02.05.2013 Views

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

Fase 2: Valorisatie reststromen - Glastuinbouw Waterproof

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoge concentraties van calcium en magnesium vormen doorgaans geen probleem voor de akkerbouw en groenteteelt,<br />

maar verhogen wel de pH in de bodem als ze achter blijven. Een overmaat sulfaat is ook geen probleem maar kan wel<br />

de EC verhogen. IJzer is van naturen aanwezig, en vooral in zure bodems. Het tweewaardige ijzer reageert met zuurstof,<br />

gaat over in driewaardige vorm, en vormt zo ijzerhydroxide (Fe(OH) ) dat in leidingen kan neerslaan of roestvorming op<br />

3<br />

plantendelen kan veroorzaken. Vooraf beluchten is de remedie.<br />

Spoorelementen (boor, zink, mangaan) zijn belangrijk voor de plant maar mogen ook niet in hoge concentraties voorkomen<br />

omdat ze dan toxisch werken. Silicium is geen belangrijk sporenelement voor de planten.<br />

Stikstof, fosfaat en kali komen doorgaans maar in hele lage concentraties voor in bodem- of oppervlaktewater (enkele<br />

tienden mmol/l) zodat deze ook door middel van bemesting of fertigatie aangevuld worden door de telers. Hier zit dan<br />

ook de belangrijkste reden om afvalwater in te zetten voor fertigatie.<br />

Uit de tabel blijkt dat het afvalwater (zie ook Tabel 1, hoofdstuk 2) en zeker het concentraat niet zondermeer geschikt<br />

zijn om gebruikt te worden in de tuinbouw. In veel gevallen zal het afvalwater voor toepassing verdund moeten worden.<br />

Clevering (2002) geeft aan dat hogere concentraties ook wel mogelijk zijn, maar dan in combinatie met regen bijvoorbeeld.<br />

Verder concludeert zij ook dat fertigatie niet de volledige bemesting kan vervangen, maar alleen als bijmest ingezet kan<br />

worden. Voordelen moeten vooral gezocht worden in de preciezere dosering en een betere verdeling van de mestgift in<br />

de tijd, en een beperkte kleine meeropbrengst van ten hoogste 5%, en een mogelijkheid om de uitspoeling van stikstof<br />

te beperken door een betere matching met plantbehoefte in de tijd. Nadelen zijn er ook in de zin van de hogere kosten<br />

van arbeid voor het aanbrengen van de infrastructuur (druppelslangen of beregeningssystemen), het veel nauwkeuriger<br />

moeten kennen van actuele mineralen concentraties in de bodem. In het algemeen zijn de perspectieven voor vloeibare<br />

meststoffen het grootst op mineraalarme droogte en uitspoeling gevoelige zandgronden. Op kalkrijke jonge zeekleigronden<br />

moet vanwege ammoniakvervluchtiging het gebruik van ammonium houdende meststoffen sterk afgeraden worden. Wel<br />

kan hier een methode als fertigatie met nitraatmeststoffen goed worden gebruikt. Vloeibare stikstofmeststoffen bieden<br />

het meest perspectief bij najaarsteelten en/of gewassen met een slecht ontwikkeld wortelstelsel. Voor de typische<br />

akkerbouwgewassen is het perspectief het grootst voor aardappelen, ongeacht de gebruikte toepassing. Een voordeel<br />

van Urean is dat de mestgift veelal gecombineerd kan worden met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.<br />

Bovengenoemde voordelen zijn echter niet goed gekwantificeerd. Momenteel is het niet rendabel om alle meststoffen<br />

vloeibaar toe te dienen.<br />

3.4.1.2 Vaste meststoffen (6b)<br />

Grondstoffen voor kunstmest moeten homogeen zijn, qua samenstelling constant, niet te veel ongewenste verontreinigingen<br />

bevatten, zoals ziektekiemen en zware metalen, de toevoer moet gegarandeerd zijn en het productieproces moet<br />

passen binnen de milieuregelgeving. Voor nutriënten uit dierlijke mest is de recycling in de kunstmestproductie reeds<br />

onderzocht (Vaneeckhaute, 2010). Voor nitraat houdende kunstmest blijkt onder de huidige technische en regelgevende<br />

randvoorwaarden recycling moeilijk haalbaar, vooral vanwege het huidige productieproces. De productie van nitraat<br />

houdende meststoffen vindt plaats door stikstofgas en waterstof (uit aardgas) onder hoge druk en temperatuur te laten<br />

reageren tot ammoniak. Dit ammoniak wordt verder verwerkt tot een reeks van nitraat houdende meststoffen. In de<br />

fosfaatindustrie is de verwerking van dierlijke mest echter minder problematisch. Fosfaatkunstmest wordt verkregen door<br />

het ontsluiten van natuurfosfaten. Op dit moment gebruikt de fosforindustrie al alternatieve grondstoffen ter vervanging<br />

van fosfaaterts, waaronder P-houdend zuiveringsslib as (Thermphos). De eisen die de fosforindustrie aan de grondstoffen<br />

stelt, behelzen onder meer een minimaal ds- en P-gehalte (resp. 75% en ca. 20% als P2O5). Anderzijds worden met het<br />

oog op de emissie-eisen ook eisen gesteld aan ten aanzien van het N- en SO4-gehalte (resp. ~0 en < 0,5%).<br />

Gelet op bovenstaande en gezien het feit dat het concentraat met name stikstof bevat en veel lagere gehaltes aan fosfor,<br />

lijkt het gebruik van het N-rijke concentraat voor de droge meststof productie niet voor de hand te liggen. Gebruik als<br />

vloeibare meststof of als halffabricaat voor vloeibare meststoffen lijkt wel een interessante optie.<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!