Anemie in de verloskundige praktijk - KNOV

Anemie in de verloskundige praktijk - KNOV Anemie in de verloskundige praktijk - KNOV

02.05.2013 Views

Anemie in de verloskundige praktijk Aanbevelingen voor preventie, diagnostiek en behandeling KNOV-standaard

<strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong><br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen voor preventie,<br />

diagnostiek en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

<strong>KNOV</strong>-standaard


Colofon<br />

Auteurs<br />

Suze Jans MSc en Mieke Beentjes MSc<br />

Werkgroep ‘Herzien<strong>in</strong>g anemie standaard’<br />

Ton Deerenberg, twee<strong>de</strong>lijns <strong>verloskundige</strong> te Purmerend<br />

T<strong>in</strong>eke van Dijk, <strong>verloskundige</strong> te Almere<br />

Roelan<strong>de</strong> Kuiperij, <strong>verloskundige</strong> te Doet<strong>in</strong>chem<br />

Drs. Jan Henk Ol<strong>de</strong>nziel, verloskundig actieve huisarts te Zuidhorn<br />

Anke Selles MSc, <strong>verloskundige</strong> te Den Haag<br />

Jan V<strong>in</strong><strong>de</strong>rs, <strong>verloskundige</strong> te Kerkra<strong>de</strong><br />

Redactionele adviezen<br />

Lex Boezeman, www.boezeman.com<br />

Druk<br />

Ovimex Grafische Bedrijven Deventer<br />

ISBN: 978-90-810510-4-0<br />

Bij <strong>de</strong> standaard hoort een <strong>praktijk</strong>kaart.<br />

Alle publicaties zijn te bestellen bij:<br />

<strong>KNOV</strong><br />

Postbus 2001<br />

3500 GA Utrecht<br />

Tel: (030) 2823100<br />

Fax: (030) 2823101<br />

E-mail: <strong>in</strong>fo@knov.nl<br />

© Kon<strong>in</strong>klijke Ne<strong>de</strong>rlandse Organisatie van Verloskundigen, november 2010.<br />

Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door mid<strong>de</strong>l<br />

van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

<strong>KNOV</strong>.


Voorwoord<br />

<strong>KNOV</strong>-standaar<strong>de</strong>n zijn evi<strong>de</strong>nce-based richtlijnen. Zij geven aanbevel<strong>in</strong>gen, gebaseerd op wetenschappelijke<br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten, kl<strong>in</strong>ische ervar<strong>in</strong>g, voorkeuren van cliënten en beschikbaarheid van hulpmid<strong>de</strong>len.<br />

<strong>KNOV</strong>-standaar<strong>de</strong>n zijn richt<strong>in</strong>ggevend voor het professioneel han<strong>de</strong>len van <strong>verloskundige</strong>n. De bedoel<strong>in</strong>g<br />

is <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>verloskundige</strong> zorg te verbeteren, <strong>de</strong> variatie <strong>in</strong> han<strong>de</strong>len te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> zorg<br />

transparanter te maken.<br />

Verloskundigen gaan uit van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele situatie en <strong>de</strong> eigen wensen van hun cliënten en betrekken <strong>de</strong>ze<br />

bij hun besliss<strong>in</strong>gen. Afhankelijk van <strong>de</strong> specifieke situatie en wensen kan <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> besluiten om af te<br />

wijken van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> standaard.<br />

De Verloskundige Adviesraad Standaar<strong>de</strong>n (VAS) beoor<strong>de</strong>elt vijf jaar na verschijn<strong>in</strong>g van een <strong>KNOV</strong>standaar<strong>de</strong>n<br />

of <strong>de</strong>ze aangepast moet wor<strong>de</strong>n. De meest actuele versie van een standaard is steeds beschikbaar<br />

op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>: www.knov.nl.<br />

Deze standaard is opgesteld door Suze Jans en Mieke Beentjes en is vastgesteld door het <strong>KNOV</strong>-bestuur op<br />

12 november 2010.


INHOUDSOPGAVE<br />

1 Inleid<strong>in</strong>g 7<br />

1.1 Doel en doelgroep 7<br />

1.2 Werkwijze 7<br />

1.3 Leeswijzer 8<br />

1.4 Wat is er veran<strong>de</strong>rd vergeleken met <strong>de</strong> standaard uit 2000? 9<br />

2 Literatuuron<strong>de</strong>rzoek en uitgangsvragen 11<br />

2.1 De uitgangsvragen 11<br />

3 Wat is anemie: <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van het bloed 13<br />

3.1 De functie van erytrocyten 13<br />

3.2 IJzer<strong>in</strong>name via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g 13<br />

3.3 Hemoglob<strong>in</strong>opathie 14<br />

3.4 An<strong>de</strong>re vormen van anemie 15<br />

4 <strong>Anemie</strong> en het preconceptieconsult 17<br />

4.1 Referentiewaar<strong>de</strong>n anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> 17<br />

4.2 <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> 17<br />

4.3 Risico op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> 18<br />

4.4 Hb-bepal<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns het preconceptieconsult 18<br />

4.5 Beleid bij preconceptionele ijzergebreksanemie 19<br />

4.6 Preventie van anemie 19<br />

5 <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap 21<br />

5.1 Verloop van hemoglob<strong>in</strong>egehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap 21<br />

5.2 Verhoog<strong>de</strong> ijzerabsorptie 23<br />

5.3 Hoe vaak komt (ijzergebreks-)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap voor? 23<br />

5.4 Afwijkend Hb bij zwangeren van Afro-Caribische afkomst 23<br />

5.5 Verhoogd risico op ijzergebreksanemie 24<br />

5.6 Beleid ten aanzien van HbP-dragers 27<br />

5.7 Laag MCV bij een normaal Hb 27<br />

5.8 Mogelijke gevolgen van een laag Hb 29<br />

6 <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> 33<br />

6.1 Relatie Hb ante- en postpartum 33<br />

6.2 Prevalentie van anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> 33<br />

6.3 Referentiewaar<strong>de</strong>n van het Hb tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> 33<br />

6.4 Kans op anemie <strong>in</strong> het kraambed 34<br />

6.5 Klachten <strong>in</strong> het kraambed 34<br />

6.6 Controle anemie postpartum 34<br />

7 De diagnose (ijzergebreks-)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap 37<br />

7.1 De comb<strong>in</strong>atie van Hb- en MCV-bepal<strong>in</strong>g 37<br />

7.2 Bloedafname Hb en MCV 38<br />

8 Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g 41


9 Voed<strong>in</strong>g 45<br />

9.1 IJzer<strong>in</strong>name 45<br />

9.2 Gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g 45<br />

9.3 Voed<strong>in</strong>gsadvies 45<br />

10 Samenwerk<strong>in</strong>g en verwijz<strong>in</strong>g 47<br />

10.1 Samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> huisarts 47<br />

10.2 Aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek 47<br />

10.3 Verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> diëtist 48<br />

11 Literatuur 49<br />

Bijlage 1 Totaaloverzicht van aanbevel<strong>in</strong>gen 57<br />

Bijlage 2 Hemoglob<strong>in</strong>opathie 61<br />

Bijlage 3 In<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g literatuur naar mate van bewijskracht 67<br />

Bijlage 4 Lijst met afkort<strong>in</strong>gen 69<br />

Bijlage 5 Lijst van betrokkenen bij <strong>de</strong> standaard <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> 71<br />

<strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>


1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

In <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> zorgverlen<strong>in</strong>g is wereldwijd veel aandacht voor anemie. In veel lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

ijzerpreparaten rout<strong>in</strong>ematig voorgeschreven, ook aan gezon<strong>de</strong> zwangeren. De betekenis van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap <strong>in</strong> <strong>de</strong> geïndustrialiseer<strong>de</strong> wereld staat echter nog steeds ter discussie. Daarbij spelen prevalentie,<br />

<strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie, <strong>de</strong> fysiologische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> bloed en stofwissel<strong>in</strong>g van zwangeren en <strong>de</strong><br />

risico’s van onnodig medicijngebruik en bloedtransfusies een belangrijke rol. Ook <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van anemie,<br />

<strong>de</strong> effectiviteit van klassieke en alternatieve ijzerpreparaten en het nut van voed<strong>in</strong>gsadviezen, vragen om<br />

on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g. Op het spreekuur van <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> wordt hieraan veel aandacht geschonken. Preventie,<br />

het opsporen en behan<strong>de</strong>len van anemie behoren immers tot haar basistakenpakket 1. Al <strong>de</strong>ze aspecten<br />

hebben ertoe geleid dat <strong>in</strong> 2000 <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>-standaard <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstelijns <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong> 2 als eerste<br />

standaard van <strong>de</strong> beroepsgroep is verschenen. Deze standaard is voor het eerst herzien <strong>in</strong> 2010.<br />

Het anemiebeleid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap en kraamperio<strong>de</strong> is s<strong>in</strong>ds het verschijnen van <strong>de</strong> standaard <strong>in</strong> 2000<br />

eenduidiger b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> beroepsgroep en het voorschrijven van ijzermedicatie is beperkt tot<br />

strikte <strong>in</strong>dicaties. Dit beleid is groten<strong>de</strong>els overgenomen door het Ne<strong>de</strong>rlands Huisartsen Genootschap<br />

(NHG) <strong>in</strong> <strong>de</strong> standaard Zwangerschap en kraamperio<strong>de</strong> 3 en <strong>de</strong> standaard is opgenomen <strong>in</strong> het Verloskundig<br />

va<strong>de</strong>mecum 4. In 2007 verscheen <strong>de</strong> LESA <strong>Anemie</strong>, een samenwerk<strong>in</strong>gsdocument van het NHG en <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> 5.<br />

1.1 Doel en doelgroep<br />

Deze standaard is geschreven voor <strong>de</strong> eerstelijns <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>. Maar ook staat er bruikbare<br />

<strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> voor <strong>verloskundige</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>ische sett<strong>in</strong>g. Daarom is <strong>de</strong> titel van <strong>de</strong> standaard aangepast.<br />

Hoewel <strong>de</strong> standaard niet primair bedoeld is voor huisartsen en gynaecologen, is het vanwege <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit<br />

van zorg wel van belang dat zij op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd ervan.<br />

In <strong>de</strong>ze standaard wor<strong>de</strong>n <strong>verloskundige</strong>n aangeduid met ‘zij’ en ‘haar’. Hiermee bedoelen we zowel<br />

vrouwelijke als mannelijke <strong>verloskundige</strong>n.<br />

1.2 Werkwijze<br />

De Verloskundige Adviesraad Standaar<strong>de</strong>n (VAS) gaf <strong>in</strong> 2006 opdracht om <strong>de</strong> anemiestandaard te herzien.<br />

E<strong>in</strong>d 2008 werd voor <strong>de</strong>ze herzien<strong>in</strong>g een nieuwe werkgroep geïnstalleerd. In <strong>de</strong>ze werkgroep zitten on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re twee <strong>verloskundige</strong>n die <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>el hebben uitgemaakt van <strong>de</strong> oorspronkelijke werkgroep.<br />

Ook wer<strong>de</strong>n een verloskundig actieve huisarts en een twee<strong>de</strong>lijns <strong>verloskundige</strong> uitgenodigd om <strong>de</strong>el te<br />

nemen.<br />

<strong>KNOV</strong>-standaar<strong>de</strong>n zijn gebaseerd op systematisch literatuuron<strong>de</strong>rzoek, waarmee antwoord wordt gezocht<br />

op kl<strong>in</strong>isch relevante vragen. Voor <strong>de</strong>ze herzien<strong>in</strong>g is uitgegaan van <strong>de</strong> wetenschappelijke versie van <strong>de</strong><br />

anemiestandaard uit 2000 en zijn een aantal nieuwe uitgangsvragen toegevoegd. Deze nieuwe uitgangsvragen<br />

zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gebaseerd op knelpunten die uit evaluatieon<strong>de</strong>rzoek naar voren zijn gekomen 6.<br />

De zoekstrategie voor <strong>de</strong> literatuursearch is ontwikkeld en uitgevoerd door het Ne<strong>de</strong>rlands Huisartsen<br />

Genootschap <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>. Er is gezocht op relevante artikelen na het jaar 2000. Bei<strong>de</strong> auteurs<br />

hebben <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n artikelen beoor<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> hand van <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke en methodologische criteria. Op<br />

basis van <strong>de</strong> conclusies uit het literatuuron<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> discussies <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkgroep over <strong>de</strong> knelpunten uit <strong>de</strong><br />

eerste versie van <strong>de</strong> standaard, zijn sommige aanbevel<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> oorspronkelijke standaard aangepast en<br />

waar nodig nieuwe aanbevel<strong>in</strong>gen geformuleerd.<br />

7


Het beleid rondom anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> preconceptionele perio<strong>de</strong> is groten<strong>de</strong>els gebaseerd op <strong>de</strong> NHG-standaard<br />

<strong>Anemie</strong> 7 en op het standpunt Preconceptiezorg van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> 8 uitgezon<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g medicatie.<br />

Het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke concept van <strong>de</strong>ze standaard is <strong>in</strong> juli 2010 voorgelegd aan <strong>verloskundige</strong>n en externe<br />

referenten. De externe referenten zijn <strong>in</strong>houds<strong>de</strong>skundigen vanuit verschillen<strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es:<br />

vertegenwoordigers van <strong>verloskundige</strong> opleid<strong>in</strong>gen, huisartsen, obstetrici, hematologen en<br />

cliëntvertegenwoordigers. De volledige lijst van referenten v<strong>in</strong>dt u <strong>in</strong> bijlage 5. Het commentaar van <strong>de</strong><br />

referenten is, <strong>in</strong> overleg met <strong>de</strong> werkgroep en <strong>de</strong> VAS, verwerkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> standaard.<br />

Het bestuur van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> stelt <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve versie van <strong>de</strong>ze standaard vast op 12 november 2010.<br />

1.3 Leeswijzer<br />

De opbouw en <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze standaard is zoveel mogelijk <strong>in</strong> lijn gebracht met <strong>de</strong> overige standaar<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>. Voor <strong>de</strong> herzien<strong>in</strong>g zijn per uitgangsvraag tabellen opgesteld waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> beschikbare<br />

on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> niveaus van bewijskracht zijn samengevat, voorzien van een korte uitleg.<br />

Deze tabellen vormen gezamenlijk <strong>de</strong> wetenschappelijke on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> standaard en zijn terug te<br />

v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> (www.knov.nl > Kwaliteit > Richtlijnen gedragsco<strong>de</strong>s en<br />

werkafspraken). De toegeken<strong>de</strong> niveaus waarop <strong>de</strong> conclusies zijn gebaseerd, zijn ook terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

standaard. Daar waar <strong>de</strong> conclusies zijn gebaseerd op (literatuuron<strong>de</strong>rzoek uit) <strong>de</strong> eerste versie van <strong>de</strong><br />

standaard 2 is <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen niveau 4 toegekend. Meer <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong> niveaus staat <strong>in</strong><br />

bijlage 3.<br />

In hoofdstuk 2 bespreken we <strong>de</strong> literatuursearch en <strong>de</strong> uitgangsvragen. Hoofdstuk 3 geeft <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van<br />

anemie en een aantal an<strong>de</strong>re veel gebruikte termen. Hoofdstuk 4 gaat over anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> vrouw en hoofdstuk 5 over <strong>de</strong> fysiologische aanpass<strong>in</strong>gen van het Hb <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap en <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>vloed van anemie op <strong>de</strong> zwangerschap. In hoofdstuk 6 gaan we <strong>in</strong> op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>. In<br />

hoofdstuk 7 staat hoe <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> anemie kan diagnosticeren. Hoofdstuk 8 geeft aanbevel<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>. In hoofdstuk 9 bespreken we<br />

voed<strong>in</strong>gsadviezen die horen bij (<strong>de</strong> preventie van) anemie. Ten slotte geven we <strong>in</strong> hoofdstuk 10 aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

voor <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> keten als het gaat om anemie. Aan <strong>de</strong>ze standaard zijn vijf bijlagen<br />

toegevoegd.<br />

8


1.4 Wat is er veran<strong>de</strong>rd vergeleken met <strong>de</strong> standaard uit 2000?<br />

• Er is een hoofdstuk over anemie tij<strong>de</strong>ns het preconceptieconsult toegevoegd.<br />

• Er is een hoofdstuk over anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> toegevoegd.<br />

• Er gel<strong>de</strong>n geen aparte referentiewaar<strong>de</strong>n meer voor negroï<strong>de</strong> zwangeren.<br />

• Er is meer aandacht voor(dragerschapsdiagnostiek van) hemoglob<strong>in</strong>opathie.<br />

• Er zijn nieuwe risicogroepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap toegevoegd: zwangere vrouwen van niet-Noord-<br />

Europese afkomst, zwangeren met een MCV < 80 fL bij een normaal Hb (> p5) en zwangeren die drager<br />

zijn van hemoglob<strong>in</strong>opathie.<br />

• De verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn bij een Hb < 5,6 mmol/l vervalt, voor aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek wordt <strong>de</strong><br />

zwangere verwezen naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Bij <strong>de</strong> eerste controle wordt bij Hb < 5,6 mmol/l <strong>in</strong> plaats van bij Hb < 6,0 mmol/l naar <strong>de</strong> huisarts<br />

verwezen voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek.<br />

• De referentiewaar<strong>de</strong> Hb postpartum is 6,5 mmol/l, <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> is verlengd.<br />

• De referentiewaar<strong>de</strong> Hb 6 weken postpartum is 7,2 mmol/l, <strong>de</strong>ze was 6,8 mmol/l.<br />

• De standaardbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong> is verlaagd van twee<br />

tabletten 200 mg ferrofumaraat naar één tablet 200 mg ferrofumaraat per dag.<br />

9


2 Literatuuron<strong>de</strong>rzoek en uitgangsvragen<br />

Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> standaard is systematisch literatuuron<strong>de</strong>rzoek uitgevoerd om antwoord te<br />

krijgen op kl<strong>in</strong>isch relevante vragen. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> herzien<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> standaard is een aantal nieuwe<br />

uitgangsvragen geformuleerd; <strong>de</strong>ze vragen zijn gerelateerd aan geïnventariseer<strong>de</strong> knelpunten uit <strong>de</strong> <strong>praktijk</strong> 6.<br />

Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> achtergrond<strong>in</strong>formatie is echter niet herzien.<br />

In opdracht van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> heeft het NHG zoekprofielen opgesteld en <strong>de</strong> zoekactie uitgevoerd. Daarnaast<br />

zijn aanvullen<strong>de</strong> artikelen verkregen via relevante referenties <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n artikelen (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

sneeuwbalmetho<strong>de</strong>) en is nieuwe literatuur <strong>in</strong> relevante vakliteratuur gesignaleerd. Enkele studies zijn<br />

aangedragen door le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werkgroep en referenten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> commentaarfase.<br />

De gevon<strong>de</strong>n literatuur is samengevat <strong>in</strong> evi<strong>de</strong>ncetabellen. Deze evi<strong>de</strong>ncetabellen staan steeds genoemd bij <strong>de</strong><br />

bijbehoren<strong>de</strong> vraag en kunt u terugv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, samen met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> zoektermen, op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong><br />

<strong>KNOV</strong>.<br />

2.1 De uitgangsvragen<br />

1 Wat is <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>ische relevantie van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap? (evi<strong>de</strong>ncetabel 1)<br />

2 Hebben zwangeren die niet van Noord-Europese afkomst zijn, een grotere kans op het ontwikkelen van<br />

anemie dan zwangeren van Noord-Europese afkomst? (evi<strong>de</strong>ncetabel 2)<br />

3 Hebben zwangeren die drager zijn van HbP (hemoglob<strong>in</strong>opathie) een grotere kans op het krijgen van<br />

anemie dan zwangeren die geen drager zijn van HbP en hebben <strong>de</strong>ze zwangeren een an<strong>de</strong>r beleid nodig<br />

met betrekk<strong>in</strong>g tot anemie dan zwangeren die geen drager zijn van een HbP? (evi<strong>de</strong>ncetabel 3)<br />

4 Welke risicogroepen zijn er voor het ontwikkelen van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap en <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 4)<br />

5 Hoe kan (ijzergebreks-)anemie geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> zwangerschap en <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> het beste wor<strong>de</strong>n<br />

vastgesteld en is na<strong>de</strong>re analyse noodzakelijk? (evi<strong>de</strong>ncetabel 5)<br />

6 Hebben zwangere vrouwen met een normaal Hb en een laag MCV een grotere kans op het ontwikkelen<br />

van anemie later <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap? (evi<strong>de</strong>ncetabel 6)<br />

7 Wat is <strong>de</strong> meest effectieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van (ijzergebreks-)anemie bij zwangere vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstelijns<br />

<strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>? (evi<strong>de</strong>ncetabel 7)<br />

8 Hebben zwangere vrouwen met een a<strong>de</strong>quaat voed<strong>in</strong>gspatroon m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kans op anemie dan zwangere<br />

vrouwen met een <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quaat voed<strong>in</strong>gspatroon? (evi<strong>de</strong>ncetabel 8)<br />

11


3 Wat is anemie: <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van het bloed<br />

<strong>Anemie</strong> is een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hemoglob<strong>in</strong>econcentratie en/of het aantal erytrocyten <strong>in</strong> het bloed 8. Bij<br />

een verhoog<strong>de</strong> afbraak of bij bloedverlies, kan anemie ontstaan: een toestand waarbij het hemoglob<strong>in</strong>egehalte<br />

en/of het aantal erytrocyten <strong>in</strong> het bloed lager is dan normaal voor <strong>de</strong> leeftijd en het geslacht 9. Met<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

hematologische parameters geeft een <strong>in</strong>dicatie van <strong>de</strong> mate en <strong>de</strong> oorzaken van anemie.<br />

3.1 De functie van erytrocyten<br />

Bloed bestaat uit een suspensie van bloedcellen <strong>in</strong> plasma. Bloedcellen kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong><br />

erytrocyten, trombocyten en leukocyten.<br />

De erytrocyt vervult een belangrijke rol bij <strong>de</strong> aanvoer van zuurstof (O2) vanuit <strong>de</strong> longen naar <strong>de</strong> weefsels.<br />

Deze rol kan <strong>de</strong> erytrocyt vervullen dankzij het eiwit hemoglob<strong>in</strong>e (Hb).<br />

Hemoglob<strong>in</strong>e (Hb) wordt <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> mmol/l gemeten. Het hemoglob<strong>in</strong>e bestaat uit vier glob<strong>in</strong>eketens<br />

die twee aan twee gelijk zijn (<strong>de</strong> alfa- en <strong>de</strong> bètaketens). Elke glob<strong>in</strong>eketen bestaat op zijn beurt uit 140<br />

am<strong>in</strong>ozuren met een protoporfyr<strong>in</strong>emolecuul, genaamd <strong>de</strong> haemgroep. De haemgroep verleent <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> kleur<br />

aan het hemoglob<strong>in</strong>e en bevat een tweewaardig ijzeratoom (Fe 2+) <strong>in</strong> het centrum. Aan dit ijzeratoom kan<br />

zuurstof zich snel b<strong>in</strong><strong>de</strong>n 9.<br />

Hematocriet (Ht) geeft <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g weer tussen het volume dat <strong>de</strong> erytrocyten <strong>in</strong>nemen en het totale<br />

volume van het bloed. De elektronische Ht-met<strong>in</strong>g wordt ook wel packed cell volume (pcv) genoemd.<br />

Uit <strong>de</strong> drie bovenstaan<strong>de</strong> parameters kunnen <strong>de</strong> celconstanten wor<strong>de</strong>n afgeleid. De meest gebruikte<br />

celconstanten zijn:<br />

• MCV (Mean Corpuscular Volume): het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> volume van <strong>de</strong> erytrocyten.<br />

• MCH (Mean Corpuscular Hemoglob<strong>in</strong>): <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hoeveelheid hemoglob<strong>in</strong>e per erytrocyt.<br />

