02.05.2013 Views

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In aanmerking komende stroom<br />

Bij de toepassing van droge aquacultuur wordt ervan uitgegaan dat de huidige afvalwaterstroom of de geconcentreerde<br />

concentraatstroom als gietwater kan worden gebruikt bij zouttolerante (grond)teelten in de nabijheid van het eigen bedrijf.<br />

Eventueel kan ook de brijn gebruikt worden, maar dan moeten er wel voorzorgsmaatregelen getroffen worden om al te hoge<br />

EC’s in de bodem te beperken. Indien het concentraat te hoge concentraties bevat aan nutriënten of andere componenten<br />

kan overwogen worden een mengvorm van brijn en concentraat te gebruiken. Naast specifieke zoutminnende planten zijn<br />

er ook nog andere normale landbouwgewassen die redelijk zouttolerant zijn en dus ook een mogelijkheid bieden in zilt<br />

grondgebied (kustgebieden).<br />

Beschrijving<br />

Normale Nederlandse landbouwgewassen hebben een zouttolerantie tot ca. 5 gram per liter NaCl in het wortelmilieu. In<br />

een zout milieu nemen planten moeilijker via de wortels water op. Tomaten kunnen tot 7 mS/cm nog een goede productie<br />

leveren.<br />

Als het zoutgehalte in het wortelmilieu hoger ligt door bijvoorbeeld verzilting, komen zouttolerante planten (halofyten)<br />

in aanmerking, die ook in zilte omstandigheden een goede productie kunnen leveren. Hierbij moet gedacht worden aan<br />

soorten als gerst, spelt, bieten en huttentut, vaak de wat oudere gewassen. Onderstaande Figuur geeft aan dat tolerante<br />

soorten bij een zoutgehalte (EC ) van 8 tot 14 dS/m (5 tot 10 g/l NaCl) een normale opbrengst kunnen hebben. Bij<br />

e<br />

een hoger zoutgehalte neemt de opbrengst iets af, maar dit hoeft geen nadeel te zijn als de zoute gronden iets extra’s<br />

toevoegen aan de smaak. Om te vergelijken, zeewater heeft een EC van 20 mS/cm.<br />

Er bestaan verschillende manieren waarop een halofyt aangepast is aan zijn zoute omgeving. Er zijn bijvoorbeeld halofyten<br />

die zout nodig hebben om te overleven (obligate zoutplanten, voorbeeldzeekraal), andere halofyten kunnen ook in zoet<br />

water leven (facultatieve zoutplanten, voorbeeldlamsoor).<br />

Een halofyt is een plant, die kan groeien in een bodem met een hoog zoutgehalte (bijvoorbeeld 3% keukenzout), zoals<br />

die voorkomen in mangroven, kustgebieden, zoute steppen en zoute half woestijnen. Het kunnen zowel natrium als<br />

kaliumhoudende bodems zijn. De echte halofyten slaan het zout op in het cytoplasma of maken organische verbindingen<br />

aan om zo een compatibele oplossing te maken, genoemd de organische osmose strategie. Halofyten kunnen ingedeeld<br />

worden in planten die zout tolereren, de echte halofyten en in facultatieve halofyten die zout uit de weg gaan. Deze laatste<br />

groep planten groeien bijvoorbeeld alleen in het regenseizoen als de zoutconcentratie laag is of ze houden het zoutgehalte<br />

in de plant laag door het op te slaan in bladeren die later afvallen of door de zoutklieren of blaasharen op de bladeren het<br />

overtollige zout uit te scheiden. Weer andere zijn eigenlijk succulenten die veel water kunnen vasthouden (bron: Wikipedia).<br />

Figuur 5. Opbrengsten bij verschillende zoutgehalten van gevoelige tot tolerante planten als percentage van de normale<br />

opbrengst (bron dr. Joost Bogemans, Serra Maris).<br />

54

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!