02.05.2013 Views

Kol b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

Kol b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

Kol b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Kol</strong> b.d. <strong>Charles</strong> BRANTZ<br />

O PI N I E<br />

Carré 3 - 2011 pagina 6<br />

Spoort het<br />

Eindrapport<br />

Verkenningen<br />

met het<br />

nieuwe<br />

Strategische<br />

Concept van NATO?<br />

Het artikel van collega Tjepkema waarin hij de lezers<br />

van Carré nader heeft geïnformeerd over de perceptie<br />

die leden van het Projectteam Verkenningen hebben<br />

vertaald in hun eindrapport, heeft mij in december<br />

2010 verleid een reactie met de titel ‘Een nieuwe ronde,<br />

minder kansen’ aan de Redactie te sturen en die is ook in<br />

de december-editie geplaatst. Het rapport dat van maart<br />

2010 dateert en dat de strategische route markeert die<br />

Defensie volgens de auteurs zou moeten volgen, werd in<br />

november 2010 opgevolgd door het nieuwe strategische<br />

concept van NATO dat onder de titel ‘Active Engagement,<br />

Modern Defense’ tijdens de NATO top in Lissabon<br />

door de lidstaten aangenomen werd als de te volgen<br />

strategische route voor de komende tien jaar. Zowel<br />

de inhoud van dat nieuwe strategische concept als de<br />

toonzetting van de uitspraken die in de Slotverklaring<br />

van de NATO-Top zijn opgenomen, leggen het accent<br />

op solidariteit, samenhang en onsplitsbare veiligheid 1) .<br />

De vraag rijst of gelet op die accenten eindrapport en<br />

strategisch concept inderdaad in lijn zijn met elkaar en<br />

wat de praktische waarde van het eindrapport is.<br />

De strategische visie van NATO<br />

Het nieuwe strategische concept. Wat heeft NATO<br />

voor zijn lidstaten in de komende 10 jaar in petto?<br />

Laat ik starten met een paar zinnen over de visie die<br />

NATO heeft op het karakter van en de ontwikkelingen<br />

in de veiligheidsomgeving. Door de bank genomen<br />

wijkt die visie niet veel af van de <strong>Nederlandse</strong> optiek<br />

- terrorisme (persoonlijk geeft ik de voorkeur<br />

aan Grensoverschrijdende Rebellie 2) , omdat de<br />

contemporaine dreiging meer is dan terrorisme) blijft<br />

de belangrijkste dreiging - en kan worden vastgesteld<br />

dat Nederland vanuit de zelfde startpositie vertrekt<br />

als NATO.<br />

Het is interessant dat het belang van vitale<br />

communicatiekanalen, transport en transitieroutes<br />

wordt benadrukt, waardoor power projectie concepten<br />

als operations from and at Sea, die het verschil tussen<br />

een Brown Water of Littoral Navy en een Blue Water<br />

Navy markeren en de geïnventariseerde kritieke<br />

locaties opnieuw in de schijnwerper brengen. Ruim<br />

90% van de wereldhandel maakt gebruik van open<br />

water en verwacht wordt dat het percentage in de<br />

nabije toekomst zelfs zal groeien naar 95%. Handel<br />

voor het stimuleren van nationale welvaart en het<br />

streven naar veiligheid en stabiliteit lijken met elkaar<br />

vergroeid te zijn en een verstoring van die broze<br />

relatie zal tot ongewenste economische en politieke<br />

gevolgen kunnen leiden. Maritieme knelpunten, die<br />

initieel gerelateerd waren aan de Sovjet-dreiging, kunnen<br />

het vrije handelsverkeer en het projecteren van maritiem<br />

vermogen frustreren, waardoor nationale, regionale<br />

en zelfs mondiale economische en veiligheidsbelangen


geweld kunnen worden aangedaan. Tegenwoordig<br />

spreekt men van Sea Lane scarcity en identificeert men<br />

ruim 24 knelpunten 3) . Uit die bezorgdheid kan men<br />

vaststellen dat de gemeenschappelijke veiligheid niet<br />

