />

dit kan hij met zijne oproerige<br />

onderdanen gene voorwaarden aangaan,<br />

" welke met zijne waardigheid ftro-<br />

„ ken (*)." 1 1566.<br />

Het aanzien van den Spreker gat aan<br />

zijne redenen het overwigt, en nu was<br />

alleen de vraag nog , hoe ras de Koning<br />

de reize aanvaarden , en welk enen<br />

weg hij nemen zoude. Daar de reis<br />

over zee in 't geheel niet voor hem te<br />

wagen was , bleef hem gene andere<br />

keus over, dan óf door de engten<br />

bij Trente over Duitfchland te gaan,<br />

of van Savoijen over de Apennijnfche<br />

Alpen te trekken. Op den ecrstgenoemden<br />

weg had hij van de Duitfche Protestanten<br />

tc vrezen , wien het oogmerk<br />

van zijne reis misfchien niet onverfchillig<br />

zoude zijn ; en over de Apennij<br />

nen<br />

reis<br />

was in dit late jaargetijde geer<br />

'.<br />

meer te wagen. Daarenbover<br />

moesten de nodige fchepen eerst ui)<br />

Italië gehaald en herfceld worden, waar<br />

toe verfcheidene maanden nodig waren<br />

Daar eindelijk ook de Vergadering de<br />

Cortes in Kastilië ,<br />

1<br />

van welke hij zij<br />

niet wel onttrekken kon , tegen Win­<br />

1<br />

termaand reeds was uitgefchreven , kor<br />

de reis niet voor het Voorjaar ondernomen<br />

worden (f).<br />

(*) BURG. 381. 39°'<br />

(f) HOPPER § 154. 155. BUUG. 390- 392<br />

III.


HL<br />

BOEK.<br />

4 r<br />

* DE AFVAL DER.<br />

m * veel daarbij te benadelen • &<br />

e moest „oodzakelijk iets gedaan'wor­<br />

de ó n , ^ f<br />

K C<br />

CLARA IZABELLA<br />

m a a ) S G e m a i i n v a<br />

J Wtshe^\<br />

lartsheitog AL BERT van Oostenrijk<br />

" den<br />

4<br />

1<br />

;n Vorstm der Nederlanden. fiR^<br />

C<br />

Z i j n V a S C b c f l<br />

S nden "n r "<br />

c<br />

r<br />

e<br />

h<br />

i C o m<br />

erlanden in perfoon te bezoeken<br />

de<br />

waar<br />

Ne­<br />

mkte J<br />

De^A, * " 0d<br />

* «fi-SE<br />

A I g e m e n e<br />

e al r p gering werd,<br />

ven als ,te voren, afgeflagen: van<br />

11<br />

e n e n h e C<br />

r b ü , l d<br />

w e d in d ^ ^oVen hïï ,<br />

erd m dezen brief niet gerept om<br />

d<br />

"<br />

d<br />

ei<br />

h<<br />

1<br />

ni<br />

tc<br />

h<br />

'i h<br />

« *>g "iet raadlfim "oordeel<br />

hetzelve volftrekt te verwerpen<br />

! nog veel minder gezind was "om<br />

& a r e n<br />

i haar ^ F " ' ^gen beval<br />

t e<br />

uwef*J ^ verlterken,<br />

-uwe Regimenten uit Duitschland aan<br />

, en de wederfpannigen mt<br />

e n<br />

d e<br />

. K<br />

°f ondernam<br />

- S n - » - - e Ï<br />

Je, welken zij den Staten en den Raden<br />

mogt mededelen, e n e e n "hebden^^bfr<br />

beftemf<br />

^<br />

berftelling, e" b<br />

d c IS van<br />

u<br />

'an de g<br />

Iqfante cSÏ^<br />

6 g e b<br />

° 0 r t e<br />

et vergelijk dat zij nfet de ProTe


'NEDERLANDEN. 4 4<br />

3<br />

geweld te keer tc gaan. Voor het<br />

overige , (dus was het flot) verliet hij<br />

zig op de trou van den voornaamflen<br />

Adel, waaronder hij velen kende, die<br />

het met hunnen Godsdienst en hunnen<br />

Koning wèl meenden. In den geheimen<br />

brief werd zij andermaal gelast de<br />

Algemene Statenvergadering met alle<br />

magt tegentehouden ; dog bijaldien het<br />

evenwel mogt gebeuren , dat de algemene<br />

ftem haar te fterk wierd, en<br />

zij voor de overmagt moest bukken ,<br />

dan ten minsten het zo voorzigtig te<br />

befchikken , dat zijne waardigheid niet<br />

benadeeld, cn zijne toeftemming aan<br />

niemand bekend wierd (*)<br />

inmiddels dat men in Spanje hierover<br />

raadpleegde, maakten de Protestanten<br />

in de Nederlanden het ruimfte gebruik<br />

van de voorregten , welken men hun<br />

uit nooddwang vergund had. De Kerken<br />

kwamen , waar men vrijheid had<br />

om die tc bouwen , met ongelooflijken<br />

fpoed tot ftand; jong en oud, de<br />

Adel zo wel als de gemene man, holpen<br />

flenen aanbrengen , en vele vrouwen<br />

gaven zelfs haren opfchik ter<br />

beste , om het werk te verhaasten,<br />

Beide fekten ftigtten in verfcheidene<br />

fteden hare eigene Kerkenraden.<br />

waarmede in Antwerpen een begin was<br />

gemaakt, en bragten hunnen Godsdiensi<br />

(*) MET EREN 92. HOPPER §. 144- 1<br />

45<br />

I46. B URG. 369. 3"0.<br />

HL<br />

15 O E K.


III. op enen regelmatigen voet.<br />

!i OEK,<br />

ket<br />

Men ftPU V<br />

a ] g C m e n e<br />

Z' te"" !<br />

~ P r ^ ^<br />

t rf p<br />

fc<br />

b<br />

V(<br />

te<br />

4M DE AFVAL DEK.<br />

zig verbonden 2 !' W<br />

mug van r ^ V J<br />

- a a n<br />

" Z<br />

e V r n e o e f f e<br />

"<br />

-<br />

v* tests r«<<br />

lerlanden verfpreid • nm T •<br />

1 d e<br />

t e lokken S ' mengen<br />

2 lokken , hadden velen V 0 0r aan<br />

i enhjke fommen g e t e k e n c i. Xr dï<br />

unenfporige aanbod zijn door de "jan-<br />

h<br />

en _ der Hervormden verfcheidene uit<br />

ü 'ggen gemaakt, welke allen ni g n<br />

hW voor 2 1 g hebben. Onder het<br />

V<br />

owed f J namelijk van de nodi^<br />

d e Z e r<br />

en te "T^ Plofte<br />

V C<br />

^ d<br />

eren, hoopte men,<br />

% n<br />

minder argwaan de toelage bin-<br />

ne<br />

ntekrijgen,<br />

en<br />

WeJken men tans tot<br />

en gewapenden tegenftand nodig had-<br />

en<br />

wanneer de Natie tog eenmaal!<br />

't<br />

zij voor of tegen de Landvoog-<br />

•de<br />

onkosten moest maken, was het<br />

te<br />

denken, dat zij veel gemaklijker<br />

te<br />

bewegen zou zijn, om' ter bewa<br />

g van den vrede, dan tot enen<br />

dn;<br />

kkenden en vernielenden oorlog haar<br />

geld


NEDERLANDEN. *T5<br />

geld optebrengen. Anderen zien in dit IIT.<br />

aanbod niets anders, dan een uit- BOE IC.<br />

vlugt der Protestanten voor enen tijd,<br />

ene begocheling, waardoor zij het<br />

Hof ene wijle tijds buiten befluit zogten<br />

te houden, tot dat zij kragten<br />

genoeg verzameld zouden hebben om<br />

het hoofd te bieden. Anderen verklaarden<br />

het volftrekt voor grootfpraak,<br />

om der Landvoogdesfe daardoor fchrik<br />

aantcjagen , en den moed van hunne<br />

partij door het openen van zulke rijke<br />

bronnen optewakkeren. Wat ook<br />

de eigenlijke grond van dit aanbod<br />

geweest zij , weinig werd daarmede gewonnen<br />

: dc toelagen kwamen fpaarfaam<br />

in, en het Hof beantwoordde<br />

den voorflag met ftilzwijgende veragting<br />

(*).<br />

Maar de buitenfporigheid van den<br />

Beeldenftorm , wel verre van de zaak<br />

des Verbonds te bevorderen, en de<br />

Protestanten optebeuren, had aan beiden<br />

een onherflelbare fchade toegebragt.<br />

Het gezigt der verwoeste Kerken<br />

, die , volgens de uitdrukking var<br />

VIGLIUS, eer naar beestenftallen, dar<br />

naar Godshuizen geleken, bekommerde<br />

alle Katholijken , en allermeest derzelver<br />

Geestelijkheid. Allen, welken var L<br />

dien Godsdienst tot het verbond wa<br />

ren toegetreden , verlieten nu hetzelve<br />

daar het de ongeregeldheden der Beei<br />

(*) STRADA 163. BURG 374. 375.


III.<br />

DOEK.<br />

4ÏÖ DE AFVAL DEIl<br />

denftormers, zo al niet opzettelijk aahgellookt<br />

cn begunstigd, alcans van verre<br />

aanleiding tot dezelve gegeven had.<br />

De onverdraagfaamheid der Kalvinisten \<br />

welke op die plaatfen , waar hun aanhang<br />

bovendreef, de Katholijken op<br />

dc fhoodfie wijze onderdrukten, opende<br />

dezen volkomen de oogen, en zij<br />

flapten 'er tans van af, om langer<br />

een partij aantekleven, van welke ,<br />

indien zij de overhand behield, zo<br />

veel voor hunnen eigenen Godsdienst<br />

te dugten ftond. Op die wijze verloor<br />

het Verbond vele van zijne beste leden<br />

; de vrienden en begunstigers, welken<br />

het onder de welgezinde Burgers<br />

gevonden had , verlieten hetzelve, en<br />

deszelfs aanzien in de Republiek begon<br />

merkelijk te dalen. De ftrengheid,<br />

waarmede enige van deszelfs leden ,<br />

om zig bij de Landvoogdes aangenaam<br />

te maken, en het vermoeden van verftandhouding<br />

met dc Beeldenliormers te<br />

verdrijven, tegen dezen tc werk waren<br />

gegaan , deed aan hetzelve nadeel bij<br />

het Volk, 't welk dezen in hunne befcherming<br />

nam , en dus bevond het zig in<br />

gevaar, om bij beide partijen tevens zijn<br />

aanzien te verliezen. Zo ras de Landvoogdes<br />

van deze verandering kennis had<br />

bekomen, was zij op een ontwerp bedagt,<br />

om van ïangfamerhand het gehele<br />

Verbond tc vernietigen, of ten<br />

minften door inwendige verdeeldheden<br />

te verzwakken. Ten dien einde bediende


NEDERLANDEN. Aï?<br />

"de zij zig van de afzonderlijke brieven<br />

, welken de Koning aan fomraigen<br />

van den Adel in den haren<br />

had ingefloten , met vólkomen vrijheid<br />

, om daarvan naar goedvinden<br />

gebruik te maken. Deze brieven ,<br />

welke vol waren Van gunffige uitdrukkingen<br />

, werden dert genen, voor<br />

welken zij beltenïd waren , 'met opzettelijk<br />

verbroken geheimhouding op<br />

die wijze bezorgd, 'dat telkens een<br />

of ander Van die genen, welke niets<br />

dergelijks ontvingen, zulks gewaar wierd;<br />

en om het wantrouwen meer cn meer<br />

te verbreiden, zorgde zij , dat 'er ene<br />

menigte affchriften daarvan in de wan^<br />

deling kwamen. Deze kunstgreep voldeed<br />

'aan het oogmerk. • Velen dei<br />

Verbondenen begonnen de ftandvastigheid<br />

der genen, wien zulke fchone<br />

beloften gedaan waren , te wantrou<br />

wen: uit vrees vart door hunne voor<br />

naamfle befchermers te leur gefield tè<br />

worden , namen zij gretig de Voorwaarden<br />

aan, welken hun dóór de<br />

Landvoogdes weden aangeboden , en<br />

haastten zig, om hoe eer hoe liever<br />

met het Hof tc worden verzoend.<br />

Het algemene gerugt van de nabij<br />

zijnde overkomst des Konings , 't welk<br />

de Landvoogdes oveial ijverig zogt<br />

te verbreiden, kwam haar in dit<br />

geval zeer te ftade: velen, die zig<br />

van 's Konings komst niet veel goeds<br />

beloofden, bedagten zig niet lang,<br />

I. DEEL. Dd<br />

nr.<br />

BOEK.


4Ï8 DE AFVAL DER<br />

III. om ene gunst aantenemen, die hua<br />

ÏSOEK. misfchien voor de laatfte maai werd<br />

aangeboden (*).<br />

...Onder die genen, welke zodanige<br />

afzonderlijke brieven ontvingen, waren<br />

ook EGMOND en de Prins van Oranje.<br />

Beiden hadden zig . bij den Koning<br />

beklaagd over de nadelige gerugten,<br />

waardoor men in Spanje hunnen goeden<br />

naam zogt te brandmerken , en<br />

hunne oogmerken verdagt te maken.<br />

Bijzonder had EGMOND, met die eerlijke<br />

eenvoudigheid . en onbefchroomdheid<br />

, welke hem eigen waren, den<br />

Vorst uitgedaagd, om hem tog maar<br />

te kennen te geven , wat hij eigenlijk<br />

wilde, en hem de manier van<br />

doen voortefchrijven, waardoor men<br />

zijne Majefteit behagen , en hem van<br />

zijne dienstvaardigheid overtuigen konde.<br />

Zijne befchuldigingen, liet de Koninghem<br />

door den Prefident TIJSNACQUE<br />

antwoorden , kon hij door niets beter<br />

wederleggen, dan door de volkomenfte<br />

onderwerping aan de Koninglijke<br />

bevelen , welke zo duidelijk en<br />

bepaald bfehreven Waren, dat zij gene<br />

nieuwe uitlegging noch bijzondere verklaring<br />

meer nodig hadden. Het kwam<br />

ien Vorst toe, te beraadflagen, te<br />

onderzoeken en te verordenen; den<br />

i onderdaan paste het des- Vorften wil<br />

O) THUAN. IL 507. STRADA 164. vé$,<br />

MïïHEN 93*


NEDERLANDEN^ 419<br />

onbepaald natekomen; deszelfs eer belfond<br />

in gehoorfamen. Een lid betaamde<br />

het niet, wijzer te willen<br />

zijn dan zijn hoofd., Hij had zekerlijk<br />

fchuld, dat hij niet alles gedaan<br />

had, wat in zijn vermogen was,<br />

om het verzuimde weder te vergoeden<br />

, en tot op 's Konings komst<br />

ten minli'en, rust en orde tc helpen<br />

bewaren. Daar men den Graaf van<br />

EGMOND, gelijk een ongehoorfaam'<br />

kind, met verwijten ftraftc, behandelde<br />

men hem' overeenkomftig zijne bekende<br />

geaartheid; ten opzigte van zijnen<br />

vriend moest men kunst cn bedrog<br />

te hulp" roepen.' ORANJE had<br />

ook in zijnen brief gewag gemaakt<br />

van het kwade vermoeden , dat de<br />

Koning aangaande zijne trou en onderdanigheid<br />

had opgevat, doch niet iri<br />

de ijdele hoop, 'gelijk EGMOND, om<br />

hem dit vermoeden' te benemen: deze<br />

hoop had hij reeds lang opgegeven;<br />

maar om' van deze klagte enen overgang<br />

te maken tót het verzoek , dat hij van<br />

zijne amten mogt ontflagen worden. Hij<br />

had reeds meermalen dit verzoek aan<br />

de Landvoogdes gedaan , maar telkens'<br />

had hij, onder de fterkfle' betuigingen<br />

van hare agting', een weigerend antwoord<br />

:<br />

UT.<br />

BOEL<br />

van haar bekomen. Ook de<br />

Koning, tot wien hij zig eindelijk<br />

onmiddelijk met dit aanzoek gewend<br />

had , gaf hem • tans het zelfde . antwoord,<br />

dat met gene minder fïerke'<br />

' Dd 2/


420 DE AFVAL DER<br />

III. verzekeringen van zijn genoegen en<br />

B O EK. dankbaarheid was opgefmukt. In 'E<br />

bijzonder betuigde hij hem zijn uiterfte<br />

genoegen over de dienften, welken<br />

deze hem nog kort geleden te<br />

Antwerpen bewezen had ; gaf ten fterkftcn<br />

zijn leedwezen te kennen, dat<br />

's Prinfen huislijke omftandigheden (welken<br />

hij tot een voorname drangreden<br />

gebruikt had , om zijn ontflag te<br />

verzoeken) in zulk een verval waren;<br />

doch befloot met de verklaring, dat<br />

het hem onmogelijk was, enen Dienaar<br />

van dat gewigt te misfen, in<br />

een tijdftip, waarin het getal der goeden<br />

eer ene vermeerdering dan ene<br />

vermindering nodig had. Hij had gehoopt,<br />

voegde hij 'er bij, dat de<br />

Prins betere gedagten van hem had,<br />

dan dat hij hem voor zo zwak kon<br />

houden , om aan den ongegronden<br />

laster van zekere menfchen geloof te<br />

flaan, die het met den Prins en met<br />

hem zeiven kwalijk meenden. Om hem<br />

tevens een bewijs van zijne opregtheid<br />

te geven, beklaagde hij zig. in vertrouwen<br />

bij hem over deszelfs broeder,<br />

den Graaf van NAssAU; vraagde hem<br />

kwanswijs in deze zaak om raad, en<br />

gaf eindelijk zijn verlangen te kennen,<br />

dat de Graaf zig enen tijd<br />

lang uit de Nederlanden mogt verwijderd<br />

(*).<br />

(*) HOPPER. §. 149. BURG. 397. 4p^<br />

logie de Guit. Pr. (TOrange.


NEDERLANDEN. 421<br />

Maar FILIPS had hier te doen<br />

met enen man , die hem in geflepenheid<br />

verre overtrof. De Prins van Oranje<br />

had hem en zijnen Geheimen<br />

Raad te Madrid en Segovie, reeds federt<br />

lang, bewaakt door een aantal van<br />

verfpieders, die hem alles overbragten<br />

, wat daar merkwaardigs verhandeld<br />

wierd. Tot hec Hof van dezen<br />

- geheimden aller Despoten had<br />

hij zig door list en geld den toegang<br />

gebaand, en langs dezen weg<br />

verlcheidene brieven , welken de Landvoogdes<br />

heimelijk naar Madrid gefchrevcn<br />

had, met hare eigene handtekening<br />

bekomen , welken hij te Brusfel<br />

onder hare ogen als in zegepraal<br />

had laten rondgaan; zo dat zij zcifs,<br />

ziende met verbaasdheid in ieders han-r<br />

den 't gene zij zo geheim meende<br />

te zijn, den Koning verzogt, hare<br />

brieven in het vervolg terllond<br />

aan een' kant te maken. VVILLEM'S<br />

waakfaamheid bepaalde zig niet blotelijk<br />

tot het Hof van Spanje, maar<br />

zelfs tot in Vrankrijk en nog verder<br />

had hij zijne aanbrengers uitgezonden<br />

, en zommige befchuldigen hem<br />

zelfs , dat hij niet altoos langs geoorloofde<br />

wegen tot zijne ontdekkingen<br />

geraakte. Maar het meeste licht<br />

van allen gaf hem een onderfchepte<br />

brief van den Spaanfchen Gezant in<br />

Vrankrijk, FRA.NS VAN ALARA, aan<br />

de Hertogin , waarin deze zig uitliet<br />

over de fchone gelegenheid * welke<br />

Dd 3<br />

III.<br />

KOEK.


#22 DE AFVAL DER<br />

tans door dc overtreding des Neder.-<br />

B Q r K. landfchen Volks voor den Koning geboren<br />

was, om een willekeurig ge­<br />

Ï566. zag in die land te vestigen. Hierom<br />

ried hy haar den Adel tans door<br />

die zelfde kunstenarijën te bedriegen,<br />

waarvan deze zig tot hiertoe omtrent<br />

haar had bediend , en hen door fraaije<br />

woorden en ene vriendlijke behandeling<br />

in flaap te «wiegen. De Koning,<br />

(dus befloot hij) die de Edelen<br />

kende als de geheime drijfvederen<br />

van alle onlusten, welke dusverre<br />

hadden plaats gehad, zoude hen op<br />

zijnen tijd wel weten te vinden, zo<br />

wel als die beiden , welken hij reeds<br />

in Spanje had, en die hem niet<br />

weer zouden ontfnappen; en hij had<br />

gezworen, aan hun een voorbeeld te<br />

ftellen, waarover de gantfc.e Christenheid<br />

verbaasd zou ftaan, al- zou hij<br />

ook alle zijne erflanden daaraan wagen.<br />

Deze droevige ontdekking verkreeg<br />

door de brieven, welken ° BER­<br />

GEN en MONTIGNIJ uit Spanje fchreven,'<br />

en waarin zij zig over de aan-"<br />

ftotelijke behandeling des Cpaanfehe Groten<br />

, , en het veranderde * gedrag des<br />

Konings jegens hen, bitterlijk beklaagden<br />

, de hoogde geloofwaardigheid ,<br />

en ORANJE zag nu duidelijk hoe veel'<br />

ftaat hij op '-s Konings fraaie verzekeringen<br />

moest maken (*).<br />

(*) RE in. IIL THUAN. 507. BURG.<br />

4.01. METEREN 94. STRADA 160.


NEDERLANDEN. 4^3<br />

De brief des Ministers AL ARA, benevens<br />

enige anderen, welke uit Spanje<br />

gefchreven waren, en wegens de<br />

nabij zijnde gewapende komst des<br />

Konings , en zijne verderflijke oogmerken<br />

met de Edelen , een omftandig<br />

berigt gaven, werden door den Prins<br />

aan zijnen broeder, Graaf LO DE WIJK<br />

VAN NASSAU, den Grave van Egmond<br />

, van Hoorn en van Hoogftraten,<br />

op eene bijeenkomst te Dendcrmonde<br />

in Vlaanderen , w?.ar deze<br />

vijf Ridders zig vervoegd had-?<br />

den , om met gemeen overleg de nodige<br />

maatregelen tot hunne veiligheid<br />

te beramen , voorgelegd. Graaf LO-<br />

DEWIJK, die alleen aan zijne drift<br />

gehoor gaf, beweerde dolzinnig, dat<br />

men zonder tijdverzuim de wapens moest<br />

opvatten, en zig van ene fterke^ plaats<br />

verzekeren. Men moest den Koning,<br />

het mogt kosten wat het wilde , de<br />

gewapende intrede in de Provinciën<br />

beletten. Men moest Zwitferland ,• de<br />

Proteftantfche Voriten van Duitschland<br />

en de Hugenoten in de wapenen<br />

brengen , dat zij hem den doortogt<br />

door hun gebied bezwaarlijk maakten<br />

, en zo hij dan evenwel alle<br />

die zwarigheden te boven worstelde,<br />

moest men hem aan de grenzen des<br />

Lands met een leger ontvangen. _ Hij<br />

nam op zig, in Vrankrijk, Zwitferland<br />

en Duitschland een verbond van<br />

befcherming te bewerken, en uit het<br />

Dd 4<br />

IIL<br />

3 o E g;


4H DE AFVAL DER<br />

III. laatstgenoemde Rijk vier duizend Ruiters,<br />

15 O EK. beneffens een evenredig aantal Voetvolk<br />

bijeen te brengen; het ontbrak niet<br />

aan een voorwendfel om het nodio-e<br />

geld daartoe intezamelen , en hij hield<br />

zig verzekerd, dat de Hervormde Kooplieden<br />

hem niet verlegen zouden la{en.<br />

Dog W I L L E M , voorzigtiger en wijzer,<br />

verklaarde zig tegen \lezen voorflag,<br />

tvelke bij de uitvoering waarfehijnlijk<br />

oneindige zwarigheden zoude ontmoeten,<br />

< :ri door niets geregtvaardigd kon worien.<br />

De Inquifitie, zeide hij , v/as<br />

j uderdaai opgeheven, de Plakaten bij-<br />

1 ia geheel in vergetelheid geraakt ,<br />

< n ene billijke Geloofsvrijheid toegef<br />

:aan. Tot hiertoe ontbrak het hun<br />

C lis aan enen voldoenden grond, om<br />

c ezen vijande'ijken weg inteflaan; hi»<br />

t jsfbhen twijfelde hij niet, of 'er zou<br />

f un tijdig genoeg zulk enen grond aan<br />

d ï hand gegeven worden. Hij Was<br />

d irhalven van begrip, dezen met ge­<br />

d lid aftewagten , ' en het Volk van<br />

h :t dreigend gevaar enen wenk te<br />

g wen, ten einde het gereed ware om<br />

di enst te doen, wanneer de omftandigh,<br />

:den het vorderden.<br />

Waren allen, die dit gezelfchap afr­<br />

1B aakten , des Prinfen gevoelen bijge-<br />

V£ llen , het lijdt genen twijfel , of<br />

cr e zo magtige Verbindenis , gedugt<br />

dc 'Or het vermogen cn het aanzien van<br />

hs re leden , zoude tegen de oogmer-r<br />

ke n des Konings hinderpalen hebben


NEDERLANDEN. 425<br />

kunnen in den weg . zetten,, _ welke HL<br />

hem genoodzaakt hadden, zijn ge­ 13 O E KV<br />

hele plan optcgevcn. Maar dc moed<br />

der zamenvergaderde Ridders werd uit7 termaten zeer ter nedergcliagen , door,<br />

de verklaring, waarmede de Graaf van<br />

Egmond op het onverwagtst ten voorfchijn<br />

kwam. „Liever," zeide hij,<br />

„ zal ik alles, wat mij kan overko-<br />

„ men, afwagten, dan étt ik het ge-<br />

„ luk zo mmesel b.proeven zoude.<br />

„ Het gêfiiap van den Spaaniüien<br />

„ AL ARA deert mij weinig : hoe zou<br />

„ deze man daartoe komen , om -het<br />

w gefloten hart zijns Mfcesters te door-<br />

„ gronden , en deszelfs geheimen te<br />

„ontwikkelen? De narigten^ ons door<br />

„ WONTIGNIJ gegeven, bewijzen niets<br />

„ meer, dan dat de Koning een<br />

„ twijfelagtig gevoelen aangaande onze<br />

„ dienstvaardigheid heeft, cn reden meent<br />

„ te hebben," om onze trou te ver-<br />

„ denken; en daartoe , dunkt mij ,<br />

„ hebben wij hem maar alteveel aan-<br />

„ leiding gegeven. Ook is het mijn<br />

„ ernflig voornemen, door verdubbel-<br />

5, den ijver hem betere gedagtcn om-<br />

„ trent mij inteboczemen , en doo?<br />

„ mijn toekomftig gedrag, zo het mo-<br />

„ gelijk is, het vermoeden te ver-<br />

„ drijven , dat mijne vorige daden te-<br />

„ gen mij verwekt hebben. En hoe<br />

„ zoude 'ik mij ook uit de armer<br />

„ van mijn talrijk en hulploos huis-<br />

, gezin fchcuren , om aan vreemde<br />

Dd 5


III.<br />

BOEK<br />

42Ö DE AFVAL DER<br />

„ Hoven als een balling te zwerven;<br />

„ een last voor elk, die mij aan?<br />

„ neemt; de flaaf van ieder, die<br />

„ zig vernederen wil, mij in den<br />

„ arm te nemen ; een knegt van buitenlanders<br />

; om enen draaglijken dwang<br />

„ in mijn Vaderland te ontgaan ? Nim-<br />

„ mer kan de Koning enen dienaar<br />

„ kwalijk behandelen , die hem anders<br />

„ lief en dierbaar was, en die zig<br />

„ een gegrond regt op zijne dankbaar-<br />

„ heid heeft verworven. Nimmer zal<br />

,, men mij overtuigen , dat hij, die<br />

„ zo redelijk , zo goedertieren om-<br />

„ trent zijne Nederlanders gezind is,<br />

s, en mij dit zo nadruklijk, zo hei-<br />

„ lig betuigd heeft, tans zulke geweldige<br />

aanflagen tegen hen zou fme-<br />

„ den. Wanneer wij maar eerst de<br />

„ rust in het Land wedergebragt, de<br />

„ oproermakers geftraft, en den Katholij-<br />

„ ken Godsdienst herdeld zullen hebben,<br />

„ zal men, gelooft mij , van geen<br />

„ Spaansch Krijgsvolk meer horen; en<br />

„ dit is het, waartoe ik u allen door<br />

„ mijnen raad, en door mijn voor-<br />

„ beeld tans vermane , cn waartoe<br />

„ ook reeds de meesten onzer broe-<br />

„ deren geneigd zijn. Ik voor mij<br />

„ vreze de gramfchap des Konings niet.<br />

„ Mijn geweten fpreekt mij vrij ;<br />

„ mijn lot zal ik van zijne regt-<br />

„ vaardigheid en genade afwagten (*).''<br />

(*) THUAN. 507. BURG. 405. 406. ME­<br />

TEREN 95.


NEDERLANDEN. 42?<br />

Te vergeefs poogden NASSAU, HOORN III.<br />

en ORANJE zijne ftandvastigheid aan BOE K.<br />

h wankelen te brengen, en hein voor<br />

het nakende onvermijdelijke gevaar de<br />

ogen te openen. EGMOND was wezenlijk<br />

geheel aan den Koning overgegeven<br />

; 't herdenken van deszelfs<br />

Weldaden, en de verpligtende manier,<br />

waarmede hij die gepaard had, leefden<br />

nog in zijn geheugen. De<br />

oplettendheden , waarmede de Koning<br />

hem van alle zijne vrienden onderfcheiden<br />

had, misten de bedoelde uitwerking<br />

niet. Meer uit een valfche<br />

Schaamte, dan uit partijzugt had hij<br />

tegens hem de zaak zijner landgenoten<br />

verdedigd; meer door een gevolg<br />

van zijn natuurlijk geitel , cn aangeboren<br />

goedhartigheid, dan volgens be<br />

proefde gronditehirr en, had hij de har<br />

de meatregekn van het Hof bedreden<br />

De ' liefde; oer Natie , die hem al:<br />

haren afgod vereerde , vervoerde zijn<<br />

eerzugt. Te verwaand, om enen naan I<br />

te<br />

jn<br />

weigeren, die hem zo aangenaan l<br />

dc "oren klonk, had hij tog iet<br />

moeten doen , om dcnzelvcn te ver<br />

dienen ; maar een enkeld oog op ziji 1<br />

huisgezin geOagen; een harde naam<br />

»<br />

waaronder men hem zijn gedrag voor<br />

ftelde; een bedenkelijk gevolg, 't wel C<br />

daaruit getrokken wierd; de blote klan c<br />

van misdrijf, deden hem met fchri i<br />

uit dit zelfbedrog ontwaken, en i n<br />

allerijl tot zijnen pligt terug kerei<br />

1.