• MCHC (Mean Corpuscular Hemoglob<strong>in</strong> Concentration): <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> hemoglob<strong>in</strong>econcentratie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

erytrocyt.<br />

Hemoglob<strong>in</strong>e kan zijn rol van zuurstoftransporteur vervullen dankzij <strong>de</strong> aanwezigheid van ijzer. Er bestaat <strong>in</strong><br />

het lichaam een kr<strong>in</strong>gloop van ijzer: ijzer dat vrijkomt bij <strong>de</strong> afbraak van een erytrocyt wordt opnieuw voor <strong>de</strong><br />

vorm<strong>in</strong>g van hemoglob<strong>in</strong>e gebruikt. Niettem<strong>in</strong> treedt er dagelijks verlies van ijzer op, dat door absorptie uit<br />

<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g gecompenseerd moet wor<strong>de</strong>n 10-12. Daarnaast beschikken <strong>de</strong> milt en <strong>de</strong> lever over een<br />

ijzervoorraad.<br />

3.2 IJzer<strong>in</strong>name via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

IJzer komt <strong>in</strong> twee vormen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g voor: haemijzer (Fe 2+, voornamelijk <strong>in</strong> rood vlees) en nonhaemijzer<br />

(Fe 3+, voornamelijk <strong>in</strong> groente, granen, fruit). Haemijzer wordt gemakkelijk geabsorbeerd; nonhaemijzer<br />

moet eerst omgezet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> tweewaardige vorm en kan daarna geabsorbeerd wor<strong>de</strong>n 13-15.<br />

Naast het soort ijzer (haem of non-haem) en <strong>de</strong> ijzerbehoefte heeft ook <strong>de</strong> aanwezigheid van an<strong>de</strong>re<br />

stimuleren<strong>de</strong> of remmen<strong>de</strong> elementen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> mate van absorptie van ijzer uit <strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g.<br />

Het ijzer dat dagelijks nodig is, moet via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>genomen. De opname van ijzer uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

is een <strong>in</strong>gewikkeld proces. Bij een goe<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g vormen remmen<strong>de</strong> en stimuleren<strong>de</strong> factoren<br />

echter een goe<strong>de</strong> balans 16 (zie ver<strong>de</strong>r hoofdstuk 9).<br />

Ondanks <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n van het lichaam kan bij een te grote behoefte of een te kle<strong>in</strong> aanbod<br />

van ijzer toch ijzergebreksanemie ontstaan. Dit ontstaat meestal gelei<strong>de</strong>lijk<br />

13<br />

17,18.. In <strong>de</strong> latente fase van anemie


is er te we<strong>in</strong>ig ijzer beschikbaar voor <strong>de</strong> aanmaak van cellen. Het lichaam reageert hierop met een verhoog<strong>de</strong><br />

ijzerabsorptie uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Daardoor veran<strong>de</strong>rt wel een aantal bloedparameters (zoals transferr<strong>in</strong>e en<br />

ijzerb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gscapaciteit), maar blijven <strong>de</strong> bloedaanmaak en het hemoglob<strong>in</strong>egehalte normaal. Pas <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

manifeste fase is het lichaam zelfs met maximale absorptie van ijzer uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g niet meer <strong>in</strong> staat normale<br />

hemoglob<strong>in</strong>ewaar<strong>de</strong>n te handhaven. De productie van erytrocyten verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt, gevolgd door een laag Hb 18,19.<br />

3.3 Hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

In <strong>de</strong> huidige multiculturele Ne<strong>de</strong>rlandse samenlev<strong>in</strong>g is het van belang reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met an<strong>de</strong>re<br />

oorzaken van anemie dan ijzergebrek.<br />

Hemoglob<strong>in</strong>opathieën (HbP) zijn een ernstige vorm van autosomaal recessief overerfbare aandoen<strong>in</strong>gen, die<br />

voornamelijk voorkomen <strong>in</strong> gebie<strong>de</strong>n waar malaria heerst(e). Ernstige vormen van hemoglob<strong>in</strong>opathie, zoals<br />

sikkelcelziekte, komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn relatief we<strong>in</strong>ig voor omdat <strong>de</strong> diagnose vaak al vóór <strong>de</strong> zwangerschap<br />

gesteld is 20. U krijgt dus voornamelijk te maken met dragerschap van HbP of met vormen van <strong>de</strong> ziekte die<br />

soms betrekkelijk symptoomloos kunnen verlopen, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap een dramatisch verloop kunnen<br />

hebben zoals HbSC 21. Sommige van <strong>de</strong>ze cliënten wor<strong>de</strong>n voor het eerst <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap<br />

gediagnosticeerd.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> etnische afkomst, komt dragerschap van HbP voor bij 0,5-26% van <strong>de</strong> zwangeren van<br />

niet-Noord-Europese afkomst 22. Ook bij mensen van Noord-Europese afkomst komt dragerschap van HbP<br />

voor met een prevalentie van m<strong>in</strong>stens 0,1%. Bij zwangeren van Antilliaanse, Sur<strong>in</strong>aamse en Afrikaanse<br />

afkomst zien we voornamelijk (dragerschap van) sikkelcelziekte. Maar ook thalassemie of een comb<strong>in</strong>atie van<br />

sikkelcelziekte en thalassemie is mogelijk.<br />

Bij zwangeren van Turkse of Marokkaanse afkomst of zwangeren uit an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n van het Mid<strong>de</strong>llandse<br />

zeegebied komt voornamelijk (dragerschap van) thalassemie voor, maar u kunt ook sikkelcelziekte bij hen<br />

aantreffen 22-25. Alle dragers van thalassemie vertonen kle<strong>in</strong>ere met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r Hb gevul<strong>de</strong> erytrocyten. De mate<br />

van anemie kan fluctueren afhankelijk van <strong>de</strong> mutatie en <strong>de</strong> compensatie die ontstaat bij voldoen<strong>de</strong><br />

foliumzuur door <strong>de</strong> aanmaak van meer erytrocyten, waardoor per saldo voldoen<strong>de</strong> Hb aanwezig kan zijn. Dit<br />

geeft een goed Hb, laag MCV en MCH en een hoog aantal erytrocyten. Dragerschap van sikkelcelziekte (ook<br />

wel sikkelceltrait genoemd) verloopt over het algemeen asymptomatisch. Dragers van thalassemie kunnen net<br />

als an<strong>de</strong>re mensen een ijzertekort hebben: ijzergebrek en thalassemie sluiten elkaar niet uit. Of dragerschap<br />

van HbP een verhoog<strong>de</strong> kans geeft op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap, wordt ver<strong>de</strong>rop <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze standaard<br />

besproken.<br />

Consanguïniteit (bloedverwantschap) verhoogt <strong>de</strong> kans op autosomaal recessieve aandoen<strong>in</strong>gen, dus ook <strong>de</strong><br />

kans op HbP. Huwelijken tussen verwanten komen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland het meest frequent voor <strong>in</strong> <strong>de</strong> Turkse en<br />

Marokkaanse bevolk<strong>in</strong>gsgroepen; <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze groepen is ongeveer een kwart getrouwd met een familielid 26.<br />

Wanneer bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs drager zijn van HbP, is er 25% kans dat hun k<strong>in</strong>d <strong>de</strong> ziekte van bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs overerft.<br />

Dit kan ernstige morbiditeit en zelfs sterfte veroorzaken.<br />

Er is veel discussie gaan<strong>de</strong> over <strong>de</strong> wenselijkheid van systematische opspor<strong>in</strong>g van dragerschap <strong>in</strong> een<br />

lan<strong>de</strong>lijk programma 27. Deze discussie valt buiten het bestek van <strong>de</strong>ze standaard. Echter <strong>in</strong>dien vanwege een<br />

bestaan<strong>de</strong> anemie, diagnostiek op dragerschap wordt geïndiceerd, is het belangrijk dat u <strong>de</strong> (aanstaan<strong>de</strong>)<br />

zwangere vrouw <strong>in</strong>formeert over <strong>de</strong> mogelijke gevolgen van haar dragerschap. Indien dragerschap bij <strong>de</strong><br />

vrouw bevestigd wordt en haar partner ook tot een risicogroep voor HbP behoort, moet u partneron<strong>de</strong>rzoek<br />

op (dragerschap van) hemoglob<strong>in</strong>opathie bespreken en vervolgens ook aanbie<strong>de</strong>n. Wanneer bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

drager blijken te zijn van hemoglob<strong>in</strong>opathie, kunt u hen <strong>de</strong>sgewenst verwijzen naar een kl<strong>in</strong>isch genetisch<br />

centrum voor ver<strong>de</strong>re counsel<strong>in</strong>g en eventuele prenatale diagnostiek.<br />

14


3.4 An<strong>de</strong>re vormen van anemie<br />

Een vitam<strong>in</strong>e B12- of foliumzuur<strong>de</strong>ficiëntie leidt tot een megaloblastaire anemie (MCV > 100 fL). Bij een<br />

anemie is waarschijnlijk <strong>in</strong> 1 à 2% van <strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> oorzaak een tekort aan foliumzuur 13,28,29. Uit een recent<br />

verschenen studie blijkt dat gebrek aan vitam<strong>in</strong>e-B12 met name voorkomt on<strong>de</strong>r zwangere vrouwen van<br />

Turkse afkomst 30. Er wor<strong>de</strong>n grote etnische verschillen gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> vitam<strong>in</strong>e-B12 status van zwangere<br />

vrouwen. Volgens <strong>de</strong>ze studie heeft 50% van vrouwen van Turkse afkomst een vitam<strong>in</strong>e-B12 <strong>de</strong>ficiëntie. Ook<br />

vrouwen met een streng vegetarisch dieet of een absorptiestoornis kunnen een vitam<strong>in</strong>e-B12 gebrek hebben.<br />

G6PD (glucose-6-fosfaat<strong>de</strong>hydrogenase) is een X-gebon<strong>de</strong>n recessieve aandoen<strong>in</strong>g die hemolytische anemie<br />

kan veroorzaken. G6PD is een enzym dat aanwezig is <strong>in</strong> <strong>de</strong> erytrocyten, een tekort hieraan kan lei<strong>de</strong>n tot<br />

icterus (met name bij pasgeborenen) en anemie. Deze hemolytische anemie kan veroorzaakt wor<strong>de</strong>n door het<br />

gebruik van bepaal<strong>de</strong> medicijnen of voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len (bijvoorbeeld tu<strong>in</strong>bonen).<br />

Bij vrouwen met een <strong>de</strong>fect G6PD-gen op één van bei<strong>de</strong> X-chromosomen kan een licht verlaag<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />

G6PD wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n. Deze vrouwen zijn draagster van <strong>de</strong> aandoen<strong>in</strong>g en kunnen <strong>de</strong>ze doorgeven aan<br />

hun mannelijke nakomel<strong>in</strong>gen (50% kans). Toch komt het ook bij vrouwelijke cliënten voor dat klachten<br />

optre<strong>de</strong>n. De meest voorkomen<strong>de</strong> symptomen zijn gekoppeld aan <strong>de</strong> anemie en zijn over het algemeen niet<br />

ernstig.<br />

An<strong>de</strong>re aandoen<strong>in</strong>gen dan ijzergebrek of vitam<strong>in</strong>etekort zijn zeldzaam, maar kunnen <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n zijn van een<br />

niet op ijzersuppletie reagerend laag Hb 31. Bij een anemie die niet reageert op ijzersuppletie, zal <strong>de</strong> huisarts<br />

altijd na<strong>de</strong>re diagnostiek moeten uitvoeren.<br />

15


4 <strong>Anemie</strong> en het preconceptieconsult<br />

Preconceptiezorg is bedoeld om een vrouw zo gezond mogelijk aan <strong>de</strong> zwangerschap te laten beg<strong>in</strong>nen, zodat<br />

een fysiologisch verloop en een goe<strong>de</strong> uitkomst van <strong>de</strong> zwangerschap wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd 32. Verloskundigen<br />

verlenen s<strong>in</strong>ds 2005 <strong>de</strong>ze zorg, zoals on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re beschreven <strong>in</strong> het standpunt Preconceptiezorg van <strong>de</strong><br />

<strong>KNOV</strong> 8. Voorlicht<strong>in</strong>g, advies en zo nodig aanvullend on<strong>de</strong>rzoek of behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bevor<strong>de</strong>ren een gezon<strong>de</strong><br />

start van <strong>de</strong> zwangerschap. Dit rechtvaardigt aandacht voor (<strong>de</strong> preventie van) anemie tij<strong>de</strong>ns het<br />

preconceptieconsult.<br />

Bij een gezon<strong>de</strong> levensstijl zou anemie preconceptioneel nauwelijks voor moeten komen. Per dag verliest het<br />

lichaam ongeveer 0,5-1 mg ijzer (via het darmepitheel). Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> menstruatie kan het ijzerverlies oplopen tot<br />

gemid<strong>de</strong>ld 2 mg per dag. Omdat het lichaam normaliter slechts 10% van het ijzer opneemt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

aanwezig is, kan <strong>de</strong> dagelijkse behoefte aan ijzer <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g voor volwassen vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vruchtbare<br />

leeftijd op 15 à 16 mg wor<strong>de</strong>n gesteld 22.<br />

De Gezondheidsraad heeft een rapport uitgebracht over <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van vitam<strong>in</strong>es <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. In dat<br />

rapport wordt geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ijzer<strong>in</strong>name van vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele leeftijd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) van 18 mg/dag ligt 33. Vrouwen met een Turkse, Marokkaanse of<br />

Sur<strong>in</strong>aamse achtergrond hebben daarbij een lagere <strong>in</strong>name dan <strong>de</strong> vrouwen met een Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

achtergrond. De ijzerbehoefte van vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vruchtbare leeftijd komt niet per se overeen met <strong>de</strong><br />

dagelijkse aanbevolen hoeveelheid ijzer. De oorzaak hiervan is volgens <strong>de</strong> Gezondheidsraad dat het<br />

bloedverlies tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> menstruatie sterk kan verschillen tussen vrouwen. Dit betekent dat een <strong>in</strong>name on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> aanbevolen dagelijkse hoeveelheid niet bij ie<strong>de</strong>re vrouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> tot anemie of<br />

gezondheidsproblemen hoeft te lei<strong>de</strong>n.<br />

4.1 Referentiewaar<strong>de</strong>n anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong><br />

Preconceptioneel gel<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re referentiewaar<strong>de</strong>n voor anemie dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. De WHO 34, <strong>de</strong><br />

Samenwerken<strong>de</strong> Artsenlaboratoria en <strong>de</strong> diagnostische centra <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland 35 hanteren <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

normaalwaar<strong>de</strong>n van het Hb buiten <strong>de</strong> zwangerschap, namelijk 7,5–10,0 mmol/l. Deze waar<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n voor<br />

vrouwen boven <strong>de</strong> 15 jaar.<br />

Bij een laag Hb wordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> categorieën 7:<br />

• mil<strong>de</strong> anemie: Hb 6,0-7,5 mmol/l;<br />

• matige tot ernstige anemie: Hb 5,0-6,0 mmol/l;<br />

• ernstige anemie: Hb < 5,0 mmol/l.<br />

4.2 <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong><br />

Er is we<strong>in</strong>ig bekend over <strong>de</strong> prevalentie en <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van anemie <strong>in</strong> een eerstelijnspopulatie. Volgens <strong>de</strong><br />

auteurs van <strong>de</strong> NHG-standaard <strong>Anemie</strong> 7 wordt anemie ongeveer viermaal vaker vastgesteld bij vrouwen dan<br />

bij mannen. Dit verschil zien we vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsperio<strong>de</strong> tussen 15 en 50 jaar.<br />

In 2004 heeft het NIVEL <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Nationale Studie naar ziekten en verricht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisarts<strong>praktijk</strong><br />

gepubliceerd 36. Deze studie geeft een prevalentie van ijzergebreksanemie van 14,6/1000 bij 25-44 jarige<br />

vrouwen/jaar. De werkelijke prevalentie ligt waarschijnlijk hoger, omdat niet alle vrouwen zich bewust zijn<br />

van een ijzergebreksanemie en daardoor niet gezien wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> huisarts. De <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van <strong>de</strong> overige<br />

gebreksanemieën <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisartsen<strong>praktijk</strong>, zoals foliumzuurgebreksanemie, wordt geschat op 0,5 per 1000<br />

patiënten per jaar 37.<br />

17


4.3 Risico op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong><br />

Bij vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> wordt anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen veroorzaakt door overvloedig vag<strong>in</strong>aal<br />

bloedverlies 38. Volgens He<strong>in</strong>eman 23 neemt <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van anemie ten gevolge van menstruatie toe bij een<br />

bloedverlies van 120 ml of meer. Het is echter lastig <strong>de</strong> hoeveelheid bloedverlies tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> menstruatie<br />

objectief vast te stellen.<br />

De NHG-standaard <strong>Anemie</strong> geeft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> risicofactoren voor een verhoog<strong>de</strong> kans op anemie: zware<br />

menstruaties; slechte voed<strong>in</strong>gsgewoonten (sterk afwijkend dieet, zoals veganisme); recente bloeddonatie en<br />

chronische ziekte 7. <strong>Anemie</strong> door chronische ziekte kan wor<strong>de</strong>n veroorzaakt door een verschei<strong>de</strong>nheid aan<br />

aandoen<strong>in</strong>gen. Deze aandoen<strong>in</strong>gen zoals reumatoï<strong>de</strong> artritis en ziekte van Crohn, hebben een chronisch<br />

ontstek<strong>in</strong>gsproces als gemeenschappelijke factor. Ook acute ontstek<strong>in</strong>gen kunnen een <strong>de</strong>rgelijke (meestal<br />

lichte microcytaire) anemie veroorzaken 7. Het effect van een recente bloeddonatie op het Hb is tij<strong>de</strong>lijk van<br />

aard. Tij<strong>de</strong>ns het preconceptioneel consult is dit dus geen re<strong>de</strong>n voor een Hb-bepal<strong>in</strong>g.<br />

Na een zwangerschap heeft het lichaam van <strong>de</strong> vrouw ongeveer een jaar nodig om zich te herstellen 19.<br />

Wanneer een vrouw b<strong>in</strong>nen een jaar na <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g weer zwanger wordt heeft haar lichaam nog geen<br />

gelegenheid gehad <strong>de</strong> ijzervoorra<strong>de</strong>n aan te vullen die zij nodig heeft om <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> behoefte <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

zwangerschap op te vangen.<br />

Om erachter te komen of een vrouw een verhoog<strong>de</strong> kans heeft op anemie, is het van belang dat u als<br />

<strong>verloskundige</strong> een a<strong>de</strong>quate anamnese afneemt.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Ga na of <strong>de</strong> vrouw een of meer van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> risicofactoren heeft voor anemie:<br />

- afwijken<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsgewoonten (veganisme, eetstoornissen);<br />

- zware of langdurige menstruatie;<br />

- hemoglob<strong>in</strong>opathie of dragerschap hiervan en/of anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> familie (vraag naar <strong>de</strong> uitslag<br />

van <strong>de</strong> hielprik van een eventueel vorig k<strong>in</strong>d);<br />

- niet-Noord-Europese afkomst (<strong>in</strong> verband met verhoogd risico op HbP);<br />

- chronische ziekte zoals <strong>de</strong> ziekte van Crohn of reumatoï<strong>de</strong> artritis.<br />

• Stel op basis van <strong>de</strong> anamnese vast of <strong>de</strong> vrouw tot een risicogroep behoort voor anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

fertiele perio<strong>de</strong>.<br />

4.4 Hb-bepal<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns het preconceptieconsult<br />

<strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> is meestal niet fysiologisch. Is er sprake van een ijzergebreksanemie, dan<br />

kan <strong>de</strong>ze al voor <strong>de</strong> zwangerschap wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. Wanneer een geconstateer<strong>de</strong> ijzergebreksanemie niet<br />

samenhangt met een zware (of langdurige) menstruatie, een slecht voed<strong>in</strong>gspatroon of een recente<br />

zwangerschap, dan is er misschien sprake van overige pathologie. Het is belangrijk dat <strong>de</strong> oorzaak hiervan<br />

wordt on<strong>de</strong>rzocht vóórdat <strong>de</strong> vrouw zwanger wordt. Het standpunt Preconceptiezorg van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> beveelt aan<br />

om het Hb op <strong>in</strong>dicatie te bepalen bij vrouwen met een verhoogd risico op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong> 8.<br />

18


Belangrijk is dat <strong>verloskundige</strong>n en huisartsen nauw samenwerken bij het geven van preconceptiezorg 8. De<br />

preconceptionele diagnostiek en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van (mogelijke) anemie zijn daarom gebaseerd op <strong>de</strong> huidige<br />

NHG standaard <strong>Anemie</strong> 7. Dit beleid is an<strong>de</strong>rs dan het beleid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap en <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>.<br />

Indien u bij <strong>de</strong> groep vrouwen die preconceptioneel on<strong>de</strong>r een risicogroep voor anemie vallen, een Hb prikt<br />

en dit is on<strong>de</strong>r 7,5 mmol/l, dan mag u veron<strong>de</strong>rstellen dat dit veroorzaakt wordt door een<br />

ijzergebreksanemie.<br />

4.5 Beleid bij preconceptionele ijzergebreksanemie<br />

Bij een Hb < 7,5 mmol/l, start u met <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bestaat uit 1 tablet ferrofumaraat 200<br />

mg (65 mg elementair ijzer per tablet) per dag. U schrijft maximaal zes weken behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor (zie ook<br />

hoofdstuk 8 van <strong>de</strong>ze standaard). Ook adviseert u <strong>de</strong> vrouw om na vier tot zes weken een vervolgafspraak te<br />

maken bij <strong>de</strong> huisarts.<br />

In het belang van <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong> zorg voor <strong>de</strong> vrouw en een goe<strong>de</strong> follow-up is het belangrijk dat u <strong>de</strong><br />

huisarts schriftelijk <strong>in</strong>formeert over het lage Hb, <strong>de</strong> voorgeschreven medicatie en <strong>de</strong> afspraken die hierover<br />

zijn gemaakt tij<strong>de</strong>ns het preconceptieconsult.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Bepaal het Hb bij vrouwen die een of meer eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> risicofactoren voor anemie hebben.<br />

• Veron<strong>de</strong>rstel een ijzergebreksanemie bij een te laag Hb ( < 7,5 mmol/l). Schrijf 1 tablet ferrofumaraat<br />

200 mg per dag voor, voor een perio<strong>de</strong> van zes weken.<br />

• Verwijs <strong>in</strong> alle gevallen <strong>de</strong> vrouw met anemie door naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Informeer <strong>de</strong> huisarts schriftelijk over <strong>de</strong> uitkomst van het bloedon<strong>de</strong>rzoek. Geef <strong>de</strong> vrouw het advies<br />

om bij gebleken anemie na vier tot zes weken een afspraak te maken bij haar huisarts voor het<br />

vervolgtraject.<br />

• Bespreek <strong>de</strong> mogelijkheid van dragerschapsdiagnostiek naar HbP met vrouwen van niet-Noord-<br />

Europese afkomst met anemie. Voor dit on<strong>de</strong>rzoek naar HbP verwijst u <strong>de</strong> vrouw naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

Beschikt u over voldoen<strong>de</strong> kennis, dan kunt u dit on<strong>de</strong>rzoek ook zelf uitvoeren.<br />

• Wanneer haar partner eveneens drager is van HbP, verwijst u het paar <strong>de</strong>sgewenst door naar een kl<strong>in</strong>isch<br />

genetisch centrum voor ver<strong>de</strong>re counsel<strong>in</strong>g.<br />

4.6 Preventie van anemie<br />

Indien u naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> anamnese vermoedt dat <strong>de</strong> vrouw een ongezond voed<strong>in</strong>gspatroon heeft, geeft<br />

u voorlicht<strong>in</strong>g over gezon<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en zo nodig verwijst u <strong>de</strong> vrouw (via <strong>de</strong> huisarts) door<br />

naar een diëtist (zie ook hoofdstuk 9 en 10 van <strong>de</strong>ze standaard).<br />

Ook <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> vrouw recent zwanger is geweest, geeft u uitleg over het belang van gezon<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong><br />

voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met lagere ijzervoorra<strong>de</strong>n.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Geef voorlicht<strong>in</strong>g over het belang van gezon<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap me<strong>de</strong> ter<br />

preventie van (ijzergebreks)anemie.<br />

• Verwijs zo nodig door naar een diëtist.<br />

19


5 <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap<br />

De term ‘anemie’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur meestal als i<strong>de</strong>ntiek gezien aan een<br />

laboratoriumuitslag voor Hb of an<strong>de</strong>re parameters on<strong>de</strong>r een vaste referentiewaar<strong>de</strong>. Een voorbeeld is <strong>de</strong><br />