alleen landgeoriënteerd is, maar zeker of misschien juist<br />

ook maritiem georiënteerd moet zijn.<br />

Dat technologie gerelateerde trends als laser wapens,<br />

elektronische oorlogvoering en technologieën die de<br />

toegang tot de ruimte versperren, milieu verontreiniging<br />

en schaarse natuurlijke bronnen door hun mondiale<br />

karakter, NATO-commandovoering en door NATO<br />

geleide operaties kunnen verstoren en ontregelen, is<br />

een tweede interessante constatering. Uit het document<br />

is niet vast te stellen hoe die dreiging moet worden<br />

opgepakt.<br />

NATO concentreert zich op het observeren van<br />

ontwikkelingen via Vital Signs in gebieden die als dormant<br />

theaters en/of black cards worden aangemerkt; proactiviteit<br />

en interventie in ontwrichte samenlevingen. De<br />

inspanningen van NATO blijven daarbij niet beperkt tot<br />

de slagkracht component van militair vermogen maar<br />

strekt zich wat stabilisatie en normalisatie betreffen<br />

ook uit over de volume en diensten component. Het<br />

wordt ook duidelijk dat militair vermogen onder die<br />

omstandigheden niet meer de regie in handen heeft,<br />

maar genoegen moet nemen met een ondersteunende<br />

rol.<br />

Om de lidstaten op het juiste spoor te zetten en<br />

te houden, wordt een aantal maatregelen opgelijnd<br />

om aan die NATO-wensen te voldoen. Merkwaardig<br />

genoeg blijven maatregelen om te voorkomen dat<br />

het machtshiaat – het ontbreken van een normaal<br />

functionerend bestuur en instituties als politie en<br />

rechtspraak – door slechtdenkende potentaten<br />

wordt benut in de eer tot discrepantie, verstoring<br />

en ondoelmatigheid van het herstelproces en in het<br />

verlengde daarvan tot onvoorziene verlenging van missie<br />

tijdsduur en met name immateriële kosten mag leiden.<br />

Uit de tekst wordt ook duidelijk dat het expeditionaire<br />

karakter (uitgedrukt in tijd en afstand) van militair<br />

en civiel vermogen gehandhaafd en verbeterd moet<br />

worden. Die capaciteiten moeten usable – inzetbaar/<br />

gevechtsgereed en binnen de gestelde tijdsnormen<br />

beschikbaar zijn – en NATO onderstreept voor lidstaten<br />

die gaan transformeren of aan het transformeren zijn<br />

dat acteren in splendid isolation geen optie is. Niet uit het<br />

oog van doelmatigheid respectievelijk kosteneffectiviteit<br />

en ook niet vanuit het solidariteitsbeginsel. Solidariteit,<br />

samenhang en samenwerken luidt het devies.<br />

Uiteindelijk worden voor het Alliantie militaire vermogen<br />

de volgende kerntaken onderkend die binnen het IHL<br />

raamwerk moeten worden gerealiseerd en waaraan<br />

alle lidstaten moeten bijdragen: Collective defense; Crisis<br />

management en Coöperative security.<br />

Welke vaststellingen kunnen uit de Strategische visie en<br />

politieke uitspraken voor de <strong>Nederlandse</strong> politieke en<br />

militaire leiders getrokken worden? De politieke paraplu<br />

van het militaire vermogen wordt gekleurd door de<br />

uitgangspunten: pro-activiteit, solidariteit, samenhang,<br />

samenwerking; thuis veiligheid is onlosmakelijk verbonden<br />

aan ver-van-huis veiligheid; NATO (en dus de lidstaten)<br />

streeft naar een betere en intensievere samenwerking<br />

met EU, UN en OSVE en militair vermogen is een<br />

belangrijk politiek instrument voor crisispreventie,<br />

crisismanagement en post-crisisactiviteiten. Wat<br />

betekent dat voor militair vermogen dat de Alliantie<br />

op de mat kan en moet brengen? Dat militaire vermogen<br />

moet beantwoorden aan de volgende criteria:<br />

• Expeditionair in tijd en afstand; Militair vermogen in het<br />

