You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
D E<br />
A F V A L<br />
."DER<br />
NEDERLANDEN.
268 LM<br />
G E S C H I E D E N I S<br />
V A N D E N<br />
A F V A L<br />
D E R<br />
V E R E E N I G D E<br />
NEDERLANDEN<br />
V A N DE<br />
SPAANSCHE REGERING,<br />
UIT HET HOOGDUITSCH<br />
V A N<br />
FREDRIK SCHILLER.<br />
( Dienende tot opheldering van dit vak in de<br />
Viderlandfche Historie, )<br />
E E R S T E D E E L .<br />
*<br />
TE AMSTERDAM, BY<br />
JOHANNES ALLART.<br />
MDCCX.CI.
GESCHIEDENIS<br />
VAN DEN<br />
A F V A L<br />
DER<br />
[VERENIGDE NEDERLANDEN;<br />
SPAANSCHE REGERING.<br />
E E R S T E BOEK.<br />
I N L E I D I N G .<br />
Onder de merkwaardige gebeurenisfen, I.<br />
welke de Zestiende Ecu zo zeer boven BOEK.<br />
andere hebben doen uitblinken, verdient, »<br />
mijns bedunkens, de Grondvesting der<br />
Nederlandfche Vrijheid een aanzienlijke<br />
plaats. Immers, indien de fchitterende<br />
daden van eergierigheid en verderflijke<br />
heerschzügt regtmatige aanfpraak óp onze<br />
verwondering hebben, hoe veel meer dan<br />
ene gebeurenis, waarin men de verdrukte<br />
mcnfchclijkheid ziet worftelen om hare<br />
edellte regten te befchermen; terwijl mef<br />
I. DEEL. A<br />
VAN DE
ï.<br />
BOEK.<br />
fl DE AFVAL DEft,<br />
de goede zaak zig ongewone kragten ver«<br />
enigen, en de hulpmiddelen van beradeii<br />
wanhoop over de gedugte kunften der<br />
dwingelandij in enen ongelrjken ftrijd zegevierem<br />
Groot en bemoedigend is het<br />
gedagt, dat 'er tegen de trotfchc aanmatigingen<br />
van Vorstelijke magt eindelijk nog<br />
ene hulp voorhanden is 5 dat derzelver<br />
best overlegde ontwerpen tegen de menfchelijke<br />
vrijheid in duigen kunnen fpatten;<br />
dat een kloekmoedige tegenftand den<br />
opgeheven arm eens Geweldenaars kan<br />
doen bukken, en manlijke Itandvastigheid<br />
deszelfs fchriklijke hulpmiddelen ten laat*<br />
•ften uitputten. Nooit trof mij deze waarheid<br />
zo levendig r als bij de Gefchiedenis<br />
van dien gedenkwaardigen Opfland, waardoor<br />
de Verenigde Nederlanden voor altoos<br />
van de Spaanfche Kroon wierden afgefcheurd;<br />
en het fcheen mij wel der 7<br />
moeite waardig te beproeven , dit fchone<br />
gedenkteken van burgerlijke kragt voor<br />
het oog der wereld op te rigten ; ten<br />
einde in het hart mijner Lezeren een aangenaam<br />
gevoel van zig zeiven te verwekken<br />
, en een nieu, onwedeifpreeklijk bewijs<br />
aan den dag te brengen , wat menfchen<br />
voor de goede zaak durven wagen.,<br />
en door eendragt in ftaat zijn uit te voeten.<br />
't Is geenszins het buitengewone,. of<br />
het eigenlijk zo genoemde heldhaftige dezer<br />
gebeurenis, dat mij noopte om dezelve<br />
te befchrijven. De Jaarboeken<br />
des menschdoms hebben ons meer ondeï~
KEDÉRLANDrER 5<br />
nemingen van dien aart nagelaten, welke<br />
zig in den aanleg nog ftouter, en in<br />
de uitvoering nog glansrijker vertonen.<br />
Men zag meer dan énen Staat met enen<br />
gedugten flag nederploffcn , en andere<br />
met ene verheven vlugt oprijzen; Men<br />
verwagte hier ook gene van die zeldfame,<br />
reusagtige menfchen, gene dier ver-<br />
Dazende daden, welke in de Gefchiedenis<br />
van vroeger tijden zo menigvuldig<br />
Voorkomen. Die tijden zijn geweest;<br />
zulke menfchen zyn 'er niet meer. In<br />
den zagten fchoot der bcfchaafdheid zijn<br />
die kragtcn in flaap geraakt ^ welke in die<br />
oude tijden werkten, en voor dezelve<br />
noodzakelijk waren. Met vernederende<br />
verwondering btfchonwcn wij tans die<br />
reuzen-beelden, even als een verzwakte<br />
grijzaart de manlijke oefeningen der jeugd<br />
tóchout. Maar zo is het niet gelegen<br />
met de Gebeurenis, waarvan wij fpreken*<br />
Her Volk, dat wij hier op het toneeJ<br />
zien verfchijnen, was het vrcedfaamfte<br />
•cart den aardbodem, en minder, dan alle<br />
zijne naburen, vatbaar voor dien heldengeest<br />
, die zelfs aan de geringfte bedrijven<br />
een verhevener vlugt geeft. De<br />
nooddwang der omftandigheden deed het<br />
zijn eigen kragt gevoelen , en voor<br />
enen rijd ene grootheid aannemen,<br />
welke het anders niet zoüde gehad<br />
hebben, en .mogelijk nimmer zal wederkrijgen.<br />
De kragt derhalven, waarmede<br />
hetzelve gewerkt heeft, is onder<br />
«ns niet verloren; de gelukkige uitflagy<br />
A *<br />
t<br />
BOEK,
4 DE AFVAL DER<br />
l waarmede deszelfs hachlijke onderneming<br />
6 O EK. bekroond wierd, is ook ons niet ontzegd,<br />
wanneer eens zulke tijden wederkeerden,<br />
en gelijke omftandigheden ons tot gelijke<br />
daden riepen. Het is dus juist het mangel<br />
aan heldengrootheid, welk deze Gebeurenis<br />
bijzonder en leerzaam doet zijn;<br />
en daar anderen hun werk 'er van maken<br />
, om de overmagt van het vernuft<br />
boven het geval te betogen, heb ik<br />
mij voorgefteld een tafereel op te han-*<br />
gen, waarin de nood aan het vernuft leven<br />
gaf, en het geval helden vormde.<br />
Had men ooit vrijheid, om in menfchelijke<br />
zaken ene hoger Voorzienigheid<br />
te brengen, men had die zekerlijk<br />
bij deze gefchiedenis: zo zeer fchijnt<br />
dezelve tegen alle rede en tegen alle<br />
ondervinding aan te lopen. FILIPS DE<br />
T w E D E , de magrigfle Vorst van zijnen<br />
tijd; wiens gedugte overmagt geheel Europa<br />
dreigde te verflinden ; wiens fchatten<br />
den verenigden rijkdom van • alle<br />
Christen - Mogendheden overtroffen; wiens<br />
vloten in alle zcën het meeflerfchap voerden<br />
; — een Vorst, aan wiens gevaarlijke<br />
oogmerken talrijke legers ten dienfte<br />
tonden; legers, welke door lange en<br />
bloedige oorlogen, en door ene Romein-<br />
"che krijgstugt gehard, door enen geest<br />
/an volks - hoogmoed gedreven , en door<br />
i le herinnering aan behaalde overwinnin<br />
I gen aangefpoord, op eer en buit vlam-<br />
» len , en zig onder den ondernemenden<br />
;eest van hunne. Hoofden als gedienfiige<br />
i
NEDERLANDEN. S<br />
leden beweegden: — deze gedugte Vorst,<br />
onveranderlijk overgegeven aan één halftarrig<br />
, voornemen ; aan éne onderneming,<br />
die den rustelozen arbeid van zijne<br />
gehele regering uitmaakte; en alle deze<br />
fchrikbarende middelen op een enig<br />
doel gerigt, 't welk hij nogtans ten laatften<br />
, aan den avond yan zijn leven, zonder<br />
het bereikt te hebben , moet opgeven!<br />
— Dezen FILIPS DE TWEDE zien<br />
wij met ene zwakke Natie in enen oorlog,<br />
welken hij niet kan ten einde brengen.<br />
En met welk ene Natie? Hier, een<br />
vredelievend Volk van Visfchers en Herders,<br />
neêrgezeten in enen vergeten hoek van<br />
Europa, welken het met grote moeite<br />
den golven ontweldigd heeft; een volk,<br />
voor welk de Zee zijn beftaan, zijn rijkdom<br />
, en zijne plaag is; welks hoogde<br />
goed zijne vrijwillige armoede, welks<br />
roem zijne deugd is. Daar, een goedaartig,<br />
befchaafd , handeldryvcnd Volk,<br />
in ruimte levende van de welige vrugten<br />
ener gezegende vlijt; wakende voor wetten<br />
, welke hunne weldocnfters waren.<br />
Te midden van de gelukkige rust des<br />
voorfpoeds begeven zij zich buiten den<br />
kleinen kring hunner behoeften , en beginnen<br />
naar hoger voldoening te haken.<br />
De nieuwe waarheid, welke tans over Europa<br />
begon op te dagen, fchiet enen<br />
yrugtbaarmakenden ftraal in deze gunstige<br />
lugtftreck, en met blijdfehap ontvangt<br />
de vrije burger het licht, waarvoor<br />
onderdrukte , treurige Haven zig verfchui»<br />
A 3<br />
I.<br />
BOEK.
6 DE AFVAL DER.<br />
t len. Een losfe vrolijkheid, veelal her<br />
flOEK. gevolg van overvloed en vrijheid, noopc<br />
hen om het gezag van verjaarde begrippen<br />
te toetfen , en enen fchandelijken keten<br />
te verbreken. De harde tugtroede<br />
der Dwingelandij wankt boven hunne hoofden<br />
; een willekeurig geweld dreigt de<br />
grondzuilen van hun geluk om ver te<br />
fmijten; hij, die de Handhaver hunner<br />
wetten moest zijn, wordt hun Tijran.<br />
Eenvoudig in hunne ftaatkunde, zo wel<br />
als in hunne zeden, durven zy het wagen<br />
Dm zig op een verouderd verdrag te beroepen,<br />
en den Heer der beide Indien om<br />
bet regt der Natuur aan te fpreken. Een<br />
ïaam beflist de geheele uitkomst der dingen.<br />
Men noemde te Madrid oproer,<br />
vat te Brusfel flegts ene wettige handelvijze<br />
heette : de bezwaren van Braband<br />
'orderden enen wijzen Staatsman tot middeaar;<br />
FILIPS DE TWEDE zond enen beul;<br />
n daarmede werd het teken tot den oor-,<br />
3g gegeven. Een dwingelandij zonder<br />
*\ oorbeeld tast leven en bezittingen aan.<br />
1 )e wanhopige burger , wien flegts tusf<br />
:hen twe zoorten van dood de keus werd<br />
É elaten, kiest den edelen dood op het<br />
1 agveld. Een welvarend, vrolijk Volk<br />
E emint den vrede, maar het wordt oori<<br />
)gzugtig, wanneer het arm wordt. Het<br />
b ekommert zig nu niet langer om een iev<br />
:n, dat alles, wat begerenswaardig is,<br />
JT oet derven. De woede des oproers flaat<br />
O' rer tot in de verst afgelegen gewesten;<br />
«del en verkering Haan ffilj de fchepe*<br />
5i;
NEDERLANDEN. ?<br />
^ontwijken de havens; de handwerksman<br />
yerlaat zijn werkplaats, de landman de<br />
verwoeste velden. Duizenden nemen de<br />
vlugt naar vreemde landen ; duizenden<br />
laten hun leven op het moordfchavot,<br />
en nieuwe duizenden vervangen dezelven:<br />
Godlijk tog moet ene leer zijn , waarvoor<br />
men zo rustig kan fterven. 'Er ontbreekt<br />
nu nog de laatfte hand, om het werk<br />
te voltoojen : de verlichte, ondernemendegeest,<br />
welke met dit gewigtige tijdftip<br />
weet voordeel te doen, en de vrugt van<br />
?<br />
t geval tQt een plan van wijsheid ce<br />
vormen.<br />
WILLEM, DE ZWIJGER, een twede<br />
MÜTUS, trekt zig de grote zaak der Vrijheid<br />
aan. Boven een vreesagtig eigenbelang<br />
verheven, zegt hij den troon alle ftrafbaare<br />
pligten op; ontdoet zig van den luister<br />
zijns Vorftelijken rangs; vernedert zig tot<br />
ene vrijwillige armoede, en is niets meer<br />
*lan een Burger der Wereld. Pe goede<br />
zaak wordt aan den hachlijken kans des<br />
oorlogs gewaagd: maar een opgeraapte<br />
hoop huurelingen is tegen de gedugte aanvallen<br />
ener geoefende krijgsmagt niet heiland.<br />
Twemaal voert hij zijne moedeloze<br />
benden tegen den Dwingeland aan 3<br />
twemaal begeven zij hem; maar zijn moed<br />
begeeft hem niet. FILIPS zendt hem<br />
telkens zo veel verfterking toe , als zij<br />
ne gruwelijke fchraapzugt bedelaars maakt,<br />
Ballingen, uit hun vaderland gevlugt, zoe<<br />
ken een ander vaderland ter zee, en verzadiging<br />
van wraak en honger ann de,<br />
A 4<br />
1.<br />
EOEICo
t<br />
8 DE AFVAL DER<br />
fchepen van hunnen vijand. Weldra wor<br />
TOEK den Zeefchuimers in Zeehelden hervormd-<br />
, uit eenen hoop Rooffchcpen ontflaat een<br />
Zeemagt; en uit Moerasfen verheft zig<br />
ene Republiek. Zeven Gewesten verbreken<br />
te gelijk hunne banden , en maken<br />
enen nieuwen jeugdigen Staat uit,<br />
magtig door eendragt, door zijne wateren<br />
en door wanhoop. Een plegtige uitfpraak<br />
der Natie ontzet den Dwingeland<br />
van den troon ; de Spaanfche naam verdwijnt<br />
uit alle wetten. Nu is 'er een<br />
ftap gedaan, waarvoor gene vergiffenis<br />
meer te vinden is; de nieuwe Republiek<br />
wordt gedugt, om dat zij niet weder te<br />
rug kan gaan. Partijfchappen rukken hare<br />
banden los ; zelfs haar vreeslijk element,<br />
de Zee, met haren Onderdrukker<br />
als t ware zamenfpannende , dreigt<br />
Jaar zwak begin enen vroegtijdigen on-<br />
( iergang. Zij gevoelt hare kragten voor<br />
'< le overmagt haars Vijands bezwijken , en<br />
1 verpt zig biddende neder voor de mag.<br />
\ igfte Tronen van Europa, om ene op-<br />
1 >ermagt weg te fchenken, welke zij niet<br />
m befchermen. Na vele vrugteloze aan<br />
1 keken, (zo veragtelijk was deze Repu-<br />
»hek m hare opkomst, dat zelfs de heb-<br />
l ugt van andere Koningen die jonge<br />
»loem verfmaadde,) gelukt het haar ein-<br />
l elijk , hare gevaarlijke Kroon enen<br />
t Vreemdeling op te dringen. Nieuwe ftra-<br />
! ;n van hoop beuren haren kwijnenden<br />
I i©ed weder op: maar het noodlot gaf<br />
r aar in dezen nieuwen Landsvader enen<br />
i
NEDERLANDEN, 9<br />
Verrader; en in den dringendften nood,<br />
terwijl de onverbidlijke vijand voor de<br />
poorten Is, tast KAREL VAN ANJOU de<br />
vrijheid aan, tot welker befcherming hij<br />
was ingeroepen. Daarceboven wordt door<br />
een moorddadige hand de Stuurman van<br />
het roer gerukt. Nu fchijnt haar noodlot<br />
beflist; in WILLEM VAN ORANJE haar<br />
enige Schuts-Engel verloren: maar het<br />
fchip vliegt tegen den itorm in , en heeft<br />
des Stuurmans hulpe niet meer nodig.<br />
FILIPS ziet de vrugt verloren van ene<br />
daad, welke hem zijn Vorflelijke eer<br />
kostte , en misfchien niet weinig de hei.<br />
melijke trotschheid van zijn gemoed<br />
vernederde. Hardnekkig en met enen<br />
twijfelagtigen uitflag worftelt de Vrijheid<br />
met de Dwingelandij; 'er vallen bloedige<br />
veldflagen voor; een edele rij van Hek<br />
den vervangt elkander op het veld der<br />
eer; Vlaanderen en Braband waren de<br />
fchool, welke voor de volgende eeuwen<br />
veldheren kweekte. Een langdurige verderflijke<br />
oorlog verwoestte den zegen der<br />
velden ; overwinnaar en overwonnenen<br />
vernielden elkander, terwijl de opkomende<br />
Water-Staat de vlugtende nijverheid in<br />
zijnen fchoot lokte, en op de puinhopen<br />
zijner naburen het heerlijke gebou zijner<br />
grootheid vestigde. Veertig jaren duurde<br />
een oorlog, wiens gelukkig einde het<br />
dervend oog van FILIPS niet verheugde; die<br />
een Paradijs in Europa vernielde, en uit<br />
deszelfs puinhopen een ander deed opkomen;<br />
die den bloem der krijgshaftige<br />
A 5<br />
r.<br />
BOEK,
I.<br />
BOEK.<br />
I© DL' AFVAL DEK.<br />
jeugd bedorf, een geheel wereld-deel verrijkte<br />
, en den bezitter van het goudrijke<br />
Peru arm maakte. Deze Vorst, welke,<br />
.zonder zijn land te drukken, negen honderd<br />
tonnen gouds jaarlijks konde verfpillen;<br />
die nog veel meer door de kunften der<br />
dwingelandij afperste; bezwaarde zijn ontvolkt<br />
land met een fchuld van honderd en<br />
veertig millioenen dukaten. Een onverzoenlijke<br />
haat tegen de vrijheid ver-<br />
flond alle die fchatten, en krenkte nutteloos<br />
zijn Koninglijk leven ; maai -<br />
de<br />
Hervorming groeide aan onder de verwoestingen<br />
van zijn zwaard, en de nieuwe<br />
Republiek Hak uit burgerbloed hare<br />
zegevanen om hoog. Deze ongewone<br />
zwaai der dingen fchijnt zeer nabij<br />
aan een wonder te komen; doch vele<br />
omftandigheden liepen 'er te zamen, om<br />
de magt des Konings te fnuiken, en de<br />
opkomst van den nieuwen Staat te begunfti*<br />
gen. Ware het gehele gewigt van zijne<br />
magt op de Verenigde Gewesten nedergeftort,<br />
het zonde met hunnen Godsdienst<br />
en hunne Vrijheid gedaan zijn geweest.<br />
Doch zijne eigene eergierigheid kwam hunne<br />
zwakheid te hulp, daar deeze hein noodzaakte<br />
zijne magt te verdelen. Door de kostba?<br />
re ftaatkunde, om in alle Kabinetten van<br />
Europa verfpieders te onderhouden ; door<br />
het onderfteunen van de Franfcbe Ligue;<br />
door den opffand der Moren in Granada;<br />
de Verovering van Portugal, en den bon<br />
?an het pragtige Eskuriaal, werden zij*<br />
AS, zo het fcheen, onmetelijke fchattea
NEDERLANDEN. ft<br />
aitgeput, 't welk hem buiten ftaat ftelde<br />
om niet ernst en nadruk in het veld te E<br />
handelen. De Duitfche en ltaliaanfche „<br />
krijgsbenden, welke zig alleen op hoop<br />
van buit onder zijne banieren hadden begeven<br />
, floegen aan het muiten, omdat<br />
men ophield met haar te betalen, en<br />
verlieten troulooslijk hunnen Veldheer in<br />
het beflisfende ogenblik , toen zij hem van<br />
dienst moesten zijn. Deze gedugte werktuigen<br />
der onderdrukking keerden nu<br />
hunne gevaarlijke magt tegen hem zclvai,<br />
en woedden vijandlijk in die Gewesten<br />
, welke hem getrou gebleven waren.<br />
De ongelukkige uitrusting tegen Groot-<br />
Bnttanje , waaraan hij, als een dolle fpeïer,<br />
het gehele vermogen van zijn Rijk<br />
Waagde , voltooide zijne verzwakking ;<br />
niet de Onvcrwinnelijke Vloot gingen de<br />
fchattingen der beide Indien , en de kern<br />
der Spaanfche Kri'gsmagt verloren.<br />
Dog juist naarmate dat de Spaanfche<br />
magt verzwakte , nam de Republiek toe<br />
in kragt en bloei, Het verlies, welk de<br />
nieuwe Godsdienst, de dwingelandij der<br />
Inquifitie, de woedende roofzugt der<br />
zoldaten , de verwoestingen van enen<br />
langdurigen oorlog , onophoudelijk in<br />
Braband , Vlaanderen en Henegouwen,<br />
de wapenplaatfcn en voorraadkamers van<br />
dezen kostbaren Oorlog, veroorzaakten,<br />
maakte het natuurlijkerwijze van jaar<br />
tot jaar bezwaarlijker, de legermagt te<br />
onderhouden en aan te vullen. De<br />
Katholijke Nederlanden hadden reeds een<br />
sniUioen burgers verloren, en de plat-<br />
g<br />
OEIC,
SOEK<br />
13 DE AFVAL DER<br />
getrapte velden verfchaften geen onderhoud<br />
meer aan hunne bouwers. Span-<br />
, je zelf kon weinig volk meer leveren.<br />
Dit Land, fchielijk tot voorfpoed op.<br />
genegen, waarvan ledigheid een gevolg<br />
was, had zeer veel in zijne bevolking<br />
geleden, en kon de verzendingen van men.<br />
fchen naar de Nieuwe Wereld en de Nederlanden<br />
niet lang uithouden. Weinigen<br />
van deze menfchen zagen hun Vaderland<br />
weder ; en deze weinigen hadden hetzelve<br />
als jongelingen verlaten, en kwamen<br />
nu als verzwakte grijzaarts weder. Het<br />
goud, gemener geworden, maakte de zolda.<br />
ten fteeds duurder. De hand over hand toenemende<br />
bekoorelijkheid der weelde maakte<br />
de tegengeftelde deugden fchaarfer. Ge.<br />
heel anders was het met de Nederlanders<br />
gelegen. Alle die duizenden, welken de<br />
wreedheid van 'sKonings Stadhouder uit<br />
de Zuidelijke Nederlanden, de vervolging<br />
der Hugenoten uit Frankryk , en de gewetensdwang<br />
uit andere landen van Euro.<br />
pa verdreyen, kwamen tot hun over. De<br />
gantfche Christen-wereld was hunne werf.<br />
plaats. De geestdrijverij zo wel van den<br />
vervolger, als van de vervolgden, werkte<br />
hun in de handen. De geestvervoeren.<br />
de drift ener nieu verkondigde Leer, de<br />
wraakzugt, de honger en de wanhoop<br />
trokken uit alle oorden van Europa geluk,<br />
zoekers onder hunne banieren. Alles,<br />
wat voor de Nieuwe Leer gewonnen was;<br />
wat van overheerfching geleden, of in<br />
het toekomende daarvoor te vreezen had,<br />
was ene wezenlijke aanwinst voor deze
NEDERLANDEN.<br />
nieuwe Republiek. Elke mishandeling, I.<br />
van enen Dwingeland geleden, gaf het BOEK.'<br />
Burgerregt in Holland. Alles vloeide toe<br />
naar een land, waar de Vrijheid haren<br />
heuchlijken ftanderd had geplant, waar<br />
de gebannen Godsdienst op agting, veiligheid,<br />
en wraak aan zijne onderdrukkers<br />
ftaat konde maken. Wanneer wij den toevloed<br />
van alle Volken in het tegenwoordige<br />
Holland befchouwen, welke bij hunne<br />
intrede binnen deszelfs grondgebied hunne<br />
regten als menfchen wederkrijgen, dan<br />
kan men zig verbeelden , hoe het toen<br />
gefield was, toen het gehele overige Europa<br />
nog onder enen beklaaglijken gewetensdwang<br />
zugtte; toen Amflerdam bijna<br />
de enige vrijplaats voor alle gevoelens<br />
was. Vele honderden huisgezinnen borgen<br />
hunne rijkdommen in een Land, dat<br />
door den Oceaan en de Eendragt tevens<br />
befchermd werd. Het Republikeinfche Leger<br />
werd voltallig, zonder dat men nodig<br />
had handen aan den ploeg te onttrekken.<br />
Te midden van het gedruis der<br />
wapenen bloeiden handel en nering, en<br />
de geruste burger genoot bij voorraad alle<br />
de vrugten der vrijheid, die met vreemd<br />
bloed eerst bevogten wierd. Ten zelfden<br />
tijde, toen de Republiek nog worflelde<br />
om tot fland te komen, breidde zij<br />
de grenzen van haar gebied over dei]<br />
Oceaan uit, en boude in flilte aan hare<br />
Oost-Indifche tronen.<br />
Nog meer: Spanje voerde dezen oorlog<br />
met onvrugtbaar, dood goud, dat niet<br />
weêr te rug kwam in de hand van hem ;
.<br />
*4 DE AFVAL DER<br />
die het uitgaf, maar dat den prils van alle<br />
BOEK . noodwendigheden in Europa deed fteige-<br />
- ren. De fchatkamcren der Republiek waren<br />
Nijverheid en' Koophandel. Het eerfte<br />
Verminderde, de laatfh vermeerderde door<br />
den tijd. , Juist naarmate dat de hulpbronnen<br />
der Regering bi} den langdurigen<br />
oorlog uitgeput werden, begon de<br />
Republiek eigenlijk haren oogst in tezamelen.<br />
Het was een gezaai, dat wel<br />
wat laat, maar' honderdvoudig wedergaf;<br />
de boom daartegen , van welken<br />
FILIPS zig vrugten afrukte, was een afgehouwen<br />
tronk , die nooit weder groende.<br />
Het ongunlrigë noodlot van FILIPS wiU<br />
de, dat juist alle die fchatten , welken hij<br />
ten ondergang der Nederlanden verfpilde ,<br />
dienden om dezelven nog rijker te maken.<br />
De ftceds vlietende llfoom van het Spaanfche<br />
goud had rijkdom en weelde door<br />
geheel Europa verfprcid; maar Europa<br />
ontving zijne vermeerderde benodigdheden<br />
grotendeels uit de handen der Nederlanders<br />
, welke destijds van den handel der<br />
gehele wereld meester waren, en den prijs,<br />
van alle waren bepaalden. FILIPS was niet<br />
in Haatom, gedurende dezen oorlog- r<br />
den handel der Republiek met zijne<br />
Qnderdaanen te beletten; zelfs was dit<br />
zijn zaak niet. Hij zelf betaalde hun<br />
ie kosten Van hunne verdediging; want<br />
:1e oorlog» welke hen verderven moest,<br />
vermeerderde den aftrek hunner waaren.<br />
De ontzaehlijke zoramen, welke aan<br />
ïijne vloten en legers beftccd werden*-
NEDERLANDEN. 15<br />
kwamen merendeels in de fchatkamer van<br />
de Republiek , die met de Vlaamfche<br />
en Brabandfche Handelfteden verbonden<br />
was. Al wat FILIPS tegen de Nederlanders<br />
ondernam , werkte middelbaar<br />
vóór bun. Hij vermogt niets tegen dezen<br />
Vijand, om dat hij deszelfs land<br />
niet door enen muur konde affluiten. Alle<br />
die onnoemelijke fehatten, in enen<br />
veertigjarigen oorlog verfpild, waren in de<br />
vaten der Danaïden gegoten, en in een'<br />
grondelozen put verzonken.<br />
De trage voordgang van dezen oorlog<br />
deed den Koning van Spanje even zo veel<br />
fchade, als zij den Nederlanderen voordeel<br />
aanbragt. Zijne legermagt was voor het<br />
grootfle gedeelte zamengefteld uit het<br />
overblijffel van die overwinnende benden,<br />
welke onder KAREL DEN VIJFDEN<br />
hunne laurieren geplukt hadden. Een veeljarige<br />
dienst gaf hun regt tot rust: velen<br />
hunner, weiken de oorlog verrijkt<br />
had, verlangden vol ongedulds hunne<br />
feaardfteden weder te Zien, en de overige<br />
dagen van een afgefloofd leven in<br />
gemak te eindigen. Hun vorige ijver»<br />
hun heldenvuur en hunne krijgstugt, verfiaauden,<br />
naarmate dat zij rekenden aan<br />
eer en pligt voldaan te hebben, en de<br />
vrugten van zo vele veldtogten eindelijk<br />
begonnen in te zamelen. Hier kwam bij,<br />
dat lieden, welke gewoon waren, door de<br />
Woede hunner aanvallen eiken tegenfland<br />
te overwinnen, verdriet moesten krijgen<br />
h\ enen oorlog, die meer tegen elemen*<br />
r.<br />
BOEKi
I.<br />
H O E K<br />
IS OE AFVAL DËR<br />
ten, dan tegen menfchen gevoerd wierdi<br />
. meer het geduld oefende, dan de begeerte<br />
- naar roem verzadigde ; waarbij men minder<br />
met gevaar, dan met zwarigheden<br />
en gebrek te itrijden had. Noch hun<br />
moed, noch hunne langdurige ondervinding<br />
konden hun te ftade komen in eert<br />
Land, welks natuurlijke gefteldheid vaak<br />
den lafharrigften der inborelingen voordelen<br />
op hun deed behalen. Op enert<br />
vreemden bodem eindelijk, kwam één nederlaag<br />
hun duurder te Haan, dan vele<br />
overwinningen op enen vijand, welke<br />
hier t'huis was, hun voordeel konden<br />
doen. Bij de Nederlanders had juist het<br />
tegengeftelde plaats. In enen zo langdungen<br />
oorlog, waarin geen beflisfende flag<br />
voorviel, moest de zwakker vijand ten<br />
jaatften van den flerker leren; moesten<br />
kleine nederlagen hen aan het gevaar gewennen<br />
, kleine overwinningen hunnen<br />
moed aanvuren. Bij den aanvang van den<br />
burger-oorlog had de legermagt der Republiek<br />
zig naaulijks voor de Spaanfche in<br />
t veld durven vertonen; maar de langdurigheid<br />
van denzelven oefende haren moed<br />
en hare kragten. Gelijk 'sKonings legers<br />
verdriet in het ftrijden kregen, zo nam<br />
het vertrouwen der Nederlanderen met hunne<br />
verbeterde krijgstugt en ondervinding<br />
toe. Eindelijk , na dat een halve eeu<br />
verlopen was, gingen meesters en leerlingen,<br />
zonder overwonnen te hebben,<br />
als gelyke Kampvechters, uit elkander.<br />
Ook
NEDERLANDEN. \y<br />
Ook Werd 'er in den gehelen loop de- ï.<br />
èes oorlogs van den kant der Nederlande BOES.<br />
ren meer geregeld en eenftemmig gehandeld,<br />
dan van den kant des Koning.?.<br />
Voor dat de eerstgenocmden hun eerite<br />
Hoofd verloren, was het beftuur der Nederlanden<br />
door niet minder dan vijf verfcheidene<br />
handen gegaan. De- befluiteloosheid<br />
der Hcrtoginnc VAN PA^MA bragt het<br />
Kabinet van Madrid in verwarring, en liet<br />
hetzelve binnen korten tijd bijna alle ftaatsregelen<br />
doorlopen. Dc onbuigfame gcllrenghcid<br />
des Hertogen van A L B A , dc zagtheid<br />
van zijnen opvolger REQUESENS, de listen<br />
en ftreken van Don j u AN VAN OOS<br />
TENRIJK, en de levendige en krijgshaftige<br />
geest desPrinfen VAN PARMA, gaven aan<br />
dezen oorlog even Zo vele tegenflrijdige lig*<br />
tingen ; terwijl het ontwerp' des Afvals in<br />
het enige hoofd, waarin het klaar cn duidelijk<br />
huisvestte, ilceds het zelfde bleef.<br />
De grootfte misflag was, dat men altoos het<br />
tijdftip verzuimde, waarin men van zijne<br />
grondregels gebruik moest maken. In 't.<br />
begin van den opftand, toen de overmagt<br />
ogenfchijnlijk nog aan de zijde des Ko~<br />
nings was; toen een fpoedig befluit eit<br />
manlijke ftandvastigheid deii opltand in<br />
zijne geboorte hadden kunnen fmoren,<br />
liet men den teugel des beftuurs in<br />
de handen ener vrouwe flaplijk heen en<br />
tveder flingeren. Nadat de opftand<br />
werkelijk Was uitgeborfren , de kragten<br />
des Konings en der Tegenpartij reeds<br />
meer elkander evenaarden , en ene ver*<br />
I. DEEL, g
I.<br />
*OEK.<br />
l8 DE AFVAL DËtt<br />
ftandige toegeeflijkheid alleen den nakerm<br />
den burger-oorlog konde afweren, viet<br />
het Stadhouderfchap enen man te beurt ?<br />
wien juist deze enige deugd tot dien post<br />
ontbrak. Enen zo waakzamen opziener,<br />
als WILLEM DE ZWIJGER was, ontging<br />
geen van die voordelen , welke hem<br />
door de verkeerde flaatkunde zijns vijands<br />
aangeboden werden, en met ilille<br />
naarftigheid ftreefde hij langfaam naar<br />
het doel van zijne grote onderneming.<br />
Maar waarom verfcheen FILIPS DE<br />
TWEDE niet zelf in de Nederlanden ?<br />
Waarom wilde hij liever alle onnatuurlijke<br />
middelen uitputten, om flegts het enige<br />
niet te beproeven, dat niet misfen konde?<br />
Om de bukenfporïge magt des Adels<br />
te fnuiken, was 'er geen natuurlijker<br />
middel , dan de perfoonlijke tegenwoordigheid<br />
van den Heer. Bij de Hoogheid<br />
zelve moest alle grootheid van bijzondere<br />
perfonen dalen , alle ander aanzien<br />
verdwijnen. In plaats dat nu de<br />
waarheid door zo vele onzuivere kanalen<br />
langfaam en troebel naar den ver afgelegen<br />
troon vloeide , en de dralende<br />
tegenweer aan het werk des gevals tijd<br />
gunde om tot een werk van verftand<br />
te rijpen , zoude zijn eigen fcherpziend<br />
oog waarheid van dwalingen hebben<br />
•onderfcheiden; niet zijne menschlievendheid,<br />
maar alleen bedaarde Staatkunde<br />
zou den lande een millioen Burgers befpaard<br />
hebben. De Plakaten, hoe nader<br />
2ij aan hunne bron waren, zouden des
NEDERLANDEN; ïa<br />
ïe kragtiger zijn geweest, en de pijlen<br />
des opflands, hoe nader aan hun doel, BOEK.<br />
waren des te kragtelozer en zagter neergekomen.<br />
Het kost oneindig meer het<br />
kwaad, dat men tegen enen afwezigen<br />
vijand ligtelyk beftaan kan, hem in<br />
het aangezicht toe te brengen. De<br />
opfland fcheen in den beginne zelfs<br />
voor zijnen eigen naam te fchrikken , eh<br />
bediende zig enen tijdlang van het kunftig<br />
verzonnen voorwcndfcl, dat men de<br />
zaak van den Souvercin tegen de willekeurige<br />
aanmatigingen zyns Stadhouders<br />
handhaafde. De verfchijning van<br />
FILIPS in Brusfel had op éénmaal van dit<br />
gochelfpel een einde gemaakt. Men had<br />
dan zyn voorgeven moeten nakomen, of<br />
het masker affmijten-, en zig door zijne<br />
ware gedaante veroordelen^ En welke<br />
verligting ware het niet voor de Nederlanden<br />
geweest, bij aldien zijne tegenwoordigheid<br />
hen flegts voor die onheilen<br />
had gefpaard, waarmede zij buiten<br />
zijn weten en tegen zynen wil gedrukt<br />
werden! Welk een voordeel voor<br />
hem zclvcn, al had die tegenwoordigheid<br />
tot niets anders gediend, dan om<br />
het oog te hebben op de uitgave dier<br />
onnoemelijke zommen,- welke, tot de<br />
benodigdheden van den Oorlog onregtmatiglijk<br />
geheven ^ onder de handen zijner<br />
bedienden te zoek raakten! Het geen zijne<br />
Vertegenwoordigers door het onnatuurlijke<br />
middel yan vrees moesten afperfen, h&A<br />
de Vorst in aller gemoederen reeds gef<br />
B 2
ï.<br />
BOEK.<br />
tfö DE AFVAL DÉR<br />
reed gevonden. Het gene de eerstgenoemde!*'<br />
tot voohverpen van haat maakte , had hem,<br />
op zijn hoogst, gevreesd gemaakt: want<br />
het misbruik van aangeboren magt drukt op<br />
Verre na zo fmei'telijk tiiet, als het misbruik<br />
van gegeven magt. Zijne tegenwoordigheid<br />
zou" duizenden behouden<br />
hebben , al ware hij niets anders dan<br />
een huishoudelijk Despoot geweest; en<br />
fchoon hij ook zelfs dat niet ware geweest<br />
, zou dc vrees voor zijnen per-,<br />
foon hem een Landfchap behouden hebben<br />
, dat door den haat en de minagting<br />
voor zijne werktuigen verloren<br />
ging.<br />
Even zo wel, als de onderdrukking<br />
van het Nederlaridfche Volk de gemene<br />
zaak werd van alle menfchen , welke<br />
hunne regten gevoelden , is het te denken<br />
, dat ook de ongehoorzaamheid en<br />
afval dezes Volks alle Vorsten waakfaam<br />
zouden hebben gemaakt, om in de regten<br />
Van hunnen Nabuur hunne eigene te befchermen.<br />
Maar de nijd tegen Spanje<br />
behield voor dit maal het overwigt ovct<br />
het Staatkundige medegevoel , en de voorhaamfte<br />
Mogendheden van Europa begunstigden<br />
, meer of min, 't zy Openbaar of<br />
heimelyk, de zaak der Vrijheid. Keizer<br />
M A X I M I L I A A N D E T W E D E , fcllOOU<br />
door banden van bloedverwantfchap aan<br />
het Huis van Spanje verknogt, gaf billijke<br />
reden tot de befchuldiging, van de<br />
partij der Afvalligen heimelijk toegedaan<br />
te zijn. Door het aanbod van zijne
NEDERLANDEN. Ot<br />
bemiddeling, erkende hij ftilzwijgend enig ï.<br />
regt in hunne bezwaren, 't welk hen j<br />
moest aanmoedigen , om destc ilijver .<br />
daarop te blijven liaan, Onder enen<br />
Keizer, welke het Spaanfche Hof oprcgtclijk<br />
genegen ware geweest, zoude<br />
de Prins VAN ORANJE niet ligtclijk zo<br />
veel manfehap en geld uit Pujtschland<br />
gekregen hebben. Frankrijk , zonder<br />
openlijk en uitdrukkelijk den vrede te<br />
breken , {lelde enen Prins van den bloq?<br />
de aan het hoofd der Nederlanderen,<br />
en de krijgsverrigtingen van dezen werden<br />
grotendeels met Fransch geld en.<br />
volk uitgevoerd. ELIZABET van Engeland<br />
oefende flegts ene gcregtc wraak<br />
en wedervergelding , met de wederfpannigen<br />
tegen hunnen wettigen Heer in hare<br />
befcherming te nemen; en fchoon<br />
eigenlijk hare geringe hulp ten hoogften<br />
daartoe kon dienen , om den gehelen ondergang<br />
der Republiek te verhoeden, was<br />
dit evenwel reeds oneindig veel in een<br />
tijdilip, waarin hui} uitgeputte moed<br />
door hoop alleen nog kon ftaande blijven.<br />
Met deze beide Mogendheden ilond<br />
FILIPS toenmaals nog in een verbond van<br />
Vrede, en beide werden zij zijne Verraders.<br />
Tusfchcn den Herken en den zwakken<br />
is opregtheid dikwijls geen deugd;<br />
m e<br />
hem , die gevreesd wordt, k° n zelden<br />
die fijner banden te ftade, welke gelijken<br />
met huns gelijken verenigen. FILIPS<br />
had zelf de waarheid uit den ftaatkundigen<br />
omgang verbannen , de zedelijkheid 1<br />
B 3<br />
BOEK.
22 DE AFVAL DER<br />
ï. tusfchcn Koningen vernietigd, en List tot-<br />
BOEK, de Godheid van het Kabinet gemaakt.<br />
Zonder zig ooit regt over zijne meerderheid<br />
te verheugen, moest hij zijn gehele<br />
leven worftélen met den nijd, welken zij<br />
hem bij anderen verwekte. Europa liet<br />
Jhem boeten voor het misbruik van een<br />
magt, waarvan hij inderdaad nooit het<br />
yolkomen gebruik had gehad,<br />
Wanneer men tegen de ongelijke magt<br />
van beide Partijen, welke ons in den<br />
eerden opflag zo zeer verbaast, alle de<br />
toevallen in rekening brengt, welke ten<br />
j ladele van deze, en ten voordele van<br />
;ene werkten, zo verdwijnt het Boven,<br />
latuurlijke van deze gebeurenis, maar<br />
iet Buitengemene blijft; en dan heeft<br />
pen enen juisten maatdaf gevonden , om<br />
Ie eigenlijke verdiende dezer Republieks-.<br />
jezinden, ten aanzien hunner Vrijheid, te<br />
;unnen opgeven. Men moet egter niet<br />
lenken, dat ene zo naaukeurige berc-<br />
i ening der kragten de onderneming zelve<br />
1: ; voorafgegaan, of dat zij, reeds bij<br />
l et afdeken in deze gevaarlijke zee,<br />
e kust hebben geweten , waaraan zij vcr-<br />
V olgens landden. Met die rijpheid , dout-<br />
h cid en heerlijkheid, waarin dit werk bij<br />
z jne voltoojing praalde, vertoonde het<br />
z g geenszins in-, het plan van zijnen<br />
O ntwerper, even zo weinig als ene vol-,<br />
k amen fcheuring in 't Geloof zich voor-<br />
4 :n geest van L UT HER vertoonde,-toen<br />
ij tegen de Aflaatskraarri opkwam. Welk<br />
m onderfcheid tusfehen den nederigen<br />
I<br />
ï
NEDERLANDER 53*<br />
optogt dier Geuzen te Brusfel , die<br />
om een menschlievende behandeling, als<br />
om een genade, fineken, en de gedugte<br />
Majefteit van enen Vrijen Staat, die<br />
met Koningen, als met zijns gelijken,<br />
in onderhandeling treedt, en in minder<br />
tijds dan een ecu' den troon zijner vorige<br />
Dwingelanden wegfehenkt! De onzigtbare<br />
hand van het noodlot dreef den afgclchoten<br />
pijl in enen hoger kring, en in ene<br />
geheel andere {trekking voord, dan hem<br />
bij het affcMeten gegeven was. In den<br />
fchoot van het gelukkige Braband werd<br />
de Vrijheid geboren , welke, als een<br />
pasgeboren kind aan hare Moeder ontrukt<br />
, het veragtc Holland gelukkig moest<br />
maken. Dog, de onderneming zelve moei<br />
ons daarom niet kleiner toefchijnen, on<br />
dat zij anders uitviel, dan de bedoeling<br />
was geweest. Van deze dwaasheid moes'<br />
ons een gemeenzame omgang met d<<br />
tegenwoordige en verleden wereld ge<br />
nezen hebben. De mensen bewerkt<br />
befchaaft en vormt den ruwen iteen<br />
welken de tijden aanvoeren; tot hem be<br />
hoort het ogenblik en tijdftip, maar he<br />
geval rolt de gebeurenisfen. Indien d<br />
driften, welke zig bij deze gebeuren,<br />
werkfaam betoonden , flegts het wer<br />
niet onwaardig waren, waaraan zij, zor<br />
der het te weten , dienstbaar waren<br />
indien de kragten, welke dezelve hie<br />
pen uitvoeren, en dc enkelde bedrijven<br />
uit welker vereniging dezelve op en<br />
wonderbare wijze ontllond* flegts o<br />
B 4<br />
t<br />
BOEK»<br />
»<br />
i<br />
e P<br />
s '•> i
H DÉ AFVAL DER<br />
zig zelve edele kragten, fchone en gro-<br />
SOEK , te bedrijven waren, dan i s de gebeu-<br />
. rems groot, gewigtig en nuttig voor ons,<br />
en mogen wij over de ftoutc geboorte<br />
van het geval verbaasd ftaan, 0f een<br />
hoger verftand daarin eerbiedigen<br />
De Gefchiedenis der Wereld is zig<br />
zelve gelyk , even als de wetten der Natuur,<br />
en eenvoudig, even als de ziel des<br />
menfchen. De zelfde gegeven onhandigheden<br />
brengen de zelfde verfcnijnfelen<br />
weder voort Op dien eigen grond,"<br />
waarop tans de Nederlanders aan hunne<br />
fcpaanlche Dwingelanden het hoofd boden,<br />
hadden voor vyftienhonderd jaren<br />
Jiunne ftamvaders, de Batavieren en Belgen,<br />
tegen hunne Romeinfche Geweldenaars<br />
geftreden. Dezen, even als genen<br />
onwillig onder enen trotfehen Overheerfcher<br />
ftaande en op gelyke wijze<br />
van roofzugtige Landvoogden mishandeld,<br />
wierpen met gelijke koenheid het flaaf-<br />
[chc juk af, en waagden den kans in<br />
sen even ongelijken ftrijd. De zelfde<br />
! rotschheid van Veroveraars, de zelfde<br />
3 loge vlugt der Natie had plaats in de<br />
i Spanjaarden der zestiende, en in de Ro-<br />
] nemen der eerftc eeu; de zelfde dappcr-<br />
;i ïeid en krijgstugt in beide legers: de<br />
:elfde vrees voor hunne wapenen. Daar.<br />
:icn wij, even als hier, list met over-'<br />
nagt kampen, e n ftandvastigheid, door<br />
'endragt onderfteund, ene ontzaglijke magt<br />
fmatten vvelke zig door verdeling ve?wakt<br />
had. Daar, zo wel als hier,
NEDERLANDEN. &5<br />
ïaa"de bijzondere haat de Natie in het<br />
harnas: een enkeld mensch, voor zijnen<br />
tijd geboren, ontdekt haar het gevaarlijke<br />
geheim harer fterkte, en doet haar verkropt<br />
misnoegen tot ene bloedige verklaring<br />
uitbersten. „ Bekent het Batavieren!"<br />
dus fprak CLAUDIUS CIVILIS zijne medeburgers<br />
in het heilige woud aan, „worden<br />
„ wij van deze Romeinen nog, gelijk voor<br />
„ heen, als Bondgenoten en Vrienden,<br />
* of niet veel meer als Haven behandeld 1<br />
I.<br />
BOE K.<br />
?<br />
" Wij zijn aan hunne Amtenaren en Stc-<br />
„ dehouders overgeleverd, die , nadat zi<br />
'„ zig met ons goed en bloed verzadigc [<br />
i hebben, van anderen worden vervangen<br />
die de zelfde geweldenarij, flegts onde:<br />
„ andere namen , herhalen. Komt 'e<br />
, al eens een Opperbevelhebber, dez<<br />
',' drukt ons door zijn pragtig en kostbaa l<br />
„ gevolg, en door zijnen nog ondraaghj<br />
'„ ker hoogmoed. De wervingen ftaai 1,<br />
weder voor de deur , die Kinders va 1<br />
hunne Ouders, Broeders van elkander<br />
voor altoos af fchcuren, en uwe wal<br />
kere jonge manfehap aan de Romeir<br />
£ fche geilheid ten prooie geven. Tam T<br />
• Batavieren ! is de tijd voor u geborei !.<br />
" Nooit ftond het met Rome zo veeg<br />
als op dit ogenblik. Laat u door di e<br />
„ namen van Legioenen genen fchrik aar i-<br />
jaagen: in hunne Legers vindt men ni< !t<br />
^ dan oude lieden en buit. Wij hebbe n<br />
,', Voetvolk en Ruiterij. De Germane n<br />
„ zijn op onze hand, en de Gallen zij n<br />
gezind om met ons het juk af te werpej h<br />
i 5
ï,<br />
KOEK,<br />
DE AFVAL DER<br />
„ Laat Syrië, en Azie, cn het Oosten,<br />
„ waar men Koningen van noden heeft<br />
hun dienen, 'Er zijn nog onder ons,<br />
„ die geboren zijn, vóór dat men den<br />
„ Romein fchatring betaalde. De Goden<br />
„ houden het met de dapperfteri." Door<br />
enen plegtigen eed wordt de zamenzwemg<br />
gewijd, even als het Verbond der<br />
Geuzen; zij vermomt zig ook looslijk, gelijk<br />
dit, met den grijns van onderdanigheid,<br />
en fchuilt agter de Majefteit eens groten<br />
mams. De benden van CIVILIS zweren<br />
bij den Rhijn trou aan VESPASIAAN<br />
in Syne, gelijk het Bondgenootfchap aan<br />
riLips DEN TWEDEN. De zelfde<br />
ftnjdplaats geeft het zelfde bellek van<br />
verdediging, de zelfde toevlugt voor de<br />
wanhoop aan de hand Beiden vertrouwen<br />
hun weifelend geluk aan een gunftig<br />
element. Iu gelijke benaaudheid redt<br />
CIVILIS door een gemaakte overftromhig<br />
zijn Eiland, gelijk vijftienhonderd jaren later<br />
WILLEM VAN ORANJE de Stad Leijden.<br />
De dapperheid der Batavieren bragt<br />
de zwakheid van de Heren der Wereld aan<br />
den dag, even gelijk de loflijke moed hunner<br />
Naneven de pragtige uittering van<br />
het Spaanfche Rijk voor het OOP- van geheel<br />
Europa ontdekte. De zelfde vindingrijke<br />
geest bij de Legerhoofden van beide<br />
tijdperken doch den Oorlog even zo<br />
hardnekkig voordduren, en bijna even zo<br />
twijfelagtig eindigen. Eén onderfcheid<br />
is -hier egter te vinden: de Romeinen<br />
en Batavieren oorloogden raenfch©.
NEDERLANDEN. %J<br />
lijk, want zij voerden geen'. Oorlog om<br />
den Godsdienst. (*)<br />
Eer wij ons in deze grote Omwenteling<br />
verder begeven, moeten wij enige<br />
fchreden in de oude Gefchiedenis des<br />
Lands te rug gaan, om dien (laat van<br />
zaken, welken wij ten tijde dezer merkwaardige<br />
verandering aantreffen, te zien,<br />
geboren worden.<br />
Het ogenblik, waarin dit Volk in de<br />
Gefchiedenis der Wereld zijne intrede doet,<br />
is het tijdffip van deszelfs ondergang: het<br />
verkreeg zijn Staatkundig beftaan van zij.ne<br />
Overwinnaars. Dit üitgeftrektc gewest,<br />
dat ten Oosten door Duitschland, ten<br />
Zuiden door Frankrijk, ten Noorden en<br />
Westen door de Noordzee bepaald wordt,<br />
De Rhyn<br />
maakte deszelfs grensfeheiding uit. Tei<br />
linkerhand van die Rivier woonden de Belgen:;<br />
aan hare regter hand de Friezen:<br />
en de Batavieren op het Eiland , 't wel!<br />
hare beide armen ten dien tijde met der l<br />
£*) TACITUS. Hiftor. L. IV. V,<br />
(f) J. C/ESAR de Bello GaU. L. ï, TACIÏ<br />
de Mori'bus German. en Hist. L. IV.<br />
BOEK
DE AFVAL DER<br />
ï. Oceaan, vormden (*} Alle deze Natiën<br />
BOEK, werden, de ene na de andere, aan de<br />
Romeinen onderworpen: ondertusfehen geven<br />
hare overwinnaars zelve ons de loffelvk,<br />
fte getmgenisfen van derzelver dapperheid,<br />
De Belgen, fchnjft CAESAR (ö7 warei<br />
de emgften onder de Galjifchc Volken<br />
Welke de inrukkende Tcutonen en Cimbren<br />
van hunne grenzen weerden. De Batavieren<br />
zegt TACXTÜS Cf), overtroffen<br />
m heldenmoed alle volken omftreeks<br />
den R W Dit woeste Volk betaalde<br />
zijne fchatting in zoldaten , en werd van<br />
zijne Overwinnaars, gelijk zwaard, en<br />
P'jl, flegts tot den flag bewaard. De<br />
Romeinen zelve verklaarden de Bataafse<br />
Ruiterij voor het beste gedeelte<br />
ran hun leger. Langen tijd waren zij, ge s f<br />
1<br />
1<br />
1<br />
<<br />
t<br />
ta<br />
»? de Zwitfers, de Lijfwagt der<br />
xomein che Keizers; hun wilde \ioed<br />
rerfchnk/e den Dader , daar zij in volle<br />
vapenmsnng over den Donau zwommen,<br />
Je zelfde Batavieren hadden AGRICOM<br />
»P fijnen togt naar Brittanje verzeld',<br />
n hem in de verovering van dit eiland ge-<br />
C*) Over de oude verdeling dezer landen<br />
raadplege de weetgrage Lezer het voortrede<br />
7*J1A A , l Eerwaardigen Engelberts , ^enaamd<br />
: Aloude Staat en Gefchiedenis der V>r<br />
cenigde Nederlanden. ^<br />
CS) De Bello Gal!,<br />
U) Hisr. L. IV. c. i2.
tiÉ'DERLANDEfi. 2 0<br />
holpen ( * ). Dc Friezen werden het laatst<br />
van allen overwonnen , en heriïelden zig ,<br />
het eerst weder in de vrijheid. De moe- .<br />
rasfen , waarin zij woonden , maakten de<br />
Veroveraars later belust, cn kwamen hun<br />
duurder te ftaan. De Romein D R U S U S ,<br />
Welke in deze oorden den krijg voerde,<br />
«roef een kanaal van den Rhijn m de<br />
Flevo, tans de Zuiderzee, waardoor dc<br />
Romeinfche vloot in dc Noordzee doordrong,<br />
en Uit deze door dc monden vart<br />
de Eems en dc Wczer een' gemakhjker<br />
weg naar het binnenfte van Duitschland<br />
vond (f).<br />
Vier ecuwen lang vinden wij de Batavieren<br />
in de legers der Romeinen, dog<br />
na de tijden van HONORIÜS verdwijnt<br />
dcrzelver naam Uit de Gefchiedenis. Wij<br />
Zien hun eiland overftroomd van dc Franken<br />
, welke zig vervolgens weder in het<br />
naburige Bclgien verliezen. De Friezen<br />
hebben het juk van hunnen verafgelegen<br />
en magtelozen Beheerfchcr verbroken 3<br />
cn komen weder te voorfchijn als ceii vrij<br />
Völk, dat zelf veroveringen maakt, zig<br />
door zijne eigene gebruiken en een over<br />
fchot van Romeinfche wetten beftuurt.<br />
en zijne grenzen tot over den linke)<br />
oever des Rhijns uitbreidt. In 't algemeci<br />
(*)DIONCASS. S. LXIX. TAC. Agric. C. %6.<br />
TAC. Annal. II. 15. .<br />
C§) TACIT. Annnl. II. 8. Su#rbN. P<br />
©aud. Cap. 1. YS» 3,<br />
h<br />
I O K K .<br />
I
3° DÈ AFVAL DElt<br />
i. heeft Friesland onder alle de Gewesten<br />
BOEK . van Nederland het minst van de inval-<br />
• Icn van vreemde volken, van vreemde<br />
gewoonten en wetten geleden* en, eeuwen.<br />
kng, fporen van zijne oorfpronkehjke<br />
gedeldheid , zijnen volksgeest<br />
en zijne zeden behouden, welke noe<br />
ten huidigen dage niet geheel verdwenen<br />
zijn,<br />
Het tijdperk der Volksverhuizingen<br />
Vernietigt den oorfpronkelijken vorm vande<br />
meeste dezer Natiën ; 'er ontdaan andere<br />
vermengingen, en andere inrigtingen-<br />
De deden en legerplaatfen der Romeinen<br />
verdwijnen in de algemene Verwoesting,<br />
en met dezen zo vele gedenktekens van<br />
hunne grote kunst van regeren, door de<br />
Vlijt van vreemde handen voltooid. De<br />
verlatene dijken moeten weder voor de<br />
woede der dromen en den indringenden<br />
Oceaan zwigten. De Wonderen van<br />
menfchen handen , de kundige kanalen-<br />
I Irogen weder uit; de wateren veranderen<br />
ïunnen loop ; het vaste land en de zee<br />
) 'erwarren hunne grenzen * en de natuur<br />
an den grond verandert met zijne be-<br />
j roners. De zamenhang van beide tijden<br />
i :hijnt vernietigd , en met een nieu ge^<br />
{ agt van menfchen begint ene nieuwe<br />
g efchiedenisi<br />
Het Rijk der Franken, dat uit de<br />
P uinhopen van het Romeinfche Galliè'n<br />
O pkwam , had in de zesde en zevende<br />
e ;u alle Nederlandfche gewesten ingeü<br />
M , cn het Christelijke geloof in deze
NEDERLANDEN. gt<br />
Janden gevestigd. Friesland , het' laatite T.<br />
van allen, werd na enen hardnekkigen oor BOEK,<br />
log eindelijk door KAREL MARTEL,<br />
die voor het Euangelie met zijne wapenen<br />
den weg baande , der Frarikifche krone onderworpen.<br />
KAREL DÉ GROTE verenigde<br />
alle dezen landen, welke van toen af eert<br />
deel uitmaakten van die uitgebreide Mo-»<br />
narchie, welke deze Veroveraar uitDuitschland,<br />
Frankrijk ert Lombardijen ichiep.<br />
Toen naderhand dit grote Rijk onder deszelfs<br />
nakomelingen weder verdeeld wicrd,<br />
werden ook de Nederlanden, nu eens tot<br />
Duitfche, dan eens tót Frankifche, dan<br />
weder tot Lotharingfche Provinciën gemaakt<br />
, en eindelijk vinden wij dezelve<br />
onder de beide namen van Friesland en<br />
Neder-Lotharingen.<br />
Met de Franken kwam ook de Leenregering,<br />
een vrugt van Noordfchen grond,<br />
in deze landen, en ontaartte zo wel hier*<br />
als overal elders. De vermogendile Leenmannen<br />
onttrokken zig van tijd tot tijd<br />
aan de Kroon , en de Koninglijke<br />
Amtenaren fleepten de landfehappen,<br />
welken zij befchermen moesten , als een<br />
Wettig erfgoed naar zig. Dan deze afvallige<br />
Leenmannen konden zig niet,<br />
dan met hulp van hunne Onderhorigen,<br />
tegen den Vorst ftaande houden, en de bij-<br />
Hand , welken dezen verleenden , moest<br />
door nieuwe Lenen gekogt worden.<br />
De Geestlijkheid werd door vrome veroveringen<br />
en gefchenken magtig, en vcrworf<br />
zig weldra een onafhan.kc.1 ijk bc«
ï.<br />
& O E!',<br />
3* DË AFVAL DE^<br />
ilaan in hare Abtdijen cn Bisfchoplijka<br />
zetels. Op die wijze waren de Ne*<br />
, derlanden in de tiende , elfde , twaalfde<br />
cn dertiende eeuwen in verfcheidene kleine<br />
onafhankelijke Staten gefplitst, welker<br />
Heren nu eens aan liet Duitfche Keizerrijk,<br />
dan eens aan de Frankifche Koningen<br />
hulde deden. Door koop, huwelijk<br />
ken, verwantfehap, of ook door overhering,<br />
werden vaak 't grootst gedeelte van dezelven<br />
weder onder een' hoofdfiam verenigd; en<br />
•in de vijftiende eeu zien wij het Huis<br />
van Bourgondiën in bezit van het grootfte<br />
gedeelte der Nederlanden (*). FILIPS DE<br />
GOEDE, Hertog van Bourgondiën, had,<br />
met meer of minder regt, airede elf Gewesten<br />
onder zijn gebied gebragt, welke door<br />
KAREL DEN STOUT EN, zijnen zoon,<br />
door magt van wapenen met nog twe<br />
nieuwe vermeerderd wierden. Dus ontftond<br />
ongemerkt een nieuwe Staat in Europa,<br />
waaraan niets meer dan de naam ontbrak,<br />
om het bloeiendfte Koningrijk van dit Werelddeel<br />
uit te maken. Deze uitgeftrekte<br />
bezittingen maakten den Bourgondifchen<br />
Hertog tot enen gedugtcn nabuur voor<br />
Frankrijk , en bragt den (routen , onrustïgen<br />
geest van KAREL in verzoeking, om<br />
het ontwerp ener verovering te maken, welr<br />
ke het gehele ingefloten land van de Zuiderzee<br />
en den mond des Rhijns af tot in den<br />
Elzas toe zoude bevatten. Dc onuitputtelijke<br />
C*) Grat. Annal. L. L p. 2. 3.
&ÏEDERLANDE1N. gg<br />
ïïjke middelen van dezen Vorst kunnen f.<br />
énigszins deze vermetele herfenfchim goed- BOEK*<br />
maaken: een gëdugfe legermagt dreigde<br />
dezelve tot dadelijkheid te brengen.<br />
Reeds beefde Zwitferland voor zijne vrijheid<br />
, maar het trouloze geluk verliet<br />
KAREL in drie vreeslijke veldflagert, en<br />
de dolle Veroveraar raakte onder dc levenden<br />
cn de doden verloren<br />
De enige erfgenaam van KAREL DEM<br />
STOUTEN, MARIA, de rijkiïe Prinfes<br />
van dien tijd, en de rampzalige HELENE,<br />
die het ongeluk over deze Landen<br />
bragt, hield tans de gehele wereld<br />
ih verwagting opgetogen, Twe magtigê'<br />
(*) Een Hofjonker, welke hem had zie»<br />
vallen , en de Overwinnaars , enige dagen na<br />
den flag , op de plaats verleide, redde hem nog<br />
uit ene veragtelijke vergetelheid. Men trok<br />
zijin lijk, naakt en door wonden deerlijk misvormd<br />
, uit een moeras, waarin het vast gevroren<br />
was , en herkende hem nog met vele<br />
moeite aan enige tanden, welken hij milie, en<br />
aan de nagelen van zijne vingers, welken hij<br />
gewoon was langer , dan andere mentenen,<br />
te dragen. Dat 'er evenwel, onaangezien deze<br />
kenmerken , nog fteeds dezulken zijn geweest<br />
, welke aan zijnen dood twijfelden, en<br />
zijne wederverfchyning te gemoete zagen, blijkt<br />
uit een plaats in den brief, waarin LODEWYK<br />
DE ELFDE van de Bourgondifche Staten vorderde,<br />
dat zij weder onder de kroon van Frankrijk,<br />
zouden terug keeren. „ Ingevalle," dus luidt die<br />
plaats, „ Hertog KAREL nog in leven is ,<br />
„ zijt gij van uwen eed aan mij weder ontfla-<br />
„ gen." C OM IN ES T. III. Preuves desMemoires<br />
4P5, 497-<br />
I. DEEL. Q
I<br />
BOEK.<br />
$4 DÊ AFVAL DEK.<br />
Vorsten, L O D E W Y K D E E L F D E , Koning<br />
van Frankrijk, voor den jongen<br />
Daufijn, zijnen Zoon, en M A X I MI LI A A N<br />
V A N O O S T E N R Y K , Zoon van Keizer<br />
F R E D E R I K D E N D E R D E N , deden zig<br />
op als mededingers naar haar bezit. Hij,<br />
wien zij hare hand zou fchenken , moest<br />
de magtiglte Vorst van Europa worden,<br />
en nu begon dit werelddeel voor 't<br />
eerst te vrezen voor zijn evenwigt.<br />
L O D E W Y K , de magtigfte van beiden,<br />
konde zijn aanfpraak door de kragt der<br />
wapenen onderfteunen ; maar het Nederlandfche<br />
Volk , dat over de hand van zijne<br />
Vorstin befchikte, ging dezen gedugteiï<br />
Nabuur voorbij, en befloot ten voordele van<br />
M A X I M I L I A A N , wiens afgelegene Staten<br />
en bepaalde magt voor 's Lands vrijheid<br />
min gevaarlijk fchenen : ene bedrieglijke<br />
ftaatkunde, welke door ene zonderlinge<br />
fchikking des Hemels het ongeluk verhaastte<br />
, in plaats van hetzelve voortekomen!<br />
FILIPS DE S C H O O N E , Zoon van<br />
M A R I A en M A X I M I L I A A N , geraakte<br />
door zijne Spaanfche Bruid in het<br />
bezit van dat uitgeftrekte Rijk, dat onlangs<br />
door F E R D I N A N D en I S A B E L L A<br />
geftigt was ; en zijn Zoon, K A R E L<br />
V A N OOSTENRIJK, was geboren Heer<br />
van het Koningrijk Spanje, de beide<br />
Siciliën, dc nieuwe Wereld en de Nederlanden.<br />
Het gemeen raakte hier,, vroeger<br />
dan in de overige Leenrijken, van zij-
HP lijflijke flavemij öntflagën, en verkreeg<br />
wel ras een eigen burgerlijk be- BOEKi<br />
ftaan. De gunstige ligging des Lands<br />
aan de Noordzee en groote bevaarbare<br />
wateren, deed fpoedig den Koophandel<br />
opkomen, welke de menfchen<br />
in Steden bijeen verzamelde, de nijverheid<br />
opwekte * vreemdelingen lokte, en<br />
Welvaart en overvloed onder hen verfpreidde:<br />
Hoe veragtelijk ook dë borlogzugtige<br />
Itaatkunde dier tijden op elke<br />
nuttige handtering nederzag, konden<br />
egter de Landsheren de wezenlijke<br />
voordelen, welke hun daaruit toevloeiden<br />
; niet miskennen. De toenemende<br />
bevolking hunner Landen , de menigvuldige<br />
giften, welke zij onder de verfchillende<br />
benamingen van Tol, Weggeld,<br />
Bruggeld, Markt - geld, enz. vati<br />
inlanders en uithecmfchen afpersten, waren<br />
voor hun te zoete lokazen;<br />
dan dat zij onverfchillig zouden gebleeven<br />
zijn omtrent de Oorzaken, waaraan<br />
zij die te danken hadden. Hunne<br />
eigen hebzugt maakte hen tot voorftanders<br />
van den Koophandel, en de<br />
onkunde zelve, gelijk meermalen gebeurt<br />
, holp zo lang, tot dat eindelijk<br />
ene gezonde ftaatkunde in derzeïver plaats<br />
kwam; In vervolg van tijd zogten zij<br />
zelfs de Lombardifche Kooplieden aan,><br />
befchonken de Steden met grote voorregten<br />
en een eigen regtsgebied,- waardoor'<br />
deze in aanzien en invloed grootlijks<br />
toenamen; De gedurige oorlogen/<br />
e 2<br />
ïi
BOEK.<br />
'5* 5>E AFVAL DER<br />
welken de Graven onder elkander erï<br />
met hunne naburen voerden, maakten<br />
hen afhankelijk van de gunst der Steden<br />
, welke zig door haren rijkdom belangrijk<br />
maakten, en die voor de onderftand-gelden,<br />
door haar verleend, aanzienlijke<br />
voorregten wisten te bedingen.<br />
Van tijd tot tijd groeiden de Voorregten<br />
der Gemeenten aan, toen dc Kruistogten<br />
den Adel tot ene kostbare uitrusting<br />
noodzaakten, toen de voortbrengfels van<br />
het Oosten langs enen nieuwen weg in<br />
Europa kwamen, en de inrukkende weelde<br />
den Vorftcn nieuwe behoeften veroorzaakte.<br />
Zo vinden wij reeds in de<br />
elfde cn twaalfde eeu enen gemengden<br />
regeringsvorm in deze landen, waar de<br />
magt van den Vorst door den invloed<br />
van de Standen , te weten den Adel,<br />
de Geestelijkheid, en de Steden , merkelijk<br />
bepaald is. Deze , welke Staten<br />
genaamd werden , kwamen zo dikwijls<br />
te zamen, als het belang der Provincie<br />
zulks vorderde. Zonder hunne toeftemming<br />
golden gene nieuwe wetten, mogt<br />
geen oorlog gevoerd, gene nieuwe tollen<br />
geheven, gene verandering in de<br />
munt gemaakt, en geen vreemdeling tot<br />
enig deel van het ftaatsbeftuur toegelaten<br />
worden. Deze Voorrechten hadden alle<br />
Landfchappen met elkander gemeen; ander<br />
• i waren verfchillende naar de onderfcheidene<br />
Gewesten. De regering was<br />
erflijk, maar de Zoon trad niet in de<br />
regten des Vaders, dan na alvorens de
NEDERLANDEN. 37<br />
Staatsgeftcldhcid plcgtig bezworen te heb I.<br />
ben (*). , SOEK,<br />
Nood is de eerfte wetgever; alle .<br />
noodzakelijkheden, welken men in deze<br />
ftaatsgeltcldheid ontmoet, zijn oorfpronkelijk<br />
noodzakelijkheden van den Koophandel<br />
geweest. Dus is de gehele inrigting<br />
van de Republiek op Koophandel gegrond<br />
, en hare wetten zijn later dan<br />
haar handel. Het laatfte Artiekcl van deze<br />
ftaatsinrigting, waardoor Uitlandcrs buiten<br />
bedieningen gefloten worden, is een<br />
natuurlijk gevolg van alle de voorgaande.<br />
Eene zo ingewikkelde en kunflige betrekking<br />
van den Vorst tot het Volk,<br />
welke in elke Provincie , en dikwijls in<br />
elke enkelde Stad nog weer bijzonder<br />
was , vorderde mannen , welke den<br />
vurigften ijver voor de onderhouding van<br />
's Lands vrijheden met de grondigfte<br />
kennis van dezelve verenigden: beide zaken<br />
, die niet wel in enen vreemdeling<br />
konden öhderfteld worden. Deze wet<br />
gold voor het overige voor elk Landfchap<br />
in 't bijzonder, zo dat in Braband<br />
geen Vlaming , in Zeeland geen<br />
Hollander mogt worden aangeltcld , en<br />
zij bleef ook naderhand nog ftand houden,<br />
na dat reeds alle deze Gewesten<br />
onder één Hoofd verenigd waren.<br />
Van alle de overigen genoot Braband<br />
de ruimfte vrijheid. Deszelfs Voorregten<br />
C*0 GROTIUS L. I. 3.<br />
C g
|i O EK.<br />
3§ DE AFVAL DER<br />
werden op zo hogen prijs gefchat, dac<br />
vele moeders uit de aangrenzende landfchappen<br />
tegen den tijd van hare verlosfing<br />
derwaards trokken, om daar hare<br />
kinders te baren, en dezelven hierdoor,<br />
alle de Voorregten van dit gelukkige<br />
Land ;< deelagtig te maken; „ op dezelfde<br />
„ wijze," zegt STRADA, „ als men ge-<br />
„ wasfen van een ongunftige lijgtftreek<br />
„ in enen beter grond veredelt (*)."<br />
Na dat het Huis yan Bourgondie verfcheidene<br />
Gewesten onder zijne heerfchappij<br />
verenigd had, werden de bijzondere<br />
Provinciale Gerechtshoven, welke<br />
tot dus verre onafhankelijke rcgtbanken<br />
waren geweest, naar een algemeen<br />
Gerechtshof te Mechclen gewezen ,<br />
k welk de onderfcheidcne leden tot een<br />
enkeld lighaam verbond, en alle burgerlijke<br />
en lijfftraffelijke zaken door een<br />
onherroepelijke uitfpraak befliste. De<br />
Souvereiniteit der enkelde Provinciën werd<br />
weggenomen , en de Oppermagt had<br />
tans zijnen zetel in den Raad van<br />
Mechelen.<br />
Na den dood van KAREL DEN STOU-<br />
TEN verzuimden de Staten niet, hun<br />
voordeel te doen met de verlegenheid<br />
hunner Hertoginne, die door de wapenen<br />
van Frankrijk bedreigd zijnde tans van<br />
(*) De faeüo Belg.Dec. I. L. II. 34. GUICCI-<br />
ARDINI. Descr. Belg. " • •' " :
NEDERLANDEN, tg<br />
hun afhankelijk was (*). De Staten L<br />
van Holland en Zeeland noodzaakten i<br />
haar, een groot Privilegie te onder- .<br />
tekenen, welk hun de gewigtigfte regten<br />
der Souvereiniteit verzekerde. De<br />
ftoutheid der Gentenaren ging zo ver,<br />
dat zij de gunftelingen van MARIA,<br />
welke het ongeluk hadden gehad hun te<br />
mishagen , op eigen gezag voor hunnen<br />
regtbank fleepten, en onder het oog<br />
yan deze Vorflin onthalsden.<br />
Gedurende de korte regering der Herto«-inne<br />
MARIA tot aan haar huwelijk,<br />
verkreeg de Gemeente een vermogen ,<br />
't welk haar al zeer nabij aan enen<br />
vrijen Staat deed komen. Na het affterven<br />
van zijne Gemalin nam MAXIMILI<br />
AAN op eigen gezag, als Voogd over<br />
zijnen Zoon, de Regering op zig. De<br />
Staten , door deze inbreuk in hunne<br />
regten beledigd, wilden zijn gebied niet<br />
erkennen , cn konden ook niet verder<br />
o-ebragt worden, dan om hem enen bepaalden<br />
tijd, en onder beëdigde voor=<br />
waarden , als Stadhouder te dulden.<br />
MAXIMILIAAN verbeeldde zig, na<br />
dat hij Roomsch Koning geworden was.<br />
de flaatsgefteldheid te kunnen overtreden<br />
Hij leide den Gewesten buitengewoon<br />
belastingen op, gaf bedieningen aan Bour<br />
gondiërs en Duitfchcrs, en bragt vreem<br />
r<br />
de Krijgsbenden in het Land. Maa<br />
(<br />
met de magt van den Regent was oo<br />
(*; Memoires de PHILIPPE DE CPWINE i<br />
C 4<br />
lOEK.
.<br />
« O E K,<br />
4* BE AFVAL DER.<br />
dc yverzugt dezer Republieksgezinden<br />
toegenomen. Hce Volk vatte de wapenen<br />
op, toen hij met een fterk gevolg<br />
van Vreemdelingen binnen BruS»<br />
zijne intrede deed; maakte zig meester<br />
van zijnen perfoon, en zettede hem op<br />
het Slot gevangen. In wêerwil der vermogende<br />
voorfprake van het Keizerlijke<br />
en Roomfchc Hof, verwierf hij zine<br />
vrijheid niet weder, voor dat men der<br />
Natie wegens dc punten in verfchil,<br />
verzekerdheid had gegeven.<br />
De veiligheid van leven en goederen,<br />
welke uit zagter wetten, en ene gelijke<br />
handhaving van het regt ontftond? had<br />
de nijverheid en vlijt jp deze Landen<br />
aangewakkerd. In enen- geftadigen Üriid<br />
met den Oceaan en buiten hunne oevers<br />
rijzende ftroomen , welke tegen het lager<br />
land woedden, en wier geweld door<br />
dammen en kanalen gebroken moest' worden<br />
had dit Volk al vroeg geleerd ,<br />
op de Natuur rondom zig te letten<br />
een magtige hoofdftof door vlijt en<br />
ftandvastigheid te trotfeeren , en, even<br />
als de Egyptenaar, die den Nijl tot zijnen<br />
leermeester had, in enen kunstrijken<br />
tegenweer zijne vindingskracht en fchranderheid<br />
te oefenen. De natuurlijke<br />
vrugtbaarheid van het Land, welke door<br />
den akkerbou en de veeteelt bevorderd<br />
werd, vermeerderde tevens de bevolking.<br />
Deszelfs gelukkige liggmg a a n de<br />
£ee en de groote bevaarbare Rivieren<br />
yan Duitschland en Frankrijk, welke ^
NEDERLANDEN, 4r<br />
deekelijk hier in de Zee vallen; zo ve I.<br />
le kundige Kanalen, welke het Land 5 BOEK<br />
heen en weder doorfnijden , gaven leven .<br />
aan de Scheepvaart; en dc naauwer<br />
gemeenfchap der Provinciën, welke daardoor<br />
zo gemakkelijk werd gemaakt, wekte<br />
ras enen geest van Koophandel in<br />
deze Volken op.<br />
De naburige kusten van Brittanje en<br />
Denemarken waren de eerfte, die zij met<br />
hunne fchepen bezogten. Dc Engelfche<br />
wol, door dezen medegebragt, verfchaftc<br />
werk aan duizend vlijtige handen<br />
in Brugge , Gent en Antwerpen, en<br />
reeds in het midden der twaalfde<br />
ecu werd in Frankrijk en Duitschland<br />
Vlaamsch linnen gedragen. ïn de elfde<br />
eeu vinden wij reeds Friefche Schepen<br />
in de Belt , en zelfs in de Lcvantfche<br />
Zee. Ja, dit ondernemende Volk waagde<br />
het, om , zonder kompas, onder<br />
den Noor<strong>dpo</strong>ol door, tot aan den Noordelijken<br />
punt van Rusland, te ftevencn.<br />
Van de Wendifche Steden kregen de<br />
Nederlanden een deel des Levantfchen<br />
handels , welke destijds nog uit de Zwarte<br />
Zee door het Rusfifche Rijk naar de<br />
Oostzee ging. Toen deze in de dertiende<br />
eeu begon ten gronde te gaan ;<br />
toen de Kruistogten enen nieuwen weg<br />
door de Middellandfche Zee voor de Indifche<br />
waren openden, de Italiaanfche<br />
Steden dezen vrugtbaren tak van handel<br />
naar zig trokken, en in Duitschland het<br />
grote Hanze-vcrbond<br />
C 5<br />
werd opgerigt,
BOEK.<br />
4^ PE AFVAL DER<br />
werden de Nederlanden de gewigtige<br />
Stapelplaats tusfchen 't Noorden en Zuiden.<br />
Het gebruik van 't kompas was<br />
nog niet algemeen, en men zeilde nog<br />
langfaam en niet zonder omwegen langs<br />
de kusten. De Havens van de Oostzee<br />
waren in de wintermaanden grotendeels<br />
toegevroren, en voor gene vaartuigen<br />
toegankelijk. Die fchepen derhalven<br />
, welke dep verren weg van de<br />
Middellandfche Zee en de Belt, in een<br />
zelfde jaargetijde, niet wel konden afleggen,<br />
kozen geredelijk ene plaats van<br />
vereniging, in het midden van beide delen<br />
gelegen. Agter zig een onmetelijk<br />
vast land hebbende, waarmede zij door<br />
de vaarbare Aromen verbonden waren ,<br />
terwijl tegen het Westen en Noorden<br />
de Oceaan door veilige Havens voor<br />
hun geopend was, fchenen deze Gewesten<br />
opzettelijk tot een verzamelplaats<br />
der Volken, en tot een middenpunt van<br />
den Handel gefchapen. De voornaamfte<br />
Nederlandfche Steden werden tot Stapelplaatfen<br />
gemaakt. Portugezen , Spanjaarden<br />
, Italianen , Franfchen , Britten ,<br />
Duitfchers, Decnen en Zweden vloeiden<br />
hier zamen met voortbrengfels uit alle<br />
oorden der wereld. De menigte en<br />
naarijver der verkoperen verminderden den<br />
prijs der waaren ; de nijverheid werd<br />
aangewakkerd, dewijl de markt voor de<br />
deur was. Met den noodzakelijken omloop<br />
van geld kwam de wisfelhandel op,<br />
welke ene nieuwe vrugtbare bron yafl
NEDERLANDEN. 43<br />
rijkdom opeqde. Dc Lands - Vorsten , I.<br />
die eindelijk hun waar belang beter begonnen<br />
te kennen, moedigden den Koop<br />
SOEli.<br />
man door de grootfte vrijheden aan, en<br />
wisten hunnen handel door voordelige<br />
verdragen met buitenlandfche Mogendheden<br />
te befchermen. Toen in de vijftiende<br />
ecu dc meeste enkelde Provinciën zig<br />
onder énen Heer vereenigden , hielden<br />
pok derzelver fchadelijke oorlogen tegen<br />
elkander op , en derzelver gcfchcidcne<br />
voordelen werden thans door ene gemcenfchappelijke<br />
Regering naauwcr verbonden.<br />
Haar handel en welvaart<br />
groeiden aan in den fchoot van enen<br />
ïangdurigen Vrede, waartoe de overmagt<br />
harer Vorsten de naburige Koningen<br />
noodzaakte. De Bourgondifche vlag werd<br />
in alle Zeen geëerbiedigd (*) ; het<br />
aanzien van den Vorst gaf aan de onderneemingen<br />
der Ingezetenen nadruk ;<br />
en maakte dien van elk bijzonder perfoon<br />
tot de aangelegenheid van enen<br />
gedugtcn Staat. Een zo magtige befcherming<br />
(telde hen weldra in (laat,<br />
om zelfs het Hanze - verbond te verlaten<br />
cn dezen trotfehen Vijand door<br />
alle Zeën te vervolgen. De Hanzcfche<br />
Koopvaarders, welken dc Spaanfche Kust<br />
toegefloten werd, moesten ten laatften<br />
tegen hunnen wil in Vlaanderen te<br />
markt komen, en de Spaanfche waaren<br />
pp Nederlandfchen (lapel ontvangen.<br />
(*) Memoires de COMINES L. III, Ch. 5,
4v DE AFVAL DER<br />
I. Brugge in Vlaanderen was in de veer<br />
SOEK. tiende en vijftiende eeu het middenpunt<br />
van den gehelen Europifchen handel ,<br />
en de grote markt van alle Natiën.<br />
In 't jaar 1468 telde men honderd en<br />
vijftig Koopvaardij fchepen , welke op<br />
eenmaal dc haven van Sluis binnenliepen.<br />
Behalveh het rijke Magazijn van<br />
het Hanzc-verbond, waren hier nog vijftien<br />
Genootfchappen van Koophandel met<br />
hunne Kantoren, benevens vele Factorijen<br />
en Handelhuizen uit alle Landen van Europa.<br />
Hier was dc ftapêl van alle Noordfche<br />
voordbrengfels voor het Zuiden, en<br />
van alle Zuidelijke en Levantfche voor het<br />
Noorden. Deze gingen met Hanzcfche<br />
Schepen door de Zond, en over den<br />
Rijn naar O'pper-Duitschlahd , of werden<br />
op wagens ter zijde af naar Bronswijk<br />
en Lunenburg vervoerd.<br />
Het is de zeer natuurlijke loop der<br />
menfchelijke zaken , dat deze welvaartvan<br />
ene buitenfporige dertelheid gevolgd<br />
werd. Het verleidende voorbeeld van<br />
FILIPS DEN SCHONEN konde dit tijdperk<br />
flegts verhaasten. Het Hof der<br />
Bourgondifche Hertogen was het wellus-»<br />
tigfte en pragtigfte van Europa, zelfs<br />
Italië niet uitgezonderd. Dc kostbaare<br />
kleding der Groten , welke vervolgens<br />
tot een model voor de Spaanfche verftrekte<br />
, en eindelijk met de Bourgondifche<br />
gebruiken tot het Oostcnrijkfche<br />
Hof overging,<br />
Volk ? en de<br />
kwam welras onder het<br />
geringfte burger kleedde
N E D E R L A N D E N . *5<br />
tig in zijden ftoffen (.*> „ Op den<br />
„overvloed," zegt c o MINES , ( een ] iOEK<br />
Schrijver, die omtrenc het midden der .<br />
vijftiende eeu de Nederlanden doorgereisd<br />
heeft) „ was de hoogmoed ge-<br />
„ volgd. De pragt en praal in kleding<br />
„ werd van beiderlcie kunne tot de bui-<br />
,', tenfporigfte verkwisting gedreven. Toe<br />
„ zo hogen trap, als hier, was de weel-<br />
(*) FILIPS DE GOEDE was te groot een<br />
verkwister , om fchatten te vergaderen : des<br />
met tegengaande vond KAREL DE STOUTE<br />
in deszelfs nalatenfchap, aan tafelgereedfchap „<br />
kleinoodién, boeken, tapijten en lijnwaat, een<br />
erooter voorraad opeengehoopt , dan drie rijke<br />
Vorftëlijke huizen toenmaals te zamen bezaten<br />
, en bovendien nog enen fchat van driemaal<br />
honderd duizend Daalders in baren gelde.<br />
De rijkdom van dezen Vorst en het Bourgondifche<br />
Volk lag op de flagvelden bij Granfon<br />
, Murten en Nancy ten toon gefpreid.<br />
Hier'trok een zoldaat van de Zwitfers KAREI,<br />
DEN STOUTEN den beroemden Diamant van<br />
den vinger, welke langen tijd voor den grootflen<br />
van Europa is doorgegaan, die nog lieden<br />
als de twed'e aan de Franfche Kroon<br />
prijkt, cn die toen door den onkundigen vinder<br />
voor enen gulden verkogt werd. De<br />
Zwitfers verruilden het gevonden Zilver tegen<br />
Tin, het Goud tegen Koper, en fcheurden de<br />
kostbaarfte tenten van goudftof in ftukken.<br />
De waarde van den buit , welke aan Zilver,<br />
Goud en edele Geftecnten gemaakt werd,<br />
•wordt op drie millioenen gefchat. KAREI.<br />
en zijn leger waren niet als vijanden , die<br />
vegten willen , maar als overwinnaars, die zig<br />
na behaalde zege optooijen , ten (Wijde geicokken.<br />
COMINES I. 253. 259. 265.<br />
L
t<br />
SOEK<br />
4& DE AFVAL DER,<br />
„ de der tafel nog bij geen ander Volff<br />
„ geftegen. De zedeloze .gemeenfchap<br />
„ van beide geflagten in Badftoven eri<br />
„ foortgelijke plaatfen van bijeenkomst i<br />
„ welke den wellust aanprikkelen , had<br />
„ alle fchaamte verbannen: en het is<br />
„ niet de gewoone dertelheid der Gro-<br />
„ ten, waarvan wij hier fpreken ; de<br />
„ geringde Vrouwen gaven zig onbepaald<br />
aan deze buitenfporighedeti<br />
„ over (*)."<br />
Dan , hoe veel aangenaamer is nier<br />
zelfs deze buitenfpoorighëid voor den'<br />
menfehenvriend, dan de treurige ingetogenheid<br />
des gebreks, en de barbaarfche<br />
deugd der domheid, welke toenmaals<br />
geheel Europa ter neder drukten!<br />
Het Bourgondifche tijdvak fchijnt weldadig<br />
tusfehen die duistere eeuwen door,<br />
gelijk een aangename lentedag tusfehen<br />
het nog gure weder van den afgaanden<br />
winter.<br />
Maar juist deze bloeiende welvaart<br />
bragt eindelijk de Vlaamfche Staten ten<br />
val. Gent en Brugge , dronken vari<br />
vrijheid en overvloed, kondigen den<br />
Beheerfcher van elf Provinciën, FILIPS<br />
DEN GOEDEN, den Oorlog aan, welke<br />
zo ongelukkig geëindigd , als vermetel<br />
ondernomen werd. Gent alleen verloor<br />
in den flag bij Havre vele duizenden<br />
Volks, en moest den toorn<br />
van zijnen Overwinnaar met ene Geld-<br />
(*) Memoires de M. PHILIPPE DE COMINES<br />
T. h L. I, C. L. V. C. p. S
NEDERLANDEN, 4?<br />
boete van viermaal honderd duizend<br />
Goudguldens verzoenen; alle de Leden<br />
der Regering en de voornaamfte Burgers<br />
van de Stad, ten getale van twe<br />
duizend, moesten in het blote hemd,<br />
barrevoets, en met ongedekten hoofde,<br />
den Hertog een Franfche mijl verre te<br />
gemoet gaan , en hem op de kniën om<br />
genade fmeken. Bij deze gelegenheid<br />
werden hun enige dierbaare Voorregten<br />
ontnomen , 't welk een onherftelbaar<br />
verlies was voor hunnen gehelen toekomenden<br />
handel. Niet veel gelukkiger<br />
oorloogden zij, in 't jaar 1482, tegen<br />
M A X I M I L I A A N V A N O O S T E N R Y K ,<br />
om hem de Voogdijfchap over zijnen<br />
Zoon te ontweldigen, welke hij zig<br />
wederregtelijk had aangematigd : de Stad<br />
Brugge zettede in 't jaar 1487 den Aartshertog<br />
zeiven gevangen, en liet enigen<br />
zijner voornaamfte Staatsdienaren ter dood<br />
brengen. Keizer F R E D E R I K D E D E R D E<br />
rukte, om zijnen Zoon te wreeken, met<br />
een Leger binnen hun grondgebied, en<br />
hield de haven van Sluis tien jaren<br />
lang gefloten , waardoor hun Handel<br />
ganfchelijk geftremd werd. Amfterdam<br />
en Antwerpen, welke reeds lang den<br />
bloei der Vlaamfche Steden met nijdige<br />
ogen hadden aangezien, verleenden hem<br />
hierin den gewigtigften bijftand. _ De Italianen<br />
begonnen hunne eigene zijden waren<br />
naar Antwerpen te koop te brengen,<br />
en de Vlaamfche Linnenwevers, welke<br />
zig in Engeland hadden neergezet, zonden<br />
insgelijks hunne waren derwaards.<br />
i<br />
B O E ff.
I.<br />
BOEK.<br />
4§ DE AFVAL DER<br />
waardoor de Stad Brugge twe voorname<br />
takken van Handel verloor. Hare<br />
hooggaande trotschheid had reeds lang<br />
het Hanze-verbond beledigd, 't welk<br />
haar nu ook verliet , en zijn Magazijn<br />
naar Antwerpen overbragt. In 't jaar<br />
1516 vertrokken alle vreemde Kooplieden,<br />
zodat 'er flegts enige weinige Spanjaarden<br />
overbleven : doch haar welvaart<br />
verkwijnde langfaam , even als dezelve<br />
was opgekomen.<br />
Antwerpen kreeg in de zestiende eeu<br />
den handel, welke door de dertelheid<br />
der Vlaamfche Steden verdreven was ,<br />
Weder; en onder de Regering van<br />
KAREL DEN VIJFDEN was zij de levendigfte<br />
en aanzienlijkfte Stad in de Christenwereld.<br />
Een Rivier als de Schelde ,<br />
welker naburige wijde mond eb en vloed<br />
met de Noordzee gemeen heeft, en die<br />
in ftaat is om de zwaarfte Schepen tot<br />
onder de muren te brengen, maakte<br />
haar tot de natuurlijke verzamelplaats<br />
van alle Schepen, welke deze kusten bezogten.<br />
Hare Vrijmarkten trokken handelaars<br />
uit alle Landen. (*) De nijverheid<br />
der Natie was in den aanvang dezer<br />
eeu tot den hoogflen bloei gerezen»<br />
De Akker- en Vlasbou, de Veeteelt,<br />
de Jagt en de Visfcherij verrijkten den<br />
Landman; Kunsten, Handwerken en Handel<br />
(*) Twee zulke Markten, duurden veertig<br />
dagen, en alle waaren welken aldaar geveild<br />
Werden, waren tolvrij."
N E D E R L A N D E N ! *ö<br />
del de Steden. Het duurde niet lang,<br />
öf men zag de vrugten van den Vlaam- ;<br />
fchcn en Brabandfchen vlijt in Arabiën , .<br />
in Perziën en Indiën. Hunne fchepen<br />
bedekten den Oceaan , en wij zien dezelve<br />
in de Zwarte Zee met de Genuezen<br />
om het meesterfchap ftrijden. Die<br />
eigenaartige onderfcheidde den Nederlandfchen<br />
Zeeman , dat hij in alle tijden<br />
van 't jaar onder zeil ging, en niec<br />
overwinterde.<br />
Na dat de nieuwe weg om het Voorgebergte<br />
van Afrika was uitgevonden „<br />
en de Portugeefche Oostindifche handel dcii<br />
Levaritfchch ondermijnde, ontvingen de*<br />
Nederlanden dc wonde niet, welke hierdoor<br />
aan de Italiaanfche Staten werd<br />
toegebragt; de Portugezen zettedën ïrt<br />
Braband hunnen (tapel op, en de Specerijen<br />
van Kalikuta pronkten thans op 1<br />
de markt van Antwerpen (*). Herwaards<br />
vloeiden de Wcst-indifche waren 4<br />
waarmede de trotfehc traagheid der<br />
Spanjaarden de Ncderlaridfché nijverheid<br />
betaalde. De Oost-indifche ftapel trok<br />
de beroemdfte Huizen van koophandel<br />
uit' Florence, Lucca en Genua; eri uic<br />
Augsburg de Fuggërs en Welzcrs, herwaards.<br />
Hcrwaards bragt ook tans hec<br />
Hanzë-verbönd zijne Noórdfche waaren<br />
( * ) De waarde der Specerijen en Apotckerswaaren<br />
, welke van Lisfabon derwaarös verzonden<br />
werden , zouden , volgens opgave van<br />
GuicciARDiNi, een millioen kronen belopersl<br />
hebbeii.<br />
I; DEET, D<br />
SOEK;
50 DE AFVAL DER<br />
,<br />
I, en de Engelfche Maatfchappij zettede zig<br />
BOEK. hier neder. Natuur en kunst fchenen<br />
hier haren gehelen rijkdom ten toon te<br />
fpreiden. Het was een pragtig fchoutoneel<br />
van de werken des Scheppers en<br />
der menfchen.<br />
Hun roem verbreidde zig weldra de<br />
gehele wereld door, Op het einde dezer<br />
een verzogt een gezelfchap van<br />
Turkfche Kooplieden de vrijheid om zig<br />
hier neder te zetten, en de voortbrengfels<br />
van het Oosten over Griekenland<br />
herwaards te brengen. Met den handel<br />
der waaren nam ook de geldhandel toe.<br />
Hunne wisfelbrieven waren aan alle hoeken<br />
der aarde gangbaar. Men wil, dal:<br />
Antwerpen toenmaals in minder tijd dan<br />
een maand meer en groter handel deed,<br />
dan Venetiën , gedurende hare beste<br />
tijden, in twe gehele jaren.<br />
In het jaar 1491 hield het gehele<br />
I lanze-verbond in deze Stad zijne pleg-<br />
:ige Vergadering , welke te voren nergens<br />
dan in Lubek was gehouden. In<br />
£<br />
A A R<br />
J 153 T werd de Beurs geboud,<br />
destijds de pragtiglte van geheel Europa,<br />
i ïïi welke aan haar trotsch opfchrift bemtwoordde.<br />
Huizen, welke een eeu vroe-<br />
I rer voor honderd kronen verhuurd wer-<br />
I len, waren nu tot agthonderd en duilend<br />
in prijs gefteigerd'. De Stad tel-<br />
4 le nu honderd duizend Inwoners. Hec<br />
i ;ewoel, en de menigte van menfchen,<br />
i relke zig hier in 't oneindige zamen-<br />
4 rong, gaat alle geloof te boven. Twee
Ï\ T<br />
E HERLANDEN. *r<br />
tot derdehalf honderd masten werden f.<br />
meermalen te gelijk in hare havens ge BOEK,<br />
zien ; geen dag verliep 'er, dat 'ër<br />
niet vijfhonderd fchepen kwamen en<br />
afgingen; öp marktdagen liep het getal<br />
tot agt- en negen-honderd. Dagelijks reden<br />
twehonderd en meer Karosfen door<br />
hare poorten ; meer dan tweduizend,<br />
vragtwagens zag men ieder week uic<br />
Duitschland, Frankrijk cn Lotharingen<br />
aankomen , zonder de boerenkarren cn<br />
korenwagens mede te rekenen , wier<br />
getal gewoonlijk tot tienduizend beliep.<br />
Dertigduizend handen werden alleen door<br />
de Engelfche maatfchappij van Kooplieden<br />
in deze Stad bezig gehouden.<br />
Aan markrgelden, tollen en cijnzen won<br />
de Regering jaarlijks bij de twe millioenen;<br />
een fom 4 welke in die tijden nog veel<br />
meer dan thans betekende. Wij kunnen<br />
Ons van het vermogen der Natie een derfM<br />
beeld maken, wanneer wij horen, dat de<br />
buitengewone fchattingen, welke zij aan<br />
K A R E L DEN VfjFDEN tot zijne veelvuldige<br />
oorlogen moest opbrengen, op veertig<br />
millioenen gouds gerekend worden.<br />
Dezen bloeienden welvaart hadden de<br />
Nederlanders even zo zeer aan hunne<br />
vrijheid, als aan de natuurlijke ligging<br />
des Lands te danken. Onzekere wetten en<br />
het willekeurige beftuur van enen roofzugtigen<br />
Vorst zouden alle voordelen<br />
vernietigd hebben, welken erie gunftige<br />
gefteldheid in zo ruime mate óver dezelve<br />
had verfpreid. Alleen de ón-<br />
D a
DE AFVAL DER<br />
i fchendbare heiligheid der wetten kan cfeti<br />
BOE K. burger van de vrugten zijns vlijts verze-<br />
. keren , en hem dat gelukkige vertrouwen<br />
inboezemen, dat<br />
le werkzaamheid.<br />
de ziel is van al<br />
Het vernuft dezer Natie, door den<br />
geest des koophandels en den omgangmet<br />
zo vele Volken ontwikkeld, blonk<br />
uit in nuttige uitvindingen: in den fchoot<br />
des overvloeds en der vrijheid kwamen<br />
alle edele kunften tot rijpheid. Uit her<br />
verlichte Italiën, waar cos MUS DE ME<br />
DICI s in korten tijd de goudene eeu herfteld<br />
had, bragten de Nederlanders de Schilderkunst,<br />
de Boukunst, de Houtfneê- en<br />
Graveer-kunst in hun Vaderland over, wel •<br />
ke hier in enen nieuwen grond nieuwen<br />
bloei verkregen. De Nederlandfche fchool,<br />
ene Dogter der Italiaanfche, dong wel<br />
dra met hare Moeder naar den prijs,<br />
en ftelde, in gemeenfehap met deze,<br />
de wet aan de fchone kunften in geheel<br />
Europa. De Fabrijken en kunften,<br />
waarop de Nederlanders hunnen welvaars<br />
voornamelijk geboud hebben, en gedeeltelijk<br />
nog bouwen, hebben gene verdere<br />
melding van noden. Het tapijtenweven, het<br />
fchilderen met olijverw,. de kunst om op<br />
^las te fchilderen, zelfs de zak- en zon-uuriverken,<br />
zijn, volgens de fteüing van GUIO<br />
I : i A R D i N i, oorfpronkelijk Nederlandfche<br />
i litvindingen; ook heeft men aan hun<br />
( le verbetering van het Kompas te<br />
< lanken , welks fïreken nu nog onder Nelerlandfche<br />
namen bekend zijn. In 'r
NEDERLANDEN. 53<br />
jaar 1428. werd de Boek-drukkunst in I.<br />
Haarlem uitgevonden, en het lot wil BOEK.<br />
de dat deze nuttige kunst een eeu<br />
later haar Vaderland met de Vrijheid<br />
befchenken moest. Met het vrugtbaarfte<br />
vernuft tot nieuwe uitvindingen paarden<br />
zij een gelukkig talent, om vreemde<br />
cn reeds in wezen zijnde dingen te verbeteren<br />
: men zal weinige kimden en<br />
handwerken vinden , welke niet of op<br />
dezen grond geteeld, of altans tot groter<br />
volkomenheid gebragt zijn.<br />
Tot dus verre maakten deze Gewesten<br />
den benijdenswaardigften Staat van Europa<br />
uit Geen der Bourgondifche Hertogen<br />
had in 't hoofd gekregen, de ftaatsgcfleldheid<br />
omver te floten; zelfs de ondernemende<br />
geest van KARE L DEN STOUTEN,<br />
welke enen butenlandfchen vrijen Staat de<br />
flavernij bereidde, had haar ongerept gelaten.<br />
Alle deze Vorften groeiden in gene<br />
hoger verwagting op, dan pm over een<br />
Republiek te gebieden , en geep hunner<br />
Landen konde hun ene andere ondervinding<br />
opleveren, Behalven dat bezaten<br />
deze Vorsten niets, dan wat de Nederlanden<br />
hun gaven ; gene legers, dan<br />
welke de Natie voor hun in het veld<br />
bragt; gene rijkdommen, dan welke de<br />
Staten hun inwilligden. Maar nu veranderde<br />
alles van gedaante. Nu waren<br />
zij in handen van enen Heer geraakt,<br />
wien andere werktuigen en andere hulpmiddelen<br />
ten dienfte ftonden; die ene<br />
D 3
ï.<br />
SOEK.<br />
54 DE AFVAL DER<br />
vreemde magt tegen hen in de wapenen<br />
konde brengen (*). KAREL DE VIJFDE<br />
(*) De onnatuurlijke vereniging van twe zo<br />
tegenftrijdige Natiën , als de Nederlanders en<br />
Spanjaarden zijn , konde nimmer gelukkig uitvallen.<br />
Ik kan mij niet bedwingen, van hier de<br />
vergelyking te plaatfen , welke GROTIUS in<br />
ene kragtige taal tusfehen deze beiden heeft<br />
gemaakt. „Met de n-burige volken, zegt hij,<br />
„konden de Nederlanders ligtlijk in vriendfehap<br />
„ leven , daar deze van enen zelfden oorfprong<br />
„met hun, en door de zelfde wegen en middelen<br />
groot geworden waren. Maar de Spanjaar-<br />
„den en Nederlanders weken in de meeste din-<br />
„ gen van elkander af," en daar, waar zij overeenkwamen,<br />
botften zij te fterker tegen een.<br />
„Beiden hadden van eeuwen her in den oorlog<br />
„uitgeblonken alleen de laatften waren thans<br />
„ door de rust aan de wapenen ontwend , terwijl<br />
„de eerften door hunne veldtogten in Italiën<br />
„en Africa in oefening gehouden waren. De<br />
„zugt tot gewin maakte den Nederlander meer<br />
„tot den vrede genegen, maar egter niet ongevoelig<br />
voor beledigingen. Geen volk is min-<br />
„ der gezet op het maken van veroveringen<br />
„maar ook geen verdedigt beter zijn eigendom'<br />
„Van hier dat aantal van Heden in enen oord<br />
„opeengepakt, eerst aan de zee en de rivieren<br />
„ verlterkt , en vervolgens met vreemde aanko-<br />
„ melingen en eigene bevolking opgevuld. Dus<br />
„zijn zij agt honderd jaren na de Noordfehe<br />
„ Volksverhuizing beveiligd gebleven , zonder door<br />
„ vreemde wapenen overwonnen of beroofd te<br />
„worden. Spanje daarentegenverwisfelde meermalen<br />
„van Heren, cn had, totn het eindelijk in de<br />
„handen der Gothcn viel, vrij veel door het karakter<br />
en de zeden van hunne overwinnaars<br />
„geleden. Bij het flot van alle die vermengiu
NEDERLANDEN. £5<br />
gebood willekeurig in zijne Spaanfche<br />
Staten; in de Nederlanden was hij niet<br />
meer dan de eerde Burger. De volkomenfte<br />
onderwerping in het Zuidelijke ge-<br />
„gen wordt dit volk ons befchreven als het ge-<br />
"duldigfte bij den arbeid, het onverfchrokkenlte<br />
in gevaren, even zeer belust op rijkdom als<br />
op eer , trotsch genoeg om anderen te verag-<br />
„ten, opmerkfaam en erkentelijk voor weldaden<br />
„van anderen , maar tevens zo wraakgierig en<br />
„uitgelaten in overwinningen, als of tegen den<br />
„vijand noch eer , noch geweten golden. Van<br />
„dit alles hebben de Nederlanders niets; zij zijn.<br />
„ flim, doch niet bedrieglijk ; in het midden tusfehen<br />
Frankrijk en Duitschland gelegen , hebben<br />
zij door ene zagter mengeling de gebreken<br />
en deugden dier beide volken verenigd; zij la-<br />
„ten zig niet ligtelijk bedriegen, noch ftraffe-<br />
„loos beledigen. Ook in Godsdienltigheid ge-<br />
„ ven zij den Spanjaarden niet toe : het Chris-<br />
„ tendom eenmaal aangenomen hebbende, waren zij<br />
„door de wapenen der Noormannen niet wedet<br />
„daarvan af te trekken; geen gevoelen, dooi<br />
„ de Kerk veroordeeld, had tot dus verre dc<br />
„ zuiverheid van hun geloof befmet. Ja zo vei<br />
„ging hunne vrome milddadigheid , dat mer<br />
" genoodzaakt was de hebzugt hunner Geestelij<br />
"ken door wetten te beteugelen. Eerbied et<br />
", onderdanigheid aan de Landsheren warci bei<br />
"de volken aangeboren; alleen met dit onder<br />
" fcheid , dat bij de Nederlanders de Wet meer l<br />
" dan de Vorst. De Kastilianen willen voorzichtige<br />
"dan de overige Spanjaarden geregeerd worden,<br />
"maar zij gunnen niet gaarne aan anderen dh<br />
"vrijheden, waartoe zij zig zeiven geregtig< i<br />
„ agten. Hierom was het een zo moeilijke zaal<br />
"voor een' gemenen Heer van die onderfchei<br />
",dene volken , de oplettendheid en zorg tus<br />
"fchen beiden zodanig te verdeler., dat noch d i<br />
„voorrang der Kastilianen den Nederlanderen \ I<br />
D 4<br />
ï.<br />
BOEK.
50 DE AFVAL DER<br />
I decltc van zijn gebied moest hem klef»,<br />
SOEK. agting voor de regten van den onderdaan<br />
inboezemen; maar hier leerde men hem<br />
dezen te ontzien. Hoe meer hij aldaar<br />
het vermaak van een onbepaalde magt<br />
genoot, en hoe hooger het gevoelen<br />
was, 't welk hem van zig zeiven werd<br />
gegeven, des te minder moest het hem<br />
fmaken, zig hier tot de befcheidene<br />
menschlijkheid te vernederen; des te<br />
meer moest hij zig geneigd gevoelen,<br />
om dezen hinderpaal uit den weg te<br />
ruimen. 'Er wordt reeds een grote deugd<br />
vereischt, om dc magt, welke tegen onze<br />
meest geliefde wenfehen gekant is,<br />
niet als vijandig te beftrijden. Eer wij<br />
ons naar de blinde noodzakelijkheid<br />
fchikken, veranderen wij haar liever in<br />
een vrijwerkend wezen , 't welk wij<br />
kunnen te keer gaan ; hoe veel meer<br />
ian, wanneer het de Vrijheid is, welke<br />
mze Vrijheid beperkt?<br />
De ovennagt van KAREL maakte<br />
\ evens het wantrouwen , altoos een<br />
i re volg van zwakheid, bij de Nedcr-<br />
] anders gaande. Nooit hadden zij fter-<br />
1 ;er voor hunne ftaatsgefteldheid geijverd,<br />
1 looit meer zwarigheden tegen de reg<br />
t en van hunnen Vorst gemaakt; nooit<br />
\ /aren zij omflagtiger in hunne verdraen<br />
geweest. Wij vinden onder zijne<br />
}) de ogen ftak , noch de gelijkheid van dezen<br />
r> den hoogmoed der Kastilianen beledigde. Gitoi.<br />
i TIUS. Annal. Belg. L. i.
NEDERLANDEN, 57<br />
regering de hevigfte uitbarftingen van den<br />
Republickeinfchen geest, en de eifchen ,<br />
der Natie vaak gedreven tot een mis- .<br />
bruik, dat aan de Happen, door de<br />
Koningrijke magt gedaan , enen glimp<br />
van billijkheid konde geven. Een Vorst<br />
befchouwt ftc-eds de burgerlijke vrijheid<br />
als een gedeelte vap zijn gebied,<br />
dat hem ontvreemd is, en dat hij<br />
moet tragten te herwinnen. Voor den<br />
Burger is de Oppcrheerfchappij een geweldige-<br />
vloed, welke zijne regten overftroomt.<br />
De Nederlanders dekten zig tegen<br />
hunne zee door dijken, en tegen<br />
hunne Vorlten door grondwetten. De gehele<br />
Wereldlijke gefchiedenis is een<br />
fteeds herhaalde ftrijd tusfehen dc heersenzugt<br />
cn dc vrijheid om deze» betwisten<br />
plek gronds, gelijk derzelver Natuurlijke<br />
gefchiedenis niets anders is, dan een ftrijd<br />
tusfehen de Elementen cn de lighamen<br />
om dc ruimte.<br />
De Nederlanders gevoelden wel ras,<br />
dat zij de Provincie van ene Monarchie<br />
geworden waren. Zo lang hunne vorige<br />
Heren geen hoger doel hadder., dan<br />
voor hunnen welftand te zorgen, geleek<br />
hun Staat naar het ftille geluk van een<br />
verenigd huisgezin, welks hoofd de<br />
Vorst was. KAREL DE VIJFDE voer-,<br />
de hen op het toneel der ftaatkundige<br />
wereld. Nu maakten zij een lid uit<br />
van dat reusagtige Üglitwpn , dat door<br />
de eerzugt van énen tot zijn werktuig<br />
gebruikt werd. Zij hielden op het doe}<br />
O 5<br />
I.<br />
10 E K.
ï.<br />
BOEK<br />
ft<br />
58 DE AFVAL DER<br />
van zig zclven te zijn ; het middenpunt<br />
van hun beflaan was in de ziel van<br />
hunnen Vorst verplaatst. Daar zijne gehele<br />
regering flegts éne beweging naar<br />
buiten, of één Staatkundig bedrijf was,<br />
moest hij voor alle andere dingen meester<br />
van zijne leden zijn , om zig met nadruk<br />
en fpoed daarvan te kunnen bedienen.<br />
Hij kon zig dus met gene mogelijkheid<br />
met het omflagtige kunstwerktuig van<br />
hun inwendig burgerlijk leven bemoejen,<br />
of hunne eigendommelijke voorregten<br />
met die naaugezette opmerkfaamheid<br />
behartigen, welke hunne Republiek infche<br />
omflagtigheid vorderde, Met den<br />
ftouten flap van enen Aljeenheerfcher<br />
vertrapte hij het kunflige gebou van<br />
ene wormen-wereld. Hij moest zig het<br />
gebruik van hunne kragten gemaklijker<br />
maken door eenheid. De Raad tc<br />
Mechelen was tot hier toe een onafhankelijke<br />
Vierfchaar geweest; tans onderwierp<br />
hij denzelven aan een Koninglijk<br />
Geregtshof, dat hij te Brusfel vestigde,<br />
en dat het werktuig van 's Vorsten wil<br />
was. In het hart van hun Staatsber<br />
ftuur voerde hij vreemdelingen in ,<br />
Welken hij de gewigtigfle bedieningen in<br />
handen gaf. Lieden, die alleen van<br />
s<br />
s Konings genade afhingen, moesten noodwendig<br />
flegte handhavers zijn van regten,<br />
Welke hun behalven dat weinig bekend<br />
waren. De toenemende onkosten zijner<br />
oorlogzugtige regering noodzaakten hem<br />
zijne hulpmiddelen te vermeerderen. Met
NEDERLANDEN. $9<br />
yerfmading van de heiligfte Voorregten, I.<br />
legde hij den Landen ongewone bclastin- • SOEK.<br />
gen op. De Staten moesten, om bun .<br />
aanzien te bewaren, dat gene wel bewilligen<br />
, wat hij zo befchciden was<br />
geweest van niet met geweld te willen<br />
invorderen: de gehele Gefchiedenis der<br />
regeering van dezen Vorst in de Nederlanden<br />
is genoegzaam een aaneengeschakeld<br />
verflag van gevraagde, geweigerde,<br />
cn eindelijk evenwel ingewilligde fchattingen.<br />
Tegen de Staatsgefteldhcid voerde hij<br />
vreemd Krijgsvolk in hun Land, liet in<br />
de Provinciën werven voor zijne legers<br />
, en wikkelde haar in oorlogen,<br />
welke voor haar belang onvcrfchillig,<br />
zo niet fchadelijk waren , cn waarin zij<br />
niet hadden toegeftemd. Hij ftrafte als<br />
Monarch de misftappen van enen vrijen<br />
Staat, cn de gedugte ftraf der Gentenaren<br />
vertoonde hun de grote verandering,<br />
welke hunne ftaatsgelteldheid airede geleden<br />
had. Zommige gefchiedfehrijvers<br />
befchuldigen hem, dat hij getragt zoude<br />
hebben, de gewigtigftc Vrijbrieven der<br />
Provinciën uit de kloosters cn vertrekken,<br />
waar dezelve bewaard werden, heimelijk<br />
te laten opligten: een lage cn<br />
veragtelijke daad voor enen zo groten<br />
Vorst, maar tevens een bewijs»,<br />
deze brieven nog vreesde!<br />
dat hij<br />
De welvaart des Lands was voor z
€9 DE AFVAL DE li<br />
I. KAREL'S verftandige Staatkunde den ge-<br />
r-OEK. zondheidsregel des Jighaams zekerlijk niet<br />
overtrad, waaraan hij nodig vond zig<br />
ftiptelijk te houden. Gelukkig treffen<br />
•vaak de tegenftrijdige bedoelingen der<br />
heerschzugt en der belangeloze menschlievendheid<br />
het zelfde wit, en de burgerlijke<br />
welvaart, welke het doel is van<br />
enen M A R C U S A U R E L I U S , wordt<br />
onder enen LODEWIJK en AUGUS<br />
TUS toevalligerwijze bevorderd. De<br />
regering van enen denkenden Despoot<br />
heeft daarom niet zelden de fehone<br />
buitenzijde van dat gezegende land,<br />
waarvan een Wijsgeer de Wetgever was;<br />
en deze betoverende fchijn is in ftaat<br />
om het oordeel des Gefchiedfchrijvers<br />
te misleiden. Maar laat hem dk bevallige<br />
bekleedfel opligten, zo zal een nader<br />
inzien hem leren, hoe weinig bij<br />
de magt van d.en Staat het welzijn der<br />
ingezetenen ter harte genomen is, cn<br />
hoe veel nog een bloejend rijk van<br />
een gelukkig rijk verfchilt. K A R E L<br />
D E VIJFDE was volkomen overtuigd,<br />
dat Koophandel de fterkte der Natie<br />
Was, en vrijheid de grondflag van ha^<br />
ren Koophandel. Hij ontzag hare vrijheid,<br />
om dat hij hare fterkte nodig had.<br />
Staatkundiger, maar niet regtvaardiger,<br />
dan zijn Zoon, onderwierp hij zijne<br />
grondftellingen aan de noodzaaklijkheid<br />
van plaats en omftandigheden, en trok<br />
te Antwerpen ene verordening in, welke<br />
hij met magt en geweld te Madrid en
NEDERLANDEN, ót<br />
Lisfabon zoude hebben ftaande gehouden. ï.<br />
Het gene de regeering van KAREL BOEK*<br />
» BEN VIJFDEN voor de Nederlanden<br />
bijzonder merkwaardig maakt, is de grote<br />
Geloofs - omwenteling , welke onder<br />
hen voorviel , en met welke wij ons,<br />
als de voorname oorzaak van den namaals<br />
gevolgdcn oplrand, wat omftandiger<br />
zullen bezie; houden: deze Geloofsomwenteling<br />
baande het eerst den toegang<br />
voor het willekeurig gezag tot<br />
het binnenfte heiligdom der Nederlandfche<br />
daatsgedcldheid, bragt dit gezach in<br />
verzoeking om een mecsterftuk van zyn<br />
bekwaamheid te vertoonen, en gaf het<br />
zekere houding van wettigheid, terwijl<br />
het, ten zelfden tyde, den Republiekeinfchen<br />
geest op een gevaarlijke deilte<br />
plaatde. Even gelijk dees laatde in anarchie<br />
en oproer ontaarte, beklom de<br />
eerde , het monarchaal geweld namelyk,<br />
den hoogden top van het despotismus.<br />
Niets is natuurlijker, dan de overgang,<br />
van burgerlijke vrijheid tot vrijheid van<br />
geweten. De mensch, of het volk ,<br />
dat door ene gelukkige Staatsgedeldheid<br />
eenmaal de waardij der menschheid heeft<br />
leren kennen; dat de wet, die over<br />
hetzelve uitfpraak moet doen, gewoon<br />
is geworden te beoordelen , of zelf<br />
daarvan de rnker is; welks geest door<br />
werkfaamheid opgeklaard; welks gevoel<br />
door het genot des levens gaande gemaakt;<br />
welks natuurlijke moed door inwendige<br />
veiligheid en welvaart verheven
& D'Ë AFVAL DER<br />
t is geworden; zulk een volk en zulk eer!<br />
BOEE. niensch zullen zig niet zo gemaklijk als<br />
anderen aan de blinde heerfchappij vart<br />
een willekeurig geloof overgeven , en zig<br />
eer dan anderen daarvan weder ontdaan.<br />
Nog ene andere omftandigheid moest dén<br />
voortgang van den nieuwen Godsdienst<br />
in deze Landen begunftigen. Italicn,<br />
toenmaals de zetel van de grootfte befchaafdheid<br />
des Geestes, een land, waar<br />
anders altoos de hevigfte partijfchappen<br />
van Staat gewoed hebben , waar een<br />
hete lugtsgefteldheid het bloed tot de<br />
buitenfporigfte driften verhit; Italiën ,•<br />
zoude men kunnen tegenwerpen, bleef<br />
bijna onder alle Europifche landen het<br />
meest bevrijd van deze nieuwigheid.<br />
Maar voor een Romanesk volk, 't welk<br />
foor enen warmen en lieflijken hemel ,<br />
ioor ene welige, immer jeugdige en<br />
mraer lachende Natuur , en door de<br />
neest verfcheidene betoveringen der Kunst<br />
n een eeuwigdurend genot der zinnen<br />
verd gehouden, paste beter een Gods-<br />
( lienst, wiens pragt en ftaatfie de zin-<br />
i ïen boeit, wiens geheimvolle raadfelen<br />
i :oor de verbeelding een oneindig veld<br />
>pcnen, wiens voornaamfte leringen doof<br />
: childeragtige gedaanten op ene aange-<br />
i ïame wijze tot de ziel indringen. Een<br />
i rolk daarentegen, dat door de bezig-<br />
] ïeden des burgerlijken levens tot ene<br />
4 mdigterlijke werkfaamheid afgedaald, meer<br />
] H duidelijke denkbeelden dan in beelden<br />
] eeft, en zijn menfehenverftand ten ko
NEDERLANDEN.<br />
te der verbeeldingskragt befchaaft; zulk I.<br />
een volk zal meer behagen vinden in BOEK.<br />
een geloof, dat het onderzoek minder<br />
vreest, dat minder op Verborgenheden<br />
dan op Zedenleer aandringt, minder door<br />
het oog gezien dan door het verftand<br />
begrepen kan worden; met één woord:<br />
de Katholijke Godsdienst zal over het<br />
geheel beter voor een volk van Kunitenaars,<br />
de Proteflantfche beter voor<br />
een volk van Kooplieden pasfen.<br />
Dit vooronderfteld zijnde , moest de<br />
nieuwe Leer, welke door LUTHER in<br />
Duitschland, en door KALVYN in Zwitferland<br />
verbreid werd , in dc Nederlanden<br />
den gunftigftcn grond aantreffen.<br />
De weg, waardoor zij derwaards geraakte<br />
, was de. zelfde , waardoor de<br />
Pest uit het Oosten komt , waardoor<br />
wijsheid en dwaasheid tot ons komen,<br />
de weg des Koophandels. De eerfte<br />
zaden derzelve werden door de Proteftantfche<br />
Kooplieden, welke te Amfterdam<br />
en Antwerpen bijeen kwamen *<br />
in de Nederlanden geftrooid. De Duitfche<br />
en Zwitferfche Krijgsbenden, door<br />
KAREL in deze landen gebragt, en<br />
de grote menigte van Franfche, Duitfche<br />
en Engeifche vlugtelingen, welke<br />
het zwaard der vervolging, dat in hun<br />
Vaderland op hen wagtte^, in de<br />
vrijheden van Vlaanderen zogtèn te ontvlieden<br />
, bevorderden derzelver verfpreiding.<br />
Een groot deel des Nederlandfchen<br />
Adels ftudeerde desüjds nog te
f.<br />
H ï>]t AFVAL DER<br />
Geneve, terwijl de Hoge School vari<br />
BOEK . Leuven toen nog genen opgang had<br />
. gemaakt, en die van Douai nog eerst<br />
geftigt moest worden; de ftudercndc<br />
jeugd bragt de nieuwe Godsdienstbegrippen,<br />
welke daar openlijk geleerd<br />
werden, in hun Vaderland met zig te<br />
rug. Bij een onvermengd befloten volk<br />
konden deze eeriïe zaden verdrukt worden.<br />
De toevloed van zo vele en zo<br />
ongelijke Natiën in de Höllandfche eri<br />
Brabandfche Stapelplaatfen moest derzelver<br />
eer/len wasdom voor het Oog der<br />
Regering ongemerkt laten , cn.<br />
1<br />
&<br />
onder<br />
het dekkleed der verborgenheid verhaasten.<br />
^ Ene verfcheidenheid in gevoelens<br />
kon ligtlijk veld winnen, waar geen algemeen<br />
Volkskarakter , gene eenheid<br />
van zeden en wetten was. In een<br />
land, eindelijk, waar arbeidfaamheid dc'<br />
meest geroemde deugd, en bedelarij<br />
de veragtelijkfte ondeugd was, moest<br />
een Orde van lediglopers , de Monnikenftand<br />
, voorlang ergernis gegeven<br />
hebben. De nieuwe Godsdienst, welke<br />
daartegen ijverde, won dus reeds onbegnjplijk<br />
veel daardoor, dat hij in dif<br />
fluk het gevoelen des völks op zijn<br />
zijde had. Schötichriften., vol van bitterheid<br />
eh fpottemij, welke door de<br />
Dnlangs uitgevonden Drukkunst enen"<br />
neller omloop kregen; gelijk mede vercheidene,<br />
toenmaals de Provinciën rondrwervende,<br />
Redenaarsbenden , Rederijers<br />
genaamd, welke in Toneelfpelen<br />
i<br />
of
!<br />
NEDERLANDEN, 3?<br />
of gezangen dc misbruiken van hunnen<br />
.tijd befpottelijk maakten , bragtcn niet<br />
weinig toe, om het gezag der Roomfche<br />
Kerk te ondermijnen, cn der nieuwe<br />
Lerc enen gundigen ingang in dc<br />
gemoederen des volks te bereiden.<br />
Het ging.met de eerde voordelen, welken<br />
zij behaalde, ongemeen ,fncl, en het'<br />
getal der ^enen, welke in korten tijd,<br />
voornamelijk in de Noordelijke Provinciën,<br />
zig voor de nieuwe Sekte verklaarden<br />
, is verbazend : maar de Buitenlanders<br />
wonnen het daarin nog verre van<br />
de geboren Nederlanders. KAREL DE<br />
VYFDE, welke bij deze grote gcloofs-fchcuring<br />
de partij had genomen,<br />
welke een Defpoot voldrekt moet nemen,<br />
delde de derkde middelen in<br />
het werk, om dezen aanwasfenden vloed<br />
te keren. Tot geluk voor den verbeterden<br />
Godsdienst was de Staatkundige<br />
geregtighcid aan de - zijde van<br />
zijnen vervolger. Dc dam,- welke dc<br />
mcnfchclijke rede zo vele eeuwen lang<br />
van de waarheid afgehouden had, was<br />
te fchielijk weggebroken, dan dat de losgelaten<br />
droom de hein aangewezene<br />
oevers niet zou overtreden hebben.<br />
De herlevende geest van vrijheid en onderzoek,<br />
welke zig binnen de palen van<br />
Godsdiendige punten had moeten houden,<br />
onderzogt tans ook dc regten der Koningen.<br />
Daar men in den beginne<br />
ilegts ijzeren ketens verbrak , wilde<br />
men ten laatdcn ook de billijkdc<br />
en noodzakelijkilc banden verfcheuren.<br />
L DEEL. L"<br />
I.<br />
BOEK»
66 DE AFVAL DER<br />
i De boeken der H. Schrift , welke<br />
ÜOEK. meer en meer algemeen geworden waren<br />
, moesten tans zo wel vergif aan<br />
de fporeloosfte dweperij, als licht en<br />
voedfel aan de opregtfte waarheidsliefde<br />
verfchaffen. De goede zaak moest<br />
den verkeerden weg van oproer kiezen<br />
, en dit had die gevolgen, welken<br />
het immer hebben zal, zo lang<br />
menfchen menfchen zullen blijven. Ook<br />
de kwade zaak, welke met de andere<br />
niets dan het onwettige middel<br />
gemeen had, door deze verwantfchap<br />
driester geworden, vericheen in gezelfchap<br />
van deze, en werd met haar<br />
verwisfeld. LUTHER had tegen het<br />
aanbidden van de Heiligen geijverd;<br />
nu heette elke baldadige guit, die in<br />
de Kerken en Kloosters brak , en dc<br />
Altaren beroofde, een Lutheraan. Partijfchap<br />
, roofzugt , woestheid, ontugt,<br />
ftaken zig in zijn kleed; de godloosfte<br />
booswigten verklaarden voor den<br />
regter tot zijne Sekte te behoren.<br />
De Hervorming had den Bisfchop van<br />
Rome tot dei; ftaat van een' mensch,<br />
die dwalen kan, vernederd; nu wilde<br />
een razende bende", door honger aangedreven<br />
, alle onderfcheid van ftand<br />
vernietigd hebben. Natuurlijk was het,,<br />
dat een leer, welke zig aan den<br />
Staat alleenlijk van hare nadelige zijde<br />
vertoonde , enen Vorst niet met zig<br />
konde bevredigen, die reeds vele redenen<br />
had, om haar te verdelgen ;<br />
en geen wonder dus, dat hij de wa-
.NEDERLANDEN. tf?<br />
ftenen tegen haar gebruikte, welken zij<br />
zelve hem had opgedrongen.<br />
KAREL moet zig in de Nederlanden<br />
reeds als enen vrijmagtigen Vorst<br />
bcfchoud hebben, daar hij de geloofsvrijheid<br />
, welke hij in Duitschland veroorloofde<br />
, niet mede tot deze landen<br />
uiritrekte. Terwijl hij, door de kragtdadige<br />
tegenweer der Duitfche Vorften<br />
genoodzaakt , den nieuwen Godsdienst<br />
aldaar ene vreedfame oefening<br />
verleende, liet hij denzelvcn hier door<br />
de wreedlïe Plakaten vervolgen. Het<br />
lezen der Euangelistcn cn Apostelen,<br />
alle openbare en heimelijke bijeenkomften<br />
, welke maar enigszins tot den<br />
Godsdienst betrekking hadden, alle gefprekken<br />
van deze foort, 't huis cn<br />
over tafel, werden in deze Plakaten<br />
onder ftrenge .ftraffen verboden. In alle<br />
Provinciën des Lands werden bijzondere<br />
regtbanken ingefteld, om voor de uitvoering<br />
der Plakaten te waken Al<br />
wie onregtzinnige gevoelens aankleefde,<br />
wierd, zonder aanzien van rang, uit<br />
zijn amt gezet. Al wie bewezen wierd<br />
Kctterfche lcerftellingen verbreid, of ook<br />
flegts de geheime zamenkomften dei-<br />
Hervormers bijgewoond te hebben ,<br />
werd ter dood veroordeeld; de mannen<br />
onthalsd, en de vrouwen levende begraven.<br />
Wederafvallende Ketters werden<br />
ten vure gedoemd. Zelfs kon de<br />
herroeping van den misdadigen deze gedugte<br />
vonnisfen niet vernietigen. Wie<br />
zijne dwaling afzwoer, had niets daar-<br />
E 2<br />
I.<br />
BOEK.