WHO-<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie waarbij anemie is ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als een Hb < 6,8 mmol/l (ofwel < 110 g/l) 34. Een laag Hb kan<br />

<strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad wijzen op ijzergebrek of op afwijk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bloedaanmaak en –afbraak; er is dan sprake van<br />

pathologie die om behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vraagt. Een laag Hb kan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap echter ook veroorzaakt<br />

wor<strong>de</strong>n door hemodilutie, een fysiologische aanpass<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> zwangerschap.<br />

5.1 Verloop van hemoglob<strong>in</strong>egehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap<br />

Een zwangerschap stelt extra eisen aan het lichaam. Het zwangere lichaam is <strong>in</strong> staat zich aan te passen om<br />

aan <strong>de</strong>ze eisen tegemoet te komen, bijvoorbeeld met een aanpass<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> zuurstofbehoefte <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap.<br />

Erytrocyten vervullen dankzij het eiwit hemoglob<strong>in</strong>e een belangrijke rol bij het transport van zuurstof door<br />

het lichaam. Als antwoord op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> zuurstofbehoefte stijgt <strong>de</strong> hoeveelheid erytrocyten met<br />

17% 11,17,39,40. Ook het plasmavolume neemt toe met 50% 11,41. Door <strong>de</strong> ongelijke toename van plasma en<br />

erytrocyten ontstaat er bloedverdunn<strong>in</strong>g; hemodilutie 42. Dit is essentieel voor het <strong>in</strong>terpreteren en<br />

diagnosticeren van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> hemodilutie dalen het<br />

hemoglob<strong>in</strong>egehalte en verschei<strong>de</strong>ne an<strong>de</strong>re bloedparameters. De absolute hoeveelheid hemoglob<strong>in</strong>e stijgt<br />

echter om tegemoet te komen aan <strong>de</strong> extra zuurstofbehoefte van het zwangere lichaam 39. Dit betekent dat <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> zwangerschap an<strong>de</strong>re referentiewaar<strong>de</strong>n van bloedparameters gel<strong>de</strong>n dan buiten <strong>de</strong> zwangerschap. De<br />

plasmatoename duurt tot 30-34 weken amenorroe 40,43,44; <strong>de</strong> hoeveelheid erytrocyten blijft tot het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

zwangerschap toenemen 11,41. Hierdoor vormt het verloop van het hemoglob<strong>in</strong>egehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong> normale<br />

zwangerschap zon<strong>de</strong>r ijzer<strong>de</strong>ficiëntie een U-vormige curve 28,44-50.<br />

In figuur 1 wordt dit goed zichtbaar; hier<strong>in</strong> wordt <strong>de</strong> mediane waar<strong>de</strong> (p50) en <strong>de</strong> 5e percentiel (p5) van het<br />

Hb-verloop aangegeven, gebaseerd op gegevens van twee Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rzoekspopulaties, bestaan<strong>de</strong> uit<br />

(<strong>de</strong>els) ijzergesuppleer<strong>de</strong> en niet-ijzergesuppleer<strong>de</strong> zwangeren 28,48..<br />

21


Hb mmol/l<br />

22<br />

8<br />

7,8<br />

7,6<br />

7,4<br />

7,2<br />

7<br />

6,8<br />

6,6<br />

6,4<br />

6,2<br />

6<br />

5,8<br />

5,6<br />

5,4<br />

5,2<br />

5<br />

Hb-waar<strong>de</strong>n 5e en 50e percentiel uit 2 verschillen<strong>de</strong><br />

studies<br />

10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40<br />

zwangerschapsweken<br />

P5 Her<strong>in</strong>gal N=2901 P5 Steegers N=158<br />

P50 Her<strong>in</strong>ga N=2901 P50 Steegers N=158<br />

Figuur 1, Verloop hemoglob<strong>in</strong>egehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap, 5 e en 50 e percentiel<br />

Hoewel <strong>de</strong> data van Steegers en Her<strong>in</strong>ga gebaseerd zijn op verschillen<strong>de</strong> populaties, wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van<br />

hemodilutie op het Hb verloop door bei<strong>de</strong>n goed gevisualiseerd. Deze on<strong>de</strong>rzoeken tonen aan dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

zwangerschap <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> fysiologische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het bloed kunnen dalen tot on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> die buiten <strong>de</strong> zwangerschap bij vrouwen als grens voor anemie wordt aangehou<strong>de</strong>n. De<br />

referentiewaar<strong>de</strong>n voor het Hb <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap liggen dus niet vast; ze variëren per zwangerschapsduur.<br />

Her<strong>in</strong>ga 28 stelt dat <strong>de</strong> WHO-<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie voor anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap (Hb < 110 g/l = 6,8 mmol/l) <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

geïndustrialiseer<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n niet goed bruikbaar is en voor gebruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>praktijk</strong> herzien moet<br />

wor<strong>de</strong>n. Wanneer alleen het Hb beschikbaar is voor <strong>de</strong> diagnose anemie, dan zijn <strong>de</strong> percentielen per<br />

zwangerschapsweek beter bruikbaar dan <strong>de</strong> vaste grenswaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> WHO. Het gebruik van het 5e<br />

percentiel (p5) als on<strong>de</strong>rgrens is een gebruikelijke referentiewaar<strong>de</strong> en sluit <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zwangerschap<br />

goed aan bij <strong>de</strong> WHO-<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van anemie. De WHO houdt echter geen reken<strong>in</strong>g met hemodilutie 34.<br />

In <strong>de</strong> zwangerschap is door <strong>de</strong> hemodilutie het Hb fysiologisch lager. In een Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie was er bij 75% van <strong>de</strong> zwangeren met een Hb tussen 5,6 en 6,8 mmol/l sprake van<br />

hemodilutie en niet van ijzergebrek 28. Door alleen op het hemoglob<strong>in</strong>egehalte af te gaan zou dus mogelijk bij<br />

75% van <strong>de</strong> vrouwen met een laag Hb ten onrechte <strong>de</strong> diagnose ijzergebreksanemie gesteld wor<strong>de</strong>n.


5.2 Verhoog<strong>de</strong> ijzerabsorptie<br />

In <strong>de</strong> zwangerschap neemt <strong>de</strong> behoefte aan extra ijzer toe: door het toenemend aantal erytrocyten, voor <strong>de</strong><br />

foetus, voor <strong>de</strong> placenta en als ‘buffer’ tegen het bloedverlies bij <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g 11,51-54. Het lichaam reageert<br />

hierop met een toename van <strong>de</strong> absorptie van ijzer uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. In normale omstandighe<strong>de</strong>n wordt<br />

gemid<strong>de</strong>ld circa 10% van het ijzer uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g geabsorbeerd; tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap en <strong>de</strong> lactatieperio<strong>de</strong><br />

kan dit percentage stijgen tot 20% en wanneer er sprake is van een ijzertekort zelfs tot 40% 11,52-55. Bovendien<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ijzervoorra<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het lichaam aangesproken. Pas wanneer <strong>de</strong>ze mechanismen onvoldoen<strong>de</strong> zijn,<br />

wordt een ijzergebrek manifest.<br />

5.3 Hoe vaak komt (ijzergebreks-)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap voor?<br />

Het is moeilijk om een uitspraak te doen over <strong>de</strong> prevalentie van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Dat komt<br />

omdat er geen eenduidigheid is over gehanteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities, tests, referentiewaar<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rzoekspopulaties.<br />

In <strong>de</strong> literatuur wordt gesproken over het voorkomen van een ‘laag Hb’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap bij 2-28% van <strong>de</strong><br />

vrouwen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>in</strong>take 11,28,43,56-58 en bij 2,5–55% van <strong>de</strong> zwangeren <strong>in</strong> het 3e trimester 11,28,43,56,58,59.<br />

IJzergebreksanemie komt, ook weer afhankelijk van gehanteer<strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities en referentiewaar<strong>de</strong>n, aan het<br />

beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zwangerschap bij 1-4% van <strong>de</strong> zwangeren voor.<br />

Een recent uitgevoer<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse studie gebaseerd op <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities van <strong>de</strong><br />

anemiestandaard van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> v<strong>in</strong>dt een prevalentie van anemie van 3,4% tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste controle en<br />

2,7% bij 30 weken 60. Een an<strong>de</strong>re recente Ne<strong>de</strong>rlandse studie constateert een prevalentie van 17,9% bij<br />

zwangere vrouwen met een zwangerschap van 15 weken of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r 61. Deze laatste studie is gebaseerd op<br />

an<strong>de</strong>re referentiewaar<strong>de</strong>n (Hb < 6,8 mmol/l) en an<strong>de</strong>r aanvullend on<strong>de</strong>rzoek (MCV en ferrit<strong>in</strong>e) dan <strong>de</strong><br />

<strong>KNOV</strong>-standaard. Bei<strong>de</strong> studies zijn uitgevoerd <strong>in</strong> grootste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n met een relatief hoog percentage<br />

zwangeren van niet-Noord-Europese afkomst. Een Deense studie v<strong>in</strong>dt een prevalentie van anemie van 4,9%<br />

bij zwangere vrouwen van Deense afkomst bij een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> termijn van 19 weken, gebaseerd op <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van <strong>de</strong> WHO (Hb < 6,8 mmol/l) 62.<br />

5.4 Afwijkend Hb bij zwangeren van Afro-Caribische afkomst<br />

Diverse studies doen verslag van een verschil <strong>in</strong> hemoglob<strong>in</strong>e- en hematocrietwaar<strong>de</strong>n tussen blanke en<br />

‘negroï<strong>de</strong>’ mensen. In <strong>de</strong>ze studies wor<strong>de</strong>n statistisch significant lagere waar<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n bij als negroï<strong>de</strong><br />

geclassificeer<strong>de</strong> zwangeren 11,46,63-66. Dit verschil bestaat zowel bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren als bij volwassenen. Ook tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

zwangerschap blijft dit verschil bestaan 46,63,65,66. De studies zijn gecorrigeerd voor geografische en<br />

sociaaleconomische omstandighe<strong>de</strong>n. Het is echter ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze studies is gecorrigeerd voor <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van hemoglob<strong>in</strong>opathie. Het hemoglob<strong>in</strong>egehalte van zogenaam<strong>de</strong> ‘gezon<strong>de</strong> negroï<strong>de</strong>n’ ligt dus<br />

mogelijk gemid<strong>de</strong>ld 0,4-0,6 mmol/l lager dan bij blanken. In <strong>de</strong> zwangerschap blijft dit verschil bestaan, ook<br />

wanneer gecorrigeerd wordt voor sociaaleconomische factoren.<br />

In onze multiculturele samenlev<strong>in</strong>g is het vaak moeilijk vast te stellen welke zwangeren tot het zogenaam<strong>de</strong><br />

negroï<strong>de</strong> ras behoren en welke niet. Afzon<strong>de</strong>rlijke referentiewaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>ze groep zijn daarom praktisch<br />

gezien niet werkbaar. Indien <strong>de</strong> algemene referentiewaar<strong>de</strong>n voor het Hb wor<strong>de</strong>n gehanteerd, is er ook geen<br />

risico op overbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze groep. Immers, <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve diagnose bij een laag Hb wordt pas gesteld<br />

door het bepalen van het MCV. Er is geen aanleid<strong>in</strong>g om aan te nemen dat dit afwijkt bij <strong>de</strong>ze populatie.<br />

23


Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Hanteer voor het hemoglob<strong>in</strong>egehalte het 5e percentiel (p5) van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een<br />

representatieve Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rzoekspopulatie:<br />

24<br />

Weken<br />

tot en met 13 7,1<br />

14 tot en met 17 6,8<br />

18 tot en met 21 6,5<br />

22 tot en met 37 6,3<br />

Vanaf 38 weken 6,5<br />

Hb-referentiewaar<strong>de</strong>n naar zwangerschapsduur <strong>in</strong> mmol/l (p5-waar<strong>de</strong>n)<br />

• Controleer als regel bij elke zwangere het Hb tweemaal: bij <strong>de</strong> eerste controle en bij 30 weken<br />

zwangerschap, wanneer <strong>de</strong> hemodilutie maximaal is. Wanneer het Hb boven het 5e percentiel (p5) valt,<br />

on<strong>de</strong>rneemt u geen ver<strong>de</strong>re actie.<br />

5.5 Verhoogd risico op ijzergebreksanemie<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> kenmerken en levensstijl van een zwangere vrouw zal anemie <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate<br />

voorkomen. Uit <strong>de</strong> evaluatie van het Centre for Quality of Care Research 6 en uit commentaar verschenen na<br />

publicatie van <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>-standaard <strong>in</strong> 2000 67 blijkt dat sommige <strong>verloskundige</strong>n veel sterke Hb-dal<strong>in</strong>gen<br />

constateren bij zwangeren van niet-Noord-Europese afkomst. Gebrek aan aandacht voor <strong>de</strong>ze groep ziet men<br />

als een knelpunt. Men suggereert dat <strong>de</strong>ze groep vrouwen mogelijk een verhoog<strong>de</strong> kans heeft op het<br />

ontwikkelen van (ijzergebreks-)anemie.<br />

De discussie over het al dan niet controleren op <strong>de</strong> aanwezigheid van HbP sluit hierbij aan, omdat een<br />

positieve uitslag hiervan <strong>in</strong>vloed zou kunnen hebben op het Hb. In <strong>de</strong>ze standaard beperken we ons tot het<br />

beleid voor dragerschap van HbP, aangezien vrouwen met een ernstige HbP-aandoen<strong>in</strong>g een medische<br />

<strong>in</strong>dicatie voor twee<strong>de</strong>- of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijns zorg hebben. Deze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g valt buiten <strong>de</strong> zorgverlen<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

eerstelijns <strong>verloskundige</strong> (zie bijlage 2).<br />

Bij <strong>de</strong> Hb-bepal<strong>in</strong>g via een venapunctie <strong>in</strong> het laboratorium wordt vaak automatisch een uitslag van het MCV<br />

verkregen. Dit gebeurt vooral tij<strong>de</strong>ns het eerste consult. In sommige gevallen blijkt het Hb a<strong>de</strong>quaat (boven<br />

<strong>de</strong> p5 voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> termijn) en het MCV te laag. Ondui<strong>de</strong>lijk is of dit duidt op een risico op anemie,<br />

en wat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze situatie het te voeren beleid zou moeten zijn. In het literatuuron<strong>de</strong>rzoek naar risicofactoren is<br />

specifiek aandacht aan <strong>de</strong>ze knelpunten besteed.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Welke risicogroepen zijn er voor het ontwikkelen van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 4)<br />

Jonge vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Westerse wereld hebben vaak een onvoldoen<strong>de</strong> ijzer<strong>in</strong>name vergeleken met <strong>de</strong><br />

aanbevolen hoeveelheid ijzer 68. Dit levert een probleem op wanneer er een verhoog<strong>de</strong> ijzerbehoefte is door<br />

groei, zwangerschap of bloedverlies. In <strong>de</strong> zwangerschap wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ijzervoorra<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r<br />

aangesproken. Dit is (<strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate) afhankelijk van <strong>de</strong> ijzer- en voed<strong>in</strong>gsstatus van <strong>de</strong> vrouw. Het<br />

lichaam heeft ongeveer een jaar nodig om ijzervoorra<strong>de</strong>n te herstellen 19. Een zwangerschap b<strong>in</strong>nen een jaar<br />

na <strong>de</strong> geboorte van een vorig k<strong>in</strong>d wordt dan ook als een risicofactor voor ijzergebreksanemie gezien. Ook <strong>in</strong><br />

geval van een meerl<strong>in</strong>gzwangerschap, een lage sociaaleconomische status en tienerzwangerschap is <strong>de</strong>


zwangere ‘at risk’ voor een ijzergebreksanemie 63,69-75.<br />

25


Er zijn acht studies gevon<strong>de</strong>n naar risicofactoren voor anemie 71-78. Deze studies wor<strong>de</strong>n besproken <strong>in</strong><br />

evi<strong>de</strong>ncetabel 4. Over <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van overgewicht (BMI > 25) zijn tegenstrijdige resultaten gevon<strong>de</strong>n 72,76-78.<br />

Er wordt zowel een verhoog<strong>de</strong> als een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> kans gevon<strong>de</strong>n op het risico van anemie. In <strong>de</strong> studie van<br />

Rasmussen 78 blijkt on<strong>de</strong>rgewicht (BMI < 19) een significant lager Hb te geven, alhoewel dit niet tot<br />

significant meer anemie leidt. Alhoewel er <strong>in</strong> een aantal studies een relatie lijkt te bestaan tussen roken en een<br />

lager Hb, is <strong>de</strong>ze niet overtuigend door een aantal methodologische kantteken<strong>in</strong>gen 71,72,78. Opvallend is dat er<br />

geen ver<strong>de</strong>re literatuur is gevon<strong>de</strong>n over een verhoogd risico op anemie <strong>in</strong> relatie met levensstijl of<br />

voed<strong>in</strong>gsstatus. De werkgroep beschouwt roken of een afwijkend BMI daarom niet als een risicofactor voor<br />

anemie.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Hebben zwangeren van niet-Noord-Europese afkomst een grotere kans op het ontwikkelen van anemie dan<br />

zwangeren van Noord-Europese afkomst?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 2)<br />

Er zijn slechts drie a<strong>de</strong>quate studies die aansluiten op <strong>de</strong>ze vraag 60,61,76. De gebruikte <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities en<br />

referentiewaar<strong>de</strong>n zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze drie studies verschillend. Dit beïnvloedt <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n prevalenties en <strong>de</strong><br />

samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspopulaties. Vrouwen uit het postpartum on<strong>de</strong>rzoek van Bodnar zijn niet<br />

representatief voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse populatie. De <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van ijzergebreksanemie <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rzoek van<br />

Selles is gebaseerd op het serumferrit<strong>in</strong>e. Ferrit<strong>in</strong>e is een onstabiel eiwit waarvan niet dui<strong>de</strong>lijk is welke<br />

<strong>in</strong>vloed <strong>de</strong> zwangerschap hierop heeft. In tegenstell<strong>in</strong>g tot het on<strong>de</strong>rzoek van Jans heeft het on<strong>de</strong>rzoek van<br />

Selles wel reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met het vóórkomen van hemoglob<strong>in</strong>opathie. Bei<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoeken hebben geen<br />

reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met sociaaleconomische verschillen. De drie on<strong>de</strong>rzoeken komen <strong>de</strong>sondanks tot<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> conclusie: vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst hebben een verhoog<strong>de</strong> kans op (ijzergebreks-<br />

)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Hebben zwangeren die drager zijn van hemoglob<strong>in</strong>opathie een grotere kans op het ontwikkelen van anemie<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 3)<br />

Er wordt slechts één studie over <strong>de</strong>ze kwestie gevon<strong>de</strong>n die voldoet aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>clusiecriteria 20. De belangrijkste<br />

conclusie is dat ijzergebreksanemie gecomb<strong>in</strong>eerd met een foliumzuurgebrek meer voorkomt bij dragers van<br />

hemoglob<strong>in</strong>opathie. Hoewel een recente studie voorzichtiger is, wordt ook <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze studie geconclu<strong>de</strong>erd dat<br />

dragers mogelijk een verhoog<strong>de</strong> kans hebben op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap 79.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Hebben zwangere vrouwen met een normaal Hb en een laag MCV een grotere kans op het ontwikkelen van<br />

anemie later <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 6)<br />

Er is geen literatuur gevon<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> betekenis van een normaal Hb dat gepaard gaat met een laag MCV.<br />

26


Conclusies Studies niveau<br />

Verhoog<strong>de</strong> kans op anemie hebben <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> groepen:<br />

Zwangere tieners B Hamala<strong>in</strong>en 2003<br />

B A<strong>de</strong>bisi 2005,<br />

B Bergmann 2001,<br />

B Ianotti 2005<br />

Vrouwen die b<strong>in</strong>nen een jaar na <strong>de</strong> geboorte van een vorig<br />

k<strong>in</strong>d zwanger zijn<br />

Zwangere vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst<br />

Zwangere vrouwen die drager zijn van hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

5.6 Beleid ten aanzien van HbP-dragers<br />

B Hamala<strong>in</strong>en 2003<br />

D Amel<strong>in</strong>k 2000<br />

B Jans 2008<br />

B Selles 2009<br />

2<br />

B Landman 1988 3<br />

In <strong>de</strong> literatuur is niet te achterhalen waarom zwangere vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst een<br />

grotere kans hebben op het ontwikkelen van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Mogelijk spelen sociaaleconomische<br />

factoren of etniciteit een rol. Naast het geïnclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek van Landman 20 is nog een aantal an<strong>de</strong>re<br />

on<strong>de</strong>rzoeken met betrekk<strong>in</strong>g tot dragerschap van HbP en het risico op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap gevon<strong>de</strong>n.<br />

Deze zijn geëxclu<strong>de</strong>erd, omdat ze zijn uitgevoerd <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslan<strong>de</strong>n 80-82. De auteur van een geëxclu<strong>de</strong>erd<br />

review conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>verloskundige</strong>n alert moeten zijn op het vaker voorkomen van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap bij dragers van HbP 79 (zie ook evi<strong>de</strong>ncetabel 3).<br />

Een hogere <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van anemie wordt vooral gevon<strong>de</strong>n bij dragers van thalassemie of bij dragers van<br />

sikkelcel wanneer dit samen gaat met een alfa-thalassemie. Zij maken als compensatie meer erytrocyten aan<br />

van een kle<strong>in</strong>er volume (↓MCV) met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r Hb per erytrocyt (↓MCH). Hiervoor is meer foliumzuur nodig.<br />

Het is aannemelijk dat zwangere vrouwen die drager zijn van thalassemie meer behoefte aan foliumzuur<br />

hebben 22. Volgens <strong>de</strong> Gezondheidsraad is <strong>de</strong> aanvaardbare bovengrens voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van extra foliumzuur<br />

1 mg per dag voor volwassen personen 33. Extra foliumzuurbehoefte tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gehele zwangerschap wordt<br />

door <strong>de</strong> Gezondheidsraad gesteld op 0,1 mg foliumzuur. Er is geen risico bekend van overdoser<strong>in</strong>g van<br />

foliumzuur dat van nature <strong>in</strong> voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len voorkomt. Wel is het zo dat een teveel aan foliumzuur een<br />

Vitam<strong>in</strong>e-B12 gebrek kan maskeren. De European Food Safety Authority conclu<strong>de</strong>ert dat het optre<strong>de</strong>n van<br />

masker<strong>in</strong>g van vitam<strong>in</strong>e-B12 <strong>de</strong>ficiëntie bij doses foliumzuur van m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 1 mg per dag zeer zeldzaam is 83.<br />

Zwangeren die drager zijn van HbP dienen daarom te wor<strong>de</strong>n gesuppleerd met 0,5 mg foliumzuur per dag.<br />

5.7 Laag MCV bij een normaal Hb<br />

In tegenstell<strong>in</strong>g tot het voorgestel<strong>de</strong> beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> LESA anemie<br />

27<br />

5 is <strong>de</strong> werkgroep van men<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong><br />

<strong>verloskundige</strong> zèlf het beleid kan bepalen bij <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van een normaal Hb en een te laag MCV. Bij een<br />

normaal Hb en een MCV < 80 fL aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> zwangerschap kan er immers sprake zijn van een<br />

gestoor<strong>de</strong> celaanmaak en van een latente ijzergebreksanemie. Bij ongeveer <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> vrouwen met <strong>de</strong>ze<br />

bloedwaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep van Her<strong>in</strong>ga28 wordt <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad later een ijzergebrek manifest. Dit<br />

betreft echter slechts 2% van <strong>de</strong> totale groep, waarvan 1% dus een manifeste ijzergebreksanemie ontwikkelt.<br />

Ook dient bij een MCV van < 70 fL een HbP <strong>in</strong> overweg<strong>in</strong>g genomen te wor<strong>de</strong>n.<br />

