Instructieboekje Joice - Kia
Instructieboekje Joice - Kia Instructieboekje Joice - Kia
7-6 4 Verwarming en airconditioning @ Normale airconditioning @ Als u de luchtstroomregelaar op ( ) zet, wordt er frisse lucht geblazen naar uw benen en uw bovenlichaam. A Opgelet 1. Als u de airconditioning lang gebruikt met gerecirculeerde binnenlucht (a), kan de lucht heel droog worden Zet de schakelaar op aanvoer van buitenlucht ( ),zodat er frisse lucht binnenkomt. 2. Zet alle ramen open om frisse lucht binnen te laten voor u begint te rijden, als de auto lang in de volle zon heeft gestaan. @ OnWaseming en airconditioning @ Zet de luchtinlaatschakelaar op een andere stand bij vochtig weer (bv. als het regent). @ De airconditioner van deze auto werkt met een nieuw koelmiddel (R-134a) dat niet schadelijk is voor de ozonlaag. Vul de airconditioner daarom altijd bij met het nieuwe koelmiddel (R-1 34a). Het vroegere koelmiddel (R-12) kan problemen met de airconditioner veroorzaken. Zet de airconditioning uit als u op een steile helling rijdt, anders kan de motor oververhit raken. Schakel over op een lage versnelling voor een hoger motortoerental of schakel de airconditioner uit als u lang in de file staat. 3. Als u de airconditioning lang gebruikt terwijl de auto stilstaat, kan de motor oververhit raken. Gebruik de airconditioning daarom zo weinig mogelijk terwijl u ergens geparkeerd staat. 4. Als er geen koude lucht uit de ventilatieopeningen komt als u lang met een hoge snelheid rijdt, schakel de airconditioner dan uit en zet de regelhendel van de ventilatiekracht in de 4de stand. Rij nog 5 tot 10 minuten voort en zet de airconditioner dan opnieuw aan. 5. Schakel de airconditioner 3 tot 5 minuten uit. als u lang bergop rijdt. 6. Zet de airconditioning in de winter 1 tot 2 maal per maand aan, ook al hebt u ze niet nodig. Zo voorkomt u dat het koelmiddel begint te ontsnappen. Bovendien circuleert de olie in de compressor dan nog eens. Zo houdt u de airconditioner in perfecte staat voor de volgende keer dat u hem nodig hebt.
De automatische verwarming en aircondition~ngsinstallatie regelt de temperatuur volledig automatisch. Het enige wat u moet doen, is de gewenste temperatuur instellen. A Nota O Als u de motor uitzet. onthoudt de installatie de ingestelde temperatuur en de positie van de verschillende bedieningsinctrumenten. Als u de accu loskoppelt. wordt het geheugen echter gewist. In dat geval keert de installalie terug naar haar standaardinstelling, die 25OC bedraagt. O Als u de airconditioning pas hebt ingeschakeld, kan het zijn dat de binnenkomende buitenlucht er uitziet als mist. Dat is de wijten aan de vochtige lucht door de snelle airconditioning. Bedieningsinstrurnenten O Temperatuurregeling Q AUTO-schakelaar (automatische werking) O UIT-schakelaar C3 Ventilatiekrachtschakelaar O Luchtinlaatschakelaar 8 Luchtkwaliteitschakelaar O Luchtstroomregelaar 0 AANIUIT-schakelaar airconditioning Verwarming en airconditioning b 7-7
- Page 47: De hendel heeft verschillende stand
- Page 50: 5-1 8 4 Controle-, meet- en bedieni
- Page 56 and 57: 6-6 4 interieuruitrusting voor comf
- Page 58: 6-88 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 65 and 66: l "e'et -k Laadruimte maken door de
- Page 67 and 68: (~nderhoud CRS-systeem) Alle montag
- Page 70: 6-20 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 73 and 74: Trek aan de knop en hef het deksel
- Page 75 and 76: ('het zonnedak openen) Het zonnedak
- Page 78 and 79: 6-28 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 80 and 81: CU-
- Page 83 and 84: 4. Door- (FF) en terugspoelloets (R