I<br />
'BOEK<br />
m AFVAL DER<br />
bij gewonnen, dan, ten hoogden, een<br />
zagter foort van dood. (*.) -<br />
De leengoederen- van de veroordeelden<br />
vervielen aan- de fehatkist, tegen<br />
alle regten. des Lands, volgens<br />
welke het. den- erfgenamen vrijflond<br />
dezelven voor weinig gelds te losfen.<br />
Tegen een uitdrukkelijk dierbaar voorregt<br />
van den Nederlandfchen burger,<br />
volgens welk hij nier, buiten zijne Provincie<br />
kon te regt gefield worden ,<br />
werden de fchuldigen buiten de grenzen<br />
van hun vaderlandsch regtsgebied gevoerd<br />
, en door vreemde vierfcharen<br />
veroordeeld. Zo moest Godsdienst<br />
de hand der Dwingelandije beltieren<br />
om vrijheden , welke voor den<br />
wereldlijken arm beveiligd waren, met<br />
heilige klaauvven zonder gevaar en<br />
tegenfpraak aantetasten..<br />
KAREL DE VYFDE, door den<br />
voorfpoed zijner wapenen in Duitschland<br />
flout geworden, meende nu ' alles<br />
te kunnen wagen, en was ernflig daarop<br />
bedagt, om de Spaanfche Inquifitie<br />
in de Nederlanden te planten.<br />
Alleen de fchrik voor dien naam bragt<br />
reeds te Antwerpen plotslijk enen fin-<br />
Hand iii den handel te wege. De voorr<br />
naamfle vreemde kooplieden waren van<br />
gedagten de Stad te verlaten. 'Er werd<br />
niets meer gekogt of verkogt. De prijs<br />
der .huizen daalde, de handwerken, fronr<br />
(*) THUAN. Hist. p. i. :L. VI. 300.<br />
N E D E R L A N D E R<br />
'den ffil. Het geld verdween uit de I.<br />
handen des burgers. De ondergang BOER.<br />
dezer bloeiende koopfiad ware onvermijdelijk<br />
geweest, bijaldien KAREL,<br />
door de voorflellingen der Landvoogdesfe<br />
overgehaald, deze gevaarlijke onderneming<br />
niet had laten varen. Men beval<br />
dan dit Geregtshof, met uitlandlche<br />
kooplieden oogluiking te gebruiken, en<br />
dc Inquifitie kreeg den naam van Geestelijke<br />
Regters: Dog in de overige<br />
Provinciën ging deze regtbank voord<br />
te woeden met de onmenfchelijkfte<br />
dwingelandij, welke hem eigen is. Men<br />
heeft berekend , dat, gedurende de regering<br />
van KAREL DEN V.YFDEN, vijftig<br />
duizend menfchen, alleen ter zake<br />
van den Godsdienst, door beuls handen<br />
zijn omgebragt. (*)<br />
Slaat men het oog op de geweldige<br />
handelwijze van deezen Vorst, zo kan<br />
men kwalijk begrijpen , wat den opftand,<br />
welke onder de volgende regeringmet<br />
zo veel woede uitborst, onder<br />
zijn beftuur in bedwang hebhe gehou-<br />
(*) VAN METEREN I. D. Boek 56, 57.<br />
GROTius .Ann. Belg. I. 12. de laatfte noemt<br />
honderd duizend. S.<br />
Gegrond is hieromtrent de aanmerking vnn den<br />
oordeelkundigen Schrijver van: De Opkomst en<br />
B'loèi der Vereenigde Nederlanden : „ Onder de-<br />
„zen, zëgthij, zijn ook buiten twijfel vele op-<br />
Iroerigen geweest, die de godvrugt, ja misfehien<br />
de dweperij, llegt's' tot een' dekmantel gebruikten,<br />
om heimelijk hunne gevaarlijke aanflagen<br />
i te fmeden. De mislukte ondernemingen det
,<br />
KOEK<br />
7-0 DE AFVAL DER<br />
den. Ene nadere opheldering zal deza<br />
omftandigheid verklaren. KAREL'S gedugte<br />
overmagt in Europa had den<br />
fSederlandfchen handel tot ene hoogte<br />
gebragt, welke door denzelven nooit te voren<br />
bereikt was. Het ontzag voor zijnen<br />
naam ze.ttede alle havens voor hunne<br />
Schepen open, maakte alle Zeën voor<br />
hun lehoon-, en bezorgde hun de voordehgfte<br />
verdragen van koophandel met<br />
bmtcnlandfchc Mogendheden. Voomaamlijk<br />
door hem maakten zij een einde van<br />
de opperhecrfchappij van het Hanzeverbond<br />
in de Oostzee. De Nieuwe Wereld,<br />
Spanje, Italië, Duitschland, welke<br />
van nu voordaan énen Heer inet<br />
hun gemeen hadden, konden even als<br />
Provinciën van hun eigen Vaderland<br />
gerekend worden , en lagen alle voor<br />
hunne onderneemingen open. Hij had<br />
verder de nog overige zes Provinciën<br />
met de Bourgondifche ervcnis verenigd,<br />
en dezen Staat ene uitgebreidheid, een<br />
ftaatkundig gewigt gegeven, waar door<br />
dezelven een plaats naast de ecrile Rijken<br />
van Europa bekleedde. (*) Ilier-<br />
„Herdoperen, zo wel te Amfterdnm als te Mun-<br />
„ïter, vertonen een ijslijk mengfel van bijgeloof,<br />
„ fchijnheiligheid, en ontugt. VEXT.<br />
(*) Hij had ook eens het voornemen , om<br />
hen tot een Koningrijk te verheffen ; maar het<br />
wezenlijke verfchil der Provinciën tusfehen el- '<br />
kander 't welk zig van de ftaatsgelïeldheid<br />
cn zeden tot de maten en gewigten uitllrekte,<br />
deden hem van dit voornemen afzien. Van<br />
jaeer belang voor hun had de dienst kunnea'
NEDERLANDEN. 7 1<br />
door vleide hij den nationalen hoog l<br />
moed van dit volk. Na dat Gelder BOF, K.<br />
land, Utrecht, Friesland en Groningen<br />
aan zijn gebied gevoegd waren hielden<br />
alle binnenlandfche oorlogen in dese<br />
Provinciën op, welke zo langen tijd<br />
derzelver handel ontrust hadden: een<br />
onafgebroken vrede van binnen het<br />
haai- alle de vrugten van hare arbeidfaamheid<br />
inzamelen. KAREL was dus<br />
een weldoener dezer volken. levens<br />
had de glans zijner overwinningen<br />
hunne ogen verblind; de roem van<br />
hunnen Opperheer, welke ook op hun<br />
-afdaalde, had hunne republieksgezmde waakfaamheid<br />
in flaap gewiegd; de gedugte<br />
luister van onverwinnelijkheid, waarmede<br />
de Beheerfcher van Duitschland, Frankrijk,<br />
Italië cn Afrika omgeven<br />
bragt de fchrik onder de partijen.<br />
was :<br />
Li • -<br />
behalven dat, wie weet niet, hoe vee ij<br />
zijn , welken hij bun door het Bourgondifch<br />
verdrag bewees, waarin hunne betrekking tot he t<br />
Duitfche Rijk werd vastgelteld. Volgens d: t<br />
verdras; moesten de zeventien Provinden tot d<br />
gemene behoeften des Duitfchen Rijks twems» 1<br />
zo veel als een Keurvorst , en tot enen Turl<br />
fchen oorlog driemaal zo veel opbrengen -, do g<br />
daarvoor zouden zij de vermogende befchermn, g<br />
van dat Rijk genieten, en in geen van hum- e<br />
bijzondere voorregten benadeeld worden. E e<br />
omwenteling, welke onder zijnen Zoor. h :t<br />
• Staatswezen der Provinciën veranderde maak :e<br />
dit verdrag weder te niet , welk uit hoof< le<br />
van het geringe nut , daaruit voordgefprooter ><br />
gene verdere melding verdient.<br />
E 4<br />
S.
.<br />
SOEK<br />
van KAREL m deze landen, welke<br />
hïj volgens Zijn eigen getuigenis, tot<br />
tien ondcrfcheidene leren-<br />
1<br />
l<br />
3<br />
i<br />
<<br />
j<br />
1<br />
i<br />
t<br />
6<br />
bezogt 'had<br />
hielden de misnoegden in toom; "de her*<br />
haalde vertoningen van ftreng en vaardig<br />
regt hielden den fchrik voor het<br />
oppermagtig g e z a g "lëvendfe KAREL<br />
emdehjk, was in de Nederlanden gel<br />
boren, -on beminde hef volk, m welks<br />
iehoor hy- opgevoed was. "Hunne zcdert<br />
gevielen hem; .het- natuurlijke van hun<br />
karakter en hunnen' omgang' verfchafte<br />
hem ene aangename Vwisfcling van<br />
de ftrcnge Spaanfche 'deftigheid. Hit<br />
[prak hunne taal, 'en fchikte zig in zijn<br />
ponder lemr: naar hunne gebruiken,<br />
let lastige Ceremonieel,' een • onnatuur,<br />
üjke fcbeidsmuur tusfehen Koning en<br />
/ode, was uit Brusfer verbannen. Geer*<br />
ïorfchc en trotfehc vreemdeling beletede<br />
hun den toegang tot hunnen Vorstle<br />
weg tot hem liep door hunne eirene<br />
landsoeden, aan welken, hij zijlen<br />
perfoon vertroude.<br />
m gaarne met hun;<br />
Hij fmk veel<br />
zijn vóórkomen<br />
vas bevallig zijne redenen innemend/<br />
)ezc kleine kunstgrepen verwierven henl<br />
iunne hefdc, en. inmiddels.: dat zijne<br />
oofgienge handen bezig waren in hune-<br />
bezittingen te wroeten, zijne Je ers hunne koornvelden vertrapten, zijne^<br />
I<br />
Ï<br />
7* DE AFVAL DER<br />
ff " ,en<br />
5 h<br />
> hi<br />
> zi<br />
) b<br />
»rgcr of Vorst<br />
•Hg durft onderwinden, dien het £3<br />
' Sff,<br />
1 S<br />
e<br />
' T.<br />
ver<br />
wondering ' tot zi* te
NEDERLANDEN. f)<br />
Stadhouders presten , en zijne beulen<br />
flflgtten, wist hij zig door ene vriendlijke<br />
houding van hunne harten te verzekeren.<br />
• Gaarne' had KAREL gezien, dat deze<br />
genegenheid der Natie op zijnen Zoon<br />
EILIPS ware overgeërfd; om geene<br />
andere redert liet hij hem, nog in<br />
zijne jeugd ,, uit Spanje komen ,• en<br />
vertoonde hem in Brusfel zijn toekomend<br />
volk. Op den plegtigcn dag<br />
van zijnen afftand, beval hij hem deze<br />
Landen aan als de kostelijkfte parels aan<br />
Zijne kroon, en vermaande hem ernflelijk,<br />
hunne' 'ftaa'tsgeitcldheid te ontzien.<br />
FILIPS DE TWEDE was in alles ^<br />
Wat menschlijk is, het tegenbeeld van zijnen<br />
Vader. Eerzugtig, gelijk deze, maar<br />
minder bekend met menfchen en derzelver'<br />
waarde, had hij zig een denkbeeld van<br />
de koninglijke magt gevormd, dat de menfchen<br />
flegts als fiaaffche werktuigen<br />
der willekeur behandelt , en door eiken<br />
ilap van vrijheid beledigd wordt. In<br />
Spanje geboren , en onder de ijzeren<br />
tugtroedc der Monniken opgevoed, cischre<br />
hij ook van anderen de droevige<br />
eenvormigheid en den dwang , welke<br />
afjjn' karakter uitmaakten. De vrolijke<br />
ftouthcid der Nederlanders was<br />
niet minder aanllotelijk voor zijne gemocdsgefteldheid<br />
, " dan hunne regten<br />
zy'ne "foeerschzugt griefden. Hij- fprak<br />
gene andere dan de Spaanfche taal,<br />
ckilde rondom zig genen dan Spanjaarden<br />
, en was ftijfzinnig aan hunne<br />
>"•'•' E 4 v<br />
I.<br />
BOEK
74 BE AFVAL DER<br />
I.<br />
gebruiken gchegt. IIcc was te ver<br />
BOEK. geefs, dat het vindingrijke vernuft van<br />
alle Vlaamfche fteden, wetten hij doortrok,<br />
zig om ftrijd beijverde om zijne<br />
tegenwoordigheid door kostbare feesten<br />
te veréren Q*% FILIPS aanfehoude<br />
d« alles met een donker gelaat; al<br />
de verkwistende pragt, alle luide uitboezemmgen<br />
van de betamclijkfte vr&uode<br />
waren niet in ftaat om enen cnkelden<br />
lach van welgevallen op zijn<br />
aangezigt te lokken.<br />
KAREL miste gansch cn al zijn<br />
oogmerk , met zijnen Zoon aan de<br />
Vlamingen voor te ftelicn. Zij zouden<br />
deszelfs juk in 't vervolg veel minder<br />
drukkend gevonden hebben , bij aldien<br />
lij zijnen voet nooit in hun Land had<br />
?ezet; maar zijn gelaat kondigde hun<br />
i ictzelvc aan; zijne intrede in Brusfel-<br />
l leed hem alle harten verliezen. Des<br />
J ÈeiÉers vriendelijke infchikkelijkheid met"<br />
I lit volk diende tans alleenlijk daar.<br />
t oe, om den hoogmoedigen ernst van<br />
5 ijnen<br />
i en..<br />
Zoon des te hatelijker te maa-<br />
Tans hadden zij het voorwerp<br />
£ ezien, dat naderhand oorzaak van hun<br />
£ jden werd. Die heilige fchrik, welken<br />
C nbekendheid eu verre afftand hem zouen<br />
verfchaft hebben, was met zijne verè<br />
:hijning verdwenen. Hij vertoonde zich<br />
aor hun geheugen als een mensch gelijk<br />
v<br />
('*) Dè Stad Antwerpen alleen verfpilde ter<br />
^zer gelegenheid tweemaal honderd en zestig dui-<br />
Zi ihd goudguldens. VVN METEIIEN, I. D. i. B.
NEDERLANDEN. 75<br />
zij, en als een klein mensch. In<br />
zijn aangezigt hadden zij den verdervelijken<br />
aanflag tegen hunne vrijheid<br />
gelezen, . welke reeds toen in zijn<br />
hart woelde. Zij waren voorbereid om<br />
enen Dwingeland in hem te vinden,<br />
en gereed om hem het hoofd te<br />
bieden.<br />
Qe Nederlanden waren de eerfte<br />
troon, van welken KAREL DE VIJFDE<br />
afftapte. In ene plegtige Vergadering re<br />
Brusfel, ontfloeg hij de Algemene Staten<br />
van hunnen eed, en droeg hun<br />
FILIPS, zijnen Zoon, op. „Bijaldien<br />
„ mijn dood," dus fprak hij bij het<br />
flot tot dezen, „ u in het bezit<br />
„ dezer Landen gefteld had, moest zulk<br />
„ een rijke ervenis mij reeds een<br />
„ regtmatige aanfpraak op uwe dank-<br />
„ baarheid, geven. Maar nu, daar ik u<br />
„ dezelve uit ene vrije keuze affta,<br />
, daar ik den dood vooruitloope, om u<br />
„ te fpoediger het genot van dezelve te<br />
„ bezorgen, nu begere ik van u, dat gij<br />
„ aan dit volk betaalt, wat gij oordeelt<br />
„ mij daarvoor verder fehuldig te zijn,<br />
„ Andere Vorsten achten zig gelukkig<br />
hunne kinderen met de kroon, well,<br />
ke de dood hun afvordert, te ver-<br />
„ blijden; deze vreugde wil ik nog<br />
„ zelf genieten; ik wil u zien le-<br />
„ ven en regeren. Weinigen zijn mij<br />
„ hierin voorgegaan; weinigen zullen<br />
„ mijn voorbeeld volgen. Maar mijn<br />
„ gedrag zal prijslijk, zijn, wanneer<br />
I.<br />
B QEKJ
76 DE AFVAL DEÏè<br />
L „ uw coekomend leven mijn vertrou-<br />
S OEI; . „ wen billijkt; wanneer gij nooit af-<br />
-„wijkt van de wijsheid, welke gij<br />
* dusverre beleden hebt; wanneer M<br />
„ onveranderlijk volhardt in de zuiver-<br />
„ heid vaö geloof , welke de fterkfte<br />
*» "eunpuaar uws troons is. Ik eindige<br />
met den wensch , dat de I Je~<br />
B mei u ook enefl Zoon fchenke<br />
» aan wien gij het gebied kunt, maar*<br />
si niet behoeft afteflaan."<br />
Nadat de Keizer geëindigd had, viel<br />
FILIPS voor hem op de knieën, drukte<br />
zijn aangezigt op deszelfs hand,<br />
en ontving den vaderlijken zegen Zijne<br />
ogen waren tans voor de laatfte<br />
maal met tranen bcvogtigd. Alles ween,<br />
dc, wat 'er omtrent wast Het was een<br />
onvergetelijk ogenblik (*).<br />
Op dit aandoenlijke -guichclfpcl vols-"<br />
de dadelijk een ander. FILIPS ont-<br />
Jing van de vergaderde Staten de<br />
hulde; hij zelf leidc den eed af ,<br />
welke hem in de volgende woorden<br />
werd voorgehouden: „Ik, FILIPS, door<br />
„ Gods genade Prins van Spanje, bei-<br />
„ de Siciliën enz: belove cn zwere<br />
« d a r ik i n d e<br />
T banden , Graaffchap-'<br />
pen, Hertogdommen enz. een o-ocd<br />
„ en regtvaardig Heer zal zijn ; b<br />
das<br />
, ik allen Edelen, Steden, Gemeen»<br />
, ten en' Onderdanen hunne Privilegiën<br />
(*) STRADA Dec. I. L. ï. 4,5. VA'N ma4<br />
J<br />
- THUA.\ Hifi:. P. L L. XVL
NEDERLANDEN. 7?<br />
uilen Vrijheden, hun van mijne Voori,<br />
zaten verleend, en verder hunne<br />
gewoonten, herkomens, gebruiken eii<br />
„ wetten, welken zij tans allen in t<br />
„ gemeen, en ieder in 't bijzonder,<br />
l] hebben en bezitten, getrouwelijk zal<br />
houden en doen onderhouden ; en<br />
5' verder al dat gene doen, wat een<br />
„ goed en regtvaardig Vorst en Heer<br />
„ van regtswegen te doen verfchuldigd<br />
], is. Zo waarlijk hclpe mij God en<br />
„ alle zijne Heiligen!"<br />
De vrees, welke de willekeurige<br />
hcerfchappij des Keizers had ingeboezemd<br />
, en het wantrouwen der Landsfténden<br />
op zijnen Zoon, zijn reeds<br />
duidelijk te zien in dit formulier van<br />
den eed, welk met veel meer behoedfaamheid<br />
en bepaling was ontworpen.,<br />
dan dat, waarmede KAREL DE<br />
VIJFDE zelf, en alle Bourgondifche<br />
Hertogen 's Lands regten bezworen hadden:<br />
FILIPS moest nu ook de onderhouding<br />
hunner gebruiken en gewoonten<br />
beloven, 't welk vóór hem nooit<br />
gevergd was. In den eed , welken<br />
de Staren hem zwoeren, werd hen-<br />
•gene andere gehoorfaamheid beloofd.<br />
dan die met de regten des Land:<br />
bellaanbaar was. Zijne Amtenaren mog<br />
ten alleenlijk dan onderwerping en hulp(<br />
verwagten , wanneer zij de hun op<br />
gedragen amten gemoedelijk waarnamen<br />
Eindelijk werd FILIPS in dezen hul<br />
digingseed der Staten alleenlijk d<br />
L<br />
3 O EK
BOEK<br />
7% DE AFVAL 'DER<br />
Natuurlijke, de Geboren Vorst, en niet<br />
U v e r e m<br />
• ,f<br />
, o f<br />
Heer genoemd, gelijk de<br />
. Keizer wel gewenscht had. Bewijzen<br />
genoeg, hoe gering de vcrwagtingen<br />
waren welken men had aangaande de<br />
regtvaardigheid en grootmoedigheid van<br />
den nieuwen Landsheer!<br />
Na het aflopen van dit laatfte be<br />
drijf verliet KAREL DE VIJFDE Z I J N E<br />
komnglijke woning te Brusfel, en betrok<br />
een gemeen huis, tot dat hij<br />
de reize naar zijne voorgemelde wijkplaats<br />
konde aannemen. Daarheen bragt<br />
hij zijne eerzugt in veiligheid, dewijl<br />
de nieuwe ftrijd met den tegenfpoed<br />
voor dezelve te hachelijk was Het<br />
onzigtbare Wezen, dat dc gebeurtenisien<br />
der wereld beftuurt, vindt fomajds<br />
goed met den hoogmoed der mensenkinderen<br />
t e f<br />
P°"en, en in zijne<br />
chaal te wegen wat wij voortrefljjk<br />
(<br />
* godhjk heten. Dat merkwaardige<br />
]<br />
even, t welk der Gefchiedenis voor<br />
•ele eeuwen haren loop voorfchreef,<br />
t<br />
mdigde met een armhartige klooster-<br />
t<br />
igt. bne kmderagtige boete was het<br />
| )on van zo vele lastige jaren, en<br />
d e ondankbaarheid van hem, voor wien-<br />
a leen zij befteed waren.<br />
FILIPS DE TWEDE ontving de Ne<br />
d erlanden in den fterkften bloei van<br />
b mne welvaart. Hij was de eerfte<br />
v; n derzelver Vorsten, die hen volta<br />
Ihg aanvaardde. Zij beftonden van<br />
m i af me zeventien landfehappen: de
NEDERLANDEN. 79-<br />
Vier Hertogdommen Braband, Limburg, r.<br />
Luxemburg, Gelder; de zeven Graaf- SOEK.<br />
fchappen Artois, Henegouwen , Vlaanderen<br />
, Namen, Zutfen, Holland cn<br />
Zeeland; het Markgraaffchap Antwerpen<br />
, en de vijf Heerlijkheden Friesland,<br />
Mechelcn, Utregt, Ovenjsfel en<br />
-Groningen, welke verenigd enen groten<br />
en magtigen Staat uitmaakten, me,<br />
ten opzigtc van inwendig leven en<br />
rijkdom, met de eerfte Koningrijken<br />
van Europa naar den prijs konden<br />
dingen. Hun handel had tans het<br />
hoogfte toppunt bereikt. Hunne goud<br />
mijnen waren boven den grond, maarzij<br />
waren onuitputtclijker en rijker dan<br />
alle mijnen van zijn Amerika. Deze<br />
zeventien Provinciën , welke te zamen genomen<br />
naaulijks het vijfde deel van Italië<br />
uitmaken , cn zig niet boven driehonderd<br />
Vlaamfche mijlen uitftrekken, bragten haren<br />
Bcheerfcher niet veel minder op,<br />
dan geheel Brittanje zijnen Koningen,<br />
vóórdat dezen nog dc geestlijke goederen<br />
aan hunne kroon getrokken hadden.<br />
Driehonderd en vijftig Steden , door genot<br />
en arbeid levendig, waaronder vele<br />
fterk zonder bolwerken, en gefloten zonder<br />
muren; zesduizend en driehonderd<br />
grote vlekken; kleiner dorpen, meierijën en<br />
Merkten zonder tal, verenigen dit gebied<br />
tot een enig bloeiend landfchap (*). Tan<<br />
(*) STRADA Dcc.<br />
8<br />
i. L. I. i- 5i » TnuAf<br />
II. 482.
v<br />
BOEIi<br />
•<br />
8 0<br />
DE AFVAL DER<br />
had dc Natie juist den middag van<br />
. haren uister bereikt: vlijt en over-<br />
• vloed hadden het vernuft des burgers<br />
verheven,. zij u e denkbeelden opgeklaard'<br />
zijne neigingen veredeld; elke bloei<br />
van den geest kwam met den bloei<br />
des Lands te voorfchijn. Een bedaarder<br />
bloed , door ene ureneer lugtssefteldheid<br />
bekoeld, laat dc drifter? hier<br />
minder woeden : bedaardheid van geest<br />
matigheid,' cn ftandvastig geduld, ge'<br />
ichenken van dezen noordelijker aardgordel<br />
; redelijkheid, regtvaardigheid en<br />
goede rrou , noodzakelijke deugden<br />
voor zijnen handel, cn de lieflijke<br />
vrugten zijner vrijheid ; waarheid, goedwilligheid<br />
cn patriotfche hoogmoed,<br />
fpelen hier in zagter mengelingen met<br />
menschlijkc ondeugden. Geen volk ter<br />
wereld wordt gemakhjker beheerscht<br />
door enen verftandigen Vorst, en geen<br />
moeilijker door enen bedrieger of<br />
Dwingeland. Nergens is de volks-ftem<br />
ene zo onfaalbarc beoordeclfter der<br />
regering als hier. Ware Staatkunde<br />
Kan geen roemrugtiger proefftuk ondernemen<br />
en zwakke , kunftige<br />
politiek heeft geen dimmer te vrezen.<br />
Een Staat als deze kon met reuzenfterkte<br />
handelen en volhouden ,<br />
wanneer de dringende nood deszelfs<br />
kragt opëischte; wanneer een<br />
verftandig en .wel overlegd beftuur<br />
deszelfs bronnen opende. KAREL I>E<br />
VIJF-
NEDERLANDEN fct<br />
V I J F D E liet zijn Zoon erie magt in<br />
deze landen, welke niet veel van j<br />
éne gematigde Alieenheerfching vcrfchil- ,<br />
de. Het koninglijke gezag had zig<br />
merkelijk boven het vrije ftaatsbeftuur<br />
verheven, en dit zamengeftelde kunstwerktuig<br />
konde nü bijna even zo fnel<br />
en zeker in beweging gebragt wordèn<br />
j als een geheel onderworpen.<br />
Staat. Dë talrijke, , anders zo vermogende<br />
Adel, volgde tans den Vorst<br />
gewillig in zijne oorlogen, of vrijde<br />
ter verkrijging van bedieningen in<br />
tijden van vrede om den vriende-<br />
•lijken lach der Majefteit. De loze<br />
Staatkunde van de Kroon had nieuwe<br />
goederen der inbeelding gefchapen ,<br />
waarvan zij alleen de uitdeling had.<br />
Nieuwe driften en nieuwe denkbeelden<br />
van geluk verdrongen eindelijk de<br />
ruwe eenvoudigheid der Rtpublieksgezinde<br />
deugd. Hoogmoed week voor praalzugt,<br />
vrijheid voor eer i bekrompen<br />
onafhankelijkheid voor ene wellustige<br />
lachende flavernij. Als onbepaald Landvoogd<br />
van enen önbepaalden Heer<br />
het Land te onderdrukken , öf te<br />
plunderen, was een vermogender aanlokfel<br />
voor de fchraap- en eerzugt<br />
der Groten, dan het honderdfte en<br />
düizendfte deel der Oppermagt op den<br />
rijksdag met hem te delen. Een groot<br />
gedeelte van den Adel was daarenboven<br />
ih armoede cn zware fchülden<br />
gedompeld. Onder het fchoonfehijnend<br />
I; D E E E. F<br />
t<br />
IOEK*
B O E K .<br />
#2 0E AFVAL DE K<br />
voonvendfel van eerbewijzingen , had<br />
K A R E L D E V I J F D E reeds de gevaarlijkfte<br />
Leenmannen van de Kroon, door<br />
kostbare gezantfchappcn aan vreemde<br />
Hoven, gekortwiekt. Dus werd W I L L E M<br />
V A N O R A N J E met de Keizerlijke<br />
Kroon naar Duitschland, en de Graaf<br />
V A N E G M O N D naar Engeland gezonden<br />
, om de huwelijksverbindnisfen<br />
vm FILIPS met Koningin M A R I A te<br />
fluiten. Beiden verzelderi ook vervolgens<br />
den Hertog V A N A L B A naar<br />
Frankrijk , om den vrede • tusfehen de<br />
i Msfcfe Kronen en de nieuwe verbind-<br />
] n's van hunnen Koning met Mada-<br />
I ne<br />
t 3n<br />
E L I Z A B E T<br />
van deze<br />
te<br />
reis<br />
fluiten. De kosbeliependriemaal-<br />
I onderd-duizend guldens, waarvan de<br />
}• .oning hun genen penning vergoed-<br />
è e. Toen de Prins van Oranje, in<br />
P laats van den Hertog van Savoyen,<br />
\ eldheer was geworden y moest hij:<br />
leen de kosten dragen , welken deze<br />
•aardigheid noodzakelijk medebragt. —<br />
V /anneer 'er vreemde Gezanten of<br />
V orsten te Brusfel kwamen , moesten<br />
d ; Nederlandfche Groten de eer van<br />
h innen Koning ophouden, die alleen<br />
ff ijsde , en voor niemand open tafel<br />
hi eid. De Spaanfche Staatkunde had<br />
m >g kunstiger middelen uitgevonden<br />
OJ i de rijkfte geflagten des Lands<br />
ki igfamerhand te fnuiken. Alle jaren<br />
ve rfcheen een der Kastiliaanfche Gro-<br />
rei t te Brusfel, welke daar enen ftaac<br />
vc erde en verteringen maakte, die zijn
NEDERLANDEN. ff*<br />
Vermogen verre te boven gingen. Hierin<br />
vöor hem onder te doen , ware in<br />
Brusfel voor ene onuitwischbare fchande<br />
gerekend. Om ftrijd beijverde zig<br />
elk om hem te overtreffen , en verfpilde<br />
in dezen kostbaren wedftrijd zijn<br />
vermogen; terwijl de Spanjaard nog<br />
in tijds naar huis keerde, en de<br />
verkwisting van een enkeld jaar door<br />
ene vierjarige zuinigheid weder goed<br />
maakte. Met eiken aankomeling om<br />
den prijs van rijkdom te kampen ,<br />
was' het zwak van den Ncderlandfcheu<br />
Adel , waarvan dc Regering voor zig<br />
een zeer goed gebruik wist te maken.<br />
Evenwel hadden deze kunstenarijen<br />
geenszins dat gelukkige gevolg, welk<br />
men zig daarvan beloofd had; want<br />
juist die drukkende last van fchulden<br />
maakte den Adel te fterker op elke<br />
nieuwigheid belust, daar hij, die alles<br />
verloren had, in ene algemene verwoesting<br />
niets • dan voordeel had te<br />
Wagten (*).<br />
De Geestelijkheid was vaii oudsher<br />
een fteun der Koninglijke magt, en<br />
dit moest zij zijn. Zij had haren<br />
gouden tijd, wanneer 's menfchen<br />
geest gekluisterd was, en wij zien<br />
haar , evctt als die, van kleinmoedigheid<br />
en zinlijkheid enen rijken oogst<br />
inzamelen. Burgerlijke onderdrukking<br />
maakt den Godsdienst noodzakelijker' éri<br />
Q"j RtiD ANUS L. 1. 2:<br />
F a<br />
l<br />
BOËKi
t<br />
) O E Ki<br />
84 DE AFVAL DES.<br />
dierbaarder; blinde overgeving aan het<br />
geweld eens Dwingelands bereidt de<br />
• gemoederen tot een blind, gemakkelijk<br />
geloof, en de Wereldlijke dwingelandij<br />
krijgt hare dienlten van dc<br />
Geestelijke met woeker weder betaald.<br />
De Bisfchoppen cn Prelaten in het<br />
Parlement waren ijverige handhavers der<br />
Koninglijke magt, en fteeds bereid om<br />
de belangen des Burgers aan het nut<br />
van de Kerk en aan het Staatsbelang^<br />
van den Vorst opteofferen.<br />
Talrijke en dappere Bezettingen hielden<br />
de Steden in vrees, welke tevens<br />
door Godsdienfh'ge knibbelarijen<br />
en partijfchappen verdeeld 3 en van<br />
hare magtigfte fteunfels zo onzeker<br />
waren. Hoe weinig was 'er derhalven<br />
nodig, om dit overwigt te bewaren<br />
, en hoe onbegrijpelijk groot<br />
moest de misflag zijn, waardoor hetzelve<br />
verloren trina; !<br />
Zo groot als de invloed van FI<br />
LIPS in deze Landen was, zo groot<br />
was het aanzien , welk het Spaanfche<br />
Rijk ten dien tijde in geheel Europa ver^<br />
worven had. Geen Staat durfde op<br />
het flagvcld een' kans met hetzelve<br />
wagen. Frankrijk, deszelfs gevaarlijkfle<br />
nabuur, door enen zwaren oorlog,<br />
en nog meer door inwendige partijfchappen<br />
, welke onder ene kindfche<br />
regering het hoofd opftaken, verzwakt,<br />
fnelde reeds met rasfe fchreden<br />
ftaar het ongelukkige tijdperk, welk
NEDERLANDEN.<br />
hetzelve, bijna een halve eeu iang,<br />
tot een toneel van gruwelen en jam- ,<br />
mer heeft gemaakt. ELizA-BET VAN ,<br />
ENGELAND had genoeg te doen om<br />
haren eigen, nog wankelen, troon tegen<br />
de aanvallen der Partijen , en<br />
hare nieuwe, nog niet bevestigde, Kerk<br />
tegen de heimelijke aanflagen der uitgedrevenen<br />
te befchermen. Op hare<br />
fcheppende ftem moest deze Staat eerst<br />
uit de duisternis te voorfchijn komen,<br />
en de levende kragt, waarmede hij<br />
zijnen mededinger onder den yoet<br />
wierp, van de verkeerde Staatkunde<br />
van dezen ontvangen. Het Duitfche<br />
Keizerlijke huis was door de dubbelde<br />
banden van bloed cn ftaatsbelang<br />
aan het Spaanfche verknogt; en het<br />
toenemende krijgsgeluk van so LIMAN<br />
trok zijne aandagt meer naar het Oosten<br />
, dan naar het Westen van Europa<br />
; dankbaarheid en vrees verzekerden<br />
FILIPS van de Italiaanfche Vorr<br />
ften, en zijne Creaturen regeerden het<br />
Conclave. De Noordfche Rijken lagen<br />
nog in enen nagt van woestheid,<br />
of begonnen pas ene gedaante<br />
te ontvangen, cn het Staatkundige ftelfel<br />
van Europa kende dezelven niet.<br />
De bekwaamde Krygsbevelhcbbers, talrijke<br />
legers, aan overwinnen gewoon,<br />
ene gedugte Zeemagt, en de rijke<br />
goudbron, welke nu eerst regt begon<br />
geregeld en zeker uit de West-,<br />
indiën toe te vloeien — welke fchqk-<br />
F 3<br />
I.<br />
SOEK.
I<br />
BOEK.<br />
P -BE AFVAL DEÏ\<br />
barende werktuigen in de vaste en<br />
zekere hand van enen verdandigen<br />
Vorst! Onder zulk een gunfh'g ge*<br />
fternte aanvaardde FILIPS de regering.<br />
Voor dat wij hem zien handelen°,'<br />
moeten wij met een viugtig oog in<br />
zijne ziele zien, om daar enen den,<br />
tel tot zijn daatkundig leven te zoeken.<br />
Vrolykheid en goedwilligheid<br />
ontbraken in- dit hart. Zijn bloed<br />
en zijne eerde fombere jaren hadden<br />
hem de eerstgenoemde geweigerd, en<br />
gene menfchen konden hem °de 'laatje<br />
geven, daar hem de lieflijkde en<br />
lerkde band der gezelligheid ontbrak<br />
rwe denkbeelden, zijn Ik, en 't geen<br />
i Joven dezen Ik was, vervulden zij<br />
I len bekrompen geest : Eigenbaat en<br />
Godsdienst waren de inhoud en het<br />
( •pfchrift van zijn gehele leven. Hij<br />
\ ras Koning en Christen , en beiden<br />
V /as hij degt; mensch voor menfchen<br />
V 'as hij nooit, om dat hij van zig<br />
2 elven alleenlijk naar boven, nooit<br />
n aar beneden klom. Zijn geloof was<br />
f< >mber en wreed , want zijn Godheid<br />
V as<br />
3 ;ze<br />
een verfchrikkclijk wezen.<br />
had hij niets meer te<br />
Van<br />
ont-<br />
Vi mgen, maar wel te vrezen. Den<br />
é :nngen man verfchijnt de Godheid<br />
al 5 trooster, als verlosfer; voor hem<br />
w is dezelve een opgeregt fchrikbeeld,<br />
ee n droevige vernederende beperking<br />
va n zijn menschlijk alvermogen. Zim<br />
tzag voor dezelve was ^te diepU
NEDERLANDEN.<br />
toe minder het zig op andere wezens<br />
verdeelde: hij beefde flaafsch BOEK»<br />
voor God, omdat God het eenigfte<br />
was, waarvoor hij behoefde te beven.<br />
KAREL DE VIJFDE ijverde<br />
voor den Godsdienst , omdat de Godsdienst<br />
voor hem arbeidde ; FILIPS<br />
deed het , omdat hij werkelijk aan<br />
denzelven geloofde. De eerfte Het,<br />
om lecrfhikken, te vuur cn te zwaard<br />
tegen duizenden woeden; en hij<br />
zelf dreef in den perfoon van den<br />
Paus, zijnen gevangen, den fpot met<br />
het leerftelfel, waaraan hij menfchenbloed<br />
opofferde: FILIPS befloot niet<br />
dan met tegenzin en gewetensangst<br />
tot den regtvaardigflen oorlog tegen<br />
dezen, en gaf alle vrugten zijner overwinning<br />
over , even als een beronhebbend<br />
kwaaddoener zijnen roof. De<br />
Keizer was een Barbaar door uitzigt<br />
op voordeel ; zijn Zoon uit gevoel<br />
De eerfte was een fterke en vei<br />
lichte geest, maar misfchien een des<br />
te flegter mensch ; de andere was<br />
een bekrompen en zwak hoofd, maar<br />
hij was regtvaardiger.<br />
Beiden egter zouden, mijns bedunkens<br />
, beter menfchen hebben kunnen<br />
zijn dan zij werkelijk waren,<br />
en evenwel in 't geheel naar de<br />
zelfde .maatregels gehandeld hebben.<br />
Dat gene, wat wij aan het karakter<br />
des perfoons wijten, is zeer dikwijls<br />
de zwakheid, de noodzakelijk<br />
F 4
I.<br />
SOEK.<br />
8<br />
$ DE AFVAL DÉR<br />
afwijking der algemene menschlijfce m<br />
tuur. Een gebied Van deze uitgeftrektneid<br />
was ene al te fterke verzoeking<br />
voor den menschlijken hoogmoed<br />
, en een ai te zware taak<br />
voor menschlijke kragten. Algemeen<br />
fit 'in - 'J?<br />
, 1 0<br />
( i e v r i<br />
°S<br />
h e i d<br />
i<br />
van<br />
eik m t bijzonder te paren, is het<br />
werk van- den oneindigen Geest, die<br />
zig over alle delen alomtegenwoordig<br />
Verfpreidt Maar hoe redt de menscfc<br />
zig m het geval van den Schepper?<br />
De mensen komt de bepaaldheid van<br />
zijn verftand door foortverdeling te hulpeven<br />
als de Natuur-ondcrzoekcr Mi<br />
hij kenmerken en enen regel<br />
welke voor zijn zwak oog het<br />
V3§t,<br />
over,<br />
nen gemakhjker. maakt, én tot wel-<br />
j ce alle denkbeelden moeten gebrast wor-<br />
I fen; dezen geeft de Godsdienst hem<br />
tan de hand. Zij vindt hoop en<br />
«es in elk menschüjk hart gezaaid.<br />
Ferwijl zy Zig m d e z e 4<br />
t en verzekert , deze hartstogten<br />
i _en voorwerp dienstbaar maakt,<br />
am<br />
heeft<br />
2 ij milhoenen zelffhmdige wezens in<br />
C en eenvormig Algemeen veranderd.<br />
ï *u wordt de Beheerfcher niet meer<br />
C oor de oneindige vcrfcheidenheid der<br />
r mensehlijke willekeur in verwarring<br />
z ebragt; nu is Vr een algemeen<br />
V. waad, en een algemeen goed, \<br />
v 'elk hïj tonen en wegnemen kan:<br />
'i welk OOK daar, waar hij niet i s,<br />
e ytfemmig met hem werkt; nu %\
NEDERLANDEN,<br />
?<br />
er ene<br />
Vrijheid<br />
grènsfcheiding , waarbij • de I,<br />
ftüitaat; een eerwaardige hei BOE*<<br />
lige ïijn , naar welke alle itrijdige<br />
bewegingen van den wil zig ten laatften<br />
moeien bepaalen. Het gemene doel<br />
van den Dwingeland en van het Priesterdom<br />
is Eenvormigheid; en Eenvormigheid<br />
is een noodzaaklijk huipmiddef<br />
voor de armoede en beperktheid<br />
van den mensch. FILIPS moest<br />
meer Dwingeland zijn, dan. zijn Vader<br />
, naar maate zijn geest bekrompener<br />
was ; of, met andere woorden,<br />
hij moest zig des te zorgvuldiger _ aan<br />
algemene regels houden, hoe mindei<br />
hij tot de foorten en eenlingen kor<br />
afdalen. Wat volgt n« uit ai<br />
alles? FILIPS DE TWEDE kor I<br />
niets meer ter harte gaan dan d<<br />
gelijkvormigheid in 't Geloof en ii 1<br />
de Staatsgeflcldheid, omdat hij zonde t<br />
die niet kon rcgcrai.<br />
En<br />
met<br />
egter zoude<br />
meer zagtheid<br />
hij<br />
en<br />
zijne regerin; •><br />
toegeeflijkhci 1<br />
begonnen hebben , bijaldien hij tiezei<br />
re vroeger had aanvaard. In h< t<br />
oordeel, dat men gewoon is ovc r<br />
dezen Vorst te vellen, fchijnt me n<br />
niet genoeg op ene omllandigheid i e<br />
letten , welke nogtans bij de g<<br />
fchiedenis van zijnen g^est en vs n<br />
zijn hart billijkerwijze in aanmerkir g<br />
dient genomen te worden. FILII 5<br />
telde bijna dertig jaren, toen hij dc n<br />
Spaanfcacu troon beklom, en zi.<br />
F 5
BOEK<br />
9» DE AFVAL DER<br />
r. vroeg-rijp verftand had vóór den tijd<br />
zijne meerderjarigheid verhaast. Een<br />
geest als de zijne, welke zijne rijp.<br />
heid gevoelde, e n m a a r ajte £<br />
meenfaam met grote uitzigten was<br />
geworden kon het juk van kinderlijke<br />
onderwerping niet anders dan<br />
met tegenzin dragen; de iterker geest<br />
des Vaders en de willekeur des<br />
Aüeenheerfchers moest den met zig<br />
zeiven ingenomen hoogmoed van de-<br />
St Z<br />
A°°<br />
i<br />
|<br />
1<br />
l<br />
l<br />
li<br />
•<br />
e<br />
i\<br />
b<br />
k<<br />
k<<br />
dj<br />
bi<br />
nc<br />
tb<br />
°P<br />
n ,, d<br />
r ukken<br />
' Het aandeel,<br />
welk den Vader hem aan het rijks'<br />
beftuur toeftond, was juist toereikende<br />
om zijnen geest van lager<br />
driften • aftetrekken, en den ifrengen<br />
:rnst van zijn karakter te bewaen,<br />
maar ook gering genoeg om<br />
'J n<br />
verlangen naar de onbepaalde<br />
nagt deste . rterker gaande te maen.<br />
Joen hij dezelve -werkelijk in<br />
ander kreeg had zij het bekoor-<br />
Jke der meuheid voor hem verlot<br />
Die zoete dronkenfchap van<br />
ien jongen Vorst , die mee de hooge<br />
raagt verrast wordt; die vrolijke<br />
ïdwelmmg, welke de ziel voor el,<br />
t e<br />
• fê aandoening opent, en weli<br />
de menschheid reeds menige welige<br />
fligring heeft afgetroggeld, was<br />
! p hem<br />
oit bij<br />
federt lang<br />
hem geweest.<br />
voorbij , 0f<br />
Zijn karak-<br />
' was gezet, toen het geluk hem<br />
deze zware proef ftelde, en ziibevestigde<br />
grondftellingen wedei
NEDERLANDEN.<br />
ftonden deze weldadige roering. Hij<br />
had vijftien jaren tijds gehad , om<br />
zig "tot dezen • overgang vuuia.ue- .<br />
reiden; en in plaats van bij de tekenen<br />
van zijnen nieuwen ftand', naar de<br />
wijze der jeugd, opgetogen te blijven<br />
ftaan, of den morgen van zijne regering<br />
in den roes eener ledige ijdelheid<br />
doortebrengen , bleef hij- gelaten<br />
en ernsthafrig genoeg, om<br />
daadlijk in het grondige bezit van zijne<br />
magt te treden , en door het<br />
volkomenfte gebruik van dezelve z :<br />
g over<br />
het lang gemis daarvan te w-vken.<br />
FILIPS DE TWEDE zag zig niet<br />
zo dra, door den vrede van Chateau in<br />
CambrHis, in het geruste bezit van<br />
zijn Rijk , of hij gaf zig geheel<br />
en al aan het grote werk der Geloofs-zuivering<br />
over, en bevestigde de<br />
vrees, welke zijne Nederlandfche onderdanen<br />
reeds had bevangen. De<br />
Plakaten, welke zijn Vader tegen de<br />
Ketters had laten uitgaan, werden in<br />
volle kragt vernieud, en fchrikkelijke<br />
Regtbankcn , waaraan niets dan de<br />
naam der Inquifïtie ontbrak , zorgden<br />
, dat dezelve wierden nagekomen.<br />
Doch bij fcheen zijn werk nog maar<br />
ten halven voltooid te hebben , zo<br />
lang hij de Spaanfche Inquifitie niet<br />
in hare ganfche gedaante in deze<br />
landen konde overbrengen ; een onderneming<br />
, welke den Keizer r<br />
I.<br />
BOEK.<br />
ecdg<br />
^eerlijk mislukt was,
ï.<br />
ftOEK.<br />
99 BE AFVAL DEü<br />
. De Spaanfche Inquifitie is ene in<br />
ngting yan enen geheel nieuwen aar<br />
en en e b i J z dere fQJ ^ « ^<br />
1<br />
]<br />
c<br />
i<br />
i<br />
z<br />
g<br />
d<br />
li<br />
h<br />
dc<br />
te<br />
he<br />
M<br />
m<br />
g c<br />
gehelen omloop der rijden geen voo2<br />
beeld wordt gevonden / en lelke met<br />
gene geestelijke, gene wereldlijke vSrï<br />
fchaar kan vergeleken worden. I n q uiime<br />
is er geweest, federt dat de reden<br />
zig aan het heilige waagde; federt dat<br />
er twijfelaars en hervormers geweest<br />
mi maar eerst in het midden van<br />
de dertiende eeu, na dat enige voo"<br />
beelden van afval aan de GeesteSe<br />
nagt enen fchrik hadden aangejaagd<br />
Igtte INNOCENTIUS DE S i<br />
aar ene eigene Regtbank, en fcheur!<br />
e<br />
op ene onnatuurlijke wijze het<br />
,eestl,jke opzigt en onderwijs<br />
rei<br />
Rc<br />
Sp<br />
gei<br />
J<br />
van de<br />
raffende magt. Om te beter ver!<br />
ekerd te zijn, dat geen menfehen-<br />
V<br />
°wr PI n f ne<br />
, in<br />
iP raak<br />
^r Natuur<br />
? wrede- itrengheid van hare inftel-<br />
Jgen zou verijdelen, onttrok hij<br />
ar aan d c Bisichoppen en de We-<br />
Idhjke Geestelijkheid , welke door<br />
handen des burgerlijken levens nog<br />
veel aan de menfchlijkheid g egt<br />
was, en droeg haar op aan<br />
oimiken ; ene basterdfoort ?<br />
van<br />
mfcfaen, die de heilige aandoenin-<br />
" der Natuur hebben afgezwoi,<br />
dienstbare Creaturen van den<br />
-omfchen ifoel. Duitschland, Italië<br />
mje Portugal en Frankrijk oS<br />
i haar: een Franciskaner Monnik
N E D E R L A N D E N ; 9$<br />
zat bij het gëdugte oordeel over de<br />
Tempelheren als regter ; aan _ enige , SOEK*<br />
weinige Staten gelukte het haar buiten te ,<br />
fluiten, of aan de Wereldlijke Hoogheid<br />
te onderwerpen. De Nederlanden<br />
waren tot aan de regering vart<br />
KAREL DEN VIJFDEN van dezelve<br />
verfchoond gebleven; hunne Bisicnoppen<br />
oefenden de geestelijke ragt, en<br />
in buitengewone gevallen vervoegde<br />
men zig bij vreemde Inquifitie-gengten<br />
, de Franfche Provinciën te<br />
Parys , en de Duitfche te Keulen.<br />
(*) j|l u„.<br />
Maar de Inquifitie, welke hier bedoeld<br />
wordt, kwam uit het Westen<br />
van Europa, zijnde anders in haren<br />
oorfprong en anders van gedaante.<br />
De laatrte Moorfche troon was m<br />
de vijftiende eeu in Granada gevallen,<br />
cn de Saraceenfche Godsdienst<br />
had eindelijk voor de overmagt vart<br />
den Christelijken moeten wijken. Maar<br />
het Euangelij was in dit jongtte<br />
Christelijke rijk nog nieü en niet<br />
bevestigd, en in de troebele vermenging<br />
van ongelijke wetten en zeden,<br />
hadden de Godsdienilen zig nog<br />
niet vaneen gefcheiden. Het zwaard der<br />
vervolging had wel vele duizenden<br />
van huisgezinnen naar Afrika gedreven<br />
, maar een veel groter aantal.<br />
(*) HOPPER Memoires des foubleï d*<br />
ftrys-Bas. in vit» VigU *5«<br />
i.
1<br />
êOEK<br />
i loei HPC « • Koomfche<br />
i e t<br />
i<br />
genoeg, dit wev<br />
o l k<br />
2r? «ö« den uitwenden<br />
i<br />
o m vaü een nieu geloof te dwin-<br />
£ e" , or hetzelve door de zwakke<br />
t<br />
d TZeZeTT^ P^hedeTtt<br />
k<br />
e zegepialende kerk te verenigen- hor<br />
*P 'er o p a a n, o m<br />
V;<br />
rc<br />
g enen ouden Godsdienst uit te<br />
g»* en ene hardnekkige gezind!<br />
hi<br />
«' te overwinnen, welke doS t<br />
Ja<br />
igfaamwèrkende kragt va„ ? .<br />
in<br />
v a n<br />
deqzplfc 4 ^ T eeuwen<br />
W:<br />
deszelfs zeden, fpraak e n<br />
du<br />
? '"gedrukt, en door', den lord<br />
fel<br />
renden invloed van den vaderknl"<br />
oe<br />
en grojid en hemel i„ IZSl<br />
vo<br />
emng bleef. Wilde de Kerk ene<br />
kei<br />
kome zegen over den %£i<br />
we<br />
J<br />
\ Godsdienst behalen, e n ,J e .<br />
zeJ<<br />
gro<br />
OUC<br />
Êm *m<br />
s<br />
t?Ë AFVAL fiËH<br />
g c J f e f d e<br />
<br />
d e<br />
«he im<br />
te dienen. Zo lano- w "<br />
ftStfË Wa<br />
f, n
NEDERLANDEN<br />
den vorm van het zedelijke karakter,<br />
waaraan het ten fterkften fcheen<br />
eeheo-t te zijn , geheel in ftukken<br />
flaan. &<br />
Zij moest in de inwendigfte<br />
diepten der ziele deszelfs geheime<br />
wortelen uitgraven, alle deszelfs fporen<br />
in den kring des huislijken levens<br />
en der burger-wereld uitwisfchen;<br />
alle herinnering aan denzelven laten<br />
uitfterven, en, ware het mogelijk,<br />
zelfs het gevoel voor deszelfs indrukken<br />
doden. Vaderland en bloedverwanten<br />
, geweten en eer, het heilige<br />
gevoel der maatfchappij en dei<br />
Natuur zijn fteeds de eerften en de<br />
naasten, met welke de Godsdienfter<br />
zig vermengen, van welken zij fterk<br />
te ontvangen, en aan welken zij dii<br />
geven. Deze verbindnis moest ni \<br />
verbroken, de oude Godsdienst moe=<br />
BOEK»<br />
van de heilige aandoeningen der Na<br />
tuur met geweld losgefcheurd wor<br />
den; al zoude het ook de heiligheid<br />
dezer aandoeningen zelve kosten. Zo<br />
danig werd de Inquifitie ingerigt, wel i<br />
ke wij, om haar van de meer mer<br />
fchelijke vierfcharen van dien naai<br />
to onderfcheiden, de Spaanfche no<<br />
men. De oprigting van dezelve vu<br />
voor onder het beftuur van den Kaï<br />
dinaal XIMENES; een Domimkanc ï<br />
Monnik, TORQUEMADA, openc<br />
het eerst dit afgrijslijke Geregts-hof r<br />
grondvestte deszelfs verordeningen, € e<br />
bragt daardoor over zijne Ordende »<br />
n<br />
n<br />
!<br />
C
t<br />
fcOEK.<br />
i<br />
1 e nquifice g af h e m d e n flcu^<br />
\<br />
<<br />
N<br />
^<br />
'et werktuï ' zi<br />
Z l p e<br />
Ie fterke i r c r K e L<br />
band<br />
J<br />
was,<br />
t e v e n<br />
J ?<br />
e n<br />
waardoor<br />
'<br />
hii<br />
e verinogendcn vasthield. De Z e ReS<br />
t<br />
i<br />
2<br />
V e r e m g d e<br />
ü erlX ht ^ ^ twe<br />
g t e<br />
Het v.ïï i " S^hvaagd wierd.<br />
Z><br />
- onder een blind geloof te doen<br />
b<br />
«Ken en de vrijheid Van den<br />
g<<br />
est door ene dode eenvormigheid<br />
te<br />
ë<br />
*• DÊ AFVAL DËt<br />
2Jr<br />
V / e r d<br />
dit werktuig van we-<br />
ski ^ k<br />
?"« ~<br />
verklaren der goederen in de koninglij-<br />
aarlS ff<br />
g e<br />
^ eE<br />
, n ; r<br />
k W a m e ö<br />
h<br />
' ^ een g<br />
gi-<br />
e t d o e i<br />
' ^ doo;<br />
• seftgt beoogd Werd; de werktuigen<br />
da<br />
f c h l i k è n<br />
H breL^-- ' fthande.<br />
;t bre dde z,jn onnatuurlijk rechtsge-<br />
bii<br />
uil FV\<br />
d C § C h e i m f t e<br />
gedagfen<br />
E l k e<br />
fol d harstogc Hond in zijne<br />
%: vnendfehap, huwelijksliefde \ n<br />
all<br />
neigingen der Natuur wist het toe<br />
zijl<br />
va] üaSTt^ \ ?^ lev<br />
fiiê<br />
zig<br />
feh<br />
kCn;<br />
«* Waar het t^T^<br />
^ B n d e ^ e «<br />
van iet geweten door vrees- een<br />
emeraehdg geloof aan zijne" overal<br />
' ^<br />
ge#
NEDERLANDEN. $*)<br />
•genwoordigheid kluisterde de vrijheid 1.<br />
van den wil , zelfs in het binnenfte BOEK.<br />
der ziele. Het deed alle ingevingen<br />
der menschlijkheid bukken onder het<br />
formulier van een willekeurig geloof;<br />
alle aanfpraak op zijn geflagt was voor<br />
enen Ketter verfpeeld; met de geringfte.<br />
ontrou aan de Kerk , had hij<br />
zijn geflagt verloren. Den aangeborenen<br />
afkeer, waarmede de Schepper ons<br />
wijslijk tegen onnatuurlijke zonden gewapend<br />
heeft, droeg het willekeurig<br />
op een ellendig Priesterwerk over; een<br />
zedig twijfelen aan dc onfeilbaarheid<br />
van den Paus werd geftraft als vadermoord<br />
, en gefchandvlekt als fodomy.<br />
Geen toeval kon hetzelve van<br />
zijn offer ontzetten ; deszelfs vonnisfen<br />
werden aan lijken en fchilderijen uitgevoerd<br />
; het graf zelf was geen<br />
fchuilplaats voor den arm der Inquifitie<br />
, cn dc fchuld des vaders bleef<br />
voordleven<br />
geflagten.<br />
in dc ellende van gehele<br />
De vermetelheid van de vonnisfen<br />
der Inquifitie kan alleen overtroffen<br />
worden door de onmenschlijkheid ?<br />
waarmede zij dezelve uitvoert. Zij<br />
valt de zinnen aan met nieuwe, uk*<br />
gezogtc, en onderaardfche verfchrikkingen,<br />
ontleend van de fpoken , welken<br />
zij zelve in ecne kranke en kinderagtige<br />
verbeelding gevestigd heeft ;<br />
cn vermengt de wezenlijke ontzetting<br />
over het tegenwoordige met een gufe<br />
I. DEEL. G
9« DE AFVAL DER.<br />
t chelfpel uit toekomende werelden. Ter<br />
BOEK wijl zij het belachelijke met het verfchrikkelijke<br />
verenigt, en door enen<br />
misfehjken opfchik het oog vermaakt.»<br />
maakt zij de deelnemende aandoening<br />
kragtloos door de kitteling van ene<br />
andere: zij verdrinkt het medelijden<br />
m fpot en veragting. In enen plegtigen<br />
optogt wordt de misdadige naar<br />
de geregtsplaats gevoerd; een rode<br />
bloedvlag waait voorop; het verenigde<br />
gebrom van alle klokken verzelt<br />
den trein ; vooraf gaan Priesters in<br />
nisgewaad, en zingen een geestlijk<br />
] ied; op dezen volgt de gedoemde<br />
Zondaar, gekleed in een geel ge-<br />
1 vaad , met zwarte Duivels - beelden bei<br />
'childerd; op zijn hoofd draagt hij<br />
< ne papieren muts, welke in een<br />
I aenschlijke figuur uitloopt, om wel-<br />
1 e vlammen vuurs flikkeren, en afrijsiijke<br />
helfchc geesten heen vliegen;<br />
et beeld des Gekruiligden wordt" af-<br />
i<br />
ekeerd van den eeuwig verdoemde,<br />
edragen; voor hem geldt de verlosng<br />
niet meer; zijn ftervelijk lijf i s<br />
i<br />
en vure, en zijne onftervelijke ziel<br />
i sr helfche vlammen gewijd; de mond<br />
d hem toegeftopt, om te beletten,<br />
d it hij zijne fmert niet door een<br />
is :rzagtend klagen koele, het verdor<br />
d st medelijden door zijne aandoen-<br />
v ke _ gefchiedenis opwekke , en de<br />
Vi :heimen van het heilige gerigt aan<br />
Üj<br />
O dag brenge. Hem volgt de Geestg<<br />
è
NEDERLANDEN^ 99<br />
iïjkheid in ftaatfij - klederen, de Over t<br />
heid en de Adel ; de Vaders, wel- i OEK<br />
ke hem geoordeeld hebben , fluiten -<br />
den affchuwelijken trein. Men zou zig<br />
Verbeelden een lijk te zien , dat ten<br />
grave gebragt wordt, en het is een<br />
levend mensen, wiens ongelukken thans<br />
het volk op ene zo wrede _ wijze<br />
moeten vermaken. Gewoonlijk zijn^ deze<br />
regtsoefeningen voor hoge Feesten<br />
beflemd, waar toe men een bepaald<br />
getal van zulke ongelukkiger!<br />
in de gevangenisfen van het heilige<br />
Huis befpaartj, om door de menigte<br />
Van offers aan het bedrijf meer luister<br />
bij te zetten , en dan zijn zelfs<br />
de Koningen tegenwoordig : deze zitten<br />
met ongedekten hoofde op enen<br />
lager' ftoel» dan de Opper - Inqüifitie*<br />
meester , aan wien zij op zulk een' dag<br />
den rang afftaan: cn wie zou niet<br />
beven voor een Vierfchaar, waar voor<br />
de Oppermagt zelve moet onderdoen? (*)<br />
De grote Gcloofs - Omwenteling door<br />
tuïHEii en KALVIJN veroorzaakt » bragt de<br />
noodzakelijkheid Weder te voorfchijn, welke<br />
aan dit Geregts - Hof zijn beflaan had ge^<br />
geven; en 't geen oorfpronkelijk alleen<br />
was uitgevonden om het kleine<br />
Koningrijk Granada van de zwakk?<br />
(*) BURGUND. Hist. Belg. 126. 127. HOPPER.<br />
65. 66. 67. GROT. Annal. Belg. L. i< Esfay W<br />
les meeuw/Tom. III. Inquifition.<br />
G s
tam DE AFVAL DER<br />
I. overblijffels der Joden en Saracenen te<br />
BOEK, zuiveren , werd thans een noodzaakelijk<br />
middel voor de ganfche Katholijke<br />
Christenheid Alle Inquifitie - Hoven<br />
in Portugal, Italië , Duitschland<br />
en Frankrijk namen den vorm van<br />
het Spaanfche aan ; dit volgde de Europeanen<br />
naar de Indien, en vestigde<br />
te Coa een Vierfchaar, welker<br />
onmenschlijke rechtsplegingen ons nog, bij<br />
het lezen van de befchrijving daarvan, ene<br />
rilling door de leden jagen. Overal<br />
volgde de verwoesting haar op den<br />
voet ; maar in geen oord van de wereld<br />
heeft zy ooit zo fterk als in Spanje<br />
gewoed: de doden , door haar<br />
geofferd, raken in vergetelheid,- de<br />
^eflagtcn der menfchen worden weer<br />
aeriteld, en ook de landen, door<br />
ïaar overweldigd en ontvolkt, krijgen<br />
3 ncttertijd hunnen bloei weder; maar<br />
I ;euwen zullen 'er verlopen, 'eer ha-<br />
1 e fporen uit het karakter der Spanjaar-<br />
< len zijn uitgewischt. Ene vurige, voor-<br />
t reflijke Natie heeft zij midden op den we«-<br />
t er volmaking gefluit, het vernuft uit ene<br />
1 lemeïsftreek, waar het te huis hoor-<br />
C e , verbannen, en ene fomberheid,<br />
t veo als die op graflieden rust, agter ge<br />
]; iten in den geest eens volks , 't<br />
V reik boven vele andere, die dit 'vVer<<br />
:ld - deel bewonen, tot vreugde o-e. li :hapen was.<br />
ir<br />
De eerfte Inquifitie - Meester werd<br />
het Jaar 1522 door KAREL OEN
NEDERLANDEN. ï*f<br />
VIJFDEN in Braband aangefteld. Eni I.<br />
ge Priesters werden hem als hel- B DEK.<br />
pers toegevoegd ; doch hij zelf was _<br />
een Wereldlijke. Na den dood • van<br />
ADRIAAN DEN ZESDEN, befchikte deszelfs<br />
Opvolger, CLEMENS DE ZE<br />
V E N D E , drie ïnqmfiteurs voor alle<br />
Nederlandfche Provinciën, en pAULUS<br />
DE DERDE bragt dit getal weder<br />
tot twe , welke tot aan het, begin<br />
der onrust ftand hielden. In 't Jaar<br />
1530 werden, met voorkennis en goedvinden<br />
der Staten , de Plakaten tegen<br />
de Ketters uitgegeven , welke tot alle<br />
volgende den grond leiden , en waarin<br />
uitdrukkelijk melding van de Inquifitie<br />
gemaakt werd. In 't Jaar 1550 zag<br />
K A R E L DE VITFDE Zjg door den<br />
fnellen aanwas fier fckten genoodzaakt<br />
deze Plakaten tc vernieuwen en fcherpcr<br />
te maken; en bij deze gelegenheid<br />
was het, dat de ftad Antwerpen<br />
zig tegen dc Inquifitie verzettede , cn<br />
ook gelukkig van dezelve vrij raakte.<br />
Maar de geest van deze Nederlandfche<br />
Inquifitie was naar den aart<br />
des Lands menschlijker , dan in het<br />
Spaanfche gebied, en geen uitlander,<br />
veel minder een Dominikaan , had tot<br />
nog toe dezelve bediend. Tot rigtfnoer<br />
dienden haar de Plakaten, welken<br />
ieder kende ; en juist daarom vond<br />
men haar minder hatelijk, om dat<br />
zij, hoe ftreng ook in het vonnisfen<br />
, nogtans minder willekeurig fcheen ,<br />
* C 3
i<br />
|OEK.<br />
r<br />
ï©a DÊ AFVAL DER.<br />
en zig niet, gelijk de Spaanfche<br />
Inquifitie, , in het kleed der geheimenis<br />
verftak.<br />
Maar juist deze laatfte zogt ri-.<br />
LIPS in de Nederlanden in te voeren<br />
, om dat zij hem het gefchiktfte<br />
werktuig fchcen te zijn om den<br />
geest dezes Volks te bederven, en<br />
tot ene willekeurige Regering voor<br />
te bereiden. Hij maakte een begin<br />
met de Geloofsverordeningen zijns<br />
Vaders ftrenger te maken , de magt<br />
der Inquifitie - Meesters hoe langer hoe<br />
meer uit te breiden, hun gezag wik<br />
lekeuriger , en van het burgerlijke<br />
beltuur onafhangelijker te maken.<br />
Binnen kort ontbrak aan deze Vierfchaar<br />
weinig meer van de Spaanfche<br />
Inquifitie, dan de naam en Dotninikanen.<br />
Bloot vermoeden was geloeg<br />
om enen Burger uit den fchoot<br />
ier openbare ruste, en uit den kring<br />
/an zijn huisgezin weg te rukken %<br />
< ;n het zwakfte getuigenis gaf regt<br />
| )m hem op de pijnbank te bren-<br />
I ren. Wie in dezen afgrond neder-,<br />
'iel, kwam nooit weder; alle wek<br />
< laden der wetten hielden voor hem<br />
< >p : de moederlijke zorg der Gereg--<br />
| igheid liet hem varen: aan gene<br />
| ijde van de wereld oordeelde hem<br />
1 loosheid en dolheid naar wetten, wel-<br />
i e voor menfchen niet gelden: de<br />
t misdadiger vernam nooit wie zijn aanklaer,<br />
; en. zeer zelden wat zijn misdrijf was j<br />
I
NEDERLANDEN. «°S<br />
een helfche kunstgreep , welke den<br />
rampzaligen noodzaakte naar zijn ver BOEK.'<br />
grijp te raden, en door de bedwelming<br />
der pijnen , of uit verdriet van zo<br />
lano- levend begraven te zijn, wanbedrijven<br />
te belijden, welke mogelijk nooit<br />
begaan , of altans den Regter niet bekend<br />
geworden waren : de goederen der<br />
gedoemden werden verbeurd verklaard,<br />
en de aanbrenger door vergiffenis - brieven<br />
en beloningen aangemoedigd: generhande<br />
voorregt, gene burgerlijke geregtigheid<br />
, gold tegen dit heilig geweld; wien<br />
het aantastte, die wasvoorden wereldlijken<br />
arm verloren : dezen had het geen verder<br />
aandeel aan zijne regtsplegingen gelaten<br />
, dan met eerbiedige onderwerping<br />
de vonnisfen ter uitvoer te brengen.<br />
De gevolgen van zodanige inftelling moesten<br />
onnatuurlijk en ij slijk zijn: het gantfche<br />
tijdlijke geluk, ja zelfs het leven<br />
van den onbefproken man was nu in d<<br />
hand van eiken gewetenlozen deugnie<br />
gefteld. Elk verborgen vijand, elk be<br />
nijder werd tans tot ene onzigtbare ei I<br />
zekere wraak uitgelokt. Het was me t<br />
veiligheid van bezittingen, met troü 11 l<br />
de verkering gedaan. Alle banden vai 1<br />
voordeel, van bloed en van liefde wa<br />
ren verbroken; een aanftekend wantrou<br />
wen vergiftigde het gezellige leven; d<br />
gevreesde tegenwoordigheid van den ene 1<br />
of anderen verfpieder ftuitte den opfla r<br />
-><br />
in het oog, en de ftem in de kee<br />
1,<br />
Men geloofde aan geen eerlijk mensc<br />
tl<br />
G 4
104 DE AFVAL DER<br />
i. meer, en werd zelf niet meer voor zo-<br />
BOEK . d a n i<br />
g gehouden. Goede naam, landge-<br />
. nootfchap , broederfchap , de eed zelfs ,<br />
en alles, wat van menfchen voor heilig<br />
gehouden wordt, had zijne waarde<br />
verloren. Aan dit noodlot gaf men ene<br />
grote bloeijende Koopftad over, waarin<br />
honderdduizend bezige menfchen door<br />
den enigen band van vertrouwen zamen<br />
woonden: ieder onontbeerlijk voor den<br />
anderen, en ieder dubbelhartig, verdagt:<br />
allen door den geest der winzugt<br />
tot elkander getrokken , en uit elkander<br />
gedreven door vrees; alle grondzuilen<br />
der gezelligheid omver gerukt, waar<br />
gezelligheid de grond is van alle leven en<br />
duurfaamheid. (*)<br />
t Geen wonder, dat een zo onnatuurlijke<br />
regtbank, welke zelfs voor den lijdzamen<br />
geest der Spanjaarden onverdraagelijk<br />
was geweest, enen vrijen Staat in oproer<br />
bragt. Doch de fchrik, welken deze inboezemde<br />
, werd nog vermeerderd dooide<br />
Spaanfche krijgsmagt, die, ook na<br />
de herftelling van den vrede , op de been<br />
werd gehouden, en, tegen de grondwetten<br />
des Lands, de grensfteden vervul<br />
de. Men had KAREL DEN VIJFDEN deze invoering<br />
van vreemde legers vergeven,<br />
zo lang men de noodzakelijkheid daar van<br />
konde zien , en meer Haat maakte op<br />
Zijne goede gezindheid. Maar tans zag<br />
O GROTIUS L. I,
NEDERLANDEN. 105<br />
men in deze benden niets anders dan de 1.<br />
gedugte toerustingen der onderdrukking, j<br />
en de werktuigen ener gehate geestelijke .<br />
dwingelandij. Ene aanzienlijke ruiterij,<br />
uit in borelingen opgerigt, was tot beicherming<br />
des Lands toereikend, en<br />
maakte deze uitlanders onnodig. De losbandigheid<br />
en roofzugt dezer Spanjaarden,<br />
welke' nog veel agterftallige foldij te vorderen<br />
hadden , en zig op kosten van<br />
den burger betaling verichaften , voltooiden<br />
de verbittering des Volks, en<br />
vervoerden den gemencn man tot wanhoop.<br />
Toen vervolgens het algemene gemor<br />
de Regering bewoog , hen van de<br />
grenzen zamen te trekken , en op de<br />
Zeculche Eilanden te verplaatfen, waaide<br />
Schepen tot hunnen aftogt werden uitgerust<br />
, ging hun moedwil zo verre ,<br />
dat de inwoners hunnen arbeid aan de<br />
dijken Haakten , cn liever hun Vaderland<br />
aan de Zee ten prooic wilden ge IO EK.<br />
ven , dan langer de bcestagtigc onbefchofthcidgen.<br />
van dit razende volk verdra<br />
Zeer gaarne had FILIPS deze Spanjaarden<br />
in het land gehouden, om doo:<br />
middel van dezelve aan zijne Plakatei<br />
meer kragts bij te zetten , en de nieuw<br />
inrigtingen te onderlteunen , welke lr<br />
voornemens was in het Nederlandfch<br />
Staatswezen , te maken. Zij waren voc<br />
hem zo veel als waarborgen van de a<br />
gemene rust, en een keten , waaraa<br />
hij de Natie gekluisterd hield. Daaroi<br />
G<br />
5<br />
1 a i r a
i<br />
I.<br />
3<br />
<<br />
]<br />
j<br />
3<br />
C<br />
C<br />
|<br />
a<br />
i 1<br />
liet hij ook niets onbeproefd, om den<br />
aanhoudenden aandrang van 's Lands Staten<br />
, welke deze Spanjaarden verwijderd<br />
wilden hebben , te ontgaan, en nam<br />
alle gelegenheden en alle middelen van<br />
list en overreeding bij de hand. Dan eens<br />
vreesde hij enen onvervvagten aanval van<br />
Frankrijk, dat ondertusfchen door woedende<br />
partijfchappcn jammerlijk verfcheurd ,<br />
üaaulijks in ftaat was om het tegen enen inandfchen<br />
vijand uit te houden ; dan eens<br />
noesten zij zijnen zoon Don KARLOS aan<br />
Ie grenzen inhalen , terwyl hij nooit van<br />
ms was hem uit Kastiliën te laten gaan,<br />
iun onderhoud zou der Natie niet tot last<br />
*jn; hij zelf wilde uit zijn eigen Kas<br />
Me kosten daarvan draagen. Om hen met<br />
es te beter fchijn in het land te houen<br />
, hield hij opzettelijk hunne agterallige<br />
foldij te rug, daar hij hen rog<br />
nders aan de inlandfche krijgsbenden,<br />
melken hij volkomen voldoening gaf,<br />
S<br />
ewisfelijk zoude voorgetrokken hebben.<br />
C >m de vrees der Natie in flaap te wie-<br />
g sn, en het algemene misnoegen te be<br />
v ëdigen , wilde hij het opperbevel over<br />
i :ze benden aan de beide lievelingen des<br />
V olks, den Prinfe van Oranje, en den<br />
G rave van Egmond opdragen; doch bei-<br />
d< in wezen dit aanbod van de hand , met<br />
d< : edelmoedige verklaring, dat zij nim-<br />
m sr befluiten zouden tegen de wetten des<br />
L: mds te dienen. Hoe meer de Koninf<br />
n verlangen liet blijken om zijne Spat£<br />
%<br />
jas rden in het land te houden , des te<br />
HOEK.<br />
io5 DE AFVAL DER
NEDERLANDEN.<br />
fterker bleven de Staten op derzelver verwiidering<br />
aandringen. Op de eerst volgen- ,<br />
de Staten-Vergadering te Gent moest hij, •<br />
midden in den kring zijner hovelingen, dc<br />
volgende vrije taal der waarheid horen:<br />
Waar toe vreemde handen ter onzer befcherming?"<br />
voegde de Sijndicus van<br />
Gent hem toe. „ of is het misfchien<br />
„ daarom, op dat de overige Wereld<br />
ons voor tc zwak, of wel voor te<br />
„lafhartig houde , om ons zeiven te<br />
verdedigen? waar toe vrede gemaaKt ,<br />
" zo de lasten van den oorlog ons ook<br />
" nog in vrede drukken? In den oor-<br />
" log fcherpte de nood ons geduld , m<br />
* den vrede zugten wij onder deszelfs lrjden.<br />
Of zullen wij dit losbandige<br />
" Krijgsvolk in -toom houden , daar uwe<br />
" ei-ene tegenwoordigheid zo veel met<br />
heeft vermogt? Hier ftaan uwe onder-<br />
" danen uit Kamerik en Antwerpen, en<br />
" klagen over ceweld. Thionvüle en Ma-<br />
" rienburg liggen woest ; en daartoe<br />
" hebt gij on! tog den vrede niet gege-<br />
" ven op dat onze fteden tot woestij<br />
" nen zouden worden, gelijk zij nood<br />
" wendig worden moeten, mdien gi<br />
" haar niet van deze plonderaars verlost<br />
" Of wilt gij u misfehien tegen enen on<br />
" verwagten aanval onzer naburen in d<br />
" weer ftellen ? deze voorzorg is wijs<br />
f m a a r het gerugt van hunne toerustin<br />
" zal ver genoeg hunne wapenen vooruii<br />
;; &en. Waarom met zware koste<br />
„ vreemdelingen in foldij gehouden , cü<br />
I.<br />
SOEK<br />
\ T 1<br />
•y e
i°8 DE AFVAL DER<br />
t ,, eert land niet zullen verfchonen , dat<br />
BOEK. ,, zij morgen weer verlaten moeten ? No-<br />
3, Jaan dappere Nederlanders tot uwen<br />
„ dienst, aan welken uw Vader, in<br />
„ veel hachlijker tijden , de Republiek<br />
„ betroude: waarom zoudt gij tans<br />
„ twijfelen aan de trou van lieden , die<br />
»<br />
(<br />
1<br />
(<br />
9<br />
t<br />
2<br />
2<br />
C<br />
f<br />
1<br />
z<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
33<br />
z o v e l c<br />
eeuwen lang aan uwe Voorva-<br />
» d e r e n<br />
.<br />
r r o u<br />
gf<br />
z[<br />
P gebleven ? zouden<br />
„ zij niet in ftaat zijn om den oorlog zo<br />
, a n<br />
S g<br />
u k<br />
te houden , tot dat uwe<br />
:, bondgenoten zig bij h imns vanen voeg;-<br />
, den, of gij zelf uit de nabuurfchap<br />
„ hulpe zond ?" Deze taal was voor<br />
len Koning al te ongewoon , en hare<br />
vaarheid al te blijkbaar, dan dat hij<br />
tezelve dadelijk konde beantwoorden:<br />
i Ik _ben ook een Uitlauder," riep hij<br />
indelijk uit, „ waarom niet liever mij<br />
elven ten lande uitgejaagd?" Met dce<br />
woorden rees hij van zijnen ftoel<br />
p, en verliet de vergadering; doch den<br />
Jreker. werd zijne iloutheid vergeven,<br />
we dagen later liet hij aan de Staten<br />
jnentwege de verklaring doen , „ dat,<br />
bij aldien hij eerder geweten had , dat<br />
deze Krijgsbenden hun tot last ftrekten,<br />
hij reeds toeftel zoude gemaakt hebben,<br />
om dezclven met zig naar Spanje<br />
te nemen; dit was nu te laat, om<br />
dat zij zonder betaling niet zouden<br />
vertrekken ; maar hij beloofde hun op<br />
het heiligfte, dat deze last hen niet<br />
langer^dan vier maanden meer drukken<br />
zoude." Dan, niet tegenllaande deze
NEDERLANDEN. i°9<br />
belofte, bleef dit volk, in plaats van<br />
vier, nog agttien maanden in het land ,<br />
en zij zouden denkelijk nog langer gebleven<br />
zijn , zo niet de omftandigheden<br />
des Rijks hen in een ander werelddeel<br />
noodzakelijk hadden gemaakt. (*)<br />
De gewcldadigc invoering van Vreemden<br />
in de voornaamfte Amten des Lands, gaf<br />
ftof tot nieuwe klagten tegen de Regering.<br />
Van alle dc voorregten der Nederlanden<br />
ftak geen den Spanjaarden zo zeer<br />
in de ogen , als dat , waar door Vreemdelingen<br />
buiten bedieningen gefloten waren<br />
; en geen van allen hadden zij ijveriger<br />
gepoogd te ondermijnen, (t) Italië,<br />
de beide Indien , en alle Provinciën var<br />
deze uitgeftrekte Monarchie ftonden vooi<br />
hunne fchraapzugt en eerzugt open; al<br />
leen van de rijkften onder allen waren zi<br />
door een onveranderlijke grondwet uitge<br />
floten. Men wist den Koning te overtui<br />
gen , dat zijne Könihglijke magt in dez<br />
landen nimmer bevestigd konde worden<br />
zo lang hij zig niet van vreemde werk<br />
tuigen daartoe mogt bedienen. Reec 1<br />
L<br />
B O E ff.'<br />
I<br />
»<br />
S<br />
was de Bisfchop van Atrecbt , een Boui<br />
gondiër van geboorte, den Vlaminge n<br />
wederregtelijk opgedrongen , en tans zot 1-<br />
de ook dc Graaf van Feria , een Kastil i*<br />
aan , zitting en ftem in den Raad va n<br />
(*) BURGÜÜND, L. i. p. 38. 39- 4°-<br />
DAN. L. I. P. I. METEREN, D. I. B. 47.<br />
(•() RE ID AN , L. 1. p. 1.<br />
R e i<br />
'
tto DE AFVAL DER<br />
I Staten bekomen. Maar deze ondenurtnine<br />
vond kragtiger tegenfland , dan de vleiers<br />
des Komngs hem hadden voorgelleld en<br />
zijne willekeurige magt zag zig ditmaal<br />
door de flnnheid des Prinfen van Oranje<br />
en de flandvastigheid der Staten . te leur<br />
gefield (*) ' ^<br />
Met deze voortekens begon FILIPS<br />
zijn bcftuur over de Nederlanden, en<br />
Zodanig waren derzelver bezwaren , toen<br />
hij van zins was dezelve te verlaten.<br />
Reeds lang verdroot het hem in een land',<br />
Waar hij een vreemdeling was ; waar zo<br />
vele voorwerpen zijne neigingen beledigden,<br />
_ en zijn heerschzugtigen geest zo<br />
dikwijls met grote vrijpostigheid aan de<br />
wetten der vrijheid herinnerd werd. De<br />
vrede met Frankrijk vergunde hem'eindelijk<br />
zijn vertrek ; de toerustingen van s o-<br />
LIMAN trokken hem naar het Zuiden, en<br />
m begon ook Spanje zijnen Heer te mis-<br />
1 en. De keuze van enen Opper - Landvoogd<br />
over de Nederlanden was de grote<br />
i<br />
aak j welke hem nu nog bezig hield<br />
<<br />
>edert het ontflag van Koningin MARIA<br />
an Hongarijen , had E M A N U E L P H I-<br />
\<br />
IBERT van Savoijen deze plaats be<br />
L<br />
leed, welke egter, zo lang de Ko-<br />
k<br />
mg in de Nederlanden zelf tegenwoordig<br />
n<br />
as, meer aanzien dan wezenlijken invloed<br />
w<br />
if- 's Konings afwezigheid maakte de-g<br />
;lve tot het gewigtigrte Amt, en he£<br />
Zl<br />
O GROT. Annal. L. i. p. 13.
NEDERLANDEN. i n<br />
roemrijkite doel, waarnaaf de cerzugt I.<br />
eens Burgers kon ftreven. Zij ftond tans JOEC.<br />
:<br />
ledig door het vertrek van den Hertog , •<br />
welke door den vrede van Chateau in<br />
Cambrefis weder in 't bezit van zijne landen<br />
was gefteld. Het bijna onbepaalde<br />
gezag, dat den Landvoogd moest gegeven<br />
worden; de bekwaamheden en kundigheden ,<br />
welken een zo omflagtige en netelige post<br />
vorderde; en vooral de gewaagde aanflagen<br />
der Regering tegen de Vrijheid des<br />
Lands, welker uitvoering van hem moest<br />
afhangen, maakten noodwendig deze<br />
keus ten hoogden moeijclijk. De wet,<br />
welke Uitlanders buiten bedieningen floot,<br />
maakte in den Opper - Landvoogd ene<br />
uitzondering. Daar hij niet uit alle zeventien<br />
Provinciën tevens geboortig konde<br />
Zijn , behoefde hij tot gene van allen te<br />
behoren; want de nayver eens Brabanders<br />
zoude aan enen Vlaming, die een halve<br />
mijl van zijne grenzen t* huis hoorde,<br />
geen groter regt daarop hebben toegeftaan,<br />
dan aan enen Siciliaan, die in<br />
een ander land, en onder enen anderen<br />
hemel woonde. Egter fchecn het belang<br />
van de Kroon zelf, in dit geval, voorenen<br />
Nederlandfchen burger te zijn. Een geboren<br />
Brabander, bij voorbeeld, wiens<br />
Vaderland zig met een onbepaald vertrouwen<br />
aan hem overgaf, konde , bij aldien<br />
hij een verrader ware , den dodelijken<br />
ilag reeds ten halven volbragt hebben<br />
, eer dat een Uitlander op het nieuwe<br />
fpeeltuig had geleerd te fpelen ,
I.<br />
"2 DE AFVAL DER<br />
O EK,<br />
R • """.<br />
<<br />
t<br />
1<br />
\<br />
n<br />
d<br />
«<br />
r<br />
d<br />
vr<br />
L<br />
•J<br />
LL<br />
J VGH<br />
upiettenct was. Had<br />
de Regering m éne Provincie hare oogmerken<br />
doorgezet, zo was de tegenkanting<br />
der ovengen ene ftoutheid, welke<br />
zij regt had om ten ftrengften te ftraffen.<br />
in het gemeenfchaplijke geheel, welk de<br />
Provinciën tans uitmaakten, 'waren de<br />
bijzondere inngtingen van ieder als 't ware<br />
verfmolten ; de gehoorfaamheid van ene<br />
enkelde was een wet voor elke der ovengen,<br />
en het voorregt, dat één niet<br />
m Haat was te bewaren ,<br />
dc anderen verloren.<br />
was voor alle<br />
Onder de Nederlandfche Groten , wel-<br />
^<br />
G r<br />
°PP - L a<br />
"dvoogdij konden<br />
togen, was de verwagting en wensch<br />
Ier Natie verdeeld tusfehen den Graaf<br />
*n Egmond cn den Prins van Oranje<br />
velke door even aanzienlijke geboorte<br />
laar toe geroepen , door gelijke verdiensen<br />
daartoe geregtigd , endoor gelijke<br />
d e s V o k s<br />
«* dezen post welkom<br />
aien een luisterrijke rang had beiden<br />
aast den troon geplaast, cn wanneer<br />
Vorsten oog in de eerfte plaats onder<br />
e waardigften zogt, moest het noodenoig<br />
0p enen van deze beiden vallen<br />
'aar wij in 't vervolg van deze Gefchiemis<br />
die twe namen meermalen zullen<br />
oeten aanhalen, kan de aandagt des<br />
ezers niet te vroeg op dezelven gevesi<br />
rd worden.<br />
WILLEM D E EERSTE, Prins van<br />
O<br />
ranje, was gefproten uit het Vorst-
NEDERLANDEN, lij<br />
lijke huis van Nasfau, Welk reeds<br />
agt eeuwen gebloeid, met dat van j !OEK»<br />
Oostenrijk enen tijd lang om den ,<br />
voorrang geftreden , en aan het Duitfche<br />
Ryk enen Keizer gegeven had.<br />
Behalven vele rijke bezittingen in de<br />
Nederlanden, welke hem tot enen<br />
Burger van dezen Staat 9 en geboren<br />
leenman van Spanje maakten , bezat<br />
hij in Frankrijk nog het orffhangelijke<br />
Vorstendom Oranje, 't welk RE-<br />
NATUS VAN CHALON hem bij uitenten<br />
wille had nagelaten (*). WIL<br />
L E M werd in 't jaar 1533 te Dillenburg<br />
, in het Graaffchap Nasfau,<br />
van ene Gravinne S T O L L B E R G , geboren.<br />
Zijn Vader, de Graaf van Nasfiiu,<br />
van den zelfden naam , had den<br />
Protestantfchen Godsdienst aangenomen,<br />
en liet ook zijnen zoon daarin op-<br />
Voeden ; maar K A R E L DE V Y F D E ,<br />
die den knaap reeds vroeg genegen<br />
was , nam hem, nog zeer jong zijnde,<br />
aan zijn Hof, en liet hem in<br />
den Roomfchcn Godsdienst opwasfen.<br />
Deze Vorst , welke reeds in het<br />
Deze RENATUS VAN CHALON , was<br />
een volle Neef van VVILLEM, en een Zoon van<br />
Graaf IIENDEIK VAN NASSAU, welke met de<br />
erfgename van den Huize van CIIALON op eene<br />
reis, door hem nis gezant naar Frankryk gedaan,<br />
gehuwd was. Hy kwam by de belegering van<br />
St. Didier om 't leven , en zyne Weduwe, Prinfes<br />
ANNA VAN LOTHARINGEN, was de gene, die<br />
den jongen WILLEM voor het eerst te Brusfel<br />
kragt.<br />
I. DEEL. II<br />
L
ïï"4 DE AFVAL DER<br />
kind den toekomenden groten man onc-<br />
BOEK , dekte , hield hem negen jaren in<br />
. zijn gezelfchap , verwaardigde hem<br />
mee zijn eigen onderwijs in zaken<br />
van regeling, cn vereerde hem met<br />
een vertrouwen boven zijne jaren.<br />
Hem alleen was het vergund bij<br />
den Keizer te blijven , wanneer deze<br />
aan vreemde gezanten gehoor gaf:<br />
een .bewijs, dat hij reeds in zijn<br />
vroege jeugd moet begonnen hebben<br />
den roemrijken naam van ZWYGER te<br />
verdienen. Zelfs fchaamde de Keizer<br />
zig niet, openlijk te bekennen , dat<br />
deze jongeling hem meermalen raadflagen<br />
had opgegeven, die aan zijne<br />
eigene fchranderheid ontglipt waren.<br />
Wat mogt men niet verwagten van<br />
den geest eens mans , die in zodanige<br />
fchool gevormd was % en wat<br />
niet van het hart van dien man ,<br />
welke reeds als kind, zo nabij- den<br />
troon, niet had opgehouden een goed<br />
mensch te zijn !<br />
W I L L E M was drie-en . twintig jaren<br />
oud, toen KAREL afftand van<br />
de regering deed, en had reeds twe<br />
openbare bewijzen der hoogfle agting<br />
van dezen ontvangen. Hem was met<br />
uitfluiting van alle de Groten aan<br />
het Hof, den hoogstaanzienlijken post<br />
opgedragen, om de keizerlijke Kroon aan<br />
FERDINAND overtebrengen. Toen de<br />
Hertog van Savojen, welke over het<br />
Keizerlijke leger in de Nederlanden
NEDERLANDEN. Jïïf<br />
het bevel voerde, door zaken van<br />
zijn eigen land naar Italië geroepen<br />
wierd, vertroude de Keizer aan hem<br />
het Opperbevel over deze krijgsbenden<br />
; en zulks in wêerwil der tegenbedenking<br />
van zijnen gehelen Krijgsraad<br />
, wien het al te veel gewaagd<br />
fcheen , den ervaren Franfchen Veldheer<br />
enen jongeling tot opvolger te<br />
geven. Hem , die afwezig en generhande<br />
aanbeveling had, gaf de Vorst<br />
de voorkeur boven de gelauwerde fchaar<br />
zijner helden, en de uitkomst gaf<br />
hem geen redeïi om zig dezer keuze<br />
te beklagen.<br />
De buitengewone gunst, waarin deze<br />
Prins bij den Vader gellaan had, zoude<br />
alleen reeds een gewigtige reden<br />
zijn geweest, om hem van het ver*<br />
trouwen des Zoons uit te fluiten.<br />
Het fcheen dat FILIPS zig tot een<br />
wet gemaakt had , den Spaanfchen Adel<br />
aan den Nederlandfchen te wreken<br />
wegens den voorrang, welken KAREL<br />
DE VYFDE fteeds aan den laatstgenoemden<br />
gegeeven had. Maar van meeï<br />
gewigt waren de geheime beweegredenen,<br />
welken hem van den Prins afke<br />
rig maakten. WILLEM VAN ORANJE<br />
Was een van die fchrale en bleke<br />
menfchen, gelijk CAESAR hen noemt,<br />
welke 's nagts niet flapen , en te<br />
veel denken; die ook de onverfchrokkendfle<br />
harten aan 't wankelen kunnen<br />
brengen. De ftille rust van een<br />
Ha<br />
I<br />
BOEK»
I<br />
ROEK.<br />
NEDERLANDEN,' 117<br />
dat zij werkelijk kwamen. Zo zeer L<br />
als zijn gemoed boven fchrik cn vreug- ] BOEK.'<br />
de verheven was, zo zeer was het .<br />
aan de vrees onderworpen; maar zijfie<br />
vrees kwam vroeger dan het gevaar<br />
, en hij was bedaard in den<br />
iiood, om dat hij in de rust gebeefd had.<br />
Met volle handen ltrooide WILLEM zyn<br />
jreld, maar als het den tijd betrof, was hij<br />
gierig op een ogenblik. Het uur van den<br />
maaltijd was zijn enigfte uur van uitfpanjjing,<br />
maar dit behoorde ook geheel aan zijn<br />
hart, zijn gezin en zijne vrienden : een<br />
•redelijke tijdkorting, welke hij het Vaderland<br />
aftrok. Hier ontfronfelde hij<br />
zijn gelaat bij den wijn, welke door<br />
een vrolijk hart en door matigheid gekruid<br />
werd, en de ernftigfte zorg kon<br />
hier de gulle vrolijkheid van zijnen geest<br />
niet benevelen. Zijne hofhouding was<br />
pragtig; een talrijke ftoet van bedienden<br />
, de menigte, en het aanzien der genen<br />
, welke zijnen perfoon omringden,<br />
deden zijne woonplaats naar het hof van<br />
enen onaf hanklijken Vorst gelijken. Ene gulle<br />
gastvrijheid, het grote tovermiddel<br />
der Demagogen , was de Godin van zijn i<br />
Palcis. Vreemde Prinfen en Gezanten |<br />
vonden hier ' een onthaal, welk alles<br />
overtrof, wat het weelderige Nederlanc' l *<br />
hun kon opleveren. Ene ootmoedige onderwerping<br />
aan de Regering nam de berisping<br />
en het vermoeden weg , 't well I<br />
deze levenswijze omtrent zijne oogmerken<br />
konde verwekken. Maar deze ver<br />
kwistingen hielden de eer zijns naams O]<br />
H 3
I.<br />
SOEK.<br />
Il8 DE AFVAL DER<br />
bij het Volk, dat nooit fterker gekit*<br />
teld wordt, dan wanneer het de fc batten<br />
van zijn land voor vreemdelingen<br />
ten toon gefpreid ziet; en de hoge<br />
top van geluk, waarop men hem<br />
zag, vermeerderde de waardij der<br />
gemeenfaamheid, tot welke hij zig<br />
vernederde. Geen mensen was meer<br />
tot het hoofd ener zamenzwering ge<br />
boren , dan WILLEM DE ZWIJGER.<br />
Een doordringend gevestigd gezigt op het<br />
verledene, het tegenwoordige, en het<br />
toekomende, het geredelijk aangrijpen<br />
van elke gelegenheid, heerfchappij over<br />
de harten der menfchen , verbazende<br />
ontwerpen, welke den befc.houwer van<br />
verre niets dan gedaante en evenredigheid<br />
vertonen , ftome berekeningen,<br />
ivelke tot beneden aan den langen<br />
keten der toekomst aflopen, Honden<br />
?nder het beftuur ener verlichte en<br />
mje deugd, welke zelfs nog op<br />
len rand met ftevigen tred blijft<br />
van delen.<br />
Een mensch als deze, kon voor zij<br />
1 len gehelen leeftijd ondoorgrondelijk<br />
Slijven, maar niet voor den grootften<br />
] cenner der gemoederen, niet voor den<br />
vantrouwenden geest<br />
•4 DE TWEDE<br />
zijner eeu.<br />
zag fpoedig<br />
Fien<br />
liep in een karakter, welk, onder-<br />
^ Ie goedaartigen , naast aan zijn eigen<br />
] ;wam. Had hij hem niet zo gron-<br />
< lig doorkeken, 'er zou geen re<br />
c ien uittedenken zip, waarom hij zijn<br />
\ ertrouwen onthield aan enen man*
NEDERLANDEN.' Hg<br />
in wicn bijna alle eigenfchappen zig<br />
verenigden , welken hij hec hoogst BOEK.<br />
fehattede en best wist te waarderen.<br />
Doch 'er was tusfehen W I L L E M en<br />
FILIPS nog een ander punt van overeenkomst,<br />
dat van meer gewigt was.<br />
WILLEM had zijne ftaatkunde bij<br />
den zelfden meester geleerd, en was,<br />
gelijk te vrezen ftond , een bekwamer<br />
leerling geweest. Hij was bekend<br />
geworden met die gevaarlijke<br />
kunften , waardoor tronen vallen cn<br />
oprijzen: niet om dat hij den Vorst<br />
van MACHIAVEL tot zijné ftudie had<br />
gemaakt , maar om dat hij hét levendige<br />
onderwijs van enen Vorst had<br />
genooten , welke denzelven indedaad<br />
oefende. FILIPS had hier met een partij te<br />
doen, die op zijne ftaatkunst was<br />
afgeregt , en dien bij ene goede<br />
zaak ook de hulpmiddelen der kwade<br />
ten dienlte ftonden. En juist deze<br />
laatftc omftandigheid geeft ons de reden<br />
aan de hand, waarom hij on<br />
der alle menfchen van zijnen tijd<br />
dezen op het onverzocnelijkfte haatte<br />
en zo onnatuurlijk vreesde. Ongeluk<br />
kie hadt de Keizer ten zelfden tij<br />
de toen hij voor zijnen Zoon d<<br />
kostelijke bloem plantte, ook teven I<br />
den worm opgekweekt, welke dcrzel<br />
ver bloesfem afknaagde.<br />
De argwaan,<br />
teeen den Prins<br />
welken men<br />
hadt opgevat,<br />
reed I<br />
wcr i<br />
vermeerderd door de twijfelagtige U<br />
H 4
L<br />
BOE K<br />
tM DE AFVAL, DER><br />
grippen omtrcnc zijnen Godsdienst. WIL.<br />
, LEM geloofde aan den Paus , zo<br />
• lang de Keizer , zijn weldoener,<br />
leefde; maar men was met reden<br />
bedugc, dat ' de zugt voor de Hervormde<br />
leer , welke hem in zijn<br />
jeugd was ingeboezemd, hem niet geheel<br />
en al verlaten had. Aan welke<br />
Kerk hij ook in zekere tijdperken<br />
van zijn leven de voorkeur gegeven<br />
_ hebbe, zo konden zij tog<br />
alle zig daar mede vergenoegen, dat<br />
met een hem geheel had gehad.<br />
Wij zien hem in latere jaren bijna<br />
met even zo weinig bedenking dc<br />
leer van CALVIJN omhelzen, als hij<br />
in zijn vroege jeugd het Roomfche<br />
geloof met het Lutherfche verwisfcld<br />
had: hij verdedigde tegen dc Spaanfche<br />
dwingelandij mesr de menschlijk;<br />
regten der Proteftantcn, dan hunne<br />
gevoelens; niet hun geloof, maar<br />
hun lijden had hem tot hunnen broeder<br />
gemaakt (<br />
Deze algemeene gronden van wantrouwen<br />
fchijnen gebillijkt te worden<br />
door ene toevallige ontdekking, welke<br />
zijne ware gevoelens aan den dag<br />
bragt. WILLEM was als gijzelaar<br />
Jcs, vredes van Chateau in Cambre-<br />
C) STRADA Dec. f. L. f. p. 24. & L. in<br />
p. 55. fq. GROT. Ann. L. I. REIDAN. L. IK '<br />
p. 59. MEURS Guliel. Auriac. L. I. p. 2 fa'<br />
.|iüRG, 65. 66,<br />
1 h
NEDERLANDEN. 121<br />
fis, waaraan hij zelf mede<br />
had, in Frankrijk gebleeven,<br />
gearbeid J,<br />
en had B O EK.<br />
door de onvoorzigtigheid van HEN- _<br />
DIUK DEN TWEDEN, welke meende<br />
met enen vertrouweling des Konings<br />
van Spanje te fpreken, enen<br />
heimelijken aanilag vernomen, welken<br />
het Franfche Hof met het Spaanfche<br />
tegen de Proteftantcn van beide Rijken<br />
beraamd had. In aller ijl ging<br />
de Prins deze gewigtige tijding aan<br />
zyne vrienden te Brusfel, welken dezelve<br />
zo van nabij betrof, bekend<br />
maaken, en de brieven, daarover gcwisfcld,<br />
vielen ongelukkig den Koning<br />
van Spanje in handen FI<br />
LIPS werd minder verrast door deze<br />
beflisfende verklaring van WILLEM'S<br />
gezindheid, dan onthutst door het<br />
verijdelen van zijnen aanflag; maar de<br />
Spaanfche Groten, welke het ogenblik<br />
nog niet hadden vergeten , toen de<br />
grootfte der Keizers by het laatfte<br />
bedrijf zijns levens op de fchouders<br />
van dezen Prins leunde, verzuimden<br />
deze gunftige gelegenheid niet, om<br />
den verrader van een ftaatsgeheim<br />
geheel en al buiten de gunst van<br />
bannen Koning te fluiten.<br />
Van geen minder edele afkomst<br />
dan WILLEM, was LAMORAL, Graaf<br />
van Egmond en Prins van Gavre,<br />
(*3 STRADA Dec. h L. III. p. 56. THUAN,.<br />
J, -ioio. REID. L. L p. 2,<br />
H 5
l<br />
ifi* DE AFVAL DER<br />
zijnde een aframmeling van de Her<br />
V. O E K. togen van Gelderland, wier dapperheid<br />
in den oorlog de wapenen van<br />
het Huis van Oostenrijk had afgemat.<br />
Zijn geflagt pronkte in 's Lands<br />
Jaarboeken: een zijner voorouderen had<br />
reeds onder MAXIMILIAAN het Stadhouderfchap<br />
van Holland bekleed. Zijn<br />
huwelijk met de Hertogin SA BI NA<br />
VAN BEIEREN vermeerderde den luister<br />
zijner geboorte, en maakte hem<br />
magtig door aanzienlijke verbindenisfen.<br />
KAREL DE VIJFDE had hem in 't<br />
jaar 1546 te Utrecht, Ridder van het<br />
Gulden Vlies geflagen. De oorlogen<br />
van dezen Keizer waren de fchool<br />
van zijnen toekomenden roem, en de<br />
ilag bij Sint Quintin, en die bij<br />
Grevelingen, maakten hem tot den Held<br />
van zijne ecu. Elke zegen des vre»<br />
des, welke door handeldrijvende volken<br />
op het dankbaarfte gevoeld wordt,<br />
was ene herinnering aan de overwinning<br />
, waardoor dezelve verworven<br />
was; en de Vlaamfche . hoogmoed<br />
ftofte, gelijk een trotfche moeder, op<br />
den heerlijken Lands-Zoon, die de<br />
verwondering van geheel Europa to:<br />
zig trok. Negen kinders, welke onder<br />
de ogen zijner medeburgeren opgroeiden<br />
, vermeerderden en verftcrlcen<br />
de banden tusfehen hem cn zijn Vaderland<br />
, en de algemeene liefde voor<br />
hem oefende zig in het befchouwen<br />
van hun, die hem her, dierbaarfte
NEDERLANDEN. 123<br />
waren. Elke openbare verfchijning<br />
van EGMOND 'was een zegepraal;<br />
ieder oog, dat op hem geflagen was,<br />
verhaalde zijn leven; in de grootfpraken<br />
over zijne Krijgsgevaren leefden zijne daden<br />
; de moeders hadden hem bij<br />
Ridderlijke fpelen aan hare kinders getoond;<br />
weigemanierdheid, ene edele<br />
houding en gemeenfaamheid, de beminnenswaardige<br />
1<br />
I.<br />
ÏOEK,<br />
deugden der Ridderfchap,<br />
gaven bevalligheid aan zijne verdicnften<br />
; door enen vriendelijken groet<br />
of handdruk verbond zig zijn overlopend<br />
hart aan eiken burger ; op een<br />
ongedwongen gelaat vertoonde zig zijne<br />
vrije ziel ; zijne openhartigheid ontzag<br />
even zo min zijne geheimen, als zijne<br />
milddadigheid zijne goederen , eft<br />
elke gedagte, welke de zijne was,<br />
behoorde dadelijk aan allen : zijn<br />
Godsdienst was zagt en menschlijk,<br />
maar niet zeer gezuiverd, om dat<br />
dezelve niet van het verfland maar<br />
van het hart zijn licht ontving; het<br />
was een zinlijke, gemaklijke Godsdienst;<br />
een Soldaten-geloof, getrou<br />
aan de Kerk , gelijk zijn degen aan<br />
den Koning; om dat het zelve bij<br />
der hand moest zijn in den nood<br />
van 't gevegt, en om dat men gereder<br />
vrugten plukt van het geheugen,<br />
dan van het oordeel. EGMOND bezat<br />
meer geweten dan gronden; zijn<br />
hoofd had zig zijn Wetboek niet<br />
zelf gegeven % maar flegts ingeprent j
I<br />
SOEK.<br />
I<br />
Ï24 DE AFVAL DER<br />
hierom kon de blote naam van een<br />
daad hem de daad verbieden. De menfchen<br />
waren bij hem liegt of goed; een<br />
mengeling van beiden kende hij niet;<br />
m zijne zedenlere vond tusfehen goed<br />
en kwaad geen middenweg plaats,<br />
daarom was by hem ene enkele goede<br />
zijde vaak genoeg om ten voordeele van<br />
iemand te befiisfen: hij verenigde alle:<br />
gaven, die den Held uitmaaken;<br />
hy was beter foldaat dan de Prins<br />
van Oranje, maar als Staatsman was<br />
hij ver beneden dezen; Oranje zag<br />
de wereld, zo als ze werklijk was,<br />
maar EGMOND in den tover-fpiegel<br />
yan ene verfraaide verbeelding. Menfchen,<br />
welke door het geluk verrast<br />
ivorden met ene beloning, waarvoor<br />
dj genen natuurlijken grond in hunie<br />
bedrijven vinden,<br />
j ijk verzogt, om<br />
worden zeer ligt-<br />
het noodzakelijke<br />
'erband tusfehen oorzaak cn uitwer-<br />
j dng uit het oog te verliezen, en<br />
i n de . natuurlijke gevolgen der din<br />
i gen die hoger wonderkragt te vin-<br />
» len, waarop zij ten laatften, drest<br />
< :n dol, gelijk een CJESAR op zijn<br />
i jcluk, Vertrouwen. Van dit flag van<br />
: nenfehen was<br />
'an verdienften,<br />
EGMOND : dronken<br />
welken de dankbaar-<br />
] ïeid jegens hem te ver gedreven had,<br />
< Iwaalde hij in dit zoete gevoel ,<br />
I ven als in ene aangename wereld<br />
r<br />
an dromen, onbezorgd daar heen,<br />
lij vreesde niets, om dat hij op het on-
N E D E R L A N D E N . -<br />
135<br />
wïsfe onderpand vertroude, welk het L<br />
lot hem in de algemene liefde had ] SOEK.<br />
gegeven , en hij geloofde aan regt- ,<br />
vaardigheid, omdat hij gelukkig was.<br />
Zelfs de fchrikkelijkfte ondervinding<br />
der Spaanfche trouloosheid was niet<br />
in ftaat om dit vertrouwen in 't<br />
vervolg uit zijne ziel te verbannen,<br />
en op het moordfchavot was hoop<br />
nog zijn laatfte gevoel. Ene tedere<br />
bezorgdheid voor zijn gezin hield<br />
zijnen patriotfchen moed aan kleiner<br />
pligten gekluisterd : dewijl hij voor<br />
goed en leven te vrezen had, konde<br />
hij voor de Republiek niet veel<br />
wagen. WILLEM VAN ORANJE zeide<br />
zijnen Vorst de hulde op , omdat<br />
het willekeurige geweld zijnen hoogmoed<br />
gaande maakte ; hij gaf vrijheid,<br />
niet om dat hij van eerzugt<br />
vrij was, maar om dat zijn hoger<br />
eerzugt veragtte dezelve te ontvangen.<br />
EGMOND bezat ijdele verwaandheid,<br />
daarom ftelde hij prijs op Vorllelijke<br />
gunst. De eerfte was een Burger<br />
van de wereld , de laatfte niet meer<br />
dan een Vlaming (*)•<br />
FILIPS DE TWEDE ftond bij den<br />
Overwinnaar van St. Quintin nog in de<br />
fchuld, en de Opper-Landvoogdij over de<br />
Nederlanden fcheen de enige waardige<br />
beloning voor zo fchitterende verdien-<br />
(*) GROT. Annal. L. I. pg. 7. STRADAL. I,<br />
23. & . III. 84.
345 DE AFVAL DEU<br />
I. ften te zijn. Geboorte en aanzien*,<br />
BOEK. de ftemme des volks en perfoonlijke<br />
bekwaamheid, fpraken even zo luid<br />
ten voordeele van EGMOND als van<br />
ORANJE, en bijaldien deze voorbijgegaan<br />
wierd, kon niemand dan de<br />
eerfte hem in den weg geftaan hebben.<br />
Twe mededingers, zo gelijk van<br />
verdienften, hadden FILIPS bij zijne<br />
keuze verlegen kunnen maken, indien<br />
het hem anders in den zin gekomen<br />
ware, zig voor enen: van de. beiden<br />
te verklaaren. Maar juist die<br />
voorregten , waardoor zij hun regt<br />
laarop onderfteunden, waren de reden<br />
waarom hij hen buiten floot; en juist<br />
ioor het vurig verlangen der Natie, om<br />
len tot dien post verheven te zien, had-<br />
i len zij hunne aanfpraak op denzelven om»<br />
] ïerftelbaar verloren. FILIPS kon in<br />
I le Nederlanden genen Landvoogd heb-<br />
1 >en, welken de goede wil en de<br />
1 aagt des volks ten dienste ftonden,<br />
e n welken het door ene zo lcven-<br />
c ige genegenheid aan zig verbonden<br />
t ad. EGMOND'S afkomst van de Gel-<br />
i erfche Hertogen, maakte hem tot<br />
e tien geboren vijand van het Huis<br />
v m Spanje; en de hoogfte magt fcheen<br />
g evaarlijk in de handen van enen<br />
n ian, die het eens in 't hoofd zou<br />
k innen _ krijgen , dc onderdrukking van<br />
e; ïen zijner voorouderen, aan den zoon<br />
V! m den onderdrukker te wreken. Het
NEDERLANDEN. 12?<br />
voorbijgaan van deze lievelingen des<br />
volks, kon noch de Natie noch hen<br />
zeiven beledigen, want het heette,<br />
dat de Koning beiden voorbij ging, om<br />
dat hij genen den anderen mogt<br />
voortrekken. (*)<br />
Dc te leurgeftelde hoop op de Landvoogdij<br />
, benam den Prins van Oranje<br />
nog niet alle hoop om zijnen invloed<br />
in de Nederlanden beter te vestigen.<br />
Onder de overigen , welke tot<br />
deze waardigheid in aanmerking kwamen,<br />
was mede CHRISTINA, Hertogin<br />
van Lotharingen , en Moei des Ko<br />
nings, welke als middelares van den<br />
vrede van Chateau in Cambrefis, zig<br />
bij de Kroon ten hoogden verdienstelijk<br />
had gemaakt. WILLEM had hei<br />
OOP" op de Dogter van deze, er<br />
hoopte door een kragtdadige voorfpraal<br />
voor de Moeder zijn oogmerk te bereiken<br />
: maar hij begreep niet , da<br />
hij juist door zijne voorfpraak har<<br />
zaak bedorf. De Hertogin CHRISTINi<br />
moest agterftaan, niet zo zeer, ge<br />
liik men voorgaf, om dat de afhange<br />
lijkheid harer landen van Frankrijk haa<br />
bij het Spaanfche Hof verdagt maak<br />
te , als wel , om dat zij bij he<br />
Volk van Nederland en den Prins va 1<br />
r.<br />
BOEK.<br />
i<br />
f<br />
t<br />
i<br />
Oranje welkom was. (f)<br />
(*) STRADA, Dec. i. L. i. 24.<br />
C R 0<br />
' i<br />
Aunal. p. 12.<br />
(f)BURGUND. L. I. 23. fq. STRADA DCl<br />
ï. L. 1. •24. 25.
BOEK.<br />
ia8 DE AFVAL DER<br />
Terwijl elk nog in verwagting waê<br />
opgetogen , wie in 't vervolg over<br />
het lot der Nederlanden befchikken<br />
zoude, verfchijnt op de grenzen des<br />
Lands de Hertogin MARGAREET V A N<br />
PARMA , door den Koning uit het<br />
afgelegen Italië ontboden , om het beftuur<br />
over deze Gewesten te voeren.<br />
MARGAREET was een natuurlijke<br />
i<br />
dogter van KAREL DEN VIJFDEN,<br />
uit ene Nederlandfche Freule VAN<br />
GEEST, in 't jaar 1522 geboren. Om<br />
dc eer van haar huis te verfchonen ,<br />
werd zij in den beginne in 't verborgen<br />
opgevoed; doch hare Moeder 3<br />
welke meer trotsheid dan eer bezat,<br />
gaf zig luttel moeite om het geheim<br />
van hare afkomst bewaard te<br />
houden, en ene Koninglijke opvoeding<br />
verried des Keizers dogter. Nog<br />
een kind zijnde, werd zij aan de<br />
Landvoogdes MARGAREET, hare Oudmoei,<br />
naar Brusfel ter opvoeding gezonden<br />
, welke haar, toen zij agt<br />
(aren oud was, ontviel, en door<br />
I vi AR IA , Koningin van Hongarijen,<br />
i jen Zuster van den Keizer, vervangen<br />
werd. Haar Vader had haar<br />
•eeds in haar vierde jaar aan enen<br />
ö<br />
rins van Ferrara verloofd; doch toen<br />
leze verbindenis in vervolg van tijd<br />
1 e nicte liep, werd zij ter gemalinne<br />
^eftemd voor ALEXANDER DE MEj<br />
MCIS, den nieuwen Hertog van Flo-<br />
1 ence, welk huwelijk ook na de ze-
NEDERLANDEN. ta£<br />
gepralende wederkomst des Keizers uit I.<br />
Afrika werkelijk te Napels voltrokken BOElC<br />
werd. Reeds in het eerfte jaar van<br />
enen ongelukkigen egt verloor zij, door enen<br />
geweldigen dood, dezen gemaal, welken<br />
zij niet beminnen konde, en voor de<br />
derde maal moest hare hand voor<br />
haars Vaders ftaatkunde woekeren. Oc-<br />
TAVIUS FARNESE, een Prins van<br />
dertien jaren , en neef van PA LI-<br />
LUS DEN D E R D E N , verkreeg met<br />
haar de Hertogdommen van Parna<br />
en Piacenza ten bruidfchat, en MAR<br />
GAREET werd, door een zonderling<br />
noodlot, nu hare jaren hebbende, uitgetroud<br />
aan een kind , gelijk zij<br />
voorheen als kind aan eenen man verhandeld<br />
was. Haar weinig vroulijke geest<br />
maakte deze laatfte verbindenis nog<br />
onnatuurlijker , want hare neigingen<br />
waren manlijk , en hare gehele wijze<br />
van leven was een befpotting<br />
van haar geflagt. In navolging van<br />
hare voedftermoeder , de Koningin van<br />
Hongaryen, cn van hare oud-moei,<br />
de Hertogin MARIA VAN BOURGON-<br />
DiëN, welke in deze liefhebberij<br />
den dood vond , beminde zij met<br />
drift dc jagt, en had haar lichaam<br />
hierin dermate gehard, dat zij alle<br />
de ongemakken en vermoeinisfen aan<br />
dat leven eigen, trots enen man,<br />
konde verduren. Haar gang zelfs bragt<br />
zo weinig vroulijke bevalligheid mede<br />
,- dat men eer in de verzoeking<br />
I, DEEL. I
t$o DE AFVAL DER<br />
I. kwam om haar voor enen verkleden<br />
BOEK man , dan voor ene manlijke vrou<br />
te houden; en de Natuur, mee welke<br />
zij door deze aartverplaatfing gefpot<br />
had, wreekte zig eindelijk ook aan<br />
haar door ene manlijke ziekte, het<br />
voeteuvel. Deze zo zonderlinge eigenfehappen<br />
gingen gepaard met een<br />
dom Monniken-geloof, welk IGNATIus<br />
LOYOLA, haar biegtvader en<br />
leermeester , de eer had gehad in<br />
hare ziel te planten: onder de liefdewerken<br />
en boetdoeningen, waarmede<br />
zij hare trotsheid kruifigde , is<br />
ene van de merkwaardigften, dat zij<br />
in de vasten - avond - week van ieder<br />
iaar zeker aantal van armen, welken<br />
op het ftrengfte verboden werd zig voorif<br />
te reinigen , eigenhandig de voelen<br />
wiesch-, hun aan tafel als een<br />
lienstmaagd bediende, en hen met rij-<br />
H te gefchenken onthaalde.<br />
'Er is niet veel meer dan deze laatfte<br />
| rek Uit haar karakter noodig, om te begrijpen,<br />
waarom de Koning aan haar boven<br />
I ille mededingfters de voorkeur gaf; want<br />
1 )ij deze keus had hij altans niets<br />
r •I an de liefde der Natie te vrezen :<br />
( log deze zijne voorkeur werd tevens<br />
< bor de beste gronden der Staatkun-<br />
( le gebillijkt. MARGAREET was in<br />
c e Nederlanden geboren, en ook daarin<br />
i pgevoed; zij had hare eerfte jeugd<br />
t hdcr dit volk gefleten, en veel van<br />
è eszelfs zeden aangenomen. Twe Land-
NEDERLANDEN. 131<br />
voogdesfen , onder wier oogen zij I.<br />
was opgegroeid, hadden haar van tijd BOEK<br />
tot tijd bekend gemaakt met de ilaats-,<br />
regelen, naar welke dit vrije volk . best<br />
beituurd wierd , en konden haar daarin<br />
1 ten voorbedde , dienen : het ontbrak<br />
haar niet aan geest en enen<br />
bijzonderen lust tot het beftuur van<br />
zaken, dat zij hare voedftermoeders afgezien<br />
en vervolgens , in de Italiaanfche<br />
fchoole tot groter volkomenheid<br />
gebragt had. De Nederlanders<br />
waren fints verfcheidene jaren aan het<br />
bewind van vrouwen gewoon, en FI<br />
LIPS vleide zig misfehien, dat het<br />
fcherpe werktuig der Dwingelandije,<br />
waarvan • hij zig nu tegen - hen wilde<br />
bedienen, in de handen van ene<br />
yrou zagter fhijden zoude. Men wil,<br />
dat het • believen van zijnen vader 4<br />
welke destijds nog in leven en voor<br />
deze dogter ingenomen was, bij deze<br />
keus min of meer in aanmerking<br />
is gekomen ; gelijk het ook waarfchijnelijk<br />
is, dat hij den Hertog van<br />
Panna, wien hij toen ter tijd een<br />
verzoek moest afïlaan, door deze eer,<br />
aan deszelfs Gemalin bewezen , heeft<br />
willen paaien. Daar dc landerijen der<br />
Hertoginne door zijne Italiaan fche ftaten<br />
omringd , en ten allen tijde aan<br />
zijne wapenen blootgefteld waren, konde<br />
hij tevens met zo veel minder<br />
gevaar, de hoogfte magt in hare handen'<br />
vertrouwen : en tot zijne volkomene<br />
I.' 2
t<br />
BOEK.<br />
i*z DE A F V A L DER<br />
gerustheid bleef nog ALEXANDEK<br />
FARNESE, haar Zoon, als een on-<br />
i derpand van hare trou, aan zijn Hof.<br />
Alle deze redenen te zamen waren<br />
gewigtig genoeg, om 's Konings keus<br />
op haar te bepalen , en zij waren<br />
zelfs volkomen beflisfend , dewijl zij<br />
door den Bisfchop van Atrecht en<br />
den Hertog van Alba onderfteund werden<br />
: de laatfte fcheen dit te doen,<br />
omdat hij alle overige mededingers<br />
haatte of benijdde; de eerfte, omdat<br />
zijne heerschzugt waarfchijnelijk reeds<br />
toen de grote voldoening in 't oog<br />
had, welke in de zwakke ziel van<br />
deze Vorstin voor hem gereed lag (*).<br />
FILIPS ontving de nieuwe Landvoogdes<br />
met een pragtig gevolg aan<br />
de grenzen des lands , en voerde<br />
haar in grote ftaatfij naar Gent, waar<br />
de Algemene Staten vergaderd waren.<br />
Daar hij niet voornemens was, om<br />
fpoedig weer in de Nederlanden te<br />
komen , wilde hij, nog eer hij dezelve<br />
geheel verliet, der Natie door<br />
ene plegtige Dagvaart genoegen geven<br />
, en zijne gemaakte fchikkingen<br />
op ene wettige wijze nader bekragtigen.<br />
Hier vertoonde hij zig voor<br />
de laatfte maal aan zijne Nederlan-<br />
(*) BURGUND. L. I. 23. STRADA Dec. L<br />
L. I. 24. VAN MET EREN, II. 61. Recueil<br />
& Memorial des troubles des Pays-bas. fautfo-<br />
re H O P F E R O ) T. II. Vita YIGLI 118. 1^.
NEDERLANDEN. 133<br />
ders, welke van nu voordaan hun I.<br />
lot uit de verborgene verheid, even 30EK.<br />
als uit de handen der onderaardfehen ,<br />
te wagten hadden. Om dezen . plegtigen<br />
dag des te meer luisters bytezetten<br />
, floeg hij elf nieuwe Ridders<br />
van het Gulde Vlies, liet zijne<br />
Zuster op enen ftocl nevens zig<br />
zitten, cn toonde haar den volke<br />
als deszelfs toekomflige Voogdes. Alle<br />
bezwaren des volks over de geloofs-plakaten<br />
, de Inquifitie , het agterlaten<br />
van de Spaanfche foldaten,<br />
de opgelegde lasten, en de wederregtelijke<br />
invoering van vreemdelingen<br />
in 's lands bedieningen , kwamen op<br />
dezen Land-dag ter bane, en werden<br />
wederzijds met drift verhandeld; enigen<br />
op ene listige wijze afgewezen<br />
of in fchijn opgeheven , anderen<br />
door magtfpreuken afgeflagëri. Dewijl<br />
de Koning in de lands-taal een<br />
vreemdeling was, fprak hij door den mond<br />
des Bisfchops van Atrecht tot de Natie;<br />
telde haar met veel grootfpraak alle de<br />
weldaden van zijn beftuur op, verzekerde<br />
haar van zijne genade voor het<br />
toekomende, en beval den Staten nog<br />
eenmaal op het ernftigfte de handhaving<br />
des Katholijken geloofs, en de<br />
uitroejing der Ketterij. Hij beloofde<br />
hun, dat het Spaanfche Krijgsvolk<br />
binnen weinige maanden de Nederlanden<br />
zoude ruimen , indien men<br />
hem flegts tijd wilde<br />
I 3<br />
vergunnen, dat
I.<br />
BOEK.<br />
DE AFVAL DÉR<br />
hij zig van de menigvuldige uitgaven<br />
des laatfieh ooriogs hciTrelde \<br />
om aan deze benden 'de agterftallige<br />
foldij te kunnen betalen : hunne<br />
landswetten ' zouden ongefchonden blijven<br />
, de belastingen hen niet boven<br />
vermogen drukken, en de Inquifitie<br />
zoude haar amt met regtvaardighcid<br />
en gematigdheid waarnemen. Hij voegde<br />
hierbij, dat hij in de keuze van<br />
ene Landvoogdesfe voornaamlijk met den<br />
wensch der natie • was te 1<br />
rade gegaan<br />
, en zig tot ene inboreling bepaald<br />
had, welke in derzelver zeden<br />
en gewoonten ingewijd, en uit Vaderlandsliefde<br />
haar genegen was : hij<br />
vermaande haar des, zijne keus door<br />
hare dankbaarheid te • vereren , en aan<br />
zijne Zuster, de Hertoginne, even als<br />
aan hem zeiven te gehoorzamen. Bijaldien<br />
, zeide hij ten befluite •, onverwagte<br />
belctfelen zijne terugkomst<br />
mogten tegenhouden, zo beloofde hij<br />
hun, Prins KAREL, zijn' zoon, in<br />
zijne plaatfe te zenden, die in Brusfel<br />
zijn verblijf zoude memen (*).<br />
Enige kloekmoedige leden dezer Vergadering<br />
waagden nog een laatfte poging<br />
voor de vrijheid - van geweten.<br />
Elk volk, dus was hun gevoelen,'<br />
moest naar zijn eigen Nationaal karakter,<br />
even als ieder mensch naar zijne lichaams<br />
- gefteldheid , behandeld worden;<br />
(*) BURG. L. I. 34. 37. STRADA L. 32.