Om te voorkomen dat bij 30 weken een extreem laag Hb gevon<strong>de</strong>n wordt, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze zwangeren<br />

beschouwd als een risicogroep voor het ontwikkelen van anemie op een later tijdstip <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Het<br />

2<br />

3


advies is daarom om bij 20 weken een extra controle van het Hb uit te voeren.<br />

28


De extra Hb-controle bij een meerl<strong>in</strong>gzwangerschap zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijn plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

An<strong>de</strong>re mogelijke risicogroepen voor anemie met een primaire medische <strong>in</strong>dicatie zijn <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze<br />

standaard niet on<strong>de</strong>rzocht.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Ga bij <strong>de</strong> eerste zwangerschapscontrole na of <strong>de</strong> zwangere een of meer van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> risicofactoren<br />

heeft voor anemie:<br />

- tienerleeftijd<br />

- beg<strong>in</strong> huidige zwangerschap b<strong>in</strong>nen een jaar na <strong>de</strong> vorige bevall<strong>in</strong>g<br />

- afwijken<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsgewoonten (veganisme, eetstoornissen)<br />

- meerl<strong>in</strong>gzwangerschap<br />

- niet-Noord-Europese afkomst<br />

- dragerschap van hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

- een MCV < 80fL bij een normaal Hb (>p5).<br />

• Voer bij 20 weken amenorroeduur een extra Hb-controle uit bij zwangeren die een verhoogd risico<br />

hebben op ijzergebreksanemie.<br />

• Wanneer u tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste zwangerschapscontrole een laag Hb (


gerapporteerd door <strong>de</strong> zwangeren die placebo’s <strong>in</strong>nemen 47. Er is geen dui<strong>de</strong>lijke relatie tussen het Hb en<br />

psychische of lichamelijke klachten 45,86-89. Klachten van zwangeren alleen zijn dan ook geen re<strong>de</strong>n om<br />

ijzermedicatie voor te schrijven.<br />

In verband met <strong>de</strong> maximale hemodilutie is het niet waarschijnlijk dat een Hb boven <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong> bij<br />

30 weken zwangerschap nog ver<strong>de</strong>r daalt. In pr<strong>in</strong>cipe is er dan ook geen re<strong>de</strong>n om aan te nemen dat het Hb<br />

voor <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g te laag zou zijn. Het streven naar een ‘goed uitgangs-Hb’ voor <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g is vaak re<strong>de</strong>n<br />

voor Hb-bepal<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verstrekk<strong>in</strong>g van ijzermedicatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Een kraamvrouw die <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap een gezond toegenomen bloedvolume heeft, kan echter vanuit het vermogen van<br />

zuurstoftransport een bloedverlies van 1000 ml opvangen 90. Bij een bestaan<strong>de</strong> ijzergebreksanemie ten tij<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> partus is het z<strong>in</strong>vol om het bloedverlies <strong>in</strong> het nageboortetijdperk te beperken. Dit kan door het<br />

nageboortetijdperk actief te lei<strong>de</strong>n, zoals is aangetoond <strong>in</strong> een Ne<strong>de</strong>rlandse trial 91 .<br />

Gevolgen van een laag Hb voor het k<strong>in</strong>d<br />

Er zijn diverse on<strong>de</strong>rzoeken verricht naar <strong>de</strong> relatie tussen een laag Hb en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goe<strong>de</strong><br />

zwangerschapsuitkomsten zoals preterme partus, groeivertrag<strong>in</strong>g en per<strong>in</strong>atale sterfte 43,46,56,57,66,71,72,94-98.<br />

Wanneer er een relatie <strong>in</strong> het eerste trimester is gevon<strong>de</strong>n blijkt, na correctie voor confoun<strong>de</strong>rs, dat <strong>de</strong>ze niet<br />

of nauwelijks door het lage Hb wordt veroorzaakt. De relatie is doorgaans terug te voeren op zwangerschaps-<br />

of persoonskenmerken, zoals obstetrische problemen of <strong>de</strong> sociaaleconomische status van <strong>de</strong> zwangere. Uit<br />

<strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n literatuur kan niet wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat er een causale relatie bestaat tussen anemie en<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> zwangerschapsuitkomsten. Hoewel <strong>de</strong> uitkomsten niet eenduidig zijn, is er een mogelijke relatie<br />

bestaat tussen anemie en prematuriteit (evi<strong>de</strong>ncetabel 1). Het is niet bewezen dat <strong>de</strong> uitkomsten verbeteren<br />

wanneer <strong>de</strong> anemie behan<strong>de</strong>ld wordt en het Hb stijgt. Mogelijk is een laag Hb een <strong>in</strong>dicator van een algehele<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> gezondheidstatus die resulteert <strong>in</strong> een verhoogd risico op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re prematuriteit.<br />

In het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> trimester wordt geen relatie gevon<strong>de</strong>n tussen een laag Hb en slechtere<br />

zwangerschapsuitkomsten. Integen<strong>de</strong>el: er wordt een negatieve correlatie tussen Hb en foetale groei<br />

gevon<strong>de</strong>n: hoe lager het Hb, hoe zwaar<strong>de</strong>r het k<strong>in</strong>d. Dit geldt overigens niet meer voor Hb-waar<strong>de</strong>n < 5,6<br />

mmol/l 45,57,71,94,96,99..<br />

Een hoog blijvend Hb daarentegen kan een signaal van pathologie zijn: er treedt blijkbaar onvoldoen<strong>de</strong><br />

hemodilutie op. Ver<strong>de</strong>re bestu<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van dit aspect valt buiten het bestek van <strong>de</strong>ze standaard.<br />

Ondanks verschillen <strong>in</strong> bloedwaar<strong>de</strong>n tussen moe<strong>de</strong>rs die wel of niet rout<strong>in</strong>ematig ijzer <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap, bestaan er geen significant verschillen <strong>in</strong> ijzerstatus bij hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren 10,16,49,100-102. Dit geldt<br />

zowel direct postpartum (navelstrengbloed) als later <strong>in</strong> het eerste levensjaar. Ook is er geen verschil <strong>in</strong><br />

gezondheidstoestand tussen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van moe<strong>de</strong>rs met of zon<strong>de</strong>r ijzersuppletie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap 98,103.<br />

In <strong>de</strong> meeste bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken krijgen <strong>de</strong> zwangeren ijzersuppletie. Wat <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van een werkelijk<br />

ijzergebrek op <strong>de</strong> zwangerschapsuitkomsten zou zijn, kan uit <strong>de</strong>ze studies dus niet wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd.<br />

IJzergebrek komt <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n we<strong>in</strong>ig voor. Dat betekent aan <strong>de</strong> ene kant dat eventuele negatieve<br />

resultaten moeilijk <strong>in</strong> een on<strong>de</strong>rzoek zichtbaar zullen wor<strong>de</strong>n; aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant betreft het hier een zeer<br />

ger<strong>in</strong>g gezondheidsprobleem 104.<br />

Conclusies Studies niveau<br />

Een causale relatie tussen anemie en zwangerschapsuitkomsten als B Chang 2003 2<br />

preterme geboorte en groeivertrag<strong>in</strong>g kan niet wor<strong>de</strong>n aangetoond B Hamala<strong>in</strong>en 2003<br />

met behulp van <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n literatuur.<br />

B Peters 2006<br />

D Amel<strong>in</strong>k 2000<br />

30


Overige overweg<strong>in</strong>gen<br />

De re<strong>de</strong>n voor een consult <strong>in</strong> verband met een laag Hb (B-<strong>in</strong>dicatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verloskundige Indicatie Lijst 2003)<br />

is het feit dat een Hb < 5,6 mmol/l samengaat met een grotere kans op pathologie, slechtere<br />

zwangerschapsuitkomsten en <strong>de</strong> mogelijkheid dat er bij een <strong>de</strong>rgelijk laag Hb wellicht sprake is van pathologie<br />

bij <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r. Een consult <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>lijn moet meerwaar<strong>de</strong> hebben boven uitgebrei<strong>de</strong> Hb-diagnostiek<br />

zoals aanbevolen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong> <strong>in</strong>dicatielijst. Uitgebrei<strong>de</strong> Hb-diagnostiek is goed mogelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste<br />

lijn <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> huisarts. Er is geen bewijs dat een eenmalig twee<strong>de</strong>lijns consult zon<strong>de</strong>r kl<strong>in</strong>ische<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen een preventieve meerwaar<strong>de</strong> heeft <strong>in</strong> het opsporen van pathologie.<br />

Er is geen literatuur gevon<strong>de</strong>n over een relatie tussen een (extreem) laag Hb en een verhoog<strong>de</strong> kans op een<br />

fluxus. Ook is geen literatuur gevon<strong>de</strong>n over een laag Hb en <strong>de</strong> veiligheid bij <strong>de</strong> thuisbevall<strong>in</strong>g. Het is daarom<br />

niet vast te stellen wat een veilig referentiewaar<strong>de</strong> is van het Hb waarbij een thuisbevall<strong>in</strong>g nog plaats kan<br />

v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij een ernstige anemie <strong>in</strong> het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> trimester van <strong>de</strong> zwangerschap moet u overwegen of <strong>de</strong> partus<br />

nog thuis gepland kan wor<strong>de</strong>n. Aangezien er <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur geen veilige referentiewaar<strong>de</strong> voor een<br />

thuisbevall<strong>in</strong>g is gevon<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>dividuele omstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vrouw een belangrijke rol spelen, zult u dit<br />

echt <strong>in</strong>dividueel moeten beoor<strong>de</strong>len. Met een laag Hb is het raadzaam om na te gaan of er an<strong>de</strong>re (marg<strong>in</strong>ale)<br />

risicofactoren zijn voor ruim bloedverlies (uitzett<strong>in</strong>g, duur bar<strong>in</strong>g, adipositas etc.) en <strong>de</strong>ze mee te wegen bij <strong>de</strong><br />

keus voor <strong>de</strong> plaats van bevall<strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r kunt u besluiten om bij een polikl<strong>in</strong>ische partus kruisbloed af te<br />

nemen.<br />

Uit praktische overweg<strong>in</strong>gen kan <strong>de</strong> classificatie van het NHG wor<strong>de</strong>n aangehou<strong>de</strong>n als referentiewaar<strong>de</strong> (zie<br />

hoofdstuk 1 van <strong>de</strong>ze standaard): een Hb < 5,0 mmol/l duidt op ernstige anemie. Het is tevens van belang<br />

hier dui<strong>de</strong>lijke afspraken over te maken <strong>in</strong> het Verloskundig Samenwerk<strong>in</strong>gs Verband.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Schrijf geen ijzermedicatie voor op basis van klachten.<br />

• Overweeg bij klachten een extra Hb-controle uit te voeren.<br />

• Verwijs bij een Hb van < 5,6 mmol/l voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek door naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Wees extra alert bij een Hb < 5,6 mmol/l op mogelijke aanwijz<strong>in</strong>gen voor groeivertrag<strong>in</strong>g en/of<br />

premature geboorte. Als die aanwijz<strong>in</strong>gen er zijn, verwijst u <strong>de</strong> zwangere door naar <strong>de</strong> gynaecoloog voor<br />

evaluatie van <strong>de</strong> zwangerschap. Als die er niet zijn, verwijst u door naar <strong>de</strong> huisarts voor ver<strong>de</strong>re<br />

diagnostiek.<br />

• Leid het nageboortetijdperk actief van een vrouw met ijzergebreksanemie ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> partus.<br />

• Overweeg een (plaats<strong>in</strong>dicatie voor een) ziekenhuisbevall<strong>in</strong>g en eventueel <strong>de</strong> afname van kruisbloed bij<br />

een zwangere vrouw die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> partus een extreem laag Hb (Hb < 5,0 mmol/l) heeft.<br />

31


6 <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong><br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> (1-10 dagen postpartum) en daarna v<strong>in</strong><strong>de</strong>n er een aantal processen plaats <strong>in</strong> het<br />

lichaam van <strong>de</strong> vrouw om zich aan te passen aan <strong>de</strong> niet-zwangere staat. Zo neemt het plasmavolume<br />

langzaam af, wat <strong>in</strong>vloed heeft op het hemoglob<strong>in</strong>egehalte van het bloed. Of anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong><br />

voorkomt, is van een aantal factoren afhankelijk.<br />

6.1 Relatie Hb ante- en postpartum<br />

Er bestaat geen dui<strong>de</strong>lijke relatie tussen het Hb voor en na <strong>de</strong> partus. Uit <strong>de</strong> LENTE-studie blijkt dat een laag<br />

antepartum Hb (< 6,0 mmol/l) <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> dag postpartum gemid<strong>de</strong>ld 1,5 mmol/l gestegen is 91. Deze stijg<strong>in</strong>g is<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r naarmate het Hb antepartum hoger is; bij een antepartum-Hb van 7,5 mmol/l wordt nauwelijks een<br />

verschil met het Hb op <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> dag postpartum gevon<strong>de</strong>n 91. Uit <strong>de</strong> uitkomsten van an<strong>de</strong>re studies blijkt dat<br />

het verschil <strong>in</strong> Hb-waar<strong>de</strong>n antepartum en postpartum slechts voor een <strong>de</strong>el door <strong>de</strong> hoeveelheid bloedverlies<br />

wordt verklaard 88,89,91,103. De belangrijkste verklar<strong>in</strong>g hiervoor lijkt dat het lichaam zich aanpast aan <strong>de</strong> nietzwangere<br />

omstandighe<strong>de</strong>n en dat het Hb <strong>de</strong> eerste dagen van het kraambed on<strong>de</strong>rhevig is aan vele,<br />

<strong>in</strong>dividueel bepaal<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen 49,70,104,105.<br />

6.2 Prevalentie van anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong><br />

Er is we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rzoek te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n over <strong>de</strong> prevalentie van anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> LENTEstudie<br />

91 wordt een prevalentie gevon<strong>de</strong>n van 10,4% (bij een actief nageboortetijdperk) en 17,0% (bij een<br />

afwachtend nageboortetijdperk) op <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> tot zes<strong>de</strong> dag postpartum bij een referentiewaar<strong>de</strong> van < 6,5<br />

mmol/l. Zes weken postpartum bleek er geen verschil meer te zijn bij bei<strong>de</strong> groepen. Bodnar 106 v<strong>in</strong>dt<br />

postpartum een anemie prevalentie van 27% bij vrouwen met een lage sociaaleconomische status, waaron<strong>de</strong>r<br />

een groot aantal tieners. De postpartumperio<strong>de</strong> <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek beslaat wel bijna zes maan<strong>de</strong>n.<br />

6.3 Referentiewaar<strong>de</strong>n van het Hb tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong><br />

Algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n voor het diagnosticeren van anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> zijn<br />

niet gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur. Het hemoglob<strong>in</strong>egehalte is <strong>de</strong> eerste dagen van het kraambed aan vele, ook<br />

<strong>in</strong>dividueel bepaal<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rhevig. Dit verklaart <strong>de</strong> fluctuaties <strong>in</strong> het Hb <strong>de</strong> eerste dagen<br />

postpartum. Het is aannemelijk dat het hemoglob<strong>in</strong>egehalte bij ‘normaal’ bloedverlies postpartum, na<br />

fluctuaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste dagen, 1 week postpartum weer <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van voor <strong>de</strong> partus heeft bereikt. Daarna<br />

stijgt het hemoglob<strong>in</strong>egehalte b<strong>in</strong>nen zes maan<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> niet-zwangere normaalwaar<strong>de</strong>n 48,70,105.<br />

Als referentiewaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> p5 van <strong>de</strong> à terme hemoglob<strong>in</strong>ewaar<strong>de</strong> gekozen, namelijk<br />

6,5 mmol/l. Op basis van het on<strong>de</strong>rzoek van Steegers 107 wordt bij zes weken postpartum een<br />

referentiewaar<strong>de</strong> van 7,2 mmol/l als on<strong>de</strong>rgrens gekozen. Dit is <strong>de</strong> p5 uit een on<strong>de</strong>rzoekspopulatie met zowel<br />

nulli-als multiparae uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf <strong>de</strong> eerste week postpartum tot aan <strong>de</strong> nacontrole<br />

zal het Hb een stijgen<strong>de</strong> lijn vertonen. Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zult u<br />

daar reken<strong>in</strong>g mee moeten hou<strong>de</strong>n.<br />

33


Aanbevel<strong>in</strong>g<br />

• Hanteer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> Hb-referentiewaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> postpartumperio<strong>de</strong> <strong>in</strong> mmol/l:<br />

1-5 weken postpartum 6,5<br />

6 weken postpartum 7,2<br />

6.4 Kans op anemie postpartum<br />

Uit <strong>de</strong> LENTE-studie komt naar voren dat er een significant grotere kans is op anemie (RR 1,7 BI 1,3 – 2,3)<br />

op <strong>de</strong> 4 e-6 e dag postpartum bij vrouwen waar het nageboortetijdperk niet actief geleid is 91. Deze groep heeft<br />

echter ook statistisch significant meer bloedverlies: een laag Hb is hier waarschijnlijk een logisch gevolg van.<br />

Ver<strong>de</strong>r blijkt uit <strong>de</strong>ze studie dat bij vrouwen met een laag Hb antepartum <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> dag postpartum het Hb<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gedaald is bij een fluxus van >1000 cc dan bij vrouwen met een hoger Hb antepartum.<br />

Meer<strong>de</strong>re studies tonen aan dat <strong>de</strong> hoeveelheid bloedverlies durante partum een significante relatie heeft met<br />

het Hb postpartum 28,88,89,108. Her<strong>in</strong>ga kijkt zowel naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van het Hb antepartum als <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

bloedverlies durante partu en conclu<strong>de</strong>ert dat het beperken van het bloedverlies durante partu een beter<br />

aangrijp<strong>in</strong>gspunt is om bloedtransfusies te voorkomen dan <strong>de</strong> bijdrage van een screen<strong>in</strong>gsprogramma om<br />

anemie te voorkomen 28. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Bodnar komt naar voren dat vrouwen met obesitas een<br />

verhoog<strong>de</strong> kans hebben op anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>. Dit on<strong>de</strong>rzoek heeft echter een zeer specifieke<br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie, waarvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten niet zomaar kunnen wor<strong>de</strong>n vertaald naar <strong>de</strong><br />

eerstelijnspopulatie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland 76.<br />

6.5 Klachten <strong>in</strong> het kraambed<br />

Vrouwen ervaren <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g vaak als <strong>in</strong>tensief en zwaar 109. Door verschei<strong>de</strong>ne factoren zijn<br />

vermoeidheidsklachten normaal tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>. Zoals eer<strong>de</strong>r vermeld is er geen dui<strong>de</strong>lijke relatie<br />

tussen het Hb en psychische of lichamelijke klachten 45,86-89. Klachten zijn daarom tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

pr<strong>in</strong>cipe geen aanleid<strong>in</strong>g om ijzer voor te schrijven. Wanneer u op basis van klachten en het kl<strong>in</strong>isch beeld<br />

toch een anemie vermoedt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong>, voert u eerst na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek uit met een Hb-bepal<strong>in</strong>g.<br />

6.6 Controle anemie postpartum<br />

Indien aan het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> zwangerschap ijzertherapie is gestart, wordt postpartum dat beleid aangehou<strong>de</strong>n.<br />

U bepaalt 3-6 weken na <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g een Hb ter controle van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Dit geldt ook na<br />

een eventuele <strong>in</strong>gezette behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g postpartum <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn ten gevolge van een fluxus. Mogelijk valt dit<br />

samen met het tijdstip van <strong>de</strong> nacontrole. Indien dit niet zo is, kunt u <strong>de</strong> vrouw verzoeken op het spreekuur<br />

te komen voor een Hb-controle.<br />

Is een Hb-controle na <strong>de</strong> bevall<strong>in</strong>g noodzakelijk, dan voert u <strong>de</strong>ze aan het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> (7-10<br />

dagen postpartum) uit. Eer<strong>de</strong>re controle van het Hb is door <strong>de</strong> vele (<strong>in</strong>dividueel bepaal<strong>de</strong>) veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen niet<br />

z<strong>in</strong>vol 49,70,90,102,104,105,110. Daarnaast is altijd het kl<strong>in</strong>isch beeld me<strong>de</strong> bepalend wanneer een Hb-controle <strong>in</strong> het<br />

kraambed wordt uitgevoerd.<br />

Bij <strong>de</strong> nacontrole 6 weken postpartum is er alleen re<strong>de</strong>n voor een Hb-bepal<strong>in</strong>g als <strong>de</strong>ze 3-6 weken na <strong>de</strong> start<br />

van ijzertherapie plaats v<strong>in</strong>dt. Een Hb-bepal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> is voldoen<strong>de</strong>, aangezien <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

anemie <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe bekend is.<br />

34


Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Bepaal aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> (7-10 dagen postpartum) bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> situaties een Hb:<br />

- bij een fluxus postpartum waarbij geen behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is gestart zoals een bloedtransfusie of ijzertherapie;<br />

- wanneer aan het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> zwangerschap ijzertherapie is gestart en <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt<br />

gecont<strong>in</strong>ueerd. Ten m<strong>in</strong>ste 3-6 weken na <strong>de</strong> start van <strong>de</strong>ze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voert u een Hb-controle uit.<br />

• Bij een Hb < 6,5 mmol/l <strong>in</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> schrijft u ijzertherapie voor.<br />

• Bepaal bij <strong>de</strong> nacontrole 6 weken postpartum het Hb wanneer <strong>de</strong> vrouw<br />

- op dat moment nog (een on<strong>de</strong>rhoudsdosis) ijzertherapie heeft;<br />

- direct postpartum of tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> met ijzertherapie is gestart;<br />

• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole is gestegen, maar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 7,2 mmol/l bedraagt, dan cont<strong>in</strong>ueert u <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en volgt na 3-6 weken een Hb-controle bij <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole niet is gestegen en <strong>de</strong> therapietrouw a<strong>de</strong>quaat is, dan verwijst u <strong>de</strong><br />

vrouw naar <strong>de</strong> huisarts voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek.<br />

• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole een waar<strong>de</strong> heeft van 7,2 mmol/l of meer, dan stopt u met <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

35


7 De diagnose (ijzergebreks-)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap<br />

Bij een laag Hb ( 100 fL (macrocytaire anemie) kan wijzen op megaloblastaire anemie (vitam<strong>in</strong>e B12 of<br />

foliumzuur<strong>de</strong>ficiëntie) of een hemolytische anemie 122,125.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Is een Hb-bepal<strong>in</strong>g, zonodig gevolgd door een MCV-bepal<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> meest a<strong>de</strong>quate metho<strong>de</strong> voor het<br />

vaststellen van ijzergebreksanemie bij zwangere vrouwen?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 5)<br />

Bij het uitvoeren van on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> diagnostiek van anemie is er een gou<strong>de</strong>n standaardtest nodig waar <strong>de</strong><br />

nieuwe test mee vergeleken kan wor<strong>de</strong>n. Alleen een beenmergpunctie kan met zekerheid vaststellen of er<br />

sprake is van ijzergebreksanemie 18. Dit is een belastend on<strong>de</strong>rzoek dat niet of nauwelijks meer wordt gebruikt.<br />

Er is voor <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraagstell<strong>in</strong>g geen on<strong>de</strong>rzoek van voldoen<strong>de</strong> kwaliteit gevon<strong>de</strong>n dat<br />

vol<strong>de</strong>ed aan <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> <strong>in</strong>clusiecriteria.<br />

Overige overweg<strong>in</strong>gen<br />

Buiten <strong>de</strong> zwangerschap wordt een serumferrit<strong>in</strong>ebepal<strong>in</strong>g gebruikt voor het vaststellen van<br />

ijzergebreksanemie 7. De fysiologie van ijzerabsorptie <strong>in</strong> het lichaam veran<strong>de</strong>rt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap en<br />

heeft mogelijk <strong>in</strong>vloed op het ferrit<strong>in</strong>e <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Ferrit<strong>in</strong>e is een eiwit. Zwangerschapshormonen<br />

hebben effect op <strong>de</strong> eiwitsynthese: het is onbekend wat het effect hiervan is op het serumferrit<strong>in</strong>e.<br />

