02.05.2013 Views

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Eisen<br />

Op de afvalmarkt ((verwerkte) mest, (mogelijk opnieuw) slib, compost) is het dringen: afnemers kunnen dus veeleisend<br />

zijn. Als melkveehouders (grasland, maïsland) al interesse hebben, dan willen ze wel de NK maar niet de P (vanwege hun<br />

eigen al bestaande P overschot).<br />

Het bemestingsadvies voor grasland is verschillend voor met en zonder klaver, of voor nieuwe graslanden. Hier worden<br />

de getallen voor zonder klaver vermeld (Bron: CBVG).<br />

Stikstof: Het stikstofbemestingsadvies wordt gestuurd door de stikstofjaargift en het stikstof leverend vermogen van<br />

de grond (NLV). De stikstofjaargift is de vooraf geplande hoeveelheid stikstof uit kunstmest én werkzame stikstof uit<br />

dierlijke mest die jaarlijks op het grasland wordt toegediend. Het NLV wordt bepaald met grondonderzoek. De adviesnorm<br />

(275 kg/ha/jaar) hangt ook af van de beweiding of het maaien.<br />

Fosfaat: De waardering van het P-AL getal hangt af van de grondsoort(zeeklei, veen, zand, rivierklei, löss, dalgrond). Het<br />

advies is het grasland te bemonsteren op 0-10 cm. De adviesgift in kg P2O5 per ha, is gelijk voor alle grondsoorten. In het<br />

kader van de gebruiksnormen mogen veehouders op percelen met een lage P-toestand (P-AL-getal < 16) gedurende 4 jaar<br />

160 kg P2O5 per ha geven. In 2009 is de gebruiksnorm 95 kg P2O5 per ha. Dit betekent dat er maximaal 95 kg P2O5<br />

per ha als dierlijke mest gegeven kan worden. Het overige fosfaat moet toegediend worden in de vorm van kunstmest.<br />

Deze gegevens leiden tot het volgende Advies: Advies verdeling 160 kg P2O5 per ha over de sneden: Voorjaar vóór snede<br />

1 110 P2O5 (65 kg P2O5 per ha als kunstmest en 45 kg via de dierlijke mest. Dit is 25 - 30 m3 mest in het voorjaar.<br />

Overige sneden 50 kg P2O5 per ha uit dierlijke mest.<br />

Kalium: De kaliumbemesting (variërend van 0- 180 kg K2O2/ha/jaar) is afhankelijk van de grondsoort. Het K-getal (den<br />

Boer en Vergeer 2000) geeft een waardering voor de grondsoort, bemonsterd op 0-10cm. Dit K-getal geeft de basis voor<br />

de keuzes bij de K-bemesting. Daarnaast bepalen de weersomstandigheden en het gebruik de giften. Op zandgronden,<br />

met name op humusarme gronden, wordt kali door neerslag gemakkelijk naar diepere lagen verplaatst. De mate van<br />

uitspoeling wordt bepaald door de hoeveelheid neerslag tussen de kali gift en het begin van de grasgroei. Wordt een<br />

perceel met een zeer hoge kalitoestand meer dan twee keer gemaaid, dan is het gevolg dat een grote hoeveelheid kali<br />

wordt afgevoerd. Hierdoor is het mogelijk dat voor de latere sneden onvoldoende voor de plant opneembare kali aanwezig<br />

is. Voor deze situatie wordt geadviseerd om een van de volgende sneden te bemesten met 60 kg K2O per ha (lichte<br />

sneden 40 kg/ha).Geadviseerd wordt na 15 september geen kali meer te geven.<br />

Zwavel: Het element zwavel is nieuw opgenomen in het bemestingsadvies voor grasland. Een goede voorziening met<br />

zwavel is van belang voor een optimale grasgroei. Gras neemt tussen de 30 en 50 kg zwavel (S) per ha per jaar op in<br />

de vorm van sulfaat. Tot begin jaren 90 was er vooral door een hoge zwaveldepositie geen sprake van S-tekorten op<br />

grasland. De laatste decennia is de jaarlijkse zwaveldepositie echter sterk gedaald. In Noord-Nederland ligt deze inmiddels<br />

beneden de 10 kg S per ha per jaar en is nog steeds dalende. Uit veldproeven op zandgrond is gebleken dat S-bemesting<br />

meeropbrengsten kan geven van 0 tot 2,2 ton droge stof per ha.<br />

Natrium: Het natriumadvies voor grasland is niet gericht op verhoging van de opbrengst, maar wordt uitsluitend gegeven<br />

met het oog op de gezondheidstoestand van het rundvee. Bij beweiding en/of een rantsoen met veel graskuil is het<br />

gewenst om via bemesting het Na-gehalte van het gras op peil te houden. Dit is gunstig voor de voeropname. Daarnaast<br />

worden percelen beter afgeweid. Bij een rantsoen met veel snijmaïs is aanvulling nodig via het voerspoor.<br />

Het advies hangt af van de grondsoort, de waardering van het natriumgehalte in de grond en van het K-getal. Het<br />

bemestingsadvies voor natrium bestaat uit een advies voor het eerste jaar na grondonderzoek en een advies voor<br />

de latere jaren. Met het advies voor het eerste jaar na grondonderzoek wordt de natriumtoestand op de waardering<br />

voldoende gebracht. Het advies voor de latere jaren is erop gericht om de toestand te handhaven en kan worden gezien<br />

als onderhoudsbemesting. Het advies is het grasland te bemonsteren op 0-10 cm.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!