02.05.2013 Views

Untitled - Koninklijke Bibliotheek

Untitled - Koninklijke Bibliotheek

Untitled - Koninklijke Bibliotheek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

H H E T L E V E N<br />

gen pniLOTAs zeide: „ ik fchenk u a'f-<br />

,i les wat daar ftaat," wyzende op eene<br />

fchenktafel, die vol ftond met de kostbaarfte<br />

bekers. Deze nu had wel die goédbeid<br />

met dankzegging aangenomen, doch<br />

niets minder gedacht, dan dat zulk een<br />

jonge knaap de magt had om zulke kostbare<br />

gefchenken te doen: dan kort daarop'<br />

was een der flaven by hem gekomen met<br />

die bekers, gepakt in eene kist, hem ver-*<br />

zoekende, dat hy zyn zegel daarop wildezetten.<br />

Toen hy dit weigerde , en het gefchenk<br />

niet durfde aannemen, werd hem te<br />

gemoet. gevoerd: Cr) „ wel gij onnozele j<br />

„ wat maakt gy zwaarigheid dit aantenett<br />

men? weet gy niet, dat de gene, dia<br />

„ u dit geeft, de zoon van ANTONIÜS<br />

is^<br />

(V) In bet oorfpronglyke wordt niet volkomen<br />

duidelyk te kennen gegeven, of dit antwoord door<br />

den flaaf, of door den jongen ANTONIÜS zelveri<br />

gegeven wierd. REISKE fielt bet laatstgenoemde,<br />

maar ons. komt het eerfte waarfchynlyker voor, zo<br />

om het gehee'e beloop des verhaals , en den inhoud<br />

van het antwoord zelf, als byzonder, om dat 'er<br />

in 'tvervolg niet gezegd wordt myn vader, maar<br />

de vader. Op deze wyze zou de zoon zich, on»<br />

zes bedunkens, niet hebben uitgedruk t

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!