Serumferrit<strong>in</strong>e kent <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap an<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>n dan daarbuiten. Het serumferrit<strong>in</strong>egehalte kan <strong>in</strong><br />

geval van <strong>in</strong>fectie (acuut of chronisch) tot driemaal <strong>de</strong> normaalwaar<strong>de</strong>n stijgen 99. Dat kan er toe lei<strong>de</strong>n dat er,<br />

ondanks ijzergebrek, een normaal of zelfs verhoogd serumferrit<strong>in</strong>e gevon<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dien er gelijktijdig<br />

sprake is van een <strong>in</strong>fectie, ontstek<strong>in</strong>g of maligniteit 12.<br />

Een MCV-bepal<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een Hb-bepal<strong>in</strong>g een sensitieve test die <strong>in</strong> het laboratorium<br />

automatisch mee wordt bepaald en geen extra kosten met zich meebrengt 28,69,111. Het MCV is nauwelijks<br />

gevoelig voor hemodilutie; het veran<strong>de</strong>rt <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> zwangerschap weliswaar, maar <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen<br />

zijn slechts ger<strong>in</strong>g 48. Dit maakt het MCV daardoor bij uitstek geschikt voor diagnostiek <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap.<br />

37


De bepal<strong>in</strong>g van serumferrit<strong>in</strong>e is niet gestandaardiseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> laboratoria <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Waar bijvoorbeeld<br />

het ene laboratorium 40 µg/l meet, zal het an<strong>de</strong>re laboratorium 60 µg/l, 220 µg/l of 260 µg/l meten. Dit<br />

compliceert het bepalen van a<strong>de</strong>quate lan<strong>de</strong>lijke referentiewaar<strong>de</strong>n (expert op<strong>in</strong>ie, zie evi<strong>de</strong>ncetabel 5).<br />

Het is dus niet nodig om <strong>de</strong> huidige diagnostiek van ijzergebreksanemie te veran<strong>de</strong>ren. Er is geen bewijs<br />

gevon<strong>de</strong>n dat een Hb-bepal<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rsteund door een ferrit<strong>in</strong>ebepal<strong>in</strong>g een betere metho<strong>de</strong> is voor <strong>de</strong><br />

diagnose ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap.<br />

Hoewel ijzergebrek na hemodilutie <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> oorzaak is van een te laag Hb, kunnen er ook<br />

an<strong>de</strong>re oorzaken aan ten grondslag liggen. Allochtone vrouwen vormen een risicogroep voor<br />

hemoglob<strong>in</strong>opathie. Bij <strong>de</strong>ze vrouwen moet bij een te laag Hb ook gedacht wor<strong>de</strong>n aan hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

(zie bijlage 2). Dragers van thalassemie kunnen net als an<strong>de</strong>re vrouwen een ijzertekort hebben: ijzergebrek en<br />

thalassemie sluiten elkaar niet uit. Het is daarom aan te bevelen om bij anemische dragers het ferrit<strong>in</strong>e gehalte<br />

te laten bepalen, omdat een MCV-bepal<strong>in</strong>g als diagnostische test voor ijzergebrek bij thalassemiedragers geen<br />

waar<strong>de</strong> heeft 22.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Wanneer het Hb te laag is (Hb


Afnemen van capillair bloed<br />

Het hemoglob<strong>in</strong>egehalte kan zowel uit capillair als veneus bloed wor<strong>de</strong>n bepaald. Bij capillaire afname is het<br />

van belang dat dit op een zorgvuldige, gestandaardiseer<strong>de</strong> wijze gebeurt. Capillair bloed kan namelijk<br />

gemakkelijk met weefselvocht wor<strong>de</strong>n verdund. Een plaatselijk slechte bloedcirculatie kan echter een te hoge<br />

leukocyten- en/of erytrocytenconcentratie <strong>in</strong> het capillair bloed veroorzaken 112. Een capillaire Hb-bepal<strong>in</strong>g<br />

kan dus zowel een te laag als te hoog Hb aangeven.<br />

Het gebruik van een automatisch priksysteem bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> standaardisatie van <strong>de</strong> afname en voorkomt dat te<br />

oppervlakkig of juist te diep wordt geprikt. De precieze wijze van afname dient op voorschrift van <strong>de</strong><br />

fabrikant van <strong>de</strong> specifieke meetapparatuur te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re Hemocue (B-Hemoglob<strong>in</strong><br />

AB) is <strong>in</strong> een vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek gevon<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> Hemocue Hb-waar<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld 0,2 mmol/l lager is<br />

dan <strong>de</strong> veneuze labwaar<strong>de</strong> 113. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n van Hb-meters <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn komen re<strong>de</strong>lijk overeen<br />

met <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n 114. De nieuwe Hemocue 201 analyzer kan zowel capillair als veneus bloed meten en<br />

is automatisch gekalibreerd. Toch zullen <strong>de</strong> Hb-waar<strong>de</strong>n uit het lab over het algemeen betrouwbaar<strong>de</strong>r zijn.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Vraag bij bloedafname <strong>in</strong> het laboratorium naast het Hb ook het MCV aan.<br />

• Voor een Hb-bepal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> uw eigen <strong>praktijk</strong> neemt u het bloed capillair of veneus af op<br />

gestandaardiseer<strong>de</strong> wijze (volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>structies van <strong>de</strong> fabrikant van <strong>de</strong> meetapparatuur).<br />

• Voor <strong>de</strong> MCV-bepal<strong>in</strong>g dient veneus bloed te wor<strong>de</strong>n afgenomen. Dat kunt u zelf doen of het<br />

laboratorium laten uitvoeren.<br />

39


8 Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

Meest effectieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

Is er sprake van ijzergebreksanemie, dan schrijft u een ijzerpreparaat voor. Een ijzerpreparaat is alleen<br />

bedoeld om <strong>de</strong> ijzer<strong>de</strong>ficiëntie te corrigeren en lost <strong>de</strong> oorzaak van het ijzergebrek dus niet op.<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Wat is <strong>de</strong> meest effectieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van (ijzergebreks-)anemie bij zwangere vrouwen en bij vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

kraambedperio<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstelijns <strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 7)<br />

Bij a<strong>de</strong>quate therapie zal het Hb na twee weken weer stijgen. Na een à twee maan<strong>de</strong>n moet het<br />

erytrocytenvolume genormaliseerd zijn. Dit is afhankelijk van <strong>de</strong> mate van anemie, <strong>de</strong> absorptie van het ijzer<br />

en <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g 11. Een hogere doser<strong>in</strong>g van ijzermedicatie leidt tot betere laboratoriumwaar<strong>de</strong>n, maar gaat ook<br />

gepaard met meer bijwerk<strong>in</strong>gen 115. Er zijn geen aanwijz<strong>in</strong>gen dat betere laboratoriumuitkomsten gepaard gaan<br />

met betere per<strong>in</strong>atale kl<strong>in</strong>ische uitkomsten 115 (zie ook evi<strong>de</strong>ncetabel 1).<br />

Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Zhou 116 blijkt dat er een dosis-responsrelatie bestaat tussen een toenemend Hb en een<br />

hogere ijzerdoser<strong>in</strong>g. Bij zowel een doser<strong>in</strong>g van 20, 40 als 80 mg elementair ijzer per dag blijkt na 8 weken<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemid<strong>de</strong>ld een referentiewaar<strong>de</strong> van 6,8 mmol/l bereikt te zijn bij anemische zwangeren. Bij een<br />

doser<strong>in</strong>g van 20 mg elementair ijzer <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met een doser<strong>in</strong>g van 80 mg, heeft <strong>de</strong> groep met <strong>de</strong> lagere<br />

doser<strong>in</strong>g meer ijzergebreksanemie. In vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> groep die 40 mg krijgt voorgeschreven is er echter<br />

geen verschil. De groep met <strong>de</strong> hogere doser<strong>in</strong>g heeft echter ook meer klachten (zie evi<strong>de</strong>ncetabel 7). Deze<br />

klachten zijn vaak terug te voeren op een te hoge doser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> behoefte van het lichaam.<br />

Veel vrouwen hebben klachten ten gevolge van <strong>de</strong> ijzermedicatie: 20-40% klaagt over maag-darmklachten,<br />

met name obstipatie 11,13,70,89. Maar ook misselijkheid, braken en maagpijn komen voor 116. Klachten ten<br />

gevolge van ijzermedicatie kunnen <strong>de</strong> therapietrouw beïnvloe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> oorzaak zijn van een niet-herstellend<br />

hemoglob<strong>in</strong>egehalte 11,69,89,115,117,118. Tieners van lagere sociaaleconomische afkomst zijn het m<strong>in</strong>st<br />

therapietrouw 117.<br />

Informed consent over <strong>de</strong> bijwerk<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>ische implicaties van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap is van belang<br />

bij het voorschrijven van ijzermedicatie. Op het moment dat een zwangere last heeft van bijwerk<strong>in</strong>gen moet u<br />

overwegen om <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g te halveren of om te stoppen. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van <strong>de</strong> mate van<br />

anemie.<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g van bovenstaan<strong>de</strong> studies kunnen we conclu<strong>de</strong>ren dat een lagere doser<strong>in</strong>g elementair ijzer ter<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap is gerechtvaardigd. De therapietrouw is beter <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g<br />

lager is en er tre<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r klachten op. Op basis van klachten zou <strong>de</strong> keuze vallen op een doser<strong>in</strong>g van 20<br />

mg elementair ijzer. Bij een doser<strong>in</strong>g van 20 mg elementair ijzer is er een grotere kans op ijzergebreksanemie<br />

dan bij een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van 40 mg elementair ijzer. Een doser<strong>in</strong>g van 40 mg elementair ijzer is echter niet<br />

regulier beschikbaar via <strong>de</strong> apotheek <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Bij een bewezen ijzergebreksanemie (laag Hb, laag MCV)<br />

kiezen we daarom voor een behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van 65 mg elementair ijzer per dag. Dit komt neer op 1 tablet<br />

ferrofumaraat à 200 mg per dag.<br />

De beschikbaarheid van het ijzer uit <strong>de</strong> medicatie neemt af <strong>in</strong>dien <strong>de</strong>ze wordt <strong>in</strong>genomen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maaltijd.<br />

De absorptie kan hierdoor met een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of zelfs <strong>de</strong> helft verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren 118. Aangezien <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g laag is<br />

waardoor <strong>de</strong> klachten waarschijnlijk m<strong>in</strong>imaal zijn, wordt aanbevolen <strong>de</strong> ijzermedicatie op een lege maag, dat<br />

41


wil zeggen vóór <strong>de</strong> maaltijd, <strong>in</strong> te nemen. Indien <strong>de</strong>ze wijze van <strong>in</strong>name alsnog leidt tot klachten, dan is <strong>de</strong><br />

aanbevel<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> medicatie nà <strong>de</strong> maaltijd <strong>in</strong> te nemen.<br />

Rout<strong>in</strong>ematige ijzersuppletie<br />

In <strong>de</strong> literatuur is geen waarneembaar positief effect van rout<strong>in</strong>ematige ijzer- of foliumzuursuppletie te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

op moe<strong>de</strong>rlijke of k<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijke uitkomsten zoals bloedverlies ante- of postpartum, <strong>in</strong>fecties, preterme bar<strong>in</strong>g,<br />

geboortegewicht of sterfte. Vrouwen voelen zich bij een hoger Hb-gehalte als regel ook niet beter dan<br />

vrouwen met een lager Hb 47,85,111,119.<br />

Conclusies Studies niveau<br />

Een hogere doser<strong>in</strong>g van ijzermedicatie heeft geen <strong>in</strong>vloed op het A Zhou 2009 1<br />

voorkomen van anemie na <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Bij het optre<strong>de</strong>n van<br />

bijwerk<strong>in</strong>gen is een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r str<strong>in</strong>gent voorschrijfbeleid of een lagere dosis<br />

gerechtvaardigd.<br />

A Reveiz 2007<br />

Een lage dosis ijzer (40 mg) is even effectief bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<br />

ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap vergeleken met een hoge doser<strong>in</strong>g<br />

(80 mg) ijzer<br />

A Zhou 2009 2<br />

Overige overweg<strong>in</strong>gen<br />

De doser<strong>in</strong>g van 100 tot 200 mg elementair ijzer die over het algemeen wordt voorgeschreven, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap 7, is gebaseerd op ou<strong>de</strong> studies 118. De <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> het Farmacotherapeutisch Kompas<br />

(www.fk.cvz.nl) over <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g is gebaseerd op verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie.<br />

Het Farmacotherapeutisch Kompas raadt zogenaam<strong>de</strong> slow-releasepreparaten (zoals Fero-Gradumet®) af<br />

vanwege <strong>de</strong> ger<strong>in</strong>gere absorptie. De meerwaar<strong>de</strong> van duur<strong>de</strong>re bruistabletten (zoals Losferron®) is volgens<br />

het Kompas nog onvoldoen<strong>de</strong> bewezen 120. Zij adviseren bij het voorschrijven van orale ijzerpreparaten<br />

eveneens op het kostenaspect te letten.<br />

Indien <strong>de</strong> anemie zodanig ernstig is dat ijzermedicatie noodzakelijk is en orale toedien<strong>in</strong>g niet gebruikt kan<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> verband met een slechte ijzerabsorptie <strong>in</strong> <strong>de</strong> darmen of bij ernstige bijwerk<strong>in</strong>gen, kan parenterale<br />

(<strong>in</strong>traveneuze) ijzermedicatie wor<strong>de</strong>n gebruikt. Na <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g wordt het ijzer snel opgenomen <strong>in</strong> vooral<br />

lever en milt waaruit het langzaam wordt opgenomen. Uit kl<strong>in</strong>isch oogpunt kan snelle aanvull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

ijzervoorra<strong>de</strong>n noodzakelijk zijn, zoals bij een zeer ernstige anemie vlak voor <strong>de</strong> à terme datum of<br />

postpartum. Of <strong>de</strong>ze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voor een snelle correctie van anemie tot een beter resultaat leidt dan met<br />

orale therapie, is alleen on<strong>de</strong>rzocht <strong>in</strong> farmacok<strong>in</strong>etisch on<strong>de</strong>rzoek 120. Parenterale preparaten zoals<br />

Cosmofer® en Venofer® wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het eerste trimester van <strong>de</strong> zwangerschap afgera<strong>de</strong>n vanwege teratogene<br />

effecten bij dierproeven. In het twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> trimester kan dit preparaat wel wor<strong>de</strong>n gebruikt, echter na<br />

zorgvuldige afweg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bijwerk<strong>in</strong>gen. Deze behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is alleen mogelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn.<br />

Maagzuurremmers verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> absorptie van ijzer aanzienlijk 13. Bij het voorschrijven van<br />

maagzuurremmers en een ijzerpreparaat moet u <strong>de</strong> zwangere wijzen op <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>teractie en op het advies om<br />

het ijzerpreparaat m<strong>in</strong>imaal twee uur voor het maagzuurb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l <strong>in</strong> te nemen. Het beste kan ijzer een<br />

uur voor <strong>de</strong> maaltijd <strong>in</strong>genomen wor<strong>de</strong>n en het maagzuurb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l een uur erna.<br />

Er is geen bewijs dat alternatieve (krui<strong>de</strong>n)medicatie en/of multivitam<strong>in</strong>etabletten een therapeutische waar<strong>de</strong><br />

hebben bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van ijzergebreksanemie. Engstrom stelt dat ijzer het beste wordt geabsorbeerd als<br />

het gegeven wordt <strong>in</strong> een tablet dat louter ijzerzout bevat 121. Wanneer ijzer <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een multivitam<strong>in</strong>e<br />

of m<strong>in</strong>eralentablet wordt <strong>in</strong>genomen, is <strong>de</strong> ijzerabsorptie afhankelijk van <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tablet en<br />

daardoor variabel en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r efficiënt. Daarnaast is bij een ijzergebreksanemie therapeutische ijzermedicatie<br />

42


nodig; een multivitam<strong>in</strong>e of een m<strong>in</strong>eralenpreparaat is dan niet voldoen<strong>de</strong>. Een mid<strong>de</strong>l als Floradix® bevat<br />

slechts 15 mg elementair ijzer per 20 ml. Hoewel <strong>de</strong> erytropoëse door sommige vitam<strong>in</strong>es wordt verbeterd,<br />

zal <strong>de</strong> respons op <strong>de</strong> ijzertherapie niet verbeteren als er geen sprake is van een <strong>de</strong>ficiëntie van <strong>de</strong>rgelijke<br />

vitam<strong>in</strong>es 111,121. Bovendien zijn alternatieve mid<strong>de</strong>len vaak duur en wor<strong>de</strong>n ze niet vergoed door <strong>de</strong><br />

ziektekostenverzeker<strong>in</strong>g.<br />

Wanneer ijzersuppletie is voorgeschreven, stelt u na drie tot zes weken een vervolgcontrole <strong>in</strong>. Dit is<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> termijn en ernst van <strong>de</strong> anemie, waar<strong>in</strong> het Hb en zo nodig het MCV weer wor<strong>de</strong>n<br />

gecontroleerd. Na drie weken a<strong>de</strong>quate therapie zou het Hb al gestegen moeten zijn 11. Na terugkeer naar (ten<br />

m<strong>in</strong>ste) <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n moet <strong>de</strong> vrouw, om <strong>de</strong> ijzervoorra<strong>de</strong>n aan te vullen, nog zes weken een<br />

on<strong>de</strong>rhoudsdoser<strong>in</strong>g <strong>in</strong>nemen. Dit is bij voorkeur <strong>de</strong> halve doser<strong>in</strong>g, maar niet alle ijzerpreparaten bevatten<br />

een dui<strong>de</strong>lijke breeklijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> tablet. De on<strong>de</strong>rhoudsdoser<strong>in</strong>g bestaat dan uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van één tablet<br />

ferrofumaraat om <strong>de</strong> dag.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Schrijf bij een bewezen ijzergebreksanemie één ijzerpreparaat voor van 65 mg elementair ijzer per dag,<br />

bij voorkeur ferrofumaraat. Dit komt neer op één tablet ferrofumaraat à 200 mg (65 mg elementair ijzer<br />

per tablet).<br />

• Adviseer <strong>de</strong> vrouw om <strong>de</strong> ijzermedicatie bij voorkeur op een lege maag <strong>in</strong> te nemen. Geeft dit te veel<br />

klachten, dan kan zij <strong>de</strong> medicatie nà <strong>de</strong> maaltijd <strong>in</strong>nemen.<br />

• Ontraad <strong>de</strong> vrouw om ijzermedicatie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maaltijd <strong>in</strong> te nemen.<br />

• Ontraad <strong>de</strong> vrouw om alternatieve ijzermedicatie, multi-vitam<strong>in</strong>etabletten en siropen <strong>in</strong> te nemen als<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bij een bewezen ijzergebreksanemie.<br />

• Controleer na drie tot zes weken ijzersuppletie via een Hb-bepal<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> medicatie het gewenste effect<br />

heeft.<br />

• Schrijf bij het bereiken van <strong>de</strong> referentiewaar<strong>de</strong>n een on<strong>de</strong>rhoudsdoser<strong>in</strong>g voor. Deze doser<strong>in</strong>g duurt zes<br />

weken en bestaat uit één tablet ferrofumaraat à 200 mg (65 mg elementair ijzer per tablet) om <strong>de</strong> dag.<br />

• Pas <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong> geval van bijwerk<strong>in</strong>gen. Afhankelijk van <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> ijzergebreksanemie kunt<br />

u ook besluiten om te stoppen.<br />

43


9 Voed<strong>in</strong>g<br />

Vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Hebben zwangere vrouwen met een a<strong>de</strong>quaat voed<strong>in</strong>gspatroon m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kans op anemie dan zwangere<br />

vrouwen met een <strong>in</strong>a<strong>de</strong>quaat voed<strong>in</strong>gspatroon?<br />

(evi<strong>de</strong>ncetabel 8)<br />

9.1 IJzer<strong>in</strong>name<br />

Uit <strong>de</strong> resultaten van een voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g blijkt dat <strong>de</strong> ijzer<strong>in</strong>name (9,4 mg/d, sd 3,7 mg/d) van <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse jonge vrouwen (19-30 jaar) te laag is voor <strong>de</strong> aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (15 mg/d). De<br />

voornaamste bronnen van ijzer via het eten zijn: 28% via graanproducten en 15% via vlees. Van het ijzer<br />

wordt 36% geconsumeerd tij<strong>de</strong>ns het avon<strong>de</strong>ten, 24% tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lunch, 15% tij<strong>de</strong>ns het ontbijt en 25%<br />

tussendoor 122. Het Gezondheidsraadrapport uit 2009 33 laat zien dat <strong>de</strong> dagelijkse ijzer<strong>in</strong>name sterk wisselt bij<br />

vrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele levensfase.<br />

Conclusie Studies niveau<br />

IJzer<strong>in</strong>name bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse jonge vrouwen is te C Hulshof 2004<br />

3<br />

laag voor <strong>de</strong> aanbevolen dagelijkse hoeveelheid C Swensen 2001<br />

9.2 Gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

Een zwangere heeft (reken<strong>in</strong>ghou<strong>de</strong>nd met verhoog<strong>de</strong> absorptie) een verhoog<strong>de</strong> ijzerbehoefte, haar<br />

aanbevolen dagelijkse hoeveelheid ijzer is 11-19 mg/d. Er is geen re<strong>de</strong>n om aan te nemen dat het<br />

voed<strong>in</strong>gspatroon van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse zwangere vrouw sterk zal afwijken van <strong>de</strong> niet-zwangere vrouw,<br />

waardoor zij waarschijnlijk <strong>de</strong> aanbevolen dagelijkse hoeveelheid ijzer ook niet zal halen. Het is dus belangrijk<br />

om aandacht te beste<strong>de</strong>n aan voed<strong>in</strong>gsadviezen, waarbij vooral bij het ontbijt wat betreft ijzer<strong>in</strong>name nog<br />

w<strong>in</strong>st te behalen valt.<br />

Of verhoog<strong>de</strong> ijzer<strong>in</strong>name via het voedsel leidt tot een lagere prevalentie van ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

zwangerschap is niet uit <strong>de</strong> literatuur gebleken. Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van een matige ijzergebreksanemie met alleen een<br />

gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g (dieet) zou zeer lang, waarschijnlijk jaren, duren 123. De men<strong>in</strong>gen zijn ver<strong>de</strong>eld of er een<br />

relatie bestaat tussen een lage ijzer<strong>in</strong>name en het vóórkomen van anemie 7,116,124,125. Het blijft van belang om<br />

aandacht te schenken aan een gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en ijzer<strong>in</strong>name bij alle vrouwen. De zwangerschap en<br />

postpartum perio<strong>de</strong> zijn een goe<strong>de</strong> gelegenheid om hier aandacht aan te beste<strong>de</strong>n.<br />

9.3 Voed<strong>in</strong>gsadvies<br />

De beste preventie van ijzergebreksanemie is een goe<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. De absorptie van ijzer is<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re afhankelijk van <strong>de</strong> aanwezigheid van overige stimuleren<strong>de</strong> of remmen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gselementen.<br />

Een eenzijdig gebruik van ijzerrijke producten kan juist contraproductief zijn wanneer er geen goe<strong>de</strong> balans<br />

bestaat tussen remm<strong>in</strong>g en stimulans. Beter dan dieetadviezen of het verstrekken van lijstjes met ijzerrijke<br />

voed<strong>in</strong>g is dan ook een algemeen voed<strong>in</strong>gsadvies. In <strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>g moet <strong>de</strong> nadruk liggen op het feit dat een<br />

gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g zorgt voor een goe<strong>de</strong> balans <strong>in</strong> absorptiebevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> en -remmen<strong>de</strong> elementen.<br />

Bijvoorbeeld calcium remt <strong>de</strong> ijzerabsorptie, maar <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> is afhankelijk van <strong>de</strong> hoeveelheid<br />