III. Het gehele plan van O R A N J E viel fn<br />

duigen, wanneer E G M O N D afviel. E G ­<br />

M O N D had het hart des volks, en<br />

en het gehele vertrouwen des legers<br />

zonder welk het vohirekt onmogelijk<br />

was iets met nadruk te ondernemen.<br />

Men had op hem Haat gemaakt ; zijne<br />

onverwagte verklaring maakte de<br />

gehele bijeenkomst wrugmlbos. Men<br />

fcheiddc van elkander, zonder iets befloten<br />

te hebben. Allen, die te üendermonde<br />

bijeen geweest waren, werden<br />

n den Raad van State tc Brusfel vervagt;<br />

dog alleen E G M O N D verfcheen<br />

i laar. De Landvoogdes wilde hem over<br />

j iet onderwerp der gehouden onderhanleling<br />

ondertasten, maar zij kon niets<br />

\ ut hem krijgen,<br />

i i L A R A , waarvan<br />

i ad medegenomen,<br />

dan den brief van<br />

hij een afichrift<br />

cn welken hij haar<br />

c nder de bitterde verwijten voorleide<br />

I 1 den beginne was zij hiervan ont-<br />

z ït, dog herfielde zig weldra, en<br />

v> ?rklaarde denzelven onbefchaamd vooe<br />

01 legt. „ Hoe kan," zeide zij, „ de­<br />

11 ze brief werkelijk van A L A R A komen,<br />

11 daar ik tog genen brief vermisfe,<br />

11 en daar hij , die dezen had wil­<br />

11 len onderfcheppen, gewisfelijk de<br />

11 overigen niet verfchoond zou heb­<br />

55 ben ? Ja, daar mij zelfs geen en-<br />

11 keld pak brieven gemist heeft, en ook<br />

11 geen bode is agtergebleven ? En<br />

11 hoe_ is het te begrijpen, dat de<br />

Honing enen A L A R A een geheim<br />

BOEK.<br />

>1<br />

428 DE AFVAL DER


NEDERLANDEN. 4^9<br />

„ .'ÜU hebben toevertroud, dat hij mij IIL<br />

., zelfs niet ontdekt zou hebben (*)?"<br />

Ondertusfchen haastte de Landvoog­ BOEK.<br />

des zig, om<br />

het voordeel ,<br />

gebruik te maken van<br />

dat dc verdeeldheid on­ 1566.<br />

der den Adel haar gaf, ten einde<br />

den val van het Verbond, dat reeds<br />

door inwendige twedragt wankelde, te<br />

voltooien. Zij liet zonder uitftel benden<br />

uit Duitschland komen , welken<br />

Hertog ERIK van Brunswijk voor haar<br />

in gereedheid had; verfierkte de Ruiterij<br />

, en rigttc vijf Regimenten Walen<br />

op , over welken de Graven<br />

MANSVELD, MEGEN, ARE MBERG<br />

èn anderen het opperbevel kregen. Om<br />

den Prins van ORANJE niet op het<br />

gevocliglte te beledigen, moest ook<br />

hein Krijgsvolk worden toevertroud; te<br />

meer, daar de Provinciën , waarover<br />

hij Stadhouder was, hetzelve 't meest<br />

van allen nodig hadden : dog men gebruikte<br />

de voorzigtigheid om hem enen<br />

Overftcn, met name WALDERFIN-<br />

GER, toetevoegen , die alle zijne flappen-<br />

in het oog hield, en zijne<br />

maatregelen , wanneer die gevaarlijk fchenen<br />

te worden, kon te keer gaan<br />

Dc Geestelijkheid in Vlaanderen zetrede<br />

den Grave van Egmond veer<br />

tigduizend Goudguldens bij , om. vijf<br />

tien honderd man te onderhouden<br />

(*) BURG. 408. METEREN 95. GROI<br />

is,


irr.<br />

BOEK<br />

430 DE AFVAL DER<br />

waarvan hij een gedeelte in de ^<br />

vaarlijkfte plaatfen verdeelde. Ieder Stado<br />

u d c r<br />

' f<br />

m o c s c<br />

zijne krijgsmagt vernVri<br />

e<br />

". Z<br />

S van Ammunitie voorzien.<br />

Alle deze toebereidfelen, wel-<br />

rL^ m<br />

gemaakt<br />

werden, heten genen twijfel meer<br />

over welken weg de Landvoogdes<br />

m e vervolg dage inteflaan.<br />

Van hare meerderheid verzekerd, en<br />

op dezen magtigen bijltand gerust,<br />

jaagt zij het nu, haar vorig gedrag<br />

te veranderen , en tegen de misnoegden<br />

ene geheel andere • taal te<br />

voeren. fi, waagt het, de gunden -<br />

welken zij de Proteftanten - flegts uit<br />

vrees èft door den nood gedrongen<br />

had ingewilligd, op ene gèheel 'wil-'<br />

lekeunge. wijze uitteleggen, en alle<br />

vrijheden , die zij hl fevi»!<br />

ad toegedaan tot de blote vfrgunamg<br />

> van préken te bepalen. Alle<br />

erzelver overige Godsdienstoefeningen<br />

i -n gebruiken, welke tog, wanneer<br />

té iet éne toegedaan was f 'van zelf<br />

< laaronder fchenen begrepen te' zijn<br />

ra-den door nieuwe bevelen voor on'<br />

;eoorloofd verklaard, en tegen de over-<br />

e t mAruk<br />

t rC<br />

a l S H o o h e i d<br />

l , !L ^ - Anders,<br />

I ehandeld. Men vergunde den Prote­<br />

I< sten, anders dan de Heerfchende<br />

•erk over het Avondmaal're denken:<br />

H<br />

aar hetzelve anders te gebruiken, was<br />

e ie misdaad; hunne manier van do-<br />

P 'n, trouwen en begraven werd on-'


NEDERLANDEN. 431<br />

der bedreiging van doodflraf verboden.<br />

Het was ene gruwelijke fpotternij ,<br />

hun den Godsdienst toetedaan, en<br />

deszelfs Oefening te verbieden ; dog<br />

deze veragtelijke kunstgreep, om van<br />

haar gegeven woord weder ontflagen<br />

te worden , ftrookte zeer wèi met<br />

de laagheid , waarmede zij zig hetzelve<br />

had laten afperfen. Uit de geringde<br />

veranderingen , uit de minde afwijkingen<br />

nam zij aanleiding, om het preken<br />

optefchorten ; verfcheidene Leeraars<br />

werden, onder het voorgeven, dat zij<br />

hun amt op ene andere plaats, dan<br />

hun aangewezen was, bediend hadden,<br />

in regten betrokken, en enigen zelfs<br />

opgehangen. Zij gaf bij meer dan ene<br />

gelegenheid openlijk te kennen , dat<br />

de Verbondenen misbruik van hare vreeshadden<br />

gemaakt , en dat zij zig niet<br />

gehouden agtte aan een verdrag, dat<br />

haar door bedreigen was afgeperst (*><br />

Onder alle Nederlandfche Steden, welke<br />

zig aan den oproerigen Beeldendorm<br />

fchuldig maakten , had de Landvoogdes<br />

voor de Stad Valenchijn in Henegouwen<br />

het meest gevreesd. In gene van<br />

allen was de aanhang der Kalvinisten zo<br />

derk , als hier, en de geest van opdand,<br />

waardoor de Provincie Henegouwen<br />

boven és overigen deeds had<br />

uitgemunt, fcheen hier zijnen zetel<br />

. (*) METEREN 93. 94- THUAN. 5°7«<br />

STRADA 160. MEURS. Guil. Aur. 21.<br />

III.<br />

KOEK,


III.<br />

BOEK<br />

43^ IBM AFVAL DER<br />

te hebben. (*) De nabijheid van Vraiit"<br />

rijk, waarmede het, zo wel in taal<br />

als in zeden, nog veel meer overeenkomst<br />

had dan met de Nederlanden<br />

, was oorzaak geweest , dat men<br />

deze Stad van ouds her met meer<br />

zagtheid, maar ook met meer oplettendheid<br />

beiluurde, waardoor zij nog<br />

deste meer haar gewigt leerde gevoelen.<br />

Reeds bij den laatfien opfland<br />

der Kerkenfchendcrs had 'er weinig<br />

aan gehaperd, dat zij zig niet aan<br />

dc Hugenoten had overgegeven , met<br />

welken zij in de naauiie verftandhouding<br />

was ; cn de geringfle aanleiding<br />

kon dit gevaar vernieuwen. Hierom<br />

was onder alle Nederlandfche Steden<br />

Valenchijti dc eerfte , aan welke<br />

dc Landvoogdes ene verllerkte bezetting<br />

had tocgedagt, zodra zy zig maar in<br />

de omftandigheden zou bevinden , om<br />

haar dezelve te geven. FILIP VAN<br />

NOIRCARMES , Heer van St. Aldegonde,<br />

Stadhouder van Henegouwen ,<br />

in plaats van den afwezigen Marquis<br />

VAN BERGEN, had dezen last bev<br />

komen , cn verfcheen aan het hoofd<br />

eens legers voor derzelver muren. Uit<br />

de ftad kwam hem ene bezending<br />

van<br />

(*) Er was een 'fpreekwoord in Henegouwen ,<br />

en misfehien is het 'er nog, dat de Provincie<br />

onder niemand anders ftond , dan onder God m<br />

de Zon. STRADA 174.


NEDERLANDEN. '435<br />

Van de Magiftraat te<br />

te verzoeken van de<br />

gemoet , om<br />

bezetting ver-<br />

III.<br />

fchoond te worden , dewijl de Pro- ;<br />

testantlche Burgerij , als de meerderheid<br />

uitmakende , zig daartegen had<br />

verklaard. NOIRCARMES gaf hun den<br />

wil der Landvoogdes te verfiaan, en<br />

liet hun de keus, om de bezetting<br />

intenemen , of een beleg te wagen.<br />

Meer dan vier Esquadrons Ruiterij<br />

, en zes Kompagniën Voetvolk<br />

zouden de Stad niet worden opgedrongen<br />

; daarvoor wilde hij zijnen eigenen<br />

Zoon tot gijzelaar geven. Toen<br />

deze voorwaarden aan de Magiftraat<br />

wierden voorgelegd, welke voor zig<br />

zelve zeer genegen was om dezelven<br />

aantenemen , vcrfchcen een Preè-<br />

ker , PEREGR1NE LE GR A N GE , aan<br />

het hoofd van zijnen aanhang, zijnde<br />

de Apostel en Afgod van zijn<br />

volk , wiens zaak het was, ene onderwerping<br />

te beletten, waarvan hij<br />

zelf het flagtoffer zou worden, en<br />

ftookte , door de kragt zijner welfprekendheid,<br />

het volk op, om<br />

de voorwaarden aftellaan. Toen men<br />

dit antwoord aan NOIRCARMES te<br />

rug bragt , liet hij de gezanten, te*<br />

gen alle wetten van het Regt der<br />

Volken , in boeien s flaan , en voerde<br />

hen gevangen met zig weg; egter<br />

moest hij hen , op bevel der<br />

Landvoogdes , weldra weder op vrije<br />

voeten ftellen. De Landvoogdes, door<br />

I. DEEL. Ee<br />

JOEfC.


HL<br />

BOEK<br />

1566.<br />

434 DE AFVAL DER<br />

geheime bevelen uit Madrid tot afte<br />

mogelijke zagtheid vermaand , liet nog<br />

een en andermaal de Stad voorflaan,<br />

de haar toegedagte bezetting intene*<br />

men; dog daar zij bij de weigering<br />

bleef volharden , werd zij door<br />

ene openlyke Akte voor oproerig verklaard,<br />

en NOIRCARMES- kreeg bevel<br />

, pm haar te belegeren. Aan alle<br />

de overige Provinciën werd verboden<br />

, deze oproerige Stad met raad ,<br />

geld of wapenen bijteliaan. Alle hare<br />

goederen werden verbeurd verklaard.<br />

Om haar den oorlog te laten<br />

zien, voor dat hij denzelven werkelijk<br />

begon, en om haar tot een verftandig<br />

nadenken tijd te laten, trok<br />

NOIRCARMES uit geheel Henegouwen<br />

en Kamerijk krijgsvolk bijeen, nam<br />

St. Amant in bezit, cn leide bezetting<br />

in alle naastgelegene plaatfen. Uit de<br />

behandeling van Valenchijn konden alle<br />

Overige Steden, die in hetzelfde ge-<br />

Val waren , befluiten , wat lot haar befchoren<br />

was, en hierdoor" werd het gehele<br />

Verbond in beweging gebragt. Een<br />

Geuzenleger , tusfehen de drie - en vier<br />

duizend man fterk, dat uit landlopers<br />

en het overfchot der Beeldftormers in<br />

der haast was zamengeraapt, verfchijnt<br />

in het gebied van Doornik en Lillo,<br />

Dm zig van deze beide fteden te ver-<br />

Zekeren , en den Vijand voor Valenchijn<br />

te ontrusten. De Gouverneur van<br />

Lillo had het geluk , een gedeelte


NEDERLANDEN; 435<br />

daarvan , dat, met overleg der Protcftan-<br />

HL<br />

i-en van die ftad, enen aanflag had ge­<br />

BOEK;<br />

maakt , om dezelve te vermeesteren ,<br />

op de vlugt te flaan , en zijne ftad te<br />

beveiligen. Ten zelfden tijde werd het<br />

Geuzenleger, dat bij Launoy nutteloos<br />

den tijd verfpilde , door NOIRCARMES<br />

overvallen , en bijna geheellijk in de<br />

pan gehakt. Die weinigen, welken zig<br />

met wanhopige dapperheid 'er hadden<br />

doorgeflagen, wierpen zig in de ftad<br />

Doornik, welke door den overwinnaar<br />

dadelijk bevel ontving, om de poorten<br />

te openen , en bezetting intenemen;<br />

Hare fpoedige onderwerping befchikte<br />

haar een zagter lot. NOIRCARMES'<br />

vergenoegde zig, met het Protestantfché<br />

Konfistorie aldaar te vernietigen , de<br />

Leeraars te verbannen , de hoofden der<br />

muitelingen te ftraffen , en den Roomfchen<br />

Godsdienst , welken hij bijna geheel<br />

onderdrukt vond , te herftellen. Na<br />

dat hij haar zekeren Roomfchen Bevelhebber<br />

gegeven , en ene genoegfame bezetting<br />

had agtergelaten ^ trok hij met zijn overwinnend<br />

leger weder naar Valenchijn<br />

om het beleg vöordtezetten. Deze<br />

Stad , trotsch op hare yèrfterking, ftelde<br />

zig kragtdadig in ftaat van tegenweer<br />

, vastelijk befloten hebbende het<br />

uiterfte te wagen. Men had niet verzuimd<br />

zig van krijgs-en mondbehoeften<br />

voor een. langdurig beleg te voorzien<br />

; alles 4 wat maar wapens kon<br />

dragen, de handwerksina'n zelfs hkt<br />

Ee 2


436 DE AFVAL DER l<br />

uitgezonderd, werd Soldaat; de hui­<br />

BOEK, zen voor de Stad , . en in de eerfte<br />

plaats de Kloosters , werden omver<br />

gehaald, opdat de belegeraars zig<br />

daarvan niet tegen de Stad mogten<br />

bedienen. De weinige Koningsgezinden,<br />

door de menigte verdrukt, zwegen;<br />

geen Roomfche durfde het wagen ,<br />

zig te roeren. Regeringloosheid en oproer<br />

hadden de plaats van goede orde<br />

ingenomen , en de geestdrijverij van<br />

enen doldriesten Priester ftelde de wet.<br />

De manfchap was talrijk, hun moed<br />

wanhopig, hun vertrouwen op ontzet<br />

zeker, en hun haat tegen den Roomfchen<br />

Godsdienst ten hoogften top geftegen.<br />

Velen hadden gene genade te<br />

wagten , allen verfoeiden het gemene<br />

juk ener geweld-oefenende Bezetting.<br />

NOIRCARMES, wiens leger door de<br />

hulpbenden , welke hem van alle kanten<br />

toevloeiden , verbazend aangegroeid,<br />

en van alle noodwendigheden»<br />

ener langdurige blokkering rijkelijk voorzien<br />

was, beproefde nog eenmaal de'<br />

Stad door goedheid te bewegen, dog<br />

te vergeefs. Hij liet dus alle de loopgraven<br />

openen ? en maakte zig gereed<br />

, om de Stad intefluiten (*)<br />

: De toeftand der Protestanten was<br />

inmiddels zo veel ftegter geworden,<br />

(*) BURG. 379. 411-418. METEREN 9?.<br />

pp. STRADA 176. vi au ad nare ER. Epift.<br />

*• f 1<br />

" - , J-V.


NEDERLANDEN. 437<br />

«Is de Landvoogdes in fierkce was<br />

toegenomen. Het Verbond der Edelen<br />

was langfamerhand tot op het derde<br />

gedeelte verfmolten. Zommigen van deszelfs<br />

voorname voorftanders , gelijk<br />

de Prins van G-AVRE , waren weder<br />

tot den Koning overgegaan ; de gelden<br />

, waarop men zo vast gerekend<br />

bad, werden zeer fpaarfaam opgebragt;<br />

de ijver der Protestanten begon merkelijk<br />

te verflaauwen , en met het<br />

zagte jaargetijde moesten nu de openbare<br />

preéken ook een einde nemen ,<br />

welke hen tot hiertoe in beweging<br />

hadden gehouden. Dit alles te zamen<br />

genomen, bewoog de onderlcggendc partij<br />

, hare eifchen te matigen , cn ,<br />

voor dat zij het uiterfte waagde , alle<br />

onfchuldige middelen te beproeven.<br />

In ene algemene bijeenkomst der Protestanten<br />

, welke tot dat einde te<br />

Antwerpen werd gehouden , en waar<br />

ook enigen der Verbondenen verfchenen<br />

, werd befloten , aan de Landvoogdes<br />

ene bezending te doen, haar<br />

over het breken van haar woord te<br />

onderhouden , en haar aan het gemaakte<br />

verdrag te herinneren, BREDE­<br />

RODE nam dezen last op zig, maar<br />

moest ondervinden , dat hij op ene<br />

harde en vernederende wijze afgewezen<br />

, en zelfs buiten Brusfel gefloten<br />

wierd. Daarop nam hij zijne toevlugt<br />

tot een fchriftclijk • opftel , waarin hij<br />

zig uit naam van •• hét. gehele Verbond<br />

Ee 3<br />

III.<br />

BOEK.


III.<br />

BOEK.<br />

438 'DE AFVAL DER<br />

beklaagde , da: de Hertogin hen voor<br />

het oog van alle Protestanten, die ,<br />

op borgftelling van het Verbond , de wapenen<br />

hadden nedergelegd, door het<br />

breken . van haar woord , logenitrafte ,<br />

en al het goed, wat de Verbondenen<br />

hadden uitgewerkt, door intrekking<br />

van hare vergunningen , weder vernietigde<br />

; dat zij het Verbond in de ogen<br />

des Volks had gezogt te verlagen ,<br />

twedragt onder deszelfs leden geltookt,<br />

en velen onder dezelven als misdadigers<br />

had laten vervolgen. Hij drong bij<br />

haar aan, dat zij hare nieuwe verordeningen<br />

zou herroepen, waardoor dea<br />

Protestanten hunne vrije Godsdienst-oefening<br />

benomen was; dog boven al,<br />

dat zij het beleg van Valenchijn zou<br />

opbreken, de nieuw-ge worvene benden<br />

afdanken , onder welke voorwaarde alleen<br />

het Verbond voor de algemene<br />

rust durfde borg blijven. Hierop ant-r<br />

woordde de Landvoogdes op enen toon,<br />

die van hare vorige gematigdheid veel<br />

verfchilde. „ Wie die Verbondenen zijn,s,<br />

welke zig in dit fchrifc bij mij aah-<br />

„ melden , is voor mij inderdaad een<br />

„ raadfel. De Verbondenen, met wel--<br />

$ ken ik te doen had, zijn , zo ik<br />

„ wèl onderrigt bei;, uit elkander ge-<br />

„ gaan, Allen ten minsten kunnen aan'<br />

dit klaagfchrift geen deel hebben,<br />

„ want ik zelve kenne velen , die»<br />

„ in alle hunne eifehcn voldaan zijlat<br />

v de , tot hunnen pligt zijn wederge,-..


NEDERLANDEN. 439<br />

, keerd. Doch wie het ook zij, die III.<br />

H zig hier geheel onbevoegd , en zonder BOEK.<br />

„ regt of naam tot mij wendt, ze-<br />

„ ker is het, dat hij aan mijne woor-<br />

„ den ene zeer verkeerde uitlegging<br />

heeft gegeven , wanneer hij daaruit<br />

opmaakt, dat ik den Protestanten<br />

„ Vrijheid van Godsdienst heb toege-<br />

„ zegd. Niemand kan onkundig zijn,<br />

„ hoe hard het mij reeds gevallen is,<br />

„ de préken op die plaatfen toete-<br />

„ laten , waar men die zeiven heeft<br />

ingevoerd, en dit kap tog niet wel<br />

^ ene vergunde Geloofs-Vrijheid heten.<br />

„ Hoe zou het in mij hebben kunnen op-<br />

3 komen , die onwettige Konfistoriën on-<br />

• der mijne befcherming te nemen,<br />

dezen Staat in den Staat te dulden?<br />

„ Hoe zoude ik mij zo ver hebben<br />

kunnen vergeten , om aan ene ver-<br />

'„ foeilijke Sekte op die wijze een aan-<br />

" zien van wettigheid te geven, alle<br />

„ orde in Kerk en Staat omteke-<br />

H ren, en mijnen heiligen Godsdienst<br />

" zo gruwelijk te fchandvlekken ? Houdt<br />

^ u aan hem , die u deze vrijheid<br />

„ gegeven heeft, maar gij moet met<br />

mij niet in het regt treden. Gr<br />

\ befchuldigt mij , dat ik het verdrag<br />

" gefchonden heb , volgens 't welk i<br />

'-' ftraffeloosheid en veiligheid belooft<br />

was. Het voorledene heb ik u kwiji<br />

" gefcholden, maar niet het gene gi<br />

„ in 't vervolg zoudt begaan. Uw ver<br />

" zoekfchrift van den vorigen April<br />

Ee 4<br />

zoi


HI.<br />

BOEK.<br />

440 DE AFVAL DER<br />

„ genen van u-allen enig nadeel toebren-<br />

„ gen, _ cn dat heeft het ook , zo<br />

„veel ik weet, niet gedaan; maar<br />

„ wie zig federt van nieus tegen<br />

„ 's Konings Hoogheid vergrepen heeft,<br />

„ moge dc gevolgen van zijne misdaad<br />

„ dragen. Eindelijk , hoe durft gij be-<br />

„ Haan , mij aan een verdrag tc herin-<br />

n c r c n<br />

p i<br />

d a<br />

t gij zeiven eerst ver-<br />

„ braken hebt ? Op wiens aanffoken<br />

„ zijn de Kerken geplonderd, de üeel-<br />

,, den der Heiligen in Hukken ge-<br />

„ fmeten , en de Steden tot opftand'<br />

„ vervoerd ? Wie heeft verbindenisfen<br />

„ met vreemde ' Mogendheden gemaakt %<br />

L, ongeoorloofde wervingen ondernomen*<br />

9 en van de onderdanen des Konings<br />

» onwettige belastingen gevorderd ? Daarp<br />

om is het, dat ik krijgsvolk heb"<br />

, zamengebragt ; daarom zijn de Pk-<br />

, katen fcherper gemaakt. Wie mij"<br />

, vergt de wapenen weder neêrte-<br />

> teggen , kan het nimmer wèl me-<br />

, nen met zijn Vaderland en den Koi<br />

n<br />

. in<br />

S»<br />

e n<br />

zo gij u zeiven lief hebt ,<br />

f ziet toe, dat gjj uwe eigene dai<br />

den van fchuld vrij pleit, inplaats<br />

van de mijne te beoordeelen" (*).<br />

Alle hoop tot een minfaam vergejk<br />

was den Verbondenen door deze<br />

h ooggeflemde verklaring benomen. Zond<br />

:r van enen fierken ruggefleun ver-<br />

C*) TlIUAN 5 2 3. 5 2 4. S T R A D A ito. l6?ft<br />

is<br />

JRG. 433' 434" 435» M E T E R E N pó^p^.


NED ERLANDEN. ' 44»<br />

zekerd te zijn, kon de Landvoogdes HL<br />

zulk ene taal niet voeren. Er Hond BOEK..<br />

een leger in het veld, de vijand was<br />

voor Valenchijn , de voornaamftcn van<br />

het Verbond' waren afgevallen , en de<br />

Landvoogdes eischte ene onbepaalde onderwerping.<br />

Hunne zaak Hond - tans zo<br />

flegt , dat een openbare tegendand dezelve<br />

niet kon verflimmeren. Gaven<br />

zij zig weerloos aan hunne vergramde<br />

lieren over, dan was hun ondergang<br />

zeker, maar dc weg van wapenen<br />

kon dcnzclven ten minsten nog<br />

twijfelagtïg maken; dus kozen zij den<br />

laadlen, cn begonnen met ernst aan<br />

hunne verdediging tc werken. Om zig<br />

enig regt op de hulp der Duitfche<br />

Protestanten te verwerven, wilde L o-<br />

D E W IJ K VAN NASSAU de deden<br />

Amderdam , Antwerpen , Doornik en<br />

Valenchijn overhalen, om zig bij de<br />

Augsburgfche Belijdenis te voegen , cn<br />

zig op' die wijze naauwer aan derzelver<br />

Godsdienst te verbinden ; een<br />

voordag, welke niet tot ftand kwam,<br />

dewijl de Godsdiensthaat der Kalvinisten<br />

tegen hunne Euangelifche Broederen<br />

den afkeer, dien zij tegen<br />

het Pausdom hadden, zo 'het mogelijk<br />

was , nog overtrof. Nu begon N A S-<br />

SAU in Vrankrijk, in de Palts er<br />

in Saxen , met ernst over ondei'danc<br />

tc handelen. Dc Graaf van Bergen<br />

-«irderkte zijne Kastelen. BRE<br />

p £ RODE wierp zig met een kleir<br />

Ec 5


ïff.<br />

BOEK,<br />

442 DE AFVAL DE II<br />

leger in zijne vaste ftad Vianen aan<br />

de Lek, over welke hij zig de<br />

regten van Oppermagt aanmatigde , en<br />

welke hij Ipoedig in ftaat van verdediging<br />

bragt, om hier ene verfterking<br />

van het Verbond, en den uitflag<br />

van NAS SA u's onderhandelingen<br />

aftewagten. De Krijgsbaniere was nu<br />

opgeheven, overal werd de trom geroerd;<br />

allerwegen zag men krijgsvolk<br />

trekken , werd geld ingezameld, werden<br />

foldaten geworven. De Onderhandelaars<br />

van beide zijden ontmoete<br />

ten elkander dikwijls in de zelfde plaats ;<br />

en naaulijks hadden de Aannemers en<br />

Wervers der Landvoogdes ene ftad<br />

verlaten , of zij moest" van de Makelaars<br />

des Verbonds dezelfde geweldadigheid<br />

ondergaan (*).<br />

Van Valenchijn vestigde de Landvoogdes<br />

hare aandagt op 's Hertogenbosch<br />

, in welke ftad de Beeldenftormers<br />

nieuwe baldadigheden gepleegd<br />

hadden, en de aanhang der<br />

Protestanten tot ene fterke meerder^<br />

heid was geraakt. Om de burgerij<br />

langs enen zagten weg tot het innemen<br />

van bezetting overtehalen,<br />

zond zij den Kanfelier SCHEIF van<br />

Braband, met enen Raadsheer MERO-<br />

DE van Petersheim , dien zy tot Bevelhebber<br />

der Stad gefchikt had, als<br />

(*) TlIUAN 524. STRADA l6. J-tG L. acSj,<br />

HOPPER. Epist. 3,


NEDERLANDEN.' 443'<br />

Gezanten derwaards , welke zig op<br />

ene zagte wyze van dezelve zouden<br />

verzekeren , en de Burgerij enen nieuwen<br />

eed van gehoorfaamheid afvorderen.<br />

Te gelijk kreeg de Graaf van<br />

Meo-en, die met een deel Krijgsvolk<br />

in de nabuurfchap ftond, bevel,<br />

om op de Stad aanterukken,<br />

ten einde den last der beide<br />

Gezanten te onderftcunen, en tevens<br />

bezetting daarin te kunnen brengen.<br />

Maar BREDERODE, die te Vsanen<br />

hiervan tijding kreeg, zond enen zijner<br />

afhangelingen , zekeren ANTONIJ<br />

•VAN BOM BERG, enen driftigen Kalvinist,<br />

doch die als een braaf Sob<br />

daat bekend ftond, derwaards , ' om<br />

den moed van zijnen aanhang in die<br />

ftad optebeuren, en de aanflagen der<br />

Landvoogdes te verijdelen. Het gelukte<br />

dezen VAN BOMRERG, de brieven<br />

, welken de Kanfelic-r van de Landföogdes<br />

had medegebragt , in handec<br />

te krijgen , en valfche in de plaats<br />

te ftcllen, welke door hunne harde<br />

en gebiedende taal de Burgerij verbitterden.<br />

Insgelijks wist hij de beide i<br />

Gezanten der Hertoginne verdagt tc<br />

maken, als of zij kwade voornemens<br />

tegen de Stad hadden, H welk bij<br />

het Gemeen zo veel ingangs vond ,<br />

dat hetzelve zig in dolle woede tegen<br />

de Gezanten vergreep, en her<br />

gevangen nam. Hij zelf plaatfte zig<br />

san het hoofd van agthonderd manj<br />

HL<br />

BOEK


444 DE AFVAL DER<br />

III. welke ;hcm tot hunnen aanvoerder be­<br />

BOEK noemd hadden , tegen den Graaf van<br />

Megen , die in flagorde op de Stad<br />

aantrok , en ontving dezen zo wel met<br />

grof gefchut, dat MEGEN onverrigter<br />

zake moest aftrekken. De Landvoogdes<br />

liet vervolgens hare Gezanten door<br />

enen Geregtsbode terug eifchen, en «<br />

in geval van weigering, de Stad met<br />

een beleg dreigen; dog VAN BOMBERG<br />

bezettede met zijnen aanhang het Raadhuis<br />

, en dwong de Regering, hem<br />

de fleutels der Stad overteleveren. De<br />

Geregtsbode werd met fpot afgewezen,<br />

en aan de Landvoogdes door hem geantwoord<br />

, dat men het op het bevel<br />

van BREDERODE zou laten aan'<br />

komen, hoe met de gevangenen gehandeld<br />

moest worden. De Bode , die<br />

buiten de Stad ftil hield, verfcheen<br />

nu om hun den Oorlog te verklaren ,<br />

't welk egter nog door den Kanfelier<br />

belet werd (*) «<br />

Na den mislukten aanflag op 's Hertogenbosch<br />

, wierp de Graaf van Megen<br />

zig binnen Utregt, om een zelfde<br />

oogmerk van BREDERODE met die<br />

Stad voortekomen. Deze Stad, welke<br />

van het leger der Verbondenen,<br />

dat niet verre van daar bij Vianen lag,<br />

veel had te lijden , nam hem met ope-<br />

(*) THUAN. 525. STRADA I70. BURG,<br />

423. 424. 427. 428. VIGL. ad HOPPER. Epist.


NEDERLANDEN. 44$<br />

ne armen als haren Befchermer aan, HL<br />

en fchikte zig naar alle de verande­ BOE K'.<br />

ringen ,. welken hij in hunnen Godsdienst<br />

maakte. Terltond daarop liet hij<br />

aan den oever van de Lek ene fchans<br />

opwerpen , uit welke hij Vianen kon<br />

heilrijken. BREDERODE, genen lust<br />

hebbende, om hem binnen die Stad<br />

aftewagten, verliet met het beste gedeelte<br />

van zijn Leger - deze flandplaats ,<br />

en trok in alk haast naar Amfterdam<br />

(*><br />

Zo nutteloos als de Prins van Oranje<br />

, gedurende deze bewegingen , zijnen<br />

tijd te Antwerpen fcheen te verfpillen,<br />

zo werkfaam was hij in deze<br />

fchijnbare ledigheid. Op raad van hem<br />

had het Verbond geworven, en BRE­<br />

DERODE zijne Sloten verfterkt, waartoe<br />

hij hem zelfs drie Hukken Kanon<br />

gefchonken had, welken hij te Utregi<br />

'had laten gieten. Hij hield een wakend<br />

oog op alle bewegingen van he<br />

Hof, en het Verbond werd door hen b<br />

tegen eiken ' aanllag gewaarfchoud , wel<br />

ke op deze of gene ftad gemaak<br />

wierd. Maar zijn hoofd- toeleg fcheei i<br />

te zijn, zig van de voornaamfte plaat<br />

fen van zijn Stadhouderfchap meeste r><br />

te maken; ten welken einde hij de: i<br />

aanflag van BREDERODE op Utregt ei 1<br />

Amfterdam met alle magt had gezog t<br />

(*) STRADA 170, VIÜL. ad 110 PP EI<br />

Epist. 5.


4*6 DÊ AFVAL DER<br />

ni. te bevorderen (*). De gewigtigfte plaats<br />

BOEK . was het Zeeufche Eiland Walcheren,<br />

. waar men ene landing des Konings<br />

vermoedde; en öm dit te overrompelen<br />

, beraamde hij tans enen aanflag,<br />

welks uitvoering een der verbondene<br />

Edelen, een vertroud vriend des Prin­<br />

fen van Oranje, JOHAN VAN MAR­<br />

NIX, Heer van Thouloufe, broeder<br />

van FILIPS VAN ST. ALDEGONDE,<br />

op zig nanu THOULOUSE hield geheime<br />

verffandhouding met den gewezen<br />

Amtman van Middelburg, PETER<br />

HAAK, welke hem gelegenheid zou<br />

verfchaffen , om in Middelburg en Vlisfingen<br />

bezetting te brengen, maar de<br />

werving, welke voor deze onderneming<br />

te Antwerpen gefchiedde, kon zo ftil<br />

niet gedaan Worden, dat de Regering<br />

geen agterdogt kreeg. Om nu deze gefust<br />

te hellen, en tevens zijn voornemen<br />

te bevorderen , liet de Prins aan<br />

alle vreemde Soldaten en andere vreemdelingen<br />

, welke niet in dienst van<br />

den Staat Waren , of anders iets by<br />

der hand hadden, openlijk aanzeggen,<br />

dat zij zonder vertoef de Stad moesten<br />

ruimen. Hij had, zeggen zijne<br />

Vijanden , door het fluiten der poorten<br />

Zig gemakkelijk van alle die verdagte<br />

Soldaten meester kunnen maken: maar<br />

hij dreef hen ter Stad uit, om hen.<br />

des te fchielijker aan de plaats hua*<br />

GROTIUS 23.