- Page 85 and 86: 1. AANIUIT-schakelaar, volumeregeli
- Page 87 and 88: 3. Afspeelrichtingtoets (TAPE) - ST
- Page 90 and 91: 6-40 4 interieuruitrusting voor com
- Page 92: 6-42 4 interieuruitrusting voor com
- Page 96 and 97: 7-4 4 Verwarming en airconditioning
- Page 100 and 101: "ga g Verwarming en airconditioning
- Page 104 and 105: 8-2 4 Starten en rijden Controleer
- Page 106 and 107: 8-43 4 Starten en rijden (De motor
- Page 108 and 109: 8-6 4 Starten en rijden VRIJLOOP (N
- Page 110 and 111: 8-8 4 Starten en rijden 4. Wat is d
- Page 112 and 113: 8.=9 0 dj Starten en rijden U kunt
- Page 114 and 115: 8-1 2 4 Starten en rijden Het ABS v
- Page 116: 8-1 4 4 Starten en rijden W De buit
- Page 119: (~e aBuminIum wielen reinigen) 1. W
- Page 123 and 124: 1. Pas op dat de auto niet slipt op
- Page 125: 5. Verbind de uiteinden van de kett
- Page 130 and 131: 11-4 4 Noodgevallen Qebaui k van kr
- Page 132 and 133: 11-6 Noodgevallen 8. Controleer of
- Page 134 and 135: 19-8 4 Noodgevallen 1. Doe een bero
- Page 136 and 137: 1 -j-.m 0( Noodgevallen N Zekeringe
- Page 140 and 141: 12-2 4 Onderhoudsschema en onderhou
- Page 142 and 143: f1 3 4 4 Onderhoudsschema en onderh
- Page 144 and 145: j 2-6 4 Onderhoudsschema en onderho
- Page 146 and 147: 12-8 4 Onderhoudsschema en onderhou
7-6 4 Verwarming en airconditioning<br />
@ Normale airconditioning<br />
@ Als u de luchtstroomregelaar op ( ) zet,<br />
wordt er frisse lucht geblazen naar uw benen<br />
en uw bovenlichaam.<br />
A Opgelet 1. Als u de airconditioning lang gebruikt met<br />
gerecirculeerde binnenlucht (a),<br />
kan<br />
de lucht heel droog worden Zet de<br />
schakelaar op aanvoer van buitenlucht<br />
( ),zodat er frisse lucht binnenkomt.<br />
2. Zet alle ramen open om frisse lucht<br />
binnen te laten voor u begint te rijden,<br />
als de auto lang in de volle zon heeft<br />
gestaan.<br />
@ OnWaseming en airconditioning<br />
@ Zet de luchtinlaatschakelaar op een andere<br />
stand bij vochtig weer (bv. als het regent).<br />
@ De airconditioner van deze auto werkt<br />
met een nieuw koelmiddel (R-134a)<br />
dat niet schadelijk is voor de<br />
ozonlaag. Vul de airconditioner<br />
daarom altijd bij met het nieuwe<br />
koelmiddel (R-1 34a). Het vroegere<br />
koelmiddel (R-12) kan problemen met<br />
de airconditioner veroorzaken.<br />
Zet de airconditioning uit als u op een<br />
steile helling rijdt, anders kan de motor<br />
oververhit raken.<br />
Schakel over op een lage versnelling<br />
voor een hoger motortoerental of<br />
schakel de airconditioner uit als u lang<br />
in de file staat.<br />
3. Als u de airconditioning lang gebruikt<br />
terwijl de auto stilstaat, kan de motor<br />
oververhit raken. Gebruik de<br />
airconditioning daarom zo weinig<br />
mogelijk terwijl u ergens geparkeerd<br />
staat.<br />
4. Als er geen koude lucht uit de<br />
ventilatieopeningen komt als u lang met<br />
een hoge snelheid rijdt, schakel de<br />
airconditioner dan uit en zet de<br />
regelhendel van de ventilatiekracht in<br />
de 4de stand. Rij nog 5 tot 10 minuten<br />
voort en zet de airconditioner dan<br />
opnieuw aan.<br />
5. Schakel de airconditioner 3 tot 5<br />
minuten uit. als u lang bergop rijdt.<br />
6. Zet de airconditioning in de winter 1 tot<br />
2 maal per maand aan, ook al hebt u ze<br />
niet nodig. Zo voorkomt u dat het<br />
koelmiddel begint te ontsnappen.<br />
Bovendien circuleert de olie in de<br />
compressor dan nog eens. Zo houdt u<br />
de airconditioner in perfecte staat voor<br />
de volgende keer dat u hem nodig hebt.