<strong>in</strong>genomen calcium <strong>in</strong> relatie tot <strong>de</strong> variatie en grootte van <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> maaltijd. Een glas melk heeft<br />

nauwelijks of geen effect op <strong>de</strong> ijzerabsorptie bij een gevarieer<strong>de</strong> maaltijd, maar wel een remmend effect bij<br />

een eenzijdig samengestel<strong>de</strong> maaltijd.<br />

45


Gezien <strong>de</strong> sterk stimuleren<strong>de</strong> rol van ascorb<strong>in</strong>ezuur op <strong>de</strong> absorptie van ijzer (zet Fe3+ om <strong>in</strong> Fe2+), is het<br />

goed om bij elke maaltijd een vitam<strong>in</strong>e C-bron te gebruiken zoals fruit, vers vruchtensap of groenten 126. Er<br />

zijn stoffen die een remmen<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> ijzeropname hebben, zoals tann<strong>in</strong>e (thee, ro<strong>de</strong> wijn) en calcium.<br />

Op <strong>de</strong> lange termijn is <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van afzon<strong>de</strong>rlijke stoffen op <strong>de</strong> opname van vitam<strong>in</strong>es en m<strong>in</strong>eralen echter<br />

niet of nauwelijks aantoonbaar. Het Voed<strong>in</strong>gscentrum raadt <strong>de</strong>ze stoffen ook niet expliciet af bij een<br />

gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g ter preventie van ijzergebrek.<br />

Het voed<strong>in</strong>gsadvies is on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> algemene <strong>in</strong>formatie over voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Het<br />

Voed<strong>in</strong>gscentrum hanteert <strong>de</strong> Schijf van Vijf:<br />

1 Groente en fruit<br />

2 Brood, graanproducten, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten<br />

3 Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers<br />

4 Vetten en olie<br />

5 Dranken (water).<br />

Als algemeen advies voor een goe<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g wordt aanbevolen dagelijks uit alle groepen<br />

voed<strong>in</strong>gsstoffen te eten en per dag 1½ liter te dr<strong>in</strong>ken.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

• Benadruk <strong>in</strong> uw voed<strong>in</strong>gsvoorlicht<strong>in</strong>g het belang van een gezon<strong>de</strong> en met name gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g om<br />

(ijzergebreks-)anemie te voorkomen.<br />

• Adviseer een vitam<strong>in</strong>e C-bron bij <strong>de</strong> maaltijd te nemen. Ascorb<strong>in</strong>ezuur is namelijk bevor<strong>de</strong>rlijk voor <strong>de</strong><br />

ijzerresorptie.<br />

46


10 Samenwerk<strong>in</strong>g en verwijz<strong>in</strong>g<br />

10.1 Samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> huisarts<br />

Als <strong>verloskundige</strong> werkt u bij <strong>de</strong> diagnostiek en behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van zwangeren met anemie het meest samen met<br />

<strong>de</strong> huisarts.<br />

In 2007 is <strong>de</strong> LESA (Lan<strong>de</strong>lijke Eerstelijns Samenwerk<strong>in</strong>gsafspraak) <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns zwangerschap en<br />

kraamperio<strong>de</strong> verschenen. Dit is het resultaat van overleg tussen <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> en het NHG over samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen <strong>verloskundige</strong>n en huisartsen bij <strong>de</strong> zorg aan vrouwen tij<strong>de</strong>ns zwangerschap en kraamperio<strong>de</strong> met<br />

(risico op) anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn. De LESA heeft <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een geldigheidsduur van drie jaar. In het ka<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> (herziene) standaard Zwangerschap en Kraambed van het NHG (2011), verschijnt er een<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsparagraaf waar<strong>in</strong> het NHG en <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong> <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsmomenten tussen huisartsen en<br />

<strong>verloskundige</strong>n beschrijven. Hier<strong>in</strong> zal het beleid rondom <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g van <strong>verloskundige</strong>n en huisartsen<br />

bij anemie ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen.<br />

Wanneer u aanvullen<strong>de</strong> (differentiële) diagnostiek bij anemie wenst, verwijst u <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe uw cliënt naar <strong>de</strong><br />

huisarts. Bent u voldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong>skundig om te bepalen welke testen nodig zijn en hoe u <strong>de</strong> uitslagen ervan moet<br />

<strong>in</strong>terpreteren, dan bent u zelf bevoegd om <strong>de</strong>ze aan te vragen. Dit geldt ook voor <strong>de</strong> testen voor on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar hemoglob<strong>in</strong>opathie. Stelt u vervolgens ernstige pathologie vast, dan is verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn<br />

noodzakelijk.<br />

U verwijst naar <strong>de</strong> huisarts:<br />

• voor follow-up van <strong>de</strong> gestarte behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bij een ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> preconceptionele perio<strong>de</strong>;<br />

• bij een te laag Hb tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> preconceptionele perio<strong>de</strong> dat niet veroorzaakt wordt door<br />

ijzergebreksanemie;<br />

• voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek <strong>in</strong>dien het Hb < 5,6 mmol/l bedraagt <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap;<br />

• voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek bij een microcytaire anemie (MCV < 70 fL) en een macrocytaire anemie (MCV<br />

≥ 100 fL);<br />

• voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek wanneer <strong>de</strong> ijzertherapie niet b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> te verwachte perio<strong>de</strong> tot voldoen<strong>de</strong><br />

stijg<strong>in</strong>g en normalisatie van het van het Hb leidt of als het Hb blijft dalen;<br />

• voor on<strong>de</strong>rzoek naar (dragerschap van) hemoglob<strong>in</strong>opathieën;<br />

• bij <strong>de</strong> nacontrole wanneer het Hb is gestegen, maar nog < 7,2 mmol/l bedraagt. De behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt<br />

gecont<strong>in</strong>ueerd en na 3-6 weken volgt een Hb-controle bij <strong>de</strong> huisarts en follow-up;<br />

• voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek wanneer bij <strong>de</strong> nacontrole het Hb niet is gestegen en <strong>de</strong> therapietrouw<br />

a<strong>de</strong>quaat is.<br />

U <strong>in</strong>formeert <strong>de</strong> huisarts schriftelijk, nadat u uw cliënt hierover hebt geïnformeerd.<br />

10.2 Aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek<br />

Zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 5 vervalt <strong>de</strong> verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lijn bij Hb < 5,6 mmol/l, aangezien<br />

ook <strong>de</strong> huisarts <strong>in</strong> dat geval na<strong>de</strong>re diagnostiek kan verrichten.<br />

Wees extra alert op een laag Hb <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste weken voor <strong>de</strong> à terme datum. Indien aanvullen<strong>de</strong> diagnostiek<br />

noodzakelijk is, is het van belang dat <strong>de</strong>ze zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd en dat <strong>de</strong> aangewezen<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g eveneens zo spoedig mogelijk wordt gestart. Indien er bij <strong>de</strong> partus nog steeds een extreem laag<br />

Hb (Hb < 5,0 mmol/l) bestaat, overweeg dan een plaats<strong>in</strong>dicatie voor een partus <strong>in</strong> het ziekenhuis. Het is van<br />

belang om hierover goe<strong>de</strong> afspraken te maken <strong>in</strong> het VSV.<br />

47


10.3 Verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> diëtist<br />

Vermoedt u een slechte voed<strong>in</strong>gstoestand door een ongezon<strong>de</strong> levensstijl, overweeg dan begeleid<strong>in</strong>g door een<br />

diëtist. De verwacht<strong>in</strong>g is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren <strong>de</strong> diensten van <strong>de</strong> diëtist vrij toegankelijk wor<strong>de</strong>n.<br />

Wanneer dit zo is, dan kunt u uw cliënt rechtstreeks naar <strong>de</strong> diëtist verwijzen. Zolang er voor <strong>de</strong> diëtist nog<br />

een verwijz<strong>in</strong>g nodig is, verloopt dit via een arts. Wanneer u samenwerkt met een huisarts of een groep vaste<br />

huisartsen, dan kunt u gezamenlijk <strong>in</strong> een protocol regelen dat u uw cliënt rechtstreeks naar <strong>de</strong> diëtist verwijst.<br />

48


11 Literatuur<br />

1. Liefhebber S, van Dam C, Waelput A. Beroepsprofiel van <strong>de</strong> <strong>verloskundige</strong>. De kern van <strong>de</strong><br />

eerstelijns verloskun<strong>de</strong>. Bilthoven: <strong>KNOV</strong>; 2005.<br />

2. Amel<strong>in</strong>k-Verburg M, Daemers DOA, Rijn<strong>de</strong>rs MEB. <strong>KNOV</strong> standaard <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstelijns<br />

<strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong>. Wetenschappelijke on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g. Bilthoven/Lei<strong>de</strong>n: <strong>KNOV</strong> en TNO-PG;<br />

2000.<br />

3. Ol<strong>de</strong>nziel JH, Flikweert S, Daemers DOA, Groenendijk B, Lo Fo Wong SH, Wiersma TJ. Standaard<br />

Zwangerschap en kraamperio<strong>de</strong>. Utrecht: NHG; 2003.<br />

4. CVZ. Verloskundig va<strong>de</strong>mecum 2003. E<strong>in</strong>drapport van <strong>de</strong> Commissie Verloskun<strong>de</strong> van het College<br />

voor Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. Diemen: CVZ; 2003.<br />

5. Verstappen WHJM, Jans SMPJ, Van Egmond N, Van Laere A, Schippers-van Mourik MM, Labots-<br />

Vogelesang SM, et al. Lan<strong>de</strong>lijke Eerstelijns Samenwerk<strong>in</strong>gs Afspraak <strong>Anemie</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

zwangerschap en kraamperio<strong>de</strong>. Utrecht: <strong>KNOV</strong>/NHG; 2007.<br />

6. Offerhaus P, Fleuren M, Wens<strong>in</strong>g M. De impact van <strong>de</strong> eerste <strong>KNOV</strong>-standaard voor<br />

eerstelijns<strong>verloskundige</strong>n. Nijmegen/Lei<strong>de</strong>n: Centre for Quality of Care Research (WOK)/TNO;<br />

2003.<br />

7. Van Wijk MAM, Mel M, Muller PA, Silverentand WGJ, Pijnenborg L, Kolnaar BGM. Standaard<br />

<strong>Anemie</strong>. Utrecht: NHG; 2003.<br />

8. <strong>de</strong> Jonge A. Preconceptiezorg. Bilthoven: <strong>KNOV</strong>; 2005.<br />

9. van Oers MHJ, von <strong>de</strong>m Borne AEGK. Hematologie. In: van <strong>de</strong>r Meer J, Stehouwer COA, <strong>de</strong>n<br />

Ottolan<strong>de</strong>n GJH, editors. Interne Geneeskun<strong>de</strong>. Bohn Stafleu van Loghum; 1996. p. 211.<br />

10. Bernards J, Bouman LN. Fysiologie van <strong>de</strong> mens. 6e ed. Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema;<br />

1994.<br />

11. Schwartz W, Thurnau G. Iron <strong>de</strong>ficiency anemia <strong>in</strong> pregnancy. Cl<strong>in</strong> Obstet Gynecol 1995;38(3):443-<br />

454.<br />

12. Kreutzer E. Erytrocyten en ijzerstofwissel<strong>in</strong>g. In: Ramakers JA, Kreutzer HJH, Haverhorn MJ,<br />

editors. Interpretatie van uitkomsten van laboratoriumon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>. Utrecht: Bohn,<br />

Scheltema & Holkema; 1990. p. 174-187.<br />

13. Commissie Farmaceutische Hulp van het College van Zorgverzeker<strong>in</strong>gen. Farmacotherapeutisch<br />

Kompas, hoofdstuk IV. Amstelveen: CVZ; 2000.<br />

14. Fairweather-Tait S, Hurrell R. Bioavailability of m<strong>in</strong>erals and trace elements. Nutr Res Rev<br />

1996;(9):306-309.<br />

15. Monsen ER, Hallberg L, Layrisse M, Hegsted DM, Cook JD, Mertz W, et al. Estimation of available<br />

dietary iron. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1978;31(1):134-141.<br />

16. Voed<strong>in</strong>gscentrum. IJzer <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g. Den Haag: Voed<strong>in</strong>gscentrum; 1998.<br />

49


50<br />

17. Bridges K. Iron imbalance dur<strong>in</strong>g pregnancy. Hematologic disor<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> maternal-fetal medic<strong>in</strong>e.<br />

Wiley-Liss; 1990. p. 113-128.<br />

18. Cook JD. Cl<strong>in</strong>ical evaluation of iron <strong>de</strong>ficiency. Sem<strong>in</strong> Hematol 1982;19(1):6-18.<br />

19. Wildschut H, We<strong>in</strong>er CP, Peters TJ. When to screen <strong>in</strong> obstetrics and gynecology. 2nd ed.<br />

Phila<strong>de</strong>lphia: Saun<strong>de</strong>rs Elsevier; 2006.<br />

20. Landman H. Haemoglob<strong>in</strong>opathies and pregnancy [dissertatie]. Gron<strong>in</strong>gen: RU Gron<strong>in</strong>gen, 1988.<br />

21. Jans SMPJ. Een afwijkend Hb. Tijdschr v Verloskundigen 2006;31(4):43-44.<br />

22. Swart-Zuij<strong>de</strong>rduijn MJ. Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van gebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisarts<strong>praktijk</strong>. In: van <strong>de</strong>n Bosch<br />

WJHM, Treffers PE, editors. <strong>Anemie</strong>. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2005. p. 19-24.<br />

23. He<strong>in</strong>eman M, Bleker OP, Evers JLH, He<strong>in</strong>tz APM. Obstetrie en gynaecologie. De voortplant<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> mens. 3e ed. Maarssen: Elsevier/Bunge; 2000.<br />

24. van Leeuwen W, Honnebier WJ. Consanguïniteit en hemoglob<strong>in</strong>opathieën. Tijdschr v<br />

Verloskundigen 1994;290-295.<br />

25. Giordano P, Harteveld CL. Hemoglob<strong>in</strong>opathieën <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Huisarts en Wetenschap<br />

1998;41(6):290-295.<br />

26. Waelput A, Achterberg PW. K<strong>in</strong><strong>de</strong>rwens van consangu<strong>in</strong>e ou<strong>de</strong>rs: risico's en<br />

erfelijkheidsvoorlicht<strong>in</strong>g. Bilthoven: RIVM; 2007.<br />

27. Cornel M, Detmar S, Plass A, Moerman D, Waarlo A, <strong>de</strong> K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren M, et al. Bre<strong>de</strong>r screenen op<br />

hemoglob<strong>in</strong>opathie. Med Contact 2009;64(45):1874-1877.<br />

28. Her<strong>in</strong>ga M. Computer-on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong> screen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> prenatale zorg [dissertatie]. Gron<strong>in</strong>gen: RU<br />

Gron<strong>in</strong>gen, 1998.<br />

29. Mahomed K. Rout<strong>in</strong>e folate supplementation <strong>in</strong> pregnancy. The Cochrane Library 1997;3:1-9.<br />

30. van Eijs<strong>de</strong>n M, Gemke R. Etniciteit en voed<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap en zuigel<strong>in</strong>genperio<strong>de</strong>.<br />

Voed<strong>in</strong>g Nu 2010;(9):10-12.<br />

31. Gerritsen R. De erythrocyt. Vorm<strong>in</strong>g, classificer<strong>in</strong>g van anemieën. Blokboek SROV 1998/1999.<br />

Rotterdam: St. Rotterdamse Opleid<strong>in</strong>g tot Verloskundige; 1994. p. 158-183.<br />

32. <strong>de</strong> Jonge A, Ponds E, Aalhuizen I. Verloskundigen aan <strong>de</strong> slag met preconceptie zorg. Tijdschr v<br />

Verloskundigen 2004;29(11):35-37.<br />

33. Gezondheidsraad. Naar een voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>name van vitam<strong>in</strong>es en m<strong>in</strong>eralen. Den Haag:<br />

Gezondheidsraad; 2009.<br />

34. WHO. Worldwi<strong>de</strong> prevalence of anaemia 1993-2005. WHO global database on anaemia.<br />

Geneva/Atlanta: WHO/CDC; 2008.<br />

35. SAN centra voor medische diagnostiek. www.<strong>de</strong>-san.nl (geraadpleegd op 22 april 2010). 2010.


36. L<strong>in</strong><strong>de</strong>n MW, Westert GP, Bakker Dd, Schellevis F. Twee<strong>de</strong> Nationale Studie naar ziekten en<br />

verricht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisarts<strong>praktijk</strong>: klachten en aandoen<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

huisarts<strong>praktijk</strong>. Utrecht: NIVEL; 2004.<br />

37. Van Wijk MAM, Mel M, Muller PA, Silverentand WGJ, Pijnenborg L, Kolnaar BGM. Standaard<br />

<strong>Anemie</strong> (noot 9). Utrecht: NHG; 2003.<br />

38. Meijer LJ, Bru<strong>in</strong>sma ACA, Pameijer AS, Dorst B, Hohmann FP, Leus<strong>in</strong>k GL, et al. Standaard<br />

vag<strong>in</strong>aal bloedverlies. Utrecht: NHG; 2008.<br />

39. Treffers PE, He<strong>in</strong>tz APM, Keirse MJNC, Rolland R. Obstetrie en gynaecologie. De voortplant<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> mens. Utrecht: Bunge; 1993. p. 99-106.<br />

40. Cabaniss C, Cabaniss ML. Physiologic hematology of pregnancy. Hematologic problems <strong>in</strong><br />

pregnancy. 2000. p. 3-11.<br />

41. Letsky E. The haematological system. In: Chamberla<strong>in</strong> G, Broughton Pipk<strong>in</strong> F, editors. Cl<strong>in</strong>ical<br />

physiology <strong>in</strong> obstetrics. Oxford: Blackwell Scientific; 1998. p. 71-86.<br />

42. Montgomery E. Iron and vitam<strong>in</strong> supplementation dur<strong>in</strong>g pregnancy. Midwifery Practice 2000;4:20-<br />

35.<br />

43. Murphy JF, O'Riordan J, Newcombe RG, Coles EC, Pearson JF. Relation of haemoglob<strong>in</strong> levels <strong>in</strong><br />

first and second trimesters to outcome of pregnancy. Lancet 1986;1(8488):992-995.<br />

44. Taylor DJ, L<strong>in</strong>d T. Red cell mass dur<strong>in</strong>g and after normal pregnancy. Br J Obstet Gynaecol<br />

1979;86(5):364-370.<br />

45. Hemm<strong>in</strong>ki E, Rimpelä U. A randomized comparison of rout<strong>in</strong>e versus selective iron<br />

supplementation dur<strong>in</strong>g pregnancy. J Am Coll Nutr 1991;10(1):3-10.<br />

46. Klebanoff MA, Shiono PH, Selby JV, Trachtenberg AI, Graubard BI. Anemia and spontaneous<br />

preterm birth. Am J Obstet Gynecol 1991;164(1 Pt 1):59-63.<br />

47. Pa<strong>in</strong>t<strong>in</strong> D, Thomson AM, Hytten F. Iron and the haemoglob<strong>in</strong> level <strong>in</strong> pregnancy. J Obstet Gynaecol<br />

Br Commonw 1966;73(2):181-190.<br />

48. Steegers E, Thomas CMG, <strong>de</strong> Boo T, Knapen MFCM, Merkus JMWM. Kl<strong>in</strong>isch-chemische<br />

referentiewaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap. Maarssen: Elsevier/Bunge; 1999.<br />

49. Van Eijk HG, Kroos MJ, Hoogendoorn GA, Wallenburg HC. Serum ferrit<strong>in</strong> and iron stores dur<strong>in</strong>g<br />

pregnancy. Cl<strong>in</strong> Chim Acta 1978;83(1-2):81-91.<br />

50. Yip R. Morbidity and mortality weekly report (MMWR). Waltham: Massachusetts Medical Society;<br />

1989.<br />

51. van <strong>de</strong>r Berg H, Bru<strong>in</strong>se HW. On the role of nutrition <strong>in</strong> normal human pregnancy [dissertatie].<br />

Utrecht: Universiteit Utrecht; 1983.<br />

52. Voorlicht<strong>in</strong>gsbureau voor <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>g. Ne<strong>de</strong>rlandse Voed<strong>in</strong>gsnormen 1989. Den Haag:<br />

Voorlicht<strong>in</strong>gsbureau voor <strong>de</strong> Voed<strong>in</strong>g; 1989. p. 188-204.<br />

53. Barrett JF, Whittaker PG, Williams JG, L<strong>in</strong>d T. Absorption of non-haem iron from food dur<strong>in</strong>g<br />

normal pregnancy. BMJ 1994;309(6947):79-82.<br />

51


52<br />

54. Svanberg B, Arvidsson B, Björn-Rasmussen E, Hallberg L, Rossan<strong>de</strong>r L, Swol<strong>in</strong> B. Dietary iron<br />

absorption <strong>in</strong> pregnancy - a longitud<strong>in</strong>al study with repeated measurements of non-haeme iron<br />

absorption from whole diet. Acta Obstet Gynecol Scand Suppl 1975;(48):43-68.<br />

55. Whittaker PG, L<strong>in</strong>d T, Williams JG. Iron absorption dur<strong>in</strong>g normal human pregnancy: a study us<strong>in</strong>g<br />

stable isotopes. Br J Nutr 1991;65(3):457-463.<br />

56. Scholl TO, Hediger ML. Anemia and iron-<strong>de</strong>ficiency anemia: compilation of data on pregnancy<br />

outcome. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1994;59(2 Suppl):492S-500S.<br />

57. Rasmussen S, Oian P. First- and second-trimester hemoglob<strong>in</strong> levels. Relation to birth weight and<br />

gestational age. Acta Obstet Gynecol Scand 1993;72(4):246-251.<br />

58. Tam KF, Lao TT. Hemoglob<strong>in</strong> and red cell <strong>in</strong>dices correlated with serum ferrit<strong>in</strong> concentration <strong>in</strong><br />

late pregnancy. Obstet Gynecol 1999;93(3):427-431.<br />

59. Schulpen T, Lee JH van <strong>de</strong>r, Most van Spijk MW van <strong>de</strong>r, Beemer FA. Screen<strong>in</strong>g op dragerschap van<br />

hemoglob<strong>in</strong>opathieën <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland niet opportuum. Ned Tijdschr Geneeskd 2008;142(18):1019-<br />

1022.<br />

60. Jans SM, Daemers DO, <strong>de</strong> Vos R., Lagro-Janssen AL. Are pregnant women of non-Northern<br />

European <strong>de</strong>scent more anaemic than women of Northern European <strong>de</strong>scent? A study <strong>in</strong>to the<br />

prevalence of anaemia <strong>in</strong> pregnant women <strong>in</strong> Amsterdam. Midwifery 2008;25(6):766-773.<br />

61. Selles AW, Kerkhoffs JL, Miranda E <strong>de</strong>, Wolf GS <strong>de</strong>. Anaemia <strong>in</strong> first-trimester pregnancy <strong>in</strong> a<br />

multi-ethnic society. Low sensitivity of Dutch national standard for midwifes. Amsterdam:<br />

Universteit van Amsterdam; 2009.<br />

62. Nybo M, Friis-Hansen L, Feld<strong>in</strong>g P, Milman N. Higher prevalence of anemia among pregnant<br />

immigrant women compared to pregnant ethnic Danish women. Ann Hematol 2007;86(9):647-651.<br />

63. Blankson ML, Gol<strong>de</strong>nberg RL, Cutter G, Cliver SP. The relationship between maternal hematocrit<br />

and pregnancy outcome: black-white differences. J Natl Med Assoc 1993;85(2):130-134.<br />

64. Garn SM, Smith NJ, Clark DC. Lifelong differences <strong>in</strong> hemoglob<strong>in</strong> levels between Blacks and<br />

Whites. J Natl Med Assoc 1975;67(2):91-96.<br />

65. Garn SM, Shaw HA, Guire KE, McCabe K. Apportion<strong>in</strong>g black-white hemoglob<strong>in</strong> and hematocrit<br />

differences dur<strong>in</strong>g pregnancy. Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1977;30(4):461-462.<br />

66. Klebanoff MA, Shiono PH, Beren<strong>de</strong>s HW, Rhoads GG. Facts and artifacts about anemia and<br />

preterm <strong>de</strong>livery. JAMA 1989;262(4):511-515.<br />

67. Elion-Gerritzen WE, Giordano PC, Haak HL. De standaard '<strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstelijns <strong>verloskundige</strong><br />

<strong>praktijk</strong>' van <strong>de</strong> Kon<strong>in</strong>klijke Ne<strong>de</strong>rlandse Organisatie van Verloskundigen (<strong>KNOV</strong>): risico voor het<br />

niet on<strong>de</strong>rkennen van ijzergebrek en hemoglob<strong>in</strong>opathie. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146(10):457-<br />

459.<br />

68. Roo<strong>de</strong>nburg AJ. Iron supplementation dur<strong>in</strong>g pregnancy. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol<br />

1995;61(1):65-71.<br />

69. Kirkpatrick C, Alexan<strong>de</strong>r S. When to screen <strong>in</strong> obstetrics & gynecology. London: W.B. Saun<strong>de</strong>rs<br />

Company; 1996.