bijzonder het gewenste volume aan inter- en intralucht<br />

en zee transport en logistieke capaciteit, moet usable<br />

– inzetgereed/gevechtsgereed en 24/7 beschikbaar –<br />

zijn, beantwoorden aan de door NATO vastgestelde<br />

normen voor readiness 4) , closure rate 5) en in staat zijn<br />

om de geaccordeerde power-projectie concepten 6)<br />

effectief en doelmatig te kunnen uitvoeren.<br />

• Fysiek en psychisch lenig in de betekenis van de Engelse<br />

term agile 7) , waardoor militair vermogen in staat is om<br />

in een multigekleurde – multinationale, multiculturele,<br />

multifunctionele en multi-organisatorische – omgeving<br />

te functioneren en wat geweldsintensiteit betreft in<br />

staat is tot scaling down en scaling up v.v. (door de<br />

samenwerking met niet-militaire actoren)<br />

• Coherent 8) , waarbij gestreefd wordt naar unity of effort,<br />

naar de juiste balans tussen supported en supporting<br />

en gedwongen door het gebrek aan veiligheid nietmilitaire<br />

taken tijdelijk en plaatselijk uitgevoerd moeten<br />

worden.<br />

• Voortzettingscapaciteit gegeven de tijdsduur die nodig<br />

is om de gewenste mate van stabiliteit te realiseren en<br />

een ontwrichte samenleving te repareren.<br />

• Voldoen aan standaardisatie en interoperabiliteitsnormen<br />

om te kunnen samenwerken met niet-NATO militair<br />

vermogen en niet-militaire actoren, uitgaande van het<br />

feit dat militair vermogen van lidstaten wel voldoen<br />

aan de door NATO vastgestelde normen voor<br />

standaardisatie en interoperabiliteit.<br />

Binnen het geschetste raamwerk zal Nederland moeten<br />

inventariseren waar, in welke mate Nederland zijn<br />

militaire steentje kan bijdragen. Als de inhoud van<br />

het Eindrapport Verkenningen de kompasrichting<br />

voor 23 commissies is geweest, dan zullen gebaseerd<br />

op het solidariteitsbeginsel en het streven naar de<br />

gewenste cohesie binnen NATO de inspanningen van<br />

die commissies moeten aansluiten bij het in dit artikel<br />

geschetste raamwerk enerzijds en nationale strategieën<br />

van de overige lidstaten anderzijds.<br />

(Samenvatting) Eindrapport Verkenningen<br />

Het eindrapport is een toegankelijk document,<br />

dat het zoeken en vinden van de aansluiting op het<br />

bovengeschetste raamwerk vereenvoudigt. Omdat de<br />

samenvatting een uitstekende weergave is van de inhoud<br />

van het eindrapport beperk ik me tot de kernelementen<br />

zoals die daarin worden gepresenteerd. Zo op het<br />

oog lijkt het met die aansluiting wel goed te zitten. De<br />

Carré 3 - 2011 pagina 7


Carré 3 - 2011 pagina 8<br />

gepresenteerde scenario’s – multilateraal, multipolair,<br />

netwerk en fragmentatie - die weliswaar niet expliciet in<br />

het nieuwe strategische concept worden gepresenteerd,<br />

verwoorden de problematiek van de veiligheidsomgeving<br />

op een andere manier. Ook de geformuleerde<br />

hoofdrichtingen – veilig blijven, kort en krachtig,<br />

veiligheid brengen en veelzijdig inzetbaar – die resulteren<br />

in de drie kerntaken van Defensie – Verdedigen (NATO)<br />

grondgebied, internationale rechtsorde en stabiliteit<br />

en ondersteuning civiele autoriteiten – reflecteren de<br />

essentie van de door NATO in zijn nieuwe Strategisch<br />

Concept opgenomen drie kerntaken: collective defense,<br />

crisismanagement en coöperative security. De crux zit in<br />

de toonzetting en vooral in de implementatie.<br />

Een van de hoofdrichtingen wordt onder de noemer<br />

veelzijdig inzetbaar gepresenteerd en is gelet op de<br />

financiële polsstok van Nederland een te ambitieuze<br />

optie en kan volgens mij nooit adequaat worden ingevuld.<br />

