Instructieboekje Joice - Kia
Instructieboekje Joice - Kia Instructieboekje Joice - Kia
8-43 4 Starten en rijden (De motor starten) i@ Normale omstandigheden Laat de motor na het starten een minuutje stationair draaien voor u begint te rijden. Onder normale omstandigheden moet u de gaspedaal niet indrukken om te starten. 1. Steek de sleutel in de contactschakelaar. 2. Zet de keuzehendel in vrijloop ("P" voor een automatische versnellingsbak). 3. Draai de contactschakelaar in "ON" terwijl u de koppeling indrukt en controleer of alle waarschuwingslarnpjes branden. 4. Draai de contactschakelaar in "START" en laat de sleutel los zodra de motor start. @ Zolang het koelmiddel koud is, kan het motortoerental hoog zijn, maar naarmate de temperatuur van het koelmiddel stijgt, daalt het toerental tot het normale niveau. @ U hoeft zich geen zorgen te maken als de motor in het begin een raar geluid maakt. Dat geluid is te wijten aan de bouw van de motor en zal verdwijnen zodra u aan het rijden bent. H Extreme koude 1. Trap de gaspedaal half in terwijl u de contactschakelaar in "START" draait en start de motor. 2. Laat de gaspedaal los zodra de motor start. Trap de qaspedaal half in. (AIS de motor niet start ') 1. Als u al verscheidene keren tevergeefs hebt geprobeerd de motor te starten door de contactschakelaar in "START" te draaien, trap dan het gaspedaal volledig in om de motor te starten. 2. Neem uw voet van de gaspedaal zodra de motor is gestart. Trap de koppelingspedaal in terwijl u de versnellingspook verzet. Vrijloop A Attention 1. Om in achteruit te schakelen, moet u de auto tot stilstand brengen en ongeveer 3 seconden wachten voor u de achteruitversnelling selecteert. 2. Neem uw voet van de koppelingspedaal tijdens het rijden. (Zo voorkomt u vroegtijdige slijtage en beschadiging van de koppelingsplaat.) 3. Trap de koppelingspedaal voiledig in om vlot te schakelen. 4. Schakel nooit rechtstreeks van " 5 in "R". Schakel eerst naar vrijloop en schakel pas in "R" als de auto volledig stilstaat.
positie van de en het snelheidsbereik Als u in een lagere versnelling schakelt, let er dan op dat de wijzer van de toerenteller niet in de rode zone komt. (Als u van de 5de versnelling naar de 4de schakelt, kan de hendel per ongeluk in de 2de versnelling belanden. Het hoge toerental dat daar het gevolg van is, kan de motor beschadigen.) @ Aanbevolen snelheid afhankelijk van de snelheid Mogelijk e@*"* Zuinig snelheid 2 Schakel zo snel mogelijk In een hogere versnelling, maar zorg er wel voor dat de motor niet begint te kloppen Raadpleeg ook het hoofdstuk "Voor automatische auto's 1 '. piq ( Schakelstanden ) Trap de rempedaal in terwijl u schakelt van "P" in een andere versnelling. m Trap de rempedaal in en druk op de knop om van versnelling te veranderen m Verzet de keuzehendel zonder op de knop te drukken Verzet de keuzehendel terwijl u op de knop drukt De versnellingsbak heeft 4 versnellingen in vooruit en 1 in achteruit. De best geschikte versnelling wordt automatisch geselecteerd, afhankelijk van de positie van de keuzehendel. de rijsnelheid en de positie van de gaspedaal. Een controlelampje in het midden onderaan op het instrumentenbord duidt aan in welke positie de hendel zich bevindt. De verschillende standen zijn ook aangeduid op het plaatje naast de hendel. Starten en riiden b 8-5 Als u de koplichten aanmaakt, wordt het plaatje naast de hendel ook verlicht. 1. Als u altijd de knop indrukt terwijl u de keuzehendel verzet, kan hij per ongeluk In "P". "R", "2" of "L" schakelen. Druk daarom nooit op de knop voor veranderingen van versnelling die zijn gemarkeerd met een zwarte pijl. 2. Maak er een gewoonte van op de rempedaal te trappen voor de vo!gende veranderingen van versnelling: "N" -4 "D", " N -4 "R", ',R" -4 "P- 3. Wacht altijd tot de auto volledig stilstaat voor u van vooruit in achteruit of van achteruit in vooruit en '-P" schakelt. Ze! de keuzehendel niet In "P' of " R terwijl de auto rijdt. Dat kan de versnellingsbak beschadigen. PARKEREN Gebruik deze stand om de auto te oarkeren of de motor te starten. Om te pa;keren zet u de keuzehendel in "P" nadat de auto volledig stilstaat. Neem de sleutel uit de contactschakelaar als de keuzehendel in de "P n -stand staat. ACHTERUIT (Reverse) Gebruik deze stand om achteruit te rijden. Wacht altijd tot de auto volledig stilstaat voor u de keuzehendel in "R" zet.