NEDERLANDEN. 135<br />
dus zoude men, bij voorbeeld, het L<br />
Zuiden onder enen zekeren graad van BOEK.<br />
dwang nog voor gelukkig houden,<br />
welke voor het Noorden onverdraagelijk<br />
zoude zijn. Nimmer, voegden<br />
zij 'er bij, zouden de Vlamingen<br />
in een juk bewilligen, waaronder<br />
de Spanjaarden misfchien geduldig bukten,<br />
en, zo men hun hetzelve wilde opdringen<br />
, zouden zij liever het uiterfte<br />
wagen. Dit voorftel werd door eenigen<br />
van 's Konings Raden onderfteund,<br />
welke met ernst op verzagting van<br />
die fchrikkelijke Geloofs-plakaten aandrongen;<br />
maar FILIPS bleef onverbiddelijk:<br />
„ liever niet heerfchen," was<br />
zijn antwoord , „ dan over Ketters<br />
„ heerfchen (*)."<br />
Volgens ene " inrigting, reeds door<br />
KAREL DEN VIJFDEN gemaakt, waren<br />
der Landvoogdesfe drie Raadsvergaderingen<br />
of Kamers, toegevoegd, welke de waarne<br />
ming der Staatszaken onder zig verdeelden<br />
Zo lang FILIPS zelf in de Nederlandei j<br />
tegenwoordig was , hadden deze dri<<br />
Vergaderingen zeer veel van hare mag<br />
verloren, en de eerfte van dezelven<br />
de Raad van State, had bijna ge<br />
heel ftilgezeten: tans, nu_ hij he l<br />
hegt der regering weder uit de han<br />
den gaf, verkregen zij haar vorij<br />
aanzien weder. In den Raad vat<br />
State, welke over oorlog en vrede<br />
(*) BENTIVOCL. L. I. p. io„<br />
\ 4<br />
j
I.<br />
BOEK.<br />
136 DE AFVAL DE li<br />
en de veiligheid van buiten het opzigt<br />
had, zaten de Bisfchop van<br />
Atrecht , de Prins van Oranje, de<br />
Graaf van Egmond , de Prelident<br />
van den Geheimen Raad , VIGLIUS<br />
VAN ZUICHEM, VAN AIJTTA, en de<br />
Graaf van Barlaimont, Prefident van<br />
den Raad der Geldmiddelen. Alle de<br />
Ridders van het Gulden Vlies , alle<br />
de leden van den Geheimen Raad<br />
en den Raad der Geldmiddelen, gelijk<br />
ook die van den groten Raad<br />
te Mechelen , welke reeds door K A-<br />
R.EL DEN VIJFDEN aan den Geheimen<br />
Raad te Brusfel onderworpen<br />
was, hadden zitting en Hem in den<br />
Raad van State , wanneer zij van<br />
de Landvoogdesfe uitdrukkelijk daar geroepen<br />
werden, Het befluur van 'sKonings<br />
inkomften en Domeinen behoorde<br />
aan den Raad der Geldmiddelen,<br />
en de Geheime Raad hield zig bezig<br />
met het Regts-wezen en de burgerlijke<br />
orde, en verleende brieven van<br />
vrijdom en vergiffenis. De ledigffaande<br />
Stadhouders-plaatzen in de Provinciën<br />
werden of van nieus vervuld,<br />
of de ouden bevestigd: Vlaanderen en<br />
Artois behield de Graaf van Egmond;<br />
Holland, Zeeland, Utregt en<br />
Westfriesland met het Graaffchap Bourgondië<br />
de Prins van Oranje ; de<br />
Graaf van Aremberg, Oost - Friesland<br />
Overysfel en Groningen ; de Graaf<br />
ran Mansveld, Luxemburg;' Bnrkimont,
NEDERLANDEN. 137<br />
Namur ; de Marquis van Bergen L<br />
Henegouwen , Chateau in Cambrefis BOEK,<br />
en Valencyn ; de Baron van Montigny,<br />
Doornik en het Doornikfchc:<br />
andere Provinciën werden aan anderen<br />
gegeven , welke onzer opmerking minder<br />
waardig zijn. FILIPS VA IS MOKT-<br />
MOREN c IJ, Graaf van Hoorn, wien<br />
de Graaf van Megen in het Stadhouderfchap<br />
over Gelderland cn Zutfen<br />
was opgevolgd, werd als Admiraal<br />
der Nederlandfche Zeemagc<br />
aangefteld. Elke Provinciale Stadhouder<br />
was tevens Ridder van het Gulden<br />
Vlies, en Medelid van den Raad<br />
van State. Elk had in de Provincie,<br />
welke hij beftuurde, het bevel<br />
over het krijgsvolk, welke dezelve<br />
dekte, en het hoofd-opzigt over dc Burgerlijke<br />
regering , en het regts-wezen:<br />
uitgenomen alleen Vlaanderen ; waai<br />
de Stadhouder<br />
zeggen had.<br />
in regtszaken niets te<br />
Braband alleen ftonc i<br />
onmiddelijk onder de Landvoogdes,<br />
welke, volgens oud gebruik , te Brus<br />
fel haar beften dig verblijf nam. Da<br />
6<br />
r<br />
de Prins van Oranje als Stadhoude<br />
r<br />
was aangefteld, was eigenlijk ftrijdi; ><br />
met<br />
wijl<br />
de<br />
hij<br />
Conftitutie des Lands, dc<br />
een vreemdeling was; , maa r<br />
enige landgoederen,<br />
Provinciën hier en<br />
welke hij in d<br />
daar bezat, c<br />
f<br />
als Voogd over zijnen Zoon l>eftuui<br />
de, een langdurig verblijf in dit land i<br />
en voornaamlijk 'het<br />
ï 5<br />
onbepaalde ve:
D E A F V A L D.ER<br />
L trouwen der Natie in zijne denkwij<br />
R OEIt. ze , vergoedden aan wezenlijke bevoegdheid<br />
, wat hem aan ene toevallige<br />
ontbrak (*).<br />
De nationale magt der Nederlanderen,<br />
welke wanneer zij voltallig was, uit<br />
drieduizend paarden moest beftaan, dog<br />
tans niet veel over de tweduizend<br />
beliep, werd in veertien benden verdeeld<br />
, over welke, behalvcn de Stadhouders<br />
der Provinciën, nog de Hertog<br />
van Aarfchot, de Graven van<br />
Hoogftraten, Bosfu, Roeux en Brederode<br />
het opperbevel voerden. Deze<br />
ruiterij , welke door alle zeventien<br />
Provinciën verdeeld was , moest<br />
alleen maar. voor onverwagte toevallen<br />
gereed ftaan: hoe weinig zij<br />
ook tot grote ondernemingen toereikend<br />
ware, was zij nogtans ter bewaringe<br />
. van de binnenlandfche rust<br />
^enoegfaam. Zij v/as van enen beproefden<br />
moed, en de vorige oor-<br />
j ogen hadden den roem van hare<br />
i iapperheid door geheel Europa ver<br />
1 breid (f). Behalven deze moest 'er<br />
1 ïog voetvolk worden aangenomen, dog<br />
1 vaartoe de Staten tot hier toe niet<br />
] :onden befluiten. Van de buitenland-<br />
i che troepen waren nog enige Duit-<br />
(*) VAN METEREN L D. L Boek 46.<br />
1 iLRGUND. L. I. p. 7. 25. 30. 34. STRAD.A<br />
I .. I. 20.<br />
(f) BURGUND. L. I. 26. STRADA L.<br />
I 21. HOPPER ig, 19. THUAN. T. II. 489,
NEDERLANDEN. i39<br />
fche Regimenten in dienst, welke ï.<br />
op hunne betaling wagtten. De vier ROEK<br />
duizend Spanjaarden, over welke zo<br />
veel bezwaar gemaakt werd, ftonden<br />
onder twe Spaanfche Bevelhebbers,<br />
MENDOZA en ROMERO, en lagen<br />
in de crensfteden in bezetting.<br />
Onder de Nederlandfche Groten,<br />
welken de Koning bij de begeving<br />
van deze plaatfcn boven anderen uitkipte<br />
, Haan de namen des Graven<br />
van Egmond en des Prinfen van<br />
Oranje boven aan. Hoe diep ook<br />
toen reeds de haat tegen deze beiden<br />
, en bijzonderlijk tegen den laatften,<br />
bij hem geworteld ware , gat<br />
hij hun evenwel nog deze openbare<br />
blijken van zijne gunst, omdat zijne<br />
wraak nog niet rijp was, en hel<br />
volk hen bijna afgodisch vereerde.<br />
Beider goederen werden vrij van be<br />
festingen verklaard; (*) dc voordcliglh<br />
Stadhouderfchappen werden hun gege<br />
ven; door het aangeboden bevel oye<br />
de agtergcblevene Spanjaarden, ftreeld*<br />
hij hen met een vertrouwen, well<br />
hi zeer verre af was van wezen<br />
lijk in hun te Hellen: maar tei l<br />
zelfden tijde, dat hij den Prins doo f<br />
deze openbare bewijzen zijner ^ agtin; r<br />
verpligtte, wist hij hem in 't ge<br />
heim des te gevoeliger te kwetfer<br />
Uit vrees, dat ene verbmdtems mc t<br />
(*) Als mede die van den Graye van Hoorn»
BOEK.<br />
140 DE AFVAL DE 11<br />
het magtige Huis van Lotharingen<br />
dezen verdagcen Leenman tot (louter<br />
aanflagen mogt verleiden, ftremde hij<br />
het huwelijk, dat tusfehen dezen en<br />
ene Prinfes uit dat Huis Hond aangegaan<br />
te worden, en verijdelde deszelfs<br />
hoop, welke zo nabij hare<br />
vervulling was : een grievende fpijt,<br />
Welke de Prins hem nooit vergeven<br />
heeft (*). De haat tegen W I L L E M<br />
vermeesterde éénmaal geheel en al<br />
zijne aangeborene kunst van veinzen,<br />
en deed hem enen flap begaan, waar<br />
in wij FILIPS DEN T WED EN geheel<br />
niet meer herkennen. Toen hij<br />
te Vlisfingen aan boord ging, en de<br />
Groten des lands zig op het ftrand<br />
rondom hem fchaarden, vergat hij<br />
Zig zeiven zo ver, dat hij den Prins<br />
op ene onbefchofte wijze bejegende,<br />
en hem openlijk voor de oorzaakder<br />
Vlaamfche onlusten uitkreet. De<br />
Prins antwoordde op ene bedaarde<br />
wijze , dat 'er niets gebeurd was,<br />
't welk de Staten niet uit eigene<br />
seweeging en uit de billijkte oorza-<br />
j ten gedaan hadden. „ Neen," zeide<br />
'ILIPS , terwijl hij 's Prinfen hand<br />
rreep , en dezelve hevig fchudde ,<br />
, niet de Staten, maar gij, gij, gij|«<br />
Je Prins flond verflomd, en zonder<br />
e wagten, tot dat de Koning aan<br />
loord was , wenschte hij hein een<br />
(*) WATSON T. 1. 137-<br />
I
NEDERLANDEN. 14*<br />
goede reis, en ging naar de Stad<br />
te rug (*). Zo maakte perfoonlij- j<br />
ke haat de verbittering ongeneesbaar,<br />
welke deze regtfchapen en edele man<br />
reeds voor lang tegen den onderdrukker<br />
van een vrij volk in zijnen boezem<br />
droeg; en deze dubbelde ter.<br />
ging bragt ten laatflen die grote onderneming<br />
tot rijpheid, welke der<br />
Spaanfche Krone op zeven van hare<br />
edelfte ftenen te ftaan kwam.<br />
FILIPS had zijn waar karakter<br />
niet weinig verzaakt, daar hij de<br />
Nederlanden nog met zo veel goedertierenheid<br />
verliet. De wettige vorm<br />
ener dagvaart , de bereidwilligheid om<br />
zijne Spanjaarden uit het 1<br />
L<br />
land te<br />
voeren , de infchikkelijkheid om_ in<br />
de gewigtigfte lands-amten de lievelingen<br />
des volks te zetten , eindelijk,<br />
de opoffering, welke hij aan hunne<br />
ftaatsgefteldheid deed, door den Graaf<br />
van Feria weêr uit den Raad van<br />
State te nemen, waren oplettendheden<br />
, waaraan zijne groothartigheid zig<br />
nooit weder fchuldig maakte ; dog<br />
hij had tans meer dan ooit de genegenheid<br />
der Staten nodig, ten einde<br />
met hunne hulp, ware het mo-<br />
(*) Vie £? Genéalogie de Guillaume I.<br />
Prime d'Orange. Dit boek , welk ik niet<br />
meer in handen heb , en waarvan ik den<br />
tytel niet nader kan opgeven, is onder Koning<br />
WILLEM DEN DERDEN van Engeland<br />
gefchreven, en ook aan hem opgedragen.<br />
IOEK.
I.<br />
BOK K.<br />
r#é DE A F Y A L D E R<br />
gelijk, den zwaren last van fchulderi<br />
weg te nemen ,. welke nog van dc vorige<br />
oorlogen op de Nederlanden rustte<br />
: met zig door kleine opofferingen<br />
aangenaam bij hen te maken,<br />
hoopte hij misfchien zijne onregtvaardige<br />
handelwijze te vergoeden. Hij<br />
tekende zijn affcheid met blijken van<br />
genade , want hij wist , in welke<br />
handen hij hen liet: de vreeslijke<br />
tonelen des doods , welke hij dit<br />
ongelukkige volk had toegedagt, moesten<br />
den helderen glans der Majefteit<br />
niet verduisteren , die , gelijk de<br />
Godheid, hare voetftappen alleen met<br />
weldoen tekent; die fchrikkelijke roem<br />
was voor zijne Plaatsbekleders befternd.<br />
Evenwel werd door de herïfelling<br />
van den Raad van State de<br />
Nederlandfche Adel meer gevleid, dan<br />
hij werkelijkcn invloed daardoor kreeg."<br />
De Gefchiedfchrijver STRADA, welke<br />
van alles , wat de Landvoogdes betrof,<br />
uit de eigene papieren van<br />
deze best konde onderrigt zijn, (*) heeft<br />
ons enige punten bewaard uit het<br />
geheime narigt, welke haar door de<br />
Spaanfche Regering werd gegeven. Wanïeer<br />
zij merkte, vindt men onder<br />
inderen hierin , dat de Raden' door<br />
sartijfchappen verdeeld,. of, 't geen<br />
i<br />
] log erger was, door geheime on-<br />
< lerhandelingen', vóór de zitting, af-<br />
.(*) STRADA' L. IL 49. & L. ï- 31,
NEDERLANDEN. 143<br />
fpraak met elkander gemaakt hadden, I.<br />
. .. „:: J« 13 nn/-Icwr>r
L<br />
BOEK.<br />
»44 DE AFVAL DER.<br />
het gelijke regt der ftemmen, de<br />
meerderheid niet zelden op de zijde<br />
van het onverftand weten te krijgen.<br />
Een twede regel, door cle Landvoogdes<br />
waartenemen, was, den zodamgen<br />
leden van den Raad , welke<br />
tegen ene fchikking geftemd hadden<br />
, ^ nadrukkelijk voortehouden , dat<br />
zij die fchikking , in gevalle dezelve<br />
kwame doortegaan, even zo bereidwillig<br />
moesten bevorderen , als<br />
of zij de ijveriglte voorftanders van<br />
dezelve geweest waren ; daardoor zouden<br />
zij niet alleen het volk omtrent<br />
den bewerker van zodanige wet in het<br />
onzekere laten , maar ook de kibbelarijen<br />
onder de leden doen ophouden<br />
, en bij het ftemmen ene grote<br />
vrijheid invoeren (*).<br />
Ongeagt alle deze voorzorgen, had<br />
FILIPS de Nederlanden niet gerust<br />
tunnen verlaten , zo lang hij wist<br />
| lat de overmagt in den Raad van<br />
t a t e<br />
l „ en de gehoorfaamheid der Pro<br />
i vinciën in handen van den verdagten<br />
j \del was. Om dus ook van dezen<br />
1 :ant ^ zijne vrees te doen bedaren,<br />
< « zig tevens van de Landvoogdesfe<br />
I e verzekeren, onderwierp hij haar<br />
I :elve, en in haar alle Lands-zaken<br />
| an het opper-toezigt van den Bis<br />
{ shop van Atrecht, in welken enigen<br />
man<br />
(*) STRADA Dec. I. L. L 31.
NEDERLANDEN. '145<br />
man hij den gedugtflen aanhang een<br />
genoegfaam tegenwigt gaf. Naar dezen<br />
werd de Hertogin , als naar een<br />
onfeilbaar orakel der Majefteit, gewezen,<br />
en in hem had zij enen ltrengen<br />
waarnemer van haar beftuur. Onder<br />
alle ftervelingen van dien tijd maakte<br />
GRANVELLE de enigfte uitzondering,<br />
welken het wantrouwen van FILIPS<br />
DEN TWEDEN fchijnt geleden te<br />
lebben; verzekerd dat deze in Brusfel<br />
was , kon hij" in Segoviën flapen.<br />
Hij vertrok uit de Nederlanden<br />
in September des jaars 1559. Een<br />
ftorm deed zijn vloot vergaan, terwijl<br />
hij zelf bij Laredo in Biscajcn<br />
behouden aan land kwam; en zijne<br />
fombere blijdfchap dankte den God des<br />
behouds door ene affchuwelijke gelofte.<br />
Het gevaarlijke beftuur der Nederlanden<br />
was in de handen van enen<br />
Priester en ene vrou gegeven, en de<br />
laffe Dwingeland vlood van het kwaad,<br />
dat hij had uitgevoerd, en ontdook<br />
in zijnen bid-floel te Madrid dc beden<br />
, de klagten en de vervloekin*<br />
gen van zijn volk.<br />
# *<br />
I. DEEL, K<br />
I.<br />
BOEIT.
n.<br />
BOEK.<br />
T W E D E B O E K .<br />
LANDVOOGDIJ VAN MARGAREET<br />
VAN P A R M A.<br />
A<br />
Jt^-NTONIUS PERENOT, Bisfchop<br />
van Atrccht , naderhand Aartsbisfchop<br />
van Mechelen , cn Opper - kerkvoogd<br />
der Verenigde Nederlanden, dien de<br />
haat zijner tijdgenoten ons onder den<br />
naam van Kardinaal GRANVRLLE vereeuwigd<br />
heeft , werd in den jare<br />
1516 te Befancon in het Graaffchap<br />
Bourgondië geboren. Zijn Vader, N 1 KO<br />
LA A s PERENOT, de Zoon van enen<br />
fmid (*), was door eigen verdienfte<br />
tot den rang van Geheimfchrijver der<br />
Hertoginne MARGAREET VAN SA-<br />
(*) Dit is eer verdigtfel, dn, uit den<br />
algemenen ha?t tegen den Krrdinrrl gefproten<br />
, zig langen tijd , en genoegfaam tot<br />
in onze dfgen heeft voordgeplrnt. Men<br />
weet tpns uit egte befcheiden, dut GR AN<br />
TE LLE'S Vader in Franfche Comté uit een<br />
aanzienlijk geflagt, oorfpronklijk van Genua,<br />
gefproten was. VÏRT.
DE AFVAL DER NEDERLANDEN. '147<br />
VOJE , toenmaals Landvoogdes der ÏT.<br />
Nederlanden , opgeklommen: hier werd 3 0EK.<br />
hij aan KAREL DEN VIJFDEN als<br />
een bekwaam Staatsman bekend, welke<br />
hem in zijnen dienst nam , en bij de<br />
gewigtigfte onderhandelingen gebruikte.<br />
Twintig jaren arbeidde hij in het Kabinet<br />
des Keizers, bekleedde * de waardigheid<br />
van deszelfs Geheimraad cn<br />
Zegelbewaarder, deelde in alle de<br />
ftaatsgcheimen van dezen Vorst, en<br />
verworf zig een groot vermogen (*).<br />
ANTONIUS PERENOT erfde de waardigheden<br />
, den invloed, en de Staatkunde<br />
van dezen zijn' Vader, en gaf<br />
reeds in zijne vroege jeugd blijken van<br />
de grote bekwaamheid, welke hem<br />
namaals ene zo roemrijke loopbaan geopend<br />
heeft. Hij had op verfcheidene<br />
Hoge Scholen de talenten befchaafd,<br />
waarmede hij zo mildelijk van de Natuur<br />
begiftigd was , en in beide deze<br />
opzigten had hij veel vooruit boven<br />
zijnen Vader. Weldra toonde hij in<br />
Haat te zijn, om zig door eigen<br />
kragt ltaande te houden op de plaats,<br />
waarop eens anders verdienften hem gefield<br />
hadden. Hij was vier en twintig<br />
jaren oud, toen hij van den Keizer<br />
, als deszelfs Gevolmagtigde, naar<br />
de Kerkvergadering van Trente werd<br />
gezonden , cn hier vertoonde hij de<br />
eerfte proeven zijner welfprekendheid,<br />
f*) VAN MÏTEREN CO. JTRABA 47»<br />
K a
•548 DE AFVAL DER<br />
II. welke hem in 't vervolg zulk een' magtigen<br />
. invloed op twe Koningen verfchafte.<br />
.KAREL gebruikte hem nog in verfcheidene<br />
moeilijke Gezantfchappen, welken<br />
hij tot groot genoegen van zijnen<br />
Meester uitvoerde; en toen eindelijk<br />
deze Keizer den fcepter aan zijnen Zoon<br />
afitond, maakte hij dit kostbare gefchenk<br />
volkomen , door hem enen Staatsdienaar<br />
toetevoegen,<br />
fcepter hielp voeren.<br />
welke hem dien<br />
GRANVELLE opende zijne nieuwe<br />
loopbaan daadlijk met het grootfte meesterltuk<br />
van zijn ftaatkundig vernuft,<br />
met namelijk uit de gunst van zulk een'<br />
BOEK Vader in de gunst van zulk een' Zoon<br />
zo gemaklijk over te glijden. Spoedig<br />
gelukte het hem, dezelve inderdaad<br />
te verdienen. Bij de geheime<br />
onderhandeling, welke de Hertogin van<br />
Lotharingen tusfehen de Franfche en<br />
Spaanfche Ministers in Peronne bewerkt<br />
had, beraamde hij met den Kardinaal<br />
van Lotharingen de zamenzwering tegen<br />
de Protelïanten , welke naderhand<br />
te Chateau in Cambrefis , waar hij<br />
mede aan de vredes - onderhandelingen<br />
arbeidde , tot rijpheid gebragt , maar<br />
ook aldaar verraden werd.<br />
Een doordringend, veelbevattend verftand,<br />
ene ongemene vaardigheid in<br />
grote ingewikkelde zaken , en de uitgebreidfte<br />
geleerdheid was met enen<br />
lastdragenden vlijt, en een onvermoeid<br />
1558. geduld; de ondernemendfte geest met
NEDERLANDEN. 149<br />
ene alles wikkende voorzigtigheid, in n.<br />
dezen man op ene wonderlijke wijze 1<br />
verenigd. Bij dag en bij nagt, flaap- .<br />
loos en nugtercn, werkte hij voor den<br />
Staat; het gewigtige en het geringe<br />
werd bij hem met dezelfde gemoedhjke<br />
zorgvuldigheid overwogen, en men<br />
kon met waarheid van hem zeggen ,<br />
dat hij den last des Rijks op manlijke<br />
fchouders torste. Niet zelden<br />
hield hij vijf Geheimfchrijvers te gelijk<br />
bezig, en allen in verfchillende<br />
talen, waarvan hij gezegd wordt zeven gefproken<br />
te hebben. Het geen door een<br />
wèlwikkend verlland langfaam tot rijpheid<br />
was gebragt, verkreeg kragt en bevalligheid<br />
in zijnen mond; en de waarheid<br />
door ene vermogende tovertaal verzeld,<br />
fleepte alle Hoorders met geweld weg.<br />
Zijn trou was onkrenkbaar , omdat<br />
gene der driften , welke den^ enen<br />
mensch van den anderen afhangelijk maken<br />
, ooit zijn gemoed in verzoeking<br />
bragt. Hij had flegts een enig mensch<br />
van noden , en, om dezen enigen<br />
fchat te bewaren, waagde hij het gehele<br />
mcnschdom. Met ene verwonderlijke<br />
fcherpheid van geest had hi;<br />
de ziel vah zijnen Meester befpied, er [<br />
hij kende vaak reeds in de wezenstrek<br />
ken de gehele rij der gedagtcn , cvei<br />
als in de eerfte fchaduwtrekken he<br />
beeld, dat nog ftaat gevormd te wor<br />
den.<br />
dezen<br />
Met hulprijke kunst, kwam hi i<br />
trager geest te gemoet; vorm<br />
K 3<br />
iOEK.
I?o DE AFVAL DER<br />
II. de de onrijpe vrugr , die nog op<br />
BOEK deszelfs lippen was , tot volkomene<br />
gedagten, en gunde hem grootmoedig<br />
het zoete zelfbedrog van eigene vinding?<br />
hij verftond de moeilijke kunst van<br />
zijn eigen verftand te verkleinen, en<br />
zijn vernuft aan enen ander toeteeigenen.<br />
Gelijk ene onnatuurlijke moeder<br />
die haar eigen kind verzaakt,<br />
deed hij aflland van de geda°ten<br />
waarvan hij zelf de uitvinder was'<br />
om dezelve aan zijnen Heer, als des-<br />
Zelfs oorfpronglijk eigendom toetekennen.<br />
Das heerschte hij over FILIPS, omdat<br />
hij zijne heerfchappij verborg, en op<br />
deze wijze alleen kon FILIPS beheerscht<br />
worden. Te vreden met ene ftille<br />
naar wezenlijke magt, haakte hij 'niet<br />
( mverzadefijk naar nieuwe tekenen van<br />
lezelve, welke gewoonlijk het wenfehe-<br />
] ïjkfte doel zijn van kleine geesten ;<br />
1 naar elke nieuwe waardigheid paste<br />
} tem, als of zij nooit van hem ge-<br />
ƒ bheiden ware geweest. Geen wonder,<br />
C at zulke buitengemene hoedanigheden<br />
l em de gunst van zijnen Heer verwier<br />
V en : doch een nog gewigtiger erf-<br />
I eel van flaatkundige geheimen en on-<br />
d ervindingen, welken KAREL D E VIJF-<br />
I E in een bij uitflek bezig leven op<br />
g gaan en in dit hoofd ter bewaringe<br />
g :legd had, maakte hem voor zijnen<br />
OJ wolger volftrekt onontbeerelijk. Hoe<br />
Z( er ook deze laatfte, met zig zeiven<br />
jn genomen, gewoon was op zijn eigen
NEDERLANDEN. ï5*<br />
rerftand te vertrouwen, zo noodzaaklijk II.<br />
was het evenwel voor zijne fchroonv i 01K.<br />
a£tige, kruipende Staatkunde, enen fter- -<br />
ker *eest in den arm te nemen, en<br />
haar "efren befluiteloosheid door gezag,<br />
eens anders voorbeeld, en raadopvolsing<br />
te gemoet te komen. Generhande<br />
Staatszaken, gene dingen, welke<br />
'sKonings huis betroffen , kwamen ,<br />
zo lang FILIPS in de Nederlanden<br />
tegenwoordig was, tot ftand , zonder<br />
da* GRANVELLE 'er deel in had;<br />
en toen de Koning de reis naar Spanje<br />
ftond aantenemen, liet hij aan de<br />
nieuwe Landvoogdesfe in dezen Dienaar<br />
een even zo gewigtig gefchenk<br />
na, als hem zeiven van den Keizer,<br />
zijnen Vader , in hem was nagelaten.<br />
Hoe gewoonlijk men ook willekeurige<br />
Vorsten hun vertrouwen ziet fchenken<br />
aan zodanigen van hunne fchepfels,<br />
die door htm uit het Hof zijn opgebeurd,<br />
en wier vormers zij zijn, werder<br />
'er nogthans zulke uittekende gaven ver<br />
eischt, om de agterhoudende eigenliefde var I<br />
een karakter, als dat van FILIPS was<br />
zo verre te overwinnen , dat dezelve n I<br />
vertrouwen , ja in een volkomen ver<br />
trouwen overging. . Het genngfe bhjl<br />
van de billijkfre eigenliefde, wsurdoo r<br />
hij zijn eigendom aan ene gedagte ><br />
welke doodden Koning eenmaal al s<br />
de zijne was aangenomen , fchee .1<br />
weêroii te eifchen , zou den Diena r<br />
zijnen gehelen invloed gekost hebbes i.<br />
K 4
II.<br />
BOE K.<br />
*S* DE AFVAL DER<br />
Het ftond dezen vrij aan de laagte<br />
driften van wellust, gierigheid, wrik!<br />
mSr' A - V<br />
n tm<br />
T<br />
cl t e<br />
S<br />
maar de _ emgfte , welke hem inderdaad<br />
b c z i e l d e j d e a a n g e n a m e b e w u s [_<br />
Heid van eigene voortreflijkheid en vermogen<br />
, moest hij zorgvuldiglijk voor<br />
het agterdogtige oog van den Vorst<br />
verbergen. Vrijwillig' ftond hij af van<br />
alle voorregten, welken hij in eigendom<br />
bezat, om dezelve van de grootmoedigheid<br />
des Konings andermaal te<br />
ontvangen. Zijn geluk mogt uit o-een andere bron dan deze voordvloefen •<br />
geen ander mensch mogt aanfpraak op<br />
zijne dankbaarheid hebben. Het Pur<br />
>er hem uit Rome toegezonden , wil<br />
(<br />
le hy „iet aannemen, voor dat hij<br />
s Konings toeftcmming uit Spanje be-<br />
1 comen had: terwijl hij hetzelve aan<br />
< len voet van den troon nedcrleide,<br />
i cheen hij het als 't ware eerst ui<br />
C e handen van den Vorst te ontvan-<br />
I en (*). Minder Staatsman dan hij,<br />
r gtte de Hertog van Alba zig te Ant<br />
v werpen een ftandhceld op , en fchreef<br />
z jnen eigen naam onder de zegetekens<br />
v 'eiken hij als een werktuig der Kroone<br />
b ehaald had; maar A L B A ging m e t d e<br />
O igenade van zijnen Heer ten grave- hu<br />
h id met ene roekeloze hand in het Regaal<br />
V m de Kroon getast , door onmiddehïk<br />
Ui t de bron der onfterflijkheid te fcheppen.<br />
(,*) STRADA 65.<br />
vieren;
NEDERLANDEN; 153<br />
Driemaal verwisfelde GRANVELLE II.<br />
van Heer, en driemaal gelukte het j 10 EK.<br />
hem tot de hoogde gunst opteklim- •<br />
men. Even gcmaklijk, als .hij den<br />
diep gewortelden trots van enen zelfheerfcher,<br />
en het ftijve Egoïsmus van<br />
enen Despoot had weten te beduren,<br />
wist hij ook de zwakke verwaandheid<br />
ener Vrouwe ftaande te houden. Zijne<br />
verrigtingen met de Landvoogdesfe<br />
werden gewoonlijk , ook dan, wanneer<br />
zij in één huis bij elkander waren ,<br />
door briefjes afgedaan; een gebruik,<br />
dat men zegt uit de tijden van AU<br />
GUSTUS en TIBERIUS herkomftig te<br />
zijn. Wanneeer de Landvoogdes m 't<br />
naau was gebragt , werden zodanige<br />
briefjes tusfehen den Dienaar cn haar,<br />
vaak van uur tot uur, gewisfeld. Waarfchijnelijk<br />
verkoos hij dit middel , om<br />
den waakfamen nijd des Adels te bedriegen<br />
, welke zijnen invloed op de<br />
Landvoogdes niet geheel moest kennen;<br />
misfehien dagt hij ook langs dien weg<br />
zijne raadflagen voor de aatstgenoemde<br />
duurfamer te maken, en zig in<br />
geval van nood met de fchriftelijke<br />
blijken tegen befchuldiging te dekken.<br />
Maar de waakfaamheid van den Adel<br />
ftelde deze voorzigtigheid te leur, en<br />
weldra werd het in alle Provinciën<br />
bekend, dat niets<br />
dienaar gefchiedde.<br />
zonder den Staats<br />
GRANVELLE bezat alle hoedanigheden<br />
eens volmaakten Staatsmans voor<br />
K 5
154 DE AFVAL DER<br />
11. Rijken, die tot een eigendunklijk be<br />
BOEK. ltuur overhellen : maar volftrekt p-enen<br />
yoor vrije Staten, die Koningen hebben.<br />
Opgevoed tusfehen den troon<br />
en den biegritoel kende hij gene andere<br />
betrekkingen tusfehen menfchen,<br />
lan heerfchappij en onderwerping, en<br />
] iet inwendige gevoel van zijn eigen<br />
I neerderheid boezemde hem menfehen-<br />
1 reragting in. Het ontbrak zijner ftaat-<br />
1 mn.le aan zagtheid, de enige deugd,<br />
velke haar hier onontbeerelijk was. Nooit<br />
1 veek zij af van haar eens gezette<br />
3 igtfnoer , dewijl zij zig reeds in<br />
( le jeugd van zijnen geest had ge-<br />
^ ormd , en dewijl het bezwaarlijk valt,<br />
an enen vroeg ontvangen indruk te<br />
{ :heiden. Hij was oplopend en woest<br />
\ an aart, en wapende met de koning-<br />
1 jke volmagt de natuurlijke heftigheid<br />
x an zijn gemoed, en de driften van zijen<br />
geestlijken (land. Onder het be-<br />
i mg van de Kroon bewimpelde hij<br />
2 ijn eigen eerzugt , en maakte de<br />
erwijdering tusfehen de Natie en den<br />
* honing onherftelbaar, dewijl hij dan<br />
V oor dezen onontbeerelijk bleef. Hij zogt<br />
a m den Adel zijne eigene geringe afk<br />
:>mst te wreeken, en ftelde , gelijk al-<br />
le die genen , welke het geluk door<br />
# :rdienften gedwongen hebben , de<br />
ïorregten van geboorte beneden die,<br />
Vv aardoor hij tot aanzien geftegen<br />
f \ Proteftanten erkenden hem<br />
mnen onverzoenlijkiten vijand ;<br />
was.<br />
voor<br />
alle<br />
1
NEDERLANDEN. 155<br />
lasten, welke het land drukten, wer II.<br />
den aan hem toegefchrcven, en allen , lOEK»<br />
drukten des te onverdraagelijker, om- .<br />
dat zij van hem kwamen; ja zelfs<br />
wordt hij . befchuldigd, :de zagter gezindheden,<br />
welke het dringend aanhouden<br />
der Staten den Vorst eindelijk hadden<br />
afgeperst, tot Ürengheid te rug<br />
gebragt te hebben. De Nederlanden<br />
vervloekten hem , als den gedugtften<br />
vijand hunner vrijheid, en de eerfte<br />
oorzaak van al den jammer, welke<br />
hun namaals is overgekomen (*)<br />
Klaarblijklijk had FILIPS de Provinciën<br />
nog* te vroeg verlaten. De nieu<br />
'559*<br />
we maatregelen der Regering waren<br />
voor dit volk nog te vreemd , en<br />
konden door hem alleen gezag en nadruk<br />
verkrijgen ; de nieuwe Kunstwerktuigen<br />
, welken hij liet fpelen , moesten<br />
door een gedugte fterke hand<br />
aan den gang gebragt, derzelver eerfte<br />
bewegingen vooraf geholpen, en<br />
door gehoorfaamheid eerst bevestigd<br />
worden. Tans ftelde hij dezen Staatsdienaar<br />
bloot aan alle driften, welke<br />
in ééns ophielden de banden der<br />
Koninglijke tegenwoordigheid te gevoelen<br />
; liet aan den zwakken arm van<br />
enen onderdaan een werk over, waaronder<br />
de Hoogheid zelve met hare<br />
(*) STRADA Dec. I. L. Ü. 47. 4*«<br />
49V 50. THUAN. L. VI. 301. BURGUN*<br />
BIU.1.
'156 DE AFVAL DER<br />
II. magtige fteunfels zou hebben kunnen be<br />
BOEK. zwijken , en maakte enen ftaatkundigen<br />
misflag tot ene misdaad in de verkeerde<br />
keuze van zijnen dienaar.<br />
Het land bloeide inderdaad, en een<br />
algemene welvaart fcheen te getuigen<br />
van het geluk des vredes, welken het<br />
voor korten tijd deelagtig was geworden<br />
; het uitwendige voorkomen van<br />
rust bekoorde het oog : maar het<br />
was niet dan blote fchijn , en van<br />
binnen fmeulde de gevaarlijkfte twedragt.<br />
Wanneer de Godsdienst in een<br />
land aan 't wankelen is, wankelt hij<br />
niet alleen; de moedwil had met het<br />
heilige begonnen, en eindigde met het<br />
onheilige. De gelukte aanval tegen<br />
de Gecstlijke overheerfching, had lust<br />
en floutheid ingeboezemd om alle gezag<br />
in 't gemeen aantetasten, en wetten<br />
zo wel als Icerftcllingen , pligten<br />
zo wel als gevoelens, te onderzoeken.<br />
Deze dweepagtige moed , dien men<br />
m zaken , de eeuwigheid betreffende,<br />
had geleerd te oefenen , kon zijn<br />
roorwerp veranderen ; deze kleinagting<br />
van leven en goederen, kon van vreesigtige<br />
burgers dolle oproermakers maten.<br />
Ene vroulijke regering van bij-<br />
I ia veertig jaren, had aan' de Natie<br />
i gelegenheid gegeven , om hare regten<br />
I e doen gelden ; aanhoudende oorlo<br />
i gen , waarvan de Nederlanden het to-<br />
I leel waren , hadden ene zekere los<br />
\ bandigheid ingevoerd, en het regt van
NEDERLANDEN. 157<br />
den flerkflen voor burgerlijke orde in II.<br />
de plaats gefield; de Provinciën wa ÏOEK.<br />
ren opgevuld met vreemde gelukzoekers<br />
en vlugtelingen, louter menfchen,<br />
die aan geen vaderland, geen geflagt,<br />
geen eigendom meer gebonden waren,<br />
en die nog het zaad des oproers uit<br />
hun ongelukkig land herwaards overbragten.<br />
De gedurige tonelen van<br />
foltering en dood hadden de tedere<br />
banden der zedelijkheid verbroken, en<br />
aan het karakter der Natie ene onnatuurlijke<br />
ongevoeligheid gegeven. Door<br />
alle de verfchrikkingen der menschlijke<br />
natuur op deze moordtonelen blootteftellen,<br />
en de gemoederen met dezelve<br />
gemeenfaam te maken , verloor<br />
de Regering haar meest vermogend<br />
behoedmiddel, den fchrik voor het onbekende.<br />
Nu waren 'er voor het misdruk<br />
gene verfchrikkingen meer agtergehouden ;<br />
het oog telde dezelve , de gewoonte<br />
benam haar de kragt , en het verftand<br />
was in ftaat gefield om dezelve te wegen.<br />
.<br />
Dan, met dit alles Zou<br />
[<br />
de opkanc<br />
nog fchroomagtig zijn gebleven , er :<br />
langs den grond gekropen hebben<br />
had hij niet in den Adel enen fleur<br />
gevonden , waarmede hij zig op eet 1<br />
gedugte wijze verhief. KAREL DI<br />
VIJFDE had de Nederlandfche Grotei 1<br />
verw end, daar hij hen tot deelgenote! 1<br />
van zijnen roem maakte, hunnen volks<br />
hoogmoed voedde door den voorrang<br />
>
158 DE AFVAL DEK.<br />
II. welken hij hun boven den Kasriliaan»<br />
BOEK. fchcn Adel gaf, en in alle delen zijns<br />
Rijks voor hunne eerzugt een veld<br />
opende. In den laatften Franfchen<br />
oorlog hadden zij aan zijnen Zoon dezen<br />
voorrang wezenlijk verdiend ; de<br />
voordelen , welken de Koning uit den<br />
vrede van Chateau in Cambrefis inoogstte<br />
, waren grotendeels het werk van<br />
hunne dapperheid geweest, en nu waren<br />
zij op ene gevoelige wijze verftoken<br />
van den dank, waarop zij<br />
met zo veel reden ftaat gemaakt hadden.<br />
Hier kwam bij , dat door de<br />
affcheiding des Duitfchen Keizerrijks<br />
van het Spaanfche rijk, en den min<br />
krijgshaftigen geest der nieuwe Regering,<br />
hun werkkring over het geheel<br />
kleiner geworden , en 'er buiten hun<br />
Vaderland weinig meer voor hun te<br />
vinnen was. FILIPS Melde tans zijie<br />
Spanjaarden aan, waar KAREL<br />
>E VIJFDE Nederlanders gebruikt had.<br />
UI* die hartstogten, welken de voige<br />
Regering bij hun verwekt en<br />
verkfaam gemaakt had, hadden zij tans<br />
1 den vrede bij zig behouden ; en deze<br />
ssbandige driften, die het aan haar regt-<br />
r ïatig voorwerp ontbrak, vonden on-<br />
I elukkig in de bezwaren des Vader*<br />
1; tnds een ander. Nu haalden zij die<br />
a mfpraken, welke enen tijd lang door<br />
n ieuwe driften verdrongen waren, uit<br />
d f vergetelheid te voorfchijn. Bij de<br />
Ia atfte vervulling der openftaande plaat
NEDERLANDEN. *59<br />
fen had de Koning genoegfaam niet<br />
dan misnoegden gemaakt ; want zelfs<br />
die genen, welke met amten waren<br />
begunfligd, waren weinig beter te vreden<br />
dan die, welken hij had voorbijgegaan,<br />
omdat zij op beteren hadden<br />
ftaat gemaakt. WILLEM VAN ORAN-<br />
J E had vier Stadhouderfchappen , zonder<br />
nog andere kleineren medeterekenen,<br />
die te zamen genomen de<br />
waarde van een vijfde beliepen; maar<br />
WILLEM had zijn uitzigt op Braband<br />
en Vlaanderen gevestigd. Hij en de<br />
Graaf van Egmond zagen voorbij,<br />
wat hun werkelijk ten dele was gevallen<br />
, en dagten flegts daaraan , dar<br />
de Landvoogdij hun was ontgaan. Het<br />
grootfte gedeelte van den Adel had<br />
zig zelf in fchulden geftoken, of zig<br />
door de Regering daartoe laten vervoeren.<br />
Tans, daar hun de hoop<br />
benomen was, om zig door voordelige<br />
amten te herftellen , zagen zij<br />
zig op eenmaal aan gebrek blootgefteld,<br />
dat hun te gevoeliger fmcrt<br />
veroorzaakte , hoe meer de pragtige<br />
levenswijze van den welgezeten burger<br />
hetzelve deed in 't oog lopen. In<br />
den uiterften nood, waartoe het met<br />
hun gekomen was, hadden velen zelfs<br />
tot een misdrijf de band geboden:<br />
hoe zouden zij dus de verleidende<br />
aanbiedingen der Kalvinisten hebbes<br />
kunnen wederftaan, welke hunne voorfpraak<br />
en befchcrming met zware fom-<br />
IL<br />
SOES,
II.<br />
BOEK.<br />
l5o DE AFVAL DER<br />
men betaalden? Velen eindelijk, voor<br />
wien gene redding meer overig was,<br />
vonden hunne laatfte tocvlugt in de<br />
algemene verwoesting, en Honden elk<br />
oogenblik gereed , om den brand in<br />
de Republiek te Heken. (*)<br />
Deze gevaarlijke gefteldheid der gemoederen<br />
werd door de ongelukkige<br />
nabuurfchap van Frankrijk nog meer<br />
verergerd. Het gene FILIPS voor de<br />
Nederlanden te vrezen had, was daar<br />
reeds werkelijk gebeurd. In het lot<br />
van dit Rijk kon hij het lot zijner<br />
Nederlanden afgebeeld zien, en de<br />
geest des oproers kon aldaar een verleidend<br />
voorbeeld vinden. Gelijke toevallen<br />
hadden onder FRANCISCUS DEN<br />
EERSTEN en HENDRIK DEN TWE-<br />
DEN de zaden van verandering in dit<br />
Rijk geftrooid; ene gelijke razernij der<br />
vervolgingen, en een gelijke geest van partijfchap<br />
hadden deszelfs wasdom bevorderd<br />
, en die tedere vrugt tot enen<br />
reus aangekweekt. Tans worstelden Hugenoten<br />
en Katholijken in enen zeer<br />
twijfelagtigen ftrijd ; woedende partijen<br />
rukten dit gehele Rijk uit zijne gewrigten,<br />
en fleepten dezen magtigen Staat<br />
met geweld tot op den oever van zijnen<br />
Ondergang. Hier , zo wel als<br />
daar , konden eigenbelang , heerschzugt<br />
en<br />
C) Vita VIGLII T. II. Recueil des troubles<br />
des Pays-bis, P. HOPPER 22. STRA<br />
DA 47.
NEDERLANDEN. tSi<br />
«h geest van partij fchap zig in het<br />
kleed van godsdienst en vaderlandsliefde<br />
vermommen, en de driften van enige<br />
weinige burgers de gehele Natie<br />
in de wapens brengen: de grenzen<br />
van beide landen lopen in Fransch<br />
Vlaanderen in één; het oproer kan,<br />
gelijk een verbolgen zee, töt hier<br />
toe zijne golven werpen ; zou de<br />
overgang aan hetzelve belet worden<br />
door een land, welks taal, zeden ert<br />
geaartheid tusfehen Galliën en Belgiën<br />
als in 't midden ftond ? Tot nog<br />
toe had de Regering geen onderzoek<br />
naar hare Proteftantfche onderdanen<br />
in deze landen gedaan ; maaf<br />
zij weet, dat deze nieuwe fekte eeti<br />
zamenhangende grote republiek is, welke<br />
hare wortelen . door alle Rijken<br />
der Christenheid verfpreidt; ert de geringfte<br />
fchudding daadlijk in alle hare<br />
delen gevoelt. Het zijn dreigende<br />
Volkanen, die ^ door onderaardfche<br />
wegen verbonden , zig in ene gedugtë<br />
Sympathie ten gelijken tijde aahfteken.<br />
De Nederlanden moesten vöor alle<br />
Volken openftaan , omdat zij van alle<br />
volken leefden. Kon zij enen handeidrijvenden<br />
ftaat zo gemaklijk fluiten<br />
als hare Spaanfche Staten ? Bijaldieri<br />
zij deze Gewesten van hunne dwa ;<br />
ling in 't geloof Wilde zuiveren;<br />
zo moest zy beginnen met haar ip<br />
Frankrijk uitteroeicn (*).<br />
C*) STRADA L. III. 71. 72. 73,<br />
I. DEEL. L<br />
BOEK»
BOEK.<br />
1(5ï DE AFVAL DEIl<br />
Jtt 'Zodanig' vond GRANVELLE de Ne*<br />
derlanden,<br />
aanvaardde.<br />
toen hij zijne bediening<br />
I56o. De eenvormigheid van het Pausdom<br />
in deze Landen terug te brengen, het<br />
gezag van den Adel en de Staten te<br />
fnuiken, en op de puinhopen der republikeinfche<br />
vrijheid de Koninglijke<br />
magt te verheffen , was de grote bedoeling<br />
der Spaanfche Staatkunde , en<br />
de last van den nieuwen Staatsdienaar.<br />
Maar deze onderneming vond hinderpalen,<br />
ter wegneminge van welke, nieuwe<br />
middelen uitgedagt, nieuwe kunstwerktuigen<br />
in beweging gebragt moesten<br />
worden. De Inquifitie en de<br />
Bloed-plakaten fchenen wel genoegfaam<br />
te zijn, om de befmetting der ketterij<br />
tegen te gaan; maar dezen ontbrak<br />
het aan toezieners, en gene aan<br />
voldoende werktuigen van haar uitgebreid<br />
regtsgebied. Hier te Lande hield<br />
he oorfpronklijke Kerk-inrigting van<br />
vroegere tijden , toen de Provinciën<br />
nin volkryk waren , de Kerk nog ene<br />
ilgemene rust genoot, en het toezigt op<br />
lezelve gemakkelijker was, nog 'ftand.<br />
ien reeks van eeuwen, welke de gelele<br />
inwendige gefteldheid dezer Gewesten<br />
veranderd had, had dezen vorm<br />
ran het Geestelijke beftuur onveranderd<br />
ïelaten, die behalven dat, door de<br />
Privilegiën der Provinciën tegen de<br />
willekeur van. derzelver beheerfchers gedekt<br />
was. Alle de zeventien Provinciën
NEDERLANDEN. I'S'*<br />
.waren onder vier Bisfchoppen ver ft<br />
deeld, welke te Atrecht, Doornik, BOEK,<br />
Kamerijk en Utrecht hunnen ftoél<br />
hadden, en aan de Aartsftiften van<br />
Rheims en Keulen ondergefchikt waren.<br />
FILIPS DE GOEDE, Hertog van<br />
Bourgondië, was wel, bij de toenemende<br />
bevolking dezer Landen , op<br />
ene uitbreiding van de Geestelijke<br />
magt bedagt geweest , maar had dit<br />
ontwerp in de dronkenfchap van een<br />
vrolijk leven weder vergeten. KA<br />
REL DE STOUTE werd door eet*<br />
zugt en lust tot veroveringen, van de<br />
inwendige belangen zijner Landen afgetrokken<br />
j en MAXIMILIAAN had<br />
reeds te vele vérfchillen met de Staten<br />
, om ook nog dezen ftrijd te wagen;<br />
Ene onftuimige regering belettede KA<br />
REL DEN VIJFDEN de Uitvoering<br />
van dit uitgeftrekte plan, dat FILIPS<br />
DE TWEDE tans als een erfenis var<br />
alle deze Vorften overnam (*). Nu<br />
was het tijdftip gekomen, dat de<br />
dringende nood der Kerke deze nieu<br />
wigheid verfchonen, en de ftilte var<br />
den vrede derzelver uitvoering begün<br />
ftigen konde. Met de verbazende<br />
Volksmenigte , welke zig uit allé oorden<br />
van Europa in de Nederlandfche<br />
Steden te Zameh pakte, was ene vermenging<br />
van Godsdienften en gevoe I<br />
lens ontftaan, welke door zo Weinig* I<br />
.f*) BURCÜND. 45* STRADA 42*.<br />
La<br />
l
n.<br />
BOEK.<br />
164 DE AFVAL DER<br />
ogen onmogelijk meer gade geflagen<br />
konden worden. Daar het getal der<br />
Bisfchoppen zo klein was, moest derzelver<br />
gebied zig veel te ver uitftrekken,<br />
en vier menfchen waren niet<br />
langer in ftaat, om voor de zuiverheid<br />
van geloof in een zo wyd uitgeftrekt<br />
gebied te waken. Het regtsgebied,<br />
dat de Aartsbisfchoppen van Keulen en<br />
Rheims in de Nederlanden oefenden, was<br />
reeds lang een aanftoot voor de Regering<br />
geweest, welke dit Land nog<br />
niet als haar eigendom kon befchouwen<br />
, zo lang het gewigtigfte gedeelte<br />
i Ier magt in vreemde handen was.<br />
l Om hun deze magt te ontweldigen, de<br />
I jeloofs-onderzoeken door nieuwe kragt-<br />
) iadige werktuigen te verlevendigen, en<br />
i evens het getal van zijne aanhange-<br />
1 ingen op den Rijksdag te vergroten,<br />
| rond men geen beter middel, dan her<br />
;etal der Bisfchoppen te vermeerderen.<br />
| /Iet dit plan beklom FILIPS DE TWE-<br />
I E den troon ; maar ene verandering<br />
ii 1 het Geestelijke gebied moest bij<br />
d e Staten den fterkften tegenftand vin-<br />
d en , zonder welke dezelve tog niec<br />
v 'el kon ondernomen worden. Men<br />
k on wel voorzien , dat de Adel nim-<br />
| ter m ene inftelling zou bewilligen,<br />
v 'aardoor 's Konings partij enen zo<br />
11 erken aanwas bekwam, en hun zei-<br />
V ;n de' overmagt in de Staten - ver-<br />
g idering benomen wierd. De inkomen,<br />
waarvan deze nieuwe Bisfchop-
NEDERLANDEN. iSg<br />
pen leven zonden, moesten den Ab ir.<br />
ten en Monniken worden afgenomen, JOEK;<br />
en deze maakten een aanzienlijk gedeelte<br />
der Landsflenden uit: wij zwijgen<br />
, dat hij alle de Proteftanten te<br />
vrezen had, welke niet in gebreke<br />
zouden gebleven zijn, om , op den<br />
Landsdag, hem heimelijk tegen te werken.<br />
Te weinig gewoon den regten<br />
weg der waarheid en geregtigheid inteflaan<br />
, wanneer voor de logen<br />
nog een klein fluippad open was,<br />
nam hij ook nu zijne toevlugt tot bedrog<br />
, en het gehele werk werd te<br />
Rome op de heimelijklle wijze be-<br />
lloken. FRANS SONNOY, een Priester<br />
uit Leuven, en welafgerigt dienaar<br />
van GRANVELLE, verftheen voor<br />
PAÜLUS DEN VIERDEN, en gaf<br />
hem te kennen, hoe uitgellrekt deze<br />
Landen waren, hoe gezegend en volkrijk<br />
, hoe vrolijk in hun geluk. Maar,<br />
zeide hij verder , in het onmatige<br />
genot der vrijheid wordt het ware<br />
geloof verwaarloosd , en de Ketters<br />
komen op. Om dit kwaad te fluiten<br />
, moet de Roomfche ftoel een<br />
buitengewoon middel te werk ftellen.<br />
Het viel niet moeielijk den Bisfchop<br />
van Rome tot ene nieuwigheid te bewegen<br />
, die den kring van zijn eigen<br />
regtsgebied zou vergroten, PAU-<br />
LUS DE VIERDE Helde daarop een<br />
regtbank aan van zeven Kardinalen ,<br />
welke deze gewigtige zaak in oyer-<br />
l
\6ê DE AFVAL DER<br />
II. weging moesten nemen; dog 't geen<br />
SOEI ;. de dood hem belettede, werd door<br />
r zijnen opvolger PIUS DEN VIERDEN<br />
voltooid (*). De Koning ontving de<br />
heimelijke tijding nog in Zeeland, voor<br />
dat hij naar Spanje onder zeil ging,<br />
en de Staatsdienaar werd in 't geheim<br />
met de gevaarlijke uitvoering be-<br />
> last. Het nieuwe Geestelijke gebied<br />
wordt bekend gemaakt; by de tegenwoordige<br />
vier Bisdommen zijn dertien<br />
nieuwe bijgevoegd, naar de zeventien<br />
Gewesten des Lands, en vier derzelven<br />
tot Aartsftiften verheven. Zes van<br />
die Bisfchoplijke zetels , namelijk die<br />
van Antwerpen, 's Hertogenbosch, Gent,<br />
Yperen , en Roermonde ftaan onder<br />
het Aartsftift van Mechelen; vijf andere<br />
, Haarlem , Middelburg, Leeuwarden<br />
, Deventer en Groningen , onder<br />
het Aartsftift van Utregt; en de<br />
vier overigen, Atrecht, Doornik, St.<br />
Omer en Namen , welke nader aan<br />
Frankrijk liggen , en taal, geaartheid<br />
en zeden met dat Land gemeen hebben<br />
, onder het Aartsftift van Kamerijk.<br />
Mechelen , in 't midden van<br />
Braband en van alle zeventien Provinciën<br />
gelegen , is de Hoofdzetel van alle<br />
de overigen , en, benevens verfcheidene<br />
rijke Abtdijen , de beloning van<br />
GRANVELLE. De inkomften der nieu-<br />
OOBURGUND. 46. VAN METEREN «ar.<br />
Vita vict. T. ï. 34..
N E D E R L A N D E N .<br />
167<br />
we Bisdommen worden uit de fchac- II.<br />
ten der Kloosters en Abtdijen geno BOEK<br />
men , welke door vrome liefdadigheid<br />
federt eeuwen hier zijn opgeftapeld.<br />
Zommige Abten verkrijgen zelfs de<br />
Bisfchoplijke waardigheid, die met het<br />
bezit van hunne Klooster- en Prelaatfchappen<br />
ook de Item ter Staten-vergadering<br />
behouden , welke aan dezen<br />
gehegt is. Met elk Bisdom zijn<br />
te gelijk negen Prebenden verbonden,<br />
welke aan de bekwaamfte Regtsgeleerden<br />
en Godgeleerden gefchonken worden<br />
, om de Inquifitie en den Bisfchop<br />
in hun geestelijk amt te onderfteunen.<br />
Twe van dezen, die zig<br />
door kundigheid, ondervinding en onbefproken<br />
wandel dezen voorrang waardig<br />
gemaakt hebben, zyn werkelijke<br />
Inquifiteurs, en hebben de eerfte fteni<br />
in die vergaderingen, Den Aartsbisfchop<br />
van Mechelen, als Opperkerk<br />
voogd- van alle zeventien Provinciën ,<br />
is de volmagt gegeven om Aartsbis<br />
fchoppen naar welgevallen aantcftel<br />
Jen en aftezetten, en de Roomfch<<br />
ftoel geeft alleenlijk de goedkeuring (*)<br />
In alle andere tijden zoude d<<br />
Natie ene zodanige verbetering in he t<br />
(fl BURGUND. 49- 5°' DlNOTH. de<br />
bello civili Belg. L. !. 8. GROT. 15.<br />
E I D<br />
Vit. VIGL. 34- STRADA 23. R '<br />
HOPPER Recueil des troubles des Pays-bas,<br />
ÜB vita VIGL. T. II. 23. 28, 0<br />
L 4<br />
6<br />
"
ïï.<br />
té* DE AFVAL DER<br />
Kerkwezerj met dankbare goedkeuring<br />
SOEK . aangenomen hebben, daar dezelve door<br />
. de noodzakelykheid intefchikken , ea<br />
voor den Godsdienst en ter . verbeteringe<br />
der Monniken geheel 'onontbeerlijk<br />
was. Tans gaven de omftandigheden<br />
der tijden haar dc hatclijkfte<br />
gedaante. Algemeen was het misnoegen<br />
, waar mede zij ontvangen wierd.<br />
De Conftitutie, riep men, is de bodem<br />
ingeflagen, de regten des volks<br />
en de bijzondere voorregten der enkelde<br />
ftanden gefchonden , de Inquifitie<br />
ftaat voor de deur, die haar<br />
bloedgerigt van nu af hier, gelijk<br />
in Spanje , zal openen. Met beven<br />
bcfchout het volk deze nieuwe<br />
dienaars der willekeur en der vervolging.<br />
_ De Adel ziet de Koninklijke<br />
magt in de Staten-vergadering door<br />
veertien magtige Hemmen' verfterkt, en<br />
den fterkften ftut der Volks-vrijheid,<br />
het evenwigt tusfehen de Koninglijke<br />
en burgerlijke magt, weggenomen. De<br />
Dude^ Bisfchoppen beklagen zig over<br />
vermindering van hunne goederen , en<br />
beperking van hun regtsgebicd; de Ab^<br />
ien en Monniken hebben hunne magt en<br />
inkomften tevens verloren , en daar re°en<br />
Irenge opzieners over hun gedrag betomen.<br />
Adel en Volk , Priesters en<br />
] _*eken, komen te zamen tegen deze<br />
i remene vijanden<br />
i roor een klein<br />
op, en terwijl alles<br />
eigenbelang in de<br />
veer is, fchijnt ene gedugte ftem,
NEDERLANDEN. %S(f<br />
i eT Vaderlandsliefde gehoord te wor-<br />
den C * )<br />
C<br />
Van alle Provinciën is Braband het<br />
fterkfte hier tegen gekant. Dc onfchendbaarheid<br />
van hare Kerklijke inr<br />
rigtino- is een der voorregten , welken<br />
zi? zig in den merkwaardigen Vrijheids-brief<br />
der Blijde Inkomfte heeft<br />
voorbehouden; grondwetten, die de Vorst<br />
niet kan fchenden, zonder de INatie<br />
van hare gehoorfiamheid jegens hem<br />
te ontdaan. Te vergeefs beweerde de<br />
Hogcfchool te Leuven , dat in onftuimige<br />
tijden der Kerke een Privilege<br />
zijne kragt verloor, dat haar in<br />
vreedfame tijden gegeven was. Door de<br />
invoering der nieuwe Bisdommen werd hei<br />
ganfche gebou van hare vrijheid gefchud<br />
De Prelaatfchappcn, welke nu aan de<br />
Bisfchoppen kwamen, moesten van m BOEK<br />
af enen anderen regel volgen , dat<br />
het welzijn der Provincie, waarvan zi<br />
de ftenden waren. Uit vrije Vader<br />
land-lievende burgers ontftonden tans werk<br />
tuiden van den Roomfchen ftoel, ei<br />
afhangelingen van den Aarts-bisfehop<br />
die nog daarenboven, als eerfte Pre<br />
laat van Braband (f), bijzonderlijk ove<br />
hun te gebieden had. Het was me<br />
de vrijheid van ftemmen gedaan, de<br />
wijl de Bisfchoppen, als de gedier<br />
(*) GROT. I$- feq.. Vita VIGL. T. I<br />
28. feq.<br />
' (t) Abt van Affligem.<br />
V §<br />
[.<br />
» r t<br />
II.
H.<br />
BOEK.<br />
t?» DE AFVAL DER<br />
flige verklikkers van het Hof, elk<br />
befchroomd maakten. „ Wie," zeide<br />
men, „ zal het voordaan wagen, in<br />
„ tegenwoordigheid van zulke verfpie-<br />
„ ders, ter vergadering de Item te<br />
„ verheffen , of de regten der Na-<br />
„ tie tegen de roofgierige aanvallen<br />
„ der Regering in befcherming te ne-<br />
„ men? Zij zullen de hulpbronnen<br />
„ der ^ Provinciën opfporen , en de<br />
„ geheimen, van onze vrijheid en van<br />
„ onzen eigendom aan de Kroon ver-<br />
„ raden. Den weg tot alle eeramten<br />
„ zullen zij affluiten; weldra zullen<br />
„ wij hen van zijne Hovelingen zien<br />
„ gevolgd worden ; de kinders van bui-<br />
„ tenlanders zullen voordaan den Raad<br />
„ innemen, en het belang hunner be-<br />
„ gunftigers zal hunne gehuurde ftemmen<br />
„ befturen." „ Welk een geweld !"<br />
rervoigden de Monniken , „ de heili-<br />
„ ge ftigtingen der Godvrugt om<br />
„ te keren , den onfehendbaren wil<br />
, der ftervenden te verbreken , en,<br />
, 't geen vrome milddadigheid in de-<br />
I , ze bewaarplaatfcn voor ongelukkigen<br />
5 , had weggelegd, voor de dartelheid<br />
3 , dezer Bisfchoppen te laten dienen ,<br />
) , en de trotfche pragt van dezen<br />
i , met den roof der armoede te verr<br />
J , groten!" Niet alleen de Abten en<br />
ï /Ionniken, welken het ongeluk wer-,<br />
l elijk trof, van door deze ver<br />
r andering te lijden, maar alle fami-<br />
1 ën, die tot in de laatsttoekomende
NEDERLANDEN, Ï7*<br />
Seflagten zig met enigen fchijn van<br />
hoop konden vleiën om dat voordeel<br />
eenmaal te genieten, gevoelden dit verlies<br />
van hunne hoop niet wfcw *<br />
dan of zij het werkelijk geleden hadden<br />
, en het leed van enige Prelaten<br />
werd de zaak van gehele ge-<br />
flagten (*), . . . . , a n<br />
In deze algemene beweging hebben<br />
de Gefchiedfchrijvers ons de heimelyke<br />
gangen van Prins WILLEM laten waarnemen<br />
, die zijn best deed om deze<br />
ondereen woelende driften op een zeker<br />
doel te rigten. Door aanfloking<br />
van hem gefchiedde het, dat de Brabanders<br />
de Landvoogdes om enen voor<br />
fbraak en befchermer verzogten , de<br />
wijl zij alleen onder alle de overig.<br />
Nederlandfche onderdanen het ongelul<br />
hadden, van in den zelfden pertoo; |<br />
hunnen Bezorger en Heer te verem<br />
eren Hunne keus kon op meman d<br />
andèrs , dan op den Prins van Oranje<br />
vallen. Maar de flimheid van GRAP •<br />
VELL E wist dezen ftrik te brekei 1.<br />
„ Wie dit amt verkrijgt," gaf hij i n<br />
den Raad van Staten te verftaan •><br />
zal, hope ik, begrijpen dat 1 'ij<br />
Braband met den Koning van Spai 1-<br />
" ie deelt (+>" Het lang uitblijven vs n<br />
'sPaufen open-brief, die door misve r-<br />
{*) BÜRGUND. 55' 5
II.<br />
HOEK<br />
V?% DE AFVAL DER<br />
Jand tusfehen het Roomfche en Spaanfche<br />
Hof te Rome op de lange<br />
baan werd gefchoven, gaf den misnoegden<br />
tijd, om zig tot één doel<br />
te verenigen. Zeer heimelijk vaardigden<br />
de Staten van Braband enen bui<br />
tengewonen Gezant af, aan PIUS DEN<br />
VIERDEN<br />
i<br />
]<br />
t<br />
i<br />
i<br />
1<br />
, om te Rome zelve hunne zaak<br />
te bevorderen. Deze Gezant werd met<br />
gewigtige brieven van aanbeveling van<br />
den Prins van Oranje voorzien , en<br />
kreeg aanzienlijke geldfommen mede,<br />
om zig tot den Vader der Kerke<br />
den weg te banen. Te gelijk ging<br />
van de Stad Antwerpen een open<br />
brief af aan den Koning van Spanje<br />
waarin hem de nadruklijkfte voordellen<br />
werden gedaan, om deze bloeiende<br />
Koopftad van die nieuwigheid te<br />
verfehonen. 'Zij erkennen daarin, dat'<br />
s Vorllen oogmerk het beste, en de<br />
aanllelhng der nieuwe Bisfchoppen tot<br />
het in ftand houden van den waren<br />
Godsdienst, zeer prijslijk is; dog hiervan<br />
konde men de Buitenlander-s niet<br />
overtuigen, van welken tog de bloei<br />
dunner ftad afhing. De ongegrondfb<br />
;erugten waren in dit opzigt even<br />
zo gevaarlijk als de waaragtiglle. Het<br />
:erfle gezantfehap werd nog tijdig geïoeg<br />
door de Landvoogdes ontdekt<br />
:n verijdeld ; op het twede verkreeg<br />
le Stad Antwerpen zo veel', dat zij,<br />
ot aan de perfoonlijke overkomst des'<br />
[onings, gelijk het heette, van ha-
NEDERLANDEN. m<br />
ren Bisfchop verfchoond zoude blij<br />
ven (*). i<br />
Het voorbeeld en de goede uitflag .<br />
van Antwerpen was voor alle overige<br />
Steden , welken een Bisfchop was<br />
toegedagt, de leus tot tegenkanting.<br />
Het is een merkwaardig bewijs, hoe<br />
ver destijds de haat tegen de Inquifitie<br />
, en de eendragt der Nederlandfche<br />
Steden gegaan is, dat zij liever<br />
van alle voordelen wilden afzien,<br />
welke de zetel eens Bisfchops voor<br />
hunne inwendige zaken gewislijk moest<br />
medebrengen, dan dien gehaten regtbank<br />
door hare toeftemming bevorderen<br />
, en het voordeel van 't geheel<br />
tegenwerken. Deventer, Roermonde en<br />
Leeuwarden verzetteden zig ftandvastiglijk,<br />
en dreven het ook gelukkig<br />
door; den overigen lieden werden de<br />
Bisfchoppen, in weerwil van alle tegenfpraak,<br />
met geweld opgedrongen.<br />
Utregt, Haarlem, St Omer, en Middelburg<br />
waren de eerften , welke hun<br />
de poorten openden; de overige lieden<br />
volgden het voorbeeld van dezen<br />
; maar te Mechelen en 's Hertogenbosch<br />
werden de Bisfchoppen met<br />
zeer weinig agting ontvangen. Toen<br />
GRANVELLE in de eerstgenoemde ftad<br />
zijne plegtige intrede deed, kwam<br />
(*) BURGUND. 60, 61. VAN METE<br />
REN 59. Vita VIGL. T. 29, 30. STRADA<br />
III. 79. THÜAN. II. 488.<br />
II.<br />
iOEK
li.<br />
BOEK.<br />
ï?4 «E AFVAL DE II<br />
zelfs nier een der . Edelen te vöorfchijn<br />
, en aan zijne zegepraal ontbrak<br />
alles, dewijl die genen uitbleven,<br />
over welken dezelve gevierd werd (*)!<br />
Inmiddels was ook de beftemde<br />
tijd verlopen, binnen welken de Spaanfche<br />
zoldaten het Land moesten ruimen<br />
, en 'er was nog geen fchijn<br />
van_ hun aanftaande vertrek. Met<br />
fchrik ontdekte men de ware oorzaak<br />
van dit dralen, ert de vreesagdge<br />
argwaan bragt hetzelve met<br />
de Inquifitie in een ongelukkig verband.<br />
Het verlengde verblijf van dit<br />
Krijgsvolk maakte den Staatsdienaar<br />
alle overige nieuwigheden moeielijker,<br />
dewijl de Natie daardoor waakfaam<br />
en wantrouwend gemaakt wierd;<br />
en evenwel wilde hij zig niet gaarne<br />
van dezen magtigen bijftand beroven<br />
, welke hem in een Land, waarin<br />
alles hem haatte , en bij de uitvoering<br />
van enen last , waarbij alles<br />
hem regenfprak, onontbeerlijk fcheen.<br />
Dog eindelijk zag de Landvoogdes<br />
zig door het algemene gemor genoodzaakt,<br />
ernfHg bij den Koning op het<br />
terug roepen van dit Krijgsvolk aantedringen.<br />
Zij fchreef naar Madrid,<br />
dat de Provinciën eenftemmig verklaard<br />
hadden, zig nimmer weder te zullen<br />
laten dwingen, om aan de Regering<br />
(*) Vita VIGL. T. II. Uecueil des trou*<br />
bles des Pays-Bs«, par HOPPER 24.
NEDERLANDEN. 175<br />
de gevraagde buitengewone lasten in*<br />
tewilligen , zo lang men _ haar in<br />
dit opzigt geen woord hield. ^ Het<br />
gevaar van enen opfland was vrij - wat<br />
dringender, dan dat van enen inval<br />
der Franfche Protedanten; en bijaldien<br />
in de Nederlanden een oproer ontftond,<br />
waren deze benden evenwel te<br />
zwak, om hen in toom te houden,<br />
en in de fchatkist was geen geld<br />
genoeg om nieuwen te werven. Nog<br />
zogt de Koning, door uitftel van antwoord<br />
, ten minden tijd te winnen,<br />
en de herhaalde aanzoeken der Landvoogdesfe<br />
zouden nog vrugteloos zijn<br />
gebleven, had niet, tot geluk der<br />
Provinciën , een verlies , kort te voren<br />
van de Turken geleden, hem<br />
genoodzaakt dit Krijgsvolk in de Middellandfche<br />
Zee te gebruiken. Hij bewilligde<br />
dan eindelijk in derzelver vertrek:<br />
zij werden in Zeeland ingefcheept,<br />
en het vreugde - gejuich van<br />
alle Provinciën volgde hunne kielen<br />
(*).<br />
Intusfchen heerschte GRANVELLE<br />
met een bijna onbepaald gezag in<br />
den Raad van State. Alle amten j<br />
wereldlijke en geestelijke, werden dooi<br />
hem begeven ; zijn goedvinden golc l<br />
tegen de verenigde dem der geheh<br />
Vergadering. De Landvoogdes zelv<<br />
(*) STRADA 61, 62, 63*<br />
II.<br />
SOEK.
Ut<br />
BOEK<br />
*?6 D E A F V A L D E R<br />
hing van hem af. Hij had het m<br />
weten te befchikken, dat haar het<br />
bewind flegts voor twe jaren was<br />
opgedragen; door welken kunstgreep<br />
hij haar altoos onder zijne magt<br />
hield (*> Zelden gebeurde het, dat<br />
aan de overige leden enige zaak van<br />
belang in, overweging wierd gegeven ,<br />
en zo dit al gebeurde ; waren het<br />
zaken „ die reeds lang befloten waren,<br />
en waartoe men alleen de nutloze<br />
plegtigheid van hunne toeftem^<br />
mmg wilde hebbem Wanneer een<br />
brief aan den Koning voorgelezen wierd *<br />
had VIGLIUS last, om zodanige pkuu><br />
fen over te flaan * welke door den<br />
Staatsdienaar ondcrflreept waren: Het<br />
gebeurde namelijk meermalen, dat deze<br />
brieven de naaktheid van den ftaat;<br />
of de verlegenheid van de Landvoogdesfe<br />
openbaarden j 't welk men niet<br />
gaarn bekend had gemaakt aan leden,<br />
op wier trou geen ftaat was te maken.<br />
Kwam het geval, dat de partijen<br />
den Staatsdienaar meester wierden i<br />
en met nadruk op een punt bleven<br />
taan , dat hij niet wel meer afflaan<br />
konde , dan zond hij hetzelve aan<br />
het Kabinet van Madrid ter beflisfinge<br />
waardoor hij ten minften tijd won -j<br />
en verzekerd Was van onderfteuning te<br />
raden (f> Wanneer men den Graaf<br />
van<br />
C) V A N METEREN 6t. BURGUND. 37,<br />
W VAN METEREN 6U
NEDERLANDEN.<br />
Van BARLAIMÖNT , den Prefident VIG- Ik<br />
-MUS en weinige anderen uitzonderd , BOEK.<br />
kan men zeggen, dat alle de overige<br />
Staatsraden ene ijdele vertoning<br />
maakten , en zijn . gedrag met hun<br />
fehikte zig naar den geringen prys,<br />
welken hij op hunne vricndfchap en<br />
onderdanigheid ftelde. Geen wonder,<br />
dat menfchen, wier trotschheid door de<br />
vlciendfte onderfcheidingen van oppermagtige<br />
Vorftcn zo ten fterkften vertroeteld<br />
was; die ene verwaandheid,<br />
welke den Vorst ten vriend houdt,<br />
met Ariflokratifche fierheid verenigden:<br />
en wien de eerbiedvolle onderdanigheid<br />
hunner medeburgeren als Goden des<br />
Vaderlands wierookte 5 over deze trotschheid<br />
van een mensch van gemene<br />
afkomst ten hoogllcn gebelgd waren<br />
Velen van hun had GRANVELLI<br />
perfoonüjk beledigd. Het was der t<br />
Prins van Oranje niet onbekend, da<br />
hij zijn huwelijk met de Prinfesfe vai l<br />
Lotharingen verhinderd had , en en<<br />
andere verbindenis met de Prinfesfi<br />
van Saxen hadt getragt te fluiten<br />
Den, Grave. van Hoorn had hij he f<br />
Stadhouderfchap over Gelderland e;<br />
t<br />
Zutfcn ontnomen, cn ene Abtdij, wel<br />
ke dc Graaf van Egmond voor cnei<br />
l<br />
zijner bloedverwanten begeerd had<br />
><br />
voor zig behouden. Van zijne over<br />
magt verzekerd, agtte hij het nie<br />
8 '*•<br />
eens tier moeite waardig , voor dei (<br />
Adel de klcinagting te verbergen, wel<br />
I; DEEL. M
II.<br />
BOEK<br />
[f9 DE AFVAL DER<br />
ke het rigtfnoer van zijn gehele befiuur<br />
was: de Prins van Oranje was<br />
de enigfte $ dien hij nog zijne veinzerij<br />
waardig keurde. Al ware het<br />
dat hij zig werkelijk boven alle wetten<br />
der vrees en welvoegelijkheid verheven<br />
rekende, zo bedroog hem tog<br />
hierin zijne roekeloze trotschheid, en<br />
hij beging geen' minder' misflag tegen<br />
de lïaatkunde, dan hij tegen de<br />
befcheidenheid zondigde. 'Er kon in<br />
den tocnmaligen ftaat van zaken naaulijks<br />
een flegter regel door 'de Regering<br />
gevolgd worden, dan die van<br />
den Adel te verftoten. Zij had in<br />
hare magt derzelver neigingen te vleien<br />
, hen door list en ongemerkt<br />
voor haar plan te winnen, cn de<br />
vrijheid der Natie door hun zeiven<br />
te laten onderdrukken. Tans herinnerde<br />
zij hen geheel ontijdig aan<br />
hunne pb'gten, hunne waardigheid en<br />
hunne magt, noopte hen zelfs om<br />
Patriotten te worden , en ene eerzugt<br />
, welke zij onbedagt afwees, naar<br />
de zijde der ware grootheid te fttren.<br />
Om de Gcloofsverordeningen doortezetten,<br />
had zij den kragtiafter: bij-<br />
•ftand der Stadhoudcren nodig ; maar<br />
geen wonder, dat dezen weinig ij vers<br />
betoonden om haar deze hulp te<br />
bewijzen. Het is veeleer hoogstwaarfdhïjnlijk,<br />
dat zij in ftilte hun best<br />
deden , om de zwarigheden voor den<br />
Staatsdienaar te vermeerderen, en zij-
NEDERLANDEN.' 179<br />
ne maatregels te verijdelen , ten einde<br />
door zijnen tegcnfpoed het ver- } lOÊK,<br />
trouwen des Konings te wraken, en ,<br />
zijn beftuur aan de Spotternij prijs<br />
te geven. Ongetwijfeld moest aan de<br />
flaauheid van hunnen ijver de fnelle<br />
voortgang worden toegefchreven, welken<br />
de Hervorming, in fpijt der bloed-plakaten<br />
, gedurende zijn beftuur, in de<br />
Nederlanden gemaakt heeft. Van den<br />
Adel verzekerd, had hij de woede des<br />
volks kunnen veragten, welke kragteloos<br />
op den gedugten voormuur des<br />
troons afftuit. Het verdriet van den<br />
Burger toefde langen tijd tusfehen tranen<br />
en ftille zugten , tot dat de<br />
kunften cn het voorbeeld der Edelen<br />
hetzelve deden uitberften (*).<br />
Intusfchen werden door de menig 156U<br />
te der nieuwe arbeiders de geloofsonderzoeken<br />
met nieuwe werkfaamheid<br />
voordgezet, en de plakaten tegen de<br />
Ketters met ene gedugte gehoorfaamheid<br />
uitgevoerd. Dog dit afgrijslijke<br />
middel had het tijdflip laten voorbijgaan<br />
, waarin het moest aangewend<br />
worden ; de Natie was reeds ,te edel<br />
om ene zo bcestagtige behandeling te<br />
Verdurem De nieuwe Godsdienst konde<br />
nu al niet anders, dan door den<br />
dood van alle zijne belijders , uitgeroeid<br />
wórden. Alle die ftrafoefenin-<br />
GROT, .8—14. STRADA, 5-JJ<br />
M a
II.<br />
BOEK<br />
idd t)È - AFVAL DElt<br />
gen waren tans zo vele bekorende'<br />
tonelen van zijne voortreffelijkheid, zo<br />
vele fchouplaatfen van zijné zegepraal en<br />
van zijne fchitterende deugd. De heldhaftigheid<br />
, waarmede de lijders dert<br />
dood ondergingen , won harten voor het<br />
geloof, waarvoor zij ftierven. Uit het<br />
bloed van énen omgebragtcn ontftonden<br />
tien nieuwe belijders. Niet flegts in<br />
fteden en dorpen, maar op de openbare<br />
wegen en ftratcn , in fchepen<br />
en op wagens , werd over . het gezag<br />
van den Paus , over dc Heiligen,<br />
over het Vagevuur, over den Aflaat<br />
getwist; werden preken gehouden<br />
en menfchen bekeerd. Van het<br />
platte land en uit de ftcden kwam<br />
het gemeen toefchietcn, om de gevangenen<br />
der Inquifitie uit de handen<br />
der Geregtsdienarcn te fcheuren; en<br />
de Overheid, welke het waagde haar<br />
gezag door geweld te handhaven ,<br />
werd met ftenen begroet. Bij hopen<br />
verzelde men de Proteftantfche<br />
leeraars, welke door de Inquifitie<br />
vervolgd werden , droeg hen op<br />
de fchouders naar de Kerk en uit<br />
de Kerk, en verborg hen, met levensgevaar,<br />
voor hunne vervolgers. De<br />
eerfte Provincie, welke van den tuimel<br />
des oproers werd aangetast, was,gelijk<br />
men gevreesd had , Fransch<br />
Vlaanderen. Een Franfche Kalvinist,<br />
LAUNOI genaamd, ftond te Doornik<br />
op als een wonderdoener, betaalde
NEDERLANDEN. l8t<br />
enige vroulicdcn , op dat zij zouden II.<br />
voorgeven ziekten te hebben, en bege BOEK»<br />
ren van hem genezen te worden. Hij<br />
predikte in de bosfehen buiten de<br />
ftad, trok het gemeen met gehele fcharen<br />
derwaards, en ontltak het vuur<br />
van opftand in de gemoederen. Het<br />
zelfde gefchiedde te Lille en Valencijn<br />
, in welke laatfte Had die Apostels<br />
door de Overheid in verzekering werden<br />
genomen. Dog terwijl men draalde<br />
met hen te ftraffen, groeide hun<br />
aanhang dermate aan , dat hij fterk<br />
genoeg was, om de gevangenis open<br />
te breken , en het Gcregt zijnen prooi<br />
met geweld te ontrukken. Eindelijk<br />
bragt dc Regering Krijgsvolk in de<br />
ftad, dat de rust hcrftelde. Dan ; dit<br />
weinigbeduidende voorval had op éénmaal<br />
het kleed des gcheims, waaronder de<br />
aanhang der Proteftanten dusverre was<br />
verborgen geweest, weggenomen , en<br />
den Staatsdienaar hun verbazend aantal<br />
laten opmaken. Te Doornik alleen<br />
had men vijfduizend van dezelve, bij<br />
zulk een preek, tegenwoordig gezien,<br />
en te Valencijn niet veel minder,<br />
Wat kon men niet van de Noordelijke<br />
Provinciën verwagten, waar de<br />
vrijheid groter, en de Regering verder<br />
van de hand was , en waar de<br />
nabijheid van Duitschland en Denemarken<br />
de bronnen der befmettüig vermeerderde?<br />
Een enkele wenk had de-<br />
'2e gedugte menigte uit de duisterni;<br />
M 3
*82 DE AFVAL D E11<br />
II te voprfchijn gebragt. Hoe veel gró-<br />
BOEK, ter was misfchïèn het getal van dié<br />
. genen, welke in hun hart der nieuwe<br />
fekte waren toegedaan , en flegts op<br />
een gunftiger ogenblik wagtten, om 'er<br />
openlijk voor uit te komen (*)?<br />
Deze ontdekking bragt de Land-,<br />
voogdes in de uitcrfte ongerustheid. De<br />
flegte handhaving der Plakaten, een uitgeputte<br />
fchatkist, die haar noodzaakte<br />
nieuwe lasten uittefchrijven, en de verdagte<br />
bewegingen der Hugenoten aan<br />
de Franfche grenzen,, maakten hare bekommering<br />
nog groter. Tevens ontving<br />
zij bevel van Madrid , om tweduizend<br />
Nederlandfche ruiters tot vcrfterking van<br />
het leger der Koninginne Moeder naar<br />
Frankrijk te zenden, welk* in de benaaudheid<br />
van den Religie - oorlog hare<br />
tOevlugt tOt FILIPS DEN TWEDEN<br />
had genomen. Elke geloofs-zaak, tot<br />
wat land zij ook behoorde, was voor<br />
FILIPS zijne eigen zaak. Hij nam<br />
dezelve zo na ter harte, als enig<br />
toeval van zijn eigen huis, eh ftond<br />
in zulken gevalle altoos gereed, om<br />
rijn eigendom, ten behoeve van vreemlen,<br />
opteofferen. Was het eigenbelang',<br />
( lat hem hierin beftuurde , het was ten<br />
\ ninften Koninglijk en groot, en het<br />
(*) BURG U N D, 53. 5 S. STRXD A<br />
L. III. • 75- 7*. 77- DiNOTH. d e byio<br />
C»y, Bel?. L. I. 25.
NEDERLANDEN. 183<br />
ftoutmoedig uithouden van dezen grondregel<br />
wint weder zo zeer onze bewondering,<br />
als de fchadelijkheid van<br />
denzelven onze goedkeuring verloren<br />
heeft. ,<br />
De Landvoogdes gaf in den Raad<br />
van State 's Konings begeerte te kennen<br />
, waar zij van den kant des<br />
Adcls den fterklïen tegenftand ontmoette.<br />
De Graaf van Egmond en de<br />
Prins van Oranje zeiden , dat het<br />
tans geheel en al ten ontijde was,<br />
om de Nederlanden van Krijgsvolk<br />
te ontbloten, daar 'er veeleer alle<br />
reden was , om nieu volk te werven.<br />
De naburige bewegingen var<br />
Frankrijk dreigden elk ogenblik ener<br />
aanval , en de inwendige gistingen dei<br />
Provinciën ried de Regering tans mee<br />
dan ooit op hare hoede te zijn<br />
Tot hier toe , zeiden zij verder, Ü)\ I<br />
de Duitfche Proteitanten ledige aan<br />
fchouwers van den ftrijd hunner ge<br />
loofsbroederen geweest, maar zullen z j<br />
dit ook dan blijven, wanneer wij d 2<br />
magr hunner vijanden door onze hul<br />
verfterken? Zullen wij niet hunn S<br />
wraak tegen ons gaande maken, en hunn I<br />
wapenen in het Noorden tier Nedei<br />
landen roepen? Genoegfaam de g<<br />
hele Raad van State verenigde zi l<br />
met dit gevoelen ; de voorftelhnge n<br />
waren nadrukkelijk en niet te wede<br />
leggen. De Landvoogdes zelve, gehj k<br />
ook de Staatsdienaar, moesten de waa<br />
M 4<br />
II.<br />
BOEK.
B OE K<br />
i§4 ©E AFVAL DER.<br />
II. heid daar van gevoelen, en hun eigen<br />
belang fcheen hun de uitvoering van<br />
's Konings bevel te verbieden. Zouden<br />
zij, door de verwijdering van hec<br />
grootite gedeelte der Krijgsmagt, de Inquifitie<br />
van haren enigen lleun beroven,<br />
en zig zeiven , zonder bij*<br />
itand, in een oproerig land, aan de<br />
willekeur van enen trotfehen Adel weerloos<br />
overgeven? Terwijl de Landvoogdes,<br />
tusfehen den wil des Konings, den<br />
aandrang van hare Raden, en haar<br />
eigen vrees verdeeld , in 't geheel geen<br />
bcflisfend befluit' durft nemen , ftaat<br />
de Prins van Oranje op, en ftelt<br />
voor, de algemene Staten bijeen te<br />
roepen. Geen dodelijker flag 'had het<br />
gezag van den Koning kunnen lijden ,<br />
dan dit inroepen der " Natie, een in<br />
het tegenwoordige tijdftip zo verleidende<br />
herinnering aan haar magt cn<br />
hare regten. De Staatsdienaar begreep.<br />
;eer wel het gevaar, dat hem bo-<br />
/en het hoofd hing; hij gaf der<br />
i dertoginne enen wenk, om de raad<br />
]<br />
pleging aftebreken en de Vergadering<br />
e fcheiden. Hij fchrcef naar Ma-<br />
Irid , dat de Regering, niet verlerflijker<br />
tegen zig zelve konde haulelen,<br />
dan met toeteftaan dat de<br />
Ugemene Staten vergaderden. Zulk<br />
en ftap ware ten allen tijde onoegelijk,<br />
aangezien zij de Natie in ver-<br />
i oeking brengt, om de regten van<br />
i e Kroon te onderzoeken en te be*
NEDERLANDEN. 1B5<br />
paaien; maar tans ware dezelve meer II.<br />
dan ooit , te verwerpen ; rans, nu BOEK,<br />
de geest van oproer zig reeds alomme<br />
had vertoond; tans, nu de<br />
Abten , getergd door het verlies hunner<br />
inkomften , niets onbeproefd zouden<br />
laten, om het gezag der Bisfchoppen<br />
te fnuiken; nu de gantfche<br />
Adel en alle gevolmagdgden van (le<br />
Steden door dc kunsten van den Prins<br />
van Oranje beftuurd wierden , en de<br />
misnoegden op den hijrtand der Natie<br />
vasten ftaat konden maken. Dit<br />
voorftel , waaraan ten minften gene<br />
bondigheid ontbrak , kon niet niisfen<br />
de verwagte uitwerking op \s Konings<br />
gemoed te hebben. Dc Vergadering<br />
der Staten werd eens voor altoos<br />
afgeflagen , de ftraf bedreigingen tegen<br />
de Ketters met alle fcherpheid verr<br />
nieud , cn dc Landvoogdes aangemaand<br />
pm de verzogte hulpbenden fpocdig<br />
over te zenden.<br />
Dan, hiertoe was dc Raad van<br />
State niet te bewegen. Alles, wat<br />
deze toeftond, was, in plaats van hulpbenden<br />
, geld aan de Koninginne Moeder<br />
te zenden, dat haar in het tegenwoordige<br />
tijdftip nog ruim zo welkom<br />
was, Om evenwel de Natie<br />
met een fchaduw-beeld van Republikeinfche<br />
vrijheid te verblinden, befchreef<br />
zij de Stadhouders der Provinciën<br />
, en de Ridders van het Gulden<br />
Vlies tot ene buitengewone ver<br />
M 5
II.<br />
BOEK.<br />
"(*) BURGUND. 63. 65. Vita VIGL.<br />
1. II. 2§. 26. STXABA 82.<br />
v I<br />
\ e<br />
I»ö DE AFVAL DER<br />
gadering te Brusfel , om over de tegenwoordige<br />
gevaren en behoeften van<br />
den Staat te raadplegen. Na dat de<br />
Prefident VIGLIUS hun het onderwerp<br />
van die bijeenkomst had opengelegd,<br />
werden hun drie dagen tijds ter overweginge<br />
vergund. In dien tusfchentijd<br />
nep de Prins van Oranje hen<br />
in zijn Mof bijeen , en ftelde hun de<br />
noodzakelijkheid voor, om zig nog vóór<br />
de zitting te verenigen , en gezamenlijk<br />
de maatregels te beramen , naar<br />
welke bij het tegenwoordige gevaar<br />
Van den Staat gehandeld moest worden.<br />
De meesten Hemden dit voordel<br />
toe; dog B A R L A I M O N T , met enfee<br />
weinige aanhangers van den Kardinaal<br />
J R A N V E L L E , had' moeds genoeg om<br />
In deze bijeenkomst de Kroon en<br />
len Staatsdienaar voortefpreken. „ Het<br />
„ was," zeide hij , „ hunne zaak<br />
, niet , zig in het beftuur van de<br />
, Regering t e ft eken . e n d e z e v Q o^<br />
, lopige vereniging der ftemmen ware<br />
, ene onwettige en ftrafbare aanma-<br />
> tiging, waaraan hij zig niet be-<br />
, geerde fchuldig te maken." Ene<br />
erklaring, waardoor de gehele bijenkomst<br />
vrugteloos eindigde '(*). De<br />
.andvoogdes ,' door den Graaf' van<br />
iarlaimont van dit voorval onderrigt,<br />
ffst de Ridders, gedurende hun ver-
NEDERLANDEN. 187<br />
blijf in de ftad , zo kunftig bezig<br />
te houden , dat zij tot verdere onderhandelingen<br />
genen tijd konden vinden.<br />
Rgter werd met hare toeftemming<br />
nog in die zitting beflotcn,<br />
dat FLORENTIUS VAN M ONT MO<br />
RE NC IJ, Heer van Montignij , ene<br />
reis naar Spanje zou doen , om den<br />
Koning van den tegenwoordigcn ftaat<br />
van zaken te onderrigten. Maar de<br />
Landvoogdes zond hem enen anderen<br />
geheimen bode vooruit, die den Koning<br />
vooraf van alles verwittigde, wat<br />
bij die zamenroeping tusfehen den Prms<br />
van Oranje en de Ridders verhandeld<br />
was. De Vlaamfche Afgevaardigde werd<br />
te Madrid gevleid met dc ij dele verzekering<br />
van 's Konings gunst , cn zijne<br />
vaderlijke genegenheid omtrent de Nederlanden<br />
; de Landvoogdes kreeg last .<br />
om de geheime verbindenisfen var<br />
den Adel met alle magt te belet<br />
ten , en zo veel mogelijk onenigheid<br />
onder deszelfs voornaamfte I leder<br />
te verwekken (*).<br />
Naijver, eigenbelang en l<br />
verfchil var<br />
Godsdienst hadden velen der Groten lan<br />
gen tijd van een gefcheiden ; he<br />
gemene lot van hun verminderd ge<br />
zag, en de haat tegen den Staats<br />
dienaar had hen weder verenigd. Z< I<br />
lang de Graaf van Egmond cn d<<br />
Prins van Oranje mededingers naar d<br />
(*) STRADA L. III. 84.<br />
II.<br />
B O t X.
188 DE AFVAL DER<br />
II. Landvoogdij waren , kon het niet mis,<br />
KOEK. jen, of zij moesten op de onderscheidene<br />
wegen, welken elk van hun<br />
daartoe infloeg, e ] k a n d e r z b m t i j d s h i n_<br />
derhjk zijn. Beiden hadden elkander<br />
op het pad des roems en bij den<br />
troon ontmoet; beiden ontmoetten elkander<br />
weder in de Republiek, waar<br />
zij naar denzelfden prijs, namelijk de<br />
gunst van hunne medeburgers, dongen.<br />
Karakters, welke zo zeer tegen elkander<br />
gekant waren moesten zig vaak van<br />
elkander fcheiden, maar de kragtige<br />
overecnfl-emming van den nood bran<br />
hen even zo ras weder bijeen. Elk<br />
hunner was onontbeerlijk voor den<br />
mder , en de behoefte lcide tusfehen<br />
leze twe menfchen enen band, welken<br />
i urn hart niet zoude gelegd hebben (*)<br />
Jog juist op deze ongelijkheid hun-<br />
| te? gemoederen grondde dc Landvoogdes<br />
haar plan; en gelukte het haar,<br />
ezen te fcheiden, zo had zij te*<br />
ens den gehelen Nederlandfchen Adel<br />
i twee partijen verdeeld. Door ge<br />
f denken en kleine oplettendheden,<br />
V /aarmede zij deze beiden bij uitflui-<br />
t: ng vereerde, zogt zij den nijd en<br />
h et wantrouwen der overigen tegen<br />
h in gaande te maken; en terwijl zij<br />
& 31 Grave van Egmond enen voor-<br />
rr ng boven den Prins van Oranje<br />
fc heen te geven , hoopte zij zijne<br />
(*) BüRGUND. 45. ?TRA»A S3. $4.
NEDERLANDEN. l§o<br />
trou bij den laatstgenoemden verdagt II.<br />
te maken. Het geval wilde , dat SOEK,<br />
zij juist omtrent dezen tijd enen buiteno-ewonen<br />
Gezant naar Frankfort, ter<br />
verkiezing van enen Roomfchen Koning,<br />
moest zenden; hiertoe verkoos zij den<br />
Hertog van Aarfchot, den openbaren<br />
vijand van den Prins, om in hem<br />
als 't ware een voorbeeld te geven,<br />
'hoe luisterrijk men den haat tegen<br />
den laatstgenoemden beloonde.<br />
De aanhang van Oranje had, in plaats<br />
van enige vermindering te lijden, een<br />
gewigtige aanwinst gekregen, in den<br />
Graaf van Hoorn , die als Admiraal<br />
van de Nederlandfche Zee-magt den<br />
Koning naar Biscayen had verzeld<br />
cn tans weder zitting in den Raad<br />
van State had genomen. De onrustige<br />
Republiekeinfche geest van HOORN<br />
kwam de ftoute ontwerpen van ORAN<br />
TE cn EGMOND te ge moet, cn weldra<br />
vormde zig tusfehen deze drie<br />
vrienden een gedugt Dricmanfchap, dat<br />
de Koninglijke magt in dc Nederlanden<br />
aan 't wankelen bragt, maar aie<br />
op dezelfde wijze voor alle drie ein<br />
digde.<br />
Intusfchen was ook MONTIGNI<br />
van zijn Gezantfchap terug gekomen ><br />
en bragt<br />
gunftigfte<br />
den Raad van State d<br />
gevoelens van den Konin: j<br />
r<br />
mede. Maar dc Prins van Ofanj<br />
had door een geheim kanaal tijdinge<br />
i<br />
uit Madrid ontvangen , die veel mee<br />
f
Ii<br />
JiOEK.<br />
190 DE AFVAL DER<br />
geloof verdienden, en dat berigt geheel<br />
tcgenfpraken. Hierdoor werd hij 011derrigt<br />
van aile de kwade treken , welken<br />
G R A N V E L L E hem en zijne vrienden<br />
aan het Hof gefpceld had, en<br />
de hatelijke benamingen, waarmede<br />
het gedrag van den Nederlandfchen<br />
Adel beftempeid wierd. '£ r was geen<br />
hulp voor handen, zolang deze Staatsdienaar<br />
niet buiten bewind was cr e-<br />
i , V-,,<br />
d i t o n t<br />
werp, hoe ftout<br />
I<br />
•(<br />
l<br />
i<br />
t<br />
t<br />
X<br />
V<br />
V<br />
O<br />
te<br />
&<br />
en<br />
hachelijk hetzelve ook fcheen te zijn,<br />
hield hem tans geheel bezig. 'Er<br />
werd tusfehen hem cn de Graven<br />
ran Hoorn en Egmond befloten, op<br />
iaam van den gehelen Adel enen airemenen<br />
brief aan den Koning afevrtardigcn,<br />
den Staatsdienaar daarin<br />
litdrukkelijk aanteklagen , en ten<br />
lerkften op deszelfs verwijdering aandringen.<br />
De Hertog van Aarfchot<br />
nen deze voorflag door den Graaf<br />
an Egmond werd medegedeeld, ver»<br />
nerp denzelven , met de trotfche<br />
srkkriHg, ' dat hij niet gezind was<br />
M<br />
n<br />
zig<br />
te<br />
van<br />
laten<br />
Egmond of Oranje wet-<br />
voorfchrijven ; dat hij<br />
Vi >or zig niets tegen G R A N V E L L E<br />
h:<br />
te<br />
K<br />
zi<br />
g c<br />
id meebrengen, en dat het buindicn<br />
zeer vermetel zoude zijn den<br />
oning voortefchrijven , wat hij met<br />
ne Dienaars moest doen. Een foorthjk<br />
antwoord ontving<br />
de n Graaf van Aremberg.<br />
Oranje van<br />
Het zij nu<br />
da t het zaad van wantrouwen, door
N E D E R L A N D E N . IQ*<br />
de Landvoogdes tusfehen den Adel<br />
gezaaid, reeds wortelen had gefchofen,<br />
of dat de vrees voor de magt<br />
van' den Staatsdienaar zwaarder woog,<br />
dan de afkeer van zijn beltuur, zeker<br />
is het dat de gehele Adel befchroomd<br />
en zonder te befluiten op dezen voorflag<br />
terug week. Deze mislukte verwagtwe<br />
floeg nogtans hunnen moed niet<br />
ter°neder: de brief werd gefchrevcn, en<br />
door hun alle drie ondertekend ( ).<br />
GRANVELLE komt daar in voor<br />
als de eerfte oorzaak van alle bewegingen<br />
in de Nederlanden. Zij verklaren<br />
, dat, zolang de hoogfte magt<br />
in zo fchuldige handen was, zij met<br />
in Haat waren , om de Natie en<br />
den Koning met vrugt te dienen.<br />
Daarentegen zoude alles weder in de vo-<br />
ÏVTQ ruste komen, alle tegenftand ophouden,<br />
en het volk weder liefde<br />
voor de Regering krijgen, zodra zij BOEK.<br />
ne Majefteit goedvond dezen man het<br />
roer van ftaat uit de handen te nemen.<br />
Ia dat geval, voegden zij ei<br />
bij , zoude het hun noch aan invloed,<br />
noch aan ijver haperen, om het ge<br />
zag des Konings, en de zuiverheu<br />
des Geloofs, die hun niet minde:<br />
hcü> waren, dan den Kardinaal GRAN<br />
VELLE, in deze Landen te handha<br />
ven (t)-<br />
C*) STRADA 85. 86.<br />
Cf) BURG. L. I. 67. HOPPER 3<<br />
STRADA 87. THUAN II. ^9-<br />
I<br />
m
ir.<br />
192 DÉ AFVAL DÉ li<br />
Hoe heimelijk deze brief ook wierd<br />
BOEK: algezonden , bekwam evenwel de Hertogin<br />
nog tijdig genoeg narigt daarvan<br />
, om de uitwerking, welke dezelve<br />
, tegen alle vermoeden , op<br />
s Konings gemoed misfchien maken<br />
konde, door enen anderen, dien zij<br />
m allerijl vooruit zond, te verijdelen.<br />
Enige maanden verliepen, voor<br />
dat het antwoord uit Madrid kwam<br />
opdagen. Dit was zagt, dog onbepaald.<br />
„ De Koning," dus luidde het,<br />
,-, was met gewoon zijne Staatsdienaars ^<br />
„ op de aanklagte van vijanden, onver-<br />
„ hoord te veroordelen. Zelfs de een-<br />
„ voudige natuurlijke billijkheid vorderde,<br />
i, dat de aanklagers van den Kardinaal van<br />
„ algemene befchuldigingcn tot enkelde<br />
bewijzen overgingen , en zo zij genen<br />
lust hadden om dit fchriftliik<br />
„ te doen, dan mogt één uit hun<br />
„ midden naar Spanje overkomen, waar<br />
,, bij met alle behoorlijke befcheidenheid<br />
zoude behandeld worden (*)"<br />
Behalvert dezen brief, welke aan alle<br />
drie tevens gerigt was, ontving<br />
EGMOND nog voor zig enen eio-enhandigen<br />
brief van den Koning, waarin<br />
deze te kennen gaf , dat het<br />
hem aangenaam zou zijn, in 't bijzonder<br />
pan hem onderrigt te worden omtrent<br />
(*) Vit: VIGL; T. U. 3 2. 33. GROT;<br />
!0. JiURGUND. 68.
NEDERLANDEN. 1&$<br />
ttent<br />
brief<br />
roerd.<br />
het gene in dien algemenen<br />
ÏT.<br />
flegts oppervlakkig was aange- .<br />
OËK;<br />
Ook Was aan de Landvoog-..<br />
desfe ftiptlijk voorgefchreven, wat zij aan "<br />
alle drie tevens, en aan den Graaf<br />
van Egmond in 't bijzonder, moest<br />
antwoorden. De Koning kende zijne<br />
lieden. Hij wist, hoe gemaklijk men iet<br />
op den Graaf van Egmond kon verwinnen<br />
, wanneer men met hem alleen te<br />
doen had , daarom zogt hij hem naar<br />
Madrid te lokken , waar hij van het oog<br />
cn beftuur van een meer verlicht hoofd<br />
verwijderd was. Hij wist, dat men van<br />
dit karacïer meer kon verkrijgen , wanneer<br />
men hem liet zien , dat men meer<br />
van hem vcrwagtte ; daaröm keerde hij<br />
zier in 't bijzonder tot hem. Naardien<br />
hij hem met dit vleiende bewijs van vertrouwen<br />
boven zijne beide vrienden onderfchcidde<br />
, maakte hij de betrekkingen<br />
ongelijk., waarin zij alle drie tot den<br />
troon ftonden. Hoe konden Zij nu zig<br />
lang met gelijken • ijver tot het zelfde<br />
doel vereënigen , daar hunne drangredcnen<br />
hiertoe . niet meer de zelfde bleven ?<br />
De waakfitamheid van ORANJE verijdelde,<br />
'c is waar, voor deze reis dit plan;<br />
maar het gevolg van deze gefchiedenis<br />
zal doen zien , dat het zaad, welk hier<br />
geftrooid werd, niet geheel was veriaren<br />
gegaan. (*)<br />
(*) STRADA. 88;<br />
I. D U L , N
ï94 DE AFVAL DElt<br />
II. De drie verbondene vrienden namerl<br />
I! O E K. in 's Konings antwoord geen genoegen<br />
, en waagden het ene twede<br />
proef te nemen. „ Het had hun", fchrevcn<br />
zij, „ niet weinig bevreemd , dat<br />
„ zijne Majefteit hunne voorftellen zo<br />
„ luttel aandagts had waardig gekeurd.<br />
,-, Niet als aanklagers van den Staatsdie-<br />
„ naar, maar als Raden van zijne Maje-<br />
„ fteit, wier pligt het was, hunnen<br />
„ Heer van den toeftand zijner Staten te<br />
„ onderrigten , hadden zij dien brief aan<br />
„ hem gefchi'even. Het was hun niet te<br />
„ doen , om den Staatsdienaar ongeluk-<br />
„ kig te maken : veeleer zouden zij met<br />
„ vermaak hem aan elk ander oord<br />
>, der Wereld , buiten de Nederlanden ,<br />
„ vergenoegd cn gelukkig zien. Dog<br />
„ daarvan waren zij volkomen overtuigd ,<br />
„ dat de tegenwoordigheid van dezen<br />
„ Staatsdienaar met de algemene rust volftrekt<br />
onbellaanbaar was. De tegen-<br />
,, woordige gevaarlijke toeftand des Va-<br />
, derlands liet genen hunner toe hetzelve<br />
i, te verlaten, en om G R A N V E L L E ' S wil<br />
, een verre reis naar Spanje te doen.<br />
, Bijaldien derhalven zijne Majesteit niet<br />
, goedvond huu fchriftelijk verzoek aan-<br />
, tpnemen ,• verzogten zij voordaan ver-<br />
i , 1'choond te zijn van de Vergadering biji<br />
, tewonen, waar zij flegts het verdriet<br />
J , hadden van den Staatsdienaar aante-<br />
1 , treffen, buiten ftaat om of den Ko.<br />
i , ning, of den Lande van enig nut te<br />
, zijn, en dus veragtelijk jn hunne eigene<br />
i
NEDERLANDEN. *95"<br />
ij offen waren. Ten bëfluke vcrzogten zij,<br />
H dat zijne Majefteit hunne onopgefmukte<br />
ft eenvoudigheid een beste moge nemen ,<br />
„ naardien "luiden van hun flag meer prijs<br />
, daarop ftelden, om regt te handelen ,<br />
?<br />
„ dan om iierlijk te ipreektn. (*)" Dit was<br />
ook de inhoud eens bijzonderen briefs van<br />
E G M O N D , waarin hij voer den brief<br />
van -s Konings hand zijnen dank betuigde.<br />
Op dit twede fchrijven kwam tot<br />
antwoord: „ Men zoude hunne voorftellen<br />
„ in overweging nemen \ inmiddels ver-<br />
9, zogt men, dat zij mogten voordgaan de<br />
„ Vergaderingen van den Raad van Staten<br />
als voorheen bij te wonen."<br />
" Het bleek duidelijk , dat de Koning in<br />
't minste niet gezind was om hun verzoek<br />
ïntewilligen ; "hierom bleven zij ook van<br />
nu af uit de Vergadering, en ve nokken<br />
zelfs uit Brusfel. Op ccne wettige<br />
wijze den Staatsdienaar te verwijderen ,<br />
was hun niet gelukt \ zij beproefden dit<br />
nu op ene andere manier, waarvan beter<br />
gevolg te wagten was. Bij alle gelegenheden<br />
bewezen zij cn hun aanhang<br />
hein in 't openbaar die vcragting, welke<br />
zij voor hem gevoelden , en wisten alles<br />
, wat hij ondernam, belachlijk te maken.<br />
Door die vernederende behandeling<br />
hoopten zij den hoogmoed van dezen<br />
Priester te kwellen , en van zijne gekwetfte<br />
eigenliefde misfehien dat gene te verwer-<br />
(*-) Vit» vi*L. T. Kt 34- 3?.<br />
ffr<br />
B O K £
II.<br />
HOEK.<br />
EfE AFVAL DER.<br />
ven , wat hun door andere middelen<br />
mislukt was. Zij bereikten dit oogmerk<br />
. wel niet, maar het middel , door hun<br />
uitgedagt, bragt tog eindelijk den Staatsdienaar<br />
ten val.<br />
De ftemme des Volks liet zig luider<br />
tegen hem horen , zodra men vernam ,<br />
dat hij de agting van den Adel verloren<br />
had , cn dat mannen, welken men gewoon<br />
was blindeling na te volgen, in.<br />
de veragting vart dezen Staatsdienaar voorgingen.<br />
De lage manier, waarop de<br />
Adel hem behandelde, wijdde hem , om<br />
zo te ipreken , aan de algemene veragting<br />
, en gaf den laster, die zelfs het<br />
heilige niet verfchoont, volmagt om zijn eer<br />
aantetasten. De verandering in het<br />
Kerkelijke beftuur, de hoofdklagte der<br />
Natie , had den t grond, gelegd tot zijn<br />
geluk: dit was een misdaad, waarvoor gene<br />
verfchoning gevonden kon worden. Het<br />
algemene misnoegen zogt zig in haat tegen<br />
hem te ontlasten , en alle geheime en<br />
openbare lijders kwamen aan deze algemene<br />
bron te zamen. Elk nieuw<br />
fchoufpel van ftrafoefening , waarmede<br />
de Inquifitie maar arte mild was,<br />
hield den haat tegen hem in ene vcrfchrikkelijke<br />
werking, en eindelijk werden<br />
alle rampen, ook die hunnen oorfprong<br />
aan oude herkomens en gewoonten verfchuldigd<br />
waren , op zyn reekening gefteld.<br />
Vreemdeling in een Land , waar hij met geweld<br />
was ingedrongen ; alleen, onder<br />
duizenden van vijanden ; van alle zijne<br />
werktuigen onzeker," van den afwezi-
NEDERLANDEN. *S7<br />
gen Vorst flegts met enen zwakken Ha<br />
arm onderfteund; met de Natie , wel BOEK.<br />
ke hij moest gewinnen , door louter<br />
trouloze leden verbonden ; alleen menfchen<br />
, wier hoogfte belang het_ was ,<br />
zfme daden te vcrvalfchcn — en eindelijk<br />
toegevoegd aan ene Vrou, die den last van<br />
den algemenen vloek niet met hem delen<br />
konde, ftond hij daar, blootgefteld<br />
aan den moedwil, den ondank, de<br />
partij zugt , den nijd , en aan alle drft-<br />
•ten van een tomeloos ,, losgelaten<br />
volk; een voorbeeld, dat in de Gefchiedenis<br />
nog niet vertoond was, Het<br />
is aanracréenswaaidig , dat de haat s<br />
«hen hij zig op den hals haalde , de<br />
hefchuldigingen verre overtreft, welke<br />
tegen hem konden ingebragt worden;<br />
dat het voor zijn befchuldigers zwaar, ja<br />
onmogelijk was, door enkclde bewijzen<br />
het vonnis van veroordeling te regtvaardigen<br />
, 't welk algemeen over hen I<br />
geveld werd. Voor en na hem fleepw<br />
de dweperij hare offers naar het al<br />
taar; voor en na hem ftroomde bur<br />
gerbloed, werden de regten der men<br />
fchen met voeten getreden , en vee 1<br />
jammes aangeregt. Onder KAREL DEI l<br />
VIJFDEN had de dwingelandij door har<br />
nieuwheid gevoeliger<br />
onder den Hertog van<br />
tot enen veel hoger<br />
moeten treffen j<br />
ALBA werd zj |<br />
trap van onm<br />
tuurlijkhcid gebragt , zo dat het bf<br />
ftuur van GRANVELLE, m vergel!<br />
Jting van dat zijns opvolgers ,<br />
N 3<br />
nc g
II.<br />
BOEK.<br />
19$ D E A F V A L D E K<br />
genadig was ; en egter vinden wijnergens,<br />
dar de luiden van dien tijd<br />
de perfoonlijke verbittering en veragting<br />
in 't openbaar tegen dezen laat.<br />
ften zo ver gedreven hebben , als zij<br />
zig tegen deszelfs Voorzaat véroorloofden.<br />
Om zijne lage geboorte door den<br />
glans van hoger aanzien te bedekken,<br />
en hem door enen verhevenor ftand<br />
veelligt ook tegen den moedwil zijner,<br />
vijanden te befchutten, had dc Landvoogdes<br />
te Rome bewerkt, dat hij<br />
met het 'Kardinaals purper bekleed<br />
wierd; maar juist die zelfde waardigheid<br />
, welke hem naauwcr aan het<br />
Roomfche Hof verbond, maakte hem<br />
des te meer vreemdeling in de Nederlanden.<br />
' Dit purper was een nieuwe<br />
misdaad te Brusfel , en een gehate<br />
dragt, welke als 't ware openlijk<br />
de beweeggronden aan den dag leide,'<br />
volgens welke hij in 't vervolg ftond<br />
te handelen. Noch zijn eerwaardige<br />
rang, welke alleen vaak den fchendigften<br />
booswigt heilig maakt; noch zijne<br />
hoge bedieningen ; noch zijne agtingswaardige<br />
talenten; zelfs niet eens<br />
zijn gedugt vermogen , dat zig dagelijks<br />
door zo bloedige proeven liet zien ,<br />
waren in ftaat om hem tegen fmadelykc<br />
beledigingen te beveiligen. Schrik en fpefci<br />
terny, het vreeslijke en het belachelijke,<br />
waren in zijn voorbeeld, op enq
NEDERLANDEN. l')Q,<br />
©nnatuurlijke wijze verenigd (*). Hatelijke<br />
gèrugten brandmerkten zijne eer;<br />
men tijgde hem moorddadige aanflagen<br />
aan tegen het leven van EG<br />
MOND en ORANJE : het ongelooflijkfte<br />
vond geloof; de fehrikkelijkfte.<br />
dingen , wanneer ze hem golden,<br />
baarden gene verwondering meer. De<br />
Natie was reeds tot dien trap van<br />
verwildering gekomen , waardoor de<br />
tegenftrijdigfte aandoeningen elkander<br />
verdragen ,' cn de fijne fcheidlijncn van<br />
betamelijkheid cn redelijkheid vernietigd<br />
worden. Dit geloof aan buitengewone<br />
misdrijven is meest altoos een<br />
C *) De Adel liet , op het voorbeeld<br />
des Grr.ven van E G M O N D , hunne bedienden<br />
een gemene liverei dragen, wierop eéï<br />
zotskap gedikt was. Geheel Brusfel verklaarde<br />
dien voor den Kardinaals - hoed , er<br />
elke verfchijning van zodanige bediender<br />
gaf nieuwe ftof tot gelach. Deze z.otskaj<br />
werd naderhand , om dat het Hof zij<br />
daaraan ergerde , in enen bondel pijlen ver<br />
anderd : een toevallige fpotternij, die eet BOEK<br />
zeer ernftig einde nam, en waaruit wa;r<br />
fchijnlijk het wapen Y?D de Republiek ge<br />
boren b. {fita VIGL. T. IL 35 THÜAN<br />
489.) Het aanzien des Kardinaals zon]<br />
eindelijk tot die laagte, dat men hem open<br />
lijk een fpotprent in de hand ftak, welkhem<br />
vertoonde, zittende op eieren , waarui<br />
Bisfchoppen werden uitgebroed. Boven hen<br />
zweefde een Duivel, met dit omichrift<br />
Deze is mijn Zoon , hoort hem",<br />
N 4<br />
V<br />
li.
BOEK.<br />
2oO DE A F V A L D E R<br />
gewisfe voorbode van derzelver nabij<br />
zijnde verfchijning (* ).<br />
Dog in dat zelfde zeldfame lot van<br />
dezen man vindr men te gelijk iets<br />
groots, iets verhevens, dat den onpartijdigen<br />
befchouwer vermaak en,<br />
verwondering baart.' Hij ziet hier ene<br />
Natie, die, door genen fchijn verbünd,<br />
door gene vrees teruggehouden, ftand'<br />
vastig, onverbiddelijk V en zander affpraak<br />
eenftemmig, het misdrijf Üraft,<br />
dat door de gewelddadige "invoeringvan<br />
dezen vreemdeling ' tegen hare<br />
waardigheid begaan was. Eeuwig onvermengd,<br />
en eeuwig alleen, zien wij<br />
hem , gelijk een vreemd, tegenftrijlig<br />
lighaam, over de oppervlakte zyve-<br />
/en, welke weigert hein aantencmen.<br />
£elfs de fterke hand van den Vorst,<br />
lie zijn vriend en befchermer is , be-<br />
*mdt zig onvermogend om hem tegen<br />
len wil der Natie te behouden, 'nu<br />
leze eenmaal beflotcn heeft hem te<br />
•erfioten. Hare ftem is' zo verfehrikelijk,<br />
dat zelfs het eigenbelang zijen<br />
gewisfen buit veragt; dat zijne<br />
weldaden gefchuwd worden , als vrugsn<br />
van enen vervloekten boom. Geik<br />
een vergiftige, lugt, hegt de<br />
:hande. der algemene verfoeijing op<br />
era. De dankbaarheid oordeek zig<br />
an hare pligcen jegens hem onrilagen;<br />
ijne aanhangers mijden hem , zijne<br />
i C) HOPPER, L. I. 35.
NEDERLANDEN. 201<br />
vrienden zijn tot zwijgen gebragt. Zo<br />
vreeslijk wreekte het volk zijne<br />
Edelen en zijne gekwetfte hoogheid aan<br />
den grootftcn Vorst van den aardbodem.<br />
De Gefchiedenis heeft dit zonderlinge<br />
voorbeeld flegts een enkelde keer<br />
in den Kardinaal MAZARIN herhaald,<br />
maar het was naar den geest_ van beide<br />
tijden en Natiën verfcheiden. De<br />
ppperfte Magt kon genen van beiden<br />
tegen de befpotting beveiligen \ dog<br />
Fiankrijk gevoelde verligting , als het<br />
om zijnen Pantalon lachte , daar de<br />
Nederlanden door het gelach tot op-<br />
Hand werden gebragt. Het eerfte zag<br />
zig uit ene langdurige flavernij, _ onder<br />
het beftuur van RICHELIEU, in ene<br />
plotfelijke ongewone vrijheid gefteld:<br />
de laatften gingen uit ene lange cr<br />
aangeborene vrijheid in ene ongewone<br />
flavernij over: het was natuurlijk, da<br />
le 1'ronde (*) weder in on denver<br />
«hg , en de Nederlandfche onlusten ii l<br />
llcpublicksgezinde vrijheids - ijver eindig<br />
len. De opftand der Parijzcnaars wa<br />
;en vrugt der armoede ; uitgelaten ><br />
naar niet dapper; baldadig zonde<br />
r<br />
•;ragt; onedel cn laag, gelijk de bron<br />
J<br />
waaruit hij voortvloeide. Het morrci 1<br />
der Nederlanderen was de trotfche ei ï<br />
vermogende ftem des rijkdoms. Moed<br />
wil en honger bezielden de eerften<br />
(*) Dus noemt men die partij der Parijfenasri<br />
\Yflke zich tegen den Kardinaal MAZARIN ve<br />
konden had.<br />
N 5<br />
II.<br />
B O E R<br />
\
202 DE AFVAL DER<br />
II. wraak , bezittingen, leven en GooV<br />
BOEK . dienst de laatfien. Hebzugt was de<br />
- drijfveer vau MAZARIN; °hecrschzugt<br />
die van GRANVELLE. Gene was menfchelijk<br />
en zagt; deze ongevoelig en<br />
wreed. De Franfche Stadsdienaar zogt<br />
in dc genegenheid zijner Koninginne ene<br />
toevlugt tegen den haat der Groten en,<br />
de woede des Volks ; de Nederlandfche<br />
Staatsdienaar tartte den haat van<br />
een gehele Natie, om énen te behagen.<br />
Tegen MAZARIN waren alleen<br />
Partijen en het Graan, dat door dezelven<br />
gewapend werd; tegen GRANVELLE<br />
de gehele Natie. Onder den eerften<br />
zogt het Parlement heimelijk tot een<br />
magt tc geraken , op welke het geen<br />
regt had; onder den laatfien {treed<br />
het voor een regtmatige magt, welke<br />
hij op een listige wijze poogde te vernietigen.<br />
Gene" had met de Prinfen<br />
van den bloede en de Pairs van het<br />
Rijk, gelijk deze met den inlandfchen<br />
Adel en de Standen te worftclen: maar<br />
daar de eerstgenoemden hunnen gemeden<br />
vijand, alleen daarom, den voet<br />
zogten te ligten, om zig zeiven in<br />
djne plaats te zetten, wilden de<br />
aatften de plaats zelve vernietigen,<br />
m een magt verbreken, die geen<br />
i mkeld<br />
i lebben.<br />
mensch alleen in handen moest<br />
Terwijl dit onder het volk omging,<br />
1 >egon ^ de Staatsdienaar aan het Hof<br />
r<br />
an de Landvoogdesfe te 'wankelen.
NEDERLANDEN. 3tf<br />
Dc herhaalde bezwaren over zijl*<br />
magt moesten haar tog eindelijk aan BOEK-<br />
't veriland gebragt hebben , hoe<br />
weinig men hare magt erkende. Dat<br />
men den Staatsdienaar , en met<br />
haar, zijne Gebiedercs, vreesde, mx>est<br />
hare trotschheid beledigen : de vloek<br />
zelfs, dien hij op zig laadde, moest<br />
haren nijd en hare ijvcrzugt gaande<br />
maken. Misfchicn was . zij ook wel<br />
bedugt, dat de algemene afkeer, welke<br />
hem betoond werd, tegen naar<br />
zelve irogt gekeerd worden, of dat<br />
zijn langduriger verblijf den geercigden<br />
opftand eindelijk mogt doen ïosberftcn.<br />
De lange verkering met hem , zijne<br />
onderrigting en zijn voorbeeld, hadden<br />
haar eindelijk in ftaat gefield,<br />
om zonder hem te regeren. _ Zijn gezag<br />
begon haar lastig te zijn, naarmate<br />
hij min noodzakelijk voor haai<br />
werd; cn zijne misflagen , voor wel<br />
ke hare gunst, dus verre, tot cel<br />
dekkleed had geftrekt, werden zigt<br />
baar, naarmate deze verkoelde. Zi<br />
was nu even zo zeer geneigd , on<br />
deze gebreken- optczocken , en ten breed<br />
ften ïmtcmeten, als zij voorheen gewees<br />
was om dezelve te bedekken. In deze z<<br />
ongunftige gclleldheid voor den Kardi<br />
naai , begor.ncn de menigvuldige e<br />
dringende vertogen des Adels eindelij<br />
ingang bij baar te vinden , 't welk des t<br />
gemakkelijker gefchiedde , daar zij tf<br />
Vens hare vrees daarin wisten te mei;
ÏL<br />
R O E K .<br />
-04 DE AFVAL DER<br />
gen. „ Men kon zig niet begrijpen",<br />
zeide onder anderen de Graaaf van E G <br />
M O N D , „dat de Koning, ten gevalle<br />
„ van énen mensch, die zelfs geen<br />
„ Nederlander was , en van wien men<br />
„ dus _ wist dat zijn geluk' met het<br />
„ welzijn dezer landen niets te doen<br />
„ had, alle zijne Nederlandfche onderda-<br />
„ nen konde laten lijden; ten gevalle<br />
„ van enen vreemdeling, dien zijne ge-<br />
„ boorte tot enen onderdaan des Kei-<br />
„ zers , zijn purper tot een fchepfel<br />
„ van het lloomfche Hof maakte. Hem<br />
„ alleen", voegde de Graaf 'er bij,<br />
„ had G R A N V E L L E het te danken ,<br />
„ dat hij zig nog onder de levenden<br />
„ bevond ; dog voortaan zoude hij deze<br />
zorg aan de Landvoogdcsfe overla-<br />
,, ten, en wilde hiermede haar gewaar-<br />
, fchuvvd hebben." Dewijl het grootfte<br />
ledeelte van den Adel, uit verdriet<br />
jver de minagting, welke hun daar<br />
setoond werd , van tijd tot tijd uit de<br />
vergadering van den Raad van State<br />
I e rug bleef, verloor het willekeurige<br />
redrag des Staats-dienaars ook nog den<br />
i<br />
j aatflen Republiekfchen fchijn , welke het-<br />
:elve tot hier verzagt had, en de le-<br />
( ligheid in den Raad ffelde zijne trot-<br />
i che hcerfchappij in hare volle hatelijk-<br />
1 leid ten toon. De Landvoogdes on-<br />
( iervond nu , dat zij enen Heer boven<br />
2 ig had, en van dit ogenblik af was<br />
C e verwijdering van den Staatsdienaar<br />
efloten» Zij vaardigde ten dien einde<br />
\
NEDERLANDEN. 205<br />
haren Geheim - fchrijver , THOMAS AR II.<br />
M E N TE ROS, naar Spanje af, om den BOEK<br />
Koning van alles , wat den Kardinaal<br />
betrof, te onderrigten , hem aile die<br />
duidelijke verklaringen van den Adel<br />
voorteleggen , en op deze wijze hem<br />
wit zig zeiven het befluit tot deszelfs<br />
verwijdering te doen nemen. Het gene<br />
zij in haren brief niet durfde vertrouwen<br />
, Was ARMENTEROS gelast , Op<br />
ene bekwame manier te laten invloeien,<br />
in het mondelijk berigt , 't welk de<br />
Koning waarfchijnelijk van hem zoude<br />
vragen. ARMENTEROS volvoerde zijnen<br />
last met alle bekwaamheid van<br />
enen volmaakten Hoveling; doch, een<br />
mondgefprek van vier uren, kon het<br />
werk van vele jaren, de goede gedagten<br />
van FILIPS aangaande zijnen Dienaar<br />
, in zijn gemoed niet omver floten.<br />
Langen tijd ging deze Vorst met<br />
de flaatkunde en zijn vooroordeel te rade,<br />
tot dat eindelijk GRANVELLE zelf<br />
zijn dralend befluit te gemoet kwam,<br />
en uit zig zeiven zijn ontflag verzogt,<br />
welk hij vreesde niet langer te kunnen<br />
ontgaan. Het geen de haat der gehele<br />
Nederlandfche Natie niet vermogt had,<br />
werd door de vcragtelijke behandeling<br />
des Adels uitgewerkt; hij kreeg eindelijk<br />
tegenzin in ene magt, welke<br />
niet meer gevreesd werd , en hem<br />
meer aan fchandc, dan aan nijd<br />
blootflelde. Veelligt was hij, gelijk<br />
zommigen gemeend hebben, bedugt
II.<br />
BOEK.<br />
aoö DE AFVAL DER<br />
voor zijn leven , dat zekerlijk met een mee?<br />
dan ingebeeld gevaar gedreigd werd ; veelligt<br />
wilde hij zijn ontflag liever ónder<br />
den naam van een gefchenk , dan als<br />
een bevel van den Koning ontvangen,<br />
en zijnen val , die onvermijdelijk was, naar<br />
het voorbeeld van enen beroemden Romein,<br />
met eer doen. FILIPS zelf, wilde,<br />
zo het fchijnt, den Nederlanderen liever<br />
tans grootmoedig ene | bede toeftaan,<br />
dan dezelve naderhand als ene eisch<br />
afgeven , en met enen flap, waartoe<br />
de nood hem dwong, ten minften nog<br />
dank bij hun verdienen. Zijne vrees<br />
won het van zijne eigenzinnigheid, cn<br />
de voorzigtigheid zegepraalde over zijnen<br />
hoogmoed.<br />
GRANVELLE behoefde geen ogenblik<br />
te twijfelen, hoe het befluit des<br />
Konings was uitgevallen. Weinige dagen<br />
na de terugkomst van ARMENTEROS<br />
zag hij het ontzag cn de vleierij verdwijnen<br />
van de weinige gezigten , die<br />
hem tot dus verre nog dienstvaardig<br />
hadden toegelachen ; het laatfte kleine<br />
hoopjen van • baatzoekende ögendienaars<br />
verliet zijnen perfoon ; zijn dorpel werd<br />
verlaten ; hij zag, dat de vrugtbaarmakende<br />
warmte hem begeven had.<br />
De laster, die hem gedurende zijn gehele<br />
beftuur zo mishandeld had , verfchoonde<br />
hem ook niet in het ogenblik<br />
, toen hij het zelve hederleide.<br />
Men durft beweren, dat hij kort te
NEDERLANDEN. 207<br />
Voren , eer hij van zijne bediening afihmd<br />
deed, gcwcnscht zoude hebben<br />
zig mee ORANJE cn EGMOND te<br />
verzoenen , en zelfs aangeboden _ hebben<br />
, bij aldicn hij tot dien prijs op<br />
hunne vergiffenis hopen mogt, enen<br />
knieval voor hun te doen (*> Het<br />
is laag en vcragtelijk, de gedagtems<br />
* van cenen meer dan gentenen man met<br />
zulk een voorgeven te bezwalken ; maar<br />
het is nog veragteiijker en lager hetzelve<br />
aan de n'akomclingfchap overteleveren.<br />
G R A N V E L L E onderwierp zig<br />
aan 's Konings bevel met ene betamelijke<br />
gelatenheid. Reeds ccnigc maanden<br />
te voren had hij naar Spanje aan<br />
den Hertog van A L B A gefchrevcn , dat<br />
deze hem , in gevalle hij de Nederlanden<br />
ruimen moest, ene wijkplaats<br />
te Madrid wilde gereed maken. Langen<br />
tijd ftond ALBA in overweging,<br />
of het raadïir.m ware, cr.cn zo gevaarlijken<br />
mededinger van 's Konings gunst<br />
bij zig te nemen, of enen zo gewigtigen<br />
vriend, een zo kostelijk werktuig<br />
°van zijnen ouden haat tegen de<br />
Nederlandfche Groten , afcewijzen. De<br />
wraak zegepraalde over zijné vrees, en<br />
hij onderllcundc nadrukkelijk de bclangei<br />
van GRANVELLE bij den Koning. Maai<br />
zijn aangewende dienst bleef vrugteloos<br />
AR ME NT EROS had den Koning overtuigd<br />
CO REI DAN. 4.<br />
II.<br />
BOEK.