Binnen de KL leeft bijvoorbeeld de overtuiging dat zij<br />

een Full Spectrum operationele organisatie is en het is<br />

niet duidelijk te maken dat een Full Spectrum Force wordt<br />

ingezet bij Full Spectrum Operaties, waarbij sprake is<br />

van coherentie, waarbij Informatie Operaties 9) een<br />

belangrijke voorwaardenscheppende rol spelen en<br />

fysieke en informatie-structuren beschermd worden<br />

door het toepassen van Full Dimension Protection 10)<br />

maatregelen.<br />

Een van de moeilijkste aspecten is het beheersen van<br />

de Power Projectie concepten en in het verlengde<br />

daarvan het gescheiden ontplooien van stafcapaciteit<br />

in de trant van reach back, push forward of Split staff,<br />

waarin knelpunten als Common Operational Picture,<br />

op elkaar afgestemde battle rhythms 11), verschillende<br />

arbeidsculturen en de functionele en hiërarchische<br />

verhouding tussen gescheiden C2 elementen en<br />

commandanten te velde opgelost moeten worden.<br />

Onder de huidige omstandigheden worstelen<br />

NATO en coalities nog steeds met het feit dat een<br />

gemeenschappelijke benadering van de invulling van split<br />

staff en reach back ontbreekt en gecombineerd met de<br />

technologische achterstand van het niet-Amerikaanse<br />

deel van Alliantie en coalities is het streven naar<br />

interoperabiliteit een uitdaging die op dit moment zijn<br />

weerga niet kent. In dat kader speelt bovendien de<br />

problematiek van EB commandovoering, Informatie<br />

management, omgang met media wel of niet deel<br />

uitmakend van Informatie Operaties, anticiperende<br />

Logistiek en de beperkingen die het trainen en oefenen<br />

in een gecontroleerde omgeving genereren. Die<br />

aspecten dwingen niet alleen tot het optimaliseren van<br />

standaardisatie (met internationale machtsfactoren en<br />

niet-militaire actoren) en interoperabiliteit (met andere<br />

militaire actoren) om effectiviteit en doelmatigheid<br />

van militaire vermogen binnen het raamwerk van een<br />

“Binnen de KL leeft bijvoorbeeld<br />

de overtuiging dat zij een Full<br />

Spectrum operationele organisatie<br />

is …”<br />

Internationale Reactie te verbeteren, maar trekt ook een<br />

wissel op de ‘lenigheid’ van militaire leider en militaire<br />

middelen.<br />

Ook in de USA heeft men zich gebogen over de vraag<br />

of het wenselijk en mogelijk was militair vermogen<br />

zodanig te structureren en te trainen/oefenen dat het<br />

alle ‘Generations of Warfare’ (GW) voor zijn rekening kon<br />

nemen. Het gros van die discussies eindigde steevast met<br />

de vaststelling dat het product van die inspanningen een<br />

strijdmacht zou zijn die een ‘jack of all trades and a master<br />

of none.’ was. De belangrijkste argumenten daarvoor?<br />

Militair vermogen kan niet snel genoeg (beschikbare tijd<br />

< noodzakelijke tijd) in mentaal, moreel, configuratie, en<br />

ROE opzicht omschakelen van een traditionele benutting<br />

naar een configuratie die in staat zou zijn om inhoud te<br />

geven aan de beginselen van ‘irregular warfare’ v.v.<br />

Buiten de US ( en ik betwijfel zelfs of US strijdkrachten<br />

dat beheersen) zijn niet veel landen in staat respectievelijk<br />

bereid om militair vermogen af te stemmen op Full<br />

Spectrum operaties. Die landen maken keuzes of moeten<br />

keuzes maken, omdat hen enerzijds geld en tijd daarvoor<br />

ontbreken anderzijds de noodzaak daartoe niet bestaat.<br />

De ondeelbaarheid van veiligheid is een onderwerp dat<br />

ook door NATO wordt aangesneden. In het eindrapport<br />

wordt net als in het strategische concept onderstreept<br />

dat hier het werkterrein van de krijgsmacht tegen dat<br />