- Page 56 and 57: 6-6 4 interieuruitrusting voor comf
- Page 58: 6-88 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 65 and 66: l "e'et -k Laadruimte maken door de
- Page 67 and 68: (~nderhoud CRS-systeem) Alle montag
- Page 70: 6-20 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 73 and 74: Trek aan de knop en hef het deksel
- Page 75 and 76: ('het zonnedak openen) Het zonnedak
- Page 78 and 79: 6-28 4 Interieuruitrusting voor com
- Page 80 and 81: CU-
- Page 83 and 84: 4. Door- (FF) en terugspoelloets (R
- Page 85 and 86: 1. AANIUIT-schakelaar, volumeregeli
- Page 87 and 88: 3. Afspeelrichtingtoets (TAPE) - ST
- Page 90 and 91: 6-40 4 interieuruitrusting voor com
- Page 92: 6-42 4 interieuruitrusting voor com
- Page 96 and 97: 7-4 4 Verwarming en airconditioning
- Page 98 and 99: 7-6 4 Verwarming en airconditioning
- Page 100 and 101: "ga g Verwarming en airconditioning
- Page 104 and 105: 8-2 4 Starten en rijden Controleer
- Page 108 and 109: 8-6 4 Starten en rijden VRIJLOOP (N
- Page 110 and 111: 8-8 4 Starten en rijden 4. Wat is d
- Page 112 and 113: 8.=9 0 dj Starten en rijden U kunt
- Page 114 and 115: 8-1 2 4 Starten en rijden Het ABS v
- Page 116: 8-1 4 4 Starten en rijden W De buit
- Page 119: (~e aBuminIum wielen reinigen) 1. W
- Page 123 and 124: 1. Pas op dat de auto niet slipt op
- Page 125: 5. Verbind de uiteinden van de kett
- Page 130 and 131: 11-4 4 Noodgevallen Qebaui k van kr
- Page 132 and 133: 11-6 Noodgevallen 8. Controleer of
- Page 134 and 135: 19-8 4 Noodgevallen 1. Doe een bero
- Page 136 and 137: 1 -j-.m 0( Noodgevallen N Zekeringe
- Page 140 and 141: 12-2 4 Onderhoudsschema en onderhou
- Page 142 and 143: f1 3 4 4 Onderhoudsschema en onderh
- Page 144 and 145: j 2-6 4 Onderhoudsschema en onderho
- Page 146 and 147: 12-8 4 Onderhoudsschema en onderhou
- Page 148 and 149: 12-1 0 8 Onderhoudsschema en onderh
- Page 150 and 151: 5 'O m 2 2 a W [L y J g z I: W 6 X
- Page 153 and 154: Index B+ 13-1 w K Keuzehendel '(aut
positie van de<br />
en het snelheidsbereik<br />
Als u in een lagere versnelling schakelt, let er<br />
dan op dat de wijzer van de toerenteller niet in<br />
de rode zone komt. (Als u van de 5de versnelling<br />
naar de 4de schakelt, kan de hendel per ongeluk<br />
in de 2de versnelling belanden. Het hoge<br />
toerental dat daar het gevolg van is, kan de motor<br />
beschadigen.)<br />
@ Aanbevolen snelheid afhankelijk van de<br />
snelheid<br />
Mogelijk e@*"*<br />
Zuinig<br />
snelheid<br />
2 Schakel zo snel mogelijk In een<br />
hogere versnelling, maar zorg er wel<br />
voor dat de motor niet begint te<br />
kloppen<br />
Raadpleeg ook het hoofdstuk "Voor<br />
automatische auto's 1<br />
'. piq<br />
( Schakelstanden )<br />
Trap de rempedaal in terwijl u schakelt van "P" in<br />
een andere versnelling.<br />
m Trap de rempedaal in en druk op de knop om van<br />
versnelling te veranderen<br />
m Verzet de keuzehendel zonder op de knop te<br />
drukken<br />
Verzet de keuzehendel terwijl u op de knop drukt<br />
De versnellingsbak heeft 4 versnellingen in vooruit<br />
en 1 in achteruit. De best geschikte versnelling<br />
wordt automatisch geselecteerd, afhankelijk van<br />
de positie van de keuzehendel. de rijsnelheid en<br />
de positie van de gaspedaal.<br />
Een controlelampje in het midden onderaan op<br />
het instrumentenbord duidt aan in welke positie<br />
de hendel zich bevindt. De verschillende standen<br />
zijn ook aangeduid op het plaatje naast de hendel.<br />
Starten en riiden b 8-5<br />
Als u de koplichten aanmaakt, wordt het plaatje<br />
naast de hendel ook verlicht.<br />
1. Als u altijd de knop indrukt terwijl u<br />
de keuzehendel verzet, kan hij per<br />
ongeluk In "P". "R", "2" of "L"<br />
schakelen. Druk daarom nooit op<br />
de knop voor veranderingen van<br />
versnelling die zijn gemarkeerd met<br />
een zwarte pijl.<br />
2. Maak er een gewoonte van op de<br />
rempedaal te trappen voor de<br />
vo!gende veranderingen van<br />
versnelling: "N" -4 "D", " N -4 "R",<br />
',R" -4 "P-<br />
3. Wacht altijd tot de auto volledig<br />
stilstaat voor u van vooruit in<br />
achteruit of van achteruit in vooruit<br />
en '-P" schakelt.<br />
Ze! de keuzehendel niet In "P' of<br />
" R terwijl de auto rijdt. Dat kan de<br />
versnellingsbak beschadigen.<br />
PARKEREN<br />
Gebruik deze stand om de auto te<br />
oarkeren of de motor te starten.<br />
Om te pa;keren zet u de keuzehendel in "P" nadat<br />
de auto volledig stilstaat.<br />
Neem de sleutel uit de contactschakelaar als de<br />
keuzehendel in de "P n<br />
-stand staat.<br />
ACHTERUIT (Reverse)<br />
Gebruik deze stand om achteruit te<br />
rijden.<br />
Wacht altijd tot de auto volledig stilstaat voor u<br />
de keuzehendel in "R" zet.