II.<br />
BOEK<br />
sa>3 DE AFVAL DER<br />
dat het verblijf van dezen Staatsdienaar<br />
te Madrid alle de bezwaren der<br />
• Nederlandfche Natie , waaraan men hem<br />
had opgeofferd, weder heviger zou doen<br />
opkomen , dewijl men voordaan de<br />
„ bron zelve, waarvan hij tot hiertoe<br />
„ de wateren flegts bedorven had ,<br />
„ door hem vergiftigd zoude agten." Hij<br />
werd dan naar het Graaffchap Bourgondic<br />
, zijn Vaderland, gezonden, waartoe<br />
zig juist een gefchikt voorvvendfel opdeed.<br />
De Kardinaal gaf aan zijn vertrek<br />
uit Brusfel den fchijn van een kleine<br />
reis, waarvan hij eerstdaags ftond terug<br />
te komen. Dog ten zelfden tijde<br />
kregen alle de leden van den Raad,<br />
welke zig onder zijn beftuur van de<br />
Vergadering hadden onthouden , bevel<br />
van 't Mof, om zig daar weder te<br />
laten vindem Offchoon nu deze laatfte<br />
omftandigheid zijne terugkomst in 't geheel<br />
niet waarfchijnlijk maakte , en men<br />
dezen vond flegts voor een armhartige<br />
trotschheid aanzag , floeg egter de verst<br />
afzijnde mogelijkheid van zijne wederkomst<br />
de vreugde zeer ter neder , welke<br />
over zijn vertrek gevierd werd. De<br />
Landvoogdes zelve fchijnt in twijffel te<br />
zijn geweest, wat zij van dit gerugt<br />
geloven moest, want zij vernieude in<br />
enen Brief aan den Koning alle voorftellen<br />
en redenenen , welke hem te<br />
rug moesten houden, om dezen Staatsdienaar<br />
te laten wederkomen. GRAN<br />
VELLE zelf zogt in zijne Briefwisfe-<br />
ling
NEDERLANDEN. Sfi^<br />
Kng mee BARLAIMONT en VIGLIUS n.<br />
dit gerugt levendig te houden, cn zij BOEK;<br />
ne vijanden ten minften nog door ijdele<br />
dromen te verfchrikken , daar hij<br />
hen door zijne tegenwoordigheid niet<br />
meer kon plagen. Ook was de vrees<br />
voor den invloed van dezen man zo<br />
buiten mate groot, dat men hem eindelijk<br />
ook uit zijn eigen Vaderland<br />
verjaagde even als of deze reuzengedaante<br />
, wanneer zij zo nabij de<br />
Nederlanden bleef, dc vrijheid der Natie<br />
nog met hare vervaarlyke fchaduwe<br />
zoude verflinden.<br />
Toen PIUS DE VIERDE gefiorven<br />
was, deed GRANVELLE een reis<br />
naar Rome , om de verkiezing van<br />
enen Paus bijtcwonen , cn tevens aldaar<br />
enige zaken waartenemen voor zijnen<br />
Heer , wiens vertrouwen hij befiendig<br />
bleef behouden. Kort daarna maakte<br />
deze hem Onderkoning van Napels,<br />
xvaar hij bezweek voor de verleidingen<br />
van dat gewest, en enen geest , die<br />
door geen toeval had kunnen gebogen<br />
worden, door den wellust liet overmees :<br />
teren. Hij was twe-en zestig jaren oud,<br />
toen de Koning hem weder in Spanje<br />
deed komen , waar hij voordging dé<br />
Italiaanfche zaken met onbepaalde magt<br />
te bezorgen. Een fombere ouderdom,'<br />
en dc trotfche ingenomenheid met een<br />
zestigjarig bewind , maakten hem tot<br />
enen ftrengen en onbillijken regter over<br />
de gevoelens van anderen; tot enen 1<br />
I; DEEL. O
m<br />
SOEK.<br />
21© DE AFVAL DEK.<br />
flaaf van aangenomene inftellingen, en<br />
enen lastigen lofredenaar van vorige rijden.<br />
Maar de fiaatkunde van het einde<br />
der eeu was niet meer de fiaatkunde<br />
van derzelver aanvang. De jeugd van<br />
het nieuwe Ministerie werd ras enen<br />
zo gebiedenden Opziener moede , en<br />
FILIPS zelf begon enen Raadgever te<br />
fchuwen, die alleen zijns Vaders daden<br />
lofwaardig vond. Desniettegenftaande<br />
vertroude hij aan hem nog ten laatfien<br />
zijne Spaanfche landen, toen de<br />
verovering van Portugal hem naar Lisfabon<br />
riep. Hij ftierf' eindelijk op<br />
ene Italiaanfche reis te Mantua, in het<br />
drie-en zeventigfte jaar zijns ouderdoms,<br />
en in het volle genot van zijnen<br />
roem , nadat hij veertig jaren onafgebroken<br />
het vertrouwen van zijnen<br />
Koning bezeten , en , door ene<br />
verbindenis zonder voorbeeld, vrijheid<br />
en Vorftelijke gunst in zig verenigd<br />
had (*).<br />
GRANVELLE was gevallen, zo als<br />
geen gunflcling valt : niet om dat zijn<br />
kortftondig geluk uitgebloeid was; niet<br />
door den ligten wind van grilligheid ;<br />
neen , maar hij viel door de eendragt<br />
van eene verwonderlijke magt, door<br />
de vertoornde ftem ener ganfche Natie.<br />
Maar hoe was het mogelijk, dat<br />
een man, die het moeilijkfte fpeeltuig<br />
C*) STRADA Dec. I. L. HL IV. p. 88—p8.
NEDERLANDEN",'<br />
to kunftig behandeld had, zo ongelukkig<br />
op een veel gemaklijker fpeelde<br />
? Wist hij, die de waakfame agterdogt<br />
van enen fomberen Despoot<br />
had kunnen misleiden, geen middel<br />
om zich voor een vrolijk Volk te vermommen<br />
? Hoe hoger hij rijst door<br />
de verwonderlijke vriendfehap van enen<br />
Vorst, welke bij hem hare onbeftendigheid<br />
verleerde , des te meer vernedert<br />
het hem , dat hij deze Koninglijke<br />
vriendfehap blootftelde aan de<br />
fchande , om haar onvermogen voor<br />
de wereld openteleggen ; dat hij zijnen<br />
Koninglijken Befchermer noodzaakte,<br />
hem met afgekeerdeu aangezigte opteofferen.<br />
Terftond na het vertrek van den<br />
Staatsdienaar, zag men alle die gelukkige<br />
gevolgen, welke men zig van<br />
deszelfs verwijdering beloofd had. De<br />
misnoegde Heren namen weder zitting<br />
in den Raad van State , en met<br />
dubbelden ijver de zorg der ftaatsza»<br />
ken ter hand, om gene aanleiding<br />
te geven, dat men den afgezetten Dienaar<br />
terug verlangde , en om , door<br />
een gelukkig gevolg van het tegenwoordige<br />
beftuur, te tonen, dat men<br />
hem misfen konde. Het was ongemeen<br />
1564,<br />
druk bij de Landvoogdes. Allen beijverden<br />
zig om ftrijd , om elkander in<br />
bereidwilligheid, onderdanigheid en dienstvaardigheid<br />
te overtreffen : tot laat in<br />
den nagt werd het werk voortgezet t<br />
O a<br />
IT.<br />
BOEK»
II.<br />
SlOEK.<br />
Ï564.<br />
DE AFVAL DEK<br />
'er heerschte de gröotfte eendragt tusfehen<br />
de drie hoge Kollegiën , en de<br />
beste verftandhouding tusfehen het Hof<br />
en de Staten. Men kon van de goedhartigheid<br />
des Nederlandfchen Adels alles<br />
verkrijgen , zodra deszelfs eigenzinnigheid<br />
en hoogmoed door vertrouwen en<br />
inschikkelijkheid gevleid wierd. De Landvoogdes<br />
maakte zig de eerfte blijdfchap<br />
der Natie ten nutte , om haar<br />
de toeftemming in enige lasten , welke<br />
men van haar onder het vorige<br />
beduur niet had kunnen verkrijgen , afteperfen.<br />
De vermogende invloed van den<br />
Adel op het volk onderfleunde haar<br />
hierin op het kragtigfte , en weldra<br />
zag zij der Natie het geheim af, dat<br />
men flegts veel moest vragen , om altoos<br />
wat te krijgen. Zij zelve zag<br />
zig met blijdfehap van hare langdurige<br />
flavernij ontheven ; de onderlinge naijver<br />
van den Adel vcrligtte haar den last<br />
van het Staatsbeftuur, en deszelfs innemende<br />
onderdanigheid liet haar al het<br />
zoet van hare heerfchappije fmaken (*).<br />
GRANVELLE was nu gevallen, maar<br />
•zijn aanhang ftond nog. Zijne fiaatkunde<br />
leefde in zijne gunfteüngcn , welke<br />
hij in den Geheimen Raad en in den<br />
Raad der Geldmiddelen agter liet. De<br />
haat blaakte nog onder de partijen ,<br />
nadat het hoofd reeds lang verdreven<br />
(*) HOPPER 38. BURGUND. 78. jg.<br />
STRADA 95. 98. GROT. IJ.
NEDERLANDEN. 213<br />
was, en de namen van Oranje- en<br />
Koningsgczinden, van Patriotten en Kar- B<br />
dinaalsgezinden, gingen nog (leeds voord _<br />
den Raad te verdelen , cn het vuur<br />
van twedragt aan den gang te houden.<br />
VlGLIUS V A N ZUICHEM V A N AIJTTA,<br />
Prefident van den Geheimen Raad, lid<br />
van den Raad van State en Zegelbewaarder<br />
, werd tans voor den gewigtigftcn<br />
perfoon in den Raad, en<br />
voor' den fterkften fteun der Kroon aangezien.<br />
Deze verdienftelïjke grijsaart,<br />
dien wij enige kostbare bijdragen tot<br />
de Gefchiedenis van den Ncderlandfchen<br />
opftand te danken hebben , cn wiens<br />
vertroude briefwisfeling met zijne vrienden<br />
ons in het verhaal daarvan meermalen<br />
tot gids verftrekt heeft, was<br />
een der gröotfte Regtsgeleerden van zijnen<br />
tiid, tevens ook een Godgeleerde<br />
en Gecstlijke , en had reeds onder den<br />
Keizer de gewigtigfte amten bekleed.<br />
De omgang met de gcleerdfte mannen,<br />
op welke dat tijdperk mag roemen ,<br />
en aan wier hoofd zig E R A s M U S van<br />
Rotterdam bevond, gevoegd bij verfcheidene<br />
reizen , welken hij in 's Keizers<br />
gezclfehap gedaan had, hadden den kring<br />
zijner kundigheden en waarnemingen uitgebreid<br />
, en zijne grondbeginfels in vele<br />
opzigten boven zijne tijden verheven.<br />
De roem van zijne geleerdheid verbreidde<br />
zig door zijnen gehelen leeftijd, en<br />
heeft zijnen naam tot de nakomelingfchap<br />
overgebragt. Toen in 't jaar 1548<br />
O 3<br />
II.<br />
O EK.
DE AFVAL DER<br />
II. op den Rijksdag te Augsburg de ver<br />
BOEK eniging der Nederlanden met het Duit-<br />
, fche rijk zoude vastgefteld worden, zond<br />
KAREL DE VIJFDE dezen Staatsman derwaards<br />
, om voor de belangen der Provinciën<br />
optekomen, en het was voornamelijk<br />
zijne bekwaamheid, die de onderhandelingen<br />
ten voordele der Nederlanden<br />
beftuurde. Na 's Keizers dood<br />
was v i G L i u s bij uitflek de enige ,<br />
Welken FILIPS uit de nalatenfchap zijns<br />
Vaders ontving , en een van die weinigen<br />
, in welken' hij deszelfs nagedagtenis<br />
vereerde. Het geluk van GRAN<br />
VELLE , aan wien een vroege kennis<br />
hem verbonden had , verhief ook hem<br />
tevens; maar hij deelde niet in den<br />
val van zijnen Begunltiger, omdat hij<br />
niet in deszelfs heerschzugt en haat<br />
had gedeeld. Een twintigjarig verblijf<br />
in de Provinciën, alwaar de gewigtigfte<br />
zaken hem toevertroud geweest<br />
waren , de beproefdfte trouw jegens zijnen<br />
Vorst, en de ijverigfte verkleefdheid<br />
aan het Katholijkc geloof, maakten<br />
hem tot een voornaam werktuig der<br />
alleenheerfching in de Nederlanden (*).<br />
V i G L i u s was een Geleerde , maar<br />
geen Denker; een ervaien Staatsman,<br />
maar geen verlicht verftand ; en. hij bezat<br />
gene genoegfame fterkte van geest<br />
om de ketenen van vooroordeel, gelijk<br />
NEDERLANDEN. 215<br />
zijn vriend ERASMUS, te verbreken,<br />
en nog minder genoegfame flimheid om<br />
dezelve, gelijk zijn voorganger GRAN<br />
VELLE, aan zijn hartstogt dienstbaar<br />
te maken. Te zwak en te kleinmoedig<br />
om de ftoutere leiding van zijn eigén<br />
verftand te volgen, vertroude hij<br />
zig liever aan het gemaklijker pad<br />
des gewetens : een zaak was regt,<br />
zodra zij bij hem pligt was. Hij was<br />
een van die regtfchapene menfchen, welke<br />
voor de listigen onontbeerlijk zijn :<br />
het bedrog maakte ftaat op zijne eerlijkheid.<br />
Ene halve eeu later zoude hij<br />
enen onfterflijken naam van de vrijheid<br />
behaald hebben , welke hij nu holp onderdrukken.<br />
In den Geheimen Raad te<br />
Brusfel diende hij de dwingelandij ; in<br />
het Parlement te Londen, of jn de<br />
Vergadering van Holland, zou hij mis-<br />
fchien als THOMAS MORUS en OLDEN-<br />
BARNEVELD zijn geftorven.<br />
Enen niet min gedugten tegenpartijder.<br />
danviGLius, hadden de Patriotten aar<br />
BOEK.<br />
den Prefident van den Raad der Geldmiddelen,<br />
den Graaf van BARLAIMONT<br />
Weinig hebben ons de Gefehiedfchrij<br />
vers aangaande de verdienden en d<<br />
gevoelens van dezen man nagelaten; d<<br />
verblindende grootheid van zijnen Voor<br />
ganger, den Kardinaal GRANVELLE<br />
verdonkerde hem s nadat deze van he<br />
toneel was afgetreden, hield het over<br />
wigt van de tegenpartij hem onder<br />
maar ook flegts dat weinige,<br />
O 4<br />
wat w:<br />
i I i<br />
II.
P.E AFVAL DER.<br />
II. van hem aantreffen, verfprcidt een gun?<br />
2 0E K. ftig licht over zijn karakter. Meer dan<br />
-r eens • deed de Prins van Oranje, moeite<br />
om hem van den Kardinaal aftctrekken,<br />
en tot zijne partij overtehalen :. bewijs<br />
genoeg, dat deze op dien aanwinst<br />
enigen prijs frelde. Alle zijne pogingen<br />
daartoe mislukten hem :. een blijk<br />
dat hij met geen oubeftendig karakter<br />
te doen had. Meer dan eens zien wij<br />
hem, alleen, onder alle de leden van,<br />
den Raad , tegen de bovendrijvende<br />
partij opkomen, en het belang van de<br />
Kroon , dat reeds in gevaar was om opgeofferd<br />
te worden, tegen den algemenen<br />
aanval befchermen. Toen de Prins<br />
Van ^Oranje de Ridders van het Gulden<br />
Vlies ten zijnen huize vergaderd had ,<br />
om over de affchaffing der Inquifitie<br />
bij voorraad een befluit te nemen, was<br />
B A RL AIM ONT de- eerfte , die van het<br />
onwettige van dit gedrag repte , en de<br />
eerfte, die 'er de Landvoogdes kennis<br />
yan gaf. Enigen tijd daarna vraagde,<br />
de Prins hem , of de. Landvoogdes van<br />
die bijeenkomst wist? en BARLAIMONT<br />
aarfeldc geen ogenblik met hem de waarheid<br />
te. zeggen. Alle flappen, die wij van.<br />
hem ontdekken, tonen ons enen man<br />
die zig noch door voorbeeld , noch'<br />
door. menfehenvrees laat omzetten;, die<br />
met onvvankelbaren moed en onverwinnelijke<br />
ftandvastigheid aan die partij, welke<br />
hij eenmaal gekozen heeft, getrou, blijft;<br />
maar die tevens te trotsch en te wil-
NEDERLANDEN. 217<br />
lekcurig dagt, om ene andere , dan<br />
deze te kiezen (*).<br />
Behalven deze worden nog onder den<br />
aanhang des Konings te Brusfel genoemd<br />
de Hertog van AAR SCHOT; benevens de<br />
•Graven van MANSVELD, ME GEN, en<br />
AREMBERG, alle drie geboren Nederlanders,<br />
cn die dus met den gehelen Neder?<br />
aandl'chcn Adel, gelijk het fcheen, dezelfde<br />
redenen hadden, om de geestelijke<br />
dwingelandij en het eenhoofdige geweld<br />
in hun Vaderland tegen te gaan. Het<br />
tcgengeftelde van hun gedrag moet ons<br />
des te meer bevreemden, omdat wij<br />
hen met de voornaamfte leden der tegenpartij<br />
in betrekking van vriendfehap<br />
vinden, cn niets minder dan onverschillig<br />
omtrent 1 de gemene lasten des<br />
Vaderlands. Maar zij vonden in zig<br />
zclvcn geen vertrouwen, genen heldenmoed<br />
genoeg, om enen ongelijken ftrijd<br />
met ene zo veel magtiger partij te<br />
wagen. Uit bekrompen voorzigtigheid<br />
onderwierpen zij hun regtmatig misnoegen<br />
aan de wet der noodzaaklijkheid,<br />
en leiden hunne hoogmoed liever ene<br />
harde offerande op, dewijl hunne vertroetelde<br />
verwaandheid geen andere kor<br />
brengen. Tc overleggend en te wijs<br />
om het zekere goed , dat zij van de<br />
vrijwillige grootmoedigheid huns Herer<br />
reeds bezaten , van zijne regtvaardigheie I<br />
(*) STRADA 82. 83. BURGUND. 91<br />
'4 68. Vita VIGL. 40.<br />
O 5<br />
II.<br />
BOEK,
ai» DE AFVAL DER<br />
II. of vrees eerst te willen afdwingen, of<br />
BOEI :. een werkelijk geluk afteitaan , om de<br />
- fchaduwe van een ander te behouden<br />
, maakten zij zig veel liever het<br />
gunfh'ge ogenblik ten nutte, om voordeel<br />
te doen met hunne ftandvastigheid,<br />
welke tans bij den algemenen afval<br />
des Adels in prijs geftegen was. Weinig<br />
gevoel van waren roem hebbende,<br />
lieten zij hunne eerzugt beflisfen, welke<br />
partij zij kiezen zouden ; en kleine<br />
eerzugt bukt veel liever onder het harde<br />
juk van dwang, dan onder de zagte<br />
heerfchappij van enen fterken geest.<br />
Het was een klein gefchenk, wanneer<br />
zij zig aan den Prins van Oranje overgaven<br />
; maar de verbindenis met den<br />
Vorst maakte hen des te gedugter vijanden<br />
voor hem. Daar ging hun naam<br />
onder den talrijken aanhang en in den<br />
glans van hunnen mededinger verloren;<br />
aan de verlaten zijde van het Hof fchitterde<br />
hunne fehrale verdiende. Het gene<br />
den grootfïen hoop des Adels afvallig<br />
van de Kroon maakte , hield<br />
deze weinigen getrou. De eerden wilden<br />
gene wetten van enen Heer, de<br />
laatfien<br />
gen.<br />
niet van huns gelijken ontvan<br />
De huizen van Nasfau en Croi,<br />
tot welk laatfte de Hertog van Aarfchot<br />
behoorde , waren reeds federt<br />
verfcheidene regeringen elkanders mededingers<br />
naar aanzien en waardigheid geweest;<br />
en deze naijver had tusfehen
NEDERLANDEN. 219<br />
dezelven een oude familie-haat aangekweekt<br />
, welke door verdeeldheid in het j<br />
ftuk van Godsdienst ten laatfien onver- .<br />
zoenlijk werd. Het huis van Croi<br />
bezat federt ondenkelijke jaren bij uitftek<br />
den roem van Godsdienftigheid en Paapfche<br />
heiligheid ; de Graven van Nasfau<br />
hadden zig voor de nieuwe fekte<br />
verklaard. Reden genoeg, dat FTLIPS<br />
VAN CROI, Hertog van Aarfchot, de<br />
voorkeur gaf aan ene partij , die het<br />
meest tegen den Prins van Oranje gekant<br />
was. Het Hof verzuimde den<br />
fchonen kans niet, om uit dezen onderlingen<br />
haat zijn voordeel te trekken,<br />
en enen vijand van zo veel gewigt tegen<br />
het toenemend aanzien van het<br />
Nasfaufche huis te ftcllen. De Graven<br />
van Mansveld en Megen waren tot hiertoe<br />
de vertroudfte vrienden des Graven van<br />
Egmond geweest. Zij hadden ; te gelijk<br />
met hem hunne ftem tegen den Staatsdienaar<br />
opgeheven ^ te gelijk met hem<br />
de Inquifitie en de Plakaten bedreden ,<br />
en het in opregtheid met hem gehouden<br />
tot hier toe , tot op de uiterfte<br />
grenzen van hunnen pligt. Tans, op den<br />
fcheidweg van 't gevaar, gingen deze drie<br />
vrienden van elkander.- EGMOND'S onbezonnen<br />
'deugd fleepte hem onwederftandlijk<br />
voord , op het pad, dat ten<br />
verderve leidde ; zijne gewaarfchuwde<br />
vrienden begonnen nog ter goeder ure<br />
op ene goede terugkomst bedagt te zijn.<br />
s<br />
Er zijn ons nog brieven overgebleven,<br />
11<br />
1 O E IC.
TI.<br />
3SOEK.<br />
220 DE AFVAL DER<br />
die tusfehen den Graaf van Egmond<br />
en Mansveld gewisfeld zAjh , en die,<br />
lchoon in een later tijdvak gefchreven<br />
ons egter ene getrouwe fchilderij van<br />
hunne betrekkingen ten dien tijde opleve<br />
ren. „ Ben ik," antwoordde MANSVETD<br />
t i<br />
aan zijnen vriend, die hem vriendlijke<br />
yerwijtingen over zijnen afval tot de<br />
partn des Konings gedaan had, „ ben<br />
„ ik voormaals van oordeel gen-eest,<br />
dat de affehaffing der Inquifitie , de<br />
„ verzagting der Plakaten , en de ver-<br />
„ wijdenng van den Kardinaal GRAN-<br />
V E L L E , voor het algemeen welzijn<br />
, noodzakelijk waren, de Koning heeft<br />
J , aan dit ons verlangen reeds voldaan,<br />
5 , en de oorzaak onzer klagte is weg-<br />
» , genomen. Wij hebben reeds te veel<br />
5 , tegen den hoogmoed van den Vorst,<br />
3 , cn het gezag der Kerke ondernomen;<br />
J , het is, hoog tijd om intcpalmen,<br />
d a<br />
y - °P<br />
w<br />
i<br />
d e<br />
» Koning, wanneer hij<br />
9 i komt, met een .vrolijk gelaat, zon<br />
3' der angstvalligheid, ontmoeten kunnen.<br />
y<br />
Wat mij betreft, ik ben voor zijnen<br />
y<br />
toorn _ niet bevreesd ; gerustlijk durve<br />
yi<br />
ik mij op zijn bevel naar Spanje bege<br />
y<br />
ven , cn mijn vonnis van zijne regt-<br />
M<br />
vaardigheid en goedheid verwagten.<br />
y><br />
Ik zeg dit niet, als twijfelende , of<br />
•>•><br />
Graaf Egmond dat zelfde, van zig<br />
n<br />
zoude kunnen verzekeren ; dog Graaf<br />
•>•><br />
Egmond zal wèl doen , dat i hij de<br />
v><br />
ze zijne zekerheid meer en meer be-<br />
r><br />
vestige , en het vermoeden van zijne
NEDERLANDEN. WIJ<br />
r<br />
daden verwijdere. Verneme ik ," du; '• II.<br />
leidt het flot", ,, dat hij mijne ver • BOE K'.<br />
„ maningen ter harte neemt, zo blijf<br />
„ het bij' onze vriendfehap; maar zo niet<br />
dan voel. ik mij fterk genoeg, on<br />
„ alle menfchelijke betrekkingen aan mij<br />
,, nen pligt en mijne eer opteoffcren (_*).'<br />
De vermeerderde magt des Adels ftel<br />
de de Republiek bijna aan een grote r<br />
kwaad bloot, dan dat, welk zij doe r<br />
het verdrijven des Staatsdienaars pas om<br />
komen was. Door ene langdurige wee<br />
de verarmd, welke te gelijk hunne z<<br />
den bedorven had, en waarmede z<br />
reeds te gemeenfaam waren geworden •><br />
om haar nu eerst te laten varen , bi<br />
zweken zij voor de gevaarlijke gelegel ï-<br />
beid, om hunne heerfchende neigir g<br />
roetegeven , en den kwijnenden glai is<br />
van hun geluk weder te herftellcn. Ve r-<br />
kwisting bragt winzugt mede , en dc; :e<br />
den woeker. Geestelijke en wcreldlijl<br />
amten raakten veil; Ereposten , Prh i-<br />
legiën en Vrijbrieven werden aan de mee: it<br />
biedenden verkogt ; met de geregtighc id<br />
zelve werd handel gedreven. Wie do or<br />
den geheimen Raad veroordeeld wa ' •><br />
werd door den Raad van State wee er<br />
vrijgefproken ; wat de ene weigerd< :<br />
»<br />
was bij den anderen voor geld te vi :r-<br />
krijgen. Dc Raad van State wie rp<br />
naderhand wel de fchuld op de V ve<br />
andere Hoven , maar zijn eigen vo< >r-<br />
(*) STRADA I5pi
5.22 DE AFVAL DER<br />
II. beeld was het, waardoor deze aange.<br />
n o E K doken werden. De vindingrijke fchraapzugt<br />
opende nieuwe bronnen van gewin<br />
Leven, Vrijheid en Godsdienst<br />
werden, even als landerijen, voor vaste<br />
lommen verzekerd; voor goud waren<br />
moordenaars en kwaaddoeners vrij , en<br />
de Natie werd door de loterijen en<br />
lombaardtafelen bedolen. Zonder aanmerking<br />
van rang of verdiende, zag men<br />
de bedienden en afhangelingen der leden<br />
van den Raad van State, en der<br />
Provinciale Stadhouders tot de gewigtigfte<br />
bedieningen verheven. Wie iets<br />
bij 't Hof te verzoeken had, moest<br />
zig door de Stadhouders en hunne onderbedienden<br />
derwaards den weg banen.<br />
Generhande kunstgrepen van verleiding<br />
werden 'er gefpaard, om den Geheimfchrijver<br />
der Hertoginne , T HOM AS AR<br />
MEN TEROS, enen tot hiertoe onbefproken<br />
en eerlijken man, mede in deze<br />
ongeregeldheden te liepen. Door<br />
gemaakte betuigingen van genegenheid<br />
:n vriendfehap, wist men zig in zijn<br />
vertrouwen te dringen, en zijne grondseginfels<br />
door een los leven te onder-<br />
i nijnen. Het verderflijke voorbeeld dak<br />
:ijne zeden aan, en nieuwe behoeften<br />
icgepraalden over zijne voorheen on-<br />
J :reukbaare deugd. Nu werd hij blind<br />
oor misbruiken , waaraan hij mede-<br />
'Hgtig _ was , en fchoof een gordijn voor<br />
I<br />
c c misdrijven van anderen , om daar<br />
s gter tevens de zijnen te verbergen. Met
NEDERLANDEN. ftüS<br />
2ijne kennis cn medewerking beroofde<br />
men den Koninglijken fchat , en verijdelde<br />
de oogmerken der regering, door<br />
een (lege beftuur van hare hulpmiddelen.<br />
Ondertusichcn leefde dc Landvoogdes<br />
in enen zoeten waan van heerlchappij<br />
en werkfaamheid, welken de vleierij<br />
der Groten op ene kundige wijze<br />
wist te koesteren. De eerzugt der<br />
partijen fpeelde met het zwak ener<br />
vrouwe, en kogt haar ene wezenlijke<br />
magt af, voor die wezenloze tekens<br />
en een nederig vertoon van afhangelijkheid.<br />
Welras behoorde zij geheel<br />
aan de partij , en veranderde ongemerki<br />
hare grondbeginfels. Op ene wijze,<br />
geheel drijdig met haar vorig gedrag,<br />
bragt zij tans vragen, welke tot d(<br />
andere Hoven behoorden , of voordellen,<br />
haar in 't geheim door VIGLIU:<br />
gedaan, wederregtelijk in den Raad vai I<br />
State, waar de partij de overham l<br />
had, even als zij denzelven voormaals ><br />
onder het beduur van G R A N V E L L E<br />
wederregtelijk had voorbijgegaan. Ge<br />
noegfiam alle zaken en alle invloe i<br />
kwamen tans aan dc Stadhouders. Al<br />
le fmeekfehriften werden aan hun op<br />
gedragen , alle gunden door hun uil<br />
gedeeld. Het ging zo<br />
aan de Regeringen der<br />
ver, dat • z j<br />
Steden regtzs<br />
ken onttrokken , en die voor hunne .1<br />
regtbank bragten. Het gezag der Pre<br />
vinciale Geregten verminderde, naarmat e<br />
het hunne toenam ; en met het geza<br />
l<br />
II.<br />
B OE IC.
m<br />
HOEK<br />
45| DE A F V A L D E R<br />
der Regering lagen regtsoefening en bati<br />
, geïfijke orde ter neder. De kleinere<br />
. Geregtshoven volgden weldra het voorbeeld<br />
van de regering des Lands. De<br />
geest, welke den Raad van State te<br />
Brusfel beheerschte, verfpreidde zig welhaast<br />
door aile Provinciën. Kuiperijen i<br />
verfchoningen van misdrijven, roof, omkoping<br />
van het regt, werden algemeen<br />
in de Regtbanken des Lands :<br />
de zeden raakten in verval, en de nieuwe<br />
fekten bedienden zig van deze losbandigheid,<br />
om haren kring te vergroten.<br />
De verdraagfamcr gevoelens van<br />
Godsdienst bij den Adel, die of zelf<br />
de nieuwe leer beguniligden , of ten<br />
minden de Inquifitie als een werktuig<br />
der dwingelandij verfoeiden , hadden de<br />
ftrenghcid der Geloofs- Plakaten vernietigd<br />
• door de vrijbrieven , welken men<br />
aan verfcheidene Proteftanten verleende,<br />
werden het heilige Geregt zijne best»<br />
offers ontnomen. Doof geen ding kon<br />
de Adel voordaan zijn nieu aandeel aan<br />
de _ regering des Lands den Volke voordeliger<br />
aanprijzen, dan wanneer zij het<br />
gehate Geregtshof der Inquifitie aan hetzelve<br />
ten offer bragten ; cn daartoe<br />
bewoog hen nog meer hunne eigene<br />
neiging, dan het voorfchrift der Staatkunde.<br />
De Natie ging ogcnbliklijk<br />
van den drukkendften dwang der onverdraagfaa'mheid<br />
in enen ftaat van vrijheid<br />
over, welken zij reeds te zeer<br />
Ontwend was, om hem met gematigdheid
NEDERLANDEN.<br />
heid te dragen. De Inquifitiemeesters, II.<br />
ran den bijftand der Regering verfto- BOEK.<br />
ken, zagen zig meer befpot, dan gevreesd.<br />
Te Brugge liet de Stadsregering<br />
zelfs enigen van de Dienaren der<br />
Inquifitie, welke enen Ketter in hcgtcnis<br />
wilden nemen, te water en brood<br />
zetten. Omtrent dien zelfden tijd werd<br />
te Antwerpen , alwaar het Gemeen ene<br />
vergecffche poging gedaan had, om<br />
enen Ketter uit de handen van het<br />
heilige Gercgt te ontzetten , een met<br />
bloed gefchreven papier openlijk op de<br />
markt aangeplakt, houdende, dat een<br />
aantal menfchen zig te zamen verzworen<br />
had, om den dood van dezen<br />
ongciukkigen te wreken (*).<br />
De Geheime Raad en de Raad der<br />
Geldmiddelen, in welke VIGLIUS en<br />
SARLAIMONT voorzaten, hadden zig<br />
van het bederf, waarvan de gehele<br />
Raad van State aangeftoken was, nog<br />
grotendeels zuiver gehouden. Een nieü<br />
aanzoek bij den laatstgenoemden was<br />
wederom mislukt; tans deed men zijn<br />
best om in die beide Hoven enige<br />
nieuwe Leden intcdringen, welke<br />
'der partije meer toegedaan waren. In<br />
dien tijd deed zig in het rijk der<br />
o-eleerdheid Zekere BALDTJINUS op,<br />
een geboren Vlaming, die zig in de<br />
Regtskunde enen fchitterenden roem ver-<br />
(*) HOPPER 40. GROT. 17. Vita vict.<br />
39. BURG. 80, 8f. 88. STRADA 99. 10©.<br />
I. DE KL. P
32
NEDERLANDEN. é27<br />
gijnen aanflag wist pptefchikken, zij II.<br />
deden gene werking op het ge BOEK*<br />
moed van dezen man, die te verftandig<br />
en te zedig dagt, om enen zekeren<br />
ftaat van middclmaatigheid aan enen<br />
twijffelagtigcn ftaat van grootheid opteofferen.<br />
^Ecn gelijke poging mislukte<br />
den Graaf van Hoorn bij enen Duitfchen<br />
Regtsgclccrdcn, met name CASs<br />
ANDER, dien dc verwilderde zeden<br />
van het Hof fpoedig naar zijn Vaderland<br />
deden te rug keren (*><br />
Daar het der partij niet gelukte»'<br />
noch om den Geheimen Raad cn den<br />
Raad der Geldmiddelen in hare belangen<br />
te krijgen, noch ook om htire<br />
aanhangers in deze twe Vergaderingen<br />
te dringen, zo bleef haar geen ander<br />
middel over, dan beiden geheel<br />
en al buiten- werkfaamheid te breno-cn,<br />
cn derzelver werk in den _ Raad<br />
van State te doen overgaan. Om dit ontwerp<br />
ter uitvoer te brengen, zogt de Prins<br />
van Oranje zig van den Raad van<br />
State te verzekeren. ,, Men noemt hen<br />
„ wel Raden £ dus liet hij zig meermalen<br />
tegen zijnen aanhang uit, „ maar<br />
„ anderen hebben de magt in handen.<br />
Wanneer men geld nodig heeft, om<br />
' het krijgsvolk te betalen, of wanneer<br />
het te doen is om de inkruipen-<br />
,= de ketterij te weren , of om het<br />
„ Volk in orde te houden, dan be-<br />
C'O BrucuND. 89. 90. 91. GROT. 18.<br />
P a
II.<br />
.6 O E K.<br />
. i<br />
ssJ JDE AFVAL DER<br />
„ dient men zig van hun, daar zi)<br />
„ noch over het geld, noch over de<br />
„ wetten, het opzigt hebben, maar<br />
„ alleen de werktuigen zijn, waardoor<br />
„ de beide andere Kollegiën op den<br />
„ Staat werken. En evenwel zouden zij<br />
„ alleen tot het gehele beftuur der Re-<br />
„' gering, welke men geheel nodeloos<br />
„ onder drie verfcheidene Kollegiën ver-<br />
„ deeld heeft, genoegfaam zijn , zo zij<br />
„ zig flegts onder elkander wilden ver-<br />
„ binden, om dezen afgefcheurden tak<br />
„ van Regering weder den Raad van<br />
„ State intelijvcn, ten einde het gehele<br />
„ lichaam door éne ziel in werking ge-<br />
„ bragt wierd." Men beraamde vooraf<br />
en in ftilte een plan, volgens 't welk<br />
twaalf nieuwe Vlies-Ridders in den Raad<br />
van State gebragt, de regtsoefening aan<br />
het Hof van Mechelen, aan 't welk dezelve<br />
regtmatig behoorde, wedergegeven,<br />
en de brieven van Vrijdom, Vergiffenis<br />
enz. aan den Prefident V I G L I U S<br />
>vergelaten, dog het geldbeftuur hun<br />
dleen in handen zou gefteld worden.<br />
Vlen voorzag zeer wei, alle de zwarigïeden<br />
, welke door het wantrouwen van<br />
j iet Hof, en den naijver over de toenenende<br />
magt der Edelen, tegen deze<br />
ïieuwigheid zouden in den weg geleed<br />
1 vorden: om dezelve derhalven bij de<br />
I landvoogdes doortedringen, maakte men<br />
I :nige van de voornaamfte Officieren<br />
( >p , om het Hof te Brusfel door<br />
1 lerke aanmaaningen om hunne agter-<br />
i tallige zoldij te ontrusten 7 en in geval
NEDERLANDEN. ssp<br />
van weigering' met enen opftand te drei II.<br />
gen. Men bewerkte dat de Landvoog BOEK.<br />
des met menigvuldige Verzoekfchriften en<br />
Memoriën wierd aangevallen, waarin<br />
over uilftel van regt geklaagd, en hoog<br />
opgegeven werd van het gevaar, 't welk<br />
van de dagelijks toenemende Ketterij<br />
te dugten was. Men verzuimde gene<br />
gelegenheid, om haar den verwarden toeftan<br />
d der Burgerlijke orde , der Regtspleging<br />
en der Geldmiddelen zo akelig<br />
aftefchüderen , dat zij uit de bedwelming,<br />
waarin zij tot hiertoe was<br />
gewiegd geweest, met fchrik ontwaakte<br />
(*). Zij riep alle drie Kollegiën te<br />
Zamen, om te bcraadflagen, door welke<br />
middelen deze verwarringen te verhelpen<br />
waren. De meertlcrheid der<br />
ftemmen kwam hierop uit, dat men<br />
enen buitengewonen Gezant naar Spanje<br />
moest zenden , die den Koning in<br />
ene uitvoerige en levendige fchüdery<br />
den waren ftaat van zaken onder het oog<br />
zoude brengen , cn, ware het mogelijk,<br />
hem tot betere maatregelen bewegen.<br />
VIGLIUS, die van het geheime<br />
plan der partij niet het minfte<br />
gemerkt, had, verklaarde zig tegen dit gevoelen.<br />
„ Het kwaad," zeide hij, „ waar-<br />
„ over men klaagde, was zekerlijk grooi<br />
„ en niet te veragten ; maar ongenees-<br />
„ lijk was het niet. Het regt werc<br />
„ flegt bediend ; maar uit gene ande<br />
(*) BURGUND. 92—94. HOPPER 4*<br />
Vit. vi CL. 5. 87. 88.<br />
P 3<br />
s*
II.<br />
BOEK,<br />
230 DE AFVAL DER<br />
„ re oorzaak, dan omdat de Adel zelf<br />
„ het gezag der Overheid , door hun<br />
„ minagtend gedrag omtrent dezelve ,<br />
„ verminderde, en de Stadhouders haar<br />
„ niet genoeg onderfleunden. De Ket-<br />
„ terij nam de overhand, omdat de<br />
„ Wereldlijke arm de Geestrijke . in het<br />
„ gedrang liet zitten , en het 'gemene<br />
Volk, naar het voorbeeld van den<br />
,, Adel, den eerbied voor zijne Over-<br />
, heid had ukgefchud. Niet zo zeer<br />
, het flegte'' beltuur der geldmiddelen ,<br />
, maar veelmeer de vorige oorlogen en<br />
, de ftaatsbehoeften des Konings had-<br />
, den de Provinciën met dezen last van<br />
, fchulden bezwaard, waarvan zij door<br />
, billijke fchattingen langfamerhand we-<br />
, der ontheven konden worden. Wan-<br />
, neer de Raad van State zijne gunst-<br />
, en vergiffenis-brieven verminderde; wan-<br />
, neer dezelve de verbetering van ze-<br />
, den van zig zeiven begon, en meer<br />
, agting voor de wetten toonde; kortom,<br />
, wanneer flegts dc Kollegiën en de<br />
, Stadhouders eerst hunne pligten be-<br />
, tragtten , zo zouden deze klagten<br />
, weldra ophouden. Waartoe dan een<br />
, nieuwe Afgevaardigde naar Spanje gezonden,<br />
daar tog niets nieus gefchied<br />
was, om dit buitengewone middel<br />
te regtvaardigeh ? Bijaldien men evenwel<br />
daarop bleef (laan , zo wilde<br />
hij zig tegen de algemene (tem niet<br />
verzetten; alleen maakte hij dit beding<br />
, dat de voorname last van den
NEDERLANDEN. 231<br />
Afgezant daarin beftaan zoude, om<br />
" den Koning tot ene fpoedige over?<br />
„ komst te bewegen (*)?"<br />
Over de keuze van den Afgevaardigden<br />
waren alle Hemmen ééns. Onder<br />
alle Nederlandfche Groten fcheen de<br />
Graaf van Egmond de enigfte te zijn,<br />
die gefchikt was om aan beide partijen<br />
tevens genoegen te geven. Zijn<br />
verklaarde haat tegen de Inquifitie, zijne<br />
vadcrlandfche en vrije gevoelens ,<br />
en dc onbevlekte eerlijkheid van zijn<br />
karakter, waren voor de Republiek genocgfame<br />
waarborgen voor zijn gedrag.<br />
Uit welke gronden hij welkom bij den<br />
Koning moest zijn , is reeds boven tc<br />
kennen gegeven. Daar bij Vorften vaak<br />
reeds het eerfte voorkomen beflist, kon<br />
EGMOND' S innemende lichaamsgcliake<br />
zijne welfprekendheid onderlteuncn , en,<br />
aan 't "'een hij veorteftcllen had, ene<br />
hulp bijzetten, welke de regtvaardigfte<br />
zaak bij Koningen niet kan ontberen.<br />
EGMOND zelf verlangde dit gezantfchap<br />
, om enige familie - zaken met der<br />
Koning te vereffenen (t).<br />
De Kerkvergadering van Trente wa<<br />
intusfehen ook geëindigd, en derzelvei<br />
bcfluiten aan de gehele Katholijke Chris<br />
eenheid bekend gemaakt. Maar dez<<br />
befluiten, wel verre van aan het oog<br />
merk der Vergadering te voldoen ,<br />
I<br />
ei<br />
(*) BURGUND. 95- 9
632 DE AFVAL DER<br />
ö. dc verwagting der Godsdienstpartijen te<br />
BOEK , vervullen, hadden de fcheuring tusfehen<br />
. beide Kerken nog veel groter, en de<br />
verdeeldheid in 't geloof onherftelbaar<br />
en altoosdurend gemaakt.<br />
De dvveperij was reeds op enen gewenschten<br />
weg om tot het gezonde<br />
verftand terug te keren , toen her<br />
denkbeeld tot deze Kerkvergadering geboren<br />
wierd. De fteeds toenemende<br />
voorfpoed der Hervorming , welke reeds<br />
begon Staten in den Staat optcrigten,<br />
en die het ene Noordfche rijk. na het<br />
andere van het Pausdom aftrok, verijdelde<br />
de barbaarfche middelen, welken<br />
ene woeste ftaatkunde gercedlyk tegen<br />
haar had zamengeraapt. Het dringende<br />
gevaar, waarvan de Geestlijke Dwingelandij<br />
zig omringd zag, had die<br />
bloedige middelen tot redding in zekeren<br />
zin geregtvaardigd: de nood gaf<br />
dezelve aan dc hand , om dat ene kwade<br />
zaak alleen door ene andere kwade zaak<br />
kan ftaande gehouden worden; en de<br />
ftaatkunde ried dezelve aan , zo lan**<br />
bewezen kon worden , dat zij voldoende<br />
waren. Het doden van een<br />
lid, dat gemist kon worden, behield<br />
misfehien het gehele lichaam 5 maar dit<br />
lid moest verfchoond worden , zodra<br />
betzelve het edelfte was. Deze zelfde<br />
handelwijze, welke zig tegen de eerfte<br />
?pkomst der fekte liet aanprijzen, kon<br />
jij den aanwas van dezelve ligtelijk de<br />
rerwerpelijkfte zijn. In verfchcidene lan-
NEDERLANDEN. 233<br />
den, gelijk in Frankrijk, cn, over het II.<br />
geheel genomen, ook in Duitschland, BOEK.<br />
ftond het Proteftantfchc gedeelte des<br />
Volks met het Katholijke reeds in<br />
evenwigt ; in andere woog het dit<br />
geheel en al over. Waar het in<br />
getal voor het andere moest wijken,<br />
had het misfehien de gehele nijverheid<br />
en den welvaart van den Staat<br />
in handen, en de Regering kon hetzelve<br />
niet laten onderdrukken, zonder<br />
zig tevens van hare nuttigfte onderdanen<br />
te beroven. Grote cn wijduitgeftrekte<br />
rijken, gelijk het Spaanfche<br />
was, konden dit verlies van burgers<br />
ligter dragen , of gevoelden altans<br />
hetzelve later; daar integendeel<br />
kleinere Staten , gelijk Savoijen , de<br />
Nederlanden enz. daardoor te gronde<br />
moesten gaan. Deze derhalvenweinig<br />
daarmede geholpen , dat zij, om<br />
het gezonde deel te redden, het aangeftoken<br />
opofferden , moesten veeleer<br />
zorgvuldig daarop bcdagt zijn, om ook<br />
zelfs het laatfte nog te bewaren, en<br />
dit, zo mogelijk, tot een nuttig lid<br />
tc maken. Van hier dc zagtere gezindheden<br />
in het ftuk van Godsdienst bi<br />
de Vorftcn van den tweden cn derden<br />
rang; van hier de oorfprong dei<br />
grotere verdraagfaamheid in kleinere Sta-<br />
t e l<br />
Bij de geweldige cn algemene fchud<br />
ding , welke het gehele Godsdienftig»<br />
Behaara beroerde, kon het<br />
P 5<br />
niet mis
=34 DE AFVAL DER<br />
ir. fen, of enige van deszelfs zwakke delen<br />
moesten ontdekt worden, üe ftoute<br />
cn gelukkige aanvallen der Hervormers<br />
op de Geesdijke Dwingelandij<br />
hadden eindelijk den Katholijken<br />
zeiven de ogen geopend, ten opzigte<br />
van het zedenbederf hunner Geestlijkheid,<br />
en van verfcheidene misbruiken<br />
der Kerke , welke de aantijgingen<br />
der Geloofsverbeteraars enigermate fchencn<br />
te billijken. Eenparig kwam men<br />
daarin overeen , dat de Kerk ene<br />
zuivering nodig had , om dc edele<br />
eenvoudigheid van haren oorfprong te<br />
herftellen , en al het vreemde en<br />
willekeurige weg te nemen, waarmede<br />
een lange reeks van eeuwen dc zuivere<br />
Leer misvormd had. Beide deze<br />
oogmerken hoopte men, naar het<br />
voorbeeld van vroegere tijden, door ene<br />
algemene Kerkvergadering te bereiken,<br />
welke in de vereniging van hare<br />
aardfche werktuigen den Hcmelfchen<br />
ftigter des Christendoms verbeeldde. Hier<br />
moesten de verfchilpunten nog eenmaal<br />
ter toetfe gebragt worden, dc tegenpartijen<br />
van de Moederkerk haare<br />
bezwaren met Republickeinfche vrijheid<br />
voordragen, en dan tot de uitfpraken<br />
van den Heiligen Geest gewezen worden<br />
, welke, door den mond der Vergadering,<br />
zijne mening openbaarde.<br />
Nog gewigtiger waren de ftaatkundige<br />
redenen, waarom de Vorften zodanig<br />
ene Kerkvergadering wenschten. De
NEDERLANDEN. 335<br />
willekeurige aanmatigingen van den Room- II.<br />
fchen ftoel hadden reeds lang dc reg BOE K.<br />
ten dezer Vorften gefchonden, en derzelver<br />
hoogmoed gekwetst; tans, nu<br />
deze gedugte Aanvaller hunner tronen,<br />
tot de dicpfte afhanklijkheid van<br />
hun gedaald was, tans hadden zij het<br />
in hunne hand, deze aanftotclijke Pnestermagt<br />
binnen betamelijker palen terug<br />
te brengen, het Opperhoofd van<br />
't Kerklijke beftuur door zijne eigene<br />
werktuigen te beteugelen, en hem<br />
door dc Geestïijkheid hunner Landen<br />
wetten voor te fchrijven. Alle deze<br />
redenen bewecgden KAREL DEN VIJF<br />
DEN, ten ftèrkften voor het houden<br />
van deze Vergadering te ijveren;<br />
dit was ook de verenigde ftem<br />
van alle Katholijke Vorften.<br />
Maar die zelfde redenen, welke de<br />
overige Vorften zo ijverig naar deze<br />
Vergadering deden wenfehen, maakten<br />
den Paus des te huiveriger oir<br />
dezelve uittefchrijven. Een ftellcl<br />
gelijk het Geestlijkc Gebied, dat zc i<br />
grote reden had om het oog de:<br />
onderzoeks te fchuwen; dat door zc ><br />
zwakke, zo ongenoegfamc banden wer< l<br />
famengehouden, en, om zo te (preken.,<br />
flegts in een fchcmerligt dien<br />
de 'gezien te worden, kon aan dc<br />
RepubUekeinfehe vrijheid van dezen Geest<br />
lijken Rijksdag, cn aan de cerzng :<br />
der Prelaten, die een geheel tegen<br />
ftrijdig belang met den Roomfchen itoe 1
23Ö DE AFVAL DEIl<br />
II. hadden , zonder gevaar niet worden<br />
« OEK. blootgefteld. Vele leerftukken, welke de<br />
Pauslijke Hoogheid te na kwamen ,<br />
mogten in 't geheel niet voor her<br />
onderzoek komen; een fchoolfche twist<br />
zou de grondzuilen der Pauslijke magt kunondermijnen.<br />
Het voorbeeld der vorige<br />
Kerkvergaderingen bewees genoeg, hoe<br />
veel de Prelaten zig tegen de Pauslijke<br />
_ hoogheid konden aanmatigen. Was<br />
dit in de bedaarde tijden van het<br />
onbeftreden Leerftelfel gefchicd , hoe<br />
veel meer was er te wagen in enen<br />
tijd, wanneer reeds een zo verleidend<br />
voorbeeld van Afval gegeven, de verligting<br />
van het menschdom zo vele<br />
eeuwen gevorderd was, en de twijfelagtigc<br />
gcfteldheid der gemoederen ,<br />
de onzekerheid van vele der voornaamste<br />
Katholijke Vorften, het Opperhoofd<br />
3er Kerke alle die trotfche wapeïen<br />
verbood, die eertijds zo onwederftaanbaar<br />
en onfeilbaar waren. c LEMENS<br />
3E ZEVENDE wist het aanzoek daar-<br />
1 :oe met alle ftreken der Roomfche<br />
I laatkunde te ontduiken ; dog dc ver<br />
( enigde nadrukkelijke ftem der" gezamen-<br />
] ijke Katholijke Vorften drong zijnen<br />
< )pvoIgcr PAULUS DEN DERDEN ein-<br />
< lelijk om zijne toeftemming te geven,<br />
3 ^a vele knibbclarijen, welke over de<br />
•laats , waar de<br />
I<br />
c ;chouden worden,<br />
Kerkvergadering<br />
ontftonden, en<br />
zou<br />
wcl-<br />
1 c den Paus zeer aangenaam waren ,<br />
v rerd dezelve eindelijk, door een pleg-
NEDERLANDEN. «37<br />
uge Bulle, tc Trente befchreven, waarlkheen de Paus zelf drie Gezanten af BOEK.<br />
vaardigde , om door dezen derzelver<br />
handelingen uit Rome te befturen. In<br />
de verfcheidene zittingen werd de hoofdleerftelling<br />
der Protcftanten, volgens welke<br />
zij dc fchriften der Euangelisten<br />
en Apostelen voor het enige rigtfnoer<br />
des Geloofs erkennen, veroordeeld, de<br />
Apokrijphe Boeken in den zelfden rang<br />
met de Kanonijke geplaatst, en daaraan,<br />
alsmede aan de mondlijke overleveringen<br />
der kerke, een gelijk gezag<br />
toegekend. In plaats van de eigenlijke<br />
bronnen der fcheuring natevorfchen,<br />
cn dc bezwaren der tegenpartij<br />
te onderzoeken , verfpilde men<br />
veel tijds en woorden met nutloze<br />
fchoolfche onderzoeken , cn belachelijke<br />
twisten, welke met de eigenlijke bron<br />
van 't kwaad niets te doen hadden;<br />
enige weinige gewaagde aanvallen op<br />
den Roomfchen Roel werden door de<br />
meerderheid zijner afhangelingen, en door<br />
de loosheid der Gezanten, gelukkig afgeflagcn.<br />
Toen de ftrijd wat heter<br />
begon te worden, en enige bedenkelijke<br />
punten den Paus bekommering<br />
baarden , verleide hij de Vergadering<br />
fpoedig naar Bologne; de ftaatkundige<br />
gefchülen , welke het Keizerlijke en<br />
Roomfche Hof verdeelden, maakten ook<br />
een fcheuring in het Concilie, en de<br />
Keizerlijke Bisfchoppen, die in Trente<br />
agterbleven, wilden de Vaders tc Bo
II.<br />
BOEK.<br />
23S DE AFVAL DER<br />
logne niet erkennen. Inmiddels had de<br />
flag bij Muhlberg des Overwinnaarsmoed<br />
opgebeurd. Beledigd dóór den<br />
Paus, en onvergenoegd over het Koncilie<br />
, wil hij uit eigen magt dat<br />
gene wcrkflellig maken, 't welk hij<br />
geen kans meer zag van die Vergadering<br />
te verwerven, en onderneemt<br />
de itrijdende partijen, door middel van<br />
zijn Interim , te verenigen; ene poging,<br />
welke, gelijk alle vorigen, mislukt.<br />
Het Koncilie wordt door de hevigfte<br />
gefchillen verdeeld, welken de<br />
Bastaard-zonen van den Paus en den<br />
Keizer wegens Panna en Piacenza verwekten.<br />
Gedurende deze • onenigheden<br />
fterft PAULUS DE DERDE. Het Koncilie<br />
keert onder zijnen opvolger ju-<br />
LIUS DEN DERDEN naar Trente te<br />
rug ,* maar dc ftrijd wegens Parma<br />
en Piacenza, welke door de ttisfchenkomst<br />
ener natuurlijke Dogter van HEN-<br />
DRIE DEN TWEDEN , Koning van<br />
Frankrijk, nog neteliger werd, vaart<br />
niet minder voord beide Hoven verdeeld<br />
te houden , en de handelingen<br />
der Vergadering te ftremmen. De Aartsbisfehoppen<br />
van 'Ments en Trier, vier<br />
Pauslijke Nunciusfen cn Legaten, twe<br />
Keizerlijke Gezanten , en enige Italiaanfche,<br />
Spaanfche en Duitfche Prela*<br />
ten, geven eindelijk aan het Koncilie<br />
zijne werkfaamheid weder, 't welk nogtans,<br />
na enige vrugtloze knibbelarijen<br />
over het Avondmaal, door den fchrik
NEDERLANDEN. 239<br />
der Proteftantfche wapenen, welke reeds IT.<br />
de grenzen van Italië bedreigden, plot- • J0E3C.<br />
felijk gefchciden werd. KAREL verliest<br />
in Tirol de vrugt van alle zijne<br />
overwinningen, en vlugt met fchande<br />
voor zijnen Overwinnaar; so LIJ<br />
MANS wapenen roepen den Roomfchcn<br />
Koning naar Ilongarijen, en HEND RIK<br />
DE ÏWEDE van Frankrijk, een Bondgenoot<br />
van deze beide vijanden der<br />
Katholijke Christenheid , komt hun in<br />
Italië cn Duitschland ter hulpe. De<br />
verzamelde Volleen vertrekken ras uit<br />
Trente, en nu had het Koncilie voor<br />
negen jaren lang afgedaan.<br />
Naau was de Franfchc oorlog, door<br />
den vrede van Chatcau in Cambrcfis,<br />
geëindigd, en de rust in Europa weder<br />
herfteld , of dc aandagt van F1 L 1 p 1,<br />
welke nu door geene dringender ftaarsbelangen<br />
meer werd afgetrokken , vestigde<br />
zig weder op den toeftand der Kerken in<br />
zijne Staten, als zijne geliefdiic zorg, en<br />
hij floeg de ogen weder op het Koncilie.<br />
Wel verre van daarbij aan ene verzoening<br />
met dc Euangelifche fekte te denken,<br />
tegen welke zijn haat als aangeboren<br />
en onvcrwinlijk was, of het der moeite<br />
waardig tc agten, deze verlorene<br />
leden voor dc Moeder-Kerk te behouden<br />
, was het hem flegts daarom<br />
te doen, om het nog onbefmette gedeelte<br />
zijner onderdanen voor een gelijk<br />
verderf te bewaren. Het verlies<br />
van een millioen menfchen, (al moest
II.<br />
BOEK<br />
£4» DE AFVAL DER'<br />
het ook nog meer zijn,) was geen'<br />
grote zaak voor enen Vorst , die ,<br />
" wanneer het op ftaatkundige berekeningen<br />
aankwam, met het leven van<br />
menfchen zo kwistig was , en nooit<br />
bij enkelden telde ; het gemak daarentegen<br />
van ene algemene Gcloofsmode,<br />
welke een vrugt van het Koncilie<br />
zijn zoude, was zo bekoorlijk<br />
voor zijnen bekrompen' geest, dat hij<br />
meende zig niet genoeg te kunnen<br />
haasten, om dezelve in alle Provinciën<br />
van zijn gebied uittefchrijven.<br />
Hier kwam bij, dat ook hij,<br />
onaangezien zijne ware en geveinsde<br />
genegenheid voor den Roomfchen Stoel ,<br />
de aanmatigingen van denzelven met<br />
fchele ogen befchoude, en , door de<br />
magt der Bisfchoppen en der kleine<br />
Vorsten te vergroten, het regtsgebied<br />
van dezen ffoel hoopte te beperken.<br />
Uit geheel andere beweegredenen, en<br />
ene veel menschlievender ftaatkunde, ftemde<br />
Frankrijk voor de hervatting van<br />
het Koncilie. HENDRIK DE TWEDE,<br />
die affchuwelijke vijand der Hugenoten<br />
, , was niet meer; hun aanhang<br />
was in dit Rijk tot ene zo gedugte<br />
magt aangegroeid, dat dezelve in<br />
ftaat was, om de Heerfchende Kerke<br />
iiet hoofd te bieden, en zelfs den<br />
teugel der Regering naar zig te trekken.<br />
Tevens maakte dezelve het rijkfie<br />
en aanzienlijkfte gedeelte der burgeren<br />
uit, en het verlies fcheen even<br />
groot,
NEDERLANDEN. 24*<br />
groot , enen zodanigcn vijand tc on if.<br />
derdrukken , of voor hem te zwigten. Het B O E K<br />
ènigfte middel van redding voor dezen<br />
Staat fcheen te zijn ene wedervereniging<br />
der beide Kerken, welke, zo mogelijk,<br />
alleen van ene algemene Kerkvergadering<br />
te wagten was. Deze zelfde<br />
menschlievende ftaatkunde was oorzaak,<br />
dat ook de Keizer, de Heiiog<br />
van Savoijcn en enige andere<br />
Vorften het zelfde 'wenschteii, en de<br />
Voordzetting van het Trentfche Concilie<br />
was wederom de eenparige begeerteden.<br />
van alle Katholijke Mogendhe<br />
Piüs DE v IER DE, uit den huize van<br />
MEDICIs, zat destijds op den Roomfchen<br />
Stoel. Hij zelf had zig, vóór<br />
Zijne verheffing, tot db hervatting van het<br />
Concilie verbonden, maar naaulijks had<br />
hij den Stoel van PETRUS beklommen,<br />
of hij trad in dc grondftellingen<br />
zijner Voorzaten. Hij herinnerde<br />
Zig de beweegredenen, naar welke p A u-<br />
LUS DE DERDE gehandeld had, toen<br />
hij de Kerkvergadering, onder het voorwendfel<br />
van dezelve naar een gezonder<br />
lugtftreek te verleggen, inderdaad deed<br />
eindigen. Hij overwoog het gevaar,<br />
welk junus DE DERDE, bij geluk,<br />
en door de wapens der Pröteftahteri<br />
Sn Duitschland, nog ter naauwer nood<br />
ontkomen was. Tans was 'er in Europa<br />
geen K A R E L DE VIJFDE meer,<br />
die aan de trotschheid en eerzugt de?<br />
\\f PEEE. O
H.<br />
BOEK.<br />
2X8 DE AFVAL DE lt<br />
Prelaten pad en perk kon zetten 4<br />
wanneer het dezen in 't hoofd mogt<br />
komen , op de puinhopen des Pausdoms,<br />
hunne eigene magt te verheffen.<br />
Maar de drift, waarmede de Katholijke<br />
Vorften dit ftuk dreven , liet<br />
hem gene keus. Tevens werd hij door<br />
Frankrijk met ene Nationale Synode<br />
bedreigd, welke hem in gevaar bragt<br />
van dit ganfehe Koningrijk even als<br />
Brittanje te verliezen : om dit voor<br />
te komen moest hij zig haasten om<br />
het Concilie van Trente te hervatten.<br />
De vraag was , of het als ene<br />
geheel nieuwe Kerkvergadering, dan als<br />
ene voordzetting van het opgefchorte<br />
Concilie moest aangekondigd worden.<br />
De bcflisfing van dit punt was zo<br />
ernftig cn gewigtig, als zij in den<br />
eerlten opflag niets beduidend fcheen.<br />
Was het een nieu Concilie, zo werd<br />
daardoor ftilzwijgend het gezag van het<br />
vorige vernietigd, en aile uitfpraken<br />
van hetzelve, welke met zo veel kunst<br />
en moeite verkregen waren, moesten<br />
nog eenmaal aan het zo gevaarlijke licht<br />
des. onderzoeks blootgefteld worden.<br />
Was het integendeel flegts ene voordzettinf<br />
van het eerfte, dan behielden<br />
alle °befluiten, welke tegen de Proteftanten<br />
genomen waren, de kragt van<br />
wetten, en dus konden dezen zig bij<br />
voorraad reeds veroordeeld agten. Maar<br />
in die weinige jaren, waarin het Concilie<br />
had Itilgetiaan, hadden de om-
NEDERLANDEN. f243,<br />
ftandighcden der Proteftantcn een zo tb<br />
gunftig aanzien gekregen, dat hunne<br />
BOKKigoedkeuring<br />
niet meer zo geheel onverfchillig<br />
was. Verklaarde men het<br />
Concilie voor nieu, dan kon men hen<br />
misfchien bewegen om hetzelve te erkennen,<br />
cn hunne Afgevaardigden derwaards<br />
tc zenden. Dit laatfte gevoelen<br />
werd door het Keizerlijke en<br />
Franfche Hof ten fterkfteri onderdeund;<br />
welke daarop aandrongen, dat men de<br />
befluitert der vorige zittingen aan de<br />
vergetelheid zoude overgeven; Maar FI<br />
LIPS DE TWEDE, dien aan de verhaasting<br />
van het Concilie oneindig meer<br />
gelegen was , dan aan de goedkeuring<br />
der Proteftantcn, eri die bovendien<br />
nog vreesde , dat de befluiten<br />
van hetzelve daardoor ene verzagting<br />
mogten bekomen, drong 'er op aan,<br />
dat men hen geheel en al daarvan<br />
uitfloot, en het nieuwe Concilie uitdrukkelijk<br />
voor ene voordzetting van<br />
het vorige verklaarde. Het Roomfche<br />
Hof, om, zo niet aan beide partijen<br />
volkomen genoegen" te geven ,<br />
ten minden beide te verfchoncn, bc-<br />
•holp zig met ene fpitsvïndigheid. „ Wij<br />
„ zetten het Concilie voord," was dc<br />
verklaring der Legaten , „ terwijl wij<br />
het aankondigen; en wij kondigen<br />
„ het aan , terwijl wij het voord-<br />
„ zettem"<br />
Alle Christen- Vorften, ook de Proteftantfche<br />
, werden naar Trente tot:<br />
Q *
II.<br />
BOEK.<br />
&£,&. DÉ AFVAL DER<br />
het Concilie opgeroepen. Twee Pan»*<br />
Kjke Nunciusien , welken de Keizer<br />
drie Gezanten toevoegde om hunne<br />
voorftellen ce onderfteunen, verfehenen<br />
voor de Proteftantfche Vorften van<br />
Duitschland, welke ten dien einde te<br />
Naumburg vergaderd waren. Maar, on«<br />
gelukkig , had men zig alreê in<br />
de uitschrijving vergist. Die uitfehrijving<br />
bepaalde vooraf punten, welke eerst<br />
bewezen moesten worden, en gefchiedde<br />
uit naam van den Bisfchop van<br />
Rome, wiens regt daartoe een voornaam<br />
gefchilpunt was. Deze Vorften betuigden<br />
aan de Gezanten des Keizers<br />
hunnen dank voor zijne welmenende<br />
moeite: „ Niets," zeiden_ zij, „ zou-<br />
„ de hun aangenamer zijn, dan ene<br />
„ algemene Kerkvergadering, welke met<br />
„ ernst daarop uit was, om de te-<br />
„ genwoordige Geloofsfcheuring te ver-<br />
•„ helpen; maar noch dit oogmerk,<br />
„ noch deze uitwerking beloofden zij<br />
„ zig van de Trcntfche vergadering,<br />
„ in welke, zo als reeds uit de Bul-<br />
?, le bleek , alleen de afhangelingen<br />
„ van het Roomfche Hof iets te zeg-<br />
„ gen zouden hebben." De Nunciusfen<br />
werden binnen gelaten, maar de<br />
Pauslijke brieven , ongeagt hun vriendlijk<br />
opfchrift, ongeopend terug gegeven.<br />
„ Daar zij geen regtsgebied<br />
„ kenden, dat de Bisfchop van Ro-<br />
„ me buiten zijn Kerfpcl had te oev<br />
fenen, hielden [zij zich niet ver-
NEDERLANDEN. £»<<br />
pligt, hem hun gevoelen omtrent ÏL<br />
„ het Concilie te zeggen." De Nun- BOEKj<br />
ciusfen , welke naar Denemarken en<br />
Engeland beflemd waren, werden met<br />
nog minder agting ontvangen. Nog aan<br />
de Nederlandfche grenzen zijnde , kreeg<br />
de Kardinaal MAIITININGO van den<br />
kant van FREDERIK bevel om terug<br />
te keren; en in Lubek ontving zijn<br />
gevolg van Koningin ELIZABET enen<br />
vriendlijken wenk, om zich de moeite<br />
van de reis over zee te fparen.<br />
De opening van het Concilie voorfpelde<br />
al terftond , wat men van hetzelve<br />
te wagten had. Eer nog het<br />
gröotfte deel der Afgevaardigden en der<br />
buitenlandfche Bisfchoppen aangekomen<br />
waren, werd op aanzoek der Legaten,<br />
welke de voorzitting in de Vergadering<br />
hadden, een befluit ontworpen , dat<br />
alleen zij de ftrijdyragen zouden mogen<br />
opperen. Hierdoor meende de Roomfche<br />
Stoel alle aanvallen afteweren,<br />
welke tegen hem zeiven konden gerigt<br />
worden; cn de hoofdbedoeling van<br />
het Concilie, de verbetering in het<br />
Geestlijke Gebied , werd al aanftonds<br />
door de befluiten van deszelfs eerfte<br />
zitting uit het oog verloren. Hoe meer<br />
moeite FILIPS en de overige Vorften<br />
aanwendden , om dit fchadelijke befluit<br />
te vernietigen, deste meer verfterkten<br />
zij 's Paufen wantrouwen, die nu niet<br />
ineer twijfelde , dat men het met dit<br />
Concilie op zijn eigen regtsgebied ge-<br />
Q 3
JM.& DE AFVAL DER<br />
II.<br />
B O E K.<br />
munt had; cn de Legaten ontvingen<br />
bevel, om met dc onvcranderlijkfte ltandvastigheid<br />
op dezen artiekel Haan te<br />
blijven. 'Er werden des niet te min<br />
enige zeer bedenkelijke vragen, voornamelijk<br />
over de aanltelling der Bisfchoppen<br />
, en waar zij hunnen zetel zouden<br />
hebben, tc berde gebragt; vragen, welke<br />
reeds PAULUS DEN DERDEN vrees<br />
ingehoczemd, en zijne gehele fiaatkunde<br />
gaande gemaakt hadden ; maar<br />
door ene onvoorziene waakfaamheid,<br />
door omkopingen , beloften en bedreigingen<br />
, door onafgebrokene geheime onderhandelingen<br />
met de Prelaten , cn<br />
vooral door de kragtdadige medewerking<br />
der Italiaanfche Bisfchoppen, welke in<br />
getal de overigen verre overtroffen,<br />
en als de armfte van allen, zig in de<br />
gröotfte afhangelijkheid van den Roomfchen<br />
ftoel bevonden, wist hij de meerderheid<br />
der Hemmen overal op zijne<br />
zijde te krijgen, zodat niet alleen geen<br />
befluit tot ftand kwam , waardoor zijne<br />
magt beperkt werd , maar zelfs<br />
enige gewigtige aanmatigingen , welker<br />
affchaffing een der oogmerken van het<br />
Concilie was, geweest, door hetzelve<br />
bckragtigd werden. Deze openbare partijdigheid<br />
dier Kerkvergadering, welke<br />
door onophoudelijke geheime bevelen uic<br />
Rome in banden werd gehouden , veroorzaakte<br />
bittere bezwaren van den kant<br />
der buitcnlandfche Gezanten en Prelaten,<br />
dog welken men nu eens door bedrieglijke<br />
ep dubbelzinnige antwoorden
NEDERLANDEN. '24.7<br />
ontweek, dan eens met onbefchaamde Ik<br />
iloutheid tegenfprak. CATHMUNA DE B O E K=<br />
M EDICIS verkogt de Franfche Kerk<br />
aan den Roomfchcn ftocl, voor de geringe<br />
fom van vijf - cn - twintig duizend<br />
goudguldens, en Keizer FERDINAND<br />
klaagde zeer, dat men hem geen dergelijk<br />
bod gedaan had. Het Roomfche<br />
goud woekerde rijkelijk te Trente<br />
, en de heilige Vaders waren laag<br />
genoeg om den heiligen floel als verfpieders<br />
te dienen.- "'Maar ten laatfien<br />
begon de Paus deze kostbare _ geldverkwisting<br />
cn de aanhoudende inlpannino-<br />
van zijne oplettendheid moede te<br />
worden. Met alle zijne waakfaamheid<br />
kon pius DE VIERDE niet beletten,<br />
dat niet de ene bedenkelijke artiekel<br />
op den anderen volgde, cn de ftouthcid<br />
der Prelaten hem in gedurige'<br />
vrees hield. Hij gaf dcrhalvcn zijnen<br />
Legaten bevel zonder uitftel de Vergadering<br />
te doen fcheiden. Dit gefchiedde,<br />
omtrent het einde des jaars-<br />
1563, met dc onvoegelijklte overhaas-r<br />
ting , dog zonder merkelijke tegenkanting<br />
van de zijde der Katholijke Vorften<br />
, die hunne vorige verwagtingen<br />
van dit Concilie reeds lang hadden opgegeven<br />
, en nu duidelijk zagen, dat<br />
de verdere voordzetting daarvan het Pauslijk<br />
gezag, wel verre van het te verminderen<br />
, veeleer uitbreiden en bevestigen<br />
zoude. Hiervan overtuigden hen de laatfte<br />
befluiten van het Concilies 9 4<br />
welke'
34? DE AFVAL DER<br />
II. op deszelfs gehele voorgaande wille<br />
BOEK. keurige handelingen volkomen het zegel<br />
drukten. Het eerfte behelsde, dat de<br />
befluiten, eer zij de kragt van ene<br />
wet verkregen , door den Paus vooraf<br />
moesten hekragtigd worden; het andere<br />
was , dat, welke uitdrukkingen in dezelve<br />
ook gebruikt waren, gene daarvan<br />
tot nadeel van 's Pauzen gezag<br />
mogt worden uitgelegd. Vier Pauslijke<br />
Legaten, elf Kardinalen, vijf-en twintig<br />
Aartsbisfchoppen, honderd en agt en zestig<br />
Bisfchoppen, negen-en dertig lasthebbendc<br />
Ministers, en zeven Orde - Generaals onr<br />
dertekcnden de vastgeftclde punten. De<br />
Paus, met den gelukkigen uitflag van<br />
lit zo gevreesde Concilie op het aangenaamst<br />
vcrrascht, liet openlijke Dank-<br />
:cggingcn daarvoor doen ; de Bullq<br />
ran bekragtiging werd zonder uitftel<br />
ifgevaardigd; alle Prelaten en Vorften<br />
verden daarin gelast, de befluiten van<br />
1 iet Concilie ter uitvoer te brengen ,<br />
< n alle uitleggingen van dezelve, on-<br />
I icr welke namen ook, werden eens vooral<br />
erboden. Aan de Proteflantfche Vor-<br />
.<br />
f<br />
ten werd hierbij niet gedagt : daar<br />
2<br />
ij weinig agting voor de uitnodiging<br />
l<br />
etoond hadden , was het niet te ver-<br />
X<br />
/agten , dat de Bulle van bekragtiing<br />
een beter onthaal bij hen zou<br />
t<br />
inden. De Roomfche ftoeï ging hen<br />
X<br />
us met ftilzwijgen voorbij.<br />
i<br />
De uitflag van deze Kerkvergadering<br />
h ad jnderdaad de flegte verwagtingen
NEDERLANDEN. 24?<br />
der laatstgenoemden maar alte zeer be II.<br />
vestigd. Het oude Lc-erftchel in ftedc BOEK.<br />
van gezuiverd te zijn, had nu, flegts zo<br />
veel tc meer vastheid en een groter gezag<br />
bekomen. Alle fpitsvindigheden der<br />
lcre, alle kunflen en aanmatigingen van<br />
den heiligen ftocl, die tot hier- toe meer<br />
op willekeur berust hadden, waren nu<br />
voordaan tot wetten geworden, en tot een<br />
vast ftelfel verheven, De gebruiken en<br />
misbruiken, welke in de barbaarfche tijden<br />
van bijgeloof en onkunde in het<br />
• Christendom waren ingeflopen, werden<br />
tans voor wezenlijke delen van den Godsdienst<br />
verklaard, en banblikfems tegen zodanige<br />
roekelozen uitgezonden, welke zig<br />
tegen die leerftukken verzetten, of zig<br />
aan die gebruiken onttrekken durfden ;<br />
banblikfems tegen hen, die het waagden<br />
aan de wonderkragt' der Reliquihi<br />
te twijfelen, de beenderen der Martelaren<br />
gene eer te bewijzen, en dc voorbidding<br />
der Heiligen voor kragteloos te<br />
houden. De kragt der Indulgentiën, de<br />
eerfte aanleiding tot den afval van den<br />
Roomfchen ftocl, was nu door ene onveranderlijke<br />
leerftclling bewezen, en het<br />
Monnikendom door ecu uitdrukkelijk befluit<br />
der Kerkvergadering in befcherming<br />
genomen, daar zij den mansperfonen toeftond<br />
met het zestiende, en de meisjens<br />
met het twaalfde jaar, gelofte te doen.<br />
Alle gevoelens der Protcflanten waren nu<br />
zonder uitzondering, veroordeeld; niet<br />
één befluit was ren hunnen voordele ge--,<br />
Q 5
4fO BE AFVAL DER<br />
nomen, niet één ftap gedaan, om hen<br />
u langs enen zagteren weg tot den fchoot<br />
BOEK.<br />
der Moederkerke terug tc brengen: de<br />
fchandelijke kronijk dezer Kerkvergadering,<br />
en de ongerijmdheid van hare uitfpraken,<br />
vermeerderden bij dezen, zo dit mogelijk<br />
ware, nog de diepe veragting, welke zij<br />
reeds lang tegen het Pausdom gevoelden,<br />
en Helden voor hunne aanvallen nieuwen<br />
tot nog toe niet bemerkte, zwakke zijde,<br />
bloot. Het was een ongelukkig denkbeeld,<br />
den verligtenden fakkel der Rede<br />
zo nabij de geheimen der Kerke te bren^<br />
gen, en voorwerpen van een blind geloof<br />
met bewijsredenen te verdedigen.<br />
Maar de befluiten van het Concilie<br />
waren zelfs niet eens tot volkomen genoegen<br />
_ der Katholijke Mogendheden,<br />
Frankrijk verworp dezelve geheel en al,<br />
zo wel om dén Kalvinisten te behagen,<br />
als ook om dat het zig door het oppergezag,<br />
welk de Paus zig over het Concilie<br />
aanmatigde , beledigd vond. Ook<br />
enige Katholijke Vorften van Duitschland<br />
verklaarden zig 'er tegen; de Republiek'<br />
van Venetiën en meer andere Italiaanfche<br />
Staten onderworpen zig aan hetzelve. Hoe<br />
weinig ook FILIPS DE TWEDE over<br />
fommige artiekelen geftigt was, welke zijne<br />
eigene regten, waarvoor geen Vorst<br />
met meer ijver kon waken , dan hij ,<br />
te na kwamen; hoe zeer de grote invloed<br />
van den Paus op het Concilie, en<br />
de willekeurige overhaaste fcheiding van<br />
hetzelve hem beledigd hadden; hoe billijke-
K E D ER. L A N D E N . 2jï<br />
r Rédenen rot vijandfchap , eindelijk , de n.<br />
Paus hem door de verftoting van zijnen BOEK.<br />
Gezant, had gegeven , toonde hij zig<br />
egter gereed, om dc befluiten dier Vergadering<br />
te erkennen , welke ook, zo<br />
als zij nu waren, in zijn geliefkoosd<br />
plan , om de Ketters uitteroeiën , te<br />
pas kwamen. Alle overige ftaatkundige<br />
oogmerken moesten hierbij agterftaan,<br />
en hij gaf bevel om dc befluiten<br />
in alle zijne Staten aftekondigen<br />
( * ).<br />
De geest van opftand, welke alle<br />
Nederlandfche Provinciën reeds had aangeftoken<br />
, had deze nieuwe brandflof<br />
niet meer nodig. De gemoederen waren<br />
aan het gisten ; het gezag der<br />
Roomfche Kerk was bij velen reeds op<br />
het diepst gezonken: onder zodanige omftandigheden<br />
konden de gebiedende en<br />
veelal zotte uitfpraken van het Concilie<br />
niet anders dan tot groot ongenoegen<br />
uitvallen; maar FILIPS DE TWEDK<br />
kon zijn karakter zo zeer niet verlochenen,<br />
dat hij aan volken, die ene<br />
andere zon, ene andere aarde, en andere<br />
wetten hadden , ook een ander<br />
geloof toeftond. De Landvoogdes ontving<br />
het nadrukkelijkfte bevel, om in<br />
dc Nederlanden even die zelfde gehoor-<br />
' (_*") Gefchiedenis van FILIPS TI. dooi<br />
WATSON, II D. 5 B. THUAN, II. =9.<br />
491. 350. Effiiy Cur les moeurs. T. III.<br />
Concile de Trente. V-VN MEIEREN 59. 60,
453 DE AFVAL DER<br />
II. faamheid jegens de Trentfche befluiten<br />
BOEK , te vorderen, welke in Spanje en Italië<br />
. aan dezelve bewezen werd (*).<br />
Deze befluiten vonden de fterkfte tegenfpraak<br />
in den Raad van State te Brus<br />
fel. WILLEM VAN ORANJE verklaarde,<br />
dat de Natie dezelven niet zou noch<br />
kon erkennen, daar zij grotendeels tegen<br />
de grondwetten van hare ftaatsgefteldheid<br />
aanliepen , en op gelijke gronden door<br />
verfcheidene Katholijke Vorflen verworpen<br />
waren. Bijna de gehele Raad van<br />
State was op 's Prinfen zijde; de meeste<br />
Hemmen kwamen daarop uit, dat men<br />
den Koning moest tragtcn te overreden,<br />
om de befluiten of geheel intetrekken<br />
, of dezelve ten minden niet dan<br />
onder zekere bepalingen bekend te maken.<br />
Hiertegen verzettede zig VIGLIUS,<br />
en hield zig aan de letter der Koninglijke<br />
bevelen. „ De Kerk," zeide hij,<br />
„ had in alle tijden de zuiverheid van<br />
„ hare Leer, en de naaugezetheid der<br />
„ tugt, door zodanige algemene Kerk-<br />
„ vergaderingen bewaard. Tegen dc ge-<br />
„ loofs-dwalingen, welke het Land reeds<br />
„ zo lang beroerden, kon geen kragti-<br />
,, ger middel gebruikt worden, dan juist<br />
„ deze befluiten, welken men tarts zo<br />
„ gaarn wilde verworpen hebben. Zo<br />
„ zij al hier en daar tegen de regten<br />
„ des burgers en de ftaatsgefteldheid ftre-<br />
„ den, zo was dit een kwaad, dat door<br />
(*) STRADA IO*.
NEDERLANDEN, 353<br />
„ ene verftandige en verfchonende nitvoe-<br />
„ ring van dezelven ligtlijk te verhel-<br />
„ pen ware. Voor het overige ftrekt<br />
,', het, (zeide hij,) onzen Heer, den Ko-<br />
„ ning van Spanje, zeker tot eer, dat<br />
j, hij alleen van 'alle de Vorften van zij-<br />
„ nen tijd niet genoodzaakt is,- zijn be*<br />
„ terweten aan de noodzakelijkheid te on-<br />
„ derwerpen , en uit vrees aftezien<br />
„ van maatregelen, welken het welzijn<br />
„ der Kerke hem aan de „hand geeft, en<br />
„ het geluk zijner onderdanen tot zijnen<br />
„ pligt maakt." Daar fommige beiluiten<br />
het ene en andere behelsden, 't welk de<br />
regten der kroon zelve benadeelde, namen<br />
enigen daaruit aanleiding, om voorteflaan,<br />
dat men ten minften die hoofd<br />
ftukken bij de bekendmaking zoude weglaten.<br />
Opdat de Koning deze aanftotelijke,<br />
en voor zijne waardigheid nadelige<br />
punten goedfehks zoude opheffen,<br />
wilden zij de Nederlandfche Nationak<br />
vrijheid ten voorwehdfel gebruiken, er l<br />
zig, tot dezen aanval op het Concilie<br />
van den naam der Republiek bedienen<br />
Maar de Koning had de befluiten ii \<br />
zijne overige Staten zonder bepaling aan<br />
genomen en laten gelden, en het wa:<br />
niet te verwagten, dat hij aan de ove<br />
rige Katholijke Mogendheden dit voor<br />
beeld van tegenkanting geven , en zei ï<br />
het gebou ondermijnen zoude , dat hi<br />
zo ijverig had helpen grondvesten (*)<br />
i<br />
f*) WATSON T. I. L. VIL 262. STRAD.<br />
02. BURGUND. 115.<br />
II.<br />
KOEK»<br />
1
II.<br />
BOEK.<br />
25* ÖE AFVAL DER<br />
Den Koning ten opzigte van deze<br />
befluiten voorftellingen te doen , hem<br />
een zagter handelwijze met de Proteftanten<br />
aftepersfen , en de intrekking<br />
der beide andere Kollegiën voortedragen<br />
, was de last j met welken de<br />
Graaf van Egmond door de misnoegden<br />
voorzien was : de tegenkanting van<br />
het Nederlandfche Volk tegen de Plakaten<br />
ter kennisfe van den Vorst te<br />
brengen, hem te overtuigen van de onmogelijkheid<br />
j om deze Plakaten in hunne<br />
volfie kragt uittevoeren 1 hem ten<br />
opzigte van den flegten ftaat des Krijgswezens<br />
en der Geldmiddelen in zijne<br />
Nederlandfche Staten de ogen te openen,<br />
was de last, hem door dc Landvoogdes<br />
opgedragen.<br />
's Graven lastbrief werd doör den<br />
Prefident VIGLIUS vervaardigd. Dezelve<br />
behelsde zware klagten over het verval<br />
in de regtspiegingen, den aanwas der<br />
Ketterij j en de uitputting der fchatkisü<br />
Op de perfoonlijke overkomst des Konings<br />
weid nadrukkelijk aangedrongem<br />
Het overige werd aan de welfprekendheid<br />
van den Afgezant overgelaten, die<br />
Van de Landvoogdes enen wenk kreeg,<br />
om deze fchone gelegenheid, waardoor<br />
hij zig_ van de gunst zijns Heren verzekeren<br />
kon, niet te laten voorbijgaans<br />
De Prins van Oranje vond den last*<br />
brief dei, Graven, en de voorflellingen,<br />
welke door hem aan den Koning zouden<br />
gedaan worden» in veel te alge-
NEDERLANDEN. 355<br />
mene en onbepaalde uitdrukkingen be IL<br />
vat. „ De fchilderij," zeide hij, „wel- B OEÏ.<br />
„ ke de Prefident gemaakt heeft van<br />
„ onze bezwaren, is verre beneden ^de<br />
„ waarheid gebleven. Hoe kan. de Ko-<br />
„ ning de gepaste hulpmiddelen aanwenden,<br />
zo wij de bronnen van het<br />
" kwaad voor hem verbergen? Laat ons<br />
ly het getal der Ketters niet minder op-<br />
', geven, dan het werklijk is; laat ons<br />
', openhartig bekennen, dat elke Pro-<br />
,, vincie, elke ftad, elk nog zo klein<br />
vlek, van dezelve krielt; laat ons<br />
niet verbergen, dat zij de ftrafbevelen<br />
veragten , en luttel eerbieds aan<br />
" de Overheid betonen. Waartoe dan<br />
[, nog die agterhoudendheid ? Liever op-<br />
„ rcgtelijk den Koning beleden, dat de<br />
„ Republiek het in dezen ftaat niet<br />
„ lang kan uithouden. De Geheime<br />
„ Raad zal zekerlijk anders oordelen,<br />
" omdat dezen de algemene verwarring<br />
„ aangenaam is. Vanwaar tog anders<br />
„ komt die flegte waarneming van het<br />
„ regt, dat algemene bederf in de<br />
regtbanken, dan van de fchraapzugt<br />
„ van dezen Raad, welke door niets<br />
„ verzadigd kan worden? Vanwaar die<br />
„ pragt, die fchandelijke brooddronken-<br />
„ heid van zodanige fchepfels , wel-<br />
„ ken wij uit het ftof hebben zien<br />
„ oprijzen, zo zij niet door omkoping<br />
„ daartoe geraakt zijn? Horen wij het<br />
„ volk niet dagelijks zeggen , dat de<br />
„ zaal van dezen Raad niet anders dan
H.<br />
BOEK.<br />
i&é DË AFVAL È-ËR<br />
„ met enen gouden fleutel kan geoi<br />
„ pend worden, en bewijzen niet de<br />
„ verdeeldheden onder de leden zeiven i<br />
„ hoe weinig zij zig door liefde voor<br />
„ het Algemeen laten befiuren ? Hoe<br />
„ kunnen menfchen voor het algemene<br />
., best zorgen, die het offer van hun*<br />
„ ne eigene driften zijn ? Verbeelden<br />
„ zij zig misfchien, dat wij, de Stad-<br />
„ houders der Provinciën, op het be-<br />
, vel van enen gemcnen roêdrager<br />
, met onze zoldaten gereed moeten<br />
, liaan ? Dat zij eenmaal palen zetten aan<br />
„ hunne vergunningen cn kwijtfcheldin-<br />
„ gen van misdaden, Waarmede zij zo gul<br />
zijn omtrent dezulken, aan welken wij<br />
„ dezelven weigeren. Niemand kan een<br />
„misdrijf verfchonen, zonder tegen het<br />
, geheel te zondigen, en het algcffic-<br />
, ne kwaad door een nieu kwaad te<br />
,, vermeerderen. Het heeft mij, daar<br />
komc ik voor uit, nooit behaagd,<br />
„ dat de geheimen van den Staat, en<br />
dc zaken van regering onder zo ve-<br />
,, le Kollegiën verdeeld waren. De<br />
„ Raad van State is voor allen ge-<br />
„ noeg; vele Patriotten hebben dit reeds<br />
, voorlang in ftilte begrepen , en ilc<br />
, yerklare het tans openlijk. Ik ver*<br />
, klare , dat ik voor al het kwaad,<br />
, waarover geklaagd Wordt, geen ander<br />
„ hulpmiddel wete, dan die 'beide Kol-<br />
,, legié'h in den Raad van State te<br />
„ doen verfmelten. Dit is het, wat<br />
J m<br />
en van den Koning moet zoeken<br />
n ^
NEDERLANDEN.<br />
4S7<br />
„ te verkrijgen , en zonder dat is dit<br />
>j nieuwe Gezantfchap van gene bedoe-<br />
„ ling of nut." En hierop deelde de<br />
Prins den vergaderden Raad het plan<br />
mede , waarvan te voren gefproken is.<br />
De zitting eindigde eerst laat in den<br />
nagt, om den volgenden dag hervat té<br />
worden. VIGLIUS, tegen wien dit<br />
nieuwe voorftel in de eerfte plaats en<br />
voornaamlijk gerigt was , en wien d#<br />
ogen tans plotfclijk opengingen , bezweek<br />
onder de hevigheid van zijnen<br />
fpijt. Deze gemoedsaandoening was voor<br />
zijn zwak lichaam te ftcrk, cn men<br />
vond hem den volgenden morgen door<br />
ene beroerte aangetast , en in gevaar<br />
van zijn leven (*).<br />
In zijne plaats trad JOACHIM HOP<br />
PERUS, uit den geheimen Raad té<br />
Brusfel, een man van oudcrwetfche zeden<br />
en onbefprokene eerlijkheid, de vertroudfte<br />
en waardigftc vriend van den<br />
Prefident (f). Hij voegde, ten gevalt<br />
le der vrienden van Oranje, nog t een<br />
en ander bij den last van den Afgezant,<br />
betreffende de affchöffing der Inquifitie,<br />
en de vereniging der drie Kollegiën;<br />
doende dit niet zo zeer met goedkeu-<br />
(*) Vïta VIGL. §. 88. op. BURG. 97 —Ï02.<br />
Cf) Vita VIGL. §. 89. De zelfde, uic<br />
wiens Ged|nkfchriften ik vele ophelderingen<br />
over dit tijdperk gefchept hebbe. Zijn na-*<br />
derhsnd gevolgd vertrek naar Spanje heeft<br />
die briefwisfeling tusfehen hem en den Prefident<br />
doen ontftaan, welke een der gewig-'<br />
ïigfte ftukken is voor deze gefchiedeni*.<br />
I. DEEL, R<br />
it<br />
BOEK*
II.<br />
BOEK.<br />
DE AFVAL DER<br />
ring der Landvoogdesfe , als wel zonder<br />
dat zij het belettede. Toen vervolgens<br />
de Graaf van EGMOND affcheid<br />
nam van den Prefident, die inmiddels<br />
van zijn toeval weder herfteld was, verzogt<br />
deze , dat hij hem zijn ontflag<br />
van dien post uit Spanje mogt medebrengen.<br />
Zijn tijd, zeide hij, was voorbij<br />
,* hij wilde zig, naar het voorbeeld<br />
van zijnen voorganger en vriend GRAN<br />
VELLE, tot de ftilte van het amteloze<br />
leven terug begeven , om de veranderlijkheid<br />
van het Geluk voortekomen.<br />
Hij had een voorgevoel van aanftaande<br />
ftormbuiën, waarin hij zig niet:<br />
gaarn begeven wilde (*).<br />
De Graaf van EGMOND aanvaardde in<br />
Loumaand des jaars 1565 zijne reis<br />
naar Spanje , en werd daar met zo<br />
veel gunst en agting ontvangen, als<br />
nog niemand van zijnen [ftand ondervonden<br />
had. Alle de Kastiliaanfche Groten<br />
, door het voorbeeld van hunnen<br />
Koning ingenomen, of veelmeer aan deszelfs<br />
Staatkunde getrou, fchenen hunnen<br />
verouderden haat tegen den Vlaamfchen<br />
Adel afgelegd te hebben , en beijverden<br />
zig om ftrijd, om hem door betuigingen<br />
van genegenheid intenemen.<br />
Zijne bijzondere verzoeken werden hem<br />
alle van den Koning ingewilligd , ja<br />
zijne verwagtingen werden in dit opzigt<br />
geheel overtroffen, en gedurende al den<br />
(*) BURG. 103.
NEDERLANDEN. 259<br />
tijd van zijn verblijf in Spanje, had II.<br />
hij overvloedige redenen, om 's Ko 3 O EK.<br />
nings gastvrijheid te roemen. Deze gaf<br />
hem de nadrukkelijkfle verzekeringen van<br />
zijne liefde voor het Volk van Nederland,<br />
en boezemde hem hoop in, dat<br />
hij niet ongezind ware, om aan het<br />
algemene verlangen te voldoen, en ,de<br />
ftrengheid in de Geloofsverordeningen<br />
enigszins te matigen. Tevens Helde hij<br />
te Madrid ene Kommisfie van Godgeleerden<br />
aan , welken de vraag werd<br />
voorgefteld , of het noodzakelijk warej<br />
aan de Provinciën de begeerde Godsdienst-vrijheid<br />
intewilligen ? Daar de meerderheid<br />
van gevoelen was, dat de bijzondere<br />
gefteldheid der Nederlanden, en<br />
de vrees voor enen opfland hier wel<br />
enige toegeeflijkheid kon gedogen, werd<br />
de vraag andermaal en bepaalder voorgefteld<br />
: „ Zijne Majefteit verlangde<br />
„ niet te weten, of hij kon, maar of<br />
„ hij moest toegeven?" Toen het laatfte<br />
ontkennenderwijze beantwoord wierd,<br />
ftond hij op van zijnen ftoel, en knielde<br />
voor een Krucifix neder. „ Zo bid<br />
„ ik U dan, Allerhoogfte Majefteit ,'*<br />
riep hij uit, „ dat Gij mij nimmer tot<br />
„ die laagte laat vervallen, om een'<br />
„ Heer te zijn over dezulken , die U<br />
„ verwerpen." En naar dit patroon werden<br />
ten naastenbij de maatregelen genomen,<br />
welken hij voornemens was in<br />
de Nederlanden te houden. Over het<br />
punt van Godsdienst was het befluit<br />
R 2
«66 DE AFVAL DER<br />
m van den Vorst nu eenmaal voor altoos,<br />
genomen; de dringendfte nood kon hem<br />
BOEK. mislchien bewegen om in de uitvoering<br />
der ftrafbevelen iets minder ftreng tc<br />
zijn, maar nimmer, om dezelve regtlijk<br />
. intetrekken-, of zelfs ter beperken.<br />
EG.MOND Helde hem voor, hoe<br />
Zeer zelfs- deze- openbare ftrafoefeningen<br />
der Ketters dagelijks derzelver aanhang<br />
yërfterkten , daar de voorbeelden vart<br />
hunnen moed, en hunne, vrolijkheid in<br />
den doody de aanfehouwers met de diepfte<br />
verwondering doordrongen , en hun<br />
hoge gevoelens inboezemden van ene<br />
leer, welke derzelver belijders tot helden<br />
kon maken. Deze aanmerking werd<br />
van den Koning wel niet in den wind<br />
geflagen, maar zij was van ene geheel<br />
andere uitwerking, dan men daarmede<br />
bedoeld had. Om deze verleidende toonden<br />
te vermijden, en evenwel niets<br />
daardoor in de ftrengheid der plakaten<br />
toe te geven, bedagt hij deze uitvlugt:<br />
hij befloot, dat de ftrafoefeningen voordaan<br />
in 't geheim zouden gefchieden.<br />
Het antwoord van den Koning op den<br />
inhoud van zijn gezantfehap, werd den<br />
Grave fchriftlijk aan de Landvoogdesfe<br />
medegegeven. Eer dat hij hem liet vertrekken,<br />
kon hij niet voorbij, hem wegens<br />
zijn gedrag ten opzigte van GRANVEL<br />
LE rekenfehap aftevorderen, waarbij hij in<br />
't bijzonder ook van de fpot-liverei gewag<br />
maakte. EGMOND betuigde , dat<br />
dit alles niets anders dan een klugt
NEDERLANDEN. *6t<br />
was geweest, en men niets daarmede<br />
bedoeld had, wat den eerbied voor den BOEJfc<br />
Vorst kon benadelen. Wist hij, dat het<br />
in énen van hun opgekomen ware, iets<br />
zo kwaadaartigs daarbij te denken, den<br />
zodanigen zou hij zelfs voor den degen<br />
eifchen (*). .<br />
Bij zijn vertrek vereerde de Koning<br />
hem met een gefchenk van vijftig-duizend<br />
guldens, en voegde 'er de verzekering<br />
bij, dat hij de zorg van,zijne<br />
dogter op zig zoude nemen. Hij vergunde<br />
hem tevens den jongen FARNESE<br />
van Panna met zig naar Brusfel te nemen,<br />
om der Landvoogdesfe,deszelfs moeder<br />
, daardoor cene oplettendheid te _ betonen<br />
(f). De geveinsde zagtmpedigheid des<br />
Konings, cn zijne betuigingen van genegenheid<br />
voor de Nederlanders , welke hij<br />
niet gevoelde , verlinkten de eerlijkheid<br />
van den Vlamingen Vol vreugde ovei<br />
het geluk , dat hij aan zijn 'Vaderlanc<br />
dagt medetebrengen , dog waarvan hei<br />
nooit verder af gev/eest was , verliet hij<br />
Madrid, boven alle verwagting te vreden :<br />
om alle Nederlandfche Provinciën mei<br />
den roem van hunnen goeden Koning te<br />
vervullen.<br />
Dadelijk met de opening van s Ko<br />
nings antwoord in de vergadering te Bras<br />
fel, begon die aangename hoop merkelijl<br />
(*) GROT. VI. HOPPER 43. 44. 45p<br />
A 104. 105. 106.<br />
(j-) STRADA 107.<br />
R 3<br />
S T R<br />
-
H.<br />
BOEK.<br />
ifc DE AFVAL DER<br />
te dalen. „ Schoon zijn befluit ten op-<br />
„ zigte der Geloofs-Plakaten ," dus luidde<br />
het antwoord, „ vast en onveranderlijk<br />
„ ware, en hij liever duizend levens<br />
„ verliezen wilde , dan een' enkelen<br />
„ letter daarin veranderen, had hij eg-<br />
,, ter, door de vertogen des Graven<br />
van E G M O N D bewogen, aan den an-<br />
„ deren kant, geen van die zagte mid-<br />
„ delen onbeproefd willen laten, waar-<br />
„ door het Volk voor de befmetting<br />
„ der ketterije kon bewaard worden,<br />
en die onveranderlijke ftraffen ontgaan.<br />
„ Daar hij nu uit het berigt van den i<br />
„ Graaf verftaan had, dat de voornaara-<br />
„ fte oorzaak der tegenwoordige dwa-<br />
„ lingen in het zedenbederf der Ne-<br />
„ derlandfche Geestelijkheid, in het fleg-<br />
„ te onderwijs des Volks, en in de<br />
„ verwaarloosde opvoeding der jeugd te<br />
„ zoeken was, zo beval hij hun bij<br />
„ dezen, ene bijzondere Kommisfie van<br />
„ drie Bisfchoppen en enige der be-<br />
„ kwaamfle Godgeleerden te benoemen,<br />
„ die zig bezig moest houden met de<br />
,j nodige hervorming in overweging te<br />
,, nemen, ten einde het Volk niet ver-<br />
, der door ergerlijke voorbeelden , of<br />
,, uit onkunde, tot dwalingen verviele.<br />
, Daar hij verder vernomen had , dat<br />
, de openbare doodftraffen der Ketters<br />
, aan dezen flegts gelegenheid gaven,<br />
, om met enen dolzinnigen moed te<br />
, pronken, en den gemenen hoop door<br />
, enen fchijn van Martelaars - roem te
NEDERLANDEN. fl^S<br />
verblinden, moest deze Kommisfie ook<br />
" middelen voorflaan, hoe men deze £<br />
" ftrafoefeningen meer geheim maken, .<br />
! en aan de veroordeelde Ketters de<br />
" eer van hunne ftandvastigheid benemen<br />
kon." Dan, om zeker te zijn, dat<br />
deze Kommisfie haren last niet te buiten<br />
ging, begeerde hij uitdrukkelijk, dat<br />
de Bisfchop van Iperen, een vertroud<br />
man, en de ftrengfte ij veraar voor het Katholijke<br />
Geloof, lid van dezelve zijn<br />
zoude. Dc raadplegingen moesten, zo<br />
mogelijk, in ftilte, en onder den fchijn<br />
als ' of zij de invoering der Trentfche<br />
befluiten ten oogmerke hadden, gehouden<br />
worden ; waarfchijnlijk, om het<br />
Roomfche Hof door deze bijzondere Synode<br />
niet ongerust te maken, en den<br />
geest des opftands in de Provinciën<br />
daardoor niet aantewakkeren. Bij de zitting<br />
zelve moest de Hertogin, nevens<br />
enige vertroude leden uit den Raad van<br />
State , tegenwoordig zijn ; ook moest<br />
een fchriftelijk verflag van 't gene daarin<br />
befloten was, aan hem worden overgezonden.<br />
Voor hunne dringendfte behoeften<br />
zond hij, voor ééns, enig geld.<br />
Hij gaf hun hoop van zijne perfoonhjke<br />
overkomst; dog eerst moest de oorlog<br />
met de Turken geëindigd zijn, welken<br />
men juist toen voor Malta verwagtte.<br />
De voorgeflagen vermeerdering van<br />
den Raad van State , en de vereniging<br />
van den Geheimen Raad en den<br />
Raad der Geldmiddelen met dezen, werd<br />
R 4<br />
II.<br />
O EK.
«6*4 DE AFVAL DER<br />
geheel en al met ftilzwijgen voorbijge^<br />
m gaan, behalven dat de Hertog van AAR,<br />
BOEK<br />
.SCHOT, dien wij als enen ijverig<br />
Koningsgezinden kennen, zitting en ftem<br />
in den laatstgenoemden verkreeg. Vi-<br />
GLITJS werd van zijnen post als Prefident<br />
in den Geheimen Raad wel ontflagcn,<br />
maar moest desniettemin nog gehele<br />
vier jaren in bediening blijven ,<br />
dewijl zijn opvolger, KA REL TISNACQ,<br />
lid van den Raad der Nederlandfche zaken<br />
te Madrid, aldaar zo lang werd terug<br />
gehouden (*).<br />
EGMOND was naaulijks wedergekomen,<br />
of ftrenger Plakaten tegen dc Ketters,<br />
welke hem uit Spanje op de hielen<br />
volgden, wederfpraken de voorbarige tijdingen<br />
, welken hij van de gelukkige<br />
gemoedsverandering des Konings had mer<br />
degebragt. Met deze kwam te gelijk<br />
een affchrift van de Trentfehe befluiten,<br />
zo als zij in Spanje waren aangenomen,<br />
en tans ook in de Nederlanden<br />
zouden moeten gelden; als mede<br />
de ondergetekende doodvonnisfen van enige<br />
Wederdopers , en andere Ketters.<br />
„ De Graaf," hoorde men tans WIL<br />
LEM DEN ZWIJGER zeggen, „ is door<br />
„ fpaanfche kunftenarijen verkloekt ge-<br />
„ worden. Eigenliefde en verwaandheid<br />
„ hebben zijne fcherpzinnigheid verblind,<br />
,, eigen voordeel heeft hem het alge-<br />
(*) HOPPER 44. 46. 60. STRADA 107.<br />
[51. Vita VIGL. 45. Not. ad Vit. VIGL.<br />
[87. BüRGUND. I05 fq. up,
NEDERLANDEN. 265<br />
„ menebest doen vergeten." De valsch- n.<br />
heid van het Spaanfche Hof lag nu 3 O E K,<br />
openlijk aan den dag; deze oneerliji-e<br />
handelwijze maakte de besten in 't Land<br />
gaande. Niemand echter leed hierbij<br />
gevoeliger, dan de Graaf van EGMOND,<br />
die zig tans als de fpeelpop der<br />
Spaanfche arglistigheid befchoude , cn,<br />
zonder dat bij het wist, een verrader<br />
van' zijn vaderland was geworden.<br />
„ Deze fchijn - goedheid," hoorde men<br />
hem overluid en bitterlijk klagen, „ was<br />
„ dan niet anders, dan een kunst-<br />
„ greep , om mij aan de befpotting<br />
„ van mijne medeburgeren bloottelieilcn,<br />
„ en mij van mijnen goeden naam te be-<br />
„ rooven. Is de Koning van zins,<br />
„ om de belofte, in Spanje aan mij<br />
„ gedaan, op deze wijze te houden,<br />
„ dan moge Vlaanderen overnemen wie<br />
„ wil; ik zal, door mij aan alle waar-<br />
„ neming van zaken te onttrekken ,<br />
„ openlijk tonen, dat ik aan dit woord-<br />
„ breken geen deel hebbe." Het Spaanfche<br />
Hof kon inderdaad bijna geen<br />
gefchikter middel hebben uitgekozen ,<br />
om het vertrouwen van zulk een' man te<br />
breken , dan dat het hem voor zijne<br />
medeburgers , waarvan hij de Afgod<br />
was, openlijk als icmandv, met wien<br />
men den draak gefloken had,<br />
ftelde (*><br />
ten toon<br />
Intusfchen had de Kerkelijke Kommisfie<br />
het volgende befluit uitgebragt,<br />
(*~) STRADA 113.<br />
R 5
ïi.<br />
BOEK<br />
i66 DE AFVAL DER<br />
't welk den Koning dadelijk werd overgezonden.<br />
„ Voor het Godsdienftige<br />
„ onderwijs des Volks, de verbetering<br />
„ in de zeden der Geestelijkheid, en<br />
„ de opvoeding der Jeugd, was reeds<br />
„ in de Trentfche Befluiten zo veel<br />
„ zorge gedragen, dat het 'er nu<br />
„ maar op aan kwam, deze beflui-<br />
„ ten ten fpoedigflen ter uitvoer te<br />
„ brengen. De Keizerlijke Plakaten te-<br />
„ gen de Ketters konden volflrekt ge-<br />
„ ne verandering lijden; dog men zou<br />
„ de Geregtshoven onder de hand kun-<br />
,, nen beduiden, dat zij alleen de<br />
„ hardnekkige Ketters en derzelver Leer-<br />
„ aars met den dood moesten ftraf-<br />
„ fen, tusfehen de fekten zelve enig<br />
„ onderfcheid maken, en jaren, rang,<br />
„ geflagt en geaartheid der aangeklaag-<br />
,, den daarbij in aanmerking nemen.<br />
„ Zo het daaraan haperde , dat de<br />
„ openbare ftrafoefeningen de geestdrij-<br />
„ vcrij nog meer ontftaken , zoude<br />
„ misichien de onheldhaftige, minder<br />
„ in 't oog lopende , en nogtans<br />
„ niet minder ftrenge ftraf der Galei-<br />
„ en, best gefchikt zijn, om deze<br />
„ hoge gedagten van Martelaarfchap te<br />
„ doen dalen. Vergrijpen van bloten<br />
„ moedwil, van nieuwsgierigheid en onbe-<br />
„ dagtfaamheid , kon men met geld-<br />
„ boeten , verbanning , of ook aan<br />
„ den lijve ftraffen (*).<br />
(*) Hoi'PER. 49. 50. BURGUND. 110.<br />
ui.
NEDERLANDEN.<br />
*6?<br />
Inmiddels, dat onder deze raadple II.<br />
gingen , welke eerst naar Madrid ver- j O EK.<br />
zonden, en van daar terug verwagt ,<br />
moesten worden, de tijd nutloos veritreek,<br />
rustten de Procesfen tegen<br />
de Ketters, of werden altans zeer<br />
flaperig voortgezet. Sedert het vertrek<br />
van GRANVELLE, had de regeringloosheid,<br />
welke in de Hoge Vergaderingen<br />
heerschte , en zig vandaar<br />
door de Geregten der Provinciën verfprcid<br />
had, gepaard met de zagter<br />
Godsdienstbegrippen des Adels, den moed<br />
der fekten aangewakkerd, en aan de<br />
bekeringsijver van derzelver Apostelen<br />
ruim veid gegeeven. De Inquiimeregters<br />
waren door de ilegte onderfleuning<br />
van den wereldlijken arm, die<br />
op de meeste plaatfen derzelver ongelukkige<br />
flagtoffers openlijk in beicherming<br />
nam , in veragting geraakt.<br />
Het Katholijke gedeelte der Natie had<br />
zig van de Befluiten der Trentfche<br />
Kerkvergadering , gelijk ook van E G-<br />
MOND'S gezantfehap naar Spanje, grote<br />
verwagtingen gemaakt , die door<br />
de heuchlijke tijdingen, welken de Graaf<br />
medegebragt, en in de eenvoudigheid<br />
zijnes harten niet nagelaten had te<br />
verbreiden, fchenen gebillijkt te worden.<br />
Hoe meer de Natie van de<br />
flrengheid der Geloofs - vervolgingen was<br />
afgewend , deste fmertclijker moest<br />
ene plotfelijke en ftraffer vernieuwing<br />
van dezelve gevoeld worden. Onder
%6H DE AFVAL DER<br />
II. deze omftandigheden werd 's Konings<br />
KOEK. fchrijven uit Spanje aangebragt, waarin<br />
het oordeel der Bisfchoppen , en<br />
de laatfte vraag der Landvoogdesfe beantwoord<br />
wierd.<br />
„ Hoedanige uitlegging ook de Graaf<br />
„ van EGMOND," dus luidde het, „ aan<br />
„ de mondelijke voortellingen des Ko-<br />
„ nings gegeeven hadde, was het dezen<br />
,, evenwel nooit, zelfs niet van ver-<br />
„ re , in den zin gekomen, iets het<br />
,, allerminfie te veranderen , in de<br />
„ flxaf bevelen, welken de Keizer, zijn<br />
„ Vader, reeds voor vijf- en dertig<br />
jaren , in de Provinciën had laten<br />
„ uitgaan. Deze Plakaten, begeerde hij<br />
„• dus , dat voordaan op het Krengde<br />
,, zouden gehandhaafd worden ; dat de<br />
„ Inquifitie de kragtdadigfie onderfieuning<br />
.,, van den wereldlijken arm zoude ont-<br />
„ vangen , en de Befluiten der Trent-<br />
„ fche Kerkvergadering onherroepelijk<br />
„ en onbepaald in alle Provinciën van<br />
,, zijne Nederlanden gelden zouden. Het<br />
,, befluit der Bisfchoppen en Godge-<br />
,, leerden keurde hij volkomen goed,<br />
,, uitgezonderd de verzagting, welke<br />
„ daarin met opzigt op jaren, ge-<br />
„ flagt en geaartheid der perfonen was<br />
„ voorgeflagen, dewijl hij het daar-<br />
„ voor hield , dat het zijnen Plaka-<br />
„ ten ganfchelijk niet aan gematigdheid<br />
„ ontbrak. De vorderingen, welke de<br />
„ Ketterij tot dusverre in het Land<br />
., gemaakt had, waren alleen aan den
NEDERLANDEN. »6p<br />
flègteH ijver, en de trouloosheid der<br />
Z Regters toetefchrijven. Elk wie onder<br />
]l dezen derhalven voordaan gebrek aan<br />
„ ijver mogt betonen , moest van zijn<br />
amt ontzet, en een beter in des-<br />
„ zelfs plaats gefield worden. De In-<br />
„ quifitie moest, zonder enige men-<br />
„ fchelijkheid in aanmerking te ne-<br />
„ men , ftandvastig, onbefchroomd, en<br />
„ vrij van bartstogten, haren weg be-<br />
„ wandelen , en noch vóór zich, noch<br />
„ agter zich omzien. Hij keurde al-<br />
„ les goed , zij mogt zo ver gaan<br />
, als zij wilde, zo ze maar de er-<br />
'„ gemis weerde (*). Op hem alleen<br />
„ moest zij zig maar beroepen, hij<br />
„ zelf zou het misnoegen des volks<br />
„ onbefchroomd het hoofd bieden (f).'<br />
Deze Koninglijke brief, waaraan dc<br />
vrienden van Oranje alle namaals gevolgde<br />
ellenden der Nederlanden hebben toege<br />
fchreven, veroorzaakte de hevigfte be<br />
weging onder de leden van den Raac<br />
van State, en de uitdrukkingen, wel<br />
ke hun bij toeval of met opzet ii<br />
gezelfchappen daarover ontvielen, ver<br />
fpreidden den fchrik onder het volk<br />
De vrees voor de Spaanfche Inquifitii<br />
kwam vernieud terug, en met dez<<br />
(*) Inquiptores prater me intueri neminem<br />
volo. Lacesfant fcelus fecuri. Satis est mihi,<br />
ft fcandalum declinaverint. BURGUND. IIS.<br />
(-f) VAN METEREN 75. 76. HOPPER 55l.<br />
STRADA 114. Vita VIGL. 45-<br />
II.<br />
BOEK»
II.<br />
BOEK<br />
S70 DE AFVAL DER<br />
zag men reeds de gehele ftaatsgefteldheid<br />
omvergeworpen. Men hoorde en zag<br />
reeds Kerkers bouwen , ketens en halsbanden<br />
fmcden en houtftapels oprigten.<br />
Alle gezelfchappen waren nu vol van<br />
zulke gefprekkeri, en de vrees hield<br />
dezelve niet meer in den teugel. Aan<br />
de huizen der Edelen werden gefchriften<br />
aangeplakt, waarin men hen,<br />
gelijk Rome voormaals haren BRUTUS,<br />
opriep, om de fiervende vrijheid te<br />
redden. Bitfche fchimpfchriften kwamen<br />
tegen de nieuwe Bisfchoppen , welken<br />
men Beulen noemde, te voorfchijn; de<br />
Geestelijkheid werd in toneelfpelen befpot,<br />
en in het fchelden verfchoonde<br />
men den Troon zo min als den<br />
Roomfchen Stoel (*).<br />
Verfchrikt door deze gerugten, liet<br />
de Landvoogdesfe alle de Raden en<br />
Ridders bijeenroepen, om aan hun oordeel<br />
over te geven , wat haar in<br />
dezen neteligen ftaat te doen ftond.<br />
De gevoelens waren verdeeld , en de<br />
ftrijd hevig. Onzeker tusfehen vrees<br />
en pligt, aarfelde men om een befluit<br />
te nemen, tot dat de grijze VIG-<br />
LIUS ten laatften opftond, en met<br />
zijn oordeel de gehele Vergadering<br />
verraste „ Tans," zeidc hij, „ kon<br />
„ men in 't geheel 'er niet aan den-<br />
„ ken , om de Koninglijke verorde-<br />
„ ning bekend te maken, voor dat<br />
(*) GROT. BURG. I*S. HOPPER 61.
NEDERLANDEN. S7I<br />
, men den Vorst tot het onthaal had<br />
]] voorbereid, welk die verordening naar<br />
alle waarfchijnlijkheid ontmoeten zoude:<br />
veeleer moest men de Inqui-<br />
„ tie - regters vermanen , hunne magt<br />
H niet te misbruiken , en zonder hard-<br />
" heid te werk te gaan." Maar nog groter<br />
was de verbaasdheid, toen de Prins<br />
van ORANJE opkwam, en dit gevoelen<br />
befireed. „ De wil des Ko-<br />
„ nings," zeide hij, „ was te dui-<br />
„ delijk en te bepaald voorgefteld .<br />
, was door te vele raadpleegingen be<br />
vestigd, dan dat men nu nog ver<br />
„ der kon wagen met de uitvoering<br />
'„ daarvan te dralen, zonder den fchuh !<br />
" der ftrafwaardigfte halftarrigheid oj<br />
l] zig te laden." „ Dezen neme il<br />
op mij," viel VIGLIUS hem in »<br />
ik ftelle mij aan zijne ongenad<br />
„ bloot. Zo wij hem daarmede de rus t<br />
„ in zijne Nederlanden bezorgen, zc 1<br />
„ deze tegenkanting ons ten laatfte |<br />
„ nog dank bij hem verwerven." Reec s<br />
begon de Landvoogdes tot dit gevos<br />
len te neigen, wanneer de Prins m< :t<br />
heftigheid 'er tusfehen viel. „ Wat.<br />
zeide hij, „ hebben de menigvuldig ;e<br />
„ voorftellingen , die wij aan hem gi<br />
„ daan , alle die brieven, welken w Ü<br />
„ aan hem gefchreven, wat heeft h :t<br />
„ gezantfehap uitgevoerd, dat wij nc g<br />
„ kort geleden aan hem gezonden hel >-<br />
„ ben ? Immers niets ! en waarop wa; r.<br />
5<br />
„ ten wij dan nog ? Zullen wij ï<br />
II.<br />
BOEK.<br />
>
Hd<br />
BOEK<br />
S7S DE AFVAL DER<br />
„ zijne Staatsraden , alleen zijn ofiee-<br />
„ noegen op ons laden, om htm<br />
„ met ons eigen gevaar enen dienst<br />
„ te bewijzen , waarvoor hij ons ninv<br />
nier dank zal wijten?" Belluiteloos<br />
en onzeker zweeg de gehele Verga*<br />
denng; niemand had moeds genoeg<br />
om dit geTOeIen bijtevallen , noch<br />
ook , om hetzelve te wederleggen ;<br />
maar de Prins had de natuurlijke vrees'<br />
agt.gheid der Landvoogdesfe te baat eenomen<br />
welke haar elke keus belettede.<br />
De gevolgen van hare ongelukkige<br />
gehoorzaamheid moeten in het ooo-<br />
>open ; maar waarmede , bijaldien zij<br />
?o gelukkig is, om deze gevolgen<br />
loor ene verftandige ongehoorzaamheid,<br />
I e verhoeden, waarmede zal bewezen<br />
j funnen worden, dat zij dezelven wer-<br />
J :ehjk had te dugten gehad? Zij kiest<br />
C us van twee partijen de flegtfte- 'er<br />
r logt van komen, wat wilde, 'sKo r ings verordening werd gegeeven om<br />
a fgekondigd te worden. Voor ditmaal<br />
z 2gepraalde dus de tegenpartij, en de<br />
e nge hartelijke vriend van de RCo-e ri ng, die, om zijnen Vorst dienst<br />
: d o e n<br />
t« »<br />
tc<br />
fl<br />
ei<br />
v;<br />
m<br />
°ecls genoeg had om hem<br />
mishagen, werd uit het veld ge*<br />
'gen (*). Deze zitting maakte een<br />
nde van de rust der Landvoogdesfe;<br />
n dezen dag af rekenen de Ne--<br />
der-<br />
C) BURG. I 2 3. I 2 4. V A N JU E T E R E M<br />
• Vita VIGL 45.