van civiele organisaties aanschuurt en er in eigen land<br />

sprake is van een verbreding van het veiligheidspectrum<br />

waarbinnen de krijgsmacht optreedt. Die zinsfrase zou<br />

impliceren dat de krijgsmacht er taken bij krijgt en dat<br />

moet voorkomen worden.<br />

Volgens mij is hier sprake van een verdieping van een<br />

bepaald segment van het veiligheidspectrum. Een van<br />

de kerntaken van Defensie is volgens het eindrapport<br />

ondersteuning civiele autoriteiten en de in druk wordt<br />

gewekt dat het hier om nationale instituties gaat.<br />

Voortbordurend op de inkleuring van de politieke paraplu<br />

en met name het accent dat NATO legt op solidariteit,<br />

samenhang en samenwerking, kan de ondersteuning<br />

van civiele autoriteiten zich uitstrekken over die van<br />

lid- en partnerstaten en autoriteiten die (tijdelijk) de<br />

belangen van een te repareren samenleving behartigen.<br />

De krijgsmacht kan twee van de drie kerncomponenten<br />

aan civiele bestuurlijke lagen aanbieden, nl. volume en<br />

diensten, maar kan in tegenstelling tot de ver-van-huis<br />

missies volgens mij nooit haar slagkracht op nationaal<br />

territoir inzetten anders dan voor het behoud van de<br />

nationale soevereiniteit.<br />

Op zich juich ik het toe dat het eindrapport afsluit met<br />

een aantal kernvragen aan de politieke leiding, maar ik<br />

constateer ook dat de eerste drie kernvragen in feite<br />

vragen zijn waar de inhoud van het eindrapport binnen<br />

het raamwerk van de Strategische visie van NATO<br />

zelf een antwoord respectievelijk een voorstel voor<br />

een antwoord had moeten formuleren. Daarentegen<br />

lijken mij de twee laatste kernvragen mij wel op zijn<br />

plaats. Wanneer de vijf kernvragen nader beschouwd<br />

worden binnen de in dit artikel geschetste politieke<br />

paraplu voor militair vermogen en de criteria voor<br />

benutting en configuratie van militair vermogen, zal het


kostenaspect een groot struikelblok gaan vormen. De<br />

implementatie van criteria als usable, readiness, closure<br />

rate, agility, standaardisatie en interoperabiliteit en<br />

voortzettingscapaciteit vraagt om pakhuizen vol euri,<br />

die Nederland niet heeft.<br />

Relevantie van het Eindrapport<br />

Het voorliggende eindrapport leest makkelijk, maar<br />

dat was ook het geval bij talloze voorgangers van<br />

dit document. De kernvragen die aan het einde van<br />

het rapport aan de politieke leiding worden gesteld,<br />

benadrukken in feite het vrijblijvende karakter van<br />

de inhoud. Uit de zinsnede ‘de Verkenningen zijn een<br />

uitdrukking van de politieke wil ook voor de toekomst<br />

recht te doen aan de vereisten van een kerntaak van<br />

de overheid en een belangrijk instrument van onze<br />

staat en samenleving’, proeft men dat de politieke<br />

opdrachtgever al op voorhand een alibi heeft ingebouwd<br />

onder het motto ‘we willen wel, maar het is uit politiek<br />

en financieel oogpunt in de praktijk niet mogelijk het op<br />

die manier in te vullen en dus doen we het maar zo’. Er<br />

spreekt geen bindende verplichting uit.<br />

In de titel ‘Verkenningen, houvast voor de Krijgsmacht<br />

van de Toekomst’ die uitdrukt wat de inhoud van het<br />

eindrapport voor krijgsmacht en individuele militaire<br />

en burger medewerkers/sters zou moeten betekenen,<br />

draait het om twee aspecten: houvast en toekomst.<br />

De vraag is aan de ene kant hoe de individuele defensie<br />

medewerker/ster dat woord houvast moet en kan<br />

vertalen en in de tijd moet plaatsen aan de andere<br />

kant hoe ver het projectteam die toekomst in de tijd<br />