70. Taylor DJ, Mallen C, McDougall N, L<strong>in</strong>d T. Effect of iron supplementation on serum ferrit<strong>in</strong> levels<br />

dur<strong>in</strong>g and after pregnancy. Br J Obstet Gynaecol 1989;89(12):1011-1017.<br />

71. Chang SC, O'Brien KO, Nathanson MS, Manc<strong>in</strong>i J, Witter FR. Hemoglob<strong>in</strong> concentrations <strong>in</strong>fluence<br />

birth outcomes <strong>in</strong> pregnant African-American adolescents. J Nutr 2003;133(7):2348-2355.<br />

72. Hamala<strong>in</strong>en H, Hakkara<strong>in</strong>en K, He<strong>in</strong>onen S. Anaemia <strong>in</strong> the first but not <strong>in</strong> the second or third<br />

trimester is a risk factor for low birth weight. Cl<strong>in</strong> Nutr 2003;22(3):271-275.<br />

73. A<strong>de</strong>bisi OY, Strayhorn G. Anemia <strong>in</strong> pregnancy and race <strong>in</strong> the United States: blacks at risk. Fam<br />

Med 2005;37(9):655-662.<br />

74. Iannotti LL, O'Brien KO, Chang SC, Manc<strong>in</strong>i J, Schulman-Nathanson M, Liu S, et al. Iron <strong>de</strong>ficiency<br />

anemia and <strong>de</strong>pleted body iron reserves are prevalent among pregnant African-American adolescents.<br />

J Nutr 2005;135(11):2572-2577.<br />

75. Bergmann RL, Gravens-Muller L, Hertwig K, H<strong>in</strong>kel J, Andres B, Bergmann KE, et al. Iron<br />

<strong>de</strong>ficiency is prevalent <strong>in</strong> a sample of pregnant women at <strong>de</strong>livery <strong>in</strong> Germany. Eur J Obstet Gynecol<br />

Reprod Biol 2002;102(2):155-160.<br />

76. Bodnar LM, Siega-Riz AM, Miller WC, Cogswell ME, McDonald T. Who should be screened for<br />

postpartum anemia? An evaluation of current recommendations. Am J Epi<strong>de</strong>miol 2002;156(10):903-<br />

912.<br />

77. Sebire NJ, Jolly M, Harris JP, Wadsworth J, Joffe M, Beard RW, et al. Maternal obesity and<br />

pregnancy outcome: a study of 287,213 pregnancies <strong>in</strong> London. Int J Obes Relat Metab Disord<br />

2001;25(8):1175-1182.<br />

78. Rasmussen S, Bergsjo P, Jacobsen G, Haram K, Bakketeig LS. Haemoglob<strong>in</strong> and serum ferrit<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />

pregnancy-correlation with smok<strong>in</strong>g and body mass <strong>in</strong><strong>de</strong>x. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol<br />

2005;123(1):27-34.<br />

79. Jans SM, De JA, Lagro-Janssen AL. Maternal and per<strong>in</strong>atal outcomes amongst haemoglob<strong>in</strong>opathy<br />

carriers: a systematic review. Int J Cl<strong>in</strong> Pract 2010;64(12):1688-1698.<br />

80. Hamdi IM, Karri KS, Ghani EA. Pregnancy outcome <strong>in</strong> women with sickle cell trait. Saudi Med J<br />

2002;23(12):1455-1457.<br />

81. A<strong>de</strong>yemi AB, A<strong>de</strong>diran IA, Kuti O, Owolabi AT, Durosimi MA. Outcome of pregnancy <strong>in</strong> a<br />

population of Nigerian women with sickle cell trait. J Obstet Gynaecol 2006;26(2):133-137.<br />

82. Abdulsalam AA, Bashour HN, Monem FS, Hama<strong>de</strong>h FM. Pregnancy outcomes among Palest<strong>in</strong>ian<br />

refugee women with sickle cell trait <strong>in</strong> Damascus, Syria. Saudi Med J 2003;24(9):986-990.<br />

83. Scientific Committee on Food.Scientific Panel on Dietetic Products. Tolerable upper <strong>in</strong>take levels for<br />

vitam<strong>in</strong>s and m<strong>in</strong>erals. Parma: European Food Safety Authority; 2006.<br />

84. McFee JG. Anemia: a high-risk complication of pregnancy. Cl<strong>in</strong> Obstet Gynecol 1973;16(1):153-171.<br />

85. Knottnerus JA, Delgado LR, Knipschild PG, Essed GG, Smits F. Het hemoglob<strong>in</strong>egehalte van<br />

zwangeren en subjectieve klachten. Tijdschr v Soc Gezondheidszorg 1987;65(16):529-533.<br />

86. Lee KA, Zaffke ME. Longitud<strong>in</strong>al changes <strong>in</strong> fatigue and energy dur<strong>in</strong>g pregnancy and the<br />

postpartum period. J Obstet Gynecol Neonatal Nurs 1999;28(2):183-191.<br />

53


54<br />

87. Henly SJ, An<strong>de</strong>rson CM, Avery MD, Hills-Bonczyk SG, Potter S, Duckett LJ. Anemia and<br />

<strong>in</strong>sufficient milk <strong>in</strong> first-time mothers. Birth 1995;22(2):86-92.<br />

88. Palm C, Rydhstroem H. Association of blood loss dur<strong>in</strong>g <strong>de</strong>livery to B-hemoglob<strong>in</strong>. Gynecol Obstet<br />

Invest 1997;44(3):163-168.<br />

89. Paterson JA, Davis J, Gregory M, Holt SJ, Pachulski A, Stamford DE, et al. A study on the effects of<br />

low haemoglob<strong>in</strong> on postnatal women. Midwifery 1994;10(2):77-86.<br />

90. Hytten F, Chamberla<strong>in</strong> G. Cl<strong>in</strong>ical physiology <strong>in</strong> obstetrics. Oxford: Scientific Publications; 1998.<br />

91. Hersch<strong>de</strong>rfer K, van Diem M, Ait<strong>in</strong>k M, Buitendijk SE. The effectiveness of rout<strong>in</strong>e active<br />

management of the third stage of labour <strong>in</strong> Dutch midwifery practice: the LENTE randomised trial.<br />

2000.Niet gepubliceerd. Informatie kan opgevraagd wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong>.<br />

92. Steer P, Alam MA, Wadsworth J, Welch A. Relation between maternal haemoglob<strong>in</strong> concentration<br />

and birth weight <strong>in</strong> different ethnic groups. BMJ 1995;310(6978):489-491.<br />

93. Lu ZM, Gol<strong>de</strong>nberg RL, Cliver SP, Cutter G, Blankson M. The relationship between maternal<br />

hematocrit and pregnancy outcome. Obstet Gynecol 1991;77(2):190-194.<br />

94. Scanlon KS, Yip R, Schieve LA, Cogswell ME. High and low hemoglob<strong>in</strong> levels dur<strong>in</strong>g pregnancy:<br />

differential risks for preterm birth and small for gestational age. Obstet Gynecol 2000;96(5 Pt 1):741-<br />

748.<br />

95. Tomashek KM, Ananth CV, Cogswell ME. Risk of stillbirth <strong>in</strong> relation to maternal haemoglob<strong>in</strong><br />

concentration dur<strong>in</strong>g pregnancy. Matern Child Nutr 2006;2(1):19-28.<br />

96. Peters AM, Blair CK, Verneris MR, Neglia JP, Robison LL, Spector LG, et al. Maternal hemoglob<strong>in</strong><br />

concentration dur<strong>in</strong>g pregnancy and risk of <strong>in</strong>fant leukaemia: a children's oncology group study. Br J<br />

Cancer 2006;95(9):1274-1276.<br />

97. Knottnerus JA, Delgado LR, Knipschild PG, Essed GG, Smits F. Haematologic parameters and<br />

pregnancy outcome. A prospective cohort study <strong>in</strong> the third trimester. J Cl<strong>in</strong> Epi<strong>de</strong>miol<br />

1990;43(5):461-466.<br />

98. Rios E, Lipschitz DA, Cook JD, Smith NJ. Relationship of maternal and <strong>in</strong>fant iron stores as<br />

assessed by <strong>de</strong>term<strong>in</strong>ation of plasma ferrit<strong>in</strong>. Pediatrics 1975;55(5):694-699.<br />

99. Puolakka J, Janne O, Vihko R. Evaluation by serum ferrit<strong>in</strong> assay of the <strong>in</strong>fluence of maternal iron<br />

stores on the iron status of newborns and <strong>in</strong>fants. Acta Obstet Gynecol Scand Suppl 1980;95:53-56.<br />

100. Lao TT, Loong EP, Ch<strong>in</strong> RK, Lam CW, Lam YM. Relationship between newborn and maternal iron<br />

status and haematological <strong>in</strong>dices. Biol Neonate 1991;60(5):303-307.<br />

101. Hemm<strong>in</strong>ki E, Rimpelä U. Iron supplementation, maternal packed cell volume, and fetal growth.<br />

Arch Dis Child 1991;66(4 Spec No):422-425.<br />

102. Mahomed K. Rout<strong>in</strong>e iron supplementation dur<strong>in</strong>g pregnancy. The Cochrane Library 1998;(3)<br />

103. Campbell C, Holbrook A. Rout<strong>in</strong>e postnatal haemoglob<strong>in</strong> screen<strong>in</strong>g: a critical review. Mo<strong>de</strong>rn<br />

Midwife 1992;8-9.


104. Blackburn S, Loper DL. Maternal, fetal and neonatal physiology. A cl<strong>in</strong>ical perspective. Phila<strong>de</strong>lphia:<br />

W.B. Saun<strong>de</strong>rs Company; 1980.<br />

105. Taylor DJ, Phillips P, L<strong>in</strong>d T. Puerperal haematological <strong>in</strong>dices. Br J Obstet Gynaecol<br />

1981;88(6):601-606.<br />

106. Bodnar LM, Scanlon KS, Freedman DS, Siega-Riz AM, Cogswell ME. High prevalence of<br />

postpartum anemia among low-<strong>in</strong>come women <strong>in</strong> the United States. Am J Obstet Gynecol<br />

2001;185(2):438-443.<br />

107. Steegers E, Coumans HJCM, Derkx FHM, Jongsma HW, Benraad ThJ, Tan ACITL, et al. De water-<br />

en zouthuishoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het normale kraambed. Tijdschr Obstetrie & Gynaecologie 1991;104(3):62-70.<br />

108. Lao TT, Lee CP, Mak WP. Postpartum anaemia is not related to maternal iron status <strong>in</strong> the third<br />

trimester. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1996;64(1):7-10.<br />

109. <strong>de</strong> Boer J, Zeeman K. Standaard prenatale <strong>verloskundige</strong> begeleid<strong>in</strong>g. Utrecht: <strong>KNOV</strong>; 2008.<br />

110. Gyte G. The significance of blood loss at <strong>de</strong>livery. MIDIRS Midwifery Digest 1992;2(1)<br />

111. Mahomed K, Hytten F. Iron and folate supplementation <strong>in</strong> pregnancy. In: Chalmers I, Enk<strong>in</strong> M,<br />

Keirse MJNC, editors. Effective care <strong>in</strong> pregnancy and childbirth. Oxford: Oxford University Press;<br />

1989. p. 301-317.<br />

112. Pekelhar<strong>in</strong>g J, Frölich M, Mie<strong>de</strong>ma K, Noordhoek KHN, Ottolan<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n GJH, Wersch van JWJ.<br />

Handboek kl<strong>in</strong>isch-chemische tests. Uitgeverij Bunge <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> Ziekenfondsraad; 1995.<br />

113. Eekhof AH, Groeneveld Y. Bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hemoglob<strong>in</strong>econcentratie met <strong>de</strong> HemoCue <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

huisartsen<strong>praktijk</strong>: bruikbaar, maar niet volledig betrouwbaar. Ned Tijdschr Geneeskd<br />

2008;152(42):2294-7.<br />

114. Janssen MJW, van Gend JMWA, Kleuskens-Walraven JMW. Kwaliteitscontrole van Hb- en<br />

glucosemeters <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste lijn. Ned Tijdschr Kl<strong>in</strong> Chem Labgeneesk 2006;2006(31):213-214.<br />

115. Reveiz L, Gyte GML, Cuervo LG. Treatments for iron-<strong>de</strong>ficiency anaemia <strong>in</strong> pregnancy. Cochrane<br />

Database Syst Rev 2007;(2):CD003094.<br />

116. Zhou SJ, Gibson RA, Crowther CA, Makri<strong>de</strong>s M. Should we lower the dose of iron when treat<strong>in</strong>g<br />

anaemia <strong>in</strong> pregnancy? A randomized dose-response trial. Eur J Cl<strong>in</strong> Nutr 2009;63(2):183-190.<br />

117. Beard JL. Iron <strong>de</strong>ficiency: assessment dur<strong>in</strong>g pregnancy and its importance <strong>in</strong> pregnant adolescents.<br />

Am J Cl<strong>in</strong> Nutr 1994;59(2 Suppl):502S-508S.<br />

118. Sonnenberg M. Te we<strong>in</strong>ig ijzer en ijzersupplementen. Utrecht: UPPER; 2008.<br />

119. Pena-Rosas JP, Viteri FE. Effects of rout<strong>in</strong>e oral iron supplementation with or without folic acid for<br />

women dur<strong>in</strong>g pregnancy. Cochrane Database Syst Rev 2006;3:CD004736.<br />

120. CVZ. Farmacotherapeutisch kompas 2010. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2010.<br />

121. Engstrom JL, Sittler CP. Nurse-midwifery management of iron-<strong>de</strong>ficiency anemia dur<strong>in</strong>g pregnancy.<br />

J Nurse Midwifery 1994;39(2 Suppl):20S-34S.<br />

55


56<br />

122. Hulshof KFAM, Ocke MC, van Rossum CTM, Buurma-Rethans EJM, Brants HAM, Drijvers JJMM,<br />

et al. Resultaten van <strong>de</strong> Voedselconsumptiepeil<strong>in</strong>g 2003. Bilthoven: RIVM; 2004.<br />

123. Garrow JS, James WPT, Ralph A. Human nutrition and dietetics. 10th ed. Ed<strong>in</strong>burgh: Churchill<br />

Liv<strong>in</strong>gstone; 1999.<br />

124. Brussaard JH, van Erp-Baart MA, Hulshof KFAM, Lowik MR. Aandacht voor voed<strong>in</strong>g van Turkse,<br />

Marokkaanse en Ne<strong>de</strong>rlandse k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en hun moe<strong>de</strong>rs. Voed<strong>in</strong>g Nu 2000;(1):9-11.<br />

125. Zhou SJ, Schill<strong>in</strong>g MJ, Makri<strong>de</strong>s M. Evaluation of an iron specific checklist for the assessment of<br />

dietary iron <strong>in</strong>take <strong>in</strong> pregnant and postpartum women. Nutrition 2005;21(9):908-913.<br />

126. Voed<strong>in</strong>gscentrum. www.voed<strong>in</strong>gscentrum.nl (geraadpleegd op 22 april 2010). 2010.


Bijlagen


Bijlage 1 Totaaloverzicht van aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

<strong>Anemie</strong> en het preconceptieconsult<br />

• Ga na of <strong>de</strong> vrouw een of meer van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> risicofactoren heeft voor anemie:<br />

- afwijken<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsgewoonten (veganisme, eetstoornissen);<br />

- zware of langdurige menstruatie;<br />

- hemoglob<strong>in</strong>opathie of dragerschap hiervan en/of anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> familie (vraag naar <strong>de</strong> uitslag van <strong>de</strong><br />

hielprik van een eventueel vorig k<strong>in</strong>d);<br />

- niet-Noord-Europese afkomst (<strong>in</strong> verband met verhoogd risico op HbP);<br />

- chronische ziekte zoals <strong>de</strong> ziekte van Crohn of reumatoï<strong>de</strong> artritis.<br />

• Stel op basis van <strong>de</strong> anamnese vast of <strong>de</strong> vrouw tot een risicogroep behoort voor anemie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

fertiele perio<strong>de</strong>.<br />

Beleid bij preconceptionele ijzergebreksanemie<br />

• Bepaal het Hb bij vrouwen die een of meer eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> risicofactoren voor anemie hebben.<br />

• Veron<strong>de</strong>rstel een ijzergebreksanemie bij een te laag Hb ( < 7,5 mmol/l). Schrijf 1 tablet ferrofumaraat<br />

200 mg per dag voor, voor een perio<strong>de</strong> van zes weken.<br />

• Verwijs <strong>in</strong> alle gevallen <strong>de</strong> vrouw met anemie door naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Informeer <strong>de</strong> huisarts schriftelijk over <strong>de</strong> uitkomst van het bloedon<strong>de</strong>rzoek. Geef <strong>de</strong> vrouw het advies<br />

om bij gebleken anemie na vier tot zes weken een afspraak te maken bij haar huisarts voor het<br />

vervolgtraject.<br />

• Bespreek <strong>de</strong> mogelijkheid van dragerschapsdiagnostiek naar HbP met vrouwen van niet-Noord-<br />

Europese afkomst met anemie. Voor dit on<strong>de</strong>rzoek naar HbP verwijst u <strong>de</strong> vrouw naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

Beschikt u over voldoen<strong>de</strong> kennis, dan kunt u dit on<strong>de</strong>rzoek ook zelf uitvoeren.<br />

• Wanneer haar partner eveneens drager is van HbP, verwijst u het paar <strong>de</strong>sgewenst door naar een kl<strong>in</strong>isch<br />

genetisch centrum voor ver<strong>de</strong>re counsel<strong>in</strong>g.<br />

Preventie van anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> fertiele perio<strong>de</strong><br />

• Geef voorlicht<strong>in</strong>g over het belang van gezon<strong>de</strong> en gevarieer<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap me<strong>de</strong> ter<br />

preventie van (ijzergebreks)anemie.<br />

• Verwijs zo nodig door naar een diëtist.<br />

<strong>Anemie</strong> en zwangerschap<br />

• Hanteer voor het hemoglob<strong>in</strong>egehalte het 5e percentiel (p5) van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een<br />

representatieve Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rzoekspopulatie:<br />

Weken<br />

tot en met 13 7,1<br />

14 tot en met 17 6,8<br />

18 tot en met 21 6,5<br />

22 tot en met 37 6,3<br />

Vanaf 38 weken 6,5<br />

Hb-referentiewaar<strong>de</strong>n naar zwangerschapsduur <strong>in</strong> mmol/l, (p5-waar<strong>de</strong>n)<br />

• Controleer als regel bij elke zwangere het Hb tweemaal: bij <strong>de</strong> eerste controle en bij 30 weken<br />

zwangerschap, wanneer <strong>de</strong> hemodilutie maximaal is. Wanneer het Hb boven het 5e percentiel (p5) valt,<br />

on<strong>de</strong>rneemt u geen ver<strong>de</strong>re actie.<br />

• Schrijf geen ijzermedicatie voor op basis van klachten.<br />

57


• Overweeg bij klachten een extra Hb-controle uit te voeren.<br />

• Verwijs bij een Hb van < 5,6 mmol/l voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek door naar <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Wees extra alert bij een Hb < 5,6 mmol/l op mogelijke aanwijz<strong>in</strong>gen voor groeivertrag<strong>in</strong>g en/of<br />

premature geboorte. Als die aanwijz<strong>in</strong>gen er zijn, verwijst u <strong>de</strong> zwangere door naar <strong>de</strong> gynaecoloog voor<br />

evaluatie van <strong>de</strong> zwangerschap. Als die er niet zijn, verwijst u door naar <strong>de</strong> huisarts voor ver<strong>de</strong>re<br />

diagnostiek.<br />

• Leid het nageboortetijdperk actief van een vrouw met ijzergebreksanemie ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> partus.<br />

• Overweeg een (plaats<strong>in</strong>dicatie voor) een ziekenhuisbevall<strong>in</strong>g en eventueel <strong>de</strong> afname van kruisbloed bij<br />

een zwangere vrouw die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> partus een extreem laag Hb (Hb < 5,0 mmol/l) heeft.<br />

Verhoogd risico op ijzergebreksanemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap<br />

• Ga bij <strong>de</strong> eerste zwangerschapscontrole na of <strong>de</strong> zwangere een of meer van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> risicofactoren<br />

heeft voor anemie:<br />

- tienerleeftijd<br />

- beg<strong>in</strong> huidige zwangerschap b<strong>in</strong>nen een jaar na <strong>de</strong> vorige bevall<strong>in</strong>g<br />

- afwijken<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsgewoonten (veganisme, eetstoornissen)<br />

- meerl<strong>in</strong>gzwangerschap<br />

- niet-Noord-Europese afkomst<br />

- dragerschap van hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

- een MCV < 80 fL bij een normaal Hb (>p5).<br />

• Voer bij 20 weken amenorroeduur een extra Hb-controle uit bij zwangeren die een verhoogd risico<br />

hebben op ijzergebreksanemie.<br />

• Wanneer u tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste zwangerschapscontrole een laag Hb (


• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole is gestegen, maar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 7,2 mmol/l bedraagt, dan cont<strong>in</strong>ueert u <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en volgt na 3-6 weken een Hb-controle bij <strong>de</strong> huisarts.<br />

• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole niet is gestegen en <strong>de</strong> therapietrouw a<strong>de</strong>quaat is, dan verwijst u <strong>de</strong><br />

vrouw naar <strong>de</strong> huisarts voor ver<strong>de</strong>re diagnostiek.<br />

• Indien het Hb bij <strong>de</strong> nacontrole een waar<strong>de</strong> heeft van 7,2 mmol/l of meer, dan stopt u met <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g.<br />

De diagnose (ijzergebreks-)anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap<br />

• Wanneer het Hb te laag is (Hb


Bijlage 2 Hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

Wat is hemoglob<strong>in</strong>opathie?<br />

Hemoglob<strong>in</strong>opathie (HbP) is <strong>de</strong> verzamelnaam voor een groep autosomaal recessief erfelijke aandoen<strong>in</strong>gen<br />

waarbij <strong>de</strong> aanmaak (thalassemie) of <strong>de</strong> structuur (sikkelcelziekte) van het hemoglob<strong>in</strong>emolecuul verstoord is.<br />

Deze aandoen<strong>in</strong>gen zorgen voor aanzienlijke morbiditeit bij patiënten vanaf een zuigel<strong>in</strong>genleeftijd van<br />

ongeveer 6 maan<strong>de</strong>n waarbij zij kunnen overlij<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> gevolgen hiervan. Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> enkele<br />

patiënten die eventueel met een beenmergtransplantatie kunnen wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld is er voor <strong>de</strong> ernstige<br />

HbP-patiënten slechts langdurige, belasten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> therapie mogelijk zon<strong>de</strong>r vooruitzicht op<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itieve genez<strong>in</strong>g.<br />

Alfa-thalassemie vormt hierop een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: De alfa-genen zijn ook actief <strong>in</strong> utero en veroorzaken mil<strong>de</strong><br />

tot ernstige anemie. K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met Hb Bart’s (zie tabel 1) overlij<strong>de</strong>n over het algemeen <strong>in</strong>tra-uterien ten<br />

gevolgen van hydrops foetalis. Dragers van <strong>de</strong>ze aandoen<strong>in</strong>gen hebben over het algemeen geen klachten.<br />