NEDERLANDEN. Ü73<br />
dërlanden alle ftórmen, die, zonder<br />
verpozen, federt in hun binnenfte gewoed<br />
hebben. Bij het fcheiden van<br />
den Raad, zeide de Prins van ORAN<br />
JE tot enen , die naast bij hem<br />
ftond: „ Nu zal men haast een on-<br />
,, gemeen Treurfpel zien beginnen" (*).<br />
(*) De Schrijvers van de Spaanfche partij<br />
hebben niet nagelaten 's Prinfen gedrag, in deze<br />
vergadering gehouden, als een bewijs tegen hem<br />
intebrengen, en met dit bewijs van oneerlijkheid<br />
over zyn karakter te zegepralen. „ Hy"><br />
zeggen zij, ,, die dus verre, in het ganfche be-<br />
„loop van zaken, de maatregelen van het Hof<br />
„met woorden en daden beftreden had, zo lang<br />
,,'er nog enige grond van vrees was, dal zij<br />
„ doorgaan mogten, voegt Zig tans voor de eerfte<br />
„ maal aan deze zijde, daar ene flipte uitvoering<br />
„van deszelfs bevelen waarfchijnlijk aan het zelve<br />
„tot nadeel zou ftrekken. Om den Koning te<br />
„ overtuigen , hoe kwalijk hij gedaan had met<br />
„ zijne vermaningen in den wind te Haan ; om zig<br />
„ te kunnen beroemen: „ dat heb ik wel<br />
„ „ voorfpeld" zet hij het welzijn van zijne<br />
„Natie in de waagfchaal, daar hij tog tot dus<br />
„verre had voorgegeven alleen hiervoor te ftrij-<br />
„den. De gehele zamenhang van zijn voorgaan-<br />
„de gedrag bewees-, dat hij het doorzetten dei<br />
„Plakaten voor een kwaad had gehouden; en nu<br />
„evenwel wordt hij op eennif.al ziiner overtui'<br />
„ ging ontrou , en volgt een tegengefteld plan,<br />
„offchoon aan den kant der Natie de gronden<br />
„ nog de zelfde waren, welke hem het eerfte<br />
„hadden voorgefchreven; en dit doet hij blote^<br />
„lijk daarom, dewijl de gevolgen tais vooi<br />
„rekening van den Koning uitlopen. Het blijkt dit:<br />
„ duidelijk", vervolgen zijne paf'ijen, ,, dat he<br />
„ welzijn van zijn volk minder op hem ver<br />
„ mogt, dan zijn kwaad hart tegen den Koning<br />
L DEEL. S<br />
II.<br />
BOEK.<br />
j
II<br />
B-O E K.<br />
274 DE AFVAL DER<br />
'Er ging dan een Bevelfchrift uit,<br />
aan alle Stadhouders der Provinciën,<br />
„ Om zijnen haat tegen dezen te verzadigen,<br />
„maakt hij gene zwarigheid om 's volks wel-<br />
„zijn mede opteofferen".<br />
Maar is het dan inderdaad zo gelegen, dat<br />
hij met de bevordering van deze Plakaten de<br />
Natie opoffert? of, om bepaalder te fpreken,<br />
bewerkt hij, dat de Plakaten uitgevoerd worden ,<br />
wanneer hij op de afkondiging van dezelve aandringt?<br />
Laat het zig niet, integendeel, met veel<br />
meer waarfchijniijkheid bewijzen , dat hij het<br />
eerstgenoemde door het laatfte alleen kan beletten<br />
? De Natie is aan 't gisten, en de ontftoken<br />
partijen zullen, naar alle vermoeden,<br />
{was immers v i G L I U S zelf hiervoor niet bèdugt?)<br />
enen tegenftand doen blijken, welke<br />
den Koning noodzaken zal toetegeven. Tans,<br />
zeide ORANJE, heeft mijn volk de nodige<br />
veêrkragt, om met goed gevolg tegen de dwingelandij<br />
te ftrijden. Verzuim ik dit tijdftip, zo<br />
zal deze laatfte middel vinden, om onder de<br />
hand, en door flinkfche ftreken, dat gene uittewerken,<br />
wat haar door openbaar geweld mislukt<br />
is. Zij zal dat zelfde doel, alleen maar.<br />
met meer omzigtigheid en toegeeflijkheid, najagen<br />
; maar het uiterfte alleen is het, wat mijn<br />
yolk tot één doel verenigen, tot enen ftouten<br />
flap brengen kan. Het is dus klaar, dat de<br />
Prins alleen van taal, ten opzigte van den Koning<br />
, veranderd was, ma-r , met opzigt op het<br />
volk, volkomen overëenkomftig met zijn vorige<br />
gedrag handelde. En welke pligten kan hij<br />
jegens den Koning hebben , onderfcheiden van<br />
die, welke hem aan de Republiek verbinden ?<br />
Zal hij ene onregtvaardigheid (dezen zagten<br />
naam willen wij eens aan de handelwijze van<br />
FILIPS, met de Nederlanden, geven) juist in<br />
dat ogenblik verhinderen, wanneer deze onregtvaardigheid<br />
haren bewerker zal ltraiïeo ? Handelt
NEDERLANDEN. *7S<br />
waarbij zij gelast werden de Plaka II.<br />
ten des Keizers, gelijk ook die , BOEK.<br />
welke onder de tegenwoordige Regering<br />
tegen de Ketters waren uitgegaan,<br />
de befluiten der Trentfche Kerkvergadering,<br />
alsmede die der jongst gehouden<br />
Bisfchoppelijke vergadering, op<br />
het zorgvuldigfle te doen nakomen,<br />
aan de Inquifitie de behulpfame hand<br />
te bieden, en de hun ondergefchikte<br />
regeringen, insgelijks, op het nadrukkelijkfle<br />
daartoe te doen medewerken: ten<br />
hij wèl met zijn Vaderland, wanneer hij deszelfs<br />
onderdrukker belet, enen ftap van overijling<br />
te doen, waardoor hei alleen zijn onvermijdelijk<br />
noodlot kan ontvlieden?<br />
Of het deze redenen' alleen, en niet teven;<br />
ook wraakzugt en boosaartigheid geweest zijn,<br />
welke den Prins tot dezen flap beweeg<br />
den, ftaat ieder vrij te beoordeelen. Genoeg<br />
dat 's Prinfen gedrag, op ene voldoende wijze<br />
uit enen beteren beweeggrond kan verklaard wor<br />
den, zonder dat men nodig heeft, den ilegtftet l<br />
ter hulpe te nemen, en dat altans zijn karak<br />
ter gene aanleiding geeft , om dit gedrag he<br />
ver uit flegte dan uit goede oorzaken afteleiden<br />
[Deze verdediging is misfehien geheel onnodig<br />
immers merkt WAGEN AAR aan, dat met di t<br />
verhaal niet wèl overeen te brengen is, 't gen<br />
de Prins zelf zegt, in enen brief, aan de Lam<br />
voogdesfe, in Loumaand des volgenden jaars, gc<br />
fchreven, alwaar hij, zwarigheid makende, 01 1<br />
's Konings last, omtrent de Inquifitie en Plaki<br />
ten, in de plaatfen van zijn Stadhouderfchap ( e<br />
doen<br />
hem,<br />
agtervolgen, te gelijk verklaart, dat mc<br />
in een zaak van zo veel gewigt en g< R<br />
volg , genen raad gevraagd had. VI. D.<br />
1.<br />
120.1<br />
S a
II.<br />
BOEK.<br />
H76 D E A F V A L D E R<br />
dien einde moest elk van hun, uit den<br />
hem ondergefchikten Raad, enen degelijken<br />
man uitkiezen, om de Provinciën<br />
vlijtig door tc reizen, en ftrérig<br />
onderzoek te doen, of de verordende<br />
fchikkihgeri , door de la-er<br />
Amtenarcn, wel behoorlijk wierden nagekomen;<br />
en dan alle drie maanden<br />
een naaukeurïg berigt daarvan in de<br />
Hoofdplaats bezorgen. Den Aarts-Bisfchoppen<br />
en Bisfchoppen , werd een<br />
afTchrift van de Trentfcbé Befluiten,<br />
naar hét Spaanfche oorfpronklijke, toegezonden,<br />
met aanïchrijvihg, dat, ingevalle<br />
zij de hulp van den wereldlijken<br />
arm van noden mogten hebben,<br />
de Stadhouders van hun Gebied<br />
hun met krijgsvolk ten dienfie<br />
moesten flaan; ten ware, dat zij dit<br />
liever van de Landvoogdes zelve wilden<br />
hebben. Tegen deze Befluiten<br />
gold generhande Privilegie; de Koning<br />
wilde en beval, dat. het l
NEDERLANDEN. 377<br />
JE, volkomen bevestigde. Genoegfaam II.<br />
alle Stadhouders weigerden dezelve op- B O EK.<br />
tevolgen, en dreigden hun ontflag te »<br />
nemen, zo men hen tor gehoorfaamheid<br />
aan dezelve wilde dwingen.<br />
„ Deze verordening", fchrcven zij terug,<br />
n was op ene geheel val-<br />
„Yche opgave omtrent de Ketters ge-<br />
„ grond (*)•<br />
D e<br />
Geregdghéid fchrik-<br />
„ te voor de ontzachlijke menigte<br />
„van flagtoffers, welke dagelijks on-<br />
„ der hare handen toenamen; vijftigof<br />
zestigduizend menfchen, uit hun<br />
„ onderhorig gebied, in de vlammen<br />
„ te laten omkomen, was geen werk<br />
„ voor hun". Bijzonder verklaarde zig<br />
tegen deze Trentfche Befluiten de minder<br />
Geestelijkheid, wier onkunde en<br />
zedenbederf daarin ten fterkflen was<br />
aangetast , en die neg daartebovcn met<br />
ene zo gehate hervorming bedreigd<br />
(*) Het getal der Ketters werd zeer ongelijk,<br />
van beide partijen,' opgegeven, naar mate het<br />
belang en de drift elke derzelven aandreef, om<br />
hetzelve te vergroten of te verkleinen; en de<br />
zelfde partij fprck vark zigzelve tegen, wanneer<br />
derzelver belrng veranderde. Wierd 'er van nieuwe<br />
tocbereidfelen der onderdrukking, van invoering<br />
der inquifitie-gerigten, enz. gefproken; dan<br />
moest de aanhang der Proteftanten ontelbaar en<br />
niet te overzien zijn. Maar fprak men van toegeeflijkheid<br />
omtrent dezclven, van fehikkingen<br />
ten hunnen voordele; dan was hun getal weer<br />
zo klein, dat het der moeite niet waardig was,<br />
ten gevalle van di: hoopjen gemeen volk nieuwigheden<br />
intevoeren. HOPPER. 62.<br />
S 3
II.<br />
BOEK.<br />
a73 DE A F V A L D E R<br />
wierd. Tans offerde zij, aan haar bijzonder<br />
belang, het hoogfle belang van<br />
de Kerk op, randde de Befluiten en<br />
het gehele Koncilie, met bittere fmaadredenen,<br />
aan, en ftrooide in de gemoederen<br />
de zaden van oproer. Het zelfde<br />
gefchreeu verhief zig weder, dat voormaals<br />
door de Monniken tegen de nieuwe<br />
Bisfchoppen was opgeheven. Den<br />
Bisfchop van Kamerijk gelukte het eindelijk<br />
, dog niet zonder fterken tegenffand,<br />
dc Befluiten te laten afkondigen. Meer<br />
moeite kostte dit te Mechelen, gelijk ook<br />
te Utrcgt, waar de Aartsbisfchop overhoop<br />
lag met zijne Geestelijkheid, die, zo als<br />
men haar nagaf, liever de gehele Kerk<br />
op den rand van haren ondergang wilde<br />
voeren, dan zig aan ene Zeden - verbetering<br />
onderwerpen (*).<br />
Van alle de Provinciën liet Braband<br />
zig het luidfle horen. De Staten van dat<br />
Landfchap kwamen weder met hun groot<br />
Privilegie voor den dag, volgens welk<br />
geen Inboreling voor enen vreemden regtbank<br />
mogt getrokken worden. Zij fpraken<br />
fterk over den eed, met welken de<br />
Koning hunne Grondwetten had bezworen<br />
, en over dc voorwaarden, op welke<br />
zij hem onderdanigheid beloofd hadden.<br />
Leuven, Antwerpen, Brusfel en 's Her-<br />
:ogenbosch, protcfleerden plegtig in ccn<br />
bijzonder gefchrift, dat zij aan de Land-<br />
(*) HOPPER 55- 61. STRADA 115.<br />
BURG. 115. VAN METEREN 76. 77.
NEDERLANDEN. 379<br />
voogdes afvaardigden (*). Deze, fteeds II.<br />
onzeker, fteeds tusfehen alle partijen heen OEI.<br />
B<br />
en weder waggelende, genen moed ge- -<br />
noe" hebbende om den Koning te gehoorfamen,<br />
en nog minder om hem niet<br />
te gehoorfamen, laat telkens nieuwe Vergaderingen<br />
houden, hoort daar- voor- en<br />
tegen ftemmen, en voegt zig ten laatften<br />
altoos bij dat gevoelen, dat voor<br />
haar het gevaarlijkfte is. Men wil zig<br />
van nieus naar Spanje tot den Koning<br />
begeven; maar terftond daarop wordt dit<br />
middel veel te langfaam geoordeeld; het<br />
gevaar is dringende, men moet voor de<br />
onftuimige drift bukken, en de Komnglijke<br />
verordening op eigen gezag fchikken<br />
naar de omftandigheden. De Landvoogdes<br />
laat eindelijk de Jaarboeken van Braband<br />
opflaan, om in den Aanftellingsbnef<br />
van den eerften Inquifiteur, dien KAREL<br />
DE VIJFDE over de Provincie had gefield,<br />
een voorfchrift voor het tegenwoordige<br />
geval te vinden. Deze Brief van<br />
aanftelling was niet gelijk aan dien, welke<br />
nu was gegeven; evenwel had de Koning<br />
verklaard, dat hij gene nieuwigheid<br />
invoerde, en dus was het geoorlofd, de<br />
nieuwe Plakaten naar die oude inftelhngen<br />
te plooijen. Deze uitkomst voldeed<br />
niet aan de hoge eifchen der Brabandfche<br />
Staten, die het op de gehele<br />
affchaffing der Inquifitie hadden toege-<br />
HOPPER 63. 6A\. STRADA 115.<br />
S 4
II.<br />
KOEK<br />
aSo DE AFVAL DER<br />
legd, en gaf aan de overige Provin-<br />
. ciën her teken tot foortgelijke Protes-<br />
. ten, en even dapperen tegenftand. Zonder<br />
aan de Hertoginne tijd te laten, om<br />
daarop te befluiten, weigeren zij, op eigen<br />
gezag, aan de Inquifitie hunne hulp<br />
en gehoorfaamheid. De Geloofs - regters,<br />
nog kort geleden , door een uitdrukkelijk<br />
bevel tot ftrenger uitvoering<br />
van hun amt gelast, zien zig eensklaps<br />
weder van den wereldlijken arm<br />
verlaten, van alle gezag en onderfleuning<br />
beroofd, en bekomen op hunne klagten,<br />
aan. het Hof, nietsbeduidende woorden<br />
tot befcheid. De Landvoogdes, die aan<br />
alle partijen genoegen wilde geven, had<br />
het met alle bedorven (*_).<br />
Inmiddels dat dit tusfehen het Hof, de<br />
Raden en de' Staten omging, bezielde<br />
een algemene geest van oproer het gehele<br />
Volk. Men begon de regten van<br />
den Onderdaan voor den dag te zoeken,<br />
an dc magt der Koningen te toetfen.<br />
„ Zo onnozel waren de Nederlanders<br />
., niet", hoorde men velen, en niet heinelijk,<br />
zeggen, „ of zij wisten zeer wel,<br />
, wat de Onderdaan den Vorst, en deze<br />
, den Onderdaan, fchuldig ware; en men<br />
, zou nog wel middelen weten te vin-<br />
> , den, om geweld met geweld te keren,<br />
, fchoon dit tans nog zo niet mogt fchij-<br />
, nen". Te Antwerpen vond men zelfs, op<br />
(*) Vita VIGL. 46. HOPPER 64. f15.<br />
j ITRADA 115. 116. BURG-. 150—154..
N E D E R L A N D E N .<br />
ï8l<br />
verfcheidene plaatfen, een gefchnfc aange II.<br />
plakt, waarin de Stads-Regering vermaand BOEIt.<br />
wierd, den Koning van Spanje, dewijl hij<br />
zijnen eed verbroken, en 's Lands vrijheden<br />
gefehonden had, bij het Kamero-erest<br />
van Spier aanteklagen, daar braband<br />
als een deel van den Bourgondifchen<br />
Kreits, in den Religie - Vrede van<br />
Pasfan en Augsburg, mede begrepen was<br />
De Kalvinisten gaven,omtrent dien zeltden<br />
tiid, hunne Geloofs-belijdenis in t ligt,<br />
ei verklaarden, in ene Voorrede aan den<br />
Koning, dat zij, fchoon bijna honderdduizend<br />
fterk zijnde, zig egter vreedlaam<br />
28a DE AFVAL DER<br />
H. De krijgstoerustingen van FILIPS tegen<br />
BOEK. de Porte, gelijk ook die, welke ERIK,<br />
Hertog van Brunswijk, omtrent dien zelfden<br />
tijd, zonder dat iemand het oogmerk<br />
daarvan wist, in de nabuurfchap maakte,<br />
bragten niet weinig toe, om het algemene<br />
vermoeden te verfterken, als of de<br />
inquifitie den Nederlanden met geweld<br />
zoude opgedrongen worden. Velen van de<br />
voornaamfte Kooplieden gaven openlijk<br />
te kennen, dat zij hunne huizen en goederen<br />
wilden verlaten, om de Vrijheid,<br />
welke hun hier benomen wierd, in enen<br />
anderen oord van de wereld te zoeken;<br />
mderen zagen om naar enen aanvoerder,<br />
?n heten zig gezindheden tot gewelddahgen<br />
tegenftand, en uitzigten op vreemde<br />
i ïulp ontvallen (*).<br />
Om in dezen benaauden toeftand<br />
i<br />
'olkomen radeloos en zonder fteun te<br />
moest de Landvoogdes ook nog van<br />
( len enigften<br />
< montbcrelijk<br />
verlaten worden, die haar<br />
was, en die medegewerkt<br />
1 iad, om haar in dien toeftand te brenl<br />
;en. „ Zonder enen Burger - oorlog te<br />
9 , ontfteken," fchreef Prins WILLEM"aan<br />
1 aar, „ was het tans volftrekt onmoge-<br />
T i Ljk, de bevelen des Konings na te<br />
5 , komen. Zo men evenwel daarop bleef<br />
ftaan, dan moest hij haar verzoeken,<br />
9<br />
d<br />
aarin de Godsdienstige vrijheid grondig verdeed<br />
wierd.<br />
(*) HOPPER 6I. 62. STRADA 117. ug.<br />
V AN METEREN 77.
NEDERLANDEN. 283<br />
zijne plaats met enen anderen te ver- II.<br />
" vullen, die beter met de oogmerken BOEK.<br />
" van zijne Majesteit ftrookte, en meer<br />
dan hij o P de gemoederen der Natie<br />
vermogt. De ijver, welke h,j bij aUe<br />
andere gelegenheden in dienst van de<br />
" Kroon had betoond, zou den tegenwoor-<br />
' digen ftap, zo hij hoopte, tegen alk<br />
verkeerde uitlegging verzekeren: zo ah<br />
de zaken nu ftonden, bleef hem gene<br />
" andere keuze over, dan of den Koning<br />
ongehoorfaam te zijn, of tot nadee i<br />
van zijn Vaderland en van zig zelvei l<br />
l tc handelen". Van toen<br />
WILLEM VAN ORANJE den<br />
af verhe t<br />
Raad va 1<br />
State, en begaf zig naar zijne Stad Brt<br />
da, waar hij in opmerkfame ftilte, do T<br />
niet zo geheel werkeloos, den uitflag a:<br />
wagtte. De Graaf van HOORN volgc e<br />
zijn voorbeeld (*); alleen E G M 0 N D , fteec Is<br />
onzeker tusfehen de Republiek en dc n<br />
Troon, fteeds arbeidende aan de vrug t-<br />
loze poging, om den goeden Burger m ;t<br />
den gehoorfamen Onderdaan te verenigd 1;<br />
EGMOND, wien de gunst ;van den V01 st<br />
minder ontberelijk, en dus minder onve r-<br />
fchillig was, kon niet van zig verkrijge:<br />
den oogst van zijn geluk te verlaten, c ie<br />
a-m het Hof van de Landvoogdes 1 m<br />
juist in vollen bloei ftond. Het vertr :k<br />
des Prinfen van ORANJE, wien de noo i,<br />
zo wel als zijn uitmuntend verftand, al<br />
dien invloed op de Landvoogdes gegev en<br />
(*) H O P H Ï 67.
n.<br />
BOEK<br />
a8 4<br />
DE AFVAL DER NEDERLANDEN.<br />
had, dien grote geesten op kleine zielen<br />
altoos hebben, had in haar vertrouwen<br />
ene opene plaats gemaakt, waarvan Graaf<br />
EGMOND, door middel van ene geh-ime<br />
overeenftemming, welke tusfehen de vreesagtige<br />
en goedhartige zwakheid zeer li thjk<br />
ontftaat, een onbepaald bezit nam.<br />
Daar zij al zo zeer vreesde, door een uitfluitend<br />
vertrouwen op de Koningsgezinden,<br />
het volk te belgen, als zij bedun:<br />
was, den Koning door een te naauwe<br />
meenfehap, met de verklaarde Hoofden<br />
der partije, ongenoegen te geven, kon<br />
er zig naaulijks een gepaster voorwerp<br />
voor haar vertrouwen opdoen, dan juist<br />
de Graaf van EGMOND, omtrent wien<br />
tiet nog met volkomen uitgemaakt was<br />
] :ot welke van beide partijen hij behoor'<br />
ie; die aan den enen kant fterkte genoeg<br />
] jezat, om haren wankelen moed te on-<br />
< ierfteunen, en aan den anderen kant'toe-<br />
;eeflijkheid genoeg, om zig met hare geoelige<br />
verwaandheid te verdragen (*;.<br />
(*) Des Konings aanhang in den Raad van<br />
S tate met deze opoffering nog niet te vreden<br />
b egeerde daarenboven van den 'Graave van E G-<br />
w o PJD, dat hij zig duidelijk en bepaald voor<br />
d : Inquifitie en de Plakaten verklaren zoude<br />
yy Gij hebt goed praten", gaf de Graaf hun ten<br />
ai itwoord, „ maar bedenkt ook eens, hoe veel<br />
v> ik door het tegenwoordige reeds aan mijne eer<br />
» ;eleden, aan hoe vele verfchillende oordeelvellingen<br />
ik mij blootgefteld heb, en hoe vele<br />
verwijten mij dagelijks van mijne vriendea<br />
iaarover gedaan worden". HOPPER 66
D E R D E B O E K .<br />
LANDVOOGDIJ VAN' MARGAREET'<br />
VAN I' A R M A.<br />
VERBOND DER EDELEN*<br />
Zot dus verre fehenen de Prins Hl.<br />
van ORANJE, de Graven van EG- BOEK*<br />
MOND en HOORN, benevens hunne<br />
vrienden, opregtelijk de algemene rust I565te<br />
wenfehen. Het ware belang van<br />
den Koning, hunnen Heer, had hen<br />
niet min, dan het gemene welzijn,<br />
beftuurd; altans hunne ondernemingen<br />
en bedrijven hadden even weinig met<br />
het eerfte, als met het laatfte geftreden.<br />
'Er was tot nog toe niets<br />
gedaan, dat niet met de trou jegens<br />
hunnen Vorst beftaanbaar was, wat<br />
hunne oogmerken verdagt kon maken,<br />
of enen geest van opftand bij hen<br />
Pet blijken. Het gene zij gedaan hadden,<br />
hadden zij volgens hunnen piigc
111.<br />
BOEK,<br />
286 DE AFVAL DER<br />
als leden van enen Vrijen Staat gedaan<br />
, als de vertegenwoordigers en<br />
de (brekers der Natie, als Raadgevers<br />
des Konings, als lieden van<br />
eer en _ deugd. De wapenen , waarmede<br />
zij de aanmatigingen van het<br />
Hof beltreden, waren vertogen , befcheidene<br />
klagten , verzoeken geweest.<br />
Nooit hadden zij zig door den regtmatigften<br />
ijver voor hunne goede zaak<br />
zo ver laten vervoeren, om tegen de<br />
voorzigtighcid en gematigdheid te handelen<br />
, waartegen anders zo ligt door<br />
Partijzugt gezondigd wordt. Maar niet<br />
alle Edelen luisterden dus naar de<br />
ftem der voorzigtigheid; niet allen hielden<br />
zig binnen deze palen van gematigdheid.<br />
Inmiddels, dat men in den<br />
Raad van State de grote vraag 'behandelde,<br />
of de Natie ongelukkig moest<br />
worden, dan niet; inmiddels dat derzelver<br />
beëdigde vertegenwoordigers alle<br />
gronden van reden en billijkheid tot<br />
derzelver hulpe aanvoerden, en de burgerftand<br />
met het gemeen hun lang<br />
verkropt leed in ijdele klagten, bedreigingen<br />
en vervloekingen ontlastten,<br />
geraakt een deel der Natip in beweging,<br />
dat het minfte van allen daartoe<br />
fcheen geroepen te zijn, en waarvan<br />
men dit het minfte van allen<br />
had verwagt. Men herinnere zig eens<br />
die klasfe van den Adel , waarvan<br />
boven gezegd is, dat FILIPS - bij<br />
den aanvang van zijn beftuur niet no-
NEDERLANDEN. 287<br />
dig had geoordeeld, derzelver dienften III<br />
erf behoeften in gedagten tc houden. BOEK.<br />
Verre het gröotfte gedeelte van deze<br />
zo kwalijk vergeten Edelen had, uit<br />
ene vrij dringender oorzaak, dan blotelijk<br />
om de eer, op bevordering<br />
gehoopt. Velen hunner waren, langs<br />
wegen boven gemeld, diep in fchulden<br />
verzonken, waaruit zij genen kans<br />
meer zagen om door eigen hulp gered<br />
te worden. Met deze menfchen<br />
bij de begeving der eeramten voorbij<br />
te gaan, had FILIPS iet veel<br />
ergers gedaan , dan blotelijk derzelvei<br />
hoogmoed beledigd: in deze Bedelaars<br />
had hij zig even zo vele ledige<br />
toezieners en onbermhartige regters var<br />
zijne daden ; even zo vele fchaêverhaal<br />
— zoekende verzamelaars en aankwekers<br />
van nieuwigheden gemaakt. Daai<br />
met den welvaart de hoogmoed hei [<br />
niet tevens had verlaten, maar dez<<br />
veeleer, (en dit lot fchijnt huns ge<br />
lijken algemeen te treffen,) ook noi<br />
die ledige plaatfen ingenomen<br />
><br />
had<br />
welke de verdwenen gelukftaat bij hei 1<br />
had agtergelaten, zo begonnen zij tans<br />
|<br />
door nood gedrongen, het enige ka<br />
pitaal, dat niet had kunnen vervreeim<br />
1<br />
worden, namelijk hunnen Adeldom ei<br />
1<br />
de Republikcinfche waarde hunner na<br />
men, op woeker uittezetten, en brag<br />
ten een geldmunt in de wandeling<br />
die nooit anders dan in zulk een' tijd<br />
voor gangbaar had kunnen doorgaan K
III.<br />
BOE K.<br />
288 DE AFVAL DER<br />
naamelijk hunne Befcherming. Met een<br />
hoog gevoel van zig zeiven, waaraan zij<br />
zo veel te meer toegaven, dewijl dit nog<br />
hunne enige bezitting was, befchouden<br />
Zij zig tans als "de veelbeduidende<br />
middelmagt tusfehen den Vorst en den<br />
Burger, en geloofden geroepen te zijn,<br />
om den benaauden Staat, die met ongeduld<br />
op hen, als op zijne laatfte<br />
fteunfels, het oog had gevestigd, ter<br />
hulpe te komen. Dit denkbeeld was<br />
alleen in zo verre belachelijk, als hunne<br />
verwaandheid daaraan deel had; maar<br />
de voordelen , Welken zij uit dezen<br />
waan wisten te trekken, waren wèl<br />
gegrond. De Proteftantfche kooplieden,<br />
in wier handen zig een groot gedeelte<br />
van den Nederlandfchcn rijkdom<br />
bevond, en die dc vrije oefening van<br />
hunnen Godsdienst voor genen prijs<br />
te duur dagten te kunnen kopen,<br />
Verzuimden niet, het enige mogelijke<br />
gebruik van deze klasfe des Volks<br />
te maken, we'ke nu ledig aan de<br />
markt ftond, en aan welke niemand<br />
tot nog toe eenig bod had gedaan.<br />
De zelfde menfchen , op welken zij<br />
in alle andere tijden met de trotschheid<br />
van den rijkdom zouden hebben<br />
neergezien, konden hun nu, door hun<br />
aantal, hunnen moed, hun aanzien bij<br />
de gemeente, hun misnoegen tegen<br />
de Regering , ja zelfs door hunnen<br />
bedelaars-hoogmoed en hunne wanhoop,<br />
zeer wezenlijke dienften doen. Uit dien<br />
hoof-
NEDERLANDEN. aSo<br />
hoofde deden zij ijverig hun best,<br />
om zig naau met hun te verbinden,<br />
de geneigdheid tot oproer zorgvuldig<br />
bij hen aantekweken, die hoge gevoelens<br />
van zigzelven bij hen aan den<br />
gang te houden, en, wat het meeste<br />
afdeed, door een regt van pas komende<br />
onderfteuning in geld en fchone<br />
beloften, hunne armoede om te koopen<br />
-—(*). Slegts weinigen onder hen<br />
waren zo min betekenende, dat zij<br />
niet, al ware het ook maar door verwantfchap<br />
met meer vermogenden, enigen<br />
invloed bezaten: en allen te zamen,<br />
zo het gelukte hen te verenigen,<br />
konden ene gedugte ftem tegen<br />
den Troon verheffen. Velen uit<br />
dezelven hadden zig reeds voor de<br />
Nieuwe Leer verklaard, of waren ten<br />
minften heimelijk haar toegedaan; en<br />
zelfs die genen onder hen, welke<br />
ijverige Katholijken waren, hadden ftaatkundige<br />
of bijzondere redenen genoeg,<br />
om zig tegen de Trentfche befluiten<br />
en de Inquifitie te verklaren. Allen,<br />
eindelijk, waren, door hunne verwaandheid<br />
alleen, reeds genoeg aangefpoord,<br />
om het enige tijdftip niet te laten<br />
voorbijgaan, waarin zij, bij mogelijkheid,<br />
enig vertoon in de Republiek<br />
konden maken.<br />
Maar zo veel als men zig van<br />
ene vereniging dezer menfchen moge<br />
(*) STRADA 52.<br />
I. DEEL. T<br />
III.<br />
BOEK.
III.<br />
BOEK,<br />
290 DE AFVAL DER.<br />
beloven, zo ongegrond en belachelijk<br />
zoude her geweest zijn, enigerhande<br />
hoop op enen enkelden onder hen<br />
te vestigen : ondertusfchen was het<br />
niet zo gemaküjk, zulk ene vereniging<br />
tot ftand te brengen. Om hen<br />
allen bijeen tc krijgen, daartoe moesten<br />
buitengewone toevallen medewerken;<br />
en ten gelukke deden dezen zig<br />
op. Ter gelegenheid van de Bruiloft<br />
des Heren MONTIGNIJ, enen<br />
der Nederlandfche Groten, alsmede van<br />
die des Prinfen ALEX ANDER VAN<br />
PARMA, welke beide ten dezen tijde<br />
te Brusfel gevierd werden, kwam<br />
een groot gedeelte van den Nederlandfchen<br />
Adel in deze Had bijeen.<br />
Bloedverwanten bezogten bij deze gelegenheid<br />
hunne Bloedverwanten; nieuwe<br />
vriendschappen werden gemaakt, en<br />
oude vernieud; het gefprek liep over<br />
den algemenen nood des Vaderlands;<br />
wijn en vrolijkheid ontfloten mond en<br />
hart; 'er werden wenken tot ene<br />
vereniging, en tot een verbond met<br />
vreemde Mogendheden, gegeven. Deze<br />
toevallige bijeenkomften bragten weldra<br />
opzettelijke voort; uit openbare gefprekken<br />
ontftonden geheime onderhandelingen.<br />
Het geval wilde, dat in dezen<br />
tijd twe Duitfche Edelen, de<br />
Graven van HOL en van SCHWART<br />
SEN BERG, zig in de Nederlanden bevonden,<br />
welke onophoudelijk bezig waren,<br />
met grote verwagtingen van na-
NEDERLANDEN. ügi<br />
bufigen bijftand te verwekken (*). Reeds<br />
enigen tijd te voren, had Graaf LO-<br />
DIWIJK van Nasfau, in perfoon, diergelijke<br />
onderhandelingen aan verfcheidene<br />
Duitfche Hoven geopend (f). Enigen<br />
willen zelfs, dat 'er geheime boden van<br />
den Admiraal COLIGNIJ, omtrent dezen<br />
tijd, in Braband gezien zijn; 't welk egter<br />
met reden in twijfel getrokken wordt.<br />
Was ooit een fiaatkundig tijdftip, tot het<br />
ondernemen van ene verandering, gunftig,<br />
zo was het dit. Een vrou aan het roer<br />
van Staat; de Stadhouders der onderfcheidcne<br />
Gewesten misnoegd, en tot oogluiking<br />
geneigd; een gedeelte van het Staatsligchaam<br />
geheel buiten werkfaamheid; geen<br />
leger in de Provinciën; het weinige Krijgsvolk<br />
reeds lang morrende over de agterblijvende<br />
betaling, en te vaak door valfche<br />
beloften bedrogen, om zig door<br />
nieuwe te laten verleiden; deze benden,<br />
daarenboven, aangevoerd door Bevelhebbers,<br />
die de Inquifitie in hun hart verfoeiden,<br />
en zig gefchaamd zouden heb*<br />
ben, om voor haar het zwaard opteheffen;<br />
geen geld bij kas, om fpocdig<br />
genoeg nicu krijgsvolk te werven, en<br />
even zo weinig om Buitenlanders te hu-<br />
(*) BURG. 150. HOPPER. 67 68.<br />
Ct) Ook was de Prins van ORANJE niet te<br />
vergeefs zo plotfeiijk uit Brusfel verdwenen, om<br />
de verkiezing van enen Roomfchen Koning, te<br />
Frankfort, bij te wonen. Ene verzameling van zo<br />
vele Duitfche Vorften moest voor ene onderhandeling<br />
zeer gunftig zijn. STRADA 84. •<br />
T 2<br />
nr.<br />
BOEK»
292 DE AFVAL DER<br />
ren; het Hof te Brusfel, zo wel als de<br />
HI.<br />
drie Kollegiën, door twcdragt inwendig<br />
BOEK<br />
| verdeeld, en door zedeloosheid bedorven;<br />
de Landvoogdes zonder volmagt, en de<br />
Koning verre van de hand; de aanhang<br />
van dezen in het Land gering, onzeker<br />
en moedeloos; de tegenpartij talrijk en<br />
vermogend; twe derde gedeelten des volks<br />
tegen het Pausdom verbitterd, en belust<br />
op Ö<br />
verandering — welk ene beklaaglijke<br />
naaktheid der Regering, en hoe veel beklaaglijker<br />
nog, dat deze naaktheid bij<br />
hare vijanden zo wel bekend was! (*)<br />
'Er ontbrak nog, om zo vele hoofden<br />
tot één doel te verenigen, een Aanvoerder,<br />
en een veelbeduidende naam, om<br />
aan derzelver eerfte ondernemingen , in de<br />
Republiek, enig gewigt bijtezetten. Beiden<br />
vond men in Graaf L ODE WIJK VAN<br />
NASSAU, en HENDRIK VAN BREDERO-<br />
D E, zijnde beiden van den eerften Adel des<br />
Lands, die zig vrijwillig aan het hoofd der<br />
onderneming ftelden. L ODE WIJK, broeder<br />
des Prinfen van ORANJE, bezat vele voortreffelijke<br />
hoedanigheden, welke hem waardig<br />
maakten, om op zulk een belangrijk<br />
toneel te verfchijnen. Te Geneve, waar<br />
hij de wetenfehappen had beoefend, had<br />
hij den haat tegen Geestelijke dwingelandij,<br />
en de liefde voor den nieuwen Godsdienst<br />
ingezogen, en bij zijne terugkomst<br />
niet verzuimd, voor deze grondftellingen<br />
aanhangers in zijn Vaderland te werven,<br />
(*) GROT. 19. BUICUND. i54
NEDERLANDEN. 293<br />
De Republieksgezinde vlugt, welke zijn<br />
geest aan die zelfde School genomen had,<br />
IIT.<br />
onderhield in hem<br />
BOEK<br />
enen blakenden haar<br />
tegen alles wat Spaansch heette, welke<br />
haat alle zijne daden befluurde, cn hem<br />
niet dan met zijnen laatfien adem verliet.<br />
Pausdom en Spaanfche Regering waren<br />
in zijn gemoed een en het zelfde, gelijk<br />
zij ook inderdaad waren; en de afkeer,<br />
welken hij voor het ene voedde, hielp<br />
zijnen weerzin tegen de andere verfterken.<br />
Zo zeer als de beide broeders in genegenheid<br />
en afkeer overëenflemden, zo<br />
ongelijk waren de middelen, waardoor zij<br />
die beide hartstogten voldeden. Den<br />
jongfien broeder veroorlofde het driftige<br />
bloed van zijn geitel en zijne jeugd die<br />
buigfaamheid niet, waardoor de ander zijn<br />
doel wist te bekruipen. Zo diep de gedagten<br />
van den laatfien zig verborgen<br />
hielden, zo open en bloot lagen alle de<br />
aandoeningen van den jongfien broeder;<br />
zo fiil en heimelijk als de hartstogt in<br />
de ziel van WILLEM gloeide, zo hevig<br />
woedde dezelve op het gelaat van LO-<br />
DEWIJK. Een koel bedaard voorkomen<br />
bragt den eerflen langfaam, maar zeker,<br />
tot zijn doel, terwijl ene doorknede<br />
voorzigtigheid hem de zaaken ontworp;<br />
LODEWIJK had aan ene dolle drift, die<br />
wat haar ook voorkwame onder den voet<br />
liep, alles te danken, wat hij groots verrigtte,<br />
zo wel als alles, wat hij bedorf.<br />
Hierom was WILLEM een Veldheer, en<br />
LODEWIJK nooit meer<br />
T 3<br />
dan een Geluk
204 DE AFVAL DER<br />
III. zoeker; een welgelpierden arm, wanneer<br />
BOEK. hij door een wijs hoofd beftuurd wierd.<br />
Hardnekkig en- volftandig bleven beide<br />
broeders hunnen eerilen haat, zo<br />
wel als hunner eerfte liefde, getroiu<br />
maar de goede zaak had enen zekerder<br />
borg in WILLEM'S voortreffelijk<br />
verftand, dan in den ftouten moed<br />
van deszelfs broeder. Het was bij een<br />
gelukkig toeval, dat Vaderland, Waarheid<br />
en Vrijheid, het eerfte bezit van<br />
LODEWIJK'S hart genomen hadden,<br />
maar van het hart zijns broeders waren<br />
zij, fchoon ook later, verzekerd.<br />
LODEWIJK'S eens gegeven woord gold<br />
voor altoos; zijne verbindtenisfen verduurden-<br />
alle wisfelvalligheden, omdat zij in het<br />
nijpen van den nood waren aangegaan,<br />
en vermits het ongeluk vaster<br />
banden legt, dan de ligtzinnige voorfpoed.<br />
Zijnen broeder en deszelfs<br />
zaak minde hij even zeer, en voor<br />
deze liet hij het leven.<br />
HENDRIK VAN BREDERODE, Heer<br />
van Vianen en Burggraaf van 'Utregt,<br />
was een Afftammcling van de oude<br />
Graven van Holland, welke dat Gewest<br />
voorheen als oppermagtige Vorften<br />
beheerschtcn. Deze betrekking maakte<br />
hem dierbaar voor een volk, onder<br />
welk de gedagtenis aan zijne<br />
range Heren nog volkomen in wezen,<br />
en zo veel te meer in zegeninge<br />
was^ hoe minder men bij de<br />
verandering gevoelde gewonnen te heb-
NEDERLANDEN. 295<br />
ben. Dit geërfde aanzien kwam zeer ITT.<br />
te ftade aan de verwaandheid van BOEK.<br />
enen man, die den mond f reeds vol<br />
had van den roem zijner Voorvaderen,<br />
en die mee deste groter vermaak<br />
tusfehen de puinhopen der vergangene<br />
heerlijkheid omdoolde, hoe meer<br />
het gezigt op • zijnen tegenwoordigen<br />
toeftand van troost ontbloot was. Buiten<br />
alle waardigheden en bedieningen<br />
gefloten, waarop de hoge gedagten<br />
van zigzelven, en de Adel van zijn<br />
geflagt, hem ene regtmatige aanfpraak<br />
fchenen te geven, (want een Escadron<br />
ligte Ruiterij was alles, wat men hem toevertroude,)<br />
rekende hij zig bevoegd<br />
om op de Regering te fchimpen, en<br />
derzelver maatregelen met ftoute fmaadredenen<br />
aantevallen. Hierdoor kieeg hij<br />
het Volk aan zijn fnoer. Ook was<br />
hij heimelijk aan dc Hervormde Leer toegedaan;<br />
dog minder, dewijl zijne beter<br />
--ertuiging zig" daarvoor had bepaald,<br />
dan wel omdat het een afval<br />
was. Hij bezat meer rapheid van<br />
tong, dan welfprekendhei.1, en meer<br />
driestheid, dan moed: koen was hij,<br />
dog meer, omdat hij geen gevaar<br />
geloofde , dan omdat hij boven<br />
hetzelve verheven was. LODEWIJK<br />
van NASSAU brandde van ijver voor<br />
de zaak, welke hij befchermde; BRE-<br />
DERODE voor den roem van dezelve<br />
befchermd te hebben: gene vergenoegde<br />
zig met voor zijne partij<br />
T 4
III.<br />
BOEK.<br />
096 DE AFVAL DER.<br />
te werken; deze moest aan 't hoofd vandezelve<br />
zijn. Niemand paste beter tot<br />
Voorganger van enen opftand; maar tot<br />
Befluurder van denzelven kon 'er<br />
naaulijks flegter uitkomen. Zo ijdel als<br />
in den grond zijne bedreigingen waren,<br />
zo veel nadruk en ontzag kon<br />
de waan van den groten hoop daaraan<br />
geven, ingeval het dezen in 't<br />
hoofd kwam, enen Pretendent in zijnen<br />
perfoon optewerpen. Zijne aanfpraken op<br />
de bezittingen zijner Voorouderen waren<br />
een ijdele naam; maar bij het<br />
algemene misnoegen was ook een naam<br />
reeds genoeg. In een boekjen, dat<br />
destijds onder het Vólk verfpreid werd,<br />
noemde men hem openlijk den Erfgenaam<br />
van Holland; en zekere beellenis<br />
van hem voerde dit trotfche<br />
:>mfchrift:<br />
Sim Brederodus ego, Batava non infima gentis<br />
Gloria, virtutem non unica pagina claudit (*).<br />
Behalven deze beiden, traden uit<br />
Jen voornamen Nederlandfchen Adel mede<br />
tot het Verbond, de jonge Graaf<br />
KAREL VAN MANSVELD, een zoon<br />
yan dien, welken wij onder de ijve-<br />
•igfte voorflanders van 's Konings par-<br />
:ij gevonden hebben; de Graaf van<br />
ic UILEN BURG, twee Graven van BER<br />
KEN en van BATENBURG, JOHAN<br />
(*) BURG. 3 SI. 352. GROT. ao.
NEDERLANDEN. ZQ7<br />
V A N M A R N I X , Heer van Thoulouze, IIÏ.<br />
FiLiP ' V A N M A R N I X , Heer van St.<br />
Aldegonde, nevens enige anderen; en<br />
omtrent het midden van Slagtmaand, des<br />
jaars vijftienhonderd-vijf-en zestig, kwam<br />
dit Verbond, ten huize van zekeren<br />
V A N H A M M E S , Wapen -koning der Vliesridderen,<br />
tot ftand (*). Zes menfchen<br />
waren het (f), die hier het lot van<br />
hun Vaderland, even als, op enen anderen<br />
tijd, de Eedgenoten de Zwitferfche<br />
Vrijheid, beflisten, de fakkel<br />
van enen veertigjarigen oorlog ontftaken,<br />
en den grond van ene Vrijheid<br />
leiden, waarvan zij zelve de vrugten<br />
niet zouden genieten. Het Verbond,<br />
zo wel als de eed, door V A N M A R N I X<br />
eerst van allen ondertekend, was van<br />
den volgenden inhoud:<br />
„ Nademaal zommige kwalijk -gezin-<br />
„ de perfonen, bewimpelende hunne<br />
, ftaatzugt en gierigheid met ijver voor<br />
„ het Katholijke geloof, zijne Majcs-<br />
„ teit overgehaald hebben, om de v«r-<br />
„ foeilijke Inquifitie in deze Landen<br />
„ intevoeren, (een Regtbank, ftrijdig<br />
„ met alle Godlijke en menschlijkc<br />
„ wetten, en die alle barbaarfche in<br />
?, rigtingen van het blinde Heidendom.<br />
(*) Een ijverig Knlvinist, en de driftig<br />
fte werver voor het Verbond, die zig beroem<br />
de wel tweduizend Edelen daartoe overgehaald i<br />
hebben. STRADA II8.<br />
(t) BURG. ISÓ. STRADA noemt 'er negen<br />
fWAUZNAAR elf.]<br />
T <<br />
B O E K .
&9% DE AFVAL DER<br />
HI. „ in onmenschlijkheid overtreft, welke<br />
BOEK. „ alle andere magt aan de Inquifitie-<br />
„ meesters onderwerpt, de menleken<br />
„ tot ene altoosdurende flavernij ver-<br />
„ nedert, en door hare bedekte lagen,<br />
,, den eerlij'kften Burger onophoudelijk<br />
„ aan den fchrik des doods blootftelt,<br />
„ zodat het enen Priester, enen trou-<br />
„ lozen vriend, enen Spanjaard, met<br />
„ één woord, eiken deugniet vrijftaat,<br />
„ wien en wanneer hij maar wil,<br />
„ voor deze Regtbank aanteklagen,<br />
„ te doen gevangen nemen, veroor-<br />
„ delen en ftraffen, zonder dat het<br />
„ dezen vergund zij, zijnen Befchul-<br />
„ diger te weten, en bewijzen van<br />
„ zijne onfchuld bijtebrengen) zo heb-<br />
,, ben wij Ondergetekenden ons ver-<br />
„ bonden, om voor de veiligheid van<br />
„ onze huisgezinnen, goederen en per-<br />
„ fonen te waken. Ten dien einde<br />
„ hebben wij ons door een heilig<br />
„ Verbond te zamen verenigd, en be-<br />
„ loven met plegtigen ede, het in-<br />
„ voeren der Inquifitie, uit al ons<br />
„vermogen, te zullen beletten, 't<br />
3 zij men dat heimelijk of in 't<br />
„ openbaar, en onder wat naam<br />
„ ook, .mogt beproeven. Tevens be-<br />
, tuigen wij 'er zeer verre af te<br />
, zijn, van tegen den Koning, on-<br />
, zen Heer, iets nadeligs voor-<br />
, tehebben; veeleer hebben wij al-<br />
, lep ons onveranderlijk voorgenomen,<br />
, 's Konings bewind te onderfteunea
NEDERLANDEN. 299<br />
„ en te befchermen, de rust te be- III.<br />
waren, en allen oproer naar ver BOEK.<br />
mogen te fluiten. Ingevolge dit voor-<br />
„ nemen, hebben wij gezworen, cn<br />
„ zweren bij dezen , de Regering<br />
heilig te zullen houden, en haar<br />
11 met woorden en daden te cerbie.digen,<br />
waarover wij God Almagtig<br />
„ tot getuigen aanroepen.<br />
„ Verder beloven en zweren wij, el-<br />
„ kandcr onderling ten allen tijde, en<br />
„ op alle plaatfen, tegen allen aan-<br />
,' val te zullen dekken en befchermen<br />
, voor zo verre die punten<br />
^ betreft, welke in dit Verbond zijn<br />
,' uitgedrukt. Wij verpligten ons hier-<br />
„ mede, dat generhande aanklagte on-<br />
„ zer vervolgers, met welken naam de-<br />
', zelve ook opgefchikt worde, zij moge<br />
„ muiterij, afval of anders heten, ons<br />
„ van onzen eed tegen hem, die aangeklaagd<br />
is, zal kunnen ontheffen,<br />
" of ons van onze belofte omtrent<br />
„ hem ontdaan. Gene handelwijze, die<br />
„ tegen de Inquifitie gerigt is, kan<br />
„ den naam van Opftand verdienen.<br />
„ Alwie derhalven uit dien hoofde in<br />
\, hegtenis wordt genomen, dien ver-<br />
„ binden wij ons hier, naar ons ver-<br />
,, mogen, te zullen helpen, en hem,<br />
„ door alle geoorloofde middelen, zij-<br />
„ ne vrijheid weder te geven. Hier-<br />
„ in, gelijk mede in alle overige<br />
„ regelen van ons gedrag, maar in-<br />
„ zonderheid tegens de Regtbank det
m.<br />
300 DE A F V A L D E R<br />
„ Inquifitie, onderwerpen wij ons aan<br />
BOEK. „ het algemene oordeel van het Verbond,<br />
„ of wel van die genen, welken wij<br />
„ eenparig als onze Raadslieden en<br />
„ Hoofden erkennen zullen.<br />
„ Ter bevestiging dezes, en ter be-<br />
„ kragtiging van dit Verbond, beroe-<br />
„ pen wij ons op den heiligen naam<br />
„ des levenden Gods, des Scheppers<br />
„ van Hemel en Aarde, en van al-<br />
„ les wat daarin is, die de harten,<br />
„ de gewetens en de gedagten be-<br />
„ proeft, en die de zuiverheid van<br />
n de onzen kent. Hem bidden wij<br />
„ om den bijfiand van zijnen Heili-<br />
„ gen Geest, opdat ons voornemen<br />
„ met geluk en eer gekroond wor-<br />
„ de, tot verheerlijking van zijnen<br />
i, Naam, en tot zegen en beflendi-<br />
, gen vrede des Vaderlands" (*).<br />
Dit Verbond, Compromis geheten,<br />
|<br />
verd dadelijk in verfcheidene talen overrebragt,<br />
en fnellijk door alle Gewes-<br />
1 en verfpreid. Elk der verbondene Ede-<br />
] en bragt al wat hij van vrienden,<br />
3 )loedverwanten, gunfielingen en bedien-<br />
« len had, te zamen, om het Ver-<br />
)ond fpoedig tot een groot ligchaam<br />
e maken. Men hield grote maaltijlen,<br />
welke gehele dagen lang duurlen:<br />
onwederftaanbare verzoekingen voor<br />
len zinlijk, lugtig flag van lieden, bij<br />
velken de diepfie ellenden den lusx<br />
00 BURG. 15Ö, 155. STRADA 118.
NEDERLANDEN.' 301<br />
tot een vrolijk leven niet hadden kun HL<br />
nen verdoven. Wie zig daar liet vin BOEK.<br />
den, (en elk was 'er welkom,) werd<br />
door voorkomende verzekeringen van<br />
vriendfehap vermurfd, door wijn verhit,<br />
door het voorbeeld medegefleept,<br />
en overweldigd door het vuur enei<br />
woeste welfprekendheid. Velen ftuurde<br />
men de hand ter ondertekening; wie<br />
twijfelde, werd gefcholden, wie fchroomde,<br />
bedreigd, en de welgezinden overfchreeud;<br />
menigeen wist in 'r gehee [<br />
niet, wat het eigenlijk was,_ waa:<br />
onder hij zijnen naam fchreef , et l<br />
fchaamde zich eerst lang daarna t<<br />
vragen. De algemene zwijmel lie<br />
gene keus over; velen dreef bloo<br />
Uitzinnigheid tot de partij; een aan<br />
zienlijke broederfchap lokte de genr<br />
gen; den vreesagtigen gaf het grot e<br />
getal moed. Men had zig van d e<br />
list bediend, om de namen en z<<br />
gels van den Prins van ORANJI 1<br />
de Graven van EGMOND, HOOR*<br />
ME GEN en anderen, bedrieglijk nat<br />
maken; een kunstgreep, waardoor ve ie<br />
honderden voor het Verbond gewo 1-<br />
oen wierden. Bijzonder had men h et<br />
hierbij ook op de Officieren van h :t<br />
leger gemunt, om zig in alle g lis<br />
vallen van dezen kant te dekken, b<br />
p<br />
aldien het tot geweld mogt komc<br />
a.<br />
Met velen gelukte het, vooral m<br />
et<br />
die van minderen rang, en Gra<br />
af<br />
BR EDERODE trok zelfs tegen en<br />
>n
302 D E A F V A L D E R<br />
ITT. Vaandrig, die zich bedenken -wilde,<br />
« O F. K.<br />
1<br />
den degen. Menfchen van allerlei rang<br />
en ftand tekenden. De Godsdienst<br />
maakte geen onderfcheid; zelfs Katholijke<br />
Priesters voegden zig bij het<br />
Verbond. De beweegredenen waren niet<br />
bij allen de "zelfde, maar bij allen<br />
werd het zelfde voorgeven gebruikt.<br />
Den Katholijken was het blotelijk om<br />
de affchaffing der Inquifitie, en verzagting<br />
der Plakaten, te doen; de<br />
Proteftanren beoogden ene onbepaalde<br />
vrijheid van geweten. Zommige dolzinniger<br />
hoofden voerden niet minder<br />
in den fchild, dan ene gehele omkering<br />
van het tegenwoordige beftuur;<br />
en de behoeftigften onder hen houden<br />
ene veragtelijke hoop op de algemene<br />
omkering (*).<br />
Een affcheids-maal, dat juist omrent<br />
dezen tijd aan de Graven van<br />
;CHwARTSENBERG en HOL te Brei<br />
!a, en kort daarna te Hoogftraten,<br />
i [egeven werd, trok velen van den<br />
( erften Adel ^naar beide plaatfen, on-<br />
C !er welken zig reeds verfcheidene be-<br />
\ onden, die airede het Verbond had-<br />
c en ondertekend. De Prins van ORAN-<br />
J E, de Graven van EGMOND, HOORN<br />
e n VAN ME GEN, waren mede bij dit<br />
g astmaal tegenwoordig, zonder affpraak<br />
e renwel, en zonder dat zij zelve tot<br />
h et Verbond behoorden; fchoon een<br />
O STRADA Irp. BURGUND. 159.—161.
NEDERLANDEN. 303<br />
van EGMOND'S Geheimfchrijvers, en III.<br />
enige Bedienden der overigen, zig open B O EK»<br />
lijk bij het zelve hadden gevoegd.<br />
Bij dezen maaltijd nu, verklaarden zig<br />
reeds driehonderd voor het Verbond,<br />
en de vraag werd opgeworpen, of<br />
men zig gewapend, dan ongewapend,<br />
met een Aanfpraak of Verzoekfchrift,<br />
tot de Landvoogdes zou vervoegen.<br />
HOORN en ORANJE (EGMOND wilde<br />
op generlei wijze de onderneming<br />
bevorderen,) werden hierbij tot fcheidslieden<br />
geroepen, welke voor den weg<br />
van befcheidenheid en onderdanigheid<br />
beflisten, doch juist hierdoor gelegenheid<br />
gaven tot de befchuldiging, dat<br />
zij de onderneming der Zamen gezworenen<br />
vrij openlijk onder hunne befchcrming<br />
genomen hadden. Men befloot<br />
dus, ongewapend, en met een<br />
Verzoekfchrift te verfchijnen, en 'er werd<br />
een dag bepaald, waarop men te<br />
Brusfel bijëen zou komen (*).<br />
De eerde wenk van dit Verbonc<br />
der Edelen werd der Landvoogdesfe<br />
door den Graaf VAN MEGEN, dadelijk<br />
na zijne wederkomst, gegeven<br />
„ 'Er werd", zeide hij, „ ene on<br />
„ derneming gefmeed, waarin drie<br />
„ honderd van den Adel begrepen wa<br />
„ ren; het gold den Godsdienst; d<<br />
„ gezamenlijke deelgenoten hadden zi{<br />
(*) BVEG, 150. 166.
III.<br />
BOEK.<br />
504 DE AFVAL DER<br />
„ door enen eed verbonden; zij maak*<br />
„ ten groten ftaat op buitenlandfche<br />
„ hulp; het overige zoude zij binnen<br />
„ kort vernemen". Meer zeide hij<br />
haar niet, hoe fterk zij 'er ook op<br />
aandrong. „ Een Edelman had het<br />
„ hem onder het zegel van geheim-<br />
„ houding toevcrtroud, en hij had zijn<br />
„ woord van eer daarvoor verpand".<br />
Eigenlijk was het niet zo zeer deze<br />
kieschheid, omtrent het punt van eer<br />
welke hem terug hield, van zig verder<br />
te verklaren, als wel zijn afkeer<br />
van dc Inquifitie, aan welke hij<br />
niet gaarn enen dienst wilde bewijzen.<br />
Niet lang na hem ftelde Graaf<br />
EGMOND de Landvoogde&fe een Affchrift<br />
van het Verbond ter hand,<br />
waarbij hij haar tevens de namen der<br />
Eedgenoten, enige weinigen uitgezonderd,<br />
opgaf. Ten zelfden tijde fchreef<br />
de Prins van ORANJE aan haar: „ 'Er<br />
„ werd," zo hij hoorde, „ een leger<br />
„ geworven; vierhonderd Officieren wa-<br />
ren airede benoemd, en binnen kort<br />
„ zouden 'er twintig duizend man in de<br />
„ wapenen verfchijnen". Dus werd het<br />
;erugt, door telkens nieuwe bijvoegr<br />
els, zo wel als in eiken mond, het<br />
revaar meer en meer vergroot (*).<br />
De Landvoogdes, door den eerften<br />
J "chrik dezer tijding bedwelmd, en door<br />
niets<br />
(*) HOPru. 69. 70. BURG. 166. 167.
NEDERLANDEN. 305<br />
niets dan vrees beftuurd, raapt in allerijl<br />
bijeen , allen die uit den Raad van<br />
Staten juist te Brusfel bij der hand<br />
waren, en laat tevens door enen dringenden<br />
brief den Prins van ORANJE,<br />
benevens den Graaf van HOORN, verzoeken<br />
, om hunne verlatene plaatfen<br />
in den Raad weder intenemen. Eer<br />
dezen nog aangekomen waren , overlegt<br />
zij met EGMOND, MEGEN en BAR-<br />
LAIMONT, wat befluit 'er in deze<br />
hachlijke omftandigheden dieride genomen.<br />
De vraag was, of het best ware dadelijk<br />
de wapenen optevatten , of<br />
van den nood ene deugd te maken,<br />
cn den Verbondenen hunne begeerte<br />
intewilligen ; dan, eindelijk, of men<br />
hen door beloften en ene fchijnbare<br />
infchiklijkheid zo lang zoude ophouden<br />
, tot dat men tijd had om regels<br />
voor zijn gedrag uit Spanje tc bekomen<br />
, en zig van geld en krijgsvolk<br />
te voorzien. Tot het eerfte ontbrak<br />
het nodige geld, en het niet minder<br />
nodige vertrouwen op het leger, dat<br />
misfehien reeds door de Verbondenen<br />
was overgehaald. Het twedc zou nimmer<br />
door den Koning worden goedgekeurd,<br />
en ook eer daartoe ftrekken,<br />
om den trots van het Eedgenootfchap<br />
te verheffen, dan tc vernederen; daar<br />
integendeel ene gepaste zagtheid en<br />
ene fpoedige onbepaalde vergiffenis van<br />
het gebeurde, het oproer mogelijk nog<br />
in de wieg zou kunnen fmoren. Het<br />
I. DEEL. V<br />
III;<br />
BOEK;
m<br />
BOEK.<br />
306 DE AFVAL DEK<br />
laatfte gevoelen werd door MECEN en<br />
EGMOND verdedigd, dog door BAR-<br />
LAIMONT bedreden. „ Het gerugt,"<br />
zeide deze, „ had de zaak vergroot;<br />
„ onmogelijk kon ene zo gedugte wa-<br />
„ pen - toerusting zo heimelijk en met<br />
,, zulk een' fpoed zijn toegegaan. Het was<br />
., een rot van enige degte lieden, door<br />
„ twe of drie dwepers opgedookt, en<br />
„ niets meer. Dc rust zou dra herdeld<br />
„ zijn, wanneer men enige koppen had<br />
,, afgedagen." De Landvoogdes beduit<br />
het oordeel van den vergaderden Raad<br />
van State af te wagten, dog blijft intusfehen<br />
niet dil zitten. De vestingwerken<br />
van de voornaamde plaatfen werden<br />
bczigtigd, en, waar zij befchadigd<br />
waren , herdeld ; hare Afgevaardigden<br />
aan vreemde Hoven worden gelast hunnen<br />
ijver te verdubbelen; vliegende boden<br />
naar Spanje gezonden. Te gelijk<br />
doet zij haar best, om het gerugt van<br />
de nabij zijnde overkomst des Konings<br />
van nicus tc verfpreiden, en in haar<br />
uiterlijk gedrag de dandvastighcid en<br />
bedaardheid te vertonen van iemand,<br />
die den aanval vcrwagt, en niet fchijnt<br />
voor denzelvcn te bezwijken.<br />
Met het einde van Lentemaand, en<br />
dus vier volle maanden na het opdel<br />
des Verbonds, vergaderde de gehele<br />
Raad van State te Brusfel. Hierbij<br />
waren tegenwoordig de Prins van ORANJE,<br />
(*) STRADA 120. BURGUND. 168, ió>
NEDERLANDEN. 3a?<br />
de Hertog van AARSCHOT, de Graven<br />
van EGMOND, van BERGEN, van<br />
MEGEN, van AREMBERG, van HOORN,<br />
van HOOGSTRATEN , van BARLAIMONT en<br />
anderen, de Heren van MÖNTIGNY en<br />
HACHICOURT, allen Ridders van het<br />
Gulden Vlies, benevens den Prefident<br />
VIGLIUS, den Staatsraad BRUXELLES,<br />
en de overige leden van den Geheimen<br />
Raad (*). Hier werden reeds verfcheidene<br />
brieven ten voorfchijn gebragt,<br />
welke van het ontwerp der zamenzwering<br />
nader berigt gaven. De uiterfte<br />
verlegenheid, waarin de Landvoogdes zig<br />
bevond, gaf den Misnoegden enen fteun,<br />
waarvan zij niet in gebreke bleven tans<br />
gebruik te maken, en hun lang onderdrukt<br />
gevoel bij deze gelegenheid in<br />
Woorden te uiten. Men veroorloofde<br />
zig bittere bezwaren tegen het Hof<br />
zelf , en tegen de Regering intebrengen.<br />
„ Nog onlangs," liet de Prins<br />
van ORANJE zig uit, „ heeft de Ko-<br />
„ ning veertigduizend gulden aan de<br />
Koningin van Schotland toegefchikti<br />
,, om haar in hare ondernemingen te-<br />
„ gen Engeland te onderfteunen, en<br />
„ zijne Nederlanden laat hij onder den<br />
„ last hunner fchulden zugten. Dog om<br />
,, van het ontijdige dezes onderftands,<br />
„ en deszelfs flegt gevolg (f) niet eens<br />
(*) HOPPER. 71. 72. BURG. 173.<br />
(f) Dit geld was in de handen van Ko<br />
ningin ELISABET gevallen.<br />
V %<br />
lil<br />
BOEK.
a.<br />
BOEK<br />
• 3o8 DE AFVAL DER<br />
,i te fpreken, waarom haalt hij ons den<br />
, „ toorn ener Vordin op den hals, die<br />
„ ons als Vriendin zo waardig, maar<br />
als Vijandin zo gedugt is?" Ook kon<br />
de Prins bij deze gelegenheid zig niet<br />
onthouden te reppen van den heimelijken<br />
haat, welken de Koning tegen het<br />
huis van Nasfau, en tegen hem in 't<br />
bijzonder, voedde. „• Het is bekend,"<br />
zeide hij, „ dat hij met de erfvijan-<br />
„ den van mijn huis beraadflaagd heeft,<br />
„ mij, om 't even op welke wijze,<br />
„ van kant te helpen, en dat hij met<br />
„ ongeduld flegts ene gunfiige gelegen-<br />
„ heid daartoe afwagt/' 's Prinfen voorbeeld<br />
opende mede den mond aan den<br />
Graaf van HOORN en vele anderen,<br />
die met veel drifts over hunne eigene<br />
verdienden en de ondankbaarheid des<br />
Konings uitweidden. De Landvoogdes had<br />
moeite om het gedruis te dillen, en<br />
de aandagt op het eigenlijke onderwerp<br />
der Vergadering te bepalen. De vraag<br />
was, of men den Verbondenen, welke<br />
men nu wist dat zig met een Verzoekfchrift<br />
ten Hove zouden vervoegen, gehoor<br />
zou geven, dan niet ? De Hertog<br />
van AARSCHOT, de Graven van<br />
AREMBERG , Van M E G E N en BAR-<br />
LAIMONT ftemden daartegen. „ Waar-<br />
„ toe vijfhonderd menfchen," zeide de<br />
laatfte, „ om een klein gefchrift over-<br />
„ tegeven? Deze tegendclling van ne-<br />
„ derigheid en notschheid beduidt niets<br />
„ goeds. Laat hen enen agtenswaardigen
NEDERLANDEN. 30?<br />
„ man uit hun midden, zonder ftaat- HT.<br />
" fij, zonder aanmatiging, tot ons zcn-<br />
„ den, en langs dezen weg hunne be-<br />
„ geerte aan ons voordragen. Dat men<br />
„ hun anders de deur toefluite, of, zo<br />
„ men hen al wil binnen laten, dat<br />
,, men hen dan op het itrenglle gade<br />
„ fla, en dc eerfte (loutheid, waaraan<br />
„ een van hun zig fchuldig mogt ma-<br />
„ ken , met den dood ltraffe." De<br />
Graaf van M AN S V E L D , wiens eigen<br />
zoon mede tot de Verbondenen behoorde,<br />
verklaarde zig insgelijks tegen de<br />
Partij ; hij had gedreigd zijnen zoon<br />
te onterven, zo hij zig niet aan het<br />
Verbond onttrok. Ook de Graven van<br />
ME G E N en A R E M B E R G maakten zwarigheid<br />
, om het Verzoekfchrift aantene^<br />
men. - Maar de Prins van O R A N J E , dc<br />
Graven van E G M O N D , H O O R N , H O O G<br />
S T R A T E N cn meer anderen, Hemden 'e:<br />
met nadruk voor. ,, Dc- Verbendenen,:<br />
verklaarden zij, ,, (tonden bij hun al I<br />
„ menfchen van eer en deugd bekend ><br />
„ met velen uit dezelve waren zij doo<br />
r<br />
„ banden van vriendfehap en bloedver<br />
„ wantfehap verknogt, en zij durfde: 1<br />
„ voor derzelver gedrag inftaan. Ec 1<br />
„ Verzoekfchrift intelevercn Hond elke j<br />
„ Onderdaan vrij ; zonder onregtvaardi T<br />
3<br />
„ te zijn kon men een zo aanzienlij fc<br />
„ gezelfchap geen regt weigeren, 't<br />
„ welk de geringde mensch in de n<br />
,, Staat mogt genieten." Het befluit yïi<br />
:1<br />
dus, daar- de meeste (temmen voor d<br />
BOEK.<br />
LE<br />
V
$lo DE AFVAL DER<br />
III. gevoelen waren, de Verbondenen toc-<br />
SOEK, telaten, mids dat zij ongewapend<br />
. verichenen, en zig met belcheidenheid<br />
gedroegen. De kibbelarijen tusfehen<br />
de leden van den Raad, hadden het<br />
gröotfte gedeelte van den tijd weggenomen<br />
, zodat men de verdere raadpleging<br />
tot ene twede zitting moest<br />
uitftellen, welke dadelijk den volgenden<br />
dag werd geopend (*_).<br />
Om de hoofdzaak niet, gelijk den.<br />
vorigen dag, in nutteloze klagten te<br />
verliezen, fpoedde de Landvoogdes ditmaal<br />
regelregt naar het doel. „ BRE-<br />
„ DERODE," zeide zij; „ zal, gelijk<br />
onze bérigten luiden, in naam van.<br />
,, her Verbond ons om de affchaf-<br />
„ fing der Inquifitie , en verzagting<br />
„ der Plakaten komen verzoeken. Het<br />
„ oordeel van mijnen Raad moet mij<br />
„ bepalen, wat ik hem zal antwoor-<br />
„ den; dan, eer dezen hunne gevoe-<br />
„ lens voordragen , zij het mij ver-<br />
„ gund, een woord te laten vooraf-<br />
,, gaan. Mij is gezegd, dat 'er ve-<br />
„ len, ook zelfs onder U, Mijne<br />
„ Heren! gevonden worden, welke de<br />
„ Geloofs - Plakaten van den Keizer,<br />
„ mijnen Vader , openlijk aanranden ,<br />
„ en dezelve den Volke als onmenfchelijk<br />
en barbaarsch affchilderen.<br />
„ Nu vrage ik U, Gij Ridders van<br />
„ het Vlies, Raden van zijne Maje-<br />
(_*") STRADA iai. 122..
NEDERLANDEN. JU<br />
, fteit en van den Staat, of gij niet III.<br />
" zelve uwe Hemmen tot deze Plakaten j<br />
*' hebt gegeven? of de Staten des Lands ,<br />
" dezelven niet als wettelijk verbindende<br />
',' erkend hebben? Waarom keurt men<br />
" tans af , wat men. voormaals voor<br />
" wettig verklaarde? Of is het daar-<br />
" om, wijl het tans meer dan ooit<br />
\\ noodzakelijk is geworden? Sint wanneer<br />
is de Inquifitie in de Neder-<br />
" landen iets zo ongewoons geworden?<br />
Heeft de Keizer dezelve niet reeds<br />
voor zestien jaren ingevoerd, en waarin<br />
zou zij wreder zijn, dan de Pla-<br />
' katcn ? Zo men toeitemt, dat deze<br />
" laatfien een werk van wijsheid ge-<br />
" weest zijn; zo de algemene goedkeu-<br />
„ ring der Staten dezelve bekragtigd<br />
", heeft; waarom dan dat misnoegen<br />
" tegen de eerstgenoemde, welke tog<br />
" veel menfcheiijker is dan de Plaka-<br />
" ten, wanneer deze volgens den let-<br />
H ter worden nagekomen? Spreekt tans<br />
" vrij uit, ik wil uw oordeel hierme-<br />
" de zijne vrijheid niet benemen, maar<br />
" het is ook uwe zaak, toe te zien,<br />
dat hetzelve niet door drift over-<br />
" heerscht worde." De Raad was, ge V<br />
lijk gewoonlijk, in twe gevoelens verdeeld<br />
; dog die weinigen , welke de<br />
Inquifitie en de letterlijke nakoming der<br />
Plakaten vooritonden, werden zeer verre<br />
door de tegenpartij, welke den Prins<br />
van ORANJE aan 't hoofd had, overftemd.<br />
„ Had men tog," du* ving hij<br />
V A<br />
BOEK.
m<br />
BOEK.<br />
312 DE AFVAL DER<br />
aan, „ mijne voorftellen der overwe-*<br />
„ ginge waardig gekeurd, toen zij nog<br />
„ maar verre afzijnde bekommeringen wa-<br />
„ ren, dan zou men niet daartoe heb-.<br />
„ ben behoeven te komen, om de uiter-<br />
,, fle middelen te beproeven; dan zou-<br />
„ den menfchen, die in dwalingen ver-<br />
„ keerden, niet door die zelfde maat-<br />
„ regelen , welke aangewend werden,<br />
„ om hen daarvan terug te brengen,<br />
„ dieper in dezelve verzonken zijn.<br />
„ Wij allen, gelijk gij ziet, ftemj,<br />
men in de hoofdzaak overeen. Wij<br />
„ allen wenfchen den Katholijken Gods-<br />
„ dienst buiten gevaar te zien ; kan<br />
„ dit niet zonder hulp der Inquifitie<br />
„ te werk gefield worden, welaan,<br />
„ zo bieden wij goed en bloed ten<br />
is dienfte van haar aan; • maar juist<br />
„ dit is het, gelijk gij hoort, waar-<br />
„ over de mcesten onzer geheel an-<br />
„ ders denken." (*)<br />
,, 'Er is ene tweërlei foort van In-<br />
„ quifitie, waarvan dc Roomfche Stoel<br />
„ zig de ene aanmatigt, terwijl de<br />
r, andere federt onheugelijke tijden door<br />
,, de Bisfchoppen is geoefend. De<br />
, kragt des vooroordeels en der ge-<br />
, woonte heeft ons de laatfte ver-<br />
, draaglijk en ligt gemaakt. Deze zal<br />
, in de Nederlanden weinig tegenftands<br />
, vinden , en het vermeerderde getal<br />
, van Bisfchoppen zou<br />
I<br />
dezelve genoeg-i<br />
£*) STRADA 123. 124.
NEDERLANDEN. 3U<br />
?, faam maken. Wat doet men dan IR.<br />
„ tog mee de eerfte, wier blote naam BOEK.<br />
P, alle gemoederen in oproer brengt?<br />
„ Zo vele volken misfen dezelve, en<br />
„ waarom moet zij dan ons juist wor-<br />
,, den opgedrongen? Voor L u T H E R<br />
„ heeft niemand haar gekend; de Kei-,<br />
„ zer was de eerlte, die haar in-<br />
„ voerde; maar dit gelchiedde in enen<br />
„ tijd, toen 'er gebrek was aan Gees-<br />
„ telijke Opzieners; toen de weinige<br />
„ Bisfchoppen zig daarenboven traag<br />
„ betoonden, en de zedenloosheid der<br />
„ Geestelijken hen van het Regteramt<br />
„ uitfloot. Tans is alles veranderd;<br />
„ tans tellen wij zo vele Bisfchop-<br />
„ pen, als 'er Landfchappen zijn. Waar-,<br />
,, om zou het beftuur zig niet fchik-<br />
„ ken naar dc tijden ? Zagte middc-<br />
„ len hebben wij nodig, maar gene<br />
„ harde. Wij zien 's Volks misnoe-<br />
„ gen, welk wij moeten zoeken te<br />
„ Rillen , .zal het niet tot oproer<br />
„ overflaan. Met den dood van PIUS<br />
„DEN VIERDEN is de Volmagt der<br />
„ Inquifiteurs ten einde gelopen ; dc<br />
„ nieuwe Paus heeft nog gene bc-<br />
,, kragtiging overgezonden, zonder wel-<br />
„ ke tog anders niemand zig onder-<br />
„ wonden heeft , zijn amt tc oefc-<br />
„ nen. Nu is het derhalven de tijd,<br />
„ dat men haar kan opfchorten, zon-<br />
?, der iemands regten te benadelen."<br />
„ Het gene ik omtrent de Inquifr<br />
& tie oordele, geldt ook ten opzig<br />
V §
III.<br />
BOEK.<br />
SI4 DE AFVAL DER<br />
,, te der Plakaten. De nooddwang der<br />
„ tijden heeft die afgeperst; maar die<br />
„ tijden zijn nu voorbij. Ene zo lang-<br />
„ durige ondervinding behoorde ons nu<br />
,, eindelijk geleerd te hebben, dat te-<br />
„ gen Ketterij geen middel weiniger<br />
„ helpt, dan zwaarden en brandlta-<br />
„ pels. Welke ongelooflijke vorderingen<br />
„ heeft niet de nieuwe Godsdienst,<br />
„ federd maar weinige jaren, in deze<br />
„ Gewesten gemaakt! en wanneer wij<br />
„ de gronden van dezen aanwas na-<br />
„ gaan, zullen wij die vinden in de<br />
v roemrijke ftandvastigheid der genen,<br />
„ die als flagtoffers voor dezelve ge-<br />
„ vallen zijn. Vervoerd door medelijw<br />
den en verwondering, begint men<br />
„ in flilte te vermoeden, dat het wel<br />
„ waarheid moet zijn , wat met zulk<br />
, enen onverwinlijken moed wordt fiaan-<br />
, de gehouden. In Vrankrijk en Engeland<br />
, werden de Protcllanten met dezelf-<br />
, de ftrengheid behandeld, maar heeft<br />
„ men daar meer dan bij ons ge-<br />
, wonnen ? De eerfte Christenen be-<br />
, roemden zig reeds, dat het bloed<br />
, der Martelaren het zaad hunner Ker-<br />
, ke was. Keizer JULI AAN, de ge-<br />
, dugtfle vijand, welken het Christen-<br />
, dom ooit gehad heeft, was van<br />
, deze waarheid ten fterkflen overtuigd.<br />
1 , Verzekerd , dat vervolging het En-<br />
, thufiasmus flegts meer ontftak, nam<br />
, hij zijne toevlugt tot fpotternij, en<br />
: , vond<br />
I<br />
hierin een veel fterker wa-
NEDERLANDEN. 3»5<br />
„ pen, dan in geweld. In het Gnek-<br />
„ fche Keizerrijk zijn in onderfcheidene<br />
„ tijden onderfcheidene fekten opge-<br />
„' ftaan; ARIUS onder CONSTANT-IJK,<br />
„ AëTius onder CONSTANTIUS, NES-<br />
„ TOKIUS onder THEODOSIUS; dog<br />
„ nergens vindt men, dat tegen deze<br />
„ Dwaal-leeraars zclven , of tegen der-<br />
„ zeiver aanhangers ftraffen zijn uitge-<br />
„ voerd, gelijk aan die, welke in<br />
„ onze Landen ingevoerd zijn: en waar<br />
„ zijn tans alle die fekten gebleven,<br />
„ die, zou ik wel haast mogen zegden<br />
een gehele wereld niet fcheen<br />
" t &<br />
e kunnen bevatten? Maar zo gaai<br />
" het met de Ketterij: ziet men haai<br />
" met veragting voorbij, zo verzinki<br />
" zij in haar niet. Zij is een ijzer.<br />
', dat, wanneer het ftil Hgt, verroest;<br />
maar door het gebruik Icherp wordt<br />
' Men wende de ogen van haar af<br />
" en zij zal hare vermogendfte be<br />
„' koring verliezen, de betovering na<br />
' melijk . van het nieuwe en verbo<br />
dene. Waarom willen wij' ons me (<br />
vergenoegen met maatregelen, welk<br />
wij door zulke grote Vorften vmdei 1<br />
goedgekeurd? Voorbeelden kunnen on i<br />
op de veiligfie wijze leiden." _<br />
" Maar waartoe voorbeelden uit d<br />
„ oude tijden des Heidendoms, daa r<br />
„ het roemrugtige voorbeeld van O<br />
„ R E L DEN VIJFDEN, deil gTOOtfte<br />
„ der Koningen , voor ons ligt, dl<br />
„ eindelijk, door zo vele ondervmdir<br />
IH.<br />
BOEK.<br />
i
ÉL<br />
BOEK.<br />
'Jiff DE AFVAL DER<br />
gen overreed, den bloedigen weg der<br />
„ vervolging verliet, en, vele jaren<br />
„ voor zijnen aflland van den troon,<br />
,, tot zagtheid overging. FILIPS zelf,<br />
„ onze Genadige Heer, fcheen voor-<br />
„ maals tot infchikkelijkheid over te<br />
„ hellen; dog de raadflagen van enen<br />
„ GRANVELLE en zijns gelijken, leer-<br />
„ den hem anders; met wat regt,<br />
mogen zij zelve goedmaken. Wat<br />
„ mij betreft, ik ben fint lang van<br />
„ oordeel geweest, dat de wetten zig<br />
„ naar de zeden, en de grondftellin-<br />
„ gen naar de tijden moeten fchik^<br />
„ ken , zullen zij anders een goed<br />
„ gevolg hebben. Ten befluite herin.<br />
,, nere ik U nog' de naauwe ver?<br />
,> ftandhouding, welke tusfehen de Hu-<br />
„ genoten , en de Vlaamfche Prote-><br />
„ Hamen ftand grijpt. Dat wij ons<br />
,, tog wagten, hen meer te verbitter<br />
„ ren, dan zij tans reeds zijn. Laat<br />
}, ons omtrent hun gene Franfche Ka?<br />
„ tholijken zijn, opdat zij niet in 't<br />
„ hoofd krijgen de Hugenoten tegen<br />
„ ons te fpelen, en, even als dc-<br />
,, zen, hun Vaderland in de akelighe-<br />
„ den van enen burger-oorlog te ftorten."<br />
(*)<br />
(*) BURG. 174—180. HOPP. 72. STRA.<br />
DA 123. 124. „ Niemand moet zig verwon-<br />
„ deren," zegt BURGUNBIUS, (een fterke<br />
ijveraar voor het Katholijke Geloof, en de<br />
Spaanfche partij,) „ dat in de redevoering<br />
„ van dezen Prins zo veel wijsgerige kun-
NEDERLANDEN.' *»/<br />
Het. was niet zo zeer de waarheid III.<br />
en het onwederlegbare der gronden , BOEK.<br />
welke van de meerderheid in den Raad<br />
onderfteund werden , als veeleer de<br />
vervallen ftaat der krijgsmagt en de<br />
uitgeputte fchatkist, waardoor men verhinderd<br />
werd, het tegengeftelde gewapenderhand<br />
doortezetten , waaraan de<br />
Prins van ORANJE te danken had, dat<br />
zijne voorftellen voor ditmaal niet geheel<br />
zonder uitwerking waren. Om ten<br />
minften den eerden dorm afteweren ,<br />
en den nodigen tijd te winnen, om<br />
zig beter tegen den zeiven in daat te dellen,<br />
kwam men overeen, den Verbon<br />
denen een gedeelte hunner verzoeker I<br />
intewilligcn. 'Er werd bedoten , d(<br />
draf bevelen<br />
zo als hij<br />
des<br />
zelf<br />
Keizers te verzagten i<br />
die verzagten zoude<br />
indien hij in den tegenwoordigen tiji<br />
weder opdond; zo als hij zelf eenmaal<br />
in gelijke omdandigheden, het niet be<br />
neden zijne waardigheid had geoordeel<br />
dezelve te verzagten. De Inquifitie zou<br />
waar zij niet was ingevoerd, agterblij<br />
ven; waar zij werkelijk plaats had<br />
zou zij op enen zagter voet worde 1<br />
gebragt, of wel geheel en al dil zii<br />
ten , dewijl de Inquifitie - meesters (z 3<br />
drukte men zig uit, om den Protc<br />
ftanten het geringe vermaak niet te gut 1-'<br />
jien, dat zij gevreesd werden, of d: .t<br />
„ de doordraait. Hij had dezelve in d<<br />
„ omgang met BALDUINUS opgedaan."
HL<br />
BOEK.<br />
3iS DE AFVAL DER<br />
men hunne verzoeken regt liet wedervaren)<br />
door den nieuwen Paus nog niet<br />
bekragttgd waren. De Geheime Raad<br />
werd gelast, dit befluit zonder verwijl<br />
aftevaardigen. Op die wijze voorbereid,<br />
wagtte men het Verbond af. (*)<br />
De Raad was nog niet gefcheiden,<br />
toen door gansch Brusfel alreeds de tijding<br />
klonk, dat de Verbondenen de<br />
Stad naderden. Zij beftonden flegts uit<br />
twehonderd paarden , doch dit getal<br />
werdt door het gerugt aanmerkelijk vergroot.<br />
De Landvoogdes, in grote verlegenheid,<br />
wierp de vraag op, of men<br />
den Inkomenden de poorten zou fluiten,<br />
of zig door de vlugt redden; Dit<br />
werd beide als fchandelijk verworpen;<br />
ook werd door de ftille Intrede der<br />
Edelen, de vrees voor enen geweldigen<br />
aanval weldra van grond ontbloot. Den<br />
eerften morgen na hunne aankomst vergaderden<br />
zij aan het huis van KUI<br />
LENBURG, waar hun door BREDERO-<br />
DE een twede eed werd afgevraagd,<br />
hierin beflaande, dat zij zig verbonden<br />
, om, met agterftelling van alle<br />
mdere pligten, eikanderen, des noods<br />
jelfs met de wapenen , bij te ftaan.<br />
rlier werd hun ook een brief uit Spane<br />
voorgelezen, waarin gemeld werd,<br />
j<br />
( lat zeker Proteftant, dien zij allen ken-<br />
< len en hoogagttcn, door een langfaam<br />
'uur, levende aldaar verbrand was. Na<br />
(*) STRADA 124. 125.
NEDERLANDEN. T'P<br />
deze en zoortgelijke voorbereidfelen, riep III.<br />
hij hen een voor een bij name op, BOEK.<br />
liet hen , in hunnen eigen naam, en<br />
in naam der afwezenden, den nieuwen<br />
eed afleggen, en den ouden herhalen.<br />
De volgende dag, zijnde de vijfde van<br />
Grasmaand des jaars 1566, werd tot<br />
de overgave van het Verzoekfchrift vastgefteld.<br />
(*)<br />
Hun aantal was tans tusfehen de drieen<br />
vierhonderd. Onder dezen bevonden<br />
zig vele Leenmannen van den voornaamften<br />
Adel, alsmede verfchéidene Bedienden<br />
van den Koning zclvcn, en van<br />
dc Hertogin (f). Met den Graaf van<br />
NASSAU en BREDERODE aan het hooid,<br />
trokken zij, in geregelde orde, vier aan<br />
vier , naar het Hof; gansch Brusfel<br />
volgde dit ongewone fchoufpel in ene<br />
ftille verbaasdheid. Men zag hier enen<br />
hoop menfchen, die moedig en trotsch genoeg<br />
optrokken,om niet als fmekenden te<br />
verfchijnen, aangevoerd door twe mannen<br />
, die men niet gewoon was te zien bidden;<br />
aan den anderen kant, zo veel orde,<br />
zo veel nederigheid en zedige ftilte,<br />
als met enen Opftand kwalijk is overeentebrengen.<br />
De Landvoogdes ontvang!<br />
den trein, door alle hare Raden en de<br />
Vlies-ridders omftuwd. „ Deze Edele Ne<br />
„ derlanders," dus fprak BREDERODE haai<br />
met ene eerbiedige buiging aan, „ wel<br />
(*) STRADA 126.<br />
(f) HOPPER 73.
S^o DE AFVAL DER<br />
III.<br />
e n<br />
ü ^ Uwe Hoogheid hier voor zig<br />
ÜOEK. „ ziet, en nog veel meer, welke<br />
„ fpoedig zullen aankomen, verlangen<br />
,, U een verzoek voortedragen, van<br />
„ welks gewigt, zo wel als van hun-<br />
„ ne onderdanigheid, deze plegtige op-<br />
4, togt U zal overtuigen. Ik, die uit<br />
„ aller naam het woord voere, bid-<br />
„ de U dit Verzoekfchrift aantenemen*<br />
„ 't welk niets bevat, wat niet met<br />
„ 's Lands welzijn en 's Konings waar-<br />
„ digheid beftaanbaar is." < „ Zo<br />
„ dit Verzoekfchrift," antwoordde MAR<br />
GAREET, „ werkelijk niets behelst,<br />
„ wat met het welzijn des Vader-<br />
„ lands, en de waardigheid des Kot,<br />
nigs ftrijdt, is 'er geen twijfel, of<br />
„ het zal gunstig worden aangeno-<br />
„ men." „ Zij hadden," voer de<br />
fpreker voort, „ met leedwezen ver-<br />
„ nomen , dat men aan hunne ver-<br />
,, bindenis verdagte oogmerken toefebreef*<br />
e n<br />
n Hare Hoogheid ten nadele van<br />
„ hun had vooringenomen; hierom ver-<br />
,, zogten zij Haar, dc inbrengers van zul-<br />
,, ke zware befchuldigingen hun te noe-<br />
, men, en dezen te noodzaken hun-<br />
, ne aanklagte op ene wettige wijze<br />
, en openlijk te doen, opdat die ge-<br />
5 , nen, welken men fchuldig zou vin-<br />
5 , den, de verdiende ftraf mogten on-<br />
5 » dergaan." — „ Men kon," antwoord-<br />
( le de Landvoogdes, „ haar gewislijk<br />
J , niet verdenken, omdat zij, op de<br />
, nadelige gcrugtcn aangaande de oog-<br />
mer-
NEDERLANDEN. 3**<br />
£ merken en verbindenisfen der Bond- III.<br />
„ genoten , nodig had geoordeeld, de BOEK.<br />
,, Stadhouders der Provinciën opmerk-<br />
„ faam daarop te maken ; maar nimmer<br />
>, zou zij de aanbrengers van dat be-<br />
„ rigt noemen : Staatsgeheimen te verra-<br />
„ den," voegde zij met enen blik van<br />
ongenoegen hierbij , „ kon met geen<br />
„ regt van haar gevorderd worden." Nu<br />
befcheidde zij de Edelen tegen den volgenden<br />
dag, om het antwoord op hun<br />
verzoekfchrift te halen , waarover zij<br />
tans nog eens met de Ridders ging raadplegen<br />
(*><br />
Het Verzoekfchrift was van aezen inhoud.<br />
„ De Nederlanders , Mevrou !<br />
„ zijn, altoos en alomme , voor getrou<br />
A jegens hunne Vorsten vermaard ge-<br />
„ weest ; met name de Edelen , die<br />
„ ook nog , zo zeer als ooit, geneigd<br />
„ zijn , de voctftappen der voorouderen<br />
„ te volgen. Dog de dienst, dien wij<br />
„ den Vorst tegenwoordig doen , moet<br />
„ voor den grootlten en voegelijkiten ge-<br />
„ rekend worden , alfchoon wij 'er den<br />
„ ondank uwer Hoogheid door op der<br />
„ hals mogten halen. De Inquifitie is.<br />
„ vertrouwen wij , zo wel als de fcher-<br />
„ pe Plakaten , met ene goede mening,<br />
„ door zijne Majefteit ingevoerd , er<br />
„ om te doen naarkomen, 't gene Kei-<br />
zer KAREL eertijds raadfaam geoordeelc<br />
(*) HOPPER 73. STRADA 126.<br />
BURG. 182. 183.<br />
X
lii.<br />
BOEK<br />
Sas TfE AFVAL DER.<br />
„ had. Doch de rijden verfchillen en ei*<br />
, „ fchen bijzondere hulpmiddelen. De<br />
. „ Plakaten , fchoon niet ten ftrcngften<br />
„ naargekomen, hebben reeds merkclij-<br />
,, ke beroerten veroorzaakt. Wat heeft<br />
„ men anders te wagten , dan een' al»<br />
„ gemenen opftand , tot onherllelbaar be-<br />
„ derf der Landen, zo ze , volgens<br />
„ 's Konings last , zonder enige mati-<br />
„ ging, worden in 't werk gefield ? Wij<br />
,, hadden gehoopt, dat de Heren of<br />
„ Staten reeds voorlang enig vertoog<br />
„ hierover zouden gedaan hebben ; doch<br />
„ zulks niet zijnde gevolgd , om rede-<br />
„ nen , die wij niet bevroeden kunnen,<br />
„ hebben wij ons, volgens onzen eed<br />
„ en pligt , verbonden gerekend, om<br />
„ niet langer te zwijgen ; vertrouwende ,<br />
„ dat zijne Majefteit ons dit niet kwa-<br />
„ lijk afnemen zal, alzo wij , hebbende<br />
„ onze huizen en goederen meest, liggen<br />
„ in het open veld, bij enen gevrees-<br />
„ den opftand , den eerften aanfioot lij—<br />
,, den zouden , en ook niemand van<br />
„ ons , ja niemand in Nederland zijns<br />
„ lijfs zeker is, zo men de Plakaten ten<br />
,, ftrengften wil hebben uitgevoerd ; ftaan-<br />
„ de , in zulk een geval, elk bloot voor<br />
„ de haat van den eerften kwaadaartigen<br />
„ befchoidiger. Wij bidden uwe Hoog-<br />
„ hcid dan ootmoediglijk , dat zij, zon-<br />
,, der uitftel , iemand gelieve aftezenden<br />
aan den Koning, met ernllig<br />
,, verzoek, dat zijne Majesteit in de<br />
,, gemelde zwarigheden ten fpoedigffen
NEDERLANDEN. 3*3<br />
u gelieve te voorzien , door het intrek- IIL<br />
. ken en te niet doen der Plakaten, ma- x<br />
„ kende nogtans, bij rade en bewilli- ;<br />
j, ging der algemene Staten, anderen<br />
„ in derzelver plaatfc. Wij fmeken daar-<br />
„ enbovcn, dat uwe Hoogheid , ter-<br />
„ wijl de Koning deze onze begeerte<br />
„ overweegt , de Inquifitie en Plakaten<br />
„ bij voorraad buiten uitvoering fielt,<br />
tot dat zijne Majesteit ander bevel ge-<br />
„ ven mogt. Betuigende wij anderzins<br />
„ wel ernllelijk, onichuldig te willen<br />
„ gehouden worden aan alle dc kwa-<br />
, de gevolgen, die uit het verwaar-<br />
„ lozen van dezen goeden raad zou-<br />
„ den mogen ontftaan. Wij hebben<br />
„ ons, als getrouwe dienaars en vas-<br />
„ Uilen des Konings , gekweten van<br />
„ onzen pligt, zonder dien ergens in<br />
„ te buiten gegaan te zijn ; waarom wij<br />
„ te vlijtiger en te vuriger bidden ,<br />
„ dat uwe Hoogheid gelieve te letten<br />
„ op ons verzoek, eer 'er meer on-<br />
„ heil van kome : 't welk doende ,<br />
„ zal zij wel doen (*)<br />
Den volgenden dag vcrfchcncn de<br />
verbondenen in gelijke ltaatfij, maar<br />
nog lterkcr in getal , (want de Graven<br />
van Bergen cn Kuilenburg wa-<br />
(*) Wij hebben hier hec verzoek _ letterlijk<br />
van WAGEN AAR, die BOR gevolgd is, overgenomen<br />
, daar de Heer SCHILLER alleen bij<br />
vege van verhaal den inhoud daarvan mede<br />
deelt.<br />
V E U T A t E R.<br />
X 2<br />
: O E Ito
III.<br />
BOEK.<br />
324 DE AFVAL DER<br />
ren met hunnen aanhang intusfchen 'er<br />
bij gekomen) voor de Landvoogdes,<br />
om haar befluit te ontvangen. Dit<br />
was op den rand van het Verzoekfchrift<br />
getekend, en van dezen inhoud<br />
: „ Dc Inquifitie en de Plakaj,<br />
ten gansch en al optefchorten ,<br />
„ ftond niet in haar magt ; dog zij<br />
„ was bereid om , overeenkomstig de<br />
„ begeerte der Verbondenen , énen uit<br />
„ den Adel naar Spanje te zenden, en<br />
„ hunne begeerten bij den Koning met<br />
„ alle magt te onderfteunen. Inmiddels<br />
,, zou men den Inquifitie-meesteren aan-<br />
„ bevelen, hun amt met gematigdheid<br />
„ waartenemen ; daartegen verwagtte zij<br />
,, ook van de Verbondenen , dat zij zig<br />
„ vart alle gewelddadigheid onthouden,<br />
„ en niets tegen de Katholijken onder-<br />
„ nemen zouden." Hoe luttel ook deze<br />
algemene en onzekere toezegging de Verbondenen<br />
te vrede ftelde , was dit<br />
evenwel alles, wat zij met enigerhande<br />
vvaarfchijnlijkheid voor eerst vcrwagten<br />
konden. De goedkeuring of verwerping<br />
van het Verzoekfchrift had met<br />
het eigenlijke oogmerk des Verbonds<br />
niets te doen. Voor het tegenwoordige<br />
was het genoeg, dat het flegts was<br />
opgerigt; dat 'er nu voordaan iets voor<br />
handen was, waaraan de geest des oproers<br />
zig vasthouden, waardoor men de<br />
Regering, zo dikwijls als het nodig ware,<br />
bevreesd maken kon. De Verbondenen<br />
handelden dus overëenkomftig hun
NEDERLANDEN. 3*5<br />
ontwerp, dat zij zig met dit antwoord III.<br />
vergenoegden, en het overige op de uit- 30EKf<br />
fpraak des Konings lieten aankomen. ,<br />
Daar over 't geheel het ganfche gochelfpel<br />
van dit verzoek alleen maar uitgevonden<br />
was, om het ftouter ontwerp<br />
des Verbonds, agter dit masker van verzoekenden<br />
zo lang te verbergen, tot dat<br />
het genoegfame kragtcn zou hebben gekregen,<br />
om zig in zijne ware gedaante<br />
te vertonen; moest hun veel meer aan<br />
de genoegfaamheid van deze mom, en aan<br />
een gunftig onthaal van het Verzoekfchrift,<br />
dan aan een fpoedige toeftemming<br />
gelegen zyn. Zij drongen hierom<br />
in een twede Gefchrift, drie dagen .later<br />
overgegeven, op een uitdrukkelijke<br />
verklaring van de Landvoogdesfe, „ dat<br />
„ zij niets anders, dan hunnen pligt had.<br />
„ den gedaan, cn dat alleen ijver voor<br />
„ den dienst des Konings hen beftuurd<br />
„ had". (*) Als de Hertogin van deze<br />
verklaring niets repte, zonden zij, reeds<br />
buiten gegaan zijnde, nog iemand aan<br />
( * ) En bijgevolg was deze hun , flipt genomen,<br />
nog groten dank daarvoor fchuldig, 3al<br />
zij het op zig genomen hadden, hem tegel<br />
zijne eigene inftelïingen te verdedigen ; wan<br />
anders zeide de inhoud van het Compromis toj<br />
niet. Zij fcheidden, vrij fpitsvindig, het werf<br />
van zijnen Maker, befchouden de Inquifitie al:<br />
zijne en hunne gemene vijanden, en hielden zig<br />
als of Zij niet wisten, dat hij zelf de gen<<br />
was, die hun dezelve opdrong, en dat he<br />
dus alleen op hem aankwam, hen daarvan ti<br />
bevrijden,<br />
X 3
326 DE AFVAL DER<br />
III. Haar af, om deze begeerte te her<br />
BOE K. halen. ,, De tijd alleen, en het toe-<br />
• „ komende gedrag der Edelen," was<br />
haar antwoord, „ zouden best over<br />
„ hunne oogmerken oordeel vellen". (*)<br />
Gastmalen hadden aan het Verbond<br />
zijnen oorfprong gegeven; een Gastmaal<br />
. voltooide hetzelve. Op den zelfden<br />
dag, toen het twede Verzoekfchrift<br />
ingeleverd wierd, onthaalde BRI><br />
DER ODE de Leden van het Verbond<br />
aan het huis van KUILENBURG,<br />
't welk naderhand geflegt is. Bij<br />
dezen maaltijd waren omtrent driehonderd<br />
gasten tegenwoordig; de dronken'fchap<br />
maakte hen uitgelaten, cn hunne<br />
ftouthcid nam toe met hun getal.<br />
Hier was het, dat enigen zig herinnerden<br />
, den Graaf van Barlaimont<br />
der Landvoogdesfe, die bij het overhandigen<br />
van 't Verzoekfchrift fcheen<br />
te vcrblccken , in 't Fransch tc hebben<br />
horen influisteren : „ zij moest<br />
„ voor enen hoop Bedelaars (Gueux)<br />
„ niet bevreesd zijn". iVIet velen onder<br />
deze Edelen was het inderdaad<br />
door een liegt huishoudelijk beftuur zo<br />
ver gekomen, dat 'er voor deze belaming<br />
maar al te veel gronds was,<br />
ai BARLAIMONT had, met dat enkel-<br />
Ie woord, dc gehele inwendige ge-<br />
: ieldheid, cn, zonder daaraan tc denken,<br />
tl het gedugtc van dit Verbond uit-<br />
(*) HOPPER §. 94. STRADA 127.
NEDERLANDEN. 3*7<br />
•opdrukt. Daar men juist om enen III.<br />
naam voor de Brocderfchap verlegen<br />
was, nam men deze uitdrukking gretig<br />
aan, die het ftoute der onderneming<br />
in nederigheid vermomde; die, wanneer<br />
het begreepcn wierd, de fcherpfte befchimping<br />
op den rijkftcn der Koningen<br />
was, cn die tevens, 't welk tog<br />
ook in aanmerking kwam, minst van<br />
de waarheid afweek. Dadelijk dronk<br />
men elkander onder dezen naam toe,<br />
en het lang leven de Geuzen! werd<br />
met algemene toejuiching uitgegalmd.<br />
Na den maaltijd verfchcen BREDERO<br />
DE met enen zak, zo als de Pelgrims<br />
en Bedelmonniken destijds droegen,<br />
hing dien om den hals, dronk<br />
, de gezondheid van het ganfehc Ge-<br />
' zelfchap uit enen houten beker, bedankte<br />
allen voor hunne toetreding tot<br />
het Verbond, cn deed de frerkrte betuiging,<br />
dat hij voor elk van hun bereid<br />
was goed cn bloed optezetten.<br />
Allen riepen met luide ftemme hel<br />
zelfde ; de beker ging rond, cn cl li<br />
zeide, terwijl hij dien aan den mom<br />
bragt, hem dezelfde belofte na. Ni<br />
kreeg de een na den anderen der BOEK.<br />
bedelzak in handen, en hing diei<br />
op aan enen fpijkcr, welken hij voo:<br />
zig had uitgekozen. Het gerugt, doo<br />
dit klugtfpel veroorzaakt, trok dei<br />
Prins van Oranje , cn de Gravel<br />
van Egmond en Hoorn , welke toe<br />
vallig hier voorbij kwamen, in huis<br />
X 4<br />
)
III.<br />
BOEK<br />
328 DE AFVAL DER<br />
waar BREDERODE, als Gastheer, hen<br />
, onituiming drong te blijven, en een<br />
• glas mede te drinken (*) De komst<br />
van deze drie voorname mannen vermeerderde<br />
de vrolijkheid der gasten,<br />
welke nu tot buiten fporigheid begon<br />
te rijzen. Velen werden dronken; gasten<br />
en bedienden, zonder onderfcheid,<br />
ernst en klugt, brooddronkenheid en<br />
ftaatsbelang, mengden zig hier op ene<br />
belachelijke wijze ondereen, en de algemene<br />
nood des Lands rigtte een<br />
Bacchus-feest aan. Hierbij alleen bleef<br />
het niet,- wat men in dronkenfehap<br />
befloten had, voerde men nugteren<br />
uit. Men moest het Volk de tegenwoordigheid<br />
hunner Befchermers voor<br />
de zinnen brengen , en den ijver<br />
der partij door een zigtbaar teken<br />
levendig houden: daartoe was geen<br />
beter middel, dan met den naam van<br />
Geuzen openlijk te pronken, en daarvan<br />
het teken der Broederfchap te<br />
ontlenen. Binnen weinige dagen kriel-<br />
(*) „Dog", betuigt EGMOND, in zijne<br />
Verdediging, „ wij dronken flechts een<br />
„ enkeld klein glas , en daarbij riepen zij:<br />
„ Lang leve de Koning! lang leven de Geu-<br />
„ zen! Dit was voor de eerfte maal, dat ik<br />
„ dezen naam hoorde, en inderdaad hij mishaag-<br />
„ de mij. Maar de tijden waren zo erg, dat<br />
„ men vele dingen tegen zijnen zin moest me-<br />
, dedoen, en ik meende een onfchuldige daad<br />
• te verrigten". Procés criminels des Comtes<br />
VEgmont &e. i ling.<br />
T. I. ECMOND'S Verantwoor
NEDERLANDEN. 3*9<br />
de het in Brusfel van aschgrauwe<br />
klederen, hoedanigen men de Bedelmonniken<br />
en Boetedoeners zag dragen.<br />
Het gehele geflagt , met de<br />
huisgenoten van enen der Edelen, ftak<br />
zig in dit Orde-gewaad. Enigen droegen<br />
houten napjens, ligt verzilverd,<br />
even zulke bekers, of ook mesfen,<br />
het ganfche huisraad van de Bedelaars-orde,<br />
aan den hoed. Om den<br />
hals hingen zij enen gouden of zilveren<br />
penning, naderhand den Geuzenpenning<br />
genoemd , wiens ene zijde<br />
het borstbeeld des Konings vertoonde,<br />
met het omfchrift: „ Den Koning<br />
getrou". Op de tegenzijde zag<br />
men enen knapzak, door twe zamengevouwen<br />
handen vastgehouden, met dc<br />
woorden: Tot den Bedelzak (*> Hiervan<br />
is de naam van Geuzen afkomftig,<br />
welke naderhand in de Nederlanden<br />
gegeven werd aan allen, die van<br />
het Pausdom afvielen, en de wapens<br />
tegen den Koning opvatteden (f).<br />
Vóór dat de Edelen uit elkander<br />
gingen, om zig in de Provinciën te<br />
verfprciden, verfchenen zij nog éénmaal<br />
voor de Hertogin, om haar in?<br />
(*) Aan 's Konings beeklenis werden de<br />
dikke lippen, en de flonkerende ogen van zijn<br />
geflagt, niet vergeten. BURGUND. 187.<br />
(f) HOPPER. %. 94. STRADA 127—130,<br />
Ë DEC, 185. Ï87.<br />
X 5<br />
III.<br />
B O EK.
III.<br />
BOEK.<br />
DE AFVAL DER.<br />
tusfehen, tot dat 's Konings antwoord<br />
uit Spanje overkwam, tot ene zagter<br />
behandeling met de Ketters te<br />
vermanen, opdat het met het Volk<br />
niet tot het uiterfte kwaine. Dog bijaldien,<br />
voegden zij 'er bij, uit een<br />
icgengefteld gedrag onheil ontftond,<br />
wilden zij worden aangemerkt als lieden,<br />
die hunnen pligt gedaan hadden.<br />
De Landvoogdes gaf hierop tot<br />
antwoord: „ Zij hoopte zodanige maat-<br />
,, regelen te nemen, dat 'er geen wan-<br />
„ orde kon voorvallen; dog zo die<br />
„ evenwel mogt plaats grijpen, wilde<br />
„ zij dit aan niemand anders, dan<br />
„ aan de Verbondene Edelen hebben<br />
„ toegefchreven. Zij vermaande hen<br />
„ daarom ernftelijk, ook hunne bc-<br />
„ loften natekomen, en vooral ge-<br />
,, ne nieuwe Leden meer in hun<br />
,, Verbond aantenemen, gene bijzon-<br />
„ dere bijeenkomftcn meer te hou-<br />
„ den, en in 't algemeen gene nieu-<br />
„ wigheden aantevangen". Om hen middelerwijlen<br />
genoegen te geven, werd de<br />
Gehcimfchrijvcr BERTI gelast, hun dc<br />
brieven te vertonen, waarin den Inquifitie<br />
- meesteren en Wereldlijke Regteren<br />
gematigdheid werd aanbevolen,<br />
omtrent allen, die de fchuld- van<br />
ketterij door geen burgerlijk misdrijf*<br />
zouden verzwaard hebben.<br />
Vóór hunnen aftogt uit Brusfel, benoemden<br />
zij nog vier Voorfpraken uit
NEDERLANDEN. 33*<br />
hun midden, (*) die de zaken van 111.<br />
't Verbond moesten waarnemen; en, BOE Kr<br />
bchalven dezen, nog bijzondere Zaakbezorgers<br />
voor elk Landfchap. In<br />
Brusfel zelve, werden enigen agtergelatcn,<br />
om op alle bewegingen van.<br />
het Hof een wakend oog te houden.<br />
BREDERODE, KUILENBURG en<br />
BERGEN, verlieten eindelijk de ftad.<br />
door vijfhonderd-en-vijftig Ruiters verzcld,<br />
begroetten zij nog eenmaal<br />
van buiten de wallen met een musketten-vuur,<br />
cn trokken daarop van<br />
elkander, BREDERODE naar Antwerpen,<br />
de beide anderen naar Gelder.<br />
Den eerften had de Landvoogdes enen<br />
vliegenden bode, naar Antwerpen, vooruitgezonden,<br />
om de Magiltraat dier<br />
ftad voor hem te waarfchouwen. Meer<br />
dan duizend menfchen vergaderden voor<br />
liét huis, waar hij was afgeftegen.<br />
Hij vertoonde zig, met een vol wijnglas<br />
in de hand, aan het venster:<br />
Burgers van Antwerpen"! dus fprak<br />
hij hen aan, „ ik ben hier met<br />
,, gevaar van mijn goed en mijn<br />
„ leven, om u van den last_ der<br />
„ Inquifitie te verlosfen. Wilt gij de-<br />
„ ze onderneming met mij delen, en<br />
„ mij voor uwen Leidsman erkennen,<br />
„ zo neemt dc gezondheid aan, wcl-<br />
(*) BURGUNDIÜS noemt twaalf zulks<br />
Voorfpraken, welke door het Volk, fpotsWij.<br />
ze, de twaalf Apostelen zijn genoemd. 188.
nr.<br />
BOEK.<br />
S3 S<br />
(*) STRADA 131.<br />
(f) HOPPER. § '95.<br />
DE AFVAL DER<br />
„ ke ik u hier toedrinke, en iteekt<br />
„ ten teken van uwe toeltemming de<br />
„ handen omhoog". Daarop dronk hij,<br />
en alle handen vlogen onder een luid<br />
gefchreeu in de hoogte. Na deze<br />
heldendaad verliet hij Antwerpen. (*).<br />
Dadelijk na de overgave van het<br />
Verzoekfchrift der Edelen , had de Landvoogdes<br />
door den Geheimen Raad<br />
een nieuw Formulier der Plakaten doen<br />
ontwerpen, 't welk tusfehen de bevelen<br />
des Konings en de verzoeken<br />
der Edelen , als 't ware den middenweg<br />
zou houden. Nu was de vraag,<br />
of het beter ware, deze verzagdng,<br />
of Moderatie, gelijk zij gewoonlijk<br />
genoemd werd, onmiddelijk te laten<br />
afkondigen, dan dezelve eerst aan den<br />
Koning ter goedkeuringe voorteleggen,<br />
(f) De geheime Raad, d?e<br />
het hachlijk oordeelde, zodanigen flap<br />
zonder voorkennis, ja tegen den uitdrukkelijken<br />
last van den Vorst te doen,<br />
(•erzettede zig tegen den Prins van<br />
Oranje, die voor het eerlte itemde. Bui-<br />
:en dat had men reden om te vreten<br />
, dat de Natie met deze Moderatie<br />
niet eens te vrede zou zijn,<br />
kar dezelve zonder medekennis der Stai<br />
:en , waar op men tog eigenlijk aani<br />
Irong, gemaakt was. Om nu van de<br />
Staten de toeftemming te bekomen,
NEDERLANDEN. 33S<br />
cf liever om hun dezelve aftefte- nr.<br />
len , bediende de Landvoogdes zig van BOEK.<br />
den kunstgreep, om het ene Landfchap<br />
na het andere afzonderlijk , en<br />
die, welke de minfte vrijheid hadden<br />
, als Artois, Henegouwen , Namen<br />
en Luxemburg , eerst tc vragen<br />
, waardoor zij niet alleen voorkwam<br />
, dat het ene het andere genen<br />
moed inboezemde om zig te verzetten<br />
, maar ook nog zo veel won,<br />
dat de vrije gewesten , gelijk Vlaanderen<br />
en Braband, welke wijslijk tot<br />
het laatfte gefpaard werden , zig door<br />
het voorbeeld der anderen lieten medeflepen.<br />
(*) Door ccn hoogst onwettige<br />
handelwijze verraste men dc<br />
gevolmagtigdcn der Steden, eer zij nog<br />
met hunne gemeenten ruggefpraak konden<br />
houden ; cn leide hun omtrent<br />
deze gehele handeling een diep ftilzwijgc'n<br />
op. Hierdoor verkreeg de Landvoogdes<br />
, dat zommigc Landfchappcn<br />
de Moderatie onbepaald, andere met<br />
weinige bijvocgfels , lieten doorgaan.<br />
Luxemburg en Namen ondertekenden<br />
dezelve zonder bedenken. De Staten<br />
van Artois voegden 'er nog bij, dat<br />
valfche aanklagers aan het regt var<br />
wedervergelding zouden onderworpen zijn,<br />
Die van Henegouwen begeerden, dat.<br />
in plaats van verbeurdverklaring dei<br />
goederen, welke ftreed tegen hunne<br />
(*) QROT. 22. BURGUND. IS>6. 107.
HL<br />
JÏ.OEK.<br />
-534 T/E AFVAL DER<br />
Privilegiën, een andere ffraf, naar goedvinden,<br />
zou worden ingevoerd. Vlaanderen<br />
eifehte de gehele affchaffing<br />
der Inquifitie, en wilde den beklaagden<br />
_ het regt, om zig op hunne<br />
Provincie te beroepen, verzekerd hebben.<br />
De Staten van Braband lieten<br />
zig door de ftreken van het Hof<br />
verkloeken ; Zeeland , Holland, Utregt,<br />
Gelderland en Friesland, als welke<br />
door de gewigtigfte Privilegiën gedekt<br />
waren, en met den meesten<br />
naarijvcr daarvoor waakten, werden<br />
in 't geheel niet gekend. Ook had<br />
men de Geregtshoven der Landfchappen<br />
hun gevoelen over dc nieu ontworpene<br />
verzagting gevraagd, dog dit<br />
moet niet zeer gunstig geluid hebben<br />
, dewijl het nooit in Spanje gekomen<br />
is. Uit den hoofdinhoud dezer<br />
verzagting, welke haren naam tog<br />
inderdaad verdiende, kan men tot de<br />
Plakaten zelve een befluit opmaken.<br />
„ De Schrijvers onder de Ketters ,"<br />
vindt men onder anderen daarin , „ hun-<br />
„ ne Hoofden en Leeraars, gelijk ook<br />
,, die genen , welke enen van dezen<br />
„ herbergden , of anderszins openbare<br />
,, ergernis gaven , zouden met de galg<br />
„ geftraft, en derzelver goederen (waar<br />
,, namelijk de Landswetten zulks" toe-<br />
„ lieten) verbeurd zijn ; dog bijal-<br />
,, dien zij hunne dwalingen afzwoe-<br />
„ ren, zouden zij met het zwaard<br />
5? vrij komen , en hunne goederen aan
NEDERLANDEN. 335<br />
hunne nabeftaanden gelaten worden." III.<br />
Een doemwaardigen ftrik voor de ouder BOEK.<br />
lijke liefde ! „ Aan ligte en boetvaar-<br />
„ digc Ketters", luidde het verder,<br />
„ kon genade verleend worden; [onboet-<br />
,, vaardige moesten het land ruimen ,<br />
„ zonder verlies nogtans van goederen;<br />
„ ten ware zij door verleiding van an-<br />
„ deren zig van dit voorregt bcroof-<br />
„ den". Van deze gunst waren evenwel<br />
de Wederdopers uitgefloten , die, zo<br />
zij zig niet door de voldoenendfte boete<br />
los kogten, van hunne goederen<br />
beroofd, en, in gevalle zij weder afgevallen<br />
Ketters waren, zonder genade<br />
ter dood gebragt zouden worden (*).<br />
Het meerder ontzag voor leven cn<br />
bezittingen , dat in deze verordeningen<br />
tc zien is, en 't welk iemand<br />
ligtelijk aan ene aanvangb'jke verandering<br />
van gedagtcn bij dc Spaanfche<br />
Regering zou toefchrijven , was niets<br />
anders , dan een gedwongen ftap, waartoe<br />
de ftandvastige tegenkanting des<br />
Adels haar noodzaakte. Ook had men<br />
in de Nederlanden met deze Moderatie<br />
, die in den grond geen cnkeld<br />
wezenlijk misbruik wegnam , zo weinig<br />
op , dat het volk dezelve in<br />
zijn misnoegen, in plaats van Moderatie<br />
, Moorderatie noemde.<br />
Na dat men langs dezen weg den<br />
Staten hunne toeflcmming had afge<br />
ef) BURG. IOO. 103.
33^ DE AFVAL DER<br />
III. pracht, werd de verzagting aan den<br />
KOEK, Raad van State voorgelegd, en, door denzeiven<br />
ondertekend zijnde , naar Spanje<br />
aan den Koning gezonden , om vervolgens<br />
door deszelfs goedkeuring de kragt<br />
van een wet te erlangen (*).<br />
Het Gezantfchap naar Madrid, waarover<br />
men met de Verbondenen was overeengekomen<br />
, werd in 't eerst aan den<br />
Marquis van Bergen (f) opgedragen , die<br />
egter , uit een alte wèl gegrond mistrouwen<br />
in de tegenwoordige gefteldhcid<br />
des Konings, en om dat hij enen<br />
zo netelige» last niet alleen op zig<br />
wilde nemen , om een medehulp verzegt.<br />
Deze kreeg hij in den Baron<br />
van Montignij , die reeds voorheen tot<br />
enen zelfden post gebruikt was, en<br />
denzelvon met roem bekleed had. Dan ,<br />
daar gedurende dezen tijd de omftandigheden<br />
zo geheel en al veranderd<br />
ivaren , en hij wegens zijn twede<br />
Dnthaal te Madrid met reden bezorgd<br />
was, zo kreeg hij tot zijne meerdere<br />
zekerheid van de Landvoogdesfe, bericht<br />
J lat zij bij voorraad hierover aan den<br />
forst fchrijven zoude, terwijl hij met<br />
rijnen reisgenoot langfaam genoeg zoule<br />
voordreizen, dat het antwoord des<br />
«<br />
Ko-<br />
(*) VIGL. ad HOPPER VIL Brief<br />
(t) Deze Marquis van Bergen moet onderfchei-<br />
NEDERLANDEN; 3S?<br />
Konings hem nog onder weg ontmoeten<br />
konde. Zijn Befeherm-engel,<br />
die hem, zo het fcheen, voor het<br />
ijslijke lot, dat te Madrid op hem<br />
wagtte, behoeden wilde, verhinderde<br />
zijne reis nog door een onvoorzien<br />
beletfel, daar de Marquis van Bergen<br />
door ene wonde, die hij onder<br />
het balflaan bekwam, buiten ftaat<br />
gefteld wierd, om dezelve met hem<br />
te aanvaarden. Des niettegenftaande<br />
begaf hij zig, daar de Landvoogdes<br />
hem drong, op reis; dog niet, gelijk<br />
hij hoopte, om de zaak zijns<br />
Volks in Spanje doortezetten, maar<br />
om daarvoor te fterven (*).<br />
De ftaat van zaken was nu dermate<br />
veranderd, en de ftap, door<br />
den Adel gedaan, had het tot ene<br />
volkomene breuk* met de Regering,<br />
zo nabij gebragt, dat het voor den<br />
Prins van Oranje en zijne vrienden<br />
voordaan niet mogelijk fcheen*<br />
den middenweg van befcheidenheid, tusfehen<br />
de Republiek en het Hof,welken<br />
zij dusver betreden hadden,<br />
nog langer te vervolgen, en zulke<br />
tegenftrijdige pligtcn te verenigen. Zo<br />
veel als zij bij hunne manier van<br />
denken reeds te overwinnen hadden<br />
, om in dezen ftrijd geen partij<br />
te kiezen; zo veel reeds hunne<br />
natuurlijke zugt tot Vrijheid^ hunne'<br />
(*) STRADA 133. 134.<br />
I. D £ £ Li Y<br />
HL<br />
BOEK»
533 DE AFVAL DER<br />
m. Vaderlandsliefde, en hunne begrippen<br />
van verdraagfaamheid re lijden had-<br />
BOEK.<br />
den, onder den dwang, dien hunne<br />
bedieningen hun opleiden: zo zeer<br />
moest het wantrouwen van FILIPS<br />
tegen hen, de weinige agting, die<br />
men voor hun gevoelen reeds fint<br />
lang betoonde, en het terugftotende<br />
gedrag, dat zij van den kant der<br />
Landvoogdesfe ondervonden, hunne dienstvaardigheid<br />
verkoelen, en hun het<br />
voordzetten van ene rol bezwaarlijk<br />
maken, die zij met zo veel tegenzin<br />
cn met zo weinig dank fpeelden.<br />
Hierbij kwamen nog verfcheidene<br />
wenken uit Spanje, welke het<br />
misnoegen des Konings over het Verzoekfchrift<br />
van den Adel, en zijne<br />
onvergenoegdheid over hun eigen gedrag<br />
bij deze gelegenheid, buiten allen<br />
twijfel fielden, en van zijnen<br />
kant maatregelen deden verwagten, tot<br />
welke zij, als pilaren der Vadcrlandfche<br />
Vrijheid, en grotendeels als vrienden<br />
of bloedverwanten der Verbondenen,<br />
nimmer de hand zouden kunnen<br />
lenen (*) Van den naam, dien<br />
men in Spanje aan de Verbindenis<br />
des Adels gaf, hing het nu voornamelijk<br />
af, welke partij zij in 't<br />
vervolg te kiezen hadden. Werd het<br />
Verzoekfchrift oproer geheten, zo bleef<br />
hun gene andere keuze over, dan<br />
(*) VAN METEREN 8l.
NEDERLANDEN; na.<br />
of mee<br />
tijd, tot<br />
komen,<br />
het Hof, voor den regten IS<br />
ene bedenkelijke verklaring te<br />
BOEK.<br />
of die genen vijandlijk te<br />
helpen behandelen, wier belang ook<br />
het hunne was, en die door hunnen<br />
geest gedreven waren. 'Er was<br />
maar één middel, om zig uit dezen<br />
hachlijken tweftrijd te redden,<br />
door zig namelijk geheel en al aan<br />
het beftuur van zaken te onttrekken;<br />
een middel, dat zy gedeeltelijk reeds<br />
eenmaal gekozen hadden, en dat in<br />
de tegenwoordige omftandigheden meer<br />
dan een bloot noodmiddel was. Het<br />
oog der ganfche Natie was tans op<br />
hun gevestigd; Het onbepaalde vertrouwen<br />
op hunne denkwijze, en de<br />
algemene eerbied voor hun, die niet<br />
veel van aanbidding verfchilde, zettede<br />
luister bij aan de zaak, welke zij<br />
tot de hunne maakten, cn deed die,<br />
welke zij verlieten, haar aanzien verliezen.<br />
Hun aandeel aan het Staatsbeftuur,<br />
offchoon het ook alleen in<br />
naam beftond, hield de tegenpartij in<br />
toom: zo lang zij den Raad nog<br />
bijwoonden, floeg men gene wegen<br />
van geweld in, om dat men nog iets van<br />
den weg der zagtheid verwagtte. Hunne<br />
afkeuring, ook wanneer die niet<br />
van harten ging, maakte de partij<br />
kleinmoedig en onzeker, welke daarentegen<br />
zig in volle kragt aangreep,<br />
zodra zij, ook .maar van verre, Op<br />
ene zo gewigtige goedkeuring re*<br />
Y 2 ' .
$40 BE AFVAL DÈR<br />
ffl. kening durfde maken, De zelfde maat-<br />
BOIK<br />
1<br />
regelen der Regering, die, wanneer<br />
, zij door hunne handen gingen, zeker<br />
waren van een gelukkig gevolg, moesten,<br />
zonder hun, verdagt en nudoos<br />
Worden; zelfs de toegeeflijkheid de*<br />
Konings, wanneer zij niet het werk<br />
van deze Volksvrienden was, moest<br />
het beste' gedeelte van hare werking<br />
misfen. Behalven dat zij, door zig<br />
aan het beftuur van zaken te onttrekken,<br />
de Landvoogdes van raad beroofden,<br />
in enen tijd, waarin zij<br />
dien het minst kon misfen, zo gaven<br />
zij nog tevens daardoor de overmagt<br />
aan een partij, die, door ene<br />
blinde verkleefdheid aan het Hof beftuurd,<br />
en van het eigenaartige eens<br />
Republieksgezinden karakters geheel onkundig,<br />
niet zou hebben nagelaten,<br />
het kwaad nog erger te maken, en<br />
de verbittering der gemoederen tot<br />
den hoogften top te voeren. Alle<br />
deze gronden, waaruit het enen<br />
ieder vrijftaat, naar dat hij wèl of<br />
kwalijk over den Prins denkt, dien<br />
uittezoeken, welken hij oordeelt het<br />
zwaarst bij dezen gewogen te hebben,<br />
deden hem tans befluiten, de<br />
Landvoogdes in 't naau te laten, en<br />
zig aan alle zaken te onttrekken. De<br />
gelegenheid, om dit befluit werkftellig<br />
te maken, kwam weldra zig aanbieden.<br />
De Prins had voor de onmiddelijke<br />
afkondiging der nieulings ver*
NEDERLANDEN. 341<br />
anderde Plakaten geftemd; de Land m.<br />
voogdes volgde het gevoelen van den j OEK,<br />
Geheimen Raad, en zond dezelve voor- .<br />
af aan den Koning. „ Nu zie ik<br />
„ duidelijk", riep hij met ene gemaakte<br />
oplopendheid uit, „ dat alle<br />
„ raadflagen, die ik aan de hand<br />
„ geve, mistroud worden. De Koning<br />
„ heeft gene Dienaars nodig, wier<br />
„ trou hij in twijfel moet trekken;<br />
,, en het zij verre van mij, mij-<br />
„ nen Hete dienften optedringen, die<br />
„ hem niet aangenaam zijn. Het is<br />
dus beter voor hem en mij, dat<br />
„ ik mij der gemene landszake ont-<br />
„ trekke" (*). De Graaf van HOORN<br />
liet zig ten naasten bij op de zelfde<br />
wijze horen. EGMOND verzogt<br />
verlof om de baden te Aken te gebruiken,<br />
welke zijn Arts hem had<br />
aanbevolen, fchoon hij, naar luid zijner<br />
aanklagte, de gezondheid zelve<br />
verbeeldde. De Landvoogdes, onthutst<br />
van de gevolgen, welken deze flap<br />
onvermijdelijk na zig moest liepen,<br />
fprak den Prins met fcherpe woorden<br />
aan: „ Bijaldien noch mijne voor-<br />
„ {lellen, noch het algemene welzijn<br />
zo veel op u vermogen, om u<br />
„ van dit befluit terug te brengen,<br />
,, zo behoordet gy ten minften meer<br />
„ voor uwen goeden naam over te heb-<br />
P, hebben. LODEWIJK VAN NASSAÜ<br />
C) BURG. 189.<br />
Y 3
34» DE AFVAL DER<br />
m. „ is uw broeder. Hij en BREDE-<br />
BOEK. „ RODE, de Hoofden van her. Ver-<br />
„ bond, zijn openlijk bij U te<br />
„ gast geweest. Het Verzoekfchrift be-<br />
„ helst het zelfde, waarover alle uwe<br />
„ voorftellen in den Raad van Sta-<br />
„ te gehandeld hebben. Zo gij nu<br />
„ plotfelijk de zaak van uwen Ko-<br />
„ ning verlaat, zal men dan niet<br />
„ algemeen zeggen, dat gij het Ver,<br />
„ bond zijt toegedaan?" 'Er wordt<br />
niet gemeld, of de Prins ditmaal<br />
werkelijk zig van de Vergadering ger<br />
fcheiden heeft; is dit zo, dan moet<br />
hij zig kort daarop anders bezonnen<br />
hebben, dewijl wij hem niet lang<br />
naderhand weder in het openbare beftuur<br />
aantreffen. EGMOND, gelijk het<br />
fchijnt, liet zig door het voorlid der<br />
Landvoogdesfe overmeesteren; HOORN alleen<br />
zonderde zig af op een zijner<br />
goederen, met het voornemen, om<br />
noch Keizers noch Koningen immermeer<br />
te dienen (*).<br />
Ondertusfchen hadden de Geuzen<br />
zich door alle Provinciën verfpreid,<br />
en, waar zij zich vertoonden, de guiiftigfte<br />
berigten van den uitflag hunner<br />
onderneming uitgeftrooid. Volgens<br />
hunne verzekeringen , was voor de<br />
Vrijheid van Godsdienst alles gewonaen,<br />
en om de menfchen in dit ge-<br />
(*") Waar hij drie maanden buiten werkd<br />
bleef. Zie de Aanklagte yan HOORN.
NEDERLANDEN. 343<br />
loof te bevestigen, beholpen zij zig, III.<br />
waar de waarheid niets uitvoeren kon, l OÏK.<br />
met logens. Dus kwamen zij , bij .<br />
voorbeeld, met een verdigt Gefchnft<br />
der Vlies-Ridderen voor den dag,<br />
waarin dezen plcgtiglijk verklaarden, dat<br />
voordaan niemand meer voor gevangenis,<br />
verbanning, of dood, ter zake van den<br />
Godsdienst, zou hebben te vrezen,<br />
ten ware hij zig tevens aan een<br />
ftaats-misdrijf fchuldig hadde gemaakt, m<br />
welk geval dan nog dc Verbondenen<br />
alleen zijne Regters zouden zijn; en<br />
dit zou zo lang gelden, tot dat de<br />
Koning met de Staten desaangaande<br />
andere fchikkingen gemaakt hadden. Zo<br />
zeer als de Ridders, op de eerfte<br />
tijding van dit gepleegde bedrog, hun<br />
best deden, om de Natie van deze<br />
begocheling te ontheffen , zo gewitrtige<br />
dienften had deze uitvinding<br />
reeds in dien korten tijd aan de<br />
Partij bezorgd. Daar 'cr waarheden zijn,<br />
wier werking zig blotelijk tot een<br />
ogenblik bepaalt, zo kunnen verdigtfelen<br />
, die zig dit ogenblik flegts<br />
ftaande houden, zeer gemakkelijk derzelver<br />
plaatfe vervullen. Behalven dat<br />
dit verfpreide gerugt een wantrouwen<br />
tusfehen de Landvoogdes en de Ridders<br />
verwekte, en den moed der<br />
Protestanten door nieuwe ftralen van<br />
hoop opbeurde, gaf het den zulken,<br />
die nieuwigheden in 't hoofd hadden,<br />
enen fchijn van regt in handen,<br />
Y 4<br />
wel,
BOEI*<br />
344 DE A F V A L D E R<br />
III. ke, offchöon zij ook zelve daaraan<br />
. niet geloofden, tot eene verfchoning<br />
. voor hun gedrag kon frrekken. Hoe<br />
fpoedig ook dit valfche voorgeven herroepen<br />
wierd, moest hetzelve tog in<br />
'dien korten tijd, toen het geloofd<br />
wierd, zo vele buitenfporigheden veroorzaakt,<br />
zo veel losbandigheid ingevoerd<br />
hebben, dat het onmogelijk<br />
wierd weêr terug te gaan; dat men<br />
genoodzaakt wierd den weg, dien<br />
men eens had ingeflagen , uit gewoonte<br />
zo wel, als uit wanhoop te<br />
vervolgen (*). Terfiond op de eerfte<br />
tijding van dit gelukkige gevolg, kwamen<br />
de gevlugte Protestanten weder in<br />
het Land, dat zij met leedwezen verlaten<br />
hadden ; de genen , die zig verfcholen<br />
hadden, kwamen uit hunne<br />
fchuilhocken weder te voorfchijn; de<br />
zulken , die den nieuwen Godsdienst<br />
tot hier toe alleen in hunne harten<br />
omhelsd hadden, door deze Akte van<br />
verdraagfaamheid moedig geworden , kwamen<br />
nu openlijk en volmondig voor<br />
denzelven uit (f). De naam van Geuzen<br />
werd in alle Provinciën hoog geroemd;<br />
men noemde hen de Pijlaars<br />
van Godsdienst en Vrijheid, hun aanhang<br />
nam van dag tot dag toe,<br />
en vele Kooplieden begonnen derzelver<br />
tekens te dragen. Deze laatfien<br />
(*) STRADA 132. 133.<br />
(j) GROT. 22.