plaatst. Houvast voor de individuele medewerker/ster<br />

betekent enerzijds dat die niet voor het bereiken van de<br />

pensioengerechtigde leeftijd respectievelijk tijdstip FLO,<br />

gedwongen wordt om Defensie te verlaten; anderzijds<br />

dat bij een gedwongen ontslag moeite en inspanningen<br />

worden gedaan voor hetzij een functie bij een van de<br />

andere overheidsdiensten te reserveren of dat een SBK<br />

inhoud geeft aan een goede en eerlijke afvloeiingsregeling<br />

die recht doet aan de jaren die de medewerker/ster<br />

een functie bij de Defensie organisatie heeft vervuld.<br />

In de huidige economisch weinig florissante tijden kan<br />

Defensie niet aan die voorwaarden voldoen. Daarmee<br />

in verband staat het aspect toekomst. Omdat Defensie<br />

dat houvast voor de individuele defensie medewerker/<br />

ster niet kan garanderen, valt een rooskleurige toekomst<br />

buiten het bereik van de meeste defensie medewerkers/<br />

sters.<br />

Op 2 november verscheen een persbericht waarin het<br />

volgende te lezen is: de minister neemt maatregelen<br />

op het gebied van investeringen (163 miljoen) en in<br />

het personeelsgebied (37 miljoen) om te voldoen aan<br />

de eis in het nieuwe regeerakkoord om in 2011 M€<br />

200 te bezuinigen als vertrekpunt naar een structurele<br />

bezuiniging van M€ 635 in 2018. Het grootste deel<br />

daarvan wordt gevonden in het bijstellen van de<br />

investeringsplannen. Materiële exploitatiebudgetten zijn<br />

dan krap bemeten en opleidings- en trainingsactiviteiten<br />

worden teruggeschroefd. Om de € 200 miljoen te<br />

bezuinigen zonder de activiteiten verder te beperken<br />

“… valt een rooskleurige<br />

toekomst buiten het bereik van<br />

de meeste defensie medewerkers/<br />

sters”<br />

is het uitstel van investeringen, zoals het vertragen van<br />

infrastructuurprojecten waaronder legeringgebouwen<br />

en schietfaciliteiten, onvermijdelijk. Dit geldt tevens<br />

voor de instroombeperking van personeel. Daarom zijn<br />

er voor burgerpersoneel algemene- en voor militairen<br />

een selectieve vacaturestop afgekondigd. Al met al ziet<br />

Defensie zich gesteld voor een groot aantal problemen,<br />

waarvan zeer veel mensen in de organisatie last gaan<br />

krijgen. Er zijn tal van redenen om zorg te hebben.<br />

Binnen Defensie wordt er alles aan gedaan om de<br />

problemen op te lossen, structurele maatregelen uit te<br />

werken en beleidskeuzes te maken die leiden tot een<br />

slankere, evenwichtige en veelzijdige defensieorganisatie<br />

in de toekomst. Volgens minister Hillen vergt dat tijd en<br />

zijn de ingrijpende keuzes in het belang van Nederland,<br />

van de medewerkers en dat belang staat hem zeer na<br />

aan het hart.’ Door dit persbericht is het geloof en<br />

vertrouwen van de individuele defensiemedewerker/ster<br />

in de termen houvast en toekomst ernstig ondermijnd,<br />

zo niet verdwenen.<br />

Wanneer het eindrapport voor de politiek een<br />

vrijblijvend document is dat lekker leest en de individuele<br />

defensiemedewerker/ster sterk moet twijfelen aan<br />

de waarde voor hem/haar, welke waarde heeft het<br />

document voor de toekomst van een Defensie<br />

structuur? Die toekomst is in hoge mate gerelateerd<br />

aan de strategische visie van NATO, de veranderende<br />

veiligheidsomgeving en de nationale politieke visie<br />

met betrekking tot de manier waarop Nederland aan<br />

de door NATO geformuleerde kerntaken kan en wil<br />

bijdragen. Dat laatste is sterk verbonden aan de kleur<br />

van (toekomstige) kabinetten en de financiële situatie<br />

waarin Nederland zich bevindt en gegeven de gemiddelde<br />