NEDERLANDEN. 447<br />

ner beftemming te krijgen. Zij werden<br />

dan dadelijk op de Schelde ingefcheept,<br />

en tot voor Rammekens gevoerd ; doch<br />

daar men door het marktfchip van Antwerpen<br />

, welk kort vóór hun binnen<br />

kwam, in Vlisfingen reeds van hunnen<br />

aanflag berigt had ontvangen , werd hun<br />

hier het inlopen in de haven geweigerd.<br />

De zelfde zwarigheid bejegende<br />

hen bij Aarnemuiden , nabij Middelburg<br />

, in welke Stad de Onroomfchen<br />

te vergeefs hun best deden, om ten<br />

hunnen voordele enen opftand te verwekken.<br />

THOULOUSE liet dus onverrigter<br />

zake zijne fchepen wenden, en<br />

zeilde de Schelde weder af tot aan<br />

Oosterwele, een vierde mijl van Antwerpen<br />

, waar hij zijn Volk ontfeheepte,<br />

en langs den oever een Leger<br />

opfloeg, met oogmerk, om zig hier<br />

liit Antwerpen te verfterken, en den<br />

moed van zijnen aanhang, die door<br />

de Regering onderdrukt werd, door<br />

zijne nabijheid levendig te houden. Door<br />

de hulp der Hervormde Geestelijken,<br />

welke in de Stad het werk van Wervers<br />

voor hem verrigtten, werd zijn<br />

klein leger van dag tot dag fterker,<br />

zo dat het eindelijk voor de Antwerpenaren<br />

gedugt begon te worden , wier<br />

gehele grondgebied door hun verwoest<br />

werd. De verbitterde Magiftraat wilde<br />

hen hier door het Stads-Krijgsvolk<br />

laten overvallen, 't welk echter de Prins<br />

Yaa Oranje, onder voorwendfel dat<br />

IIT.<br />

BOEK»


m.<br />

BOEK.<br />

44« Dli AFVAL DER<br />

het niet raadfaam was de Stad tan?;<br />

van Soldaten te ontbloten, wist te<br />

beletten. Intusfchen had. de Landvoogdes<br />

in der haast een klein leger<br />

tegen hen bijeengebragt, ' t welk onder<br />

bevel van FILIPS VAN LANOOY,<br />

met groten fpoed uit Brusfel tegen<br />

hen aanrukte. Te gelijk wist de Graaf<br />

van Megen het Geuzenleger bij Vianen<br />

zo wèl intefluiten en bezig te<br />

houden , dat het noch van deze" bewegingen<br />

iets vernemen , noch zijnen.<br />

Bondgenoten te hulpe kon komen. LA-<br />

N o o IJ viel de verftrooide hopen , welke<br />

op plundering waren uitgegaan ,<br />

onverhoeds op het lijf, vcrfloegze en<br />

richtte een vreeslijk bloedbad aan. Tnou-<br />

LOÜSE vlood met het kleine overfchot<br />

van zijn volk in een landhuis,<br />

dat hem tot hoofdkwartier had gediend<br />

, cn bood met den moed eens<br />

wanhopigen nog lang tegenftand, tot<br />

dat LANOOY, die hem door geen<br />

ander raiddel daaruit kon drijven , het<br />

huis in brand liet Heken. De weinigen<br />

, welke uit de vlammen ontkwamen<br />

, vielen in het zwaard des"<br />

vijands , of vonden den. dood in de<br />

Sehelde. Deze overwinning, welke meer<br />

dan duizend der vijanden ombragt,<br />

kwam den overwinnaar op gering verlies<br />

te ftaan , daar hij m zijn . gehele<br />

leger niet meer dan twe man<br />

vermiste. Drie honderd, welke zig levende<br />

overgaven , werden , dewijl men<br />

uit


NEDERLANDEN. 449<br />

lilt Antwerpen enen aanval vreesde,<br />

zonder genade op de plaats neêrgefabeld<br />

(*).<br />

Voordat de flag aanging, had men te<br />

Antwerpen niets gemerkt. De Prins<br />

Van Oranje, welke vroegtijdig daarvan<br />

berigt had bekomen , had de<br />

voorzigtigheid gebruikt, om de bruggen<br />

, welke de Stad met Oosterweel<br />

Verenigen, den vorigen dag te laten<br />

afbreken, opdat, gelijk hij voorgaf,<br />

de Kalvinisten uit de Sta'd niet in<br />

verzoeking mogten komen, om zig<br />

bij het leger van THOULOUSÈ té<br />

voegen; dog waarfchijnlijker, op dat<br />

de Katholijken het Geuzen-leger niet<br />

in de rug mogten vallen, of ook<br />

LANOOY , wanneer hij overwinnaar<br />

wierd, niet in de ftad mogt dringen.<br />

Om die zelfde reden werden<br />

ook op zijn bevel de poorten gefloten<br />

, en de inwoners, welken vari<br />

al dien toeftel niets begrepen, wareri<br />

fteeds tusfehen nieusgierigheid en vrees,<br />

tot dat het balderen van 't gefchut<br />

bij Oosterweel , hen van verre aankondigde<br />

, wat daar omging. Vol drifts<br />

en met gehele hopen loopt tans alles<br />

naar de wallen en op de muren<br />

, Waar men , toen de wind den<br />

buskruid-damp der vegtende legers verfpreidde,<br />

het gehele fchoufpel . van<br />

(*) METER EN 97. 98. BURG. 440. 441,'<br />

STRADA 171. I72. THUAN. L.' 41,<br />

I. DEEL'. Ff<br />

Ut<br />

BOEK.'


III.<br />

BOEK.<br />

450 DE AFVAL DER<br />

een gevegt kwam te zien. . Beide<br />

legers waren zo nabij de Stad,<br />

dat men derzelver vaandels kon onderfcheiden,<br />

en de Hemmen van overwinnaars<br />

en overwonnenen duidelijk onderkennen.<br />

Schrikkelijker, dan de flag<br />

zelf, was de gedaante, waarin zig deze<br />

Stad tans vertoonde. Elk der ftrijdende<br />

legers had zijnen aanhang en<br />

zijne vijanden op de muren; Alles<br />

wat beneden voorviel, verwekte boven<br />

vreugde en fchrik ; de uitflag van 't<br />

gevegt fcheen het lot van eiken aanfchouwer<br />

te beflisfen. Elke beweging<br />

op het flagveld ; nederlaag en overwinning<br />

; de fchrik der onderliggenden<br />

en de woede der overwinnaars,<br />

ftonden op de aangezigten der Antwerpenaars<br />

gefchilderd. Hier een pijnlijk<br />

vrugteloos pogen om den bezwijkenden<br />

te onderfleunen , de vltigtenden<br />

tot ftaan tc bewegen ; daar ene<br />

even vrugteloze drift om hen intehalen<br />

, aftemaken , te verdelgen. Bij<br />

de levendigftc deelneming, die onmogelijkheid<br />

om dezelve werkfaam te<br />

betonen ; dat onvermogen bij de vurigfte<br />

drift ; die afftand en die nabijheid<br />

, dit alles maakte den toeftand<br />

verfchrikkelijk. Ziet daar vlugten de<br />

Geuzen, en nu zijn tienduizend menfchen<br />

gelukkig geworden : de laatfte<br />

fchuilplaats van TOULOUZE ftaat in<br />

vlammen, en twintigduizend Burgers<br />

in Antwerpen fterven den vuurdood


NEDERLANDEN. '451<br />

friet riem. Maar welhaast moet de HL.<br />

verllomdheid van den eerften fchrik BOEK;<br />

voor de woedende drift om te helpen,<br />

voor de wraak , plaats maken.<br />

Onder een luid gekerm, het wringen<br />

der handen, en met losgemaakte<br />

hairen, vliegt de . weduwe van den<br />

verflagen Veldheer door den hoop ,<br />

cn roept om wraak en medelijden.<br />

De Kalvinistcn, door hunnen Apostel<br />

HERMAN aangevuurd, grijpen naar de<br />

wapens , met vast befluit om hunne<br />

broederen te wreken , of met<br />

hun omtekomen: zonder overleg of<br />

doel , zonder aanvoerder, door niets<br />

dan door droefheid en woede beftuurd;<br />

vliegen zij naar de Rode Poort ,<br />

waarilit men naar het flagveld moest<br />

gaan ; maar ziet, daar is geen uitweg<br />

! de poort is gefloten, en de<br />

voorden werpen zig op de agterfteri<br />

te rug. Duizenden verzamelen zig bij<br />

duizenden; op de Meerbrug is een<br />

vreeslijk gedrang. Allen riepen : wij<br />

zijn verraden ! wij zijn gevangen! Wraak<br />

over de Paapfchen ! wraak over hem,<br />

die ons verraden heeft! Een dof,<br />

oproer-aankondigend gemor, heerscht onder<br />

den gehelen hoop. Men begint<br />

vermoeden tc krijgen , dat al het gebeurde<br />

door de Roomfchen beftokert<br />

is, om de Kalvinisten te verdelgen.<br />

Hun verdediger was vermoord, nu zou<br />

men zelfs de werelozen aantasten. Met<br />

ene rampzalige behendigheid verfpreidc<br />

Ff 3


III.<br />

BOE K.<br />

45» DE AFVAL DER<br />

zig dit vermoeden door geheel Anf><br />

werpen. Tans dagt men de oplosfing<br />

van het voorledene gevonden te hebben<br />

, en vreesde iets nog ergers agterna.<br />

Een akelig wantrouwen vermeestert<br />

aller gemoederen; elke partij beeft<br />

voor de andere ; elk ziet in zijnen<br />

nabuur zijnen vijand; de heimelijkheid<br />

vermeerdert deze vrees en deze<br />

ontfteltenis: een vcrfchrikkelijke toeftand<br />

voor ene zo volkrijke Stad, waar<br />

elke toevallige zamcnloop van menfchen<br />

dadelijk een' opftand, elke uitgeltrooide<br />

inval een gerugt, elke kleine vonk<br />

een laaie vlam wordt, en alle hartstogten<br />

, door de fterke wrijving, te heviger<br />

ontbranden. Alles , wat Hervormd<br />

heet, raakt op dit gerugt in beweging.<br />

Vijftienduizend van dezen aanhang,<br />

maken zig meester van de Meerbrug<br />

, en planten zwaar gefchut op dezelve<br />

, 't welk met geweld uit het<br />

tuighuis gehaald werd ; op ene andere<br />

brug gefchiedt het zelfde; hun<br />

aantal maakt hen gedugt, de Stad<br />

is in hunne handen : om een ingebeeld<br />

gevaar te ontgaan, brengen zij<br />

Antwerpen op den oever van 't verderf.<br />

Reeds in 't begin van den opftand<br />

had- de Prins van Oranje zig<br />

in aller ijl naar de Meerbrug begeven<br />

, waar hij- kloekmoedig door den<br />

Woedenden hoop henen floeg, vrede<br />

gebood , en om gehoor bad. Op de<br />

andere brug beproefde de Graaf van:


NEDERLANDEN. 45S<br />

Hoogftraten, verzeld door den Burge­ HL<br />

meester STRALEN , het zelfde ; dan BOEK.<br />

daar het dezen zo wel aan gezag<br />

als aan welfprekendheid haperde , wees<br />

hij den dollen hoop, die hem zeiven<br />

te flerk werd, naar den Prins , op<br />

welken tans geheel Antwerpen losftorm<br />

de. Deze zogt hun te beduiden,<br />

dat de poort om gene andere reden<br />

gefloten was, dan om den overwinnaar<br />

, wie hij ook ware, van de<br />

Stad aftehouden , welke anders een<br />

roof der foldaten zou zijn geworden.<br />

Te vergeefs: deze razende benden<br />

geven hem geen gehoor, en een<br />

der dolflen uit dezelven verflout zig<br />

zelfs zijn geweer op hem aanteleggen<br />

, en hem voor enen verrader<br />

te fchelden. Met een oproerig gefchreeu<br />

eifchcn zij hem de fleutels<br />

van de Rode Poort af, welken hij<br />

eindelijk genoodzaakt is in handen van den<br />

Preker HERMAN te fiellcn. „ Maar,"<br />

voegde hij met ene gelukkige tegenwoordigheid<br />

van geest daarbij , „ zij<br />

„ moesten toezien, wat zij dedem •, in<br />

„ de voorffad flonden zeshonderd vijan-<br />

„ delijke Ruiters gereed om hen te<br />

„ ontvangen." Deze uitvinding, hem<br />

door nood en angst ingegeven, was<br />

niet zo verre bezijden de waarheid,<br />

als hij misfehien zelf wel dagt ; Want<br />

de overwinnende Veldheer had niet<br />

zodra het oproer te Antwerpen vernomen<br />

, of hij had zijne<br />

ff 3<br />

gehele Rui


HL<br />

BOEK,<br />

454 DE AFVAL DER<br />

terij laten opzitten, om onder begunstiging<br />

van dezelve in de Stad<br />

re dringen. ,, Ik altans," vervolgde de<br />

Prins van Oranje , „ zal intijds' voor<br />

mijne veiligheid zorgen, en wie<br />

„ mijn voorbeeld volgt, zal daarvan<br />

„ geen berouw hebben." Deze woorden<br />

, op hunnen tijd gefproken, en<br />

te gelijk door de daad ' zelve gevolgd<br />

, 'vonden ingang. Die naast bij<br />

hem ftonden, volgden hem, en dezen<br />

werden wederom gevolgd van de<br />

genen , die hun het naast waren,<br />

zo dat eindelijk die weinigen, welken<br />

reeds vooruit gefneld waren, niemand<br />

ziende agter hen komen, den lust<br />

verloren, om zig alleen tegen de<br />

zeshonderd Ruiters te wagen. Alles<br />

plaatfte zig nu weder op de Meerbrug<br />

, waar men wagten en voorposten<br />

uitzettede, en enen onltuimigen<br />

nagt onder de wapens doorbragt (*).<br />

De Stad Antwerpen werd tans met'<br />

het fchrikkelijkfie bloedbad en ene volkomene<br />

plondering bedreigd. In dezen<br />

dringenden nood riep de Prins van<br />

Oranje enen buitengewonen Raad bijeen ,<br />

waartoe de beste Burgers uit de vier.<br />

Natiën genomen werden. „ Zo men den<br />

„ moedwil der Kalvinisten wil bcteugej,<br />

len," zeide hij, „ moet men insgelijks<br />

M een leger, tegen hen op de been<br />

» brengen, dat gereed is om hen te<br />

BURG. 444. — 447. STRADA 172.


NEDERLANDEN. 455<br />

ontvangen." Er werd derhalven beflo- III.<br />

t'en, de Roomfche Inwoners van de BOEK.<br />

Stad', inborelingen, Italianen en Spanjaarden,<br />

met allen ipoed onder de wapens<br />

te brengen, en, ware het mogelijk,<br />

ook nog de Lutherfchen in<br />

deze partij te trekken. De heerschzu°t<br />

der Kalvinisten , die trotsch op<br />

hunnen rijkdom, en Hout op hunne<br />

meerderheid, eiken anderen Godsdicnstigen<br />

aanhang met veragting behandelden<br />

, hadden reeds lang de Lutherfchen<br />

tot hunne vijanden gemaakt, en<br />

de verbittering van deze beide Protestantfche<br />

Kerken tegen elkander was<br />

van enen onverzoenlijker aart , dan de<br />

haat, welken zij tegen de heerfchende<br />

Kerk met elkander gemeen hadden.<br />

Van deze wederzij dfche ijverzugt<br />

had de Magiftraat het wezenlijke voordeel<br />

getrokken, van de ene partij<br />

door de andere, doch voornamehjkg.de<br />

Kalvinisten, van welker aanwas het<br />

meeste te vrezen was , binnen de<br />

palen te houden. Om die reden had<br />

zij de Lutherfchen, als de zwakfte<br />

partij , en de vreedfaamfte van beiden,<br />

ftilzwijgende in hare befcherming<br />

genomen, en zelfs geestelijke Leeraars<br />

uit Duitschland voor hun laten ko^<br />

men, welke dezen wederkerigen haat<br />

door préken over gefchil-Hukken fteeds<br />

levendig moesten houden. Zij het de<br />

Lutherfchen in den waan, dat de<br />

Koning over hunne Godsdienst -Behjde-,<br />

Ff 4


III.<br />

BOEK.<br />

456 DE AFVAL DER<br />

nis gunstiger dagt, en vermaande hen<br />

hunne goede zaak tog niet dqor verftandhouding<br />

met de Gereformeerden<br />

te bederven, Het was dus niet moeilijk<br />

, tusfehen de Katholijken en Lutherfchen<br />

, voor dat ogenblik, ene<br />

vereniging tot ftand te brengen , daar<br />

het te doen was, om zulke gehate<br />

Mededingers te onderdrukken. Met<br />

het aanbreken van den dag ftond tegen<br />

de Kalvinisten een leger gereed,<br />

dat het hunne ver overtrof. Aan het<br />

hoofd dezes legers begon de welfpreekendheid<br />

des Prinfen van Oranje<br />

veel meer kragts te krijgen, en veel<br />

ligter ingang te vinden. De Kalvinisten<br />

, fchoon in het bezit van de<br />

wapenen en het gefchut, door de<br />

meerderheid van het getal hunner vijanden<br />

verfchrikt geworden , begonnen met<br />

Afgevaardigden te zenden , en een minfaam<br />

vergelijk voorteflaan, 't welk<br />

door het beleid van ORANJE tot algemeen<br />

genoegen getroffen werd. Dadelijk<br />

na de bekendmaking van hetzelve,<br />

leiden de Spanjaarden en Italianen<br />

in de Stad hunne wapenen neder.<br />

Zij werden hierin van de Gereformeerden<br />

gevolgd, en dezen van<br />

de Katholijken ; dc Lutherfchen waren<br />

de katden, die zulks deden (*).<br />

Twe dagen en twe nagten had<br />

(*) TlIHAN. 526". 597. BURG. 448. —45I<br />

•TRADA I73. M ETER E N 97. 98.


NEDERLANDEN. 457<br />

Antwerpen in dezen fcbrikkelijkcn toe­ HL<br />

ftand doorgebragt. Reeds hadden de<br />

Katholijken vaten met buskruid onder<br />

de Meerbrug gebragt, om het gehele<br />

leger der Gereformeerden, 't welk<br />

daar post gevat had, in de lugt te<br />

laten fpringen ; het zelfde was op andere<br />

plaatfen door de laatstgenoemden<br />

tegen de Roomfchen gedaan (*). De<br />

ondergang der Stad hing aan een enkeid<br />

ogenblik, en het was ORAN-<br />

B O EK.<br />

J E 's wijs beleid , waardoor dezelve wierd<br />

verhoed.<br />

NOIRCARMES lag nog met zijn<br />

leger Walen voor Valenchijn, welke<br />

Stad door het vaste vertrouwen op onderr Hand van de Geuzen , tegen alle voorr<br />

ilagcn der Landvoogdesfe onverzettelijk<br />

bleef, en alle gedagten van overgaaf<br />

verwierp. Een uitdrukkelijk bevel van<br />

het Hof verbood den vijandelyken Veldheer<br />

met nadruk te handelen , voor 1567dat<br />

hij zig met verfche benden uit<br />

Duitschland zou verfterkt hebben. De<br />

Koning, 't zij uit goedertierenheid,<br />

of uit vrees , was afkerig van het<br />

geweldige middel van ftormen, waarbij<br />

niet vermijd kon worden, de onfchuldigcn<br />

in het lot der fchuldigen<br />

medetcflepen , en den getrouwen onderdaan<br />

even als enen vijand te<br />

behandelen. Dan , daar met eiken dag<br />

de trotschheid der belegerden toenam,<br />

("*") METEREN 97.<br />

Ff 5


453 DE AFVAL DER<br />

HI. die , door 's vijands werkeloosheid ftou*<br />

ROEK. ter gemaakt, zelfs zig niet ontzagen ,<br />

dezen door gedurige uitvallen te ontrusten,<br />

enige kloosters voor'de Stad in<br />

brand te fteken , cn met buit weer naar<br />

binnen te keren ; daar de tijd, welken<br />

men nutteloos voor de Stad verfpilde,<br />

door de Muitelingen en derzelver<br />

Bondgenoten beter gebezigd kon<br />

worden , hield NOIRCARMES bij de<br />

Landvoogdes aan , om hem verlof van<br />

den Koning tot enen ftorm op deze<br />

Stad te bezorgen. Spoediger, dan<br />

men zulks van dien kant gewoon was,<br />

kwam het antwoord terug, dat men<br />

voor als nog niets anders zou doen,<br />

3an het llormtuig in gereedheid te<br />

brengen, en, voor dat men den ftorm<br />

n ernst begon, vooraf den fchrik van<br />

lenzelven enen tijdlang te laten wer­<br />

j den ; en bijaldien dan nog de overgave<br />

niet volgde, gaf hij vrijheid<br />

1 ot den ftorm , egter met alle mogelijke<br />

verfchoning van elks leven. Vóór<br />

I<br />

lat de Landvoogdes tot dit uiterfte<br />

i<br />

4 werging, gelastte zij den Prins van<br />

< javre , benevens den Hertog van Aar-<br />

i chot, nog eenmaal met de Muite-<br />

] ingen in ene minlijke onderhandeling<br />

t e treden. Beiden hielden mondgefprek-<br />

] :en met de Afgevaardigden uit de Stad,<br />

< n lieten niets onbeproefd, om hen<br />

an hunne verblindheid te genezen.<br />

7<br />

i A] openbaarden hun, dat THOULOUSE<br />

;eflagen , en met hem<br />

I<br />

ier belegerden gevallen<br />

\<br />

al dc fteun<br />

was; dat de


NEDERLANDEN. 459<br />

Graaf van Mcgcn het Geuzen-leger<br />

van de Stad had afgcfneden , cn dat<br />

het alleen 's Konings goedertierenheid<br />

was, waardoor zij het zo lang hadden<br />

uitgehouden. Zij boden hun ene<br />

volkomene vergiffenis van al -het ge*<br />

beurde aan. Het zou enen ieder vrij<br />

ftaan, zijne onfchuld , voor welk eno<br />

Rcgtbank hij wilde , te verdedigen ;<br />

enen ieder, die dit niet wilde, zou<br />

het vergund zijn, binnen veertien daeen<br />

met alle zijne bezittingen de Stat*<br />

te verlaten. Men begeerde mets anders<br />

van hun, dan dat zij de bezetting<br />

innamen. Om zig op dezen<br />

voorflag te bedenken, werd hun een'<br />

wapenftilftand van drie dagen toegcftaan<br />

Toen de Afgevaardigden weder<br />

in de Stad kwamen , vonden zij hunne<br />

medeburgers nog minder dan voorheen<br />

tot een vergelijk gezind, dewijl<br />

zig ondertusfehen valfche gcrugten<br />

van ene nieuwe werving van Krijgsvolk<br />

bij de Geuzen onder hun hadden<br />

verfpreid. Men beweerde , dai<br />

T H O U L O U Z E overwonnen had, en da<br />

'er een fterk leger m aantogt - was<br />

om de Stad te ontzetten. Dit vertrouwen<br />

ging zo ver, dat men zeil I<br />

zier 'onderftond den ftilftand te breken,<br />

en op de Belegeraars vuur tc<br />

o-even. Eindelijk wist de Magiftraa<br />

het met veel moeite zo ver te bren<br />

gen, dat men twaalf Raden met d<<br />

volgende voorwaarden naar het - lege<br />

BOE K


4ÖO DE AFVAL DER<br />

III. zond. De Akte, volgens welke Va­<br />

BOEK. lenchijn wegens misdaad van gekwetfte<br />

Hoogheid aangeklaagd, en voor<br />

vijand verklaard was , moest herroepen<br />

; de geregtelijk aangellagen goederen<br />

wedergegeven, en de gevangenen<br />

wederzijds op vrije voeten gefield<br />

worden. De Bezetting moest niet<br />

eer m de Stad komen, voor dat<br />

elk, die zulks goedvond, zig zeiven<br />

en zijne goederen in veiligheid had<br />

gebragt; zij moest zig verbinden, de<br />

inwoners in geen ftuk te bezwaren,<br />

en de Koning moest de onkosten goed<br />

maken. NOIRCARMES beantwoordde<br />

Jeze voorflagen in toorn , en was<br />

ran zms de Afgevaardigden te mis-<br />

] ïandelen. Bijaldien zij , zeide hij, niet<br />

gekomen waren, om hem de Stad<br />

ivertegeven, hadden zij op ftaanden<br />

'oet weerom te gaan, of te wagen<br />

, dat hij hen , met de handen<br />

»p den rug gebonden, terug zond.<br />

A) leiden de fchuld op de halfrerighcid<br />

der Gereformeerden , en fmceken<br />

^hem ootmoediglijk, dat hij hen<br />

a 't leger mogt houden , dewijl zij<br />

iet hunne oproerige Medeburgers niets<br />

leer te doen wilden hebben , noch<br />

i derzelver lot begeerden te delen<br />

/ :ij vielen zelfs Graaf EGMOND te'<br />

. V oet, om deszelfs voorfpraak te ver­<br />

\ derven; maar NOIRCARMES bleef doof<br />

V oor hun gebed, en het gezigt der<br />

li etencn welke voor den dag ge-


NEDERLANDEN: 46*<br />

fiaald werden , dreef hen tegen wil iir.<br />

en dank naar Valenchijn te rug. Het BOEK*<br />

was noodzaaklijkheid, en gene hardheid,<br />

welke den vijandelijken Veldheer<br />

tot deze flrenge handelwijze bewoog.<br />

Het terughouden der Afgevaardigden<br />

was hem reeds eenmaal door<br />

de Hertogin ten kwaden geduid; tans<br />

zou men in de Stad niet nagelaten<br />

hebben , derzelver uitblijven aan de<br />

zelfde oorzaak, als het vorige, toetefchrijven.<br />

Ook durfde hij de Stad<br />

niet van het kleine overfchot van<br />

weldenkende Burgers ontbloten, noch<br />

kon lijden, dat een blinde dolle hoop<br />

dérzelver lot in handen had. EGMOND<br />

was over den flegten uitflag van zijn<br />

Gezantfchap dermate gebelgd, dat hij<br />

den volgenden nagt zelf rondom de<br />

Stad reed , om "derzelver vestingwerken<br />

optcnemen , en zeer vergenoegd<br />

wederkeerde , toen hij overtuigd was,<br />

dat zij het niet langer kon houden<br />

(*).<br />

Valenchijn ftrekt zig van ene zagte<br />

helling in ene regte en effene<br />

vlakte uit , en ' heeft ene niet min<br />

vaste dan aangename ligging. Aan den<br />

enen kant door de Schelde en ene<br />

kleiner rivier omvat, aan de andere<br />

zijde door diepe gragten , fterke muren<br />

en torens verfchanst , fchijnt het<br />

allen aanval van buiten tc kunnen<br />

C*) THÜAN. 528. STRADA 178.


iii<br />

HOEK,<br />

4S& i^fi AFVAL DEJt<br />

tarten. Maar NOIRCARMES had enige<br />

plaatfen in de Stadsgragt opgemerkt*<br />

welke, door verzuim , met den ovengen<br />

grond waren gelijk geworden; en<br />

dezen maakte hij zig ten nutte. Hij<br />

trekt alle de verfpreide finaldelen van<br />

zijn leger , waarmede hij de Stad<br />

tot hiertoe had ingefloten , bijeen ,<br />

cn verovert in enen" onftuimigen nagt<br />

de Bcrgfche Voortrad, zonder, enen<br />

enkelden man te verliezen. Daarop<br />

verdeelt, hij dc Stad onder den Graaf<br />

van Bosfu, den jongen Graaf KA­<br />

REI, VAN MANSVELD, cn: den jon­<br />

gen BARLAIMONT. Een van zijne<br />

Overften nadert met alle mogelijke<br />

fnelheid dc muren , van welke de<br />

vijand door een ijslijk vuur werd afgedreven.<br />

Digt voor de Stad, en<br />

tegen over de poort, wordt onder<br />

het oog der belegerden , en met zeer<br />

gering verlies, in gelijke hoogte met<br />

de vestingwerken een batterij opgeworpen,<br />

ran welke de Stad met een en - twintig Hukten<br />

gefchut, vier uren lang , zonder opïouden<br />

, befchoten wordt. De Niko-<br />

j aas-toren, op welken de belegerden<br />

:nig gefchut hadden geplant, was on-<br />

» ïer de eerften , welke inftortten,<br />

n velen vonden onder deszelfs puinlopen<br />

den dood. Op alle hooguittekendc<br />

gebouwen werd gefchut geigt<br />

, en een fchrikkelijke flagting on-<br />

,er de inwoners gemaakt. Binnen weiige<br />

uren waren de voornaamfte war-


NEDERLANDEN;<br />

489<br />

ken vernield, en aan de poort zelve<br />

een zo grote bres gefchoten , dat<br />

de belegerden, aan hun behoud wanhopende,<br />

ijlings twe Trompetters afzonden,<br />

om gehoor te verzoeken. Dit<br />

werd vergund, dog met den ftorm<br />

zonder ophouden voordgevaren. Deste<br />

meer drongen de Afgevaardigden , om<br />

het vergelijk te fluiten , en zij wilden<br />

nu de Stad op die zelfde voorwaarden<br />

overgeven, welken zij twe dagen<br />

te voren verworpen hadden: maar de<br />

omftandigheden waren nu veranderd, en<br />

de Overwinnaar wilde van gene voorwaarden<br />

meer horen. Het onophoudelijke<br />

vuur liet hun genen tijd ,. om<br />

de muren te herftellen , welke de gehele<br />

Stadsgragt met hun puin vulden,<br />

en den vijand overal den weg baanden<br />

, om door de bres in de Stad<br />

te dringen. Van hunnen gehelen ondergang<br />

verzekerd, geven zij met hei<br />

aanbreken van den dag, de Stad op<br />

genade cn ongenade over, na dat dc<br />

ftorm , zonder tusfehenpozen , : zes er<br />

dertig uren geduurd had, en 'er drie<br />

duizend bomben in de Stad geworpet<br />

waren. Onder ene ftrenge krijgstugt trek<br />

NOIRCARMES met zijn overwinnem<br />

leo-er binnen, wordende door ene gro<br />

te Ö<br />

iit<br />

BOE KV<br />

j<br />

l<br />

t<br />

l<br />

fcharè van vrouwen en kleine kin<br />

deren ontvangen , die hem groene tak<br />

ken te gemoet droegen , om hem tc t<br />

mededogen te bewegen. Dadelijk wei<br />

den alle Burgers ontwapend; de Be


III.<br />

BOEK<br />

I567.<br />

46*4 BE AFVAL DER<br />

velhebbcr dór Stad met zijnen Zoon<br />

. onthoofd ; zes - en dertig der flimfte oproermakers<br />

, onder welken ook LB<br />

GRANGE, en GUIDO DE BRESSE,<br />

een ander Gereformeerd Preêker, zig<br />

bevonden, moesten hunne halfterrigheid<br />

met den ltrop boeten; alle<br />

Overheids-Perfonen verloren hunne Amten<br />

i en de Stad alle hare Privilegiën.<br />

De Katholijke Godsdienst werd<br />

terftond in zijnen vollen luister herfield<br />

, cn de Protestantfche vernietigd;<br />

de Bisfchop van Atregt moest zijnen<br />

zetel naar deze Stad overbrengen , en<br />

voor derzelver gehoorfaamheid in 't vervolg<br />

bleef ene lierke Bezetting waken (*).<br />

Het overgaan van Valenchijn, op<br />

welke plaats aller ogen gevestigd waren<br />

, was voor alle overige Steden,<br />

welke zig op gelijke wijze gedragen<br />

hadden, een fchrikbarende waarfchouwing,<br />

en bragt de wapenen der Landvoogdesfe<br />

in geen klein aanzien. NOIR­<br />

CARMES vervolgde zijne overwinning,<br />

en trok dadelijk op naar Maastricht,<br />

dat zig zonder flag of floot overgaf,<br />

en bezetting innam. Van daar<br />

toog hij naar Turnhout, om de Steden<br />

's Hertogenbosch en Antwerpen door<br />

zijne nabijheid fchrik aantejagen. Zijne<br />

aankomst maakte de Geuzenpartij,<br />

welke onder aanvoeren van BOM-<br />

BERG de Magiftraat nog fteeds onder<br />

haar bedwang had gehouden , zo<br />

be-<br />

(*} THÜAN. 528. 529. ME TEREN 98. 99;<br />

• TRA DA. 178 — 180. liURS. 462 — 465.'