NEDERLANDEN. 345<br />
piaakten nog aan den Geuzenpenning III.<br />
die verandering, dat zij 'er twe kruis B O E K.<br />
lings gelegde wandelftokken op plaat-<br />
Hen , als ware het om aantedui?<br />
den, dat zij elk ogenblik gereed<br />
ftonden, om voor den Godsdienst huis<br />
en haard te verlaten. De oprigting<br />
van het Geuzenverbond had de zar<br />
ken ganfchelijk van gedaante veran?<br />
derd Het gemor der Ingezetenen,<br />
voorheen kragtcloos en nietsbeduidenr<br />
dc, dewijl het een beklag van enkelde<br />
Perfonen was, had zig nu op<br />
een gedugte wijze in een Lighaam<br />
verenigd, cn, door die vereniging, kragt,<br />
beftemdheid en vastheid bekomen. Elk<br />
oproerig hoofd befchoude zig tans als<br />
een deel van een eerwaardig en gedtigt<br />
geheel, en dagt, dat hij zijne<br />
fioutheid in zekerheid ftelde, wanneer<br />
hij dezelve in deze verzamelplaats van<br />
het algemene misnoegen nederleide. Een<br />
gewigdge aanwinst voor het Verbond<br />
te heten, kittelde de verwaanden ;<br />
zig onbemerkt en ongeftraft in dezen<br />
groten ftroom te verliezen , lokte de<br />
laf hartigen. Het gezigt , welk het verbond<br />
aan de Natie toonde , verfchilde<br />
zeer veel van dat, welk hetzelve<br />
aan het Hof liet zien. Al wa.-,<br />
ren hunne oogmerken ook dc zuiverfte<br />
geweest, al hadden zij het inderdaad<br />
zo wèl met den Troon gemeend,<br />
als zij uiterlijk wilden fchijnen,<br />
dan nog zou de gröotfte hoop zig<br />
V 5
34 DE AFVAL DER<br />
III. alleen aan het onwettige van hun gedrag<br />
POEK. gehouden hebben, en derzelver betere<br />
bedoeling voor dezen in 't geheel niet<br />
voorhanden zijn geweest.<br />
Er had geen gunstiger tijdftip voor de<br />
Hugenoten en Duitfche Protestanten kun,<br />
nen komen, dan het tegenwoordige,<br />
om eene aflevering van hunne gevaarlijke<br />
waar in de Nederlanden te wagen.<br />
Het krielde tans in elke aanzienlijke Stad<br />
van verdagte vreemdelingen, vermomde<br />
verfpieders, van allerlei flag van Ketters<br />
en derzelver Apostelen. Onder alle<br />
de Secten , welke van de heerfchende<br />
Kerk afweken, waren 'er drie, welke<br />
den mecsten opgang in de Provinciën<br />
gemaakt hadden. Friesland en de aangrenzende<br />
gewesten waren overftroomd<br />
door de Wederdopers, die egter , als<br />
3e behoeftigften van allen, zonder Overheid<br />
, zonder vaste inrigting, zonder<br />
irijgsmagt, en nog daar te boven onler<br />
zig zeiven verdeeld, de minfte vrees<br />
1 •erwekten. Van vrij wat meer beteke-<br />
] ïis waren de Kalvinisten, welke de<br />
duidelijke Provinciën, bijzonder Vlaande-<br />
1 sp, inhadden , die aan hunne naburen<br />
[e Hugenoten, de Republiek Geneve,<br />
ie Zwitferfche Kantons, en een gedeel-.<br />
e van Duitschland magtige fteunfels vonien,<br />
en wier Godsdienst, met enige<br />
eranderingen, in Engeland op den Troon<br />
2 at. Hun aanhang was de talrijkfte van<br />
1 Hen, bijzonder onder de Kooplieden<br />
I n de gemene Burgers, zijnde uit de
N E D E R L A N D E N , 347<br />
ttkwerpfelen van Frankrijk langfamerhand<br />
zamen gevloeid. Voor hun moesten de<br />
Lutheranen in getal en rijkdom onderdoen,<br />
maar dezen werd door enen des<br />
te groter aanhang onder den Adel gewigt<br />
bijgezet. Deze hadden voornamelijk het<br />
Oostelijke gedeelte der Nederlanden , dat<br />
aan Duitschland grenst , in 't bezit;<br />
hunne Belijdenis heerschte in enige<br />
Noordfche Rijken; de magtigfte Rijksvorsten<br />
waren hunne Bondgenoten , en<br />
de Godsdienst - Vrijheid van dat Land,<br />
waartoe de Nederlanden door het Bourgondifche<br />
verdrag mede behoorden, kon<br />
met den besten fchijn van regt door<br />
hun geldig gemaakt worden. Te Antwerpen<br />
was de zamenvloejing van deze<br />
drie Godsdienstige aanhangen , dewijl de<br />
menigte des Volks dezelven hier verborr<br />
gen hield, en de vermenging van alle<br />
Natiën de Vrijheid in deze Stad begunstigde.<br />
Deze drie Aanhangen hadden niets<br />
met elkander gemeen , dan enen even<br />
onverzoenlijken haat tegen het Pausdom,<br />
tegen de Inquifitie in 't bijzonder, en tegen<br />
de Spaanfche Regering, van welke deze<br />
het werktuig was; maar juist die zelfde<br />
ijverzugt, waarmede zij van weerskanten<br />
elkander bewaakten, hield hunnen<br />
Sectengeest in werking, en belettede, dat<br />
het vuur van Dweperij bij hun niet uitgedoofd<br />
wierd (*):<br />
De Landvoogdes had, in de verwag-<br />
GROT- 22. STRAD. 136. BURG. 212.<br />
HL<br />
BOEK.
iii.<br />
ï' O E li<br />
34» DE AFVAL DE II<br />
ting, dat het ontwerp van Moderatie<br />
t ftand zoude grijpen , inmiddels , om de<br />
. Geuzen te bevredigen, den Stadhouderen<br />
en Overheden der Provinciën in de<br />
Regtshandelingcn met de Ketters gematigdheid<br />
aanbevolen ; enen last, wekken<br />
het gröotfte gedeelte van dezen ,<br />
die den droevigen post van ftrafFcn niet<br />
anders dan met tegenzin waarnamen, gretig<br />
opvolgde, en in den uitgeftrektften zin<br />
verklaarde. Het merendeel der voornaamfte<br />
Magiftraats-Peribnen was tegen de Inquifitie<br />
en de Spaanfche Dwingelandij hartlijk<br />
verbitterd, en velen van hun waren<br />
zelfs heimelijk der ene of andere Secle<br />
toegedaan; en die dit al niet waren ,<br />
gunden iog aan hunne verklaarde vijanden,<br />
de Spanjaarden, het genoegen niet,<br />
om hunne Landgenoten te mishandelen (*).<br />
Zij begrepen dus de Landvoogdes met<br />
opzet verkeerd, en lieten de Inquifitie ,<br />
gelijk ook de Plakaten , geheel en al<br />
vervallen. Deze oogluiking van de Regering,<br />
met de fehoonfehijnende voorgevens<br />
der Geuzen verbonden , lokte de<br />
Protestanten , die buiten dat te zeer ver,<br />
menigyuldigd waren om langer verholen<br />
te blijven , uit hunne duisternis te voorfchijn.<br />
Tot hiertoe had men zig met<br />
ftille nagtvergaderingen te vreden gehouden<br />
, maar na rekende men zig talrijk<br />
en gedugt genoeg , om deze bijeenkomften<br />
ook openlijk te kunnen wagen. De-<br />
(f) GROT. 20. BURG. 203. 204.
NEDERLANDEN. M9<br />
aft ftoutheid nam haar eerfte begin tusfehen<br />
Oudenaarde en Gent, en ver m<br />
spreidde zig weldra door geheel<br />
B O E<br />
het<br />
Ki<br />
overige Vlaanderen. Zekere H E R M A N<br />
S T R I C K E R , uit Qverijsfel geboortig,<br />
voormaals Monnik , cn uit het Klooster<br />
gevlugt, een ftoutmoedig Dweper, van<br />
enen fchranderen geest %<br />
geftalte en gladde tong,<br />
ene agtbare<br />
was de eerfte,<br />
die. het Volk tot een Preek onder<br />
den bloten hemel naar buiten voerde.<br />
De nieuheid van zodanige onderneming<br />
deed enen aanhang var<br />
•zeven - duizend menfchen rondom hen:<br />
verzamelen. Een Regter van die Landftreek,<br />
die, meer kloekmoedig dan verftandig,<br />
met den blanken degen onder<br />
den hoop fprong, om den Pre<br />
ker uit hun midden gevangen te ne<br />
men, werd door het Volk, dat, bi<br />
gebrek van andere wapenen, ftenei t<br />
opnam, zo kwalijk onthaald, hat hij I<br />
zwaar gewond ter aarde vallende, zij r<br />
><br />
gelukkig agtte, zijn leven door bid<br />
den te redden (*). Deze eerfte ge<br />
(*) BURG. 213. 214. Deze ongehoorde oi V<br />
•befehoftheid van een enkeld mensch, om mii V<br />
den door ene fchare van zeven-duizend, tot do E<br />
heid toe, ftoute menfchen, die door gemeei 1-<br />
fchaplijke aandagt nog meer zijn aangevuurc<br />
heen te dringen „ om énen van hun, die hi n<br />
Afgod is, voor hunne ogen gevangen te nemer<br />
bewijst meer dan alles, wat men hieromtrei it<br />
kan zeggen, met welke beestagtige veragtir §<br />
de Katholijken , destijds , op de zogenaamc I<br />
I
III.<br />
I<br />
]<br />
]<br />
I<br />
t<br />
C<br />
2<br />
f!<br />
n<br />
v<br />
d<br />
h<br />
k<br />
e 1<br />
lukte proef, gaf moed om een mei<br />
de te wagen. In den omtrek van<br />
Aalst komen zij weder in grote menigte<br />
te zamen; maar tans zijn zij reeds<br />
met rappieren , vuurroeren en hellebarden<br />
gewapend ; zetten wagten uit, en<br />
floppen de toegangen met karren en<br />
wagens. AI wie bij toeval hier voorbij<br />
komt, moet willens of onwillens aan<br />
den Godsdienst deel nemen 3 waartoe<br />
bijzondere oppasfers zijn aangefleld. Aan<br />
3en ingang hadden zig Boekverkopers geset<br />
, welke den Protestantfchen Kate-<br />
:hismus, fligtelijke boekjens, en Pascwillen<br />
op den Bisfchop te koop boden.-<br />
3e Apostel H E R M A N S T R I C K E R liet<br />
ig van een fpreekgeftoelte horen , dat<br />
iit karren en Hammen van bomen in<br />
er haast was opgezet. Een zeil, daarver<br />
gefpannen , dekte hem voor de<br />
on en den regen; het Volk plaate<br />
zig tegen over de windzijde, om tog<br />
iets te verliezen van zijne Preek,<br />
r<br />
ier beste kruiderijen in fchimpre-<br />
2nert tegen het Pausdom beftonden.<br />
Ien fchepte water uit den naastgegert<br />
ftroom, om de nieugeborene<br />
nderen, zonder verdere plegtigheid,<br />
'en als in de eerfte tijden van het<br />
C hristendom,- door hem te* laten do-<br />
P< :n. De Sakramenten werden hier<br />
n; ar de wijze der Kalvinisten be-<br />
B O E K .<br />
S50 ÖË AFVAL DER<br />
Ketters hebben neêrgezien, welken zij als een<br />
flegter foort van menfchen befchouden.
NEDERLANDEN; 3£i<br />
diend; Huwelijken ingezegend, en ver III.<br />
nietigd. Half Gend was op deze BOEK:;<br />
wijze uit de poorten getrokken,- de<br />
optogt verbreidde zig fteeds verder<br />
en verder, en had in korten tijd<br />
geheel Oost - Vlaanderen overftroomd.<br />
West-Vlaanderen werd door enen anderen<br />
afgevallen Monnik, PETRUS<br />
DATHENTJS, uit Poperingen, insgelijks<br />
in beweging gebragt. Vijftienduizend<br />
menfchen vloeiden uit vlekken cn dorpen<br />
tot zijne Preek bijéén: hun aantal<br />
maakte hen ftout genoeg, om ftormenderhand<br />
in de gevangenis te breken,<br />
Waar enige Wederdoopers tot den marteldood<br />
bewaard werden. De Protestanten<br />
te Doornik werden door zekeren<br />
AMBROSIUS VILLE, enen FranfchenKalvinist,<br />
tot gelijke ftoutheid aangeftookt;<br />
deze drongen mede op het loslaten hunner<br />
gevangenen , en lieten zig herhaalde<br />
bedreigingen ontvallen, van de Stad<br />
aan de Franfchen te zullen overgeven.<br />
Dezelve was van bezetting ontbloot,<br />
welke door den Kommandant,<br />
uit vrees voor verraad, naar het Kasteel<br />
was gebragt , cn die daarenboven<br />
ook weigerde tegen hunne medeburgers<br />
te vegten. De ftoutheid der partij ging<br />
zo ver, dat zij ene eigene openbare<br />
Kerk binnen de Stad voor zig begeerden<br />
;en toen hun deze geweigerd wierd,<br />
verbonden zij zig met die van Valenchijn<br />
en Antwerpen , om hunnen Godsdienst,<br />
naar het voorbeeld der andere<br />
Steden, met openlijk geweld doorte
III.<br />
M E K<br />
35* ÖE AFVAL DER<br />
zetten. Deze drie Heden Honden mer<br />
elkander in de naaufte verbindenis, en<br />
in alle drie was de Protestantfche Partij<br />
even groot en magtig. Dewijl egter<br />
gene van de drie het wagen durfde<br />
den opftand te beginnen , zo kwamen<br />
zij overéén * dat zij ter gelijker<br />
tijd met openlijk preéken wilden uitbreken.<br />
De verfchijning van BREDERODE<br />
te Antwerpen gaf hun eindelijk moed.<br />
Zestienduizend Menfchen trekken op den<br />
zelfden dag, waarop dit ook te Doornik<br />
cn Valenchijn gefchiedde, de Stad<br />
uit; vrouwen en mannen onder elkander;<br />
de moeders liepen hare nog heel<br />
kleine kinderen agter zig aan. Zij floten<br />
de plaats af met wagens , die. aaneengebonden<br />
werden , en waar agter gewapende<br />
mannen zig verborgen hielden,<br />
©m deze oefening tegen enen onverhoopten<br />
aanval te dekken. De Preêkers waren<br />
gedeeltelijk Duitfchers, gedeeltelijk-<br />
Hugenoten , en fpraken in de Walfche<br />
taal : enigen onder dezelven waren uit<br />
het gemeenfle gepeupel genomen , en<br />
zelfs handwerkslieden voelden zig tot dat<br />
heilige werk geroepen. Geen ontzag,<br />
voor de Overheid, gene wet, gene<br />
verfchijning van Geregtsdienaars fchrikten<br />
hen meer af. Velen werden uit blote<br />
nieusgierigheid derwaards gelokt, om tog<br />
te horen , wat al nieuwe en zeldfame<br />
dingen door deze vreemde aankomelingen<br />
, van welken zo veel gefproken<br />
werd, voor den dag zouden worden<br />
ge-
NEDERLANDEN. 353<br />
gebragt. Anderen bekoorde de wellui III.<br />
dendheid der Pfalmenj die, gelijk te BOE K.<br />
Gent gebruikelijk was, in Franfche verfen<br />
gezongen werden. Een groot deel<br />
kwam op de Preken zelve af, even<br />
als op Klugtfpelen, waarin de Paus,<br />
de Vaders der Trentfche Kerkvergadering,<br />
het Vagevuur, en andere leerstellingen<br />
der heerfchende Kerk, op de<br />
belachelijklte wijze ten toon gefield<br />
werden. Hoe doller dit ging * deste<br />
meer kittelde het de oren der gemeente,<br />
en een algemeen handgeklap, even<br />
als in de Schouburgen, beloonde den<br />
Redenaar, die boven anderen in het<br />
uitfpoorige en befpottelijke had uitgemunt.<br />
Dog het belachelijke, dat in deze<br />
Vergadering op de heerfchende Kerk<br />
gefmeten werd * ging evenwel in de<br />
gemoederen der hoorders niet geheel<br />
verloren, zo min als de weinige korrels<br />
verfland, die 'er nu en dan tusfehen<br />
liepen; en menig een, die hier<br />
niets minder dan waarheid gezogt. had,<br />
bragt die veelligt, zonder dat hij zelf<br />
het wist, met zig naar huis (*).<br />
Deze Vergaderingen werden verfcheidene<br />
dagen herhaald, en met eiken dag nam<br />
de vermetelheid der Sektarisfen toe, tot<br />
dat zij zig eindelijk zelfs verfloutten,<br />
hunne Prekers, na het eindigen van<br />
den Godsdienst, met een gevolg van<br />
gewapende ruiters , in triumf naar huis<br />
(*) STRADA 132. BURG. 220—232.<br />
I. DEEL. Z
m.<br />
R O EK.<br />
35+ DE AFVAL DEK<br />
re geleiden, en dus de wet door operp<br />
bare plegtigheden te befpotten. De<br />
Stads-Raad zond den enen vliegenden<br />
bode na den anderen aan de Landvoogdesfe,<br />
om haar tot een perfoonlijke<br />
overkomst, en, zo mogelijk, tot een<br />
vast verblijf in Antwerpen overteba-<br />
Ien, als het enigfte middel, om den<br />
trots der oproermakers te beteugelen,<br />
en den gehelen ondergang der Stad<br />
voortekomen, daar reeds de voornaamfte<br />
Kooplieden, uit vrees voor plondering,<br />
voornemens waren dezelve 'te verlaten.<br />
De vrees, om het Koninglijke gezag<br />
aan zo hachelijkcn kans te wagen, verbood<br />
haar wel aan dit verlangen te<br />
voldoen, maar in hare plaats werd de<br />
Graaf van Megen derwaards gezonden,<br />
om met de Magiftraat over het<br />
hmemen van bezetting te handelen.<br />
Het oproerige graau, voor welk het<br />
oogmerk zijner komfte niet lang verborgen<br />
bleef, vergaderde rondom hem,<br />
met een woest gefchreeu, dat men hem<br />
voor enen gezworen vijand der Geuzen<br />
kende; dat hij. flavernij en Inquifitie<br />
medebragt, en dat hij derhalven zonder<br />
uitftel weer had te vertrekken. Ook<br />
bedaarde het oproer niet, voor dat ME<br />
GEN weder ter poorte uit was. Daarop<br />
leverden de Kalvinisten in deze<br />
ftad r bij de Magiftraat een gefchrift<br />
in, waarin zij aantoonden, dat hun groot<br />
aantal het hun voordaan onmogelijk<br />
maakte in ftilte bijeen te komen, en
NEDERLANDEN. 355<br />
zij tevens om een eigen Bedehuis in de<br />
ftad verzogten. De Raad herhaalde zijne<br />
gedane voorftellingen aan de Landvoogdesfe,<br />
dat zij tog de Stad in derzelver<br />
benaaudheid, door hare perfoonlijke verfchijning,<br />
te hulp mogt komen, of haar<br />
ten minften den Prins van Oranje<br />
zenden, als den enigften, voor wien<br />
het Volk nog enig ontzag had, en die<br />
daarenboven aan de ftad Antwerpen,<br />
door den Erftijtel van Burggraaf, verpligt<br />
was. Om het groter kwaad voortekomen<br />
, moest zij in den tweden<br />
voorflag bewilligen, en Antwerpen, hoe<br />
hard haar dit ook viele, aan den Prins<br />
van Oranje toevertrouwen. Deze, na<br />
dat hij eens voor altoos vast befloten<br />
fcheen te hebben, aan het beftuur van<br />
zaken verder geen deel te nemen, liet<br />
zig eindelijk door het ernllige aanhouden<br />
der Landvoogdesfe, en het onftuïmige<br />
verlangen des Volks, overhalen.<br />
BREDERODE kwam hem , ene halve<br />
mijl buiten de ftad, met een groot gevolg<br />
te gemoet, en van weerskanten<br />
begroette men elkander met het af><br />
fchieten van pistolen. Antwerpen fcheen<br />
alle zijne inwoners uitgelaten te hebben,<br />
om zijnen Verlosfer te ontvangen.<br />
De gantfche weg krioelde van menfchen;<br />
de daken waren van de landhuizen afgenomen,<br />
om meer aanfehouwers te bevatten;<br />
van agter heiningen, uit de muren<br />
der kerkhoven, ja zelfs uit graven<br />
kwamen menfchen oprijzen. De gene-<br />
Z o,<br />
lil.<br />
BOEK.
35
NEDERLANDEN. 35?<br />
ondervraagde , bemerkte hij, dat de ra.<br />
voorname bron des kwaads in het<br />
BOEK.<br />
onderlinge wantrouwen der Godsdienstige<br />
partijen, en in den argwaan der<br />
Burgeren tegen de oogmerken der<br />
Regering, te zoeken was , en dat dus<br />
zijn eerfte werk moest zijn, zig meester<br />
van de gemoederen te maken.<br />
Den Hervormden , als de meesten<br />
in getal, zogt hij door overreding<br />
en list de wapenen uit de handen<br />
te wringen , 't welk hem eindelijk<br />
met groote moeite gelukte. Dan, daar<br />
kort hierna enige wagens met krijgsvoorraad<br />
te Mechelen geladen wierden ,<br />
en de Drosfaart van Braband zig<br />
meermalen met gewapend volk in het<br />
gebied van Antwerpen vertoonde, vreesden<br />
de Kalvinisteii, in hunnen Godsdienst<br />
vijandelijk geftoord te worden,<br />
en zogten den Prins aan, dat hij<br />
hun binnen de Stad ene plaats voor<br />
hunne préken inruimde, waar zij tegen<br />
allen overval zeker konden zijn, (*).<br />
Het gelukte hem nog eenmaal hen<br />
neer te zetten ; en zijne tegenwoordigheid<br />
hield de uitbersting des oproers<br />
gelukkig tegen , en wel op het<br />
Feest van Maria Hemelvaart , bij welke<br />
gelegenheid ene menigte Volks naar<br />
de Stad was getrokken , en waarvan<br />
men alles te vrezen had. Het beeld<br />
van Maria werd met de gewone<br />
ftaatfij ongemoeid omgedragen; enige<br />
(*} MIURS, Guil. Auriac. Libr. I. ic. II,<br />
Z 3
III.<br />
B OE K.<br />
1566.<br />
353 DE AFVAL DER<br />
fchimpwoorden , en een geheel ftil,<br />
gemompel van Afgoderij was alles ,<br />
wat het Onroomfche gemeen tegen de<br />
Procesfie ondernam (*).<br />
Terwijl de Landvoogdes, nu uit<br />
de ene , dan uit de .andere Provincie<br />
, de droevigfte tijdingen van de<br />
ftoutheid der Protestanten ontving, en<br />
voor Antwerpen beefde, 't welk zij<br />
genoodzaakt was in de gevaarlijke handen<br />
des Prinfen van Oranje te laten<br />
, werd zij van enen anderen kant<br />
in geen minder ontfteltenis gebragt.<br />
Terftond op de eerfte berigten van<br />
het openbare preêken, had zij van<br />
de Verbondenen gevorderd, hunne beloften<br />
tans' te vervullen, en haar tot<br />
herftel der orde de behulpfamc hand<br />
te lenen. Dit voorwendfel gebruikte<br />
Graaf BREDERODE, om een algemene<br />
Vergadering van het gehele Verbond<br />
uittefchrijven , waartoe geen gevaarlijker<br />
tijdftip, dan het tegenwoordige<br />
, had kunnen gekozen worden.<br />
Een zo plegtige tentoonftelling<br />
van de inwendige kragten des Verbonds<br />
, welks beftaan en befcherming<br />
alleen reeds het Protestamfche Gemeen<br />
had kunnen aanmoedigen , om zo ver<br />
tc gaan , als zij gegaan waren , moest<br />
tans in den zelfden trap de ftoutheid<br />
der Sektarisfen verheffen , als zij<br />
den moed der Landvoogdesfe ter ne-?<br />
(*J V. METEREN 83, liültS. «34.
NEDERLANDEN. 359<br />
der floeg. De bijeenkomst kwam in<br />
ene Luikfche Stad, St. Truijen, tot<br />
ftand, waarheen zig BREDERODE en<br />
LODEWYK VAN NASSAU, aan het<br />
hoofd van twe duizend Verbondenen,<br />
begeven hadden. Gelijk het lang uitblijven<br />
van 's Konings antwoord uit<br />
Madrid reeds niet veel goeds fcheen<br />
te voorfpellen , zo agtten zij het<br />
in alle gevallen raadfaam , enen vrijbrief<br />
voor hunne perfonen van de<br />
Hertogin afteperfen. Die genen onder<br />
hun , welke zig ener ongeoorloofde<br />
ovcrecnftemminge met het Protestantfche<br />
Gemeen bewust waren, befchouden<br />
deszelfs buitenfporigheden als<br />
ene gunstige omfiandigheid voor het<br />
Verbond; het fchijnbare geluk van<br />
hun, tot welker gemeenfchap zij zig<br />
vernederden, vervoerde hen om van<br />
toon te veranderen : hunne voormaals<br />
loflijke ijver begon nu tot trots en<br />
onbefchoftheid overtellaan. Velen waren<br />
van gedagten, men moest zig<br />
van de algemene verwarring en de<br />
verlegenheid der Landvoogdesfe bedienen<br />
, enen limiteren toon aannemen,<br />
en den enen eisch op den anderen<br />
laten volgen. De Katholijke leden des<br />
Verbonds, onder welken velen in hun<br />
hart nog 1 vrij Koningsgezind waren , en<br />
zig meer door gelegenheid en voorbeeld<br />
, dan uit eigen beweging, bij<br />
het zelve gevoegd hadden, hoorden<br />
hier, met gene geringe verbaasdhgid,<br />
Z 4<br />
m.<br />
BOEK.
36.o DE AFVAL DER<br />
81. ene algemene vrijheid van Godsdienst<br />
BOEK voorflaan , en werden tans met fchrik<br />
gewaar , in welke ene gevaarlijke onderneming<br />
zij zig door overijling hadden<br />
ingewikkeld. Dadelijk na deze ontdekking<br />
trad de jonge Graaf van<br />
Mansveld te rug, en een inwendige<br />
twedragt begon nu reeds dit werk<br />
van overhaasting te ondermijnen, en<br />
de banden des Verbonds ongemerkt<br />
los te maken (*).<br />
De Graaf van Egmond en WIL<br />
LEM VAN ORANJE werden van de<br />
Landvoogdesfe gevolmagtigd, om met de<br />
Verbondenen in onderhandeling te treden.<br />
Twaalf van deze laatstgenoemden , onder<br />
welken LODEWYK VAN NASSAU, BRE<br />
DERODE . en KUILENBURG waren ,<br />
kwamen met hun in gefprek te Duffel<br />
, een Dorp niet ver van Mechelen.<br />
„ Waartoe deze nieuwe flap ?"<br />
liet de Landvoogdes door den mond<br />
van deze beiden vragen. „ Men heeft<br />
„ Afgevaardigden naar Spanje van mij<br />
„ gevorderd ; ik heb die gezonden.<br />
„ Men heeft de Plakaten en de In-<br />
„ quifitie te flreng gevonden; ik heb<br />
„ beiden verzagt. Men heeft op ene<br />
„ Algemene Vergadering der Staten aan-<br />
„ gedrongen; ik heb dit verzoek voor<br />
„den Koning •-gebragt, om dat ik<br />
„ uit eigen gezag hetzelve niet durf-<br />
„ de inwilligen. Wat heb ik daa<br />
(*) BURG. 235. STltAD. I40,
NEDERLANDEN.<br />
361<br />
nu nog uit onkunde nagelaten<br />
' of gedaan , 't geen die . bijeen- ,<br />
,, komst te St. Truijen noodzakelijk .<br />
maakte ?<br />
III.<br />
BOEK.<br />
Is het misfehien vrees voor<br />
" 's Konings gramfchap , en derzelver<br />
gevolgen, die de Verbondenen ont-<br />
' rust ? De belediging is groot , maar<br />
„ zijne genade is nog groter. Waar<br />
„ blijft nu de belofte van het Ver-<br />
, bond, om geen onrust onder het<br />
„ Volk te verwekken ? waar die fraai-<br />
„ klinkende woorden, dat men be-<br />
' reid zoude zijn, liever aan mijne<br />
„ voeten tc fterven, dan den Ko-<br />
„ ning in een van zijne regten be-<br />
„ nadceld té zien ? Reeds beginnen<br />
„ de Nieuwheid-zoekers dingen te doen,<br />
„ die zeer na aan oproer grenzen,<br />
„ en de Republiek in het verderf<br />
„ fleepen; en dezen beroepen zig hier-<br />
„ bij op het Verbond; zo de Ver-<br />
„ bondenen dit ftilzwijgende toelaten ,<br />
„ maken zij zig zeiven tot medc-<br />
„ pligtigen van derzelver misdadig ge-<br />
„ drag; indien zij het wèl «net. den<br />
„ Koning menen , kunnen zij bij de-<br />
„ ze ongeregeldheid des Gemeens mei I<br />
„ werkeloos blijven. Maar zij zelvei \<br />
„ gaan het dolle Gemeen door hui 1<br />
gevaarlijk voorbeeld voor; fluiten X<br />
verbindenisfen met de : Vijanden de s.<br />
„ Vaderlands, en bevestigen deze na<br />
„ delige gerugten door hunne tegen<br />
„ woordige ftrafbare bijeenkomst. (*.<br />
(*) y. METEREN H- BURG. 238. 23?.<br />
Z 5<br />
I
$62 DE AFVAL DER<br />
III. _ De Verbondenen verantwoordden zig<br />
BOE K. hiertegen in een gefchrifc , welk<br />
zij door drie afgevaardigde Medeleden<br />
in den Raad van State lieten inleveren.<br />
„Alles," dus luidde hetzelve,<br />
„ wat uwe Hoogheid ten opzigte van<br />
„ ons Verzoekfchrift gedaan heeft, heb-<br />
„ ben wij met de levendigfte dank-<br />
„ baarheid gevoeld; ook kunnen wij.<br />
„ over gene nieuwigheid klagen, wel-<br />
„ ke in dezen .tijd tegen hare Hoogheids<br />
„ belofte, in 't ene of andere, ge-<br />
„ maakt is; maar daar wij evenwel nog<br />
„ fteeds van alle kanten in ervarenis ko-<br />
„ men, en met eigene ogen ons<br />
„ overtuigen kunnen, dat men onze<br />
„ Medeburgers om den Godsdienst voor<br />
„ 't Geregt fleept, en ter dood brengt,<br />
„ zo moeten wij noodzakelijk daaruit<br />
„ befluiten , dat de bevelen uwer Hoog-<br />
„ heid van de Geregtshoven altans<br />
„ zeer weinig geagt worden. Wat het<br />
„ Verbond van zijnen kant beloofd<br />
„ heeft, is het eerlijk nagekomen ;<br />
,, ook heeft het de openbare Préken<br />
, naar vermogen getragt te fluiten ;<br />
, maar het is zekerlijk geen won-<br />
, der, dat het zo lang uitblijven<br />
, van een antwoord uit Madrid de<br />
, gemoederen met argwaan vervult,<br />
, cn<br />
5<br />
, ene<br />
de te leur geftelde hoop<br />
Algemene Statenvergadering<br />
op<br />
hen<br />
, weinig geneigd maakt, om aan verr<br />
, dere verzekeringen geloof te<br />
5<br />
, Nooit hebben zij zig met<br />
1<br />
flaan.<br />
den
NEDERLANDEN:. 3 6<br />
3<br />
„ Vijand des Lands verbonden , ook III.<br />
„ nooit enige verzoeking daartoe ge- 30 KK.<br />
„ voeld. Indien het gebeuren' mogt ,<br />
„ dat Franfche wapenen zig in het<br />
„ Land laten zien , zuilen V-'ij Vcr-<br />
„ bondenen de eerfte te paard fly-<br />
„ gen , om dezelven daaruit tc drij-<br />
„ ven: maar wij willen opregt zijn<br />
„ omtrent uwe Hoogheid. Wij meen-<br />
„ den tekenen van baar misnoegen tegen<br />
ons op haar gelaat te lezen ;<br />
wij zien' menfchen in het uitfluitend<br />
'J bezit van hare gunst , die door hun-<br />
', ncn haat tegen ons berugt zijn. Dagelijks<br />
moeten wij horen , dat men<br />
" elk voor de gemeenfehap met ons ,<br />
" even als voor de pest, waarfchout ;<br />
' dat men ons de komst des Ko-<br />
" nings, even als enen aanftaanden oordeelsdag,<br />
aankondigt. Wat is natuur-<br />
','lijker, dan -dat dc argwaan tegen<br />
ons ook eindelijk den onzen gaande<br />
maakt ? dat het verwijt van ge-<br />
H kwetfte Majefteit, waarmede men onze<br />
verbindenis zoekt zwart te ma-<br />
\\ ken ; dat de krijgstoerustingen van<br />
„ den Hertog van Savoijc en ande-<br />
, re Vorsten , dewelke , zo als hei<br />
W ge 1<br />
^<br />
z e<br />
S c<br />
' °P<br />
o n s<br />
e m u n t<br />
g<br />
z i n :<br />
J<br />
de onderhandelingen des Konings me<br />
het Franfche Hof, om voor eet I<br />
„ Spaansch leger, dat naar de Ne<br />
„ derlanden beftemd zou zijn , det<br />
„ doortogt door dat Rijk te verwer
3S4 . DE AFVAL DER<br />
fli. „ ven, en dergelijke omftandigheden<br />
">OEK. „ meer, ons genoopt hebben om op<br />
„ onze zelfverdediging bedagc te zijn ,<br />
„ en ons door ene verbindenis met<br />
„ onze buitenlandfche vrienden te ver-<br />
„ fterken? Op een algemeen, onzeker<br />
e n<br />
3, twijfelagtig gerugt, befc-huldigt<br />
„ men ons deel te hebben aan de<br />
„ buitenfporigheid van het Protestant-<br />
„ fche gemeen ! maar wie wordt niet<br />
„ door het algemene gerugt befchul-<br />
„ digd ? Zekerlijk is het waar, dat<br />
„ 'er ook onder ons Protestanten zig<br />
, bevinden, welken ene verdraagfaam-<br />
, heid in het ftuk van Godsdienst<br />
, het aangenaam fte gefchenk zoude we-,<br />
3 , zen, maar ook dezen hebben geenszins<br />
3 , vergeten , wat zij hunnen Heer fchul,<br />
3 , dig zijn. Het is geen vrees voor<br />
t 's Konings gramfchap , welke ons<br />
V. aangezet heeft, om • deze Vergade<br />
3= ring te houden. De Koning is goed ,<br />
33 en wij willen hopen dat hij regt-<br />
33 vaardig is. Het kan dus gene ver<br />
3' giffenis zijn, die wij bij hem zoe<br />
33 ken , en even zo min kan het ver<br />
33 getelheid zijn, welke wij voor be<br />
33 drijven affmeken, die onder de ver-<br />
33 dienften , welken wij bij Zijne<br />
33 Majefteit verworven hebben, geens<br />
33 zins de minften zijn. Het is ook<br />
33 waar, dat 'er Afgevaardigden uit<br />
'3 de Lutherfchen en Kalvinisten te St.<br />
33 Truijjen zig bij ons hebben la<br />
•3 ten vinden ; ja wat meer is 9
NEDERLANDEN. B 3<br />
£<br />
zij hebben ons een Verzoekfchrift III.<br />
"overhandigd, 't welk wij hierne- BOEK»<br />
>, vens aan uwe Hoogheid voorleg-<br />
,' gen. Zij bieden daarin aan, de wa-<br />
" pens bij hunne Preken afteleggen ,<br />
* indien het Verbond hun veiligheid<br />
',' wil verlenen, en voor ene Alge-<br />
" mene Vergadering der Staten in-<br />
„ ftaan. Beiden hebben wij gemeend<br />
, hun te moeten toezeggen, maar<br />
onze verzekering alleen beeft geen<br />
„ kragt , ten zij dezelve tevens door<br />
uwe Hoogheid cn enigen van hare<br />
voornaamfte Raden, bevestigd worde.<br />
' Onder dezen kan niemand van den<br />
toeftand onzer zaken zo wèl on-<br />
„ derrigt zijn, en het zo opregt met<br />
ons menen, als de Prins van Oran-<br />
, je , en de Graven van Hoorn<br />
^ en' Egmond. Deze drie nemen wij<br />
" o-aarne als Middelaars aan , zo meri<br />
," hun daartoe de nodige volmagt ver-<br />
„ lene , en ons zekerheid geve, dat<br />
" buiten hun weten geen Krijgsvolk<br />
geworven, en gene Bevelhebbers ovei<br />
" hetzelve benoemd ' zullen worden.<br />
Deze zekerheid begeren wij even<br />
wel maar voor enen bepaal<br />
„ den tijd, naar verloop van wel<br />
, ken het aan den Koning zal ftaan<br />
" of hij dezelve opheffen of beves<br />
' ti°en wil. Gefchiedt het eerfte<br />
" dan is het billijk, dat men on 3<br />
l enen tijd bepale, om onze perfo<br />
„ nen en goederen in veiligheid t
w.<br />
Ji O EK.<br />
de Landvoogdes vond zig even weinig<br />
m ftaat, om hun de begeerde punten<br />
mtewilligen, als oni zig ^ t<br />
ïrnst daartegen te verzetten. In Brus-<br />
Jt, dat tans van dc meeste Staats<br />
!<br />
raden, die of naar hunne Provin-<br />
)<br />
jien vertrokken waren, 0f z i g o n„<br />
<<br />
er een of ander voorwendfef aan<br />
1<br />
et beftuur van zaken onttrokken had-<br />
(<br />
en , verlaten was ; zo wel van raad,<br />
i<br />
Is van geld, ontbloot, bij gebrek<br />
V<br />
an welk laatfte zij genoodzaakt werd,<br />
i e grootmoedigheid der Geestelijkheid<br />
a<br />
mtefpreken, en, daar ook dit mid-<br />
d a met toereikende was, haar toe-<br />
V ugt tot eene loterij te nemen; af-<br />
h ingende van bevelen uit Spanje, die<br />
ft -eds venvagt werden, en niet kwa-<br />
rr en^ zag zij zig eindelijk tot den<br />
V( *nederenden ftap gebragt, om<br />
d( • Verbondenen te St. Truijen<br />
met<br />
de<br />
fq.<br />
I.<br />
3
NEDERLANDEN. 367<br />
voorwaarde aantegaan, dat zij nog<br />
vier - en - twintig dagen op het befluit des<br />
Konings wagten zouden, voor dat zij<br />
enen verderen flap ondernamen. Het<br />
liep gewisfelijk in het oog, dat de<br />
Koning nog fteeds voordvoer een bellisfend<br />
antwoord op het Verzoekfchrift<br />
te rug te houden, niettegenftaande<br />
het algemeen bekend ware, dat hij<br />
yeel jonger fchrijvens beantwoord had,<br />
en dat de Landvoogdes met allen nadruk<br />
daarop aandrong. Ook was door<br />
haar de Marquis van Bergen , dadelijk<br />
na het uitbersten der openbare<br />
Preken , den Baron van Montignij<br />
na gezonden , die als een ooggetuige<br />
van deze nieuwe omftandigheden<br />
, haar fchriftelijk berigt destc<br />
levendiger onderfteunen , en den Koning<br />
deste fpoediger tot een befluit<br />
brengen zoude (*).<br />
Ondertusfchen was de Nederlandfche<br />
Gezant, FLORENTIUS VAN MONTIGNIJ , te<br />
Madrid aangekomen , waar hem alle<br />
behoorlijke eer wedervoer. De inhoud<br />
van zijnen last was 'de affchafling<br />
der Inquifitie cn verzagting der Plakaten<br />
, vermeerdering van den Raad<br />
van State, en affchaffing der twe overige<br />
Vergaderingen, het verlangen der<br />
Natie naar ene Algemene Staten-Vergadering<br />
, en het aanzoek der Land-<br />
HOPPER, §. II7. BURG. 252. 2(>2.<br />
lil.<br />
BOEK.<br />
1-56-6,
363 DE AFVAL DEït<br />
voogdesfe om de pcrfoonlijke ovef-'<br />
m. komst des Konings. Dan dewijl de-<br />
BOEK<br />
, ze fteeds maar tijd zogt te winnen 4<br />
werd MONTIGNIJ tct op de komst<br />
van zijnen medehelper gepaaid, zonder<br />
welken de Koning geen eindelijk befluit<br />
wilde nemen. De Vlaming had<br />
intusfchen elkenj dag, en elk uur,<br />
wanneer hij maar Wilde , gehoor bij<br />
den Koning, die hem ook telkens<br />
beval , den last der He'rtoginne, en<br />
het antwoord op denzclven medetedelen.<br />
Meermalen werd hij ook in<br />
den Raad der Nederlandfche zaken<br />
genomen, waar hij niet naliet den<br />
Koning ene Algemene Vergadering der<br />
Staten, als het enigfte middel om<br />
de tegenwoordige beroerten tcgentegaan,<br />
en 't welk alle overige middelen<br />
onnodig maakte $ ' voor ogen te<br />
ftellen. Dus bewees hij hem ook ,<br />
dat alleen ene algemene en onbepaalde<br />
vergiffenis van al het gebeurde<br />
het wantrouwen zou kunnen wegnemen<br />
, welk bij alle deze bezwaren<br />
de grondigfte was, en eiken ook nog<br />
zo wèl gekozen maatregel eeuwig tegen<br />
werken zoude. Op zijne gegronde<br />
kennis van zaken, en van het<br />
karakter zijner Landgenoten, waagde hij<br />
het, den Koning voor hunne onverbrceklijke<br />
trou borge te blijven, zodra<br />
deze hun door een openhartig gedrag<br />
van de opregtheid zijner oogmerken overtuigd<br />
zou hebben; daar, hij hem inte-<br />
gen-
NEDERLANDEN. 35><br />
gendeel , op grond van deze zelfde III.<br />
kennis, alle hoop daarop ontzeide, BOEK.<br />
zo lang zij niet van de vrees ontheven<br />
waren, om het doel zijner<br />
onderdrukking te zijn , en dèn nijd<br />
der Spaanfche Groten tot een offer<br />
te ftrekken. Zijn medehulp verfcheen<br />
eindelijk, en de inhoud van hun gezantlchap<br />
werd aan herhaalde beraadllagingen<br />
onderworpen (*).<br />
De Koning was op dien tijd in 1566.<br />
het bosch te Segovie , waar hij zijne<br />
Staatsraden insgelijks liet Zamettkomen.<br />
In deeze Vergadering znen de<br />
Hertog van Alba; Don G O M E Z D E<br />
F I G U E R R A ; Graaf van Feria; Don<br />
A N T O N I O V A N T O L E D O , Grootmeester<br />
van de St. Joannes-orde ; Don<br />
J O H A N MANRIQtJEZ V A N LARA,<br />
Opperhofmeester der Koningin ; RUIJ<br />
G O M E Z , Prins van Eboli en Graaf<br />
van Melito; L O D E W Y K V A N Q U I X -<br />
A D A , Opperflalmeester van den Prins;<br />
K A R E L V A N T I S N A C Q , Prefident van<br />
den Ncderlandfchen Raad; de Staatsraad<br />
en Zegelbewaarder H O P P E R U S (f),<br />
en de Staatsraad V A N C O R T E V I L L E (§).<br />
De zitting werd enige dagen agtereen<br />
voordgezet; beide de Gezanten<br />
(*") HOPPER, 98. 99. i°3.<br />
f) Uit wiens Memoires, als enen der<br />
Biedehandelende Perfonen, het verflag van deze<br />
Vergadering genomen is.<br />
T§) HOPPER §. m.<br />
I. D E E L . A»
III.<br />
BOEK.<br />
370 DE AFVAL DER<br />
woonden dezelve bij, dog de Koning<br />
zelf was daarbij niet tegenwoordig.<br />
Hier werd nu het gedrag van deu<br />
Nederlandfchen Adel met Spaanfche ogen<br />
bekeken; men ging hetzelve van ftap<br />
tot ftap na , tot aan deszelfs verst<br />
afgelegen bron; bragt omftandigheden<br />
met elkander in verband, die nooit<br />
enig verband gehad hadden, en vond<br />
een rijp veruitziend plan in gebeurenisfen,<br />
die de vrugten van een ogenblik<br />
waren. Alle die onderfcheidene<br />
voorgaande ftappen des Adels, welken<br />
het geval alleen zamengeknoopt , en<br />
de natuurlijke loop der dingen zo<br />
en niet anders geduurd had, zouden<br />
on titaan zijn uit een overlegd plan ,<br />
om ene algemene vrijheid van Godsdienst<br />
intevoeren , en het beftuur<br />
van zaken in handen van den Adel<br />
te brengen. De eerfte ftap daartoe,<br />
meende men , was de geweldige verftoung<br />
des Staatsdienaars GRANVELLE,<br />
aan wien men niets kon vinden te<br />
berispen , dan dat hij in 't bezie was van.<br />
eene raagt, die men liever zelf had<br />
geoefend. Den tweden ftap deed men<br />
door het afvaardigen van den Graaf van<br />
Egmond naar Spanje , om op de affchaffing<br />
der Inquifitie en verzagting<br />
der Plakaten aantedringen , en den<br />
Koning tot ene uitbreiding van den<br />
Raad van State te bewegen. Dan<br />
daar dat op zulk ene befcheidene<br />
wyze niet te verkrijgen was geweest,
NEDERLANDEN. M<br />
iogt men het nu door enen derden<br />
en ftouteren ftap , door ene plegtige<br />
verbindenis, het Geuzen-verbond, den<br />
Koning aftedwingen. Een vierde ftap<br />
tot dat zelfde doel is tans het nieuwe<br />
Gezantfchap, waardoor men eindelijk<br />
zonder fchroom het masker affmijt,<br />
en door de dolle voorflagen,<br />
welken men zig niet fchaamt aan den<br />
Koning te doen, duidelyk aan den<br />
dag legt , wat alle de voorgaande<br />
ftappen bedoeld hebben. Of, zeide<br />
men , kan de affchaffing der Inquifitie<br />
op iets minder, dan op ene<br />
volkomene vrijheid van geloof uitlopen<br />
? Gaat met haar niet het ftuur<br />
der gewetens verloren ? Voert de voorgeflagene<br />
Moderatie niet ene volkomene<br />
ftraffeloosheid voor alle Ketterijen<br />
in? Wat is het ontwerp om den<br />
Raad van State te vergroten , en<br />
de twe overige Hoven aftefchaffen,<br />
anders, dart ene volledige omkering<br />
van het Staatsbeftuur, ten gevalle<br />
van den Adel ? Een Algemeen Opperbeftuur<br />
over alle de Nederlandfche Gewesten<br />
? Is die zamenrotting der Ketters<br />
bij de openbare Preken niet reeds<br />
de derde Verbindenis, die met de zelfde<br />
oogmerken ondernomen wordt, daar<br />
het gefpan der Groten in den Raad<br />
van State , en het Verbond der Geuzen<br />
niet werkfaam genoeg gefchenert<br />
hebben (*).<br />
HOPPER §. 104.<br />
Aa 2<br />
iir.<br />
BOEK.
BOEK.<br />
S7Ï DE AFVAL DER<br />
f Dan, welke ook de bronnen van dit<br />
kwaad zijn mogten , men kwam daarin<br />
overeen , dac het hierom niet te<br />
minder bedenkelijk en dringend ware.<br />
De onverwijlde perfoonlijke aankomst<br />
des Konings te Brusfel was zekerlijk<br />
het ware middel , om hetzelve fpoedig<br />
en in den grond wegteneemen.<br />
Dan daar het reeds laat in 't jaar<br />
was, en de toerustingen tot deze reis<br />
den zo korten tijd voor den winter<br />
geheel moesten wegnemen; daar zo<br />
wel het ftormagtige jaargetijde, als<br />
het gevaar van de Franfche en Engelfche<br />
Schepen , welke den Oceaan<br />
onveilig maakten, den Noordelijken weg,<br />
als den kortften, niet toelieten te nemen<br />
; daar de Muitelingen zelfs in tusfehen<br />
het eiland Walcheren in bezit<br />
nemen, en den Koning het landen<br />
betwisten konden; zo was 'er voor<br />
het volgende voorjaar aan deze reis<br />
niet te denken, en men moest zig, bij<br />
gebrek van het enige grondige geneesmiddel,<br />
met ene redding voor een' tijd<br />
behelpen. Men kwam dan overeen ,<br />
den Koning voorteltellen: eerfielijk: dat<br />
hij de Pauslijke Inquifitie uit de Nederlanden<br />
mogt wegnemen , en het bij<br />
de Bisfchoplijke laten berusten ; ten<br />
tweden, dat 'er een .nieu ontwerp tot<br />
verzagting der Plakaten beraamd wierd,<br />
waarbij de waardigheid van den Godsdienst<br />
en den Koning meer dan in de overgezonden<br />
Moderatie ontzien wierd;
NEDERLANDEN. 373<br />
ten derden, dat hij der Landvoogdesfe<br />
volmagc mogt verlenen, om alle<br />
de genen, die niet airede iets ftrafwaardigs<br />
begaan hadden, of reeds geregtelijk<br />
veroordeeld waren , met uitzonderinge<br />
egter van de Prékers der<br />
fekten en derzelver medepligtigen, genade<br />
te fchenken , opdat de gemoederen<br />
gerust gefield , en geen weg<br />
der mcnfchelijkheid onbeproefd gelaten<br />
wierd. Alle famenfpanningen , verbindenisfen,<br />
openbare bijeenkomften en Préken,<br />
moesten voordaan, onder Itrenge<br />
ftraffcn, verboden zijn ; cn zo daartegen<br />
evenwel gehandeld wierd, moest de<br />
Landvoogdes vrijheid hebben om zig<br />
van de gewone krijgsbenden en bezettingen,<br />
tot kragtdadige onderwerping der<br />
oproerigen, te bedienen ; ook in geval<br />
van nood nieuwe benden te werven ,<br />
en de Bevelhebbers over dezelve naar<br />
haar eigen goeddunken te benoemen.<br />
Eindelijk zoude zijne Majefteit weldoen,<br />
met aan de voornaamfte fteden, Prelaten,<br />
en Hoofden van den Adel, aan enigen<br />
eigenhandig, en aan allen in enen<br />
goedertieren toon , te fchrijven , om<br />
derzelver dienstvaardigheid aantewakkeren<br />
(*).<br />
Zo ras den Koning dit befluit var<br />
zijnen Staatsraad was voorgehouden, was<br />
het eerfte dat hij deed, in de voor-<br />
(*) HOPPER. §. 100. no, 112. "3«<br />
Aa 3<br />
III.<br />
BOEK.
SM BE AFVAL DER<br />
m. naamfte plaatfen des Rijks, en ook in<br />
BOEK . de Nederlanden, openlijke omgangen<br />
en gebeden uittefchrijven , ten einde<br />
de Godlijke befluring bij het nemen<br />
van zijn befluit. aftefmeken. Hij<br />
verfcheen in eigenen Perfoon in den<br />
Raadom dit befluit tc bekragtigen,<br />
en dadelijk te laten afvaardigen. De<br />
Algemene Staten-vergadcring verklaarde<br />
hij voor nutloos , en floeg dezelve<br />
geheel af; dog hij verbond zig om<br />
enige Duitfche Regimenten in zijne zoldlj<br />
te houden, en dezen, opdat zij<br />
des te ijveriger dienen mogtcn , den<br />
Ouden agterflai te betalen. Hij gelastte<br />
de Landvoogdes, in enen afzonderlijken<br />
brief, zig onder de hand en<br />
in ftilte te wapenen ; drie duizend man<br />
Ruiterij , en tienduizend man Voetvolk<br />
moest zij in Duitschland laten zamentrekken,<br />
waartoe hij haar met dc nodige<br />
brieven voorzag , en haar ene<br />
fom van driemaal honderd duizend goudguldens<br />
overmaakte (*). Hij zond dit<br />
zyn befluit af met meer brieven aan enkelde<br />
perfoncn en fleden , waarbij hij<br />
dezen in zeer gunflige bewoordingen<br />
voor hunnen betoonden goeden ijver<br />
bedankte , en hen aanmaande daarin<br />
:e volharden. Niettegenflaande dat hij<br />
n het gewigtigfic ftuk, waarop de<br />
^atie tans bijzonder gezet was, de<br />
(*) HOPPER. 124. BURG. 258.
NEDERLANDEN. 375<br />
Algemene Vergadering der Staten , on IH.<br />
verbiddelijk bleef; nicttegenftaande dat BOEK.<br />
deze bepaalde cn dubbelzinnige vergiffenis<br />
zo goed als gene was, en veel<br />
te veel van de willekeur afhing, dan dat<br />
zij de gemoederen zou. hebben kunnen<br />
gerust Hellen ; nicttegenftaande hij eindelijk'<br />
zelfs de voorgeflagene Moderatie<br />
als te zagt verwierp, daar men zig<br />
nogtans over derzelver hardheid beklaagde;<br />
zo had hij tog voor ditmaal, ten<br />
gevalle der Natie, enen ongewonen flap<br />
gedaan: hij had aan haar de Pauslijke<br />
Inquifitie opgeofferd, en alleen de Bisfchoplijke,<br />
waaraan zij gewend was,<br />
gelaten. Zij had in den Spaanfchen<br />
Raad billijker Regters gevonden, dan<br />
waarfchijnlijker wijze was te wagten<br />
o-eweest. Of deze wijze infchiklijkheid<br />
op enen anderen tijd , en onder andere<br />
omftandigheden, de gehoopte uitwerking<br />
zou gehad hebben, zullen wij<br />
daar laten. Tans kwam zij te laat ; 1566,<br />
toen de Koninglijke brieven te Brusfel<br />
kwamen, was de Beeldenftorm reeds<br />
uitgebroken.<br />
De drijfveren van dit buitengewone<br />
voorval zijn geenszins zo hoog te zoeken<br />
ah vele Gefchiedfchrijvers zig<br />
de 'moeite hebben gegeven. Mogelijk,<br />
en zeer waarfchijnlijk is het, dat d<<br />
Franfche Proteftantcn ijverig daaraan werkten<br />
, om in de Nederlanden eer i<br />
kwcekfchool voor hunnen Godsdienst «<br />
onderhouden, en dat zij een ramhjk ver<br />
Aa 4
37 DE AFVAL DÉR<br />
III. gelijk tusfehen hunne Geloofsbroederen<br />
BOEK. aldaar^ en den Koning van Spanje,<br />
door allerlei middelen zogten te beletten<br />
, ten einde dezen onverzoenhjken<br />
vyand van hunne Partij in zijn<br />
eigen land werk te verfchaffen; zeer<br />
natuurlijk derhalven, dat derzelver Onderhandelaars<br />
in de Nederlanden niet<br />
zullen hebben nagelaten , de onderdrukte<br />
moedeloze fekte tot uitfporige<br />
uitzigten optewakkeren , derzelver verbittering<br />
tegen de heerfchende Kerk<br />
op allerlei wijzen aantek weken, den<br />
druk, waaronder zij zugtte, te vern-oten<br />
, en haar daardoor ongemerkt<br />
I ot wandaden te vervoeren. "Moge-<br />
] ijk, dat 'er ook onder de Verbon-<br />
< lenen velen waren , die hunne ei-<br />
3 ;en verloren zaak meenden te her<br />
! tellen , wanneer zij het getal hunner<br />
i nedepligtigen vermeerderden ; die de<br />
\ nettigheid hunnes Verbonds niet an-<br />
c ers dagten te kunnen bewijzen, dan<br />
x ranneer zij die ongelukkige gevolgen<br />
V merkelijk deden ohtftaan , voor welke<br />
2 ij den Koning gewaarfchoud hadden,<br />
e tl die in het algemene misdrijf hun<br />
e gen hoopten te verfteken. Maar dat<br />
d ï Beeldenftorm de vrugt zou zijn<br />
g ïweest van een overlegd plan , waar-<br />
o ntrent men in de bijeenkomst te<br />
S :. Truijen affpraak gemaakt had; dat<br />
in ene plegtige • Vergadering van zo<br />
ve le Edelen en dappere lieden , onr<br />
welken nog verre het gröotfte
NEDERLANDEN. 7,77<br />
deel het Pausdom aankleefde, een dolleman<br />
zig zou hebben durven verfhouten<br />
, om een plan tot een openbare<br />
fchanddaad opgegeven , die<br />
niet zo zeer ene afzonderlijke Godsdienst-partij<br />
krenkte , als veeleer alle<br />
agting voor den Godsdienst in 't gemeen<br />
, en alle redelijkheid met voeten<br />
trad, cn die alleen in den vuilen<br />
fchoot van een laag Gemeen kon<br />
geboren worden, zou reeds daarom<br />
alleen niet geloofbaar zijn , dewijl deze<br />
woedende daad zig in hare opkomst<br />
te fnel, in hare uitvoering te<br />
driftig, te dol vertoont, om niet<br />
de vrugt te zijn geweest van het<br />
ogenblik, waarin zij te voorfchijn kwam,<br />
en dewijl zij uit de omftandigheden,<br />
die haar voorafgingen, zo natuurlijk<br />
voordvloeit , dat 'er zulke diepe navorfchingen<br />
niet nodig zijn , om haren<br />
oorfprong te ontdekken.<br />
Een woeste, talrijke hoop , zamengefchoold<br />
uit het laagfte Gemeen ;<br />
beestagtig door ene bcestagtige behandeling<br />
; door moordbcvelen , die in<br />
elke ftad op hen loerden , van grenzen<br />
tot grenzen rondgejaagd, en tot<br />
wanhoop aangedreven ; genoodzaakt hunne<br />
Godsdienstoefeningen te ftelen; een<br />
algemeen geheiligd menfehenregt , even<br />
als een werk der duisternis , tc verbergen;<br />
ziende misfehien voor hunne<br />
ogen de trotfchlijk oprijzende Godshuizen<br />
der zegevierende Kerke, waar<br />
Aa 5<br />
III.<br />
B O EK.
37* D E A F V A L D E R<br />
III. hunne hoogmoedige Broeders in al!e<br />
BOEK. gemak en weelde hunnen Godsdienst<br />
oefenden ; zeiven buiten de muren gedrongen<br />
, en dat misfchien wel door<br />
het zwakfte getal; verdreven naar het<br />
woeste woud, om daar in de brandende<br />
middagshitte, in ene veragtelijke<br />
heimelijkheid, den" zelfden God te<br />
dienen ; uit de burgerlijke maatfchappij<br />
tot den ftaat der Natuur verftoten,<br />
en in een gedugt ogenblik aan<br />
' de regten van dezen ftaat indagng<br />
gemaakt ! Hoe veel groter hun getal<br />
is, des te onnatuurlijker is dit<br />
hun lot ; met verwondering wordt<br />
zulks van hun opgemerkt. De ruime<br />
lugt , voorhanden zijnde vvapenen,<br />
verbeelding in het brein, en verbittering<br />
in het hart, komen den wenk<br />
enes dweepzieken Prekers te hulp;<br />
de gelegenheid lokt uit ; geen affpraak<br />
is 'er nodig, waar alle ogen<br />
het zelfde waarnemen; het befluit is<br />
genomen, vóór dat nog het woord<br />
uit den mond is gegaan ; gereed<br />
tot een wanbedrijf, zonder dat een<br />
van allen nog weet tot welk; zo<br />
loopt deze woedende hoop uit elkander.<br />
De lachende voorfpoed van<br />
den vijandlijken Godsdienst beledigt hunne<br />
armoede; de pragt van eiken tempel<br />
hoont hun omzwervend geloof;<br />
elk opgeregt kruis aan den weg, ieder<br />
heilig beeld, dat zij aantreffen,<br />
is een zegeteken , dat over hun is
NEDERLANDEN. 3?S><br />
opgeregt, en alle moeten onder hun III.<br />
ne vvraaknemendc handen vallen. Dwe- j<br />
perij doet de wandaad geboren wor- .<br />
den, maar lage hartstogten , voor welke<br />
zig<br />
aanbiedt,<br />
hier ene ruime voldoening SOEK.<br />
voltooijcn dezelve.<br />
De Beeldenftorm nam zijnen aanvang<br />
in West-Vlaanderen en Artois,<br />
in de landfehappen tusfehen de Lijs<br />
en de Zee. Een razende bende van 1566.<br />
handwerkslieden , fchippers cn boeren,<br />
met hoeren, bedelaars en dievengeboefte<br />
vermengd, omtrent driehonderd<br />
in getal, gewapend met bijlen, hamers<br />
, ladders en touwen , flegts enige<br />
weinigen met vuurroeren en degens<br />
, vallen, door dolle dweepzugt<br />
gedreven, in de vlekken en dorpen<br />
bij St. Onier ; lopen dc deuren der<br />
Kerken en Kloosters, weiken zij gefloten<br />
vinden , met geweld open , werpen<br />
de altaren omver , breken de<br />
beelden der Heiligen in flukken, en vertreden<br />
dezelven met voeten. Door<br />
deze verfoeilijke daad nog meer verhit<br />
, en door enen nieuwen toeloop<br />
verfterkt , trekken zij regelregt naar<br />
Yperen, waar zij op enen flerken<br />
aanhang van Kalvinisten konden ftaat<br />
maken. Zonder tegenftand te ontmoeten,<br />
breken zij in de Hoofd-kerk;<br />
men klimt met ladders tegen de muren<br />
op; de beelden worden met hamers<br />
verraorfeld , de Preêkftoelen -en<br />
Zitftoelen met bijlen in ftukken ge-
l8o DE AFVAL DER<br />
III. houwen, de altaren van hunne Hem<br />
BOE K, den beroofd, en het heilige huisraad<br />
. geftolen. Dit voorbeeld wordt dadelijk<br />
te Menin , Comines , Vcrrich ,<br />
Lillo en Oudenaarden nagevolgd; in<br />
weinige dagen was geheel Vlaanderen<br />
door de zelfde woede aangetast. Juist<br />
toen de eerfte tijdingen hiervan inkwamen<br />
, krielde het in Antwerpen<br />
van ene menigte landlopers , welken<br />
het Feest van Maria Hemelvaart in<br />
deze ftad had bijeengebragt. Ter naauwer<br />
nood hield de tegenwoordigheid<br />
des Prinfen van Oranje deze tomeloze<br />
bende nog in bedwang, die brandde<br />
om het voorbeeld van hunne<br />
broederen te St. Omer natevolgen;<br />
dog een bevel van het Hof,<br />
dat hem in aller ijl naar Brusfel<br />
riep, waar de Landvoogdes den Raad<br />
liet _ vergaderen , om aan denzelven des<br />
Konings brieven voortelezen, gaf Antwerpen<br />
aan den moedwil dezer bende<br />
ten prooi. Des Prinfen vertrek<br />
is het teken tot den opftand. Uit<br />
vrees voor de baldadigheid van 't graau,<br />
dat al terftond in de eerfte dagen<br />
fpotagtige zinfpelingen liet horen, had<br />
men het Maria-beeld, na weinige omgangen,<br />
ter vlugt op het Koor gebragt<br />
, ^ zonder hetzelve , als gewoonlijk<br />
, in 't midden van de Kerk te<br />
plaatfen. Dit bragt enige moedwillige<br />
boeven uit het volk op den inval,<br />
om hetzelve daar een bezoek te ge-
NEDERLANDEN. 381<br />
yen, en fpottende te vragen, waar HL<br />
om het onlangs<br />
ware ? Anderen<br />
zo ras<br />
klommen<br />
verdwenen BOEK.<br />
op den<br />
Preêkftoel, waar zij den Prêker naaapten,<br />
en de Papisten tot enen wed-<br />
Itrijd uitdaagden. Een Katholijke fchipper,<br />
wien deze fpotternij verdroot,<br />
wilde hen van boven trekken, en<br />
men raakte op den Preêkftoel handgemeen.<br />
Dergelijke bedrijven werden ook<br />
den volgenden avond gepleegd. Het<br />
aantal vermeerderde, en velen kwamen<br />
reeds met verdagte werktuigen en heimelijke<br />
wapenen voorzien. Eindelijk<br />
kreeg een van allen in het hoofd<br />
te roepen: „ Lang leven de Geuzen"!<br />
terflond riep de ganfche bende<br />
dit na, en het Maria-beeld werd<br />
gelast hetzelfde te doen. De weinige<br />
Katholijken , welke zig daar bevonden<br />
, de hoop opgevende, om tegen<br />
deze tdo\\e menigte iets uitteregten<br />
, verlieten de Kerk , na dat zij<br />
alle de deuren , tot één toe , gefloten<br />
hadden. Zo ras men zig alleen<br />
zag, werd 'er voorgeflagen, enen<br />
der Pfalmen naar de nieuwe zangwijzen<br />
aanteheffen, welke door de Regering<br />
verboden waren. Onder het zingen<br />
vallen zij alle te gelijk, even<br />
als op een gegeven teken , woedende<br />
op het Maria-beeld aan, dooriteken<br />
hetzelve met zwaarden en dolken<br />
, en flaan het hoofd 'er af;<br />
hoeren en dieven rukken de groot
KI.<br />
HOEK<br />
DE AFVAL DER<br />
fte kaarfën van de Altaren, en lich*<br />
, ten by her werk. Het ilhone Sr<br />
t l k ^ a n V ? '<br />
k U n S t<br />
?\ Tvï - '<br />
W e r d v e i<br />
eld,<br />
alle de fchddenjen bedorven, alk de<br />
pronkbedden verpletterd. Een gekruï<br />
fchen T US<br />
'<br />
l e<br />
- n s<br />
-^o«e, die tusfehen<br />
de twe moordenaars, tegen over<br />
het Hoge Altaar, geplakt was, een<br />
oud ftuk i n . n<br />
ssïïr \ en<br />
-,<br />
^<br />
houden, werd met touwen ter aafde<br />
mcc bijien in<br />
geflagen, terwijl men de beide moordenaars<br />
ter wederzijden eerbiedig verschoonde.<br />
De gewijde Ouwels werden<br />
over den grond gefmeten, en met<br />
voeten vertrapt; met den wij^i van '<br />
Nagtmaal, bij geval daar gevonden,<br />
dronk men de gezondheid der Geuzenmet<br />
de heilige Olie fineerde men dè<br />
fchoenen; de graven zelve werden opgewroet,<br />
de halfvergane lijken 'er £<br />
gehaald, en met voeten getreden. Dit<br />
i les gefchiedde in zulk ene verwon-<br />
« lerhjke orde, a l s o f m e n d<br />
( lkander vooraf de rollen had uitge-<br />
1 leeid; ieder werkte zijnen buurman daar-<br />
1 Lu\ A \<br />
I<br />
1<br />
f<br />
e<br />
i<br />
v<br />
A<br />
'\<br />
g e e n v a n a]ie<br />
"> hoe<br />
lalsbrekend ook dit werk ware, bekwam<br />
en ongeluk, niettegenitaande de dik-<br />
•e| duisternis, en fchoon de zwaarltc<br />
ukken om en nevens hen nederviclen i<br />
n zelfs vden op de uiterfte fporten<br />
er ladders handgemeen wierden. Het<br />
r<br />
*s, als pf e e n hoger magt dit werk
NEDERLANDEN. 383<br />
der duisternis in hare befcherming had III.<br />
genomen. In weerwil der veelvuldige BOEK.<br />
kaarfen, welke hun bij dit guitenftuk<br />
lichtten, werd geen enige herkend.<br />
Met ongelooflijke fhelheid was het werk<br />
verrigt; een getal van ten hoogften<br />
honderd menfchen verwoestte binnen<br />
weinige uren enen Tempel van zeventig<br />
Altaren, zijnde, na de St. Pieters<br />
Kerk te Rome, misfehien de gröotfte<br />
en pragtigfte in het Christen-rijk.- Het<br />
bleef niet bij de Hoofdkerk alleen; met<br />
fakkels en kaarfen, vandaar genomen,<br />
trok men nog te middernagt op, om<br />
de overige Kerken, Kloosters en Kapellen<br />
een gelijk lot te doen wedervaren.<br />
De troepen groeiden met elke nieuwe<br />
fchanddaad aan, en de gelegenheid lokte<br />
dieven. Wat men vond, nam men<br />
mede; vaatwerk, altaar-behangfels, geld,<br />
klederen: in de kelders der Kloosters<br />
bezoop men zig op nieu; de Geestelijke<br />
Zustlrs lieten alles in den loop,<br />
om de uiterfte fchande te ontgaan. Het<br />
doffe gedruisch van dit bedrijf had de<br />
burgers met fchrik uit den eerften flaap<br />
gewekt; maar de nagt maakte het gevaar<br />
vreeslijker, dan het werkelijk was.<br />
en in fiede van zig ter hulpe zijnet<br />
Kerken re fpoeden, verfchanste men zig<br />
binnens huis, en zag met ene onzekere<br />
verbaasdheid den dag te gemoet. De<br />
opgaande Zon vertoonde eindelijk de gemaakte<br />
verwoesting; maar het werk van<br />
den nagt was hier mede niet geëindigd,
III.<br />
DOEK'.<br />
3Ö4 DE AFVAL DER<br />
Enige Kerken en Kloosters waren nog<br />
verfchoond gebleven; ook dezen moesten<br />
hetzelfde lot ondergaan: drie dagen<br />
duurde dit geweld. De meest<br />
gegoede burgers, eindelijk bezorgd geworden<br />
dat dit woedende gefpuis,<br />
wanneer het niets heiligs meer te<br />
vernielen vond, op gelijke Wijze het<br />
ongewijde mogt aanranden, en voor<br />
hunne winkels gevaarlijk worden, tevens<br />
moed gekregen hebbende door<br />
de ontdekking van het kleine getal<br />
der vijanden, wagen het zig gewapend<br />
voor de deuren hunner huizen<br />
te vertonen. Alle de poorten<br />
der ftad worden gefloten, een enkelde<br />
uitgenomen , door welke de<br />
Beeldenftormers uitbreken, om in de<br />
naburige ftreken hetzelfde wanbedrijf<br />
te herhalen. Gedurende dien gehelen<br />
tijd, had de Overheid het flegts<br />
een enkelde reis gewaagdj zig van<br />
haar magt té bedienen: zo zeer<br />
werd zij door de overmagt der Kalvinisten<br />
in vrees gehouden, van welken<br />
, zo men meende , dat roofgefpuis<br />
gehuurd was. De fchade,<br />
door deze verwoesting aangeregt, was<br />
onnoemelijk: aan de Maria-Kerk alleen<br />
werd dezelve op viermaal honderd<br />
duizend goudguldens begroot.<br />
Vele kostbare kunstwerken wérden bij<br />
deze gelegenheid vernield, vele- voörtreflijke<br />
handfchriften, vele gedenkftukken,<br />
van groot belang voor de<br />
Ge-
NEDERLANDEN. 3%<br />
Gefchiedenis en het Staatsregc, gingen<br />
III.<br />
daarbij verloren. Dc Magiftraat gaf<br />
BOEK:<br />
dadelijk een bevel uit, om de geroofde<br />
goederen op levensftraffe weder<br />
optebrengen, waarbij de Hervormde<br />
Leeraars , die zig van wegens<br />
hunne Gczinte fchaamden,<br />
met nadruk behulpfaam waren. Veel<br />
werd op deze wijze nog gered, en<br />
de hoofden van dat gefpuis , 't zij<br />
öm dat ze min door roofzugt dan<br />
door dweperij en wraakzugt bezield,<br />
of dat zij door vreemde handen beftuurd<br />
wierden , beflotcn, ten einde<br />
in 't vervolg deze buitenfporighedeil<br />
voortckomen, voordaan bij benden en<br />
in beter orde te ftormen (*).<br />
De Stad Gent beefde inmsfehen<br />
voor een zelfde lot. Tcrftond op<br />
het eerfte bcrigt van den Bccldcnftorm<br />
tc Antwerpen , had de Magiftraat<br />
dezeï Stad zig met de voornaamfte<br />
Burgers door enen eed verbonden,<br />
om de Kerkenfchcndcrs met<br />
geweld tegentegaan : dog toen men<br />
dezen eed ook aan het Volk voorhield<br />
, waren de ftemmen verdeeld,<br />
en velen verklaarden ronduit, dat zij<br />
in 't geheel niet gezind waren, om<br />
een zo godsdienstig werk te verhinderen.<br />
In deze gefteldheid van zaken<br />
(*) METEREN 86 STRADA I45 - I47,'<br />
BURG. 294. 295. 300. HOPPER. §. 126;<br />
MEURS. Guliel. Aur. II. 13. 14.<br />
I. DEEL. Bb
III.<br />
HOEK<br />
386 DE AFVAL DER<br />
oordeelden de Roomschgezinde Geestelijken<br />
raadfaam, de beste kostbaarhe-<br />
. den uit de Kerken in het Kasteel<br />
te bergen, en enige Familiën verkregen<br />
de vrijheid om 't gene<br />
hunne Voorouders daaraan gefchonken<br />
hadden , mede in veiligheid te brengen.<br />
Inmiddels werden alle plegtigheden<br />
opgefchort; de Regtspleging ftond<br />
ftil , even als in een veroverde ftad;<br />
men beefde in de verwagting op<br />
het geen komen zou. Eindelijk verftoutte<br />
zig ene doldrieste bende,<br />
met den volgenden onbefchaamden last,<br />
in bezending naar den Gouverneur<br />
der Stad te gaan. „ Het was hun,"<br />
zeiden zij , ,, van hunne hoofden op-<br />
„ gedragen, naar het voorbeeld der<br />
„ andere Steden, de beelden uit de<br />
„ Kerken te nemen. Bood men hun<br />
„ genen wederftand, dan zouden zij<br />
„ in ftilte en zonder fchade daar-<br />
,, mede voordgaan; dog in het te-<br />
„ gengeftelde geval, zouden zij ftor-<br />
„ men." Ja zo ver ging hunne ftoutheid,<br />
dat zij de hulp der Geregtsdienaren<br />
daarbij verzogten. In 't eerst<br />
vcrftomde de Gouverneur over dit onbefchaamde<br />
aanzoek ; doch vervolgens<br />
bedenkende, dat de buitenfporigheden<br />
door het gezag der wetten misfehien<br />
beter beteugeld zouden worden , maakte<br />
hij gene zwarigheid om hun de<br />
Geregtsdienaars toereftaan. Te Doornik<br />
werden de Kerken , in het ge-
NEDERLANDEN. 58/<br />
èigt van de Bezetting, welke niet<br />
III.<br />
kon overgehaald worden óm op de<br />
BOEK.<br />
Beeldenltormers te fchieten, van hunne<br />
Geraden beroofd. Toen het uitlekte<br />
, dat men de gouden en zilveren<br />
vaten met den overigen opfchik<br />
der Kerk onder de aarde had begraven<br />
, werd de gehele vloer der<br />
Kerke omgewroet, en bij deze gelegenheid<br />
kwam het lijk van den Her<br />
tog ADOLF VAN GELDER Weder<br />
voor den dag, die eertijds aan de<br />
fpits der oproerige Gentenaars in 't<br />
gevegt gefneuveld, en te Doornik<br />
begraven was. Deze ADOLF had zijnen<br />
Vader bcoorlogd, en den overwonnen<br />
grijsaart, enige mijlen ver,<br />
barrevoets naar de gevangenis gefleept;<br />
dog hem zeiven had KAREL D£<br />
STOUTE van Bourgondic gelijk met<br />
gelijk vergolden. Nu , een halve eeuw<br />
daarna, wreekte het noodlot een wanbedrijf<br />
tegen de Natuur, door een<br />
ander tegen den Godsdienst: de Dweperij<br />
moest het gewijde ontheiligen ,<br />
om het gebeente eens vadermoorders<br />
andermaal aan den vloek prijs<br />
te geven (*). Bij de Beeldftormers<br />
van Doornik voegden zig anderen uit<br />
Valenchijn, om alle Kloosters van het<br />
omliggende Grondgebied te verwoesten ,<br />
waarbij ene kostbare Boekerij, welke<br />
geduurende eeuwen bijeengezameld was,<br />
(*) BURC. 315. 316.<br />
* Bb a
III.<br />
S50EK.<br />
333 DE AFVAL DER<br />
door de vlammen vernield werd. Ook<br />
in Braband drong dit verderflijke voorbeeld<br />
door ; Mechelen , 's Hertogenbosch<br />
, Breda en Bergen op Zoom<br />
ondergingen het zelfde lot. Alleen de<br />
Provinciën Namen en Luxemburg, benevens<br />
een gedeelte van Artois en<br />
Henegouwen , hadden het geluk, zig<br />
van deze fchandbedrijven zuiver te<br />
houden. In den tijd van vier of<br />
vijf dagen waren in Braband en Vlaanderen<br />
alleen vierhonderd Kefken verwoest.<br />
Wanneer men deze uitgeltrektheid<br />
en dien trap van verwoesting<br />
vergelijkt met het geringe getal der<br />
genen, die dezelve pleegden, zou<br />
men fchier in verzoeking geraken om te<br />
geloven , dat meer dan menfehenhanden<br />
daaraan gewerkt hebben (*).<br />
Van de zelfde dolheid, welke het<br />
zuidelijke gedeelte der Nederlanden doorliep<br />
, werd welhaast ook het Noorden<br />
aangetast. De Hollandfche Steden<br />
Amfierdam , Leiden en 's Gravenhage<br />
hadden de keus , om óf vrijwillig<br />
hunne kerken van derzelver fieraad<br />
te ontbloten , óf te zien, dat<br />
hetzelve geweldadiger hand daaruit wierd<br />
gehaald. Delft, Haarlem, Gouda en<br />
Rotterdam ontkwamen de verwoesting<br />
door de kloekmoedigheid der Regering.<br />
De zelfde geweldenarijen werden<br />
ook op de Zeeufche Eilanden ge-<br />
(*) METEREN 85. 87. STRAD. 149.
NEDERLANDEN» 389<br />
pleegd; de Stad Utregt, benevens enige<br />
plaatfcn van Overijsfel, en Groningen<br />
moesten mede den Beeldenftorm lijden.<br />
Friesland werd door den Graaf van<br />
Aremberg, en Gelderland door den<br />
Graaf van Megen voor dat ongeval<br />
bewaard (*).<br />
Het gerugt van deze ongeregeldheden,<br />
dat uit alle Gewesten vergrotend<br />
inkwam, verfpreidde den fchrik<br />
in Brusfel , waar de Landvoogdes juist<br />
ene buitengewone Vergadering van den<br />
Raad van State had belegd. De zwermen<br />
van Beeldenftormcrs drongen reeds<br />
verre in het Brabahdfche door, en<br />
dreigden zelfs de Hoofdflad, waar zij<br />
zeker waren van enen nieuwen aanhang<br />
te vinden , onder het oog der<br />
Hoge Regering aldaar den zelfden gruwel<br />
te herhalen. De Landvoogdes,<br />
bedugt voor haren eigenen pcrloon ,<br />
dien zy zelfs in het hart des Lands,<br />
te midden van de Stadhouders en<br />
Ridders , niet veilig agttc , was reeds<br />
van gedagten naar Bergen in Henegouwen<br />
te vlugtcn , (welke Stad de<br />
Hertog van Aarfchot haar tot ene<br />
wijkplaats had ingeruimd,) om niet,<br />
aan het goeddunken der Beeldenflormers<br />
overgelaten , tot onvoeglyke voorwaarden<br />
genoodzaakt te worden. Het<br />
baatte niet, dat de Ridders hun bloed<br />
(*~) BURG. 318. 319. MEURS. Gul. Aiuv<br />
II. 15.<br />
Bb 3<br />
III.<br />
BOEK,
III.<br />
BOEK,<br />
\<br />
390 DE AFVAL DER<br />
en leven voor hare veiligheid te pand<br />
zetteden, en op de dringendfle wijze<br />
bij haar aanhielden , dat zij zig door<br />
ene zo fmadelijke vlugt tog niet<br />
aan de fchande mogt bloot ftellen,<br />
alsof het hun aan moed en ijver<br />
ontbroken had om hunne Vorstin te<br />
befchermen ; het baatte niet, dat de<br />
Stad Brusfel zelve haar bezwoer,<br />
haar tog in dezen uiccrften nood niet<br />
te verlaten; dat de Raad van State<br />
haar dc nadruklijkfte voorftellen<br />
deed , om door zulk enen kleinmoedigen<br />
flap de ftoutheid der Muitelingen<br />
niet nog meer aantevuren ; zij<br />
bleef onveranderlijk bij dit wanhopige<br />
befluit, daar 'er nog bij aanhoudendheid<br />
boden kwamen, met de<br />
tijding, dat dc Becldenltormers tegen<br />
de Hoofdftad in aantogt waren. Zij<br />
gaf bevel, om alles tot hare vlugt<br />
gereed te houden, welke met den<br />
vroegen morgen in ftilte zou voordgaan.<br />
Met het krieken van den dag<br />
ftond de grijsaart VIGLIUS vóór haar,<br />
welken zij , ten gevalle der Groten,<br />
reeds federt lang gewoon was te<br />
verwaarlozen. Hij wilde weten , wat<br />
deze toeftei betekende , waarop zij hem<br />
eindelijk beleed , dat zij vlugten wilde ,<br />
en zeide, dat hij wèl zou doen ,<br />
zo hij zig zeiven mede zogt te redden.<br />
„ Het zijn nu twe jaren ,"<br />
zeide de oude man, „ dat gij deze<br />
„ uitkomst van zaken hebt kunnen
NEDERLANDEN. 39*<br />
verwagten. Om dat ik vrijer ge-<br />
" fproken heb, dan uwe Hovelingen ,<br />
" hebt gij uw Vorstelijk oor voor<br />
'', mij gefloten, 't welk alleen voor<br />
" verderflijke raadflagen openftond." De<br />
Landvoogdes Hemde toe, dat zij _ zig<br />
vergist had, en door enen lchijn<br />
van opregtheid was verblind geweest;<br />
maar tans drong haar de nood. „ Zijt<br />
rij voornemens," hervattede VIGLIUS<br />
hierop , „ u aan 's Konings bevelen<br />
ftandvastig te houdend „ Dat<br />
" ben ik," hernam de Hertogin. —<br />
" Neem dan uwe toevlugt tot hel<br />
" o-rote geheim der kunst van rege-<br />
" ren, tot veinzen , en voeg U ir<br />
" fchijti bij de Edelen , tot dat gr<br />
" met hunne hulp dezen Itorm hebi<br />
s<br />
III.<br />
BOEK.<br />
' Afgeweerd. Toon hun uiterlijk eer I<br />
" vertrouwen, waarvan gij in 't har<br />
" zeer vervreemd zijt. Laat hen ener l<br />
"! eed afleggen , dat zij met U ene ge<br />
mene zaak willen maken, om de<br />
" ze ongeregeldheden te keer te gaar<br />
" Die genen, welke zig daartoe ge<br />
" reed betonen , moet gij als uw<br />
" vrienden betrouwen,- maar wagt l J<br />
" de anderen door kleinagting afte<br />
" ichrikken." VIGLIUS hield haar no \<br />
lang aan de praat, tot dat d •<br />
Edelen inkwamen, welke hij wist df t<br />
de vlugt der Landvoogdes geensztr S<br />
zouden "gedogen Toen deze verfchc<br />
nen , verwijderde jq zig in ftilte 5<br />
om aan den Raad der Stad bev< i<br />
Bb 4
S9 2<br />
DE AFVAL DER<br />
III. te geven , de poorten te fluiten,<br />
f O EK en aan alles, wat tot het Hof behoorde<br />
, den uitgang te beletten. Deze<br />
laatfte ftap deed veelmeer af,<br />
dan alle vertogen tot nog toe gedaan<br />
•hadden. De Landvoogdes, die zig in<br />
hare eigen Hofplaats gevangen zag, begaf<br />
•zig nu met den Adel in gefprek ' welke<br />
zig verbond, tot den' laatften<br />
droppel bloeds bij haar te blijven.<br />
Zij gaf aan: den Graaf van Mansveld<br />
het bevel over de Stad, verfterkte<br />
in der haast de bezetting,<br />
en wapende haar gehele Hof (*)<br />
Nu werd 'er Staatsraad gehouden ,<br />
welks befluit. hierop uitkwam , dat<br />
men van den nood een deugd moest<br />
naken , het préken op die' plaatfcn,<br />
vaar het reeds begonnen was , toe-<br />
] aten , de affehaffing der Pauslijke In-<br />
< [uifitie openlijk bekend maken, de<br />
>ude Plakaten tegen de Ketters voor<br />
| fgefchaft verklaren, en, voor alle an-<br />
C ere dingen , den verbonden Adel de<br />
1 egeerde verzekering zonder bepaling<br />
ii willigen. Dadelijk werden de Prins<br />
v m Oranje, de Graven van Egmond<br />
e 1 Hoorn , benevens enige anderen,<br />
b enoemd, om met de Afgevaardigden<br />
m het Verbond des aangaande te han<br />
d, den. De Verbondenen werden pleg-<br />
(•) BURC 330. 331. HOPPER. § Vit*<br />
VIGL. 48. : V<br />
-
NEDERLANDEN. 393<br />
tiglijk, en in de duidelijkfte bewoor III.<br />
dingen , van alle verantwoording we BOEK.<br />
gens het ingeleverde Verzoekfchrift vrijgefproken<br />
, en aan alle Koninglijkc<br />
Amtenaren en Overheden aanbevolen,<br />
deze verzekering natckomen, en ge*<br />
nen der verbondenen , nu of ooit,<br />
ter zake van gemelde Verzoekfchrift,<br />
moeilijk te vallen. Daartegen verpligtten<br />
de Verbondenen zig van hunnen<br />
kant , om getrouwe Dienaars zijner<br />
Majefteit te zyn , met al hun<br />
vermogen medetewerken ter herftelling<br />
van de rust, en beteugeling<br />
der Beeldcnftormcrs, het Volk te noodzaken<br />
om de wapens nederteleggen<br />
, en den Koning tegen zijne inwendige<br />
en uitwendige vijanden kragtdadig<br />
bijteftaan. De verzekering er<br />
tegenverzekering werden in enen geregtelijken<br />
vorm gegoten, en dooi<br />
wederzijdfche Gevolmagtigdcn ondertekend<br />
; de brief van verzekering wert<br />
nog bijzonder door de eigen hand dei<br />
Landvoogdes getekend, en met der<br />
zeiver Zegel voorzien. Na enen zwa<br />
ren<br />
was<br />
ftrijd en met<br />
de Landvoogdes<br />
fchreïende<br />
tot dezen<br />
oger I<br />
droe<br />
vigen ftap overgegaan, en bevendt<br />
gaf zij den Koning hiervan kennis<br />
Zij fmeet al de fchuld op de Groten<br />
, die haar in Brusfel als gevan<br />
gen gehouden en met geweld daartoe<br />
vervoerd hadden. In<br />
Bb 5<br />
't bijzondci
394 DE AFVAL DER<br />
m. beklaagde zij zig zeer over den Prins<br />
BOEK. van Oranje (*).<br />
Zodra die Huk zijn volle beflag<br />
had gekregen, fpoedden de Stadhouders<br />
naar hunne Landfchappen ; EG<br />
MOND naar Vlaanderen , ORANJE naar<br />
Antwerpen. Hier hadden de Protestanten<br />
zig van de verwoeste Kerken ,<br />
als van een ding dat den eerlten<br />
vinder toekomt , meester gemaakt, en<br />
zig naar krijgsgebruik in het bezit daarvan<br />
bevestigd. De Prins gaf, dezelven<br />
aan hare regtmatige eigenaars weder,<br />
liet haar herilellen, en zettede den<br />
Katholijken Godsdienst weder daarin.<br />
Drie van de Beeldenflormers , welke<br />
gevat waren , werden voor hunne roekeloosheid<br />
met de koord gefiraft, enige<br />
Oproermakers gebannen, vele anderen<br />
getugtigd. Daarop liet hij vier<br />
Afgevaardigden van elke fpraak, of,<br />
gelijk zij genoemd werden, de Natiën<br />
, bijeenroepen, en kwam met dezen<br />
overeen , dat hun, daar de ophanden<br />
zijnde winter hun het préken<br />
in 't open veld onmogelijk maak-<br />
:e , drie plaatfen binnen de Stad<br />
souden worden ingeruimd, waar zij<br />
ceuze hadden om óf nieuwe Kerken<br />
I e bouwen,<br />
jen daartoe<br />
óf ook bijzondere hui-<br />
interigten. Daarin zou-<br />
(*) METEREN 88. 89. 90. HOPPER. § r28„<br />
129.134.<br />
:<br />
7-<br />
BURG. 333«" 337' MEUKS, II. 16.
NEDERLANDEN. 395<br />
den zij alle Zon en Feestdagen, en III.<br />
altoos op het zelfde uur, hunnen<br />
Godsdienst verrigten ; dog alle _ andere<br />
dagen zouden hun • tot dit gebruik<br />
verboden zijn. Viel 'er geen<br />
Feestdag in de week , dan zou de<br />
Woensdag hun daar voor ten goede<br />
komen. Gene Godsdienstige aanhang<br />
zou meer dan twe Geestelijken mo-<br />
39
N E D E R L A N D E N : 597<br />
deze onder haar oog gedreven wierd, IÏL<br />
dan wanneer deszelfs aanhangers m iOElf.<br />
\ ruime veld aan zig zeiven waren<br />
overgelaten (*).<br />
Strenger gedroeg zig de Graat van<br />
Megen in Gelderland , waar hij deri<br />
Protestantfchen aanhang ganfchelijk onderdrukte,<br />
en alle deszelfs Leeraars<br />
verdreef. Te Brusfel bediende de Landvoogdes<br />
zig van het voordeel, dat<br />
hare tegenwoordigheid haar gaf, om<br />
de .openbare Preken, zelfs buiten de<br />
ftad, te beletten. Toen de Graaf van<br />
Nasfau haar deswegen uit naam van<br />
het Verbond aan het gemaakte verdrag<br />
herinnerde , en de vraag aan<br />
haar deed, of de ftad Brusfel minder<br />
regten had , dan de overige<br />
Steden, gaf zij ten antwoord : Zo<br />
in Brusfel reeds vóór het verdrag<br />
openbare préken gedaan waren , was<br />
het haar werk niet, zo die tans<br />
niet meer plaats hadden. Dog tevens<br />
gaf zij de Burgerij onder de hand<br />
te verftaan , dat de eerfte, die het<br />
wagen mogt ene openbare Preek bijtewonen,<br />
de galg niet ontgaat<br />
zoude. Op deze wijze hield zij ter<br />
minften de Hofplaats aan haar ge<br />
trou Ct><br />
(*~) METEKEN 91. EURG. 349 - 354<br />
ST RAD. 153- HOPPER. § 136. MEUR S. Gul<br />
Aur. I. 17-<br />
L 8<br />
-<br />
(f) BURG. 345- 34-6. 354-
393 DE AFVAL DER<br />
III. Meer had het in Doornik in rusr<br />
BOEK. te brengen , welks beltuur, in plaats<br />
van MONTIGNIJ, tot wiens bewind<br />
deze ftad behoorde , aan den Graaf van<br />
Hoorn was overgedragen. HOORN beval<br />
den Protestanten terftond de Kerken<br />
te ruimen, en zig buiten de Stad met<br />
een Bedehuis te vergenoegen. Hiertegen<br />
bragten derzelver Leeraars in, dat de<br />
Kerken ten dienfte van het Volk geftigt<br />
waren, en dat het Volk was, niet<br />
ivaar de Hoofden , maar waar het grootre<br />
gedeelte zig bevond. Zo men hen<br />
:nt de Katholijke Kerken verjaagde, was<br />
iet billijk , dat men hun geld verfchaf-<br />
I e om eigene te bouwen. Daarop antvoordde<br />
de Magiftraat, dat de partij<br />
| Ier Katholijken , fchoon die ook de<br />
1 wakfte ware, buiten tegenfpraak nog-<br />
t ans de beste was. Kerken te bouwen<br />
2 ou hun vrijftaan , dog men vertroude,<br />
c at zij de Stad, na de fchade, wel-<br />
k e deze reeds van derzelver waardige<br />
( ïeloofsgenoten , de Beeldenftormers , ge<br />
1( iden had, niet vergen zouden , om<br />
v in wegens hunne Kerken nieuwe 011k<br />
3ste_n te maken. Na langdurige knib-<br />
b ilarijen over en weder, bragten<br />
di : Protestanten het evenwel zo verre,<br />
d; •t zij in 't bezit van enige Kerk<<br />
:n bleven , welken zij , tot meer-<br />
dc r zekerheid, met wagten bezette-<br />
dc n (*> Te Valcnchijn wilden de<br />
C) fi<br />
URc. 356. 357-
NEDERLANDEN. 399<br />
Proteftantcn ook niet luisteren naar de<br />
voorwaarden, welke hun door FILIPS<br />
VAN ST. A L D E G O N D E , Heer Vail<br />
Noircarmes, aan wien, bij afwezigheid<br />
van den Marquis van Bergen, het<br />
Stadhoudcrfchap aldaar opgedragen was,<br />
waren voorgeflagen. Een Hervormd Leeraar,<br />
LA GRANGE, zijnde een Franschman<br />
van geboorte , die door zijne welfprekendheid<br />
een onbepaald gebied over<br />
de gemoederen voerde, hitfte zijne gemeente<br />
op, om op eigene Kerken<br />
binnen de ftad te blijven aandringen,<br />
en, in geval van weigering, te dreigen,<br />
dat men de ftad aan de Hugenoten<br />
zou overgeven. De overmagt der Kalvinisten<br />
, en derzelver verltandhouding<br />
met de Hugenoten, maakten het den<br />
Gouverneur ongeraden iets gewelddadigs<br />
tegen hen tc ondernemen (*).<br />
Ook de Graaf van Egmond overwon<br />
tans zijne natuurlijke weekhartigheid,<br />
om den Koning zijnen ijver te<br />
bewijzen. Hij bragt bezetting m de<br />
ftad Gent, en liet enigen van de<br />
erglte oproermakers aan het leven ftraffen.<br />
De Kerken werden weder geopend,<br />
de Katholijke Godsdienst, herfield,<br />
en alle Buitenlanders kregen bevel<br />
om de gehele Provincie te ruimen.<br />
Voor de Kalvinisten, maar ook<br />
voor dezen alleen, werd buiten de<br />
Stad een plaats ingeruimd, om zig<br />
(*) BURG. 359. fqq.<br />
IIL<br />
BOEK.
'til.<br />
13 O EK.<br />
4°° D E A F V A L £) E R.<br />
daar een Bedehuis te ftigten ; daartégen<br />
moesten zij z i g t o t d e m { } e<br />
gehoorfaamheid jegens de Regering der<br />
rad, en tot kragtdadige medewerking<br />
in het ftraffen der Beeldenftormers verbinden<br />
Soortgelijke inrigtingen werden van<br />
hem door geheel Vlaanderen en Artois<br />
getroffen. Een van zijne Edelluiden,<br />
en een aanhanger van het Verbond,<br />
J O H A N c A Z E M B R O O D , Heer van Beckerzeel,<br />
vervolgde de Beeldenftormers<br />
aan het hoofd van enige ruiters van<br />
het Verbond; overviel enen zwerm<br />
van dezelven, die juist voornemens was<br />
om ene ftad in Henegouwen te overrompelen,<br />
by Grammont in Vlaanderen,<br />
en kreeg dertig Vau hun gevangen,<br />
van welken twe - entwintig 0p<br />
ie plaats gehangen, cn de overige gele?^*/"<br />
^<br />
S e j a a<br />
^ W<br />
^ r<br />
"<br />
Men zou denken , dat diensten van<br />
to veel gewigt niet verdiend hadden,<br />
3 net s Konings ongenade beloond tc<br />
s<br />
vorden. Het geen door O R A N J E , E G -<br />
I .10ND en H O O R N bij deze gelegenheid<br />
\ 'errigc<br />
1 'evvijs<br />
werd, was ten minsten<br />
van even zo veel ijver,<br />
een<br />
cn<br />
\ 'iel even zo gelukkig uit, als 't geen<br />
I<br />
fOIRCARMES,<br />
V<br />
MEGEN CUAREMBERG<br />
uvoerden, aan welken de Koning zij-<br />
r,<br />
e dankbaarheid met woorden en daden<br />
(?) MEIEREN 91.92. B u RG. 340-343.
NEDERLANDEN. 4 U<br />
'<br />
den te kennen gaf, maar deze ijver, III.<br />
deze dienden kwamen te fpade. Zij<br />
hadden reeds te luid hunne ftem tegen<br />
de Plakaten laten horen , zig<br />
te hevig tegen zijne maatregelen verzet,<br />
te zeer hem in den perfoon<br />
van zijnen Dienaar GRANVELLE beledigd<br />
, dan dat 'er nog vergiffenis<br />
SOEK.<br />
kon plaats vinden. Geen tijd, geen<br />
berou, gene nog zo volwigtige vergoeding<br />
konden deze vergrijpen uit<br />
het gemoed van hunnen Heer uitwisfchen.<br />
Zijn geest ondervond niets van de<br />
gemene wisfelvalligheid der dingen; beledigingen<br />
waren als op koper in<br />
zijne ziel gegraveerd.<br />
FILIPS<br />
vië , toen<br />
lag juist krank te Sego- 1566.<br />
hem de tijdingen van den<br />
Beeldenftorm , en van het verdrag met<br />
de Onroomfchen getroffen, werden aangebragt.<br />
De Landvoogdes vernieudc tevens<br />
haar dringend verzoek om zijne<br />
perfoonlijke overkomst , waarover<br />
ook alle brieven liepen, welken _ de<br />
Prefident VIGLIUS met zijnen Vriend<br />
HOPPERUS omtrent dezen tijd wisfelde.<br />
Ook hadden velen der Nederlandfche<br />
Groten, gelijk EGMOND ,<br />
MANSVELD, MEGEN, AREMBERG,<br />
NOIRCARMES en BARLAIMONT bijzondere<br />
brieven aan hem medegegeven<br />
, waarin zij hem van den toeftand<br />
hunner Provinciën verdag deden<br />
, en hunne daar gemaakte fchikkingen<br />
met de beste redenen poog-<br />
1. DEEL. Cc
III.<br />
BOEK.<br />
402 DE AFVAL DER<br />
den te bekleden. Er kwam juist ook<br />
ter dezer tijd een brief van den<br />
Keizer, welke hem tot ene zagter<br />
handelwijze met zijne Nederlandfche<br />
Onderdanen vermaande , en zig daarbij<br />
tot Middelaar aanbood. Hij had<br />
ook hierover onmiddelijk naar Brusfel,<br />
aan de Landvoogdes zelve gefchrevcn,<br />
en daarbij aan de Hoofden<br />
van den Adel bijzondere brieven<br />
overgezonden , doch welke niet<br />
waren overgegeven. Dc Koning, van<br />
het eerfte misnoegen bedaard, 't welk<br />
door dit onaangenaame voorval in hem<br />
verwekt werd, gaf het aan zijnen<br />
Raad over , deze nieuwe gebeurenis in<br />
overweging te nemen. De aanhang<br />
van GRANVELLE, die hier de overhand<br />
had , wilde tusfehen het gedrag-<br />
Van den Nederlandfchen Adel en de<br />
buitenfporigheden der Becldenftormers een<br />
zeer naau verband ontdekt hebben,<br />
't welk duidelijk bleek uit de gelijkheid<br />
van beiderzijdfehe eifchen, en<br />
vooral uit den tijd , waarin de woede der<br />
laatstgenoemden was uitgeborsten: Zij<br />
merkten aan dat de Becldenftorm • nog<br />
in de zelfde maand was begonnen ,<br />
waarin dc Adel hunne drie punten<br />
had overgeleverd ; ook waren op dien<br />
avond , waarop ORANJE de ftad<br />
Antwerpen verlaten had, de Kerken<br />
verwoest. Gedurende het gehele oproer<br />
, had niemand enen vinger uitgeftoken<br />
om de wapenen optevatten, alle
NEDERLANDEN. 403<br />
middelen, waarvan men zig bediend IIT.<br />
had , waren tot voordeel der partijen BOEK.<br />
geweest ; alle anderen, welke ter inftandhouding<br />
van het zuivere geloof<br />
dienen moesten , waren agtergelaten.<br />
Velen der Beeldenftormers hadden ook<br />
uitdrukkelijk gezegd, dat zij alles met<br />
voorkennis en goedkeuring der Groten<br />
gedaan hadden : en niets was<br />
natuurlijker , dan dat zodanige onverlaten<br />
een misdrijf, voor eigen rekening<br />
ondernomen , met grote namen<br />
zogten optefchikken. Men bragt<br />
ook een gefchrift ten voorfchijn,<br />
Waarin dc voorname Adel aan de<br />
Geuzen hunne hulp beloofde , om de<br />
Vergadering der Algemene Staten doortedrijven,<br />
't welk egter door dezen<br />
ftandvastig ontkend werd. Men wilde<br />
in 't geheel vier onderfcheidene complotten<br />
in de Nederlanden befpeurd<br />
hebben, welke alle meer of min in<br />
een naau verband met elkander Honden<br />
, en alle tot het zelfde doel medewerkten.<br />
Een derzelven was dat<br />
veragtclijke rot, dat de Kerken had<br />
geplonderd; een twede waren die onderfcheidene<br />
fekten , Welke de eerstgenoemden<br />
tot die fchenddaden gehuurd<br />
hadden ; de Geuzen , welkë<br />
zig tot befchermers der fekten hadden<br />
opgeworpen , maakten het derde ,<br />
en de voorname Adel, welke den<br />
Geuzen door leen - betrekkingen , bloedverwantfehap<br />
of vriendfehap toegedaan<br />
Cc a
III.<br />
HOEK.<br />
404 DE AFVAL DER<br />
waren, het vierde uit. Alles ware<br />
bijgevolg door het zelfde bederf aangeftoken<br />
; en alles zonder onderfcheid<br />
ichuldig. De Regering had niet blotclijk<br />
met enige afgezonderde leden<br />
te doen ; neen, maar zij had met<br />
het geheel te firijdcn. Dog wanneer<br />
men in aanmerking nam, dat het<br />
Volk flegts het verleide gedeelte , en<br />
de aanfporing tot opftand van boven<br />
was afgedaald , was men geneigd om<br />
het dus verre gevolgde ontwerp te<br />
veranderen, 't welk in meer dan één<br />
opzigt gebrekkig fcheen. Daardoor, dat<br />
men alle klasfen zonder onderfcheid<br />
drukte, en het gemene volk met<br />
even zo veel ftrengheid, als den<br />
Adel met kleinagting behandelde, had<br />
men beiden genoodzaakt elkander opte<br />
zoeken; men had den laatften enen<br />
aanhang , en den eerften aanvoerders<br />
gegeven. Een verfchillende behandeling<br />
van beiden , ware een onfeilbaar<br />
middel om hen van elkander<br />
te fcheiden : het gemeen , ftreed vreesagtig<br />
en traag , wanneer het niet<br />
door den uiterften nood wordt aangedreven<br />
, zoude zijne aangebeden befchermers<br />
wel ras in 't gevaar laten<br />
zitten, en derzelver lot als ene<br />
verdiende ftraf leren befchouwen, zodra<br />
het dat gevaar niet meer met<br />
hun deelde. Men ried derhalven den<br />
Koning, dat hij den groten hoop<br />
voordaan met meer zagtheid zou be-
NEDERLANDEN. 4°5<br />
handelen, en alle ftrengheid regen<br />
de hoofden der partij keren. Om egter<br />
den fchijn van ene lage toegeeflijkheid<br />
te vermijden , vond men goed ,<br />
de voorlpraak des Keizers hierbij tot<br />
een voorwendfel te gebruiken, als<br />
welke alleen, en niet de regtmatigheid<br />
van hunne eifchen , den Koning<br />
bewogen had , om dezelve aan zijne<br />
Nederlandfche Onderdanen , als een<br />
grootmoedig gefchenk toeteftaan (*)"<br />
De vraag aangaande de perfoonlijke<br />
overkomst des Konings kwam nu<br />
wederom ter bane , en alle bedenkelijkheden<br />
, welke zig. voorheen daartegen<br />
hadden opgedaan, fchenen voor<br />
de tegenwoordige dringende noodzaaklijkheid<br />
tc wijken. „ Tans," dus lie<br />
ten zig TVSNACQUE en HOPPERUS<br />
horen , „ tans was de grote zaak<br />
„ werkelijk voorhanden , waaraan de<br />
,, Koning, volgens zijne eigene ver-<br />
„ klaring , voormaals aan den Graaf<br />
„ van Egmond gedaan, gereed was<br />
,, duizend levens te wagen. Om de<br />
„ enkelde ftad Gent in rust te bren-<br />
„ gen , had KAREL V. ene moci-<br />
,, lijke cn gevaarlijke reis door een<br />
„ vijandlijk land ondernomen , en tans<br />
,, gold het de rust, misfehien zelfs<br />
„ de bezitting van alle de verenig-<br />
„ de Provinciën (f)." Dc meesten<br />
(*) BURG. 363. 3.64. HOPPER. § 138-<br />
139. 140. 152. iS3-<br />
(f) HOPPER § 142. BURG. 366.<br />
Cc 3<br />
iir.<br />
BOEK.
III.<br />
BOEK.<br />
4o6 DE AFVAL DER<br />
waren van het zelfde gevoelen , en<br />
de reis des Konings werd befchoud<br />
als een zaak, welke hij volftrektlijk<br />
niet langer kon agterlaten. Nu<br />
was de vraag, met hoe groot of<br />
klein geleide hij dezelve moest aanvaarden<br />
; en hieromtrent waren de<br />
Prins van EBOLI en de Graaf van<br />
FIGUERO.A met den Hertog van AL-<br />
B A van verfchillende gedagten, gelijk<br />
elks bijzonder belang daarbij verfchillende<br />
was. Bijaldien de Koning<br />
aan het hoofd van een leger derwaards<br />
reisde, was de Hertog van<br />
ALBA de onontbeerlijke man, die,<br />
integendeel , bij ene vreedfame vereffening<br />
, waar men hem minder nodig<br />
had, aan zijne mededingers het veld<br />
moest ruimen. „ Een leger," zeide<br />
riGUERoA, die de ccrlie beurt had<br />
/an fpreken , „ zou den Vorsten,<br />
d o o r<br />
t I<br />
, de,<br />
welker Land men hetzelve voeronrust<br />
baren , en zelfs ligtelijk<br />
, tegenfland van dezen ontmoeten ; het<br />
)<br />
, zou. de Provinciën , voor welker<br />
, rust het beilemd was, nodeloos<br />
}<br />
!<br />
, tot last verllrekken , en een nieu<br />
, bezwaar voegen bij die, welke<br />
J<br />
haar tot hiertoe zo ver gebrast<br />
r.<br />
hadden. Het zou alle onderdanen<br />
J;<br />
op gelijke wijze drukken, daar in<br />
y.<br />
tegendeel ene vreedfame regtsoefe-<br />
»!<br />
ning de onfchuldigen van de fchul-<br />
>:<br />
digen onderfcheidde. Het ongewone<br />
K<br />
en geweldige van zulk enen ftap<br />
ti
NEDERLANDEN. 4°7<br />
„• zou de hoofden der Partij in ver- III.<br />
zocking bréngen , om hun tot hiertoe<br />
gehouden gedrag , waaraan brood-<br />
" dronkenheid en onbedagtfaamheid het<br />
", gröotfte deel hadden gehad, van enen<br />
' meer ernstigen kant tc befehouwen ,<br />
en nu eindelijk met overleg m<br />
„ zamenhang voord te varen; de ge-<br />
„ dagte , van den Koning zo ver<br />
„ gebragt te hebben , zoude hen tot<br />
„ ene .wanhoop doen overflaan , waarin<br />
„ zij het uiterfte zouden wagen. Trok<br />
„ de Koning den Muitelingen gewa-<br />
„ pend tegen , dan beroofde hij zig<br />
„ van het gewigtige voordeel , dat<br />
„ hij op hun had, te weten zijne<br />
„ waardigheid als Landsheer, welke<br />
„ hem deste kragtiger zou befcher- 3.0 EK.<br />
„ men , hoe meer hij toonde , dat<br />
„ zij zig op deze alleen verliet. Hij<br />
„ fteldc zig daardoor als 't ware<br />
„ met de Muitelingen gelijk , die van<br />
„ hunnen kant ook niet verlegen zou-<br />
„ den zijn, om een leger op de<br />
„ been te brengen, daar de aigeme-<br />
„ ne. haat tegen Spaanfch Krijgsvolk<br />
„ hun bij de Natie in de hand<br />
„ werkte. De Koning verfpilde op<br />
„ die wijze zijne gewisfe overmagt,<br />
„ welke zijne betrekking als Lands-<br />
„ Vorst hem gaf, tegen den wisfel-<br />
„ valligen uitflag van gevegten, die,.<br />
„ gewonnen of verloren , noodzakelijk<br />
„ een deel van zijne eigene onder-<br />
„ danen te gronde moesten brengen.<br />
Cc 4<br />
1566.
408 DE AFVAL DER<br />
HL „ Het gerugt van zijne gewapende<br />
BOF K. „ ove komst zou hem vroeg genoeg<br />
„ naar de Nederlanden vooruit lopen ,<br />
„ om allen, die zig ener kwade za-<br />
„ ke bewust waren , den nodigen<br />
„ tijd te verfchaiTen, om zig in ftaat<br />
„ van tegenweer te ftellcn , en zo<br />
,, wel hunne inwendige als uitwendi-<br />
„ ge hulpmiddelen te laten werken.<br />
„ Hierbij zou de algemene vrees hun<br />
„ grote diensten doen: de onzeker-<br />
„ heid, wien het eigenlijk gold,<br />
„ zoude ook de min fchuldigen tot<br />
,, den groten hoop der Oproermakers<br />
„ overhalen , cn hem vijanden ver-<br />
„ wekken, welken hij anders nooit<br />
„ zoude gehad hebben. Maar wist men,<br />
„ dat hij zonder zulk een gedugt<br />
,, geleide in aantogt was , en dat<br />
, zijne verfchijning niet zo zeer die<br />
, van enen bloedrcgter was, als van<br />
: , enen vertoornden Vader, dan zou-<br />
, den alle weidenkenden moed krij-<br />
9 gen , en de bozen in hunne ei-<br />
) , gene gerustheid omkomen. Dezen<br />
» , zouden zig zeiven overreden om<br />
J , het gebeurde van minder aanbelang<br />
J' , te rekenen, dewijl het den Ko-<br />
•> , ning niet gewigtig genoeg had gefchenen,<br />
om deswegen enen gewel<br />
• y<br />
digen ftap te doen. Zij zouden<br />
y.<br />
zig wagten, door openlijke daden<br />
•>•<br />
van geweld ene zaak te bederven ,<br />
y><br />
die misfehien nog te redden wa<br />
y><br />
re. Langs dezen ftillcn en vrced-<br />
m
NEDERLANDEN. 409<br />
fatnen weg zou men derhalven juist DL<br />
dat gene verkrijgen , 't welk langs B Ofi£.<br />
„ den anderen weg onherftelbaar ver-<br />
„ loren ging : de getrouwe onderdaan<br />
,, zou op generhande wijze met den<br />
„ ftrafwaardigen Oproermaker worden<br />
„ vermengd, maar op den laatfien al-<br />
„ leen het gehele gewigt zijns toorns<br />
„ nederkomen. Om niet te zeggen ,<br />
dat men hierdoor tevens ene ontzach-<br />
„ lijke uitgave voorkwam , welke door<br />
„ het overvoeren van een Spaansch le-<br />
„ ger naar deze afgelegene gewesten<br />
„ van het Koningrijk zou veroorzaakt<br />
„ worden" (*),<br />
„ Maar," liet dc Hertog van ALBA<br />
zig horen , „ kan het onheil van eni-<br />
„ ge weinige burgers in aanmerking ko-<br />
„ men , wanneer het geheel in gevaar<br />
„ is? Om dat enige welgezindcn daar-<br />
„ bij lijden , zullen daarom de Oproer-<br />
„ makers niet geftraft worden ? Het<br />
„ misdrijf is algemeen , waarom zou dc<br />
„ ftraf zodanig niet zijn ? Het gene<br />
„ de muitelingen door hunne daden ,<br />
„ dat hebben dc overigen door hunne<br />
„ nalatigheid misdaan ; wiens fchuld is<br />
„ het, dan de hunne , dat het den<br />
„ anderen zo ver gelukt is ? waarom<br />
„ hebben zij de aanflagcn van dezen<br />
„ niet eerder tegengegaan ? De omllan-<br />
„ digheden , zegt men, zijn nog zo<br />
„ wanhopig niet , dat zij dit geweldi-<br />
(*) BURG. 386. 387.<br />
Cc 5
III. » ge middel billijken : maar wie<br />
„ ftaat ons borg, dat zij bij de aan-<br />
„ komst des Konings niet zodanig zul-<br />
„ len zijn, daar, volgens elk berigt<br />
„ van de Landvoogdes, alles met fnel-<br />
„ Ie fchreden tot erger loopt ? zal men<br />
„ het wagen, dat de Koning eerst<br />
„ bij zijne komst in de Nederlanden<br />
„ gewaar worde, hoe noodzakelijk een<br />
„ knjgsmagt voor hem geweest ware ?<br />
„ Het heeft maar al te veel grond<br />
„ dat de Muitelingen zig van buiten-<br />
„ landfche hulp verzekerd hebben, die<br />
„ op den eerften wenk tot hunnen<br />
„ dienst gereed is : zal het dan tijd<br />
„ zijn , op ene krijgstoerusting te den-<br />
„ ken, wanneer de vijand over de<br />
„ grenzen rukt ? zal men het daarop<br />
, laten aankomen, dat men zig met<br />
, de naaste de beste Nederlandfche<br />
, benden moet behelpen, op welker<br />
I , trou zo luttel ftaat is te maken?<br />
3 , en komt het zeggen van de Land-<br />
» , voogdes niet fteeds daarop neder<br />
, dat alleen het mangel aan ene ge-<br />
3<br />
, noegfame krijgsmagt haar dus verre<br />
J<br />
belet heeft, aan de Plakaten kragt bij<br />
5:<br />
, te zetten , en de Muitelingen in hun<br />
y<br />
nen loop te fluiten ? Alleen een<br />
3i<br />
welgeordende en gedugte legermagt<br />
y,<br />
kan dezen de hoop geheel en al<br />
i:<br />
affnijden , van tegen hunnen wetti<br />
y><br />
gen Heer opteftaan , en alleen het<br />
55<br />
zekere vooruitzigt van hun verderf<br />
•>•><br />
hunne eifchen verminderen. Zonder<br />
BOEK.<br />
55<br />
410 DE AFVAL DER
NEDERLANDEN, 4^<br />
- een genoegfaam leger kan de Ko-<br />
'\ ning buiten dat zijnen perfoon niet BOEK.<br />
" in vijandelijke gewesten wagen; zonder<br />
dit kan hij met zijne oproerige<br />
onderdanen gene voorwaarden aangaan,<br />
" welke met zijne waardigheid ftro-<br />
„ ken (*)." 1 1566.<br />
Het aanzien van den Spreker gat aan<br />
zijne redenen het overwigt, en nu was<br />
alleen de vraag nog , hoe ras de Koning<br />
de reize aanvaarden , en welk enen<br />
weg hij nemen zoude. Daar de reis<br />
over zee in 't geheel niet voor hem te<br />
wagen was , bleef hem gene andere<br />
keus over, dan óf door de engten<br />
bij Trente over Duitfchland te gaan,<br />
of van Savoijen over de Apennijnfche<br />
Alpen te trekken. Op den ecrstgenoemden<br />
weg had hij van de Duitfche Protestanten<br />
tc vrezen , wien het oogmerk<br />
van zijne reis misfchien niet onverfchillig<br />
zoude zijn ; en over de Apennij<br />
nen<br />
reis<br />
was in dit late jaargetijde geer<br />
'.<br />
meer te wagen. Daarenbover<br />
moesten de nodige fchepen eerst ui)<br />
Italië gehaald en herfceld worden, waar<br />
toe verfcheidene maanden nodig waren<br />
Daar eindelijk ook de Vergadering de<br />
Cortes in Kastilië ,<br />
1<br />
van welke hij zij<br />
niet wel onttrekken kon , tegen Win<br />
1<br />
termaand reeds was uitgefchreven , kor<br />
de reis niet voor het Voorjaar ondernomen<br />
worden (f).<br />
(*) BURG. 381. 39°'<br />
(f) HOPPER § 154. 155. BUUG. 390- 392<br />
III.
HL<br />
BOEK.<br />
4 r<br />
* DE AFVAL DER.<br />
m * veel daarbij te benadelen • &<br />
e moest „oodzakelijk iets gedaan'wor<br />
de ó n , ^ f<br />
K C<br />
CLARA IZABELLA<br />
m a a ) S G e m a i i n v a<br />
J Wtshe^\<br />
lartsheitog AL BERT van Oostenrijk<br />
" den<br />
4<br />
1<br />
;n Vorstm der Nederlanden. fiR^<br />
C<br />
Z i j n V a S C b c f l<br />
S nden "n r "<br />
c<br />
r<br />
e<br />
h<br />
i C o m<br />
erlanden in perfoon te bezoeken<br />
de<br />
waar<br />
Ne<br />
mkte J<br />
De^A, * " 0d<br />
* «fi-SE<br />
A I g e m e n e<br />
e al r p gering werd,<br />
ven als ,te voren, afgeflagen: van<br />
11<br />
e n e n h e C<br />
r b ü , l d<br />
w e d in d ^ ^oVen hïï ,<br />
erd m dezen brief niet gerept om<br />
d<br />
"<br />
d<br />
ei<br />
h<<br />
1<br />
ni<br />
tc<br />
h<br />
'i h<br />
« *>g "iet raadlfim "oordeel<br />
hetzelve volftrekt te verwerpen<br />
! nog veel minder gezind was "om<br />
& a r e n<br />
i haar ^ F " ' ^gen beval<br />
t e<br />
uwef*J ^ verlterken,<br />
-uwe Regimenten uit Duitschland aan<br />
, en de wederfpannigen mt<br />
e n<br />
d e<br />
. K<br />
°f ondernam<br />
- S n - » - - e Ï<br />
Je, welken zij den Staten en den Raden<br />
mogt mededelen, e n e e n "hebden^^bfr<br />
beftemf<br />
^<br />
berftelling, e" b<br />
d c IS van<br />
u<br />
'an de g<br />
Iqfante cSÏ^<br />
6 g e b<br />
° 0 r t e<br />
et vergelijk dat zij nfet de ProTe
'NEDERLANDEN. 4 4<br />
3<br />
geweld te keer tc gaan. Voor het<br />
overige , (dus was het flot) verliet hij<br />
zig op de trou van den voornaamflen<br />
Adel, waaronder hij velen kende, die<br />
het met hunnen Godsdienst en hunnen<br />
Koning wèl meenden. In den geheimen<br />
brief werd zij andermaal gelast de<br />
Algemene Statenvergadering met alle<br />
magt tegentehouden ; dog bijaldien het<br />
evenwel mogt gebeuren , dat de algemene<br />
ftem haar te fterk wierd, en<br />
zij voor de overmagt moest bukken ,<br />
dan ten minsten het zo voorzigtig te<br />
befchikken , dat zijne waardigheid niet<br />
benadeeld, cn zijne toeftemming aan<br />
niemand bekend wierd (*)<br />
inmiddels dat men in Spanje hierover<br />
raadpleegde, maakten de Protestanten<br />
in de Nederlanden het ruimfte gebruik<br />
van de voorregten , welken men hun<br />
uit nooddwang vergund had. De Kerken<br />
kwamen , waar men vrijheid had<br />
om die tc bouwen , met ongelooflijken<br />
fpoed tot ftand; jong en oud, de<br />
Adel zo wel als de gemene man, holpen<br />
flenen aanbrengen , en vele vrouwen<br />
gaven zelfs haren opfchik ter<br />
beste , om het werk te verhaasten,<br />
Beide fekten ftigtten in verfcheidene<br />
fteden hare eigene Kerkenraden.<br />
waarmede in Antwerpen een begin was<br />
gemaakt, en bragten hunnen Godsdiensi<br />
(*) MET EREN 92. HOPPER §. 144- 1<br />
45<br />
I46. B URG. 369. 3"0.<br />
HL<br />
15 O E K.
III. op enen regelmatigen voet.<br />
!i OEK,<br />
ket<br />
Men ftPU V<br />
a ] g C m e n e<br />
Z' te"" !<br />
~ P r ^ ^<br />
t rf p<br />
fc<br />
b<br />
V(<br />
te<br />
4M DE AFVAL DEK.<br />
zig verbonden 2 !' W<br />
mug van r ^ V J<br />
- a a n<br />
" Z<br />
e V r n e o e f f e<br />
"<br />
-<br />
v* tests r«<<br />
lerlanden verfpreid • nm T •<br />
1 d e<br />
t e lokken S ' mengen<br />
2 lokken , hadden velen V 0 0r aan<br />
i enhjke fommen g e t e k e n c i. Xr dï<br />
unenfporige aanbod zijn door de "jan-<br />
h<br />
en _ der Hervormden verfcheidene uit<br />
ü 'ggen gemaakt, welke allen ni g n<br />
hW voor 2 1 g hebben. Onder het<br />
V<br />
owed f J namelijk van de nodi^<br />
d e Z e r<br />
en te "T^ Plofte<br />
V C<br />
^ d<br />
eren, hoopte men,<br />
% n<br />
minder argwaan de toelage bin-<br />
ne<br />
ntekrijgen,<br />
en<br />
WeJken men tans tot<br />
en gewapenden tegenftand nodig had-<br />
en<br />
wanneer de Natie tog eenmaal!<br />
't<br />
zij voor of tegen de Landvoog-<br />
•de<br />
onkosten moest maken, was het<br />
te<br />
denken, dat zij veel gemaklijker<br />
te<br />
bewegen zou zijn, om' ter bewa<br />
g van den vrede, dan tot enen<br />
dn;<br />
kkenden en vernielenden oorlog haar<br />
geld
NEDERLANDEN. *T5<br />
geld optebrengen. Anderen zien in dit IIT.<br />
aanbod niets anders, dan een uit- BOE IC.<br />
vlugt der Protestanten voor enen tijd,<br />
ene begocheling, waardoor zij het<br />
Hof ene wijle tijds buiten befluit zogten<br />
te houden, tot dat zij kragten<br />
genoeg verzameld zouden hebben om<br />
het hoofd te bieden. Anderen verklaarden<br />
het volftrekt voor grootfpraak,<br />
om der Landvoogdesfe daardoor fchrik<br />
aantcjagen , en den moed van hunne<br />
partij door het openen van zulke rijke<br />
bronnen optewakkeren. Wat ook<br />
de eigenlijke grond van dit aanbod<br />
geweest zij , weinig werd daarmede gewonnen<br />
: dc toelagen kwamen fpaarfaam<br />
in, en het Hof beantwoordde<br />
den voorflag met ftilzwijgende veragting<br />
(*).<br />
Maar de buitenfporigheid van den<br />
Beeldenftorm , wel verre van de zaak<br />
des Verbonds te bevorderen, en de<br />
Protestanten optebeuren, had aan beiden<br />
een onherflelbare fchade toegebragt.<br />
Het gezigt der verwoeste Kerken<br />
, die , volgens de uitdrukking var<br />
VIGLIUS, eer naar beestenftallen, dar<br />
naar Godshuizen geleken, bekommerde<br />
alle Katholijken , en allermeest derzelver<br />
Geestelijkheid. Allen, welken var L<br />
dien Godsdienst tot het verbond wa<br />
ren toegetreden , verlieten nu hetzelve<br />
daar het de ongeregeldheden der Beei<br />
(*) STRADA 163. BURG 374. 375.
III.<br />
DOEK.<br />
4ÏÖ DE AFVAL DEIl<br />
denftormers, zo al niet opzettelijk aahgellookt<br />
cn begunstigd, alcans van verre<br />
aanleiding tot dezelve gegeven had.<br />
De onverdraagfaamheid der Kalvinisten \<br />
welke op die plaatfen , waar hun aanhang<br />
bovendreef, de Katholijken op<br />
dc fhoodfie wijze onderdrukten, opende<br />
dezen volkomen de oogen, en zij<br />
flapten 'er tans van af, om langer<br />
een partij aantekleven, van welke ,<br />
indien zij de overhand behield, zo<br />
veel voor hunnen eigenen Godsdienst<br />
te dugten ftond. Op die wijze verloor<br />
het Verbond vele van zijne beste leden<br />
; de vrienden en begunstigers, welken<br />
het onder de welgezinde Burgers<br />
gevonden had , verlieten hetzelve, en<br />
deszelfs aanzien in de Republiek begon<br />
merkelijk te dalen. De ftrengheid,<br />
waarmede enige van deszelfs leden ,<br />
om zig bij de Landvoogdes aangenaam<br />
te maken, en het vermoeden van verftandhouding<br />
met dc Beeldenliormers te<br />
verdrijven, tegen dezen tc werk waren<br />
gegaan , deed aan hetzelve nadeel bij<br />
het Volk, 't welk dezen in hunne befcherming<br />
nam , en dus bevond het zig in<br />
gevaar, om bij beide partijen tevens zijn<br />
aanzien te verliezen. Zo ras de Landvoogdes<br />
van deze verandering kennis had<br />
bekomen, was zij op een ontwerp bedagt,<br />
om van ïangfamerhand het gehele<br />
Verbond tc vernietigen, of ten<br />
minften door inwendige verdeeldheden<br />
te verzwakken. Ten dien einde bediende
NEDERLANDEN. Aï?<br />
"de zij zig van de afzonderlijke brieven<br />
, welken de Koning aan fomraigen<br />
van den Adel in den haren<br />
had ingefloten , met vólkomen vrijheid<br />
, om daarvan naar goedvinden<br />
gebruik te maken. Deze brieven ,<br />
welke vol waren Van gunffige uitdrukkingen<br />
, werden dert genen, voor<br />
welken zij beltenïd waren , 'met opzettelijk<br />
verbroken geheimhouding op<br />
die wijze bezorgd, 'dat telkens een<br />
of ander Van die genen, welke niets<br />
dergelijks ontvingen, zulks gewaar wierd;<br />
en om het wantrouwen meer cn meer<br />
te verbreiden, zorgde zij , dat 'er ene<br />
menigte affchriften daarvan in de wan^<br />
deling kwamen. Deze kunstgreep voldeed<br />
'aan het oogmerk. • Velen dei<br />
Verbondenen begonnen de ftandvastigheid<br />
der genen, wien zulke fchone<br />
beloften gedaan waren , te wantrou<br />
wen: uit vrees vart door hunne voor<br />
naamfle befchermers te leur gefield tè<br />
worden , namen zij gretig de Voorwaarden<br />
aan, welken hun dóór de<br />
Landvoogdes weden aangeboden , en<br />
haastten zig, om hoe eer hoe liever<br />
met het Hof tc worden verzoend.<br />
Het algemene gerugt van de nabij<br />
zijnde overkomst des Konings , 't welk<br />
de Landvoogdes oveial ijverig zogt<br />
te verbreiden, kwam haar in dit<br />
geval zeer te ftade: velen, die zig<br />
van 's Konings komst niet veel goeds<br />
beloofden, bedagten zig niet lang,<br />
I. DEEL. Dd<br />
nr.<br />
BOEK.