regeringsperiode van de kabinetten van de afgelopen<br />

10 jaar, kan die toekomst een periode van drie jaar<br />

niet overschrijden. Het eerder genoemde persbericht<br />

onderstreept waar de politiek met de krijgsmacht heen<br />

wil; er moet ergens geld gevonden worden en zoals vaak<br />

in het verleden is gebeurd, blijkt het vredesdividend nog<br />

steeds een aantrekkelijke bron van inkomsten te zijn.<br />

Het eindrapport leest makkelijk; er staan wijze dingen<br />

in; de politiek is blij met het vrijblijvende karakter;<br />

de defensiemedewerker/ster kan er niet veel mee en<br />

door de opgelegde besparingen kan Nederland niet<br />

beantwoorden aan de belangrijkste polisvoorwaarden<br />

die NATO aan nationale bijdragen aan een Alliantie<br />

Defensie structuur stelt.<br />

Die aspecten bevestigen mijn vaststelling in het artikel<br />

‘Nieuwe Ronde, Minder Kansen’ dat net als de talloze<br />

pogingen in de periode 1993-2010 ook de komende<br />

reorganisatie een academic exercise is, waarbij het<br />

faciliteren van de wensen van politici een hogere<br />

prioriteit heeft dan het in het oog houden van de<br />

Carré 3 - 2011 pagina 9


Carré 3 - 2011 pagina 10<br />

importantie van de menselijke factor voor het reilen<br />

en zeilen van de krijgsmacht.<br />

Men kan zich afvragen wat de waarde van de in het<br />

leven geroepen 23 defensiecommissies en vooral van<br />

hun voorstellen dan is.<br />

Bijzonder triest is het te moeten constateren dat<br />

militairen en burgers van Defensie juist door de<br />

gewijzigde stellingname van de partij waar het gros de<br />

afgelopen periode zijn stem heeft uitgebracht (geen<br />

extra M€ 120 12), maar eerst M€ 200 in 2011 besparen)<br />

en de uitspraak van de heer Van Baalen op 3 juni 2010<br />

Noten<br />

1) Waarmee men bedoelt dat instabiliteit ver-van-huis de<br />

stabiliteit thuis beïnvloedt en afhankelijk van intensiteit,<br />

tijdsduur en omvang tijdelijk kan bepalen.<br />

2) De gebundelde kracht van insurgency/rebellie, resistance/<br />

verzet en terrorisme, plaatselijk en tijdelijk versterkt met<br />

netwerken en structuren van andere wars of globalization.<br />

3) Straat van Gibraltar, Suezkanaal, Straat van Hormuz,<br />

Bab-el-Mandab, Dardanellen, Bosporus etc.<br />

4) Van de individuele militair, staf resp. hoofdkwartier - het<br />

vermogen om te plannen, verplaatsen, ontplooien, leiden, het<br />

overgeven en terugnemen van verantwoordelijkheden en het<br />

terughalen naar het moederland - en slagvaardig vermogen<br />

en reflecteert een ‘bundeling’ van mentale hardheid;<br />

educatie, training en oefening; certificatie - bevestiging dat de<br />

norm is bereikt/ gehaald - en validatie - bevestiging dat de<br />

geleverde prestatie nog steeds op het gewenste niveau is en<br />

beantwoordt aan de norm - vertaald in closure rate<br />

5) De snelheid waarmee militair vermogen beslissend<br />

kan ingrijpen in een conflict nadat het die opdracht heeft<br />

ontvangen.<br />

6) Die variëren van Initial Entry Operations onder diverse<br />

omstandigheden (onderdeel van het Operational Maneuver<br />

from Strategic Distance-concept), tot een joint operatie<br />

buiten het Alliantie verdragsgebied die het binnenbrengen<br />

van Follow-on-Forces (FOF) faciliteert. De opdracht van de<br />

FOF dicteert opdracht, slagkracht, tijdpad en te realiseren<br />

eindsituatie van een IEO) via Strategic Maneuver off the<br />

Ramp (projectie van grond, lucht en maritiem vermogen<br />

vanuit het thuisland resp. dichter bij de operatieve omgeving<br />

gelegen bases afgestemd op het landoptreden) naar<br />

Operations from the Sea (grond, maritiem en lucht vermogen<br />