NEDERLANDEN. 4©5<br />

bevreesd, dat zij , met haren Aan­ HL<br />

voerder, ijlings de Stad ruimden. NOIR­ BOE&<br />

CARMES werd zonder tegehftand binnen<br />

gelaten, de Gezanten der Landvoogdes<br />

dadelijk in vrijheid gefield,<br />

cn ene fterke bezetting in de Stad<br />

gelegd. Kamerijk opende mede voor<br />

zijnen Aartsbisfchop, die door de heerfchende<br />

partij der Gereformeerden uit zijnen<br />

zetel verdreven was, met vreugdegeroep<br />

weder de poorten ; en deze<br />

zegepraal verdiende hij , dewijl hij zijne<br />

intrede niet met bloed bevlekte.<br />

Ook de Steden Gent , Iperen en<br />

Oudenaarden onderwierpen zig, en namen<br />

bezetting in. Gelder was door<br />

den Graaf van Megen bijna geheel<br />

van de Muitelingen gezuiverd, cn tot<br />

gehoorfaamheid gebragt; het zelfde was<br />

ook den Graaf van Aremberg in Friesland<br />

en Groningen gelukt, fchoon een<br />

weinig later; en met meer moeite ;<br />

dewijl het zijn gedrag aan gelijkvor-'<br />

migheid en ftandvastigheid haperde , en<br />

deze ftrijdbare Republicksgezinden fterker<br />

op hunne Privilegiën ftonden , en<br />

fiout waren op hunne middelen van<br />

verdediging (*). Uit alle Provinciën , uitgezonderd<br />

Holland, werd de aanhang<br />

der Muitelingen verdreven; alles bukte<br />

voor de overwinnende wapenen der<br />

Landvoogdes. De moed ontzonk de<br />

Tegenpartij, en niets bleef haar meer<br />

(*) VIGL ad HOPPER. Epist. i. o.i.<br />

I. DEEL. Gg


in.<br />

BOEK.<br />

466 DE AFVAL DER.<br />

overig, dan de vlugt, of een on*<br />

bepaalde onderwerping (f).<br />

Reeds federt de oprigcing van her<br />

Geuzen - verbond maar nog veel meer<br />

federt het. uitbersten van den Beeldenflorm<br />

, had de geest van tegenkanting<br />

en fcheuring, onder hoge en lage (hinden<br />

, zo zeer de overhand genomen ,<br />

en de Partijen zo zeer onder elkander<br />

verward , dat de Landvoogdes<br />

moeite had, om hare aanhangers<br />

cn werktuigen te kennen, en ten laatftcn<br />

naaulijks meer wist , in welke<br />

haaiden zij zig eigenlijk bevond. Het<br />

onderfcheidend kenmerk der verdagten en<br />

getrouwen was allengs verloren geraakt,<br />

en de grensfeheidingen tusfehen beiden<br />

minder merkbaar geworden. Door de<br />

veranderingen, waartoe zij ten voordele<br />

der Protestanten had moeten befluiten,<br />

en die merendeels flegts noodmidde-<br />

Icn en vrugten van het ogenblik<br />

waren , had zij aan de wetten zelve<br />

hare bepaaldheid , hare verbindende<br />

kragt benomen , en aan het goeddunken<br />

van elk , die dezelve had<br />

uitteleggen , een ruim veld gelaten.<br />

Dit had eindelijk ten gevolge, dat<br />

onder de menigte en de verfcheidenheid<br />

der uitleggingen, de zin der wetten<br />

verloren raakte , en het oogmerk<br />

des wetgevers verdraaid wierd; dat bij<br />

het naauwe verband, 't welk tus-<br />

Ct) BURG. 46c». 473 — 475.


NEDERLANDEN. 46"?<br />

fehen de Protestanten en Katholijken,<br />

Hf.<br />

tusfehen Geuzen en Koningsgezinden<br />

BOEKi'<br />

önritond , en derzelver belangen niet<br />

zelden gemeen maakte; de ' laatstgenoemden<br />

zig bedienden van de agterdeur,<br />

welke hun door het onzekere<br />

in de wetten was opengelaten,<br />

en zig van het ftrenge van hunnen<br />

last door kunstige onderfcheidingen ontfloegen.<br />

Volgens hunne gedagten was<br />

het genoeg, geen verklaarde Muiter ,<br />

geen van de Geuzen of Ketters te<br />

zijn, om zig bevoegd te rekenen ,<br />

de pligten van zijn Amt naar goedvinden<br />

te plooien , en zijne gehoorfaamheid<br />

aan den Koning naar Willekeur<br />

te hjpalen. Zonder daarvoor verantwoording<br />

te zijn, waren de Stadhouders<br />

, de hoge en lager Amtenaren,<br />

de Stadsregeringen, en de hoofden<br />

van lffet Krijgsvolk , in hunnen<br />

dienst zeer nalatig geworden , en gebruikten<br />

, in vertrouwen op ftralfeloosheid<br />

, ene nadelige toegeeflijkheid omtrent<br />

de Muitelingen en derzelver aanhang<br />

, die alle maatregelen der Landvoogdes<br />

kragteloos maakte. Deze flapheid<br />

van zö vele voorname lieden<br />

in den Staat , had de nadelige gevolgen<br />

, dat dc onrustige hoofden óp<br />

enen veel fterker fleun rekenden, dan<br />

zij inderdaad reden daartoe hadden ;<br />

dewijl zij elk , die zig omtrent de<br />

partij van 't Hof maar eenigzins koet<br />

gedroeg, tot hunnen aanhang<br />

Gg i<br />

betrok-


HL<br />

BOEK.<br />

4


NEDERLANDEN. 469<br />

naam zoude opgeeven , te laten gebrui­ III.<br />

ken. Door dezen eed hoopte zij wel BOEK.<br />

niet de gemoederen te doorgronden,<br />

en nog minder dezelve te binden ; maar<br />

dezelve moest haar tot een geregtelijk<br />

voorwendfel dienen, om de verdagten<br />

te verwijderen, hun ene magt, die zij<br />

misbruiken konden , uit de handen te<br />

nemen, bijaldien zij weigerden dien eed<br />

te doen, en hen te ftraffen, zo zij<br />

hem braken. Deze eed werd van alle<br />

Ridderen van het Gulden vlies, van alle<br />

hoge en lage Staatsbedienden, alle<br />

Amtenaren en Overheidsperfonen, alle<br />

Officieren van het leger, van allen eindelijk<br />

zonder onderfcheid, welken iets<br />

in de Republiek was toevertroud, door<br />

het Hof gevorderd. De Graaf van<br />

Mansveld was de eerfte , die denzelven<br />

in den Raad van State te Brusfel<br />

openlijk afleidc ; zijn voorbeeld volgde<br />

dc Hertog van Aarichot, de Prins van<br />

Gavre, de Graven van Megen en Barlaimont;<br />

HOOGSTRATEN Cll HOORN<br />

zogten denzelven op ene listige wijze<br />

te ontduiken. De eerfte was nog gevoelig<br />

over een blijk van wantrouwen,<br />

dat de Landvoogdes hem voor enigen:<br />

tijd, bij gelegenheid van zijn Stadhouderfchap<br />

van Mechelen , had gegeven.<br />

Onder voorgeven , dat Mechelen zijnen<br />

Stadhouder niet langer kon misfen<br />

, en dat Antwerpen des Graven<br />

tegenwoordigheid niet minder nodig had,<br />

had zij hem die Provincie ontnomen,<br />

G<br />

g 3


47.o DE AFVAL DEil<br />

lil. -en dezelve aan enen anderen begeven,<br />

BOEK. van wien zij zekerer was. HOOG­<br />

STRATEN betuigde haar zijnen dank,<br />

1566. dat zij hem wel van enen zijner<br />

posten had willen ontheffen , en voegde<br />

daarbij , dat zij zijne verpligting<br />

volkomen» zou maken , indien zij hem<br />

mok van den anderen ontfloeg. De<br />

Graaf van Hoorn leefde, nog fteeds<br />

getrou aan zijn genome befluit, op<br />

een zijner goederen in de fterke<br />

ftad Weerdt , aan alle beftuur van<br />

zaken onttrokken. Daar hij zig buiten<br />

dienst van den Staat had begeven<br />

, en aan de Republiek noch aan<br />

•den Koning niets meer. fchuldig oordeelde<br />

te zijn , weigerde hij den eed ,<br />

•waarvan men hem dan ook eindelijk<br />

fchijnr. ontflagen te hebben (*).<br />

Den Grave van Brederode werd de<br />

keus gelaten , om of den gevorderden<br />

eed te doen , of bet bevel<br />

over het Esquadron, dat hem toevertroud<br />

was, nederteleggen. Na vele<br />

vrugteloze uit vlugten , welken hij daarvan<br />

ontleende, dat hij geen openbaar<br />

Amt in dc Republiek bekleedde<br />

, befloot hij eindelijk tot het laat-<br />

-fte, en ontging daardoor de fchuld<br />

van meinedigheid Cf).<br />

Te vergeefs had men getragt, den<br />

(*) METEREN 99. STRADA 180.fq. GROT.<br />

BURG. 421. 422.


NEDERLANDEN. 47*<br />

Prins van Oranje tot dezen eed overtehalen,<br />

die, bij het vermoeden, dat n.<br />

BOEK.<br />

reeds lang tegen hem was opgevat,<br />

meer dan iemand anders deze zuivering<br />

fcheen van noden te hebben ,<br />

en van wien dezelve, uit hoofde van<br />

de grote magt, die men genoodzaakt<br />

was in zijne handen tc geven, met<br />

den grootften fchijn van regt, kon<br />

gevorderd worden. Tegen hem kon<br />

men niet met die Lakonifche kortheid<br />

, als tegen enen BREDERODE<br />

•of zijns gelijken, te werk gaan , en<br />

met den vrij willigen afftand van alle<br />

zijne Amten, welken hij aanbood,<br />

was dc Landvoogdes niet gediend,<br />

die wel vooruit zag, hoe gevaarlijk<br />

•deze man dan eerst voor haar zon<br />

worden, wanneer hij zijne onaf hanklijkheid<br />

zou gevoelen, en zijne ware<br />

gevoelens door gene uiterlijke welvoeglijkheid<br />

en genen pligt meer zou gebonden<br />

agten. Maar bij den Prin:<br />

van Oranje was het, reeds federt dit<br />

raadpleging te Dendermonde , onveran<br />

derlijk befioten , zig buiten dienst de<br />

Konings van Spanje te begeven, et I<br />

tot op betere tijden zelfs het lan< l<br />

te ruimen. Ene zeer moedbenemendi<br />

ondervinding had hem geleerd, ho<<br />

onzeker de verwagtingen zijn, die mei l<br />

genoodzaakt is op den groten hoo] ><br />

des Volks te vestigen, en hoe dr l<br />

die veelbelovende ijver verdwijnt , wan<br />

neer het op doen aankomt. Er wa<br />

Gg 4<br />

i


III.<br />

BOEK,<br />

473 DE AFVAL DEK.<br />

een leger in het veld, en een ander<br />

, nog veel fterker, wist hij , dat<br />

onder bevel van den Hertog van Alba<br />

in aantogt was. De tijd van voorflagen<br />

te doen was voorbij ; niet dan<br />

aan het hoofd van een leger kon<br />

men hopen , voordelige voorwaarden<br />

met de Landvoogdes aantegaan , en<br />

den Spaanfchen Veldheer de intrede<br />

in het Land te beletten. Maar van<br />

ivaar dit leger te nemen, daar hem<br />

bet nodige geld, de ziel van alle<br />

andernemingen, ontbrak; daar de Prorestanten<br />

hunne fchitterende beloften<br />

ntrokken, en hem in dezen dringenden<br />

lood lieten zitten? (*) Yverzugt en Gods-<br />

liensthaat hielden , daarenboven, de beide<br />

3<br />

rotestantfche Kerken verdeeld, en ftonlen<br />

derzelver heilfame vereniging te-<br />

^en den gemenen vijand van hun Geoof<br />

in den weg, Der Gerefonneer-<br />

1<br />

00 Hoe welgezind men in 't beloven, en hoe<br />

i ebrekkig in het nakomen was, blijkt onder aij-<br />

c eren uit het volgende voorbeeld. In Amfterdarii<br />

ï adden enige vrienden der Volks-vrijheid, Room­<br />

i den zo wel als Lutherfchen, plegtig beloofd<br />

c en honderden penniug van hunne goederen in ené<br />

I emene kas te zullen opbrengen , tot dat men ene<br />

2 om van elfduizend guldens bijeen had, die tot<br />

d ienst der gemene zaak zoude befteld worden.<br />

ï ;en kist, met ene reet in het dekzel, en met<br />

d rie floten voorzien , werd tot den ontvang van<br />

d eze gelden beftemd. Toen dezelve na hetgeè'in-<br />

d igde tijdsbeftek geopend wierd, vond men enen<br />

f< :hat van zevenhonderd guldens, welke aan de<br />

h jiswaardin des Graven van Brederode, inkorting<br />

? deszelfs onbetaalde drinkgelagen, wérd gelate*.


NEDERLANDEN. 473<br />

den afkerigheid van de Augsburgfchc<br />

Belijdenis had alle Protestantfche Vorsten<br />

van Duitschland van hun verwijderd<br />

, zo dat voordaan ook aan de<br />

vermogende befcherming van dat Rijk<br />

niet meer tc denken was. Met den<br />

Graaf van Egmond was het voortrcflijke<br />

leger Walen verloren , dat met<br />

blinde onderdanigheid het geluk van<br />

zijnen Veldheer volgde , die hetzelve<br />

bij St. Quintin en Gravelingeu<br />

had geleerd te overwinnen. De geweldenarijen<br />

, door dc Beeldenftormers<br />

aan Kerken en Kloosters gepleegd,<br />

hadden de talrijke, gegoede _ en vermogende<br />

klasfp der Katholijke Geestelijkheid<br />

van het Verbond weder afgetrokken<br />

, waarvoor zij , vóór dit<br />

ongelukkige toeval , reeds ten halven<br />

gewonnen was ; en dc Landvoogdes wist<br />

met eiken dag verfcheidenc leden van<br />

het Verbond zelve door list aftctrekken.<br />

Alle deze -omftandigheden te zamen<br />

genomen, bewogen den Prins, om een<br />

ontwerp , dat in het tegenwoordige tijdftip<br />

niet uitvoerlijk was, tot ene gunstiger<br />

gelegenheid ter zijde te ftcllen,<br />

en een Land te verlaten, waar zijn<br />

langdurige verblijf van geen nut meer<br />

kon zijn, en hem zeiven een cn T<br />

vermijdelijk verderf bereidde. Aangaande<br />

de gezindheid van FILIPS pnitrent<br />

hem , kon hij , na zo vele ingekomen<br />

berigten , zo vele blijken<br />

van deszelfs wantrouwen , , zo, vele waar-<br />

Gg 5<br />

IIL<br />

BOEK.


IIÏ.<br />

BOEK,<br />

DE AFVAL DER<br />

fchouwingen uit Madrid, niet langer<br />

twijfelen. En zo dit al nog plaats<br />

mogt gehad hebben, zou het gedugte<br />

leger, dat in Spanje uitgerust werd<br />

en 't welk niet den Koning, gelijk<br />

men valfchelijk uitftrooide , maar, gelijk<br />

hij wel beter wist, den Hertog<br />

van Alba, den man, die 't meest<br />

tegen hem gekant was, en dien hij<br />

de meeste reden had te vrezen, aan<br />

*t hoofd zoude hebben , hem wel<br />

ras uit deze onzekerheid gebragt hebben.<br />

De Prins had het menfchelijke<br />

karakter, en het gemoed van FI­<br />

LIPS te wèl doorgrond, om op<br />

ene opregte verzoening met dezen<br />

Vorst, die hem eenmaal had begonnen<br />

te vrezen, ftaat te maken. Ook<br />

oordeelde hij te onpartijdig over zijn<br />

eigen gedrag, om , gelijk zijn vriend<br />

EGMOND , op enen dank bij den<br />

Koning te rekenen, waartoe hij genen<br />

grond bij hem had gelegd; en<br />

hij was van de fchranderheid van<br />

FILIPS te wèl overtuigd, dan dat<br />

hij zig had kunnen vleien , hem geblinddoekt<br />

te hebben. Hij kon dus<br />

gene andere dan vijandige gezindheden<br />

van hem verwagten , en de voorzigtigheid<br />

ried hem , zig voor de werkelijke<br />

uitbarsting daarvan door ene<br />

tijdige vlugt te redden. Den nieuwen<br />

eed, welke van hem gevorderd werd,<br />

had hij dusverre ftandvastig geweigerd,<br />

en alle fchriftelijke vermanin-


IMEDERLANDEMi. 4fÓ<br />

gen der Landvoogdesfe waren vrogte-<br />

'loos geweesc. Eindelijk zond zij haren<br />

Geheimfchrijver BERTI naar Antwerpen<br />

bij hem , om hem met nadruk<br />

in het gemoed te tasten , en<br />

,hem alle kwade gevolgen voortcftcllen ,<br />

.welken een zo haastig verlaten van<br />

's Konkigs dienst voor het Land zso<br />

wel , als voor zijnen eigen goeden<br />

naam, na zig zoude liepen. Reeds<br />

het weigeren van den gevorderden eed,<br />

liet zij hem door haren Gezant zeggen<br />

, had ene vlek op zijne eer<br />

gelegd, -en aan het algemene gerugt<br />

, dat hem van vcrftandhouding<br />

met dc Muitelingen befchuldigde , enen<br />

fchijn van waarheid gegeven , welke<br />

door dezen overhaasten afftand volkomen<br />

zekerheid zou bekomen.. Ook -was<br />

alleen de Heer bevoegd om zijnen<br />

Dienaar tc ontflaan , maar niet de<br />

Dienaar om zijnen Heer . den dienst<br />

optezeggen. De Afgezant der Landvoogdesfe<br />

vond den Prins in zijn Hoi<br />

-te Antwerpen , reeds geheel , i gelijk<br />

het fcheen, den openlijken dienst af-<br />

geftorven , en in eigen •bezigheder<br />

begraven. Hij had geweigerd, ga;<br />

hij , in 't bijzijn van HOOGSTRA­<br />

TEN, den Gezant ten antwoord , dei<br />

gevorderden eed afteleggen , omdat hi<br />

Mg niet wist te herinneren, dat iet;<br />

van dien aart van enigen Stadhou<br />

der vóór hem gevergd was; o"<br />

idat hij iig -reeifls eenmaal voor al<br />

111.<br />

BOEK.<br />

t


LOEB<br />

476 DE AFVAL DER<br />

III. roos aan den Koning had verbonden,<br />

. en dus door dezen nieuwen eed ftil!<br />

- zwijgende zou beiijden, dat hij den<br />

eerften gebroken had. Hij had geweigerd<br />

denzelven afteleggen omdat<br />

een vroeger eed hem verpligtte, de<br />

Regten en Privilegiën des Lands te<br />

befchermen , en hij niet kon weten,<br />

of deze nieuwe eed hem gene daden<br />

zoude opleggen , die met den<br />

eerften ftnjdig waren, omdat in dezen<br />

nieuwen eed, welke hem verpligtte,<br />

tegen enen ieder, zonder onderfcheid<br />

, die hem genoemd zoude<br />

worden, te dienen , de Keizer zelf,<br />

zijn Leenheer, niet was uitgezonderd,<br />

welken hij tog, als deszelfs<br />

Vafal, niet mogt beoorlogen. Hij had<br />

geweigerd, denzelven afteleggen , om<br />

dat deze eed hem kon opleggen<br />

zijne Vrienden en Bloedverwanten, zijnen<br />

eigen Zoon , ja zijne Gemalin zelve<br />

, die Luthersch was, naar de<br />

flagtbank te voeren. Volgens dezen<br />

eed moest hij zig aan alles onderwerpen<br />

, wat het den Koning zou<br />

: nvallen van hem te vorderen; en<br />

le Koning kon tog dingen van hem<br />

vorderen , waarvan hij een afgrijzen<br />

I lad ; ook had de ftrengheid , waar-<br />

i aede men nu en fteeds tegen de<br />

I 'rotestanten handelde, reeds lang zijn<br />

I art gegriefd. Deze eed ftreed tegen<br />

2 ijn<br />

d ien<br />

menfchelijk<br />

niet doen.<br />

gevoel , en hij kon<br />

Bij het flot ontviel


NEDERLANDEN. 477<br />

hem de naam des Hertogen van Alba<br />

, met "ëen blijk • van bitterheid ,<br />

en dadelijk daarop zweeg hij ftü (*).<br />

Alle deze ingebragte redenen werden<br />

ftuk voor ftuk beantwoord :<br />

Men had van genen Stadhouder dus<br />

verre zodanigen eed gevergd, om dat<br />

de Nederlanden zig tot hiertoe nooit<br />

in een dergelijk geval bevonden hadden.<br />

Men vorderde dezen eed niet,<br />

omdat de Stadhouders den eerften gebroken<br />

hadden , maar om hun dien<br />

eerften deste levendiger te herinneren<br />

* en in deze dringende omftandigheid<br />

hunne werkfaamheid optewakkeren.<br />

Deze eed zoude hem niets<br />

opleggen , 't geen de Regten en Privilegiën<br />

des Lands kon krenken, want<br />

de Koning had deze Regten en Privilegiën<br />

zo wel bezworen, als de<br />

Prins van Oranje. In dezen eed kwam<br />

geen Oorlog tegen den Keizer, noch<br />

tegen enigen Vorst van 's Prinfen<br />

verwantfehap in aanmerking, cn men<br />

wilde hem gaarne, zo hij daarin<br />

zwarigheid vond, door ene uitdrukkelijke<br />

bepaling daarvan ontflaam Var<br />

bevelen , die tegen zijn menschlijk<br />

gevoel ftreden, zou men hem weten<br />

te verfchonen , en gene magi<br />

op aarde zou hem kunnen noodzaken<br />

, tegen echtgenote of kinders te<br />

handelen. BERTI wilde nu tot het laat-<br />

(*) BURG. 456 — 458. STRADA 182. 183<br />

!<br />

III.<br />

B O E K.


m<br />

15^7-<br />

478 DE AFVAL DER<br />

fte punt , betreffende den Hertog vati<br />

i Alba overgaan, maar de Prins , die<br />

. uier gaarne ene verklaring hiervan wilde<br />

hebben, viel hem hi de reden.<br />

De Koning, zeide hij j ftond in de<br />

Nederlanden te komen, en hij kende<br />

den Koning. Deze zoude nimmer<br />

dulden, dat een van zijne Dienaren<br />

ene Lutherfche Egtgenoot had,<br />

en daarom had hij befloten , met zijne<br />

gehele- Familie vrijwillig uit het Land<br />

te gaan , eer hij zulks uit dwang<br />

zoude moeten doen. Doch, waar hij<br />

ook srijn mogt, hij zoude zig fteeds<br />

als een Onderdaan des Konings gedragen.<br />

Men ziet, van hoe ver de<br />

ÏVO.E.K Prins de beweegredenen tot zijne vlugt<br />

op-zogt, om de enige niet aanteraéren,<br />

die hem werkelijk tot dat<br />

befluit gebragt had (*).<br />

BERTI hoopte nog, door de welfprekendheid<br />

van EGMOND, misfehien<br />

dat gene uittewerken , waartoe hij door<br />

zijne eigen genen kans meer zag. Hij<br />

floeg ene bijeenkomst met dezen voor,<br />

waartoe de Prins zig des tc gereder<br />

liet vinden , om dat hij zelf" verlangde,<br />

zijnen vriend EGMOND vóór<br />

.zijn vertrek nog eenmaal te omhelzen<br />

, en den verblinden, ware het<br />

mogelijk , voor zijnen gewisfen ondergang<br />

te behoeden. Deze merkwaardige<br />

bijeenkomst, zijnde dc laatfte,<br />

(*) BURG. 45c?. 458. STRAD. I2Z.


NEDERLANDEN, 479<br />

tveike tusfehen deze beide vrienden<br />

plaats had > werd gehouden te Wil­ BOEK.<br />

lebroek , een dorp aan den Rupel,<br />

tusfehen Brusfel en Antwerpen: de<br />

jonge Graaf van Mansveld was met<br />

den Geheimfchrijver BERTI mede hierbij<br />

tegenwoordig. De Gereformeerden,<br />

wier laatfte hoop op den uitflag van<br />

deze onderhandeling berustte, hadden<br />

een middel gevonden, om den inhoud<br />

van dit gefprek door enen verfpieder<br />

te vernemen, die zig verborgen<br />

had in den fchoorfteen van het<br />

vertrek, waar hetzelve gehouden werd (*).<br />

Alle drie beftormden hier des Prinfen<br />

befluit met verenigde welfprekendheid,<br />

dog zonder hem aan 't wankelen<br />

te brengen. „ Het zal U uw<br />

„ goed kosten, ORANJE, ZO gij bij<br />

„ uw voornemen blijft," zeide eindelijk<br />

de Prins van Gavre , terwijl hij hem<br />

ter zijden af naar een venster volgde;<br />

„En u, EGMOND, het leven, zo<br />

„ gij het uwe niet verandert," hernam<br />

de ander. „ Ik zal ten mins-<br />

„ ten nog den troost hebben , wat<br />

„ 'er ook gebeure, dat ik het Va-<br />

,5 derland cn mijne vrienden in den<br />

„ nood met raad en daad heb wil-<br />

„ len bijftaan; gij zult vrienden en<br />

,-, Vaderland met u in het zelfde ver-<br />

„ derf flepcn." En daarop vermaande<br />

hij hem nog eenmaal , en nog<br />

dringender, dan hij te voren gedaan<br />

(*) VAN METEREN.<br />

iir.


III.<br />

BOEI:.<br />

489 DE AFVAL DER<br />

had, ' zig zeiyen wedertefchenken aan<br />

een Volk , dat door zijnen arm alleen<br />

nog kon gered worden; zo niet<br />

dan ten minden om Zijns zelfs wille<br />

her onweder te ontgaan * dat uit<br />

Spanje tegen hem opkwam. Maar alle<br />

de blijkbaarfte redenen, welke een<br />

veruitziend verftand hem aan de hand<br />

gaf, met alle die levendigheid, met<br />

al dat vuur voorgedragen , dat de<br />

rcderhartiglte bekommering der vriendfehap<br />

hem maar kon ingeven , waren<br />

niet in ftaat, om het ongelukkige<br />

vertrouwen te verbannen, dat<br />

EGMOND'S goed verltand nog gebonden<br />

hield.- De waarfchouwing van<br />

ORANJE kwam uit ene fombere moedeloze<br />

ziel ; en voor EGMOND lachte<br />

nog de Wereld. Zig te begeven<br />

uit den fchoot des overvloeds, der'<br />

vrolijkheid en der pragt, waarin hij<br />

tot enen jongeling en enen man was<br />

opgegroeid; te fcheiden van alle die<br />

duizenderlei gerijflijkheden des levens ,<br />

die alleen de waarde van hetzelve<br />

voor hem uitmaakten ; en dat alles<br />

om een kwaad te ontgaan, dat zijn<br />

ligt hart nog zo ver af ftelde ,<br />

neen , dat was geen offerhande, die<br />

men van EGMOND moest vergen. Doch<br />

al ware hij ook minder zwak geweese,<br />

dan hij werkelijk was , met welk hart<br />

had hij ene , door langdurig geluk<br />

vertroetelde , Vorstendogtcr, ene hem<br />

bevende gade, en kinderen , aan welke<br />

zijne ziel hing, bekend kunnen<br />

ma-


NEDERLANDEN. 481<br />

ïrraken met ;<br />

ontberingen, waar voor<br />

zijn eigen moed te zwak was, en'<br />

welken alleen ene verhevene Wijsgeerte<br />

op de zinlijkheid kan doen zegepralen.<br />

„ Nimmer zult gij mij over-<br />

„ reden, ORANJE!" zeide • EGMOND ,<br />

„ om de dingen in dat fombre licht<br />

?, te bcfchouwen, Waarin zij zig aan<br />

„ uw' angstvalligen geest vertonen.. Wan*<br />

neer ik • het eerst zo ver zal gebragt<br />

hebben , dat de openbare Pree-<br />

„ ken afgéfchaft, de beeldenfrormers<br />

„ geftraft , de oproermakers onderge-<br />

„ bragt, en de Nederlanden weder in<br />

„ vorige rust herdeld zijn , wat kan<br />

,, de Koning dan meer 1 van mij ver-<br />

„ gen ? De Koning is goed en regt-<br />

„ vaardig % ik heb mij alle regt op<br />

n z<br />

III.<br />

BOEK.<br />

n e<br />

' i dankbaarheid verworven , en<br />

„ ik mag niet vergeten , wat ik . mij<br />

„ zei :cn fchuldig ben." - „ Wel<br />

„ aan!" riep ORANJE, met ongenoegen<br />

en* inwendigen; fpijt; 1 „ waag het<br />

„ dan op uwe Koninglijke dankbaar-<br />

,, heid. Maar een treurig voorgevoel<br />

„ zegt mij, (en gave de Hemel, dat<br />

„ het mij' bedroge,) dat gij de brug<br />

„ zult zijn, EGMOND, waarover de<br />

,, Spanjaarden in het Land zullen ko-<br />

„ men-, en die zij afbreken zullen,<br />

„ wanneer zij 'er in zijn." Hij trok hem,<br />

nadat hij dit- gezegd had 4 met hartlijkheid<br />

tot zig, drukte hem vurig en<br />

vast in de armen. Lange tijd, als<br />

ware het voor het gehele overige lé-<br />

L DEEL. Hh


ÉI,:<br />

p.pf.R.<br />

482 DE AFVAL DER<br />

ven , hield hij het gezigt op hem gevestigd<br />

, tranen rolden hem uit de<br />

og«i 4 zij zagen elkander- niet weder<br />

(*).<br />

Terftond des anderen daags, fchreefORAN­<br />

JE aan de Hertogin den Affcheidsbrief,<br />

waarin hij haar van zijne altoosdurende<br />

agting verzekerde, en haar nogmaals<br />

verzogt, dezen zijnen ftap ten<br />

goede te nemen. Hierop vertrok hij<br />

niet zijne drie Broeders en zijne gantfche<br />

Familie naar zijne ftad Breda ,<br />

waar hij flegts zo lang vertoefde, als<br />

nodig was, om nog enige huislijke<br />

zaken in orde te brengen. Zijn oudfte<br />

Zoon, rï-u*ï! W I L L E M , alleen,<br />

bleef op de Hogefehool te Leuven terug<br />

, dewijl hij hem onder de befcherming<br />

der Brabandfche Vrijheden en de<br />

voorregten der Akademie veilig genoeg<br />

oordeelde; ene onvoorzigtighcid, die,<br />

zo zij werkelijk niet met oogmerk gcfchiedde,<br />

bezwaarlijk overeen te brengen<br />

is met het- juiste oordeel , dat<br />

hij in Zo vele andere gevallen aangaande<br />

het karakter van zijne tegenpartij<br />

geveld had. Te Breda vervoegden de<br />

hoofden der Kalvinisten zig nog eenmaal"<br />

bij hem , met de vraag, of<br />

zij nog iets konden hopen , dan of<br />

aües verloren ware? De Prins gaf hun<br />

m antwoord, dat hij hun meermalen-<br />

(*) TBXJAN. 527. STRADA 183, «*-TE*1 ' ;<br />

95. BURG. 470. 47 s<br />

> MEURS. a8.


NEDERLANDEN.<br />

M raad had gegeven , dien hij tans iit<br />

wederom herhaalde, dat zij zig bij<br />

SOEiT,<br />

de Augsburgfche Belijdenis zouden voegen<br />

, dewijl dan hunne hulp uit Duitsch- "<br />

land zeker was; doch konden zij daartoe<br />

niet befluiten , dan zouden zij<br />

hem zësmaal honderdduizend guldens bezorgen<br />

, of nog meer, zo zij "konden.<br />

Het eérfte, zeiden zij , fireed<br />

met hunne overtuiging en hun geweten<br />

; maar tot het geld zou misfehien<br />

raad zijn , bijaldien men flegts weten<br />

mogt, waartoe hetzelve hefteed zou<br />

worden. ,, ja," riep ORANJE verdrietig<br />

uit , „ zo men dat weten moet j kan<br />

„ het van. geen nut zijn." Dadelijk<br />

brak hij het gefprek af, en liet de<br />

Afgevaardigden teriioud daarop vertrekken.<br />

Hem wérd venveten , dat hij<br />

zijn vermogen verfpild , en, om zijne<br />

drukkende fchulden, nieuwigheden<br />

begunstigd had; dog hij verzekerde,<br />

dat hij nog zestigduizend guldens jaarlijkfche<br />

renten genoot. Evenwel liet<br />

hij zig , vóór zj^T vertrek , door de<br />

Staten van' Holland nog twintigduizend<br />

guldens opfchictcn, waarvoor hij enige<br />

vaste goederen te pande ftelde. Mert<br />

kon zig niet begrijpen , dat hij zo<br />

geheel en al zonder tegenftand zig aart<br />

dc noodzakelijkheid onderworpen , ert<br />

alle verdere pogingen opgegeven' had ;<br />

doch wat hij in fiilte Vet zig omdroeg<br />

, wist niemand; niemand had fif<br />

êtjne ziel geleezcn. Zommigeu vraagden<br />

Hh a.


