Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
Chemisch rekenen & zuren en basen - Wisnet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
stapp<strong>en</strong>schema<br />
<strong>Chemisch</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> & Zur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bas<strong>en</strong><br />
5.7 pH-berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij zuur-basereacties<br />
Als we e<strong>en</strong> oplossing van e<strong>en</strong> sterk zuur toevoeg<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> oplossing van e<strong>en</strong> sterke base, dan<br />
treedt de volg<strong>en</strong>de reactie op:<br />
H3O + (aq) + OH – (aq) → 2 H2O(l)<br />
Als er e<strong>en</strong> overmaat H3O + (aq) is, dan zal alle OH – (aq) word<strong>en</strong> omgezet in water. Er blijft H3O +<br />
over. Daardoor is de pH van de oplossing kleiner dan 7. Als OH – in overmaat aanwezig is, dan zal<br />
de pH van de oplossing groter dan 7 zijn. pH-berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van dit type zijn bij sterke <strong>zur<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
bas<strong>en</strong> vrij e<strong>en</strong>voudig uit te voer<strong>en</strong>.<br />
Dat gaat in de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />
1 Berek<strong>en</strong> het aantal mol H3O + (aq) uit c(zuur).<br />
2 Berek<strong>en</strong> het aantal mol OH – (aq) uit c(base).<br />
3 Berek<strong>en</strong> het aantal mol H3O + (aq) of OH – (aq), dat in overmaat aanwezig is.<br />
4 Tel de volumes van zure <strong>en</strong> basische oplossing bij elkaar: Verwaarloos daarbij mogelijke<br />
volumecontractie. Bij verdunde oplossing<strong>en</strong> is dat toegestaan.<br />
5 Berek<strong>en</strong> de [H3O + ] of [OH – ] <strong>en</strong> daaruit de pH van de oplossing<br />
Voorbeeld<br />
200 mL barietwater, c(Ba(OH)2) = 0,140 mol/L wordt bij 100 mL zoutzuur, c(HCI) = 0,500 mol/L<br />
geschonk<strong>en</strong>.<br />
Berek<strong>en</strong> de pH van de oplossing bij 298 K.<br />
1 Er is 0,200 L • 0,14 mol/L • 2 = 56,0 • 10 –3 mol OH –. .<br />
2 Er is 0,100 L • 0,50 mol/L = 50,0 • 10 –3 mol H3O + .<br />
3 Er is 6,0 • 10 –3 mol OH – in overmaat aanwezig.<br />
4 Het totale volume is 300 mL.<br />
5 [OH – ] = 6,0 • 10 –3 mol/0,300 L= 0,020 mol/L.<br />
pOH = 1,70; pH = 14,00 - 1,70 = 12,30.<br />
Ga er bij de volg<strong>en</strong>de opgav<strong>en</strong> van uit, dat de temperatuur 298 K is.<br />
Opgav<strong>en</strong> 5.29 Berek<strong>en</strong> de pH van de oplossing, die ontstaat na sam<strong>en</strong>voeging van:<br />
200 mL natronloog, c(NaOH) = 0,15 mol/L <strong>en</strong> 150 mL zwavelzuur,<br />
c(H2SO4) = 0,050 mol/L.<br />
5.30 Hoeveel mL natronloog, c(NaOH) = 2,00 mol/L moet je toevoeg<strong>en</strong> aan 300 mL<br />
zoutzuur, c(HCI) = 0,10 mol/L, om de zure oplossing precies te neutraliser<strong>en</strong>.<br />
5.31 140 mL van e<strong>en</strong> oplossing van HCI(g) heeft e<strong>en</strong> pH van 2,10.<br />
a Berek<strong>en</strong> c(HCI).<br />
b Hoeveel mL kalkwater, c = 0,050 mol/L is nodig om deze oplossing precies te<br />
neutraliser<strong>en</strong>?<br />
c Berek<strong>en</strong> de pH van de basische oplossing van b.<br />
5.32 5,16 g CaO(s) wordt toegevoegd aan 400 mL zoutzuur, c(HCI) = 0,250 mol/L.<br />
Berek<strong>en</strong> de pH van de oplossing. Het volume biijft 400 mL.<br />
5.33 Hoeveel gram CaO(s) moet je oploss<strong>en</strong> om 10,0 L kalkwater te mak<strong>en</strong> met<br />
pH = 11,52?<br />
33