4Ï8 DE AFVAL DER<br />
III. om ene gunst aantenemen, die hua<br />
ÏSOEK. misfchien voor de laatfte maai werd<br />
aangeboden (*).<br />
...Onder die genen, welke zodanige<br />
afzonderlijke brieven ontvingen, waren<br />
ook EGMOND en de Prins van Oranje.<br />
Beiden hadden zig . bij den Koning<br />
beklaagd over de nadelige gerugten,<br />
waardoor men in Spanje hunnen goeden<br />
naam zogt te brandmerken , en<br />
hunne oogmerken verdagt te maken.<br />
Bijzonder had EGMOND, met die eerlijke<br />
eenvoudigheid . en onbefchroomdheid<br />
, welke hem eigen waren, den<br />
Vorst uitgedaagd, om hem tog maar<br />
te kennen te geven , wat hij eigenlijk<br />
wilde, en hem de manier van<br />
doen voortefchrijven, waardoor men<br />
zijne Majefteit behagen , en hem van<br />
zijne dienstvaardigheid overtuigen konde.<br />
Zijne befchuldigingen, liet de Koninghem<br />
door den Prefident TIJSNACQUE<br />
antwoorden , kon hij door niets beter<br />
wederleggen, dan door de volkomenfte<br />
onderwerping aan de Koninglijke<br />
bevelen , welke zo duidelijk en<br />
bepaald bfehreven Waren, dat zij gene<br />
nieuwe uitlegging noch bijzondere verklaring<br />
meer nodig hadden. Het kwam<br />
ien Vorst toe, te beraadflagen, te<br />
onderzoeken en te verordenen; den<br />
i onderdaan paste het des- Vorften wil<br />
O) THUAN. IL 507. STRADA 164. vé$,<br />
MïïHEN 93*
NEDERLANDEN^ 419<br />
onbepaald natekomen; deszelfs eer belfond<br />
in gehoorfamen. Een lid betaamde<br />
het niet, wijzer te willen<br />
zijn dan zijn hoofd., Hij had zekerlijk<br />
fchuld, dat hij niet alles gedaan<br />
had, wat in zijn vermogen was,<br />
om het verzuimde weder te vergoeden<br />
, en tot op 's Konings komst<br />
ten minli'en, rust en orde tc helpen<br />
bewaren. Daar men den Graaf van<br />
EGMOND, gelijk een ongehoorfaam'<br />
kind, met verwijten ftraftc, behandelde<br />
men hem' overeenkomftig zijne bekende<br />
geaartheid; ten opzigte van zijnen<br />
vriend moest men kunst cn bedrog<br />
te hulp" roepen.' ORANJE had<br />
ook in zijnen brief gewag gemaakt<br />
van het kwade vermoeden , dat de<br />
Koning aangaande zijne trou en onderdanigheid<br />
had opgevat, doch niet iri<br />
de ijdele hoop, 'gelijk EGMOND, om<br />
hem dit vermoeden' te benemen: deze<br />
hoop had hij reeds lang opgegeven;<br />
maar om' van deze klagte enen overgang<br />
te maken tót het verzoek , dat hij van<br />
zijne amten mogt ontflagen worden. Hij<br />
had reeds meermalen dit verzoek aan<br />
de Landvoogdes gedaan , maar telkens'<br />
had hij, onder de fterkfle' betuigingen<br />
van hare agting', een weigerend antwoord<br />
:<br />
UT.<br />
BOEL<br />
van haar bekomen. Ook de<br />
Koning, tot wien hij zig eindelijk<br />
onmiddelijk met dit aanzoek gewend<br />
had , gaf hem • tans het zelfde . antwoord,<br />
dat met gene minder fïerke'<br />
' Dd 2/
420 DE AFVAL DER<br />
III. verzekeringen van zijn genoegen en<br />
B O EK. dankbaarheid was opgefmukt. In 'E<br />
bijzonder betuigde hij hem zijn uiterfte<br />
genoegen over de dienften, welken<br />
deze hem nog kort geleden te<br />
Antwerpen bewezen had ; gaf ten fterkftcn<br />
zijn leedwezen te kennen, dat<br />
's Prinfen huislijke omftandigheden (welken<br />
hij tot een voorname drangreden<br />
gebruikt had , om zijn ontflag te<br />
verzoeken) in zulk een verval waren;<br />
doch befloot met de verklaring, dat<br />
het hem onmogelijk was, enen Dienaar<br />
van dat gewigt te misfen, in<br />
een tijdftip, waarin het getal der goeden<br />
eer ene vermeerdering dan ene<br />
vermindering nodig had. Hij had gehoopt,<br />
voegde hij 'er bij, dat de<br />
Prins betere gedagten van hem had,<br />
dan dat hij hem voor zo zwak kon<br />
houden , om aan den ongegronden<br />
laster van zekere menfchen geloof te<br />
flaan, die het met den Prins en met<br />
hem zeiven kwalijk meenden. Om hem<br />
tevens een bewijs van zijne opregtheid<br />
te geven, beklaagde hij zig. in vertrouwen<br />
bij hem over deszelfs broeder,<br />
den Graaf van NAssAU; vraagde hem<br />
kwanswijs in deze zaak om raad, en<br />
gaf eindelijk zijn verlangen te kennen,<br />
dat de Graaf zig enen tijd<br />
lang uit de Nederlanden mogt verwijderd<br />
(*).<br />
(*) HOPPER. §. 149. BURG. 397. 4p^<br />
logie de Guit. Pr. (TOrange.
NEDERLANDEN. 421<br />
Maar FILIPS had hier te doen<br />
met enen man , die hem in geflepenheid<br />
verre overtrof. De Prins van Oranje<br />
had hem en zijnen Geheimen<br />
Raad te Madrid en Segovie, reeds federt<br />
lang, bewaakt door een aantal van<br />
verfpieders, die hem alles overbragten<br />
, wat daar merkwaardigs verhandeld<br />
wierd. Tot hec Hof van dezen<br />
- geheimden aller Despoten had<br />
hij zig door list en geld den toegang<br />
gebaand, en langs dezen weg<br />
verlcheidene brieven , welken de Landvoogdes<br />
heimelijk naar Madrid gefchrevcn<br />
had, met hare eigene handtekening<br />
bekomen , welken hij te Brusfel<br />
onder hare ogen als in zegepraal<br />
had laten rondgaan; zo dat zij zcifs,<br />
ziende met verbaasdheid in ieders han-r<br />
den 't gene zij zo geheim meende<br />
te zijn, den Koning verzogt, hare<br />
brieven in het vervolg terllond<br />
aan een' kant te maken. VVILLEM'S<br />
waakfaamheid bepaalde zig niet blotelijk<br />
tot het Hof van Spanje, maar<br />
zelfs tot in Vrankrijk en nog verder<br />
had hij zijne aanbrengers uitgezonden<br />
, en zommige befchuldigen hem<br />
zelfs , dat hij niet altoos langs geoorloofde<br />
wegen tot zijne ontdekkingen<br />
geraakte. Maar het meeste licht<br />
van allen gaf hem een onderfchepte<br />
brief van den Spaanfchen Gezant in<br />
Vrankrijk, FRA.NS VAN ALARA, aan<br />
de Hertogin , waarin deze zig uitliet<br />
over de fchone gelegenheid * welke<br />
Dd 3<br />
III.<br />
KOEK.
#22 DE AFVAL DER<br />
tans door dc overtreding des Neder.-<br />
B Q r K. landfchen Volks voor den Koning geboren<br />
was, om een willekeurig ge<br />
Ï566. zag in die land te vestigen. Hierom<br />
ried hy haar den Adel tans door<br />
die zelfde kunstenarijën te bedriegen,<br />
waarvan deze zig tot hiertoe omtrent<br />
haar had bediend , en hen door fraaije<br />
woorden en ene vriendlijke behandeling<br />
in flaap te «wiegen. De Koning,<br />
(dus befloot hij) die de Edelen<br />
kende als de geheime drijfvederen<br />
van alle onlusten, welke dusverre<br />
hadden plaats gehad, zoude hen op<br />
zijnen tijd wel weten te vinden, zo<br />
wel als die beiden , welken hij reeds<br />
in Spanje had, en die hem niet<br />
weer zouden ontfnappen; en hij had<br />
gezworen, aan hun een voorbeeld te<br />
ftellen, waarover de gantfc.e Christenheid<br />
verbaasd zou ftaan, al- zou hij<br />
ook alle zijne erflanden daaraan wagen.<br />
Deze droevige ontdekking verkreeg<br />
door de brieven, welken ° BER<br />
GEN en MONTIGNIJ uit Spanje fchreven,'<br />
en waarin zij zig over de aan-"<br />
ftotelijke behandeling des Cpaanfehe Groten<br />
, , en het veranderde * gedrag des<br />
Konings jegens hen, bitterlijk beklaagden<br />
, de hoogde geloofwaardigheid ,<br />
en ORANJE zag nu duidelijk hoe veel'<br />
ftaat hij op '-s Konings fraaie verzekeringen<br />
moest maken (*).<br />
(*) RE in. IIL THUAN. 507. BURG.<br />
4.01. METEREN 94. STRADA 160.
NEDERLANDEN. 4^3<br />
De brief des Ministers AL ARA, benevens<br />
enige anderen, welke uit Spanje<br />
gefchreven waren, en wegens de<br />
nabij zijnde gewapende komst des<br />
Konings , en zijne verderflijke oogmerken<br />
met de Edelen , een omftandig<br />
berigt gaven, werden door den Prins<br />
aan zijnen broeder, Graaf LO DE WIJK<br />
VAN NASSAU, den Grave van Egmond<br />
, van Hoorn en van Hoogftraten,<br />
op eene bijeenkomst te Dendcrmonde<br />
in Vlaanderen , w?.ar deze<br />
vijf Ridders zig vervoegd had-?<br />
den , om met gemeen overleg de nodige<br />
maatregelen tot hunne veiligheid<br />
te beramen , voorgelegd. Graaf LO-<br />
DEWIJK, die alleen aan zijne drift<br />
gehoor gaf, beweerde dolzinnig, dat<br />
men zonder tijdverzuim de wapens moest<br />
opvatten, en zig van ene fterke^ plaats<br />
verzekeren. Men moest den Koning,<br />
het mogt kosten wat het wilde , de<br />
gewapende intrede in de Provinciën<br />
beletten. Men moest Zwitferland ,• de<br />
Proteftantfche Voriten van Duitschland<br />
en de Hugenoten in de wapenen<br />
brengen , dat zij hem den doortogt<br />
door hun gebied bezwaarlijk maakten<br />
, en zo hij dan evenwel alle<br />
die zwarigheden te boven worstelde,<br />
moest men hem aan de grenzen des<br />
Lands met een leger ontvangen. _ Hij<br />
nam op zig, in Vrankrijk, Zwitferland<br />
en Duitschland een verbond van<br />
befcherming te bewerken, en uit het<br />
Dd 4<br />
IIL<br />
3 o E g;
4H DE AFVAL DER<br />
III. laatstgenoemde Rijk vier duizend Ruiters,<br />
15 O EK. beneffens een evenredig aantal Voetvolk<br />
bijeen te brengen; het ontbrak niet<br />
aan een voorwendfel om het nodio-e<br />
geld daartoe intezamelen , en hij hield<br />
zig verzekerd, dat de Hervormde Kooplieden<br />
hem niet verlegen zouden la{en.<br />
Dog W I L L E M , voorzigtiger en wijzer,<br />
verklaarde zig tegen \lezen voorflag,<br />
tvelke bij de uitvoering waarfehijnlijk<br />
oneindige zwarigheden zoude ontmoeten,<br />
< :ri door niets geregtvaardigd kon worien.<br />
De Inquifitie, zeide hij , v/as<br />
j uderdaai opgeheven, de Plakaten bij-<br />
1 ia geheel in vergetelheid geraakt ,<br />
< n ene billijke Geloofsvrijheid toegef<br />
:aan. Tot hiertoe ontbrak het hun<br />
C lis aan enen voldoenden grond, om<br />
c ezen vijande'ijken weg inteflaan; hi»<br />
t jsfbhen twijfelde hij niet, of 'er zou<br />
f un tijdig genoeg zulk enen grond aan<br />
d ï hand gegeven worden. Hij Was<br />
d irhalven van begrip, dezen met ge<br />
d lid aftewagten , ' en het Volk van<br />
h :t dreigend gevaar enen wenk te<br />
g wen, ten einde het gereed ware om<br />
di enst te doen, wanneer de omftandigh,<br />
:den het vorderden.<br />
Waren allen, die dit gezelfchap afr<br />
1B aakten , des Prinfen gevoelen bijge-<br />
V£ llen , het lijdt genen twijfel , of<br />
cr e zo magtige Verbindenis , gedugt<br />
dc 'Or het vermogen cn het aanzien van<br />
hs re leden , zoude tegen de oogmer-r<br />
ke n des Konings hinderpalen hebben
NEDERLANDEN. 425<br />
kunnen in den weg . zetten,, _ welke HL<br />
hem genoodzaakt hadden, zijn ge 13 O E KV<br />
hele plan optcgevcn. Maar dc moed<br />
der zamenvergaderde Ridders werd uit7 termaten zeer ter nedergcliagen , door,<br />
de verklaring, waarmede de Graaf van<br />
Egmond op het onverwagtst ten voorfchijn<br />
kwam. „Liever," zeide hij,<br />
„ zal ik alles, wat mij kan overko-<br />
„ men, afwagten, dan étt ik het ge-<br />
„ luk zo mmesel b.proeven zoude.<br />
„ Het gêfiiap van den Spaaniüien<br />
„ AL ARA deert mij weinig : hoe zou<br />
„ deze man daartoe komen , om -het<br />
w gefloten hart zijns Mfcesters te door-<br />
„ gronden , en deszelfs geheimen te<br />
„ontwikkelen? De narigten^ ons door<br />
„ WONTIGNIJ gegeven, bewijzen niets<br />
„ meer, dan dat de Koning een<br />
„ twijfelagtig gevoelen aangaande onze<br />
„ dienstvaardigheid heeft, cn reden meent<br />
„ te hebben," om onze trou te ver-<br />
„ denken; en daartoe , dunkt mij ,<br />
„ hebben wij hem maar alteveel aan-<br />
„ leiding gegeven. Ook is het mijn<br />
„ ernflig voornemen, door verdubbel-<br />
5, den ijver hem betere gedagtcn om-<br />
„ trent mij inteboczemen , en doo?<br />
„ mijn toekomftig gedrag, zo het mo-<br />
„ gelijk is, het vermoeden te ver-<br />
„ drijven , dat mijne vorige daden te-<br />
„ gen mij verwekt hebben. En hoe<br />
„ zoude 'ik mij ook uit de armer<br />
„ van mijn talrijk en hulploos huis-<br />
, gezin fchcuren , om aan vreemde<br />
Dd 5
III.<br />
BOEK<br />
42Ö DE AFVAL DER<br />
„ Hoven als een balling te zwerven;<br />
„ een last voor elk, die mij aan?<br />
„ neemt; de flaaf van ieder, die<br />
„ zig vernederen wil, mij in den<br />
„ arm te nemen ; een knegt van buitenlanders<br />
; om enen draaglijken dwang<br />
„ in mijn Vaderland te ontgaan ? Nim-<br />
„ mer kan de Koning enen dienaar<br />
„ kwalijk behandelen , die hem anders<br />
„ lief en dierbaar was, en die zig<br />
„ een gegrond regt op zijne dankbaar-<br />
„ heid heeft verworven. Nimmer zal<br />
,, men mij overtuigen , dat hij, die<br />
„ zo redelijk , zo goedertieren om-<br />
„ trent zijne Nederlanders gezind is,<br />
s, en mij dit zo nadruklijk, zo hei-<br />
„ lig betuigd heeft, tans zulke geweldige<br />
aanflagen tegen hen zou fme-<br />
„ den. Wanneer wij maar eerst de<br />
„ rust in het Land wedergebragt, de<br />
„ oproermakers geftraft, en den Katholij-<br />
„ ken Godsdienst herdeld zullen hebben,<br />
„ zal men, gelooft mij , van geen<br />
„ Spaansch Krijgsvolk meer horen; en<br />
„ dit is het, waartoe ik u allen door<br />
„ mijnen raad, en door mijn voor-<br />
„ beeld tans vermane , cn waartoe<br />
„ ook reeds de meesten onzer broe-<br />
„ deren geneigd zijn. Ik voor mij<br />
„ vreze de gramfchap des Konings niet.<br />
„ Mijn geweten fpreekt mij vrij ;<br />
„ mijn lot zal ik van zijne regt-<br />
„ vaardigheid en genade afwagten (*).''<br />
(*) THUAN. 507. BURG. 405. 406. ME<br />
TEREN 95.
NEDERLANDEN. 42?<br />
Te vergeefs poogden NASSAU, HOORN III.<br />
en ORANJE zijne ftandvastigheid aan BOE K.<br />
h wankelen te brengen, en hein voor<br />
het nakende onvermijdelijke gevaar de<br />
ogen te openen. EGMOND was wezenlijk<br />
geheel aan den Koning overgegeven<br />
; 't herdenken van deszelfs<br />
Weldaden, en de verpligtende manier,<br />
waarmede hij die gepaard had, leefden<br />
nog in zijn geheugen. De<br />
oplettendheden , waarmede de Koning<br />
hem van alle zijne vrienden onderfcheiden<br />
had, misten de bedoelde uitwerking<br />
niet. Meer uit een valfche<br />
Schaamte, dan uit partijzugt had hij<br />
tegens hem de zaak zijner landgenoten<br />
verdedigd; meer door een gevolg<br />
van zijn natuurlijk geitel , cn aangeboren<br />
goedhartigheid, dan volgens be<br />
proefde gronditehirr en, had hij de har<br />
de meatregekn van het Hof bedreden<br />
De ' liefde; oer Natie , die hem al:<br />
haren afgod vereerde , vervoerde zijn<<br />
eerzugt. Te verwaand, om enen naan I<br />
te<br />
jn<br />
weigeren, die hem zo aangenaan l<br />
dc "oren klonk, had hij tog iet<br />
moeten doen , om dcnzelvcn te ver<br />
dienen ; maar een enkeld oog op ziji 1<br />
huisgezin geOagen; een harde naam<br />
»<br />
waaronder men hem zijn gedrag voor<br />
ftelde; een bedenkelijk gevolg, 't wel C<br />
daaruit getrokken wierd; de blote klan c<br />
van misdrijf, deden hem met fchri i<br />
uit dit zelfbedrog ontwaken, en i n<br />
allerijl tot zijnen pligt terug kerei<br />
1.
III. Het gehele plan van O R A N J E viel fn<br />
duigen, wanneer E G M O N D afviel. E G <br />
M O N D had het hart des volks, en<br />
en het gehele vertrouwen des legers<br />
zonder welk het vohirekt onmogelijk<br />
was iets met nadruk te ondernemen.<br />
Men had op hem Haat gemaakt ; zijne<br />
onverwagte verklaring maakte de<br />
gehele bijeenkomst wrugmlbos. Men<br />
fcheiddc van elkander, zonder iets befloten<br />
te hebben. Allen, die te üendermonde<br />
bijeen geweest waren, werden<br />
n den Raad van State tc Brusfel vervagt;<br />
dog alleen E G M O N D verfcheen<br />
i laar. De Landvoogdes wilde hem over<br />
j iet onderwerp der gehouden onderhanleling<br />
ondertasten, maar zij kon niets<br />
\ ut hem krijgen,<br />
i i L A R A , waarvan<br />
i ad medegenomen,<br />
dan den brief van<br />
hij een afichrift<br />
cn welken hij haar<br />
c nder de bitterde verwijten voorleide<br />
I 1 den beginne was zij hiervan ont-<br />
z ït, dog herfielde zig weldra, en<br />
v> ?rklaarde denzelven onbefchaamd vooe<br />
01 legt. „ Hoe kan," zeide zij, „ de<br />
11 ze brief werkelijk van A L A R A komen,<br />
11 daar ik tog genen brief vermisfe,<br />
11 en daar hij , die dezen had wil<br />
11 len onderfcheppen, gewisfelijk de<br />
11 overigen niet verfchoond zou heb<br />
55 ben ? Ja, daar mij zelfs geen en-<br />
11 keld pak brieven gemist heeft, en ook<br />
11 geen bode is agtergebleven ? En<br />
11 hoe_ is het te begrijpen, dat de<br />
Honing enen A L A R A een geheim<br />
BOEK.<br />
>1<br />
428 DE AFVAL DER
NEDERLANDEN. 4^9<br />
„ .'ÜU hebben toevertroud, dat hij mij IIL<br />
., zelfs niet ontdekt zou hebben (*)?"<br />
Ondertusfchen haastte de Landvoog BOEK.<br />
des zig, om<br />
het voordeel ,<br />
gebruik te maken van<br />
dat dc verdeeldheid on 1566.<br />
der den Adel haar gaf, ten einde<br />
den val van het Verbond, dat reeds<br />
door inwendige twedragt wankelde, te<br />
voltooien. Zij liet zonder uitftel benden<br />
uit Duitschland komen , welken<br />
Hertog ERIK van Brunswijk voor haar<br />
in gereedheid had; verfierkte de Ruiterij<br />
, en rigttc vijf Regimenten Walen<br />
op , over welken de Graven<br />
MANSVELD, MEGEN, ARE MBERG<br />
èn anderen het opperbevel kregen. Om<br />
den Prins van ORANJE niet op het<br />
gevocliglte te beledigen, moest ook<br />
hein Krijgsvolk worden toevertroud; te<br />
meer, daar de Provinciën , waarover<br />
hij Stadhouder was, hetzelve 't meest<br />
van allen nodig hadden : dog men gebruikte<br />
de voorzigtigheid om hem enen<br />
Overftcn, met name WALDERFIN-<br />
GER, toetevoegen , die alle zijne flappen-<br />
in het oog hield, en zijne<br />
maatregelen , wanneer die gevaarlijk fchenen<br />
te worden, kon te keer gaan<br />
Dc Geestelijkheid in Vlaanderen zetrede<br />
den Grave van Egmond veer<br />
tigduizend Goudguldens bij , om. vijf<br />
tien honderd man te onderhouden<br />
(*) BURG. 408. METEREN 95. GROI<br />
is,
irr.<br />
BOEK<br />
430 DE AFVAL DER<br />
waarvan hij een gedeelte in de ^<br />
vaarlijkfte plaatfen verdeelde. Ieder Stado<br />
u d c r<br />
' f<br />
m o c s c<br />
zijne krijgsmagt vernVri<br />
e<br />
". Z<br />
S van Ammunitie voorzien.<br />
Alle deze toebereidfelen, wel-<br />
rL^ m<br />
gemaakt<br />
werden, heten genen twijfel meer<br />
over welken weg de Landvoogdes<br />
m e vervolg dage inteflaan.<br />
Van hare meerderheid verzekerd, en<br />
op dezen magtigen bijltand gerust,<br />
jaagt zij het nu, haar vorig gedrag<br />
te veranderen , en tegen de misnoegden<br />
ene geheel andere • taal te<br />
voeren. fi, waagt het, de gunden -<br />
welken zij de Proteftanten - flegts uit<br />
vrees èft door den nood gedrongen<br />
had ingewilligd, op ene gèheel 'wil-'<br />
lekeunge. wijze uitteleggen, en alle<br />
vrijheden , die zij hl fevi»!<br />
ad toegedaan tot de blote vfrgunamg<br />
> van préken te bepalen. Alle<br />
erzelver overige Godsdienstoefeningen<br />
i -n gebruiken, welke tog, wanneer<br />
té iet éne toegedaan was f 'van zelf<br />
< laaronder fchenen begrepen te' zijn<br />
ra-den door nieuwe bevelen voor on'<br />
;eoorloofd verklaard, en tegen de over-<br />
e t mAruk<br />
t rC<br />
a l S H o o h e i d<br />
l , !L ^ - Anders,<br />
I ehandeld. Men vergunde den Prote<br />
I< sten, anders dan de Heerfchende<br />
•erk over het Avondmaal're denken:<br />
H<br />
aar hetzelve anders te gebruiken, was<br />
e ie misdaad; hunne manier van do-<br />
P 'n, trouwen en begraven werd on-'
NEDERLANDEN. 431<br />
der bedreiging van doodflraf verboden.<br />
Het was ene gruwelijke fpotternij ,<br />
hun den Godsdienst toetedaan, en<br />
deszelfs Oefening te verbieden ; dog<br />
deze veragtelijke kunstgreep, om van<br />
haar gegeven woord weder ontflagen<br />
te worden , ftrookte zeer wèi met<br />
de laagheid , waarmede zij zig hetzelve<br />
had laten afperfen. Uit de geringde<br />
veranderingen , uit de minde afwijkingen<br />
nam zij aanleiding, om het preken<br />
optefchorten ; verfcheidene Leeraars<br />
werden, onder het voorgeven, dat zij<br />
hun amt op ene andere plaats, dan<br />
hun aangewezen was, bediend hadden,<br />
in regten betrokken, en enigen zelfs<br />
opgehangen. Zij gaf bij meer dan ene<br />
gelegenheid openlijk te kennen , dat<br />
de Verbondenen misbruik van hare vreeshadden<br />
gemaakt , en dat zij zig niet<br />
gehouden agtte aan een verdrag, dat<br />
haar door bedreigen was afgeperst (*><br />
Onder alle Nederlandfche Steden, welke<br />
zig aan den oproerigen Beeldendorm<br />
fchuldig maakten , had de Landvoogdes<br />
voor de Stad Valenchijn in Henegouwen<br />
het meest gevreesd. In gene van<br />
allen was de aanhang der Kalvinisten zo<br />
derk , als hier, en de geest van opdand,<br />
waardoor de Provincie Henegouwen<br />
boven és overigen deeds had<br />
uitgemunt, fcheen hier zijnen zetel<br />
. (*) METEREN 93. 94- THUAN. 5°7«<br />
STRADA 160. MEURS. Guil. Aur. 21.<br />
III.<br />
KOEK,
III.<br />
BOEK<br />
43^ IBM AFVAL DER<br />
te hebben. (*) De nabijheid van Vraiit"<br />
rijk, waarmede het, zo wel in taal<br />
als in zeden, nog veel meer overeenkomst<br />
had dan met de Nederlanden<br />
, was oorzaak geweest , dat men<br />
deze Stad van ouds her met meer<br />
zagtheid, maar ook met meer oplettendheid<br />
beiluurde, waardoor zij nog<br />
deste meer haar gewigt leerde gevoelen.<br />
Reeds bij den laatfien opfland<br />
der Kerkenfchendcrs had 'er weinig<br />
aan gehaperd, dat zij zig niet aan<br />
dc Hugenoten had overgegeven , met<br />
welken zij in de naauiie verftandhouding<br />
was ; cn de geringfle aanleiding<br />
kon dit gevaar vernieuwen. Hierom<br />
was onder alle Nederlandfche Steden<br />
Valenchijti dc eerfte , aan welke<br />
dc Landvoogdes ene verllerkte bezetting<br />
had tocgedagt, zodra zy zig maar in<br />
de omftandigheden zou bevinden , om<br />
haar dezelve te geven. FILIP VAN<br />
NOIRCARMES , Heer van St. Aldegonde,<br />
Stadhouder van Henegouwen ,<br />
in plaats van den afwezigen Marquis<br />
VAN BERGEN, had dezen last bev<br />
komen , cn verfcheen aan het hoofd<br />
eens legers voor derzelver muren. Uit<br />
de ftad kwam hem ene bezending<br />
van<br />
(*) Er was een 'fpreekwoord in Henegouwen ,<br />
en misfehien is het 'er nog, dat de Provincie<br />
onder niemand anders ftond , dan onder God m<br />
de Zon. STRADA 174.
NEDERLANDEN. '435<br />
Van de Magiftraat te<br />
te verzoeken van de<br />
gemoet , om<br />
bezetting ver-<br />
III.<br />
fchoond te worden , dewijl de Pro- ;<br />
testantlche Burgerij , als de meerderheid<br />
uitmakende , zig daartegen had<br />
verklaard. NOIRCARMES gaf hun den<br />
wil der Landvoogdes te verfiaan, en<br />
liet hun de keus, om de bezetting<br />
intenemen , of een beleg te wagen.<br />
Meer dan vier Esquadrons Ruiterij<br />
, en zes Kompagniën Voetvolk<br />
zouden de Stad niet worden opgedrongen<br />
; daarvoor wilde hij zijnen eigenen<br />
Zoon tot gijzelaar geven. Toen<br />
deze voorwaarden aan de Magiftraat<br />
wierden voorgelegd, welke voor zig<br />
zelve zeer genegen was om dezelven<br />
aantenemen , vcrfchcen een Preè-<br />
ker , PEREGR1NE LE GR A N GE , aan<br />
het hoofd van zijnen aanhang, zijnde<br />
de Apostel en Afgod van zijn<br />
volk , wiens zaak het was, ene onderwerping<br />
te beletten, waarvan hij<br />
zelf het flagtoffer zou worden, en<br />
ftookte , door de kragt zijner welfprekendheid,<br />
het volk op, om<br />
de voorwaarden aftellaan. Toen men<br />
dit antwoord aan NOIRCARMES te<br />
rug bragt , liet hij de gezanten, te*<br />
gen alle wetten van het Regt der<br />
Volken , in boeien s flaan , en voerde<br />
hen gevangen met zig weg; egter<br />
moest hij hen , op bevel der<br />
Landvoogdes , weldra weder op vrije<br />
voeten ftellen. De Landvoogdes, door<br />
I. DEEL. Ee<br />
JOEfC.
HL<br />
BOEK<br />
1566.<br />
434 DE AFVAL DER<br />
geheime bevelen uit Madrid tot afte<br />
mogelijke zagtheid vermaand , liet nog<br />
een en andermaal de Stad voorflaan,<br />
de haar toegedagte bezetting intene*<br />
men; dog daar zij bij de weigering<br />
bleef volharden , werd zij door<br />
ene openlyke Akte voor oproerig verklaard,<br />
en NOIRCARMES- kreeg bevel<br />
, pm haar te belegeren. Aan alle<br />
de overige Provinciën werd verboden<br />
, deze oproerige Stad met raad ,<br />
geld of wapenen bijteliaan. Alle hare<br />
goederen werden verbeurd verklaard.<br />
Om haar den oorlog te laten<br />
zien, voor dat hij denzelven werkelijk<br />
begon, en om haar tot een verftandig<br />
nadenken tijd te laten, trok<br />
NOIRCARMES uit geheel Henegouwen<br />
en Kamerijk krijgsvolk bijeen, nam<br />
St. Amant in bezit, cn leide bezetting<br />
in alle naastgelegene plaatfen. Uit de<br />
behandeling van Valenchijn konden alle<br />
Overige Steden, die in hetzelfde ge-<br />
Val waren , befluiten , wat lot haar befchoren<br />
was, en hierdoor" werd het gehele<br />
Verbond in beweging gebragt. Een<br />
Geuzenleger , tusfehen de drie - en vier<br />
duizend man fterk, dat uit landlopers<br />
en het overfchot der Beeldftormers in<br />
der haast was zamengeraapt, verfchijnt<br />
in het gebied van Doornik en Lillo,<br />
Dm zig van deze beide fteden te ver-<br />
Zekeren , en den Vijand voor Valenchijn<br />
te ontrusten. De Gouverneur van<br />
Lillo had het geluk , een gedeelte
NEDERLANDEN; 435<br />
daarvan , dat, met overleg der Protcftan-<br />
HL<br />
i-en van die ftad, enen aanflag had ge<br />
BOEK;<br />
maakt , om dezelve te vermeesteren ,<br />
op de vlugt te flaan , en zijne ftad te<br />
beveiligen. Ten zelfden tijde werd het<br />
Geuzenleger, dat bij Launoy nutteloos<br />
den tijd verfpilde , door NOIRCARMES<br />
overvallen , en bijna geheellijk in de<br />
pan gehakt. Die weinigen, welken zig<br />
met wanhopige dapperheid 'er hadden<br />
doorgeflagen, wierpen zig in de ftad<br />
Doornik, welke door den overwinnaar<br />
dadelijk bevel ontving, om de poorten<br />
te openen , en bezetting intenemen;<br />
Hare fpoedige onderwerping befchikte<br />
haar een zagter lot. NOIRCARMES'<br />
vergenoegde zig, met het Protestantfché<br />
Konfistorie aldaar te vernietigen , de<br />
Leeraars te verbannen , de hoofden der<br />
muitelingen te ftraffen , en den Roomfchen<br />
Godsdienst , welken hij bijna geheel<br />
onderdrukt vond , te herftellen. Na<br />
dat hij haar zekeren Roomfchen Bevelhebber<br />
gegeven , en ene genoegfame bezetting<br />
had agtergelaten ^ trok hij met zijn overwinnend<br />
leger weder naar Valenchijn<br />
om het beleg vöordtezetten. Deze<br />
Stad , trotsch op hare yèrfterking, ftelde<br />
zig kragtdadig in ftaat van tegenweer<br />
, vastelijk befloten hebbende het<br />
uiterfte te wagen. Men had niet verzuimd<br />
zig van krijgs-en mondbehoeften<br />
voor een. langdurig beleg te voorzien<br />
; alles 4 wat maar wapens kon<br />
dragen, de handwerksina'n zelfs hkt<br />
Ee 2
436 DE AFVAL DER l<br />
uitgezonderd, werd Soldaat; de hui<br />
BOEK, zen voor de Stad , . en in de eerfte<br />
plaats de Kloosters , werden omver<br />
gehaald, opdat de belegeraars zig<br />
daarvan niet tegen de Stad mogten<br />
bedienen. De weinige Koningsgezinden,<br />
door de menigte verdrukt, zwegen;<br />
geen Roomfche durfde het wagen ,<br />
zig te roeren. Regeringloosheid en oproer<br />
hadden de plaats van goede orde<br />
ingenomen , en de geestdrijverij van<br />
enen doldriesten Priester ftelde de wet.<br />
De manfchap was talrijk, hun moed<br />
wanhopig, hun vertrouwen op ontzet<br />
zeker, en hun haat tegen den Roomfchen<br />
Godsdienst ten hoogften top geftegen.<br />
Velen hadden gene genade te<br />
wagten , allen verfoeiden het gemene<br />
juk ener geweld-oefenende Bezetting.<br />
NOIRCARMES, wiens leger door de<br />
hulpbenden , welke hem van alle kanten<br />
toevloeiden , verbazend aangegroeid,<br />
en van alle noodwendigheden»<br />
ener langdurige blokkering rijkelijk voorzien<br />
was, beproefde nog eenmaal de'<br />
Stad door goedheid te bewegen, dog<br />
te vergeefs. Hij liet dus alle de loopgraven<br />
openen ? en maakte zig gereed<br />
, om de Stad intefluiten (*)<br />
: De toeftand der Protestanten was<br />
inmiddels zo veel ftegter geworden,<br />
(*) BURG. 379. 411-418. METEREN 9?.<br />
pp. STRADA 176. vi au ad nare ER. Epift.<br />
*• f 1<br />
" - , J-V.
NEDERLANDEN. 437<br />
«Is de Landvoogdes in fierkce was<br />
toegenomen. Het Verbond der Edelen<br />
was langfamerhand tot op het derde<br />
gedeelte verfmolten. Zommigen van deszelfs<br />
voorname voorftanders , gelijk<br />
de Prins van G-AVRE , waren weder<br />
tot den Koning overgegaan ; de gelden<br />
, waarop men zo vast gerekend<br />
bad, werden zeer fpaarfaam opgebragt;<br />
de ijver der Protestanten begon merkelijk<br />
te verflaauwen , en met het<br />
zagte jaargetijde moesten nu de openbare<br />
preéken ook een einde nemen ,<br />
welke hen tot hiertoe in beweging<br />
hadden gehouden. Dit alles te zamen<br />
genomen, bewoog de onderlcggendc partij<br />
, hare eifchen te matigen , cn ,<br />
voor dat zij het uiterfte waagde , alle<br />
onfchuldige middelen te beproeven.<br />
In ene algemene bijeenkomst der Protestanten<br />
, welke tot dat einde te<br />
Antwerpen werd gehouden , en waar<br />
ook enigen der Verbondenen verfchenen<br />
, werd befloten , aan de Landvoogdes<br />
ene bezending te doen, haar<br />
over het breken van haar woord te<br />
onderhouden , en haar aan het gemaakte<br />
verdrag te herinneren, BREDE<br />
RODE nam dezen last op zig, maar<br />
moest ondervinden , dat hij op ene<br />
harde en vernederende wijze afgewezen<br />
, en zelfs buiten Brusfel gefloten<br />
wierd. Daarop nam hij zijne toevlugt<br />
tot een fchriftclijk • opftel , waarin hij<br />
zig uit naam van •• hét. gehele Verbond<br />
Ee 3<br />
III.<br />
BOEK.
III.<br />
BOEK.<br />
438 'DE AFVAL DER<br />
beklaagde , da: de Hertogin hen voor<br />
het oog van alle Protestanten, die ,<br />
op borgftelling van het Verbond , de wapenen<br />
hadden nedergelegd, door het<br />
breken . van haar woord , logenitrafte ,<br />
en al het goed, wat de Verbondenen<br />
hadden uitgewerkt, door intrekking<br />
van hare vergunningen , weder vernietigde<br />
; dat zij het Verbond in de ogen<br />
des Volks had gezogt te verlagen ,<br />
twedragt onder deszelfs leden geltookt,<br />
en velen onder dezelven als misdadigers<br />
had laten vervolgen. Hij drong bij<br />
haar aan, dat zij hare nieuwe verordeningen<br />
zou herroepen, waardoor dea<br />
Protestanten hunne vrije Godsdienst-oefening<br />
benomen was; dog boven al,<br />
dat zij het beleg van Valenchijn zou<br />
opbreken, de nieuw-ge worvene benden<br />
afdanken , onder welke voorwaarde alleen<br />
het Verbond voor de algemene<br />
rust durfde borg blijven. Hierop ant-r<br />
woordde de Landvoogdes op enen toon,<br />
die van hare vorige gematigdheid veel<br />
verfchilde. „ Wie die Verbondenen zijn,s,<br />
welke zig in dit fchrifc bij mij aah-<br />
„ melden , is voor mij inderdaad een<br />
„ raadfel. De Verbondenen, met wel--<br />
$ ken ik te doen had, zijn , zo ik<br />
„ wèl onderrigt bei;, uit elkander ge-<br />
„ gaan, Allen ten minsten kunnen aan'<br />
dit klaagfchrift geen deel hebben,<br />
„ want ik zelve kenne velen , die»<br />
„ in alle hunne eifehcn voldaan zijlat<br />
v de , tot hunnen pligt zijn wederge,-..
NEDERLANDEN. 439<br />
, keerd. Doch wie het ook zij, die III.<br />
H zig hier geheel onbevoegd , en zonder BOEK.<br />
„ regt of naam tot mij wendt, ze-<br />
„ ker is het, dat hij aan mijne woor-<br />
„ den ene zeer verkeerde uitlegging<br />
heeft gegeven , wanneer hij daaruit<br />
opmaakt, dat ik den Protestanten<br />
„ Vrijheid van Godsdienst heb toege-<br />
„ zegd. Niemand kan onkundig zijn,<br />
„ hoe hard het mij reeds gevallen is,<br />
„ de préken op die plaatfen toete-<br />
„ laten , waar men die zeiven heeft<br />
ingevoerd, en dit kap tog niet wel<br />
^ ene vergunde Geloofs-Vrijheid heten.<br />
„ Hoe zou het in mij hebben kunnen op-<br />
3 komen , die onwettige Konfistoriën on-<br />
• der mijne befcherming te nemen,<br />
dezen Staat in den Staat te dulden?<br />
„ Hoe zoude ik mij zo ver hebben<br />
kunnen vergeten , om aan ene ver-<br />
'„ foeilijke Sekte op die wijze een aan-<br />
" zien van wettigheid te geven, alle<br />
„ orde in Kerk en Staat omteke-<br />
H ren, en mijnen heiligen Godsdienst<br />
" zo gruwelijk te fchandvlekken ? Houdt<br />
^ u aan hem , die u deze vrijheid<br />
„ gegeven heeft, maar gij moet met<br />
mij niet in het regt treden. Gr<br />
\ befchuldigt mij , dat ik het verdrag<br />
" gefchonden heb , volgens 't welk i<br />
'-' ftraffeloosheid en veiligheid belooft<br />
was. Het voorledene heb ik u kwiji<br />
" gefcholden, maar niet het gene gi<br />
„ in 't vervolg zoudt begaan. Uw ver<br />
" zoekfchrift van den vorigen April<br />
Ee 4<br />
zoi
HI.<br />
BOEK.<br />
440 DE AFVAL DER<br />
„ genen van u-allen enig nadeel toebren-<br />
„ gen, _ cn dat heeft het ook , zo<br />
„veel ik weet, niet gedaan; maar<br />
„ wie zig federt van nieus tegen<br />
„ 's Konings Hoogheid vergrepen heeft,<br />
„ moge dc gevolgen van zijne misdaad<br />
„ dragen. Eindelijk , hoe durft gij be-<br />
„ Haan , mij aan een verdrag tc herin-<br />
n c r c n<br />
p i<br />
d a<br />
t gij zeiven eerst ver-<br />
„ braken hebt ? Op wiens aanffoken<br />
„ zijn de Kerken geplonderd, de üeel-<br />
,, den der Heiligen in Hukken ge-<br />
„ fmeten , en de Steden tot opftand'<br />
„ vervoerd ? Wie heeft verbindenisfen<br />
„ met vreemde ' Mogendheden gemaakt %<br />
L, ongeoorloofde wervingen ondernomen*<br />
9 en van de onderdanen des Konings<br />
» onwettige belastingen gevorderd ? Daarp<br />
om is het, dat ik krijgsvolk heb"<br />
, zamengebragt ; daarom zijn de Pk-<br />
, katen fcherper gemaakt. Wie mij"<br />
, vergt de wapenen weder neêrte-<br />
> teggen , kan het nimmer wèl me-<br />
, nen met zijn Vaderland en den Koi<br />
n<br />
. in<br />
S»<br />
e n<br />
zo gij u zeiven lief hebt ,<br />
f ziet toe, dat gjj uwe eigene dai<br />
den van fchuld vrij pleit, inplaats<br />
van de mijne te beoordeelen" (*).<br />
Alle hoop tot een minfaam vergejk<br />
was den Verbondenen door deze<br />
h ooggeflemde verklaring benomen. Zond<br />
:r van enen fierken ruggefleun ver-<br />
C*) TlIUAN 5 2 3. 5 2 4. S T R A D A ito. l6?ft<br />
is<br />
JRG. 433' 434" 435» M E T E R E N pó^p^.
NED ERLANDEN. ' 44»<br />
zekerd te zijn, kon de Landvoogdes HL<br />
zulk ene taal niet voeren. Er Hond BOEK..<br />
een leger in het veld, de vijand was<br />
voor Valenchijn , de voornaamftcn van<br />
het Verbond' waren afgevallen , en de<br />
Landvoogdes eischte ene onbepaalde onderwerping.<br />
Hunne zaak Hond - tans zo<br />
flegt , dat een openbare tegendand dezelve<br />
niet kon verflimmeren. Gaven<br />
zij zig weerloos aan hunne vergramde<br />
lieren over, dan was hun ondergang<br />
zeker, maar dc weg van wapenen<br />
kon dcnzclven ten minsten nog<br />
twijfelagtïg maken; dus kozen zij den<br />
laadlen, cn begonnen met ernst aan<br />
hunne verdediging tc werken. Om zig<br />
enig regt op de hulp der Duitfche<br />
Protestanten te verwerven, wilde L o-<br />
D E W IJ K VAN NASSAU de deden<br />
Amderdam , Antwerpen , Doornik en<br />
Valenchijn overhalen, om zig bij de<br />
Augsburgfche Belijdenis te voegen , cn<br />
zig op' die wijze naauwer aan derzelver<br />
Godsdienst te verbinden ; een<br />
voordag, welke niet tot ftand kwam,<br />
dewijl de Godsdiensthaat der Kalvinisten<br />
tegen hunne Euangelifche Broederen<br />
den afkeer, dien zij tegen<br />
het Pausdom hadden, zo 'het mogelijk<br />
was , nog overtrof. Nu begon N A S-<br />
SAU in Vrankrijk, in de Palts er<br />
in Saxen , met ernst over ondei'danc<br />
tc handelen. Dc Graaf van Bergen<br />
-«irderkte zijne Kastelen. BRE<br />
p £ RODE wierp zig met een kleir<br />
Ec 5
ïff.<br />
BOEK,<br />
442 DE AFVAL DE II<br />
leger in zijne vaste ftad Vianen aan<br />
de Lek, over welke hij zig de<br />
regten van Oppermagt aanmatigde , en<br />
welke hij Ipoedig in ftaat van verdediging<br />
bragt, om hier ene verfterking<br />
van het Verbond, en den uitflag<br />
van NAS SA u's onderhandelingen<br />
aftewagten. De Krijgsbaniere was nu<br />
opgeheven, overal werd de trom geroerd;<br />
allerwegen zag men krijgsvolk<br />
trekken , werd geld ingezameld, werden<br />
foldaten geworven. De Onderhandelaars<br />
van beide zijden ontmoete<br />
ten elkander dikwijls in de zelfde plaats ;<br />
en naaulijks hadden de Aannemers en<br />
Wervers der Landvoogdes ene ftad<br />
verlaten , of zij moest" van de Makelaars<br />
des Verbonds dezelfde geweldadigheid<br />
ondergaan (*).<br />
Van Valenchijn vestigde de Landvoogdes<br />
hare aandagt op 's Hertogenbosch<br />
, in welke ftad de Beeldenftormers<br />
nieuwe baldadigheden gepleegd<br />
hadden, en de aanhang der<br />
Protestanten tot ene fterke meerder^<br />
heid was geraakt. Om de burgerij<br />
langs enen zagten weg tot het innemen<br />
van bezetting overtehalen,<br />
zond zij den Kanfelier SCHEIF van<br />
Braband, met enen Raadsheer MERO-<br />
DE van Petersheim , dien zy tot Bevelhebber<br />
der Stad gefchikt had, als<br />
(*) TlIUAN 524. STRADA l6. J-tG L. acSj,<br />
HOPPER. Epist. 3,
NEDERLANDEN.' 443'<br />
Gezanten derwaards , welke zig op<br />
ene zagte wyze van dezelve zouden<br />
verzekeren , en de Burgerij enen nieuwen<br />
eed van gehoorfaamheid afvorderen.<br />
Te gelijk kreeg de Graaf van<br />
Meo-en, die met een deel Krijgsvolk<br />
in de nabuurfchap ftond, bevel,<br />
om op de Stad aanterukken,<br />
ten einde den last der beide<br />
Gezanten te onderftcunen, en tevens<br />
bezetting daarin te kunnen brengen.<br />
Maar BREDERODE, die te Vsanen<br />
hiervan tijding kreeg, zond enen zijner<br />
afhangelingen , zekeren ANTONIJ<br />
•VAN BOM BERG, enen driftigen Kalvinist,<br />
doch die als een braaf Sob<br />
daat bekend ftond, derwaards , ' om<br />
den moed van zijnen aanhang in die<br />
ftad optebeuren, en de aanflagen der<br />
Landvoogdes te verijdelen. Het gelukte<br />
dezen VAN BOMRERG, de brieven<br />
, welken de Kanfelic-r van de Landföogdes<br />
had medegebragt , in handec<br />
te krijgen , en valfche in de plaats<br />
te ftcllen, welke door hunne harde<br />
en gebiedende taal de Burgerij verbitterden.<br />
Insgelijks wist hij de beide i<br />
Gezanten der Hertoginne verdagt tc<br />
maken, als of zij kwade voornemens<br />
tegen de Stad hadden, H welk bij<br />
het Gemeen zo veel ingangs vond ,<br />
dat hetzelve zig in dolle woede tegen<br />
de Gezanten vergreep, en her<br />
gevangen nam. Hij zelf plaatfte zig<br />
san het hoofd van agthonderd manj<br />
HL<br />
BOEK
444 DE AFVAL DER<br />
III. welke ;hcm tot hunnen aanvoerder be<br />
BOEK noemd hadden , tegen den Graaf van<br />
Megen , die in flagorde op de Stad<br />
aantrok , en ontving dezen zo wel met<br />
grof gefchut, dat MEGEN onverrigter<br />
zake moest aftrekken. De Landvoogdes<br />
liet vervolgens hare Gezanten door<br />
enen Geregtsbode terug eifchen, en «<br />
in geval van weigering, de Stad met<br />
een beleg dreigen; dog VAN BOMBERG<br />
bezettede met zijnen aanhang het Raadhuis<br />
, en dwong de Regering, hem<br />
de fleutels der Stad overteleveren. De<br />
Geregtsbode werd met fpot afgewezen,<br />
en aan de Landvoogdes door hem geantwoord<br />
, dat men het op het bevel<br />
van BREDERODE zou laten aan'<br />
komen, hoe met de gevangenen gehandeld<br />
moest worden. De Bode , die<br />
buiten de Stad ftil hield, verfcheen<br />
nu om hun den Oorlog te verklaren ,<br />
't welk egter nog door den Kanfelier<br />
belet werd (*) «<br />
Na den mislukten aanflag op 's Hertogenbosch<br />
, wierp de Graaf van Megen<br />
zig binnen Utregt, om een zelfde<br />
oogmerk van BREDERODE met die<br />
Stad voortekomen. Deze Stad, welke<br />
van het leger der Verbondenen,<br />
dat niet verre van daar bij Vianen lag,<br />
veel had te lijden , nam hem met ope-<br />
(*) THUAN. 525. STRADA I70. BURG,<br />
423. 424. 427. 428. VIGL. ad HOPPER. Epist.
NEDERLANDEN. 44$<br />
ne armen als haren Befchermer aan, HL<br />
en fchikte zig naar alle de verande BOE K'.<br />
ringen ,. welken hij in hunnen Godsdienst<br />
maakte. Terltond daarop liet hij<br />
aan den oever van de Lek ene fchans<br />
opwerpen , uit welke hij Vianen kon<br />
heilrijken. BREDERODE, genen lust<br />
hebbende, om hem binnen die Stad<br />
aftewagten, verliet met het beste gedeelte<br />
van zijn Leger - deze flandplaats ,<br />
en trok in alk haast naar Amfterdam<br />
(*><br />
Zo nutteloos als de Prins van Oranje<br />
, gedurende deze bewegingen , zijnen<br />
tijd te Antwerpen fcheen te verfpillen,<br />
zo werkfaam was hij in deze<br />
fchijnbare ledigheid. Op raad van hem<br />
had het Verbond geworven, en BRE<br />
DERODE zijne Sloten verfterkt, waartoe<br />
hij hem zelfs drie Hukken Kanon<br />
gefchonken had, welken hij te Utregi<br />
'had laten gieten. Hij hield een wakend<br />
oog op alle bewegingen van he<br />
Hof, en het Verbond werd door hen b<br />
tegen eiken ' aanllag gewaarfchoud , wel<br />
ke op deze of gene ftad gemaak<br />
wierd. Maar zijn hoofd- toeleg fcheei i<br />
te zijn, zig van de voornaamfte plaat<br />
fen van zijn Stadhouderfchap meeste r><br />
te maken; ten welken einde hij de: i<br />
aanflag van BREDERODE op Utregt ei 1<br />
Amfterdam met alle magt had gezog t<br />
(*) STRADA 170, VIÜL. ad 110 PP EI<br />
Epist. 5.
4*6 DÊ AFVAL DER<br />
ni. te bevorderen (*). De gewigtigfte plaats<br />
BOEK . was het Zeeufche Eiland Walcheren,<br />
. waar men ene landing des Konings<br />
vermoedde; en öm dit te overrompelen<br />
, beraamde hij tans enen aanflag,<br />
welks uitvoering een der verbondene<br />
Edelen, een vertroud vriend des Prin<br />
fen van Oranje, JOHAN VAN MAR<br />
NIX, Heer van Thouloufe, broeder<br />
van FILIPS VAN ST. ALDEGONDE,<br />
op zig nanu THOULOUSE hield geheime<br />
verffandhouding met den gewezen<br />
Amtman van Middelburg, PETER<br />
HAAK, welke hem gelegenheid zou<br />
verfchaffen , om in Middelburg en Vlisfingen<br />
bezetting te brengen, maar de<br />
werving, welke voor deze onderneming<br />
te Antwerpen gefchiedde, kon zo ftil<br />
niet gedaan Worden, dat de Regering<br />
geen agterdogt kreeg. Om nu deze gefust<br />
te hellen, en tevens zijn voornemen<br />
te bevorderen , liet de Prins aan<br />
alle vreemde Soldaten en andere vreemdelingen<br />
, welke niet in dienst van<br />
den Staat Waren , of anders iets by<br />
der hand hadden, openlijk aanzeggen,<br />
dat zij zonder vertoef de Stad moesten<br />
ruimen. Hij had, zeggen zijne<br />
Vijanden , door het fluiten der poorten<br />
Zig gemakkelijk van alle die verdagte<br />
Soldaten meester kunnen maken: maar<br />
hij dreef hen ter Stad uit, om hen.<br />
des te fchielijker aan de plaats hua*<br />
GROTIUS 23.
NEDERLANDEN. 447<br />
ner beftemming te krijgen. Zij werden<br />
dan dadelijk op de Schelde ingefcheept,<br />
en tot voor Rammekens gevoerd ; doch<br />
daar men door het marktfchip van Antwerpen<br />
, welk kort vóór hun binnen<br />
kwam, in Vlisfingen reeds van hunnen<br />
aanflag berigt had ontvangen , werd hun<br />
hier het inlopen in de haven geweigerd.<br />
De zelfde zwarigheid bejegende<br />
hen bij Aarnemuiden , nabij Middelburg<br />
, in welke Stad de Onroomfchen<br />
te vergeefs hun best deden, om ten<br />
hunnen voordele enen opftand te verwekken.<br />
THOULOUSE liet dus onverrigter<br />
zake zijne fchepen wenden, en<br />
zeilde de Schelde weder af tot aan<br />
Oosterwele, een vierde mijl van Antwerpen<br />
, waar hij zijn Volk ontfeheepte,<br />
en langs den oever een Leger<br />
opfloeg, met oogmerk, om zig hier<br />
liit Antwerpen te verfterken, en den<br />
moed van zijnen aanhang, die door<br />
de Regering onderdrukt werd, door<br />
zijne nabijheid levendig te houden. Door<br />
de hulp der Hervormde Geestelijken,<br />
welke in de Stad het werk van Wervers<br />
voor hem verrigtten, werd zijn<br />
klein leger van dag tot dag fterker,<br />
zo dat het eindelijk voor de Antwerpenaren<br />
gedugt begon te worden , wier<br />
gehele grondgebied door hun verwoest<br />
werd. De verbitterde Magiftraat wilde<br />
hen hier door het Stads-Krijgsvolk<br />
laten overvallen, 't welk echter de Prins<br />
Yaa Oranje, onder voorwendfel dat<br />
IIT.<br />
BOEK»
m.<br />
BOEK.<br />
44« Dli AFVAL DER<br />
het niet raadfaam was de Stad tan?;<br />
van Soldaten te ontbloten, wist te<br />
beletten. Intusfchen had. de Landvoogdes<br />
in der haast een klein leger<br />
tegen hen bijeengebragt, ' t welk onder<br />
bevel van FILIPS VAN LANOOY,<br />
met groten fpoed uit Brusfel tegen<br />
hen aanrukte. Te gelijk wist de Graaf<br />
van Megen het Geuzenleger bij Vianen<br />
zo wèl intefluiten en bezig te<br />
houden , dat het noch van deze" bewegingen<br />
iets vernemen , noch zijnen.<br />
Bondgenoten te hulpe kon komen. LA-<br />
N o o IJ viel de verftrooide hopen , welke<br />
op plundering waren uitgegaan ,<br />
onverhoeds op het lijf, vcrfloegze en<br />
richtte een vreeslijk bloedbad aan. Tnou-<br />
LOÜSE vlood met het kleine overfchot<br />
van zijn volk in een landhuis,<br />
dat hem tot hoofdkwartier had gediend<br />
, cn bood met den moed eens<br />
wanhopigen nog lang tegenftand, tot<br />
dat LANOOY, die hem door geen<br />
ander raiddel daaruit kon drijven , het<br />
huis in brand liet Heken. De weinigen<br />
, welke uit de vlammen ontkwamen<br />
, vielen in het zwaard des"<br />
vijands , of vonden den. dood in de<br />
Sehelde. Deze overwinning, welke meer<br />
dan duizend der vijanden ombragt,<br />
kwam den overwinnaar op gering verlies<br />
te ftaan , daar hij m zijn . gehele<br />
leger niet meer dan twe man<br />
vermiste. Drie honderd, welke zig levende<br />
overgaven , werden , dewijl men<br />
uit
NEDERLANDEN. 449<br />
lilt Antwerpen enen aanval vreesde,<br />
zonder genade op de plaats neêrgefabeld<br />
(*).<br />
Voordat de flag aanging, had men te<br />
Antwerpen niets gemerkt. De Prins<br />
Van Oranje, welke vroegtijdig daarvan<br />
berigt had bekomen , had de<br />
voorzigtigheid gebruikt, om de bruggen<br />
, welke de Stad met Oosterweel<br />
Verenigen, den vorigen dag te laten<br />
afbreken, opdat, gelijk hij voorgaf,<br />
de Kalvinisten uit de Sta'd niet in<br />
verzoeking mogten komen, om zig<br />
bij het leger van THOULOUSÈ té<br />
voegen; dog waarfchijnlijker, op dat<br />
de Katholijken het Geuzen-leger niet<br />
in de rug mogten vallen, of ook<br />
LANOOY , wanneer hij overwinnaar<br />
wierd, niet in de ftad mogt dringen.<br />
Om die zelfde reden werden<br />
ook op zijn bevel de poorten gefloten<br />
, en de inwoners, welken vari<br />
al dien toeftel niets begrepen, wareri<br />
fteeds tusfehen nieusgierigheid en vrees,<br />
tot dat het balderen van 't gefchut<br />
bij Oosterweel , hen van verre aankondigde<br />
, wat daar omging. Vol drifts<br />
en met gehele hopen loopt tans alles<br />
naar de wallen en op de muren<br />
, Waar men , toen de wind den<br />
buskruid-damp der vegtende legers verfpreidde,<br />
het gehele fchoufpel . van<br />
(*) METER EN 97. 98. BURG. 440. 441,'<br />
STRADA 171. I72. THUAN. L.' 41,<br />
I. DEEL'. Ff<br />
Ut<br />
BOEK.'
III.<br />
BOEK.<br />
450 DE AFVAL DER<br />
een gevegt kwam te zien. . Beide<br />
legers waren zo nabij de Stad,<br />
dat men derzelver vaandels kon onderfcheiden,<br />
en de Hemmen van overwinnaars<br />
en overwonnenen duidelijk onderkennen.<br />
Schrikkelijker, dan de flag<br />
zelf, was de gedaante, waarin zig deze<br />
Stad tans vertoonde. Elk der ftrijdende<br />
legers had zijnen aanhang en<br />
zijne vijanden op de muren; Alles<br />
wat beneden voorviel, verwekte boven<br />
vreugde en fchrik ; de uitflag van 't<br />
gevegt fcheen het lot van eiken aanfchouwer<br />
te beflisfen. Elke beweging<br />
op het flagveld ; nederlaag en overwinning<br />
; de fchrik der onderliggenden<br />
en de woede der overwinnaars,<br />
ftonden op de aangezigten der Antwerpenaars<br />
gefchilderd. Hier een pijnlijk<br />
vrugteloos pogen om den bezwijkenden<br />
te onderfleunen , de vltigtenden<br />
tot ftaan tc bewegen ; daar ene<br />
even vrugteloze drift om hen intehalen<br />
, aftemaken , te verdelgen. Bij<br />
de levendigftc deelneming, die onmogelijkheid<br />
om dezelve werkfaam te<br />
betonen ; dat onvermogen bij de vurigfte<br />
drift ; die afftand en die nabijheid<br />
, dit alles maakte den toeftand<br />
verfchrikkelijk. Ziet daar vlugten de<br />
Geuzen, en nu zijn tienduizend menfchen<br />
gelukkig geworden : de laatfte<br />
fchuilplaats van TOULOUZE ftaat in<br />
vlammen, en twintigduizend Burgers<br />
in Antwerpen fterven den vuurdood
NEDERLANDEN. '451<br />
friet riem. Maar welhaast moet de HL.<br />
verllomdheid van den eerften fchrik BOEK;<br />
voor de woedende drift om te helpen,<br />
voor de wraak , plaats maken.<br />
Onder een luid gekerm, het wringen<br />
der handen, en met losgemaakte<br />
hairen, vliegt de . weduwe van den<br />
verflagen Veldheer door den hoop ,<br />
cn roept om wraak en medelijden.<br />
De Kalvinistcn, door hunnen Apostel<br />
HERMAN aangevuurd, grijpen naar de<br />
wapens , met vast befluit om hunne<br />
broederen te wreken , of met<br />
hun omtekomen: zonder overleg of<br />
doel , zonder aanvoerder, door niets<br />
dan door droefheid en woede beftuurd;<br />
vliegen zij naar de Rode Poort ,<br />
waarilit men naar het flagveld moest<br />
gaan ; maar ziet, daar is geen uitweg<br />
! de poort is gefloten, en de<br />
voorden werpen zig op de agterfteri<br />
te rug. Duizenden verzamelen zig bij<br />
duizenden; op de Meerbrug is een<br />
vreeslijk gedrang. Allen riepen : wij<br />
zijn verraden ! wij zijn gevangen! Wraak<br />
over de Paapfchen ! wraak over hem,<br />
die ons verraden heeft! Een dof,<br />
oproer-aankondigend gemor, heerscht onder<br />
den gehelen hoop. Men begint<br />
vermoeden tc krijgen , dat al het gebeurde<br />
door de Roomfchen beftokert<br />
is, om de Kalvinisten te verdelgen.<br />
Hun verdediger was vermoord, nu zou<br />
men zelfs de werelozen aantasten. Met<br />
ene rampzalige behendigheid verfpreidc<br />
Ff 3
III.<br />
BOE K.<br />
45» DE AFVAL DER<br />
zig dit vermoeden door geheel Anf><br />
werpen. Tans dagt men de oplosfing<br />
van het voorledene gevonden te hebben<br />
, en vreesde iets nog ergers agterna.<br />
Een akelig wantrouwen vermeestert<br />
aller gemoederen; elke partij beeft<br />
voor de andere ; elk ziet in zijnen<br />
nabuur zijnen vijand; de heimelijkheid<br />
vermeerdert deze vrees en deze<br />
ontfteltenis: een vcrfchrikkelijke toeftand<br />
voor ene zo volkrijke Stad, waar<br />
elke toevallige zamcnloop van menfchen<br />
dadelijk een' opftand, elke uitgeltrooide<br />
inval een gerugt, elke kleine vonk<br />
een laaie vlam wordt, en alle hartstogten<br />
, door de fterke wrijving, te heviger<br />
ontbranden. Alles , wat Hervormd<br />
heet, raakt op dit gerugt in beweging.<br />
Vijftienduizend van dezen aanhang,<br />
maken zig meester van de Meerbrug<br />
, en planten zwaar gefchut op dezelve<br />
, 't welk met geweld uit het<br />
tuighuis gehaald werd ; op ene andere<br />
brug gefchiedt het zelfde; hun<br />
aantal maakt hen gedugt, de Stad<br />
is in hunne handen : om een ingebeeld<br />
gevaar te ontgaan, brengen zij<br />
Antwerpen op den oever van 't verderf.<br />
Reeds in 't begin van den opftand<br />
had- de Prins van Oranje zig<br />
in aller ijl naar de Meerbrug begeven<br />
, waar hij- kloekmoedig door den<br />
Woedenden hoop henen floeg, vrede<br />
gebood , en om gehoor bad. Op de<br />
andere brug beproefde de Graaf van:
NEDERLANDEN. 45S<br />
Hoogftraten, verzeld door den Burge HL<br />
meester STRALEN , het zelfde ; dan BOEK.<br />
daar het dezen zo wel aan gezag<br />
als aan welfprekendheid haperde , wees<br />
hij den dollen hoop, die hem zeiven<br />
te flerk werd, naar den Prins , op<br />
welken tans geheel Antwerpen losftorm<br />
de. Deze zogt hun te beduiden,<br />
dat de poort om gene andere reden<br />
gefloten was, dan om den overwinnaar<br />
, wie hij ook ware, van de<br />
Stad aftehouden , welke anders een<br />
roof der foldaten zou zijn geworden.<br />
Te vergeefs: deze razende benden<br />
geven hem geen gehoor, en een<br />
der dolflen uit dezelven verflout zig<br />
zelfs zijn geweer op hem aanteleggen<br />
, en hem voor enen verrader<br />
te fchelden. Met een oproerig gefchreeu<br />
eifchcn zij hem de fleutels<br />
van de Rode Poort af, welken hij<br />
eindelijk genoodzaakt is in handen van den<br />
Preker HERMAN te fiellcn. „ Maar,"<br />
voegde hij met ene gelukkige tegenwoordigheid<br />
van geest daarbij , „ zij<br />
„ moesten toezien, wat zij dedem •, in<br />
„ de voorffad flonden zeshonderd vijan-<br />
„ delijke Ruiters gereed om hen te<br />
„ ontvangen." Deze uitvinding, hem<br />
door nood en angst ingegeven, was<br />
niet zo verre bezijden de waarheid,<br />
als hij misfehien zelf wel dagt ; Want<br />
de overwinnende Veldheer had niet<br />
zodra het oproer te Antwerpen vernomen<br />
, of hij had zijne<br />
ff 3<br />
gehele Rui
HL<br />
BOEK,<br />
454 DE AFVAL DER<br />
terij laten opzitten, om onder begunstiging<br />
van dezelve in de Stad<br />
re dringen. ,, Ik altans," vervolgde de<br />
Prins van Oranje , „ zal intijds' voor<br />
mijne veiligheid zorgen, en wie<br />
„ mijn voorbeeld volgt, zal daarvan<br />
„ geen berouw hebben." Deze woorden<br />
, op hunnen tijd gefproken, en<br />
te gelijk door de daad ' zelve gevolgd<br />
, 'vonden ingang. Die naast bij<br />
hem ftonden, volgden hem, en dezen<br />
werden wederom gevolgd van de<br />
genen , die hun het naast waren,<br />
zo dat eindelijk die weinigen, welken<br />
reeds vooruit gefneld waren, niemand<br />
ziende agter hen komen, den lust<br />
verloren, om zig alleen tegen de<br />
zeshonderd Ruiters te wagen. Alles<br />
plaatfte zig nu weder op de Meerbrug<br />
, waar men wagten en voorposten<br />
uitzettede, en enen onltuimigen<br />
nagt onder de wapens doorbragt (*).<br />
De Stad Antwerpen werd tans met'<br />
het fchrikkelijkfie bloedbad en ene volkomene<br />
plondering bedreigd. In dezen<br />
dringenden nood riep de Prins van<br />
Oranje enen buitengewonen Raad bijeen ,<br />
waartoe de beste Burgers uit de vier.<br />
Natiën genomen werden. „ Zo men den<br />
„ moedwil der Kalvinisten wil bcteugej,<br />
len," zeide hij, „ moet men insgelijks<br />
M een leger, tegen hen op de been<br />
» brengen, dat gereed is om hen te<br />
BURG. 444. — 447. STRADA 172.
NEDERLANDEN. 455<br />
ontvangen." Er werd derhalven beflo- III.<br />
t'en, de Roomfche Inwoners van de BOEK.<br />
Stad', inborelingen, Italianen en Spanjaarden,<br />
met allen ipoed onder de wapens<br />
te brengen, en, ware het mogelijk,<br />
ook nog de Lutherfchen in<br />
deze partij te trekken. De heerschzu°t<br />
der Kalvinisten , die trotsch op<br />
hunnen rijkdom, en Hout op hunne<br />
meerderheid, eiken anderen Godsdicnstigen<br />
aanhang met veragting behandelden<br />
, hadden reeds lang de Lutherfchen<br />
tot hunne vijanden gemaakt, en<br />
de verbittering van deze beide Protestantfche<br />
Kerken tegen elkander was<br />
van enen onverzoenlijker aart , dan de<br />
haat, welken zij tegen de heerfchende<br />
Kerk met elkander gemeen hadden.<br />
Van deze wederzij dfche ijverzugt<br />
had de Magiftraat het wezenlijke voordeel<br />
getrokken, van de ene partij<br />
door de andere, doch voornamehjkg.de<br />
Kalvinisten, van welker aanwas het<br />
meeste te vrezen was , binnen de<br />
palen te houden. Om die reden had<br />
zij de Lutherfchen, als de zwakfte<br />
partij , en de vreedfaamfte van beiden,<br />
ftilzwijgende in hare befcherming<br />
genomen, en zelfs geestelijke Leeraars<br />
uit Duitschland voor hun laten ko^<br />
men, welke dezen wederkerigen haat<br />
door préken over gefchil-Hukken fteeds<br />
levendig moesten houden. Zij het de<br />
Lutherfchen in den waan, dat de<br />
Koning over hunne Godsdienst -Behjde-,<br />
Ff 4
III.<br />
BOEK.<br />
456 DE AFVAL DER<br />
nis gunstiger dagt, en vermaande hen<br />
hunne goede zaak tog niet dqor verftandhouding<br />
met de Gereformeerden<br />
te bederven, Het was dus niet moeilijk<br />
, tusfehen de Katholijken en Lutherfchen<br />
, voor dat ogenblik, ene<br />
vereniging tot ftand te brengen , daar<br />
het te doen was, om zulke gehate<br />
Mededingers te onderdrukken. Met<br />
het aanbreken van den dag ftond tegen<br />
de Kalvinisten een leger gereed,<br />
dat het hunne ver overtrof. Aan het<br />
hoofd dezes legers begon de welfpreekendheid<br />
des Prinfen van Oranje<br />
veel meer kragts te krijgen, en veel<br />
ligter ingang te vinden. De Kalvinisten<br />
, fchoon in het bezit van de<br />
wapenen en het gefchut, door de<br />
meerderheid van het getal hunner vijanden<br />
verfchrikt geworden , begonnen met<br />
Afgevaardigden te zenden , en een minfaam<br />
vergelijk voorteflaan, 't welk<br />
door het beleid van ORANJE tot algemeen<br />
genoegen getroffen werd. Dadelijk<br />
na de bekendmaking van hetzelve,<br />
leiden de Spanjaarden en Italianen<br />
in de Stad hunne wapenen neder.<br />
Zij werden hierin van de Gereformeerden<br />
gevolgd, en dezen van<br />
de Katholijken ; dc Lutherfchen waren<br />
de katden, die zulks deden (*).<br />
Twe dagen en twe nagten had<br />
(*) TlIHAN. 526". 597. BURG. 448. —45I<br />
•TRADA I73. M ETER E N 97. 98.
NEDERLANDEN. 457<br />
Antwerpen in dezen fcbrikkelijkcn toe HL<br />
ftand doorgebragt. Reeds hadden de<br />
Katholijken vaten met buskruid onder<br />
de Meerbrug gebragt, om het gehele<br />
leger der Gereformeerden, 't welk<br />
daar post gevat had, in de lugt te<br />
laten fpringen ; het zelfde was op andere<br />
plaatfen door de laatstgenoemden<br />
tegen de Roomfchen gedaan (*). De<br />
ondergang der Stad hing aan een enkeid<br />
ogenblik, en het was ORAN-<br />
B O EK.<br />
J E 's wijs beleid , waardoor dezelve wierd<br />
verhoed.<br />
NOIRCARMES lag nog met zijn<br />
leger Walen voor Valenchijn, welke<br />
Stad door het vaste vertrouwen op onderr Hand van de Geuzen , tegen alle voorr<br />
ilagcn der Landvoogdesfe onverzettelijk<br />
bleef, en alle gedagten van overgaaf<br />
verwierp. Een uitdrukkelijk bevel van<br />
het Hof verbood den vijandelyken Veldheer<br />
met nadruk te handelen , voor 1567dat<br />
hij zig met verfche benden uit<br />
Duitschland zou verfterkt hebben. De<br />
Koning, 't zij uit goedertierenheid,<br />
of uit vrees , was afkerig van het<br />
geweldige middel van ftormen, waarbij<br />
niet vermijd kon worden, de onfchuldigcn<br />
in het lot der fchuldigen<br />
medetcflepen , en den getrouwen onderdaan<br />
even als enen vijand te<br />
behandelen. Dan , daar met eiken dag<br />
de trotschheid der belegerden toenam,<br />
("*") METEREN 97.<br />
Ff 5
453 DE AFVAL DER<br />
HI. die , door 's vijands werkeloosheid ftou*<br />
ROEK. ter gemaakt, zelfs zig niet ontzagen ,<br />
dezen door gedurige uitvallen te ontrusten,<br />
enige kloosters voor'de Stad in<br />
brand te fteken , cn met buit weer naar<br />
binnen te keren ; daar de tijd, welken<br />
men nutteloos voor de Stad verfpilde,<br />
door de Muitelingen en derzelver<br />
Bondgenoten beter gebezigd kon<br />
worden , hield NOIRCARMES bij de<br />
Landvoogdes aan , om hem verlof van<br />
den Koning tot enen ftorm op deze<br />
Stad te bezorgen. Spoediger, dan<br />
men zulks van dien kant gewoon was,<br />
kwam het antwoord terug, dat men<br />
voor als nog niets anders zou doen,<br />
3an het llormtuig in gereedheid te<br />
brengen, en, voor dat men den ftorm<br />
n ernst begon, vooraf den fchrik van<br />
lenzelven enen tijdlang te laten wer<br />
j den ; en bijaldien dan nog de overgave<br />
niet volgde, gaf hij vrijheid<br />
1 ot den ftorm , egter met alle mogelijke<br />
verfchoning van elks leven. Vóór<br />
I<br />
lat de Landvoogdes tot dit uiterfte<br />
i<br />
4 werging, gelastte zij den Prins van<br />
< javre , benevens den Hertog van Aar-<br />
i chot, nog eenmaal met de Muite-<br />
] ingen in ene minlijke onderhandeling<br />
t e treden. Beiden hielden mondgefprek-<br />
] :en met de Afgevaardigden uit de Stad,<br />
< n lieten niets onbeproefd, om hen<br />
an hunne verblindheid te genezen.<br />
7<br />
i A] openbaarden hun, dat THOULOUSE<br />
;eflagen , en met hem<br />
I<br />
ier belegerden gevallen<br />
\<br />
al dc fteun<br />
was; dat de
NEDERLANDEN. 459<br />
Graaf van Mcgcn het Geuzen-leger<br />
van de Stad had afgcfneden , cn dat<br />
het alleen 's Konings goedertierenheid<br />
was, waardoor zij het zo lang hadden<br />
uitgehouden. Zij boden hun ene<br />
volkomene vergiffenis van al -het ge*<br />
beurde aan. Het zou enen ieder vrij<br />
ftaan, zijne onfchuld , voor welk eno<br />
Rcgtbank hij wilde , te verdedigen ;<br />
enen ieder, die dit niet wilde, zou<br />
het vergund zijn, binnen veertien daeen<br />
met alle zijne bezittingen de Stat*<br />
te verlaten. Men begeerde mets anders<br />
van hun, dan dat zij de bezetting<br />
innamen. Om zig op dezen<br />
voorflag te bedenken, werd hun een'<br />
wapenftilftand van drie dagen toegcftaan<br />
Toen de Afgevaardigden weder<br />
in de Stad kwamen , vonden zij hunne<br />
medeburgers nog minder dan voorheen<br />
tot een vergelijk gezind, dewijl<br />
zig ondertusfehen valfche gcrugten<br />
van ene nieuwe werving van Krijgsvolk<br />
bij de Geuzen onder hun hadden<br />
verfpreid. Men beweerde , dai<br />
T H O U L O U Z E overwonnen had, en da<br />
'er een fterk leger m aantogt - was<br />
om de Stad te ontzetten. Dit vertrouwen<br />
ging zo ver, dat men zeil I<br />
zier 'onderftond den ftilftand te breken,<br />
en op de Belegeraars vuur tc<br />
o-even. Eindelijk wist de Magiftraa<br />
het met veel moeite zo ver te bren<br />
gen, dat men twaalf Raden met d<<br />
volgende voorwaarden naar het - lege<br />
BOE K
4ÖO DE AFVAL DER<br />
III. zond. De Akte, volgens welke Va<br />
BOEK. lenchijn wegens misdaad van gekwetfte<br />
Hoogheid aangeklaagd, en voor<br />
vijand verklaard was , moest herroepen<br />
; de geregtelijk aangellagen goederen<br />
wedergegeven, en de gevangenen<br />
wederzijds op vrije voeten gefield<br />
worden. De Bezetting moest niet<br />
eer m de Stad komen, voor dat<br />
elk, die zulks goedvond, zig zeiven<br />
en zijne goederen in veiligheid had<br />
gebragt; zij moest zig verbinden, de<br />
inwoners in geen ftuk te bezwaren,<br />
en de Koning moest de onkosten goed<br />
maken. NOIRCARMES beantwoordde<br />
Jeze voorflagen in toorn , en was<br />
ran zms de Afgevaardigden te mis-<br />
] ïandelen. Bijaldien zij , zeide hij, niet<br />
gekomen waren, om hem de Stad<br />
ivertegeven, hadden zij op ftaanden<br />
'oet weerom te gaan, of te wagen<br />
, dat hij hen , met de handen<br />
»p den rug gebonden, terug zond.<br />
A) leiden de fchuld op de halfrerighcid<br />
der Gereformeerden , en fmceken<br />
^hem ootmoediglijk, dat hij hen<br />
a 't leger mogt houden , dewijl zij<br />
iet hunne oproerige Medeburgers niets<br />
leer te doen wilden hebben , noch<br />
i derzelver lot begeerden te delen<br />
/ :ij vielen zelfs Graaf EGMOND te'<br />
. V oet, om deszelfs voorfpraak te ver<br />
\ derven; maar NOIRCARMES bleef doof<br />
V oor hun gebed, en het gezigt der<br />
li etencn welke voor den dag ge-
NEDERLANDEN: 46*<br />
fiaald werden , dreef hen tegen wil iir.<br />
en dank naar Valenchijn te rug. Het BOEK*<br />
was noodzaaklijkheid, en gene hardheid,<br />
welke den vijandelijken Veldheer<br />
tot deze flrenge handelwijze bewoog.<br />
Het terughouden der Afgevaardigden<br />
was hem reeds eenmaal door<br />
de Hertogin ten kwaden geduid; tans<br />
zou men in de Stad niet nagelaten<br />
hebben , derzelver uitblijven aan de<br />
zelfde oorzaak, als het vorige, toetefchrijven.<br />
Ook durfde hij de Stad<br />
niet van het kleine overfchot van<br />
weldenkende Burgers ontbloten, noch<br />
kon lijden, dat een blinde dolle hoop<br />
dérzelver lot in handen had. EGMOND<br />
was over den flegten uitflag van zijn<br />
Gezantfchap dermate gebelgd, dat hij<br />
den volgenden nagt zelf rondom de<br />
Stad reed , om "derzelver vestingwerken<br />
optcnemen , en zeer vergenoegd<br />
wederkeerde , toen hij overtuigd was,<br />
dat zij het niet langer kon houden<br />
(*).<br />
Valenchijn ftrekt zig van ene zagte<br />
helling in ene regte en effene<br />
vlakte uit , en ' heeft ene niet min<br />
vaste dan aangename ligging. Aan den<br />
enen kant door de Schelde en ene<br />
kleiner rivier omvat, aan de andere<br />
zijde door diepe gragten , fterke muren<br />
en torens verfchanst , fchijnt het<br />
allen aanval van buiten tc kunnen<br />
C*) THÜAN. 528. STRADA 178.
iii<br />
HOEK,<br />
4S& i^fi AFVAL DEJt<br />
tarten. Maar NOIRCARMES had enige<br />
plaatfen in de Stadsgragt opgemerkt*<br />
welke, door verzuim , met den ovengen<br />
grond waren gelijk geworden; en<br />
dezen maakte hij zig ten nutte. Hij<br />
trekt alle de verfpreide finaldelen van<br />
zijn leger , waarmede hij de Stad<br />
tot hiertoe had ingefloten , bijeen ,<br />
cn verovert in enen" onftuimigen nagt<br />
de Bcrgfche Voortrad, zonder, enen<br />
enkelden man te verliezen. Daarop<br />
verdeelt, hij dc Stad onder den Graaf<br />
van Bosfu, den jongen Graaf KA<br />
REI, VAN MANSVELD, cn: den jon<br />
gen BARLAIMONT. Een van zijne<br />
Overften nadert met alle mogelijke<br />
fnelheid dc muren , van welke de<br />
vijand door een ijslijk vuur werd afgedreven.<br />
Digt voor de Stad, en<br />
tegen over de poort, wordt onder<br />
het oog der belegerden , en met zeer<br />
gering verlies, in gelijke hoogte met<br />
de vestingwerken een batterij opgeworpen,<br />
ran welke de Stad met een en - twintig Hukten<br />
gefchut, vier uren lang , zonder opïouden<br />
, befchoten wordt. De Niko-<br />
j aas-toren, op welken de belegerden<br />
:nig gefchut hadden geplant, was on-<br />
» ïer de eerften , welke inftortten,<br />
n velen vonden onder deszelfs puinlopen<br />
den dood. Op alle hooguittekendc<br />
gebouwen werd gefchut geigt<br />
, en een fchrikkelijke flagting on-<br />
,er de inwoners gemaakt. Binnen weiige<br />
uren waren de voornaamfte war-
NEDERLANDEN;<br />
489<br />
ken vernield, en aan de poort zelve<br />
een zo grote bres gefchoten , dat<br />
de belegerden, aan hun behoud wanhopende,<br />
ijlings twe Trompetters afzonden,<br />
om gehoor te verzoeken. Dit<br />
werd vergund, dog met den ftorm<br />
zonder ophouden voordgevaren. Deste<br />
meer drongen de Afgevaardigden , om<br />
het vergelijk te fluiten , en zij wilden<br />
nu de Stad op die zelfde voorwaarden<br />
overgeven, welken zij twe dagen<br />
te voren verworpen hadden: maar de<br />
omftandigheden waren nu veranderd, en<br />
de Overwinnaar wilde van gene voorwaarden<br />
meer horen. Het onophoudelijke<br />
vuur liet hun genen tijd ,. om<br />
de muren te herftellen , welke de gehele<br />
Stadsgragt met hun puin vulden,<br />
en den vijand overal den weg baanden<br />
, om door de bres in de Stad<br />
te dringen. Van hunnen gehelen ondergang<br />
verzekerd, geven zij met hei<br />
aanbreken van den dag, de Stad op<br />
genade cn ongenade over, na dat dc<br />
ftorm , zonder tusfehenpozen , : zes er<br />
dertig uren geduurd had, en 'er drie<br />
duizend bomben in de Stad geworpet<br />
waren. Onder ene ftrenge krijgstugt trek<br />
NOIRCARMES met zijn overwinnem<br />
leo-er binnen, wordende door ene gro<br />
te Ö<br />
iit<br />
BOE KV<br />
j<br />
l<br />
t<br />
l<br />
fcharè van vrouwen en kleine kin<br />
deren ontvangen , die hem groene tak<br />
ken te gemoet droegen , om hem tc t<br />
mededogen te bewegen. Dadelijk wei<br />
den alle Burgers ontwapend; de Be
III.<br />
BOEK<br />
I567.<br />
46*4 BE AFVAL DER<br />
velhebbcr dór Stad met zijnen Zoon<br />
. onthoofd ; zes - en dertig der flimfte oproermakers<br />
, onder welken ook LB<br />
GRANGE, en GUIDO DE BRESSE,<br />
een ander Gereformeerd Preêker, zig<br />
bevonden, moesten hunne halfterrigheid<br />
met den ltrop boeten; alle<br />
Overheids-Perfonen verloren hunne Amten<br />
i en de Stad alle hare Privilegiën.<br />
De Katholijke Godsdienst werd<br />
terftond in zijnen vollen luister herfield<br />
, cn de Protestantfche vernietigd;<br />
de Bisfchop van Atregt moest zijnen<br />
zetel naar deze Stad overbrengen , en<br />
voor derzelver gehoorfaamheid in 't vervolg<br />
bleef ene lierke Bezetting waken (*).<br />
Het overgaan van Valenchijn, op<br />
welke plaats aller ogen gevestigd waren<br />
, was voor alle overige Steden,<br />
welke zig op gelijke wijze gedragen<br />
hadden, een fchrikbarende waarfchouwing,<br />
en bragt de wapenen der Landvoogdesfe<br />
in geen klein aanzien. NOIR<br />
CARMES vervolgde zijne overwinning,<br />
en trok dadelijk op naar Maastricht,<br />
dat zig zonder flag of floot overgaf,<br />
en bezetting innam. Van daar<br />
toog hij naar Turnhout, om de Steden<br />
's Hertogenbosch en Antwerpen door<br />
zijne nabijheid fchrik aantejagen. Zijne<br />
aankomst maakte de Geuzenpartij,<br />
welke onder aanvoeren van BOM-<br />
BERG de Magiftraat nog fteeds onder<br />
haar bedwang had gehouden , zo<br />
be-<br />
(*} THÜAN. 528. 529. ME TEREN 98. 99;<br />
• TRA DA. 178 — 180. liURS. 462 — 465.'
NEDERLANDEN. 4©5<br />
bevreesd, dat zij , met haren Aan HL<br />
voerder, ijlings de Stad ruimden. NOIR BOE&<br />
CARMES werd zonder tegehftand binnen<br />
gelaten, de Gezanten der Landvoogdes<br />
dadelijk in vrijheid gefield,<br />
cn ene fterke bezetting in de Stad<br />
gelegd. Kamerijk opende mede voor<br />
zijnen Aartsbisfchop, die door de heerfchende<br />
partij der Gereformeerden uit zijnen<br />
zetel verdreven was, met vreugdegeroep<br />
weder de poorten ; en deze<br />
zegepraal verdiende hij , dewijl hij zijne<br />
intrede niet met bloed bevlekte.<br />
Ook de Steden Gent , Iperen en<br />
Oudenaarden onderwierpen zig, en namen<br />
bezetting in. Gelder was door<br />
den Graaf van Megen bijna geheel<br />
van de Muitelingen gezuiverd, cn tot<br />
gehoorfaamheid gebragt; het zelfde was<br />
ook den Graaf van Aremberg in Friesland<br />
en Groningen gelukt, fchoon een<br />
weinig later; en met meer moeite ;<br />
dewijl het zijn gedrag aan gelijkvor-'<br />
migheid en ftandvastigheid haperde , en<br />
deze ftrijdbare Republicksgezinden fterker<br />
op hunne Privilegiën ftonden , en<br />
fiout waren op hunne middelen van<br />
verdediging (*). Uit alle Provinciën , uitgezonderd<br />
Holland, werd de aanhang<br />
der Muitelingen verdreven; alles bukte<br />
voor de overwinnende wapenen der<br />
Landvoogdes. De moed ontzonk de<br />
Tegenpartij, en niets bleef haar meer<br />
(*) VIGL ad HOPPER. Epist. i. o.i.<br />
I. DEEL. Gg
in.<br />
BOEK.<br />
466 DE AFVAL DER.<br />
overig, dan de vlugt, of een on*<br />
bepaalde onderwerping (f).<br />
Reeds federt de oprigcing van her<br />
Geuzen - verbond maar nog veel meer<br />
federt het. uitbersten van den Beeldenflorm<br />
, had de geest van tegenkanting<br />
en fcheuring, onder hoge en lage (hinden<br />
, zo zeer de overhand genomen ,<br />
en de Partijen zo zeer onder elkander<br />
verward , dat de Landvoogdes<br />
moeite had, om hare aanhangers<br />
cn werktuigen te kennen, en ten laatftcn<br />
naaulijks meer wist , in welke<br />
haaiden zij zig eigenlijk bevond. Het<br />
onderfcheidend kenmerk der verdagten en<br />
getrouwen was allengs verloren geraakt,<br />
en de grensfeheidingen tusfehen beiden<br />
minder merkbaar geworden. Door de<br />
veranderingen, waartoe zij ten voordele<br />
der Protestanten had moeten befluiten,<br />
en die merendeels flegts noodmidde-<br />
Icn en vrugten van het ogenblik<br />
waren , had zij aan de wetten zelve<br />
hare bepaaldheid , hare verbindende<br />
kragt benomen , en aan het goeddunken<br />
van elk , die dezelve had<br />
uitteleggen , een ruim veld gelaten.<br />
Dit had eindelijk ten gevolge, dat<br />
onder de menigte en de verfcheidenheid<br />
der uitleggingen, de zin der wetten<br />
verloren raakte , en het oogmerk<br />
des wetgevers verdraaid wierd; dat bij<br />
het naauwe verband, 't welk tus-<br />
Ct) BURG. 46c». 473 — 475.
NEDERLANDEN. 46"?<br />
fehen de Protestanten en Katholijken,<br />
Hf.<br />
tusfehen Geuzen en Koningsgezinden<br />
BOEKi'<br />
önritond , en derzelver belangen niet<br />
zelden gemeen maakte; de ' laatstgenoemden<br />
zig bedienden van de agterdeur,<br />
welke hun door het onzekere<br />
in de wetten was opengelaten,<br />
en zig van het ftrenge van hunnen<br />
last door kunstige onderfcheidingen ontfloegen.<br />
Volgens hunne gedagten was<br />
het genoeg, geen verklaarde Muiter ,<br />
geen van de Geuzen of Ketters te<br />
zijn, om zig bevoegd te rekenen ,<br />
de pligten van zijn Amt naar goedvinden<br />
te plooien , en zijne gehoorfaamheid<br />
aan den Koning naar Willekeur<br />
te hjpalen. Zonder daarvoor verantwoording<br />
te zijn, waren de Stadhouders<br />
, de hoge en lager Amtenaren,<br />
de Stadsregeringen, en de hoofden<br />
van lffet Krijgsvolk , in hunnen<br />
dienst zeer nalatig geworden , en gebruikten<br />
, in vertrouwen op ftralfeloosheid<br />
, ene nadelige toegeeflijkheid omtrent<br />
de Muitelingen en derzelver aanhang<br />
, die alle maatregelen der Landvoogdes<br />
kragteloos maakte. Deze flapheid<br />
van zö vele voorname lieden<br />
in den Staat , had de nadelige gevolgen<br />
, dat dc onrustige hoofden óp<br />
enen veel fterker fleun rekenden, dan<br />
zij inderdaad reden daartoe hadden ;<br />
dewijl zij elk , die zig omtrent de<br />
partij van 't Hof maar eenigzins koet<br />
gedroeg, tot hunnen aanhang<br />
Gg i<br />
betrok-
HL<br />
BOEK.<br />
4
NEDERLANDEN. 469<br />
naam zoude opgeeven , te laten gebrui III.<br />
ken. Door dezen eed hoopte zij wel BOEK.<br />
niet de gemoederen te doorgronden,<br />
en nog minder dezelve te binden ; maar<br />
dezelve moest haar tot een geregtelijk<br />
voorwendfel dienen, om de verdagten<br />
te verwijderen, hun ene magt, die zij<br />
misbruiken konden , uit de handen te<br />
nemen, bijaldien zij weigerden dien eed<br />
te doen, en hen te ftraffen, zo zij<br />
hem braken. Deze eed werd van alle<br />
Ridderen van het Gulden vlies, van alle<br />
hoge en lage Staatsbedienden, alle<br />
Amtenaren en Overheidsperfonen, alle<br />
Officieren van het leger, van allen eindelijk<br />
zonder onderfcheid, welken iets<br />
in de Republiek was toevertroud, door<br />
het Hof gevorderd. De Graaf van<br />
Mansveld was de eerfte , die denzelven<br />
in den Raad van State te Brusfel<br />
openlijk afleidc ; zijn voorbeeld volgde<br />
dc Hertog van Aarichot, de Prins van<br />
Gavre, de Graven van Megen en Barlaimont;<br />
HOOGSTRATEN Cll HOORN<br />
zogten denzelven op ene listige wijze<br />
te ontduiken. De eerfte was nog gevoelig<br />
over een blijk van wantrouwen,<br />
dat de Landvoogdes hem voor enigen:<br />
tijd, bij gelegenheid van zijn Stadhouderfchap<br />
van Mechelen , had gegeven.<br />
Onder voorgeven , dat Mechelen zijnen<br />
Stadhouder niet langer kon misfen<br />
, en dat Antwerpen des Graven<br />
tegenwoordigheid niet minder nodig had,<br />
had zij hem die Provincie ontnomen,<br />
G<br />
g 3
47.o DE AFVAL DEil<br />
lil. -en dezelve aan enen anderen begeven,<br />
BOEK. van wien zij zekerer was. HOOG<br />
STRATEN betuigde haar zijnen dank,<br />
1566. dat zij hem wel van enen zijner<br />
posten had willen ontheffen , en voegde<br />
daarbij , dat zij zijne verpligting<br />
volkomen» zou maken , indien zij hem<br />
mok van den anderen ontfloeg. De<br />
Graaf van Hoorn leefde, nog fteeds<br />
getrou aan zijn genome befluit, op<br />
een zijner goederen in de fterke<br />
ftad Weerdt , aan alle beftuur van<br />
zaken onttrokken. Daar hij zig buiten<br />
dienst van den Staat had begeven<br />
, en aan de Republiek noch aan<br />
•den Koning niets meer. fchuldig oordeelde<br />
te zijn , weigerde hij den eed ,<br />
•waarvan men hem dan ook eindelijk<br />
fchijnr. ontflagen te hebben (*).<br />
Den Grave van Brederode werd de<br />
keus gelaten , om of den gevorderden<br />
eed te doen , of bet bevel<br />
over het Esquadron, dat hem toevertroud<br />
was, nederteleggen. Na vele<br />
vrugteloze uit vlugten , welken hij daarvan<br />
ontleende, dat hij geen openbaar<br />
Amt in dc Republiek bekleedde<br />
, befloot hij eindelijk tot het laat-<br />
-fte, en ontging daardoor de fchuld<br />
van meinedigheid Cf).<br />
Te vergeefs had men getragt, den<br />
(*) METEREN 99. STRADA 180.fq. GROT.<br />
BURG. 421. 422.
NEDERLANDEN. 47*<br />
Prins van Oranje tot dezen eed overtehalen,<br />
die, bij het vermoeden, dat n.<br />
BOEK.<br />
reeds lang tegen hem was opgevat,<br />
meer dan iemand anders deze zuivering<br />
fcheen van noden te hebben ,<br />
en van wien dezelve, uit hoofde van<br />
de grote magt, die men genoodzaakt<br />
was in zijne handen tc geven, met<br />
den grootften fchijn van regt, kon<br />
gevorderd worden. Tegen hem kon<br />
men niet met die Lakonifche kortheid<br />
, als tegen enen BREDERODE<br />
•of zijns gelijken, te werk gaan , en<br />
met den vrij willigen afftand van alle<br />
zijne Amten, welken hij aanbood,<br />
was dc Landvoogdes niet gediend,<br />
die wel vooruit zag, hoe gevaarlijk<br />
•deze man dan eerst voor haar zon<br />
worden, wanneer hij zijne onaf hanklijkheid<br />
zou gevoelen, en zijne ware<br />
gevoelens door gene uiterlijke welvoeglijkheid<br />
en genen pligt meer zou gebonden<br />
agten. Maar bij den Prin:<br />
van Oranje was het, reeds federt dit<br />
raadpleging te Dendermonde , onveran<br />
derlijk befioten , zig buiten dienst de<br />
Konings van Spanje te begeven, et I<br />
tot op betere tijden zelfs het lan< l<br />
te ruimen. Ene zeer moedbenemendi<br />
ondervinding had hem geleerd, ho<<br />
onzeker de verwagtingen zijn, die mei l<br />
genoodzaakt is op den groten hoo] ><br />
des Volks te vestigen, en hoe dr l<br />
die veelbelovende ijver verdwijnt , wan<br />
neer het op doen aankomt. Er wa<br />
Gg 4<br />
i
III.<br />
BOEK,<br />
473 DE AFVAL DEK.<br />
een leger in het veld, en een ander<br />
, nog veel fterker, wist hij , dat<br />
onder bevel van den Hertog van Alba<br />
in aantogt was. De tijd van voorflagen<br />
te doen was voorbij ; niet dan<br />
aan het hoofd van een leger kon<br />
men hopen , voordelige voorwaarden<br />
met de Landvoogdes aantegaan , en<br />
den Spaanfchen Veldheer de intrede<br />
in het Land te beletten. Maar van<br />
ivaar dit leger te nemen, daar hem<br />
bet nodige geld, de ziel van alle<br />
andernemingen, ontbrak; daar de Prorestanten<br />
hunne fchitterende beloften<br />
ntrokken, en hem in dezen dringenden<br />
lood lieten zitten? (*) Yverzugt en Gods-<br />
liensthaat hielden , daarenboven, de beide<br />
3<br />
rotestantfche Kerken verdeeld, en ftonlen<br />
derzelver heilfame vereniging te-<br />
^en den gemenen vijand van hun Geoof<br />
in den weg, Der Gerefonneer-<br />
1<br />
00 Hoe welgezind men in 't beloven, en hoe<br />
i ebrekkig in het nakomen was, blijkt onder aij-<br />
c eren uit het volgende voorbeeld. In Amfterdarii<br />
ï adden enige vrienden der Volks-vrijheid, Room<br />
i den zo wel als Lutherfchen, plegtig beloofd<br />
c en honderden penniug van hunne goederen in ené<br />
I emene kas te zullen opbrengen , tot dat men ene<br />
2 om van elfduizend guldens bijeen had, die tot<br />
d ienst der gemene zaak zoude befteld worden.<br />
ï ;en kist, met ene reet in het dekzel, en met<br />
d rie floten voorzien , werd tot den ontvang van<br />
d eze gelden beftemd. Toen dezelve na hetgeè'in-<br />
d igde tijdsbeftek geopend wierd, vond men enen<br />
f< :hat van zevenhonderd guldens, welke aan de<br />
h jiswaardin des Graven van Brederode, inkorting<br />
? deszelfs onbetaalde drinkgelagen, wérd gelate*.
NEDERLANDEN. 473<br />
den afkerigheid van de Augsburgfchc<br />
Belijdenis had alle Protestantfche Vorsten<br />
van Duitschland van hun verwijderd<br />
, zo dat voordaan ook aan de<br />
vermogende befcherming van dat Rijk<br />
niet meer tc denken was. Met den<br />
Graaf van Egmond was het voortrcflijke<br />
leger Walen verloren , dat met<br />
blinde onderdanigheid het geluk van<br />
zijnen Veldheer volgde , die hetzelve<br />
bij St. Quintin en Gravelingeu<br />
had geleerd te overwinnen. De geweldenarijen<br />
, door dc Beeldenftormers<br />
aan Kerken en Kloosters gepleegd,<br />
hadden de talrijke, gegoede _ en vermogende<br />
klasfp der Katholijke Geestelijkheid<br />
van het Verbond weder afgetrokken<br />
, waarvoor zij , vóór dit<br />
ongelukkige toeval , reeds ten halven<br />
gewonnen was ; en dc Landvoogdes wist<br />
met eiken dag verfcheidenc leden van<br />
het Verbond zelve door list aftctrekken.<br />
Alle deze -omftandigheden te zamen<br />
genomen, bewogen den Prins, om een<br />
ontwerp , dat in het tegenwoordige tijdftip<br />
niet uitvoerlijk was, tot ene gunstiger<br />
gelegenheid ter zijde te ftcllen,<br />
en een Land te verlaten, waar zijn<br />
langdurige verblijf van geen nut meer<br />
kon zijn, en hem zeiven een cn T<br />
vermijdelijk verderf bereidde. Aangaande<br />
de gezindheid van FILIPS pnitrent<br />
hem , kon hij , na zo vele ingekomen<br />
berigten , zo vele blijken<br />
van deszelfs wantrouwen , , zo, vele waar-<br />
Gg 5<br />
IIL<br />
BOEK.
IIÏ.<br />
BOEK,<br />
DE AFVAL DER<br />
fchouwingen uit Madrid, niet langer<br />
twijfelen. En zo dit al nog plaats<br />
mogt gehad hebben, zou het gedugte<br />
leger, dat in Spanje uitgerust werd<br />
en 't welk niet den Koning, gelijk<br />
men valfchelijk uitftrooide , maar, gelijk<br />
hij wel beter wist, den Hertog<br />
van Alba, den man, die 't meest<br />
tegen hem gekant was, en dien hij<br />
de meeste reden had te vrezen, aan<br />
*t hoofd zoude hebben , hem wel<br />
ras uit deze onzekerheid gebragt hebben.<br />
De Prins had het menfchelijke<br />
karakter, en het gemoed van FI<br />
LIPS te wèl doorgrond, om op<br />
ene opregte verzoening met dezen<br />
Vorst, die hem eenmaal had begonnen<br />
te vrezen, ftaat te maken. Ook<br />
oordeelde hij te onpartijdig over zijn<br />
eigen gedrag, om , gelijk zijn vriend<br />
EGMOND , op enen dank bij den<br />
Koning te rekenen, waartoe hij genen<br />
grond bij hem had gelegd; en<br />
hij was van de fchranderheid van<br />
FILIPS te wèl overtuigd, dan dat<br />
hij zig had kunnen vleien , hem geblinddoekt<br />
te hebben. Hij kon dus<br />
gene andere dan vijandige gezindheden<br />
van hem verwagten , en de voorzigtigheid<br />
ried hem , zig voor de werkelijke<br />
uitbarsting daarvan door ene<br />
tijdige vlugt te redden. Den nieuwen<br />
eed, welke van hem gevorderd werd,<br />
had hij dusverre ftandvastig geweigerd,<br />
en alle fchriftelijke vermanin-
IMEDERLANDEMi. 4fÓ<br />
gen der Landvoogdesfe waren vrogte-<br />
'loos geweesc. Eindelijk zond zij haren<br />
Geheimfchrijver BERTI naar Antwerpen<br />
bij hem , om hem met nadruk<br />
in het gemoed te tasten , en<br />
,hem alle kwade gevolgen voortcftcllen ,<br />
.welken een zo haastig verlaten van<br />
's Konkigs dienst voor het Land zso<br />
wel , als voor zijnen eigen goeden<br />
naam, na zig zoude liepen. Reeds<br />
het weigeren van den gevorderden eed,<br />
liet zij hem door haren Gezant zeggen<br />
, had ene vlek op zijne eer<br />
gelegd, -en aan het algemene gerugt<br />
, dat hem van vcrftandhouding<br />
met dc Muitelingen befchuldigde , enen<br />
fchijn van waarheid gegeven , welke<br />
door dezen overhaasten afftand volkomen<br />
zekerheid zou bekomen.. Ook -was<br />
alleen de Heer bevoegd om zijnen<br />
Dienaar tc ontflaan , maar niet de<br />
Dienaar om zijnen Heer . den dienst<br />
optezeggen. De Afgezant der Landvoogdesfe<br />
vond den Prins in zijn Hoi<br />
-te Antwerpen , reeds geheel , i gelijk<br />
het fcheen, den openlijken dienst af-<br />
geftorven , en in eigen •bezigheder<br />
begraven. Hij had geweigerd, ga;<br />
hij , in 't bijzijn van HOOGSTRA<br />
TEN, den Gezant ten antwoord , dei<br />
gevorderden eed afteleggen , omdat hi<br />
Mg niet wist te herinneren, dat iet;<br />
van dien aart van enigen Stadhou<br />
der vóór hem gevergd was; o"<br />
idat hij iig -reeifls eenmaal voor al<br />
111.<br />
BOEK.<br />
t
LOEB<br />
476 DE AFVAL DER<br />
III. roos aan den Koning had verbonden,<br />
. en dus door dezen nieuwen eed ftil!<br />
- zwijgende zou beiijden, dat hij den<br />
eerften gebroken had. Hij had geweigerd<br />
denzelven afteleggen omdat<br />
een vroeger eed hem verpligtte, de<br />
Regten en Privilegiën des Lands te<br />
befchermen , en hij niet kon weten,<br />
of deze nieuwe eed hem gene daden<br />
zoude opleggen , die met den<br />
eerften ftnjdig waren, omdat in dezen<br />
nieuwen eed, welke hem verpligtte,<br />
tegen enen ieder, zonder onderfcheid<br />
, die hem genoemd zoude<br />
worden, te dienen , de Keizer zelf,<br />
zijn Leenheer, niet was uitgezonderd,<br />
welken hij tog, als deszelfs<br />
Vafal, niet mogt beoorlogen. Hij had<br />
geweigerd, denzelven afteleggen , om<br />
dat deze eed hem kon opleggen<br />
zijne Vrienden en Bloedverwanten, zijnen<br />
eigen Zoon , ja zijne Gemalin zelve<br />
, die Luthersch was, naar de<br />
flagtbank te voeren. Volgens dezen<br />
eed moest hij zig aan alles onderwerpen<br />
, wat het den Koning zou<br />
: nvallen van hem te vorderen; en<br />
le Koning kon tog dingen van hem<br />
vorderen , waarvan hij een afgrijzen<br />
I lad ; ook had de ftrengheid , waar-<br />
i aede men nu en fteeds tegen de<br />
I 'rotestanten handelde, reeds lang zijn<br />
I art gegriefd. Deze eed ftreed tegen<br />
2 ijn<br />
d ien<br />
menfchelijk<br />
niet doen.<br />
gevoel , en hij kon<br />
Bij het flot ontviel
NEDERLANDEN. 477<br />
hem de naam des Hertogen van Alba<br />
, met "ëen blijk • van bitterheid ,<br />
en dadelijk daarop zweeg hij ftü (*).<br />
Alle deze ingebragte redenen werden<br />
ftuk voor ftuk beantwoord :<br />
Men had van genen Stadhouder dus<br />
verre zodanigen eed gevergd, om dat<br />
de Nederlanden zig tot hiertoe nooit<br />
in een dergelijk geval bevonden hadden.<br />
Men vorderde dezen eed niet,<br />
omdat de Stadhouders den eerften gebroken<br />
hadden , maar om hun dien<br />
eerften deste levendiger te herinneren<br />
* en in deze dringende omftandigheid<br />
hunne werkfaamheid optewakkeren.<br />
Deze eed zoude hem niets<br />
opleggen , 't geen de Regten en Privilegiën<br />
des Lands kon krenken, want<br />
de Koning had deze Regten en Privilegiën<br />
zo wel bezworen, als de<br />
Prins van Oranje. In dezen eed kwam<br />
geen Oorlog tegen den Keizer, noch<br />
tegen enigen Vorst van 's Prinfen<br />
verwantfehap in aanmerking, cn men<br />
wilde hem gaarne, zo hij daarin<br />
zwarigheid vond, door ene uitdrukkelijke<br />
bepaling daarvan ontflaam Var<br />
bevelen , die tegen zijn menschlijk<br />
gevoel ftreden, zou men hem weten<br />
te verfchonen , en gene magi<br />
op aarde zou hem kunnen noodzaken<br />
, tegen echtgenote of kinders te<br />
handelen. BERTI wilde nu tot het laat-<br />
(*) BURG. 456 — 458. STRADA 182. 183<br />
!<br />
III.<br />
B O E K.
m<br />
15^7-<br />
478 DE AFVAL DER<br />
fte punt , betreffende den Hertog vati<br />
i Alba overgaan, maar de Prins , die<br />
. uier gaarne ene verklaring hiervan wilde<br />
hebben, viel hem hi de reden.<br />
De Koning, zeide hij j ftond in de<br />
Nederlanden te komen, en hij kende<br />
den Koning. Deze zoude nimmer<br />
dulden, dat een van zijne Dienaren<br />
ene Lutherfche Egtgenoot had,<br />
en daarom had hij befloten , met zijne<br />
gehele- Familie vrijwillig uit het Land<br />
te gaan , eer hij zulks uit dwang<br />
zoude moeten doen. Doch, waar hij<br />
ook srijn mogt, hij zoude zig fteeds<br />
als een Onderdaan des Konings gedragen.<br />
Men ziet, van hoe ver de<br />
ÏVO.E.K Prins de beweegredenen tot zijne vlugt<br />
op-zogt, om de enige niet aanteraéren,<br />
die hem werkelijk tot dat<br />
befluit gebragt had (*).<br />
BERTI hoopte nog, door de welfprekendheid<br />
van EGMOND, misfehien<br />
dat gene uittewerken , waartoe hij door<br />
zijne eigen genen kans meer zag. Hij<br />
floeg ene bijeenkomst met dezen voor,<br />
waartoe de Prins zig des tc gereder<br />
liet vinden , om dat hij zelf" verlangde,<br />
zijnen vriend EGMOND vóór<br />
.zijn vertrek nog eenmaal te omhelzen<br />
, en den verblinden, ware het<br />
mogelijk , voor zijnen gewisfen ondergang<br />
te behoeden. Deze merkwaardige<br />
bijeenkomst, zijnde dc laatfte,<br />
(*) BURG. 45c?. 458. STRAD. I2Z.
NEDERLANDEN, 479<br />
tveike tusfehen deze beide vrienden<br />
plaats had > werd gehouden te Wil BOEK.<br />
lebroek , een dorp aan den Rupel,<br />
tusfehen Brusfel en Antwerpen: de<br />
jonge Graaf van Mansveld was met<br />
den Geheimfchrijver BERTI mede hierbij<br />
tegenwoordig. De Gereformeerden,<br />
wier laatfte hoop op den uitflag van<br />
deze onderhandeling berustte, hadden<br />
een middel gevonden, om den inhoud<br />
van dit gefprek door enen verfpieder<br />
te vernemen, die zig verborgen<br />
had in den fchoorfteen van het<br />
vertrek, waar hetzelve gehouden werd (*).<br />
Alle drie beftormden hier des Prinfen<br />
befluit met verenigde welfprekendheid,<br />
dog zonder hem aan 't wankelen<br />
te brengen. „ Het zal U uw<br />
„ goed kosten, ORANJE, ZO gij bij<br />
„ uw voornemen blijft," zeide eindelijk<br />
de Prins van Gavre , terwijl hij hem<br />
ter zijden af naar een venster volgde;<br />
„En u, EGMOND, het leven, zo<br />
„ gij het uwe niet verandert," hernam<br />
de ander. „ Ik zal ten mins-<br />
„ ten nog den troost hebben , wat<br />
„ 'er ook gebeure, dat ik het Va-<br />
,5 derland cn mijne vrienden in den<br />
„ nood met raad en daad heb wil-<br />
„ len bijftaan; gij zult vrienden en<br />
,-, Vaderland met u in het zelfde ver-<br />
„ derf flepcn." En daarop vermaande<br />
hij hem nog eenmaal , en nog<br />
dringender, dan hij te voren gedaan<br />
(*) VAN METEREN.<br />
iir.
III.<br />
BOEI:.<br />
489 DE AFVAL DER<br />
had, ' zig zeiyen wedertefchenken aan<br />
een Volk , dat door zijnen arm alleen<br />
nog kon gered worden; zo niet<br />
dan ten minden om Zijns zelfs wille<br />
her onweder te ontgaan * dat uit<br />
Spanje tegen hem opkwam. Maar alle<br />
de blijkbaarfte redenen, welke een<br />
veruitziend verftand hem aan de hand<br />
gaf, met alle die levendigheid, met<br />
al dat vuur voorgedragen , dat de<br />
rcderhartiglte bekommering der vriendfehap<br />
hem maar kon ingeven , waren<br />
niet in ftaat, om het ongelukkige<br />
vertrouwen te verbannen, dat<br />
EGMOND'S goed verltand nog gebonden<br />
hield.- De waarfchouwing van<br />
ORANJE kwam uit ene fombere moedeloze<br />
ziel ; en voor EGMOND lachte<br />
nog de Wereld. Zig te begeven<br />
uit den fchoot des overvloeds, der'<br />
vrolijkheid en der pragt, waarin hij<br />
tot enen jongeling en enen man was<br />
opgegroeid; te fcheiden van alle die<br />
duizenderlei gerijflijkheden des levens ,<br />
die alleen de waarde van hetzelve<br />
voor hem uitmaakten ; en dat alles<br />
om een kwaad te ontgaan, dat zijn<br />
ligt hart nog zo ver af ftelde ,<br />
neen , dat was geen offerhande, die<br />
men van EGMOND moest vergen. Doch<br />
al ware hij ook minder zwak geweese,<br />
dan hij werkelijk was , met welk hart<br />
had hij ene , door langdurig geluk<br />
vertroetelde , Vorstendogtcr, ene hem<br />
bevende gade, en kinderen , aan welke<br />
zijne ziel hing, bekend kunnen<br />
ma-
NEDERLANDEN. 481<br />
ïrraken met ;<br />
ontberingen, waar voor<br />
zijn eigen moed te zwak was, en'<br />
welken alleen ene verhevene Wijsgeerte<br />
op de zinlijkheid kan doen zegepralen.<br />
„ Nimmer zult gij mij over-<br />
„ reden, ORANJE!" zeide • EGMOND ,<br />
„ om de dingen in dat fombre licht<br />
?, te bcfchouwen, Waarin zij zig aan<br />
„ uw' angstvalligen geest vertonen.. Wan*<br />
neer ik • het eerst zo ver zal gebragt<br />
hebben , dat de openbare Pree-<br />
„ ken afgéfchaft, de beeldenfrormers<br />
„ geftraft , de oproermakers onderge-<br />
„ bragt, en de Nederlanden weder in<br />
„ vorige rust herdeld zijn , wat kan<br />
,, de Koning dan meer 1 van mij ver-<br />
„ gen ? De Koning is goed en regt-<br />
„ vaardig % ik heb mij alle regt op<br />
n z<br />
III.<br />
BOEK.<br />
n e<br />
' i dankbaarheid verworven , en<br />
„ ik mag niet vergeten , wat ik . mij<br />
„ zei :cn fchuldig ben." - „ Wel<br />
„ aan!" riep ORANJE, met ongenoegen<br />
en* inwendigen; fpijt; 1 „ waag het<br />
„ dan op uwe Koninglijke dankbaar-<br />
,, heid. Maar een treurig voorgevoel<br />
„ zegt mij, (en gave de Hemel, dat<br />
„ het mij' bedroge,) dat gij de brug<br />
„ zult zijn, EGMOND, waarover de<br />
,, Spanjaarden in het Land zullen ko-<br />
„ men-, en die zij afbreken zullen,<br />
„ wanneer zij 'er in zijn." Hij trok hem,<br />
nadat hij dit- gezegd had 4 met hartlijkheid<br />
tot zig, drukte hem vurig en<br />
vast in de armen. Lange tijd, als<br />
ware het voor het gehele overige lé-<br />
L DEEL. Hh
ÉI,:<br />
p.pf.R.<br />
482 DE AFVAL DER<br />
ven , hield hij het gezigt op hem gevestigd<br />
, tranen rolden hem uit de<br />
og«i 4 zij zagen elkander- niet weder<br />
(*).<br />
Terftond des anderen daags, fchreefORAN<br />
JE aan de Hertogin den Affcheidsbrief,<br />
waarin hij haar van zijne altoosdurende<br />
agting verzekerde, en haar nogmaals<br />
verzogt, dezen zijnen ftap ten<br />
goede te nemen. Hierop vertrok hij<br />
niet zijne drie Broeders en zijne gantfche<br />
Familie naar zijne ftad Breda ,<br />
waar hij flegts zo lang vertoefde, als<br />
nodig was, om nog enige huislijke<br />
zaken in orde te brengen. Zijn oudfte<br />
Zoon, rï-u*ï! W I L L E M , alleen,<br />
bleef op de Hogefehool te Leuven terug<br />
, dewijl hij hem onder de befcherming<br />
der Brabandfche Vrijheden en de<br />
voorregten der Akademie veilig genoeg<br />
oordeelde; ene onvoorzigtighcid, die,<br />
zo zij werkelijk niet met oogmerk gcfchiedde,<br />
bezwaarlijk overeen te brengen<br />
is met het- juiste oordeel , dat<br />
hij in Zo vele andere gevallen aangaande<br />
het karakter van zijne tegenpartij<br />
geveld had. Te Breda vervoegden de<br />
hoofden der Kalvinisten zig nog eenmaal"<br />
bij hem , met de vraag, of<br />
zij nog iets konden hopen , dan of<br />
aües verloren ware? De Prins gaf hun<br />
m antwoord, dat hij hun meermalen-<br />
(*) TBXJAN. 527. STRADA 183, «*-TE*1 ' ;<br />
95. BURG. 470. 47 s<br />
> MEURS. a8.
NEDERLANDEN.<br />
M raad had gegeven , dien hij tans iit<br />
wederom herhaalde, dat zij zig bij<br />
SOEiT,<br />
de Augsburgfche Belijdenis zouden voegen<br />
, dewijl dan hunne hulp uit Duitsch- "<br />
land zeker was; doch konden zij daartoe<br />
niet befluiten , dan zouden zij<br />
hem zësmaal honderdduizend guldens bezorgen<br />
, of nog meer, zo zij "konden.<br />
Het eérfte, zeiden zij , fireed<br />
met hunne overtuiging en hun geweten<br />
; maar tot het geld zou misfehien<br />
raad zijn , bijaldien men flegts weten<br />
mogt, waartoe hetzelve hefteed zou<br />
worden. ,, ja," riep ORANJE verdrietig<br />
uit , „ zo men dat weten moet j kan<br />
„ het van. geen nut zijn." Dadelijk<br />
brak hij het gefprek af, en liet de<br />
Afgevaardigden teriioud daarop vertrekken.<br />
Hem wérd venveten , dat hij<br />
zijn vermogen verfpild , en, om zijne<br />
drukkende fchulden, nieuwigheden<br />
begunstigd had; dog hij verzekerde,<br />
dat hij nog zestigduizend guldens jaarlijkfche<br />
renten genoot. Evenwel liet<br />
hij zig , vóór zj^T vertrek , door de<br />
Staten van' Holland nog twintigduizend<br />
guldens opfchictcn, waarvoor hij enige<br />
vaste goederen te pande ftelde. Mert<br />
kon zig niet begrijpen , dat hij zo<br />
geheel en al zonder tegenftand zig aart<br />
dc noodzakelijkheid onderworpen , ert<br />
alle verdere pogingen opgegeven' had ;<br />
doch wat hij in fiilte Vet zig omdroeg<br />
, wist niemand; niemand had fif<br />
êtjne ziel geleezcn. Zommigeu vraagden<br />
Hh a.
III<br />
BOEK,<br />
484 DE AFVAL DER.<br />
hem , hoe hij zig voordaan jegens dëri<br />
Koning van Spanje dage te gedragen?<br />
„ Vreedfaam ," was zijn antwoord , „ ten<br />
ware dat hij mijne eer, of mijne<br />
?> goederen aantastte". Daarop verliet hij<br />
de Nederlanden, om zig in zijne geboortefiad<br />
Dillenburg, in het Nasfaufche,'<br />
tot dc rust te begeven. Vele<br />
honderden , niet alleen van zijne onderhorigen<br />
, maar ook vrijwilligen *, verbelden<br />
hem naar Duitschland; en weldra<br />
volgden hem dc Graven van Hoogftraten,<br />
van Kuilenburg, en van Bergen<br />
, die liever verkozen ene vrijwillige<br />
ballrngfchap met hem te delen,<br />
dan roekeloos een onzeker lot te gemoet<br />
te gaan. De Natie zag haren<br />
Befcherm - Engel met hem vertrekken ;<br />
velen hadden hem aangebeden , allen<br />
hadden hem vereerd. Met hem ontviel<br />
de Protestanten hun laatfte fteun;<br />
en evenwel hoopten zij van dezen gevlugtcn<br />
man nog meer, dan van alle<br />
te zamen, die agtergeblcven waren.<br />
De Katholijken zelve zagen hem niet<br />
zonder leedwezen vertrekken. Ook voor<br />
hun had hij zig tegen de dwinglandij<br />
verzet; niet zelden had hij hen tegen<br />
hunne eigen Kerk in befcherming<br />
genomen ; velen onder hun had hij<br />
aan den bloeddorstigen ijver der Sekten<br />
ontweldigd. Enige weinige bekrompene<br />
zielen onder de Kalvinisten , welken<br />
de voorgeflagen vereniging met de<br />
Augsburgfche Geloofsgenoten geërgerd
NEDERLANDEN. 485<br />
had, vierden met ftille dankofferen<br />
den dag, waarop de vijand van hun<br />
geweken was (*).<br />
Dadelijk na het affcheid van zijnen<br />
Vriend, fpoedde de Prins van Gavre<br />
naar Brusfel terug, om aan het Hof<br />
der Landvoogdes de beloning voor zijne<br />
ifandvastigheid te ontvangen, en<br />
daar, in het hofgewoel, en in den<br />
zonnefchijn van zijn geluk, die weinige<br />
wolken te verdrijven, welken de<br />
ernstige waarfchouwing van ORANJE over<br />
zijne ziel had getogen. Er kon tans<br />
geen mensch gelukkiger zijn , dan E G-<br />
JVIOND zig gevoelde. ORANJE'S vlugc<br />
liet hem nu alleen op het toneel.<br />
Tans had hij in de Republiek genen<br />
mededinger meer, die zijnen roem verdonkerde.<br />
Hij was alleen de fier, die<br />
tans aan den Hemel flonkerde. Met<br />
verdubbelden ijver ging hij van nu<br />
af voort, om ene wankelende vorstengunst<br />
te verwerven , boven welke<br />
hij tog zo ver verheven was. Gantsch<br />
Brusfel moest zijne vreugde 'met hem<br />
delen. Pragtige gastmalen en openbare<br />
feesten werden door" hem aangeregt,<br />
welken de Landvoogdes zelve meermalen<br />
bijwoonde , om alle fporen van<br />
wantrouwen uit zijn gemoed uittewisfchen.<br />
Niet te vreden , den gevorderden<br />
eed afgelegd te hebben, ftreefde<br />
(*) METEREN 100. MEURS, Guil. Aiiru<br />
34, HEID. 5. GROT- 26.<br />
Hh 3<br />
iir.<br />
B O E rc.<br />
1567.