III<br />

BOEK,<br />

484 DE AFVAL DER.<br />

hem , hoe hij zig voordaan jegens dëri<br />

Koning van Spanje dage te gedragen?<br />

„ Vreedfaam ," was zijn antwoord , „ ten<br />

ware dat hij mijne eer, of mijne<br />

?> goederen aantastte". Daarop verliet hij<br />

de Nederlanden, om zig in zijne geboortefiad<br />

Dillenburg, in het Nasfaufche,'<br />

tot dc rust te begeven. Vele<br />

honderden , niet alleen van zijne onderhorigen<br />

, maar ook vrijwilligen *, verbelden<br />

hem naar Duitschland; en weldra<br />

volgden hem dc Graven van Hoogftraten,<br />

van Kuilenburg, en van Bergen<br />

, die liever verkozen ene vrijwillige<br />

ballrngfchap met hem te delen,<br />

dan roekeloos een onzeker lot te gemoet<br />

te gaan. De Natie zag haren<br />

Befcherm - Engel met hem vertrekken ;<br />

velen hadden hem aangebeden , allen<br />

hadden hem vereerd. Met hem ontviel<br />

de Protestanten hun laatfte fteun;<br />

en evenwel hoopten zij van dezen gevlugtcn<br />

man nog meer, dan van alle<br />

te zamen, die agtergeblcven waren.<br />

De Katholijken zelve zagen hem niet<br />

zonder leedwezen vertrekken. Ook voor<br />

hun had hij zig tegen de dwinglandij<br />

verzet; niet zelden had hij hen tegen<br />

hunne eigen Kerk in befcherming<br />

genomen ; velen onder hun had hij<br />

aan den bloeddorstigen ijver der Sekten<br />

ontweldigd. Enige weinige bekrompene<br />

zielen onder de Kalvinisten , welken<br />

de voorgeflagen vereniging met de<br />

Augsburgfche Geloofsgenoten geërgerd


NEDERLANDEN. 485<br />

had, vierden met ftille dankofferen<br />

den dag, waarop de vijand van hun<br />

geweken was (*).<br />

Dadelijk na het affcheid van zijnen<br />

Vriend, fpoedde de Prins van Gavre<br />

naar Brusfel terug, om aan het Hof<br />

der Landvoogdes de beloning voor zijne<br />

ifandvastigheid te ontvangen, en<br />

daar, in het hofgewoel, en in den<br />

zonnefchijn van zijn geluk, die weinige<br />

wolken te verdrijven, welken de<br />

ernstige waarfchouwing van ORANJE over<br />

zijne ziel had getogen. Er kon tans<br />

geen mensch gelukkiger zijn , dan E G-<br />

JVIOND zig gevoelde. ORANJE'S vlugc<br />

liet hem nu alleen op het toneel.<br />

Tans had hij in de Republiek genen<br />

mededinger meer, die zijnen roem verdonkerde.<br />

Hij was alleen de fier, die<br />

tans aan den Hemel flonkerde. Met<br />

verdubbelden ijver ging hij van nu<br />

af voort, om ene wankelende vorstengunst<br />

te verwerven , boven welke<br />

hij tog zo ver verheven was. Gantsch<br />

Brusfel moest zijne vreugde 'met hem<br />

delen. Pragtige gastmalen en openbare<br />

feesten werden door" hem aangeregt,<br />

welken de Landvoogdes zelve meermalen<br />

bijwoonde , om alle fporen van<br />

wantrouwen uit zijn gemoed uittewisfchen.<br />

Niet te vreden , den gevorderden<br />

eed afgelegd te hebben, ftreefde<br />

(*) METEREN 100. MEURS, Guil. Aiiru<br />

34, HEID. 5. GROT- 26.<br />

Hh 3<br />

iir.<br />

B O E rc.<br />

1567.


UI-<br />

jSOEK,<br />

486* DE AFVAL DER<br />

hij den rechtzinnigftcn in rechtzinnigheid<br />

3 en in ijver den grootften ij veraar<br />

voorbij , om het Protestantfche<br />

Geloof te verdelgen , cn de wcderfpannige<br />

Steden van Vlaanderen door de<br />

wapens te onderwerpen. Den Grave van<br />

Hoogftraten , zijnen ouden vriend, gelijk<br />

ook den gehelen nog overigen aanhang<br />

der Geuzen , zeide hij zijne vriendfehap<br />

voor altoos op , bijaldien zij<br />

nog langer aarfelden , om in den .fchoot<br />

der Kerke wedertckcren , en zig<br />

met hunnen Koning te' verzoenen. Alle<br />

vertrqude brieven , welken beide Partijen<br />

van elkander in handen hadden ,<br />

Werden ijitgewisfeld, en de fcheuring<br />

tusfehen beiden door dezen laatfien ftap<br />

openbaar en onherllelbaar gemaakt, EG-<br />

MOM D 's afval, en dc vlugt des Prin<br />

fen van Oranje, vernietigden der Protestanten<br />

laatfte hoop , en Hoopten het<br />

gehele Verbond der Geuzen. De een<br />

wilde den anderen voorbijdreven in bereidwilligheid<br />

en ongeduld, om het<br />

Compromis aftezweren , ' en den nieuwen<br />

eed te doen , die hem werd voorgelegd.<br />

Te vergeefs Haakten de Protestantfche<br />

Koopluiden over dit woordbreker<br />

des Adels luide klagten ; hunne<br />

zwakke ftem werd niet meer gehoord<br />

, en alle fommen , door hun aan<br />

de ondernemingen des Verbonds hefteed 3<br />

waren verloren<br />

(*) STRADA 184. BURG. Afói


NEDERLANDEN. ' 4 §<br />

f<br />

De voornaamfte plaatfcn waren on­ HL<br />

derworpen , en hadden bezetting; de B, B O K K.<br />

oproermakers vloden, of ftierven door _<br />

beulshanden ; in de Provinciën was geen<br />

redder meer voorhanden ; alles week<br />

voor het geluk der Landvoogdes, en<br />

haar overwinnend leger was in aantogt<br />

tegen Antwerpen. Na enen zwaren en<br />

hardnekkigen ftrijd, was deze Stad eindelijk<br />

van de ergfte aanftokers gezuiverd;<br />

HERMAN en zijn aanhang waren<br />

gevlugt; hare inwendige ftormen<br />

hadden uitgewoed, en nu lag zij uit*<br />

geput en magteloos, gelijk een doodkranke<br />

, dien het geweld der koortfe<br />

zo even verlaten heeft. De gemoederen<br />

begonnen langfamerhand weder tot<br />

zig zeiven te komen , en, door gene<br />

dolle Dwepers meer verhit , voor<br />

beter raadflagen vatbaar te worden. De<br />

welgezeten Burger verlangde hartlij k naar<br />

de rust, om den Koophandel en de<br />

handwerken weder te zien opluiken,<br />

welke door de langdurige Regeringloosheid<br />

zeer veel geleden hadden. Dc gedugte<br />

aannadering van ALBA deed wonderen<br />

; om de vervolgingen voortekomen<br />

, welken een Spaansch leger over<br />

het Land ftond te brengen, haastte<br />

men zig, om in de zagce hand der<br />

Landvoogdes te vallen. Uit eigen beweging<br />

zond men gevolmagtigden naar<br />

Brusfel , om haar een vergelijk voorteftellen<br />

, en hare voorwaarden tc horen.<br />

Zo aangenaam als dc Landvoogd.<br />

Hh 4


III.<br />

BOEK.<br />

483 DE AFVAL DER<br />

des door dezen vrijwüligen ftap verrast<br />

wierd, zo weinig liét zij zig door<br />

hare blijdfchap ' verkloeken. Zij verklaarde<br />

, dat zij van niets horen kon'<br />

of wilde, 'voor dat de 'Stad Bezetting'<br />

had ingenomen'. Ook dit vond genen<br />

tegcnliand meer, en de ' Graaf,<br />

van Mansveld ' trok den volgenden dag<br />

met zestien Vaandelen in dagorde binnen.<br />

Tans werd 'er' een plegtig ver-'<br />

drag tusfehen de Stad en de Hertogin<br />

gefloten, volgens welk de eerstgenoemde<br />

zig verbond , den Hervormden'<br />

Godsdienst gantsch en al aftefchaf-'<br />

fen , alle Leeraars van die Kerk te'<br />

verbannen , den Roomsch - Katholijken<br />

Godsdienst in 'zijnen vorigen luister','<br />

de verwoeste ' Kérken in ' haren ' gehelen<br />

pragt te hcrftcllcn , de oude Pla-"<br />

karen , als voorheen , te handhaven,'<br />

den nieuwen eed , welken dc andere<br />

Steden gezworen hadden, ' insgelyks"<br />

tc doen , en allen, die de Hoog-'<br />

heid des Konings beledigd, # ' de wapens<br />

opgevat , en aan het ontheiligen<br />

der Kerken 'deel gehad hadden,'<br />

in de handen van het Gcrcgt tc leveren.<br />

Daartegen verbond, de Land-"<br />

voogdes zig, al het voorledene te<br />

vergeten , cn voor de overtreders zelfs<br />

een goed woord ' bij den Koning te<br />

fpreken. Aan alle de genen, die,'<br />

van hunne -<br />

vergiffenis onzeker, de<br />

vlugt mogten verkiezen, zoude een<br />

maand vergund worden, om hunne


NEDERLANDEN. 48*<br />

goederen toe geld te maken , en HL<br />

hunne perfoncn in veiligheid te bezorgen<br />

; met uitfluiting nogthans van<br />

alle dezulken, die iets ftrafwaardigs,<br />

gedaan , cn door het vorige reeds<br />

van zelf uitgezonderd waren. Dadelijk<br />

na het fluiten van dit verdrag<br />

werd aan alle Gereformeerde en Lu-"<br />

therfche 'Predikanten binnen Antwerpen<br />

en het gehele omliggende grondgebied ,<br />

door den Rocdcndrager aangezegd, dat<br />

zij binnen vier-en twintig uren het Land<br />

moesten ruimen : aan de zulken die<br />

tot Konfistoriën behoorden , werden drie<br />

dagen vergund. Alle flraten, alle poorten<br />

waren opgepropt van vlugtelingen,<br />

die ter eere van hunnen God dat<br />

gene, wat hun 't liefftc was, verheten<br />

, en voor hun vervolgd geloof<br />

een gelukkiger hemelflrcek zogten. Hier<br />

namen mannen van hunne vrouwen,<br />

vaders van hunne kinderen voor eeuwig<br />

affcheid ; daar voerden zij dezelven<br />

met zig weg. Gantsch Antwerpen<br />

was gelijk een klaaghuis; BOEK.<br />

waarheen men de ogen floeg , zag.<br />

men een aandoenlijk toneel . van de<br />

fmertelijkfte Tchciding. Alle. Protestantfche<br />

Kerken waren verzegeld; het was<br />

met dien gehelen Godsdienst gedaan.<br />

De tiende April was dc dag., waarop<br />

de Predikanten uittrokken. Toen<br />

zij zig nog eenmaal op het Stadshuis<br />

vertoonden , om van de Magiftraat<br />

affcheid të nemen, konden zij<br />

Hh 5<br />

I567*


HL<br />

BOEK<br />

4«0 DE AFVAL DER<br />

hunne traanen niet binnenhouden , zij<br />

. borsten uit in de bitteriic klagten.<br />

. „ Men had hen opgeofferd," riepen<br />

zij , „ men had hen op de fchan-<br />

„ delijkite wijze veriaten ; doch 'er lecf-<br />

„ de voor hun een God , die niet<br />

„ ongeftraft zoude dulden , dat de Die-<br />

„ naars van zijn woord wierden weg-<br />

5> gejaagd, en er zou een tijd ko-<br />

„ men , wanneer Antwerpen deze laag-<br />

„ hcid zwaar genoeg zoude boeten."<br />

Allermeest beklaagden zig de Lutherfche<br />

Leeraars, "die' door de Magiftraat<br />

zelve in het Land waren geroepen<br />

, om tegen de Kalvinisten te<br />

préken. Onder het bedrieglyke voorgeven<br />

, dat de Koning hunnen Godsdienst<br />

niet ongunstig ware, had men<br />

hen in ene verbindenis tegen de Kalyinisten<br />

getrokken, en dezen met hulp<br />

van hun onderdrukt; tans, nu men<br />

hen niet meer nodig had, liet men<br />

beiden in een gemeen lot hunne dwaasheid<br />

betreuren (*).<br />

Weinig dagen daarna deed de Landvoogdes<br />

een pragtige Intrede binnen<br />

Antwerpen, verzeld van duizend Waalfche<br />

Ruiters , van alle de Ridders<br />

van het Gulden vlies, alle Stadhouders<br />

en Raden, benevens haar gantfche<br />

Hof en ene grote menigte Re-<br />

(*) M E U R S 33. 34. THUAN. 527. REID.<br />

S. KÏRADA 187. 188. METEREN 529, iqq.<br />

J-URG. 477. 478.


NEDERLANDEN. 49?<br />

gerings-Peifonen ? met de gehele praal III.<br />

yan ene Overwinnares. Zij deed haar SOEK<br />

eerfte bezoek in de Dom - Kerk, die<br />

nog de droevige blijken van den<br />

Beeldenftorm vertoonde , en hare Godsvrugt<br />

de bitterftc tranen afperste. Terftond<br />

daarop werden op de openbare<br />

markt vier Oproermakers, welke<br />

in hunne vlugt agterhaald waren , met<br />

den dood geftraft ; alle kinderen ,<br />

welke den Doop paar de wijze der<br />

Protestanten ontvangen hadden , moesten<br />

denzelven van de Pvoomfche Priesters<br />

nog eenmaal ontvangen ; alle Scholen<br />

der Ketters werden vernietigd, alle<br />

hunne Kerken geil egt." Genoegfaam alle<br />

Nederlandfche Steden volgden het voorbeeld<br />

van Antwerpen, en dc Protestantfche<br />

Leeraars werden uit allen verjaagd.<br />

Met het einde van April waren<br />

alle Roomfche Kerken weder pragtiger<br />

dan voorheen opgefierd , alle Protestantfche<br />

Kerkgebouwen gedoopt, cn<br />

alle vreemde Godsdienst, tot op het<br />

geringfte overblijffel toe , uit alle zeventien<br />

Provinciën verbannen. De gemene<br />

hoop , die met zijne genegenheid<br />

gemeenlijk het geluk volgt, betoonde<br />

zig tans even zo ijverig, om den<br />

val der ongelukkigen te verhaasten,<br />

als hij kort te voren woedende voor<br />

dezelven gefireden had: een fraai Bedehuis<br />

, 't welk de Kalvinisten te Gent<br />

geftigt hadden , was in minder dan<br />

een uur tijd» vernield. Van de bal-


IÏL<br />

OE K<br />

492 OE AFVAL DER<br />

ken der vernielde Kerken werden galgen<br />

voor de zulken geboud, die zig<br />

aan de Roomfche Kerken vergrepen<br />

hadden. Alle Geregtsplaatfen waren met<br />

lijken, alle geyangenisfen mee offers,<br />

die ter dood beitemd waren, alle<br />

openbare wegen met yiugtelingen opgepropt.<br />

Geen Stad was zo klein ,<br />

dat 'er in dit moordjaar niet tusfehen<br />

de vijftig cn driehonderd binnen<br />

dezelve ter dood wierden gebragt<br />

, - zonder de zulken te rekenen ,<br />

welke op het platte land den Drosten<br />

in handen vielen , en als royersgeboeftc<br />

, zonder genade , cn zonder<br />

verder verhoor, op fiaande voet<br />

wierden opgehangen (?)<br />

De Landvoogdes was nog te Antwerpen,<br />

toen 'er zig uit. Branden-;<br />

burg , Saxen, Hesfen , Wirtembcrg<br />

en Baden Gezanten aanmeldden, die<br />

als voorfpraken voor hunne gebannen<br />

Geloofsbroeders bij haar verfchenen.<br />

De verdreven Leeraars van de Augsburgfehc<br />

Belijdenis hadden den Religievrede<br />

der Duitfchers , waaraan Braband<br />

, als een Rijks - Stad mede<br />

deel had, ingeroepen , en zig onder<br />

de befcherming dezer Vorsten bege-»<br />

ven. De verfchijning dezer vreemde<br />

Gezanten maakte de Landvoogdes verlegen<br />

, en te vergeefs zogt zij der-<br />

(*) TlIUAN 52p. STRADA 178. METEREI*<br />

99- 103. BURG. 4Ü.2. 484.


NEDERLANDEN. 493<br />

zeiver intrede in dc Stad voortekomen ;<br />

het gelukte haar egter, hen onder<br />

den ichijn van eerbetoningen, zo ïenerp .<br />

te laten bewaken , dat voor de rust<br />

der Stad niets van dien kant te<br />

vrezen was. Uit den hogen toon , welken<br />

zij , zeer ten, ontijde , bij de Hertogin<br />

gebruikten , zou men fchier befluiten<br />

, dat het hun met hun verzoek<br />

geen regte . ernst geweest ware.<br />

„ Volgens regt f. zeiden zij , „ behoorde<br />

• de Augsburgfche Belijdenis ,<br />

„ als de enige, die den zin van<br />

,., het Euangcüj begreep, in de Ne*<br />

„ dcrlandcn de heerfchende te zijn;<br />

„ maar het was ten uiterllen onna-<br />

„ tuurlijk en ongeoorloofd, derzelver<br />

,', Aanhangers door zulke • gruwelijke Pla-<br />

„ katcn tc vervolgen. Men verzogt<br />

„ derhalven de Landvoogdes, uit naam<br />

van den Godsdienst, de Volken ,<br />

„ over welken zij het beftuur had ,<br />

niet met zulk ene hardheid te be-<br />

„ handelen." — „ Een vooraffpraak van<br />

„ zodanigen aart ," liet zij door den<br />

mond van haren Duitfchcn Staatsdienaar<br />

, den Graaf van Scharcmberg 4<br />

antwoorden, „ verdiende in 't geheel<br />

„ geen antwoord. Uit het aandeel,<br />

„ dat de Duitfche Vorsten aan de<br />

' „ Nederlandfche Vlugteüngen genomen<br />

,., hadden , bleek het, dat zij den<br />

„ brief des Konings , welke ene ver-<br />

„ klaring van deszelfs gedrag behels-<br />

„ de, veel minder geloof gaven, dan<br />

IIT.<br />

BOEK


III.<br />

BOEK.<br />

I<br />

494 DL A F V A L D E R<br />

„ dan dc bcrigten van enige onver-<br />

" i aC<br />

j' n<br />

'<br />

l<br />

ie t i e<br />

'<br />

b eda<br />

b ce<br />

»is hunner<br />

„ daden , in zo vele vernielde Ker-<br />

„ ken gelligt hadden. Zij zouden wèl<br />

„ doen , zo zij aan den Koning van<br />

„ Spanje overlieten, voor het welzijn<br />

„ zijner onderdanen te zorgen , en<br />

h afzagen van de onedele poging,<br />

,', om dén geest van oproer in vrecm-<br />

„ de landen aantekWeeken." Binnen<br />

weinige dagen vertrokken de' Gezanten<br />

weder uit Antwerpen ; zonder iets<br />

te hebben uitgevoerd; alleen die van<br />

Saxen deed in 't geheim aan de Landvoogdes<br />

ene verklaring , dat zijn Heer<br />

tot dezen ftap uit nood overgegaan,'<br />

sn oprcgtelijk het Huis van Oosten­<br />

j rijk toegedaan was (*). De Duitfche<br />

l Sezanten hadden Antwerpen nog niet<br />

verlaten, toen een berigt uit Holland<br />

( le zegepraal der Landvoogdes volooide.<br />

Dc Graaf van Brederode had zijné<br />

f tad Vianen , en alle zijne nieuwe<br />

\ Vestingwerken, uit vrees voor den Graaf<br />

t an jvlegen, verlaten, en zig met<br />

I ehulp der Onroomfchen in de Stad<br />

/ .mfterdam geworpen , waar zijne teenwoordigheid<br />

dc Magiftraat, die pas<br />

tl : voren enen opftand van binnen<br />

n iet moeite geftild had, ten uiter­<br />

ft en bekommerde, doch der Protestaiï-<br />

tc n moed op \ nieu opwakkerde.<br />

E agelijks vermeerderde hier zijn aan-<br />

(*) STRADA 188. BURG. 4S7 — 48^


NEDERLANDEN. 495<br />

hang j en uit Utregt, Friesland, en HL<br />

Groningen vloeide hem ene menigte BOEK.<br />

Ëdelluiden roe , welke door de overwinnende<br />

wapenen van MEGEN en<br />

ARE M BERG vandaar verdreven waren.<br />

Onder allerlei vermomde kleding<br />

vonden zij middel om in de Stad<br />

tc fluipen , waar zij zig rondom den<br />

perfoon van hunnen Aanvoerder verzamelden<br />

, en hem tot ene fterke lijfwagt<br />

verfirekten. De Landvoogdes,<br />

voor enen nieuwen opftand bedugt,<br />

zond deswegen enen van hare Gehcimfchrijvers<br />

, JACOB DE LA TOR-<br />

RE , aan den Raad van Amfterdam,<br />

en liet denzelven aanzeggen, dat zij<br />

zig , om 't even op welke wijze<br />

van den Graaf BREDERODE moesten<br />

ontdoen. Noch de Magiftraat , noch<br />

DE LA TORRE zelf, die hem in<br />

perfoon den wil der Hertogin bekend<br />

maakte, konde iets op hem verwinnen<br />

; zelfs werd de laatstgenoemde door<br />

enige Ëdelluiden uit het gevolg van<br />

BREDERODE in zijne kamer overvallen<br />

, cn alle zijne brieven hem ontnomen.<br />

Denkelijk had hij zelf het leven<br />

daarbij iugefchoten, zo hij geen<br />

middel gevonden had, om haastig uit<br />

hunne handen te ontkomen. Nog een<br />

gehele maand na dit voorval , bleef<br />

BREDERODE, als een onvermogende<br />

Afgod der Protestanten , en een<br />

last voor dc Roomfchen , zig te Amfterdam<br />

ophouden , zonder veel mee?


III.<br />

HÓEK.<br />

406 £>È AFVAL DEK<br />

tc doen , dan de rekening van -zijnen<br />

waard dagelijks groter "te maken ;<br />

terwijl intusfehen zijn dapper leger'<br />

dat hij Mi Vianen had agtergelaten \<br />

door vele vlugteliiigen uit de zuidelijke<br />

Provinciën, verftérké, den Graven<br />

van Mégen genoeg te doen gaf, om<br />

Hen tc beletten, de Protestanten op<br />

hunne vlugt te ontrusten. Eindelijk belloot<br />

ook BREDERODE, naar het voorbeeld<br />

van ORANJE , voor de noodzaaklijkhcid<br />

te bukken, en ene zaak<br />

optegevcn, die niet meer te redden<br />

was. Hij gaf den Raad van State<br />

zijn verlangen te kennen, om Amfrërdaffl<br />

te verlaten, zo mén hem door<br />

het opfc'hieten van ene matige fomme<br />

gelds daartoe in ftaat wilde ftellên.<br />

Om van hem ontflagen te worden<br />

, werd het begeerde geld in allen<br />

fpoed bijeen gezogt , ° en enige<br />

Bankhouders fchotcn het zelfs onder<br />

borgtogt van den Raad der Stad. Hij<br />

Vertrok dus nog dien zelfden nagt uit<br />

Amfterdam, en werd door een vaartuig,<br />

met gefchut voorzien, tot in het<br />

Vlie gebragt, vanwaar hij gelukkig<br />

naar Embden ontkwam. Het noodlot<br />

handelde genadiger met hem , dan met<br />

de meesten van die genen , welken<br />

hij in zijne dolle onderneming had<br />

medegefleept; hij ftierf in het volgende<br />

jaar vijftienhonderd agt-en zestig ,<br />

op een zijner Kastelen in Duitschland,<br />

aan de gevolgen van dronkenfehap<br />

waar-


NEDERLANDEN. «o?<br />

Waartoe men zegt, dat hij ten laatfien<br />

vervallen was om zijn hartzeer<br />

te verdrijven. Een gelukkiger lot viel<br />

zijne weduwe , ene geboren Gravinne<br />

van Meurs, ten dele, welke de Gemalin<br />

werd van F RED ER IK III, Keurvorst<br />

van de Palts. De zaak der Protestanten<br />

had door het vertrek van<br />

BREDERODE weinig verloren; het<br />

werk, dat hij begonnen had , fiierf<br />

niet met hem , gelijk het ook niet<br />

door hem had geleefd. Het einde beflist<br />

de eigenlijke waardij van alle<br />

ondernemingen. De zamenzwcring van<br />

enen BREDERODE moest in het niet<br />

weder verzinken , waaruit zij was opgekomen;<br />

maar wat zij goeds en gegronds<br />

had, was en bleef boven alle toe«<br />

vallen verheven (*).<br />

Het kleine leger, dat hij door zijne<br />

fchandelijke vlugt aan zig zeiven overliet<br />

, was moedig en dapper, en had<br />

enige welberaden aanvoerders. Het was<br />

ontilagen, zodra hij vlood van wienv<br />

het betaald wierd, maar goede moed<br />

en honger hield hetzelve nog enen,<br />

tijdlang bijeen. Enigen , onder bevel<br />

van DIRK VAN BATENBURG, trokken<br />

op naar Amfterdam , in hoope<br />

om deze Stad te berennen ; maar de<br />

Graaf van Megen, die met dertien<br />

Vaandelen uitgeleezen Krijgsvolk ter ontzetting<br />

- aanrukte, noodzaakte hen de-<br />

O VAN METER EN ioo. Vigl. Vita. N. CV,<br />

I. DEEL. li<br />

III.<br />

BOEK.


ÏIL<br />

BOEK<br />

4Ö&<br />

DE AFVAL DEK.<br />

zen aanflag optegeven. Zij voer-*<br />

den niets anders uit, dan de om-<br />

, liggende Kloosters te pionderen, waarbij<br />

voornamelijk de Abtdij van Egmont<br />

deerlijk gehavend werd, en trokken<br />

vervolgens naar Waterland, iwaar zij<br />

zig , wegens de menigvuldige moerasfen ,<br />

voor verdere vervolging veilig rekenden.<br />

Doch ook derwaards volgde hen<br />

de Graaf van Megen, en dwong hen<br />

hun behoud in de vlugt over de<br />

Zuiderzee te zoeken. De Gebroeders<br />

VAN BATENBURG, benevens enige<br />

Friefche Edelen , onder anderen de<br />

Heren BEI MA en GALAMA, borgen<br />

zig met honderd - en twintig Soldaten , en<br />

met den buit, uit de Kloosters bij<br />

Hoorn gehaald, in een fchip , om<br />

naar Friesland overtefieken, doch vielen<br />

, door de trouloosheid van den<br />

Schipper, die het fchip bij Harlinjven<br />

op ene zandbank Huurde, in hai><br />

den van enen der Hopluiden van AREM<<br />

BERG, die hen alle levende gevangen<br />

kreeg. De gemenen uit deze manfchap<br />

werden dadelijk door den Graaf<br />

van Aremberg gevonnist; de Ëdelluiden<br />

, welke zig onder dezelve bevonden<br />

, werden aan de Landvoogdes<br />

overgezonden, die zeven van hun liet<br />

onthoofden. Zeven anderen van de aanzienlijkfte<br />

geboorte , onder welke de<br />

Gebroeders BATENBURG en. enige<br />

Friezen zig bevonden , allen nog in<br />

den bloei des levens, werden voor<br />

den Hertog van Alba gefpaard , om


NEDERLANDEN, 499<br />

de bediening van zijnen post terftond III.<br />

te kunnen aanvaarden met ene daad, BOEKi<br />

die zijns waardig was. Gelukkiger waren<br />

de vier overige fchepen , die<br />

van Medemblik onder zeil waren gegaan<br />

, en door den Graaf van Megen<br />

met kleine vaartuigen vervolgd<br />

werden. Door tegenwind geraakten zij<br />

buiten hunnen koers, en werden naar<br />

de Gelderfche küst gedreven; waalzij<br />

behouden aan land (lapten; Zij<br />

gingen vervolgens bij Heusfen over<br />

den Rhijn , en bereikten gelukkig den<br />

Kleeffchen bodem , waar zij hunne<br />

vaandelen in Hukken fcheurden, en<br />

uit elkander gingen. Enige hopen,<br />

die zig bij de plondering der kloosters<br />

te lang hadden opgehouden, werden<br />

door den Graaf van Megen in<br />

Noordholland agterhaald, en gevangen<br />

genomen. De Graaf verenigde zig vervolgens<br />

met NOIRCARMES, en leide<br />

bezetting in Amlierdam. Drie Vaandels<br />

Krijgsvolk, het laatfte overfchot<br />

van het Geuzen - Leger, werden bij<br />

Vianen, daar zij ene fchans wilden<br />

vermeesteren , door Hertog ERIK VAN<br />

BRUNSWYK overvallen en geflagen, en<br />

derzelver hoofd, RE NES SE gevangengenomen,<br />

die kort daarna op het flot Vredenburg<br />

binnen Utregt onthoofd werd.<br />

Toen Hertog ERIK daarop in Vianen<br />

binnenrukte, vond hij niets dan ftraten<br />

, en ene Stad zonder menfchen :<br />

de inwoners en bezetting hadden dezelve<br />

li 2,


503 £>E AFVAL D-'ËR<br />

lil in den eerften fchrik verlaten. Hij<br />

TT O EK. liet dadelijk de Vestingwerken flegten,'<br />

muren en torens afbreken, cn maakte<br />

deze verfterkte Stad der Geuzen<br />

tot een Dorp (*•). De eerfte oprigters<br />

van het Verbond waren uit elkander<br />

geraakt ; BREDERODE en<br />

LODEWYK VAN NASSAÜ waren naar<br />

Duitschland gevlugt, en de Graven<br />

van Hoogftraten , Bergen en Kuilenburg<br />

hadden hun voorbeeld gevolgd;<br />

MANSVELD was afgevallen, de gebroeders<br />

BATENBURG verwagtten<br />

in de gevangenis een fchandelijk lot,cn<br />

THOULOUZE had enen roemrugtigen<br />

dood op het flagveld gevonden.<br />

Die geenen der Verbondenen,<br />

welke het zwaard van den vijand<br />

en den fcherpregter ontkomen waren,<br />

hadden ook niets meer dan hun leven<br />

geborgen , en dus zagen zij eindelijk<br />

met ene fchrikkelijke waarheid<br />

den naam te verdienen , dien zij<br />

als enetf pronknaam gedragen hadden.<br />

Zodanig een onaanzienlijk einde nam<br />

dit lofwaardige verbond , dat in den<br />

eerften tijd van zijne oprigting zulke<br />

fchone vooruitzigten opleverde , en zig<br />

liet aanzien enen Herken dam tegen<br />

de onderdrukking te zullen worden.<br />

Eendragt was deszelfs magt; wantrou-<br />

C*) VAN M E T E R E N 100. 101. TH U AN, 530.<br />

BURG 490 — 492. STRADA. 189. M E U R S,<br />

$i» vieL. ad 11 OPPER, Epist. 34.


NEDERLANDEN. cof<br />

wen en tweedragt deszelfs ondergang.<br />

HL<br />

Het had vele zeldfame en fchone<br />

BOEK,<br />

deugden aan 'c licht gebragt en ontwikkeld<br />

; maar het miste de twe minst<br />

ontbeerkjke van allen , gematigdheid en<br />

voorzigtigheid, zonder welke alle ondernemingen<br />

mislukken, alle vrugten<br />

der werkfaamfte vlijt bederven. War<br />

ren deszelfs oogmerken zo zuiver geweest,<br />

als het voorgaf, of ook flegts<br />

zo zuiver gebleven, als zij bij deszelfs<br />

oprigting werkelijk waren, het<br />

zou de toevallen getrotfeerd hebben ,<br />

die hetzelve al vroeg ondermijnden,<br />

en , fchoon ongelukkig, evenwel een<br />

roemrugtig aandenken in dc Gefchiedenis<br />

verdienen. Maar het firaak te<br />

duidelijk in de ogen, dat dc verr<br />

bondene Edelen aan de dolheid der<br />

Beelde.nfformers meer deel hadden of<br />

namen ,, dan met hunne waardigheid<br />

en de zuiverheid van hun oogmerk<br />

firookte; en velen onder hun hebben<br />

ogenfehijnhjk hunne eigene goede<br />

zaak met de razende onderneming<br />

van dien veragtelijkcn hoop verwist<br />

feld. Het beperken der Inquifitie ,. cn<br />

ene wat meer mcnfchelijke inrigting<br />

der Plakaten, was een van de weldadige<br />

uitwerkingen des verbonds 5 maaide<br />

dood van zo vele duizenden,<br />

welke in deze onderneming omkwamen<br />

, de ontbloting des I^ands van<br />

zo vele voortreffelijke burgers, de inroeping<br />

van den Hertog<br />

1 1<br />

3<br />

van AJba a


eoa DE AFVAL DER<br />

III.<br />

BOEK.<br />

en de wederkering der Spaanfche wapenen<br />

in de Nederlanden , waren gewisfelijk<br />

een alte dure prijs voordeze<br />

kortffondige verligting. Menig goed<br />

en vreedfaam burger , die, zonder deze<br />

gevaarlijke gelegenheid, de verzoeking<br />

niet gekend zou hebben , werd<br />

door den naam van dit verbond tot<br />

ftrafbare ondernemingen vervoerd, waarvan<br />

het hem enen gelukkigen uitflag<br />

liet hopen, doch welke hoop het nier.<br />

vervulde, en hem daardoor in het<br />

verderf fio.rtte. Nogtans kan men niet<br />

ontkennen, dat het Verbond ook veel<br />

ikwaads, door hetzelve geftigt, door<br />

een wezenlijk nut weder heeft vergoed.<br />

Door hetzelve werden de afzonderlijke<br />

leden uit den burgerftaat<br />

nader bij elkander gebragt , en uit<br />

een bekrompen eigenbelang getrokken;<br />

door hetzelve leefde een weldadige<br />

geest van algemenebest - gezindheid , welke<br />

onder den druk der Alleenheerfching<br />

dus lang bijna was uitgedoofd;<br />

en 'er werd tusfehen de vaneengefcheiden<br />

leden der Natie ene vereniging<br />

bewerkt, welker moeilijkheid alleen<br />

de Dwingelanden zo. ftout maakt.<br />

Die proef, 't is waar, mislukte ,<br />

en deze in te groten haast gelegde<br />

banden raakten weder los, maar door<br />

mislukte proeven leerde de Natie eindelijk<br />

den duurfamen band vinden ,<br />

die de vergangklijkheid zou tarten.<br />

De vernietiging van het Geuzen-


NEDERLANDEN. 5°5<br />

leger bragt nu ook de Hollandfche<br />

Steden tot de vorige gehoorfaamheid te- ]<br />

rug en in de Nederlanden was geen<br />

enkelde plaats meer, die zig niet<br />

aan de wapenen der Landvoogdes had<br />

onderworpen ;' maar de toenemende verhuizing<br />

van inborelingen en vreemden<br />

dreigden het Land ene dodelijke uitputting.<br />

Te Amfterdam was de menigte<br />

0<br />

der vlugtenden zo groot, dat<br />

het aan vaartuigen ontbrak , om hen<br />

over de Noord" en Zuidzee te brengen,<br />

en deze bloeiende Koopftad zag<br />

den gehelen ondergang van hare welvaart<br />

te gemoet. Verfchrikt door deze<br />

algemene vlugt, haast zig de Landvoogdes<br />

, om bemoedigende brieven aan<br />

alle lieden te fchrijven , en den zinkenden<br />

moed des Burgers door fchone<br />

beloften optebcuren. Aan allen<br />

die den Koning en der Kerke<br />

vrijwillig 1<br />

trouwe zouden zweren,<br />

zeide ' zij ""in 's Konings naam ene<br />

volkomene vergiffenis toe , en nodigde<br />

de vlugtenden, door openbare papieren<br />

, in vertrouwen op deze_ Koninglijke<br />

genade weder te keren. Zij beloofde<br />

de Natie , haar van het Spaanfche<br />

Krijgsvolk te bevrijden, offchoon<br />

het ook reeds op de grenzen ftond;<br />

ja zij ging zo ver, om zig te laten<br />

ontvallen, dat men nog wel een<br />

middel konde vinden, om dit leger<br />

den ingang in de Nederlanden met<br />

geweld te beletten,<br />

li 4<br />

dewijl zij in 'l<br />

in.<br />

SOEK.


