Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.4.4.3 Grasland (7d)<br />
Grasland levert de belangrijkste grondstof voor melk: ‘ruwvoer’ in de vorm van beweiding én via graskuil. Grasland is<br />
daarom het fundament waarop een veehouderij bedrijf is gebouwd, en kan bij efficiënte productie de kostprijs van de melk<br />
verlagen. Een veehouder zal dus veel aandacht voor de bemesting van grasland hebben. De bemesting van grasland staat<br />
in relatie tot de grondsoort en bodemvruchtbaarheid, het gebruik van dierlijke mest en de kwaliteit van het ruwvoer. Een<br />
teler start met de analyse van alle belangrijke bodemkenmerken en volgt vervolgens een bemestingsadvies (NPK, Natrium<br />
en andere elementen) dat doorwerkt in de bodem, het gewas en de voeding van de koeien. Omdat voor grasland dus ook<br />
een Natrium advies geldt, is deze afzetroute mogelijk een interessant spoor om te onderzoeken. Kint (2008) geeft voor<br />
een aardbeienteelt aan dat het drainwater geschikt zou kunnen zijn voor grasland beregening. Voor een aardbeienteelt<br />
met een drain van 900 m3/ha/jaar is dan ca. 1.3 - 1.7 ha grasland vereist.<br />
Grasland komt niet alleen voor bij beweiding in de veehouderij, maar ook de productie van graszoden, sportvelden en<br />
openbare of private parken en tuinen komen in principe in aanmerking. Mogelijk kunnen juist in die situatie hele individuele<br />
matches gevonden worden tussen toeleverancier en afnemer.<br />
3.4.5 Afvalwater of concentraat in zouttolerante teelten<br />
In dit scenario wordt de huidige afvalwaterstroom of de concentraatstroom ingezet als gietwater voor een specifiek<br />
zouttolerant gewas. Toepassing in zouttolerante teelten is mogelijk in de grond (8a1), of in teelten los-van-de grond<br />
(8a2), waarbij zowel afvalwater als concentraat beschouwd worden voor eigen en nabijgelegen teelten. In dit scenario<br />
beschouwen we uitsluitend die gewassen die nog niet in Nederland commercieel geteeld worden en nog in ontwikkeling<br />
zijn (“Nieuwe Teelten”). Zouttolerantere gewassen welke nu al toepasbaar zijn worden meegenomen in de “Bestaande<br />
teelten” en behandeld onder 7-in, 7-ex en 7abcd.<br />
Na gebruik als gietwater resteert bij de nieuwe toepassing ook weer een afvalwaterstroom met daarin aanwezige<br />
componenten zoals zouten, gewasbeschermingsmiddelen en pathogenen. Ook voor deze afvalwaterstroom zal een<br />
bestemming en/of verwerking moeten worden gevonden. Deze route vormt een soort van “Cascadering” waarbij steeds<br />
verdere processtappen (productiestappen), het (afval) water van steeds mindere kwaliteit gebruiken. Mogelijk dat de<br />
volumestroom daardoor ook binnen een kleiner gebied of op kortere afstand sterk verkleind kan worden, mogelijk zelfs<br />
binnen het eigen bedrijf, waarbij het bedrijf dan wel moet accepteren dat bedrijfsvreemde (zout-tolerante) gewassen<br />
geproduceerd zullen worden.<br />
3.4.5.1 Zouttolerante teelt op nabijgelegen bedrijf (8a1, 8a2)<br />
Zouttolerante nieuwe teelten die buiten het eigen bedrijf afvalwater of concentraat willen afnemen zullen in de meeste<br />
gevallen grondteelten (8a1) zijn, maar kunnen ook teelten op stellingen of substraat zijn (8a2). De gewassen kunnen zijn:<br />
aardappelen, groenten, zeekool, zeekraal, wilde rucola, gerst e.d. Op Texel is in 2010 het ‘Zilte Teelt Project’ gestart.<br />
Een project opzoek naar de kansen voor het telen op zilte gronden. Doel van dit project is het vinden van zout resistente<br />
gewassen en het onderzoeken van de mate van zouttolerantie van deze gewassen. Plant Research International (PRI),<br />
onderdeel van Wageningen UR, zoekt naar de effecten van zilte teelt op de inhoudsstoffen van gewassen en de zoutresistentie<br />
van verschillende aardappel cultivars. Aardappelen worden in dit experiment op water met een zoutgehalte<br />
van 20 dS/m geteeld. Ter vergelijk: Waddenzeewater is 40 dS/m (o.a. Brandenburg, 2008; van Rijsselberghe, 2011).<br />
Toepassing van concentraat in aquacultuur<br />
Bij deze toepassing wordt volledig op, of in, water geteeld. Het kan zich handelen om teelten voor non-food toepassingen<br />
(8b1) zoals voor biobrandstoffen en inhoudsstoffen via algenteelt en zeegroenten, of voor food toepassingen (8b2)<br />
zoals visvoer of eiwitten en andere inhoud stoffen via algenteelt of zeegroenten (zeekool, zeewier, eendenkroos). Dit<br />
onderscheid tussen food/non-food is gemaakt omdat de regelgeving met name voor food producten strenge eisen stelt<br />
aan de inputs en het productieproces.<br />
21