Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Route 7c: Akkerbouw5<br />
Beschrijving<br />
Bij deze toepassing kan de landbouwer/veehouder de in het drainwater of concentraat aanwezige nutriënten of<br />
meststoffen nuttig aanwenden ter vervanging van chemische meststoffen (kunstmest) voor landbouwgrond. Hiervoor is<br />
het wel noodzakelijk dat de aanvoer van voedingselementen in het drainwater worden berekend/gemeten. De aanvoer<br />
van meststoffen via het drainwater kan worden verrekend in het bemestingsplan. Bussink en van Dijk (2011), geven een<br />
overzicht van de huidige mogelijkheden voor de toepassing en de waarde van alternatieve meststoffen in de akkerbouw.<br />
Bij deze toepassing wordt naast de productie van consumptie goederen ook gedacht aan de productie van biomassa (riet,<br />
wilgen e.d.) welke ingezet kan worden in biomassa centrales voor energieproductie. In het verleden is onderzoek gedaan<br />
naar het schoonmaken van rivierslib (bagger) via deze route (Boels, Vermeulen et al. 1999).<br />
In aanmerking komende stroom<br />
Afvalwater of concentraat.<br />
Eisen<br />
Voor de toepassing bij wilgen lijkt de afvalwater of concentraatstroom direct toegepast te kunnen worden. Wilgen zijn<br />
redelijk tolerant, zelfs voor zware metalen. Beperking zou de wetgeving kunnen zijn als de wilgen op een makkelijk<br />
draineerbare bodem staan. Dan moet voorkomen worden dat meststoffen en andere middelen uitspoelen, bijvoorbeeld<br />
door de wilgen quasi “los van de grond” te gaan telen.<br />
Akkerbouwers hebben wel interesse in P maar alleen als die werkzaam gehouden is. P mag dus niet neergeslagen zijn<br />
in de vorm van P-ijzerzouten 6 . Volgens EU verordening 2003/2003 moeten verhandelbare N-kunstmest (oplossingen)<br />
minimaal 15% N bevatten. Het concentraat komt in ieder geval niet tot deze concentratie.<br />
In het bemestingsadvies voor maïs (bijvoorbeeld) wordt onderscheid gemaakt tussen maïs in continuteelt en maïs geteeld<br />
in vruchtwisseling met andere gewassen. Met maïs in continuteelt wordt bedoeld dat de maïs twee of meer opeenvolgende<br />
jaren op hetzelfde perceel wordt geteeld, of dat de maïs meer dan 50% van het vruchtwisselingschema uitmaakt. In alle<br />
andere gevallen wordt gesproken over maïs in vruchtwisseling met andere gewassen. De vermelde adviezen gelden voor<br />
snijmaïs, MKS, CCM en korrelmaïs tenzij anders vermeld. De giften moeten gecorrigeerd worden met de beschikbare<br />
concentraties van mineralen in de bodem bij zaaien. Er wordt tevens onderscheid gemaakt tussen volvelds bemesting of<br />
rijenbemesting (gift lager).<br />
Tabel 10. Bemestingsadviezen voor mais (Bron CBGV, Bemestingsadviezen voor mais, voederbieten, granen en luzerne).<br />
Meststof kg/ha/jaar - maximaal graan voederbieten luzerne<br />
Stikstof 210 200 215 Niet nodig<br />
Kalium (K2O2) 300 220 430 330<br />
Fosfaat (P2O5) 60 100 160 130<br />
Natrium (Na2O) - - 200 1<br />
Magnesium (MgO) 150 idem idem idem<br />
Koper (Cu) 6 idem idem idem<br />
Borium 0.75 idem idem idem<br />
Mangaan 15 (evt. bespuiten) idem idem idem<br />
Kalk pH en grondsoort (lutum, org.<br />
Stof) afhankelijk<br />
5 Bijdrages uit persoonlijke communicatie met Janjo de Haan (PPO-Lelystad)<br />
6 Persoonlijke communicatie met Jaap Schröder van Plant Research International (Wageningen-UR).<br />
-<br />
45