HbP komt met name voor <strong>in</strong> gebie<strong>de</strong>n waar malaria en<strong>de</strong>misch is of was; dragers wor<strong>de</strong>n beschermd tegen<br />

vroegtijdig overlij<strong>de</strong>n ten gevolge van een malaria-<strong>in</strong>fectie. Door migratie komt HbP <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls ook <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland relatief vaak voor. Naar schatt<strong>in</strong>g zijn er ongeveer 800 patiënten <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland met een ernstige<br />

vorm van hemoglob<strong>in</strong>opathie 1; <strong>in</strong> 2007 zijn <strong>in</strong> ons land 64 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met HbP geboren 2. De prevalentie van<br />

dragerschap <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland wordt geschat op 0,5-26 % afhankelijk van etnische afkomst 3. Zwangeren met een<br />

HbP aandoen<strong>in</strong>g kunnen dusdanig ernstige complicaties verwachten dat <strong>de</strong> zorg voor <strong>de</strong>ze zwangeren <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> of <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lijn hoort plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De meeste patiënten bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich al <strong>in</strong> het medische circuit en<br />

wor<strong>de</strong>n over het algemeen niet door <strong>de</strong> eerstelijns <strong>verloskundige</strong> gezien.<br />

Dragers hebben meer kans op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap (zie evi<strong>de</strong>nce tabel 3 <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze standaard) en<br />

mogelijk een verhoog<strong>de</strong> kans op ur<strong>in</strong>eweg<strong>in</strong>fecties 4 maar zijn over het algemeen gezond. Een verwijz<strong>in</strong>g naar<br />

twee<strong>de</strong>- of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>lijns <strong>verloskundige</strong> zorg is op grond van alleen dragerschap van HbP niet nodig.<br />

Sikkelcelziekte<br />

Sikkelcelziekte is een mutatie van <strong>de</strong> genen waardoor <strong>in</strong> plaats van normaal hemoglob<strong>in</strong>e (HbA) hemoglob<strong>in</strong>e<br />

met een afwijken<strong>de</strong> (sikkelvormige) structuur wordt gevormd zoals HbS. Voorbeel<strong>de</strong>n van an<strong>de</strong>re varianten<br />

zijn HbC; HbD en HbE. Ook gecomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> vormen zoals HbSC; HbSE; HbSD punjab; HbSO arab of HbS/β-<br />

Thalassemie, kunnen voor ernstige complicaties zorgen. Sikkelcelziekte leidt tot verstopp<strong>in</strong>g (<strong>in</strong>farcten) van<br />

<strong>de</strong> haarvaten en gaat gepaard met hevige (ischemische) pijn: een zogenaam<strong>de</strong> sikkelcelcrisis. Chronische en<br />

acute <strong>in</strong>farcten kunnen <strong>in</strong> vrijwel elk weefsel permanente en progressieve scha<strong>de</strong> veroorzaken.<br />

Thalassemie<br />

Thalassemie wordt veroorzaakt door een (kwantitatief) <strong>de</strong>fect <strong>in</strong> <strong>de</strong> α- of <strong>de</strong> β-glob<strong>in</strong>eketen van <strong>de</strong><br />

hemoglob<strong>in</strong>emolecuul wat leidt tot <strong>in</strong>effectieve productie van erytrocyten. α-Thalassemie staat on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed<br />

van vier genen (of beter gezegd; 4 allelen), waarbij er twee van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r en twee van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

geërfd. β-Thalassemie staat on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van 2 genen (allelen) waarbij er een van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r en een van <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r wordt geërfd.<br />

61


Tabel 1: Alfa-thalassemie<br />

Genotype Fenotype (kl<strong>in</strong>iek)<br />

Normaal hemoglob<strong>in</strong>e α α/ α α Normaal, geen anemie Geen <strong>de</strong>fecte genen<br />

van bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

α+ -thalassemie<br />

- α/ α α Mil<strong>de</strong> anemie Eén <strong>de</strong>fect gen van<br />

heterozygoot<br />

één ou<strong>de</strong>r gekregen<br />

α+-thalassemie<br />

- α/- α Mil<strong>de</strong> /matige anemie Van ie<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r één<br />

homozygoot<br />

<strong>de</strong>fect gen gekregen<br />

α° -thalassemie<br />

--/ α α Mil<strong>de</strong> / matige anemie Twee <strong>de</strong>fecte genen<br />

heterozygoot<br />

van één ou<strong>de</strong>r<br />

α +α°-thalassemie - α/-- HbH-ziekte: ernstige Van ene ou<strong>de</strong>r twee<br />

comb<strong>in</strong>atie<br />

anemie<br />

<strong>de</strong>fecte genen, van<br />

an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r één<br />

<strong>de</strong>fect gen<br />

α °-thalassemie<br />

--/-- Hb Bart’s: hydrops Van ie<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>r<br />

homozygoot<br />

foetalis (<strong>in</strong> meeste<br />

gevallen onverenigbaar<br />

met leven)<br />

twee <strong>de</strong>fecte genen<br />

In geval van homozygote β-thalassemie (of β-thalassemie major) ontbreken bei<strong>de</strong> β-glob<strong>in</strong>e genen. Dit gaat<br />

gepaard met ernstige hemolytische anemie (ook wel bekend als Cooley’s anemie). Heterozygote β-<br />

Thalassemie oftewel dragerschap of β-Thalassemie m<strong>in</strong>or kan gepaard gaan met mil<strong>de</strong> microcytaire,<br />

hypochrome anemie 5,6.<br />

Dragerschap en dragerschapsdiagnostiek<br />

Dragerschapsdiagnostiek voor thalassemie verschilt van dat voor sikkelcelvarianten. Indien <strong>de</strong> vrouw uit een<br />

risicogroep komt en volgens <strong>de</strong> anemiestandaard on<strong>de</strong>rzocht zou moeten wor<strong>de</strong>n op hemoglob<strong>in</strong>opathie (zie<br />

hoofdstuk 3 van <strong>de</strong>ze standaard), dan kunt u het volgen<strong>de</strong> aanvragen:<br />

• Op het laboratoriumformulier vraagt u naast het standaard bloedbeeld (Hb, MCV, MCH, erytrocyten)<br />

bij voorkeur een Hb-chromatografie (HPLC)test aan.<br />

• Is dit niet mogelijk vraag dan een Hb-electroforesetest aan.<br />

• Op sommige laboratoriumformulieren kunt u “sikkelcelscreen<strong>in</strong>g of on<strong>de</strong>rzoek op<br />

hemoglob<strong>in</strong>opathieën” aankruisen.<br />

In pr<strong>in</strong>cipe zijn al <strong>de</strong>ze opties a<strong>de</strong>quaat voor het vaststellen van dragerschap op HbP. Indien mogelijk wordt<br />

<strong>de</strong> etniciteit van <strong>de</strong> cliënt op het laboratoriumformulier vermeld.<br />

Dragerschap van sikkelcelziekte (sikkelceltrait):<br />

Alle uitkomsten an<strong>de</strong>rs dan HbAA zijn afwijkend. Dat wil zeggen: een abnormale Hb fractie op elektroforese<br />

of HPLC <strong>in</strong> aanwezigheid van circa 60% HbA betekent dragerschap van sikkelcelziekte oftewel een<br />

sikkelceltrait. De meest voorkomen<strong>de</strong> hiervan is HbAS. Daarbij is het aantal reticulocyten meestal verhoogd<br />

omdat het beenmerg door <strong>de</strong> versnel<strong>de</strong> afbraak van <strong>de</strong> sikkelcellen weer snel nieuwe erytrocyten moet<br />

aanmaken. Dragers van HbP hebben meer kans op anemie <strong>in</strong> <strong>de</strong> zwangerschap 4. Bij dragerschap van<br />

sikkelcelziekte wordt <strong>de</strong>ze anemie zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een co-existente α-Thalassemie 7<br />

Erytrocyten van een drager (heterozygoot) bevatten ongeveer 60% HbA en 40% HbS (of een an<strong>de</strong>r mutatie).<br />

62


Thalassemiedragerschap:<br />

Hoeveelheid aanwezig HbA2 MCV /MCH<br />

2,5 % - 3,5 % MCV 80-100 f/L, MCH 1,7-2,1<br />

fmol<br />

4% -9 % MCV< 80 f/L, MCH < 1,7<br />

fmol, Erytrocyten > 4.5 x 1012/l < 2,5 % MCV< 80 f/L , MCH < 1,7<br />

fmol<br />

normaal<br />

Heterozygote β-Thalassemie<br />

Mogelijk sprake van α-<br />

Thalassemie<br />

NB bij afwijken<strong>de</strong> uitslagen dient bevestig<strong>in</strong>g met behulp van DNA-analyse <strong>in</strong> een referentielaboratorium te<br />

wor<strong>de</strong>n gedaan.<br />

Dragerschap en ijzergebrek:<br />

HbP dragers (met name thalassemie dragers) vertonen meestal een microcytair hypochroom bloedbeeld (laag<br />

MCV, laag MCH) met of zon<strong>de</strong>r anemie. Dit wordt vaak ten onterecht aan ijzergebreksanemie toegeschreven.<br />

IJzersuppletie bij HbP dragers is echter alleen z<strong>in</strong>vol bij een aangetoond lage ferrit<strong>in</strong>ewaar<strong>de</strong> en dient u niet te<br />

herhalen zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> ferrit<strong>in</strong>ebepal<strong>in</strong>g. Dit beleid wijkt dus af van <strong>de</strong> anemiediagnostiek bij<br />

“reguliere” zwangeren. Wanneer <strong>de</strong> ijzergebreksanemie a<strong>de</strong>quaat behan<strong>de</strong>ld is (dat wil zeggen het ferrit<strong>in</strong>e is<br />

genormaliseerd), zullen het MCV en MCH meestal laag blijven. Een drager van thalassemie compenseert<br />

anemie door meer erytrocyten aan te maken (erytrocyten ↑) en verbruikt hiermee meer foliumzuur. Het is<br />

daarom aan te bevelen dat u HbP-dragers 0,5 mg foliumzuur per dag voorschrijft.<br />

Erfelijkheid<br />

Wanneer bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs drager zijn van HbP dan heeft hun k<strong>in</strong>d 25% kans om <strong>de</strong> ziekte te erven.<br />

Indien dragerschap bij <strong>de</strong> (zwangere) vrouw wordt vastgesteld is daarom dragerschapsdiagnostiek bij <strong>de</strong><br />

partner geïndiceerd.<br />

Het is van belang dat u <strong>de</strong> mogelijke gevolgen van dragerschap aan <strong>de</strong> (zwangere) vrouw en haar partner<br />

uitlegt vóórdat u het on<strong>de</strong>rzoek aangebiedt en eventueel aangevraagd. U kunt on<strong>de</strong>rsteunend fol<strong>de</strong>rmateriaal<br />

<strong>in</strong> diverse talen gratis downloa<strong>de</strong>n via on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> websites. Wanneer bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs drager zijn van HbP, dan<br />

kunt u hen, <strong>in</strong>dien zij dit wensen, naar een kl<strong>in</strong>isch genetisch centrum verwijzen. Hier kan uitgebrei<strong>de</strong><br />

counsel<strong>in</strong>g en een risicoanalyse plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n en wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>re (be)han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsopties met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

besproken (zie ook schema <strong>in</strong> figuur 2).<br />

63


Figuur 2 Flowschema dragerschapsdiagnostiek<br />

Meer <strong>in</strong>formatie:<br />

www.hbp<strong>in</strong>fo.com<br />

(fol<strong>de</strong>rs beschikbaar <strong>in</strong> diverse talen)<br />

www.oscarne<strong>de</strong>rland.nl<br />

www.erfelijkheid.nl<br />

www.hematologiene<strong>de</strong>rland.nl<br />

64<br />

Ver<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g op HbP dragerschap: Uitleg,<br />

<strong>in</strong>formatie en geruststell<strong>in</strong>g<br />

Bied vervolgens dragerschapsdiagnostiek aan.<br />

Vraag dragerschapsdiagnostiek aan <strong>in</strong> het laboratorium en<br />

een ferrit<strong>in</strong>ebepal<strong>in</strong>g om ijzergebreksanemie uit te sluiten<br />

En<br />

Uitslag positief:<br />

Partneron<strong>de</strong>rzoek geïndiceerd.<br />

Indien geen ijzergebrek is aangetoond, suppleer een zwangere<br />

vrouw met 0,5 mg foliumzuur / dag<br />

Uitslag partner on<strong>de</strong>rzoek<br />

positief:<br />

mogelijk risico<br />

Verwijs naar een kl<strong>in</strong>isch genetisch centrum (KGC) voor counsel<strong>in</strong>g, risicoanalyse en<br />

<strong>de</strong>sgewenst prenatale diagnostiek <strong>in</strong>dien geïndiceerd<br />

Uitslag negatief:<br />

Geen risico voor het k<strong>in</strong>d.<br />

<strong>Anemie</strong> heeft an<strong>de</strong>re oorzaak<br />

Uitslag partneron<strong>de</strong>rzoek<br />

negatief:<br />

Geen risico voor het k<strong>in</strong>d


Literatuurlijst<br />

1. Giordano PC, Bouva MJ, Harteveld CL. A confi<strong>de</strong>ntial <strong>in</strong>quiry estimat<strong>in</strong>g the number of patients<br />

affected with sickle cell disease and thalassemia major confirms the need for a prevention strategy <strong>in</strong><br />

the Netherlands. Hemoglob<strong>in</strong> 2004;28(4):287-296.<br />

2. Peters M, Appel IM, Cnossen MH, Breun<strong>in</strong>g-Boers JM, Heijboer H. Sikkelcelziekte <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

hielprikscreen<strong>in</strong>g.I. Opgespoor<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> het eerste jaar. Ned Tijdschr Geneeskd 2009;153:B359.<br />

3. Giordano PC, Harteveld CL. Preventie van erfelijke hemoglob<strong>in</strong>opathieën <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Ned Tijdschr<br />

Geneeskd 2006;150:2137-41.<br />

4. Jans SM, De JA, Lagro-Janssen AL. Maternal and per<strong>in</strong>atal outcomes amongst haemoglob<strong>in</strong>opathy<br />

carriers: a systematic review. Int J Cl<strong>in</strong> Pract 2010;64(12):1688-1698.<br />

5. Giordano P. Hemoglob<strong>in</strong>opathieën. <strong>Anemie</strong>. Houten: Bonh Stafleu van Loghum; 2005. p. 25-35.<br />

6. Johnston TA. Haemoglob<strong>in</strong>opathies <strong>in</strong> pregnancy. The Obstetrian and Gynaecologist 2005;7(3):149-<br />

157.<br />

7. Landman H. Haemoglob<strong>in</strong>opathies and pregnancy [dissertatie]. Gron<strong>in</strong>gen: RU Gron<strong>in</strong>gen, 1988.<br />

65


Bijlage 3 In<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g literatuur naar mate van bewijskracht<br />

In<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> literatuur naar <strong>de</strong> mate van bewijskracht, vastgesteld door <strong>de</strong> VAS <strong>in</strong> oktober 2008<br />

Voor artikelen betreffen<strong>de</strong>: <strong>in</strong>terventie (preventie of therapie)<br />

A1. Systematische review van ten m<strong>in</strong>ste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van A2niveau.<br />

A2. Gerandomiseerd dubbelbl<strong>in</strong>d vergelijkend kl<strong>in</strong>isch on<strong>de</strong>rzoek van goe<strong>de</strong> kwaliteit en van voldoen<strong>de</strong><br />

omvang.<br />

B. Vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd on<strong>de</strong>r A2 (hieron<strong>de</strong>r valt ook<br />

cohorton<strong>de</strong>rzoek, patiëntcontrole-on<strong>de</strong>rzoek).<br />

C. Niet-vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek.<br />

D. Men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>skundigen.<br />

Voor artikelen betreffen<strong>de</strong>: diagnostisch accuratesse on<strong>de</strong>rzoek<br />

A1. Systematische review van ten m<strong>in</strong>ste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van A2niveau.<br />

A2. On<strong>de</strong>rzoek ten opzichte van een referentietest (een 'gou<strong>de</strong>n standaard'), met tevoren ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong><br />

afkapwaar<strong>de</strong>n en onafhankelijke beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> resultaten van test en gou<strong>de</strong>n standaard, betreffen<strong>de</strong><br />

een voldoen<strong>de</strong> grote serie van opeenvolgen<strong>de</strong> patiënten die allen <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>x- en referentietest hebben<br />

gehad.<br />

B. On<strong>de</strong>rzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die on<strong>de</strong>r A2 zijn genoemd.<br />

C. Niet-vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek.<br />

D. Men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>skundigen.<br />

Voor artikelen betreffen<strong>de</strong>: scha<strong>de</strong> of bijwerk<strong>in</strong>gen, prevalentie of etiologie<br />

A1. Systematische review van ten m<strong>in</strong>ste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van A2niveau.<br />

A2. Prospectieve cohort on<strong>de</strong>rzoek van voldoen<strong>de</strong> omvang en follow-up waarbij a<strong>de</strong>quaat gecontroleerd is<br />

voor ‘confound<strong>in</strong>g’ en selectieve follow-up voldoen<strong>de</strong> is uitgesloten.<br />

B. Prospectief cohorton<strong>de</strong>rzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd on<strong>de</strong>r A2 of retrospectief<br />

cohorton<strong>de</strong>rzoek of patiëntcontrole-on<strong>de</strong>rzoek.<br />

C. Niet-vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek.<br />

D. Men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>skundigen.<br />

Niveau van conclusie<br />

Conclusie gebaseerd op:<br />

1. On<strong>de</strong>rzoek van niveau A1 of ten m<strong>in</strong>ste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van<br />

niveau A2.<br />

2. Een on<strong>de</strong>rzoek van niveau A2 of ten m<strong>in</strong>ste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van<br />

niveau B.<br />

3. Een on<strong>de</strong>rzoek van niveau B of C.<br />

4. Men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>skundigen.<br />

Bron: Kwaliteits<strong>in</strong>stituut voor <strong>de</strong> gezondheidszorg CBO [website; laatste update november 2007; bezocht februari 2010].<br />

http://www.cbo.nl/thema/Richtlijnen/EBRO-handleid<strong>in</strong>g/A-Levels-of-evi<strong>de</strong>nce/<br />

67


Bijlage 4 Lijst met afkort<strong>in</strong>gen<br />

ADH = Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid<br />

BMI = Body Mass In<strong>de</strong>x<br />

Fe = Ferro = ijzer<br />

Hb = Hemoglob<strong>in</strong>e<br />

HbP = Hemoglob<strong>in</strong>opathie<br />

Ht = Hematocriet<br />

<strong>KNOV</strong> = Kon<strong>in</strong>klijke Ne<strong>de</strong>rlandse organisatie van <strong>verloskundige</strong>n<br />

LESA = Lan<strong>de</strong>lijke Eerstelijns Samenwerk<strong>in</strong>gs Afspraak<br />

LESA-V = Lan<strong>de</strong>lijke Eerstelijns Samenwerk<strong>in</strong>gs Afspraak-Verloskun<strong>de</strong><br />

MCV = Mean Corpuscular Volume<br />

MCH = Mean Corpuscular Hemoglob<strong>in</strong><br />

MCHC = Mean Corpuscular Hemoglob<strong>in</strong> Concentration<br />

NHG = Ne<strong>de</strong>rlands Huisartsen Genootschap<br />

VAS = Verloskundige adviesraad standaar<strong>de</strong>n<br />

VIL = Verloskundige <strong>in</strong>dicatielijst<br />

VSV = Verloskundig Samenwerk<strong>in</strong>gs Verband<br />

WHO = World Health Organisation<br />

69


Bijlage 5 Lijst van betrokkenen bij <strong>de</strong> standaard <strong>Anemie</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>verloskundige</strong> <strong>praktijk</strong><br />

Werkgroep<br />

Mw. Suze Jans MSc<br />

Mw. Mieke Beentjes MSc<br />

Dhr. Ton Deerenberg<br />

Mw. T<strong>in</strong>eke van Dijk<br />

Mw. Roelan<strong>de</strong> Kuiperij<br />

Dhr. drs. Jan Henk Ol<strong>de</strong>nziel<br />

Mw. Anke Selles MSc<br />

Dhr. Jan V<strong>in</strong><strong>de</strong>rs<br />

Verloskundige adviesraad standaar<strong>de</strong>n (VAS)<br />

Mw. Annewil van ’t Zelf<strong>de</strong>, voorzitter<br />

Mw. drs. Pien Offerhaus, secretaris<br />

Mw. drs. Rosanne van Dam-Jansen<br />

Mw. Carola Groenen MSc<br />

Mw. Truus Verburgt-Doeleman MSc<br />

Mw. Ingrid Kiezebr<strong>in</strong>k<br />

Mw. Jannet Bakker MSc<br />

Mw. Jolanda Boxem MSc<br />

Referenten<br />

Eerstelijns <strong>verloskundige</strong>n<br />

Dhr. Francois Hessel<strong>in</strong>g<br />

Mw. Marjole<strong>in</strong> Maas<br />

Mw. C<strong>in</strong>dy Stock<br />

Mw. Sandra Jansen<br />

Mw. Monique Klerkx<br />

Mw. Ilse Vermeulen<br />

Mw. Heidi <strong>de</strong> Bruijne-Hop<br />

Mw. Anja van Laere<br />

Mw. Feri<strong>de</strong> Isik<br />

Mw. Arianne Verdoes-Krijgsman<br />

Mw. Marije Zethof<br />

Mw. Loes Huissen<br />

Mw. Esther Kavelaars<br />

Twee<strong>de</strong>lijns <strong>verloskundige</strong>n<br />

Mw. Monica Bekker MSc<br />

Mw. Annemieke Schut-van Sorgen<br />

Mw. Sylvia Damme<br />

Mw. Angela San<strong>de</strong>rs-van <strong>de</strong> Berg<br />

71


Referenten namens <strong>de</strong> Verloskun<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mies<br />

Mw. Aafje Sluis (Verloskun<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie Amsterdam en Gron<strong>in</strong>gen)<br />

Mw. Marianne Nieuwenhuijze MSc (Verloskun<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie Maastricht)<br />

Mw. Truus Verburgt-Doeleman MSc (Verloskun<strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie Rotterdam)<br />

Referenten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>KNOV</strong><br />

Mw. drs. Kristel Zeeman<br />

Mw. Inger Aalhuizen Msc<br />

Mw. Lucie Martijn MSc<br />

Referenten op grond van expertise<br />

Mw. Dari Daemers, auteur standaard anemie 2000<br />

Dhr. dr. Ben Kolnaar, wetenschappelijk me<strong>de</strong>werker NHG<br />

Dhr. dr. Martijn Her<strong>in</strong>ga, gynaecoloog te Utrecht<br />

Dhr. drs. Guus Jaspar, verloskundig actieve huisarts<br />

Dhr. dr. Hans Landman, gynaecoloog te Curaçao<br />

Dhr. dr. Piero Giordano, Centrum voor Humane en Kl<strong>in</strong>ische Genetica LUMC, Lei<strong>de</strong>n<br />

Mw. drs. Rachel Verweij, Verenig<strong>in</strong>g van Jonge Ou<strong>de</strong>rs; het Ou<strong>de</strong>rschap<br />

Mw. drs. Elsbeth van Vliet-Lachotzki, Erfocentrum<br />

Mw. Soroya Beacher, OSCAR; organisatie voor mensen met sikkelcel en thalassemie<br />

Mw. Prof. dr. Mart<strong>in</strong>a Cornel, afd. kl<strong>in</strong>ische genetica, sectie Community Genetics VUMC<br />

Dhr. Dr. John Souverijn, SAN, lan<strong>de</strong>lijke brancheverenig<strong>in</strong>g van huisartsenlaboratoria<br />

Dhr. drs. Philip <strong>de</strong> Sterke, ervar<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>skundige, hemochromatoseverenig<strong>in</strong>g<br />

Commissie richtlijnen NVOG<br />

Mw. Dr. Ir. Manon van Eijs<strong>de</strong>n, voed<strong>in</strong>gscentrum<br />

Experts geraadpleegd voor specifieke kennisbijdragen aan <strong>de</strong> standaard (expertop<strong>in</strong>ies)<br />

Mw. Prof. dr. Dor<strong>in</strong>e Sw<strong>in</strong>kels, hematoloog<br />

Dhr. dr. Hans Landman, gynaecoloog te Curaçao<br />

Dhr. dr. Piero Giordano, Centrum voor Humane en Kl<strong>in</strong>ische Genetica LUMC, Lei<strong>de</strong>n<br />

72

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!