III.<br />

BOEK<br />

S°4 DE AFVAL D.EIt<br />

geheel niet gezind was, den roem<br />

enes vredes , dien zij met zo vele<br />

. moeite behaald had, aan enen anderen<br />

afteftaan. Slegts weinigen keerden<br />

op trou en geloof" terug. ,<br />

en deze weinigen hebben zig dit naderhand<br />

beklaagd; vele duizenden waren<br />

reeds weg, en meer duizenden volgden.<br />

Duitschland en Engeljnd waren<br />

opgevuld met Nederlandfche vlugtelingen<br />

, die , waar. zij zig vestigden,<br />

hunne gewoonten en. zeden , zelfs tot,<br />

de klederdragt toe, behielden , omdat<br />

het hun tc hard viel, hun Vaderland<br />

geheel afteflerven , en zelfs<br />

van de hoop op ene wederkomst te,<br />

fcheiden. Weinigen bragten nog enige<br />

ovcrblijffclen. van hunne vorige<br />

welvaart met zig; verre het gröotfte<br />

gedeelte kwam daar al bedelende,<br />

en fchonk htm nieu Vaderland niets'<br />

dan hunne nijverheid, rappe handen y;<br />

en regtfehapen burgers (*).<br />

En nu fpoedde zig de Landvoogdes<br />

, om den Koning ene boodfchap<br />

toe te zenden , waarmede zij hem ,<br />

in al den tijd van. haar beftuur,<br />

nog niet had kunnen verblijden. Zij<br />

liet hem weten , dat' het haar gelukt<br />

was, de rust in alle Nederlandfche<br />

Provinciën te herftellen, en<br />

VAN METEREN IOI, MEURS. 35,<br />

BURG 486. VIGL. ad HOPPER. Epist. 5. 34»<br />

f ROT» 26,


NEDERLANDEN. 505<br />

dat zy zig nu ftctk genoeg oordeel­ IJL<br />

de , om dezelve daar te bewaren. B O EK.<br />

De Sekten waren uitgeroeid , en de<br />

Roomsen-Katholijke Godsdienst praalde<br />

tans in zijnen vorigen luister; de<br />

muitelingen hadden reeds hunne verdiende<br />

ilraffen ontvangen, of verwagtten<br />

dezelve nog in de gevangenis;<br />

van de Steden was zij door genoegfame<br />

Bezetting verzekerd. Tans had<br />

men derhaivcn geene Spaanfche benden<br />

in dc Nederlanden meer nodig,<br />

en 'er was niets meer overig, wat<br />

enen genoegfaamen grond voor derzelver<br />

komst kon opleveren. Deze zoude<br />

integendeel de orde en rust weder<br />

verhoren , welke zij met zo veel<br />

kunst gevestigd had , het herltel van<br />

Koophandel en Handwerken 't welk<br />

beiden zo nodig hadden, moeilijker<br />

maken , en , terwijl dezelve den Burger<br />

tot nieuwe kosten noodzaakte,<br />

hem tevens van het enige middel ,<br />

om die kosten te vinden, beroven.<br />

Reeds had het blote gerugt van de<br />

komst des Spaanfchen legers het Land<br />

van vele duizenden nuttige burgers beroofd<br />

; de werkelijke verfchijning van<br />

hetzelve zou het ganfchelijk tot ene<br />

woestijn maken. Dewijl 'er geen vijand<br />

meer te beltrijden, en geen oproer<br />

meer te dempen was ? kon men gene<br />

andere reden voor dit leger uitvinden<br />

, dan dat het beflemd ware<br />

om ftraf te oefenen ,<br />

li 5<br />

en in deze


S06 DE AFVAL DER<br />

III. onderftelling zou het geen luisterrijk<br />

BOEK. onthaal ontmoeten. Niet meer door<br />

de noodzaaklijkheid ontfchuldigd , zou<br />

dit geweldige middel flegts den gehaten<br />

fchijn van onderdrukking hebben<br />

, de gemoederen op 'c nieu verbitteren<br />

, de Protestanten tot het uiterfte<br />

brengen, en hunne buitenlandfche<br />

Geloofsgenoten tot hunne befcherming<br />

wapenen. Zij had de Natie in<br />

*s Konings naam beloofd , dat dezelve<br />

van vreemd Krijgsvolk bevrijd zoude<br />

blijven, en aan deze toezegging<br />

had zij de tegenwoordige rust voornamelijk<br />

te danken ; zij ftond hem<br />

derhalven voor de voortduring van die<br />

rust niet in , bijaldien hij haar logenftrafte.<br />

De Nederlanden zoude hem,<br />

hunnen Heer en Koning, met alle<br />

tekenen van genegenheid en eerbied<br />

ontvangen, maar hij mogt tog als<br />

Vader, en niet als ftrafoefenend Vorst<br />

komen. Hij mogt komen om zig te<br />

verheugen in de rust, welke door<br />

haar den Lande gefchonken was, maar<br />

niet, om dezelve op 't nieuw te<br />

doren (*><br />

Dog in den Raad te Madrid was<br />

het anders befloten. GRANVELLE ,<br />

die, fchoon afwezig , nog door zijne<br />

aanhangers in het Spaanfche kabinet<br />

heerschte , de Kardinaal Groot-<br />

Inquifitie - meester SPINOSA , en de Hertog<br />

van Alba, ieder door zijnen<br />

(*) STRADA 197.


NEDERLANDEN. 5^?<br />

haat, zijnen geest van vervolging, HL<br />

pf zijn eigenbelang beftuurd , hadden BOEK,<br />

de zagtere gevoelens van den Prins<br />

van Eboit , den Graaf van Ferm,<br />

en den Koninglijken Biegtvader FRES-<br />

N E D A overltemd (*)• Dezen beweerde ,<br />

dat het oproer voor het tegenwoordige<br />

wel geftild' was, maar alleen<br />

daarom, dewijl het gerugt van de<br />

gewapende overkomst des Komngs de<br />

muitelingen yerfchrikt had; dat men<br />

alleen aan vrees, maar niet aan beton<br />

die rust had tc danken, welke<br />

ras weer zou geitoord worden , wanneer<br />

die vrees was weggenomen. Daar<br />

dc vergrijpen van het Ncderlandlche<br />

Volk den Koning ene zo fchonc en<br />

gewenschte gelegenheid gaven, om zijne<br />

despotieke voornemens met enen<br />

fchijn van regt op de Republiek uittevoeren,<br />

was deze vreedfame vereffening<br />

, waarin de Landvoogdes ene<br />

verdienste Relde , zeer ver bczijdcr<br />

zijn eigenlijk oogmerk, welk geer<br />

ander was, dan de Nederlanden , ondei<br />

een wettig voorwendfel, te berover l<br />

van vrijheden , die voor zijnen heersen.<br />

Zugtigen geest reeds lang een aan<br />

ftoot waren geweest.<br />

' Tot dus verre had hij den a ge<br />

menen waan, dat hij de Nederlan<br />

den in perfoon zoude bezoeken, me 6<br />

de ondoorgrondelijkfte ontveinzing gaan<br />

de gehouden, hoe ver hij ook mis<br />

(*) STRADA. 1.93. fq.


ÏIL<br />

en den Mkn gang van zijnen geest<br />

welke door de verfcheidenheid e/S<br />

heid van vertoningen, die van buiten<br />

op hem aandrongen, alte ligt<br />

pp ene onaangename wijze verftrooid<br />

en overllelpt wierd. De zwarigheden<br />

en gevaren, waarvan bijzonder deze<br />

reis verzeld ging, moesten derhaiven<br />

_zyne natuurlijke vreesagtighcid en kleinmoedigheid<br />

deste m.ee? affehrikken<br />

hoe mmder hij , die flegts gewoon<br />

was van zig aftewerken , '. en<br />

g<br />

deS ïcben naar zijne grondregels, en niet<br />

zijne grondregels naar de menfchen £<br />

fchikken, het nut en de noodzaaklijkhcid<br />

daarvan kon inzien. Daar het hem<br />

xuten dat onmogelijk was , zijnen Peroon<br />

, zelfs maar voor een ogenblik<br />

]<br />

[an zijne Koningiijkc waardigheid te*<br />

J chciden, voor welke geen Vorst ter<br />

) vereld ooit zo flaafsch en kinderagdg<br />

1 'ezorgd was als hij, waren de omi<br />

!ag, welken hij in zijne gedagten<br />

1 iet zodanige reis verbond, en de on^ '<br />

osten, welken dezelve uit dien hoof-<br />

C e veroorzaken moest, reeds op zig-<br />

z elven alleen genoeg in ftaat om hem<br />

d aarvan aftefchrikken; zodat men niet<br />

e ens nodig had, den invloed van zijen<br />

gunsteling RUÏ co MES VAN EBQ»<br />

n<br />

50o DE AFVAL DER<br />

JcWen immer y a n ^ v o o m e m c n<br />

lTLT'- 0ver<br />

, het<br />

^ eheel<br />

* h<br />

men Z<br />

mee den<br />

W c I<br />

i " ^^pceftemmen<br />

kunstmatigen toon van zijn<br />

-"


NEDERLANDEN. £oti<br />

t i, als die gaarne zou gezien heb­ iir.<br />

ben , dat zijn mededinger, de Her­ KOEK,<br />

tog van Alba , van den perfoon des<br />

Konings verwijderd wierd, daarbij ter<br />

hulpe te roepen. Doch hoe weinig hem<br />

deze reis ook ernst ware , zo noodzaaklijk<br />

oordeelde hij het evenwel, de<br />

fchrik voor dezelve te laten werken,<br />

om ene gevaarlijke vereniging der onrustige<br />

geesten te beletten , den moed<br />

der wclgezinden optehouden, cn verdere<br />

flappen der misnoegden voortekomen.<br />

Om deze veinzerij tot het uiterfte<br />

te drijven, had hij de omflagtigfte,<br />

en meest gerugtmakende toebereidfels<br />

tot deze reis gemaakt, en alles gedaan<br />

wat in zodanigen gevalle immer<br />

vereischt wierd. Hij had fchepen laten<br />

uitrusten , Officieren aangefteld , en zijn<br />

gehele gevolg bepaald. Alle vreemde<br />

Hoven werden door zijne Gezanten van<br />

dit voornemen verwittigd, op dat hun<br />

door deze krijgstoerustingen geen argwaan<br />

mogt gegeven worden. Den Koning<br />

van Vrankrijk liet hij voor zig<br />

en zijn gevolg den doortogt door dat<br />

Rijk verzoeken , en den Hertog van<br />

Savoijen om raad vragen, welke van<br />

beide wegen best was te kiezen. Van<br />

alle fteden en vaste plaatfen , door<br />

welke zijn weg zou kunnen lopen ,<br />

liet hij berigten opmaken , en derzelver<br />

afftand van elkander op het naaukeurigfte<br />

bepalen. De gehele landftreek


ïlh<br />

li O E K<br />

5xó DÉ AFVAL DER<br />

van Savoijcn tot Bourgondië moest op-"<br />

genomen, en een bijzondere Kaars<br />

, daarvan gemaakt worden , waartoe hij<br />

van den Hertog de nodige Tekenaars<br />

en Landmeters verzogt. Hij dreef dit<br />

bedrog zo ver , dat hij de Landvoogdes<br />

gelastte, ten minlien agt vaartuigen<br />

in Zeeland gereed te houden,<br />

om hem die dadelijk te gemoct te<br />

kunnen zenden , wanneer zij zoude<br />

horen, dat hij uit Spanje was afgevaren.<br />

Zij liet ook werkelijk deze<br />

fchepen uitrusten, en in alle kerken<br />

gebeden doen , dat zijne reis wèl<br />

mogt gelukken, fchoon velen bij zig<br />

zeiven begrepen , dat zijne Majefteit<br />

in zijne kamer te Madrid,- van ftorm<br />

op zee niet veel te vrezen had.<br />

Hij fpeelde deze rol zo meesterlijk,<br />

dat de Nederlandfche Gezanten te<br />

Madrid, BERGEN en MONTIGHV,<br />

die alles tot hiertoe voor een guichelfpel<br />

gehouden hadden, eindelijk<br />

zelve daarover begonnen ongerust te<br />

worden , en ook hunne vrienden te<br />

Brusfel met deze -vrees vervulden.<br />

Een derdendaagfche koorts, welke hem<br />

omtrent dezen tijd te Segovic overviel,<br />

of ook flegts van hem geveinsd<br />

werd, verfchafte hem een fchijnbaar<br />

voorwcndfel, om de uitvoering<br />

van deze reis uitteftellen , terwijl intusfehen<br />

de toebereidfelen tot dezelve<br />

met allen nadruk wierden voordgezet.<br />

Toen eindelijk de dringende


NEDERLANDEN". f>t*<br />

en herhaalde aanzoeken van zijne III.<br />

zuster hem tot ene bepaalde verkla­ BOEK.<br />

ring noodzaakten, gaf hij' voor, dat<br />

de Hertog van Alba met het leger<br />

vooruit zoude trekken, om de wegen<br />

van oproermakers te zuiveren,<br />

en zijne eigene Koninglijke komst<br />

meer luister bytezetten. Hij durfde<br />

het nog niet wagen, den Hertog<br />

als zijnen eigenlijken Plaatsbekleder aantekondigen<br />

, dewijl men , niet verwagten<br />

kon , dat de Ncderlandlche<br />

Adel ene gematigdheid, welke zij<br />

den Vorst niet konden weigeren, ook<br />

zoude uitftrekken tot enen van deszelfs<br />

Dienaren , die bij de ganfche<br />

Natie als een wreedaart bekend was,<br />

en van wien zij , als een vreemdeling<br />

en enen vijand van hare ftaatsgefteldheid,<br />

een afgrijzen had. En<br />

inderdaad hield het algemene en nog<br />

lang na AL B A'S komst ftand houdende<br />

gevoelen, dat de Koning hen<br />

binnen kort ftond te volgen, het uit<br />

berften van geweldenarijen tegen, wel<br />

ken de Hertog bij de wreedaartig<<br />

aanvaarding van zijn Stadhouderfcha} t<br />

gewisfelijk'zou hebben ondervonden (*)<br />

De Spaanfche Geestelijkheid, en ii I<br />

't bijzonder de Inquifitie, bragt dei l<br />

Koning tot dezen Nederlandfchen togt<br />

l<br />

even "als tot enen heiligen oorlog<br />

><br />

rijkelijke gaven op. Door geheel Sdanj<br />

(*) STRADAIP3-200. VAN METERENTO.I.


HL<br />

i> O E K,<br />

iHi rié AFVAL DI:R<br />

werd met allen ijver geworven. Zip<br />

ne Onderkoningen en Stedehouders van<br />

Napels, Sicilië , Sardinië en Malta<br />

ontvingen bevel , om de kern van zijne<br />

Italiaanfchc en Spaanfche •Krijgsbenden<br />

uit de Bezettingsplaatfen bijeen<br />

te trekken , en naar de gemene<br />

verzamelplaats in het Genueefche<br />

gebied te zenden ; waar dc Hertogvan<br />

Alba dezelve zoude overnemen,<br />

en tegen Spaanfche Rekruten , welke<br />

hij medebragt, verruilen. De Landvoogdes<br />

kreeg ten zelfden tijde aanfehrijving , om<br />

nog enige Duitfche Regimenten Voetvolk<br />

, onder bevel des Graven van<br />

EBERSTEIN, SCHOUWENBURG ell<br />

EODRONA in Luxemburg, gelijk mede<br />

enige Esquadrons ligte ruiterij in<br />

Franfche Comté gereed te houden, op<br />

dat de Spaanfche Veldheer zig dadclijk<br />

bij zijne aankomst in dc Nederlanden<br />

daarmede verlierken konde.<br />

De Graaf van Barlaimont ontving den<br />

last om het inkomende leger van levensmiddelen<br />

te voorzien, cn aan de<br />

Landvoogdes' werd een fom van twemaal<br />

honderd duizend goudguldens uitgeteld<br />

, om deze nieuwe onkosten zo<br />

wel , als die van haar eigen leger,<br />

goed te maken (*).<br />

Toen ondertusfehen het Franfche Hof,<br />

onder voorwendfel van gevaar', dat<br />

van de Hugenoten te dugten was,<br />

zig van den doortogt des gehelen<br />

fpaan-<br />

£*) METEREN 104, BURGÜND. 412 «TRAD. IO£.


NEDERLANDEN. 513<br />

Spaanfche legers verfchoond nad , wendde<br />

FILIPS ,zig tot ' de Hertogen van<br />

Savoije en Lotharingen, , die te veel<br />

van hem afhingen, pm hem dit verzoek<br />

te weigeren. De eerstgenoemde<br />

maakte flegts de voorwaarde , dat hij<br />

op kosten des Konings twe duizend<br />

man Voetvolk , en een Esquadron Ruiterij<br />

zou mogen houden, om zijii<br />

land te dekken tegen de ongemakken<br />

, waaraan hetzelve, gedurende den<br />

doortogt van het Spaanfche leger,<br />

mogt zijn blootgefield. Tevens nam<br />

hij aan, het leger van de nódige<br />

mondbehoeften te voorzien (*).<br />

Het gerugt van dezen döortogt bragt<br />

de Hugenoten , de Genevers , de Zwitfers<br />

en Graubunders in beweging. De<br />

Prins van Condé en de Admiraal van<br />

c o L 1 G N Y hielden bij K A R E L IX<br />

aan, dat hij tog zulk een gelukkig<br />

tijdftip niet mogt verzuimen, daar<br />

hij. ; het in zijne magt had, den<br />

erfvijand van Frankrijk ene dodelijke<br />

wonde toetebrengen. Met behulp<br />

der Zwitfers, Genevers en zijne eigene<br />

Protestantfche Onderdanen, zoude<br />

het hem gemakkelijk vallen , de<br />

bloem der Spaanfche Krijgsbenden in<br />

de enge doorgangen van het Alpifche<br />

gebergte te vernielen, waarbij<br />

zij beloofden hem met een leger van<br />

vijftig duizend Hugenoten te zullen off*<br />

CO* STRADA 15)8. ï.09.<br />

I. DEÏL. Kk<br />

HE<br />

BOEK;


ttT.<br />

SOEK.<br />

3567<br />

5*4 DË AFVAL DER<br />

derfteunert. Dan deze aanbieding, welker<br />

gevaarlijk vooruitzicht niet te lochenen<br />

was, werd door KAREL IX,<br />

onder een voldoend voorwendfel, van<br />

de hand gewezen; en hij zelf nam<br />

op zig, voor de veiligheid van zijn<br />

Rijk bij dezen doortogc te zorgen.<br />

Hij bragt ook in der haast volk op de<br />

been , om de Franfche grenzen te dekken<br />

; het zelfde deden ook de Republieken<br />

Geneve, Bern, Zurich en Graubunderland,<br />

allen gereed om den gedugten<br />

vijand van hunnen Godsdienst en hunne<br />

Vrijheid met den kloekmoediglien tegenweer<br />

te ontvangen (*).<br />

Den vijfden van Bloeimaand des<br />

jaars vijftienhonderd zeven - en zestig<br />

ging de Hertog met dertig fchepen,<br />

welke door AND RÉ AS DORIA en<br />

Hertog COSMUS, van Florence , daar<br />

bezorgd waren , te Carthagena onder<br />

zeil , en kwam binnen agt dagen te<br />

Genua, waar hij de vier Regimenten<br />

, voor hem bcltemd, overnam,<br />

Doch een derdendaagfche koorts, waarvan<br />

hij , dadelijk na zijne aankomst,<br />

overvallen werd, noodzaakte hem enige<br />

dagen werkeloos in Lombardijen<br />

te blijven liggen, van welk vertoef<br />

de naburige Mogendheden tot hunne<br />

verdediging gebruik maakten. Zodra hij<br />

weder herfteld was, hield hij bij de<br />

Stad Asti in Montferrat ene monste-<br />

(*} STRADA ipö. BURG. 497.


NEDERLANDEN. $ig<br />

tmg van al zijn krijgsvolk, dat<br />

dapper dan talrijk was, en aan<br />

terij en Voetvolk te zamen,<br />

meer nr.<br />

Rui­<br />

BOEK,<br />

niet<br />

veel boyen de tienduizend man beliep.<br />

Hij wilde zig op. enen. zo- langen<br />

en gevaarlijken togt niet bezwaren<br />

met ene nuttelozen fleep , die<br />

zijne reis Hechts zou vertragen , • en<br />

de moeilijkheid van bet - onderhoud vergroten.<br />

Deze tienduizend oude foldaten<br />

moesten flegts zó veel als het<br />

merg, de .vaste kern zijn van ccn<br />

groot • leger , dat hij, naar, gelange<br />

der rijden cn omftandigheden, • in de<br />

Nederlanden zelve gemakkelijk zou kunnen<br />

bijeen verzamelen. Dan, zo klein<br />

als dit leger ware, zo uitgelezen was<br />

het ook. Het beftond uiti het. ovcrfchot<br />

dier zegerijke' keurbenden, aan<br />

welker fpits KAREL V Europa had<br />

doen beven ; moordzieke ondoordringbare<br />

fcharen, in- welke de oude Macedonifche<br />

Phalanx weder herleefde , gezwind<br />

en handig door ene langge~<br />

oefende kunst„ tegen alle elementen<br />

gehard , trotsch , op hét geluk van<br />

hunnen Veldheer, en Hout door ene<br />

langdurige gewoonte van overwinnen,<br />

gedugt door ongebondenheid, en nog<br />

meer gedugt door orde, met alle<br />

de hevige driften "van ene warme lugtftreek<br />

losgelaten tegen een mildelijk<br />

gezegend land, en onverbiddelijk tegen<br />

enen vijand, die door de Kerk<br />

vervloekt was; deze dweepagtige moord*<br />

Kk 2


ÏÏL<br />

BOEK.<br />

5*6 DE AFVAL DER<br />

zugt, deze dorst naar roem en op-"<br />

gehitlten moed', werd geftevigd door<br />

ene ruwe zinlijkheid, den fterkften<br />

en duurfaamften band, waaraan het<br />

Spaanfche Legerhoofd deze woeste benden<br />

leide. Opzettelijk liet hij dronkenfchap<br />

en ontugt in het leger toe,<br />

en leed, ongeltraft,- dat ene fchaamtelofe<br />

losbandigheid over alle zedelijkheid<br />

zegepraalde ; onder zijne ftilzwijgende<br />

befcherming trokken Italiaanfche<br />

hoeren mede agter de vaandels op;<br />

zelfs op de togt over het Apenijnfche<br />

gebergte, waar de kostbaarheid<br />

van 't levensonderhoud hem noodzaakte<br />

zijn leger tot het kleinst mogelijke<br />

getal te bepalen , wilde hij liever<br />

enige Regimenten minder hebben,<br />

clan deze werktuigen van den wellust agterlaten<br />

(*). Doch, zo zeer als hij<br />

aan den enen kant zijn best deed,<br />

om de zeden zijner ibldaten te be-<br />

Dc Bacchnntifche optogt van dit leger, frak<br />

niet weinig af bij den duisteren ernst en de voorgewende<br />

heiligheid van deszelfs bedoeling. Het<br />

aantal van deze hoeren was zo internisten groot,<br />

dat zij zig genoodzaakt vonden, ene eigene<br />

krijgs-orde onder zig intevoeren. Zij fielden<br />

zig onder bijzondere vaandels ; trokken by rijen<br />

en gelederen in ene verwonderlijke orde agter elk<br />

Bataillon op , en verdeelden zig met ftrenge naaugezetheid,<br />

volgens rang en' waarde, in Ovcrflcns -<br />

hoeren, Kapiteins - hoeren, rijke en arme Soldaten-hoeren,<br />

naar dat het lot haar gunstig was<br />

geweest, en hare Aótiè'nrezen of daalden, VAN<br />

METEREN I04.


NEDERLANDEN. 51?<br />

derven, zo zeer hield hij hen aan in.<br />

den. anderen kant door de fterkfte<br />

E O E E.<br />

krijgstugt in den band , waarvan alleen<br />

de overwinning ene uitzondering<br />

maakte , en het gevegt enige verligting<br />

gaf. Hierin handelde hij overeenkomstig<br />

het gevoelen van den Atheenfchen<br />

Veldheer IPHICRATES ,die aan de<br />

wellustigfte en gierigfte Soldaten den voorrang<br />

in dapperheid toekende (*). Hoe<br />

pijnlijker de begeerten onder den langdurigen<br />

dwang bijeen gehouden waren,<br />

met deste groter woede moesten zij<br />

door de enge deur, welke haar open<br />

gelaten wierd, uitbreken.<br />

Dc Hertog verdeelde al het Voetvolk,<br />

ten naasten bij negenduizend man fïerk,<br />

en voor het gröotfte gedeelte Spanjaarden<br />

, in vier Brigaden, over welke<br />

hij vier Spanjaarden als Bevelhebbers<br />

aanftelde. ALPHONSUS VAN UL-<br />

LOA leide de Napelfche Brigade, welke<br />

, onder negen vaandelen, 'drieduizend<br />

twehonderd en dertig man uit­<br />

maakte •, SANCHO VAN LODOGNO, de<br />

Milaan fche , beftaande uit tweduizend<br />

twehonderd man onder tien vaandels ;<br />

de Siciliaanfche Brigade , van even zo<br />

vele vaandels en zestienhonderd man,<br />

werd aangevoerd door ju LIAAN RO­<br />

ME R o , een ervaren krijgsman, die<br />

reeds te voren op Nederlandfchen bo-<br />

(*) l'LUTARCHUS in GALBA.<br />

Kk 3


HL.<br />

B O E K.<br />

Ï566,<br />

r 13 fJE AFVAL DER.<br />

clem geftreden had (*), en GOSSA-<br />

LO VAN BRACCAMONTE had höt<br />

bevel over de Sardinifche , welke doo£<br />

drie vaandelen . nieulings mpdegpbragte<br />

jonge foldaten • in getal met de voorgaande<br />

gelijk was gemaakt. Bij ieder<br />

Vaandel werden nog daarenboven vijf-'<br />

tien Spaanfche Muskettiers gevoegd. De<br />

Ruiterij , niet boven de twaalfhonderd<br />

paarden lterk , befïond uit drie Italiaanfche<br />

, twe Albaanfche en • zeven<br />

Spaanfche ligtc en zwaar-geharnaste Esquadrons<br />

, over welke . des Hertogen<br />

beide zonen, FERDINAND en FRE-<br />

DERIK VAN TOLEDO, het opperbe--<br />

vel voerden. CHIAPPIN VITELLI,<br />

Marquis van Cetona , was Veld-Maar-,<br />

fchalk , zijnde een vermaard Officier,<br />

met welken COSMUS, van Florence;<br />

den Koning van Spanje befchonken had,<br />

en GABR IEL SER BELLON was Generaal<br />

van de Artillcrij. Door den<br />

Hertog • van Savoije werd hem een<br />

kundig Ingenieur, F RANS PACIOT-<br />

TO, uit Urbino, overgelaten, om hem<br />

5n de Nederlanden tot het bouwen<br />

•yan nieuwe vestingwerken van dienst<br />

te zijn. Nog volgden zijne vaandels,<br />

een groot getal vrijwilligers, en de.<br />

' MV:| ,,


NEDERLANDEN. 519<br />

bloem van den Spaan fchen<br />

welken het merendeel onder<br />

Adel, van TIL<br />

KAREL V EOEtr^<br />

jn Duitschland, Italië en voor Tunis<br />

geftreden had;' CHRISTOFFEL MON-<br />

DRAGON, een der tien fpaanfche Helden<br />

, die nabij Muhlberg, met den<br />

degen tusfehen de tanden, over de<br />

Elve waren gezwommen , en onder<br />

ene hagelbui van vijandelijke kogels<br />

van den anderen oever de boten gehaald<br />

hadden , waarvan de Keizer vervolgens<br />

een fchipbrug liet opflaan ; SAN-<br />

CHIO VAN AVILA, door ALBA zelvcn<br />

tot Soldaat opgekweekt; CAMIL-<br />

LO DE MOKTE, FRANS FERDU-<br />

CO , KAREL DAVILA, NIKOLAÜS<br />

BASTA, en de Graaf MART ININ-<br />

GO , allen door een ede! vuur bezield<br />

, om onder zo groot enen Veldheer,<br />

hunnen oorlogsloopbaan te ope-<br />

,hen , of hunnen reeds behaalden roem<br />

door dezen roemrugtigen veldtogt te<br />

kronen (*).<br />

Na gedane, monftering, trok het leger,<br />

in drie -hopen verdeeld, over<br />

den berg Cenis, langs den zelfden<br />

Weg, die gezegd wordt agtien honderd<br />

jaren vroeger door MANNIBAL<br />

-betreden te zijn. . De Hertog zelf geleidde<br />

de voorhoede, . F E R D 1 N A N D VAN<br />

TOLEDO, wien hij den Overften LO-<br />

DOGNO toevoegde, het midden, cn<br />

("*) STRADA 200. 201. BURCUND. 393*<br />

METEREJJ I04.<br />

Kk 4


til<br />

BOEK.<br />

£20 BE AFVAL DER<br />

de Marquis van Cetona de agterhocde.<br />

Hij liet den voorraad - meeseer<br />

FRANS VAN IBARRA, benevens' den<br />

Generaal SÉRBELLON,' vooruit trekkend<br />

, om voor het leger den weg<br />

te banen, en in tijds voor de mondbehoeften<br />

in de rustplaatfen tc zorgen.<br />

Waar de voorhoede *s morgens<br />

opbrak, trok 's avonds het midden in,<br />

9<br />

t welk den volgenden dag weder plaats<br />

maakte voor de agterhoede. Op deze<br />

wijze trok dk leger, met matige' dagreizen,<br />

door de Savooifehe Alpen, en<br />

met de veertiende dagreize was deze<br />

gevaarlijke doortogt afgelegd. Een<br />

Fransch waarnemingsleger vcrzclde hetzelve<br />

zijdewaards langs de grenzen<br />

van Dauphiné , langs de Rhone, en ter.<br />

regterhand het verbonden leger der<br />

Genevers , welken het in de nabijheid<br />

van zeven mijlen voorbij trok.<br />

Beide deze legers waren geheel wer-'<br />

keloos , en alleen maar bedagt om<br />

Kunne ' grenzen te dekken. Daar<br />

het langs de fteile rotfen, berg op<br />

berg af klauterde, over den fhelvlietenden<br />

Ifer trok , of man voor man<br />

door nauwe openingen, worftelde,, was<br />

een handvol menfchen genoegfaam geweest,<br />

om deszelfs gehelen togt optehouden,<br />

en hen terug in. het gebergte<br />

te jagen. En hier ware hetzelve<br />

onherftelbaar verloren geweest,<br />

dewijl op. elke rustplaats fteeds maar<br />

•oor enen enkelden dag, en vue^


NEDERLANDEN. 54K "5<br />

een derde deel voorraad befteld was. III.'<br />

Doch een onnatuurlijke eerbied en vrees BOEK.<br />

voor den Spaanfchen naam, fcheen de<br />

ogen der vijanden verblind te hebben<br />

, dat zij hun belang niet ontdekten<br />

, of het altans niet waagden<br />

van de gelegenheid gebruik te maken.<br />

Om" hen hieraan niet indagtig<br />

te maken, haastte ' de Spaanfche Veldheer<br />

zig , om met alle mogelijke<br />

Itilte door deze gevaarlijke plaats te<br />

iluipen, .overtuigd zijnde, dat het met<br />

hem en de zijnen gedaan was, zodra zij<br />

zig mishandelingen veroorloofden: gedurende<br />

den gehelen togt werd de<br />

Itrengfte krijgstugt in agt genomen ,<br />

en ' gene enkcide boerenhut, zelfs geen<br />

enkelde akker leed enig geweld (*);<br />

ja veelligt is bij menichen geheugen<br />

nooit een zo talrijk leger enen zo<br />

verren weg in zulk ene voortreflijkc<br />

orde langsgetrokken Een verfchrikkelijk<br />

geluksgeflcrnte voerde dit tot<br />

moorden uitgezonden leger behouden<br />

door alle gevaren, en het zou moei-<br />

(*) Slegts éénmaal verftoutten zig drie Ruiters<br />

, aan den ingang van Lotharingen, enige hamels<br />

uit ene kudde weg te nemen, waarvan de<br />

Hertog niet zodra narigt bekwam, of hij zond<br />

het geroofde aan den eigenaar te rug, en veroordeelde<br />

de daders om gehangen te worden. Dit<br />

vonnis werd,óp voorbede van den Lotharingfchen<br />

Generaal , die hém op de grenzen was komen<br />

begroeten, flegts aan énen van de drie uitgevoerd,<br />

welken het lot op den trommel daartoe beftemde,<br />

Kk 5


III.<br />

HOEK<br />

DE AFVAL DER<br />

lijk zyn te bepalen, of de fchran*<br />

derheid van deszelfs Veldheer, dan dé<br />

, blindheid van deszelfs vijanden, meer<br />

onze verwondering verdienen (*).<br />

In Franfche Comté voegden zich,<br />

vier nieu-geworven Esquadrons Bourgondifche<br />

ruicers bij het grote leger,<br />

en in Luxemburg drie Duitfche Regimenten<br />

Voetvolk, welke den Hertog,<br />

door de Graven van Ebc.rff.cin, Schouwenburg<br />

en Lodrona werden aangevoerd.<br />

Uit Thionville , waar hij entge<br />

dagen ftil hield, liet hij de Landvoogdes<br />

door FRANS VAN I15ARRA<br />

begroeten, die tevens gelast was, over<br />

dc inkwartiering van het volk fchikkingcn<br />

met haar te beramen.. Van<br />

haren kant vcrfchcnen' NOIRCARMES<br />

en BARLAIMONT in het Spaanfche leger,<br />

cm den Hertog . met zijne 'aankomst<br />

geluk te wenfchen, en de gewone<br />

pligtpiegingen bij hem af te leggen.<br />

Ook moesten zij hem de Koninglijke<br />

volmagt afvragen , welke hij<br />

hun evenwel flegts 'gedeeltelijk vertoonde.<br />

Op dezen volgde gehele fcharen<br />

van den Vlaamfehen Adel , die zig niet<br />

genoeg wisten te reppen, om de gunst<br />

des nieuwen Stadhouders te winnen ,<br />

of de wraak, die hen naakte, door<br />

eene tijdige onderwerping te verzoenen.<br />

Toen onder dezen ook de Graaf,<br />

van Egmond hem naderde, zeide AL-<br />

(*) UURC. 496. 407. STRADA 1, C.