vanaf onderwater, oppervlakte maritieme en lucht platformen<br />

voor land en maritieme operaties) en Operations at Sea<br />

(maritiem en luchtvermogen vanaf onderwater, oppervlakte<br />

maritieme en luchtplatformen hoofdzakelijk geconcentreerd<br />

op maritieme operaties). Binnen het raamwerk van de<br />

twee laatstgenoemde power projectie concepten, moet<br />

militair vermogen in staat zijn om naast die traditionele<br />

maritieme missies of core business ook niet-traditionele<br />

missies als humanitaire hulpverlening, rampenbestrijding<br />

en hulpverlening, counter terrorism, counterpiracy en<br />

politieke stabiliteit operaties in termen van interpositioning,<br />

peacekeeping, civic action/nation building adequaat uit te<br />

voeren.<br />

‘bezuinigen is een belediging voor de militairen’ (waarbij<br />

hij voor het gemak de burger binnen Defensie vergat<br />

te noemen) uitermate onbehoorlijk geschoffeerd zijn.<br />

Het politieke streven om in de komende kabinetsperiode<br />

belangrijke financiële offers van de krijgsmacht te eisen,<br />

zal resulteren in een structuur, die niet kan voldoen<br />

aan de politieke ambitie van de alliantie en vanuit die<br />

invalshoek bekeken doet het gepassioneerde streven van<br />

het kabinet om een missie voor Kunduz van de grond<br />

te trekken, bijna hartverwarmend aan.<br />

7) Een combinatie van:<br />

- het vermogen om het gewenste resultaat op meer dan<br />

een manier te bereiken (flexibiliteit);<br />

- het vermogen om onder diverse omstandigheden<br />

en randvoorwaarden ondanks een breed scala aan<br />

opdrachten de gewenste effectiviteit te projecteren en<br />

behouden (robuustheid);<br />

- het vermogen om afgestemd op de realiteit op het juiste<br />

moment af te wijken van de geselecteerde optie om het<br />

resultaat te verbeteren (aanpassingsvermogen);<br />

- het vermogen om aan de hand van geleerde lessen<br />

nieuwe en verfrissende opties te definiëren om<br />

voordelen te creëren en te behouden (vindingrijkheid) en<br />

ten slotte<br />

- het vermogen om op het juiste tijdstip op de juiste<br />

manier snel te reageren (timing).<br />

8) US JP 1-02: ‘All of the means available to the government<br />

in its pursuit of National Objectives. They are expressed as<br />

diplomatic, economic, information and military. Die definitie<br />

moet worden geredigeerd in ‘de wijze waarop Militair<br />

Vermogen bij machte is om de ontplooiing van haar middelen<br />

te harmoniseren met andere machtsmiddelen van de Alliantie<br />

en militaire inspanningen te synchroniseren met inspanningen<br />

van andere militaire en niet militaire actoren om het<br />

gewenste effect te genereren’.<br />

9) Informatie Operaties zijn ‘Acties om ter ondersteuning<br />

van het bereiken van politieke en militaire doelen,<br />

besluitvormers en besluitvormingsprocessen te beïnvloeden<br />

door informatiestromen en informatiesystemen van anderen<br />

te manipuleren en tegelijkertijd eigen informatiestromen en<br />

systemen te benutten en te beschermen’.<br />

10) UK JDCC: a multilayered protection for forces and<br />

facilities against a full spectrum of threats, from ballistic<br />

missiles to germ warfare ranging from theater operations<br />

to the individual soldier giving them greater freedom of<br />

action in all phases of combat. A combination of Information<br />

Assurance and Force Protection measures used throughout a<br />

system’s life cycle to ensure mission capability.<br />

11) Geografische scheiding, verschil in leefomgeving en<br />

tijdfactor.<br />

12) Uitspraak Van Baalen op 3 juni 2010 tijdens het debat in<br />

Nieuwspoort.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!