Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Wettelijke eisen/bepalingen<br />
Vanuit de milieuwetgeving verwacht zal het afvalwater uit de glastuinbouw gezien worden als afval en om het dan te mogen<br />
ontvangen moet je een afvalverwerker zijn. Behalve dus als de teler eigen grond heeft. Of je het dan wel mag uitrijden<br />
is niet bekend, maar ook daar kan de wetgeving rond bodembescherming dwarszitten. Hier zit mogelijk wel een parallel<br />
met spuiwater van luchtwassers uit de varkenshouderij dat wel uitgereden mag worden. Milieutechnisch zou het uitrijden<br />
misschien niet eens zo’n groot probleem zijn en misschien wel een effectieve maatregel (zou nog nader onderzocht moeten<br />
worden) maar gezien de wettelijke en acceptatieproblemen is de verwachting dat dit niet op grote schaal kans maakt.<br />
Spuiloog uit luchtwassers van veehouders en mineralenconcentraat zijn de meest bekende meststoffen uit <strong>reststromen</strong>,<br />
maar in de Bijlage Aa van de Meststoffenwet worden nog veel meer producten uit <strong>reststromen</strong> genoemd die als meststof<br />
zijn toegelaten (http://wetten.overheid.nl/BWBR0018989/bijlageAa/geldigheidsdatum_08-12-2011).<br />
Afzetvolume/markt<br />
Op de afvalmarkt ((verwerkte) mest, (mogelijk opnieuw) slib, compost) is het dringen: afnemers kunnen dus veeleisend<br />
zijn. Als melkveehouders (grasland, maïsland) al interesse hebben, dan willen ze wel de NK maar niet de P (vanwege hun<br />
eigen al bestaande P overschot). Akkerbouwers hebben wel interesse in P maar alleen als die werkzaam gehouden is; P<br />
mag dus niet neergeslagen zijn in de vorm van P-ijzerzouten 7 .<br />
Voor de afzet naar een biomassateelt op eigen of nabijgelegen bedrijf zal in het Westland weinig belangstelling zijn.<br />
Het ruimtegebruik zal daar de beperkende factor kunnen zijn. Telers hebben in westen niet veel ruimte over voor een<br />
buitenteelt. Daarom staan de kassen tot aan de sloot, eventueel met schaap of geit om het gras kort te houden. In oosten<br />
of noorden is er natuurlijk meer perspectief omdat kasdichtheid veel kleiner is.<br />
Marktwaarde van product (of stroom)<br />
De eerste vraag is wat de waarde van de afvalwaterstroom uit de glastuinbouw is voor andere sectoren en dit gerelateerd<br />
aan de alternatieven. Vooralsnog is de beschikbaarheid van goed water over het algemeen geen knelpunt. Alleen in periodes<br />
van grote droogte en dan met name in de kustgebieden en west Nederland. Hoge zoutconcentraties, microbiologische<br />
verontreiniging en GBM resten vormen een bedreiging. GBM zijn er mogelijk wel uit te halen. De waarde zit vooral in de<br />
nutriënten, maar het aanbod van dierlijke mest vormt een bedreiging. Dit alles maakt dat de waarde van het concentraat<br />
laag ingeschat wordt.<br />
De vraag is verder hoe het water beschikbaar is. De vraag zit in de zomerperiode (grofweg mei tot september) en<br />
daarbuiten niet. Binnen “Teelt de grond uit” bestaat een vergelijkbaar probleem. Voordeel is daar dat buitentelers vaak zelf<br />
nog eigen grond hebben.<br />
Huidige status<br />
Binnen Wageningen-UR (PPO,PRI, Livestock Research, Alterra) loopt op dit moment (2009-2012) veel onderzoek aan<br />
mineralenconcentraten (MC). Dat is product uit mestscheiding waarbij de dunne fractie die daaruit voortkomt wordt<br />
blootgesteld aan ultrafiltratie gevolgd door (energievretende) omgekeerde osmose. Doel is het produceren van een P-rijke<br />
exporteerbare waterarme dikke fractie en een geconcentreerde NK oplossing als kunstmestvervanger in akkerbouw<br />
(en evt. grasland). Probleem vooralsnog is soms een tegenvallende N werking die je niet zou verwachten op basis<br />
van ammonium-gehalte. Mogelijk speelt denitrificatie als gevolg van de aanwezige vetzuren een rol. Hiernaar loopt nog<br />
onderzoek bij Alterra.<br />
Een in België uitgevoerd ALT-demonstratieproject “<strong>Valorisatie</strong> drainwater van substraatteelt op cultuurgronden” (MVG,<br />
2004) concludeerde dat het drainwater opgevangen en aangewend kan worden als bemesting op cultuurgrond. Op twee<br />
locaties werden resten van drainwater geïnjecteerd op grasland. Uit de resultaten van het ALT-demonstratieproject bleek dat<br />
toediening van het drainwater tot verhoging van de grasproductie leidde. Overigens was de inhoud aan voedingselementen<br />
in het drainwater beperkt ten opzichte van de totale voedingsbehoefte van het gras. De productieverhoging was mogelijk<br />
mede een gevolg van de toediening van het extra water.<br />
Het drainwater zou mogelijk ook als irrigatiewater voor landbouwgrond kunnen worden aangewend (gebruikelijke<br />
hoeveelheden 10 - 100 m 3 /ha). Het gebruik van irrigatiewater is in Nederland niet gebruikelijk. Alleen in droge perioden<br />
wordt in de akkerbouw en tuinbouw beregend, waarvoor grondwater en oppervlaktewater wordt gebruikt. In Zuid-Europese<br />
landen is vanwege de droogte het gebruik van irrigatie veel essentiëler voor de plantengroei (link: Lentech). Zo wordt in Spanje<br />
7 Persoonlijke communicatie met Jaap Schröder van Plant Research International (WUR).<br />
46