NEDERLANDEN. 5*3<br />

?,A, terwijl hij hem aan de omfkmders<br />

met den ' vinger toonde :<br />

j, Daar komt een grote ketter": en<br />

dit zeide hij luid genoeg, dat EG­<br />

MOND het kon horen, die op deze<br />

woorden bedwelmd fiond, en verbleekte.<br />

Doch toen de Hertog, om deze<br />

onvoorzigtigheid te verbeteren , met<br />

een vrolijk gelaat naar hem toeging,<br />

en hem met ene omhelzing vrienden<br />

lijk begroette, fchaamde de Vlaming<br />

zig over zijne vrees, cn dreef, door<br />

ene liatzirmige uitlegging, de fpot met<br />

dit waarfehouwend voorteken. Hij verzegelde<br />

deze nieuwe vriendfehap met<br />

een gefchenk van twe voortreflijke<br />

paarden, weiken met ene minzame hoogheid<br />

werden aangenomen. .(*)<br />

Op de verzekering der Landvoogdes,<br />

dat de Provinciën in volkomen<br />

rust waren , en 'er van genen kant<br />

tegenfiand te dugten was, liet de<br />

Hertog enige Duitfche Regimenten, die<br />

tot hiertoe waardgeld getrokken had^<br />

den, uit elkander gaan. Zes-en dertig<br />

honderd man werden, onder bevel van<br />

tODRONA, in Antwerpen gelegd, uit<br />

welke Stad de Waalfche Bezetting^,<br />

die niet -regt vertroud werd, dadelijk<br />

moest uittrekken. Gent en andere plaatfen<br />

van belang kregen naar evenredigheid<br />

bezetting. ALBA zelf trok mei<br />

(*) VAN METEREN I05. M E U R S 27'<br />

»A 202. WATS ON T. II. .p. 9.<br />

S T R A<br />

m<br />

f5 O E K,


HL<br />

BOEK.<br />

DE AFVAL DER<br />

de Milaanfche Brigade naar Brusfel t<br />

werwaards hem een luisterrijk gevolg van<br />

den eerften Adel des Lands verfelde<br />

(*).<br />

i ^0 wel hier als in alle de overige<br />

lieden der Nederlanden , waren<br />

angst en fchrik hem voaruitgetrokkcn,<br />

en al wie zig maar de minfte fchuld<br />

bewust was, ja zelfs die zig gene was<br />

bewust, zag deze intrede met ene<br />

angftige benaaudheid , even als enen<br />

ophanden zijnde gerigtsdag , te gemoet.<br />

Alwie zig maar op enigerhande<br />

wijze van familie, goederen en<br />

Vaderland kon los maken , vlugtte of<br />

was reeds gevlugt. De aannadering van<br />

bet Spaanfche leger had de Neder-<br />

j anden, volgens het eigen berigt der<br />

-andvoogdesfe , reeds van honderdduizend<br />

burgers beroofd, en deze al­<br />

1 gemene vlugt bleef nog onophoude-<br />

1 ijk voortduren (f). Doch de komst<br />

< les Spaanfchen Generaals kon niet ver-<br />

i ehrikkelijker zijn voor de Nederlan-<br />

C ers, dan zij grievend was voor de<br />

I -andvoogdes. Zij had nu , na zo<br />

V ele kommerlijke dagen , eindelijk bcg<br />

Dnnen het zoete van de rust en<br />

V m ene ongeftoorde heerfehappij te<br />

g laken , welkè het beoogde doel van<br />

h lar agtjarig bewind was geweest „<br />

Cl 1 dus verre, fteeds een ijdele wensch.<br />

(*) STRADA 203.<br />

Q) STRADA. L. \.


NEDERLANDEN? §ê$<br />

Was gebleeven. Deze vruge van hare<br />

angstvallige vlijt, hare zorgen cn nagt- ;<br />

waken, zou haar nu door enen vreemdeling<br />

ontroofd worden, die, op éénmaal<br />

i*i het bezit van alle voordelen geplaatst,<br />

welke zij niet dan door langfamen<br />

kunst op de omftandigheden<br />

had kunnen behaalen, haar den prijs<br />

der fnelheid ligtelijk kon afwinnen ,<br />

en met fpoediger gevolgen over hare<br />

gegronde doch min fchitterende verdiensten<br />

zegepralen. Sedert het vertrek<br />

Hf*<br />

van GRANVELLE had zij al het aangename<br />

der onaf hanklijkheid gefmaakt ;<br />

en de vleiende onderdanigheid van den<br />

Adel, die haar den fchijn der heerfehappij<br />

des te meer liet genieten ,<br />

hoe meer dezelve haar van het wezen<br />

der zake beroofde , had hare<br />

verwaandheid van langfamerhand tot dien<br />

trap gevoerd , dat zij eindelijk zelfs<br />

haren eerlijkften Dienaar, den Staatsraad<br />

VIGLIUS, die haar niets dan<br />

waarheid voorhield, door koelheid van<br />

zig verwijderde. Tans ftond haar op<br />

éénmaal een opziener over hare daden<br />

, een deelgenoot van hare mag SOEK»<br />

toegevoegd, zo niet een Heer op<br />

gedrongen te worden, van wiens trot<br />

fchen, onhandelbarcn cn heerschzugti<br />

gen aart, die door gene hoftaal ver<br />

zagt werd, hare, eigenliefde de droe<br />

vigfle vernederingen te wagten had<br />

Vrugteloos had zij , om deszelfs koms<br />

te verijdelen, alle gronden der Staat<br />

t


Sfc t>E AFVAL DER<br />

kunde uitgeput, cn den Koning onder het<br />

ROE K. oog gebragt , dat de tfehelè ondergang<br />

Van den Nedcrlandfchen Handel<br />

het onvermijdelijke gevolg van deze<br />

(paanlche inkwartiering zijn zoude f vruoteloos<br />

had zij zig op de reeds he?-<br />

Itelde , rust i des , Lands , en op hare<br />

eigene verdiensten -in het bewerken van<br />

die rust beroepen , die vrij beteren<br />

tok, verdiende, dan dc vrugten van.<br />

haren arbeid aan enen vreemden aaniomeling<br />

te moeten afllaan, en al-<br />

1 iet goede, -door haar geftigt , door<br />

me. tegengeftelde handelwijze weder te<br />

sien i vernietigd worden. Zelfs , nadat<br />

le Hertog den berg Ccnis reeds was<br />

l ïyergetrokken, had zij nog ene • po­<br />

I ring gedaan, : om hem ten minften<br />

1 ot. ene vermindering van zijne legcr-<br />

J nagt te bewegen , maar ook - deze<br />

1 >oging was even vrugtcloos geweest,<br />

Is<br />

t og<br />

de<br />

op<br />

voorgaande,<br />

zijnen last<br />

dewijl de Her-<br />

lieunde. Met het<br />

ïievendfte verdriet zag zij tans zij-<br />

1 e komst . te gemoet, cn tranen van<br />

I ekwetlle eigenliefde mengden zig on-<br />

C er die 3 .welken zij om het Vader»<br />

. li tnd vergoot (*). • /.<br />

1567. De twee- en twintigfle van Oogstmaand<br />

v 'as de dag, waarop , de Hertog van Alba<br />

V Dor de poorten van Brusfel verfcheem.<br />

2 ijn volk werd" dadelijk in de Voor-<br />

C) VAN METEREN. 104. BUIIG. 470,<br />

s rRADA 200. VIGL. ad HOPPER. Ep. 4,<br />

30. " '<br />

?


NEDERLANDEN, 52^<br />

fteden in bezetting gelegd, en . hij HL<br />

zelf maakte in de eerfte plaats zijn BOEI?,<br />

werk, om jegens de Zuster zijns Konings<br />

den pligt van eerbetoon afteleggen.<br />

Zij ontving hem als een zieke<br />

, 't zij dat de geleden krenking<br />

haar werkelijk zo zeer had aangetast<br />

, of waarfchijnlijker, dat zij dit<br />

middel verkoos, om zijnen hoogmoed<br />

te kwetfen , en hem ten minsten<br />

iets van zijne zegepraal ie benemen.<br />

Hij overhandigde haar brieven van den<br />

Koning, welken hij voor haar uit<br />

Spanje had medegebragt, en vertoonde<br />

haar een afichrift van zijne eigene<br />

aanftelling; waarbij hem het opperbeftuur<br />

over de ganfche Nederlandfche<br />

Krijgsmagt was opgedragen , en de<br />

Landvoogdes dus nog gelijk het fcheen ,<br />

het beftuur in burgerlijke zaken , zo<br />

als voorheen, bleef behouden. Doch<br />

zodra hij zig met haar alleen bevond,<br />

kwam hij met enen nieuwen Lastbrief,<br />

die van den voorgaanden geheel verfchilde,<br />

ten voorfchijn. Ingevolge van dezen'<br />

werd hem de magt gegeven,<br />

naar eigen goeddunken oorlog te voeren<br />

, vestingen te bouwen , de Stadhouders<br />

der Provinciën , de Bevelhebbers<br />

der fteden, en de verdere Koninglijke<br />

Amtenaren aanteliellen en aft<br />

tezetten ; naar de voorgevallen beroerten<br />

onderzoek te doen , derzelver hoofdbewerkers<br />

te ftraffen , en die genen.<br />

welken getrou gebleven waren , t« be-


HL<br />

KOEK.<br />

gag BE AFVAL DER<br />

lonen. Een volmagr van die uirge*<br />

ftrektheid, welke hem genoegfaam aan<br />

enen Oppermagtigen Heer gelijk maakte<br />

, en # die hare eigene volmagt verre<br />

overtrof, veroorzaakte haar de gröotfte<br />

ontfteltenis, en zij had moeite<br />

om hare aandoening te verbergen. Zij<br />

vraagde den Hertog, of hij niet misfchien<br />

nog enen derden last, of bijzondere<br />

bevelen had, die nog verder<br />

gingen, en meer bepaald waren ?<br />

't welk hij niet onduidelijk toeftemde<br />

, doch waarbij hij tevens te kennen<br />

gaf, dat zulks voor heden te<br />

langwijlig zoude zijn , en bij nadere<br />

tijden en gelegenheden beter kon getoond<br />

worden. Terftond in de eerfte<br />

dagen na zijne aankomst, liet hij aan<br />

de Staten en Raadsvergaderingen een<br />

affchrift van dien eerften Lastbrief<br />

voorleggen , en gaf denzelven in druk,<br />

op dat hij deste fpoediger in ieders<br />

handen mogt komen. Dewijl de<br />

Landvoogdes het Hof bewoonde, betrok<br />

hij voor enen tijd het huis van<br />

KUILEMBURG, het zelfde, waarin de<br />

Geuzen - broederfchap haren naam had<br />

gekregen, en voor 't welk tans, door<br />

enen wonderbaren keer van zaken $<br />

de Spaanfche Dwingelandij haren ftandaart<br />

plantte (*).<br />

Tans heerschte in Brusfel ene dode-<br />

(*) STRADA 203. VAN METEREN. 10$.<br />

MEURS. Guil. Aur. IV. 38.


NEDERLANDEN. 52e<br />

delijke ftilte, welke alleen bij<br />

len door het ongewone gedruis<br />

wapenen werd afgebroken. De<br />

wij­<br />

IK.<br />

der<br />

BOEK<br />

Hertog<br />

was maar weinige uren in de<br />

Stad geweest , toen zyn gevolg<br />

zig, even als losgelaten honden i<br />

naar alle kanten vcrfpreidde. Overal<br />

vreemde gezigten, ledige ftraten, alle<br />

huizen gefloten , alle fpelen geftaakc<br />

, alle openbare plaatfen zonder volk j<br />

de gehele Hofplaats als een Landfchap ,<br />

eerst onlangs door de pest verlaten.<br />

In plaats van naar gewoonte bij el;<br />

kander te ftaan praten, liepen bekenden<br />

elkander voorbij ; men verhaastte<br />

zijne fchreden^ zodra een Spanjaard<br />

zig op ftraat vertoonde. Het<br />

minste gedruis verwekte fchrik , alsj<br />

of dé Geregtsdienaar airede aan de<br />

deur klopte ; de Adel hield zig in<br />

angstige verwagting binnens huis ; men<br />

vermijdde het zig in 't. openbaar te<br />

Vertonen,, om de herinnering des nieuwen<br />

Stadhouders niet te hulp. te komen.<br />

Beide Natiën fcheenen haar karakter<br />

omgeruild te hebben; de Spanjaard<br />

was tans de fpraakfame , de Brabander<br />

de fpraaklooze: wantrouwen en vrees!<br />

bedwongen den geest van losheid en<br />

vrolijkheid; ene gedworigene ernsthaftigheid<br />

hield het gelaat gefpannen: Elk<br />

ogenblik zag men den flag te gemoet.<br />

Sedert dat de Stad den Spaanfchen<br />

Veldheer binnen hare muren had*<br />

ging het haar ^ als enen, die een<br />

1. DEEL. LI


III.<br />

BOEK.<br />

goo D :<br />

E AFVAL DE&<br />

kelk met vergif heeft gedronken f<br />

én' mee bevenden angsc daarvan terftond<br />

de dodelijke werking, verwagt.<br />

Deze algemene gefteldheid der gemoederen<br />

ried den Hertog dc uitvoering<br />

zijner voornemens te verhaasten<br />

, "eer men hem door ene tijdige<br />

vlugt voorkwame. Zijn eerfte werk<br />

moest zijn , zig van de verdagte Groten<br />

te verzekeren , om daardoor de<br />

partij éénmaal voor altoos van hare hoofden<br />

, en het Volk , welks vrijheid<br />

onderdrukt- zoude worden , van zijne<br />

fteunfels te beroven. Door ene gemaakte<br />

vriendelijkheid was het hem<br />

gelukt, hunne eerfte vrees in flaap<br />

te wiegen ,• en bijzonder den Graal<br />

van Egmond in zijne gehele vorige<br />

zorgeloosheid te ftortcn ; waarbij _ hij<br />

zig , op ene zeer gepaste wijze,<br />

van zijne zonen, FERDINAND cn<br />

FREDRIK TOLEDO,- bediende, wier<br />

gezelligheid en jeugd zig gemakkelijker<br />

met het vlaamfche karakter verenigden.-<br />

Door dit fchrandere gedraggelukte<br />

het hem ook , dat de Graaf<br />

van Hoorn , die tot hiertoe raadfamcr<br />

geoordeeld had , de eerfte<br />

begroetingen van verre aantezien,<br />

door het goede geluk zijns vriends<br />

verleid , zig naar Brusfel liet lokken.<br />

Enigen- uit den Adel , aan welker hoofd<br />

zig EGMOND bevond, begonnen zelfs<br />

tot hunnen vorigen vrolijken levenstrant<br />

weder te keren, doch flegts half van


NEDERLANDEN. $31<br />

harten, en zonder vele navolgers te<br />

vinden. Het huis van KUILEMBURG<br />

werd onophoudelijk door een aantal<br />

menfchen beftormd, die zig daar rondom<br />

den perfoon des Stadhouders famendrongcn,<br />

en op een gelaat, dat<br />

door vrees en onrust gefpannen was,<br />

ene geleende vrolijkheid lieten fchij-<br />

nen: EGMOND in 't bijzonder nam<br />

den fchijn aan, van met een ligt<br />

hart in dit huis uit- en integaan ,<br />

onthaalde de Zonen van den Hertog ,<br />

en liet zig weder van hun onthalen.<br />

Ondcrtusfchcn overleide de Hertog<br />

, _ dat ^ zo fchoon ene gelegenheid<br />

ter uitvoering van zijn ontwerp, voor<br />

de twedemaal veelligt niet zoude<br />

weêrkomen, en ene enkelde onvoorzigtigheid<br />

genoeg was, om deze gerustheid<br />

te verdrijven , die hem dé<br />

beide flagtoffers te gelijk in handen<br />

leverde ; maar behalven deze twe moest<br />

nog HOOGSTRATEN, als de derde<br />

man, in den zelfden ftrik gevangen<br />

worden , dien hij hierom , onder een<br />

fchijnbaar voorwendfel naar de hoofdftad<br />

ontbood. Op den zelfden tijd.<br />

dat hij zig in Brusfel van de drie<br />

Graven verzekeren wilde, moest de<br />

Overfie VAN L O D R O N A te Antwerpen<br />

den Burgemeester STRALEN^<br />

enen boezemvriend des Prinfen van<br />

Oranje , en die verdagt was van de<br />

Kalvinisten te hebben begunstigd, een'<br />

ander den Geheimfchrijver en £deï-<br />

LI a<br />

III.<br />

BOEK.


III<br />

BOEK.<br />

DE^AFVAL DÊR<br />

man des Graven van Egmond, j o-<br />

HAN C AZEMBROOD VAN BECKER-<br />

ZEEL , te gelijk met enige klerken<br />

des Graven van Hoorn in hcgtenis<br />

nemen , en zig van derzelver papieren<br />

meester maken. Toen de dag daar<br />

was, welken hij tot de uitvoering<br />

van zijn ontwerp beflemd had, liet<br />

hij alle Staats-Raden en Ridders, als<br />

of hij hen over gewigtige Staatszaken<br />

te fpreken hadde , bij zig ontbieden<br />

, bij welke gelegenheid, vart<br />

den kant der Nederlanders ,- de Hertog<br />

van Aarfchöt , de Graven van<br />

Mansveld , van Barlaimont en van Aremberg,<br />

en van den Spaanfchen kant,<br />

behalven des Hertogen zonen, vi-<br />

T EL LI $ SERBELLON en IBARRA<br />

tegenwoordig waren. De jonge Graaf<br />

van Mansveld, die mede bij deze<br />

Vegadering verfcheen, kreeg van zijnen<br />

Vader enen wenk , waarop hij<br />

zig ijlings onzigtbaar maakte, en door<br />

ene fnelle vlugt het verderf ontging,<br />

dat hem, als weleer een deelgenoot<br />

van het Geuzen-verbond , over het<br />

hoofd hing. De Hertog zogt de raadpleging<br />

voorbedagtelijk te rekken, om<br />

de Boden uit Antwerpen nog eerst<br />

intewagten , die hem van het gevangennemen<br />

der overigen berigt moesten<br />

brengen. Op dat zulks te minder<br />

in 't oog mogt lopen,, moest<br />

de Ingenieur PACIOTTO bij de raadpleging<br />

tegenwoordig zijn, en hem


NEDERLANDEN. 509<br />

Je fchctfcn van enige vestingwerken HL<br />

vertonen. Eindelijk werd hem berigt, BOE IC.<br />

dat dc aanflag van LODRONA gelukkig<br />

ter uitvoer was gebragt, waarop<br />

hij de onderhandeling op ene gefchiktc<br />

wijze afbrak , en de Raden<br />

liet gaan. Nu wilde Graaf EG­<br />

MOND zig naar de Kamer van Don<br />

FERDINAND begeven, om een fpel,<br />

dat hij met hem begonnen was, te<br />

hervatten; toen de Hoofdman van<br />

's Hertogen Lijfwagt, SANCHIO VANT<br />

AVILA hem verhinderde, cn hem uit<br />

's Konings naam den degen afeischte.<br />

Op het zelfde ogenblik zag hij<br />

zig omringd van ene bende Spaanfche<br />

Soldaten , die , volgens affpraak, plotfelijk<br />

uit enen hoek voor den dag<br />

kwamen. Deze geheel pnverwagte flag<br />

trof hem dermate, dat hij voor enige<br />

ogenblikken fpraak en bezef verloor<br />

; doch welhaast herflelde hij zig,<br />

en nam zijnen degen met ene bedaarde<br />

welvoeglijkheid van de zijde.<br />

„ Dit flaal ," zeide hij , terwijl hij<br />

het den Spanjaard overgaf, „ heeft<br />

„ de zaak des Konings reeds meer-<br />

„ malen niet ongelukkig verdedigd."<br />

Ten zelfden tijde maakte een andere<br />

Spaanfche Officier zig meester van den<br />

Graaf van Hoorn , die , zonder het<br />

geringfte vermoeden van gevaar , juist<br />

naar huis wilde keren. HOORN'S eerfte<br />

vraag was naar Graaf EGMOND.<br />

Toen men hem antwoordde ,<br />

LI 3<br />

dat zijnen


III.<br />

BOEK.<br />

534 D2 AFVAL DÉR<br />

vriend op dat eigende ogenblik hel<br />

zelfde wedervoer , gaf hij zig zonder<br />

tegenftand over. „ Van hem heb<br />

„ ik mij leiden laten," riep hij uit ,<br />

„ het is billijk, dat ik ook het zclf-<br />

„ de noodlot met hem dele." Beide<br />

Graven werden in onderfcheidene vertrekken<br />

in bewaring gebragt. Terwijl<br />

dit van binnen- voorviel , was de ganfche<br />

Bezetting uitgekomen , en ftond<br />

voor het huis van KUILEMBURG in<br />

't geweer. Niemand wist, wat 'er<br />

binnen gebeurd was; een geheimvolle<br />

fchrik liep door geheel Brusfel , tot<br />

dat eindelijk het gerugt dit akelige<br />

voorval verbreidde. Dit trof alle inwoners<br />

, als of het ieder van hun<br />

zeiven wedervaren ware ; bij velen overwon<br />

het misnoegen over Egmonds<br />

blindheid, het medelijden met zijn ongeval;<br />

allen verheugden zig dat ORAN-<br />

JE ontkomen was. Ook wil men,<br />

dat de eerfte vraag van den Kardinaal<br />

GRANVELLE , toen men hem<br />

te Rome hiervan de tijding bragt,<br />

geweest was, of men den Zwijger<br />

ook in handen had. Toen dit ontkend<br />

werd , fchuddede hij zijn hoofd<br />

en zeide : ,, Dan heeft men niets,<br />

„ zo men zig den Zwijger heeft la-<br />

„ ten ontglippen." Gunstiger was het<br />

noodlot den Grave van Hoogftraten,<br />

dien het gerugt van het gebeurde nog<br />

op zijne reis naar Brusfel ter oren<br />

kwam, dewijl hij wegens onpaslijkbeid<br />

genoodzaakt was geweest lang-»


NEDERLANDEN. 535<br />

famcr te reizen. Hij keerde ogenblikkelijk<br />

te rug, en ontkwam gelukkig<br />

zijn verderf (*).<br />

m<br />

B GiEHC<br />

Terftond na de gevangenneming des<br />

Graven van Egmond, werd hem een<br />

handfchrift aan den Gouverneur van<br />

het Kasteel te Gent afgedwongen , waarin<br />

hij dezen moest gelasten , dc vesting<br />

aan den Spaanfchcn Overflen & L-<br />

ÏHONSUS VAN ULLOA overtegeven.<br />

Vervolgens werden de beide Graven,<br />

nadat zij enige weken in Brusfel ,<br />

ieder op ene afzonderlijke plaats, hadden<br />

gevangen gezeten, onder een geleide<br />

van drieduizend Spaanfche foldatcn<br />

naar Gent gevoerd , waar zy tot diep<br />

in het volgende jaar in bewaring bleven.<br />

Tevens had men zig van alle hunne<br />

brieven meester gemaakt. Velen<br />

van den eerften Adel, die zig door<br />

de geveinsde vriendelijkheid des Hertogen<br />

van Alba hadden laten misleiden<br />

om te blijven , ondergingen het<br />

zelfde lot ; en aan die geenen , welke<br />

reeds vóór 's Hertogen komst met<br />

de wapenen in de hand gevangen waren<br />

genomen , werd nu zonder verder<br />

uitftel het laatfte vonnis voltrokken.<br />

Op het gerugt van het gevangennemen<br />

van EGMOND , namen wederom<br />

bijna twintig duizend inwoners den<br />

pelgrimftaf in de hand , behalven<br />

die honderdduizend, die zig reeds in<br />

(*) V. M E T E R E N lüB. STRADA 204, 205.<br />

MEURS. Guil, Aur. 30.<br />

LI 4


III.<br />

SOEK.<br />

g3


NEDERLANDEN, 537<br />

bedelaars gelukkig , die Vaderland en III.<br />

goed hadden agtergelaten, om niets 3 O E Ka'<br />

dan het leven en de vrijheid te behouden<br />

(*).<br />

Nadat A L B A zig van de verdagte<br />

Groten had yerzekerd, was zijn eerfte<br />

ftap , de Inquifitie weder in haar<br />

vorig aanzien te hcrftcllen , dc befluiten<br />

der Trcntfche Kerkvergadering<br />

wederom te doen gelden, dc Moderatie<br />

intetrekken, en de Plakaten tegen<br />

de Ketters, met alle . derzelver<br />

vorige ftrengheid te vernieuwen (f).<br />

Het ïnqulfltiehof te Madrid had de<br />

gehele Nederlandfche Natie, Katholijken<br />

cn Ketters, welgezindcn en muitelingen<br />

, zonder onderfcheid, de eerften<br />

, om dat zij zig door daaden,<br />

en dc laatftcn om dat zij zig door nalatigheid<br />

vergrepen hadden, uitgezonderd<br />

enige weinigen , welken men zig voorbehield<br />

met name op te geven, aan<br />

G E K W E T S T E M A J E S T E I T IN D E N<br />

li O O G S T E N T R A P S C H U L D I G verklaard<br />

, en deze uitfpraak had de<br />

Koning door een openlijk vonnis bekragtigd.<br />

Hij verklaarde zig tevens aan<br />

gene zijner beloften meer gehouden,<br />

en outflagen van alle verdragen , welken<br />

de Landvoogdes in zijnen naam<br />

met het Nederiandtche Volk had aangegaan<br />

; genade was het enige regt,<br />

(*) MEURS. Guil. Aur. 40. TIIUAN 539,<br />

V. M ETE REN Io8.<br />

) MEUKs Guil.Aur. v. IIETEREN I05.<br />

LI 5


53 8<br />

DE AF VA L D ER<br />

dat zij voordaan van hem m. ten hadden. Allen , die tot<br />

9 o E K drijven van den Staatsdienaar<br />

te wag»<br />

het ver­<br />

GRAN­<br />

VELLE iets hadden toegebragt, aan<br />

het Verzoekfchrift der verbonden Ede-<br />

Jen deel gehad , of ook maar ten<br />

voordele van hetzelve gefproken hadden<br />

; allen , die tegen de Trentfche<br />

befluiten , tegen de Geloofsplakaten,<br />

of tegen de aanflelling der Bisfchoppen<br />

met een verzoek waren opgekomen<br />

; allen , die de openbare preêken<br />

toegelaten, of niet kragtdadig genoeg<br />

gehinderd; allen , die de tekens<br />

der Geuzen gedragen , Geuzenliederen<br />

gezongen, of op de ene of andere<br />

wijze hun genoegen daarover getoond<br />

; allen , die enen onroomfchen<br />

Lceraar geherbergd of verfcholen, begravenisfen<br />

van Kalvinisten bijgewoond,<br />

ofte ook maar van derzelver heimelijke<br />

famenkomflen geweten en dezelve<br />

verzwegen hadden; allen , die zig<br />

op de Privilegiën des Lands beroepen<br />

, allen eindelijk , die zig uitgelaten<br />

hadden , dat men Gode meer<br />

moest gehoorfamen, dan den menfchen;<br />

allen, zonder onderfcheid, waren<br />

in de firaf vervallen, welke door<br />

de wet tegen de misdaad van gekwetfie<br />

Hoogheid en Hoog-verraad was<br />

bepaald , en deze ftraf moest zonhr<br />

verfchoning öf genade, zonder<br />

lanmerking van rang," kunne ofte jar<br />

•en,<br />

1<br />

den nakomeling ten voórbeelde,


NEDERLANDEN. 539<br />

en tot een affchrik voor alle vol­ IIL<br />

gende tijden, naar het voorfchrift, BOEK<br />

dat men gevert zoude , aan de fchuldigen<br />

worden uitgevoerd (*). Volgens<br />

deze opgave was in alle de • Provinciën<br />

niet één onfchuldig, en den<br />

nieuwe Stadhouder was ene fchrikkelijke<br />

keus uit de gehele Natie overgelaten.<br />

Alle goederen en alle levens<br />

waren dc zijnen , en wie een<br />

van beiden , of wel beiden behield ,<br />

die cnrving hetzelve als een gefchenk<br />

van zijne grootmoedigheid en menschlievendheid.<br />

Door dezen, zo affchuwelijken<br />

als fchrander ui tgc dagten , kunstgreep,<br />

werd de Natie ontwapend, en<br />

ene vereniging der gemoederen on-<br />

. mogelijk gemaakt. Daar het namelijk<br />

alleen van 's Hertogen goeddunken afhing<br />

, aan wien hij het vonnis wilde<br />

laten uitvoeren , dat over allen,<br />

zonder onderfcheid , geveld was, zo<br />

hield elk zig ftil, om , ware het<br />

mogelijk, de aandagt des Stadhouders<br />

te ontgaan , en de dodelijke keuze<br />

tog niet op zig te doen vallen;<br />

zo ftond elk , met wien het hem<br />

behaagde ene uitzondering te maken,<br />

enigermate in zijne fchüld, en had<br />

aan hem voor zijnen perfoon ene<br />

vcrpligting, evenredig aan de waarde<br />

van leven en bezittingen. Dan daar<br />

deze ftrafoefenïng flegts over vérre het<br />

(*) VAN METEREN IO^.


III.<br />

BOEK.<br />

54Q DE AFVAL DER<br />

kleinfi-e _ gedeelte der Natie konde gaan,<br />

had hij zig dus natuurlijkerwijze van<br />

het gröotfte gedeelte door de Iterkfte<br />

banden van vrees en dankbaar?<br />

heid verzekerd ; en tegen enen,<br />

dien hij voor de flagtbank uitkoos,<br />

had hij tien anderen, welken hij voortging<br />

> voor zig gewonnen. Hij bleef<br />

ook onder Aromen bloeds, welken<br />

hij vergoot , in het geruste bezit van<br />

zijne heerfchappij , zo lang hij zig<br />

aan deze Staatskunst hield , en verfpilde<br />

dit voordeel niet eerder , dan<br />

toen gebrek aan geld hem dwong<br />

der Natie enen last opteleggen,<br />

die allen zonder uitzondering drukte<br />

(*).<br />

Doch om nu dit bloedige werk,<br />

dat dagelijks onder zijne handen toe'<br />

nam, te beter gedaan te krijgen,<br />

en uit gebrek aan werktuigen gene<br />

prooien te verliezen ; tevens om aan<br />

den anderen kant zijn gedrag onafhanklijk<br />

van de Staten te maken, met<br />

welker Privilegiën hetzelve zo ilrijdig<br />

was, en die hem over het geheel<br />

veel te menfchelijk dagten, (lelde hij<br />

een buitengewoon Geregtshof van twaalf<br />

Bloedregters aan, die naar dc voorgevallen<br />

onlusten onderzoek zouden doen a<br />

en naar den letter van het gegeven<br />

voorfchrift vonnis vellen. Reeds was de<br />

inflelling vap dit Geregtshof ene fchen-;<br />

THUAN. II. 540.