UI-<br />
jSOEK,<br />
486* DE AFVAL DER<br />
hij den rechtzinnigftcn in rechtzinnigheid<br />
3 en in ijver den grootften ij veraar<br />
voorbij , om het Protestantfche<br />
Geloof te verdelgen , cn de wcderfpannige<br />
Steden van Vlaanderen door de<br />
wapens te onderwerpen. Den Grave van<br />
Hoogftraten , zijnen ouden vriend, gelijk<br />
ook den gehelen nog overigen aanhang<br />
der Geuzen , zeide hij zijne vriendfehap<br />
voor altoos op , bijaldien zij<br />
nog langer aarfelden , om in den .fchoot<br />
der Kerke wedertckcren , en zig<br />
met hunnen Koning te' verzoenen. Alle<br />
vertrqude brieven , welken beide Partijen<br />
van elkander in handen hadden ,<br />
Werden ijitgewisfeld, en de fcheuring<br />
tusfehen beiden door dezen laatfien ftap<br />
openbaar en onherllelbaar gemaakt, EG-<br />
MOM D 's afval, en dc vlugt des Prin<br />
fen van Oranje, vernietigden der Protestanten<br />
laatfte hoop , en Hoopten het<br />
gehele Verbond der Geuzen. De een<br />
wilde den anderen voorbijdreven in bereidwilligheid<br />
en ongeduld, om het<br />
Compromis aftezweren , ' en den nieuwen<br />
eed te doen , die hem werd voorgelegd.<br />
Te vergeefs Haakten de Protestantfche<br />
Koopluiden over dit woordbreker<br />
des Adels luide klagten ; hunne<br />
zwakke ftem werd niet meer gehoord<br />
, en alle fommen , door hun aan<br />
de ondernemingen des Verbonds hefteed 3<br />
waren verloren<br />
(*) STRADA 184. BURG. Afói
NEDERLANDEN. ' 4 §<br />
f<br />
De voornaamfte plaatfcn waren on HL<br />
derworpen , en hadden bezetting; de B, B O K K.<br />
oproermakers vloden, of ftierven door _<br />
beulshanden ; in de Provinciën was geen<br />
redder meer voorhanden ; alles week<br />
voor het geluk der Landvoogdes, en<br />
haar overwinnend leger was in aantogt<br />
tegen Antwerpen. Na enen zwaren en<br />
hardnekkigen ftrijd, was deze Stad eindelijk<br />
van de ergfte aanftokers gezuiverd;<br />
HERMAN en zijn aanhang waren<br />
gevlugt; hare inwendige ftormen<br />
hadden uitgewoed, en nu lag zij uit*<br />
geput en magteloos, gelijk een doodkranke<br />
, dien het geweld der koortfe<br />
zo even verlaten heeft. De gemoederen<br />
begonnen langfamerhand weder tot<br />
zig zeiven te komen , en, door gene<br />
dolle Dwepers meer verhit , voor<br />
beter raadflagen vatbaar te worden. De<br />
welgezeten Burger verlangde hartlij k naar<br />
de rust, om den Koophandel en de<br />
handwerken weder te zien opluiken,<br />
welke door de langdurige Regeringloosheid<br />
zeer veel geleden hadden. Dc gedugte<br />
aannadering van ALBA deed wonderen<br />
; om de vervolgingen voortekomen<br />
, welken een Spaansch leger over<br />
het Land ftond te brengen, haastte<br />
men zig, om in de zagce hand der<br />
Landvoogdes te vallen. Uit eigen beweging<br />
zond men gevolmagtigden naar<br />
Brusfel , om haar een vergelijk voorteftellen<br />
, en hare voorwaarden tc horen.<br />
Zo aangenaam als dc Landvoogd.<br />
Hh 4
III.<br />
BOEK.<br />
483 DE AFVAL DER<br />
des door dezen vrijwüligen ftap verrast<br />
wierd, zo weinig liét zij zig door<br />
hare blijdfchap ' verkloeken. Zij verklaarde<br />
, dat zij van niets horen kon'<br />
of wilde, 'voor dat de 'Stad Bezetting'<br />
had ingenomen'. Ook dit vond genen<br />
tegcnliand meer, en de ' Graaf,<br />
van Mansveld ' trok den volgenden dag<br />
met zestien Vaandelen in dagorde binnen.<br />
Tans werd 'er' een plegtig ver-'<br />
drag tusfehen de Stad en de Hertogin<br />
gefloten, volgens welk de eerstgenoemde<br />
zig verbond , den Hervormden'<br />
Godsdienst gantsch en al aftefchaf-'<br />
fen , alle Leeraars van die Kerk te'<br />
verbannen , den Roomsch - Katholijken<br />
Godsdienst in 'zijnen vorigen luister','<br />
de verwoeste ' Kérken in ' haren ' gehelen<br />
pragt te hcrftcllcn , de oude Pla-"<br />
karen , als voorheen , te handhaven,'<br />
den nieuwen eed , welken dc andere<br />
Steden gezworen hadden, ' insgelyks"<br />
tc doen , en allen, die de Hoog-'<br />
heid des Konings beledigd, # ' de wapens<br />
opgevat , en aan het ontheiligen<br />
der Kerken 'deel gehad hadden,'<br />
in de handen van het Gcrcgt tc leveren.<br />
Daartegen verbond, de Land-"<br />
voogdes zig, al het voorledene te<br />
vergeten , cn voor de overtreders zelfs<br />
een goed woord ' bij den Koning te<br />
fpreken. Aan alle de genen, die,'<br />
van hunne -<br />
vergiffenis onzeker, de<br />
vlugt mogten verkiezen, zoude een<br />
maand vergund worden, om hunne
NEDERLANDEN. 48*<br />
goederen toe geld te maken , en HL<br />
hunne perfoncn in veiligheid te bezorgen<br />
; met uitfluiting nogthans van<br />
alle dezulken, die iets ftrafwaardigs,<br />
gedaan , cn door het vorige reeds<br />
van zelf uitgezonderd waren. Dadelijk<br />
na het fluiten van dit verdrag<br />
werd aan alle Gereformeerde en Lu-"<br />
therfche 'Predikanten binnen Antwerpen<br />
en het gehele omliggende grondgebied ,<br />
door den Rocdcndrager aangezegd, dat<br />
zij binnen vier-en twintig uren het Land<br />
moesten ruimen : aan de zulken die<br />
tot Konfistoriën behoorden , werden drie<br />
dagen vergund. Alle flraten, alle poorten<br />
waren opgepropt van vlugtelingen,<br />
die ter eere van hunnen God dat<br />
gene, wat hun 't liefftc was, verheten<br />
, en voor hun vervolgd geloof<br />
een gelukkiger hemelflrcek zogten. Hier<br />
namen mannen van hunne vrouwen,<br />
vaders van hunne kinderen voor eeuwig<br />
affcheid ; daar voerden zij dezelven<br />
met zig weg. Gantsch Antwerpen<br />
was gelijk een klaaghuis; BOEK.<br />
waarheen men de ogen floeg , zag.<br />
men een aandoenlijk toneel . van de<br />
fmertelijkfte Tchciding. Alle. Protestantfche<br />
Kerken waren verzegeld; het was<br />
met dien gehelen Godsdienst gedaan.<br />
De tiende April was dc dag., waarop<br />
de Predikanten uittrokken. Toen<br />
zij zig nog eenmaal op het Stadshuis<br />
vertoonden , om van de Magiftraat<br />
affcheid të nemen, konden zij<br />
Hh 5<br />
I567*
HL<br />
BOEK<br />
4«0 DE AFVAL DER<br />
hunne traanen niet binnenhouden , zij<br />
. borsten uit in de bitteriic klagten.<br />
. „ Men had hen opgeofferd," riepen<br />
zij , „ men had hen op de fchan-<br />
„ delijkite wijze veriaten ; doch 'er lecf-<br />
„ de voor hun een God , die niet<br />
„ ongeftraft zoude dulden , dat de Die-<br />
„ naars van zijn woord wierden weg-<br />
5> gejaagd, en er zou een tijd ko-<br />
„ men , wanneer Antwerpen deze laag-<br />
„ hcid zwaar genoeg zoude boeten."<br />
Allermeest beklaagden zig de Lutherfche<br />
Leeraars, "die' door de Magiftraat<br />
zelve in het Land waren geroepen<br />
, om tegen de Kalvinisten te<br />
préken. Onder het bedrieglyke voorgeven<br />
, dat de Koning hunnen Godsdienst<br />
niet ongunstig ware, had men<br />
hen in ene verbindenis tegen de Kalyinisten<br />
getrokken, en dezen met hulp<br />
van hun onderdrukt; tans, nu men<br />
hen niet meer nodig had, liet men<br />
beiden in een gemeen lot hunne dwaasheid<br />
betreuren (*).<br />
Weinig dagen daarna deed de Landvoogdes<br />
een pragtige Intrede binnen<br />
Antwerpen, verzeld van duizend Waalfche<br />
Ruiters , van alle de Ridders<br />
van het Gulden vlies, alle Stadhouders<br />
en Raden, benevens haar gantfche<br />
Hof en ene grote menigte Re-<br />
(*) M E U R S 33. 34. THUAN. 527. REID.<br />
S. KÏRADA 187. 188. METEREN 529, iqq.<br />
J-URG. 477. 478.
NEDERLANDEN. 49?<br />
gerings-Peifonen ? met de gehele praal III.<br />
yan ene Overwinnares. Zij deed haar SOEK<br />
eerfte bezoek in de Dom - Kerk, die<br />
nog de droevige blijken van den<br />
Beeldenftorm vertoonde , en hare Godsvrugt<br />
de bitterftc tranen afperste. Terftond<br />
daarop werden op de openbare<br />
markt vier Oproermakers, welke<br />
in hunne vlugt agterhaald waren , met<br />
den dood geftraft ; alle kinderen ,<br />
welke den Doop paar de wijze der<br />
Protestanten ontvangen hadden , moesten<br />
denzelven van de Pvoomfche Priesters<br />
nog eenmaal ontvangen ; alle Scholen<br />
der Ketters werden vernietigd, alle<br />
hunne Kerken geil egt." Genoegfaam alle<br />
Nederlandfche Steden volgden het voorbeeld<br />
van Antwerpen, en dc Protestantfche<br />
Leeraars werden uit allen verjaagd.<br />
Met het einde van April waren<br />
alle Roomfche Kerken weder pragtiger<br />
dan voorheen opgefierd , alle Protestantfche<br />
Kerkgebouwen gedoopt, cn<br />
alle vreemde Godsdienst, tot op het<br />
geringfte overblijffel toe , uit alle zeventien<br />
Provinciën verbannen. De gemene<br />
hoop , die met zijne genegenheid<br />
gemeenlijk het geluk volgt, betoonde<br />
zig tans even zo ijverig, om den<br />
val der ongelukkigen te verhaasten,<br />
als hij kort te voren woedende voor<br />
dezelven gefireden had: een fraai Bedehuis<br />
, 't welk de Kalvinisten te Gent<br />
geftigt hadden , was in minder dan<br />
een uur tijd» vernield. Van de bal-
IÏL<br />
OE K<br />
492 OE AFVAL DER<br />
ken der vernielde Kerken werden galgen<br />
voor de zulken geboud, die zig<br />
aan de Roomfche Kerken vergrepen<br />
hadden. Alle Geregtsplaatfen waren met<br />
lijken, alle geyangenisfen mee offers,<br />
die ter dood beitemd waren, alle<br />
openbare wegen met yiugtelingen opgepropt.<br />
Geen Stad was zo klein ,<br />
dat 'er in dit moordjaar niet tusfehen<br />
de vijftig cn driehonderd binnen<br />
dezelve ter dood wierden gebragt<br />
, - zonder de zulken te rekenen ,<br />
welke op het platte land den Drosten<br />
in handen vielen , en als royersgeboeftc<br />
, zonder genade , cn zonder<br />
verder verhoor, op fiaande voet<br />
wierden opgehangen (?)<br />
De Landvoogdes was nog te Antwerpen,<br />
toen 'er zig uit. Branden-;<br />
burg , Saxen, Hesfen , Wirtembcrg<br />
en Baden Gezanten aanmeldden, die<br />
als voorfpraken voor hunne gebannen<br />
Geloofsbroeders bij haar verfchenen.<br />
De verdreven Leeraars van de Augsburgfehc<br />
Belijdenis hadden den Religievrede<br />
der Duitfchers , waaraan Braband<br />
, als een Rijks - Stad mede<br />
deel had, ingeroepen , en zig onder<br />
de befcherming dezer Vorsten bege-»<br />
ven. De verfchijning dezer vreemde<br />
Gezanten maakte de Landvoogdes verlegen<br />
, en te vergeefs zogt zij der-<br />
(*) TlIUAN 52p. STRADA 178. METEREI*<br />
99- 103. BURG. 4Ü.2. 484.
NEDERLANDEN. 493<br />
zeiver intrede in dc Stad voortekomen ;<br />
het gelukte haar egter, hen onder<br />
den ichijn van eerbetoningen, zo ïenerp .<br />
te laten bewaken , dat voor de rust<br />
der Stad niets van dien kant te<br />
vrezen was. Uit den hogen toon , welken<br />
zij , zeer ten, ontijde , bij de Hertogin<br />
gebruikten , zou men fchier befluiten<br />
, dat het hun met hun verzoek<br />
geen regte . ernst geweest ware.<br />
„ Volgens regt f. zeiden zij , „ behoorde<br />
• de Augsburgfche Belijdenis ,<br />
„ als de enige, die den zin van<br />
,., het Euangcüj begreep, in de Ne*<br />
„ dcrlandcn de heerfchende te zijn;<br />
„ maar het was ten uiterllen onna-<br />
„ tuurlijk en ongeoorloofd, derzelver<br />
,', Aanhangers door zulke • gruwelijke Pla-<br />
„ katcn tc vervolgen. Men verzogt<br />
„ derhalven de Landvoogdes, uit naam<br />
van den Godsdienst, de Volken ,<br />
„ over welken zij het beftuur had ,<br />
niet met zulk ene hardheid te be-<br />
„ handelen." — „ Een vooraffpraak van<br />
„ zodanigen aart ," liet zij door den<br />
mond van haren Duitfchcn Staatsdienaar<br />
, den Graaf van Scharcmberg 4<br />
antwoorden, „ verdiende in 't geheel<br />
„ geen antwoord. Uit het aandeel,<br />
„ dat de Duitfche Vorsten aan de<br />
' „ Nederlandfche Vlugteüngen genomen<br />
,., hadden , bleek het, dat zij den<br />
„ brief des Konings , welke ene ver-<br />
„ klaring van deszelfs gedrag behels-<br />
„ de, veel minder geloof gaven, dan<br />
IIT.<br />
BOEK
III.<br />
BOEK.<br />
I<br />
494 DL A F V A L D E R<br />
„ dan dc bcrigten van enige onver-<br />
" i aC<br />
j' n<br />
'<br />
l<br />
ie t i e<br />
'<br />
b eda<br />
b ce<br />
»is hunner<br />
„ daden , in zo vele vernielde Ker-<br />
„ ken gelligt hadden. Zij zouden wèl<br />
„ doen , zo zij aan den Koning van<br />
„ Spanje overlieten, voor het welzijn<br />
„ zijner onderdanen te zorgen , en<br />
h afzagen van de onedele poging,<br />
,', om dén geest van oproer in vrecm-<br />
„ de landen aantekWeeken." Binnen<br />
weinige dagen vertrokken de' Gezanten<br />
weder uit Antwerpen ; zonder iets<br />
te hebben uitgevoerd; alleen die van<br />
Saxen deed in 't geheim aan de Landvoogdes<br />
ene verklaring , dat zijn Heer<br />
tot dezen ftap uit nood overgegaan,'<br />
sn oprcgtelijk het Huis van Oosten<br />
j rijk toegedaan was (*). De Duitfche<br />
l Sezanten hadden Antwerpen nog niet<br />
verlaten, toen een berigt uit Holland<br />
( le zegepraal der Landvoogdes volooide.<br />
Dc Graaf van Brederode had zijné<br />
f tad Vianen , en alle zijne nieuwe<br />
\ Vestingwerken, uit vrees voor den Graaf<br />
t an jvlegen, verlaten, en zig met<br />
I ehulp der Onroomfchen in de Stad<br />
/ .mfterdam geworpen , waar zijne teenwoordigheid<br />
dc Magiftraat, die pas<br />
tl : voren enen opftand van binnen<br />
n iet moeite geftild had, ten uiter<br />
ft en bekommerde, doch der Protestaiï-<br />
tc n moed op \ nieu opwakkerde.<br />
E agelijks vermeerderde hier zijn aan-<br />
(*) STRADA 188. BURG. 4S7 — 48^
NEDERLANDEN. 495<br />
hang j en uit Utregt, Friesland, en HL<br />
Groningen vloeide hem ene menigte BOEK.<br />
Ëdelluiden roe , welke door de overwinnende<br />
wapenen van MEGEN en<br />
ARE M BERG vandaar verdreven waren.<br />
Onder allerlei vermomde kleding<br />
vonden zij middel om in de Stad<br />
tc fluipen , waar zij zig rondom den<br />
perfoon van hunnen Aanvoerder verzamelden<br />
, en hem tot ene fterke lijfwagt<br />
verfirekten. De Landvoogdes,<br />
voor enen nieuwen opftand bedugt,<br />
zond deswegen enen van hare Gehcimfchrijvers<br />
, JACOB DE LA TOR-<br />
RE , aan den Raad van Amfterdam,<br />
en liet denzelven aanzeggen, dat zij<br />
zig , om 't even op welke wijze<br />
van den Graaf BREDERODE moesten<br />
ontdoen. Noch de Magiftraat , noch<br />
DE LA TORRE zelf, die hem in<br />
perfoon den wil der Hertogin bekend<br />
maakte, konde iets op hem verwinnen<br />
; zelfs werd de laatstgenoemde door<br />
enige Ëdelluiden uit het gevolg van<br />
BREDERODE in zijne kamer overvallen<br />
, cn alle zijne brieven hem ontnomen.<br />
Denkelijk had hij zelf het leven<br />
daarbij iugefchoten, zo hij geen<br />
middel gevonden had, om haastig uit<br />
hunne handen te ontkomen. Nog een<br />
gehele maand na dit voorval , bleef<br />
BREDERODE, als een onvermogende<br />
Afgod der Protestanten , en een<br />
last voor dc Roomfchen , zig te Amfterdam<br />
ophouden , zonder veel mee?
III.<br />
HÓEK.<br />
406 £>È AFVAL DEK<br />
tc doen , dan de rekening van -zijnen<br />
waard dagelijks groter "te maken ;<br />
terwijl intusfehen zijn dapper leger'<br />
dat hij Mi Vianen had agtergelaten \<br />
door vele vlugteliiigen uit de zuidelijke<br />
Provinciën, verftérké, den Graven<br />
van Mégen genoeg te doen gaf, om<br />
Hen tc beletten, de Protestanten op<br />
hunne vlugt te ontrusten. Eindelijk belloot<br />
ook BREDERODE, naar het voorbeeld<br />
van ORANJE , voor de noodzaaklijkhcid<br />
te bukken, en ene zaak<br />
optegevcn, die niet meer te redden<br />
was. Hij gaf den Raad van State<br />
zijn verlangen te kennen, om Amfrërdaffl<br />
te verlaten, zo mén hem door<br />
het opfc'hieten van ene matige fomme<br />
gelds daartoe in ftaat wilde ftellên.<br />
Om van hem ontflagen te worden<br />
, werd het begeerde geld in allen<br />
fpoed bijeen gezogt , ° en enige<br />
Bankhouders fchotcn het zelfs onder<br />
borgtogt van den Raad der Stad. Hij<br />
Vertrok dus nog dien zelfden nagt uit<br />
Amfterdam, en werd door een vaartuig,<br />
met gefchut voorzien, tot in het<br />
Vlie gebragt, vanwaar hij gelukkig<br />
naar Embden ontkwam. Het noodlot<br />
handelde genadiger met hem , dan met<br />
de meesten van die genen , welken<br />
hij in zijne dolle onderneming had<br />
medegefleept; hij ftierf in het volgende<br />
jaar vijftienhonderd agt-en zestig ,<br />
op een zijner Kastelen in Duitschland,<br />
aan de gevolgen van dronkenfehap<br />
waar-
NEDERLANDEN. «o?<br />
Waartoe men zegt, dat hij ten laatfien<br />
vervallen was om zijn hartzeer<br />
te verdrijven. Een gelukkiger lot viel<br />
zijne weduwe , ene geboren Gravinne<br />
van Meurs, ten dele, welke de Gemalin<br />
werd van F RED ER IK III, Keurvorst<br />
van de Palts. De zaak der Protestanten<br />
had door het vertrek van<br />
BREDERODE weinig verloren; het<br />
werk, dat hij begonnen had , fiierf<br />
niet met hem , gelijk het ook niet<br />
door hem had geleefd. Het einde beflist<br />
de eigenlijke waardij van alle<br />
ondernemingen. De zamenzwcring van<br />
enen BREDERODE moest in het niet<br />
weder verzinken , waaruit zij was opgekomen;<br />
maar wat zij goeds en gegronds<br />
had, was en bleef boven alle toe«<br />
vallen verheven (*).<br />
Het kleine leger, dat hij door zijne<br />
fchandelijke vlugt aan zig zeiven overliet<br />
, was moedig en dapper, en had<br />
enige welberaden aanvoerders. Het was<br />
ontilagen, zodra hij vlood van wienv<br />
het betaald wierd, maar goede moed<br />
en honger hield hetzelve nog enen,<br />
tijdlang bijeen. Enigen , onder bevel<br />
van DIRK VAN BATENBURG, trokken<br />
op naar Amfterdam , in hoope<br />
om deze Stad te berennen ; maar de<br />
Graaf van Megen, die met dertien<br />
Vaandelen uitgeleezen Krijgsvolk ter ontzetting<br />
- aanrukte, noodzaakte hen de-<br />
O VAN METER EN ioo. Vigl. Vita. N. CV,<br />
I. DEEL. li<br />
III.<br />
BOEK.
ÏIL<br />
BOEK<br />
4Ö&<br />
DE AFVAL DEK.<br />
zen aanflag optegeven. Zij voer-*<br />
den niets anders uit, dan de om-<br />
, liggende Kloosters te pionderen, waarbij<br />
voornamelijk de Abtdij van Egmont<br />
deerlijk gehavend werd, en trokken<br />
vervolgens naar Waterland, iwaar zij<br />
zig , wegens de menigvuldige moerasfen ,<br />
voor verdere vervolging veilig rekenden.<br />
Doch ook derwaards volgde hen<br />
de Graaf van Megen, en dwong hen<br />
hun behoud in de vlugt over de<br />
Zuiderzee te zoeken. De Gebroeders<br />
VAN BATENBURG, benevens enige<br />
Friefche Edelen , onder anderen de<br />
Heren BEI MA en GALAMA, borgen<br />
zig met honderd - en twintig Soldaten , en<br />
met den buit, uit de Kloosters bij<br />
Hoorn gehaald, in een fchip , om<br />
naar Friesland overtefieken, doch vielen<br />
, door de trouloosheid van den<br />
Schipper, die het fchip bij Harlinjven<br />
op ene zandbank Huurde, in hai><br />
den van enen der Hopluiden van AREM<<br />
BERG, die hen alle levende gevangen<br />
kreeg. De gemenen uit deze manfchap<br />
werden dadelijk door den Graaf<br />
van Aremberg gevonnist; de Ëdelluiden<br />
, welke zig onder dezelve bevonden<br />
, werden aan de Landvoogdes<br />
overgezonden, die zeven van hun liet<br />
onthoofden. Zeven anderen van de aanzienlijkfte<br />
geboorte , onder welke de<br />
Gebroeders BATENBURG en. enige<br />
Friezen zig bevonden , allen nog in<br />
den bloei des levens, werden voor<br />
den Hertog van Alba gefpaard , om
NEDERLANDEN, 499<br />
de bediening van zijnen post terftond III.<br />
te kunnen aanvaarden met ene daad, BOEKi<br />
die zijns waardig was. Gelukkiger waren<br />
de vier overige fchepen , die<br />
van Medemblik onder zeil waren gegaan<br />
, en door den Graaf van Megen<br />
met kleine vaartuigen vervolgd<br />
werden. Door tegenwind geraakten zij<br />
buiten hunnen koers, en werden naar<br />
de Gelderfche küst gedreven; waalzij<br />
behouden aan land (lapten; Zij<br />
gingen vervolgens bij Heusfen over<br />
den Rhijn , en bereikten gelukkig den<br />
Kleeffchen bodem , waar zij hunne<br />
vaandelen in Hukken fcheurden, en<br />
uit elkander gingen. Enige hopen,<br />
die zig bij de plondering der kloosters<br />
te lang hadden opgehouden, werden<br />
door den Graaf van Megen in<br />
Noordholland agterhaald, en gevangen<br />
genomen. De Graaf verenigde zig vervolgens<br />
met NOIRCARMES, en leide<br />
bezetting in Amlierdam. Drie Vaandels<br />
Krijgsvolk, het laatfte overfchot<br />
van het Geuzen - Leger, werden bij<br />
Vianen, daar zij ene fchans wilden<br />
vermeesteren , door Hertog ERIK VAN<br />
BRUNSWYK overvallen en geflagen, en<br />
derzelver hoofd, RE NES SE gevangengenomen,<br />
die kort daarna op het flot Vredenburg<br />
binnen Utregt onthoofd werd.<br />
Toen Hertog ERIK daarop in Vianen<br />
binnenrukte, vond hij niets dan ftraten<br />
, en ene Stad zonder menfchen :<br />
de inwoners en bezetting hadden dezelve<br />
li 2,
503 £>E AFVAL D-'ËR<br />
lil in den eerften fchrik verlaten. Hij<br />
TT O EK. liet dadelijk de Vestingwerken flegten,'<br />
muren en torens afbreken, cn maakte<br />
deze verfterkte Stad der Geuzen<br />
tot een Dorp (*•). De eerfte oprigters<br />
van het Verbond waren uit elkander<br />
geraakt ; BREDERODE en<br />
LODEWYK VAN NASSAÜ waren naar<br />
Duitschland gevlugt, en de Graven<br />
van Hoogftraten , Bergen en Kuilenburg<br />
hadden hun voorbeeld gevolgd;<br />
MANSVELD was afgevallen, de gebroeders<br />
BATENBURG verwagtten<br />
in de gevangenis een fchandelijk lot,cn<br />
THOULOUZE had enen roemrugtigen<br />
dood op het flagveld gevonden.<br />
Die geenen der Verbondenen,<br />
welke het zwaard van den vijand<br />
en den fcherpregter ontkomen waren,<br />
hadden ook niets meer dan hun leven<br />
geborgen , en dus zagen zij eindelijk<br />
met ene fchrikkelijke waarheid<br />
den naam te verdienen , dien zij<br />
als enetf pronknaam gedragen hadden.<br />
Zodanig een onaanzienlijk einde nam<br />
dit lofwaardige verbond , dat in den<br />
eerften tijd van zijne oprigting zulke<br />
fchone vooruitzigten opleverde , en zig<br />
liet aanzien enen Herken dam tegen<br />
de onderdrukking te zullen worden.<br />
Eendragt was deszelfs magt; wantrou-<br />
C*) VAN M E T E R E N 100. 101. TH U AN, 530.<br />
BURG 490 — 492. STRADA. 189. M E U R S,<br />
$i» vieL. ad 11 OPPER, Epist. 34.
NEDERLANDEN. cof<br />
wen en tweedragt deszelfs ondergang.<br />
HL<br />
Het had vele zeldfame en fchone<br />
BOEK,<br />
deugden aan 'c licht gebragt en ontwikkeld<br />
; maar het miste de twe minst<br />
ontbeerkjke van allen , gematigdheid en<br />
voorzigtigheid, zonder welke alle ondernemingen<br />
mislukken, alle vrugten<br />
der werkfaamfte vlijt bederven. War<br />
ren deszelfs oogmerken zo zuiver geweest,<br />
als het voorgaf, of ook flegts<br />
zo zuiver gebleven, als zij bij deszelfs<br />
oprigting werkelijk waren, het<br />
zou de toevallen getrotfeerd hebben ,<br />
die hetzelve al vroeg ondermijnden,<br />
en , fchoon ongelukkig, evenwel een<br />
roemrugtig aandenken in dc Gefchiedenis<br />
verdienen. Maar het firaak te<br />
duidelijk in de ogen, dat dc verr<br />
bondene Edelen aan de dolheid der<br />
Beelde.nfformers meer deel hadden of<br />
namen ,, dan met hunne waardigheid<br />
en de zuiverheid van hun oogmerk<br />
firookte; en velen onder hun hebben<br />
ogenfehijnhjk hunne eigene goede<br />
zaak met de razende onderneming<br />
van dien veragtelijkcn hoop verwist<br />
feld. Het beperken der Inquifitie ,. cn<br />
ene wat meer mcnfchelijke inrigting<br />
der Plakaten, was een van de weldadige<br />
uitwerkingen des verbonds 5 maaide<br />
dood van zo vele duizenden,<br />
welke in deze onderneming omkwamen<br />
, de ontbloting des I^ands van<br />
zo vele voortreffelijke burgers, de inroeping<br />
van den Hertog<br />
1 1<br />
3<br />
van AJba a
eoa DE AFVAL DER<br />
III.<br />
BOEK.<br />
en de wederkering der Spaanfche wapenen<br />
in de Nederlanden , waren gewisfelijk<br />
een alte dure prijs voordeze<br />
kortffondige verligting. Menig goed<br />
en vreedfaam burger , die, zonder deze<br />
gevaarlijke gelegenheid, de verzoeking<br />
niet gekend zou hebben , werd<br />
door den naam van dit verbond tot<br />
ftrafbare ondernemingen vervoerd, waarvan<br />
het hem enen gelukkigen uitflag<br />
liet hopen, doch welke hoop het nier.<br />
vervulde, en hem daardoor in het<br />
verderf fio.rtte. Nogtans kan men niet<br />
ontkennen, dat het Verbond ook veel<br />
ikwaads, door hetzelve geftigt, door<br />
een wezenlijk nut weder heeft vergoed.<br />
Door hetzelve werden de afzonderlijke<br />
leden uit den burgerftaat<br />
nader bij elkander gebragt , en uit<br />
een bekrompen eigenbelang getrokken;<br />
door hetzelve leefde een weldadige<br />
geest van algemenebest - gezindheid , welke<br />
onder den druk der Alleenheerfching<br />
dus lang bijna was uitgedoofd;<br />
en 'er werd tusfehen de vaneengefcheiden<br />
leden der Natie ene vereniging<br />
bewerkt, welker moeilijkheid alleen<br />
de Dwingelanden zo. ftout maakt.<br />
Die proef, 't is waar, mislukte ,<br />
en deze in te groten haast gelegde<br />
banden raakten weder los, maar door<br />
mislukte proeven leerde de Natie eindelijk<br />
den duurfamen band vinden ,<br />
die de vergangklijkheid zou tarten.<br />
De vernietiging van het Geuzen-
NEDERLANDEN. 5°5<br />
leger bragt nu ook de Hollandfche<br />
Steden tot de vorige gehoorfaamheid te- ]<br />
rug en in de Nederlanden was geen<br />
enkelde plaats meer, die zig niet<br />
aan de wapenen der Landvoogdes had<br />
onderworpen ;' maar de toenemende verhuizing<br />
van inborelingen en vreemden<br />
dreigden het Land ene dodelijke uitputting.<br />
Te Amfterdam was de menigte<br />
0<br />
der vlugtenden zo groot, dat<br />
het aan vaartuigen ontbrak , om hen<br />
over de Noord" en Zuidzee te brengen,<br />
en deze bloeiende Koopftad zag<br />
den gehelen ondergang van hare welvaart<br />
te gemoet. Verfchrikt door deze<br />
algemene vlugt, haast zig de Landvoogdes<br />
, om bemoedigende brieven aan<br />
alle lieden te fchrijven , en den zinkenden<br />
moed des Burgers door fchone<br />
beloften optebcuren. Aan allen<br />
die den Koning en der Kerke<br />
vrijwillig 1<br />
trouwe zouden zweren,<br />
zeide ' zij ""in 's Konings naam ene<br />
volkomene vergiffenis toe , en nodigde<br />
de vlugtenden, door openbare papieren<br />
, in vertrouwen op deze_ Koninglijke<br />
genade weder te keren. Zij beloofde<br />
de Natie , haar van het Spaanfche<br />
Krijgsvolk te bevrijden, offchoon<br />
het ook reeds op de grenzen ftond;<br />
ja zij ging zo ver, om zig te laten<br />
ontvallen, dat men nog wel een<br />
middel konde vinden, om dit leger<br />
den ingang in de Nederlanden met<br />
geweld te beletten,<br />
li 4<br />
dewijl zij in 'l<br />
in.<br />
SOEK.
III.<br />
BOEK<br />
S°4 DE AFVAL D.EIt<br />
geheel niet gezind was, den roem<br />
enes vredes , dien zij met zo vele<br />
. moeite behaald had, aan enen anderen<br />
afteftaan. Slegts weinigen keerden<br />
op trou en geloof" terug. ,<br />
en deze weinigen hebben zig dit naderhand<br />
beklaagd; vele duizenden waren<br />
reeds weg, en meer duizenden volgden.<br />
Duitschland en Engeljnd waren<br />
opgevuld met Nederlandfche vlugtelingen<br />
, die , waar. zij zig vestigden,<br />
hunne gewoonten en. zeden , zelfs tot,<br />
de klederdragt toe, behielden , omdat<br />
het hun tc hard viel, hun Vaderland<br />
geheel afteflerven , en zelfs<br />
van de hoop op ene wederkomst te,<br />
fcheiden. Weinigen bragten nog enige<br />
ovcrblijffclen. van hunne vorige<br />
welvaart met zig; verre het gröotfte<br />
gedeelte kwam daar al bedelende,<br />
en fchonk htm nieu Vaderland niets'<br />
dan hunne nijverheid, rappe handen y;<br />
en regtfehapen burgers (*).<br />
En nu fpoedde zig de Landvoogdes<br />
, om den Koning ene boodfchap<br />
toe te zenden , waarmede zij hem ,<br />
in al den tijd van. haar beftuur,<br />
nog niet had kunnen verblijden. Zij<br />
liet hem weten , dat' het haar gelukt<br />
was, de rust in alle Nederlandfche<br />
Provinciën te herftellen, en<br />
VAN METEREN IOI, MEURS. 35,<br />
BURG 486. VIGL. ad HOPPER. Epist. 5. 34»<br />
f ROT» 26,
NEDERLANDEN. 505<br />
dat zy zig nu ftctk genoeg oordeel IJL<br />
de , om dezelve daar te bewaren. B O EK.<br />
De Sekten waren uitgeroeid , en de<br />
Roomsen-Katholijke Godsdienst praalde<br />
tans in zijnen vorigen luister; de<br />
muitelingen hadden reeds hunne verdiende<br />
ilraffen ontvangen, of verwagtten<br />
dezelve nog in de gevangenis;<br />
van de Steden was zij door genoegfame<br />
Bezetting verzekerd. Tans had<br />
men derhaivcn geene Spaanfche benden<br />
in dc Nederlanden meer nodig,<br />
en 'er was niets meer overig, wat<br />
enen genoegfaamen grond voor derzelver<br />
komst kon opleveren. Deze zoude<br />
integendeel de orde en rust weder<br />
verhoren , welke zij met zo veel<br />
kunst gevestigd had , het herltel van<br />
Koophandel en Handwerken 't welk<br />
beiden zo nodig hadden, moeilijker<br />
maken , en , terwijl dezelve den Burger<br />
tot nieuwe kosten noodzaakte,<br />
hem tevens van het enige middel ,<br />
om die kosten te vinden, beroven.<br />
Reeds had het blote gerugt van de<br />
komst des Spaanfchen legers het Land<br />
van vele duizenden nuttige burgers beroofd<br />
; de werkelijke verfchijning van<br />
hetzelve zou het ganfchelijk tot ene<br />
woestijn maken. Dewijl 'er geen vijand<br />
meer te beltrijden, en geen oproer<br />
meer te dempen was ? kon men gene<br />
andere reden voor dit leger uitvinden<br />
, dan dat het beflemd ware<br />
om ftraf te oefenen ,<br />
li 5<br />
en in deze
S06 DE AFVAL DER<br />
III. onderftelling zou het geen luisterrijk<br />
BOEK. onthaal ontmoeten. Niet meer door<br />
de noodzaaklijkheid ontfchuldigd , zou<br />
dit geweldige middel flegts den gehaten<br />
fchijn van onderdrukking hebben<br />
, de gemoederen op 'c nieu verbitteren<br />
, de Protestanten tot het uiterfte<br />
brengen, en hunne buitenlandfche<br />
Geloofsgenoten tot hunne befcherming<br />
wapenen. Zij had de Natie in<br />
*s Konings naam beloofd , dat dezelve<br />
van vreemd Krijgsvolk bevrijd zoude<br />
blijven, en aan deze toezegging<br />
had zij de tegenwoordige rust voornamelijk<br />
te danken ; zij ftond hem<br />
derhalven voor de voortduring van die<br />
rust niet in , bijaldien hij haar logenftrafte.<br />
De Nederlanden zoude hem,<br />
hunnen Heer en Koning, met alle<br />
tekenen van genegenheid en eerbied<br />
ontvangen, maar hij mogt tog als<br />
Vader, en niet als ftrafoefenend Vorst<br />
komen. Hij mogt komen om zig te<br />
verheugen in de rust, welke door<br />
haar den Lande gefchonken was, maar<br />
niet, om dezelve op 't nieuw te<br />
doren (*><br />
Dog in den Raad te Madrid was<br />
het anders befloten. GRANVELLE ,<br />
die, fchoon afwezig , nog door zijne<br />
aanhangers in het Spaanfche kabinet<br />
heerschte , de Kardinaal Groot-<br />
Inquifitie - meester SPINOSA , en de Hertog<br />
van Alba, ieder door zijnen<br />
(*) STRADA 197.
NEDERLANDEN. 5^?<br />
haat, zijnen geest van vervolging, HL<br />
pf zijn eigenbelang beftuurd , hadden BOEK,<br />
de zagtere gevoelens van den Prins<br />
van Eboit , den Graaf van Ferm,<br />
en den Koninglijken Biegtvader FRES-<br />
N E D A overltemd (*)• Dezen beweerde ,<br />
dat het oproer voor het tegenwoordige<br />
wel geftild' was, maar alleen<br />
daarom, dewijl het gerugt van de<br />
gewapende overkomst des Komngs de<br />
muitelingen yerfchrikt had; dat men<br />
alleen aan vrees, maar niet aan beton<br />
die rust had tc danken, welke<br />
ras weer zou geitoord worden , wanneer<br />
die vrees was weggenomen. Daar<br />
dc vergrijpen van het Ncderlandlche<br />
Volk den Koning ene zo fchonc en<br />
gewenschte gelegenheid gaven, om zijne<br />
despotieke voornemens met enen<br />
fchijn van regt op de Republiek uittevoeren,<br />
was deze vreedfame vereffening<br />
, waarin de Landvoogdes ene<br />
verdienste Relde , zeer ver bczijdcr<br />
zijn eigenlijk oogmerk, welk geer<br />
ander was, dan de Nederlanden , ondei<br />
een wettig voorwendfel, te berover l<br />
van vrijheden , die voor zijnen heersen.<br />
Zugtigen geest reeds lang een aan<br />
ftoot waren geweest.<br />
' Tot dus verre had hij den a ge<br />
menen waan, dat hij de Nederlan<br />
den in perfoon zoude bezoeken, me 6<br />
de ondoorgrondelijkfte ontveinzing gaan<br />
de gehouden, hoe ver hij ook mis<br />
(*) STRADA. 1.93. fq.
ÏIL<br />
en den Mkn gang van zijnen geest<br />
welke door de verfcheidenheid e/S<br />
heid van vertoningen, die van buiten<br />
op hem aandrongen, alte ligt<br />
pp ene onaangename wijze verftrooid<br />
en overllelpt wierd. De zwarigheden<br />
en gevaren, waarvan bijzonder deze<br />
reis verzeld ging, moesten derhaiven<br />
_zyne natuurlijke vreesagtighcid en kleinmoedigheid<br />
deste m.ee? affehrikken<br />
hoe mmder hij , die flegts gewoon<br />
was van zig aftewerken , '. en<br />
g<br />
deS ïcben naar zijne grondregels, en niet<br />
zijne grondregels naar de menfchen £<br />
fchikken, het nut en de noodzaaklijkhcid<br />
daarvan kon inzien. Daar het hem<br />
xuten dat onmogelijk was , zijnen Peroon<br />
, zelfs maar voor een ogenblik<br />
]<br />
[an zijne Koningiijkc waardigheid te*<br />
J chciden, voor welke geen Vorst ter<br />
) vereld ooit zo flaafsch en kinderagdg<br />
1 'ezorgd was als hij, waren de omi<br />
!ag, welken hij in zijne gedagten<br />
1 iet zodanige reis verbond, en de on^ '<br />
osten, welken dezelve uit dien hoof-<br />
C e veroorzaken moest, reeds op zig-<br />
z elven alleen genoeg in ftaat om hem<br />
d aarvan aftefchrikken; zodat men niet<br />
e ens nodig had, den invloed van zijen<br />
gunsteling RUÏ co MES VAN EBQ»<br />
n<br />
50o DE AFVAL DER<br />
JcWen immer y a n ^ v o o m e m c n<br />
lTLT'- 0ver<br />
, het<br />
^ eheel<br />
* h<br />
men Z<br />
mee den<br />
W c I<br />
i " ^^pceftemmen<br />
kunstmatigen toon van zijn<br />
-"
NEDERLANDEN. £oti<br />
t i, als die gaarne zou gezien heb iir.<br />
ben , dat zijn mededinger, de Her KOEK,<br />
tog van Alba , van den perfoon des<br />
Konings verwijderd wierd, daarbij ter<br />
hulpe te roepen. Doch hoe weinig hem<br />
deze reis ook ernst ware , zo noodzaaklijk<br />
oordeelde hij het evenwel, de<br />
fchrik voor dezelve te laten werken,<br />
om ene gevaarlijke vereniging der onrustige<br />
geesten te beletten , den moed<br />
der wclgezinden optehouden, cn verdere<br />
flappen der misnoegden voortekomen.<br />
Om deze veinzerij tot het uiterfte<br />
te drijven, had hij de omflagtigfte,<br />
en meest gerugtmakende toebereidfels<br />
tot deze reis gemaakt, en alles gedaan<br />
wat in zodanigen gevalle immer<br />
vereischt wierd. Hij had fchepen laten<br />
uitrusten , Officieren aangefteld , en zijn<br />
gehele gevolg bepaald. Alle vreemde<br />
Hoven werden door zijne Gezanten van<br />
dit voornemen verwittigd, op dat hun<br />
door deze krijgstoerustingen geen argwaan<br />
mogt gegeven worden. Den Koning<br />
van Vrankrijk liet hij voor zig<br />
en zijn gevolg den doortogt door dat<br />
Rijk verzoeken , en den Hertog van<br />
Savoijen om raad vragen, welke van<br />
beide wegen best was te kiezen. Van<br />
alle fteden en vaste plaatfen , door<br />
welke zijn weg zou kunnen lopen ,<br />
liet hij berigten opmaken , en derzelver<br />
afftand van elkander op het naaukeurigfte<br />
bepalen. De gehele landftreek
ïlh<br />
li O E K<br />
5xó DÉ AFVAL DER<br />
van Savoijcn tot Bourgondië moest op-"<br />
genomen, en een bijzondere Kaars<br />
, daarvan gemaakt worden , waartoe hij<br />
van den Hertog de nodige Tekenaars<br />
en Landmeters verzogt. Hij dreef dit<br />
bedrog zo ver , dat hij de Landvoogdes<br />
gelastte, ten minlien agt vaartuigen<br />
in Zeeland gereed te houden,<br />
om hem die dadelijk te gemoct te<br />
kunnen zenden , wanneer zij zoude<br />
horen, dat hij uit Spanje was afgevaren.<br />
Zij liet ook werkelijk deze<br />
fchepen uitrusten, en in alle kerken<br />
gebeden doen , dat zijne reis wèl<br />
mogt gelukken, fchoon velen bij zig<br />
zeiven begrepen , dat zijne Majefteit<br />
in zijne kamer te Madrid,- van ftorm<br />
op zee niet veel te vrezen had.<br />
Hij fpeelde deze rol zo meesterlijk,<br />
dat de Nederlandfche Gezanten te<br />
Madrid, BERGEN en MONTIGHV,<br />
die alles tot hiertoe voor een guichelfpel<br />
gehouden hadden, eindelijk<br />
zelve daarover begonnen ongerust te<br />
worden , en ook hunne vrienden te<br />
Brusfel met deze -vrees vervulden.<br />
Een derdendaagfche koorts, welke hem<br />
omtrent dezen tijd te Segovic overviel,<br />
of ook flegts van hem geveinsd<br />
werd, verfchafte hem een fchijnbaar<br />
voorwcndfel, om de uitvoering<br />
van deze reis uitteftellen , terwijl intusfehen<br />
de toebereidfelen tot dezelve<br />
met allen nadruk wierden voordgezet.<br />
Toen eindelijk de dringende
NEDERLANDEN". f>t*<br />
en herhaalde aanzoeken van zijne III.<br />
zuster hem tot ene bepaalde verkla BOEK.<br />
ring noodzaakten, gaf hij' voor, dat<br />
de Hertog van Alba met het leger<br />
vooruit zoude trekken, om de wegen<br />
van oproermakers te zuiveren,<br />
en zijne eigene Koninglijke komst<br />
meer luister bytezetten. Hij durfde<br />
het nog niet wagen, den Hertog<br />
als zijnen eigenlijken Plaatsbekleder aantekondigen<br />
, dewijl men , niet verwagten<br />
kon , dat de Ncderlandlche<br />
Adel ene gematigdheid, welke zij<br />
den Vorst niet konden weigeren, ook<br />
zoude uitftrekken tot enen van deszelfs<br />
Dienaren , die bij de ganfche<br />
Natie als een wreedaart bekend was,<br />
en van wien zij , als een vreemdeling<br />
en enen vijand van hare ftaatsgefteldheid,<br />
een afgrijzen had. En<br />
inderdaad hield het algemene en nog<br />
lang na AL B A'S komst ftand houdende<br />
gevoelen, dat de Koning hen<br />
binnen kort ftond te volgen, het uit<br />
berften van geweldenarijen tegen, wel<br />
ken de Hertog bij de wreedaartig<<br />
aanvaarding van zijn Stadhouderfcha} t<br />
gewisfelijk'zou hebben ondervonden (*)<br />
De Spaanfche Geestelijkheid, en ii I<br />
't bijzonder de Inquifitie, bragt dei l<br />
Koning tot dezen Nederlandfchen togt<br />
l<br />
even "als tot enen heiligen oorlog<br />
><br />
rijkelijke gaven op. Door geheel Sdanj<br />
(*) STRADAIP3-200. VAN METERENTO.I.
HL<br />
i> O E K,<br />
iHi rié AFVAL DI:R<br />
werd met allen ijver geworven. Zip<br />
ne Onderkoningen en Stedehouders van<br />
Napels, Sicilië , Sardinië en Malta<br />
ontvingen bevel , om de kern van zijne<br />
Italiaanfchc en Spaanfche •Krijgsbenden<br />
uit de Bezettingsplaatfen bijeen<br />
te trekken , en naar de gemene<br />
verzamelplaats in het Genueefche<br />
gebied te zenden ; waar dc Hertogvan<br />
Alba dezelve zoude overnemen,<br />
en tegen Spaanfche Rekruten , welke<br />
hij medebragt, verruilen. De Landvoogdes<br />
kreeg ten zelfden tijde aanfehrijving , om<br />
nog enige Duitfche Regimenten Voetvolk<br />
, onder bevel des Graven van<br />
EBERSTEIN, SCHOUWENBURG ell<br />
EODRONA in Luxemburg, gelijk mede<br />
enige Esquadrons ligte ruiterij in<br />
Franfche Comté gereed te houden, op<br />
dat de Spaanfche Veldheer zig dadclijk<br />
bij zijne aankomst in dc Nederlanden<br />
daarmede verlierken konde.<br />
De Graaf van Barlaimont ontving den<br />
last om het inkomende leger van levensmiddelen<br />
te voorzien, cn aan de<br />
Landvoogdes' werd een fom van twemaal<br />
honderd duizend goudguldens uitgeteld<br />
, om deze nieuwe onkosten zo<br />
wel , als die van haar eigen leger,<br />
goed te maken (*).<br />
Toen ondertusfehen het Franfche Hof,<br />
onder voorwendfel van gevaar', dat<br />
van de Hugenoten te dugten was,<br />
zig van den doortogt des gehelen<br />
fpaan-<br />
£*) METEREN 104, BURGÜND. 412 «TRAD. IO£.
NEDERLANDEN. 513<br />
Spaanfche legers verfchoond nad , wendde<br />
FILIPS ,zig tot ' de Hertogen van<br />
Savoije en Lotharingen, , die te veel<br />
van hem afhingen, pm hem dit verzoek<br />
te weigeren. De eerstgenoemde<br />
maakte flegts de voorwaarde , dat hij<br />
op kosten des Konings twe duizend<br />
man Voetvolk , en een Esquadron Ruiterij<br />
zou mogen houden, om zijii<br />
land te dekken tegen de ongemakken<br />
, waaraan hetzelve, gedurende den<br />
doortogt van het Spaanfche leger,<br />
mogt zijn blootgefield. Tevens nam<br />
hij aan, het leger van de nódige<br />
mondbehoeften te voorzien (*).<br />
Het gerugt van dezen döortogt bragt<br />
de Hugenoten , de Genevers , de Zwitfers<br />
en Graubunders in beweging. De<br />
Prins van Condé en de Admiraal van<br />
c o L 1 G N Y hielden bij K A R E L IX<br />
aan, dat hij tog zulk een gelukkig<br />
tijdftip niet mogt verzuimen, daar<br />
hij. ; het in zijne magt had, den<br />
erfvijand van Frankrijk ene dodelijke<br />
wonde toetebrengen. Met behulp<br />
der Zwitfers, Genevers en zijne eigene<br />
Protestantfche Onderdanen, zoude<br />
het hem gemakkelijk vallen , de<br />
bloem der Spaanfche Krijgsbenden in<br />
de enge doorgangen van het Alpifche<br />
gebergte te vernielen, waarbij<br />
zij beloofden hem met een leger van<br />
vijftig duizend Hugenoten te zullen off*<br />
CO* STRADA 15)8. ï.09.<br />
I. DEÏL. Kk<br />
HE<br />
BOEK;
ttT.<br />
SOEK.<br />
3567<br />
5*4 DË AFVAL DER<br />
derfteunert. Dan deze aanbieding, welker<br />
gevaarlijk vooruitzicht niet te lochenen<br />
was, werd door KAREL IX,<br />
onder een voldoend voorwendfel, van<br />
de hand gewezen; en hij zelf nam<br />
op zig, voor de veiligheid van zijn<br />
Rijk bij dezen doortogc te zorgen.<br />
Hij bragt ook in der haast volk op de<br />
been , om de Franfche grenzen te dekken<br />
; het zelfde deden ook de Republieken<br />
Geneve, Bern, Zurich en Graubunderland,<br />
allen gereed om den gedugten<br />
vijand van hunnen Godsdienst en hunne<br />
Vrijheid met den kloekmoediglien tegenweer<br />
te ontvangen (*).<br />
Den vijfden van Bloeimaand des<br />
jaars vijftienhonderd zeven - en zestig<br />
ging de Hertog met dertig fchepen,<br />
welke door AND RÉ AS DORIA en<br />
Hertog COSMUS, van Florence , daar<br />
bezorgd waren , te Carthagena onder<br />
zeil , en kwam binnen agt dagen te<br />
Genua, waar hij de vier Regimenten<br />
, voor hem bcltemd, overnam,<br />
Doch een derdendaagfche koorts, waarvan<br />
hij , dadelijk na zijne aankomst,<br />
overvallen werd, noodzaakte hem enige<br />
dagen werkeloos in Lombardijen<br />
te blijven liggen, van welk vertoef<br />
de naburige Mogendheden tot hunne<br />
verdediging gebruik maakten. Zodra hij<br />
weder herfteld was, hield hij bij de<br />
Stad Asti in Montferrat ene monste-<br />
(*} STRADA ipö. BURG. 497.
NEDERLANDEN. $ig<br />
tmg van al zijn krijgsvolk, dat<br />
dapper dan talrijk was, en aan<br />
terij en Voetvolk te zamen,<br />
meer nr.<br />
Rui<br />
BOEK,<br />
niet<br />
veel boyen de tienduizend man beliep.<br />
Hij wilde zig op. enen. zo- langen<br />
en gevaarlijken togt niet bezwaren<br />
met ene nuttelozen fleep , die<br />
zijne reis Hechts zou vertragen , • en<br />
de moeilijkheid van bet - onderhoud vergroten.<br />
Deze tienduizend oude foldaten<br />
moesten flegts zó veel als het<br />
merg, de .vaste kern zijn van ccn<br />
groot • leger , dat hij, naar, gelange<br />
der rijden cn omftandigheden, • in de<br />
Nederlanden zelve gemakkelijk zou kunnen<br />
bijeen verzamelen. Dan, zo klein<br />
als dit leger ware, zo uitgelezen was<br />
het ook. Het beftond uiti het. ovcrfchot<br />
dier zegerijke' keurbenden, aan<br />
welker fpits KAREL V Europa had<br />
doen beven ; moordzieke ondoordringbare<br />
fcharen, in- welke de oude Macedonifche<br />
Phalanx weder herleefde , gezwind<br />
en handig door ene langge~<br />
oefende kunst„ tegen alle elementen<br />
gehard , trotsch , op hét geluk van<br />
hunnen Veldheer, en Hout door ene<br />
langdurige gewoonte van overwinnen,<br />
gedugt door ongebondenheid, en nog<br />
meer gedugt door orde, met alle<br />
de hevige driften "van ene warme lugtftreek<br />
losgelaten tegen een mildelijk<br />
gezegend land, en onverbiddelijk tegen<br />
enen vijand, die door de Kerk<br />
vervloekt was; deze dweepagtige moord*<br />
Kk 2
ÏÏL<br />
BOEK.<br />
5*6 DE AFVAL DER<br />
zugt, deze dorst naar roem en op-"<br />
gehitlten moed', werd geftevigd door<br />
ene ruwe zinlijkheid, den fterkften<br />
en duurfaamften band, waaraan het<br />
Spaanfche Legerhoofd deze woeste benden<br />
leide. Opzettelijk liet hij dronkenfchap<br />
en ontugt in het leger toe,<br />
en leed, ongeltraft,- dat ene fchaamtelofe<br />
losbandigheid over alle zedelijkheid<br />
zegepraalde ; onder zijne ftilzwijgende<br />
befcherming trokken Italiaanfche<br />
hoeren mede agter de vaandels op;<br />
zelfs op de togt over het Apenijnfche<br />
gebergte, waar de kostbaarheid<br />
van 't levensonderhoud hem noodzaakte<br />
zijn leger tot het kleinst mogelijke<br />
getal te bepalen , wilde hij liever<br />
enige Regimenten minder hebben,<br />
clan deze werktuigen van den wellust agterlaten<br />
(*). Doch, zo zeer als hij<br />
aan den enen kant zijn best deed,<br />
om de zeden zijner ibldaten te be-<br />
Dc Bacchnntifche optogt van dit leger, frak<br />
niet weinig af bij den duisteren ernst en de voorgewende<br />
heiligheid van deszelfs bedoeling. Het<br />
aantal van deze hoeren was zo internisten groot,<br />
dat zij zig genoodzaakt vonden, ene eigene<br />
krijgs-orde onder zig intevoeren. Zij fielden<br />
zig onder bijzondere vaandels ; trokken by rijen<br />
en gelederen in ene verwonderlijke orde agter elk<br />
Bataillon op , en verdeelden zig met ftrenge naaugezetheid,<br />
volgens rang en' waarde, in Ovcrflcns -<br />
hoeren, Kapiteins - hoeren, rijke en arme Soldaten-hoeren,<br />
naar dat het lot haar gunstig was<br />
geweest, en hare Aótiè'nrezen of daalden, VAN<br />
METEREN I04.
NEDERLANDEN. 51?<br />
derven, zo zeer hield hij hen aan in.<br />
den. anderen kant door de fterkfte<br />
E O E E.<br />
krijgstugt in den band , waarvan alleen<br />
de overwinning ene uitzondering<br />
maakte , en het gevegt enige verligting<br />
gaf. Hierin handelde hij overeenkomstig<br />
het gevoelen van den Atheenfchen<br />
Veldheer IPHICRATES ,die aan de<br />
wellustigfte en gierigfte Soldaten den voorrang<br />
in dapperheid toekende (*). Hoe<br />
pijnlijker de begeerten onder den langdurigen<br />
dwang bijeen gehouden waren,<br />
met deste groter woede moesten zij<br />
door de enge deur, welke haar open<br />
gelaten wierd, uitbreken.<br />
Dc Hertog verdeelde al het Voetvolk,<br />
ten naasten bij negenduizend man fïerk,<br />
en voor het gröotfte gedeelte Spanjaarden<br />
, in vier Brigaden, over welke<br />
hij vier Spanjaarden als Bevelhebbers<br />
aanftelde. ALPHONSUS VAN UL-<br />
LOA leide de Napelfche Brigade, welke<br />
, onder negen vaandelen, 'drieduizend<br />
twehonderd en dertig man uit<br />
maakte •, SANCHO VAN LODOGNO, de<br />
Milaan fche , beftaande uit tweduizend<br />
twehonderd man onder tien vaandels ;<br />
de Siciliaanfche Brigade , van even zo<br />
vele vaandels en zestienhonderd man,<br />
werd aangevoerd door ju LIAAN RO<br />
ME R o , een ervaren krijgsman, die<br />
reeds te voren op Nederlandfchen bo-<br />
(*) l'LUTARCHUS in GALBA.<br />
Kk 3
HL.<br />
B O E K.<br />
Ï566,<br />
r 13 fJE AFVAL DER.<br />
clem geftreden had (*), en GOSSA-<br />
LO VAN BRACCAMONTE had höt<br />
bevel over de Sardinifche , welke doo£<br />
drie vaandelen . nieulings mpdegpbragte<br />
jonge foldaten • in getal met de voorgaande<br />
gelijk was gemaakt. Bij ieder<br />
Vaandel werden nog daarenboven vijf-'<br />
tien Spaanfche Muskettiers gevoegd. De<br />
Ruiterij , niet boven de twaalfhonderd<br />
paarden lterk , befïond uit drie Italiaanfche<br />
, twe Albaanfche en • zeven<br />
Spaanfche ligtc en zwaar-geharnaste Esquadrons<br />
, over welke . des Hertogen<br />
beide zonen, FERDINAND en FRE-<br />
DERIK VAN TOLEDO, het opperbe--<br />
vel voerden. CHIAPPIN VITELLI,<br />
Marquis van Cetona , was Veld-Maar-,<br />
fchalk , zijnde een vermaard Officier,<br />
met welken COSMUS, van Florence;<br />
den Koning van Spanje befchonken had,<br />
en GABR IEL SER BELLON was Generaal<br />
van de Artillcrij. Door den<br />
Hertog • van Savoije werd hem een<br />
kundig Ingenieur, F RANS PACIOT-<br />
TO, uit Urbino, overgelaten, om hem<br />
5n de Nederlanden tot het bouwen<br />
•yan nieuwe vestingwerken van dienst<br />
te zijn. Nog volgden zijne vaandels,<br />
een groot getal vrijwilligers, en de.<br />
' MV:| ,,
NEDERLANDEN. 519<br />
bloem van den Spaan fchen<br />
welken het merendeel onder<br />
Adel, van TIL<br />
KAREL V EOEtr^<br />
jn Duitschland, Italië en voor Tunis<br />
geftreden had;' CHRISTOFFEL MON-<br />
DRAGON, een der tien fpaanfche Helden<br />
, die nabij Muhlberg, met den<br />
degen tusfehen de tanden, over de<br />
Elve waren gezwommen , en onder<br />
ene hagelbui van vijandelijke kogels<br />
van den anderen oever de boten gehaald<br />
hadden , waarvan de Keizer vervolgens<br />
een fchipbrug liet opflaan ; SAN-<br />
CHIO VAN AVILA, door ALBA zelvcn<br />
tot Soldaat opgekweekt; CAMIL-<br />
LO DE MOKTE, FRANS FERDU-<br />
CO , KAREL DAVILA, NIKOLAÜS<br />
BASTA, en de Graaf MART ININ-<br />
GO , allen door een ede! vuur bezield<br />
, om onder zo groot enen Veldheer,<br />
hunnen oorlogsloopbaan te ope-<br />
,hen , of hunnen reeds behaalden roem<br />
door dezen roemrugtigen veldtogt te<br />
kronen (*).<br />
Na gedane, monftering, trok het leger,<br />
in drie -hopen verdeeld, over<br />
den berg Cenis, langs den zelfden<br />
Weg, die gezegd wordt agtien honderd<br />
jaren vroeger door MANNIBAL<br />
-betreden te zijn. . De Hertog zelf geleidde<br />
de voorhoede, . F E R D 1 N A N D VAN<br />
TOLEDO, wien hij den Overften LO-<br />
DOGNO toevoegde, het midden, cn<br />
("*) STRADA 200. 201. BURCUND. 393*<br />
METEREJJ I04.<br />
Kk 4
til<br />
BOEK.<br />
£20 BE AFVAL DER<br />
de Marquis van Cetona de agterhocde.<br />
Hij liet den voorraad - meeseer<br />
FRANS VAN IBARRA, benevens' den<br />
Generaal SÉRBELLON,' vooruit trekkend<br />
, om voor het leger den weg<br />
te banen, en in tijds voor de mondbehoeften<br />
in de rustplaatfen tc zorgen.<br />
Waar de voorhoede *s morgens<br />
opbrak, trok 's avonds het midden in,<br />
9<br />
t welk den volgenden dag weder plaats<br />
maakte voor de agterhoede. Op deze<br />
wijze trok dk leger, met matige' dagreizen,<br />
door de Savooifehe Alpen, en<br />
met de veertiende dagreize was deze<br />
gevaarlijke doortogt afgelegd. Een<br />
Fransch waarnemingsleger vcrzclde hetzelve<br />
zijdewaards langs de grenzen<br />
van Dauphiné , langs de Rhone, en ter.<br />
regterhand het verbonden leger der<br />
Genevers , welken het in de nabijheid<br />
van zeven mijlen voorbij trok.<br />
Beide deze legers waren geheel wer-'<br />
keloos , en alleen maar bedagt om<br />
Kunne ' grenzen te dekken. Daar<br />
het langs de fteile rotfen, berg op<br />
berg af klauterde, over den fhelvlietenden<br />
Ifer trok , of man voor man<br />
door nauwe openingen, worftelde,, was<br />
een handvol menfchen genoegfaam geweest,<br />
om deszelfs gehelen togt optehouden,<br />
en hen terug in. het gebergte<br />
te jagen. En hier ware hetzelve<br />
onherftelbaar verloren geweest,<br />
dewijl op. elke rustplaats fteeds maar<br />
•oor enen enkelden dag, en vue^
NEDERLANDEN. 54K "5<br />
een derde deel voorraad befteld was. III.'<br />
Doch een onnatuurlijke eerbied en vrees BOEK.<br />
voor den Spaanfchen naam, fcheen de<br />
ogen der vijanden verblind te hebben<br />
, dat zij hun belang niet ontdekten<br />
, of het altans niet waagden<br />
van de gelegenheid gebruik te maken.<br />
Om" hen hieraan niet indagtig<br />
te maken, haastte ' de Spaanfche Veldheer<br />
zig , om met alle mogelijke<br />
Itilte door deze gevaarlijke plaats te<br />
iluipen, .overtuigd zijnde, dat het met<br />
hem en de zijnen gedaan was, zodra zij<br />
zig mishandelingen veroorloofden: gedurende<br />
den gehelen togt werd de<br />
Itrengfte krijgstugt in agt genomen ,<br />
en ' gene enkcide boerenhut, zelfs geen<br />
enkelde akker leed enig geweld (*);<br />
ja veelligt is bij menichen geheugen<br />
nooit een zo talrijk leger enen zo<br />
verren weg in zulk ene voortreflijkc<br />
orde langsgetrokken Een verfchrikkelijk<br />
geluksgeflcrnte voerde dit tot<br />
moorden uitgezonden leger behouden<br />
door alle gevaren, en het zou moei-<br />
(*) Slegts éénmaal verftoutten zig drie Ruiters<br />
, aan den ingang van Lotharingen, enige hamels<br />
uit ene kudde weg te nemen, waarvan de<br />
Hertog niet zodra narigt bekwam, of hij zond<br />
het geroofde aan den eigenaar te rug, en veroordeelde<br />
de daders om gehangen te worden. Dit<br />
vonnis werd,óp voorbede van den Lotharingfchen<br />
Generaal , die hém op de grenzen was komen<br />
begroeten, flegts aan énen van de drie uitgevoerd,<br />
welken het lot op den trommel daartoe beftemde,<br />
Kk 5
III.<br />
HOEK<br />
DE AFVAL DER<br />
lijk zyn te bepalen, of de fchran*<br />
derheid van deszelfs Veldheer, dan dé<br />
, blindheid van deszelfs vijanden, meer<br />
onze verwondering verdienen (*).<br />
In Franfche Comté voegden zich,<br />
vier nieu-geworven Esquadrons Bourgondifche<br />
ruicers bij het grote leger,<br />
en in Luxemburg drie Duitfche Regimenten<br />
Voetvolk, welke den Hertog,<br />
door de Graven van Ebc.rff.cin, Schouwenburg<br />
en Lodrona werden aangevoerd.<br />
Uit Thionville , waar hij entge<br />
dagen ftil hield, liet hij de Landvoogdes<br />
door FRANS VAN I15ARRA<br />
begroeten, die tevens gelast was, over<br />
dc inkwartiering van het volk fchikkingcn<br />
met haar te beramen.. Van<br />
haren kant vcrfchcnen' NOIRCARMES<br />
en BARLAIMONT in het Spaanfche leger,<br />
cm den Hertog . met zijne 'aankomst<br />
geluk te wenfchen, en de gewone<br />
pligtpiegingen bij hem af te leggen.<br />
Ook moesten zij hem de Koninglijke<br />
volmagt afvragen , welke hij<br />
hun evenwel flegts 'gedeeltelijk vertoonde.<br />
Op dezen volgde gehele fcharen<br />
van den Vlaamfehen Adel , die zig niet<br />
genoeg wisten te reppen, om de gunst<br />
des nieuwen Stadhouders te winnen ,<br />
of de wraak, die hen naakte, door<br />
eene tijdige onderwerping te verzoenen.<br />
Toen onder dezen ook de Graaf,<br />
van Egmond hem naderde, zeide AL-<br />
(*) UURC. 496. 407. STRADA 1, C.
NEDERLANDEN. 5*3<br />
?,A, terwijl hij hem aan de omfkmders<br />
met den ' vinger toonde :<br />
j, Daar komt een grote ketter": en<br />
dit zeide hij luid genoeg, dat EG<br />
MOND het kon horen, die op deze<br />
woorden bedwelmd fiond, en verbleekte.<br />
Doch toen de Hertog, om deze<br />
onvoorzigtigheid te verbeteren , met<br />
een vrolijk gelaat naar hem toeging,<br />
en hem met ene omhelzing vrienden<br />
lijk begroette, fchaamde de Vlaming<br />
zig over zijne vrees, cn dreef, door<br />
ene liatzirmige uitlegging, de fpot met<br />
dit waarfehouwend voorteken. Hij verzegelde<br />
deze nieuwe vriendfehap met<br />
een gefchenk van twe voortreflijke<br />
paarden, weiken met ene minzame hoogheid<br />
werden aangenomen. .(*)<br />
Op de verzekering der Landvoogdes,<br />
dat de Provinciën in volkomen<br />
rust waren , en 'er van genen kant<br />
tegenfiand te dugten was, liet de<br />
Hertog enige Duitfche Regimenten, die<br />
tot hiertoe waardgeld getrokken had^<br />
den, uit elkander gaan. Zes-en dertig<br />
honderd man werden, onder bevel van<br />
tODRONA, in Antwerpen gelegd, uit<br />
welke Stad de Waalfche Bezetting^,<br />
die niet -regt vertroud werd, dadelijk<br />
moest uittrekken. Gent en andere plaatfen<br />
van belang kregen naar evenredigheid<br />
bezetting. ALBA zelf trok mei<br />
(*) VAN METEREN I05. M E U R S 27'<br />
»A 202. WATS ON T. II. .p. 9.<br />
S T R A<br />
m<br />
f5 O E K,
HL<br />
BOEK.<br />
DE AFVAL DER<br />
de Milaanfche Brigade naar Brusfel t<br />
werwaards hem een luisterrijk gevolg van<br />
den eerften Adel des Lands verfelde<br />
(*).<br />
i ^0 wel hier als in alle de overige<br />
lieden der Nederlanden , waren<br />
angst en fchrik hem voaruitgetrokkcn,<br />
en al wie zig maar de minfte fchuld<br />
bewust was, ja zelfs die zig gene was<br />
bewust, zag deze intrede met ene<br />
angftige benaaudheid , even als enen<br />
ophanden zijnde gerigtsdag , te gemoet.<br />
Alwie zig maar op enigerhande<br />
wijze van familie, goederen en<br />
Vaderland kon los maken , vlugtte of<br />
was reeds gevlugt. De aannadering van<br />
bet Spaanfche leger had de Neder-<br />
j anden, volgens het eigen berigt der<br />
-andvoogdesfe , reeds van honderdduizend<br />
burgers beroofd, en deze al<br />
1 gemene vlugt bleef nog onophoude-<br />
1 ijk voortduren (f). Doch de komst<br />
< les Spaanfchen Generaals kon niet ver-<br />
i ehrikkelijker zijn voor de Nederlan-<br />
C ers, dan zij grievend was voor de<br />
I -andvoogdes. Zij had nu , na zo<br />
V ele kommerlijke dagen , eindelijk bcg<br />
Dnnen het zoete van de rust en<br />
V m ene ongeftoorde heerfehappij te<br />
g laken , welkè het beoogde doel van<br />
h lar agtjarig bewind was geweest „<br />
Cl 1 dus verre, fteeds een ijdele wensch.<br />
(*) STRADA 203.<br />
Q) STRADA. L. \.
NEDERLANDEN? §ê$<br />
Was gebleeven. Deze vruge van hare<br />
angstvallige vlijt, hare zorgen cn nagt- ;<br />
waken, zou haar nu door enen vreemdeling<br />
ontroofd worden, die, op éénmaal<br />
i*i het bezit van alle voordelen geplaatst,<br />
welke zij niet dan door langfamen<br />
kunst op de omftandigheden<br />
had kunnen behaalen, haar den prijs<br />
der fnelheid ligtelijk kon afwinnen ,<br />
en met fpoediger gevolgen over hare<br />
gegronde doch min fchitterende verdiensten<br />
zegepralen. Sedert het vertrek<br />
Hf*<br />
van GRANVELLE had zij al het aangename<br />
der onaf hanklijkheid gefmaakt ;<br />
en de vleiende onderdanigheid van den<br />
Adel, die haar den fchijn der heerfehappij<br />
des te meer liet genieten ,<br />
hoe meer dezelve haar van het wezen<br />
der zake beroofde , had hare<br />
verwaandheid van langfamerhand tot dien<br />
trap gevoerd , dat zij eindelijk zelfs<br />
haren eerlijkften Dienaar, den Staatsraad<br />
VIGLIUS, die haar niets dan<br />
waarheid voorhield, door koelheid van<br />
zig verwijderde. Tans ftond haar op<br />
éénmaal een opziener over hare daden<br />
, een deelgenoot van hare mag SOEK»<br />
toegevoegd, zo niet een Heer op<br />
gedrongen te worden, van wiens trot<br />
fchen, onhandelbarcn cn heerschzugti<br />
gen aart, die door gene hoftaal ver<br />
zagt werd, hare, eigenliefde de droe<br />
vigfle vernederingen te wagten had<br />
Vrugteloos had zij , om deszelfs koms<br />
te verijdelen, alle gronden der Staat<br />
t
Sfc t>E AFVAL DER<br />
kunde uitgeput, cn den Koning onder het<br />
ROE K. oog gebragt , dat de tfehelè ondergang<br />
Van den Nedcrlandfchen Handel<br />
het onvermijdelijke gevolg van deze<br />
(paanlche inkwartiering zijn zoude f vruoteloos<br />
had zij zig op de reeds he?-<br />
Itelde , rust i des , Lands , en op hare<br />
eigene verdiensten -in het bewerken van<br />
die rust beroepen , die vrij beteren<br />
tok, verdiende, dan dc vrugten van.<br />
haren arbeid aan enen vreemden aaniomeling<br />
te moeten afllaan, en al-<br />
1 iet goede, -door haar geftigt , door<br />
me. tegengeftelde handelwijze weder te<br />
sien i vernietigd worden. Zelfs , nadat<br />
le Hertog den berg Ccnis reeds was<br />
l ïyergetrokken, had zij nog ene • po<br />
I ring gedaan, : om hem ten minften<br />
1 ot. ene vermindering van zijne legcr-<br />
J nagt te bewegen , maar ook - deze<br />
1 >oging was even vrugtcloos geweest,<br />
Is<br />
t og<br />
de<br />
op<br />
voorgaande,<br />
zijnen last<br />
dewijl de Her-<br />
lieunde. Met het<br />
ïievendfte verdriet zag zij tans zij-<br />
1 e komst . te gemoet, cn tranen van<br />
I ekwetlle eigenliefde mengden zig on-<br />
C er die 3 .welken zij om het Vader»<br />
. li tnd vergoot (*). • /.<br />
1567. De twee- en twintigfle van Oogstmaand<br />
v 'as de dag, waarop , de Hertog van Alba<br />
V Dor de poorten van Brusfel verfcheem.<br />
2 ijn volk werd" dadelijk in de Voor-<br />
C) VAN METEREN. 104. BUIIG. 470,<br />
s rRADA 200. VIGL. ad HOPPER. Ep. 4,<br />
30. " '<br />
?
NEDERLANDEN, 52^<br />
fteden in bezetting gelegd, en . hij HL<br />
zelf maakte in de eerfte plaats zijn BOEI?,<br />
werk, om jegens de Zuster zijns Konings<br />
den pligt van eerbetoon afteleggen.<br />
Zij ontving hem als een zieke<br />
, 't zij dat de geleden krenking<br />
haar werkelijk zo zeer had aangetast<br />
, of waarfchijnlijker, dat zij dit<br />
middel verkoos, om zijnen hoogmoed<br />
te kwetfen , en hem ten minsten<br />
iets van zijne zegepraal ie benemen.<br />
Hij overhandigde haar brieven van den<br />
Koning, welken hij voor haar uit<br />
Spanje had medegebragt, en vertoonde<br />
haar een afichrift van zijne eigene<br />
aanftelling; waarbij hem het opperbeftuur<br />
over de ganfche Nederlandfche<br />
Krijgsmagt was opgedragen , en de<br />
Landvoogdes dus nog gelijk het fcheen ,<br />
het beftuur in burgerlijke zaken , zo<br />
als voorheen, bleef behouden. Doch<br />
zodra hij zig met haar alleen bevond,<br />
kwam hij met enen nieuwen Lastbrief,<br />
die van den voorgaanden geheel verfchilde,<br />
ten voorfchijn. Ingevolge van dezen'<br />
werd hem de magt gegeven,<br />
naar eigen goeddunken oorlog te voeren<br />
, vestingen te bouwen , de Stadhouders<br />
der Provinciën , de Bevelhebbers<br />
der fteden, en de verdere Koninglijke<br />
Amtenaren aanteliellen en aft<br />
tezetten ; naar de voorgevallen beroerten<br />
onderzoek te doen , derzelver hoofdbewerkers<br />
te ftraffen , en die genen.<br />
welken getrou gebleven waren , t« be-
HL<br />
KOEK.<br />
gag BE AFVAL DER<br />
lonen. Een volmagr van die uirge*<br />
ftrektheid, welke hem genoegfaam aan<br />
enen Oppermagtigen Heer gelijk maakte<br />
, en # die hare eigene volmagt verre<br />
overtrof, veroorzaakte haar de gröotfte<br />
ontfteltenis, en zij had moeite<br />
om hare aandoening te verbergen. Zij<br />
vraagde den Hertog, of hij niet misfchien<br />
nog enen derden last, of bijzondere<br />
bevelen had, die nog verder<br />
gingen, en meer bepaald waren ?<br />
't welk hij niet onduidelijk toeftemde<br />
, doch waarbij hij tevens te kennen<br />
gaf, dat zulks voor heden te<br />
langwijlig zoude zijn , en bij nadere<br />
tijden en gelegenheden beter kon getoond<br />
worden. Terftond in de eerfte<br />
dagen na zijne aankomst, liet hij aan<br />
de Staten en Raadsvergaderingen een<br />
affchrift van dien eerften Lastbrief<br />
voorleggen , en gaf denzelven in druk,<br />
op dat hij deste fpoediger in ieders<br />
handen mogt komen. Dewijl de<br />
Landvoogdes het Hof bewoonde, betrok<br />
hij voor enen tijd het huis van<br />
KUILEMBURG, het zelfde, waarin de<br />
Geuzen - broederfchap haren naam had<br />
gekregen, en voor 't welk tans, door<br />
enen wonderbaren keer van zaken $<br />
de Spaanfche Dwingelandij haren ftandaart<br />
plantte (*).<br />
Tans heerschte in Brusfel ene dode-<br />
(*) STRADA 203. VAN METEREN. 10$.<br />
MEURS. Guil. Aur. IV. 38.
NEDERLANDEN. 52e<br />
delijke ftilte, welke alleen bij<br />
len door het ongewone gedruis<br />
wapenen werd afgebroken. De<br />
wij<br />
IK.<br />
der<br />
BOEK<br />
Hertog<br />
was maar weinige uren in de<br />
Stad geweest , toen zyn gevolg<br />
zig, even als losgelaten honden i<br />
naar alle kanten vcrfpreidde. Overal<br />
vreemde gezigten, ledige ftraten, alle<br />
huizen gefloten , alle fpelen geftaakc<br />
, alle openbare plaatfen zonder volk j<br />
de gehele Hofplaats als een Landfchap ,<br />
eerst onlangs door de pest verlaten.<br />
In plaats van naar gewoonte bij el;<br />
kander te ftaan praten, liepen bekenden<br />
elkander voorbij ; men verhaastte<br />
zijne fchreden^ zodra een Spanjaard<br />
zig op ftraat vertoonde. Het<br />
minste gedruis verwekte fchrik , alsj<br />
of dé Geregtsdienaar airede aan de<br />
deur klopte ; de Adel hield zig in<br />
angstige verwagting binnens huis ; men<br />
vermijdde het zig in 't. openbaar te<br />
Vertonen,, om de herinnering des nieuwen<br />
Stadhouders niet te hulp. te komen.<br />
Beide Natiën fcheenen haar karakter<br />
omgeruild te hebben; de Spanjaard<br />
was tans de fpraakfame , de Brabander<br />
de fpraaklooze: wantrouwen en vrees!<br />
bedwongen den geest van losheid en<br />
vrolijkheid; ene gedworigene ernsthaftigheid<br />
hield het gelaat gefpannen: Elk<br />
ogenblik zag men den flag te gemoet.<br />
Sedert dat de Stad den Spaanfchen<br />
Veldheer binnen hare muren had*<br />
ging het haar ^ als enen, die een<br />
1. DEEL. LI
III.<br />
BOEK.<br />
goo D :<br />
E AFVAL DE&<br />
kelk met vergif heeft gedronken f<br />
én' mee bevenden angsc daarvan terftond<br />
de dodelijke werking, verwagt.<br />
Deze algemene gefteldheid der gemoederen<br />
ried den Hertog dc uitvoering<br />
zijner voornemens te verhaasten<br />
, "eer men hem door ene tijdige<br />
vlugt voorkwame. Zijn eerfte werk<br />
moest zijn , zig van de verdagte Groten<br />
te verzekeren , om daardoor de<br />
partij éénmaal voor altoos van hare hoofden<br />
, en het Volk , welks vrijheid<br />
onderdrukt- zoude worden , van zijne<br />
fteunfels te beroven. Door ene gemaakte<br />
vriendelijkheid was het hem<br />
gelukt, hunne eerfte vrees in flaap<br />
te wiegen ,• en bijzonder den Graal<br />
van Egmond in zijne gehele vorige<br />
zorgeloosheid te ftortcn ; waarbij _ hij<br />
zig , op ene zeer gepaste wijze,<br />
van zijne zonen, FERDINAND cn<br />
FREDRIK TOLEDO,- bediende, wier<br />
gezelligheid en jeugd zig gemakkelijker<br />
met het vlaamfche karakter verenigden.-<br />
Door dit fchrandere gedraggelukte<br />
het hem ook , dat de Graaf<br />
van Hoorn , die tot hiertoe raadfamcr<br />
geoordeeld had , de eerfte<br />
begroetingen van verre aantezien,<br />
door het goede geluk zijns vriends<br />
verleid , zig naar Brusfel liet lokken.<br />
Enigen- uit den Adel , aan welker hoofd<br />
zig EGMOND bevond, begonnen zelfs<br />
tot hunnen vorigen vrolijken levenstrant<br />
weder te keren, doch flegts half van
NEDERLANDEN. $31<br />
harten, en zonder vele navolgers te<br />
vinden. Het huis van KUILEMBURG<br />
werd onophoudelijk door een aantal<br />
menfchen beftormd, die zig daar rondom<br />
den perfoon des Stadhouders famendrongcn,<br />
en op een gelaat, dat<br />
door vrees en onrust gefpannen was,<br />
ene geleende vrolijkheid lieten fchij-<br />
nen: EGMOND in 't bijzonder nam<br />
den fchijn aan, van met een ligt<br />
hart in dit huis uit- en integaan ,<br />
onthaalde de Zonen van den Hertog ,<br />
en liet zig weder van hun onthalen.<br />
Ondcrtusfchcn overleide de Hertog<br />
, _ dat ^ zo fchoon ene gelegenheid<br />
ter uitvoering van zijn ontwerp, voor<br />
de twedemaal veelligt niet zoude<br />
weêrkomen, en ene enkelde onvoorzigtigheid<br />
genoeg was, om deze gerustheid<br />
te verdrijven , die hem dé<br />
beide flagtoffers te gelijk in handen<br />
leverde ; maar behalven deze twe moest<br />
nog HOOGSTRATEN, als de derde<br />
man, in den zelfden ftrik gevangen<br />
worden , dien hij hierom , onder een<br />
fchijnbaar voorwendfel naar de hoofdftad<br />
ontbood. Op den zelfden tijd.<br />
dat hij zig in Brusfel van de drie<br />
Graven verzekeren wilde, moest de<br />
Overfie VAN L O D R O N A te Antwerpen<br />
den Burgemeester STRALEN^<br />
enen boezemvriend des Prinfen van<br />
Oranje , en die verdagt was van de<br />
Kalvinisten te hebben begunstigd, een'<br />
ander den Geheimfchrijver en £deï-<br />
LI a<br />
III.<br />
BOEK.
III<br />
BOEK.<br />
DE^AFVAL DÊR<br />
man des Graven van Egmond, j o-<br />
HAN C AZEMBROOD VAN BECKER-<br />
ZEEL , te gelijk met enige klerken<br />
des Graven van Hoorn in hcgtenis<br />
nemen , en zig van derzelver papieren<br />
meester maken. Toen de dag daar<br />
was, welken hij tot de uitvoering<br />
van zijn ontwerp beflemd had, liet<br />
hij alle Staats-Raden en Ridders, als<br />
of hij hen over gewigtige Staatszaken<br />
te fpreken hadde , bij zig ontbieden<br />
, bij welke gelegenheid, vart<br />
den kant der Nederlanders ,- de Hertog<br />
van Aarfchöt , de Graven van<br />
Mansveld , van Barlaimont en van Aremberg,<br />
en van den Spaanfchen kant,<br />
behalven des Hertogen zonen, vi-<br />
T EL LI $ SERBELLON en IBARRA<br />
tegenwoordig waren. De jonge Graaf<br />
van Mansveld, die mede bij deze<br />
Vegadering verfcheen, kreeg van zijnen<br />
Vader enen wenk , waarop hij<br />
zig ijlings onzigtbaar maakte, en door<br />
ene fnelle vlugt het verderf ontging,<br />
dat hem, als weleer een deelgenoot<br />
van het Geuzen-verbond , over het<br />
hoofd hing. De Hertog zogt de raadpleging<br />
voorbedagtelijk te rekken, om<br />
de Boden uit Antwerpen nog eerst<br />
intewagten , die hem van het gevangennemen<br />
der overigen berigt moesten<br />
brengen. Op dat zulks te minder<br />
in 't oog mogt lopen,, moest<br />
de Ingenieur PACIOTTO bij de raadpleging<br />
tegenwoordig zijn, en hem
NEDERLANDEN. 509<br />
Je fchctfcn van enige vestingwerken HL<br />
vertonen. Eindelijk werd hem berigt, BOE IC.<br />
dat dc aanflag van LODRONA gelukkig<br />
ter uitvoer was gebragt, waarop<br />
hij de onderhandeling op ene gefchiktc<br />
wijze afbrak , en de Raden<br />
liet gaan. Nu wilde Graaf EG<br />
MOND zig naar de Kamer van Don<br />
FERDINAND begeven, om een fpel,<br />
dat hij met hem begonnen was, te<br />
hervatten; toen de Hoofdman van<br />
's Hertogen Lijfwagt, SANCHIO VANT<br />
AVILA hem verhinderde, cn hem uit<br />
's Konings naam den degen afeischte.<br />
Op het zelfde ogenblik zag hij<br />
zig omringd van ene bende Spaanfche<br />
Soldaten , die , volgens affpraak, plotfelijk<br />
uit enen hoek voor den dag<br />
kwamen. Deze geheel pnverwagte flag<br />
trof hem dermate, dat hij voor enige<br />
ogenblikken fpraak en bezef verloor<br />
; doch welhaast herflelde hij zig,<br />
en nam zijnen degen met ene bedaarde<br />
welvoeglijkheid van de zijde.<br />
„ Dit flaal ," zeide hij , terwijl hij<br />
het den Spanjaard overgaf, „ heeft<br />
„ de zaak des Konings reeds meer-<br />
„ malen niet ongelukkig verdedigd."<br />
Ten zelfden tijde maakte een andere<br />
Spaanfche Officier zig meester van den<br />
Graaf van Hoorn , die , zonder het<br />
geringfte vermoeden van gevaar , juist<br />
naar huis wilde keren. HOORN'S eerfte<br />
vraag was naar Graaf EGMOND.<br />
Toen men hem antwoordde ,<br />
LI 3<br />
dat zijnen
III.<br />
BOEK.<br />
534 D2 AFVAL DÉR<br />
vriend op dat eigende ogenblik hel<br />
zelfde wedervoer , gaf hij zig zonder<br />
tegenftand over. „ Van hem heb<br />
„ ik mij leiden laten," riep hij uit ,<br />
„ het is billijk, dat ik ook het zclf-<br />
„ de noodlot met hem dele." Beide<br />
Graven werden in onderfcheidene vertrekken<br />
in bewaring gebragt. Terwijl<br />
dit van binnen- voorviel , was de ganfche<br />
Bezetting uitgekomen , en ftond<br />
voor het huis van KUILEMBURG in<br />
't geweer. Niemand wist, wat 'er<br />
binnen gebeurd was; een geheimvolle<br />
fchrik liep door geheel Brusfel , tot<br />
dat eindelijk het gerugt dit akelige<br />
voorval verbreidde. Dit trof alle inwoners<br />
, als of het ieder van hun<br />
zeiven wedervaren ware ; bij velen overwon<br />
het misnoegen over Egmonds<br />
blindheid, het medelijden met zijn ongeval;<br />
allen verheugden zig dat ORAN-<br />
JE ontkomen was. Ook wil men,<br />
dat de eerfte vraag van den Kardinaal<br />
GRANVELLE , toen men hem<br />
te Rome hiervan de tijding bragt,<br />
geweest was, of men den Zwijger<br />
ook in handen had. Toen dit ontkend<br />
werd , fchuddede hij zijn hoofd<br />
en zeide : ,, Dan heeft men niets,<br />
„ zo men zig den Zwijger heeft la-<br />
„ ten ontglippen." Gunstiger was het<br />
noodlot den Grave van Hoogftraten,<br />
dien het gerugt van het gebeurde nog<br />
op zijne reis naar Brusfel ter oren<br />
kwam, dewijl hij wegens onpaslijkbeid<br />
genoodzaakt was geweest lang-»
NEDERLANDEN. 535<br />
famcr te reizen. Hij keerde ogenblikkelijk<br />
te rug, en ontkwam gelukkig<br />
zijn verderf (*).<br />
m<br />
B GiEHC<br />
Terftond na de gevangenneming des<br />
Graven van Egmond, werd hem een<br />
handfchrift aan den Gouverneur van<br />
het Kasteel te Gent afgedwongen , waarin<br />
hij dezen moest gelasten , dc vesting<br />
aan den Spaanfchcn Overflen & L-<br />
ÏHONSUS VAN ULLOA overtegeven.<br />
Vervolgens werden de beide Graven,<br />
nadat zij enige weken in Brusfel ,<br />
ieder op ene afzonderlijke plaats, hadden<br />
gevangen gezeten, onder een geleide<br />
van drieduizend Spaanfche foldatcn<br />
naar Gent gevoerd , waar zy tot diep<br />
in het volgende jaar in bewaring bleven.<br />
Tevens had men zig van alle hunne<br />
brieven meester gemaakt. Velen<br />
van den eerften Adel, die zig door<br />
de geveinsde vriendelijkheid des Hertogen<br />
van Alba hadden laten misleiden<br />
om te blijven , ondergingen het<br />
zelfde lot ; en aan die geenen , welke<br />
reeds vóór 's Hertogen komst met<br />
de wapenen in de hand gevangen waren<br />
genomen , werd nu zonder verder<br />
uitftel het laatfte vonnis voltrokken.<br />
Op het gerugt van het gevangennemen<br />
van EGMOND , namen wederom<br />
bijna twintig duizend inwoners den<br />
pelgrimftaf in de hand , behalven<br />
die honderdduizend, die zig reeds in<br />
(*) V. M E T E R E N lüB. STRADA 204, 205.<br />
MEURS. Guil, Aur. 30.<br />
LI 4
III.<br />
SOEK.<br />
g3
NEDERLANDEN, 537<br />
bedelaars gelukkig , die Vaderland en III.<br />
goed hadden agtergelaten, om niets 3 O E Ka'<br />
dan het leven en de vrijheid te behouden<br />
(*).<br />
Nadat A L B A zig van de verdagte<br />
Groten had yerzekerd, was zijn eerfte<br />
ftap , de Inquifitie weder in haar<br />
vorig aanzien te hcrftcllen , dc befluiten<br />
der Trcntfche Kerkvergadering<br />
wederom te doen gelden, dc Moderatie<br />
intetrekken, en de Plakaten tegen<br />
de Ketters, met alle . derzelver<br />
vorige ftrengheid te vernieuwen (f).<br />
Het ïnqulfltiehof te Madrid had de<br />
gehele Nederlandfche Natie, Katholijken<br />
cn Ketters, welgezindcn en muitelingen<br />
, zonder onderfcheid, de eerften<br />
, om dat zij zig door daaden,<br />
en dc laatftcn om dat zij zig door nalatigheid<br />
vergrepen hadden, uitgezonderd<br />
enige weinigen , welken men zig voorbehield<br />
met name op te geven, aan<br />
G E K W E T S T E M A J E S T E I T IN D E N<br />
li O O G S T E N T R A P S C H U L D I G verklaard<br />
, en deze uitfpraak had de<br />
Koning door een openlijk vonnis bekragtigd.<br />
Hij verklaarde zig tevens aan<br />
gene zijner beloften meer gehouden,<br />
en outflagen van alle verdragen , welken<br />
de Landvoogdes in zijnen naam<br />
met het Nederiandtche Volk had aangegaan<br />
; genade was het enige regt,<br />
(*) MEURS. Guil. Aur. 40. TIIUAN 539,<br />
V. M ETE REN Io8.<br />
) MEUKs Guil.Aur. v. IIETEREN I05.<br />
LI 5
53 8<br />
DE AF VA L D ER<br />
dat zij voordaan van hem m. ten hadden. Allen , die tot<br />
9 o E K drijven van den Staatsdienaar<br />
te wag»<br />
het ver<br />
GRAN<br />
VELLE iets hadden toegebragt, aan<br />
het Verzoekfchrift der verbonden Ede-<br />
Jen deel gehad , of ook maar ten<br />
voordele van hetzelve gefproken hadden<br />
; allen , die tegen de Trentfche<br />
befluiten , tegen de Geloofsplakaten,<br />
of tegen de aanflelling der Bisfchoppen<br />
met een verzoek waren opgekomen<br />
; allen , die de openbare preêken<br />
toegelaten, of niet kragtdadig genoeg<br />
gehinderd; allen , die de tekens<br />
der Geuzen gedragen , Geuzenliederen<br />
gezongen, of op de ene of andere<br />
wijze hun genoegen daarover getoond<br />
; allen , die enen onroomfchen<br />
Lceraar geherbergd of verfcholen, begravenisfen<br />
van Kalvinisten bijgewoond,<br />
ofte ook maar van derzelver heimelijke<br />
famenkomflen geweten en dezelve<br />
verzwegen hadden; allen , die zig<br />
op de Privilegiën des Lands beroepen<br />
, allen eindelijk , die zig uitgelaten<br />
hadden , dat men Gode meer<br />
moest gehoorfamen, dan den menfchen;<br />
allen, zonder onderfcheid, waren<br />
in de firaf vervallen, welke door<br />
de wet tegen de misdaad van gekwetfie<br />
Hoogheid en Hoog-verraad was<br />
bepaald , en deze ftraf moest zonhr<br />
verfchoning öf genade, zonder<br />
lanmerking van rang," kunne ofte jar<br />
•en,<br />
1<br />
den nakomeling ten voórbeelde,
NEDERLANDEN. 539<br />
en tot een affchrik voor alle vol IIL<br />
gende tijden, naar het voorfchrift, BOEK<br />
dat men gevert zoude , aan de fchuldigen<br />
worden uitgevoerd (*). Volgens<br />
deze opgave was in alle de • Provinciën<br />
niet één onfchuldig, en den<br />
nieuwe Stadhouder was ene fchrikkelijke<br />
keus uit de gehele Natie overgelaten.<br />
Alle goederen en alle levens<br />
waren dc zijnen , en wie een<br />
van beiden , of wel beiden behield ,<br />
die cnrving hetzelve als een gefchenk<br />
van zijne grootmoedigheid en menschlievendheid.<br />
Door dezen, zo affchuwelijken<br />
als fchrander ui tgc dagten , kunstgreep,<br />
werd de Natie ontwapend, en<br />
ene vereniging der gemoederen on-<br />
. mogelijk gemaakt. Daar het namelijk<br />
alleen van 's Hertogen goeddunken afhing<br />
, aan wien hij het vonnis wilde<br />
laten uitvoeren , dat over allen,<br />
zonder onderfcheid , geveld was, zo<br />
hield elk zig ftil, om , ware het<br />
mogelijk, de aandagt des Stadhouders<br />
te ontgaan , en de dodelijke keuze<br />
tog niet op zig te doen vallen;<br />
zo ftond elk , met wien het hem<br />
behaagde ene uitzondering te maken,<br />
enigermate in zijne fchüld, en had<br />
aan hem voor zijnen perfoon ene<br />
vcrpligting, evenredig aan de waarde<br />
van leven en bezittingen. Dan daar<br />
deze ftrafoefenïng flegts over vérre het<br />
(*) VAN METEREN IO^.
III.<br />
BOEK.<br />
54Q DE AFVAL DER<br />
kleinfi-e _ gedeelte der Natie konde gaan,<br />
had hij zig dus natuurlijkerwijze van<br />
het gröotfte gedeelte door de Iterkfte<br />
banden van vrees en dankbaar?<br />
heid verzekerd ; en tegen enen,<br />
dien hij voor de flagtbank uitkoos,<br />
had hij tien anderen, welken hij voortging<br />
> voor zig gewonnen. Hij bleef<br />
ook onder Aromen bloeds, welken<br />
hij vergoot , in het geruste bezit van<br />
zijne heerfchappij , zo lang hij zig<br />
aan deze Staatskunst hield , en verfpilde<br />
dit voordeel niet eerder , dan<br />
toen gebrek aan geld hem dwong<br />
der Natie enen last opteleggen,<br />
die allen zonder uitzondering drukte<br />
(*).<br />
Doch om nu dit bloedige werk,<br />
dat dagelijks onder zijne handen toe'<br />
nam, te beter gedaan te krijgen,<br />
en uit gebrek aan werktuigen gene<br />
prooien te verliezen ; tevens om aan<br />
den anderen kant zijn gedrag onafhanklijk<br />
van de Staten te maken, met<br />
welker Privilegiën hetzelve zo ilrijdig<br />
was, en die hem over het geheel<br />
veel te menfchelijk dagten, (lelde hij<br />
een buitengewoon Geregtshof van twaalf<br />
Bloedregters aan, die naar dc voorgevallen<br />
onlusten onderzoek zouden doen a<br />
en naar den letter van het gegeven<br />
voorfchrift vonnis vellen. Reeds was de<br />
inflelling vap dit Geregtshof ene fchen-;<br />
THUAN. II. 540.
NEDERLANDEN. 54*<br />
Mg van 's Lands Vrijheden, welke<br />
uitdrukkelijk medebragten , dat geen burger<br />
buiten zijne Provincie mogt worden<br />
te regt gefield ; maar het geen deze<br />
geweldige handelwijze voltooide , was ,<br />
dat hij\ tegen de heiligfte Privilegiën<br />
des Lands, ook aan de verklaarde<br />
vijanden der Nederlandfche Vrijheid,<br />
zijne Spanjaarden, zitting en<br />
ftem daarin gaf. Hij zelf was de<br />
Voorzitter in dit Geregtshof, en op<br />
hem volgde zekere Licentiaat VAR<br />
GAS, een Spanjaard van geboorte,<br />
die als een pest uit zijn eige<br />
Vaderland werd geweerd, waar hij<br />
ene wees, over welke hij Voogd<br />
was, verkragt had; een onbefchaamde<br />
hardnekkige booswigt , in wiem<br />
gemoed gierigheid, wellust en bloed<br />
dorst oni den voorrang ftreden, er<br />
over wiens fnoden aart de Gefchied<br />
fchrijvers van beide Partijen overeen<br />
ftemmen (*> De voornaamfte Mcdele<br />
den waren de Graaf van Aremberg i<br />
FILIPS VAN NOIRCARMES, en KA<br />
REL VAN BARLAIMONT, welke eg<br />
ter nooit<br />
verfchenen ;<br />
in die Vergadering zij: 1<br />
ADRIAAN NICOLAI, Kar<br />
felier van Gelderland; JACOB MEES<br />
TENS en PETER ASSET, Prefider<br />
ten van Artois en Vlaanderen; ji<br />
(*) Dignum Belgico cavcinomate cultrum noei it<br />
hem MEUR s. G. A. 3*- VIGL. ad na PP; 4<br />
48. 81. v. METEREN 105.<br />
IJL<br />
BOEKs<br />
i
III.<br />
BOEK.<br />
i<br />
ru^t,<br />
H m o g 3 3 1 1 z<br />
ë<br />
a I l e<br />
en behield.<br />
Er was geen bijzondere tijd voor<br />
de zittingen bepaald ; de Raden ver-<br />
I<br />
aderden dès middags , zo dikwijls de<br />
i<br />
rlertog het goedvond. Doch reeds met<br />
i<br />
iet einde van de derde maand, be-<br />
1 ?on deze zig zeldfamer in de Verga-<br />
<<br />
lering te laten zien , en eindelijk zij<br />
1<br />
len lieveling VARGAS zijne gehele plaats<br />
tteiraan, welke door dezen met zulk<br />
t ne affchuwelijke waardigheid bekleed<br />
X 'erd, dat in korten tijd alle de<br />
c verige leden, de gruwelen moede<br />
z ynde, van welke zy ooggetuigen en<br />
n ledehelpers moesten zyn, behalven de<br />
S paanfche Godgeleerde DEL RIO en<br />
4 2n Geheimfchryve DE LA TORRE,<br />
t de vergadering wegbleven (*). Het<br />
u<br />
542 DE A F V A L DE it<br />
KOB HE S S ELS en JOHAN DE L'A<br />
P O R T E , Raden van Gene; LODE<br />
WYK D E L RIO, Meester in de Godgeleerdheid<br />
en een geboren Spanjaard,-<br />
JOHAN DU BOIS, Procureur Generaal<br />
des Konings, en DE LA TOR-<br />
R E , Schrijver van dit Geregtshof.<br />
Op verzoek van VIGLIUS werd de<br />
Geheime Raad van aandeel aan dit<br />
Geregtshof verfchoond; ook werd uit<br />
den Groten Raad te Mechelen niemand<br />
daartoe genomen. De Hemmen<br />
der medeleden waren alleen raadgevende<br />
, en niet beflisfende, welk laat-<br />
00 Gelijk men dan ook werkelijk vaak de<br />
vc nnisfeu tegen de voornaamfte mannen . zo als
N E D E R L A N D E N , 543<br />
gemoed word gaande, wanneer men<br />
fee» , hoe het leven der edclften<br />
en besten in de handen van Spaanfche<br />
deugnieten wierd gegeven, en<br />
hoe weinig 'er aan haperde, dat zy<br />
zelfs in de heiligdommen der Natie,<br />
in derzelver Privilegiën en Vryheidsbrievem<br />
gewroet, de zegels verbroken,<br />
en de geheimfte verbindenisfen<br />
tusfehen den Landheer en de Stenden<br />
ontheiligd en prys gegeven hadden<br />
(*><br />
Van dezen Raad van twaalven, die,<br />
volgens het oogmerk zyner inftelling,<br />
de Raad der Beroerten werd genoemd,<br />
doch wegens zyne handelwy-<br />
het doodvonnis over den Burgemeester STRA^<br />
LEN van Antwerpen, alleen door VARGAS,<br />
DEL RIO en DE LA TORRE ondertekend vindt,<br />
v. METEREN 105.<br />
(*) v. MET EREN 106. Tot een voorbeeld,<br />
met welk ene ongevoelige roekeloosheid de gewigtigfte<br />
dingen, zelfs Hitfpraken over leven er:<br />
dood, in dezen Bloedrar.d behandeld werden,<br />
kan (trekken het gene van den Raadsheer HESSELS<br />
verhaald wordt. Deze namelijk was gewoon meestentijds<br />
in de Vergadering te flapen, en wanneer<br />
de beurt aan hem gekomen was, om zijne ftem tot<br />
een doodvnnnis te geven, halfOapende uitteroepen:<br />
ad patibulum,- ad patibulum, zo- was hem dit<br />
woord op de tong beftorven. Van dezen HESSELT<br />
verdient nog gemeld te worden, dat zijne Egtgenoot,<br />
ene Nigt van den Prefldent VIGLIUS, in<br />
het Huwelijksverdrag uitdrukkelijk bedong, dat<br />
hij het droevige ampt van Procureur Generaal ,<br />
welk hij toen bekleedde, zoude nederleggen,<br />
welk hem bij de gairfche Natie gehaat maakte,<br />
VIGL. ad HOPPER. Ep. 67.<br />
lil<br />
BOEK*;
III.<br />
BOEK<br />
' DE AFVAL DER<br />
ze meer algemeen onder den naam<br />
. van Bloedraad, hem door de ver-<br />
. bitterde Nade gegeven , bekend is $<br />
Vond geenerhande herziening van Regts'gedingen,<br />
geen hoger beroep plaats.<br />
Deszelfs vonnisfen waren onveranderlyk,<br />
en hingen van gene bekragtiging<br />
af. Geen gerigt in het Land<br />
durfde zig zaken aantrekken, welke<br />
de jongfte öpfland raakten, zodat bijna<br />
alle andere Gerechtshoven Uil Honden.<br />
De grote Raad te Mechelen was<br />
zo goed als niet meer aanwezig; en<br />
het gezag van den Raad van Staten<br />
Verviel ganfchelijk, zodat deszelfs Vergaderingen<br />
ophielden. . Zelden gebeurde<br />
het , dat de Hertog met enige<br />
leden uit dé laatstgenoemde óver Staatszaken<br />
raadpleegde, en wanneer hij dit<br />
al nü en dan deed, gefchiedde zulks<br />
in zijn kabinet, in ene bijzondere<br />
onderhandeling, zonder enigerhande regtsvorm<br />
daarby in agt te nemen. Geen<br />
Privilégie , geen Vrybriéf hoe zorgvuldig<br />
ook verzegeld, kwam bij den<br />
Raad der Beroerten in aanmerking (*_).<br />
Alle oorfpronkelijke papieren en verdragen<br />
moesten aan denzelven vertoond<br />
worden,- en vaak de geweld<br />
dig-<br />
. C*) Iuzeerflegt Latijn doeg VA RVAS de Nederlandfche<br />
Vrijheid den bodem in, Non curamus<br />
vestros Privilegios, antwoordde hij enen die zich op<br />
de Voorregsen der Hoge Schoole te Leuven tegen<br />
hem wilde beroepen;
NEDERLANDEN 545<br />
diofte verfraaijing en verandering ondergaan.<br />
Wanneer de Hertog een vonnis<br />
&<br />
IIL<br />
BOEKi<br />
liet afvaardigen , dat van de Staten<br />
van Braband tegenfpraak te vrezen<br />
had, dan gold hetzelve zonder<br />
het Brabartdfche Zegel. Op de heiligftc<br />
regten der Perfonen werd inbreuk<br />
gemaakt, en een Dwingelandij<br />
zonder wedergaê drong tot in den<br />
kring des huislijken levens. Dewijl de<br />
Onroomfchen en Afvalligen tot hiertoe<br />
door huwelijksVerbindenisfen met de<br />
eerfte Familiën des Lands hunnen aanhang<br />
hadden weten te verfterken , gaf<br />
de Hertog een Bcvclfchrift uit , dat<br />
aan alle Nederlanders , van welken<br />
ftand of rang zij ook mogten zijn ,<br />
bij ftraffe aan lijf en goederen, verbood<br />
, zonder zijne voorafgaande toeftemming<br />
, een huwelijk aantegaan (*><br />
Allen , welken de Raad der beroerten<br />
goed vond voor zig te dagen<br />
, moesten voor deszelfs Vierfchaar<br />
verfchijhen ; de Geestelijkheid zo wel<br />
als de- Leken, de eerwaardigfte hoofden<br />
van dfcn Raad zo wel als de<br />
Beeldenftormers van het flegtfte gepeupel.<br />
Die niet verfehecn, gelijk<br />
bijna - niemand deed, werd gebannen,<br />
en alle deszelfs goederen verbeurd verklaard;<br />
doch wie voor deze Regtbank<br />
verfcheen, of wien men an-<br />
C*) v. METEREN io6. 107. THUAN 540.<br />
I. DEEL, Mm
54^ DE AFVAL DES.<br />
UK, dcrs in handen konde krijgen, was<br />
:. onherftelbaar verloren. Twintig , veer-<br />
- tig of vijftig werden uit éne Stad<br />
-te gelijk gedaagd , en het onweder<br />
dreigde den Rijkllen het eerst. Geringer<br />
burgers , die niets bezaten ,<br />
wat hun Vaderland en Haardfïede dierbaar<br />
voor hun kon maken , werden zonder<br />
voorafgaande dagvaarding overvallen<br />
, en in hegtenis genomen, Menig<br />
aanzienlijk Koopman , die over<br />
een vermogen van zestig tot honderdduizend<br />
guldens te befchikken had<br />
gehad, werd, gelijk het laagfie gelbuis<br />
, met de handen op den rug<br />
gebonden , aan den Haart van een<br />
paard naar de geregtsplaats gefleept :<br />
te Valenchijn werden op eenmaal ,<br />
vijf- en vijftig onthoofd. Alle gevangenis-<br />
•fen , van welke de Hertog bij het<br />
aanvaarden van zijn bewind een groot<br />
aantal nieuw had laten bouwen, ware»<br />
opgepropt met ongelukkigen; hangen<br />
, onthalfen, vierendelen , verbranden<br />
was dagelijksch werk; veel zcldfamer<br />
hoorde men van galei -ftraf of<br />
verbanning; want 'er was gene misdaad<br />
, die. té ligt gerekend wierd om<br />
met den dood geflraft te worden. Onnoemelijke<br />
geldfommen kwamen daardoor<br />
in de openbare kas , welke egter den<br />
gelddorst van den nieuwen Stadhouder<br />
en zijne hulpgenooten veelmeer gaande<br />
maakten, dan verzadigden. Zijn dol<br />
BOEI
NEDERLANDEN. 547<br />
voornemen fcheen te zjjn , de gehele<br />
Natie tot den bedelzak te brengen,<br />
en al den rijkdom des Lands in handen<br />
van den Koning en deszelfs dienaren<br />
te fpeelen. Het jaarlijkfche inkomen<br />
van deze verbeurdverklaringen<br />
Werd gefchat met de inkomften eens<br />
Ko.ningsrijks van den eerften rang gelijk<br />
te ftaan 5 men wil, dat ze<br />
den Koning , volgens ene geheel ongelooflijke<br />
opgave , tegen twintig millioenen<br />
Daalders zijn toegerekend. Doch<br />
deze handelwijze was deste onmenfchclijker<br />
, daar zij juist de vreedfaamfte<br />
onderdanen , en de regtzinnigc Katholijken<br />
, welken men niet bedoelde<br />
te befchadigen , dikwijls het gevoeligfte<br />
trof; want door dit beflag op de<br />
goederen zagen alle Schuldeifchers , die<br />
daarop aanfpraak hadden , zig te leur<br />
geftcld; alle Godshuizen en openbare<br />
geftigten , welken daarvan onderhouden<br />
werden , geraakten in verval $ en de<br />
armoede, welke voorheen ene aalmoeze<br />
daarvan getrokken had, moest deze<br />
enige bron van haar onderhoud zien<br />
uitgedroogd. Allen die het ondernamen ,<br />
hun gegrond regt op deze goederen<br />
voor den Raad der Beroerten te vervolgen<br />
, (want geen ander Geregtshof<br />
durfde zig hiermede bemoeien) "boorden<br />
zig door langwijlige kostbare pleitgedingen<br />
in den grond, en waren tot<br />
den bedelzak gebrast, vóór dat zij nQ£ Mm è<br />
&<br />
III.<br />
BOEK
m<br />
BOEK.<br />
I567.<br />
548 0E AFVAL DE1t<br />
het einde van dezelven gezien hadden<br />
(*). Van zodanig ene omkering<br />
der wetten, < van zulke geweldige aanvallen<br />
op wettigen eigendom , van zulke<br />
ene verfpilling van menfchenbloed, kan<br />
dc Gefchiedenis van befchaafde Staten<br />
bezwaarlijk meer dan een enig voorbeeld<br />
bijbrengen ; re weten dat van<br />
CINNA, SYLLA en MARIUS; maar<br />
dezen trokken als beledigde overwinnaars<br />
binnen Rome, en deden ten<br />
minsten . zonder bewimpeling, 't geen<br />
de Nederlandfche Stadhouder onder den<br />
eerwaardigen dekmantel der wetten uitvoerde.<br />
Tot op het einde des jaars vijftienhonderd<br />
zeven en zestig had men nog<br />
aan de perfoonlijke overkomst des Konings<br />
geloof geflagen , en de besten<br />
uit het Volk hadden zig tot op dit<br />
uiterfte tijdftip getroost. Nog fteeds lagen<br />
'er fchepen , welken hij uitdrukkelijk<br />
tot dat oogmerk had laten uitrusten<br />
, en de haven van Vlisfingen<br />
gereed, om hem op het eerste bevel<br />
te gemoet te zeilen; en de Stad<br />
Brusfel had alleen daarom , dat hij<br />
binnen hare muren zijn verblijf zoude<br />
nemen , hare roeftemming tot de Spaanfche<br />
bezetting gegeven. Maar ook deze<br />
hoop verdween allengs geheel, daar<br />
de Koning van het ene vierendeeljaars<br />
(*J V MET ER EN I0£
NEDERLANDEN. 549<br />
tot het andere uitftelde, en de nieuwe<br />
Stadhouder alras begon zijne voljnagt<br />
te tonen, welke minder enen<br />
voorloper van den Vorst aankondigde,<br />
dan enen met de hoogde magt bekleden<br />
Dienaar, die de komst van den<br />
Vorst zeiven geheel onnodig maakte.<br />
Om den nood der Nederlanden te voltoojen,<br />
moest nu ook nog, in den<br />
Perlbon der Landvoogdesfe, hun laatfte<br />
Befchcrmengel hen verlaten (*).<br />
Van dien tijd af namelijk, dat de<br />
uitgeftrekte volmagt van ALBA genen<br />
twijfel meer aangaande het einde van<br />
haar bewind overliet , had MARGA<br />
REET befloten , ook den naam daarvan<br />
afteleggen. Enen lachenden Erfgenaam<br />
te zien in het bezit van eue<br />
Hoogheid, die voor haar door een<br />
negenjarig genot tot ene behoefte was<br />
geworden; enen anderen de heerlijkheid<br />
, den roem, den luister, de aanbidding<br />
, en allerlei foort van dienstbetoningen<br />
, welke het gewone gevolg<br />
der hoogfte magt zijn, te zien genieten<br />
, en te gevoelen dat gene verloren<br />
te hebben, wat zij niet vergeten<br />
kon bezeten te hebben, was meer<br />
dan ene vroulijke ziel in ftaat is te<br />
verkroppen ,• maar buiten dat was de<br />
Hertog van Alba in 't geheel niet<br />
gefchikt , om, door een befcheidcq<br />
(*) VIGL. ad HOPPER- Ep. 45,<br />
Mm 3<br />
IÏL<br />
BOEK
III.<br />
BOEK<br />
£5«> DE AFVAL DER.<br />
gebruik ^ van zijne nieuiings verkregen<br />
( Hoogheid, haar het verhes daarvan raW<br />
; der fmertelijk te maken. Zelfs de algemene<br />
orde , die door dit dubbelde<br />
hefluur in gevaar geraakte, fcheen<br />
haar dezen Hap aanteraden. Vele Stadhouders<br />
der Provinciën weigerden , zonder<br />
uitdrukkelijken last van het Hof,<br />
bevelen van den Hertog aantcnemen<br />
, en hem voor Mederegent te erkennen.<br />
De fnelle omwenteling van haar<br />
geluksrad had bij de Hovelingen niet<br />
zo zagt, zo ongemerkt kunnen toegaan<br />
, dat de Hertogin de verandering<br />
niet op het bitterfte gevoelde. Zelfs<br />
die weinigen , welke , gelijk bij voorbeeld<br />
VIGLIUS, haar ftandvastig bijbleven<br />
, deden zulks minder uit • gehegtheid<br />
aan haren perfoon, dan uit<br />
verdriet van zig nieulingen en vreemdelingen<br />
boven het hoofd geplaatst te<br />
zien, en omdat zij te hoogmoedig<br />
dagten, om onder den nieuwen Regent<br />
hunne leerjaren te herhalen (*).<br />
Verre het gröotfte gedeelte kon, bij<br />
alle aangewende moeite om den middenweg<br />
te houden, den onderfcheidenden<br />
eerbied niet verbergen, welken zij<br />
aan de opgaande Zon boven de ondergaande<br />
toebragten ; en het Koninglijke<br />
Paleis te Brusfel werd fteeds eenfamer<br />
en ftiller, naarmate het gewoel.<br />
O Y IG<br />
a b<br />
c l<br />
HOPPER. Ep. 23.. 40. 44. 45.
NEDERLANDEN. 55«<br />
aan het huis van KUILENBURG toe III.<br />
nam. Doch het gene de Hertogin op BOEK.<br />
het gevoeligfte trof, was het gevan<br />
gennemen van HOORN eii EGMOND,<br />
't welk buiten haar weten, en als<br />
ware zij in 't geheel niet in de wereld<br />
geweest, eigendunkelijk door den<br />
Hertog beflotcn en uitgevoerd was. AL-<br />
B A had wel, nadat de zaak gefchied<br />
was, getragt haar te vrede te Hellen<br />
door de verklaring, dat men dit voornemen<br />
om gene andere reden voor haar<br />
had geheim gehouden , dan om bij<br />
ene zo onaangename omftandigheid haren<br />
naam te verfchonen ; maar die voorgewende<br />
kieschheid kon de wonde niet<br />
helen, die haren hoogmoed was toegebragt.<br />
Om éénmaal voor altoos diergelijke<br />
beledigingen voortekomen , waarvan<br />
de tegenwoordige waarfchijnlijk ilegts<br />
een voorbode was , zond zij haren<br />
Geheimfchrijver MACHIAVEL naar het<br />
Hof van haren Broeder, om daar met<br />
allen ernst om ontflag van hare Land<br />
voogdij te verzoeken. Dit werd haar<br />
zonder zwarigheid, doch met alle blij<br />
ken van 's Konings hoogfte agting ingewilligd;<br />
hij ftelde, zo als hij zig<br />
uitdrukte , zijn eigen voordeel en dat<br />
der Provinciën ter zijde , om aan zijne<br />
Zuster genoegen te geven. Een gefchenk<br />
van dertigduizend daalders verzelde<br />
deze toeftemming, en twintigduizend<br />
werden haar tot een jaarlijks. iu«<br />
Mm 4
III.<br />
BOEK.<br />
552 DE AFVAL DER<br />
Vomen toegelegd (*). Dadelijk hierop<br />
volgde een Brief van aanltelling voor<br />
den Hertog van Alba, waarbij hij<br />
in plaats' van de vorige Landvoogdes<br />
als Opper-Stadhouder der gezamenlijke<br />
Nederlanden met onbepaalde<br />
Vöïmagt wierd verklaard (f).<br />
Zeer gaarne had MARGAREET gezien,<br />
dat men haar vergund had, haar.<br />
bewind voor ene plegtige vergadering<br />
der Staten nederteleggen; welke begeerte<br />
zij ook den Koning niet onduidelijk<br />
te kennen gaf, zonder evenwel,<br />
het genoegen te hebben, dezelve ver-^<br />
vuld te zien. In 't algemeen beminde<br />
zij het flatige leven, en het voorbeeld<br />
(*) Dit geld febijnt egter niet zeer getroulijk<br />
betaald te zijn , zo men anders geloof mag (laan<br />
aan zeker gefebrift , dat nog bij haar leven in<br />
druk uitkwam, filet voert ten tijtel: Discours<br />
fur la blesfure de Monfeigneur , Prince (TOrange<br />
1582. zonder naam van de plaats, waar het.<br />
gedrukt is, en wordt gevonden in de Keurvorstelijke<br />
Boekerij te Dresden.) Volgens dit berigt<br />
Kwijnde zij te Namen in ellende, zo flegt<br />
onderfteund door haren Zoon (toen Gouverneur<br />
«Ier Nederlanden) da. haar Geheimfchrijver A 1. s-<br />
B RAND IN aelf haar verblijf aldaar ene ballingfchap<br />
noemt. Maar voegt de Schrijver daarbij<br />
, wat kon zij beter verwagteh van enen Zoon,<br />
die toén hij, nog zeer jong zijnde,haar te Brusfel<br />
bezogt, agter. haren rug de tong tegen haar uitftak?.<br />
(t) STRADA 206. 207. 2o!5. MEURS. G. A„<br />
40. THUAN, 53p. VIGL. ad HOPPER. E. 40,'
NEDERLANDEN. 553<br />
van den Keizer haren vader, die in<br />
deze zelfde ftad het buitengewone<br />
fchoufpel van zijnen plegcigen afftand<br />
van de kroon gegeven had, fcheen<br />
ongemeen veel bekoorlijks voor haar<br />
te hebben. Daar zij Du tog het op7<br />
perbewind moest laten varen, was ten<br />
minfte de begeerte, om dezen ftap<br />
met allen mogelijken luister te doen,<br />
zeer wel in haar te verfcbonen; en<br />
daar zij buiten dat wel gemerkt had,<br />
hoe zeer de algemeene haat tegen<br />
den Hertog haar ten. voordele had<br />
geftrekt, zag zij een vleiend, aandoenlijk<br />
toneel te gemoet. Zij had zoo<br />
gaarne dc tranen der Nederlanderen<br />
over hunne goede Landvoogdes zien<br />
vioejen , zo gaarne ook dc hare daarbij<br />
geftort, en onder het algemene<br />
medelijden zoude zij zagter van den troon<br />
zijn geftcgen. Hoe weinig zij ook, gedurende<br />
haar negenjaarig beftuur gedaan<br />
hadde., om de algemene genegenheid<br />
te verdienen, toen het geluk<br />
. haar nog aanlachte, en de gunst<br />
van haren Heer het deel was van<br />
alle hare wenfehen ; zo vele waardij<br />
had zulks tans in hare ogen, dewijl<br />
dit het enigfte was, dat haar voor de<br />
teleurftelling van hare overige verwagtingen<br />
enige vergoeding kon geven; en<br />
gaarne zou zij zig zeiven hebben wijsgemaakt,<br />
dat zij een vrijwillig offer<br />
van haar goed hart en hare mensch-<br />
Mm 5<br />
III.<br />
B O EK.
m.<br />
DOEK.<br />
554 DE AFVAL DER<br />
lievende gezindheid voor de Neder*<br />
landen was geworden.. Dan daar de<br />
Koning in 't minfte niet gezind was<br />
Zig in gevaar van ene zamenrotting<br />
der Natie te ftellen, om aan ene<br />
gril van zijne Zuster te voldoen, moest<br />
zij zig met een fchriftelijk affcheid<br />
van de Staten vergenoegen, waarin zij<br />
haar gehele beftuur doorliep, alle zwarigheden,<br />
met welken zij had moeten<br />
worftelen , alle onheilen, welke zij<br />
•door hare fchranderheid had verhoed,<br />
niet zonder grootfpraak optelde, en eindelijk<br />
daarmede befloot, dat zij een<br />
voleindigd werk agterliet, en haren opvolger<br />
niets dan het ftraffen der fchuldigen<br />
had over te dragen. Dit zelfde<br />
moest ook de Koning herhaalde reizen<br />
van haar horen, en 'er werd<br />
niets gefpaard, om den roem te verhinderen<br />
, welken de voorfpoed des<br />
Hertogs hem onverdiend verwerven mog-r<br />
ten. Hare eigene verdiende leide zij<br />
als iets ontwijffelbaars, maar tevens als<br />
enen last, die haar zedigheid drukte,<br />
aan de voeten des Konings neder (*).<br />
De onpartijdige nakomelingfchap zoude<br />
evenwel zwarigheid kunnen ma-?<br />
ken , om dit gunftige oordeel onbepaald<br />
te onderfchrijven: wanneer zelfs<br />
de vereenigde ftem van hare tijdgenoten,<br />
wanneer het getuigenisfe der Neder-<br />
(*) MEURS G, A. 40. STRADA 207, 20«L
NEDERLANDEN. 555<br />
fanders zelve dit bevestigde , zoude<br />
evenwel enen derden het regt niet<br />
benomen zijn, om hetzelve nog nader<br />
ter toetfe te brengen.' Het goedhartige<br />
en ligt beweeglijke fchepfel,<br />
de mensch , is maar alte zeer geneigd,<br />
om zich een gebrek minder voor ene<br />
deugd meerder toe te rekenen, en onder<br />
den druk van een tegenwoordig kwaad<br />
het voorledene te prijzen. Het gehele<br />
vermogen van haat en verfoejing bij<br />
de Nederlanders fcheen zig aan den<br />
Spaanfchen naam te hebben uitgeput;<br />
de Landvoogdes als hoofdoorzaak van<br />
enig kwaad te befchuldigen, was zo><br />
veel, als den Koning en zijne dienaren<br />
van vervloekingen te ontlasten, welken<br />
men hun liever alleen en geheel<br />
gunde; en het beftuur van ALBA in<br />
de Nederlanden Was zekerlijk het regte<br />
Itandpunt niet, om de verdienften zijner<br />
Voorgangeren te onderzoeken. Het<br />
was in 'tgeheel gene gemakkelijke zaak,<br />
aan de vcrwagtingen des Konings te<br />
beantwoorden, zonder- de regten des<br />
Nederlandfchen volks en de pligten<br />
der menfchelijkheid te fchenden; maar<br />
in enen ftrijd met dezen twe tegengeltelde<br />
pligten had MARGAREET genen<br />
van beiden vervuld, en de Natie<br />
baarblijkelijk te veel nadeel ge<br />
daan, om den Koning te weinig voordcel<br />
aantebrengen. Het is waar,<br />
zij bragt eindelijk de Protestantfche<br />
III.<br />
SOEK,
III.<br />
BOEK.<br />
55* DE AFVAL DER<br />
partij onder, maar de toevaliige uit-,<br />
bersting van den Beeldenstorm deed<br />
haar daarbij groter dienden, dan har<br />
re gehele Staatkunde. Door hare fchranderhtid<br />
verbrak zif wel het verbond<br />
der Edelen, maar dit deed zij, toen<br />
reeds inwendige twedragt den dodelijken<br />
ilag aan deszelfs wortel had<br />
toegebragt. Dat gene, waaraan hare<br />
ftaatkunde zig jaren lang had uitgeput,<br />
werd door ene eukelde werving<br />
van krijgsvolk, die haar uit Madrid<br />
bevolen was , tot ftand gebragt. Zij<br />
liet den Hertog het land in rust over;<br />
maar niemand kan ontkennen, dat de<br />
vrees voor zijne komst het meeste<br />
daartoe had gedaan. Door hare bcrigten<br />
misleidde zij het kabinet van<br />
Spanje, omdat zij hetzelve nooit de<br />
kwaal, maar alleen de toevallen, nooit<br />
den geest en de taal der Natie ,<br />
maar alleen de buitenfporigheden der<br />
partije bekend maakte. Haar gebrekkig<br />
beduur vervoerde het Volk tot wanbedrijven,<br />
dewijl zij verbitterde, zonder<br />
genoegfaam aftefchrikken; zij haalde<br />
den verderflijken Hertog van Aiba<br />
in het Land, omdac zij den Koning<br />
in den waan had gebragt, dat<br />
de beroerten in de Nederlanden minder<br />
aan de hardheid van zijne verordeningen,<br />
dan aan ongenoegfaamheid van<br />
het werktuig, waaraan hij derzelver uitvoering<br />
had toevertroud, was toete-
NEDERLANDEN 1<br />
. 55/<br />
fchrijven. MARGAREET bezat bekwaam iir.<br />
heid genoeg , om ene geleerde Staats i o E KV<br />
kunst in een regelmatig geval op ene<br />
gepaste wijze te gebruiken ; maar het<br />
haperde haar aan fcheppingskragt, om<br />
voor een nicu en buitengewoon geval<br />
enen nieuwen ftaatsregel uittevinden,<br />
of van enen ouden met verftand<br />
aftegaan. In een Land waar de<br />
fchranderfie ftaatkunde in opregtheid belfond,<br />
had zij den ongelukkigen inval,<br />
om hare bedrieglijke Italiaanfche ftaatkunde<br />
te oefenen, en zaaide daardoor een<br />
verderflijk wantrouwen in de gemoederen.<br />
De infchiklijkheid, die haar zo<br />
gulhartig tot verdienften wordt aangerekend,<br />
had zij zig door den kloeken tcgenftand<br />
der Natie , uit zwakheid en lafhartigheid<br />
laten afdwingen; nimmer zou<br />
zij uit eigen beweging zig boven den<br />
letter der Koninglijke bevelen verheven,<br />
nimmer den barbaarfchen zin van<br />
haren last uit eigene lofwaardige menschlievendheid<br />
anders hebben opgevat. Zelfs<br />
die weinige vergunningen, waartoe de<br />
nood haar dwong, gaf zy met ene bevende<br />
terug trekkende hand,als haddezijgefchroomd<br />
te veel te geven; cn' zij verloor<br />
de vrugt van hare weldaden, omdat<br />
zij dezelve met ene laaghartige zuinigheid<br />
beknibbelde. Het gene zij te<br />
weinig was in hare gehele overige<br />
leven , was zij te veel op den troon,<br />
een Vrou. Het ftond in hare magt,
DE AFVAL DER NEDERLANDEN.<br />
til. na het vertrek van GRANVELLE \<br />
HOEK. de weldoenfter des Nederlandfchen Volks<br />
te worden; maar zij is het niet geworden.<br />
Haar hoogfte goed was de<br />
gunst des Konings, haar hoogfte ongeluk<br />
zijn misnoegen. Bij alle voorregten<br />
van haren geest, blijft zij een gemeen<br />
fchepfel, omdat haar hart den Adel<br />
miste. Met veel gematigdheid oefende<br />
zij ene droevige magt, en bevlekte<br />
hare regering door gene willekeurige<br />
wreedheid; ja, hadde het<br />
J geftaan , zij zoude fteeds<br />
aan haar<br />
menschlievend<br />
gehandeld hebben. Lang nader<br />
j hand, toen haar Afgod, FILIPS II.<br />
] haar reeds vergeten had , hield het<br />
3 Nederlandfche Volk hare gedagtenis-<br />
i fe nog in eere ; maar zij ver<br />
t diende op verre na den roem nietj<br />
i welken de onmenschlijkheid van ha<br />
ï ren opvolger rondom haar heeft ver<br />
t breid. Zij verliet Brusfel tegen het<br />
t einde van Loumaand des jaars vijftien<br />
ï honderd zeven- en zestig ^ en werd door<br />
c Jen Hertog tot aan de grenzen van<br />
2 Braband uitgeleid, welke haar hier onier<br />
de befcherming des Graven van<br />
3 MANSVELD verliet, om deste fpoe-<br />
i liger naar de Hoofdftad wedertekeren ,-<br />
c :n zig aan het Nederlandfche Volk<br />
V •oordaan als Regent alléén te vertonen.-<br />
•Einde van het eerfte Deck