Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Chemisch</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> & Zur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bas<strong>en</strong><br />
Hoofdstuk 5 Water, het begrip pH<br />
5.1 a Onjuist. E<strong>en</strong> neutrale oplossing bevat 1 • 10 –7mol • L-1 van H3O + (aq) <strong>en</strong> OH – b Juist. Beid<strong>en</strong> zijn gelijk aan 1 • 10<br />
(aq).<br />
–7mol • L-1 .<br />
c Onjuist. Ook in e<strong>en</strong> zeer zure oplossing is er altijd nog OH – (aq) aanwezig, al is dat veel<br />
minder dan de hoeveelheid H30 + (aq). Het verband is K w = [H30 + ] [OH – ].<br />
Voorbeeld:<br />
Als [H3O + ] = 1,0 mol • L-1 dan is [OH – ] = 1 • 10 –14 mol • L-1 .<br />
Dit is zeer weinig, maar het is toch 'iets'.<br />
d Juist. Zie c.<br />
e Juist; dit geldt in iedere oplossing in water bij 298 K.<br />
5.2 a HCI is sterk elektrolyt: [H3O + ] = c(HCI) = 0,001 mol • L -1 .<br />
b [OH – ] = 1 • 10 –14 /0,001 = 1 • 10 –11 mol • L -1 .<br />
5.3 a NaOH is sterk elektrolyt: [OH – ] = c(NaOH) = 0,005 mol • L-1 .<br />
b [H3O + ] = 1 • 10 –14 /0,005 = 2 • 10 –12 mol/L.<br />
5.4 Ba(OH)2(s) → Ba 2+ (aq) + 2 OH – (aq)<br />
[OH – ] = 2 • c (Ba(OH)2) = 0,40 mol • L -1 ;<br />
[H3O + ] = 1 • 10 -14 /0,40 = 2,5 • 10 –14 mol • L -1 .<br />
5.5 a HCI is e<strong>en</strong> sterk zuur, alle HCI is omgezet in H3O + (aq) <strong>en</strong> CI – (aq).<br />
Er geldt: [H3O + ] = c(HCI) = 0,001 mol • L -1 ; pH = 3,0.<br />
b Ook hier geldt: [OH – ] = c(NaOH) = 0,2 mol • L -1 ; pOH = 0,7; pH = 14 - 0,7 = 13,3.<br />
5.6 a Minder zuur. Bij verdunn<strong>en</strong> wordt de conc<strong>en</strong>tratie kleiner <strong>en</strong> dus wordt de oplossing<br />
minder zuur.<br />
b De conc<strong>en</strong>tratie van H3O + (aq) wordt kleiner <strong>en</strong> dus wordt de pH hoger.<br />
c lager<br />
5.7 a Minder basisch, de conc<strong>en</strong>tratie van de base wordt lager.<br />
b De conc<strong>en</strong>tratie van OH – (aq) wordt lager <strong>en</strong> dus wordt [H3O + ] hoger met als gevolg:<br />
de pH wordt lager.<br />
c hoger<br />
5.8 a De oplossing wordt steeds minder geconc<strong>en</strong>treerd. De zuurgraad wordt steeds kleiner.<br />
Op d<strong>en</strong> duur krijg je 'zuiver' water. De pH nadert de waarde 7,0.<br />
b Idem, de pH nadert de waarde 7,0.<br />
c pH=7,0.<br />
5.9 a H3O + (aq) + OH – (aq) → 2 H2O(l)<br />
b Eerst zijn er veel oxoniumion<strong>en</strong> aanwezig, de pH is laag. Door toevoeging van<br />
hydroxide-ion<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er oxoniumion<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, de pH stijgt. Als alle zoutzuur<br />
gereageerd heeft, komt er e<strong>en</strong> overmaat OH – . De pH passeert nu de waarde 7 <strong>en</strong> blijft<br />
stijg<strong>en</strong>.<br />
5.10 a We moet<strong>en</strong> in tabel 52a kijk<strong>en</strong> welke kleur<strong>en</strong> de indicator<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij pH = 7, want dat<br />
is de pH van zuiver water. Het omslagtraject van thymoiblauw loopt van pH = 1,2 tot<br />
pH = 2,8. Bov<strong>en</strong> pH = 2,8 (dus ook bij pH = 7) is de kleur geel.<br />
b Idem, paars.<br />
c Idem, geel tot oranje.<br />
5.11 F<strong>en</strong>olftaleI<strong>en</strong> blijft kleurloos, dit betek<strong>en</strong>t pH < 8,2<br />
Methylrood wordt geel, dit betek<strong>en</strong>t pH > 6,2<br />
Dus: 6,2 < pH < 8,2.<br />
52