NEDERLANDEN. 54*<br />

Mg van 's Lands Vrijheden, welke<br />

uitdrukkelijk medebragten , dat geen burger<br />

buiten zijne Provincie mogt worden<br />

te regt gefield ; maar het geen deze<br />

geweldige handelwijze voltooide , was ,<br />

dat hij\ tegen de heiligfte Privilegiën<br />

des Lands, ook aan de verklaarde<br />

vijanden der Nederlandfche Vrijheid,<br />

zijne Spanjaarden, zitting en<br />

ftem daarin gaf. Hij zelf was de<br />

Voorzitter in dit Geregtshof, en op<br />

hem volgde zekere Licentiaat VAR­<br />

GAS, een Spanjaard van geboorte,<br />

die als een pest uit zijn eige<br />

Vaderland werd geweerd, waar hij<br />

ene wees, over welke hij Voogd<br />

was, verkragt had; een onbefchaamde<br />

hardnekkige booswigt , in wiem<br />

gemoed gierigheid, wellust en bloed­<br />

dorst oni den voorrang ftreden, er<br />

over wiens fnoden aart de Gefchied<br />

fchrijvers van beide Partijen overeen<br />

ftemmen (*> De voornaamfte Mcdele<br />

den waren de Graaf van Aremberg i<br />

FILIPS VAN NOIRCARMES, en KA<br />

REL VAN BARLAIMONT, welke eg<br />

ter nooit<br />

verfchenen ;<br />

in die Vergadering zij: 1<br />

ADRIAAN NICOLAI, Kar<br />

felier van Gelderland; JACOB MEES<br />

TENS en PETER ASSET, Prefider<br />

ten van Artois en Vlaanderen; ji<br />

(*) Dignum Belgico cavcinomate cultrum noei it<br />

hem MEUR s. G. A. 3*- VIGL. ad na PP; 4<br />

48. 81. v. METEREN 105.<br />

IJL<br />

BOEKs<br />

i


III.<br />

BOEK.<br />

i<br />

ru^t,<br />

H m o g 3 3 1 1 z<br />

ë<br />

a I l e<br />

en behield.<br />

Er was geen bijzondere tijd voor<br />

de zittingen bepaald ; de Raden ver-<br />

I<br />

aderden dès middags , zo dikwijls de<br />

i<br />

rlertog het goedvond. Doch reeds met<br />

i<br />

iet einde van de derde maand, be-<br />

1 ?on deze zig zeldfamer in de Verga-<br />

<<br />

lering te laten zien , en eindelijk zij­<br />

1<br />

len lieveling VARGAS zijne gehele plaats<br />

tteiraan, welke door dezen met zulk<br />

t ne affchuwelijke waardigheid bekleed<br />

X 'erd, dat in korten tijd alle de<br />

c verige leden, de gruwelen moede<br />

z ynde, van welke zy ooggetuigen en<br />

n ledehelpers moesten zyn, behalven de<br />

S paanfche Godgeleerde DEL RIO en<br />

4 2n Geheimfchryve DE LA TORRE,<br />

t de vergadering wegbleven (*). Het<br />

u<br />

542 DE A F V A L DE it<br />

KOB HE S S ELS en JOHAN DE L'A<br />

P O R T E , Raden van Gene; LODE­<br />

WYK D E L RIO, Meester in de Godgeleerdheid<br />

en een geboren Spanjaard,-<br />

JOHAN DU BOIS, Procureur Generaal<br />

des Konings, en DE LA TOR-<br />

R E , Schrijver van dit Geregtshof.<br />

Op verzoek van VIGLIUS werd de<br />

Geheime Raad van aandeel aan dit<br />

Geregtshof verfchoond; ook werd uit<br />

den Groten Raad te Mechelen niemand<br />

daartoe genomen. De Hemmen<br />

der medeleden waren alleen raadgevende<br />

, en niet beflisfende, welk laat-<br />

00 Gelijk men dan ook werkelijk vaak de<br />

vc nnisfeu tegen de voornaamfte mannen . zo als


N E D E R L A N D E N , 543<br />

gemoed word gaande, wanneer men<br />

fee» , hoe het leven der edclften<br />

en besten in de handen van Spaanfche<br />

deugnieten wierd gegeven, en<br />

hoe weinig 'er aan haperde, dat zy<br />

zelfs in de heiligdommen der Natie,<br />

in derzelver Privilegiën en Vryheidsbrievem<br />

gewroet, de zegels verbroken,<br />

en de geheimfte verbindenisfen<br />

tusfehen den Landheer en de Stenden<br />

ontheiligd en prys gegeven hadden<br />

(*><br />

Van dezen Raad van twaalven, die,<br />

volgens het oogmerk zyner inftelling,<br />

de Raad der Beroerten werd genoemd,<br />

doch wegens zyne handelwy-<br />

het doodvonnis over den Burgemeester STRA^<br />

LEN van Antwerpen, alleen door VARGAS,<br />

DEL RIO en DE LA TORRE ondertekend vindt,<br />

v. METEREN 105.<br />

(*) v. MET EREN 106. Tot een voorbeeld,<br />

met welk ene ongevoelige roekeloosheid de gewigtigfte<br />

dingen, zelfs Hitfpraken over leven er:<br />

dood, in dezen Bloedrar.d behandeld werden,<br />

kan (trekken het gene van den Raadsheer HESSELS<br />

verhaald wordt. Deze namelijk was gewoon meestentijds<br />

in de Vergadering te flapen, en wanneer<br />

de beurt aan hem gekomen was, om zijne ftem tot<br />

een doodvnnnis te geven, halfOapende uitteroepen:<br />

ad patibulum,- ad patibulum, zo- was hem dit<br />

woord op de tong beftorven. Van dezen HESSELT<br />

verdient nog gemeld te worden, dat zijne Egtgenoot,<br />

ene Nigt van den Prefldent VIGLIUS, in<br />

het Huwelijksverdrag uitdrukkelijk bedong, dat<br />

hij het droevige ampt van Procureur Generaal ,<br />

welk hij toen bekleedde, zoude nederleggen,<br />

welk hem bij de gairfche Natie gehaat maakte,<br />

VIGL. ad HOPPER. Ep. 67.<br />

lil<br />

BOEK*;


III.<br />

BOEK<br />

' DE AFVAL DER<br />

ze meer algemeen onder den naam<br />

. van Bloedraad, hem door de ver-<br />

. bitterde Nade gegeven , bekend is $<br />

Vond geenerhande herziening van Regts'gedingen,<br />

geen hoger beroep plaats.<br />

Deszelfs vonnisfen waren onveranderlyk,<br />

en hingen van gene bekragtiging<br />

af. Geen gerigt in het Land<br />

durfde zig zaken aantrekken, welke<br />

de jongfte öpfland raakten, zodat bijna<br />

alle andere Gerechtshoven Uil Honden.<br />

De grote Raad te Mechelen was<br />

zo goed als niet meer aanwezig; en<br />

het gezag van den Raad van Staten<br />

Verviel ganfchelijk, zodat deszelfs Vergaderingen<br />

ophielden. . Zelden gebeurde<br />

het , dat de Hertog met enige<br />

leden uit dé laatstgenoemde óver Staatszaken<br />

raadpleegde, en wanneer hij dit<br />

al nü en dan deed, gefchiedde zulks<br />

in zijn kabinet, in ene bijzondere<br />

onderhandeling, zonder enigerhande regtsvorm<br />

daarby in agt te nemen. Geen<br />

Privilégie , geen Vrybriéf hoe zorgvuldig<br />

ook verzegeld, kwam bij den<br />

Raad der Beroerten in aanmerking (*_).<br />

Alle oorfpronkelijke papieren en verdragen<br />

moesten aan denzelven vertoond<br />

worden,- en vaak de geweld<br />

dig-<br />

. C*) Iuzeerflegt Latijn doeg VA RVAS de Nederlandfche<br />

Vrijheid den bodem in, Non curamus<br />

vestros Privilegios, antwoordde hij enen die zich op<br />

de Voorregsen der Hoge Schoole te Leuven tegen<br />

hem wilde beroepen;


NEDERLANDEN 545<br />

diofte verfraaijing en verandering ondergaan.<br />

Wanneer de Hertog een vonnis<br />

&<br />

IIL<br />

BOEKi<br />

liet afvaardigen , dat van de Staten<br />

van Braband tegenfpraak te vrezen<br />

had, dan gold hetzelve zonder<br />

het Brabartdfche Zegel. Op de heiligftc<br />

regten der Perfonen werd inbreuk<br />

gemaakt, en een Dwingelandij<br />

zonder wedergaê drong tot in den<br />

kring des huislijken levens. Dewijl de<br />

Onroomfchen en Afvalligen tot hiertoe<br />

door huwelijksVerbindenisfen met de<br />

eerfte Familiën des Lands hunnen aanhang<br />

hadden weten te verfterken , gaf<br />

de Hertog een Bcvclfchrift uit , dat<br />

aan alle Nederlanders , van welken<br />

ftand of rang zij ook mogten zijn ,<br />

bij ftraffe aan lijf en goederen, verbood<br />

, zonder zijne voorafgaande toeftemming<br />

, een huwelijk aantegaan (*><br />

Allen , welken de Raad der beroerten<br />

goed vond voor zig te dagen<br />

, moesten voor deszelfs Vierfchaar<br />

verfchijhen ; de Geestelijkheid zo wel<br />

als de- Leken, de eerwaardigfte hoofden<br />

van dfcn Raad zo wel als de<br />

Beeldenftormers van het flegtfte gepeupel.<br />

Die niet verfehecn, gelijk<br />

bijna - niemand deed, werd gebannen,<br />

en alle deszelfs goederen verbeurd verklaard;<br />

doch wie voor deze Regtbank<br />

verfcheen, of wien men an-<br />

C*) v. METEREN io6. 107. THUAN 540.<br />

I. DEEL, Mm


54^ DE AFVAL DES.<br />

UK, dcrs in handen konde krijgen, was<br />

:. onherftelbaar verloren. Twintig , veer-<br />

- tig of vijftig werden uit éne Stad<br />

-te gelijk gedaagd , en het onweder<br />

dreigde den Rijkllen het eerst. Geringer<br />

burgers , die niets bezaten ,<br />

wat hun Vaderland en Haardfïede dierbaar<br />

voor hun kon maken , werden zonder<br />

voorafgaande dagvaarding overvallen<br />

, en in hegtenis genomen, Menig<br />

aanzienlijk Koopman , die over<br />

een vermogen van zestig tot honderdduizend<br />

guldens te befchikken had<br />

gehad, werd, gelijk het laagfie gelbuis<br />

, met de handen op den rug<br />

gebonden , aan den Haart van een<br />

paard naar de geregtsplaats gefleept :<br />

te Valenchijn werden op eenmaal ,<br />

vijf- en vijftig onthoofd. Alle gevangenis-<br />

•fen , van welke de Hertog bij het<br />

aanvaarden van zijn bewind een groot<br />

aantal nieuw had laten bouwen, ware»<br />

opgepropt met ongelukkigen; hangen<br />

, onthalfen, vierendelen , verbranden<br />

was dagelijksch werk; veel zcldfamer<br />

hoorde men van galei -ftraf of<br />

verbanning; want 'er was gene misdaad<br />

, die. té ligt gerekend wierd om<br />

met den dood geflraft te worden. Onnoemelijke<br />

geldfommen kwamen daardoor<br />

in de openbare kas , welke egter den<br />

gelddorst van den nieuwen Stadhouder<br />

en zijne hulpgenooten veelmeer gaande<br />

maakten, dan verzadigden. Zijn dol<br />

BOEI


NEDERLANDEN. 547<br />

voornemen fcheen te zjjn , de gehele<br />

Natie tot den bedelzak te brengen,<br />

en al den rijkdom des Lands in handen<br />

van den Koning en deszelfs dienaren<br />

te fpeelen. Het jaarlijkfche inkomen<br />

van deze verbeurdverklaringen<br />

Werd gefchat met de inkomften eens<br />

Ko.ningsrijks van den eerften rang gelijk<br />

te ftaan 5 men wil, dat ze<br />

den Koning , volgens ene geheel ongelooflijke<br />

opgave , tegen twintig millioenen<br />

Daalders zijn toegerekend. Doch<br />

deze handelwijze was deste onmenfchclijker<br />

, daar zij juist de vreedfaamfte<br />

onderdanen , en de regtzinnigc Katholijken<br />

, welken men niet bedoelde<br />

te befchadigen , dikwijls het gevoeligfte<br />

trof; want door dit beflag op de<br />

goederen zagen alle Schuldeifchers , die<br />

daarop aanfpraak hadden , zig te leur<br />

geftcld; alle Godshuizen en openbare<br />

geftigten , welken daarvan onderhouden<br />

werden , geraakten in verval $ en de<br />

armoede, welke voorheen ene aalmoeze<br />

daarvan getrokken had, moest deze<br />

enige bron van haar onderhoud zien<br />

uitgedroogd. Allen die het ondernamen ,<br />

hun gegrond regt op deze goederen<br />

voor den Raad der Beroerten te vervolgen<br />

, (want geen ander Geregtshof<br />

durfde zig hiermede bemoeien) "boorden<br />

zig door langwijlige kostbare pleitgedingen<br />

in den grond, en waren tot<br />

den bedelzak gebrast, vóór dat zij nQ£ Mm è<br />

&<br />

III.<br />

BOEK


m<br />

BOEK.<br />

I567.<br />

548 0E AFVAL DE1t<br />

het einde van dezelven gezien hadden<br />

(*). Van zodanig ene omkering<br />

der wetten, < van zulke geweldige aanvallen<br />

op wettigen eigendom , van zulke<br />

ene verfpilling van menfchenbloed, kan<br />

dc Gefchiedenis van befchaafde Staten<br />

bezwaarlijk meer dan een enig voorbeeld<br />

bijbrengen ; re weten dat van<br />

CINNA, SYLLA en MARIUS; maar<br />

dezen trokken als beledigde overwinnaars<br />

binnen Rome, en deden ten<br />

minsten . zonder bewimpeling, 't geen<br />

de Nederlandfche Stadhouder onder den<br />

eerwaardigen dekmantel der wetten uitvoerde.<br />

Tot op het einde des jaars vijftienhonderd<br />

zeven en zestig had men nog<br />

aan de perfoonlijke overkomst des Konings<br />

geloof geflagen , en de besten<br />

uit het Volk hadden zig tot op dit<br />

uiterfte tijdftip getroost. Nog fteeds lagen<br />

'er fchepen , welken hij uitdrukkelijk<br />

tot dat oogmerk had laten uitrusten<br />

, en de haven van Vlisfingen<br />

gereed, om hem op het eerste bevel<br />

te gemoet te zeilen; en de Stad<br />

Brusfel had alleen daarom , dat hij<br />

binnen hare muren zijn verblijf zoude<br />

nemen , hare roeftemming tot de Spaanfche<br />

bezetting gegeven. Maar ook deze<br />

hoop verdween allengs geheel, daar<br />

de Koning van het ene vierendeeljaars<br />

(*J V MET ER EN I0£


NEDERLANDEN. 549<br />

tot het andere uitftelde, en de nieuwe<br />

Stadhouder alras begon zijne voljnagt<br />

te tonen, welke minder enen<br />

voorloper van den Vorst aankondigde,<br />

dan enen met de hoogde magt bekleden<br />

Dienaar, die de komst van den<br />

Vorst zeiven geheel onnodig maakte.<br />

Om den nood der Nederlanden te voltoojen,<br />

moest nu ook nog, in den<br />

Perlbon der Landvoogdesfe, hun laatfte<br />

Befchcrmengel hen verlaten (*).<br />

Van dien tijd af namelijk, dat de<br />

uitgeftrekte volmagt van ALBA genen<br />

twijfel meer aangaande het einde van<br />

haar bewind overliet , had MARGA­<br />

REET befloten , ook den naam daarvan<br />

afteleggen. Enen lachenden Erfgenaam<br />

te zien in het bezit van eue<br />

Hoogheid, die voor haar door een<br />

negenjarig genot tot ene behoefte was<br />

geworden; enen anderen de heerlijkheid<br />

, den roem, den luister, de aanbidding<br />

, en allerlei foort van dienstbetoningen<br />

, welke het gewone gevolg<br />

der hoogfte magt zijn, te zien genieten<br />

, en te gevoelen dat gene verloren<br />

te hebben, wat zij niet vergeten<br />

kon bezeten te hebben, was meer<br />

dan ene vroulijke ziel in ftaat is te<br />

verkroppen ,• maar buiten dat was de<br />

Hertog van Alba in 't geheel niet<br />

gefchikt , om, door een befcheidcq<br />

(*) VIGL. ad HOPPER- Ep. 45,<br />

Mm 3<br />

IÏL<br />

BOEK


III.<br />

BOEK<br />

£5«> DE AFVAL DER.<br />

gebruik ^ van zijne nieuiings verkregen<br />

( Hoogheid, haar het verhes daarvan raW<br />

; der fmertelijk te maken. Zelfs de algemene<br />

orde , die door dit dubbelde<br />

hefluur in gevaar geraakte, fcheen<br />

haar dezen Hap aanteraden. Vele Stadhouders<br />

der Provinciën weigerden , zonder<br />

uitdrukkelijken last van het Hof,<br />

bevelen van den Hertog aantcnemen<br />

, en hem voor Mederegent te erkennen.<br />

De fnelle omwenteling van haar<br />

geluksrad had bij de Hovelingen niet<br />

zo zagt, zo ongemerkt kunnen toegaan<br />

, dat de Hertogin de verandering<br />

niet op het bitterfte gevoelde. Zelfs<br />

die weinigen , welke , gelijk bij voorbeeld<br />

VIGLIUS, haar ftandvastig bijbleven<br />

, deden zulks minder uit • gehegtheid<br />

aan haren perfoon, dan uit<br />

verdriet van zig nieulingen en vreemdelingen<br />

boven het hoofd geplaatst te<br />

zien, en omdat zij te hoogmoedig<br />

dagten, om onder den nieuwen Regent<br />

hunne leerjaren te herhalen (*).<br />

Verre het gröotfte gedeelte kon, bij<br />

alle aangewende moeite om den middenweg<br />

te houden, den onderfcheidenden<br />

eerbied niet verbergen, welken zij<br />

aan de opgaande Zon boven de ondergaande<br />

toebragten ; en het Koninglijke<br />

Paleis te Brusfel werd fteeds eenfamer<br />

en ftiller, naarmate het gewoel.<br />

O Y IG<br />

a b<br />

c l<br />

HOPPER. Ep. 23.. 40. 44. 45.


NEDERLANDEN. 55«<br />

aan het huis van KUILENBURG toe­ III.<br />

nam. Doch het gene de Hertogin op BOEK.<br />

het gevoeligfte trof, was het gevan­<br />

gennemen van HOORN eii EGMOND,<br />

't welk buiten haar weten, en als<br />

ware zij in 't geheel niet in de wereld<br />

geweest, eigendunkelijk door den<br />

Hertog beflotcn en uitgevoerd was. AL-<br />

B A had wel, nadat de zaak gefchied<br />

was, getragt haar te vrede te Hellen<br />

door de verklaring, dat men dit voornemen<br />

om gene andere reden voor haar<br />

had geheim gehouden , dan om bij<br />

ene zo onaangename omftandigheid haren<br />

naam te verfchonen ; maar die voorgewende<br />

kieschheid kon de wonde niet<br />

helen, die haren hoogmoed was toegebragt.<br />

Om éénmaal voor altoos diergelijke<br />

beledigingen voortekomen , waarvan<br />

de tegenwoordige waarfchijnlijk ilegts<br />

een voorbode was , zond zij haren<br />

Geheimfchrijver MACHIAVEL naar het<br />

Hof van haren Broeder, om daar met<br />

allen ernst om ontflag van hare Land<br />

voogdij te verzoeken. Dit werd haar<br />

zonder zwarigheid, doch met alle blij<br />

ken van 's Konings hoogfte agting ingewilligd;<br />

hij ftelde, zo als hij zig<br />

uitdrukte , zijn eigen voordeel en dat<br />

der Provinciën ter zijde , om aan zijne<br />

Zuster genoegen te geven. Een gefchenk<br />

van dertigduizend daalders verzelde<br />

deze toeftemming, en twintigduizend<br />

werden haar tot een jaarlijks. iu«<br />

Mm 4


III.<br />

BOEK.<br />

552 DE AFVAL DER<br />

Vomen toegelegd (*). Dadelijk hierop<br />

volgde een Brief van aanltelling voor<br />

den Hertog van Alba, waarbij hij<br />

in plaats' van de vorige Landvoogdes<br />

als Opper-Stadhouder der gezamenlijke<br />

Nederlanden met onbepaalde<br />

Vöïmagt wierd verklaard (f).<br />

Zeer gaarne had MARGAREET gezien,<br />

dat men haar vergund had, haar.<br />

bewind voor ene plegtige vergadering<br />

der Staten nederteleggen; welke begeerte<br />

zij ook den Koning niet onduidelijk<br />

te kennen gaf, zonder evenwel,<br />

het genoegen te hebben, dezelve ver-^<br />

vuld te zien. In 't algemeen beminde<br />

zij het flatige leven, en het voorbeeld<br />

(*) Dit geld febijnt egter niet zeer getroulijk<br />

betaald te zijn , zo men anders geloof mag (laan<br />

aan zeker gefebrift , dat nog bij haar leven in<br />

druk uitkwam, filet voert ten tijtel: Discours<br />

fur la blesfure de Monfeigneur , Prince (TOrange<br />

1582. zonder naam van de plaats, waar het.<br />

gedrukt is, en wordt gevonden in de Keurvorstelijke<br />

Boekerij te Dresden.) Volgens dit berigt<br />

Kwijnde zij te Namen in ellende, zo flegt<br />

onderfteund door haren Zoon (toen Gouverneur<br />

«Ier Nederlanden) da. haar Geheimfchrijver A 1. s-<br />

B RAND IN aelf haar verblijf aldaar ene ballingfchap<br />

noemt. Maar voegt de Schrijver daarbij<br />

, wat kon zij beter verwagteh van enen Zoon,<br />

die toén hij, nog zeer jong zijnde,haar te Brusfel<br />

bezogt, agter. haren rug de tong tegen haar uitftak?.<br />

(t) STRADA 206. 207. 2o!5. MEURS. G. A„<br />

40. THUAN, 53p. VIGL. ad HOPPER. E. 40,'


NEDERLANDEN. 553<br />

van den Keizer haren vader, die in<br />

deze zelfde ftad het buitengewone<br />

fchoufpel van zijnen plegcigen afftand<br />

van de kroon gegeven had, fcheen<br />

ongemeen veel bekoorlijks voor haar<br />

te hebben. Daar zij Du tog het op7<br />

perbewind moest laten varen, was ten<br />

minfte de begeerte, om dezen ftap<br />

met allen mogelijken luister te doen,<br />

zeer wel in haar te verfcbonen; en<br />

daar zij buiten dat wel gemerkt had,<br />

hoe zeer de algemeene haat tegen<br />

den Hertog haar ten. voordele had<br />

geftrekt, zag zij een vleiend, aandoenlijk<br />

toneel te gemoet. Zij had zoo<br />

gaarne dc tranen der Nederlanderen<br />

over hunne goede Landvoogdes zien<br />

vioejen , zo gaarne ook dc hare daarbij<br />

geftort, en onder het algemene<br />

medelijden zoude zij zagter van den troon<br />

zijn geftcgen. Hoe weinig zij ook, gedurende<br />

haar negenjaarig beftuur gedaan<br />

hadde., om de algemene genegenheid<br />

te verdienen, toen het geluk<br />

. haar nog aanlachte, en de gunst<br />

van haren Heer het deel was van<br />

alle hare wenfehen ; zo vele waardij<br />

had zulks tans in hare ogen, dewijl<br />

dit het enigfte was, dat haar voor de<br />

teleurftelling van hare overige verwagtingen<br />

enige vergoeding kon geven; en<br />

gaarne zou zij zig zeiven hebben wijsgemaakt,<br />

dat zij een vrijwillig offer<br />

van haar goed hart en hare mensch-<br />

Mm 5<br />

III.<br />

B O EK.


m.<br />

DOEK.<br />

554 DE AFVAL DER<br />

lievende gezindheid voor de Neder*<br />

landen was geworden.. Dan daar de<br />

Koning in 't minfte niet gezind was<br />

Zig in gevaar van ene zamenrotting<br />

der Natie te ftellen, om aan ene<br />

gril van zijne Zuster te voldoen, moest<br />

zij zig met een fchriftelijk affcheid<br />

van de Staten vergenoegen, waarin zij<br />

haar gehele beftuur doorliep, alle zwarigheden,<br />

met welken zij had moeten<br />

worftelen , alle onheilen, welke zij<br />

•door hare fchranderheid had verhoed,<br />

niet zonder grootfpraak optelde, en eindelijk<br />

daarmede befloot, dat zij een<br />

voleindigd werk agterliet, en haren opvolger<br />

niets dan het ftraffen der fchuldigen<br />

had over te dragen. Dit zelfde<br />

moest ook de Koning herhaalde reizen<br />

van haar horen, en 'er werd<br />

niets gefpaard, om den roem te verhinderen<br />

, welken de voorfpoed des<br />

Hertogs hem onverdiend verwerven mog-r<br />

ten. Hare eigene verdiende leide zij<br />

als iets ontwijffelbaars, maar tevens als<br />

enen last, die haar zedigheid drukte,<br />

aan de voeten des Konings neder (*).<br />

De onpartijdige nakomelingfchap zoude<br />

evenwel zwarigheid kunnen ma-?<br />

ken , om dit gunftige oordeel onbepaald<br />

te onderfchrijven: wanneer zelfs<br />

de vereenigde ftem van hare tijdgenoten,<br />

wanneer het getuigenisfe der Neder-<br />

(*) MEURS G, A. 40. STRADA 207, 20«L


NEDERLANDEN. 555<br />

fanders zelve dit bevestigde , zoude<br />

evenwel enen derden het regt niet<br />

benomen zijn, om hetzelve nog nader<br />

ter toetfe te brengen.' Het goedhartige<br />

en ligt beweeglijke fchepfel,<br />

de mensch , is maar alte zeer geneigd,<br />

om zich een gebrek minder voor ene<br />

deugd meerder toe te rekenen, en onder<br />

den druk van een tegenwoordig kwaad<br />

het voorledene te prijzen. Het gehele<br />

vermogen van haat en verfoejing bij<br />

de Nederlanders fcheen zig aan den<br />

Spaanfchen naam te hebben uitgeput;<br />

de Landvoogdes als hoofdoorzaak van<br />

enig kwaad te befchuldigen, was zo><br />

veel, als den Koning en zijne dienaren<br />

van vervloekingen te ontlasten, welken<br />

men hun liever alleen en geheel<br />

gunde; en het beftuur van ALBA in<br />

de Nederlanden Was zekerlijk het regte<br />

Itandpunt niet, om de verdienften zijner<br />

Voorgangeren te onderzoeken. Het<br />

was in 'tgeheel gene gemakkelijke zaak,<br />

aan de vcrwagtingen des Konings te<br />

beantwoorden, zonder- de regten des<br />

Nederlandfchen volks en de pligten<br />

der menfchelijkheid te fchenden; maar<br />

in enen ftrijd met dezen twe tegengeltelde<br />

pligten had MARGAREET genen<br />

van beiden vervuld, en de Natie<br />

baarblijkelijk te veel nadeel ge<br />

daan, om den Koning te weinig voordcel<br />

aantebrengen. Het is waar,<br />

zij bragt eindelijk de Protestantfche<br />

III.<br />

SOEK,


III.<br />

BOEK.<br />

55* DE AFVAL DER<br />

partij onder, maar de toevaliige uit-,<br />

bersting van den Beeldenstorm deed<br />

haar daarbij groter dienden, dan har<br />

re gehele Staatkunde. Door hare fchranderhtid<br />

verbrak zif wel het verbond<br />

der Edelen, maar dit deed zij, toen<br />

reeds inwendige twedragt den dodelijken<br />

ilag aan deszelfs wortel had<br />

toegebragt. Dat gene, waaraan hare<br />

ftaatkunde zig jaren lang had uitgeput,<br />

werd door ene eukelde werving<br />

van krijgsvolk, die haar uit Madrid<br />

bevolen was , tot ftand gebragt. Zij<br />

liet den Hertog het land in rust over;<br />

maar niemand kan ontkennen, dat de<br />

vrees voor zijne komst het meeste<br />

daartoe had gedaan. Door hare bcrigten<br />

misleidde zij het kabinet van<br />

Spanje, omdat zij hetzelve nooit de<br />

kwaal, maar alleen de toevallen, nooit<br />

den geest en de taal der Natie ,<br />

maar alleen de buitenfporigheden der<br />

partije bekend maakte. Haar gebrekkig<br />

beduur vervoerde het Volk tot wanbedrijven,<br />

dewijl zij verbitterde, zonder<br />

genoegfaam aftefchrikken; zij haalde<br />

den verderflijken Hertog van Aiba<br />

in het Land, omdac zij den Koning<br />

in den waan had gebragt, dat<br />

de beroerten in de Nederlanden minder<br />

aan de hardheid van zijne verordeningen,<br />

dan aan ongenoegfaamheid van<br />

het werktuig, waaraan hij derzelver uitvoering<br />

had toevertroud, was toete-


NEDERLANDEN 1<br />

. 55/<br />

fchrijven. MARGAREET bezat bekwaam­ iir.<br />

heid genoeg , om ene geleerde Staats­ i o E KV<br />

kunst in een regelmatig geval op ene<br />

gepaste wijze te gebruiken ; maar het<br />

haperde haar aan fcheppingskragt, om<br />

voor een nicu en buitengewoon geval<br />

enen nieuwen ftaatsregel uittevinden,<br />

of van enen ouden met verftand<br />

aftegaan. In een Land waar de<br />

fchranderfie ftaatkunde in opregtheid belfond,<br />

had zij den ongelukkigen inval,<br />

om hare bedrieglijke Italiaanfche ftaatkunde<br />

te oefenen, en zaaide daardoor een<br />

verderflijk wantrouwen in de gemoederen.<br />

De infchiklijkheid, die haar zo<br />

gulhartig tot verdienften wordt aangerekend,<br />

had zij zig door den kloeken tcgenftand<br />

der Natie , uit zwakheid en lafhartigheid<br />

laten afdwingen; nimmer zou<br />

zij uit eigen beweging zig boven den<br />

letter der Koninglijke bevelen verheven,<br />

nimmer den barbaarfchen zin van<br />

haren last uit eigene lofwaardige menschlievendheid<br />

anders hebben opgevat. Zelfs<br />

die weinige vergunningen, waartoe de<br />

nood haar dwong, gaf zy met ene bevende<br />

terug trekkende hand,als haddezijgefchroomd<br />

te veel te geven; cn' zij verloor<br />

de vrugt van hare weldaden, omdat<br />

zij dezelve met ene laaghartige zuinigheid<br />

beknibbelde. Het gene zij te<br />

weinig was in hare gehele overige<br />

leven , was zij te veel op den troon,<br />

een Vrou. Het ftond in hare magt,


DE AFVAL DER NEDERLANDEN.<br />

til. na het vertrek van GRANVELLE \<br />

HOEK. de weldoenfter des Nederlandfchen Volks<br />

te worden; maar zij is het niet geworden.<br />

Haar hoogfte goed was de<br />

gunst des Konings, haar hoogfte ongeluk<br />

zijn misnoegen. Bij alle voorregten<br />

van haren geest, blijft zij een gemeen<br />

fchepfel, omdat haar hart den Adel<br />

miste. Met veel gematigdheid oefende<br />

zij ene droevige magt, en bevlekte<br />

hare regering door gene willekeurige<br />

wreedheid; ja, hadde het<br />

J geftaan , zij zoude fteeds<br />

aan haar<br />

menschlievend<br />

gehandeld hebben. Lang nader­<br />

j hand, toen haar Afgod, FILIPS II.<br />

] haar reeds vergeten had , hield het<br />

3 Nederlandfche Volk hare gedagtenis-<br />

i fe nog in eere ; maar zij ver­<br />

t diende op verre na den roem nietj<br />

i welken de onmenschlijkheid van ha­<br />

ï ren opvolger rondom haar heeft ver­<br />

t breid. Zij verliet Brusfel tegen het<br />

t einde van Loumaand des jaars vijftien­<br />

ï honderd zeven- en zestig ^ en werd door<br />

c Jen Hertog tot aan de grenzen van<br />

2 Braband uitgeleid, welke haar hier onier<br />

de befcherming des Graven van<br />

3 MANSVELD verliet, om deste fpoe-<br />

i liger naar de Hoofdftad wedertekeren ,-<br />

c :n zig aan het Nederlandfche Volk<br />

V •oordaan als Regent alléén te vertonen.-<br />

•Einde van het eerfte Deck

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!